Best practices: onderzoek naar succesvolle e-communities
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Door: Floortje Gielen en Loïs van Waas
1
Inleiding Door middel van deskresearch is door Loïs van Waas en Floortje Gielen onderzocht welke (succesvolle) e-communities voor buurtparticipatie er al zijn in Nederland. In dit document worden de resultaten van dit onderzoek besproken. De definitie van e-community die voor dit onderzoek is aangehouden, is: Een online community is een virtuele plek waar mensen met gemeenschappelijke kenmerken op vaste basis bij elkaar komen, om elkaar direct of indirect te helpen in het verwezenlijken van doelen, verwachtingen en activiteiten door middel van het delen van informatie en ideeën, waarmee zij bijdragen aan het duurzaam ontwikkelen van een gemeenschap. (Frankwatching, 2008) In het geval van dit onderzoek was het belangrijk dat de online community een bijdrage probeert te leveren aan het vergroten van sociale cohesie in een buurt en daarmee de buurtparticipatie. Zowel ecommunities die zich alleen focussen op het bieden van hulp en zorg als bredere e-communities zijn meegenomen in dit onderzoek. Aan de hand van een zelf ontworpen scorecard, zijn 12 online platforms voor buurtparticipatie gescoord om te achterhalen wat de succes- en faalfactoren van zulke e-communities zijn. Daarnaast is er geanalyseerd waarom deze e-communities zo succesvol zijn, worden de algemene plus- en minpunten van bestaande e-communities beschreven en worden er algemene conclusies getrokken voor het opzetten van een succesvolle e-community voor buurtparticipatie.
2
Inhoudsopgave 1. Onderzochte e-communities
4
2. Ontwikkeling scorecard
5
2.1 Bijstelling: drie versies
6
3. Resultaten
7
4. Conclusies
8
4.1 Voorbeelden
Bijlage 1: Scorecards
11
12
Versie 1
12
Versie 2
13
Versie 3
15
Bijlage 2: Uitleg scorecard
17
Bijlage 3: Vier-stappenplan
20
Bijlage 4: Infographic
23
3
1. Onderzochte e-communities In Nederland zijn er zo’n 95 verschillende e-communities op het gebied van het vergroten van buurtparticipatie of het zorgen voor elkaar (H. Stokkum, van, mondelinge mededeling, 15 april 2015). Tijdens het vooronderzoek bleek dat Nederland ontzettend veel e-communities kent met het eerder genoemde doel. Al snel bleek dat deze communities op twee manieren ingestoken konden zijn: 1. 2.
De e-communities kunnen onderdeel uitmaken van een overkoepelend netwerk De e-communities kunnen op zichzelf staan
Er is gekozen om de twaalf e-communities te onderzoeken die het beste vindbaar zijn op Google en/of het grootste zijn in Nederland. Een aantal van deze e-communities op het gebied van buurtparticipatie en het zorgen voor elkaar maakt onderdeel uit van een overkoepelend netwerk zoals Mijn Buurtje. Er is besloten om van elk netwerk maar één werkelijke community te onderzoeken. Deze keuze is gemaakt omdat de communicaties van een netwerk vaak erg op elkaar lijken en op dezelfde manier werken. Van deze netwerken is telkens de grootste community onderzocht. Uitzondering hierop is het overkoepelende netwerk WeHelpen.nl. Deze community is namelijk anders opgebouwd dan de anderen. WeHelpen.nl bestaat uit een centrale community waarop iedereen zijn hulp en/of zorgvragen kan plaatsen. Daarnaast biedt WeHelpen.nl de mogelijkheid om per stad, wijk of buurt een aparte community aan te maken. Deze communities hebben allemaal een andere naam en uitstraling en andere functies, maar kunnen wel gekoppeld worden aan WeHelpen.nl. Om deze redenen is zowel WeHelpen.nl als community onderzocht als twee andere, aparte communicatie die deel uit maken van het netwerk. Onderstaande lijst laat precies zijn welke e-communities er allemaal onderzocht zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
De wijkwebsite (Mijn Buurtje) Buuv WeHelpen.nl Croqqer Zorg voor elkaar Buurtwelzijn Bolster (WeHelpen.nl) Burennetwerk Mijn buurt Assen (WeHelpen.nl) Hulp in je buurt Buurtlink Buurthulp Voorelkaar
4
2. Ontwikkeling scorecard Om e-communities te scoren is er zelf een meetmodel opgesteld. Bij het opstellen van dit model is onderstaande theorie over e-communities gebruikt, aangevuld met informatie uit interviews en gesprekken en online onderzoek. Zo is er zowel gebruik gemaakt van theorie, als ervaringen uit de praktijk. De 5 kenmerken van een e-community, zijn (Frankwatching, 2013): 1. Altijd en overal: snel reageren is noodzakelijk. Er wordt ingegaan op actualiteiten die op dat moment spelen, zodat de community relevant blijft. 2. Delen van informatie: meestal rondom een thema. Niet iedereen deelt evenveel of even expliciet. 1% van de deelnemers zorgt voor de grootste bijdrage, 9% post van tijd tot tijd wat, maar 90% van de leden zijn ‘lurkers’. Zij lezen mee, en nemen informatie tot zich, maar dragen niet bij aan de inhoud. Het ‘belonen’ van het delen van informatie kan die percentages beïnvloeden. 3. Structurele verbinding: geregeld bezoek aan de online site zorgt voor meer binding en is eigenlijk het bestaansrecht van de community. De inhoud van de site zal zo aantrekkelijk, leuk of waardevol moeten zijn dat mensen terug blijven komen. (thema, interesse, doelgroep, vindbaarheid google) 4. Groepsidentiteit: Ergens bij horen, een eigen manier van communiceren, met eigen normen en waarden, geeft veel mensen een goed gevoel. Dat groepsgevoel wordt versterkt als de mensen elkaar ook offline ontmoeten. Vanuit de community kun je dat ondersteunen. 5. Leden als autoriteit: Een actieve rol van een community-manager is onontbeerlijk. Actieve of betrokken leden kunnen echter een deel van deze taak overnemen. Dat is helemaal mooi, als de community ‘zichzelf onderhoudt’. Leden kunnen een autoriteit op een bepaald onderwerp worden, zowel op inhoud als op normen en waarden. Die kennis en kunde kun je erkennen door die leden bijvoorbeeld meer rechten te geven, of stippen, strepen en sterren uit te delen. Vier stappen voor een succesvolle (e)-community: In bijlage 3 is een compleet 4-stappenplan toegevoegd dat helpt bij het succesvol opzetten van een (e)-community (Frankwatching, 2013). Hieronder worden de belangrijkste punten kort beschreven en schematisch weergegeven. 1. De aanloop: wat moet je doen voordat je start met het opzetten van een community? a. Doel en doelgroep: stel duidelijk vast wat je doel is en op wie je je richt. Gericht en klein beginnen heeft een grotere slagingskans. Vandaar ook dat er voor gekozen is het onderzoek te starten in twee wijken. b. Concept en online omgeving: Bedenk het concept en daarbij passende online omgeving. Maak je gebruik van een bestaand sociaal netwerk, kies je specifieke community software of laat je een eigen omgeving maken? c. Verkeer starten en op gang krijgen: Nodig mensen uit om deel te nemen, doe dit gericht en expliciet. Het gaat uiteindelijk om de te vinden en te delen content. 2. Beginfase van de community: communiceren en organiseren. a. Communiceren: maak hierin gebruik van de eerste leerervaringen van aanloopfase. Nadenken en adviseren over hoe je organisatie / buurt de community kan inzetten, in plaats van erover te vertellen, is minstens zo waardevol als zenden. Breng in kaart wat er in de organisatie speelt aan onderwerpen die raken aan jouw thema en een verbinding leggen tussen de community manager en de organisatie. 5
b. Organiseren: ondersteuning van de gebruikers die iets moeten met de community, is een aandachtspunt. Denk aan training en het delen van gebruiksregels. Direct daarachter vandaan komt het bedenken van wie wat doet in het beheer van de community. 3. Binnen de community: als de community eenmaal staat, hoe organiseer je dan de verschillende partijen? a. Interventies, koppeling aan het doel: Als het allemaal een beetje loopt, is de kunst het levend houden. Deze interventies zijn opgenomen in de bijlage. 4. Behoud van de community: één van de drijvende krachten achter een community zijn de ambassadeurs. die hebben een belangrijke rol in het verbinden in en rond de community. Het actief belonen en activeren van ambassadeurs borgt continue activiteit. Als de community echt groot wordt, zijn moderators nodig. Die monitoren en evalueren op functionaliteit en inhoud en verbeteren die constant.
2.1 Bijstelling: drie versies Er zijn drie versies van de scorecard, deze zijn alle drie terug te vinden in bijlage 1. De eerste scorecard is opgesteld aan de hand van artikelen, informatie uit interviews en gesprekken. Vervolgens heeft er een gesprek plaatsgevonden met Jasper Jeurens, die zelf ook bezig is ecommunities te analyseren voor de Zorgalliantie, maar dan op technisch gebied. Veel aspecten waar hij naar kijkt zijn voor ons onderzoek niet relevant of niet te onderzoeken omdat wij deze technische kennis niet hebben, maar door met hem in gesprek te zijn gegaan zijn we wel tot een aantal aanvullingen en aanpassingen te vinden. Deze aanpassingen zijn te vinden in scorecard 2. Met deze scorecard zijn we begonnen met scoren. Tijdens het scoren kwamen we er al vrij snel achter dat een aantal dingen bijvoorbeeld niet te zien waren, dat er op bepaalde punten andere maatstaven nodig waren of dat er nog extra aspecten moesten worden toegevoegd. Deze aanpassingen zijn verwerkt in scorecard 3, de uiteindelijke scorecard. Omdat de scorecard bestaat uit een 5-puntsschaal is het belangrijk om te weten wat elke score precies inhoud. Om te zorgen dat dit helder is, is er een scorecard uitleg opgesteld. In deze uitleg wordt er nauwkeurig uitgelegd wat de scores 1 t/m 5 inhouden. Deze uitleg is terug te vinden in bijlage 2.
6
3. Resultaten Zoals in bijlage 2 te zien is, is de scorecard opgedeeld in vijf verschillende onderdelen: mogelijkheden, aanmelden, nieuwsberichten, vraag en aanbod berichten en community algemeen. Per community zijn al deze onderdelen onderzocht en is er per onderdeel een gemiddelde score uit gekomen. Het gemiddelde van deze vijf scores is het rapportcijfer. Belangrijk om hierbij te vermelden dat een 1 de hoogst en 5 de laagst haalbare score is. Omdat niet alle communities de optie hebben om nieuwsberichten te plaatsen kan het zijn dat dit onderdeel geen scores heeft gekregen. Bij deze communities is er dan ook een gemiddelde berekend over de vier wel gescoorde onderdelen. De tabel hieronder laat per community zien welk cijfer behaald is. De communities staan op volgorde van rapportcijfer, zodat het meteen duidelijk is welke communities het beste hebben gescoord en welke minder. Omdat er met een 5-puntsschaal is gewerkt, waarbij 1 het beste is en 5 het slechtste, is een zo’n laag mogelijke score dus het beste.
Community
Mogelijkheden
Aanmelden
Nieuwsberichten
Vraag en aanbod berichten
Community algemeen
Rapportcijfer
Buuv
4
1
-
1,7
1,4
2,0
Mijn Buurtje
1
2,6
2,5
3,7
1,8
2,3
Mijn buurt Assen
1
4,4
4,1
2,8
1,8
2,8
Buurtlink
1
3,8
3,3
2,8
3.8
2,9
Buurtwelzijn
2
2
4
2,8
4,4
3,0
Zorg voor elkaar
4
2
-
4,2
2,4
3,2
Bolster
4
2
-
3,8
3,4
3,3
Croqqer
4
1,8
-
3,8
3,8
3,3
We Helpen
4
2,8
-
4,3
3,4
3,6
Hulp in je buurt
4
4
-
3
3,2
3,6
Buurthulp Voorelkaar
4
3,4
-
3,7
3,4
3,6
Burennetwerk
4
3,8
-
4,5
3,6
4,0
7
Zoals de tabel hierboven laat zien is Buuv de beste e-community op het gebied van buurtparticipatie en het zorgen voor elkaar. Ook Mijn buurtje, Mijn buurt Assen (onderdeel van WeHelpen.nl) en Buurtlink scoren lager dan een 3 en mogen zeer tevreden zijn. Alle andere communities scoren tussen de 3 en 4, wat betekent dat er nog een aantal verbeter punten zijn. De groene getallen zijn scoes onder de 3, wat prima scores zijn. Alle communities die lager dan een 3 scoren op de mogelijkheden staan in de top. Dit betekent dat het voor een community belangrijk is om zoveel mogelijk mogelijkheden aan te bieden. Daarnaast valt het op dat veel communities goed scoren als het gaat om de aanmeldprocedure. Daarnaast valt het ook op dat alle communities die bij de categorie algemeen hoog scoren ook tot de betere communities behoren. Bij het scoren van de e-communities is het aantal deelnemers uiteindelijk niet meegenomen, terwijl dit eerst wel de bedoeling was. Hiervoor is gekozen omdat dit een relatief getal is dat niks zegt over het succes van een community. Een community kan 5.000 leden hebben waarvan er maar 100 echt actief zijn, terwijl een andere community misschien maar 200 leden heeft waarvan er 150 actief zijn. Het aantal deelnemers hoeft dus niks te zeggen over het aantal actieve deelnemers. Daarnaast zijn niet alle communities voor een zelfde gebied bedoeld. Zo zijn er communities die bedoeld zijn voor een stad, wijk of buurt. Dit bepaalt mede hoeveel deelnemers er zullen zijn.
8
4. Conclusies Uit de vergelijking van verschillende e-communities voor buurtparticipatie, volgen een aantal algemene conclusies die betrekking hebben op e-communities en waar veel van geleerd kan worden bij het opzetten van een succesvolle e-community. 1. Buuv scoort het beste, mijnbuurtje.nl staat op de tweede plaats. Buuv, een platform met alleen vraag en aanbod van hulp en zorg scoort het beste, veel andere platforms kunnen wat leren van Buuv. Op de tweede plaats staat Mijnbuurtje, het platform dat alle vier belangrijke mogelijkheden bevat. De reden dat Mijnbuurtje Buuv niet kon verslaan, is het feit dat er een stuk minder vraag- en aanbodberichten geplaatst worden. Dit kan liggen aan de overzichtelijkheid van het platform, waaraan een en ander verbeterd mag worden. 2. Mijnbuurtje.nl is het enige succesvolle platform met alle relevante mogelijkheden. Opvallend is dat mijnbuurtje.nl het enige platform is dat alle vier relevante opties (agenda, vraag en aanbod van hulp/zorg, agenda en prikbord) bevat, en ook nog hoog scoort op de andere punten van de scorecard. MijnbuurtAssen, Buurtlink en Buurtwelzijn geven ook meerdere opties, maar scoren minder goed op de andere punten van de scorecard. Alle andere platforms richten zich uitsluitend op vraag en aanbod van zorg en hulp. Uit de enquête is echter gebleken dat bewoners wél behoefte hebben aan deze andere mogelijkheden, vaak zelf nog meer dan aan vraag en aanbod. Daarnaast zorgt het ervoor dat mensen blijven terugkeren naar een platform, ook wanneer ze geen hulpvraag hebben. Dat is nu net nodig voor een verbonden buurt. a. Hogere score door mogelijkheden: De e-communities die meerdere mogelijkheden bieden in de meeste gevallen beter dan de communities die maar één mogelijkheid hebben. Met mogelijkheden wordt gedoeld op nieuws, een agenda, vraag en aanbod en een agenda. Het bieden van meerdere mogelijkheden zorgt er namelijk voor dat mensen zien wat er allemaal is in de buurt. Voor de nieuwsfunctie en de agenda dragen hier aan bij. Om ervoor te zorgen dat mensen betrokken raken bij en zich verbonden voelen met hun buurt is het dus belangrijk dat een community meerdere mogelijkheden heeft. 3. Doel van de e-community: mogelijkheden en aanmeldprocedure. Natuurlijk zijn er ook communities die het zich niet als belangrijkste doel gesteld hebben om betrokkenheid in de buurt te vergroten. Dit zijn vaak communities die alleen draaien om vraag en aanbod van hulp (zoals Buuv). Aan de hand van de mogelijkheden die de community aanbiedt, maar ook aan de hand van de aanmeldprocedure is er goed te achterhalen wat het doel van een community is. Is het doel om verbinden en betrokkenheid te creëren? Dan zie je dit vaak terug in de aanmeldprocedure van een community. Deze communities vragen vaak om extra gegevens van jezelf achter te laten. Denk hierbij aan hobby’s, een verhaaltje over jezelf en bijvoorbeeld een foto. Communities die alleen maar gericht zijn op het matchen van vraag en aanbod vragen vaak niet meer dan de standaard NAW gegeven. 4. Veel e-communities worden (nog) niet veel gebruikt. Waar veel platforms punten op verliezen, is het feit dat ze (nog) niet veel gebruikt worden. Hierdoor zijn er maar weinig berichten te vinden, wat er vervolgens weer voor zorgt dat het voor nieuwe leden niet aantrekkelijk is om zich aan te melden: de kans op een match is hierdoor vrij klein. Buurten waar slechts enkele bewoners een account hebben, zijn niet succesvol. Om succesvol te zijn heeft een community actieve leden nodig: hoe meer mensen de e-community gebruiken, hoe relevanter deze voor (nieuwe) leden wordt. 5. Mensen moeten de e-community wel kennen. Voordat mensen zich aan kunnen sluiten moeten zij namelijk ook nog weet hebben van het bestaan van de community. Uit een 9
6.
7.
8.
9.
10.
enquête in Lindenholt is bijvoorbeeld gebleken dat ruim 30% van de respondenten nog nooit gehoord heeft van de community Lindenholt Leeft. Dit is jammer, want de mensen die de community niet kennen zullen hier ook geen deel van uit gaan maken. Het opzetten kost tijd. Een ander belangrijke conclusie is dat e-communities tijd nodig hebben om te groeien, vooral als het gaat om een community waarbij mensen niet meer gemeen hebben dan alleen de plaats waar ze wonen. Samen moeten ze komen tot iets waardoor ze zich verbonden voelen en bereid zijn aan te sluiten bij de community. Dit is een lang proces waar heel veel tijd en energie in gaat zitten. Veel platforms zijn onoverzichtelijk: houd het basic, rustig en helder. Bij het ontwerpen van een platform voor buurtparticipatie is het belangrijk rekening te houden met de overzichtelijkheid. Je wilt dat mensen langere tijd op het platform zijn om berichten te lezen, te reageren en het liefst ook zelf berichten te plaatsen. Daarnaast is het van belang dat ze later weer terugkeren naar het platform. Helaas zijn veel van de gescoorde platforms echter onoverzichtelijk. Dit heeft met name te maken met te volle homepages, slechte filtermogelijkheden en onduidelijke links. Bij platforms als deze, waar veel informatie op te vinden is, is het erg belangrijk om te zorgen voor een basic en heldere opmaak die rustig oogt. Daarnaast is het belangrijk niet te veel op één pagina te plaatsen, en informatie of pagina’s onder te verdelen in duidelijke categorieën waar mensen zelf gemakkelijk naartoe kunnen klikken. a. Goede filtermogelijkheden zijn erg belangrijk. Bij veel platforms is het niet mogelijk om berichten te filteren, wat helaas ten koste van de overzichtelijkheid en gebruiksvriendelijkheid gaat. Dit maakt het lastig voor mensen om een bericht te vinden dat voor hen relevant is, wat ervoor kan zorgen dat ze niet reageren, weggaan van het platform en niet meer terugkeren. Het is aan te raden in ieder geval de mogelijkheid toe te voegen om te filteren op datum, en het liefst ook op locatie en categorie. b. Bij veel e-communites ontbreken de data bij de vraag- en aanbodberichten. Naast het feit dat het vaak niet mogelijk is om te filteren op data, ontbreken de van de geplaatste berichten vaak ook nog. Dit is zonde, want hierdoor is het niet duidelijk of de berichten wel actueel zijn, wat mensen ervan kan weerhouden om te reageren of om zelf iets te plaatsen. Door data toe te voegen wordt het platform gebruiksvriendelijker en overzichtelijker. Goede content is belangrijk. Veel platforms scoren niet hoog op content. Dit heeft vaak te maken met het feit dat er alleen vraag- en aanbodberichten op de pagina staan. Goede content is echter erg belangrijk om leden aan je platform te binden en te zorgen dat ze terugkeren naar het platform. Om te zorgen voor verbondenheid en betrokkenheid moet de content voor zoveel mogelijk mensen relevant zijn, niet alleen voor mensen die hulp of zorg nodig hebben. a. Bij sommige e-communities zijn aanbodberichten niet zichtbaar. Doordat het aanbod niet zichtbaar is, lopen platforms veel matches mis. Uit gesprekken met bewoners is al gebleken dat het lastig is om je hulpvraag te stellen: als voor mensen duidelijk is welk aanbod er al is, is het een stuk laagdrempeliger om hier op te reageren. Niet alle platforms zijn goed vindbaar op Google. Dit is erg zonde want Google blijft toch een belangrijk medium om via gevonden te worden. Een betere vindbaarheid op Google kan zorgen voor meer leden. Online / offline integratie is erg belangrijk, maar valt vaak nog te verbeteren. Voor het ‘groepsgevoel’ is het belangrijk dat mensen elkaar ook offline ontmoeten, en dat de online 10
community offline ontmoetingen ondersteunt. Bij veel van de gescoorde platforms is dit echter nog niet zo. Een platform dat dit wel erg goed doet, is Buuv: zij maken in Haarlem gebruik van een echte prikborden in de stad waar de ‘online’ geplaatste berichten ook ‘offline’ te zien zijn.
4.1 Voorbeelden Voor het creëren van de ‘ideale e-community’ die buurtparticipatie moet vergroten, zouden onderstaande platforms voor verschillende aspecten als voorbeeld kunnen dienen:
Mogelijkheden: mijnbuurtje.nl is het enige succesvolle platform dat alle vier relevante mogelijkheden bevat, wat erg belangrijk is als het doel van de e-community het vergroten van buurtparticipatie is. Aanmeldprocedure: als het doel van de e-community het vergroten van buurtparticipatie is, kan er een voorbeeld genomen worden aan de aanmeldprocedure van Buuv en Croqqer. Vraag- en aanbodberichten: Buuv scoort erg goed op de vraag- en aanbod berichten. Nieuwsberichten: Alleen Mijnbuurtje scoort goed op de nieuwsberichten. Filtermogelijkheden: Hoewel Croqqer over het algemeen niet erg hoog scoort, is het wel het platform met de beste filtermogelijkheden. Content: mijnbuurtje.nl scoort erg goed op dit punt, met name dankzij de aanwezigheid van alle vier de relevante mogelijkheden. Overzichtelijkheid en gebruiksvriendelijkheid: Buuv is een goed voorbeeld van een overzichtelijk en gebruiksvriendelijk platform. Het platform is niet te vol, het is erg duidelijk en makkelijk in gebruik. Ook Hulp in je Buurt scoort hier goed. Aantrekkelijke opmaak: Ook voor een aantrekkelijke opmaak is Buuv een goed voorbeeld. De opmaak is helder, professioneel en consistent. De manier waarop vraag en aanbod worden afgebeeld doet denken aan de briefjes in de supermarkt, wat het toegankelijk en herkenbaar maakt. Vindbaarheid op Google: mijnbuurtje.nl is erg goed vindbaar op Google wanneer er gezocht wordt op een combinatie van [buurt] (in dit geval (Nijmegen Oost) en [online helpen] of [buurtwebsite]. Integratie online / offline: Voor goede online / offline integratie zijn zowel Buuv als Mijnbuurtje goede voorbeelden. Erg sterk aan Buuv is het ‘offline prikbord’ en bij Mijnbuurtje is de online/offline integratie erg goed doordat op de agenda veel ‘offline’ evenementen staan en er ook veel echte verhalen / gebeurtenissen online gedeeld worden.
11
Bijlage 1: Scorecards Versie 1 Indicator Aantal berichten afgelopen week
Gemiddeld aantal reacties op berichten afgelopen week
Snelheid van reacties op berichten
Actualiteit van berichten
Relevantie van berichten
Score 1: meer dan 20 berichten, 2: 10 – 20 berichten, 3: 5-10 berichten, 4: 1 – 5 berichten, 5: minder dan 1 bericht 1: gemiddeld meer dan 5 reacties per bericht, 2: gemiddeld 4 / 5 reacties per bericht, 3: gemiddeld 2 / 3 reacties per bericht, 4: gemiddeld 1 reactie per bericht, 5: geen reacties op berichten 1: binnen 1-4 uur, 2: binnen een dag, 3: binnen 1 – 3 dagen, 4: binnen een week, 5: later dan een week 1: erg actueel, 2: actueel, 3: matig actueel, 4: niet actueel, 5: totaal niet actueel 1: erg relevant, 2: relevant, 3: matig relevant, 4: niet relevant, 5: totaal niet relevant
Aantal deelnemers Goede content
Overzichtelijkheid en gebruiksvriendelijkheid
Aantrekkelijke opmaak
Vindbaarheid op Google*
Integratie online offline
1: Zeer goede content, 2: goede content, 3: matige content, 4: slechte content, 5: zeer slechte content 1: zeer overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 2: overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 3: matig overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 4: niet overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 5: totaal niet overzichtelijk en gebruiksvriendelijk 1: zeer aantrekkelijke opmaak, 2: aantrekkelijke opmaak, 3: matig aantrekkelijke opmaak, 4: geen aantrekkelijke opmaak, 5: totaal geen aantrekkelijke opmaak 1: in de eerste 5 zoekresultaten, 2: in de eerste 5 – 10 zoekresultaten, 3: in de eerste 10 – 20 zoekresultaten, 4: later dan de eerste 20 zoekresultaten, 5: niet vindbaar 1: zeer goede, 2: goed, 3: matig, 4: slecht, 5: zeer slecht
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
Totaal score *Gebruikte keywords
12
Versie 2 Naam community: Web adres:
Onderdeel van:
Aanmelden Indicator Moet er ingeschreven / aangemeld worden?
Score
Aantal gegevens bij inschrijven/aanmelden
1: NAW gegevens, hobby’s en persoonlijke gegevens 3: NAW gegevens en hobby’s 5: Alleen NAW gegevens
Linken met social media mogelijk? Zijn push berichten mogelijk? Kan iedereen zich aanmelden?
1: Ja 5: Nee
1
2
3
4
5
1: Ja, om content te kunnen plaatsen 3: Ja, om content te kunnen zien en plaatsen 5: Nee, inloggen is niet nodig
1: Ja 5: Nee 1: Ja 5: Nee
N
V
A
P
Wat kan er allemaal?
Vraag en aanbod berichten Indicator Aantal vraag berichten per week
Aantal aanbod berichten per week
Aantal matches per week
Actualiteit van de vraag en aanbod berichten
Relevantie van de vraag en aanbod berichten
Mogelijkheid tot filteren
Mogelijkheid tot een waardeoordeel
Score
1
2
3
4
5
1: meer dan 20 berichten, 2: 10 - 20 berichten, 3: 5 - 10 berichten, 4: 1 - 5 berichten, 5: minder dan 1 bericht 1: meer dan 20 berichten, 2: 10 - 20 berichten, 3: 5 - 10 berichten, 4: 1 - 5 berichten, 5: minder dan 1 bericht 1: meer dan 20 matches, 2: 10 - 20 matches, 3: 5 – 10 matches, 4: 1 - 5 matches, 5: minder dan 1 match 1: erg actueel, 2: actueel, 3: matig actueel, 4: niet actueel, 5: totaal niet actueel 1: erg relevant, 2: relevant, 3: matig relevant, 4: niet relevant, 5: totaal niet relevant 1: Na interesse en locatie 2: Na interesse 3: Na locatie 4: Niet mogelijk 1: Ja 5: Nee
13
Nieuwsberichten Indicator Aantal nieuwsberichten afgelopen week
Actualiteit van de nieuwsberichten
Relevantie van de nieuwsberichten
Mogelijkheid tot reageren Mogelijkheid tot filteren
Mogelijkheid tot een waardeoordeel
Score
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1: Meer dan 10 berichten, 2: 6 - 9 berichten, 3: 3 - 6 berichten, 4: 1 - 3 berichten, 5: Minder dan 1 bericht 1: erg actueel, 2: actueel, 3: matig actueel, 4: niet actueel, 5: totaal niet actueel 1: erg relevant, 2: relevant, 3: matig relevant, 4: niet relevant, 5: totaal niet relevant 1: ja 2: nee 1: Na interesse en locatie 2: Na interesse 3: Na locatie 4: Niet mogelijk 1: Ja 5: Nee
Community algemeen Indicator
Score
Goede content
1: Zeer goede content, 2: goede content, 3: matige content, 4: slechte content, 5: zeer slechte content 1: zeer overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 2: overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 3: matig overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 4: niet overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 5: totaal niet overzichtelijk en gebruiksvriendelijk 1: zeer aantrekkelijke opmaak, 2: aantrekkelijke opmaak, 3: matig aantrekkelijke opmaak, 4: geen aantrekkelijke opmaak, 5: totaal geen aantrekkelijke opmaak 1: in de eerste 5 zoekresultaten, 2: in de eerste 5 – 10 zoekresultaten, 3: in de eerste 10 – 20 zoekresultaten, 4: later dan de eerste 20 zoekresultaten, 5: niet vindbaar 1: zeer goede, 2: goed, 3: matig, 4: slecht, 5: zeer slecht
Overzichtelijkheid en gebruiksvriendelijkheid
Aantrekkelijke opmaak
Vindbaarheid op Google*
Integratie online offline
Aantal deelnemers * Gebruikte keywords
14
Versie 3 Naam community: Web adres:
Onderdeel van:
Mogelijkheden
N
V
A
P
1
2
3
4
Rapportcijfer
Wat kan er allemaal?
Hoeveel opties zijn er?
1: 4 opties 2: 3 opties
3: 2 opties 4: 1 optie
Aanmelden
1
Moet er ingeschreven / aangemeld worden?
1: Ja, om content te kunnen plaatsen 3: Ja, om content te kunnen zien en plaatsen 5: Nee, inloggen is niet nodig
Indicator Aantal gegevens bij inschrijven/aanmelden (NAW, interesses, persoonlijke info, profielfoto) Linken met social media mogelijk? Zijn push berichten mogelijk? Kan iedereen zich aanmelden?
Score
2
3
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1: Alle 4 2: NAW gegevens + 2 andere 3: NAW gegevens + 1 andere 4: Alleen NAW gegevens 1: Ja 5: Nee 1: Ja 5: Nee 1: Nee 5: Ja Gemiddelde totaal score
Nieuwsberichten Indicator Aantal nieuwsberichten afgelopen week
Actualiteit van de nieuwsberichten
Relevantie van de nieuwsberichten
Mogelijkheid tot reageren Mogelijkheid tot filteren
Mogelijkheid tot een waardeoordeel
Score 1: Meer dan 10 berichten, 2: 6 - 9 berichten, 3: 3 - 6 berichten, 4: 1 - 3 berichten, 5: Minder dan 1 bericht 1: erg actueel, 2: actueel, 3: matig actueel, 4: niet actueel, 5: totaal niet actueel 1: erg relevant, 2: relevant, 3: matig relevant, 4: niet relevant, 5: totaal niet relevant 1: ja 2: nee 1: Op categorie en locatie/datum 2: Op categorie 3: Op datum 4: Op locatie 5: Niet mogelijk 1: Ja 5: Nee Gemiddelde Totaal score
15
Vraag en aanbod berichten Indicator Aantal vraag berichten per week
Aantal aanbod berichten per week
Actualiteit van de vraag en aanbod berichten
Relevantie van de vraag en aanbod berichten
Mogelijkheid tot filteren
Mogelijkheid tot een waardeoordeel
Score 1: meer dan 20 berichten, 2: 10 - 20 berichten, 3: 5 - 10 berichten, 4: 1 - 5 berichten, 5: minder dan 1 bericht 1: meer dan 20 berichten, 2: 10 - 20 berichten, 3: 5 - 10 berichten, 4: 1 - 5 berichten, 5: minder dan 1 bericht 1: erg actueel, 2: actueel, 3: matig actueel, 4: niet actueel, 5: totaal niet actueel 1: erg relevant, 2: relevant, 3: matig relevant, 4: niet relevant, 5: totaal niet relevant 1: Op categorie en locatie/datum 2: Op categorie 3: Op datum 4: Op locatie 5: Niet mogelijk 1: Ja 5: Nee
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
Gemiddelde Totaal score
Community algemeen Indicator
Score
Goede content
1: Zeer goede content, 2: goede content, 3: matige content, 4: slechte content, 5: zeer slechte content 1: zeer overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 2: overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 3: matig overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 4: niet overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 5: totaal niet overzichtelijk en gebruiksvriendelijk 1: zeer aantrekkelijke opmaak, 2: aantrekkelijke opmaak, 3: matig aantrekkelijke opmaak, 4: geen aantrekkelijke opmaak, 5: totaal geen aantrekkelijke opmaak 1: in de eerste 5 zoekresultaten, 2: in de eerste 5 – 10 zoekresultaten, 3: in de eerste 10 – 20 zoekresultaten, 4: later dan de eerste 20 zoekresultaten, 5: niet vindbaar 1: zeer goede, 2: goed, 3: matig, 4: slecht, 5: zeer slecht Totaal score gemiddeld
Overzichtelijkheid en gebruiksvriendelijkheid
Aantrekkelijke opmaak
Vindbaarheid op Google*
Integratie online offline
16
Bijlage 2: uitleg scorecard Er wordt gebruikt gemaakt van ja of nee vragen en een 5-puntsschaal, waarbij 1 de hoogste en 5 de laagste score is. Bij iedere indicator staat precies aangegeven waar ieder cijfer voor staat. Hoe lager de score van een buurtwebsite, hoe beter. Mogelijkheden 1. Wat kan er allemaal: welke opties biedt de e-community haar leden. Blijft dit beperkt tot het vragen en aanbieden van hulp of wordt er ook (plaatselijk) nieuws geplaatst, is er een agenda met activiteiten aanwezig en is er de mogelijkheid om eigen verhalen en advertenties te plaatsten? N: nieuws, V: vraag en aanbod, A: agenda, P: Prikbord 2. Hoeveel opties zijn er: Hoeveel van eerder genoemde mogelijkheden heeft de buurtwebsite. Hoe meer functies een buurtwebsite heeft, hoe hoger het doel is. Websites met minder functies krijgen dan ook een hogere score. 1: 4 opties, 2: 3 opties, 3: 2 opties, 4: 1 optie Aanmelden 1. Moet er ingeschreven/aangemeld worden: Moet je je aanmelden voordat je content kan zien of kan plaatsen? Op vele site is het een vereiste om een eigen profiel aan te maken. Deze aanmeld procedure geeft een indicatie van het doel van de website. Willen ze dat mensen elkaar helpen of willen ze dat mensen zich betrokken gaan voelen? 1: ja, om content te kunnen plaatsen, 2: ja, om content te kunnen zien en plaatsen 3: nee, inloggen is niet nodig 2. Aantal gegevens bij inschrijven/aanmelden: Als er op een site inschreven of aangemeld moet worden, hoeveel en welke gegeven moeten er dan achter gelaten worden? Uit het aantal gegeven dat achter gelaten moet worden kan afgeleid worden wat het doel is van een website. Als er veel gegevens achter gelaten moeten worden, wil de website een hoge betrokkenheid genereren. Hoef je alleen de NAW gegevens achter te laten, dan is betrokkenheid geen doel. Is er ook de mogelijkheid om hobby’s en misschien zelfs wel persoonlijke gegevens (gezinssamenstelling, burgerlijke staat, kinderen, enz.) achter te laten, dan is het aannemelijk dat het doel van de website meer nijgt naar het creëren van onderlinge betrokkenheid. 1: alle 4, 2: NAW gegevens + 2 andere, 3: NAW gegevens + 1 andere, 4: Alleen NAW gegevens 3. Linken met social media mogelijk: Is het mogelijk om het profiel van de e-community te linken aan één of meerdere social media websites zoals Facebook, Twitter of LinkedIn? 1: ja, 2: nee 4. Zijn er push berichten mogelijk: Geeft de e-community de mogelijkheid tot het sturen van push berichten als er bijvoorbeeld voor jouw interessante content geplaatst wordt? Deze berichten kunnen zorgen voor het blijven terugkeren van community leden. 1: ja, 2: nee 5. Kan iedereen zich aanmelden: Kan iedereen uit heel Nederland zich aanmelden bij een plaatselijke e-community? Of kunnen alleen mensen uit deze plaats zich aanmelden? 1: nee, 2: ja
Nieuwsberichten 1. Aantal nieuwsberichten per week: belangrijk is het aantal nieuwsberichten dat per week geplaatst wordt op de community door zowel ‘gewone community leden’, als door de community manager. Wordt er per week maar één bericht geplaatst, zal de community niet 17
2.
3.
4.
5.
6.
goed lopen. Hierbij wordt er alleen gekeken naar berichten waarin mensen hulp aanbieden. Dit aantal zal gemeten worden over de week voorafgaand aan de meting (maandag t/m zondag). 1: meer dan 10 berichten per week, 2: 6 - 9 berichten per week, 3: 3 - 6 berichten per week, 4: 1 - 3 berichten per week, 5: minder dan 1 bericht per week Actualiteit van de nieuwsberichten: hoe actueel zijn deze berichten? Is het laatste bericht meer dan een maand geleden gepost, dan is het voor (nieuwe) community leden niet aantrekkelijk of nuttig om de community te bezoeken, laat staan zelf berichten te plaatsen. 1: erg actueel, 2: actueel, 3: matig actueel, 4: niet actueel, 5: totaal niet actueel Relevantie van de vraag en aanbod berichten: zijn de berichten relevant voor de community leden? Zijn de vraag / aanbod berichten haalbaar en realistisch? Wordt er ingegaan op actualiteiten die op dat moment spelen? 1: erg relevant, 2: relevant, 3: matig relevant, 4: niet relevant, 5: totaal niet relevant Mogelijkheid tot reageren: hebben community leden de mogelijkheid om te reageren op nieuwsberichten of worden nieuwsberichten alleen maar gezonden. Als er de mogelijkheid is om te reageren, dan is er ook kans op mooie discussies die te veel inzichten kunnen leiden. 1: ja, 2: nee Mogelijkheid tot filteren: Is er een mogelijkheid om berichten te filteren op interesses of (op landelijke sites) op locatie? Als mensen specifiek kunnen zoeken naar dat waar zij interesse in hebben of de plaatst waar ze wonen, dan zullen ze eerder geneigd zijn om help te bieden en terug te keren naar de e-community. 1: op categorie en locatie/datum, 2: op categorie, 3: op datum, 4: op locatie, 5: niet mogelijk Mogelijkheid tot een waardeoordeel: Is het mogelijk om een vraag en aanbod een waardeoordeel te geven als dit bericht jou aanspreekt? Het geven van een waardeoordeel laat community leden zien welke berichten in de smaak vallen en welke niet. Bij een waardeoordeel moet er gedacht worden aan iets als een like op Facebook of een retweet op Twitter. 1: ja, 2: nee
Vraag en aanbod berichten 1. Aantal vraag berichten per week: belangrijk is het aantal vraag berichten dat per week geplaatst wordt op de community door zowel ‘gewone community leden’, als door de community manager. Wordt er per week maar één bericht geplaatst, zal de community niet goed lopen. Hierbij wordt er alleen gekeken naar berichten waarin mensen vragen om hulp. Dit aantal zal gemeten worden over de week voorafgaand aan de meting (maandag t/m zondag). 1: meer dan 20 berichten per week, 2: 10 - 20 berichten per week, 3: 5-10 berichten per week, 4: 1 - 5 berichten per week, 5: minder dan 1 bericht per week 2. Aantal aanbod berichten per week: ook belangrijk is het aantal aanbod berichten dat per week geplaatst wordt op de community door zowel ‘gewone community leden’, als door de community manager. Wordt er per week maar één bericht geplaatst, zal de community niet goed lopen. Hierbij wordt er alleen gekeken naar berichten waarin mensen hulp aanbieden. Dit aantal zal gemeten worden over de week voorafgaand aan de meting (maandag t/m zondag). 1: meer dan 20 berichten per week, 2: 10 - 20 berichten per week, 3: 5 - 10 berichten per week, 4: 1 - 5 berichten per week, 5: minder dan 1 bericht per week 3. Actualiteit van de vraag en aanbod berichten: hoe actueel zijn deze berichten? Is het laatste bericht meer dan een maand geleden gepost, dan is het voor (nieuwe) community leden niet aantrekkelijk of nuttig om de community te bezoeken, laat staan zelf berichten te plaatsen. 1: erg actueel, 2: actueel, 3: matig actueel, 4: niet actueel, 5: totaal niet actueel
18
4. Relevantie van de vraag en aanbod berichten: zijn de berichten relevant voor de community leden? Zijn de vraag / aanbod berichten haalbaar en realistisch? Wordt er ingegaan op actualiteiten die op dat moment spelen? 1: erg relevant, 2: relevant, 3: matig relevant, 4: niet relevant, 5: totaal niet relevant 5. Mogelijkheid tot filteren: Is er een mogelijkheid om berichten te filteren op interesses of (op landelijke sites) op locatie? Als mensen specifiek kunnen zoeken naar dat waar zij interesse in hebben of de plaatst waar ze wonen, dan zullen ze eerder geneigd zijn om help te bieden en terug te keren naar de e-community. 1: Op categorie en locatie/datum, 2: op categorie, 3: op datum, 4: op locatie, 5: niet mogelijk 6. Mogelijkheid tot een waardeoordeel: Is het mogelijk om een vraag en aanbod een waardeoordeel te geven als dit bericht jou aanspreekt? Het geven van een waardeoordeel laat community leden zien welke berichten in de smaak vallen en welke niet. Bij een waardeoordeel moet er gedacht worden aan iets als een like op Facebook of een retweet op Twitter. 1: ja, 2: nee Community algemeen 1. Goede content: door goede en interessante content blijven leden terugkomen naar de community. Is de inhoud leuk en waardevol voor de bezoekers? 1: Zeer goede content, 2: goede content, 3: matige content, 4: slechte content, 5: zeer slechte content 2. Overzichtelijkheid en gebruiksvriendelijkheid: ook een belangrijk punt is de overzichtelijkheid van de online community. Is alles makkelijk te vinden? Is het duidelijk wat waarbij hoort en is de navigatie duidelijk en gemakkelijk? 1: zeer overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 2: overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 3: matig overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 4: niet overzichtelijk en gebruiksvriendelijk, 5: totaal niet overzichtelijk en gebruiksvriendelijk 3. Aantrekkelijke opmaak: naast overzichtelijkheid, is het ook belangrijk dat de online community er aantrekkelijk uitziet. Door een aantrekkelijke opmaak, komen mensen graag op de website. Zo melden nieuwe leden zich gemakkelijker aan en komen bestaande leden vaker terug. Wordt er gebruik gemaakt van kleur, en is dit kleurgebruik consistent? Worden er mooie afbeeldingen gebruikt? Is het lettertype consistent? 1: zeer aantrekkelijke opmaak, 2: aantrekkelijke opmaak, 3: matig aantrekkelijke opmaak, 4: geen aantrekkelijke opmaak, 5: totaal geen aantrekkelijke opmaak 4. Vindbaarheid op Google: de website kan wel mooi zijn en goede content hebben, het is ook belangrijk dat hij vindbaar is voor (nieuwe) leden. Als inwoners van bijvoorbeeld Haarlem wat voor hun buurtbewoners willen doen en via internet willen kijken wat er mogelijk is, moeten ze wel bij de e-community uitkomen die hierover gaat (als die er is). Om dit te testen wordt er gezocht op de keywords: [woonplaats / buurt / wijk] in combinatie met: (buren) helpen, buurtwebsite, wijkwebsite, online helpen, (online) samen doen, participatie en / of buurtparticipatie. De gebruikte keywords dienen te worden ingevoerd in de scorecard. 1: in de eerste 5 zoekresultaten, 2: in de eerste 5 - 10 zoekresultaten, 3: in de eerste 10 - 20 zoekresultaten, 4: later dan de eerste 20 zoekresultaten, 5: niet vindbaar 5. Integratie online / offline: voor het ‘groepsgevoel’ is he belangrijk dat mensen elkaar ook offline ontmoeten. Ondersteunt deze online community de offline ontmoetingen? 1: zeer goede online / offline integratie, 2: goede online / offline integratie, 3: matige online / offline integratie, 4: slechte online / offline integratie, 5: zeer slechte online / offline integratie. 19
Bijlage 3: vier-stappenplan Succesvol een e-community opzetten in 4 stappen (Frankwatching, 2008) Stap 1: In aanloop naar een community Wat moet je doen voordat je start met het opzetten van een community.
Doel en doelgroep Net als ongeveer ieder project of verandering, begint het met het vaststellen van het doel. Direct daarna komt de doelgroep. Ook logisch, alleen zie ik vaak genoeg bij de organisaties waar ik rondloop dat het doel wel helder is, maar dat bedenken voor wie het bedoeld is, veel vager blijft. ‘Iedereen die geïnteresseerd is’, zou kunnen, maar vaak betekent dat veel rumoer en veel leden aan het begin en daarna een stille dood.
Gericht en klein beginnen, heeft een grotere slagingskans. Als voorbeeld noem ik de inzet van Yammer binnen de grotere organisaties. Meestal wordt het enthousiast ontvangen, melden zich veel mensen aan, is er veel leven in brouwerij, maar na 2 tot 3 maanden wordt het stil. Doelgroep is hier het hele bedrijf geweest en het doel informatie uitwisselen. 2 keer hoog over. Irritatie over het delen van soort informatie; van heel inhoudelijk en werkgerelateerd tot het uitlaten van de hond loopt door elkaar. Met een kleinere groep te overzien, maar met een paar honderd man, te veel om effectief zakelijk te gebruiken.
Concept en online omgeving Daarna wordt het concept en de daarbij passende online omgeving bedacht. Daarmee bedoel ik of je gebruik maakt van een bestaand sociaal netwerk, voor specifieke community software kiest of een eigen omgeving laat maken. Alles heeft voor- en nadelen. Het ‘oefenen’ in een pilot omgeving is van harte aan te bevelen.
20
Verkeer starten en op gang krijgen Het uitnodigen van mensen om deel te nemen is de volgende actie. Neem in de uitnodiging heel expliciet de aanleiding mee. Mensen moeten begrijpen waarom en waarom zij deze uitnodiging krijgen. Doe dat dus gericht, passend bij de doelgroep. Naast 1 op 1 uitnodigen, kan je uiteraard ook campagne-achtige-acties ondernemen.
Het gaat uiteindelijk om de content die te vinden en te delen is. Waardevolle content. Krijgt de doelgroep antwoord op brandende vragen, is het leuk en vermaakt hij zich? Kan hij zijn mening of vragen kwijt over actuele zaken? Zoek het dicht bij de doelgroep, wat leeft er? Luister en anticipeer daarop. Dat kan met stellingen, vragen, grappige berichtjes. En test uit wat werkt en wat niet, trial & error. Bij de een werkt een Question & Answer, bij de andere een open dialoog en de volgende werkt het stemmen over stellingen.
Stap 2: Beginfase van de community De beginfase van de community begint met communiceren en organiseren.
Communiceren Het op te stellen communicatieplan (of in ieder geval het bewust nadenken over de communicatie) maakt gebruik van de eerste leerervaringen van aanloopfase. Communiceren betekent vaak zenden. Nadenken en adviseren over hoe je organisatie de community kan inzetten, in plaats van erover te vertellen, is minstens zo waardevol. Daarmee bedoel ik nagaan of de community in bestaande discussies een rol kan spelen. Breng in kaart wat er in de organisatie speelt aan onderwerpen die raken aan jouw thema en een verbinding leggen tussen de communitymanager en de organisatie.
Organiseren Hoe gemakkelijk en gebruikersvriendelijk een platform in jouw ogen ook is, ondersteuning van (een deel van de medewerkers) die iets moeten met de community, is een aandachtspunt. Denk aan training en het delen van gebruiksregels. Direct daarachter vandaan komt het bedenken van wie wat doet in het beheer van de community. Want vanzelf gebeurt er niks.
Stap 3: Binnen de community Als de community eenmaal staat, hoe organiseer je dan de verschillende partijen?
Interventies; koppeling aan het doel Als het allemaal een beetje loopt, is de kunst het levend houden. Daarover is al veel geschreven. In het begin van het artikel pleit ik voor het koppelen van kenmerken van een community aan het doel. Datzelfde geldt voor de interventies die je kan doen als de community eenmaal up and running is.
21
In de afbeelding hierboven staat welke interventies het meest kunnen bijdragen aan je doel. Zo is structureren van content, door bijvoorbeeld content te koppelen aan thema’s, en onderscheid te maken in wat on-topic of offtopic is, een logische keuze als je doel kennis delen of het creëren van een database is.
Stap 4: Behoud van de community Eén van de drijvende krachten achter een community zijn de ambassadeurs. Die hebben een belangrijke rol in het verbinden in en rond de community.
Het actief belonen en activeren van ambassadeurs (bv een superuser-programma opstellen) borgt continue activiteit. Als de community echt groot wordt, zijn moderators nodig. Die monitoren en evalueren op functionaliteit en inhoud en verbeteren die constant. Bron:
Frankwatching (2008). Succesvol een e-community opzetten in 4 stappen. Geraadpleegd op 25 februari 2015, van http://www.frankwatching.com/archive/2013/06/28/succesvol-een-community-opzetten-in-4-stappen-vanidee-naar-behoud/
22
Bijlage 4: Infographic
23