Besluitenlijst Commissie ABZ van 23 juni 2014

Besluitenlijst Commissie ABZ van 23 juni 2014

BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAADSCOMMISSIE ALGEMENE BESTUURLIJKE EN FINANCIELE ZAKEN d.d. 23 juni 2014 (reguliere aanvang: 20.00 uur). Een integrale geluidsopname van deze informele bijeenkomst van deze raadscommissie is te beluisteren op

www.papendrecht.nl 0.

Aanwezig: Mevrouw C.A. Verver-van Geesbergen (voorzitter). De heer A. Stremler (PAB – vanaf 20.10 uur), de heer A.M.J.M. Janssen (PAB), de heer M. van der Valk (VVD), mevrouw S.H. de Keizer (VVD), de heer E.B.A. Lichtenberg (CDA), de heer L.S. Essoussi (CDA), mevrouw T.C. van Es (D66), de heer J. van der Linden (D66), de heer A.P.J. den Dekker (ChristenUnie), mevrouw D. Yildiz-Karso (PvdA), de heer M.C. Hoogland (SGP), de heer A.J. Kosten (SGP), de heer R. Lammers (Onafhankelijk Papendrecht), mevrouw H.C.T.J. Hoekstra (Onafhankelijk Papendrecht), de heer R.V. van Engelen (GroenLinks) en mevrouw J. Vos (GroenLinks). De heer De heer De heer De heer

C.J.M. de Bruin, burgemeester J.N. Rozendaal, portefeuillehouder C. Koppenol, portefeuillehouder R.T.A. Korteland, portefeuillehouder.

De heer A.P.M.A.F. Bergmans, griffier. Afwezig: De heer C. de Ruijter (ChristenUnie) en de heer E.J. Schotting (PvdA). 01.

Opening. De voorzitter opent de vergadering en heet alle aanwezigen van harte welkom.

02.

Vaststelling van de agenda. De nagezonden en gewijzigde conceptagenda wordt aangehouden.

03.

Ter inzage gelegde stukken en mededelingen. Er zijn geen bijzonderheden en de commissie gaat akkoord met de voorgestelde wijze van afhandeling van de ingekomen stukken.

04.

Vaststelling van de besluitenlijst van de vergadering van 02 juni 2014. De voorzitter stelt voor opmerkingen naar aanleiding van het Regionaal Meerjarenprogramma onder te brengen bij agendapunt 12 van de agenda. De heer Janssen merkt naar aanleiding van pagina 6 op, dat de heer Hoogland spreekt over de carrousel Bestuur en Middelen, in plaats van de commissie Bestuur en Middelen. Er zijn verder geen opmerkingen en de besluitenlijst geldt als vastgesteld. 1


05.

Spreekrecht. Er zijn geen insprekers.

06.

Voorstel tot het vaststellen van de Programmaverantwoording 2013 en de Jaarrekening 2013. Aan de orde is het Programma Bestuur en Regio resp. de Algemene Dekkingsmiddelen, de Paragrafen, de Programmarekening en de Balans per 31 december 2013. Er wordt over diverse punten met de portefeuillehouders en tussen de leden van de commissie onderling van gedachten gewisseld c.q. worden er diverse vragen en antwoorden met elkaar uitgewisseld over zaken zoals: misbruik informatieaanvragen via de e-mail, het accountantsverslag, fraude en interne beheersing onopgemerkte kwetsbare plekken. Ook komt het begrip maatwerkgemeente aan de orde, het klantcontactcentrum, (risicoreserve) grondexploitatie, inzage in de grondexploitaties en de stand van zaken omtrent de voormalige gemeentesecretaris. Verder wordt gesproken over het renteresultaat, de omvang van het (structurele) weerstandsvermogen, over het verloop van de rentetarieven en de terugkoppeling over de gesprekken met de accountant inzake de jaarrekening, de klantenaantallen bij de sociale dienst en het advies van de BCA besproken. Wat dat laatste betreft geeft mevrouw Yildiz aan dat de BCA adviseert in te stemmen met de jaarstukken. Het college komt desgevraagd nader op schrift terug op de meer technische vragen die gesteld zijn inzake de berekening van de risicoreserves grondexploitatie en (wanneer er nieuwe ontwikkelingen zijn) de stand van zaken omtrent de voormalige gemeentesecretaris. De commissie spreekt hierop en dit punt afsluitend het advies uit dat de onderhavige stukken waar het gaat om het werkveld van de onderhavige commissie met een positief advies als bespreekpunt naar de gemeenteraad kunnen worden doorgeleid.

div. Ph

07.

Voorstel tot het vaststellen van de Eerste Concernrapportage 2014. Aan de orde is de Samenvatting Financieel Perspectief, het Programma Bestuur en Algemene Dekkingsmiddelen resp. de overige hoofdstukken. Er volgt een korte uitwisseling van gedachten over en weer c.q. worden er diverse vragen en antwoorden met elkaar uitgewisseld over zaken zoals de (sponsoring van) de schaatsbaan, het onderzoek naar verzelfstandiging van accommodaties, de redenen van de gemeente om te leasen en de tip om vervoermiddelen te bestellen via de sociale werkvoorzieningschappen (bv. Drechtwerk). Tevens wordt er gesproken over de concernrapportages en afwijkingen in het beleid/de begroting, inzet van ambtenaren bij het windmolenpark Alblasserdam en nieuw geld voor de parkeerregulering en alternatieve tarifering. De commissie spreekt hierop en dit punt afsluitend het advies uit dat de onderhavige stukken waar het gaat om het werkveld van de onderhavige commissie met een positief advies als bespreekpunt naar de gemeenteraad kunnen worden doorgeleid.

div. Ph

08.

Voorstel tot het vaststellen van de Perspectiefnota 2015 – 2019. Aan de orde zijn de onderdelen Bestuurlijk Perspectief, Financiële Samenvatting, Specificatie Programma Bestuur resp.

div. Ph

2


Algemene Dekkingsmiddelen en de overige onderdelen op het vakgebied van de commissie. Er volgt een korte uitwisseling van gedachten over en weer c.q. worden er diverse (technische) vragen en antwoorden met elkaar uitgewisseld over zaken zoals de reikwijdte van het financieel perspectief (zijn de september- en meicirculaire hierin opgenomen?). De heer Korteland geeft samenvattend aan dat de stukken van vanavond alle circulaires bevatten, behalve de meicirculaire van 2014. Ook wordt er gesproken over het gevraagde budget voor een onderzoek naar verzelfstandiging van accommodaties en voorzieningen, over de inzet van de Boa medewerkers in Sliedrecht, Alblasserdam en Molenwaard, het budget voor de Dierennoodopvang, de uitbreiding van de griffie, de maatschappelijke stage, de bestemmingsreserves van het sportcentrum, de conferenties voor raad en college en de bestuurlijke strafbeschikkingen. De commissie spreekt hierop en dit punt afsluitend het advies uit dat de onderhavige stukken waar het gaat om het werkveld van de onderhavige commissie met een positief advies als bespreekpunt naar de gemeenteraad kunnen worden doorgeleid. 09.

Voorstel tot het instemmen met de Ontwerp Concernbegroting Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid 2015, onder voorwaarde van opnemen nieuwe taakstelling.

Ph CJMdB

Er wordt door de heer Van der Valk kort van gedachten gewisseld met de portefeuillehouder aangaande het weerstandsvermogen en de effecten hiervan op lange termijn. De beraadslagingen zijn verder kort en de commissie spreekt hierop en dit punt afsluitend het advies uit dat onderhavige stukken met een positief advies als hamerstuk naar de gemeenteraad kunnen worden doorgeleid. 10.

Voorstel tot het kennisnemen van het Burgerjaarverslag 2013 en het Jeugdjaarverslag 2013. Na een korte opmerking van de heer Van der Valk aangaande het jaartal op de aanbiedingsbrief en een korte toelichting van de portefeuillehouder, spreekt de commissie hierop en dit punt afsluitend het advies uit, dat onderhavige stukken met een positief advies als hamerstuk naar de gemeenteraad kunnen worden doorgeleid.

Ph CJMdB

11.

Voorstel tot het kennisnemen van het normenkader rechtmatigheid 2013-2014. Er wordt kort van gedachten gewisseld aangaande onder andere de reserves in het normenkader, de controle op de financiële rechtmatigheid en SISA, de bepaling risicokwalificatie en de begrotingsrechtmatigheid binnen de grondexploitaties. De commissie spreekt hierop en dit punt afsluitend het advies uit dat onderhavige stukken met een positief advies als hamerstuk naar de gemeenteraad kunnen worden doorgeleid.

Ph RK

12.

Initiatiefvoorstel tot afronding in Papendrecht van de Programmeringdiscussie binnen de Drechtsteden. (N.B.: dit agendapunt is uitgebreider weergegeven in lijn met eerdere uitgebreidere weergaves op dit punt) De heer Lichtenberg geeft, namens het CDA, PAB en SGP, een 3


toelichting op het initiatiefvoorstel. Hij meent te mogen constateren dat er vanuit de commissie brede steun lijkt te zijn voor de eindconclusie van de oplegnotitie, waarin het behoud van eigen verantwoordelijkheid, geen verdere delegatie van bevoegdheden en stevige samenwerking op de inhoud en stevige uitvoeringsmandaten waar nodig, kan worden uitgesproken. In de oplegnotitie is men ingegaan op de definitiekwesties, heeft men hier specifiek naar gekeken en heeft men gekozen bewust aan te sluiten bij de procesnotitie van 29 november 2013 en de definities die vanuit het regioperspectief over de 4 ringen zijn meegegeven. Aansluitend heeft men geconcludeerd dat er over de definities van de ringen 1, 2 en 4 geen verschil van inzicht bestaat. Hierbij moet worden opgemerkt dat in ring 4 van de regionale procesnotitie uitsluitend wordt gesproken over delegatie en niet van mandatering. De onduidelijkheid wordt voortdurend opgeroepen door de definitie van ring 3, waarin gesproken wordt over de term coördinatie. Deze term suggereert dat het wellicht lijkt te gaan over iets waar de gemeente over gaat (waarbij op regioniveau coördinatie plaats kan vinden) en lijkt de term coördinatie teveel op de term afstemming. Hierdoor wordt een onterecht beeld opgeroepen, dat het om ring 2 gaat. Samenvattend en de notitie goed lezend, gaat het in ring 3 wel degelijk om regionale ambities en taken, maar in vergelijking met de ringen 4 en 2, gaat het in ring 3 om mandatering. Deze mandatering kan stevig zijn, zowel in besluitvormende als uitvoerende zin. Aangaande punt C, heeft men er bewust voor gekozen niet te reageren op wat er in de regionale procesnotitie staat, omdat het college al had geconstateerd dat deze niet helemaal overeenkomt met de feiten. (Bij het onderwerp bedrijfsvoering en ICT staat in de regionale procesnotitie dat het een gedelegeerde bevoegdheid zou zijn, terwijl dit een gemandateerde bevoegdheid is.) Tevens heeft men er bewust voor gekozen in de oplegnotitie uit te gaan van de huidige situatie en richtinggevende opmerkingen bij de verschillende onderwerpen te maken. Men begrijpt dat dit in de praktijk in de uitwerking nader ingekleurd/verfijnd gaat worden en heeft er daarom bewust voor gekozen, om in de besluitvormende zin van het initiatiefvoorstel neer te zetten dit als richtinggevend mee te willen geven. Hierbij veronderstelt men hier met andere gemeenten nader over te zullen spreken, hoe dit op onderdelen zal worden ingevuld. De heer Hoogland merkt op dat er in de commissievergadering van 2 juni enige verwarring is ontstaan, omdat er ook een zogenaamde echte ringennotitie beschikbaar was. De getoonde ringen zijn een bijlage bij een document vanuit Papendrecht, dat is opgesteld door het ambtelijk apparaat. Als men deze ringen vergelijkt met de ringennotitie van 29 november 2013, komt men tot de conclusie dat de bijlage bij de Papendrechtse toelichting op de ringennotitie onjuist is. De commissie in eerste termijn: De heer Van Engelen kan zich geheel vinden in het voorliggende besluit en spreekt een positief advies uit. Mevrouw Van Es vindt dat de discussie niet moet gaan om de ringen, maar om de ambities die men voor Papendrecht heeft, hoe men deze waar kan maken en hoe deze belegd dienen te worden. Zij stelt voor de aanpassing van de ringen zo simpel mogelijk te houden, door te verzoeken of men wil aangeven dat 4


ring 4 delegeren/mandateren inhoudt. Het vergaand samenwerken en voornamelijk in regio behandelen bestaat al voor ICT. Doordat er verwarring bestaat wordt dit echter ervaren als ring 4. Dit voorstel gaat daar volgens haar tegenin. Wat men wil bereiken, is dat meerdere gemeenten/regiofracties meegaan met mandateren in plaats van delegeren. Zij pleit er voor op te passen met het voorstel, omdat men de stem die men de laatste keer heeft laten horen, door een apart voorstel aan te nemen dat niet over de inhoud gaat maar over de ringen, wellicht ondermijnt. Ook de heer Van Der Valk verwacht hierdoor een bepaalde problematiek neer te leggen die op lange termijn niet goed uit gaat komen. Papendrecht wil als zelfstandige gemeente doorgaan, maar kan niet alles alleen realiseren. Men zal in Drechtstedelijk verband dingen samen moeten doen. Hiervoor moeten heel duidelijke (financiële) afspraken gemaakt worden. Hij verwacht dat Papendrecht zichzelf, door dit te gaan doen, in een bijzondere positie plaatst ten opzichte van de andere gemeenten en in Drechtstedelijk verband. Dit zal de samenwerking niet verstevigen. Papendrecht moet duidelijk aangegeven wat men wil en hoe men dat neer gaat zetten. Hij is van mening dat Papendrecht zich met dit initiatiefvoorstel vastlegt en ook op regionaal verband niet bewust meer kan insturen. De heer Lammers spreekt zijn waardering voor het initiatiefvoorstel uit. Hij vindt samenwerking een goede zaak en is van mening dat de gemeenteraad niet voor niets gekozen wordt. Dit betekent in feite dat alle bevoegdheden die worden overgedragen aan gemeenschappelijke regelingen, door de gemeenteraad moeten worden bekeken/beoordeeld op de vraag of de autonomie van de gemeenten wordt aangetast en of dit wenselijk is. Deze toets dient men per beleidsonderwerp te verrichten. Afsluitend merkt hij op dat de onafhankelijkheid van de gemeente een groot goed is, waarvan de discussie van de ringen deel uitmaakt. De heer Den Dekker en mevrouw Yildiz steunen het voorstel. De commissie in tweede termijn: Naar aanleiding van de opmerkingen van mevrouw Van Es aangaande de aandacht voor de inhoud en het belang van draagvlak in de regio, merkt de heer Janssen op dat het niet alleen gaat om de inhoud, maar ook om de wijze waarop. Hij is van mening dat de inzet van Papendrecht niet meer dan mandateren moet zijn. Mevrouw Van Es merkt per interruptie op dat de inhoud regionaal wel wordt besproken en als voldoende wordt ervaren. Juist op het punt waar men al inbreng heeft gehad in de regio, gaat men daar nu overheen met een ander voorstel in een eigen raadsvoorstel. Zij vraagt zich af wat de bedoeling is dat er met het initiatiefvoorstel gaat gebeuren. De heer Janssen zegt dat de bedoeling is om duidelijkheid te krijgen, die aanhaakt bij de procesnotitie. De onduidelijkheid is ontstaan toen er is gevraagd om ambtelijke ondersteuning en de tekening van de ringen hierbij. Men ziet de oplossing hiervan in 5


een heldere definitie van lokaal, lokaal/gezamenlijk, mandaat en delegatie. Hij geeft aan dat het draagvlak voor het voorstel in de regio aanwezig is. Mevrouw Van Es vraagt per interruptie in hoeverre de nieuwe indeling van de ringen bekend is bij de andere fracties. De heer Hoogland zegt dat er geen sprake is van een nieuwe definiëring. Men houdt vast aan de procesnotitie van 29 november 2013. Hierbij wordt een lezing gegeven ten aanzien van ring 3. Mevrouw Van Es zegt per interruptie dat er door deze andere lezing niets meer over is van de ringenindeling. Alles wat als voorstel in ring 4 zou komen, verschuift naar ring 3. De heer Lichtenberg verwijst naar de discussie die men heeft gevoerd over de toekomst van de regionale samenwerking, waarin uiteindelijk in september 2013 op regionaal niveau is besloten over een aantal documenten, dat nu deel uitmaakt van het overdrachtsdossier. Dit had te maken met regiobestuur en de vormgeving van de carrousels en de Drechtraad. Destijds heeft men gezamenlijk geconcludeerd dat een nadere discussie over de programmatische afstemming zou plaatsvinden. Er is toen vanuit de regio een eerste schets gepresenteerd van de 4 ringen. Hij heeft toen gepleit voor een simpelere indeling in 3 ringen: lokaal, regionaal en lokaal met afstemming. Desondanks heeft de regionale portefeuillehouder vastgehouden aan 4 ringen. Ook is in september in de carrousels aan de orde geweest, dat deze discussie niet alleen op regio niveau, maar door alle 6 lokale raden gevoerd zou moeten worden, omdat er uiteindelijk vanuit de lokale raden wordt bepaald wat en hoe de samenwerking in de Drechtsteden zal zijn. Regionaal portefeuillehouder Blase is vervolgens vanuit de regio met een voorzet voor deze discussie gekomen. Dit heeft hij gedaan met de procesnotitie van 29 november 2013. Deze procesnotitie is nadrukkelijk in de carrousel, bij de vaststelling van het overdrachtsdossier naar de Drechtraad, aan de orde geweest. Hier zijn inhoudelijk geen conclusies uit getrokken, met name omdat het geen voorstel was maar een procesnotie. Als initiatiefnemers heeft men dit ook niet als voorstel willen beschouwen waarop gereageerd zou moeten worden. Waar het om gaat is een duidelijke definitie van de vier ringen, met name de lezing van ring 3. De stelling dat wanneer men voor regionale samenwerking kiest, men dan vooral moet kiezen voor ring 4, omdat dit slechts coördinatie zou zijn, vindt de heer Lichtenberg gevaarlijk. Delegatie versus mandaat wordt door de wetgever niet als twee uitwisselbare vormen aangegeven. Delegatie wordt door de wetgeving alleen bedoeld voor die zaken waarover feitelijk geen verantwoording aan de politiek hoeft worden afgelegd. Men heeft in de oplegnotitie nadrukkelijk geprobeerd op onderwerpen richting mee te geven. Als initiatiefnemers is er tevens bewust voor gekozen om zaken die men al heeft gedelegeerd (bijvoorbeeld Sociale Zaken en maatwerkvoorzieningen Wmo) zo te laten en niet terug te draaien naar ring 3. Mevrouw Van Es geeft per interruptie aan dat zij de inhoudelijke 6


beargumentering begrijpt. Het gaat om het bereiken van het doel van de raad. De heer Hoogland merkt per interruptie op dat men heeft gemeend richtinggevend op te nemen in het initiatiefvoorstel, zodat men binnen de regio ruimte creëert om af te wijken. Mevrouw Van Es zegt per interruptie dat de heer Hoogland helaas niet denkt in termen van beeldvorming. Vandaar haar vraag in hoeverre de regiofracties op de hoogte zijn van het voorstel inzake een herdefiniëring van ring 3 en niets opnemen in ring 4. De heer Lichtenberg zegt dat het initiatiefvoorstel geen kwestie van voor of tegen regionale samenwerking is. Het initiatiefvoorstel is, niet verder delegeren en een aantal onderwerpen in mandaat stevig vastleggen. Mevrouw Van Es geeft per interruptie aan dat zij alleen problemen heeft met de ringendiscussie. De heer Lichtenberg kan hier gezien de geschiedenis begrip voor opbrengen. Aangezien de regio soms ook bepaalt met welke definities men moet werken, is men uitgegaan van wat de regio heeft aangereikt in de procesnotitie. Hij heeft begrepen dat in de adhoc commissie van 3 juni, bij het opstellen van het RMJP, dit ook aan de orde is gesteld. Dit neemt echter de behoefte niet weg, om na alle voorgaande discussie, als politiek in Papendrecht een keer een punt te markeren. Wanneer men dit niet doet, blijft men afhankelijk van de procesnotities die vanuit de regio’s zijn opgesteld. Het college heeft de raad in de vorige periode uitdrukkelijk uitgenodigd hier zelf een oordeel over te vormen. Met dit initiatiefvoorstel kan de raad een oordeel vormen en het lijkt hem, voor de beeldvorming in de regio, van kracht getuigen dat Papendrecht dit als eerste in de regio gaat doen. Hij gaat er vanuit dat men hier ook in regionale samenhang vast uit zal komen. Dit is precies de reden waarom men gezegd heeft: de uitgangspunten in het voorstel als besluit vastleggen en datgene wat op de inhoud is meegegeven is richtinggevend. De heer Van Engelen vindt dat de inhoud nadrukkelijk aanwezig is en goed gekoppeld is aan hoe men daar in de mandateringsdiscussie mee om wilde gaan. Aangaande het besef van discussie over mandatering in de regio, heeft men vanuit GroenLinks goede gesprekken gevoerd in de regiofractie. Mevrouw Van Es geeft per interruptie aan dat dit niet het punt is waar zij op doelde. Zij doelde niet op A maar op B. Zij heeft een probleem met het feit dat de discussie over ring 3 en 4 op deze manier wordt voorgeschreven. Zij heeft geen probleem met het feit dat er om een duidelijke nieuwe definiëring gevraagd zou worden. Zij vreest dat er gezegd gaat worden ‘wij vinden ring 4 overbodig geworden en ring 3 was coördinatie, maar is eigenlijk geen coördinatie’. De heer Van Engelen vraagt of mevrouw Van Es het advies wel zou kunnen volgen wanneer de tekst anders geformuleerd zou worden. 7


Mevrouw Van Es zegt dat het verder gaat dan dat. Zij vindt het jammer dat de heer Lichtenberg niet aanwezig was bij de laatste discussie, omdat hiermee iets in gang is gezet. Zij kan zich niet voorstellen dat de bestuurders en de ondersteunende ambtenaren die er bij hebben gezeten, dachten dat zij hier verder niks mee zouden hoeven doen. Er moet iets gebeuren met wat daar gezegd is. Dit moet men soms even ruimte en tijd geven, om te kijken waar men mee gaat komen. Dit voorstel gaat daar mogelijk tussendoor. De heer Van Engelen neemt dit mee in de regio, om hier alert op te zijn, zodat het in het juiste perspectief wordt gezien en het proces niet wordt verstoord. Hij is het eens met mevrouw Van Es, dat het goed is dat de ambtenaren ook met ideeën komen. Het is zeker niet de bedoeling iets rigide op te leggen. De heer Lichtenberg begrijpt per interruptie dat mevrouw Van Es het gevoel heeft dat er op 3 juni iets is meegegeven aan de ambtenaren. Dit ontslaat de raad niet van zijn eigen plicht om hier een punt te markeren in een discussie die men al 2 jaar aan het voeren is en om helderheid te krijgen over de ringendefinitie. Van de bestuurders heeft men niet meer gekregen dan de procesnotitie die nu voorligt. Gezien de ontwikkeling van de regionale samenwerking waar men op de inhoud straks (waarschijnlijk) een RMJP heeft, zal men daarna met elkaar voortdurend in gesprek moeten blijven hoe men dat gaat uitvoeren. Om dat gesprek op een goede richtinggevende manier te kunnen voeren, moet de raad van Papendrecht hierover een standpunt innemen. Hetgeen men hiermee doet. Mevrouw Van Es merkt per interruptie op dat dit volgens haar intuïtie heel slechte timing is. De heer Janssen geeft per interruptie aan dat hij in het SLP heeft gemerkt dat leden van andere gemeenteraden het goed vinden dat er een stuk ligt om de discussie mee te voeren/definiëring duidelijk te krijgen en met de inhoud aan de slag te gaan. Hij denkt dat de timing perfect is. Mevrouw Van Es hoopt per interruptie dat zij er politiek gezien naast zit. De heer Van der Valk kan zich voorstellen dat men met de voorliggende notitie vanuit de gemeente verder wil, om een duidelijke scheiding te kunnen maken. Men moet zich echter wel afvragen hoe men hier in de regio over denkt. Papendrecht moet zelf bepalen wat men wil en hoe men dat wil. Maar er zijn een aantal zaken, dat men in regioverband moet regelen. Hij vindt dat er veel voordelen in het stuk zitten, maar zal het eerst in de regio goed moet bespreken. Mevrouw Van Es vraagt per interruptie om verspreiding van het voorstel via de e-mail in verband met de verspreiding naar de regiofracties. De heer Hoogland vindt het met betrekking tot de beeldvorming positief dat Papendrecht zich uitspreekt over de structuur van een volgende GRD. Dit betekent dat men ten aanzien van delegatie zegt ‘het is niet in beton gegoten, maar even niet meer. Mandatering is wat we willen’. De regiofractie is ook akkoord met 8


deze duidelijke notitie. Bij mandatering versus delegatie is het zo dat in het komende RMJP terug te lezen zal zijn, dat voor wat betreft de adhoc commissie mandatering de norm zal zijn. Hij begrijpt de opmerking van mevrouw Van Es om mensen te laten wennen aan bepaalde zaken, maar hij is van mening dat men genoeg ervaring heeft met Drechtsteden. Nu is het moment gekomen om aan de voorkant als Papendrecht duidelijk aan te geven hoe men hier mee omwil gaan en eventueel anderen daarmee wellicht voor het blok zet. Het is een feit dat de GRD wordt bepaald in gezamenlijkheid en dat degene die het minst wil een soort veto heeft. Om deze reden wil men aan de voorkant duidelijkheid creëren. Afsluitend geeft hij aan dat het hem verbaast hoe deze notitie en standpunt zich als een olievlek verspreidt over de Drechtsteden. Iedereen is positief over de opstelling die Papendrecht in deze heeft. Mevrouw Van Es wil per interruptie geen misverstand laten bestaan over punt A, mandateren in plaats van delegeren, hier is zij het helemaal mee eens. Haar vrees is dat er nog meer in dit voorstel staat en vraagt zich af of dit tot iedereen is doorgedrongen. Zij wil niet dat de discussie weer afleidt naar de ringendiscussie. Wat haar betreft zijn de ringen een obstakel in plaats van een handvat. De heer Hoogland antwoordt dat men daarom in het initiatiefvoorstel duidelijk spreekt over de termen mandatering en delegatie. Omdat vooral de derde ring de onduidelijkheid creëert, heeft men duidelijk aangegeven dat dit een gezamenlijke regionale ambitie is, maar op mandatering en meer niet en dat betekent dat ring 4 hier automatisch delegatie mee wordt. De discussie gaat over de onderlinge samenwerking. Op het ogenblik dat je niet samenwerkt is het lokaal, op het moment dat je een gezamenlijke regionale ambitie hebt, spreekt men over delegatie of mandatering en daarvan zegt men op dit ogenblik op basis van de beschikbare informatie: mandatering. Mevrouw Van Es vindt het raadsvoorstel, per interruptie, veel te uitgebreid, hetgeen tot meer discussie leidt. De heer Hoogland merkt op dat het initiatiefvoorstel kan worden geamendeerd. Als mevrouw Van Es het voorstel te uitgebreid vindt, kan zij dit in een amendement aangeven. Hij kan zich voorstellen dat dit betrekking heeft op het tweede deel van het raadsvoorstel. Het eerste deel geeft aan dat men graag wil de samenwerken, verantwoordelijkheid wil houden en vanuit dat perspectief niet verder wil gaan dan mandatering. Hij heeft begrepen dat mevrouw Van Es hier in de carrousel van 3 juni mee heeft ingestemd. Wanneer zij moeite heeft met het tweede deel, kan zij hier een amendement voor opstellen. Juist omdat zijn fractie het van belang vindt dat Papendrecht hier unaniem is. Hij vindt het belangrijk om ook mevrouw Van Es in het eerste deel van het raadsbesluit mee te krijgen. Mevrouw Van Es vindt dat men hier nadien over kan spreken. De commissie spreekt hierop en dit punt afsluitend het advies uit dat onderhavige stukken als bespreekpunt naar de gemeenteraad kunnen worden doorgeleid. De heer Hoogland houdt zich tussentijds aanbevolen om te kijken wat men gezien 9


de argumentatie kan doen om eventuele wijzigingen te kunnen aanbrengen. 13.

Terugblik op de Drechtstedendinsdag van 03 juni 2014. Er zijn geen bijzonderheden.

Ph RK

14.

Voorbereiding op de Drechtstedendinsdag van 01 juli 2014. Er volgt inzake de Carrousel Bestuur en Middelen een korte gedachtewisseling aangaande het type/model regiogriffie en de Algemene Beschouwingen aangaande het RMJP. Voor het overige zijn er geen bijzonderheden waarop de voorzitter dit agendapunt afsluit..

Ph RK

15.

Regionale aangelegenheden(overig): a. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid; Geen opmerkingen. b. Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Er zijn geen opmerkingen.

Ph CJMdB Ph JNR

16.

Rondvraag. Er zijn geen vragen.

-

17.

Sluiting. Er zijn verder geen bijzonderheden en de voorzitter sluit de bijeenkomst om 23.07 uur, onder dankzegging aan eenieder voor diens inbreng. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Algemene Bestuurlijke en financiële Zaken op 01 september 2014.

A.P.M.A.F. Bergmans (griffier)

A. Vogel (voorzitter).

ACTIEPUNTENLIJST COMMISSIE ALGEMENE BESTUURLIJKE EN FINANCIELE ZAKEN (zoals deze luidt na de vergadering op 23-06-2014) Cie-datum Omschrijving

Status

10

Besluitenlijst Commissie ABZ van 23 juni 2014

Recommend Documents