31005/120/3/A/3 Besluit van de deputatie van de Provincieraad, houdende vergunning aan N.V. PEMCO BRUGGE voor het veranderen van een inrichting gelegen te BRUGGE. De deputatie van de Provincieraad, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement. Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999; Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid op artikel 8, en het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets; Gelet op de volgende vergunning(en) en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van de hierna vermelde inrichting werden getroffen, en op de datum van de indiening van de hierna vermelde milieuvergunningsaanvraag van toepassing waren; Gelet op de naamswijziging d.d. 16/11/2010 van NV Email Brugge naar Pemco Brugge BVBA; Gelet op het besluit d.d. 18/08/2011 van de deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het verder exploiteren en veranderen van een chemisch bedrijf voor een termijn van 20 jaar en voor de lozing BA voor een termijn van 18 maanden op proef; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag op 2/12/2011, ingediend door N.V. PEMCO BRUGGE, gevestigd te Pathoekeweg 116 8000 Brugge , strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een inrichting gelegen te Pathoekeweg 116 te Brugge, kadastraal bekend : Afdeling
Sectie
Perceelnummer
BRUGGE 7 AFD
1
459/p/4
BRUGGE 7 AFD
1
459/r/3
BRUGGE 7 AFD
1
459/z/3
met als voorwerp : een chemisch bedrijf uit te breiden met drooginstallatie voor gevaarlijk emailschlamm met een maximale verwerkingscapaciteit van 2000 ton/jaar (capaciteit inclusief de niet-gevaarlijke emailschlamm)
1
Rubriek
Omschrijving
Kl. Advies
Tijd.
Coörd
Audit
Jv. X
2.2.5.f.2
Opslag en fysisch-chemische behandeling al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van: andere gevaarlijke afvalstoffen, met een opslagcapaciteit van: meer dan 1 ton (Totale eenheden: 2000 Ton per Jaar)
1
1
A
P
J
Rubriek
Product
Hoeveelheid
2.2.5.f.2
drooginstallatie voor emailschlamm
2000 Ton per Jaar
AMO R
Zodat deze voortaan zou omvatten: Een chemisch bedrijf met • Lozen 0.45 m³/uur, 10.9 m3/d en 3750 m3/j huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (Pathoekeweg) • Lozen van 5 m³/uur, 120 m³/dag, 17250 m3/j bedrijfsafvalwater in de openbare riolering (Pathoekeweg) • Bedrijf voor het smelten en malen van verglaasde samenstellingen en menging van grondstoffen, jaarcapaciteit 25000 ton • Bedrijf voor het smelten en malen van verglaasde samenstellingen en menging van grondstoffen met een totale geïnstalleerde elektrische drijfkracht van 2932.5 kW - Elektro-ovens: 4 stuks - 4 x 35 kW - Baby-Rotary-oven - 13,5 kW - Mengstation voor grondstoffen (Lödige) - 10 kW - Gasovens G5 en G6 - 67 kW - Stoffilter 15.000m³/u - 28,5 kW - Rotary-oven met droogstation - 13 kW - Molenkamer (14 molens) - 210 kW - Mini-ovens M1, M2, M3 en M4 - 93 kW - Weeginstallatie bij de 22 silo’s (incl. - 135 kW ontstoffingsfilter) - Vitromail productie-eenheid (laboschaal) - 52 kW - Schlammdroger - 25 kW - Proefmolenruimte - 15 kW - Afgasinstallatie incl. registratielokaal - 650 kW - Orderpicking molenkamer / weegplateaus - 9 kW - Sorteertafel voor granulaten - 10 kW - Detailcabine wegen en mengen incl. - 25 kW absoluutfilters - Emailfrit menger - blender - 18 kW - Verpakking:afzakken/palletiseren/krimphoeze - 17 kW n - Hoezenkrimpmachine - 22 kW - Natte emailproductie - 13 kW - Stofzuigerinstallatie puesta - 25 kW - Puesta molenkamer - 675 kW - Automatische menginstallatie - 170 kW - Filterkalk homogenisatie - 20 kW - Ontstoffingsfilters ovens en mini-ovens - 77 kW
2
• • • •
• • •
• • •
•
•
•
- Klein labo productiekontrole - 20 kW - Pigmentmenger Lödige - 36 kW - Brekerinstallatie - 45 kW - Afzakstation gemalen producten - 6,5 kW - Centrale stofzuiger smelterij - 16 kW - Breker-koelerinstallatie - 16 kW - Premixmolens M36, M37, M38, M47 - 215 kW - Lödige menger - 45 kW Opslag 3200 ton niet gevaarlijke afgewerkte producten - bedekkingsmiddelen (emailfritten in zakken van 25 kg of in bigbags van max. 1.000 kg) Drooginstallatie voor gevaarlijk en niet-gevaarlijke emailschlamm met een maximale verwerkingscapaciteit van 2000 ton/jaar Transformator (160 kVA) 9 transformatoren (> 1000 kVA) - 2 transformatoren (2*7000 kVA) - 4 transformatoren (4*2200 kVA) - 2 transformatoren (2*1600 kVA) - 1 transformator (1250 kVA) Stalplaats voor 13 heftrucks en 1 aanhangwagen Eenheid voor de productie van vloeibare zuurstof (433 kW) met een productiecapaciteit van max. 570 Nm³/uur 7 compressoren en 3 airco’s (samen: 442 kW) - 5 compressoren (5*60 kW) - 1 compressor (75 kW) - 1 compressor (22 kW) - 3 airco’s (3*15 kW) Koelgroep labotoestellen (20 kW) 1 propaanvulstation voor heftrucks Opslag 2450 liter gas in verplaatsbare recipiënten: - Acetyleen (800 l) - Zuurstof (1000 l) - Inerte (N2, Ar) (550 l) - Butaan (100 l) Opslag 68500 liter gas in bovengrondse vaste houders: - Vloeibare zuurstof (58000 l) - Propaan (2*2500 l) - Vloeibare stikstof (5000 l) - Vloeibare argon (450 l) Exploitatie VR-plichtige inrichting met gevaarlijke producten in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de in bijlage 6, delen 1 en 2, kolom 3, gevoegd bij titel I van het Vlarem vermelde hoeveelheid (totaal 387.88 ton) - Kaliumnitraat 40 ton - Propaan 2 ton - LPG 0.2 ton - Acetyleen 0.28 ton - Zuurstof 66 ton - Nikkeloxide 13 ton - Zeer giftig 5 ton - Giftige 176.4 ton - Oxiderende 40 ton - Milieugevaarlijke 45 ton Opslag 3977 ton giftige producten - Opslag 177 ton giftige grondstoffen - Opslag 3500 ton Nikkel houdende emails - Opslag 300 ton Vanadium houdende emails
3
•
• • • • • • • • • • •
Opslag 810 ton schadelijke, corrosieve of irriterende stoffen - Opslag 650 ton schadelijke grondstoffen - Opslag 10 ton corrosieve grondstoffen - Opslag 150 ton irriterende grondstoffen Opslag 100 liter reinigingsalcohol in vaten en bussen Opslag 1500 liter smeerolie in vaten + 1500 l afvalolie in bovengrondse tank Opslag 25 ton hout (hoofdzakelijk paletten) Opslag 20 ton krimpfolie (in opslagrekken) Opslag 30 ton papierzakken 4 laboratoria met lozing afvalwater t.e.m. 1 kg/maand Metaalbewerkingsmachines (90 kW) Steenzaag voor vuurvast materiaal (14.5 kW) Nooddieselaggregaat voor noodkoeling (25 kW) Papierpers (20 kW) (incl. afzuigventilator) Verbrandingsinrichtingen (17361 kW) - CV magazijn (warmwaterketel) - 378 kW - Gasbranders elektro-ovens: 4 stuks - 4 x 1.744kW - Gasbrander baby-Rotary-oven - 580 kW - Branders gasovens G5 en G6 - 2.325 kW - Gasbrander Rotary-oven met droogstation - 1.730 kW - Gasbranders mini-ovens M1, M2, M3 en - 2.920 kW M4 - Gasbrander Schlammdroger - 500 kW - CV ketel burelen - 455 kW - CV ketel fabriek - 1.140 kW - CV en warmwaterketels sociaal gebouw - 2 x 47 kW - Hoezenkrimpmachine - 209 kW - Condensketel orderpicking - 54 kW
Gelet op het feit dat op datum van 12/12/2011 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning; Gelet op het proces-verbaal houdende de tijdens het openbaar onderzoek ingediende schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen dd.20/01/2012 waaruit blijkt dat één opmerking werd ingediend door MBZ, dat betrekking heeft op : het strikt toepassen van de Vlarem-reglementering en het lozen van enkel zuiver regenwater naar het Boudewijnkanaal; Gelet op het gunstig advies dd. 13/01/2012 van het College van Burgemeester en Schepenen mits volgende bijzondere voorwaarden - De exploitant dient de aangevoerde afvalstoffen te controleren op hun herkomst, oorsprong, samenstelling en hoeveelheid. De hoeveelheid aangevoerde en verwerkte afvalstoffen moeten kunnen worden getotaliseerd per soort. De afvalstoffen moeten geïdentificeerd opgeslagen worden volgens de chemische samenstelling, aard of eigenschappen - Stofvorming en ophoping van stof in de ruimte waar de afvalstoffen worden opgeslagen en waar de drooginstallatie opgesteld staat, dient te worden vermeden. Indien het niet mogelijk is om het stof af te zuigen, op te vangen wordt het minstens geregeld, zonodig dagelijks opgenomen en verwijderd. Gemorste producten dienen onmiddellijk opgeruimd en verwijderd. - Controle emissiemeting uit te voeren op de drooginstallatie waaruit moet blijken dat de vlarem 2 emissienormen gerespecteerd worden.
4
Gelet op het horen van de aanvrager door de Provinciale Milieuvergunningscommissie; Gelet op het gunstig advies dd. 21/02/2012 van de afdeling van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie , bevoegd voor milieuvergunningen; Gelet op het gunstig advies dd. 6/02/2012 van de afdeling van de Vlaamse Milieumaatschappij, bevoegd voor het lozen van afvalwater en de emissie van afvalgassen in de atmosfeer; Gelet op het gunstig advies dd. 20/01/2012 van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij; Gelet op het gunstig advies dd. 10/01/2012 van het Vlaams Energieagentschap; Gelet op het gunstig advies dd. 2/03/2012 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie
Gelet op de ligging van de inrichting, volgens de ons beschikbare gegevens, in een gebied voor milieubelastende industrie van het gewestplan Brugge-Oostkust (d.d. 07/04/1977) waarvoor volgende voorschriften van toepassing zijn : 2. De industriegebieden : 2.0. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk : bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. 2.1. Voor de industriegebieden kunnen de volgende nadere aanwijzigingen worden gegeven : 2.1.2. de gebieden voor milieubelastende industrieën. Deze zijn bestemd voor bedrijven die om economische of sociale redenen moeten worden afgezonderd; Gelet op de ligging van de inrichting in het Gewestelijk RUP “Afbakening Zeehaven Zeebrugge” d.d. 19/06/2009, waarvoor volgende voorschriften van toepassing zijn : deelgebied 03 binnenhaven (GG) overdruk : art1 afbakeningslijn zeehaven overdruk : art5 gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven
5
Overwegende dat (motivering vanuit oogpunt van de stedenbouwkundige en ruimtelijke aspecten) gesteld kan worden dat de verandering van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Brugge is een ontvoogde gemeente. Het advies van het College van Burgemeester en Schepenen vermeldt een gunstig advies van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar. : “stedenbouwkundig bestaat er geen bezwaar tegen voormelde aanvraag, gezien het een vergunde activiteit betreft. Indien er vergunnings- en/of meldingsplichtige activiteiten gebeuren, dan moeten die worden aangevraagd volgens de geëigende procedure.” De aanvraag betreft een regularisatie van een bestaande toestand. Het bedrijf is tot op heden vergund voor het drogen van ‘niet-gevaarlijk’ emailslib (rubriek 2.2.5.e.2). Volgens de recente wijzigingen n.a.v. de reach wetgeving, zijn een aantal emails echter voortaan ingedeeld als ‘gevaarlijke producten’. Dit zijn meer bepaald de vanadium- en nikkelfrits. De emailslibs van die frits moet ook als ‘gevaarlijk’ worden beschouwd en is de rubriek 2.2.5.f.2. van toepassing. Het drogen van het emailschlamm gebeurt met behulp van een droogtrommel. De trommel wordt opgewarmd door een aardgas/lucht brander tot een temperatuur van 200 à 300°C. Door een ventilator wordt in de installatie een onderdruk gecreëerd. Het gedroogde product wordt afgescheiden onderaan de droogkamer. De afgezogen lucht wordt via een filter naar het emissiepunt gebracht. Ter hoogte van de filter wordt het droge fijne stof afgescheiden. De hoeveelheid emailschlamm die verwerkt wordt zal niet toenemen en bedraagt maximaal 2000 ton/jaar. De hoeveelheid die op heden verwerkt wordt onder rubriek 2.2.5.e.2 zal in de toekomst opgesplitst worden in de rubriek 2.2.5.e.2 en 2.2.5.f.2. Uit het vorige besluit in het kader van de hernieuwing van Pemco Brugge bvba kon volgende toepasselijke informatie worden gehaald: Er worden geen periodieke metingen uitgevoerd vanwege het onregelmatig productieregime van de installatie. Tijdens het plaatsbezoek werd vermeld dat de installatie tijdens de maand april van 2011 4 uren had gewerkt, tijdens de maand maart van 2011 58 uren. De schlammdrooginstallatie heeft een eigen emissiepunt (10 meter) met een stoffilterinstallatie. De stoffilterinstallatie garandeert een restconcentratie die kleiner is dan 5 mg/Nm³. Gezien noch de hoeveelheid als de samenstelling van de te verwerken emailschlamm wijzigt, blijft de emissie van de emailschlamminstallatie in principe onveranderd t.o.v. de huidige situatie. In de lopende basisvergunning (d.d. 18/08/2011) werden volgende bijzondere voorwaarden opgenomen die betrekking hebben op de emailschlamminstallatie: Wat betreft drooginstallatie voor emailschlamm gelden de algemene emissiegrenswaarden van Vlarem II en blijven de bijzondere voorwaarden die hierover opgenomen werden in de milieuvergunning van 17/9/1998 van toepassing. Aandachtspunt : wat betreft de materialen die ingezet worden in het email productieproces moet de aanvrager steeds nagaan of het een afvalstof is of een grondstof betreft en nagaan in welke mate PEMCO hiervoor vergund is.
De geleide emissies van stof mogen niet hoger zijn dan 5 mg/Nm³.
6
Binnen een termijn van 14 maanden na het verlenen van de vergunning dient door een erkend deskundige lucht een onderzoek uitgevoerd waarbij alle emissiepunten in kaart worden gebracht en de metingen van de emissies door het bedrijf geëvalueerd o.m. stof, fluoriden, Nox, zware metalen, teneinde na te gaan of er steeds voldaan wordt, kan worden (ook bij veranderingen aan procesuitvoering) aan de emissiegrens- en richtwaarden, opgelegd in vlarem 2 en de lucht milieukwaliteitsnormen in de omgeving voor diverse polluenten. Het verslag hiervan dient overgemaakt aan de deputatie, LNE afdeling milieuvergunningen, VMM ecologisch toezicht, CBS Brugge, Toezicht Volksgezondheid en LNE afdeling milieuinspectie.
Uit telefonisch contact van LNE milieuvergunningen met de milieucoördinator (d.d. 17/02/2012) blijkt dat de voorbereidende stappen voor de realisatie van deze laatste bijzondere voorwaarde reeds zijn genomen. Gekoppeld aan deze laatste voorwaarde zal een emissiemeting worden uitgevoerd op de emailschlamminstallatie. Watertoets De inrichting bevindt zich niet in (mogelijk) overstromingsgevoelig gebied en is gesitueerd in het Bekken Brugse Polders. De betrokken percelen stromen af naar het Boudewijnkanaal. De aanvraag vindt plaats binnen bestaande vergunde gebouwen. Er wordt dan ook geen bijkomende impact verwacht op de waterhuishouding, zodat kan geconcludeerd worden dat huidige aanvraag geen bijkomend schadelijk effect zal veroorzaken.
Overwegende dat het tijdens het openbaar onderzoek uitgebrachte bezwaar als volgt kan worden geëvalueerd : er wordt tegemoet gekomen aan de bezwaren door het opleggen van de nodige voorwaarden. Overwegende dat de aanvrager heeft gevraagd om gehoord te worden door de Provinciale Milieuvergunningscommissie maar zich heeft verontschuldigd;
Overwegende dat de exploitatie van het toelaatbare deel van de inrichting verenigbaar moet gemaakt worden met de omgeving, zowel wat betreft de risico’s voor de externe veiligheid als wat betreft de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting; Dat het daarom noodzakelijk is vergunningsvoorwaarden op te leggen die technisch haalbaar zijn en voldoen aan de vereiste van best beschikbare schone technologie zonder overmatig hoge kosten; dat de technische criteria en de van toepassing zijnde normen vanuit dit uitgangspunt gehanteerd worden; dat deze voorwaarden kunnen worden geconcretiseerd als omschreven in bijlage;
Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde verandering, mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning volledig toe te staan; Gelet op het verslag van de heer Gedeputeerde Bart Naeyaert, gegeven in zitting van heden;
7
BESLUIT Artikel 1 Aan N.V. PEMCO BRUGGE, gevestigd te Pathoekeweg 116 8000 Brugge wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit vergunning verleend, om een inrichting gelegen te Pathoekeweg 116 te Brugge, kadastraal bekend : Afdeling
Sectie
Perceelnummer
BRUGGE 7 AFD
1
459/p/4
BRUGGE 7 AFD
1
459/r/3
BRUGGE 7 AFD
1
459/z/3
met als voorwerp : een chemisch bedrijf uit te breiden met drooginstallatie voor gevaarlijk emailschlamm met een maximale verwerkingscapaciteit van 2000 ton/jaar (capaciteit inclusief de niet-gevaarlijke emailschlamm) Rubriek
Omschrijving
Kl. Advies
Tijd.
Coörd
Audit
Jv. X
2.2.5.f.2
Opslag en fysisch-chemische behandeling al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van: andere gevaarlijke afvalstoffen, met een opslagcapaciteit van: meer dan 1 ton (Totale eenheden: 2000 Ton per Jaar)
1
1
A
P
J
Rubriek
Product
Hoeveelheid
2.2.5.f.2
drooginstallatie voor emailschlamm
2000 Ton per Jaar
AMO R
Zodat deze voortaan zou omvatten: Een chemisch bedrijf met • Lozen 0.45 m³/uur, 10.9 m3/d en 3750 m3/j huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (Pathoekeweg) • Lozen van 5 m³/uur, 120 m³/dag, 17250 m3/j bedrijfsafvalwater in de openbare riolering (Pathoekeweg) • Bedrijf voor het smelten en malen van verglaasde samenstellingen en menging van grondstoffen, jaarcapaciteit 25000 ton • Bedrijf voor het smelten en malen van verglaasde samenstellingen en menging van grondstoffen met een totale geïnstalleerde elektrische drijfkracht van 2932.5 kW - Elektro-ovens: 4 stuks - 4 x 35 kW - Baby-Rotary-oven - 13,5 kW - Mengstation voor grondstoffen (Lödige) - 10 kW - Gasovens G5 en G6 - 67 kW - Stoffilter 15.000m³/u - 28,5 kW - Rotary-oven met droogstation - 13 kW - Molenkamer (14 molens) - 210 kW - Mini-ovens M1, M2, M3 en M4 - 93 kW
8
Weeginstallatie bij de 22 silo’s (incl. - 135 kW ontstoffingsfilter) - Vitromail productie-eenheid (laboschaal) - 52 kW - Schlammdroger - 25 kW - Proefmolenruimte - 15 kW - Afgasinstallatie incl. registratielokaal - 650 kW - Orderpicking molenkamer / weegplateaus - 9 kW - Sorteertafel voor granulaten - 10 kW - Detailcabine wegen en mengen incl. - 25 kW absoluutfilters - Emailfrit menger - blender - 18 kW - Verpakking:afzakken/palletiseren/krimphoeze - 17 kW n - Hoezenkrimpmachine - 22 kW - Natte emailproductie - 13 kW - Stofzuigerinstallatie puesta - 25 kW - Puesta molenkamer - 675 kW - Automatische menginstallatie - 170 kW - Filterkalk homogenisatie - 20 kW - Ontstoffingsfilters ovens en mini-ovens - 77 kW - Klein labo productiekontrole - 20 kW - Pigmentmenger Lödige - 36 kW - Brekerinstallatie - 45 kW - Afzakstation gemalen producten - 6,5 kW - Centrale stofzuiger smelterij - 16 kW - Breker-koelerinstallatie - 16 kW - Premixmolens M36, M37, M38, M47 - 215 kW - Lödige menger - 45 kW Opslag 3200 ton niet gevaarlijke afgewerkte producten - bedekkingsmiddelen (emailfritten in zakken van 25 kg of in bigbags van max. 1.000 kg) Drooginstallatie voor gevaarlijk en niet-gevaarlijke emailschlamm met een maximale verwerkingscapaciteit van 2000 ton/jaar Transformator (160 kVA) 9 transformatoren (> 1000 kVA) - 2 transformatoren (2*7000 kVA) - 4 transformatoren (4*2200 kVA) - 2 transformatoren (2*1600 kVA) - 1 transformator (1250 kVA) Stalplaats voor 13 heftrucks en 1 aanhangwagen Eenheid voor de productie van vloeibare zuurstof (433 kW) met een productiecapaciteit van max. 570 Nm³/uur 7 compressoren en 3 airco’s (samen: 442 kW) - 5 compressoren (5*60 kW) - 1 compressor (75 kW) - 1 compressor (22 kW) - 3 airco’s (3*15 kW) Koelgroep labotoestellen (20 kW) 1 propaanvulstation voor heftrucks Opslag 2450 liter gas in verplaatsbare recipiënten: - Acetyleen (800 l) - Zuurstof (1000 l) - Inerte (N2, Ar) (550 l) - Butaan (100 l) -
• • • •
• • •
• • •
9
•
•
•
•
• • • • • • • • • • •
Opslag 68500 liter gas in bovengrondse vaste houders: - Vloeibare zuurstof (58000 l) - Propaan (2*2500 l) - Vloeibare stikstof (5000 l) - Vloeibare argon (450 l) Exploitatie VR-plichtige inrichting met gevaarlijke producten in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de in bijlage 6, delen 1 en 2, kolom 3, gevoegd bij titel I van het Vlarem vermelde hoeveelheid (totaal 387.88 ton) - Kaliumnitraat 40 ton - Propaan 2 ton - LPG 0.2 ton - Acetyleen 0.28 ton - Zuurstof 66 ton - Nikkeloxide 13 ton - Zeer giftig 5 ton - Giftige 176.4 ton - Oxiderende 40 ton - Milieugevaarlijke 45 ton Opslag 3977 ton giftige producten - Opslag 177 ton giftige grondstoffen - Opslag 3500 ton Nikkel houdende emails - Opslag 300 ton Vanadium houdende emails Opslag 810 ton schadelijke, corrosieve of irriterende stoffen - Opslag 650 ton schadelijke grondstoffen - Opslag 10 ton corrosieve grondstoffen - Opslag 150 ton irriterende grondstoffen Opslag 100 liter reinigingsalcohol in vaten en bussen Opslag 1500 liter smeerolie in vaten + 1500 l afvalolie in bovengrondse tank Opslag 25 ton hout (hoofdzakelijk paletten) Opslag 20 ton krimpfolie (in opslagrekken) Opslag 30 ton papierzakken 4 laboratoria met lozing afvalwater t.e.m. 1 kg/maand Metaalbewerkingsmachines (90 kW) Steenzaag voor vuurvast materiaal (14.5 kW) Nooddieselaggregaat voor noodkoeling (25 kW) Papierpers (20 kW) (incl. afzuigventilator) Verbrandingsinrichtingen (17361 kW) - CV magazijn (warmwaterketel) - 378 kW - Gasbranders elektro-ovens: 4 stuks - 4 x 1.744 kW - Gasbrander baby-Rotary-oven - 580 kW - Branders gasovens G5 en G6 - 2.325 kW - Gasbrander Rotary-oven met droogstation - 1.730 kW - Gasbranders mini-ovens M1, M2, M3 en - 2.920 kW M4 - Gasbrander Schlammdroger - 500 kW - CV ketel burelen - 455 kW - CV ketel fabriek - 1.140 kW - CV en warmwaterketels sociaal gebouw - 2 x 47 kW - Hoezenkrimpmachine - 209 kW - Condensketel orderpicking - 54 kW
10
Artikel 2 § 1. De vergunde inrichting dient in gebruik genomen binnen een termijn van 200 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum bepaald in artikel 3,1. § 2. Deze milieuvergunning is geschorst indien voor de verandering die er het voorwerp van uitmaakt ook een stedenbouwkundige vergunning of melding als bedoeld in art. 4.2.1 en art. 4.2.2 van de Vlaamse Codex RO, vereist is en deze stedenbouwkundige vergunning niet definitief werd verleend of de melding niet is gedaan. Deze schorsing duurt tot de stedenbouwkundige vergunning definitief is verleend of is geweigerd in laatste aanleg of zolang de handelingen waarvoor de stedenbouwkundige melding is verricht, niet mogen worden aangevat op grond van artikel 4.2.2,§4 van de Vlaamse Codex RO. De vergunninghouder dient het definitief verkrijgen van de stedenbouwkundige vergunning te melden aan de deputatie bij ter post aangetekende zending. §3. De geschorste milieuvergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de stedenbouwkundige vergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. §4. De stedenbouwkundige vergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. Als het gaat om met toepassing van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex RO meldingsplichtige handelingen wordt de uitvoerbaarheid van de stedenbouwkundige melding opgeschort. §5. Deze geschorste stedenbouwkundige vergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn die aanvangt op
29/03/2012
en die eindigt op 18/08/2031, samenvallend met de einddatum van de basisvergunning d.d. 18/08/2011, verleend door de deputatie Voor wat de koppeling aan de stedenbouwkundige vergunning of melding betreft: zie artikel 2
Artikel 4 De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden : De algemene en sectorale voorwaarden voor nieuwe/bestaande inrichtingen van titel II van het Vlarem. Ter informatie volgt hierna een niet-limitatieve opsomming van toepasselijke algemene en sectorale bepalingen uit titel II van het Vlarem (waarvan, in voorkomend geval, enkel de aangeduide artikelen van toepassing zijn) : V01: V02:
Algemene milieuvoorwaarden - algemeen: Hoofdstuk 4.1 en bijlage 4.1.8 Algemene milieuvoorwaarden - geluid: Hoofdstuk 4.5 en bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6
11
V03: V04: V05:
Algemene milieuvoorwaarden - oppervlaktewater: Hoofdstuk 4.2 en bijlagen 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4 Algemene milieuvoorwaarden - grond- en bodemwater: Hoofdstuk 4.3 en bijlage 4.2.5.1 Algemene milieuvoorwaarden - lucht: Hoofdstuk 4.4. en bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4 en 4.4.5
de voorwaarden uit de lopende basisvergunning blijven van toepassing
Dit doet niets af van de strikte naleving van de volgende voorwaarden: Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering; . In het geval van verandering (uitbreiding) van een lopende vergunning gelden voor de tot op heden nog niet vergunde inrichtingen in principe steeds de voorwaarden voor nieuwe inrichtingen van titel II van het Vlarem (met uitzondering van de inplantingsregels indien vergroting minder dan 100 % bedraagt), en dit voor zover de sectorale voorwaarden geen afwijkende regeling bevatten. De in de vroegere vergunningen reeds opgelegde voorwaarden blijven eveneens van kracht.
Artikel 5 Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden.
Artikel 6 § 1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III bis van titel I van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. § 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient voor de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunning verleende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning.
12
Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning uiterlijk tussen de 18de en de 12de maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning.
Waren aanwezig:
de heer Carl Decaluwé, provinciegouverneur-voorzitter de heren Dirk De Fauw en Patrick Van Gheluwe, mevrouw Marleen Titeca-Decraene, de heren Gunter Pertry, Bart Naeyaert en Guido Decorte, leden de heer Hilaire Ost, Provinciegriffier
Brugge, 29/03/2012
De provinciegriffier, Hilaire OST
De provinciegouverneur-voorzitter, Carl DECALUWÉ
AANDACHT ! De stedenbouwkundige vergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. Als het gaat om met toepassing van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex RO meldingsplichtige handelingen wordt de uitvoerbaarheid van de stedenbouwkundige melding opgeschort. Deze geschorste stedenbouwkundige vergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. Tegen onderhavige beslissing kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse Regering, overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning. Dit beroep dient binnen de 30 kalenderdagen na verzending (voor de exploitant en de betrokken adviesinstanties en besturen) of aanplakking (derden) bij ter post aangetekend schrijven ingediend, gericht aan de Vlaamse Minister bevoegd voor het leefmilieu, op het adres van de Afdeling Milieuvergunningen van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (Graaf de Ferrarisgebouw (4de + 6de verdieping), Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL) of van het Kabinet van de Vlaamse Minister. Tot staving van de ontvankelijkheid dient bij het beroepschrift een voor eensluidend verklaard afschrift van het attest van verzending resp. van aanplakking en een bewijs van betaling van de verschuldigde dossiertaks gevoegd te worden.
13