Besluit maatschappelijke ondersteuning
Gemeente Oude IJsselstreek 2013
13ini00380
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget............................ 3
Artikel 1.1
Regels rond verstrekking en verantwoording ........................................... 3
Hoofdstuk 2
Eigen bijdragen, eigen aandeel ............................................................... 4
Artikel 2.1
Omvang van eigen bijdragen en eigen aandeel ................................... 4
Hoofdstuk 3
Voorzieningen met betrekking tot het huishouden ................................. 4
Artikel 3.1
Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget huishoudelijke hulp... 4
Hoofdstuk 4
Overige woonvoorzieningen ................................................................... 5
Artikel 4.1
Hoogte van de financiële tegemoetkoming........................................... 5
Hoofdstuk 5
Lokale vervoersvoorzieningen................................................................ 6
Artikel 5.1 Artikel 5.2 Artikel 5.3
Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen....................... 6 Met een auto vergelijkbare voorziening.................................................... 6 Financiële tegemoetkoming kosten van vervoer .................................... 6
Hoofdstuk 6
Slotbepaling ............................................................................................ 6
Artikel 6.1
Citeertitel en inwerkingtreding.................................................................... 6
2
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek 2013
Burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek; Gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning de hierbij behorende regels en gelet op het bepaalde in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek 2013; b es l u i t e n : vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek 2013. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Artikel 1.1
Regels rond verstrekking en verantwoording
1. Een persoonsgebonden budget kan alleen worden toegekend indien er aanspraak is op een individuele aanvraag is geïndiceerd. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager. 2. Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden, het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget; 3. De periode waarvoor een persoonsgebonden budget (voor aanschaf en onderhoud) voor een individuele voorziening tenminste wordt toegekend, bedraagt voor: a. Een scootmobiel: zeven jaar; b. Een rolstoel: vijf of zeven jaar, afhankelijk van het type voorziening; c. Een tillift: vijf jaar; d. Een badlift: vijf jaar; e. Douche- en toilethulpmiddelen: vijf jaar. 5. Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als een forfaitaire financiële tegemoetkoming. Dit bedrag bedraagt maximaal € 2.431,-- welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar. 6. De verantwoording van een persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt steekproefsgewijs plaats, na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van enig kalenderjaar.
3
Hoofdstuk 2 Eigen bijdragen, eigen aandeel Artikel 2.1
Omvang van eigen bijdragen en eigen aandeel
1. Het bedrag dat ongehuwde personen tussen de 18 en 65 jaar dienen te betalen, bedraagt € 18,00 per vier weken. Van het meerinkomen boven € 22.905,-- dient over dit meerinkomen op jaarbasis 15 procent aan eigen bijdrage te worden betaald. 2. Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar en ouder aan eigen bijdrage dienen te betalen, bedraagt € 18,00 per vier weken. Van het meerinkomen boven € 16.007,-- dient over dit meerinkomen op jaarbasis 15 procent aan eigen bijdrage te worden betaald. 3. Het bedrag dat gehuwde personen, indien een van beiden ouder is dan 18 jaar en jonger is dan 65 jaar, aan eigen bijdrage dienen te betalen, bedraagt € 25,80 per vier weken. Van het gezamenlijk meerinkomen boven € 28.306,-- dient over dit meerinkomen op jaarbasis 15 procent aan eigen bijdrage te worden betaald. 4. Het bedrag dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn aan eigen bijdrage dienen te betalen, bedraagt € 25,80 per vier weken. Van het gezamenlijk meerinkomen boven € 22.319,-- dient over dit meerinkomen op jaarbasis 15 procent aan eigen bijdrage te worden betaald. 5. De eigen bijdrage kan nooit meer bedragen dan de kostprijs van de voorziening of de huishoudelijke hulp/thuisondersteuning. 6. Voor rolstoelen wordt geen eigen bijdrage gevraagd. 7. De tarieven voor zorg in natura Hulp bij het Huishouden 1 en 2 zijn geïndexeerd op respectievelijk € 21,- en € 27,- per uur. Hoofdstuk 3 Voorzieningen met betrekking tot het huishouden Artikel 3.1
Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget huishoudelijke hulp
1. Voor de uurtarieven voor het persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp wordt een bedrag per uur beschikbaar gesteld van € 14,60 voor Hulp bij het Huishouden 1 en € 17,45 voor Hulp bij het Huishouden 2.
4
Hoofdstuk 4 Overige woonvoorzieningen Artikel 4.1
Hoogte van de financiële tegemoetkoming
1. De financiële tegemoetkoming minus het eigen aandeel of het persoonsgebonden budget minus de eigen bijdrage voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte.
2. Het in artikel 7.9 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek 2013 genoemde afschrijvingsschema luidt als volgt: afschrijving in zeven jaar. - In het eerste jaar is 100 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd; - In het tweede jaar is 85 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd; - In het derde jaar is 70 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd; - In het vierde jaar is 55 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd; - In het vijfde jaar is 40 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd; - In het zesde jaar is 25 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd; - In het zevende jaar is 10 procent van de kosten van de verstrekte voorziening verschuldigd. In alle gevallen minus het percentage dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen. 4. De tegemoetkoming voor verhuis- en herinrichtingskosten als genoemd in artikel 7.3 lid 1 onder j van de verordening bedraagt maximaal € 2.789,--. 5. Het bedrag dat als maximum wordt verstrekt bij het bezoekbaar maken als genoemd in artikel 7.5, leden 2 tot en met 5 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek 2013 (zelfde artikelen in verordening 2012) bedraagt € 5.000,--.
5
Hoofdstuk 5 Lokale vervoersvoorzieningen Artikel 5.1
Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen
Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie over het jaar voorafgaand aan het laatste volle kalenderjaar voor de toekenning van de voorziening. Artikel 5.2
Met een auto vergelijkbare voorziening
De grens waarboven een auto, met een auto vergelijkbare voorzieningen en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, zoals genoemd in artikel 8.4 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek 2013, bedraagt de op dat moment voor die persoon geldende norm op grond van de Wet Werk en Bijstand. Artikel 5.3
Financiële tegemoetkoming kosten van vervoer
De maximale hoogte van de financiële tegemoetkoming voor het gebruik: a. De eigen auto bedraagt maximaal € 1.055,-- per jaar; b. De taxi bedraagt maximaal € 1.055,-- per jaar; c. De rolstoeltaxi bedraagt maximaal € 1.579,-- per jaar; d. De bruikleenauto bedraagt maximaal € 685,-- per jaar.
Hoofdstuk 6 Slotbepaling Artikel 6.1
Citeertitel en inwerkingtreding
1. Dit artikel wordt aangehaald als Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek 2013; 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2013 3. Bij de inwerkingtreding van het in lid 1 genoemde besluit vervalt het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek 2011 met dien verstande dat aanvragen ingediend voor de in het tweede lid genoemde datum worden afgehandeld met inachtneming van het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek 2011.
Aldus vastgesteld op 26 februari 2013. Burgemeester en wethouders,
secretaris,
burgemeester,
6
7