BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE GORINCHEM 2014
HOOFDSTUK 1.
Begripsbepalingen
2
HOOFDSTUK 2.
Regels over het persoonsgebonden budget
3-5
HOOFDSTUK 3.
Eigen bijdragen en eigen aandeel
6
HOOFDSTUK 4.
Hulp bij het huishouden
7-8
HOOFDSTUK 5.
Woonvoorzieningen
9-11
HOOFDSTUK 6.
Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
12
HOOFDSTUK 7.
Verplaatsen in en rond de woning
13
HOOFDSTUK 8.
Indexering
14
1
Hoofdstuk 1.
Begripsbepalingen
Artikel 1 1. Een financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op het inkomen van de aanvrager. 2. Een voorziening in natura is een voorziening die in eigendom, in bruikleen of in huur wordt verstrekt. 3. Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage) of een financiële tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing zijn. 4. Persoonsgebonden budget: een geldbedrag waarmee de aanvrager één of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven. 5. Alfacheque: bemiddelde hulp voor hulp bij het huishouden.
2
Hoofdstuk 2.
Regels over het persoonsgebonden budget
Artikel 2 Regels rond verstrekking en verantwoording. 2.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager. 2.2. Verstrekking van een persoonsgebonden budget (Pgb) vindt niet plaats indien: 1. een individuele toekenning als primaat met een algemene voorziening wordt ingevuld, 2. indien er op grond van het onderzoek aanwijzingen zijn dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoongebonden budget 3. er op grond van het (medisch) onderzoek duidelijke aanwijzingen zijn dat de omstandigheden zullen wijzigen binnen de te verwachten levensduur van de voorziening, 4. de aanvrager een betalingsachterstand in geval van een terugbetalingsregeling heeft uit een eerder toegekend Pgb. 2.3. Berekening persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden. Het Pgb wordt per week berekend door het aantal geindiceerde uren te vermenigvuldigen met het geldende uurtarief. Het toe te kennen bedrag wordt in de beschikking vermeld. 2.4. Uitbetaling persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden. Een Pgb voor hulp bij het huishouden wordt per 4 weken (13 periodes) uitbetaald. De eerste uitbetaling gaat in na ontvangst van een kopie van de door de budgethouder en hulpverlener ondertekende overeenkomst. 2.5. 1. De verantwoording van het persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden door de budgethouder aan het college vindt plaats: 2. indien een Pgb is verstrekt voor hulp bij het huishouden: vóór 1 maart van het volgende kalenderjaar; 3. indien een Pgb voor hulp bij het huishouden voor een kortere periode dan een jaar wordt verleend: binnen 3 maanden na afloop van die periode. 4. Bij de verantwoording van het Pgb voor hulp bij het huishouden moet in ieder geval kunnen worden overgelegd: a. de overeenkomst die zijn afgesloten met de hulpverleners, b. overzichten van het door hulpverleners per maand gewerkte aantal uren (datum en tijd), c. bewijzen van uitbetaling (alleen kopieën van bankafschriften worden geaccepteerd) van de vergoedingen aan de hulpverleners. 5. Indien uit de af te leggen verantwoording van het Persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden blijkt dat de uitgaven lager zijn dan het verstrekte budget, omdat de cliënt scherp heeft kunnen inkopen dan mag 1,5% worden behouden met een minimum van € 100, - en een maximum van € 1.250,- per jaar; 6. Pgb-houders mogen vanuit het aan hun toegekende persoonsgebonden budget voor de hulp bij het huishouden een feestdagenuitkering of vakantiegeld uitbetalen aan hun hulp. De feestdagenuitkering cq. vakantiegelduitkering mag niet meer bedragen dan € 250,- op jaarbasis. De Pgb-houders dienen dit tevens bij de verantwoording van het Pgb te melden aan de gemeente. 7. Het Pgb voor hulp bij het huishouden mag niet in het buitenland worden aangewend. Er is geen minimum aan het terug te vorderen bedrag. 8. Kan de budgethouder geen (tijdige) verantwoording afleggen of is er een betalingsachterstand in geval van een terugbetalingsregeling, dan kan het Pgb worden omgezet in zorg in natura of alfacheque.
3
2.6. Terugbetaling persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden. 1. Als het Pgb niet langer wordt gebruikt dient dit direct aan de gemeente te worden gemeld. Het bedrag van het Pgb moet vervolgens naar rato worden terugbetaald. 2. Bij verhuizing naar een andere gemeente dient naar rato het bedrag van het Pgb door de cliënt te worden terugbetaald. 3. In geval van overlijden van de aanvrager dienen de erven het bedrag naar rato terug te betalen. 4. In geval van niet voldoen aan de voorwaarden voor verantwoording van het Pgb kan het college besluiten het uitbetaalde Pgb terug te vorderen. 2.7.1 Berekening persoonsgebonden budget overige voorzieningen. Onder overige voorzieningen wordt verstaan: scootmobiel, rolstoelvoorzieningen en woonvoorzieningen. 1. Het op de aanvraag toe te kennen persoonsgebonden budget is in principe altijd gelijk aan de kosten van de goedkoopste adequate voorziening zoals deze in natura door de gemeente zou zijn verstrekt of, indien het een vervoersvoorziening en/of hulpmiddel betreft, gelijk aan de bruto adviesprijs minus een efficiency korting van 15%. 2. Een Pgb voor een vervoers-, rolstoel- of woonvoorziening wordt toegekend voor een periode van zeven jaar. Uitzonderingen hierop zijn woningaanpassingen en trapliften die voor een periode van tien jaar worden toegekend. 3. Het toe te kennen totaalbedrag en de periode waarop het pgb betrekking heeft worden in de beschikking vermeld. 4. Voorwaarden voor het Pgb: a. De voorziening moet voldoen aan het bij de indicatie opgestelde programma van eisen. b. De levensduur van een met een Pgb aangeschafte vervoersvoorziening of hulpmiddel voor verplaatsing in en rond de woning wordt – bij ongewijzigde omstandigheden – geacht te voorzien ter compensatie van de beperking, volgens opgave van de gemeentelijke leverancier. c. Er kan alleen opnieuw een Pgb worden verstrekt indien er sprake is van gewijzigde omstandigheden of gebreken welke niet verwijtbaar aan de aanvrager zijn. 2.7.2. In afwijking van voorgaande bepaling zijn er drie tarieven vastgesteld voor het Pgb voor een scootmobiel, te weten € 3.000, -, € 4.000, - en € 5.000, - (exclusief onderhoud en verzekering). Dit bedrag is inclusief het aanpassen van de voorziening (het programma van eisen). Dit Pgb wordt aangevuld met de vergoeding voor de kosten van instandhouding, zoals onderhoud en verzekering. Deze vergoeding bedraagt voor een scootmobiel € 150, - per jaar. 2.8. De uitbetaling van een Pgb voor overige voorzieningen vindt in principe ineens plaats. Een uitzondering hierop wordt gevormd bij een Pgb voor een (dure) woningaanpassing. Bij een Pgb voor een (dure) woonvoorziening wordt de volgende verdeling aangehouden: 1. een Pgb van meer dan € 10.000, - wordt in termijnen verstrekt waarbij in overleg met de aanvrager een schema wordt opgesteld, 2. de termijnen worden ieder geval beschikbaar gesteld in samenhang met de voortgang van de werkzaamheden. 2.9. De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt plaats: 1. indien een Pgb is verstrekt voor een vervoersvoorziening of voor een middel voor verplaatsing in en rond de woning: binnen 3 maanden nadat het Pgb bedrag is bijgeschreven op de bank- of girorekening van aanvrager; of 2. indien een Pgb is verstrekt voor een woonvoorziening binnen 3 of 6 maanden nadat de beschikking is afgegeven. 3. Bij de verantwoording van het Pgb voor een woonvoorziening of een vervoersvoorziening wordt in ieder geval overgelegd: a. een op naam gestelde gespecificeerde nota voor de gerealiseerde dan wel aangeschafte voorziening met toebehoren, b. een betalingsbewijs van aanschaf van de voorziening,
4
c.
indien het een elektrisch voortbewogen vervoermiddel betreft: een bewijs van een daarvoor afgesloten verzekering.
2.10. Terugbetaling persoonsgebonden budget overige voorzieningen 1. Als een hulpmiddel binnen de gestelde periode waarvoor het Pgb is verstrekt niet langer wordt gebruikt, dient dit direct aan de gemeente te worden gemeld. Het bedrag van het Pgb moet vervolgens naar rato worden terugbetaald 2. Bij verhuizing naar een andere gemeente dient naar rato het bedrag van het Pgb door de cliënt te worden terugbetaald. 3. In geval van overlijden van de aanvrager dienen de erven het bedrag naar rato terug te betalen. 2.11. Voor wat de terugvordering van niet verantwoorde gelden betreft, wordt aangesloten bij de regelgeving van de gemeente Gorinchem.
5
Hoofdstuk 3.
Eigen bijdragen en eigen aandeel
Artikel 3 Omvang van de eigen bijdrage 3.1. Voor hulp bij het huishouden: De omvang van de eigen bijdrage voor hulp bij het huishouden (natura, via een persoonsgebonden budget of via de alfacheque) wordt vastgesteld en geïnd door het CAK (Centraal Administratie Kantoor) en is afhankelijk van inkomen, leeftijd en gezinssituatie. 3.2. Voor overige voorzieningen: De omvang van de eigen bijdrage voor voorzieningen, met uitzondering van rolstoel- en kindervoorzieningen, (natura of via een persoonsgebonden budget) wordt vastgesteld en geïnd door het CAK (Centraal Administratie Kantoor) en is afhankelijk van inkomen, leeftijd en gezinssituatie en bedraagt niet meer dan de maximale kosten van de voorziening. Uitzondering hierop is de scootmobiel waarvoor een eigen bijdrage van € 500, - geldt en de vergoedingen voor collectief vraagafhankelijk vervoer en het individuele vervoer. 3.3. De omvang van het eigen aandeel bij een financiële tegemoetkoming in de kosten van een voorziening wordt vastgesteld en geïnd door het CAK (Centraal Administratie Kantoor) en is afhankelijk van inkomen, leeftijd en gezinssituatie en bedraagt niet meer dan de maximale kosten van de voorziening. Er is geen eigen aandeel bij de verhuiskostenvergoeding. 3.4. Bij de aanvraag van een vervoersvoorziening in de vorm van collectief vraagafhankelijk vervoer wordt een bijdrage van € 15, - geheven. Deze bijdrage dient bij indiening van de aanvraag te worden betaald. In geval van vermissing (verlies of diefstal) of beschadiging (zichtbare schade, dus niet een niet werkende magneetstrip) van de vervoerspas dient de cliënt € 8,00 te voldoen alvorens een nieuwe pas wordt verstrekt. 3.5. De omvang van de eigen bijdrage voor vervoersvoorziening in de vorm van een scootmobiel (natura of via een persoonsgebonden budget) bedraagt € 500, - en wordt geïnd door het CAK (Centraal Administratie Kantoor). Dit betreft iedere nieuwe toekenning (ook bij vervanging) vanaf 1 juli 2012 voor een scootmobiel via de Wet maatschappelijke ondersteuning.
6
Hoofdstuk 4.
Hulp bij het huishouden
Artikel 4. Regels over gebruikelijke zorg, omvang van de hulp bij het huishouden, de omvang van het persoonsgebonden budget en de omvang van de alfacheque voor hulp bij het huishouden. 4.1. Gebruikelijke zorg Voor toepassing van artikel 10 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Gorinchem wordt het protocol “Van Indicatiestelling voor Huishoudelijke Verzorging naar Indicatiestelling voor Hulp bij het Huishouden” en het protocol “Gebruikelijke zorg”, uitgave Centrum Indicatiestelling Zorg, april 2005 gehanteerd, met uitzondering van de inhoud van punt 2.2 Leefeenheid of huishouden. Hiervoor dient gelezen te worden: Met leefeenheid wordt bedoeld, alle personen die in de Gemeentelijke Basisadministratie staan ingeschreven op één adres en samen een duurzaam huishouden voeren. Indien er sprake is van kamerverhuur, wordt de huurder van de betreffende ruimte niet tot het huishouden c.q. de leefeenheid gerekend. Een soortgelijke positie wordt ingenomen door mensen die omwille van hun zorgbehoefte op één adres ieder zelfstandig wonen. Denk hierbij aan woongemeenschappen van kloosterlingen, ouderen of aanvragers. Ook hier is dus geen sprake van een leefeenheid. 4.2. Niveaus hulp bij het huishouden De hulp bij het huishouden wordt onderverdeeld in 2 niveaus, te weten HH 1 en HH 2. Onder HH wordt verstaan: huishoudelijke werkzaamheden. De te verrichten werkzaamheden in niveau HH 1 zijn: − licht en zwaar huishoudelijk werk; − de was doen; − huishoudelijke spullen in orde houden; − boodschappen doen; − broodmaaltijden bereiden; − warme maaltijden. Onder HH 2 wordt verstaan: huishoudelijke werkzaamheden met ondersteuning in de huishouding. De te verrichten werkzaamheden in dit niveau zijn: − de functies genoemd bij categorie 1; − anderen helpen in huis met zelfverzorging; − anderen helpen in huis bij bereiden van de maaltijd; − dagelijkse organisatie van het huishouden (bijv. lichte administratieve werkzaamheden); − instructie; − advies; − voorlichting.
7
4.3 Bedrag van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden De vaststelling van een persoonsgebonden budget vindt ten aanzien van hulp in de huishouding als volgt plaats: Er wordt voor zowel HH 1 als voor HH 2 een bedrag per uur afgerond naar decimalen per week beschikbaar gesteld. Dit bedrag per uur is per 1-1-2014 vastgesteld op € 15,50. Het aantal uur waar iemand recht op heeft is afhankelijk van de Wmo indicatie en wordt bij beschikking aan de klant medegedeeld. 4.4 Omvang hulp in natura Het aantal uur waar iemand recht op heeft is afhankelijk van de Wmo indicatie en wordt bij beschikking aan de klant medegedeeld. Er kunnen op grond van de hardheidsclausule additionele uren boven 16 uur per week worden toegekend. 4.5 Omvang hulp via alfacheque. Het aantal uur waar iemand recht op heeft is afhankelijk van de Wmo indicatie en wordt bij beschikking aan de klant medegedeeld. Het uurtarief voor hulp via een alfacheque voor 2014 is vastgesteld op € 15,75 per uur. De alfacheque zal alleen worden gebruikt bij een indicatie voor HH 1.
8
Hoofdstuk 5.
Woonvoorzieningen
Artikel 5. 5.1. Anti speculatiebeding Het in artikel 20 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Gorinchem genoemde afschrijvingsschema geldt alleen voor woningaanpassingen groter dan € 20.420, - en luidt als volgt: Bij verkoop in het: e 1 jaar na de datum e 2 jaar na de datum e 3 jaar na de datum e 4 jaar na de datum e 5 jaar na de datum e 6 jaar na de datum e 7 jaar na de datum e 8 jaar na de datum e 9 jaar na de datum e 10 jaar na de datum
van gereedmelding: van gereedmelding: van gereedmelding: van gereedmelding: van gereedmelding: van gereedmelding: van gereedmelding: van gereedmelding: van gereedmelding: van gereedmelding:
100% van de meerwaarde 90% van de meerwaarde 80% van de meerwaarde 70% van de meerwaarde 60% van de meerwaarde 50% van de meerwaarde 40% van de meerwaarde 30% van de meerwaarde 20% van de meerwaarde 10% van de meerwaarde.
Voor aanvang van de werkzaamheden dient de woning getaxeerd te worden. Na de gereedmelding van de woningaanpassing vindt opnieuw een taxatie plaats. Beide taxaties zijn op kosten van de gemeente en worden uitgevoerd door een onafhankelijk taxateur. Aan de hand van beide taxaties wordt de meerwaarde van de woning bepaald. Dit bedrag is bepalend voor de toepassing van bovenstaand afschrijvingsschema en wordt aan de aanvrager medegedeeld. 5.2. Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding als genoemd in artikel 15 onder a van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Gorinchem bedraagt: 1. € 2.500, - voor verhuizing naar een gelijkvloerse en beter aanpasbare woning indien in de huidige woning zodanige onvoorzienbare ergonomische belemmeringen worden ondervonden op grond van een calamiteit die zich in het jaar voorafgaand aan de aanvraag voordeed waardoor verhuizing binnen een ½ jaar tot 1 jaar noodzakelijk is; 2. € 2.500, - indien een aanvraag om woningaanpassingen is afgewezen en een aanvrager op grond van het primaat verhuizen boven aanpassen, verhuist naar een aangepaste of beter aanpasbare woning; 3. € 4.500, - indien op verzoek van de gemeente een voor meer dan € 5.945, - aangepaste woning wordt vrijgemaakt door achterblijvende gezinsleden na overlijden of definitieve opname elders van de aanvrager. De vergoeding wordt in principe uitbetaald aan de medehuurder. Indien dit niet mogelijk is wordt de bovengenoemde vergoeding verdeeld onder de desbetreffende achtergebleven gezinsleden; 4. € 4.500, - indien een aanvrager op verzoek van de gemeente verhuist naar een al voor meer dan € 6.000, - aangepaste woning binnen de gemeente; 5. € 5.500, - indien een aanvrager op verzoek van de gemeente verhuist naar een al voor meer dan € 6.000, - aangepaste woning buiten de gemeente. Uitbetaling van de tegemoetkoming vindt plaats na overlegging van het getekende huurcontract of het getekend koopcontract. Indien de verhuizing niet plaatsvindt, dient het uitbetaalde bedrag per omgaande te worden terugbetaald.
9
5.3 Bij urgente noodzaak voor vervanging vloerbedekking i.v.m. COPD of continue rolstoelgebruik op grond van artikel 15 onder c van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Gorinchem geldt: 1. Indien een urgente noodzaak van vervanging van vloerbedekking is vastgesteld i.v.m. eerder niet aanwezige COPD wordt uitsluitend een tegemoetkoming in de kosten gegeven van vervanging van de vloerbedekking in de slaapkamer. Bij een kind beneden de 4 jaar kan ook een vergoeding door vervanging van de vloerbedekking in de woonkamer worden gegeven. 2. Indien een urgente noodzaak van vervanging van vloerbedekking is vastgesteld i.v.m. eerder niet aanwezig rolstoelgebruik wordt uitsluitend een tegemoetkoming in de kosten gegeven van vervanging van de vloerbedekking in die ruimte die door de aanvrager dagelijks moeten worden gebruikt. 3. De leeftijd van de huidige vloerbedekking is van belang bij het vaststellen van de hoogte van de vergoedingen onder 1. en 2. a. De hoogte van de tegemoetkoming voor de vervanging van de vloerbedekking is gebaseerd op de kosten van nieuwe vloerbedekking en op het afschrijvingspercentage onder punt c. b. Maximum normbedrag vloerbedekking: € 10, - per m2. c. Er wordt alleen een tegemoetkoming toegekend indien de vloerbedekking niet ouder is dan 8 jaar. Vaststelling afschrijvingspercentage: Leeftijd vloerbedekking 0 - 2 jaar oud 2 - 4 jaar oud 4 – 6 jaar oud 6 – 8 jaar oud
Vergoeding op basis van normbedrag 100% 75% 50% 25%
4. Binnen drie maanden na uitbetaling van het bedrag dient ter verantwoording de factuur te worden ingeleverd. 5.4. Het bedrag voor tijdelijke huisvesting als genoemd in artikel 15 onder e van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Gorinchem bedraagt: 1. de werkelijke kosten met een maximum van € 600, - per maand, gedurende maximaal zes maanden als tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van zelfstandige woonruimte en/of het langer aanhouden van de te verlaten woonruimte; 2. de werkelijke kosten met een maximum van € 230, - per maand, gedurende maximaal zes maanden ter tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte. 5.5. De vergoeding voor huurderving als genoemd in artikel 15 lid 2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Gorinchem, voor het beschikbaar houden van een aangepaste woning, bedraagt afhankelijk van de kale huur van de woonruimte maximaal € 600, - per maand voor de duur van maximaal twee maanden. 5.6. De werkelijke kosten van de goedkoopste adequate voorziening(en) ten behoeve van het bezoekbaar maken van één woonruimte als genoemd in artikel 18 lid 2 tot en met 5 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Gorinchem worden vergoed. 5.7. Een financiële tegemoetkoming als gevolg van artikel 13 1.d van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Gorinchem bij aanpassing van een woonboot of woonwagen vindt plaats als de vergunning voor stand- of ligplaats langer dan 5 jaar geldig is. Is de geldigheidsduur korter dan 5 jaar dan is de financiële tegemoetkoming maximaal € 1.267, -.
10
5.8 Een losse woonvoorziening tot € 500, - wordt in eigendom toegekend. De voorziening wordt toegekend voor 7 jaar. Reparatie- en onderhoudskosten zijn voor rekening van de aanvrager.
11
Hoofdstuk 6.
Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 6 Vervoersvoorzieningen 6.1 Collectief Vervoer 1. Met de vervoerspas kan per enkele reis maximaal 5 openbaar vervoerszones worden gereisd tegen gereduceerd tarief (€ 0,56 per zone, prijspeil januari 2013). 2. Met de vervoerspas kan per kalenderjaar circa 500 reiszones (circa 2.000 km) worden gereisd tegen gereduceerd tarief (€ 0,56 per zone, prijspeil januari 2013). 3. Indien er op grond van de Wmo sprake is van een grotere vervoersbehoefte dan 500 reiszones, kan er een aanvraag worden ingediend voor uitbreiding van het aantal reiszones. 4. De vervoerskosten voor een begeleider, die meereist met de cliënt op grond van een medische indicatie voor begeleiding tijdens het vervoer, komen voor rekening van de gemeente. 6.2 Financiële tegemoetkoming – individueel vervoer 6.2.1 Aan hen die op grond van een onafhankelijk medisch advies niet in staat zijn van CVV gebruik te maken, kan een individuele tegemoetkoming in de kosten van gebruik van bepaald vervoer als bedoeld in artikel 21 onder d van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Gorinchem worden toegekend. Deze vergoedingen zijn gemaximaliseerd en worden op basis van declaratie per kwartaal uitbetaald: a. een vergoeding voor gebruik van een individuele (rolstoel-)taxi tot een maximum van € 780, - per kwartaal. De kosten conform tarieven collectief vraagafhankelijk vervoer worden aan cliënt in rekening gebracht; b. een vergoeding voor gebruik van een bij de aanvrager of partner in het bezit zijnde eigen auto ad € 0,27 per kilometer tot een maximum van € 202,50 per kwartaal; c. een vergoeding voor gebruik van een aan de aanvrager in bruikleen gegeven bruikleenauto ad € 0,21 per kilometer tot een maximum van € 157,50 per kwartaal; d. een vergoeding voor gebruik van een auto van derden ad € 0,21 per kilometer tot een maximum van € 157,50 per kwartaal; e. een vergoeding voor gebruik van een aan de aanvrager in bruikleen gegeven gesloten buitenwagen ad € 0,11 per kilometer tot een maximum van € 82,50 per kwartaal. 6.2.2. Indien de aanvrager recht heeft of verkrijgt op een scootmobiel of een ander verplaatsingsmiddel als bedoeld in artikel 21 onder b van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Gorinchem wordt een korting op het maximum van de toekomende individuele vervoersvoorziening onder 21 d van genoemde verordening toegepast van respectievelijk 40% bij gebruik van een scootmobiel en 30% bij gebruik van een bijzondere fiets. 6.2.3. Personen met een beperking die aantonen dat zij structureel deelnemen aan regulier vrijwilligerswerk, kunnen de voor hun rekening blijvende extra reiskosten, die niet verhaalbaar zijn op de instantie voor wie zij dat vrijwilligerswerk verrichten, declareren tot maximaal 2500 kilometer per jaar. Voor het overige zijn alle voorwaarden van toepassing die ook op de andere vervoersvergoedingen gelden.
12
Hoofdstuk 7.
Verplaatsen in en rond de woning
Artikel 7. 1. Het bedrag van de tegemoetkoming voor aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel bedraagt € 2.550, - voor een periode van 3 jaar. 2. Bij de vaststelling van de tegemoetkoming voor een sportvoorziening worden de kosten van de vergelijkbare algemeen gebruikelijke sportvoorziening voor een persoon zonder beperkingen afgetrokken van het bedrag van een basisuitvoering van de betreffende sportvoorziening. Het bedrag van de tegemoetkoming voor aanschaf en onderhoud van een sportvoorziening bedraagt maximaal € 2.550, - voor een periode van 3 jaar. Een sportrolstoel of een sportvoorziening wordt uitsluitend verstrekt als financiële tegemoetkoming. 3. Voor een financiële tegemoetkoming ten behoeve van een sportrolstoel of een sportvoorziening geldt de strikte voorwaarde dat de sportrolstoel of de sportvoorziening alleen wordt verstrekt als men lid is van een bij die sport behorende vereniging. Het bewijs van lidmaatschap dient voorafgaand aan de toekenning te worden overlegd. 4. Binnen drie maanden na uitbetaling van het bedrag dient ter verantwoording de factuur te worden ingeleverd. 5. Per 3 jaar wordt er een financiële tegemoetkoming voor een sportrolstoel óf een sportvoorziening toegekend. 6. De hoogte van deze financiële tegemoetkoming wordt niet afgestemd op het inkomen.
13
Hoofdstuk 8.
Indexering
Artikel 8. Indexering (artikel 37 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Gorinchem). 1. De in dit besluit geldende bedragen kunnen jaarlijks door de burgemeester en wethouders worden aangepast conform het percentage uit de september circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 2. Uitzonderingen hierop vormen de bedragen voor de eigen bijdragen en het eigen aandeel bij toekenning van financiële tegemoetkomingen zoals genoemd in de Algemene Maatregel van Bestuur, behorende bij de Wmo. Deze bijdragen worden jaarlijks gewijzigd aan de hand van de prijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CPI cijfer voor alle huishoudens). 3. De vergoedingen voor taxivervoer en de bedragen voor hulp bij het huishouden kunnen jaarlijks worden aangepast conform de afspraken die gemaakt zijn met de leveranciers. Artikel 9. Citeerartikel en inwerkingtreding. Dit besluit kan worden aangehaald als het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Gorinchem 2014. Het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2013 komt hierbij te vervallen. Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Gorinchem gehouden op november 2013. De secretaris,
De burgemeester
14