BESCHIKKING
Globiscode
DR 010600796
Aanvrager
Stichting Bodemsanering NS te Utrecht
Onderwerp
Bodemsanering; locatie NS-locatie Assen (ten zuiden van de Vriezerweg), WBB-geval 6 en 7, gemeente Assen, beschikking, ernstig, spoedige sanering noodzakelijk en instemming met het saneringsplan.
Datum
6 augustus 2008
Kenmerk
DO/2008009308
Bijlage
1. 2.
Behandelend ambtenaar bij afdeling Duurzame Ontwikkeling
Kadastrale kaart met daarop de interventiewaardecontour van de grond Tekening saneringslocatie nummer 080631T01 (zie tekening in het rapport en het daarop vermelde nummer)
de heer L. Wallinga (0592) 36 58 82
2
1.
Inleiding
Gedeputeerde staten van Drenthe hebben op 12 juni 2008 een melding als bedoeld in artikel 28 van de Wet bodembescherming (WBB) ontvangen van Stichting Bodemsanering NS, Jaarbeursplein 15 te Utrecht (SBNS). De SBNS is van plan de bodem te saneren ter plaatse van de locatie NS-locatie Assen WBB-geval 6 en 7 (ten zuiden van de Vriezerweg) in de gemeente Assen. Bij deze melding zijn het aanvraagformulier en de bodemonderzoeksrapporten en een saneringsplan gevoegd. Deze worden opgesomd onder punt 5.1.
2.
Besluit
De ons verstrekte gegevens hebben wij op volledigheid en op juistheid beoordeeld. Aan de hand van deze gegevens besluiten wij het volgende. A. Ter plaatse van de percelen, gemeente Assen, sectie AA, nummers 544 en 547, is sprake van twee gevallen van ernstige bodemverontreiniging, zoals bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de WBB. B.
Op basis van artikel 37 van de WBB stellen wij vast dat de verontreinigingen onaanvaardbare risico’s voor het ecosysteem meebrengen waardoor spoedige sanering van deze gevallen noodzakelijk is.
C.
Op basis van artikel 37 van de WBB stellen wij vast dat met de saneringen van deze 2 gevallen binnen 4 jaar na het afgeven van deze beschikking, begonnen dient te worden.
D.
Op basis van artikel 37 van de WBB stellen wij maatregelen vast die van belang zijn voor de bescherming van de bodem. Deze worden genoemd in hoofdstuk 3 van dit besluit.
E.
Wij stemmen in met het vorenvermelde saneringsplan, zoals bedoeld in artikel 39 van de WBB.
De saneringsdoelstelling per geval is: ontgraving van de sterk met nikkel, koper en zink verontreinigde bovengrond tot een bodemgebruikswaarde die behoort bij het bodemgebruik grootschalig (openbaar) groen (BGW II).
3.
Maatregelen/Voorschriften
I.
De startdatum van de grondsanering dient één week voorafgaand aan de sanering bij ons te worden gemeld. Dit kan: a. schriftelijk: gedeputeerde staten van Drenthe, t.a.v. mevrouw H. Weijts, afdeling Duurzame Ontwikkeling, team bodemsanering, Postbus 122, 9400 AC Assen b. per fax: idem, faxnummer (0592) 36 54 22.
II.
Als de huidige gebruiksfunctie wijzigt voordat er wordt gesaneerd, kan deze wijziging gevolgen hebben voor de bepaling of spoedige sanering noodzakelijk is. Daarom moet een functiewijziging aan ons worden gemeld (zie adres onder I). Binnen zes weken zullen wij daarop schriftelijk reageren.
3
III.
De sanering dient volgens het saneringsplan en de beschikking te worden uitgevoerd. Wijzigingen van het saneringsplan dienen uiterlijk twee weken voorafgaand aan de uitvoering daarvan aan ons te worden gemeld (zie adres onder I).
IV.
Bij tussenopslag, overslag en transport van verontreinigde grond dienen adequate maatregelen genomen te worden om de verontreiniging van percelen van derden te voorkomen. Deze maatregelen bestaan minimaal uit het aanbrengen van een vloeistofdichte onderafdichting en het gebruik van transportmiddelen met een vloeistofdichte en afsluitbare laadbak.
V.
Bij de eindverificatie van het saneringsresultaat worden de putwanden en putbodems bemonsterd volgens het SIKB-VKB protocol 6001 en op minimaal de parameters koper, nikkel en zink geanalyseerd.
VI.
Op de uitvoering van de sanering is het besluit en de regeling Kwalibo van toepassing. De saneringswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd en begeleid door bedrijven die beschikken over voor deze bodemsanering vereiste certificeringen en erkenningen.
VII.
Binnen 13 weken na afronding van de saneringswerkzaamheden dient per geval bij ons ter instemming een evaluatieverslag te worden ingediend. Indien van toepassing dient tegelijkertijd, of zo spoedig mogelijk, na toezending van het evaluatieverslag een nazorgplan bij ons te worden ingediend (zie adres onder I).
4.
Procedure
Wij passen hoofdstuk 4, titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht toe. Overeenkomstig artikel 28, vijfde lid, van de WBB hebben wij burgemeester en wethouders van Assen in kennis gesteld. Het voornemen tot instemming met het saneringsplan is gepubliceerd in het Gezinsblad van 23 juli 2008 en de stukken hebben van 17 juli 2008 tot en met 1 augustus 2008 ter inzage gelegen. In het kader van deze procedure zijn geen zienswijzen naar voren gebracht.
5.
Overwegingen die ten grondslag liggen aan deze beschikking
5.1.
De volgende rapporten liggen ten grondslag aan deze beschikking. Nader waterbodemonderzoek ter plaatse van vier Balans-percelen in de gemeente Assen, rapport van Oranjewoud, nummer 9047-166156, van 9 januari 2007 Saneringsplan Wbb-6 en Wbb-7 te Assen van Aveco de Bondt, nummer 08.0631, RABS/32, van 5 juni 2008
5.2.
Het nader onderzoek betreft de twee gevallen van verontreiniging en zijn volgens de Richtlijn nader onderzoek voor waterbodems (AKWA/rapport 01.005/RIZA-nota 2001.052, maart 2002) uitgevoerd. De saneringsdoelstelling is gebaseerd op een landbodem, omdat in de sloot geen water aanwezig is en de sloot geen afvoerende waterfunctie heeft. Vanwege de zeer dichte begroeiing ter plaatse is het aantal te peilen raaien verminderd. Wij zijn van mening dat het
4
onderzoek desondanks van voldoende kwaliteit is, mede gelet op het standpunt van de onderzoeker, dat op verantwoorde wijze op dit onderzoek een beschikking wordt genomen. 5.3.
Verontreinigingsbeeld Uit de resultaten van het bodemonderzoek blijkt dat sprake is van bodemverontreiniging aanwezig op de volgende kadastrale percelen: Assen Sectie Nummer Omschrijving AA 544 Infrastructuur, spoorberm AA 547 Infrastructuur, spoorberm In de bodem zijn de volgende verontreinigende stoffen aangetroffen. zware metalen PAK minerale olie In de grond zijn gehalten boven de interventiewaarden aangetroffen van de stoffen: koper, nikkel en zink. In het grondwater zijn geen gehalten boven de interventiewaarden aangetroffen. De hoeveelheid grond waarin de interventiewaarde wordt overschreden en de diepte waarop de verontreinigende stoffen in de grond voorkomen zijn Kadastraal perceel Hoeveelheid grond > I-waarde Diepte van voorkomen
Assen AA 544 500 m3 Van 0,0 tot circa 0,7 m beneden maaiveld
Assen AA 547 100 m3 Van 0,0 tot circa 0,6 m beneden maaiveld
De streefwaardecontour in de grond is gelijk aan de contour van de beide kadastrale percelen. De omvang van de ernstige verontreiniging is weergegeven op bijgevoegde kadastrale tekening op basis van de interventiewaarde contour in de grond. 5.4.
De verontreiniging is ontstaan als gevolg van slijtage en emissie van stoffen die gerelateerd zijn aan het spoor. Vanwege het ontbreken van een ruimtelijke samenhang is er sprake van twee gevallen van bodemverontreiniging.
5.5.
Of een geval van bodemverontreiniging al dan niet ernstig is, wordt beoordeeld aan de hand van: de circulaire Streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering van 4 februari 2000, nummer DBO/1999226863, gepubliceerd in de Staatscourant van 24 februari 2000. Volgens deze circulaire is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging, indien voor ten minste één stof de gemiddelde concentratie gemeten in grond in minimaal 25 m3 bodemvolume of gemeten in grondwater in minimaal 100 m3 bodemvolume, hoger blijkt te zijn dan de interventiewaarde.
5
5.6.
Op basis van de punten 5.1 tot en met 5.5 is er sprake van twee gevallen van ernstige bodemverontreiniging.
5.7.
Volgens artikel 37 van de WBB moeten wij bij ernstige gevallen vaststellen of het huidige dan wel voorgenomen gebruik van de bodem of de mogelijke verspreiding van de verontreiniging zal leiden tot zodanige risico’s voor mens, plant of dier, dat spoedige sanering noodzakelijk is. Of sprake is van een spoedige sanering wordt beoordeeld aan de hand van: de circulaire bodemsanering 2006 (Staatscourant 2006, 83) de risicobeoordeling zoals vastgelegd in het hierboven vermelde rapport van Oranjewoud (januari 2007). Spoedige sanering van een geval van ernstige bodemverontreiniging is noodzakelijk, als op basis van de risicobeoordeling(en) blijkt dat het geval van ernstige bodemverontreiniging onaanvaardbare risico’s meebrengt voor de mens, het ecosysteem of uit oogpunt van verspreiding. Zijn er geen onaanvaardbare risico’s dan wordt het saneringscriterium niet overschreden en is spoedig saneren niet noodzakelijk. Uit de risicobeoordelingen blijkt dat de aanwezige bodemverontreinigingen ter plaatse onaanvaardbare risico’s meebrengen voor: het ecosysteem Een motivatie hiervoor staat in de risicobeoordelingen. Dit betekent dat voor deze gevallen van bodemverontreiniging spoedige sanering noodzakelijk is . Op basis van de rapporten hebben wij voor deze gevallen het huidige gebruik vastgesteld als grootschalig (openbaar) groen. Vanwege de onaanvaardbare risico’s voor: het ecosysteem stellen wij op grond van artikel 37, lid 1 van de Wbb vast dat binnen 4 jaar na het van kracht worden van deze beschikking met de sanering moet zijn begonnen.
5.8.
Saneringsplan Het plan is opgesteld voor de gevallen zoals omschreven bij 5.4. In het saneringsplan is de saneringsdoelstelling omschreven als functiegericht. ontgraving van de sterk met nikkel, koper en zink verontreinigde bovengrond tot een bodemgebruikswaarde die behoort bij het bodemgebruik grootschalig (openbaar) groen (BGW II). Omdat de ontgravingen mogelijk niet worden aangevuld, daar dit voor de beoogde functie niet strikt noodzakelijk is, wordt het gebruikelijke onderscheid in saneringsdoelstelling voor de boven- en ondergrond niet gemaakt. Bij de hierboven geformuleerde saneringsdoelstelling is rekening gehouden met het toekomstig gebruik als grootschalig (openbaar) groen. Voor de sanering wordt daarom de bij deze functie behorende bodemgebruikswaarde BGW II aangehouden.
6
De saneringsmaatregelen bestaan uit het vrijmaken van de ontgravingslocaties van de aanwezige begroeiing, ontgraven en afvoeren van de sterk verontreinigde grond naar een erkend verwerker en controle van de ontgravingsgrenzen door middel van monsterneming en analyse. Bij een eventuele aanvulling voldoet de toe te passen grond minimaal aan de kwaliteitsnormen van BGW II-grond. Tijdens de sanering wordt de bij 5.3 genoemde bodemverontreiniging, voor zover de concentraties de interventiewaarden overschrijden, weggenomen. De grondsanering begint in het najaar van 2008 en wordt ook in het najaar van 2008 afgerond. Voor het einde van 2008 zal het terrein dus gesaneerd zijn.
6.
Registratie bij het Kadaster
Voor de percelen die zich bevinden binnen de interventiewaardecontour in grond vloeit een publiekrechtelijke beperking voort als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken. Dit betekent dat er een beperking is van de bevoegdheid tot gebruik van of beschikking over onroerende zaken. Deze beperking houdt in dat voor het saneren of het verrichten van handelingen waardoor de verontreiniging wordt verminderd of verplaatst een saneringsplan ter instemming aan ons moet worden aangeboden. De instemming met het saneringsplan is met onderhavige beschikking verleend. In onderstaande tabel is aangegeven voor welke percelen er een publiekrechtelijke beperking geldt. Gemeente Assen Assen
Sectie AA AA
Nummer 544 547
Deze beschikking is een beperkingenbesluit zoals genoemd in artikel 1, onderdeel b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken. Volgens artikel 3 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken dient een beperkingenbesluit te worden ingeschreven in de openbare registers. Daarom zenden wij dit besluit aan de Dienst voor het Kadaster en de openbare registers in Groningen. Bijgevoegd is een kadastrale kaart met daarop de interventiewaardecontour en de kadastrale aanduiding van de onroerende zaak/zaken waarvoor de publiekrechtelijke beperking geldt. Het doel van de inschrijving in het openbare register is kenbaarheid van de publiekrechtelijke beperking. Voor betrokkene/belanghebbende is dit een signaal dat er in het verleden een beschikking op de percelen is genomen die te maken heeft met de toestand van de bodem. Bij het Kadaster en bij ons kan hierover nadere informatie worden opgevraagd.
7.
Deze beschikking voldoet aan de artikelen 29, 37, 39, en 55 van de WBB, artikelen 2, 3 en 15 van de WKPB en hoofdstuk 6 van de POV Drenthe
Over deze beschikking kan nadere informatie worden verstrekt door de behandelend ambtenaar, genoemd op pagina 1 van deze beschikking.
7
Een afschrift van deze beschikking zenden wij aan de hiernavolgende personen: de aanvrager: Stichting Bodemsanering Nederlandse Spoorwegen, t.a.v. de heer M. de Jong, Postbus 2809, 3500 GV Utrecht het ingenieursbureau: Aveco de Bondt ingenieursbedrijf, t.a.v. de heer A.Th.H. Booms, Postbus 2, 7460 AE Rijssen NS Vastgoed BV, Stationshal 17, 3511 CE Utrecht de heer T. Hollander, Heidenheim 3, 9481 TA Vries het college van burgemeester en wethouders van Assen, Postbus 30018, 9400 RA Assen NV Nederlandse Gasunie, Concourslaan 17, 9727 KC Groningen het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa’s, t.a.v. mevrouw A. GeeskenOosterveld, Postbus 195, 9640 AD Veendam Railinfratrust BV, Laan van Puntenburg 100, 3511 ER Utrecht Kadaster Arnhem, t.a.v. het WKPB team, Postbus 9015, 6800 DT Arnhem Gedeputeerde staten voornoemd, namens deze,
P.J. van Eijk, manager Duurzame Ontwikkeling Bijlage(n): mat/tk/coll. N.B. Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden tot 23 september 2008 bezwaar maken op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Het bezwaarschrift kunt u indienen bij gedeputeerde staten van Drenthe, t.a.v. afdeling Bestuur en Communicatie, Postbus 122, 9400 AC Assen.