Beroepsprofielen in de bouwnijverheid spoorwerker
Kathleen Hoefnagels & Liesbeth Denis mei 2005
Samenvatting
In enkele lijnen is de essentie van iedere job te vatten. Maar een beknopte beroepsomschrijving kan niet steeds volstaan. Bij het uittekenen van een basisopleiding bijvoorbeeld of voor het vastleggen van kwalificatie-eisen voor certificering binnen een bepaalde beroepsgroep moet men kunnen terugvallen op een gedetailleerd beroepsprofiel. Dit document beoogt een dergelijk gedetailleerd profiel voor het beroep van spoorwerker. Het profiel omschrijft in de eerste plaats het technische luik van het beroep, met voor elke activiteit een analyse van de noodzakelijke kennis en kunde. Naast de technische vaardigheden wordt apart aandacht besteed aan veiligheid. Tenslotte worden de noodzakelijke professionele attitudes belicht. Ze benadrukken dat het beroep méér inhoudt dan enkel technisch kunnen.
2
Inhoud
Samenvatting ............................................................................................................................... 2 Inhoud........................................................................................................................................... 3 1.
Situering van de spoorwerker ........................................................................................... 4 1.1 1.2 1.3
2.
Taak van de spoorwerker........................................................................................... 4 De sector ....................................................................................................................... 6 Fysieke condities en arbeidsomstandigheden......................................................... 7
Takensamenstelling............................................................................................................. 8 2.1 2.2 2.3
Voorbereidende taken................................................................................................. 9 Uitvoerende taken ..................................................................................................... 12 Ondersteunende taken.............................................................................................. 50
3.
Veiligheid ........................................................................................................................... 56
4.
Sociale vaardigheden en beroepshouding..................................................................... 64
Bijlage 1: sociale vaardigheden en beroepshoudingen ........................................................ 65
3
1.
Situering van de spoorwerker
1.1 Taak van de spoorwerker Inhoud van het beroep. Een spoorwerker werkt mee aan het verwijderen of vernieuwen van oude sporen en helpt nieuwe sporen aan te leggen. Hij voert de werken uit volgens de richtlijnen die de ploegbaas hem opdraagt. Zijn werk bestaat voornamelijk uit het aandragen van het nodige materieel en kleine machines, het hanteren ervan voor de afbraak, vernieuwing of opbouw van een spoor, en het onderhoud en de opkuis van de werkplaats. Organisatie in het bedrijf. Spoorwerkers werken in ploegverband. Het aantal arbeiders in een ploeg verschilt naargelang de grootte van het bedrijf, maar hangt ook af van de soort lijn (tram-, metro-, spoor-, …) die wordt aangelegd. Het is de gehele ploeg die de aanleg van spoorlijnen verzorgt. Binnen de groep heeft ieder zijn eigen taken, maar samenwerking blijft noodzakelijk om het werk tot een goed einde te brengen. Samenwerking. Naast de spoorwerker werkt ook de spoorkraanmachinist mee aan de opbouw van een spoorlijn. Hij hanteert de spoorkranen om het nodige materieel aan te brengen en te transporteren. Ook de aluminothermisch lasser is lid van de ploeg. Hij last de door de spoorwerkers gemonteerde rails naadloos aan elkaar. De onderstopmachinist helpt mee bij de afwerking van de spoorlijn, wanneer de rails machinaal op de juiste hoogte en plaats moeten gebracht worden. Dit alles gebeurt
4
onder toezicht van de ploegbaas die niet alleen richtlijnen geeft, maar ook zelf met zijn ploeg meewerkt. Kwalificatie. Wanneer een spoorwerker in een bedrijf aan de slag gaat, zijn ervaring en schoolse kennis geen vereisten. Er bestaat in het officiële onderwijs immers geen opleiding tot spoorwerker. In grote bedrijven wordt hij een handlanger genoemd. Na enkele jaren ervaring en met voldoende materiaalkennis, is hij een volleerd spoorwerker. Al naargelang zijn eigen wil en kunnen kan hij zich opwerken tot spoorkraanmachinist of lasser, of zich gaan specialiseren als ploegbaas. Dit beroepsprofiel beschrijft de taken en competenties van een volleerd spoorwerker. Infrastructuurwerken. Hoewel een spoorwerker gelijkaardig werk uitvoert bij de afbraak of aanleg van een tram-, metro- of spoorlijn, zijn sommige taken lijnspecifiek. Die verschillen situeren zich voornamelijk in vier domeinen:
materieel: elke lijn vereist specifiek materieel;
werf: op elke werf zijn er andere omstandigheden en gelden specifieke veiligheidsmaatregelen;
levering van materieel: de plaats van levering en de manier waarop dit gebeurt vereist toegepaste taken;
afwerking: de afwerking verloopt anders naargelang de lijn en vereist specifieke taken.
Polyvalentie. Ondernemers van spoorbedrijven verwachten van hun arbeiders dat ze polyvalent zijn. Zo gebeurt het dat andere arbeiders dan spoorwerkers een gedeelte van de taken van de spoorwerker uitvoeren. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer er iemand ziek valt, of wanneer het werkvolume groot is.
5
1.2 De sector De sector en zijn activiteiten. Spoorbedrijven specialiseren zich in drie soorten activiteiten:
spooraanleg: de afbraak of vernieuwing van oude sporen en de aanleg van nieuwe sporen;
elektrificatie van bovenleidingen: aanleg van de volledige bedrading voor de stroomtoevoer;
kabelwerken en signalisatie: volledige aanleg van de signalisatie naast het spoor en de bijhorende kabelwerken die hiervoor moeten uitgevoerd worden.
Spoorwerkers, of spoorleggers, zijn te vinden in die bedrijven die zich specialiseren in spooraanleg. Met ruim veertig procent is het het meest frequent voorkomend beroep van de sector.
6
1.3 Fysieke condities en arbeidsomstandigheden Arbeidsomstandigheden. Een spoorwerker moet in staat zijn om zich aan de wijzigende arbeidsomstandigheden aan te passen. Hij moet hierbij rekening houden met:
weekend- en nachtwerk;
werken binnen een tijdsmarge;
klimatologische omstandigheden;
zware lasten;
werken op grote hoogte;
andere risico’s (blootstelling aan stof, ijzerdeeltjes, …).
Fysieke condities. Gezien de arbeidsomstandigheden dient de spoorwerker algemeen een goede gezondheid te hebben. Voor iemand als spoorwerker aan de slag gaat, ondergaat hij een medische test. Bovendien mag hij geen hoogtevrees hebben. Veiligheid. Bij het uitvoeren van zijn werk wordt er van de spoorwerker verwacht dat hij op elk ogenblik rekening houdt met de algemene veiligheid, zowel voor zichzelf als voor anderen. De zorg voor veiligheid loopt als een rode draad door het takenpakket, en neemt een belangrijke plaats in binnen het beroepsprofiel van de spoorwerker.
7
2.
Takensamenstelling
Een veelheid aan deeltaken. In essentie draait de dagtaak van de spoorwerker rond het afbreken en opbouwen van spoorlijnen. Op deze manier wordt zijn taak beknopt omschreven. In de realiteit handelt hij de opdracht af door de uitvoering van een veelheid aan deeltaken. Een aantal deeltaken, de voorbereidende taken, creëren het optimale kader om de kern van zijn job, de uitvoerende taken, naar behoren te kunnen uitvoeren. Een derde groep, de ondersteunende taken, situeren zich in de marge van de uitvoerende taken en zijn er net als de voorbereidende taken op gericht de montage en de demontage van spoorlijnen in optimale omstandigheden te laten verlopen. Tram+Metro+Trein. In principe zijn de meeste taken voor de aanleg en afbraak van trein-, tram- en metrolijnen gelijkaardig. Een enkele categorie onderscheidt taken die typisch zijn bij de constructie van een welbepaalde lijn. Ze worden in het beroepsprofiel aangeduid met Trein, Tram of Metro.
8
Takensamenstelling
Voorbereidende taken; Uitvoerende taken; Ondersteunende taken.
2.1 Voorbereidende taken
Voorbereidende taken
Het voorbereidende werk beoogt niet alleen een efficiënt, maar vooral een veilig verloop van het spoorwerk. Het gaat om een aantal technische en op veiligheid gerichte taken.
Algemene voorbereiding van de werkzaamheden Activiteiten
Kennis en vaardigheden
aangepaste werk- en veiligheidskledij en andere persoonlijke beschermingsmiddelen aantrekken of verzamelen
zich informeren bij de ploegbaas over de uit te voeren werken/dagtaak
controleren van het oliepeil en de brandstofstand van kleine machines (kraagschroefmachine, pandrolmachine, dwarsliggerboormachine, …)
toevoegen van olie en/of vullen van de brandstoftank van kleine machines (kraagschroefmachine, pandrolmachine, dwarsliggerboormachine, …)
9
kennis van de door de werkgever voorgeschreven werk- en veiligheidskledij en hun toepassingsgebied weten wanneer de werk- en veiligheidskledij moet worden aangetrokken de werfregels begrijpen en kunnen toepassen kunnen interpreteren van de informatie kennis van de vereiste olie- en brandstofstand kennis van de procedure om olie- en brandstofstanden te meten en die kunnen toepassen kennis van de procedure om olie en brandstof toe te voegen en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het vullen van de brandstoftank kennen (ontploffingsgevaar, brandwonden, …) en deze kunnen voorkomen (motor stilleggen bij het vullen, veiligheidskledij dragen,…) de veiligheidsvoorschriften bij het vullen van de brandstoftank kennen en kunnen toepassen
algemene voorbereiding van de werkzaamheden; voorbereidende taken op de werf.
Voorbereidende taken op de werf Activiteiten
Kennis en vaardigheden
aanbrengen van een veiligheidsnet plaatsen van de piketten net er omheen brengen
aanbrengen van een klik-en-klemsysteem
Trein
10
de veiligheidsvoorschriften kennen bij het aanbrengen van een veiligheidsnet en die kunnen toepassen kennis van het vrijeruimteprofiel en hiermee rekening kunnen houden bij het plaatsen van een veiligheidsnet kennis van de plaats waar het net dient geplaatst te worden piketten op een veilige afstand van elkaar en het spoor kunnen plaatsen veiligheidsnet nauwkeurig om de piketten heen kunnen brengen de veiligheidsvoorschriften kennen bij het aanbrengen van een klik- en klemsysteem en die kunnen toepassen kennis van het vrijeruimteprofiel en hiermee rekening kunnen houden bij het plaatsen van een klik-en-klemsysteem kennis van de plaats waar het klik-enklemsysteem dient geplaatst te worden en die kunnen toepassen klik-en-klemsysteem op de rail kunnen bevestigen
Voorbereidende taken op de werf (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
plaatsen van de signalisatie langs het spoor
plaatsen van krokodillen in het spoor
Trein
11
de veiligheidsvoorschriften kennen bij het plaatsen van signalisatie en die kunnen toepassen kennis van de verschillende signalisatieborden, hun betekenis en hun toepassingsgebied kennis van het vrijeruimteprofiel en hiermee rekening kunnen houden bij het plaatsen van signalisatieborden kennis van de plaats waar en de manier waarop de signalisatieborden moeten geplaatst worden en dat kunnen toepassen kennis van de verschillende soorten krokodillen en hun toepassingsgebied de veiligheidsvoorschriften kennen bij het plaatsen van krokodillen in het spoor en die kunnen toepassen kennis van de plaats waar en de manier waarop de krokodillen moeten geplaatst worden en die kunnen toepassen
2.2 Uitvoerende taken Bij de uitvoerende taken staat de afbraak en de aanleg van spoor-, tram- en metrolijnen centraal. De uitvoerende taken vormen het hart van het beroepsprofiel. Het zijn die activiteiten zonder de welke de job van spoorwerker niet zou bestaan.
Uitvoerende taken
Afbraak van een spoor
Activiteiten
Kennis en vaardigheden
voorbereiding op de afbraak van een spoor: aandragen van de kleine machines (kraagschroefmachine, zuurstofsnijbrander, doorslijpmachine, …)
kennis van de kleine machines (kraagschroefmachine, zuurstofsnijbrander, doorslijpmachine, …) en dit kunnen herkennen kennis van het toepassingsgebied van de kleine machines (kraagschroefmachine, zuurstofsnijbrander, doorslijpmachine, …) kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken en deze kunnen toepassen bij het tillen van kleine machines
12
afbraak van een spoor; voorbereiding op de aanleg van een spoor; aanleg van een spoor – montage; aanleg van een spoor – (elektrisch) lassen van rails; aanleg van een spoor – afwerking van een spoor; aanleg van een spoor – regelen van de spanning in de spoorstaven; aanleggen van een dienstpad; aanleggen van een buffer; aanleggen van een overweg (type Gent); aanleggen van een overweg (type Harmelen); aanleggen van een overweg (type Strail); aanleggen van perronboorden; verstevigen van een spoor op een brug.
Afbraak van een spoor (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
losmaken van de kraagschroeven met behulp van een kraagschroefmachine (in het geval van houten dwarsliggers bij trein of houtstukken) plaatsen van de kraagschroefmachine op het spoor
plaatsen van de kop op de kraagschroef
hanteren van de kraagschroefmachine
13
kennis van de positie van een kraagschroefmachine op het spoor en die kunnen toepassen de kop van de kraagschroefmachine op de juiste wijze op de kraagschroef kunnen plaatsen kennis van de werking van een kraagschroefmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een kraagschroefmachine kennen (klem raken van loshangende kledij, kwetsuren ten gevolge van het wegschieten van het toestel, …) en deze kunnen voorkomen (strakke kledij, kleine snelheid bij vastgeroeste schroeven, hals degelijk op de kraagschroef plaatsen, …) de veiligheidsvoorschriften voor een kraagschroefmachine kennen en ze kunnen toepassen kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken voor het tillen van zware lasten en deze kunnen toepassen bij het tillen van de kraagschroefmachine
Afbraak van een spoor (vervolg) Activiteiten losmaken van de haken met behulp van een pandrolmachine (in het geval van betonnen dwarsliggers bij trein) plaatsen van de pandrolmachine op het spoor
Kennis en vaardigheden Trein
controleren of er zich niemand in het bewegingsveld van de machine bevindt en indien nodig ingrijpen hanteren van de pandrolmachine
handmatig verwijderen van de kraagschroeven en ander bevestigingsmaterieel op het spoor
14
kennis van de positie van een pandrolmachine op het spoor en die kunnen toepassen kunnen inschatten of zich niemand in het bewegingsveld van de machine bevindt en kunnen ingrijpen wanneer nodig kennis van de werking van een pandrolmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een pandrolmachine kennen (kantelen van de machine, klem raken van de handen, kwetsuren aan de benen ten gevolge van bewegende delen, …) en deze kunnen voorkomen (correcte installatie van de machine, strakke kledij, veiligheidskledij, …) de veiligheidsvoorschriften voor een pandrolmachine kennen en ze kunnen toepassen kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken voor het tillen van zware lasten en deze kunnen toepassen bij het tillen van de pandrolmachine nauwkeurig alle kraagschroeven kunnen oprapen inzicht hebben in gevaarlijke situaties met achterblijvend materieel op de werf en deze kunnen voorkomen
Afbraak van een spoor (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
sorteren van de kraagschroeven en ander bevestigingsmaterieel in functie van materieelrecuperatie
reinigen (met reinigingsmiddel, hamer, …) en ontroesten (met stalen borstel) van de spoorstaven waar dient gebrand te worden
15
kennis van het benodigde materiaal en het kunnen herkennen een verouderde draad van een herbruikbare draad kunnen onderscheiden bij kraagschroeven herbruikbaar bevestigingsmaterieel kunnen herkennen kennis van de door de ploegbaas aangegeven plaats waar er op de spoorstaven gebrand moet worden kennis van de reinigingsmiddelen en hun toepassingsgebied kennis van de voorgeschreven werkwijze voor het reinigen van de rail en die kunnen toepassen kennis van het materiaal om roest en vuil te verwijderen en dat kunnen hanteren de veiligheidsvoorschriften voor het werken met reinigingsmiddelen kennen en ze kunnen toepassen
Afbraak van een spoor (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
doorbranden van de rails met behulp van een zuurstofsnijbrander
instellen van de juiste druk
controle van de vlam
branden
16
kennis van de werking van een zuurstofsnijbrander en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een zuurstofsnijbrander kennen (ontploffingsgevaar, brandwonden tijdens het branden, …) en deze kunnen voorkomen (ontvlambaar materiaal uit de buurt houden, veiligheidskledij dragen, …) de veiligheidsvoorschriften voor een zuurstofsnijbrander kennen en ze kunnen toepassen kennis van de vereiste druk en deze kunnen instellen onveilige situaties bij verkeerde druk kunnen inschatten en voorkomen kennis van het gebruik van zuurstof- en gasflessen en die kunnen toepassen de veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van zuurstof- en gasflessen kennen en kunnen toepassen kennis van de goede grootte van de vlam om te kunnen branden en deze kunnen instellen kennis van de brandtechnieken en die kunnen toepassen
Afbraak van een spoor (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
doorsnijden van de rails met behulp van een doorslijpmachine controle van de slijpschijf op barsten en scheuren controle van het statief op de rail controle van de beschuttingskap doorsnijden van rails
controle bij het opladen (met kraan) van rails en dwarsliggers
wegdragen of wegslepen van dwarsliggers
17
onveilige situaties kunnen vaststellen en de ernst ervan inschatten (barsten en scheuren op de slijpschijf, onstabiel statief, open beschuttingskap, …) en op de gepaste wijze kunnen ingrijpen (vervangen van de slijpschijf, stabiliseren van het statief, beschuttingskap sluiten, …) kennis van de werking van een doorslijpmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een doorslijpmachine kennen (stukspringen van de slijpschijf, letsels aan oren en ogen, schaafwonden, …) en deze kunnen voorkomen (juist gebruik van de schijf, gehoorbescherming, veiligheidskledij dragen, …) de veiligheidsvoorschriften voor een doorslijpmachine kennen en ze kunnen toepassen kennis van de procedure van opladen van rails en dwarsliggers kunnen inschatten of zich niemand in het bewegingsveld van de kraan bevindt en kunnen ingrijpen wanneer nodig kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken voor het tillen van een zware last en deze kunnen toepassen bij het wegdragen en wegslepen van de dwarsliggers risico’s verbonden aan het dragen en verslepen van een zware last kennen (zware kwetsuren bij val, rugletsel, …) en deze kunnen voorkomen (oplettend zijn, juiste draagtechniek, …)
Afbraak van een spoor (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
opscheppen van de ballast met een schop
kennis van het ergonomisch gebruik van een schop en die kunnen toepassen risico’s verbonden aan het werken met een schop kennen (schaafwonden, rugletsel, …) en deze kunnen voorkomen (schop niet laten rondslingeren, juiste hanteertechniek, …) onveilige situaties met rondslingerend materiaal op de werf kunnen inschatten en voorkomen
Voorbereiding op de aanleg van een spoor Activiteiten
Kennis en vaardigheden
plaatsen van de piketten om de as van het nieuwe spoor te bepalen
afstand meten tussen het naastliggend en het te vernieuwen spoor (bij heraanleg) en aanduiding ervan op de dwarsligger
meten van de diepte van de bedding met een laser
aanleggen van de geotextiel in de bedding
18
kennis van de plaats waar de piketten dienen geplaatst te worden piketten nauwkeurig kunnen plaatsen nauwkeurig een afstand kunnen bepalen met de meetlat een nauwkeurige en leesbare aanduiding kunnen maken op de dwarsligger kennis van de werking van een laser en deze kunnen instellen nauwkeurig de laser kunnen aflezen nauwkeurig de geotextiel in stukken kunnen knippen kennis van de ligging van de geotextiel in de bedding en die kunnen toepassen
Voorbereiding op de aanleg van een spoor (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
controleren van het verkeer (weg- of spoorverkeer) bij het lossen van de geleverde materialen
aanbrengen en uitleggen van het bevestigingsmaterieel voor de aanleg met houten dwarsliggers (rubberzool, steunplaten, kraagschroeven, lasplaten, spanklem, beschermingskap, …) voor de aanleg met betonnen dwarsliggers (rubberzool, haken, veren, isolatoren, lasplaten, …)
verkeersinzicht hebben onveilige situaties bij de levering van de materialen kunnen inschatten en kunnen ingrijpen wanneer nodig kennis van het benodigde materieel en dit kunnen herkennen kennis van het toepassingsgebied van het materieel (wanneer blauwe, witte en zwarte isolatoren gebruiken, …) en dit kunnen toepassen kennis van de goede positie van het materieel en het ook zo kunnen plaatsen onveilige situaties door het verkeerd gebruik van materieel op de werf kunnen voorkomen (oplettend zijn, bij twijfel raad vragen aan de ploegbaas, …)
Aanleg van een spoor – montage Activiteiten
Kennis en vaardigheden
erop toezien dat dwarsliggers of houtstukken in de gewenste positie liggen en dat dwarsliggers haaks liggen bij het aanbrengen ervan
19
de gewenste positie van dwarsliggers en houtstukken kennen en afwijkingen eraan kunnen vaststellen kennis van het gebruik van een schiftijzer en die kunnen toepassen bij het verplaatsen van dwarsliggers en houtstukken
Aanleg van een spoor – montage (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
erop toezien dat de rails in de gewenste positie en haaks liggen bij het aanbrengen ervan controleren van de positie
aanbrengen van het kantelijzer op de rail
draaien van een rail met een kantelijzer
aanbrengen en plaatsen van de spoortoestellen (strijkregel, wisselhart, glijstoelen, …)
20
de gewenste positie van rails kennen en afwijkingen eraan kunnen vaststellen kennis van het gebruik van een kantelijzer en die kunnen toepassen kunnen inschatten hoeveel man er nodig is om een rail te draaien de risico’s verbonden aan het werken met een kantelijzer kennen (terugslag krijgen, breuken, …) en deze kunnen voorkomen (handeling uitvoeren met voldoende arbeiders, tijdig lossen, …) kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken en deze kunnen toepassen bij het draaien van rails kennis van de verschillende soorten wissels en van de onderdelen daarvan en deze kunnen herkennen de positie van de spoortoestellen, die de ploegbaas aangeeft, kunnen toepassen kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken voor het tillen van zware lasten en deze kunnen toepassen bij het tillen van spoortoestellen risico’s verbonden aan het dragen van een zware last kennen (zware kwetsuren bij val, rugletsel, …) en deze kunnen voorkomen (oplettend zijn, juiste draagtechniek, …)
Aanleg van een spoor – montage (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
aanduiden op de rails waar de dwarsliggers moeten komen
doorboren van de houten dwarsliggers (of houtstukken) met de dwarsliggerboormachine bepaling van de plaats waar er moet geboord worden doorboren van de dwarsligger (of houtstuk)
doorboren van de rails met de railboormachine of railfreesmachine bepalen van de plaats waar er moet geboord worden doorboren van de rail
afborstelen van spaanders en krullen en ontbramen na het boren
21
kennis van de afstand tussen twee dwarsliggers nauwkeurig de gewenste afstand kunnen bepalen met een meetlat een nauwkeurige en leesbare aanduiding kunnen maken op de rail kennis van de werking van een dwarsliggerboormachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een dwarsliggerboormachine kennen (klem raken van loshangende kledij, kwetsuren ten gevolge van het ongecontroleerd boren, …) en deze kunnen voorkomen (strakke kledij, voorzichtig boren, …) de veiligheidsvoorschriften voor een dwarsliggerboormachine kennen en ze kunnen toepassen kennis van de werking van een railboormachine/railfreesmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een railboormachine/railfreesmachine kennen (klem raken van loshangende kledij, snijwonden, …) en deze kunnen voorkomen (strakke kledij, veiligheidskledij, …) de veiligheidsvoorschriften voor een railboormachine/railfreesmachine kennen en ze kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het contact met spaanders en krullen kennen (snijwonden) en deze kunnen voorkomen (gebruik van borstel, dragen van handschoenen, …)
Aanleg van een spoor – montage (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
bevestigen van de spoorstaven op de dwarsliggers met behulp van een kraagschroefmachine plaatsen van de kraagschroefmachine op het spoor
plaatsen van de kop op de kraagschroef
hanteren van de kraagschroefmachine
22
kennis van de positie van een kraagschroefmachine op het spoor en die kunnen toepassen de kop van de kraagschroefmachine op de juiste wijze op de kraagschroef kunnen plaatsen kennis van de werking van een kraagschroefmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een kraagschroefmachine kennen (klem raken van loshangende kledij, kwetsuren ten gevolge van het wegschieten van het toestel, …) en deze kunnen voorkomen (strakke kledij, kleine snelheid bij vastgeroeste schroeven, hals degelijk op de kraagschroef plaatsen, …) de veiligheidsvoorschriften voor een kraagschroefmachine kennen en ze kunnen toepassen kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken voor het tillen van zware lasten en deze kunnen toepassen bij het tillen van de kraagschroefmachine
Aanleg van een spoor – montage (vervolg) Activiteiten bevestigen van de spoorstaven op de dwarsliggers met behulp van een pandrolmachine plaatsen van de pandrolmachine op de draagwagen
Kennis en vaardigheden Trein
plaatsen van de draagwagen op de rails
controleren of er zich niemand in het bewegingsveld van de machine bevindt en indien nodig ingrijpen hanteren van de pandrolmachine
controleren van de spoorbreedte van de rails met behulp van een mal
23
kennis van de positie van een pandrolmachine op de draagwagen en die kunnen toepassen kennis van de positie van de draagwagen en op de rails die kunnen toepassen kunnen inschatten of zich niemand in het bewegingsveld van de machine bevindt en kunnen ingrijpen wanneer nodig kennis van de werking van een pandrolmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een pandrolmachine kennen (kantelen van de machine, klem raken van de handen, kwetsuren aan de benen ten gevolge van bewegende delen, …) en deze kunnen voorkomen (correcte installatie van de machine, strakke kledij, veiligheidskledij, …) de veiligheidsvoorschriften voor een pandrolmachine kennen en ze kunnen toepassen kennis van de spoorbreedte van het spoor nauwkeurig de afstand kunnen bepalen met een mal
Aanleg van een spoor – montage (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
bevestigen van de spoortoestellen (wisselhart, strijkregel, tussenrails en voorstuk, …) op de houtstukken met behulp van een moeraanzetter (elektrisch, brandstof aangedreven) zich informeren bij de ploegbaas wat er mag bevestigd worden de beschermingsmaat in acht nemen voor het bevestigen van de strijkregel
bevestigen van de spoortoestellen met de moeraanzetter (elektrisch, brandstof aangedreven)
plaatsen van een L-profiel op het houtstuk om verschuiving van het voorstuk tegen te gaan
Trein
24
kennis van de procedure voor het vasthechten van spoortoestellen kennis van de beschermingsmaat tussen de rail en de strijkregel en die kunnen toepassen kennis van de werking van een moeraanzetter (elektrisch, brandstof aangedreven) en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een elektrische moeraanzetter kennen (elektrocutie bij regenweer, kwetsuren ten gevolge van het wegschieten van het toestel, …) en deze kunnen voorkomen (voorzorgsmaatregelen treffen bij regenweer, kleine snelheid bij vastgeroeste schroeven, …) de risico’s verbonden aan het werken met een brandstof aangedreven moeraanzetter kennen (brandwonden, wegschieten van het toestel, …) en deze kunnen voorkomen (veiligheidskledij, kleine snelheid bij vastgeroeste schroeven, …) veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van moeraanzetters kennen en ze kunnen toepassen kennis van het benodigde materieel en de toepassingsmogelijkheden nauwkeurig de L-profielen kunnen plaatsen en vastschroeven
Aanleg van een spoor – montage (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
loskoppelen en vastkoppelen van kettingen aan het spoorpaneel bij het (ver)plaatsen ervan (bij voormontage)
bevestigen van de lasplaten aan de rails en spoortoestellen met behulp van een kraagschroefmachine met beweegbare kop plaatsen van de kraagschroefmachine op het spoor
plaatsen van de kop op de kraagschroef
hanteren van de kraagschroefmachine
25
kennis van de armseinen en die kunnen toepassen en interpreteren kunnen samenwerken met de spoorkraanmachinist en diens instructies kunnen opvolgen kennis van de procedure voor het loskoppelen en vastkoppelen en die kunnen toepassen kennis van de verschillende lasplaten en hun toepassingsgebied kennis van de positie van een kraagschroefmachine op het spoor en die kunnen toepassen de kop van de kraagschroefmachine op de juiste wijze op de kraagschroef kunnen plaatsen kennis van de werking van een kraagschroefmachine met beweegbare kop en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een kraagschroefmachine kennen (klem raken van loshangende kledij, kwetsuren ten gevolge van het wegschieten van het toestel, …) en deze kunnen voorkomen (strakke kledij, kleine snelheid bij vastgeroeste schroeven, hals degelijk op de kraagschroef plaatsen, …) de veiligheidsvoorschriften voor een kraagschroefmachine kennen en ze kunnen toepassen kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken voor het tillen van zware lasten en deze kunnen toepassen bij het tillen van de kraagschroefmachine
Aanleg van een spoor – (elektrisch) lassen van de rails Activiteiten
Kennis en vaardigheden
verwijderen van de lasplaten met behulp van een kraagschroefmachine plaatsen van de kraagschroefmachine op het spoor
plaatsen van de kop op de kraagschroef
hanteren van de kraagschroefmachine
26
kennis van de positie van een kraagschroefmachine op het spoor en die kunnen toepassen de kop van de kraagschroefmachine op de juiste wijze op de kraagschroef kunnen plaatsen kennis van de werking van een kraagschroefmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een kraagschroefmachine kennen (klem raken van loshangende kledij, kwetsuren ten gevolge van het wegschieten van het toestel, …) en deze kunnen voorkomen (strakke kledij, kleine snelheid bij vastgeroeste schroeven, hals degelijk op de kraagschroef plaatsen, …) de veiligheidsvoorschriften voor een kraagschroefmachine kennen en ze kunnen toepassen kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken voor het tillen van zware lasten en deze kunnen toepassen bij het tillen van de kraagschroefmachine
Aanleg van een spoor – (elektrisch) lassen van de rails (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
verwijderen van de lasplaten met behulp van een moeraanzetter (elektrisch, brandstof aangedreven)
uitlijnen van de rails
lassen van de voet van de rails
plaatsen van een koperen mal rond de voeg waar er moet gelast worden
27
kennis van de werking van een moeraanzetter (elektrisch, brandstof aangedreven) en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een elektrische moeraanzetter kennen (elektrocutie, kwetsuren ten gevolge van het wegschieten van het toestel, …) en deze kunnen voorkomen (voorzorgsmaatregelen bij regenweer, kleine snelheid bij vastgeroeste schroeven, …) de risico’s verbonden aan het werken met een brandstof aangedreven moeraanzetter kennen (brandwonden, wegschieten van het toestel …) en deze kunnen voorkomen (veiligheidskledij, kleine snelheid bij vastgeroeste schroeven, …) veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van moeraanzetters kennen en ze kunnen toepassen kunnen inschatten van de gewenste hoek tussen de twee railuiteinden de opeenvolgende rails kunnen uitlijnen kennis van de lastechnieken en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het lassen kennen (brandwonden, oogletsels, …) en deze kunnen voorkomen (veiligheidskledij, dragen van lasbril, …) de veiligheidsvoorschriften voor het lassen kennen en ze kunnen toepassen kennis van de verschillende mallen en hun toepassingsgebied (weten bij welke spoorstaaf ze moeten gebruikt worden) een koperen mal nauwkeurig kunnen opstellen
Aanleg van een spoor – (elektrisch) lassen van de rails (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
lassen van het nog niet gelaste gedeelte van de rails
afstellen van de stroom op de laspost
slijpen van de voegen met behulp van een handslijpmachine slijpen van de voegen
controleren of de voeg gelijk ligt met de rails
28
kennis van de lastechnieken en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het lassen kennen (brandwonden, oogletsels, …) en deze kunnen voorkomen (veiligheidskledij, dragen van lasbril, …) de veiligheidsvoorschriften voor het lassen kennen en ze kunnen toepassen kennis van de basistechnieken van elektriciteit en die kunnen toepassen kennis van het afstellen van de stroom op de laspost en die kunnen toepassen
kennis van de werking van de handslijpmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met de handslijpmachine kennen (brandgevaar, oogletsels, snijwonden door het stukspringen van de slijpschijf, …) en deze kunnen voorkomen (ontvlambaar materiaal uit de buurt houden, veiligheidskledij dragen, controle van de slijpschijf, …) de veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van de handslijpmachine kennen en ze kunnen toepassen het horizontaal liggen van voeg en rails kunnen bepalen met behulp van de controlelat
Aanleg van een spoor – afwerking van een spoor Activiteiten
Kennis en vaardigheden
meten van de hoogte en de helling van de sporen met behulp van een laser
ophogen van de rails met een krik
handmatig onderstoppen van de rails met behulp van een individuele ballastonderstopmachine
29
kennis van de werking van een laser en deze kunnen instellen nauwkeurig de laser kunnen aflezen kennis van de gewenste plaats van de krik onder de rails en die kunnen toepassen kennis van de werking van een krik en de rails hiermee op de gewenste hoogte brengen kennis van de werking van een individuele ballastonderstopmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een individuele ballastonderstopmachine kennen (oorletsels, trillingsongemakken, knieblessures, …) en deze kunnen voorkomen (gehoorbescherming, dragen van handschoenen met opgevulde handpalmen, draaiende onderdelen ver genoeg van het lichaam houden, …) de veiligheidsvoorschriften voor een individuele ballastonderstopmachine kennen en ze kunnen toepassen kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken en deze kunnen toepassen bij het tillen van de individuele ballastonderstopmachine
Aanleg van een spoor – afwerking van een spoor (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
opkuisen van het spoor met behulp van een ballastriek
plaatsen van trillingsdempende maatregelen (railvoetprofiel, rubberen profiel in ziel van de spoorstaven)
geotextiel kleven rond de dwarsliggers
plaatsen van wachtbuizen voor de kabels
Tram
30
kennis van het ergonomisch gebruik van een ballastriek en die kunnen toepassen risico’s verbonden aan het werken met een ballastriek kennen (schaafwonden, rugletsel, …) en deze kunnen voorkomen (riek niet laten rondslingeren, juiste draagtechniek, …) onveilige situaties met ballast op de rails kunnen inschatten (wegspringen van steen bij doorgang trein, …) en voorkomen kennis van trillingsdempende maatregelen en ze kunnen herkennen de gebruiksaanwijzing van de leverancier nauwkeurig kunnen opvolgen nauwkeurig trillingsdempende maatregelen kunnen plaatsen nauwkeurig de geotextiel aanbrengen met behulp van een borstel en lijm kennis van de verschillende lijmen en hun toepassingsgebied de risico’s met werken met lijm kennen (giftige dampen, …) en ze kunnen voorkomen (voldoende verluchting, …) kennis van de verschillende buizen en hun toepassingsgebied kennis van de plaats van de wachtbuizen en deze kunnen toepassen nauwkeurig de buizen kunnen plaatsen
Aanleg van een spoor – afwerking van een spoor (vervolg) Activiteiten plaatsen van spoorkastjes in het spoor gaten boren in de rail met een railboormachine of railfreesmachine
Kennis en vaardigheden Tram
afborstelen van spaanders en krullen en ontbramen na het boren
spoorkastje aan de rails bevestigen met behulp van bouten plaatsen van spoorwaterslikkers lassen van de spoorwaterslikkers aan de spoorstaven
Tram
uitgraven van een afwateringsgoot en plaatsen van de afwateringsbuizen
aansluiten van de spoorwaterslikkers op de riolering
31
kennis van de werking van een railboormachine/railfreesmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een railboormachine/railfreesmachine kennen (klem raken van loshangende kledij, snijwonden, …) en deze kunnen voorkomen (strakke kledij, veiligheidskledij, …) de veiligheidsvoorschriften voor een railboormachine/railfreesmachine kennen en ze kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het contact met spaanders en krullen kennen (snijwonden) en deze kunnen voorkomen (gebruik van borstel, dragen van handschoenen, …) nauwkeurig het spoorkastje kunnen bevestigen aan de rails kennis van de lastechnieken en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het lassen kennen (brandwonden, oogletsels, …) en deze kunnen voorkomen (veiligheidskledij, dragen van lasbril, …) de veiligheidsvoorschriften voor het lassen kennen en ze kunnen toepassen kennis van de helling van de afwatering en hiermee rekening houden bij het graven van de goot kennis van de verschillende buizen en hun toepassingsgebied nauwkeurig de afwateringsbuizen kunnen plaatsen en kunnen aansluiten op de riolering
Aanleg van een spoor – afwerking van een spoor (vervolg) Activiteiten plaatsen van wisselverwarmingselementen lassen van het beschermingsprofiel aan de spoorstaaf
Kennis en vaardigheden Tram
plaatsen van het verwarmingselement in het beschermprofiel
32
kennis van de lastechnieken en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het lassen kennen (brandwonden, oogletsels, …) en deze kunnen voorkomen (veiligheidskledij, dragen van lasbril, …) de veiligheidsvoorschriften voor het lassen kennen en ze kunnen toepassen het verwarmingselement nauwkeurig in het beschermprofiel kunnen plaatsen
Aanleg van een spoor – afwerking van een spoor (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
plaatsen van de retourstroomverbindingen door het aanbrengen van de Catweldverbindingen op de railkop reinigen van de railkop met behulp van de slijpmachine
plaatsen van de mal en potje voor ontstekingsmiddel
hechten van de Catweldverbinding
33
de positie voor het plaatsen van de verbindingen, die de ploegbaas aangeeft, kunnen toepassen kennis van de werking van een slijpmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een slijpmachine kennen (brandwonden, schaafwonden, …) en deze kunnen voorkomen (veiligheidskledij, …) de veiligheidsvoorschriften voor het werken met een railslijpmachine kennen en ze kunnen toepassen kennis van de verschillende mallen en hun toepassingsgebied de mal, de Catweldverbinding en het potje voor ontstekingsmiddel nauwkeurig kunnen opstellen kennis van ontstekingsmiddelen en hun toepassingsgebied de procedure kennen voor ontsteken van het ontstekingsmiddel en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met ontstekingsmiddelen kennen (brandbaar, brandwonden, …) en deze kunnen voorkomen (uit de buurt houden van sigaretten of vonken, veiligheidskledij, …) veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van brandbare stoffen kennen en kunnen toepassen
Aanleg van een spoor – afwerking van een spoor (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
plaatsen van de retourstroomverbindingen door het aanbrengen van een koperen huls met kabel gaten boren in de rail met een railboormachine of railfreesmachine
afborstelen van spaanders en krullen en ontbramen na het boren
koperen huls kloppen in het geboorde gat
plaatsen van kabel in de koperen huls
34
de grootte van het gat voor het plaatsen van de retourstroomverbindingen, die de ploegbaas aangeeft, kunnen toepassen kennis van de werking van een railboormachine/railfreesmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een railboormachine/railfreesmachine kennen (klem raken van loshangende kledij, snijwonden, …) en deze kunnen voorkomen (strakke kledij, veiligheidskledij, …) de veiligheidsvoorschriften voor een railboormachine/railfreesmachine kennen en ze kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het contact met spaanders en krullen kennen (snijwonden) en deze kunnen voorkomen (gebruik van borstel, dragen van handschoenen, …) nauwkeurig de koperen huls in het geboorde gat kunnen kloppen de procedure kennen voor het plaatsen van de kabel in de koperen huls en deze kunnen toepassen
Aanleg van een spoor – afwerking van een spoor (vervolg) Activiteiten gieten en trillen van het beton
Kennis en vaardigheden Tram
35
kennis van de hoogte van het beton de procedure om beton te gieten kennen en kunnen toepassen kennis van de werking van het triltoestel en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een triltoestel kennen (gewrichtspijnen, rugpijn, …) en deze kunnen voorkomen (niet langer hanteren dan voorgeschreven, veiligheidskledij, …) de risico’s verbonden aan het werken met beton kennen (brandwonden, allergie, …) en deze kunnen voorkomen (veiligheidskledij, masker, …) de veiligheidsvoorschriften voor het werken met een triltoestel kennen en kunnen toepassen beton gelijkmatig kunnen trillen
Aanleg van een spoor – regelen van de spanning in de spoorstaven Activiteiten stukje rail afslijpen met behulp van de doorslijpmachine zich informeren bij de ploegbaas hoeveel van de rail er afgeslepen moet worden controle van de slijpschijf op barsten en scheuren controle van het statief op de rail controle van de beschuttingskap
Kennis en vaardigheden Trein
het toerental van de schijf instellen
hanteren van de doorslijpmachine
36
kennis van de procedure voor het regelen van de spanning in de spoorstaven onveilige situaties kunnen vaststellen en de ernst ervan inschatten (barsten en scheuren op de slijpschijf, onstabiel statief, open beschuttingskap, …) en op de gepaste wijze kunnen ingrijpen (vervangen van de slijpschijf, stabiliseren van het statief, beschuttingskap sluiten, …) onveilige situaties bij een verkeerd toerental kunnen inschatten (breken van de schijf, …) en voorkomen (gepast toerental instellen, …) kennis van de werking van een doorslijpmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een doorslijpmachine kennen (stukspringen van de slijpschijf, letsels aan oren en ogen, schaafwonden, …) en deze kunnen voorkomen (juist gebruik van de schijf, veiligheidskledij dragen, …) de veiligheidsvoorschriften voor een doorslijpmachine kennen en ze kunnen toepassen
Aanleg van een spoor – regelen van de spanning in de spoorstaven (vervolg) Activiteiten regelen van de spanning in de spoorstaven met behulp van de railstressor railstressor op het spoor plaatsen
Kennis en vaardigheden Trein
controleren van de drukverbindingen
plaatsen van houten spiestukken om verschuiven van de railstressor te voorkomen bepalen van de afstand tussen de railstressor en de kloptoestellen lichten van de rails
plaatsen van de rollen als rolelement onder de rails
hanteren van het toestel
kloppen met koperen hamer of met hamertoestel op de rails
37
kennis van de montage van een railstressor op het spoor en die kunnen toepassen kennis van de montage van drukverbindingen en kunnen ingrijpen bij verkeerde montage nauwkeurig de houten spiestukken kunnen plaatsen kennis van de plaats waar er moet geklopt worden en die kunnen toepassen kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken en deze kunnen toepassen bij het lichten van de rails kennis van de plaats waar de rollen onder de rails moeten geplaatst worden en die kunnen toepassen nauwkeurig de rollen kunnen plaatsen kennis van de werking van een railstressor en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een railstressor kennen (ontploffingsgevaar, lossen van de drukverbindingen, kwetsuren ten gevolge van het wegschieten van het toestel, …) en deze kunnen voorkomen (op een veilige afstand blijven, controle van de drukverbindingen, toestel degelijk op de rails plaatsen, …) de veiligheidsvoorschriften voor een railstressor kennen en ze kunnen toepassen kennis van de minimale afstand tot de railstressor en die kunnen toepassen bij het kloppen op de rails of bij het plaatsen van het hamertoestel
Aanleg van een dienstpad Activiteiten
Kennis en vaardigheden
meten van de hoogte van een dienstpad met behulp van een laser
Trein
afwerken van het dienstpad met behulp van een schop
Trein
kennis van de werking van een laser en deze kunnen instellen nauwkeurig de laser kunnen aflezen kennis van het ergonomisch gebruik van een schop en die kunnen toepassen risico’s verbonden aan het werken met een schop kennen (schaafwonden, rugletsel, …) en deze kunnen voorkomen (schop niet laten rondslingeren, juiste hanteertechniek, …) onveilige situaties met rondslingerend materiaal op de werf kunnen inschatten en voorkomen
Aanleg van een buffer Activiteiten
Kennis en vaardigheden
helpen bij het aanleveren van de buffer
38
de gewenste positie van de buffer kennen en afwijkingen eraan kunnen vaststellen kennis van de armseinen en die kunnen toepassen en interpreteren
Aanleg van een buffer (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
bevestigen van de buffer op de dwarsliggers en bevestigen van de lasplaten aan de rails en de buffer met behulp van een moeraanzetter (elektrisch, brandstof aangedreven)
afwerken van het balastbed met behulp van een schop
39
kennis van de verschillende lasplaten en hun toepassingsgebied kennis van de werking van een moeraanzetter (elektrisch, brandstof aangedreven) en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een elektrische moeraanzetter kennen (elektrocutie, kwetsuren ten gevolge van het wegschieten van het toestel, …) en deze kunnen voorkomen (voorzorgsmaatregelen bij regenweer, kleine snelheid bij vastgeroeste schroeven, …) de risico’s verbonden aan het werken met een brandstof aangedreven moeraanzetter kennen (brandwonden, wegschieten van het toestel, …) en deze kunnen voorkomen (veiligheidskledij, kleine snelheid bij vastgeroeste schroeven, …) veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van moeraanzetters kennen en ze kunnen toepassen kennis van het ergonomisch gebruik van een schop en die kunnen toepassen risico’s verbonden aan het werken met een schop kennen (schaafwonden, rugletsel, …) en deze kunnen voorkomen (schop niet laten rondslingeren, juiste hanteertechniek, …) onveilige situaties met rondslingerend materiaal op de werf kunnen inschatten en voorkomen
Aanleg van een overweg (type Gent) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
controleren van het verkeer (weg- of spoorverkeer) bij het plaatsen van de geleverde materialen (houten balken, betonblokken)
Trein
klaarmaken van de ondersteuning voor de betonstukken plaatsen van de ondersteuningsbalken in het spoor plaatsen van een rubberen matje op de ondersteuningsbalken
Trein
erop toezien dat de houten balken en de betonstukken in de juiste positie liggen (houten balken evenwijdig met de rails)
Trein
doorboren van de dwarsliggers met behulp van een dwarsliggerboormachine of handboormachine
Trein
40
verkeersinzicht hebben onveilige situaties bij de levering van de materialen kunnen inschatten en kunnen ingrijpen wanneer nodig
de gewenste positie van de ondersteuningsbalken kennen en deze kunnen toepassen kennis van de ligging van het rubberen matje en die kunnen toepassen de gewenste positie van de houten balken en de betonstukken kennen (gaten moeten mooi overeenkomen met de positie van de dwarsliggers) en afwijkingen eraan kunnen vaststellen kennis van het gebruik van een schiftijzer en die kunnen toepassen bij het verplaatsen van houten balken/ betonstukken kennis van de werking van een dwarsliggerboormachine/handboormachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een dwarsliggerboormachine/handboormachine kennen (klem raken van loshangende kledij, kwetsuren ten gevolge van het ongecontroleerd boren, …) en deze kunnen voorkomen (strakke kledij, voorzichtig boren, …) de veiligheidsvoorschriften voor een dwarsliggerboormachine/handboormachine kennen en ze kunnen toepassen
Aanleg van een overweg (type Gent) (vervolg) Activiteiten bevestigen van de houten balken en de betonstukken aan de dwarsliggers met behulp van de elektrische moeraanzetter
Kennis en vaardigheden Trein
het boorgat in de houten balken en de betonstukken vullen met koord plaatsen van een boordsteen tussen de rijweg en het spoor
Trein
Trein
trillen van het beton (tussen de twee sporen)
Trein
41
kennis van de werking van een elektrische moeraanzetter en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een elektrische moeraanzetter kennen (elektrocutie, kwetsuren ten gevolge van het wegschieten van het toestel, …) en deze kunnen voorkomen (voorzorgsmaatregelen bij regenweer, kleine snelheid bij vastgeroeste schroeven, …) veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van elektrische toestellen kennen en ze kunnen toepassen het boorgat nauwkeurig kunnen vullen met het koord kennis van de positie van de boordsteen en die kunnen toepassen de boordsteen nauwkeurig kunnen plaatsen kennis van de hoogte van het beton kennis van de werking van het triltoestel en dit kunnen toepassen beton gelijkmatig kunnen trillen de risico’s verbonden aan het werken met een triltoestel kennen (gewrichts- en rugpijn, schaafwonden bij het losschieten van het toestel, …) en deze kunnen voorkomen (niet langer hanteren dan voorgeschreven, veiligheidskledij, …) de veiligheidsvoorschriften voor het werken met een triltoestel kennen en kunnen toepassen
Aanleg van een overweg (type Harmelen) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
controleren van het verkeer (weg- of spoorverkeer) bij het plaatsen van de geleverde materialen (betonnen prefabelementen)
Trein
meten van de diepte van de bedding met een laser
Trein
op de juiste hoogte brengen van de prefabelelementen met behulp van een vijzel of krik
Trein
vijzels verwijderen na harding van de mortel
Trein
de goot van het prefabelement en de rail (uitgezonderd de railkop) bedekken met primer
Trein
42
verkeersinzicht hebben onveilige situaties bij de levering van de materialen kunnen inschatten en kunnen ingrijpen wanneer nodig kennis van de werking van een laser en deze kunnen instellen nauwkeurig de laser kunnen aflezen kennis van de werking van een vijzel en die kunnen toepassen het prefabelement op de gewenste hoogte kunnen brengen met de vijzel natte van gedroogde mortel kunnen onderscheiden kennis van primer en zijn toepassingsgebied nauwkeurig kunnen aanbrengen van de primer veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van primer kennen en kunnen toepassen
Aanleg van een overweg (type Harmelen) (vervolg) Activiteiten ontroesten van rails met de railslijpmachine controle van de slijpschijf op barsten en scheuren controle van de beschermkap rond de schijf
Kennis en vaardigheden Trein
hanteren van de railslijpmachine
plaatsen van afstelbeugels in de ziel van de rail met behulp van een koordje
Trein
plaatsen van een vulplaatje (kunststof) in de goot van het prefabelement
Trein
helpen bij het aanbrengen van de rails in de prefabelementen
Trein
43
onveilige situaties kunnen vaststellen en de ernst ervan inschatten (barsten en scheuren op de slijpschijf, open beschermingskap) en op de gepaste wijze kunnen ingrijpen (vervangen van de slijpschijf, aanbrengen van de beschermingskap) kennis van de werking van een railslijpmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een railslijpmachine kennen (rugbelasting, schaafwonden, …) en deze kunnen voorkomen (goede draagtechniek, veiligheidskledij, …) de veiligheidsvoorschriften voor het werken met een railslijpmachine kennen en ze kunnen toepassen kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken en deze kunnen toepassen bij het werken met de railslijpmachine kennis van de wijze waarop de afstelbeugel in de ziel van de rail past en die kunnen toepassen kennis van de ligging van het vulplaatje in de goot van het prefabelement en die kunnen toepassen kennis van de armseinen en die kunnen toepassen en interpreteren kunnen samenwerken met de spoorkraanmachinist en diens instructies kunnen opvolgen
Aanleg van een overweg (type Harmelen) (vervolg) Activiteiten plaatsen van de kunststofwiggen tegen de afstelbeugels om de plaats van de rail te bepalen vastzetten van de rail in de goot kurkrubber in twee fasen in de goot gieten
Kennis en vaardigheden Trein
kennis van de door de ploegbaas aangegeven plaats van de rail en de rail zo kunnen plaatsen
kennis van kurkrubber en zijn toepassingsgebied nauwkeurig de kurkrubber in de goot gieten kennis van de hoogte en plaats van het kurkrubber in de goot voor fase 1 (tot onder de railkop) en fase 2 (aan de top van de railkop langs 1 zijde) en die kunnen toepassen veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van kurkrubber kennen en kunnen toepassen kennis van mastik en zijn toepassingsgebied kennis van de plaats waar de mastik moet aangebracht worden veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van mastik kennen en kunnen toepassen kennis van kurkrubber en zijn toepassingsgebied nauwkeurig de kurkrubber tussen de twee prefabelementen gieten veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van kurkrubber kennen en kunnen toepassen
Trein
mastik (siliconen) aanbrengen aan de onderkant van de railkop (aan de binnenzijde van het spoor)
prefabelementen aan elkaar hechten met kurkrubber plaatsen van een kunststof vulplaatje kurkrubber aanbrengen
Trein
44
Aanleg van een overweg (type Harmelen) (vervolg) Activiteiten grind of gestabiliseerd zand uitscheppen ter afwerking van de overweg
Kennis en vaardigheden Trein
drainage verzorgen van het prefabelement uitgraven van een afwateringsgoot drainage aansluiten op de riolering
Trein
kennis van het ergonomisch gebruik van een schop en die kunnen toepassen risico’s verbonden aan het werken met een schop kennen (schaafwonden, rugletsel, …) en deze kunnen voorkomen (schop niet laten rondslingeren, juiste hanteertechniek, …) onveilige situaties met rondslingerend materiaal op de werf kunnen inschatten en voorkomen helling van de afwatering kennen en kunnen toepassen kennis van de verschillende buizen en hun toepassingsgebied nauwkeurig de afwateringsbuizen kunnen plaatsen en kunnen aansluiten op de riolering
Aanleg van een overweg (type Strail) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
controleren van het verkeer (weg- of spoorverkeer) bij het plaatsen van de geleverde materialen (betonnen fundament, rubberen platen, …)
Trein
meten van de diepte van de goot (waar het fundament in komt te liggen) met een laser
Trein
45
verkeersinzicht hebben onveilige situaties bij de levering van de materialen kunnen inschatten en kunnen ingrijpen wanneer nodig kennis van de werking van een laser en deze kunnen instellen nauwkeurig de laser kunnen aflezen
Aanleg van een overweg (type Strail) (vervolg) Activiteiten reinigen van de railkop en insmeren van de binnenste rail, stoeprand en platen met montagepasta
Kennis en vaardigheden Trein
plaatsen van de beveiligingselementen
Trein
plaatsen van de rubberen profielen met een inbouwhendel of bijstelhendel
Trein
nauwkeurig de railkop kunnen reinigen kennis van montagepasta en zijn toepassingsgebied nauwkeurig de montagepasta kunnen aanbrengen op de rail, stoeprand en platen kennis van de plaats van de beveiligingselementen en die kunnen toepassen nauwkeurig de rubberen profielen kunnen plaatsen met behulp van de inbouwhendel of bijstelhendel
Aanleg van perronboorden Activiteiten erop toezien dat de droge betonelementen in de juiste positie liggen in de voorgemaakte geul
Kennis en vaardigheden Trein
perronboord met een schiftijzer in de juiste positie brengen zich informeren bij de ploegbaas wat de afstand van de perronboord tot de rail moet zijn verplaatsen van de perronboorden met een schiftijzer
de gewenste positie van de droge betonelementen kennen en afwijkingen eraan kunnen vaststellen kennis van het gebruik van een schiftijzer en die kunnen toepassen bij het verplaatsen van de droge betonelementen
Trein
46
kennis van de procedure voor het aanleggen van een perronboord en die kunnen toepassen kennis van het gebruik van een schiftijzer en die kunnen toepassen bij het verplaatsen van perronboorden
Verstevigen van een spoor op een brug Activiteiten betonnen dwarsliggers vervangen door houten dwarsliggers losmaken (en later vastschroeven) van de kraagschroeven met een elektrische moeraanzetter
Kennis en vaardigheden Trein
vervangen van de dwarsligger
plaatsen van een vulplaat onder de dwarsliggers plaatsen van de stoelen tussen de dwarsliggers ballast verwijderen met behulp van een ballastriek
Trein
Trein
kennis van de werking van een elektrische moeraanzetter en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een elektrische moeraanzetter kennen (kwetsuren ten gevolge van het wegschieten van het toestel, elektrificatie, …) en deze kunnen voorkomen (hals degelijk op de kraagschroef plaatsen, voorzichtigheid bij regenweer…) veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van elektrische toestellen kennen en ze kunnen toepassen kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken en deze kunnen toepassen bij het vervangen van dwarsliggers kennis van de ligging van de dwarsligger en die kunnen toepassen kennis van de ligging van de vulplaat en die kunnen toepassen
plaatsen van de stoelen
47
kennis van het ergonomisch gebruik van een ballastriek en die kunnen toepassen risico’s verbonden aan het werken met een ballastriek kennen (schaafwonden, rugletsel, …) en deze kunnen voorkomen (riek niet laten rondslingeren, juiste draagtechniek, …) de stoelen in de gewenste positie kunnen plaatsen kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken en deze kunnen toepassen bij het plaatsen van stoelen
Verstevigen van een spoor op een brug (vervolg) Activiteiten erop toezien dat de verstevigingsprofielen in de gewenste positie liggen bij het aanbrengen ervan
Kennis en vaardigheden Trein
bevestigen van het verstevigingsprofiel aan de stoelen met behulp van een kraagschroefmachine met beweegbare kop plaatsen van de kraagschroefmachine op het spoor
de gewenste positie van verstevigingsprofielen kennen en afwijkingen eraan kunnen vaststellen kennis van het gebruik van een schiftijzer en die kunnen toepassen bij het verplaatsen van de verstevigingsprofielen
Trein
plaatsen van de kop op de kraagschroef
hanteren van de kraagschroefmachine
48
kennis van de positie van een kraagschroefmachine op het spoor en die kunnen toepassen de kop van de kraagschroefmachine op de kraagschroef kunnen plaatsen kennis van de werking van een kraagschroefmachine met beweegbare kop en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een kraagschroefmachine kennen (klem raken van loshangende kledij, kwetsuren ten gevolge van het wegschieten van het toestel, …) en deze kunnen voorkomen (strakke kledij, kleine snelheid bij vastgeroeste schroeven, hals degelijk op de kraagschroef plaatsen, …) de veiligheidsvoorschriften voor een kraagschroefmachine kennen en ze kunnen toepassen kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken voor het tillen van zware lasten en deze kunnen toepassen bij het tillen van de kraagschroefmachine
Verstevigen van een spoor op een brug (vervolg) Activiteiten bevestigen van het verstevigingsprofiel aan de stoelen met behulp van een elektrische moeraanzetter
Kennis en vaardigheden Trein
aanbrengen van een verbindingsprofiel tussen twee sporen met behulp van een elektrische moeraanzetter
Trein
49
kennis van de werking van een elektrische moeraanzetter en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een elektrische moeraanzetter kennen (elektrocutie, kwetsuren ten gevolge van het wegschieten van het toestel, …) en deze kunnen voorkomen (voorzorgsmaatregelen bij regenweer, kleine snelheid bij vastgeroeste schroeven, …) veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van elektrische toestellen kennen en ze kunnen toepassen kennis van de ligging van het verbindingsprofiel en die kunnen toepassen kennis van de werking van een elektrische moeraanzetter en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een elektrische moeraanzetter kennen (elektrocutie, kwetsuren ten gevolge van het wegschieten van het toestel, …) en deze kunnen voorkomen (voorzorgsmaatregelen bij regenweer, kleine snelheid bij vastgeroeste schroeven, …) veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van elektrische toestellen kennen en ze kunnen toepassen
2.3 Ondersteunende taken Net zoals de voorbereidende taken, helpen de ondersteunende taken voor een vlotte en correcte afhandeling van de opbouw en de afbraak van spoorlijnen. De ondersteunende taken hebben voornamelijk te maken met het onderhoud en verzorging van machines en materieel, en met veiligheid zowel op de werf als op het spoor.
Ondersteunende taken
Onderhoud en opkuis van de werf Activiteiten
Kennis en vaardigheden
vrijmaken van het dienstpad: opruimen van klein materieel en kleine machines
ordelijk en veilig opstellen van het materieel
afbreken van het veiligheidsnet en de signalisatie
50
kunnen inschatten wat er mag en niet mag liggen op de werf en hiermee rekening houden kennis van de gemaakte afspraken over orde en netheid op de werf en op de plaats van berging, en ze kunnen toepassen rekening kunnen houden met de veiligheid bij het opbergen van het materieel (een veilige hoogte bij het opstapelen, …) gemaakte afspraken over orde en netheid kunnen naleven bij het opstellen van het materieel onveilige situaties bij het opbergen van slangen, kabels en leidingen kunnen inschatten en voorkomen kennis van de veiligheidsregels op de werf en die kunnen toepassen onveilige situaties bij de afbraak van het veiligheidsnet en signalisatie kunnen inschatten (achterlaten van piketten, …) en voorkomen
onderhoud en opkuis van de werf; onderhoudswerken en herstellingen aan kleine machines; onderhoudswerken en herstellingen aan het spoor.
Onderhoudswerken en herstellingen aan kleine machines Activiteiten
Kennis en vaardigheden
onderhoud van kleine machines
uitvoeren van kleine herstellingswerken aan kleine machines
controle van de overschrijdingstermijn voor onderhoud van kleine machines en dit melden aan de ploegbaas
51
kennis van de werking van kleine machines kennis van te reinigen en te smeren onderdelen kennis van de verschillende smeer- en reinigingsmiddelen en hun toepassingsgebied veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van smeer- en reinigingsmiddelen kennen en kunnen toepassen nauwkeurig kunnen aanbrengen van de smeermiddelen nauwkeurig kunnen reinigen van kleine machines kennis van de werking van kleine machines kennis van de defecten die kunnen voorkomen en ze kunnen herkennen kunnen inschatten van de omvang van een defect en naargelang daarvan juist kunnen handelen (het defect zelf herstellen of dit rapporteren) tijdig kunnen rapporteren aan de ploegbaas
Onderhoudswerken en herstellingen aan het spoor Activiteiten
Kennis en vaardigheden
verwijderen van ballast op de rails en dwarsliggers met een ballastriek
oliën van het wisselhart, glijstoelen, railbevestigingen en kraagschroeven
controle van kraagschroeven en railbevestigingen
controleren van de beschermingsmaat bij de strijkregel
52
kennis van het ergonomisch gebruik van een ballastriek en die kunnen toepassen risico’s verbonden aan het werken met een ballastriek kennen (schaafwonden, rugletsel, …) en deze kunnen voorkomen (riek niet laten rondslingeren, juiste draagtechniek, …) onveilige situaties met ballast op de rails kunnen inschatten (wegspringen van steen bij doorgang trein, …) en voorkomen kennis van te oliën onderdelen kennis van de verschillende oliën en hun toepassingsgebied nauwkeurig kunnen aanbrengen van de oliën veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van oliën kennen en kunnen toepassen onveilige situaties bij de hechting van schroeven en railbevestigingen kunnen identificeren en de gewenste maatregelen kunnen treffen (ze zelf kunnen vervangen) kennis van de beschermingsmaat tussen de rail en de strijkregel de gewenste maatregelen kunnen treffen wanneer de afstand te klein is (slijpen van de strijkregel) of te groot is (plaatsen van een vulplaatje)
Onderhoudswerken en herstellingen aan het spoor (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
creosoteren van houten dwarsliggers
ontroesten van rails met de railslijpmachine controle van de slijpschijf op barsten en scheuren controle van de beschermkap rond de schijf
hanteren van de railslijpmachine
53
kennis van creosoot en zijn toepassingsgebied nauwkeurig kunnen aanbrengen van de creosoot op de houten dwarsliggers de risico’s verbonden aan het werken met creosoot kennen (brandbaar, vrijkomen van giftige dampen, brandwonden, …) en deze kunnen voorkomen (veiligheidskledij, werken in open lucht, zonnecrème, …) veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van gevaarlijke stoffen kennen en kunnen toepassen onveilige situaties kunnen vaststellen en de ernst ervan inschatten (barsten en scheuren op de slijpschijf, open beschermingskap) en op de gepaste wijze kunnen ingrijpen (vervangen van de slijpschijf, aanbrengen van de beschermingskap) kennis van de werking van een railslijpmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een railslijpmachine kennen (rugbelasting, schaafwonden, …) en deze kunnen voorkomen (goede draagtechniek, veiligheidskledij, …) de veiligheidsvoorschriften voor het werken met een railslijpmachine kennen en ze kunnen toepassen kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken en deze kunnen toepassen bij het werken met de railslijpmachine
Onderhoudswerken en herstellingen aan het spoor (vervolg) Activiteiten slijpen van het wisselhart en de tongen met behulp van een wisselslijpmachine
Kennis en vaardigheden Trein
vervangen van (houten) dwarsliggers losmaken (en later vastschroeven) van de kraagschroeven met een elektrische moeraanzetter
vervangen van de dwarsligger
54
de slijpsteen in de door de ploegbaas aangegeven positie kunnen brengen kennis van de werking van een wisselslijpmachine en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een wisselslijpmachine kennen (oogletsels, schaafwonden, …) en deze kunnen voorkomen (veiligheidskledij dragen, …) de veiligheidsvoorschriften voor het werken met een wisselslijpmachine kennen en ze kunnen toepassen kennis van de werking van een elektrische moeraanzetter en die kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken met een elektrische moeraanzetter kennen (kwetsuren ten gevolge van het wegschieten van het toestel, elektrificatie, …) en deze kunnen voorkomen (hals degelijk op de kraagschroef plaatsen, voorzichtigheid bij regenweer…) veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van elektrische toestellen kennen en ze kunnen toepassen kennis van ergonomisch verantwoorde tilen draagtechnieken en deze kunnen toepassen bij het vervangen van dwarsliggers kennis van de ligging van de dwarsligger en die kunnen toepassen
Onderhoudswerken en herstellingen aan het spoor (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
opkrikken van een spoor
55
kennis van de gewenste plaats van de krik onder de rails en die kunnen toepassen kennis van de werking van een krik en de rails hiermee op de gewenste hoogte brengen
3.
Veiligheid
Eerste en laatste zorg. Zoals geldt voor alle beroepsgroepen uit de bouwsector, neemt de zorg voor veiligheid en gezondheid een steeds belangrijkere plaats in binnen het takenpakket van de spoorwerker. Veiligheid moet bij elke activiteit de eerste en de laatste zorg zijn. De werknemer dient niet enkel rekening te houden met eigen veiligheid, maar ook met die van elke persoon die rechtstreeks of onrechtstreeks bij het werk betrokken is: collega’s, passanten, treinreizigers, …. Als een rode draad. De veiligheidsmaatregelen doorkruisen het volledige takenpakket van de spoorwerker. Het merendeel van de veiligheidsmaatregelen bestaat erin om de gevolgen verbonden aan risico’s bij specifieke werkzaamheden op de werf zoveel mogelijk te voorkomen. Een aantal algemene veiligheidsmaatregelen is erop gericht de veiligheid opnieuw te herstellen en/of de gevolgen van ongevallen zoveel mogelijk in te perken. Specifieke en algemene veiligheidsvoorschriften. Bovenop de algemene voorschriften gelden bedrijfseigen veiligheidsreglementeringen. Deze zijn niet ondergeschikt aan de algemene voorschriften, maar vullen ze aan. De bijkomende reglementeringen houden een reeks voorschriften in die veiligheidszorg ‘op maat’ van het betreffende bedrijf snijden. Ze maken het mogelijk specifieke kenmerken van de werkorganisatie onder de meest veilige omstandigheden te laten verlopen. Dit hoofdstuk schetst de algemene veiligheidsvoorschriften en de specifieke maatregelen die nog niet aan bod kwamen in hoofdstuk 2.
56
Basismaatregelen rond veiligheid en gezondheid Activiteiten
Kennis en vaardigheden
opvolgen van de veiligheids- en gezondheidsvoorschriften wetgeving algemeen geldende richtlijnen organisatiespecifieke voorschriften
risicobeheersing
ongevalpreventie
57
algemene verplichtingen van de werkgever in het kader van veiligheids- en gezondheidswetgeving kennen en daar rekening mee houden rechten en plichten van de werknemer rond veiligheid en gezondheid kennen en naleven de rol van interne en externe preventiediensten en diensten voor technische controle op de werkplaats kennen en daar rekening mee houden functie en bevoegdheden van de toezichthoudende instanties kennen en daar rekening mee houden gevaarlijke handelingen en situaties kunnen herkennen, de eventuele gevolgen ervan kunnen inschatten en daar rekening mee houden kennis van beheersmaatregelen en ze kunnen toepassen bij gevaarlijke handelingen oorzaken van mogelijke ongevallen op de werkvloer kennen en daar rekening mee houden kennis van methodes om ongevallen te voorkomen en ze kunnen toepassen kennis van de procedure voor ongevallenaangifte en -rapportering en deze kunnen toepassen
Basismaatregelen rond veiligheid en gezondheid (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
veilig gebruik van gevaarlijke stoffen (o.a. creosoot, …)
omgaan met risico’s op brand en explosie
omgaan met risico’s verbonden aan een besloten ruimte (o.a. gasflessen in een besloten ruimte, …)
58
kennis van de opnamewegen van gevaarlijke stoffen en hiermee rekening houden kennis van de maatregelen ter voorkoming van blootstelling aan gevaarlijke stoffen en deze kunnen toepassen kennis van de verschillende gevaarlijke producten en hun giftige werking kennis van de risico’s bij werken met gevaarlijke stoffen en deze kunnen voorkomen de betekenis van de gevarensymbolen bij gevaarlijke producten kennen en kunnen interpreteren de productinformatie en R- & S-zinnen op het etiket van gevaarlijke producten kunnen interpreteren en toepassen preventiemaatregelen bij het hanteren van gevaarlijke stoffen kennen en kunnen toepassen kennis van factoren die invloed hebben op het verbrandingsproces brandbevorderende stoffen kennen en hier rekening mee houden risico’s op brand en explosie kennen en ze kunnen voorkomen procedures, blustechnieken en -middelen kennen en kunnen toepassen een besloten ruimte kunnen herkennen risicoverhogende apparaten en materieel in besloten ruimten kennen en hiermee rekening houden kennis van beheersmaatregelen en deze kunnen toepassen
Basismaatregelen rond veiligheid en gezondheid (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
veilig gebruik van gereedschap en machines
omgaan met risico’s op struikelen, uitglijden en vallen
veilig omgaan met elektriciteit
59
de algemene regels voor gebruik van gereedschap en machines kennen en kunnen toepassen kennis van de risico’s verbonden aan het gebruik van mechanisch gereedschap en ze kunnen voorkomen kennis van de risico’s op struikelen, uitglijden en vallen en deze kunnen voorkomen kennis van de risico’s bij het gebruik van ladders en platformen en deze kunnen voorkomen de verschillende methoden (aanpassen, repareren, orde en netheid, afschermen, markeren, …) kennen en toepassen om risico’s te voorkomen kennis van de risico’s op elektrocutie en deze kunnen voorkomen kennis van oorzaken en gevolgen van elektrocutie, … gebruik van elektrische apparatuur, kabels en verlengsnoeren volgens de voorschriften van de producent
Basismaatregelen rond veiligheid en gezondheid (vervolg) Activiteiten
Kennis en vaardigheden
gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen handschoenen helm veiligheidsschoenen werkkledij oorbescherming beschermbril stofmasker veilig omgaan met signalering
60
de verschillende persoonlijke beschermingsmiddelen kennen en op de juiste wijze kunnen gebruiken voor de voorziene toepassing
kennis van de veiligheids- en gezondheidssignalering (verbodsborden, gebodsborden, waarschuwingsborden, …) en ze kunnen toepassen
Specifieke maatregelen op de werf Activiteiten
Kennis en vaardigheden
veilig werken op de werf (algemeen)
61
de risico’s verbonden aan spoorwerken kennen (aanrijding door een trein, uit evenwicht gebracht worden door een voorbijrijdende trein, elektrocutie, …) en deze kunnen voorkomen (voldoende aandachtig zijn, uit de gevarenzone blijven, afstand houden van de bovenleidingen en rollend materieel, …) de gevarenzone en uitwijkplaatsen kennen en hiermee rekening kunnen houden beveiligingssysteem, aankondigingssysteem en alarm kennen en hiermee rekening kunnen houden kennis van de snelheid van de trein op de lijnen en deze kunnen interpreteren uitwijkafstand kennis van de buitendienststelling en buitenspanningsstelling van de lijnen en de periode bij de aanvang van de werken en hiermee rekening kunnen houden kennis van de voorschriften van het verkeersreglement op het spoorwegterrein en deze kunnen toepassen de risico’s van omgevingsfactoren kennen (naderende trein slecht horen of zien, …) en hier rekening mee kunnen houden (bijzonder waakzaam zijn, …) veiligheidsvoorschriften bij doorrit van een trein kennen en kunnen toepassen
Specifieke maatregelen op de werf Activiteiten
Kennis en vaardigheden
zich veilig verplaatsen
veilig werken in de gevarenzone
veilig op- en afstappen van spoorvoertuigen
62
de risico’s verbonden aan verplaatsingen op de werf kennen (aanrijding door een trein, val door gladde spoorstaven, …) en deze kunnen voorkomen (voldoende aandachtig zijn, voeten niet op spoorstaven plaatsen, …) kennis van de veiligheidsvoorschriften bij horizontale verplaatsingen en deze kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het werken in de gevarenzone kennen (aanrijding door een trein, …) en deze kunnen voorkomen (luisteren naar de schildwacht, voldoende aandachtig zijn, …) veiligheidsvoorschriften bij het werken in de gevarenzone kennen en kunnen toepassen kennis van de procedure bij alarm en ze kunnen toepassen de risico’s verbonden aan het op- en afstappen van spoorvoertuigen kennen (voet verzwikken, onder trein terechtkomen, …) en deze kunnen voorkomen (nooit springen, nooit afstappen van rijdende trein, …) kennis van de veiligheidsvoorschriften voor het op- en afstappen van spoorvoertuigen en deze kunnen toepassen
Specifieke maatregelen op de werf Activiteiten
Kennis en vaardigheden
veilig werken nabij bovenleidingen
veilig werken nabij rollend materieel
63
de risico’s verbonden aan werken nabij bovenleidingen kennen (elektrocutie, brandwonden, …) en deze kunnen voorkomen (contact vermijden met de stroomdraden, kabels, verbindingen …) kennis van de spanning van bovenleidingen en daar rekening mee houden veiligheidsvoorschriften bij het werken nabij bovenleidingen kennen en kunnen toepassen kennis van de procedure bij beschadigde bovenleidingen en deze kunnen toepassen de risico’s verbonden aan werken met rollend materieel kennen (elektrocutie, aanrijdingen, …) en deze kunnen voorkomen (contact vermijden met het onderstel van de trein, op een voldoende afstand blijven, …) kennis van de elektrische werking van locomotieven en motorrijtuigen en hiermee rekening kunnen houden veiligheidsvoorschriften bij het werken nabij rollend materieel kennen en kunnen toepassen
4.
Sociale vaardigheden en beroepshouding
Sociale vaardigheden naast technische kennis en kunde. Een goed vakman beschikt niet enkel over technische kwaliteiten. Wie professioneel werkt, beheerst ook de juiste attitudes. Aangepaste sociale vaardigheden aan de dag leggen, is noodzakelijk in elke beroepssituatie. Een juiste basishouding is net zozeer een vereiste voor de bankdirecteur als voor de verpleegkundige of de spoorwerker. Algemeen geldende attitudes in een beroepseigen hiërarchie. Als regel geldt dat de verschillende beroepshoudingen van toepassing zijn op elke professional. Het onderscheid ligt erin dat één sociale attitude elementair kan zijn voor een bepaalde beroepsgroep, terwijl diezelfde attitude van minder belang is voor een tweede groep. Ook voor de spoorwerker geldt een beroepseigen hiërarchie in de rangschikking van noodzakelijke professionele houdingen. Onderstaande tabel geeft de meest elementaire professionele attitudes voor het beroep aan.
Veiligheidsbewust werken. In staat zijn om actief en pro-actief in te staan voor de veiligheid en gevaarlijke situaties te voorkomen. Flexibel zijn. In staat zijn om zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, ondermeer middelen, doelen; mensen en procedures. Teamgericht kunnen werken. In staat zijn om gemeenschappelijk en collegiaal aan eenzelfde taak te werken. Oplettend zijn. In staat zijn om gedurende een bepaalde tijd de aandacht te concentreren op één punt en indien nodig in staat zijn om snel te reageren. Omgaan met stress. Kunnen omgaan met een verhoogde werkdruk, tegenslagen, kritiek, … .
64
Bijlage 1: sociale vaardigheden en beroepshoudingen
Volgende tabel geeft een overzicht van alle voor de spoorwerker mogelijke sociale vaardigheden en beroepshoudingen.
Abstract kunnen denken. In staat zijn verder te denken dan concreet waarneembare gegevens. Assertief zijn. Op een hoffelijke manier voor de eigen mening durven uitkomen. Bereid zijn te leren. Bereid zijn en in staat zijn de eigen competenties te verbreden en te verdiepen. Beslissingen kunnen nemen. In staat zijn om in gegeven omstandigheden een besluit te nemen. Communicatief vaardig zijn. In staat zijn om in verschillende situaties op een doelgerichte manier te communiceren. Commercieel ingesteld zijn. Inzicht in het commercieel gebeuren en het belang van de verkoopactiviteiten voor de onderneming. Creatief zijn. In staat zijn om persoonlijke ideeën en oplossingen te bedenken en uit te voeren. Didactisch vaardig zijn. In staat zijn om kennis en vaardigheden over te brengen en rond bepaalde onderwerpen uitleg en instructies te geven. Discreet zijn. In staat zijn om met bepaalde informatie voorzichtig om te springen of erover te kunnen zwijgen. Economisch ingesteld zijn. Rationeel omspringen met en doelmatig gebruik maken van middelen, tijd en grondstoffen. Flexibel zijn. In staat zijn om zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, ondermeer middelen, doelen; mensen en procedures. Gevoel voor esthetiek hebben. Bij het uitvoeren van taken ook esthetische overwegingen laten meespelen. Gezondheidsbewust zijn. Bij het uitvoeren van taken ook aandacht hebben voor de impact ervan op de eigen gezondheid en de preventieve maatregelen die men kan nemen. Handig zijn. In staat zijn om op een vlugge en behendige manier een bepaalde activiteit uit te voeren.
65
Hygiënebewust werken. Actief en pro-actief gericht zijn op de hygiëne en bewust zijn van het belang van hygiëne. Imagobewust zijn. Ervan bewust zijn dat men het uithangbordje van een instelling of een onderneming is en daar handelingen en voorkomen op afstemmen. Initiatief tonen. In staat zijn om taken aan te pakken zonder dat het gevraagd wordt of de omstandigheden ertoe dwingen. Klantgericht zijn. In elke situatie gepast kunnen reageren op een vriendelijke, beleefde en rustige manier en handelen met het oog op tevredenheid van klanten. Kritische ingesteldheid. In staat zijn zichzelf en zijn omgeving in vraag te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen. Kwaliteitsbewust werken. Weten aan welke vereisten een product of dienst moet voldoen en bereid zijn zich in te spannen om tijdens de uitvoering van het werk aan de vereisten te voldoen. Leiding kunnen geven. In staat zijn om mensen te sturen en te begeleiden zodanig dat ze hun taken doeltreffend uitvoeren. Loyaal zijn. Blijk geven van sterke betrokkenheid op de organisatie en de regels en afspraken die er gelden. Milieubewust werken. In staat zijn om actief en pro-actief in te staan voor het milieu en schade aan het milieu te voorkomen. Nauwkeurig kunnen werken. In staat zijn een taak precies en nauwgezet te voltooien. Oplettend zijn. In staat zijn om gedurende een bepaalde tijd de aandacht te concentreren op één punt en indien nodig in staat zijn om snel te reageren. Omgaan met stress. Kunnen omgaan met een verhoogde werkdruk, tegenslagen, kritiek, … . Kunnen organiseren. Taken zodanig plannen dat de doelstellingen op een efficiënte manier bereikt worden. Ordelijk en net kunnen werken. Nastreven van orde en netheid op het werkvlak. Patiënt/cliënt gericht zijn. In elke situatie het welzijn van de patiënt/cliënt centraal stellen en aandacht hebben voor de manier waarop men deze benadert. Problemen kunnen oplossen. Zien dat er een probleem is, waar het precies gesitueerd is en er een oplossing voor aanreiken. Kunnen relativeren. Een sterk besef hebben van de betrekkelijkheid van iets en dit ook aan anderen kunnen overbrengen. Ruimtelijk voorstellingsvermogen hebben. Gemakkelijk kunnen overschakelen van een driedimensionaal beeld naar een tweedimensionale tekening en omgekeerd. Sociaal vaardig zijn. Beschikken over de nodige vaardigheden om op een aangename manier om te gaan met mensen.
66
Teamgericht kunnen werken. In staat zijn om gemeenschappelijk en collegiaal aan eenzelfde taak te werken. Veiligheidsbewust werken. In staat zijn om actief en pro-actief in te staan voor de veiligheid en gevaarlijke situaties te voorkomen. Verantwoordelijkheidszin hebben. In staat zijn om de verantwoordelijkheid van een taak of een beslissing op zich te nemen, ook als die bepaalde consequenties met zich meebrengt. Zelfstandig kunnen werken. In staat zijn om zelfstandig zonder hulp of toezicht gedurende lange tijd aan een taak te werken.
67