SECTOR: CONSERVATIE/RESTAURATIE PROFIEL: RESTAURATIEVAKMAN DECORATIESCHILDER In samenwerking met het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Monumenten en landschappen en het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid.
De infobank over beroepenstructuren en beroepsprofielen kan worden geraadpleegd op de SERVwebsite : www.serv.be, via de link beroepsprofielen.
oktober 2003 D/2003/4665/35
LVe_BP_restauratievakman_decoratieschilder_def
Wetstraat 34-36 1040 Brussel Tel: 02.20.90.111 Fax: 02.21.77.008 E-mail:
[email protected] www.serv.be
1.
INHOUDSTAFEL
INLEIDING
3
1.
AFBAKENING EN OMSCHRIJVING
5
1.1 1.2 1.3 1.4
DOMEIN AFBAKENING BEROEPSINHOUD DOORGROEIMOGELIJKHEDEN
5 7 9 12
2.
TAKEN EN COMPETENTIES
13
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.2.7 2.2.8 2.2.9 2.2.10 2.2.11 2.2.12 2.2.13 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3
VOORBEREIDENDE TAKEN 15 PLANNEN EN ORGANISEREN VAN HET EIGEN WERK 15 ORGANISEREN EN INRICHTEN VAN DE WERKPLEK 15 VOORZIEN VAN BENODIGDE GRONDSTOFFEN EN MATERIEEL 16 UITVOERENDE TAKEN 16 ONDERZOEKEN VAN DE OORSPRONKELIJKE MATERIALEN EN TECHNIEK 16 VOORBEHANDELING GERICHT OP HET KRIJGEN VAN EEN EFFEN, GLADDE, STOF- EN VETVRIJE OPPERVLAKTE 17 PREPAREREN VAN DE VERF VOOR GRONDLAAG, TUSSENLAAG EN EINDLAAG EN PREPAREREN VAN AFWERKINGSPRODUCTEN 18 ZETTEN VAN GRONDLAAG, TUSSENLAAG EN EINDLAAG 19 DECOREREN VAN GROTERE VLAKKE OPPERVLAKTEN 20 POLY- EN MONOCHROOM SCHILDEREN 22 RECONSTRUEREN VAN FIGURATIEVE WANDDECORATIES UIT DE VRIJE HAND 23 UITVOEREN VAN VERFIJNDE AFWERKINGSTECHNIEKEN 24 DE WERF IN OORSPRONKELIJKE STAAT HERSTELLEN 24 INSTAAN VOOR ORDE EN NETHEID OP DE WERKPLEK 25 ONDERHOUD EN SCHOONMAKEN VAN MATERIEEL 25 COMMUNICEREN 25 OPBOUWEN VAN DE EIGEN DESKUNDIGHEID 25 ONDERSTEUNENDE TAKEN 26 KWALITEITSZORG 26 VEILIGHEID 26 MILIEU 27
3.
COMPETENTIES
28
Inhoudstafel
2.
3.1 3.2 3.3
ALGEMENE BEROEPSKENNIS SLEUTELVAARDIGHEDEN SPECIFIEKE VEREISTEN
28 31 32
4.
BIJZONDERE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
32
5.
ARBEIDSORGANISATIE
33
6.
KNELPUNTEN
34
7.
TOEKOMSTIGE EVOLUTIES
34
7.1 7.2 7.3
ALGEMEEN TAKEN COMPETENTIES
34 35 36
8.
BEROEPENFICHE
37
DEELNEMERS CONFERENTIES ‘RESTAURATIEVAKMAN DECORATIESCHILDER
39
BRONNEN - LITERATUURLIJST
41
Inhoudstafel
3.
INLEIDING
In dit profiel wordt het beroep restauratievakman decoratieschilder beschreven. In hoofdstuk 1 komen we tot een afbakening en omschrijving van het beroep. Op de eerste plaats wordt het domein waarin de restauratievakman decoratieschilder werkzaam is verkend, namelijk de erfgoedsector. Daarna volgt een afbakening, hierin wordt vastgelegd wat we wel en niet onder het beroep restauratievakman decoratieschilder verstaan tijdens de verdere uitwerking van het beroepsprofiel. Vervolgens wordt de beroepsinhoud omschreven. Tenslotte wordt kort toegelicht welke doorgroeimogelijkheden er voor de vakman bestaan. Hoofdstuk 2 bevat de eigenlijke kern van het beroepsprofiel. Er wordt dieper ingegaan op de taken en competenties van de restauratievakman decoratieschilder. Wij maken daarbij een onderscheid tussen voorbereidende, uitvoerende en ondersteunende taken. Op basis van deze takenanalyse is het mogelijk de competenties die vereist zijn voor de uitoefening van het beroep te detecteren. We wensen er de aandacht op te vestigen dat dit beroepsprofiel slaat op de doorsnee beroepsuitoefening. Hierbij maken we abstractie van verschillen die kunnen voorkomen verbonden met de bedrijven die de restauratievakman decoratieschilder tewerkstellen. In deze takentabellen nemen we ook de taken en competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar op. Een beginnend beroepsbeoefenaar is iemand die een initiële opleiding (op school of elders) heeft gevolgd, maar nog geen ervaring heeft in het beroep. In hoofdstuk 3 komt het geheel van de vereiste competenties uitgebreid aan bod. Er volgt een overzicht van de beroepskennis en van de sleutelvaardigheden die noodzakelijk zijn om het beroep te kunnen uitvoeren. Ook worden nog enkele specifieke vereisten belicht. Hoofdstuk 4 maakt melding van de bijzondere arbeidsomstandigheden die met het uitoefenen van het beroep gepaard gaan. We beschrijven de mate waarin het werk kan leiden tot lichamelijke belasting en welke voorzorgsmaatregelen mogelijk zijn. De arbeidsorganisatie waarmee de restauratievakman decoratieschilder te maken krijgt, bespreken we in hoofdstuk 5. Hierbij wordt weer abstractie gemaakt van de eigenheid van de organisatie die in elk bedrijf apart geldt. Hoofdstuk 6 behandelt de knelpunten die voor het beroep in de bedrijven worden aangetroffen. Wat de toekomstige evoluties voor het beroep van de restauratievakman decoratieschilder betreft, verwijzen we naar het laatste hoofdstuk.
“In verband met de leesbaarheid van de tekst is er voor gekozen om de mannelijke vorm te gebruiken. Waar hij of hem staat wordt uiteraard ook zij of haar bedoeld.”
Inleiding
4.
Inleiding
5.
1. 1.1
AFBAKENING EN OMSCHRIJVING Domein In dit document zal het beroepsprofiel van de restauratievakman decoratieschilder uitgewerkt worden. De restauratievakman decoratieschilder is een beroepsbeoefenaar die werkt binnen de erfgoedzorg. Tot ons erfgoed behoren alle overblijfselen van de beschavingsgeschiedenis van onze samenleving waaraan waarde gehecht wordt. We kunnen een onderscheid maken tussen materieel (bijvoorbeeld gebouwen, beelden, gebruiksvoorwerpen) en immaterieel erfgoed (bijvoorbeeld verhalen, liederen). In het proces van materiële instandhouding van ons erfgoed kunnen we zes variabelen onderscheiden (Delmotte, 2000): Begeleiding bevat de bepaling van de onderzoeksbehoeften en de coördinatie van de onderzoeken; de bepaling van de conserverings -en restauratieopties; de bepaling en beschrijving van te verrichten handelingen; de selectie van de uitvoerder; begeleiding en controle bij de uitvoering; controle bij de voltooiing. De begeleiding is van belang vanaf het vooronderzoek tot en met de oplevering. Vaak zal niet één persoon de begeleiding op zich nemen, maar vormt men een begeleidingsteam. Onderzoek1 is het geheel van procedures dat erop gericht is het object in al zijn aspecten te begrijpen. De onderzoeksresultaten vormen de basis voor een coherente diagnose en – vervolgens – voor de bepaling van de restauratieopties. Het onderzoek bepaalt verder de voorzienbare consequenties van alle geplande ingrepen. Het onderzoek gaat aan de ingrepen vooraf, maar loopt ook door tijdens en na de behandeling van het kunstvoorwerp. Tot slot maakt ook de documentatie van de uitgevoerde ingrepen en van de bevindingen tijdens de uitvoering deel uit van het onderzoek. Het onderzoek wordt grosso modo onderverdeeld in het historisch onderzoek, het materieel-technisch onderzoek en het bestemmingsonderzoek: Onderhoud groepeert de periodiek terugkerende voorzienbare handelingen, evenals tijdelijke ingrepen in afwachting van een aanpak ten gronde. Onderhoud is gericht op het voorkomen en tegengaan van verval of schade aan de cultuurgoederen. Conservering is opdeelbaar in preventieve conservering en curatieve conservering. Preventieve conservering is het geheel van maatregelen en handelingen dat erop gericht is een optimale omgeving voor de bewaring van de voorwerpen te scheppen en te handhaven. Preventieve conservering tracht zowel de klimatologische karakteristieken (temperatuur, relatieve vochtigheid, lichtintensiteit) als de algemene bewaringsof tentoonstellingsomstandigheden te beheersen. Doel van preventieve conservering is het waarborgen van de bestaande toestand van het voorwerp en het vertragen of voorkomen van mogelijk verval of schade. Bij preventieve conservering worden geen handelingen aan het voorwerp zelf verricht. Curatieve conservering is de behandeling van vastgestelde aantasting
1
Dit onderzoek is duidelijk te onderscheiden van de restauratievakman decoratieschilder die vooraleer van start te gaan met de werkzaamheden de oorspronkelijk gebruikte materialen en techniek gaat analyseren om zijn werkmethode op punt te stellen (cf. infra).
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
6.
of andere vormen van schade aan de bestaande structuur en/of de afwerkingslagen. Doel van curatieve conservering is het vertragen of verhinderen van verval of schade aan het object, om het zo lang mogelijk beschikbaar te houden voor een verantwoorde maatschappelijke functie, in overeenstemming met zijn historisch-documentaire waarde en mogelijkheden. Bij curatieve conservering gaat het om handelingen aan het voorwerp die de uiterlijke verschijningsvorm nauwelijks veranderen. Restauratie betreft de ingrepen die tot doel hebben om, met minimale opoffering van esthetische, historische en materiële ‘zuiverheid’, het object (opnieuw) begrijpbaar te maken en het in een toestand te brengen die een verantwoorde maatschappelijke functie toelaat, in overeenstemming met zijn historisch-documentaire waarde en mogelijkheden. Bij restauratie gaat het om handelingen aan het voorwerp die het uitzicht kunnen wijzigen. Reconstructie is het geheel van handelingen waarbij het object wordt wedersamengesteld of waarbij onderdelen worden hermaakt en toegevoegd of in het geheel geïntegreerd. Binnen het materieel erfgoed kunnen we weer een onderscheid maken tussen enerzijds het onroerend materieel erfgoed en anderzijds het roerend materieel erfgoed. De restauratievakman decoratieschilder voert voornamelijk werken uit met betrekking tot het materiëel onroerend erfgoed, dus binnen gebouwen. Vaak gaat het om gebouwen met een erfgoedconnotatie, zijnde monumenten. Net zoals in nieuwbouw of renovatieprojecten zijn op de werf van een monument uiteenlopende werkzaamheden aan te treffen, bijvoorbeeld werken aan vloeren, ramen, gevels, bepleistering, … . De restauratievakman decoratieschilder is gespecialiseerd in werken aan volgens traditionele technieken vervaardigde decoratieschilderingen. De term decoratieschildering is een algemene term voor alle figuratieve en niet-figuratieve schilderingen van een gebouw, in feite gaat het om alle soort verf op wanden, ornamenten en meubels. Het is dus een ruimer begrip dan wat onder muurschildering wordt verstaan, in dat geval gaat het om verf op muren. Enkel wanneer een decoratieschildering een waardevolle bijdrage levert aan het totaal effect van een historisch gebouw, is het zinvol deze in de geest van vroeger te herstellen. Vaak is dit het geval wanneer het gaat om meerkleurige schilderingen, verguldingen of schilderingen met patronen/reliëfs, maar het kan ook gaan om strak schilderwerk aangebracht volgens traditionele technieken en met traditionele materialen. Deze schilderingen kunnen aangebracht zijn op uiteenlopende ondergronden, het kan gaan om ganse muren wanden of plafonds, het kan gaan om houtwerk (bijvoorbeeld deuren, lambriseringen, plinten), het kan gaan om pleisterwerk (bijvoorbeeld kroonlijsten, zuilen, rozetten) of om meubels en beelden. De restauratievakman decoratieschilder verricht enkel de vaktechnische activiteiten met betrekking tot de decoratieschilderingen, deze zijn te situeren in de reconstructiefase. Hij komt dus niet tussen in de overige fases van erfgoedzorg zijnde begeleiding, onderzoek,2 onderhoud, conservering en restauratie. Reconstructie is het toevoegen van nieuwe decoratieschilderingen of het toevoegen van nieuwe onderdelen aan decoratieschilderingen en dit in een historische context. De restauratievakman decoratieschilder werkt vaak volgens de oude schildertechnieken en de traditionele materialen. Deze 2
Idem vorige voetnoot
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
7.
traditionele materialen kunnen vervangen worden door moderne varianten indien de geldende wetgeving het gebruik van de traditionele materialen verbiedt of indien deze materialen niet meer bestaan. De restauratievakman decoratieschilder werkt veelal in een gemengd schilderbedrijf, dat naast restauratiewerken3 ook geregeld algemene schilder- en decoratiewerken aanneemt. In feite ressorteren deze bedrijven onder de bouwsector en vallen de in dienst zijnde werknemers onder het desbetreffende paritair comité. We bevinden ons op het raakvlak van bouwsector met erfgoedzorg. Het aantal van dit soort bedrijven in Vlaanderen is eerder beperkt. Zij werken onder het erkenningnummer D24 wat duidt op restauratie van monumenten of D23 wat duidt op restauratie door ambachtslieden met uiteenlopende specialisaties. Niet zelden gaat het om familiebedrijven ontstaan einde 19de eeuw, toen de nu historische schildertechnieken en -materialen nog volop toegepast werden. Samen met het bedrijf werd ook de kennis omtrent technieken en materialen doorgegeven van ouders op kinderen.
1.2
Afbakening Binnen de restauratie- en renovatiesector is nog geen beroepenstructuur voorhanden. Een studie van het HIVA om een geordend overzicht van kernberoepen uit te werken, bleef zonder resultaat. Erfgoedzorg bestrijkt verschillende economische sectoren, paritaire comités en kwalificatieniveaus. Mede daardoor bestaat grote verwarring over wie onder welke naam welke activiteiten uitoefent. De sector opteerde er dan voor om eerst enkele beroepen in kaart te brengen en op deze wijze tot een afbakening te komen. Wij zullen de restauratievakman decoratieschilder hier beschrijven in zijn meest zuivere vorm. Dit wil zeggen dat wij de restauratievakman decoratieschilder zien als een beroepsbeoefenaar wiens activiteiten volledig gericht zijn naar decoratieschilderingen, en niet naar andere decoratietechnieken binnen de wooninrichting zoals wand- en vloerbekleding, staf- en stucwerk, …. Bijkomend beschouwen we de restauratievakman decoratieschilder als iemand die enkel en alleen decoratieschilderingen of onderdelen van decoratieschilderingen reconstrueert. Het is enkel en alleen in functie van deze reconstructie dat hij creatief is en aan conservering of restauratie doet. Hieruit volgt dat de restauratievakman decoratieschilder duidelijk te onderscheiden is van de schilderdecorateur, de restauratievakmannen gericht naar andere decoratietechnieken dan decoratieschilderingen en de restaurator-conservator.
3
De restauratiewerken kunnen mogelijk ruimer liggen dan decoratieschilderingen en van uiteenlopende aard zijn, vooral de combinatie restauratie van decoratieschilderingen en restauratie van staf- en stucwerk komt veel voor. In zulke bedrijven zien we dan restauratievakmannen gespecialiseerd in uiteenlopende disciplines naast mekaar werken.
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
8.
-
De schilder-decorateur4 denkt nieuwe creaties uit en realiseert deze, terwijl de restauratievakman decoratieschilder enkel werk in de geest van vroeger gaat reconstrueren zonder iets bij te voegen of weg te laten. De schilder-decorateur schildert niet alleen strak schilderwerk maar maakt ook gebruik van meer speciale decoratietechnieken zoals het schilderen van lijsten, het wikkelen, het uitvoeren van kleurwassingen, … . Behalve schilderen, gaat hij ook op andere domeinen decoreren, hij installeert bijvoorbeeld soepele vloerbekleding, hangt gordijnen alsook gordijnenkasten en behangt.5
-
De restauratievakman decoratieschilder is te onderscheiden van de restauratievakmannen die gericht zijn naar andere disciplines binnen de historische woondecoratie zoals bijvoorbeeld stafen stucwerk, behang en stoffering, … . De reden hiervoor vinden we in de geschiedenis, de oorspronkelijke woningdecoratie was een heuse ambachtskunst. Een huisschilder bijvoorbeeld was jarenlang in de leer en dan nog legde hij zich meestal toe op één welbepaald vakgebied bijvoorbeeld vergulden, lakken, …. De moderne manieren van decoreren zijn daarentegen meer uniform en laten aan de moderne vakman een bredere actieradius toe. Omdat de restauratievakman decoratieschilder nog veel volgens die oude materialen en technieken werkt, neigt hij veeleer naar de categorie van de vroegere gespecialiseerde ambachtsman dan naar deze van de hedendaagse schilder-decorateur.6
-
Zoals gesteld is de restauratievakman decoratieschilder een vakman die vaktechnische taken uitvoert in de reconstructiefase van de erfgoedzorg. Het gaat om een beroepsbeoefenaar die zijn wortels heeft in de bouwsector en over gespecialiseerde kennis beschikt van historische schildertechnieken en -materialen. De conservator-restaurator muurschilderingen daarentegen is iemand met een academische kunsthistorische vorming en/of een restauratieopleiding op hogeschool niveau. Hij legt zich toe op de wetenschappelijke studie (hij beschouwt de muurschildering in de eerste plaats als een historisch studieobject) en op de conservering en restauratie van de muurschilderingen.7
Het is zeer goed mogelijk dat al deze verschillende beroepsbeoefenaars terug te vinden zijn op één en dezelfde werf. In dat geval is het zaak tot een duidelijke en onderbouwde taakverdeling te komen. De restauratievakman decoratieschilder moet in staat zijn een specifieke opdracht van begin tot einde op zich te nemen. Dus niet enkel het uitvoeren van de historische decoratietechnieken behoort tot zijn takenpakket, maar ook de voorbereiding en het zetten van grond- tussen- en eindlagen vooraf.
4
5
6
7
Voor meer informatie over het beroep schilder-decorateur raadpleeg: Pollet I. (1998). Beroepsprofielen in de bouwnijverheid, afwerking ruwbouw,:schilder-decorateur. Leuven: Hiva. Brussel: FVB. In sommige gemengde schilderbedrijven verwacht men dat de restauratievakman decoratieschilder ook als schilder-decorateur kan ingezet worden. Wanneer we alle taken van de schilder-decorateur mee zouden opnemen zou dit echter leiden tot een te breed beroepsprofiel. We kiezen er dus voor een duidelijke lijn te trekken tussen deze twee beroepsbeoefenaars. Hierop zijn soms uitzonderingen, wij denken dan aan de restauratievakman decoratieschilder die bijvoorbeeld een cursus volgde en de basistechnieken van een andere discipline onder de knie heeft. Hierdoor is hij in staat een aantal kleinere werken binnen deze discipline uit te voeren. Een goed voorbeeld hiervan is de restauratievakman decoratieschilder die indien nodig een aantal kleine herstellingen (kapitelen, rossassen, …) aan staf- en stucwerk uitvoert. Voor meer informatie raadpleeg: SERV. (2003). Beroepsprofiel conservator-restaurator muurschilderingen. Brussel: SERV.
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
9.
In de praktijk zien we uiteenlopende mogelijkheden. In sommige bedrijven zal de restauratievakman effectief de verschillende cycli uitvoeren. Argument hiervoor is dat dit de kwaliteit van de arbeid alsook de kwaliteit van het geleverde werk ten goede komt. In andere bedrijven zien we dat de restauratievakman de fases van voorbereiding, zetten van grond- tussen- en eindlagen wel opvolgt maar dat de eigenlijke uitvoering ervan wordt opgenomen door een schilder-decorateur. Enkel bij de afwerking van de eindlaag komt de restauratievakman decoratieschilder feitelijk tussen. Verder moet hij de verschillende historische decoratietechnieken beheersen en dus kunnen uitvoeren. In elk bedrijf wordt verwacht dat de restauratievakman de verschillende afwerkingstechnieken op zich kan nemen. Enkele technieken zijn echter slechts weggelegd voor de meer ervaren restauratievakman en zullen dus niet uitgevoerd worden door de minder ervaren vakman. Er is met andere woorden sprake van een vorm van competentieopbouw. Tegelijk wordt er in elk bedrijf gedeeltelijk op specialisatie gewerkt omwille van economische redenen, bijvoorbeeld wanneer een restauratievakman zeer goed is in marmertechnieken en zijn collega sterk in sjabloneren worden zij logischerwijze in de mate van het mogelijke op deze opdrachten gezet. Indien we voor het maken van een beroepsprofiel zouden uitgaan van deze uiteenlopende mogelijkheden, zou het noodzakelijk zijn alle mogelijke functieopdelingen en specialisaties te beschrijven. Dit zou echter niet tegemoet komen aan de doelstellingen van een beroepsprofiel, namelijk het functie- en bedrijfsspecifieke overstijgen om tot beschrijvingen van beroepen en bijhorende competentievereisten te komen. Met het oog om onder meer tot een aangepast en coherent onderwijs- en opleidingenbeleid en een efficiënt personeels- en HRM-beleid te komen, opteren wij er dus voor in het beroepsprofiel van de restauratievakman decoratieschilder het volledige pakket van taken en competentievereisten te beschrijven.
1.3
Beroepsinhoud Het weergeven van de beroepsinhoud van de restauratievakman decoratieschilder als een limitatieve opsomming van de verschillende schildertechnieken die hij uitvoert is niet mogelijk. Het kan immers gaan om reconstructie volgens technieken uit bijvoorbeeld de 16de, 17de, 18de tot 20ste eeuw, volgens technieken typisch voor deze contreien, maar ook komende uit China, Indië, … . Het kan gaan om een reconstructie volgens technieken die courant waren en ook nu nog gekend zijn, maar de restauratievakman decoratieschilder kan ook te maken krijgen met oude technieken die quasi verloren zijn gegaan. Zijn eerste belangrijke taak is dan ook het onderzoek van de verschillende lagen, de verschillende materialen, de verschillende kleuren, … van de decoratieschildering. Zo wordt de oorspronkelijk gebruikte techniek in kaart gebracht en wordt nagedacht hoe een zo identiek mogelijk resultaat te verkrijgen.8
8
Omwille van het vooronderzoek door een kunsthistoricus en de vertaling hiervan naar het lastenboek ligt de restauratietechniek voor een groot deel al vast. Het is binnen de marges van dit lastenboek dat de restauratievakman decoratieschilder zijn werkmethode kiest.
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
10.
Bijkomend valt op te merken dat er verschillende standaard werkwijzen en materialen bestaan waarmee dikwijls hetzelfde resultaat kan worden geboekt. Hoe meer methoden er zijn, des te minder zekerheid bestaat er over welk nu de juiste en de beste werkwijze is. Met andere woorden over de hele wereld werden en worden verschillende werkwijzen gebruikt. 9 Het beschrijven van al deze verschillende werkwijzen met hun verschillende technieken en materialen afhankelijk van hun verschillende ondergronden over de eeuwen heen zou ons uiteraard te ver brengen. Daarom trachten we de beroepsinhoud van de restauratievakman decoratieschilder weer te geven aan de hand van het soort van opdrachten dat terug te vinden is op de werf, namelijk het object dat gedecoreerd moet worden. Decoratieve technieken, zowel nu als vroeger, worden steeds uitgevoerd op een oppervlakte die reeds voorbereid is en voorzien is van grond-, eind- en tussenlagen. Dit geldt uiteraard ook voor het reconstrueren van schilderwerk, dus het voorbereiden en zetten van onderliggende verflagen komt terug bij elke opdracht. De restauratievakman decoratieschilder gaat van start met het voorbereiden, dit is het schoon, droog en glad maken van de ondergrond. Wanneer er problemen zijn zoals bijvoorbeeld vochtschade, afgebrokkeld stucwerk, … signaleert de restauratievakman decoratieschilder het gebrek zodat dit vooraf opgelost wordt met het oog op de duurzaamheid van de uit te voeren schilderwerken. Een aantal kleinere problemen verhelpt hij mogelijk zelf. Vervolgens zal de restauratievakman decoratieschilder de grondlaag, tussenlagen en eindlaag zetten. Hij kiest deze in functie van de ondergrond alsook van de voorziene afwerkingstechniek. Wanneer deze lagen de juiste droogtegraad hebben, kan hij starten met het eigenlijke afwerken aan de hand van historische decoratietechnieken. Wat betreft het eigenlijke reconstrueren van de decoratieschildering kunnen we de opdrachten van de restauratievakman decoratieschilder indelen in volgende drie categorieën: het decoreren van grotere vlakke oppervlakten, het poly- en monochroom schilderen en het reconstrueren van figuratieve wanddecoraties uit de vrije hand. Het decoreren van grotere vlakke oppervlakken (bijvoorbeeld wanden, plafonds, panelen, vloeren, …) Hiermee bedoelen we het decoreren door het uitvoeren van een extra bewerking bovenop de ondergrondlagen. De restauratievakman decoratieschilder voert basisafwerkingstechnieken uit zoals tamponneren en peinture de paris, dit gebeurt door het bewerken van een patine aangebracht op een ondergrondsysteem van olieverf. Hij voert basisafwerkingen uit door te lakken. Verder past hij verfijnde imitatietechnieken toe, deze geven de toeschouwer de illusie dat de wand bekleed is met bijvoorbeeld echt marmer, echt hout, …. Deze imitaties kunnen opgebouwd worden volgens uiteenlopende 9
Hierbij valt wel op te merken dat historisch gezien het schilderwerk onder te verdelen is in twee categorieën: enerzijds het kwalitatief hoogstaande werk aangebracht in herenhuizen, kastelen, kerken, … uitgevoerd door kundige bedreven ambachtslieden die van uitstekende materialen gebruik maakten. Anderzijds is er het zeer bescheiden schilderwerk in boeren- en arbeiderswoningen met behulp van goedkopere materialen die plaatselijk voorhanden waren, deze schilderingen werden vaak door de bewoners zelf uitgevoerd ofwel door rondtrekkende handwerksmannen die in ruil kost en inwoon kregen.
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
11.
werkschema’s. Behalve veel zorg voor de ondergrond, volgt er een water- dan wel olie-imitatie, mogelijk afgewerkt met opeenvolgende lagen olieglacis en waterglacis of vice versa. Tenslotte werkt de restauratievakman decoratieschilder wanden en plafonds af met kleurrijke gesjabloneerde patronen mogelijk afgewerkt met biezen en nuances die reliëf uitbeelden. Het poly- en monochroom schilderen: Hier gaat de restauratievakman decoratieschilder geen vlakke oppervlakken beschilderen, maar objecten die drie dimensioneel zijn zoals beelden, rozetten, kroonlijsten, … Vaak gaat het om een meerkleurige afwerking (= polychroom schilderwerk), soms ook om een voorwerp dat in verschillende tinten van een en dezelfde kleur werd geschilderd (monochroom schilderwerk). In tegenstelling tot het glad schilderwerk zal de restauratievakman hier reliëf en structuur door middel van verflagen accentueren, verder besteedt hij veel aandacht aan overgangen tussen de verschillende kleur- of tintvlakken. Het reconstrueren van figuratieve wanddecoraties uit de vrije hand: Over de verschillende tijdsperiodes heen werden uiteenlopende wandschilderingen geplaatst. Gaande van piëdestallen met hierop een vaas of borstbeeld, landschappen, grisailles en andere uiteenlopende trompe l’oeil-effecten, engelen, frescotekeningen, … Wanneer deze door de tijd heen gedeeltelijk of volledig vernietigd of zo zwaar beschadigd werden dat herstellen uitgesloten wordt, kan men opteren voor reconstructie. Aan de hand van foto’s, tekeningen of restanten zal de restauratievakman decoratieschilder trachten te komen tot een ontwerp dat zo nauw mogelijk aanleunt bij de oorspronkelijke wandschildering. Dit ontwerp zal hij uitvergroten en op de muur overbrengen, daarna zal de restauratievakman decoratieschilder de contouren nauwkeurig inschilderen. Deze taak vereist een hoge mate van vakmanschap. Tenslotte voltooit de restauratievakman decoratieschilder zijn decoratieschilderingen met een aantal verfijnde afwerkingstechnieken zoals het vergulden, het craqueleren, het patineren, het glaceren, het aanbrengen van tempera, het toepassen van wastechnieken, …. Het zijn technieken die toegepast kunnen worden over de verschillende categorieën van restauratieschilderwerk heen. Verder leeft de restauratievakman decoratieschilder nauwgezet de regels inzake veiligheid, kwaliteitszorg en milieu na. De restauratievakman decoratieschilder moet zich permanent bijscholen in functie van het beheersen van bijkomende technieken, materialen, historische inzichten, … Samenvattend: De restauratievakman decoratieschilder reconstrueert binnen een historische context decoratieschilderingen in de geest van vroeger. Hiertoe bepaalt hij de werkmethode, bereidt de ondergrond voor en zet grond- tussen- en eindlagen. Hij decoreert grotere vlakke oppervlakten, voert poly- en monochroom schilderwerk uit en reconstrueert figuratieve wanddecoraties uit de vrije hand. Tenslotte voltooit hij de decoratieschilderingen met een aantal verfijnde afwerkingstechnieken.
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
12.
1.4
Doorgroeimogelijkheden Een beginnend beroepsbeoefenaar, die we omschrijven als iemand die uit een initiële opleiding komt maar nog geen ervaring heeft, werkt onder begeleiding van een ervaren vakman en krijgt pas door het opdoen van relevante beroepservaring en door het volgen van vervolmakingscursussen de verschillende technieken in de vingers. Er is dus duidelijk sprake van competentieopbouw, de beginner start met eenvoudige taken (bijvoorbeeld schuren, plamuren, …) onder toezicht, geleidelijk aan leert hij ook de technisch moeilijkere taken uitvoeren. Zoals reeds gezegd werkt de restauratievakman decoratieschilder veelal in een gemengd schildersbedrijf. De beginner doorloopt eerst het ganse proces van competentieopbouw van het gewone schilderen-decoreren. Pas wanneer hij een vakbekwaam schilder-decorateur is, kan gestart worden met het proces van competentieopbouw van het restauratieschilderen. Afhankelijk van de competenties en de verworven ervaring zal het takenpakket van de restauratievakman decoratieschilder al dan niet uitgebreider zijn. Veel bedrijven geven hierbij de mogelijkheid aan hun werknemers om bijkomende opleidingen te volgen. Een capabele en ervaren vakman kan doorgroeien tot een meewerkende ploegbaas (cf. infra), die we verder in het document verantwoordelijke vakman zullen noemen. Een verantwoordelijke vakman voert dezelfde taken uit als zijn collega’s maar draagt bijkomende verantwoordelijkheid (bijvoorbeeld vervoer naar de werf, controle van het werk, …), vaak hangt het af van de specifieke opdracht wie als verantwoordelijke vakman aangesteld wordt. Ten slotte kan de restauratievakman decoratieschilder ervoor kiezen om op zelfstandige basis te gaan werken. Dit maakt dat het mogelijk loopbaanverloop van de restauratievakman decoratieschilder er als volgt uitziet: schilder-decorateur → restauratievakman → verantwoordelijke vakman ofwel zelfstandig zaakvoerder van een eigen restauratiebedrijf
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
13.
2.
TAKEN EN COMPETENTIES Het takenpakket zal telkens ingedeeld worden in voorbereidende, uitvoerende en ondersteunende taken. De voorbereidende taken zijn die taken die voorafgaand aan de uitvoerende taken verricht moeten worden. Het kan onder meer gaan om het plannen van de uit te voeren activiteiten, het klaarzetten van materiaal,… . Het gaat dus heel specifiek om taken die verricht worden ter voorbereiding van het eigen werk en niet ter voorbereiding van het werk van anderen. De meeste van deze voorbereidende taken komen in alle beroepen voor. De uitvoerende taken maken de echte kern van het beroep uit. De ondersteunende taken zijn taken die doorheen het volledige takenpakket moeten worden toegepast en die voor de meeste beroepen gelden. Het gaat ondermeer om het naleven van algemene voorschriften m.b.t. kwaliteitszorg, veiligheid en milieu. Per taak zullen tevens de competenties vermeld worden, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van die welbepaalde taak. Onder competenties verstaan we de reële en individuele capaciteit om kennis (theoretische en praktische kennis), vaardigheden en attitudes in het handelen aan te wenden, in functie van de concrete, dagdagelijkse en veranderende werksituatie en in functie van persoonlijke en maatschappelijke activiteiten. In dit profiel wordt het takenpakket van een ervaren restauratievakman decoratieschilder toegelicht. Naast de opsomming van taken en competenties van deze ervaren beroepsbeoefenaar wordt eveneens aandacht geschonken aan de taken en competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar. Dit geeft een indicatie van wat iemand moet kennen en kunnen na een basisopleiding.
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
14.
De volgende takenclusters kunnen onderscheiden worden:
2.1
VOORBEREIDENDE TAKEN
15
2.1.1 2.1.2 2.1.3
PLANNEN EN ORGANISEREN VAN HET EIGEN WERK ORGANISEREN EN INRICHTEN VAN DE WERKPLEK VOORZIEN VAN BENODIGDE GRONDSTOFFEN EN MATERIEEL
15 15 16
2.2
UITVOERENDE TAKEN
16
2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.2.7 2.2.8 2.2.9 2.2.10 2.2.11 2.2.12 2.2.13
ONDERZOEKEN VAN DE OORSPRONKELIJKE MATERIALEN EN TECHNIEK 16 VOORBEHANDELING GERICHT OP HET KRIJGEN VAN EEN EFFEN, GLADDE, STOF- EN VETVRIJE OPPERVLAKTE 17 PREPAREREN VAN DE VERF VOOR GRONDLAAG, TUSSENLAAG EN EINDLAAG EN PREPAREREN VAN AFWERKINGSPRODUCTEN 18 ZETTEN VAN GRONDLAAG, TUSSENLAAG EN EINDLAAG 19 DECOREREN VAN GROTERE VLAKKE OPPERVLAKTEN 20 POLY- EN MONOCHROOM SCHILDEREN 22 RECONSTRUEREN VAN FIGURATIEVE WANDDECORATIES UIT DE VRIJE HAND 23 UITVOEREN VAN VERFIJNDE AFWERKINGSTECHNIEKEN 24 DE WERF IN OORSPRONKELIJKE STAAT HERSTELLEN 24 INSTAAN VOOR ORDE EN NETHEID OP DE WERKPLEK 25 ONDERHOUD EN SCHOONMAKEN VAN MATERIEEL 25 COMMUNICEREN 25 OPBOUWEN VAN DE EIGEN DESKUNDIGHEID 25
2.3
ONDERSTEUNENDE TAKEN
26
2.3.1 2.3.2 2.3.3
KWALITEITSZORG VEILIGHEID MILIEU
26 26 27
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
15.
2.1 2.1.1
Voorbereidende taken Plannen en organiseren van het eigen werk Taken Ontvangen en bestuderen van plannen, werktekeningen of werkopgaveblad
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
Kennis van technische termen, symbolen en vaktekenen om deze documenten te kunnen lezen Kunnen interpreteren naar werkmethode en -volgorde Kennis van historische decoratiestijlen met het oog op het gevraagde type verfraaiing
X X
2.1.2
Organiseren en inrichten van de werkplek10 Taken Voorzorgen nemen om lokalen, meubilair, andere oppervlakten te beschermen
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
X
X
X
Installeren van verlichtingselementen alsook van ladders, stellingen of hijstoestellen
10
Competenties
X
X X
Competenties Kennis van de schadelijke werking van de grondstoffen die men zal gebruiken of de stoffen die zullen vrijkomen Kunnen demonteren van vastzittende zaken zoals houtwerk, stopcontacten, verlichting, radiatoren, … Kunnen verplaatsen van meubilair en niet-vastzittende zaken zonder deze te beschadigen Kunnen afplakken en afdekken van kwetsbare ondergronden met bijvoorbeeld plastiek, houten planken, … Kunnen hanteren en monteren van schuifladders, hangladders, rolstellingen, … Kunnen installeren van verlichtingselementen en voorzien van de nodige aansluitingen
Het installeren van de werf wordt soms door het schildersbedrijf zelf gedaan, maar vaak ook door gespecialiseerde firma’s. Stellingen boven de 12 meter worden altijd door een gespecialiseerde firma geplaatst.
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
16.
2.1.3
Voorzien van benodigde grondstoffen en materieel Taken Klaarzetten van grondstoffen en materieel opdat vlot gewerkt kan worden
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X X
X
2.2 2.2.1
Kennis grondstoffen en materieel Inzicht hebben in de chronologie van het werfgebeuren: weten welke grondstoffen en materieel in welke fase nodig zijn. Kunnen organiseren
Uitvoerende taken Onderzoeken van de oorspronkelijke materialen en techniek11 Taken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Identificeren van de opbouw, de kleuren en de structuur van de oorspronkelijke decoratieschildering
11
Competenties
Competenties
Competenties
Kunnen plaatsen van historische decoratiestijlen in de tijd en weten welke technieken, materialen en materieel op dat ogenblik in gebruik waren Kennis van de verschillende samenstellende grondstoffen van verf en op basis van een monster kunnen oordelen welke soorten en hoeveelheden van grondstoffen oorspronkelijk gebruikt werden Kennis kleurenleer en kunnen ontleden welke kleuren gebruikt werden voor grondlagen, deklagen, glacis of patines en vernissen Kunnen identificeren welke technieken gebruikt werden voor het aanbrengen van structuren
Omwille van het vooronderzoek door een kunsthistoricus en de vertaling hiervan naar het lastenboek ligt de restauratietechniek voor een groot deel al vast. Het is binnen de marges van dit lastenboek dat de restauratievakman decoratieschilder zijn werkmethode kiest.
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
17. Vastleggen van de werkmethode: - Welke materialen en kleuren zullen gebruikt worden voor de verschillende lagen - Volgens welke techniek en met welk materieel zullen de verschillende lagen aangebracht worden
X
Opmeten
X
Kennis oude decoratietechnieken, -materialen en –materieel alsook kennis van hun mogelijke moderne varianten Beslissingen kunnen nemen op basis van criteria als esthetiek, kostprijs, snelheid, kwaliteit, scheikundige interacties, … Sociaal vaardig zijn: kunnen overleggen met anderen Weten welke materialen en materieel waar in de handel te krijgen zijn en welke zelf aangemaakt moeten worden (cf. infra) Kunnen berekenen van de oppervlakte en de omvang van de te behandelen oppervlakken Kunnen afleiden van de benodigde hoeveelheden per productsoort
X
X X
X X
2.2.2
Voorbehandeling gericht op het krijgen van een effen, gladde, stof- en vetvrije oppervlakte Taken Reinigen
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
X
Verwijderen oude verflagen
X
X
X
Competenties Kunnen toepassen van de methodes voor het nat reinigen (bijvoorbeeld afwassen, gebruik van detergenten, …) Kunnen toepassen van de methodes voor het droog reinigen (bijvoorbeeld ontstoffen, gommen, whisap…) Weten welke lagen op welke plaats moeten worden verwijderd en voorzichtig werken opdat niets verwijderd wordt dat behouden moet blijven Kunnen afbijten, afbranden en afschuren van oude verflagen, zowel machinaal als manueel
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
18. Nazien van de ondergrond van de te behandelen oppervlakte, nu deze volledig zichtbaar is
X
X
X X Curatief behandelen van aangetast hout Plamuren, schuren en slissen
X
X X
Indien nodig, uitvoeren van kleine herstellingen aan gips en stafwerk (bijvoorbeeld aan rossassen, kapitelen, …) Plaatsen van een indringlaag
X
X X
Polijsten
2.2.3
X
X
Prepareren van de verf voor grondlaag, tussenlaag en eindlaag en prepareren van afwerkingsproducten Taken Aanmaken van de juiste kleurtonen
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X X
X
12
Kunnen vaststellen van de aard en de staat van de ondergronden12 en indien nodig kunnen terugkoppelen naar de werkmethode Elementaire kennis van fysische en chemische verschijnselen in verband met gebouwen Verantwoordelijkheidszin hebben: problemen signaleren Kennis van de specifieke producten en technieken voor het curatief behandelen van hout Kunnen opvullen van lacunes met plamuren Kunnen schuren en slissen, zowel machinaal als manueel Kennis materialen en technieken voor het vervaardigen en plaatsen van klein decoratief stafwerk Kennis van zowel oude lijmen als moderne varianten Kunnen aanbrengen van een indringlaag Kunnen polijsten tot een glad oppervlak, zowel machinaal als manueel
Competenties Kennis kleurenleer en kennis van de internationale kleurenwaaiers NCS en RAL kennis kleurencombinaties en kleurentoepassingen uit het verleden Kennis van pigmenten, hun eigenschappen en hun mogelijke combinaties Kennis van de bindmiddelen voor pigmenten, hun eigenschappen en hun mogelijke combinaties Weten hoe elke kleur op zichzelf of samen met andere tijdens of na droging verandert
De aard = de implicaties kennen voor schilderwerk en voorbehandeling van de aard van de ondergrond, bijvoorbeeld houtsoorten, pleisterwerk, metselwerk, beton, samengestelde producten, synthetische materialen, ferro- en nonferrometalen. De staat = nieuw, oud, beschadigd, aanget0ast door vocht, roest, schimmel, alkaliteit, parasieten, …
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
19. Aanmaken en filteren van verven en afwerkingsproducten tot verwerkbare mengsels
X
Kennis van de mengverhoudingen van pigment, medium of bindmiddel, verdunnings- of oplossingsmiddelen, siccatieven en vulmiddelen Kunnen uitvoeren van een receptuur en kunnen aanpassen van de receptuur aan variabelen (bijvoorbeeld temperatuur, poreuze of alkalische ondergronden, …) Kunnen filteren van de verven Maatregelen kunnen nemen om grondstoffen van dag op dag te bewaren Kunnen testen aan de hand van een staal
X
X
X X X
2.2.4
Zetten van grondlaag, tussenlaag en eindlaag Taken Aanbrengen van de verf met diverse soorten borstels
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X X X
X X Na het aanbrengen van grondlaag en tussenlaag telkens schuren en/of polijsten
X
X
Competenties Egaal met vaste hand kunnen schilderen Kunnen hanteren van diverse soorten borstels Weten welke borstel te gebruiken naargelang men grondlaag, tussenlaag dan wel eindlaag zet Weten welke borstel te gebruiken in functie van de eindafwerking die men toepast Rekening kunnen houden met de droogsnelheid van de verf volgens type Kunnen afschuren en polijsten tot een vlak oppervlak, machinaal of manueel
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
20.
2.2.5
Decoreren van grotere vlakke oppervlakten Taken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
Uitvoeren van een basisafwerking door te tamponneren
X
X
Uitvoeren van een basisafwerking: peinture de paris
X
Uitvoeren van een basisafwerking door te lakken met borstel Uitvoeren van uiteenlopende marmerimitaties: gevlekt marmer, geaderd marmer, brokkenmarmer, gezaaid marmer, lapis lazuli, agaat, graniet, ...
X
Uitvoeren van uiteenlopende houtimitaties: naaldhout, eiken, esdoorn, grenen, pallisander, wortelnotenhout, mahonie, schildpadhout, …
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
X X X X X X
X
Competenties Kunnen aanbrengen van een patine Kennis transparante pigmenten Kunnen hanteren van de tamponneerborstel met vaste en zekere bewegingen Kunnen trekken van strepen in de onderlagen met behulp van een borstel en kam Kunnen afwerken door het aanbrengen van een patine Kunnen aflakken met als resultaat een perfecte vloeiing Kennis van de te imiteren marmersoorten Kunnen aandachtig kijken naar een voorbeeld en kunnen analyseren van de structuur Kunnen maken van een vlakindeling waarbinnen de marmer- of aanverwante imitatie geplaatst zal worden, mogelijk in combinatie met andere decoratietechnieken Kunnen maken van een compositie voor de imitatie bestaande uit vormindeling, thema benadrukking, ritme en centrumpunten Kennis werkschema’s marmeren aanverwante imitaties Kunnen vlot uitvoeren van de in het werkschema opeenvolgende technieken met het hiertoe bestemde materieel Kennis van de te imiteren houtsoorten Kennis van de invloed van het groeien en zagen van een boom op de tekening van het hout Kunnen aandachtig kijken naar een voorbeeld en kunnen analyseren van de structuur Kunnen maken van een vlakindeling waarbinnen de houtimitatie geplaatst zal worden, mogelijk in combinatie met andere decoratietechnieken Kunnen maken van een compositie voor de imitatie bestaande uit vormindeling, thema benadrukking, ritme en centrumpunten Kennis werkschema’s
21.
Sjabloneren van patronen
X
X X X X
houtimitaties Kunnen vlot uitvoeren van de in het werkschema opeenvolgende technieken met het hiertoe bestemde materieel Kunnen tekenen van sjablonen Kunnen uitsnijden van sjablonen Kunnen bevestigen van sjablonen op wanden en plafonds volgens plan Kunnen hanteren van sjabloneerkwasten en ander sjabloneermaterieel Door het aanbrengen van biezen en nuances een reliëf kunnen uitbeelden
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
22.
2.2.6
Poly- en monochroom schilderen Taken Polychroom (verschillende kleuren) en monochroom (verschillende tinten) schilderen
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X X X
X
X
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
Competenties Kunnen tot hun recht laten komen van reliëf en inkepingen van het te beschilderen object Kunnen maken van overgangen tussen kleur- en tintvlakken Kleurenkennis: kunnen toepassen van complementaire kleuren bij het uitvoeren van polychroom schilderwerk Kunnen tot hun recht laten komen van structuur en materialen van het te beschilderen object Kunnen uitvoeren van werkschema’s voor poly- en monochroom schilderwerk: - Kunnen dekkend schilderen van de vlakken in verschillende kleuren of tinten. - Kunnen schilderen van vlakken met verschillende kleuren of tinten en dit in verschillende lagen.
23.
2.2.7
Reconstrueren van figuratieve wanddecoraties uit de vrije hand13 Taken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Maken van een ontwerp
Overbrengen van de contouren op de wand
Inschilderen van de verkregen vlakken
X
X X
X
13
Competenties
Competenties
Kennis van de evolutie van de figuratieve wanddecoraties over de verschillende tijdsperiodes heen: kennis van de geliefde afbeeldingen en thema’s (bijvoorbeeld grisailles, landschappen, draperieën, liefdevolle personages, ….) Kunnen natekenen van figuratieve elementen aan de hand van foto’s, overgebleven resten, tekeningen, … Kunnen intekenen van ontbrekende stukken Kunnen uitvergroten van het ontwerp Kunnen prikken van de contouren op het ontwerp en kunnen overbrengen van de geprikte contouren op de wand Via het rasteren van ontwerp en wand of via de projectie van lichtbeelden, een ontwerp kunnen overnemen op de wand Kennis van de evolutie van de figuratieve wanddecoraties over de verschillende tijdsperiodes heen: kennis van de geliefde verfsoorten en technieken (bijvoorbeeld fresco, lijmschilderen, olieverftechnieken, …) Kunnen penseel schilderen uit de vrije hand Kennis van de volgorde van het inschilderen en kennis van het gebruik van lichte en donkere kleuren in muurschilderingen Kunnen afwerken met biezen en lijsten
Met deze takencluster bevinden we ons op het grensgebied tussen ambacht en kunst. Simpele wandschilderingen kunnen nog uitgevoerd worden door de polyvalente restauratievakman decoratieschilder. Wanneer we de fijnere en complexere wandschilderijen bekijken, zien we echter dat er per techniek specialisten ingezet worden.
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
24.
2.2.8
Uitvoeren van verfijnde afwerkingstechnieken Taken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Vergulden
X X
Patineren en glaceren
Craqueleren
Aanbrengen van ei- en lijmtempera Toepassen van wastechnieken
2.2.9
Competenties
Competenties
Kunnen vergulden achter glas Kunnen mixion vergulden Kunnen poliment vergulden Kunnen bronzeren en vergulden met poeders Kunnen patineren: kunnen aanbrengen van een patine met het oog op de glans en diepte typisch voor oud schilderwerk Kunnen decoratief glaceren: kunnen bereiken van imitaties van terracotta, metaal, … Kunnen aanbrengen van de craquelévernissen in verschillende lagen met kennis van de wachttijden in functie van het gewenste barstjeseffect Kunnen afwerken van de barstjes Kennis van diverse craquelésystemen Kunnen aanbrengen van tempera op voldoende snelle wijze om een gelijkmatig werk te verkrijgen Kunnen aanbrengen van was met borstel of oude lappen
De werf in oorspronkelijke staat herstellen Taken Verwijderen van verlichtingselementen alsook van ladders, stellingen of hijstoestellen Lokalen, meubilair en andere oppervlakten terug in hun oorspronkelijke staat brengen
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
X
X
X X
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
Competenties Kunnen hanteren en demonteren van verlichtingselementen, schuifladders, hangladders, rolstellingen, … Kunnen terugplaatsen van meubilair en niet-vastzittende zaken zonder deze te beschadigen Kunnen verwijderen van afplakmaterialen, lege potten, veroorzaakt vuil en stof, … Kunnen monteren van vastzittende zaken zoals houtwerk, stopcontacten, verlichting, radiatoren, …
25.
2.2.10 Instaan voor orde en netheid op de werkplek Taken Op orde en net houden van de werkplek tijdens de werken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X X
Competenties Kennis richtlijnen Aandacht hebben voor ordelijk en net werken
2.2.11 Onderhoud en schoonmaken van materieel Taken Reinigen van materieel bij het overgaan op een andere bewerking of bij het beëindigen van de werkzaamheden
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
Competenties Kennis van de onderhoudsvoorschriften Kennis van oplos- en verdunningsmiddelen Kunnen opbergen van het materieel
X X
2.2.12 Communiceren Taken Communiceren met collega’s en verantwoordelijken over het verloop van de werkzaamheden
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
Competenties Communicatief en sociaal vaardig zijn Inzicht hebben in het werfgebeuren
X
2.2.13 Opbouwen van de eigen deskundigheid Taken Vaktechnische informatie doornemen Opleiding volgen
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
X
X X
Competenties Kunnen lezen en interpreteren van vaktechnische informatie Bereid zijn te leren Kunnen integreren van de verworven competenties in de dagdagelijkse werksituatie
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
26.
2.3 2.3.1
Ondersteunende taken Kwaliteitszorg Taken
2.3.2
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
De termijnen naleven
X
X
Het eigen werk kwalitatief beoordelen
X
X X X
Competenties Zich kunnen houden aan de planning Economisch ingesteld zijn Kunnen analyseren en beoordelen van het eigen werk Kennis van de basisnormen van kwaliteitszorg onderschreven door het bedrijf en de sector in het algemeen
Veiligheid Taken Toepassen van de geldende veiligheidsvoorschriften, voor de veiligheid en gezondheid van zichzelf en anderen
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
X
X
X
X
X
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
Competenties Kennis van de geldende veiligheidsvoorschriften van het bedrijf en de sector in het algemeen Kennis van de risico’s eigen aan grondstoffen en materieel, kennis van hun etikettering en pictogrammen Kennis en hanteren van de persoonlijke beschermingsmiddelen (bijvoorbeeld brillen, kledij, …) en de collectieve beschermingsmiddelen (bijvoorbeeld blussers, beveiliging hoogtewerkers, …) Kunnen aannemen van ergonomisch verantwoorde werkhoudingen
27.
2.3.3
Milieu Taken
Beginnende beroepsbeoefenaar Taken
Competenties
Toepassen van de geldende milieuvoorschriften
X
X
Sorteren en opslaan van afval en restproducten
X
X X X
Competenties Kennis en toepassen van de geldende milieuvoorschriften, in zoverre deze van toepassing zijn op het eigen takenpakket Kennis van de verschillende soorten afval en hun sorteringprincipes Kennis van gevaarlijke en ontvlambare producten en hun opslag Weten welke materialen in aanmerking komen voor hergebruik
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
28.
3.
COMPETENTIES Onder competenties verstaan we het samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingen, dat aantoonbaar ontleend is aan concrete handelingen en/of taken die voorkomen in de beroepsuitoefening van de restauratievakman decoratieschilder. In dit hoofdstuk beschrijven we achtereenvolgend de algemene beroepskennis, de sleutelvaardigheden en de specifieke vereisten, waarover de restauratievakman decoratieschilder moet beschikken.
3.1
Algemene beroepskennis Kennis van grondstoffen Kennis van de producenten en handelaars, de eigenschappen, de samenstelling, het gebruik en de toepassingsmogelijkheden van de verschillende soorten grondstoffen nodig voor het afdekken, de voorbereiding, het schilderen en het afwerken van oppervlakten. Dit zijn onder meer: afwas- en afbijtmiddelen, producten voor het curatief behandelen van hout, plamuren, materialen voor het vervaardigen en plaatsen van klein decoratief stafwerk, schuurmiddelen, beschermingsmiddelen, lijmen, reeds samengestelde verven, siccatieven, kleurstoffen of pigmenten, olie, harsen, bindmiddelen, oplosmiddelen en verdunningsmiddelen, vernissen, gommen, papier, bladmetalen, brandremmende en brandvrije materialen, … Kennis van traditionele verven zoals: olieverven, kalkverven, caseïneverven, temperaverven, patines en glaceerverven, … Kennis hedendaagse synthetische verven zoals: moderne olieverven, dispersieverven, syloxanen, tweecomponenten verven, … Kennis van verf als samengesteld product. Volgens receptuur kunnen mengen van grondstoffen tot zelfgemaakte verven. Kunnen analyseren van verfmonsters. Kennis van de te imiteren hout- en marmersoorten. Kennis van de technieken voor voorbereiding, schilderen en decoreren Bij het voorbereiden: Kunnen toepassen van de methodes voor het nat en droog reinigen. Kunnen afbijten en afbranden. Kennis van de technieken voor het curatief behandelen van hout. Kunnen afschuren, slissen en polijsten (machinaal en manueel). Kunnen plamuren. Kennis van de technieken voor het plaatsen en vervaardigen van klein decoratief stafwerk. Bij het schilderen: Kennis van de technieken voor het zetten van grondlaag, tussenlagen en eindlaag. Bij het decoreren: Kennis van de verschillende historische decoratietechnieken die ofwel apart uit te voeren zijn ofwel in combinatie zoals kunnen aanbrengen van patines, kunnen aanbrengen van ei- en lijmtempera, kunnen aanbrengen van structuren op verflagen, kunnen sjabloneren, kunnen schilderen van biezen en lijsten, kunnen penseel schilderen uit de vrije hand, kunnen vergulden, kunnen glaceren, kunnen patineren, kunnen craqueleren, kunnen lakken, kunnen toepassen van wastechnieken, …
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
29.
Kennis van materieel Kennis van de producenten en handelaars, de werking, de toepassingsmogelijkheden, de bediening, de veiligheidsvoorschriften- en de onderhoudsvoorwaarden van het gereedschap. Kennis van het materieel bestemd voor het weghalen van oude materialen zoals bijvoorbeeld krabber, schuurpapier en -machine, afstomer, … Kennis van het materieel gebruikt voor het aanbrengen van nieuwe lagen zijnde kwasten, penselen, borstels, veren, …. Kennis van messen, latten, schietlood, sjabloneermaterieel, …. Kennis van het hanteren, monteren en demonteren van ladders, hijstoestellen, stellingen en verlichtingselementen. Kleurenkennis Kennis kleurenleer. Kennis van de internationale kleurenwaaiers NCS en RAL. Kennis kleurencombinaties en kleurentoepassingen uit het verleden en kunnen ontleden welke kleuren oorspronkelijk in een decoratieschildering gebruikt werden. Kunnen aanmaken en namaken van kleuren: kennis van het mengen van aardpigmenten, minerale pigmenten en plantaardige of dierlijke pigmenten en synthetische pigmenten. Weten hoe elke kleur op zichzelf of samen met andere tijdens of na droging verandert. Kennis tekentechnieken Kennis van tekentechnieken en perspectief. Kunnen tekenen van een ontwerp naar een voorbeeld. Ontwerpen kunnen uitvergroten en overbrengen op wanden en kennis van het inschilderen van ontwerpen. Kunnen maken van vlakindelingen en composities waarbinnen imitatietechnieken, sjablonen, figuratieve wandschilderijen, … kunnen ingepast worden. Kennis van plan lezen Voldoende kennis van technische termen, symbolen en vaktekenen om plannen, werktekeningen en werkopgavebladen te kunnen lezen. Kunnen lezen en opvolgen van werkschema’s voor bijvoorbeeld het creëren van imitaties, poly- en monochroom schilderwerk, verguldingen, patineer- en glaciseffecten, …. Kunnen lezen en opvolgen van recepturen voor het aanmaken van verven. Kunnen lezen, raadplegen en begrijpen van vaktechnische informatie. Kennis van rekenen Kunnen maken van berekeningen (lengte, breedte, hoogte, oppervlakte) om de te behandelen oppervlakte uit te tellen, met het oog op het voorzien van de nodige grondstoffen. Kunnen maken van berekeningen voor het bepalen van de mengverhoudingen van verfstoffen. Kennis historische decoratieschilderingen Kennis van historische decoratiestijlen en meer in het bijzonder van decoratieschilderingen. Kunnen plaatsen van de historische decoratiestijlen in de tijd en weten welke technieken en materialen, afbeeldingen en thema’s op dat ogenblik in gebruik waren.
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
30.
Kennis veiligheid Kennis van de geldende veiligheidsvoorschriften. Kennis van de risico’s verbonden aan grondstoffen en materieel, kennis van hun etikettering en pictogrammen. Kennis en gebruik van de individuele en collectieve beschermingsmiddelen. Kennis van een veilige en ergonomisch verantwoorde werkhouding. Kennis milieu Kennis van de geldende milieuvoorschriften, in zover deze van toepassing zijn op het eigen takenpakket. Kennis van de principes voor het sorteren en opslaan van afval en restproducten. Kennis kwaliteitszorg Kennis van de bedrijfs- en sectorspecifieke kwaliteitsnormen Kennis deontologie Kennis van het belang van ons cultureel erfgoed. Kennis van de ethische codes van toepassing binnen de erfgoedzorg. Bijkomende kennis n.a.v. het werken op een bouwwerf Inzicht hebben in de chronologie en de organisatie van het werfgebeuren. Enige kennis van fysische en chemische verschijnselen binnen de bouw (voorbeelden zijn: porositeit, capillariteit, condensatie, alkaliteit, corrosie, uitzetting en inkrimping van materialen, … ) nodig voor ondergronden te kunnen beoordelen. Kunnen demonteren en monteren van houtwerk, stopcontacten, verlichting, radiatoren, …
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
31.
3.2
Sleutelvaardigheden Sleutelvaardigheden verwijzen naar de vaardigheden en attitudes die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het beroep van restauratievakman decoratieschilder. Onderstaande sleutelvaardigheden werden reeds als belangrijk voor dit beroep aangeduid. De sleutelvaardigheden die met een sterretje (*) aangeduid zijn, werden als zeer belangrijk tijdens de conferentie beschouwd. Sleutelvaardigheid Creatief zijn
Omschrijving Wanneer de oude verftechniek verloren is gegaan, proberen via een alternatieve werkmethode hetzelfde resultaat te verkrijgen. Contextbewust zijn (*) Zich bewust zijn van de eigenheid en de betekenis van historische materialen en decoratietechnieken en zijn handelingen erop afstellen. Hierbij rekening houden met onderzoek, voorschriften van deskundigen, ... Bereid zijn te leren (*) Bijscholing volgen met de bedoeling meer en moeilijkere technieken onder de knie te krijgen Economisch ingesteld zijn Een realistische voorstelling hebben van de kostprijs van grondstoffen, materieel en arbeidstijd. Er naar streven deze zo goed mogelijk te besteden. Flexibel zijn Het schilderen situeert zich achteraan in de tijdsorde van een bouwproject en is dus moeilijk lang op voorhand te plannen, men moet op korte tijd paraat kunnen zijn voor verschillende projecten. Gevoel voor esthetiek Voortdurend streven naar mooie kleurencombinaties, mooie composities, … hebben Gezondheidsbewust Aandacht hebben voor de impact op de eigen gezondheid en de preventieve werken maatregelen die men kan nemen bij het werken met gevaarlijke grondstoffen (bijvoorbeeld detergenten, oplos- en verdunningsmiddelen, … ) of gevaarlijk materieel (bijvoorbeeld de afbrander). Handig zijn Handig zijn in het hanteren van het materieel bij het uitvoeren van de decoratietechnieken Klant gericht zijn Het respecteren van gemaakte afspraken, beleefd zijn, trachten zo min mogelijk te storen Kwaliteitsbewust werken Zich inspannen tijdens het uitvoeren van de werken om tot een mooi en duurzaam eindresultaat te komen Nauwkeurig kunnen Details nauwkeurig kunnen afwerken, patronen nauwkeurig kunnen invullen werken (*) Oplettend zijn Gedurende lange tijd mogelijk repetitief schilderwerk uitvoeren zonder de aandacht te laten verslappen Kunnen organiseren en Inzicht hebben in de soms zeer grote werf, weten wat wanneer moet gebeuren plannen (*) Ordelijk en net kunnen De werf, stellingen, materialen tijdens het werken netjes houden, dagelijks werken netjes achterlaten en bij het einde van de werken in oorspronkelijke staat herstellen Sociaal en communicatief Zijn kennis en ervaring maar ook kritiek of bedenkingen met betrekking tot de vaardig zijn (*) reconstructie op een goede/overtuigende manier overbrengen aan derden, … Kunnen overleggen over het verloop van de werkzaamheden. Teamgericht kunnen Vlot functioneren binnen de ploeg, bereid zijn het eigen werk af te stemmen op werken dit van de collega’s met het oog op een gezamenlijk eindresultaat. Veiligheidsbewust werken Bereid zijn om zowel de collectieve als de individuele beschermingsmiddelen effectief te gebruiken Verantwoordelijkheidszin Problemen signaleren en helpen oplossen vooraleer over te schilderen, dit met hebben het oog op de duurzaamheid van de reconstructie Zelfstandig kunnen Volgens de taakverdeling in staat zijn om zonder hulp of toezicht gedurende werken lange tijd aan een taak te werken
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
32.
3.3
Specifieke vereisten De restauratievakman decoratieschilder moet tevens over een aantal specifieke vereisten beschikken voor het uitoefenen van het beroep: Niet kleurenblind zijn en over een voldoende gezichtsvermogen beschikken Geen hoogtevrees hebben Geen allergische reacties hebben op courant gebruikte materialen
4.
BIJZONDERE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN Met bijzondere arbeidsomstandigheden worden die arbeidsomstandigheden bedoeld, die typisch zijn voor het beroep én de mogelijke risico’s die hiermee verbonden zijn. Typische omstandigheden waarin gewerkt wordt, zijn: Werken op hoogte Werken met gevaarlijke grondstoffen en materieel. Werken in moeilijke werkhoudingen Tevens geven we een overzicht van een aantal beroepsspecifieke risico’s en hun mogelijke preventie (conform de geldende regelgeving over het welzijn op het werk): Val- en slipgevaar bij het werken op stellingen. Preventie: Toezien op de goede staat van de stelling, op een voldoende draagkrachtige ondergrond plaatsen, op regelmatige plaatsen bevestigen, voorzien van voldoende leuningen. Kans op verwondingen bij het gebruik van gevaarlijk materieel zoals messen, cutters, afbranders, …. Preventie: Dragen van beschermende kledij zoals handschoenen en weinig brandbare kledij. Gebruiken van het materieel op een rechtmatige wijze. Uiteenlopende gezondheidsrisico’s gaande van irritaties en allergieën tot kankers en genetische repercussies, door het werken met stoffen die op fysische of chemische wijze kunnen reageren. Preventie: Voorkomen van direct contact met de huid, de slijmvliezen en de ogen en voorkomen van indirect contact via de longen door het consequent dragen van beschermkledij zoals handschoenen, maskers, …. Producten in originele recipiënten houden zodat men etiketten, symbolen en pictogrammen kan lezen en opvolgen. Inlassen van medische controles. Kans op fysieke overbelasting door langdurig staan, langere tijd werken in eenzelfde houding, regelmatig bukken en inspannend werk, heffen en tillen van lasten. Preventie: Aannemen van een ergonomisch verantwoorde werkhouding.
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
33.
5.
ARBEIDSORGANISATIE Aan het restauratieproces nemen verschillende actoren deel. Meestal gaat het om grotere projecten en werkt de bouwheer samen met een architect. Wanneer het gaat om gebouwen met een erfgoedconnotatie kan beroep gedaan worden op een studiebureau of een kunsthistoricus voor het uitvoeren van een vooronderzoek en het bepalen van de restauratietechnieken. De eigenlijke reconstructie van de decoratieschilderingen is de verantwoordelijkheid van de restauratievakman decoratieschilder. De definitieve controle van de werken is dan weer de verantwoordelijkheid van de architect. Een minderheid van restauratievakmannen decoratieschilders werkt als zelfstandige en knoopt afhankelijk van de opdracht netwerkverbanden aan. Omdat deze manier van arbeidsorganisatie niet heel courant is voor dit beroep, zullen we het hier verder buiten beschouwing laten. Het merendeel van de restauratievakmannen decoratieschilders werkt binnen een gemengd schildersbedrijf. De grotere bedrijven nemen mogelijk naast restauratie van decoratieschilderingen ook restauratie van staf- en stucwerk, gevelrestauratie, … aan en hebben hiertoe gespecialiseerde werknemers in dienst. Het aantal schilders in dienst kan sterk variëren. Restauratieopdrachten worden doorgaans in een ploeg (3 tot 6 mensen) afgewerkt die is samengesteld op basis van de uit te voeren werken. Ook de verantwoordelijke vakman14 wordt in functie hiervan aangesteld. Sommige bedrijven werken met vaste ploegen en een vaste verantwoordelijke. De verantwoordelijke vakman is een vakman met veel ervaring op het vlak van de uit te voeren restauratieopdracht. Hij werkt zelf ook mee aan het project, maar heeft een aantal bijzondere verantwoordelijkheden. Hij voert bijvoorbeeld kwaliteitscontroles uit, is verantwoordelijk voor het vervoer naar de werf, verdeelt de taken (mogelijk in samenspraak met de zaakvoerder), houdt de werfadministratie bij, …. Net omdat er in kleine ploegen gewerkt wordt, is er overal vraag naar polyvalente werknemers. Hieruit leiden wij af dat de grootte van het bedrijf slechts in beperkte mate invloed heeft op het takenpakket van de restauratievakman decoratieschilder. Wel zullen in de kleine bedrijven de taken van de verantwoordelijke vakman vaak door de zaakvoerder zelf (cf. infra) bij opgenomen worden. De zaakvoerder van het schildersbedrijf beschikt naast een grondige kennis van alle aspecten van het beroep over voldoende leidinggevende capaciteiten. Hij is de schakel tussen de vakmannen en de architect of bouwheer, die de stand van zaken en de kwaliteit van het werk evalueren. Voor de vakmannen is hij degene aan wie zij raad kunnen vragen wanneer er onvoorziene omstandigheden optreden.
14
Binnen de sector spreekt men van ‘ploegbaas’. Wij spreken van een ‘verantwoordelijk vakman’ omdat de term ploegbaas niet mag verward worden met een ploegbaas in andere sectoren waar dit als een apart beroep geldt.
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
34.
In de afbakening werd reeds een situering gegeven ten opzichte van de andere beroepen waarmee de restauratievakman decoratieschilder samenwerkt, namelijk de andere restauratievakmannen en de restaurator conservator.
6.
KNELPUNTEN Het beroep restauratievakman decoratieschilder is één van de weinige beroepen binnen de bouw waar veel vrouwen in terug te vinden zijn. Vacatures zijn moeilijk in te vullen. Het gaat om een kwalitatief knelpuntberoep: er zijn wel kandidaten voor vrijstaande jobs maar weinig van hen beschikken over de juiste competenties. Werkgevers werven vaak via het stagesysteem, aan leerlingen die tijdens hun stage goed meewerken wordt een job aangeboden. Hoewel de starters gemotiveerd zijn en de meeste technieken tijdens hun opleiding gezien hebben, is er het probleem van het gebrek aan praktijkervaring. Een intensieve begeleiding on the job alsook het volgen van bijkomende opleidingen zijn noodzakelijk. Er is sprake van een jarenlang groeiproces vooraleer men een volleerd restauratievakman decoratieschilder is.
7. 7.1
TOEKOMSTIGE EVOLUTIES Algemeen Belangrijke kenmerken van het beroep restauratievakman decoratieschilder zijn dat er veel volgens de oude technieken en materialen wordt gewerkt en dat het hoofdzakelijk om manueel werk gaat. Hierdoor blijft de feitelijke uitoefening van het beroep in regel vrij constant. Wat betreft context- en omgevingsfactoren kunnen we eventueel volgende evoluties aanduiden: -
Vlaanderen bezit een rijk patrimonium dat onderhouden moet worden. De huidige maatschappelijke opvattingen over het belang en de omgang met erfgoed laten de restauratievakman decoratieschilder toe zijn vak op een kwalitatieve en verantwoorde wijze uit te voeren
-
Er is sprake van een herwaardering van de oude materialen en technieken, ook door particulieren. Redenen hiervoor zijn de tegenreactie tegen neutraliteit en uniformiteit van de moderne verven en het toenemend belang van milieuvriendelijkheid en duurzaamheid. Voor de schildersbedrijven zal het dan ook een belangrijke opdracht zijn zich op deze domeinen te bewijzen.
-
De overdracht van de eeuwenoude ambachtelijke kennis en vakmanschap zijn door de opkomst van nieuwe materialen en technieken geleidelijk in het gedrang geraakt. Vandaag de dag zijn er restauratietechnieken die nog door zeer weinig vaklieden beheerst worden en waarvan de overlevering met uitsterven bedreigd is. Er worden ondertussen initiatieven om dit uitsterven tegen te gaan genomen.
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
35.
-
7.2
Verder is er sprake van schaalvergroting van de bedrijven doordat grote bedrijven kleine overnemen. Mogelijk kan dit het ambachtelijke karakter van het beroep bedreigen.
Taken Aan de hand van de bovenstaande takentabellen kunnen voor het beroep van restauratievakman decoratieschilder de volgende trends in het takenpakket verwacht worden: Toenemende trend (taak wordt belangrijker in de toekomst) Identificeren van de opbouw, de kleuren en de structuur van de oorspronkelijke decoratieschildering Vastleggen van de werkmethode naar te gebruiken kleuren, materialen, materieel en techniek Nazien van de ondergrond van de te behandelen oppervlakte, op het ogenblik dat deze volledig zichtbaar is Indien nodig, uitvoeren van kleine herstellingen aan gips en stafwerk (bijvoorbeeld aan rossassen, kapitelen, …) Reconstrueren van figuratieve wanddecoraties uit de vrije hand o Maken van een ontwerp o Overbrengen van de contouren op de wand o Inschilderen van de verkregen vlakken Kwaliteitszorg Veiligheid Milieu
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
36.
7.3
Competenties Wat betreft de trend op het vlak van competenties kan verwacht worden dat volgende competenties aan belang zullen toenemen: Toenemende trend (competentie wordt belangrijker in de toekomst) Kennis historische decoratieschilderingen Kunnen identificeren welke technieken gebruikt werden voor het aanbrengen van structuren, welke soorten en hoeveelheden van grondstoffen oorspronkelijk gebruikt werden en welke kleuren gebruikt werden voor grondlagen, deklagen, glacis of patines en vernissen Kennis oude decoratietechnieken, -materialen en –materieel alsook kennis van hun moderne varianten Beslissingen kunnen nemen op basis van criteria als esthetiek, kostprijs, snelheid, …. Elementaire kennis van fysische en chemische verschijnselen in verband met gebouwen Kennis materialen en technieken voor het vervaardigen en plaatsen van klein decoratief stafwerk Kennis tekentechnieken Kennis milieu Kennis veiligheid Kennis kwaliteitszorg
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
37.
8.
BEROEPENFICHE
RESTAURATIEVAKMAN DECORATIESCHILDER (M/V) OMSCHRIJVING De restauratievakman decoratieschilder reconstrueert binnen een historische context decoratieschilderingen in de geest van vroeger. Hiertoe bepaalt hij de werkmethode, bereidt de ondergrond voor en zet grond- tussen- en eindlagen. Hij decoreert grote vlakke oppervlakten, voert poly- en monochroom schilderwerk uit en reconstrueert figuratieve wanddecoraties uit de vrije hand. Tenslotte voltooit hij de decoratieschilderingen met een aantal verfijnde afwerkingstechnieken. TAKEN Ontvangen en bestuderen van plannen, werktekeningen of werkopgaveblad Organiseren en inrichten van de werkplek Op basis van de oorspronkelijk gebruikte materialen en techniek de werkmethode bepalen Voorbehandeling van de ondergrond Prepareren van de verf en de afwerkingsproducten Zetten van grondlaag, tussenlaag en eindlaag Decoreren van grote vlakke oppervlakten: • tamponeren, peinture de paris, lakken • uitvoeren van hout- en marmerimitaties • sjabloneren van patronen Poly- (verschillende kleuren) en monochroom (verschillende tinten) schilderen Reconstrueren van figuratieve wanddecoraties uit de vrije hand Uitvoeren van verfijnde afwerkingstechnieken: • vergulden • patineren en glaceren • craqueleren • aanbrengen van ei- en lijmtempera • toepassen van wastechnieken De werf in oorspronkelijke staat herstellen Instaan voor orde en netheid op de werkplek alsook onderhouden en schoonmaken van materieel Opbouwen van de eigen deskundigheid Toepassen van de geldende veiligheidsvoorschriften COMPETENTIES KENNIS Kennis van de verschillende soorten grondstoffen nodig voor het afdekken, de voorbereiding, het schilderen en het afwerken Kennis van de verschillende technieken voor het voorbereiden, schilderen en decoreren Kennis van het gereedschap Kleurenkennis voor het kunnen aanmaken en namaken van kleuren Kennis tekentechnieken en perspectieftekenen Kunnen lezen van plannen, werktekeningen, vaktechnische informatie Kunnen maken van berekeningen om de te behandelen oppervlakte uit te tellen en voor het bepalen van mengverhoudingen Kennis historische decoratieschilderingen: tijdsperiode, materialen, techniek, thema’s, … Kennis kwaliteitszorg, veiligheid en milieu, in zover van toepassing op het eigen takenpakket Kennis van de ethische codes binnen de erfgoedzorg SLEUTELVAARDIGHEDEN Bereid zijn te leren Contextbewust zijn Nauwkeurig kunnen werken Kunnen organiseren en plannen Sociaal en communicatief vaardig zijn
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
38.
SPECIFIEKE VEREISTEN Niet kleurenblind zijn en over een voldoende gezichtvermogen beschikken Geen hoogtevrees hebben Geen allergische reacties hebben op courant gebruikte materialen OPLEIDING EN ERVARING De restauratievakman decoratieschilder volgt een schildersopleiding en start als schilder-decorateur. Pas als vakbekwaam schilder-decorateur kan men zich toeleggen op het restauratieschilderen. Er is sprake van een lang groeiproces (opdoen van relevante beroepservaring, volgen van cursussen, doornemen vaktechnische informatie) vooraleer men een volleerd restauratievakman decoratieschilder is. TEWERKSTELLINGSMOGELIJKHEDEN Als werknemer in een schildersbedrijf Als zelfstandig zaakvoerder van een eigen schildersbedrijf DOORGROEIMOGELIJKHEDEN schilder-decorateur → restauratievakman decoratieschilder → verantwoordelijke vakman of zelfstandig zaakvoerder ARBEIDSORGANISATIE Restauratieopdrachten worden doorgaans in een ploeg (3 tot 6 mensen) afgewerkt met aan het hoofd een verantwoordelijke vakman, de ploeg is samengesteld afhankelijk van de opdracht. Net omdat er in kleine ploegen gewerkt is er zowel in grote als kleine bedrijven vraag naar polyvalente medewerkers De zoekvoerder van het schildersbedrijf is de schakel tussen de restauratievakman decoratieschilder en de architect of de bouwheer. ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN Werken op hoogte Werken met gevaarlijke grondstoffen en materieel Werken in moeilijke werkhoudingen KNELPUNTEN Vacatures zijn moeilijk in te vullen. Er zijn wel kandidaten voor vrijstaande jobs maar weinig van hen beschikken over de juiste competenties. TOEKOMSTIGE EVOLUTIES De restauratievakman decoratieschilder werkt veel manueel alsook volgens oude technieken en materialen. Hierdoor blijft de feitelijke uitvoering in regel vrij constant. Het belang dat wij hechten aan ons erfgoed neemt toe, dit laat de restauratievakman decoratieschilder toe zijn werk op een kwalitatieve wijze uit te voeren. Tegelijk zien we een herwaardering van traditionele materialen en technieken, wat de restauratievakman decoratieschilder voor de uitdaging stelt deze meerwaarde ook effectief te bewijzen Er zijn een aantal restauratietechnieken die nog door zeer weinig vakmannen beheerst worden en waarvan de overlevering met uitsterven bedreigd is. Momenteel worden een aantal initiatieven genomen om dit uitsterven tegen te gaan. Er is sprake van schaalvergroting doordat grote bedrijven kleine overnemen, het is van belang dat het ambachtelijke karakter van het beroep hierdoor niet bedreigd wordt.
Profiel ‘Restauratievakman Decoratieschilder’
39.
DEELNEMERS CONFERENTIES ‘RESTAURATIEVAKMAN DECORATIESCHILDER’
Provo nv Fonds voor Vakopleiding Bouw Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen
De heer Willy De Wuffel De heer Jos Gijbels Mevrouw Nathalie Vernimme
Bijkomend werd een schriftelijke legitimeringsronde georganiseerd.
Lijst deelnemers
40.
Lijst deelnemers
41.
BRONNEN - LITERATUURLIJST
Interviews: De Heer Claude Ameye, Waregem. De Heer George Cuvereur, Old Art bvba, Rumbeke. De Heer Paul Dewispelaere, Brugge. De Heer Luc De Wolf, Stichting Monument, Brasschaat. De Heer De Wuffel, Provo NV, Gent. De Heer Dimitri Taeymans, Taeymans Meesterschilders bvba, Antwerpen. De Heer Guido Verfailli, Ardecor, Aardooie.
Documenten: Gwynn K. & Sloan A. (1990). Decoratieve verftechnieken ter verfraaiing van het interieur. De Bilt: Uitgeverij Cantecleer bv. Gwynn K. & Sloan A. (1993). Traditionele verftechnieken, verven en afwerkingen. De Bilt: Uitgeverij Cantecleer bv. Simis L., bewerkt door Janse H. (1992). Grondig onderwijs in de schilder en Verfkunst. Rijksdienst voor de Monumentenzorg Zeist. ’s-Gravenhage: Sdu Uitgeverij Koninginnegracht. Berghuis J. Jr. (1992). De Quintessentiële Academie, hout- en marmerimitaties. Rijksdienst voor de Monumentenzorg Zeist. ’s-Gravenhage: Sdu Uitgeverij Koninginnegracht. De Cuyper P. & Van den Berge K. (2000). Beroepsprofielen uit de erfgoedzorg: een oriëntatie. Leuven: HIVA, in samenwerking met VCAR. HIVA. (2000). Erfgoedzorg: aanzetten tot een beroepenstructuur. Niet-gepubliceerd document. Malfait D. (1996). Het opstellen van een beroepsprofiel, het proces van A tot Z. Leuven: HIVA. SERV. (2003). Beroepsprofiel, vakman moderne bouwrestauratie. Brussel: SERV. SERV. (2003). Beroepsprofiel, conservator restaurator muurschilderingen. Brussel: SERV.
Bronnen - Literatuurlijst
42.
VLOR. (1998). Studie 85 Beroepsopleidingsprofiel schilder- en decoratietechnieken. Brussel: Vlaamse Onderwijsraad. Pollet I. (1998). Beroepsprofielen in de bouwnijverheid, afwerking ruwbouw, schilder-decorateur. Leuven: Hoger instituut voor de arbeid. Brussel: Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid. Commission Communautaire des professions et des qualifications. (Sine dato). Profils de qualifications, secteur construction, peintre. [online]. Available : http://www.agers.cfwb.be [24 januari 2003]. Dienst Beroepsopleiding. (2001). Modulaire beroepsopleidingen studiegebied bouw. [online] Available: http://ond.vlaanderen.be/dbo/ [24 januari 2003].
Bronnen - Literatuurlijst