Jaar boek 2015
Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de bouwnijverheid informatie voor werkgevers in de bouwnijverheid
Inhoud 1 Bedrijfstakeigen regelingen bouwnijverheid
3
2 Communicatie
5
3 Incasso
7
4 Handhaving
15
Jaarboek 2015
Oudedagregelingen
2
5 Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW)
21
6 Sector Natuursteenbedrijf
36
Bedrijfstakeigen regelingen 7 CAO voor de Bouwnijverheid
39
8 Uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid
62
9 CAO Sociaal en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie
70
10 CAO voor het Natuursteenbedrijf
73
11 CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven 12 Adressen
Jaarboek 2015 Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de bouwnijverheid Postbus 637, 1000 EE Amsterdam Telefoon: 020 583 91 11 Bezoekadres: Basisweg 10, 1043 AP Amsterdam
77 85
1
Jaarboek 2015
Bedrijfstakeigen regelingen bouwnijverheid
3
3
1.1 Inleiding 1.2 Bouwgerelateerde regelingen 1.3 Premies en uitkeringen
4 4 4
Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de bouwnijverheid 2015
1.1 Inleiding Het jaarboek pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen geeft praktische informatie over de bedrijfstakeigen regelingen en de uitvoering ervan. Het jaarboek is een uitgave van de fondsen die actief zijn in en rond de bouwgerelateerde sectoren (zie paragraaf 1.2). De uitvoering en administratie van de in dit jaarboek genoemde regelingen zijn opgedragen aan APG. Hierna te noemen de uitvoeringsorganisatie. De activiteiten bestaan onder andere uit het beheren van pensioenrechten en het verzorgen van deelnemers- en werkgevers administraties. Ook deelnemers communicatie en voorlichting zijn belangrijke onderdelen van de dienstverlening.
1.2
Bouwgerelateerde regelingen
Jaarboek 2015
In dit jaarboek treft u tekst en uitleg aan over onder andere de regelingen van: - de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid; - de Stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid; - de Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid; - de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouwnijverheid. Zoals hiervoor vermeld, worden deze regelingen uitgevoerd door de uitvoerings organisatie. De regelingen zijn meestal in collectieve arbeidsovereenkomsten vastgelegd. De belangrijkste werkzaamheden van de uitvoeringsorganisatie bestaan uit het innen van premies en het beheren van gelden en het verzorgen van uitkeringen.
4
1.3
Premies en uitkeringen Premies en bijdragen bedrijfstakeigen regelingen Pensioenpremies, premies en bijdragen voor de bedrijfstakeigen regelingen draagt u af via de uitvoeringsorganisatie. Alle benodigde informatie hierover vindt u op de website www.administratienet.nl Beheren van gelden en het verstrekken van uitkeringen De premies en bijdragen die de uitvoeringsorganisatie ontvangt, worden voor een groot deel direct uitgegeven in de vorm van (pensioen)uitkeringen. De rest wordt belegd. De beleggingstermijnen variëren daarbij van heel kort tot zeer lang.
2
Jaarboek 2015
Communicatie Informatie over de bedrijfstakeigen regelingen voor de bouwgerelateerde sectoren wordt op diverse manieren verstrekt. Betrokkenen kunnen in ieder geval altijd telefonisch contact opnemen met de medewerkers van Incasso.
Communicatie
5
5
2 .1 Informatie op het internet 2.2 Aanvullingen en wijzigingen op het jaarboek
6 6
Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de bouwnijverheid 2015
2.1
Informatie op het internet Informatie over premie-inning en premieafdracht, declaratiemogelijk heden en andere admini stratieve zaken kunt u vinden op www.administratienet.nl Elektronisch uw gegevens aanleveren Op www.administratienet.nl kunt u ook gegevens met Incasso uitwisselen. Zo kunt u bijvoorbeeld via deze site premie- en loongegevens aanleveren.
Jaarboek 2015
2.2
Aanvullingen en wijzigingen op het jaarboek De regelingen en procedures die in dit jaarboek zijn beschreven, kunnen mogelijk veranderen in de loop van het jaar. Als er aanvullingen of wijzigingen zijn, worden deze vermeld op www.administratienet.nl, op www.BTER-Bouw.nl en in ‘BOUWpensioen & BTERpost.’ Alle uitgaven van deze nieuwsbrief vindt u op www.administratienet.nl
6 Communicatie
1
RA VERLOFDAGEN
UITSTEL OPNAME EXTRA VERLOFDAG(EN)
Is uw werknemer niet in de gelegenheid om extra verlofdagen voor
het einde van het kalenderjaar op te nemen? In dat geval vergoedt
het Aanvullingsfonds alsnog de declaraties voor de resterende
Werkgever vaak eerste aanspreekpunt voor pensioen
2
Cursusaanbod Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid 2013/2014
3
Wijziging betaaldatum invaliditeitspensioen
3
Aanleveren Opgave Loon en Premie laatste loontijdvak voor 2013
4
Declaratieregeling extra verlofdagen oudere werknemers
BOUW PENSIOEN & BTER POST
INFORMATIEBLAD OVER PENSIOENEN EN BEDRIJFSTAKEIGEN REGELINGEN IN DE BOUWNIJVERHEID
NUMMER 371 | DECEMBER 2013, JAARGANG 40
dagen die in dat kalenderjaar zijn opgebouwd, maar die in een
volgend kalenderjaar worden opgenomen. Voorwaarde is wel dat
de dagen binnen vijf jaar opgenomen worden.
WAT ALS EEN WERKNEMER GEDEELTELIJK ARBEIDSGESCHIKT IS?
Voor een werknemer die gedeeltelijk arbeidsgeschikt is,
kunt u het loon (exclusief de uitkering) van een extra
verlofdag declareren.
WERKGEVER VAAK EERSTE AANSPREEKPUNT VOOR PENSIOEN Werkgevers kunnen het pensioenbewustzijn van hun medewerkers verhogen. De meeste werknemers weten namelijk vaak weinig over hun eigen pensioen.
Wilt u deze folder aanvragen; stuur dan een mail naar:
[email protected]. Vermeld uw werkgeverslidnummer, het verzendadres inclusief de naam van de contactpersoon en het aantal folders dat u nodig heeft. Wij zorgen er dan voor dat
Uit onderzoek blijkt dat werknemers die actief door hun
de folders aan u worden toegestuurd.
werkgever worden geïnformeerd over hun pensioen, beter op de hoogte zijn van hun persoonlijke pensioensituatie.
BEZOEK ONZE WEBSITE
De Stichting van de Arbeid roept pensioenfondsen en
Op de website www.bter-bouw.nl (pagina aanvullingsfonds)
werkgevers dan ook op om meer aandacht te besteden aan
treft u meer informatie aan over het aanleveren en betaling van
pensioencommunicatie via de werkgever. In 2014 komt dit
uw declaraties, de hoogte van de vergoeding en de betaling
onderwerp zeker bij het bestuur van bpfBOUW op de agenda:
hiervan. Wilt u weten hoe de opbouw van de verlofdagen van
hoe helpen we u om uw werknemers pensioenbewuster te
55+ of 60+ wordt bepaald, bekijk dan ook onze website
maken?
Wat is SEPA? In het Europese betalingsverkeer gaat er iets veranderen per 1 februari 2014. Deze verandering heet SEPA (Single Euro Payments Area). Wat is IBAN?
www.bter-bouw.nl. Uw declaratiespecificaties zijn ook
digitaal te raadplegen via https://mijnbter.bter-bouw.nl.
Kijk voor het artikel van de Stichting van de Arbeid op
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de afdeling
www.bpfbouw.nl. Op de homepage vindt u een link naar het
Werkgeversregelingen van APG, telefoon 020 583 45 30.
bericht ‘Werkgever vaak eerste aanspreekpunt voor pensioen’.
msterdam Amsterdam
Hierin staat de link naar het artikel.
MAAK UW MEDEWERKERS BEWUST VAN HET PENSIOEN!
Een onderdeel van SEPA is het invoeren van een International Bank Account Number (IBAN) binnen alle betrokken landen. Het IBAN bestaat uit het huidige rekeningnummer, aangevuld met een aantal cijfers en letters. U kunt uw IBAN opvragen bij uw bank of via de site www.ibanbicservice.nl.
BpfBOUW helpt werkgevers om het pensioenbewustzijn van Deze nieuwsbrief wordt uitgegeven door APG Overname van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. De inhoud van deze nieuwsbrief vindt u ook op: www.administratienet.nl
uw werknemer te verhogen. Hiervoor heeft bpfBOUW een folder ontwikkeld. Deze folder kunt u verspreiden via uw
Tot 1 februari kunt u zowel het huidige rekeningnummer als het IBAN rekeningnummer aanleveren.
werknemers of bijvoorbeeld bijvoegen bij de salarisspecificatie van uw werknemer.
Wij willen u er op wijzen dat vanaf 1 februari 2014 betalingen alleen nog mogelijk zijn met het IBAN rekeningnummer.
02-12-13 11:03
Contact Als u contact opneemt met Incasso, vermeld dan uw aansluitings nummer. U vindt dit nummer op alle correspondentie.
3
Jaarboek 2015
Incasso U bent niet alleen ondernemer, maar ook werkgever. En omdat u werkgever bent, hebt u een aantal verplichtingen ten aanzien van uw personeel. Dit vloeit voort uit de arbeids overeenkomst; de cao en de CAO Bedrijfstakeigen Regelingen die u toepast.
Incasso
7
7
3 .1 Aansluiting en inschrijving bij uw uitvoeringsorganisatie 3.2 De opgave loon en premie (olp) 3.3 De nota
8 10 13
Werkgeversdiensten
Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de bouwnijverheid 2015
3.1
Aansluiting en inschrijving bij uw uitvoeringsorganisatie
Jaarboek 2015
3.1.1 Aan- en afmelding Als u met uw bedrijfsactiviteiten in Nederland begint, meldt u zich aan bij de uitvoeringsorganisatie als u een van de volgende cao’s toepast. • de CAO voor de Bouwnijverheid; • de CAO voor het Natuursteenbedrijf; • de CAO Sociaal en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie; • de CAO voor de Mortel- en Morteltransportondernemingen; • de CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven.
Incasso
8
Gebruik hiervoor het aanmeldformulier op de website www.administratienet.nl Wij nemen dan binnen drie dagen contact met u op om uw inschrijving definitief te maken. Als u uw bedrijf beëindigt, laat u ons dit weten. Van belang is tot en met welke datum u voor het laatst personeel in dienst hebt gehad of loon heeft betaald. 3.1.2 Aansluitingsnummer Iedere onderneming met personeel die bij ons is ingeschreven, heeft een leden nummer of aansluitingsnummer. Dit nummer is uw unieke kenmerk. Het is handig als u dit kenmerk vermeldt op correspondentie of bij de hand hebt wanneer u telefonisch contact met ons zoekt. 3.1.3 Wijziging van de ondernemingsvorm Wanneer de ondernemingsvorm van uw bedrijf wijzigt, bijvoorbeeld van een eenmanszaak in een vennootschap onder firma of een besloten vennootschap, meldt u dit. Hierbij geeft u aan wat het nummer is van uw onderneming in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. 3.1.4 Uw gegevens en de administratie In onze administratie registreren wij alle relevante gegevens van uw bedrijf, de (actuele) arbeidsverhoudingen en de werknemergegevens. Adreswijzigingen of wijzigingen in de burgerlijke staat van uw werknemers hoeft u niet door te geven. De werknemer geeft deze wijzigingen zelf door aan de gemeente waarin hij woont. De gemeente verstrekt de gegevens vervolgens aan ons. U dient deze wijzigingen uiteraard wel in uw loonadministratie door te voeren, omdat deze naw-gegevens wel deel uitmaken van de gegevens die u aanlevert.
Jaarboek 2015
In de cao is bepaald dat u voor iedere dag dat een werknemer bij u in dienst is premieplichtig bent. U geeft uw loon- en premiegegevens aan ons door met een ’opgave loon en premie’ (hierna: olp) die u periodiek aan ons aanlevert. Hebt u uw loon- en salarisadministratie uitbesteed, dan is de informatie in dit hoofdstuk belangrijk voor uw administratiekantoor of boekhouder. In de volgende paragraaf staat op eenvoudige wijze beschreven hoe en wanneer u – of uw administratiekantoor – loon- en premiegegevens voor de werknemers die bij u in dienst zijn aanlevert en afdraagt.
Incasso
9
3.1.5 SEPA Het Europese betalingsverkeer is per 1 februari 2014 veranderd. Deze verandering heet SEPA. SEPA staat voor Single Euro Payments Area: een gezamenlijke betaalmarkt binnen de Europese Unie en de landen IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Zwitserland en Monaco. SEPA is het initiatief van de Europese Unie en de Europese banken om uniformiteit binnen het internationale betalingsverkeer aan te brengen. IBAN Een onderdeel van SEPA is het invoeren van een International Bank Account Number (IBAN) binnen alle betrokken landen. Het IBAN bestaat uit het huidige rekeningnummer, aangevuld met een aantal cijfers en letters. U kunt uw IBAN opvragen bij uw bank of via de site www.ibanbicservice.nl. Wilt u meer weten over IBAN? Kijk op www.overopiban.nl. Aanleveren van IBAN via uw software- of loonpakket Vanaf 1 oktober 2013 kunnen wij IBAN in de Opgave Loon en Premie (OLP) verwerken. U kunt IBAN in de OLP aanleveren als uw softwareleverancier de aanpassingen in de software heeft doorgevoerd. Uw softwareleverancier heeft de daarvoor benodigde specificaties van ons ontvangen. De specificaties zijn ook op administratienet.nl te downloaden. Vanaf 1 februari 2014 bent u verplicht gegevens aan te leveren met IBAN. Het is dan niet meer mogelijk de OLP aan te leveren met het rekeningnummer in de ‘oude’ vorm. Aanleveren van IBAN via NETwerken NETwerken kan vanaf 1 oktober 2013 alleen IBAN verwerken. Aanleveren via NETwerken met het BBAN is vanaf die datum niet meer mogelijk.
3.2
De opgave loon en premie (olp) De loon- en premiegegevens die u na een loontijdvak (een maand of vier weken) aanlevert staan beschreven in het document ‘Technische specificaties’ dat u kunt vinden op www.administratienet.nl
Jaarboek 2015
U levert onder andere de volgende gegevens aan: • Loongegevens - SV-dagen; - SV-loon; - Bter-dagen; - Bter-uurloon; - Bter-grondslag; - Afwijkende grondslag PF; - Loontijdvak waarover u aanlevert.
Incasso
10
• Arbeidsverhoudinggegevens - Datum in dienst; - Datum uit dienst; - Code beroep; - Aantal gewerkte uren per week (fulltimer of parttimer); - Code cao; - Wijzigingen in de arbeidsverhouding. • Premiegegevens - Deelfondsen; - Af te dragen premies. Als u werkt met een loonpakket dan maakt het loonpakket ook een olp aan met daarin alle benodigde loon- en premiegegevens. Alle bij ons bekende softwareleveranciers zijn op de hoogte van het document ‘Technische specificaties’ en hebben de specificaties in hun loonpakket ingebouwd. Dit geldt ook voor de correctiemogelijkheden die dadelijk nog aan de orde komen. Ook hier is de softwareleverancier bekend met de wijze waarop wijzigingen aangeleverd moeten worden. Indien u geen gebruik maakt van een loonpakket berekent u zelf de loon- en premie gegevens. Voor het berekenen van de premies zijn op www.administratienet.nl hulpmiddelen beschikbaar, zoals een rekenmodule, premiewijzers en de premie percentages. U vindt hier ook alle andere gegevens die nodig zijn voor het invullen van de olp, zoals de beroepencodes, cao-codes, e.d.
Jaarboek 2015
3.2.1 Aanleveren van de olp Een vanuit uw loonpakket aangemaakte olp kunt u op de volgende manier aanleveren: • U stuurt de olp via e-mail naar:
[email protected]. • U stuurt de olp vanuit uw loonpakket met de functie ‘olp versturen’ in Netwerken. Dit is een beveiligde verbinding. • Hebt u geen loonpakket dan kunt u de door u berekende loon- en premiegegevens en de gegevens van de arbeidsverhouding doorgeven met de functie ‘olp invoeren’ op Netwerken.
Incasso
11
Netwerken Netwerken is een toepassing op administratienet waarmee u loon- en premiegegevens kunt versturen naar de uitvoeringsorganisatie. U kunt hier ook nota’s en specificaties opvragen. Met uw toegangscode en een wachtwoord dat u aanvraagt bij uw uitvoeringsorganisatie kunt u inloggen op Netwerken. Netwerken is vooral bedoeld voor ‘aanleveraars’ die geen gebruik maken van een softwaretoepassing in de loon- en salarisadministratie. U kunt met Netwerken olp’s invoeren en olp’s corrigeren. Moet u per loontijdvak veel gegevens aanleveren – dit is al snel het geval als u meer dan tien werknemers in dienst hebt – dan is Netwerken arbeidsintensief en minder geschikt. Wij raden u aan om dan een loonpakket te nemen of uw loon- en salarisadministratie (deels) uit te besteden. Een toegangscode kunt u aanvragen op www.administratienet.nl
Jaarboek 2015
3.2.2 Wanneer levert u een olp aan? Binnen 2 weken na afloop van het loontijdvak verstuurt u de opgave loon en premie (olp) naar ons. Dit zijn de loontijdvakken in 2015 als u per 4 weken uw premies afdraagt.
Incasso
12
Loontijdvak
Van t/m
Uiterste aanleverdatum
01
01-01-2015 t/m 25-01-2015
08-02-2015
02
26-01-2015 t/m 22-02-2015
08-03-2015
03
23-02-2015 t/m 22-03-2015
05-04-2015
04
23-03-2015 t/m 19-04-2015
03-05-2015
05
20-04-2015 t/m 17-05-2015
31-05-2015
06
18-05-2015 t/m 14-06-2015
28-06-2015
07
15-06-2015 t/m 12-07-2015
26-07-2015
08
13-07-2015 t/m 09-08-2015
23-08-2015
09
10-08-2015 t/m 06-09-2015
20-09-2015
10
07-09-2015 t/m 04-10-2015
18-10-2015
11
05-10-2015 t/m 01-11-2015
15-11-2015
12
02-11-2015 t/m 29-11-2015
13-12-2015
13
30-11-2015 t/m 31-12-2015
14-01-2016
Levert u maandelijks uw loon- en premiegegevens aan? Dan is de uiterste aanlever datum de 14e van de volgende maand. Binnen twee weken na afloop van een loontijdvak levert u de loon- en premiegegevens van alle werknemers aan die bij u gedurende het loontijdvak in dienst waren. Wanneer u voor de eerste keer loon- en premiegegevens voor een loontijdvak aanlevert, noemen we dit een initiële aanlevering. 3.2.3 Vervangende aanleveringen Zoals de naam al aangeeft vervangt deze aanlevering in zijn geheel de vorige aanlevering. Alle reeds aangeleverde gegevens dienen dus wederom, al dan niet gewijzigd, aangeleverd te worden. De meeste loonpakketten hebben de mogelijkheid om een al door de uitvoeringsorganisatie geaccepteerd loontijdvak nog een keer aan te bieden met andere waarden: een vervangende aanlevering (indicatie correctie = ’2’).
Een andere mogelijkheid om te corrigeren vindt u op Netwerken, met de functie ‘olp corrigeren’. Via deze functie kunt u zien welke loontijdvakken er door ons zijn geaccepteerd met welke loon- en premiegegevens. U hoeft dan in het voorbeeld alleen de juiste waarde bij de bter-grondslag in te vullen. Na een vervangende aanlevering, krijgt u van de uitvoeringsorganisatie een nieuwe premienota. Het premiebedrag dat op ‘0’ is gezet krijgt u terug en het nieuwe premiebedrag dat u ter vervanging aanlevert, moet u betalen. Eventueel verrekenen we het te betalen bedrag met het terug te ontvangen bedrag.
3.3
De nota
Jaarboek 2015
De nota is een exacte weergave van uw eigen ‘opgave loon en premie’, daarom is er geen specificatie gevoegd bij deze nota. De nota bevat het totale premiebedrag van een periode en een eventuele correctie van een voorgaande periode.
Incasso
13
3.3.1 Premie-incasso Na ontvangst van de opgave loon en premie incasseren we het totaalbedrag automatisch van een vrije rekening, als u ons hebt gemachtigd. Hebt u geen doorlopende machtiging afgegeven dan zit er bij de premienota een acceptgiro. Vorderingen die te lang openstaan worden, namens de fondsen, overgedragen aan een incassobureau. Automatische premie-incasso. Een formulier voor het afgeven van een doorlopende machtiging voor automatisch incasso vindt u op www.administratienet.nl Alle nota’s – uitgezonderd opgelegde nota’s en rentenota’s die door de uitvoerings organisatie zijn vastgesteld – worden automatisch geïncasseerd.
Jaarboek 2015
3.3.2 Renteheffing De afdracht van premies en bijdrage(n) voor de bedrijfstakeigen regelingen dient binnen een bepaalde termijn te gebeuren. In de diverse cao’s is bepaald dat binnen veertien dagen na het einde van het loontijdvak de ‘opgave loon en premie’ aangeleverd dient te zijn. Is uw opgave loon en premie niet op tijd aangeleverd, dan wordt rente berekend over de periode dat de olp te laat is ingediend. Alle informatie over de opgave loon en premie vindt u op de website www.administratienet.nl.
Incasso
14
U vindt hier onder andere: • Premiepercentages; • Overzichten met vragen en antwoorden; • Nieuwsberichten; • (Technische) Handleidingen; • De BOUWpensioen & BTERpost; • De verzendkalender; • Een rekenmodule om premies te berekenen; en • Alle overige informatie die voor u relevant kan zijn. Wij raden u daarom aan de website www.administratienet.nl regelmatig te raadplegen.
Schriftelijke reacties en/of klachten stuurt u per e-mail naar:
[email protected] of per post naar: APG Incasso Postbus 637 1000 EE Amsterdam Als u een medewerker van Incasso wilt spreken, neem dan contact op met de helpdesk, telefoonnummer 020 583 42 00.
4
Jaarboek 2015
Handhaving
Handhaving
15
15
4.1 Controle en handhaving
16
Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de bouwnijverheid 2015
4.1
Controle en handhaving
Jaarboek 2015
Een goede controle op de afgedragen premies en loongegevens zorgt ervoor dat de rechten van elke werknemer in de bouwnijverheid (en aanverwante sectoren) gewaarborgd zijn. Bovendien wordt hierdoor concurrentievervalsing bij ondernemingen voorkomen. Daarom controleren wij uw opgave loon en premie. De volgende aspecten worden gecontroleerd: • Hebt u voor al uw medewerkers loon en premiegegevens aangeleverd? • Zijn de grondslagen voor uw werknemers juist en zijn de premies juist berekend?
Handhaving
16
4.1.1 Verwerkingscontrole Voordat uw opgave inhoudelijk wordt gecontroleerd, kijken wij of de olp te verwerken is. Als er essentiële gegevens ontbreken op uw opgave dan keuren wij de hele opgave af. U ontvangt altijd een verwerkingsverslag met daarin de melding dat uw olp is geaccepteerd of dat uw olp niet is geaccepteerd met een beschrijving van de geconstateerde fouten. Deze situatie kan zich voordoen als de aanlevering niet voldoet aan de technische specificaties. Na acceptatie van uw opgave ontvangt u een premienota met daarop het premiebedrag zoals u dat zelf hebt aangeleverd. Na acceptatie controleren we of er voor alle werknemers – die volgens onze gegevens bij u in dienst zijn – is aangeleverd. Mocht zich een situatie voordoen dat u voor een werknemer in een periode geen premie bent verschuldigd, dan dient u wel voor deze periode aan te leveren, maar het bter-loon en de premies bedragen dan 0. Daarna kijken we of de aangeleverde grondslagen en premies juist zijn.
4.1.2 Kwantiteitscontrole Drie weken na afloop van een loontijdvak controleren we of de loon- en premiegegevens van alle werknemers, die volgens onze gegevens bij u in dienst waren, zijn aangeleverd. Is dit niet het geval dan ontvangt u een herinnering om de loon- en premiegegevens van de ontbrekende werknemer(s) alsnog aan te leveren.
Jaarboek 2015
De volgende situaties zijn denkbaar: • Het is u nog niet gelukt om het loontijdvak in zijn geheel goed aan te leveren; • Er ontbreekt een werknemer; • De werknemer is niet meer in dienst.
Handhaving
17
U levert het loontijdvak of de uitdienstmelding van de medewerker alsnog aan. Dit kan met de eerstvolgende olp. Als de loon- en premiegegevens nog steeds ontbreken, ook na het versturen van een tweede herinnering, krijgt u een ‘opgelegde’ nota. Wij berekenen zelf op basis van eerder geaccepteerde loontijdvakken de loon- en premiegegevens voor het ontbrekende loontijdvak. Als er geen geaccepteerde loon- en premiegegevens van eerdere loontijdvakken zijn, dan worden de cao-uurlonen gehanteerd. Op basis van het bter-uurloon berekenen we alle andere loon- en premiegegevens. Op een opgelegde nota kunt u als volgt reageren: • U kunt de loon- en premiegegevens, volgens de opgelegde nota, accepteren door de nota te betalen. De gegevens van de opgelegde nota zijn hiermee definitief vastgelegd in onze administratie. • U kunt de loon- en premiegegevens van de opgelegde nota vervangen door de juiste loon- en premiegegevens alsnog initieel of vervangend aan te leveren. Dit kan vanuit het loonpakket of met behulp van ‘olp corrigeren’ op Netwerken. De opgelegde nota komt hiermee te vervallen en een eventueel ander premiebedrag wordt via een vervangende nota in rekening gebracht. • Als het om een werknemer gaat die al uit dienst is, dan stelt u eerst de opgelegde nota op nul. Dit kunt u doen met ‘olp corrigeren’ op Netwerken. Als de opgelegde nota op ‘0’ staat, geeft u met ‘olp invoeren’ op Netwerken de datum uit dienst door.
Jaarboek 2015
4.1.3 Kwaliteitscontrole Tien kalenderdagen na het accepteren van de olp, controleren we of uw aangeleverde loon- en premiegegevens juist zijn. Deze kwaliteitscontrole bestaat uit twee delen, controle van de loongegevens en controle van de premiegegevens.
Handhaving
18
Hieronder volgt een overzicht met foutmeldingen, die kunnen voorkomen na controle van de loongegevens: • A bter-uurloon is kleiner dan toegestane minimum uurloon volgens cao; • B bter-uurloon is groter dan toegestane maximum uurloon volgens cao; • C bter-grondslag is niet in overeenstemming met bter-uurloon en de uren in het loontijdvak (bter-grondslag is te laag); • D bter-grondslag is niet in overeenstemming met bter-uurloon en de uren in het loontijdvak (bter-grondslag is te hoog); • E afwijkende grondslag PF is te laag, lager dan bter-grondslag; • F svw-loon is onwaarschijnlijk lager dan bter-grondslag; • G onvolledige nihilloonopgave. Zijn de loongegevens van een werknemer correct? Dan controleren we de afgedragen premiebedragen. Bij de controle van de loongegevens berekenen we – gebaseerd op de correcte gegevens die u hebt aangeleverd – de premies. Aan de hand van de geldende cao, leeftijd werknemer en loongegevens berekenen we alle premies die voor de werknemer zouden moeten zijn afgedragen. De berekende premies vergelijken we met de door u aangeleverde premies. Als er bij een werknemer fouten staan in de aangeleverde loongegevens of er zitten verschillen tussen de aangeleverde en berekende premies, ontvangt u een eerste correctieverzoek met de geconstateerde fouten.
Jaarboek 2015
U kunt als volgt op het 1e correctieverzoek reageren: • U levert alsnog de juiste loon- en premiegegevens aan met behulp van uw loonpakket of met behulp van de functie ‘olp corrigeren’ in Netwerken. • De foute loon- en premiegegevens kunnen het gevolg zijn van het feit dat u bij een werknemer niet goed heeft aangegeven dat het om een fulltimer, parttimer of oproepkracht gaat. In dit geval geeft u de juiste arbeidsverhoudinggegevens door via een opgave loon en premie. Of een werknemer fulltime of parttime werkt, kunt u aangeven met het gemiddelde aantal gewerkte uren per week. Bij een fulltimer is dit bijvoorbeeld 40 uur (afhankelijk van de cao). Voor een parttimer is dit bijvoorbeeld 32 uur. Dit hangt uiteraard af van de arbeids overeenkomst van uw werknemer. Voor een oproepkracht geeft u in de rubriek‘code invloed verzekeringsplicht’ op dat het om een oproepkracht gaat, met een code ‘D’ of ‘E’.
Handhaving
19
Hebt u na ontvangst van het correctieverzoek de juiste loon- en premiegegevens aangeleverd dan worden de afgedragen premies overgedragen aan de fondsen. Zijn de loon- en premiegegevens niet of niet juist gecorrigeerd, dan ontvangt u een tweede correctieverzoek. Hierop kunt u op dezelfde manier reageren als op het eerste correctieverzoek. Ongeveer twee weken na het versturen van het tweede correctieverzoek controleren we of de foutieve loon- en premiegegevens vervangen zijn door de juiste loon- en premiegegevens. Is dit het geval dan worden de afgedragen premies overgedragen aan de fondsen. Als de loon- en premiegegevens dan nog steeds fout zijn, stellen we de loon- en premiegegevens vast. Hierbij baseren wij ons op de bij ons bekende gegevens en rekenregels. U ontvangt dan een nota waarop gespecificeerd staat voor welke werknemers wij een nota hebben opgelegd en met welke loongegevens dit is berekend.
U kunt als volgt op de nota reageren: • U betaalt de nota en accepteert daarmee de gegevens die door ons zijn vastgesteld. • U levert zelf alsnog de juiste loon- en premiegegevens aan. De opgelegde nota komt hiermee te vervallen. Echter de correctie of vervangende aanlevering die u doet wordt tien kalenderdagen na registratie ook weer gecontroleerd op juistheid. Als door de correctie of vervangende aanlevering de loon- en premiegegevens nog steeds niet juist zijn dan krijgt u wederom een correctieverzoek. Meer informatie vindt u op administratienet onder ’Loonopgave en Premieafdracht’ in het document ‘Aandachtspunten bij het invullen van de olp.’
Jaarboek 2015
Schriftelijke reacties en/of klachten stuurt u per e-mail naar:
[email protected]
Handhaving
20
of per post naar: APG Incasso Postbus 637 1000 EE Amsterdam Als u een medewerker van Incasso wilt spreken, neemt u contact op met de helpdesk, telefoonnummer 020 583 42 00.
5
Jaarboek 2015
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW)
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW )
21
21
5 Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW)
21
5.1 Algemeen 5.2 Deelnemers 5.3 Premiegrondslag 5.4 Premies 5.5 Rechten 5.6 Pensioenopbouw bij uitkering 5.7 Premiebetaling 5.8 Uitbetaling 5.9 Aanvragen van het pensioen 5.10 Arbeidsongeschiktheidspensioen 5.11 Waardeoverdracht 5.12 Beroep, klachtenprocedure 5.13 Informatie
22 24 26 27 28 30 31 31 32 32 34 34 35
Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de bouwnijverheid 2015
5.1 Algemeen
Jaarboek 2015
Het doel van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW) is het bijeenbrengen van gelden om aan deelnemers aan de regeling of hun nagelaten betrekkingen, pensioenen en uitkeringen te verstrekken in verband met ouderdom of overlijden. Een arbeidsongeschikte deelnemer kan in aanmerking komen voor een arbeidsongeschiktheidspensioen.
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW )
22
5.1.2 Pensioenregeling Bouwnijverheid De pensioenregeling kent de volgende elementen: • het opbouwpercentage ouderdomspensioen is 1,875. Er wordt opgebouwd op basis van het gemiddelde loon. Daarbij wordt jaarlijks vastgesteld of het mogelijk is een toeslag te verlenen over de opgebouwde pensioenaanspraken (middelloon); • opbouw van het partnerpensioen. Bij overlijden van de deelnemer is er aanspraak op partnerpensioen ter hoogte van 70 procent van het te bereiken ouderdomspensioen; voor de gewezen deelnemer is dat 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen. • een pensioengrondslag waarbij rekening wordt gehouden met de franchise (ook wel bodemloon genoemd), het deel van het loon waarover geen pensioen wordt opgebouwd. De pensioenregeling stelt de werknemer in staat om door vervroeging van een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen eerder dan bij het bereiken van de 67-jarige leeftijd te stoppen met werken. Niet iedere deelnemer is door zijn leeftijd in staat om voldoende ouderdomspensioen op te bouwen onder de pensioenregeling om het ouderdomspensioen te vervroegen. Voor deze deelnemers zijn aanvullingsregelingen getroffen. Cao-partijen van de baksteenindustrie hebben besloten de pensioenregeling van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie per 1 januari 2015 onder te brengen bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW).
• Aanvullingsregeling 55Deze regeling geldt voor de deelnemers die op 1 januari 2005 jonger dan 55 jaar waren. De deelnemer is dus geboren na 1949. De regeling wordt in maximaal 15 jaar afgefinancierd. Het recht wordt toegekend na 15 jaar of als de pensioen leeftijd eerder wordt bereikt. Er bestaat recht op aanvulling indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.
Jaarboek 2015
Er gelden per sector verschillende voorwaarden. Maar in elk geval gelden de belangrijkste referte-eisen, zoals:
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW )
23
• De werknemer moet actief deelnemer zijn in de bouwnijverheid op het moment dat hij met pensioen gaat of op 1 januari 2021 (het moment van definitieve toekenning). Deze voorwaarde geldt niet voor de 55- Natuursteen. • De werknemer moet in de tweede helft van 2005 een actief dienstverband in de bouwnijverheid hebben gehad. Bovendien moet de werkgever toen vroegpensioen- of VUT-premie voor hem hebben afgedragen. • De deelnemer moet in het halfjaar voorafgaand aan de invoering van de oude vroegpensioenregeling ook werkzaam zijn geweest in de betreffende sector. Deze voorwaarde geldt niet voor de en 55- regeling van de Afbouw en Natuursteen.
Jaarboek 2015
Referte-eisen 55- regeling CAO
Referteperiode 1
Referteperiode 2
Referteperiode 3
Bouw
1 november 1999 tot 1 mei 2000
1 juli 2005 tot 1 januari 2006
Actief deelnemer
SATV
N.v.t.
1 juli 2005 tot 1 januari 2006
Actief deelnemer
NAT
N.v.t.
1 juli 2005 tot 1 januari 2006
N.v.t.; niet voorwaardelijk
Uta
1 oktober 1997 tot 1 april 1998
1 juli 2005 tot 1 januari 2006
Actief deelnemer
TIMMER
1 oktober 2001 tot 1 januari 2002
1 juli 2005 tot 1 januari 2006
Actief deelnemer
MORTEL
31 december 2000
31 december 2005
1 januari 2006 tot aan pensioendatum.
24 Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW )
5.2 Deelnemers Het deelnemen aan de pensioenregeling van bpfBOUW is door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verplicht gesteld voor de meeste bedrijfsgenoten. Een en ander is vastgelegd in een verplichtstellingsbeschikking (zie de uitleg hierna). De volledige tekst zenden wij op verzoek graag toe. 5.2.1 Verplichtstellingsbeschikking In de beschikking wordt de deelneming verplicht gesteld voor alle werknemers (m/v) die werkzaam zijn in een onderneming die zich bezig houdt met: • het uitvoeren van bouwwerken in opdracht van derden, dan wel voor eigen rekening, op het gebied van de burgerlijke en utiliteitsbouw, de water-, spoor- en wegenbouw, het heibedrijf, de kust- en oeverwerken, en het straatmakersbedrijf; • het uitvoeren van grondboringen, geboorde putten, bronbemalingen en het aanleggen van hoofd- en/of dienstleidingen voor gas, water, het uitvoeren van droge zandwinning en dergelijke; • het verhuren van machines met bedienend personeel aan bedrijven in de bouw nijverheid;
Jaarboek 2015
• het Stukadoors-, Afbouw- en Terrazzo-/Vloerenbedrijf; • het Natuursteenbedrijf; • Timmerindustrie, het met gemechaniseerde productiemiddelen vervaardigen van timmerwerk (ook ten behoeve van de houtbouw) en het verrichten van loon-, zaag- en/of schaafwerk direct ten behoeve van timmerwerk; • de Betonmortelindustrie; • de ondernemingen op het gebied van de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekking.
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW )
25
Deze verplichte deelneming geldt ook voor uitvoerend, technisch en administratief personeel (uta) in dienst van bovengenoemde ondernemingen, uitgezonderd: • direct- en indirect- directeurgrootaandeelhouders in de zin van de Pensioenwet van naamloze vennootschappen en/of besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid. De wet bedoelt hiermee dat de betrokkene in het bezit is van de aandelen die een tiende van het geplaatste kapitaal vormen. • praktikanten, vakantiewerkers en daarmee gelijk te stellen personen. De verplichting tot deelneming geldt ook voor alle zelfstandigen die werkzaamheden verrichten op het gebied van: • het Natuursteenbedrijf; • het Stukadoors-, Afbouw- en Terrazzo-/Vloerenbedrijf. Onder ’zelfstandige’ wordt verstaan: iedere natuurlijke persoon die als ondernemer werkzaamheden verricht en/of doet verrichten. 5.2.2 Vrijwillige aansluiting Werkgevers waarop de verplichtstelling niet van toepassing is, kunnen onder bepaalde voorwaarden vrijwillig aansluiten. De werkgever dient hiertoe een schriftelijk verzoek in.
Jaarboek 2015
5.2.3 Vrijwillige voortzetting Wanneer een deelnemer in een andere functie binnen de bouwnijverheid gaat werken, waarvoor geen verplichte deelneming geldt, kan hij onder voorwaarden aansluitend maximaal drie jaren vrijwillig blijven deelnemen. Vrijwillige voortzetting is onder voorwaarden ook mogelijk bij het verlaten van de bouw. In beide gevallen geldt dat binnen negen maanden een schriftelijk verzoek wordt ingediend. Vrijwillige voortzetting is alleen mogelijk als elders geen verzekeringsplicht bestaat. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website www.bpfbouw.nl of kunt u bellen met de Pensioen Informatielijn: 020 583 40 40.
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW )
26
5.2.4 Vrijstelling van deelname Nieuwe dispensatieaanvragen worden alleen in specifieke situaties ingewilligd. Hierbij is het bestuur bpfBOUW gebonden aan het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf2000.
5.3 Premiegrondslag Het loon is niet zonder meer de basis voor de premieberekening en de pensioen opbouw. De basis wordt namelijk gevormd door een aantal elementen, te weten het pensioenloon en het bodemloon. Het bodemloon wijzigt alleen aan het begin van het kalenderjaar. 5.3.1 Pensioenloon Het overeengekomen vast loon: voor de bouwplaatswerknemer, die onder het werknemersbegrip valt van de laatst geldende: • CAO voor de Bouwnijverheid; het vast overeengekomen loon (inclusief vakantietoeslag) als bedoeld in die cao, vermeerderd met de resultaten van een prestatiebevorderend systeem voortvloeiend uit die cao; voor de uta-werknemer, die onder het werknemersbegrip valt van de laatst geldende: •C AO voor de Bouwnijverheid; het vast overeengekomen loon of salaris (inclusief vakantietoeslag) als bedoeld in die cao. voor de werknemer, die onder het werknemersbegrip valt van de laatst geldende •C AO voor het Natuursteenbedrijf; het individueel geldend loon (inclusief vakantietoeslag) als bedoeld in die cao; •C AO Sociaal en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie; het individueel overeengekomen loon (inclusief vakantietoeslag) als bedoeld in die cao;
Jaarboek 2015
• CAO Afbouw; het rechtens geldend loon (inclusief vakantietoeslag) als bedoeld in die cao; • CAO voor de Betonmortelindustrie; het vast overeengekomen loon (inclusief vakantietoeslag) als bedoeld in die cao. •C AO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven: het individueel overeengekomen loon inclusief de vakantietoeslag als bedoeld in die CAO, vermeerderd met de vaste prestatiebeloning.
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW )
27
Voor werknemers van wie het loon niet op grond van een van de genoemde cao’s is vastgesteld, is het overeengekomen vast loon: het vast overeengekomen loon krachtens zijn/haar arbeidsovereenkomst, inclusief vakantietoeslag. Zowel voor de werknemers die onder een van de bovengenoemde cao’s vallen als voor de werknemers van wie het loon niet op grond van een van deze cao’s is vastgesteld, geldt dat bij de bepaling van het pensioenloon ook in aanmerking wordt genomen een vaste jaarlijkse uitkering die met de werkgever schriftelijk is overeengekomen. De benaming hiervan kan zijn: een dertiende maand, een vaste eindejaarsuitkering, een gegarandeerd tantième en dergelijke. 5.3.2 Bodemloon Als de werknemer de AOW-leeftijd bereikt, heeft hij naast zijn bedrijfstakpensioen ook recht op een AOW-uitkering. Bij het berekenen van de pensioenuitkering wordt daarmee rekening gehouden. Dat gebeurt in de vorm van het bodemloon (ook wel franchise genoemd). Het bodemloon is het deel van het loon dat niet wordt meegenomen in de pensioenopbouw, omdat de AOW-uitkering daarvoor dekking geeft. Het bodemloon is per 1 januari 2015 vastgesteld op 12.641,76 euro. 5.3.3 Pensioengrondslag De pensioengrondslag wordt gevormd door het pensioenloon te verminderen met het bodemloon.
5.4 Premies Het bestuur van bpfBOUW stelt de pensioenpremie vast. De verdeling van de premie naar een werknemers- en een werkgeversdeel wordt bepaald door cao-partijen in de bouwnijverheid. Deze jaarpremie is een percentage (premie percentage) van de pensioengrondslag. De pensioengrondslag is het gemiddeld pensioengevend salaris (met inachtneming van een bepaald maximum) verminderd met het bodemloon. De pensioengrondslag wordt bij opneming in de pensioen regeling en vervolgens jaarlijks per 1 januari en 1 juli (alleen voor de pensioen aanspraken) vastgesteld.
Jaarboek 2015
5.5 Rechten
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW )
28
5.5.1 Ouderdomspensioen De werknemer kan ouderdomspensioen opbouwen tot de leeftijd van 67 jaar. Hij kan, indien wordt voldaan aan de voorwaarden, zelf beslissen of hij het ouderdomspensioen eerder of later laat ingaan. De uitkering stopt op de laatste dag van de maand waarin hij is overleden. Het ouderdomspensioen bestaat, indien van toepassing, uit vier delen: • de DAP-regeling (tot 1987); • de LAP-regeling (van 1987 tot 2000); • Bouwpensioen2000 (vanaf 1 januari 2000); • Pensioenregeling Bouwnijverheid (vanaf 1 januari 2006). 5.5.2 Partnerpensioen Het opgebouwde partnerpensioen bedraagt 70 procent van het ouderdomspensioen. Als een werknemer overlijdt, ontvangt de partner 70% van het pensioen dat de werknemer totaal had kunnen opbouwen. BpfBOUW gaat voor een actieve deelnemer dus uit van het bereikbare ouderdomspensioen. Voor een gewezen deelnemer geldt dat niet. Dan is het partnerpensioen 70% van het tot het moment van overlijden opgebouwde ouderdomspensioen. Zijn deelnemer en partner niet getrouwd, dan moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan om als partner voor het partnerpensioen, opgebouwd in de Pensioenregeling Bouwnijverheid, aangemerkt te worden: • Het gaat daarbij om tweerelaties (man-vrouw, vrouw-vrouw en man-man); • het partnerschap is geregistreerd bij de Burgerlijke stand (geregistreerd partnerschap); of • de partners voeren een gemeen schappelijke huishouding, waarvan een notariële akte is opgemaakt waarin een zorgplicht over en weer is beschreven Ook familierelaties komen in aanmerking, behalve die in de rechte lijn (ouder-kind of grootouder-kleinkind).
Jaarboek 2015
Bij pensionering kan de deelnemer ervoor kiezen het partnerpensioen opgebouwd vanaf 1 januari 2006 in te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen.
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW )
29
5.5.3 Wezenpensioen Recht op wezenpensioen bestaat voor wezen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt op het moment van overlijden van de in bpfBOUW deelnemende ouder. Onderscheid wordt gemaakt tussen wezen waarvan alleen de deelnemende ouder is overleden (’halfwezen’) en wezen waarvan beide ouders zijn overleden (’volle wezen’). Het wezenpensioen bedraagt voor halfwezen, per kind, 6,5 procent van de laatst vastgestelde pensioengrondslag. Maximaal wordt niet meer dan vier maal het wezenpensioen uitgekeerd. Voor volle wezen worden deze percentages verdubbeld. Voor studerende (half)wezen kan onder bepaalde voorwaarden recht op wezen pensioen bestaan tot en met de leeftijd van 26 jaar. 5.5.4 Afkoop Bedraagt het pensioen minder dan 462,88 euro (niveau 2015) per jaar, dan wordt het afgekocht. In dit bedrag is de vakantietoeslag opgenomen. De gepensioneerde of nabestaande ontvangt dan een eenmalige uitkering. Sinds de ingang van de nieuwe Pensioenwet (1 januari 2007) is de afkoop voortaan al mogelijk vanaf twee jaar na het moment dat iemand ex-deelnemer in de pensioenregeling wordt. Bij een afkoop op pensioendatum is toestemming van de deelnemer nodig, anders wordt het pensioen alsnog maandelijks uitbetaald.
5.6 Pensioenopbouw bij uitkering
Jaarboek 2015
5.6.1 Bij ziekte Wanneer de werknemer ziek is, heeft de werkgever een wettelijke loondoorbetalingsverplichting. Over twee ziektejaren betaalt de werkgever maximaal 170 procent (dus niet volledig) van het loon door. De opbouw van pensioenrechten tijdens ziekte gaat echter wel volledig door.
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW )
30
5.6.2 Werkloosheidswet Cao-partijen van CAO voor de Bouwnijverheid, CAO Afbouw en CAO voor het Natuursteenbedrijf hebben afgesproken dat het Aanvullingsfonds over de eerste 180 dagen pensioenpremie vergoedt. 5.6.3 Vervroegde uittreding Voor deelnemers in bpfBOUW die van vroegpensioen gebruikmaakten, werd de pensioenopbouw, tot het bereiken van de 65-jarige leeftijd, voortgezet op het niveau van de oude (tot 1 januari 2006) geldende pensioenregeling. Concreet betekent dit dat in de middelloonregeling een factor van 48 procent werd toegepast voor de pensioenopbouw van vroeggepensioneerden (55+). De werkgeverspremie kwam dan ten laste van bpfBOUW. 5.6.4 Arbeidsongeschiktheid De pensioenregeling kent voor arbeidsongeschikten een voorziening voor een premievrije opbouw van pensioenrechten, al naar gelang de mate van arbeidsongeschiktheid. Bij een arbeidsongeschiktheid van de WIA dan wel WAO van 65 procent of meer komt de opbouw ten laste van bpfBOUW. Bij een ongeschiktheid van de WIA dan wel WAO van 45 tot 65 procent komt de opbouw voor de helft ten laste van bpfBOUW. Bij een percentage van 35 tot 45 in de zin van de WIA dan wel 25 tot 45 in de zin van de WAO komt de opbouw voor een kwart ten laste van bpfBOUW.
Jaarboek 2015
Een arbeidsongeschiktheidsuitkering loopt in de regel door tot de AOW-gerechtigde leeftijd. De premievrije opbouw tijdens arbeidsongeschiktheid loopt door tot 65 jaar en geschiedt op het niveau van de oude pensioenregeling van voor 1 januari 2006. Omdat ten tijde van de tot 1 januari 2006 geldende vroegpensioenregeling ook geen bijboeking plaats vond tijdens arbeidsongeschiktheid, vindt er na 1 januari 2006 (in de lijn met de situatie van vóór 1 januari 2006) ook geen bijboeking plaats van het gedeelte van het ouderdomspensioen dat bedoeld is om eerder uit te treden. De opbouw is hierdoor gelijk aan 65 procent van de middelloonregeling. De verruimde opbouw (voor een vervroeging van de pensioendatum) van de Pensioenregeling Bouwnijverheid (invoering 1 januari 2006) is niet van toepassing.
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW )
31
Gaat een (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemer met u een (gedeeltelijk) dienstverband aan, dan moet u voor dat dienstverband pensioenpremie betalen. De premievrije opbouw door bpfBOUW staat los van de premieverplichting die u heeft voor dat (parttime) dienstverband.
5.7 Premiebetaling Premie is verschuldigd over ieder uur dat de deelnemer heeft gewerkt of recht heeft op doorbetaling van loon. In 2015 bedraagt de premie middelloonregeling 20,20 procent van de premiegrondslag. De premiegrondslag wordt gevormd door het pensioenloon te verminderen met het bodemloon. Daarnaast bestaan er per sector verschillende aanvullingsregelingen waar premie voor wordt betaald. Een deel van de premie mag worden ingehouden bij de werknemer. De premies en inhoudingpercentages worden elk jaar bekendgemaakt op de website www.administratienet.nl. Een beknopt overzicht vindt u dan ook op www.bpfbouw.nl.
5.8 Uitbetaling BpfBOUW betaalt het pensioen per maand uit. Dat gebeurt per bank of giro. Op het pensioen houden wij loonbelasting/premie volksverzekeringen en premie zorgverzekeringswet in. 5.8.1 Vakantietoeslag Jaarlijks wordt in mei de vakantietoeslag uitbetaald. Momenteel is dit 8 procent. Dit geldt voor ouderdoms-, partner- en wezenpensioen.
5.8.2 Belastingopgave Iedereen die in een bepaald jaar een pensioenuitkering van bpfBOUW heeft ontvangen, sturen wij het jaar daarop automatisch een opgave voor de aangifte inkomstenbelasting. Deze opgave verzenden wij eind februari/begin maart.
Jaarboek 2015
5.9 Aanvragen van het pensioen
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW )
32
5.9.1 Ouderdomspensioen Zes maanden voordat de werknemer 67 jaar wordt, stuurt bpfBOUW een aanvraagformulier naar het laatst bekende adres. Heeft de werknemer twee maanden voor zijn 67ste verjaardag nog geen formulieren ontvangen, dan kan hij contact opnemen met de Pensioen Informatielijn, 020 - 583 40 40. 5.9.2 Partner- en wezenpensioen Overlijdt de werknemer, dan moet het partner- en/of wezenpensioen worden aangevraagd. Formulieren daarvoor worden toegezonden. Vindt het overlijden plaats na het bereiken van de 67-jarige leeftijd, dan moet ook de overlijdensmelding aan bpfBOUW worden gezonden. Zodra het overlijden bekend is, zenden wij een aanvraagformulier en een werknemersverklaring loonbelasting toe. Overigens zal bij overlijden in de meeste gevallen automatisch een aanvraagformulier worden toegezonden. BpfBOUW is namelijk aangesloten op de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA).
5.10 Arbeidsongeschiktheidspensioen Om het inkomstenverlies bij arbeidsongeschiktheid te beperken kent bpfBOUW met ingang van 1 juli 1993 een arbeidsongeschiktheidspensioen (tot 1 januari 2006 het invaliditeitspensioen genoemd). Het arbeidsongeschiktheidspensioen heeft als doelstelling het WAO-hiaat en het WGA-hiaat te repareren. Het reglement arbeidsongeschiktheidspensioen is opgenomen in het reglement van de Pensioenregeling Bouwnijverheid.
Het arbeidsongeschiktheidspensioen eindigt uiterlijk op 67-jarige leeftijd.
Jaarboek 2015
Voor de arbeidsongeschiktheidspensioenvoorziening, ten behoeve van de dekking van het WGA-hiaat, komen vanaf 31 december 2005 in aanmerking de werknemers die beloond worden volgens één van de navolgende cao’s: • de CAO voor de Bouwnijverheid (bouwplaats- en uta-werknemers); • de CAO voor het Natuursteenbedrijf; • de CAO Sociaal en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie; • de CAO voor de Betonmortelindustrie.
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW )
33
NB Van belang is dat werknemers die vallen onder de CAO voor het Stukadoors-, Afbouw- en Terrazzo-/Vloerenbedrijf tot 31 december 2005 ook onder de invaliditeitspensioenregeling van bpfBOUW vielen. De arbeidsongeschikten uit deze sector die reeds een invaliditeitspensioen uitgekeerd krijgen, behouden dit recht indien en voor zover arbeidsongeschikt. Ook is van belang dat het uta-personeel van het Bouwbedrijf niet eerder dan vanaf 31 december 2005 onder de arbeidsongeschiktheidspensioenregeling valt. De arbeidsongeschiktheidspensioenregeling is echter niet voor elke werknemer toegankelijk. Ook leidt het recht op deze voorziening niet automatisch tot een uitkering. Maatgevend binnen de voorwaarden is het uitkeren van een WAO/ WGA-uitkering. Daarnaast is er het arbeidsongeschiktheidspensioenreglement dat de rechten en de plichten regelt. Het jaarlijkse arbeidsongeschiktheidspensioen wordt onder de WAO vastgesteld als een percentage van de arbeidsongeschiktheidspensioengrondslag, welke verminderd is met de WAO-uitkering en daarna vermenigvuldigd met 261. Deze percentages zijn afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. Het jaarlijkse arbeidsongeschiktheidspensioen wordt onder de WIA vastgesteld als een percentage van de arbeidsongeschiktheidspensioengrondslag en daarna vermenigvuldigd met 261. Deze percentages zijn afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. De arbeidsongeschiktheidspensioengrondslag is het dagloon, verminderd met de daarin begrepen vakantietoeslag en wordt vastgesteld op de eerste arbeids ongeschiktheidsdag waarop uit hoofde van de WAO, dan wel WIA een recht ontstaat.
Jaarlijks in mei, of eerder wanneer het arbeidsongeschiktheidspensioen is beëindigd, ontvangen de gerechtigden 8 procent vakantietoeslag van de uitbetaalde bruto-uitkeringen. Voor degenen die beloond worden volgens de CAO voor het Natuursteenbedrijf geldt naast het arbeidsongeschiktheidspensioen ook een aanvullend arbeids ongeschiktheidspensioen voor maximaal drie jaren. Is de CAO Sociaal en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie van toepassing dan geldt maximaal vier jaren lang een aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen.
Jaarboek 2015
5.11 Waardeoverdracht
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW )
34
Een werknemer heeft bij individuele wijziging van dienstverband en daardoor wijziging van pensioenregeling, recht op waardeoverdracht. De waarde van het reeds opgebouwde pensioen kan worden overgedragen van de oude pensioenuitvoerder naar de nieuwe pensioenuitvoerder. Hierdoor wordt een pensioenbreuk voorkomen en worden alle pensioenzaken slechts door één pensioenuitvoerder uitgevoerd. De werkgever is verplicht de werknemer bij indiensttreding (of dienstbeëindiging) te wijzen op het recht op waardeoverdracht. Een aanvraag voor waardeoverdracht moet door een werknemer zelf worden ingediend. Voor een overdracht van pensioenaanspraken naar bpfBOUW zijn speciale aanvraag formulieren. Dit formulier kan de werknemer aanvragen bij bpfBOUW. Voor waarde overdracht van bpfBOUW naar een andere pensioenuitvoerder neemt de werknemer contact op met de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever. Op grond van de Pensioenwet mag alleen waardeoverdracht plaatsvinden indien beide pensioenuitvoerders een dekkingsgraad hebben van 100% of meer. Wanneer waardeoverdracht (tijdelijk) niet mogelijk is omdat bpfBOUW en/of de overdragende pensioenuitvoerder in onderdekking is ontvangt de werknemer, na ontvangst van het waardeoverdrachtformulier, hierover bericht van bpfBOUW.
5.12 Beroep, klachtenprocedure Dagelijks worden door bpfBOUW beslissingen genomen met betrekking tot recht op pensioen en te betalen premies. Het kan zijn dat de betrokken werknemers en werkgevers het niet met de genomen beslissing eens zijn. In veel gevallen kan telefonisch of bij brief een misverstand uit de wereld geholpen worden of een fout worden hersteld. Blijft er ondanks het overleg een verschil van mening bestaan, dan bestaan er nadere mogelijkheden om tegen dergelijke beslissingen op te komen.
Jaarboek 2015 Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW )
35
Belanghebbenden kunnen bij de Klachtencommissie een klacht indienen over de uitvoering van hun pensioenregeling of over de uitleg van de statuten of reglementen van het fonds. De Klachtencommissie neemt binnen twee maanden een besluit over de klacht. Indien de klager het niet eens is met het besluit, kan beroep worden ingesteld bij de Commissie Pensioenzaken, Reglementen en Communicatie van bpfBOUW. Voor meer informatie over de klachtenprocedure bpfBOUW kunt u bellen met de Pensioen Informatielijn, telefoon: 020 583 40 40. Als de klacht niet naar tevredenheid is opgelost, bestaat de mogelijkheid een klacht in te dienen bij de Ombudsman Pensioenen, Postbus 93560, 2509 AN Den Haag. De Ombudsman Pensioenen brengt naar aanleiding van de klacht een advies uit. De ombudsman neemt een klacht pas in behandeling nadat de gehele klachtenprocedure van bpfBOUW is doorlopen. De klacht kan natuurlijk ook op ieder moment voorgelegd worden aan de rechter. Daarvoor hoeft niet eerst de klachtenprocedure en/of het advies van de Ombudsman Pensioenen afgewacht te worden.
5.13 Informatie De in dit jaarboek opgenomen tekst heeft een informatief karakter. U kunt hieraan geen andere rechten ontlenen, dan in het voor u geldende pensioenreglement is bepaald. Voor informatie belt u de Pensioen Informatielijn: 020 583 40 40 De openingstijden van de Pensioen Informatielijn zijn op - maandag tot en met donderdag van 08:00 tot 17:30 uur en op - vrijdag van 08:00 tot 17:00 uur. Website: www.bpfbouw.nl
6
Jaarboek 2015
Oudedagregelingen Sector Natuursteenbedrijf
Sec tor Natuursteenbedrijf
36
36
6.1 Algemeen 6.2 Pensioenregeling voor het cao-personeel 6.3 Aanvullingsregelingen
37 37 38
Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de bouwnijverheid 2015
6.1 Algemeen De pensioenregeling van de sector Natuursteenbedrijf is door CAO-partijen Natuursteen ondergebracht bij de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW). Voor een beschrijving van de pensioenregeling van bpfBOUW verwijzen wij u naar hoofdstuk 5.
6.2 Pensioenregeling voor het cao-personeel
Jaarboek 2015
De vroegpensioenregeling van VP-Natuursteen en de ouderdomspensioenregeling zijn per januari 2006 vervangen door één verruimde pensioenregeling, waarbij tevens is voorzien in twee aanvullingsregelingen. De pensioenregeling voor de sector Natuursteen is ondergebracht bij bpfBOUW. BpfBOUW voert voor de sectoren bouwbedrijf (inclusief uta), timmerfabrieken, afbouw, de betonmortel industrie, natuursteenbedrijf, baksteenindustrie de pensioenregeling uit.
Sec tor Natuursteenbedrijf
37
Pensioenregeling Bouwnijverheid De Pensioenregeling Bouwnijverheid, stelt de werknemer in de natuursteensector in staat om door vervroeging van een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen eerder dan bij het bereiken van de 67-jarige leeftijd te stoppen met werken. De pensioenregeling van bpfBOUW kent de volgende elementen: • een opbouw partnerpensioen. In de pensioenregeling wordt jaarlijks een partnerpensioen opgebouwd Als een werknemer overlijdt, ontvangt de partner 70% van het pensioen dat de werknemer totaal had kunnen opbouwen. BpfBOUW gaat voor een actieve deelnemer dus uit van het bereikbare ouderdomspensioen. Voor een gewezen deelnemer geldt dat niet. Dan is het partnerpensioen 70% van het tot het moment van overlijden opgebouwde ouderdomspensioen. • een opbouwpercentage voor het ouderdomspensioen van 1,875 procent van het gemiddelde loon. In de pensioenregeling wordt opgebouwd op basis van het gemiddelde loon waarbij ieder jaar sprake is van voorwaardelijke toeslagverlening van de in het vorige kalenderjaar opgebouwde pensioenaanspraken (middelloon); • een pensioengrondslag waarbij rekening wordt gehouden met de franchise, het deel van het loon waarover geen pensioen wordt opgebouwd.
Bedrijfstakeigen regelingen
6.3 Aanvullingsregelingen Niet iedere deelnemer is door zijn leeftijd in staat om voldoende ouderdomspensioen op te bouwen onder de nieuwe pensioenregeling om daarmee het ouderdoms pensioen te kunnen vervroegen. Voor deze deelnemers zijn aanvullingsregelingen getroffen.
Jaarboek 2015
• De aanvullingsregeling 55+ Deze aanvullingsregeling geldt voor de deelnemers die op 1 januari 2005 55 jaar of ouder waren. Zij kunnen aanspraak maken op een aanvulling voor zover zij voldoen aan verschillende referte-eis(en) en voor zover zij voldoen aan de oude VUT-voorwaarden. Deze aanvullingsregeling is door cao-partijen niet bij bpfBOUW ondergebracht maar bij de Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf (VUNAT);
Sec tor Natuursteenbedrijf
38
• De aanvullingsregeling 55Deze aanvullingsregeling geldt voor deelnemers die op 1 januari 2005 jonger dan 55 jaar waren. De belangrijkste voorwaarden van de aanvullingsregeling zijn dat de deelnemer in de tweede helft van 2005 heeft gewerkt onder de CAO voor het Natuursteenbedrijf en dat de werkgever over deze periode voor de deelnemer vroegpensioenpremie heeft afgedragen. BpfBOUW voegt het aanvullingsbedrag jaarlijks toe aan de door de deelnemer opgebouwde pensioenrechten. Het fonds doet dit totdat de deelnemer de 60-jarige leeftijd heeft bereikt, gedurende een periode van maximaal 15 jaar. Voorwaarde is wel dat de deelnemer blijft deelnemen aan de pensioenregeling. Als de deelnemer de 60-jarige leeftijd bereikt voor het jaar 2021, voegt bpfBOUW het aanvullingsbedrag versneld toe aan de door de deelnemer opgebouwde pensioenrechten. Deze aanvullingsregeling maakt onderdeel uit van de per 1 januari 2006 geldende pensioenrege ling en wordt uitgevoerd door bpfBOUW.
Bedrijfstakeigen regelingen
7
Jaarboek 2015
CAO voor de Bouwnijverheid De CAO voor de Bouwnijverheid geldt zowel voor bouwplaats- als voor uta-werknemers. Voor beide soorten werknemers zijn de arbeidsvoorwaarden opgenomen in genoemde cao. De onderwerpen in dit hoofdstuk hebben betrekking op de bouwplaatswerknemers.
CAO voor de Bouwnijverheid
39
39
7.1 Tijdspaarfonds 7.2 Deelname aan het Duitse Vakantiefonds 7.3 Vorstverlet 7.4 Vergoedingsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid 7.5 Declaratieregeling extra verlofdagen oudere werknemers 7.6 Re-integratiebonus in tweede ziektejaar 7.7 Collectieve ongevallenregeling Bouwnijverheid
40 44 45 45 53 58 60
Bouwplaatswerknemers B E D R I J F S TA K E I G E N
R E G E L I N G E N
Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de bouwnijverheid 2015
7.1 Tijdspaarfonds
Jaarboek 2015
Alle bouwplaatswerknemers zijn verplicht deelnemer in het Tijdspaarfonds. Het Tijdspaarfonds kent drie spaarsaldo’s. De werkgever betaalt binnen 14 dagen na afloop van ieder loontijdvak van vier weken of van een maand een bedrag aan het Tijdspaarfonds dat is bestemd voor de wettelijke 8 procent vakantietoeslag (spaarsaldo VT), een bedrag bestemd voor een aantal vrije dagen (spaarsaldo VD). Dit zijn tien roostervrije dagen, vijf bovenwettelijke dagen en drie dagen voor kort verzuim. Indien van toepassing is het derde spaarsaldo ‘Discontinuïteit Overwerken Reisuren (DO&R). Dit saldo bestaat uit de gestorte geldswaarde van verplicht overwerk en reisuren (artikel 28 van de CAO). Uta-werknemers kunnen op vrijwillige basis aan het Tijdspaarfonds deelnemen. Zie hoofdstuk 8.1 voor nadere informatie.
CAO voor de Bouwnijverheid
40
Als de werknemer tijd opneemt voor de uren of dagen zoals hiervoor vermeld dan hoeft u aan de werknemer voor die niet gewerkte tijd geen loon te betalen. Daarvoor hebt u immers al betaald aan het Tijdspaarfonds. De werknemer kan zijn tegoeden uit het Tijdspaarfonds opnemen op het moment dat het hem het beste uitkomt. Het component vakantietoeslag wordt apart geadministreerd van het component ‘dagen’. De vakantietoeslag en het saldo aan dagen worden steeds in de maand mei uitgekeerd. De collectieve uitbetaling van het spaarsaldo DO&R vindt plaats direct na 1 april. Voor beide uitbetalingen behoeft geen aanvraag gedaan te worden, het Tijdspaarfonds maakt de bedragen ambtshalve over op het betaal rekeningnummer dat van de werknemer bekend is. De deelnemer kan kiezen voor een gedeeltelijke storting. In dat geval wordt 55 procent van het per loonbetalingsperiode vastgestelde bedrag aan het Tijdspaarfonds afgedragen. Het bedrag dat dan minder naar het Tijdspaarfonds wordt gestort ontvangt de deelnemer bij de uitbetaling van het nettoloon. Voor DO&R is een storting van 55 procent de standaardstorting.
Bedrijfstakeigen regelingen
Tabel: Vakantiedagen bouwplaatswerknemers
Jaarboek 2015
Aantal vakantiedagen per jaar *
CAO voor de Bouwnijverheid
41
Leeftijd
Wettelijk
Bovenwettelijk
55-plus
Totaal
Tot 18 jaar
20
9
nvt
29
18 t/m 54 jaar
20
5
nvt
25
55 t/m 59 jaar
20
5
10
35
60 jaar of ouder
20
5
13
38
* De genoemde aantallen gelden alleen voor de werknemer die vóór het begin van het jaar ten minste de daarbij genoemde minimumleeftijd heeft bereikt. De werknemer die deze leeftijd pas tijdens het jaar bereikt, heeft recht op een aantal dagen naar rato. De vaste onderdelen of ‘bronnen’ die de werkgever verplicht in het Tijdspaarfonds stort bij een fulltime dienstverband zijn: • 8 procent vakantietoeslag; • de geldswaarde van vijf bovenwettelijke vakantiedagen*; • de geldswaarde van tien individuele roostervrije dagen (vijf voor uta); • de geldswaarde van drie kort verzuimdagen; • de geldswaarde van overwerk- en reisuren. * Voor jeugdige werknemers tot 18 jaar geldt dat voor hen niet 5 maar 9 boven wettelijke dagen gestort moeten worden. Zie tabel vakantiedagen. Voor een bouwplaatswerknemer van 55 jaar of ouder die gebruik maakt van de regeling van een vierdaagse werkweek worden alleen de vakantietoeslag en de drie kort verzuimdagen verplicht gestort aangezien alle verlof- en roostervrije dagen nodig zijn om de vierdaagse werkweek te kunnen realiseren. Betalingskenmerken U stort de 8 procent vakantietoeslag op een rekening van Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid onder vermelding van het registratienummer van de werknemer en uw ledennummer. De geldswaarde aan dagen maakt u over naar een tweede rekening. Eventuele stortingen DO&R maakt u over op een derde rekening (zie bij rekeningnummers).
Bedrijfstakeigen regelingen
Let op! U vermeldt bij iedere betaling ook de loonperiode waarop de afdracht
Jaarboek 2015
betrekking heeft. De uitvoeringsorganisatie neemt deze periode over en vermeldt deze bij de storting op de rekening van de werknemer. Het is niet toegestaan bij de afdracht loonperiodes samen te voegen.
CAO voor de Bouwnijverheid
42
De rekeningnummers • Voor de 8 procent vakantietoeslag gebruikt u rekeningnummer NL62 ABNA 0499 1573 70 van Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. • Voor de geldswaarde van de roostervrije dagen, de bovenwettelijke verlofdagen, de kort verzuimdagen en de extra bronnen (chauffeurstoeslag) gebruikt u rekeningnummer NL12 ABNA 0423 2753 64 van Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. • Voor stortingen in het spaarsaldo DO&R gebruikt u rekeningnummer NL10 ABNA 0437 6143 28 van Stichting Tijdspaarfonds voor Bouwnijverheid. Voor stortingen in DO&R gebruikt u dezelfde omschrijving als voor stortingen VT en VD. 7.1.1 Algemene rekenregels TSF dagen Als basis geldt het vast overeengekomen loon (VOL) dat bestaat uit het garantieloon plus de prestatietoeslag (en eventueel toeslag verschoven uren gww en toeslag tijwerk). Voor de verplichte periodieke storting van de eerder genoemde in totaal 18 dagen (of 22 dagen voor de jeugdige werknemers) geldt de volgende rekenregel: Storting TSF dagen: (VOL per uur x 8 x 18) / loonperioden per jaar (13 of 12). Als het VOL niet wijzigt is de storting aan het Tijdspaarfonds steeds hetzelfde bedrag. TSF vakantietoeslag: (VOL per loonperiode + storting TSF dagen)* 8 procent. In dit geval is dus het daadwerkelijk betaalde loon in de loonperiode bepalend voor het bedrag dat betaald moet worden aan het Tijdspaarfonds. Als de werknemer verlof heeft opgenomen waarover u het loon niet heeft doorbetaald (bovenwettelijke vakantie dagen; individuele roostervrije dagen of kort verzuimdagen) wordt de grondslag lager.
Bedrijfstakeigen regelingen
DO&R Storting overuren = aantal overuren x (vast overeengekomen uurloon + overwerktoeslag); Storting reisuren = aantal reisuren x garantie-uurloon; Storting vakantietoeslag over overuren en reisuren = aantal opgebouwde opname-uren x vast overeengekomen uurloon x 8%.
NB De vakantietoeslag DO&R wordt samen met de reguliere vakantietoeslag
Jaarboek 2015
gestort. De volledige rekenregel luidt dan als volgt: (8% * (VOL per loonperiode + storting TSF dagen)) + (aantal opgebouwde opname-uren x vast overeen gekomen uurloon x 8%).
CAO voor de Bouwnijverheid
43
Hoge of lage storting • Als de werknemer geen voorkeur opgeeft is de storting 100 procent van de brutowaarde (hoge variant = 100 procent). Het uit te betalen nettoloon per periode is dan minder maar het saldo in het Tijdspaarfonds neemt toe. • De werknemer kan er voor kiezen om een lage waarde te laten storten (lage variant = 55 procent van de hiervoor bedoelde variant) waardoor het nettoloon per periode toeneemt maar het saldo in het Tijdspaarfonds evenredig afneemt. Uiteindelijk blijft het totale saldo (TSF plus nettoloon) hetzelfde ongeacht de keuze voor de hoge of de lage variant. De verschuldigde premies en bijdragen worden in de loonadministratie vastgesteld. Wat aan het TSF wordt afgedragen is altijd ‘netto’ en wordt te gelegener tijd zonder inhoudingen aan de werknemer uitbetaald. DO&R kent maar een standaard, namelijk de lage storting (55% van de brutowaarde). Meer informatie over de wijze van storten en voorbeeld berekeningen vindt u op de site van het Tijdspaarfonds www.tijdsparenbouw.nl.
Bedrijfstakeigen regelingen
Jaarboek 2015
7.1.2 Tijdsparenbouw.nl Het Tijdspaarfonds heeft een eigen website www.tijdsparenbouw.nl. Deze site bestaat uit een publiek en een particulier deel. Het publieke deel is toegankelijk voor iedereen en geeft algemene informatie over de tijdspaarregeling. Het particuliere deel is bestemd voor de deelnemer TSF (werk- nemer) en is alleen toegankelijk via een persoonlijke toegangscode. De deelnemer ontvangt die toegangscode na de eerste storting door zijn werkgever in het Tijdspaarfonds. Het particuliere deel geeft onder andere een actueel overzicht van zijn saldo, mutaties (stortingen en opnames) en biedt de mogelijkheid een vakbondsconsulent (VBC) keuze te maken.
CAO voor de Bouwnijverheid
44
7.1.3 Opnemen van tegoeden De geldswaarde van het component TSF-dagen en de vakantietoeslag kunnen tussentijds door de werknemer geheel of gedeeltelijk opgenomen worden. Aanvragen daarvoor lopen via de vakbondsconsulenten. De vakantietoeslag wordt steeds in de maand mei ambtshalve uitgekeerd, samen met het dan nog aanwezige saldo TSF-dagen. Tussentijdse uitbetalingen DO&R lopen eveneens via de vakbondsconsulenten. De ambtshalve uitbetaling van het spaarsaldo DO&R vindt plaats direct na 1 april. 7.1.4 Informatie De informatie over de inhoudelijke aspecten van de regeling loopt voor de werkgevers via de werkgeversorganisaties. Werknemers dienen zich tot de vakbonden te wenden. APG verzorgt alleen de uitvoering van de regeling.
7.2
Deelname aan het Duitse Vakantiefonds Werkgevers zijn verplicht om voor werknemers die in Nederland wonen en voor hen in Duitsland tijdelijk werkzaamheden verrichten aan het Duitse Vakantiefonds Urlaubs- und Lohnausgleichkasse der Bauwirtschaft (ULAK) te betalen. Toeslag Het kan zijn dat door de deelname aan het Duitse Vakantiefonds een inkomens verschil ontstaat voor de werknemer ten opzichte van uw vergoeding aan het Tijdspaarfonds. Als dat zo is, dient de werkgever dit verschil door middel van een bruto loontoeslag te compenseren en in het nettoloon uit te betalen. De werknemer gaat er niet op achteruit! De aanspraak op loontoeslag voor de werknemer is geregeld in artikel (artikel 10) CAO voor de Bouwnijverheid (2012).
Bedrijfstakeigen regelingen
Informatie Als u meer wilt weten over de afdracht aan het Duitse Vakantiefonds dan kunt u de website www.soka-bau.de bezoeken.
7.3 Vorstverlet Het risico van onwerkbaar weer ligt bij de bedrijven zelf en is onderdeel van het ondernemersrisico. Informatie over vorstverlet vindt u op www.vorstverlet.nl.
Jaarboek 2015
7.4
CAO voor de Bouwnijverheid
45
Vergoedingsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid Het Scholingsfonds is uitvoerder van de bedrijfstakeigen regeling voor stimulering van scholing van bouwplaatswerknemers. Deze regeling is opgenomen in de scholingsparagraaf van de CAO voor de Bouwnijverheid (2012, artikel 62a). Volgens deze cao bepaling bent u verplicht in uw onderneming een opleidings- en scholingsbeleid te voeren. Per kalenderjaar stelt u een scholingsplan op, waarbij u rekening houdt met de scholingswensen van uw werknemers. Voor advies bij de ontwikkeling van een scholingsplan kunt u een beroep doen op de opleidingsinstituten die zijn opgenomen in de catalogus ‘Opleidingen CAO voor de Bouwnijverheid’. Veel van deze instituten hebben hiervoor opleidingsadviseurs in dienst. Vanuit het Scholingsfonds wordt u financieel gestimuleerd een gericht beleid te voeren. In de regeling staat dat bouwplaatswerknemers op wie de CAO voor de Bouwnijverheid van toepassing is, per kalenderjaar recht hebben op gemiddeld twee dagen scholing met behoud van loon. Voorwaarde is dat deze scholing is gericht op de huidige functie van de bouwplaatswerknemer of op een toekomstige functie die ook onder die cao valt. Om uw werknemers in de gelegenheid te stellen die scholing te volgen, verstrekt het Scholingsfonds vergoedingen. U ontvangt een vast bedrag voor verlet- en reiskosten voor de dagen waarop uw werknemers cursussen hebben gevolgd (uit de digitale catalogus Opleidingen CAO voor de Bouwnijverheid). Naast de bijdrage in die kosten, betaalt het Scholingsfonds ook een vaste bijdrage in de cursuskosten. De daadwerkelijke cursuskosten rekent de werkgever rechtstreeks af met het opleidingsinstituut.
Bedrijfstakeigen regelingen
Jaarboek 2015
7.4.1 Initiatief tot scholing Als u geen opleidings- en scholingsbeleid ontwikkelt of een werknemer twee jaar niet in de gelegenheid stelt om een cursus in het belang van zijn functie te volgen, dan kan de werknemer gebruik maken van zijn ‘zelfstandig’ scholingsrecht. In zo’n situatie kan de werknemer bij de vakorganisaties informeren naar geschikte cursussen. Het Scholingsfonds vergoedt de verlet-, reis- en cursuskosten en zal die verhalen op de werkgever.
CAO voor de Bouwnijverheid
46
7.4.2 Bijdrage Het Scholingsfonds (SF) is onderdeel van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds (O&O-fonds). De SFbijdrage maakt deel uit van de totale O&O-premie. De SF-bijdrage wordt jaarlijks na advies van het bestuur Scholingsfonds door partijen bij de CAO voor de Bouwnijverheid vastgesteld. Per 1 januari 2014 bedraagt de bijdrage 1,0613 procent (werkgeversdeel = 0,8613 procent, werknemersdeel = 0,2 procent). Voor werknemers van 55 jaar of ouder en die gebruik maken van de vierdaagse werkweek is geen SF-bijdrage verschuldigd. 7.4.3 Vergoedingsregeling Werkgevers die de CAO voor de Bouwnijverheid toepassen en die hun bouwplaatsmedewerkers cursussen laten volgen, komen in aanmerking voor een nominale vergoeding uit het Scholingsfonds voor: • verlet-, reis- en cursuskosten die verband houden met het volgen van een cursus; • verlet-, reis- en cursuskosten van een cursus gericht op de re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers naar een functie buiten de bedrijfstak. 7.4.4 Uta-personeel De vergoedingsregeling van het Scholingsfonds geldt niet voor uitvoerend, technisch en administratief personeel. 7.4.5 Hoeveel scholingsdagen worden er vergoed? De behoefte aan scholing verschilt per werknemer. Het aantal dagen per cursus is ook niet altijd gelijk. Daarom is het aantal scholingsdagen waarop de werknemer per kalenderjaar recht heeft met een zekere mate van flexibiliteit in de CAO voor de Bouwnijverheid vastgelegd. Uitgangspunt is het recht op gemiddeld twee dagen scholing per kalenderjaar.
Bedrijfstakeigen regelingen
Jaarboek 2015
Maximering aantal te vergoeden scholingsdagen Het Scholingsfonds kent een maximering van het aantal te vergoeden cursusdagen. De regel luidt als volgt: • Per werkgever wordt per kalenderjaar maximaal vergoed aan cursusdagen: het grootste aantal bouwplaatswerknemers dat gelijktijdig in dienst is maal twee. Voor werkgevers die slechts 1 of 2 werknemers in dienst hebben, bedraagt het aantal te vergoeden dagen 6 dagen per kalenderjaar (Voor deze groep wordt dus afgeweken van de formule aantal bouwplaatswerknemers maal twee). • Per werknemer bedraagt de vergoeding per kalenderjaar maximaal zes cursus dagen. Niet benutte scholingsdagen in een kalenderjaar vervallen en gaan dus niet over naar een volgend kalenderjaar.
CAO voor de Bouwnijverheid
47
7.4.6 Indeling cursusvergoeding per thema De hoogte van de vergoedingen wordt door het bestuur van het Scholingsfonds bepaald. Het bestuur gebruikt de volgende thema-indeling voor de hoogte van de vergoedingen per cursusdag: • Vaktechnische cursussen en cursussen op het terrein van Organisatie, planning en automatisering. Bijdrage in de cursuskosten: 113 euro per cursusdag. • Cursussen op het terrein van Communicatie en samenwerking. Bijdrage in de cursuskosten: 89 euro per cursusdag. • Cursussen op het terrein van Kwaliteitszorg en milieu. Bijdrage in de cursuskosten: 74 euro per cursusdag. • De cursuskosten van de leermeestercursussen worden op grond van caoafspraken 100 procent vergoed. Vergoeding voor verlet- en reiskosten naar leeftijd (zie tabel). 7.4.7 Vergoeding van verlet- en reiskosten Als een werkgever zijn bouwplaatswerknemer een cursus laat volgen uit de Scholingsfondscatalogus, dan rekent de werkgever de cursuskosten af met het cursusinstituut. De werknemer ontvangt over de cursusdag zijn loon van zijn werkgever. Het cursusinstituut is verplicht binnen vijf dagen na afloop van de laatste cursusdag de vergoeding voor u aan te vragen bij het Scholingsfonds. Het Scholingsfonds vergoedt een bepaald bedrag aan verlet- en reiskosten per cursusdag voor werknemers van 22 jaar en ouder. Dit bedrag wordt voor jeugdige werknemers per leeftijd gestaffeld.
Bedrijfstakeigen regelingen
Vergoeding per 1 januari 2014
Jaarboek 2015
Leeftijd
CAO voor de Bouwnijverheid
48
Staffel
Vergoeding in de verleten reiskosten
22 jaar en ouder
100 procent
160 euro
21 jaar
87,5 procent
140 euro
20 jaar
75 procent
120 euro
19 jaar
65 procent
104 euro
18 jaar
55 procent
88 euro
17 jaar
45 procent
72 euro
16 jaar
40 procent
64 euro
7.4.8 Scholing voor leerlingen; vergoeding van SPT-dagen Om de samenwerking tussen verschillende disciplines te vergroten, verstrekt de bouw- en infrasector subsidies aan opleidingsbedrijven ten behoeve van een samengesteld praktijktentamen (SPT). Het gaat hierbij om tentamens waarin bijvoorbeeld een metselaar, timmerman en dakdekker samen één werkstuk maken. Dit gebeurt op het opleidingsbedrijf. Per dag per leerling vergoedt het Scholingsfonds 74 euro aan cursuskosten én een vast bedrag aan verlet- en reiskosten. Dit bedrag wordt per leeftijd gestaffeld (zie tabel vergoedingen per 1 januari 2014). De vergoeding kent een maximum van vier SPT-dagen per opleiding per leerling. Voor deze leerlingen kan verder geen scholing worden ingevuld die in aanmerking komt voor vergoeding uit het Scholingsfonds. 7.4.9 Scholing 55-plussers met een vierdaagse werkweek In de CAO voor de Bouwnijverheid (2012, artikel 26a) is een regeling opgenomen om een vierdaagse werkweek voor werknemers van 55 jaar of ouder mogelijk te maken. Een werknemer van 55 jaar of ouder kan zijn werkgever verzoeken de werkweek voor hem aan te passen tot een vierdaagse. Om per kalenderjaar tot zo’n werkweek te komen, levert de oudere werknemer onder andere zijn scholingsdagen in. De oudere werknemer kan twee dagen per jaar scholing volgen op een vrije (werk)dag. Voor die scholingsdagen kunnen de cursus- en reiskosten vergoed worden bij het Scholingsfonds. Voor deze categorie werknemers is een lagere bijdrage aan het O&O-fonds verschuldigd.
Bedrijfstakeigen regelingen
7.4.10 Samenloop van scholing en ziekte Als een bedrijf een scholingsbeleid heeft zoals voorgeschreven in artikel 62a van de CAO voor de Bouwnijverheid, staat de vergoedingsregeling van het Scholings fonds toe dat werknemers tijdens ziekte kunnen deelnemen aan een cursus. Voorwaarde hierbij is wel dat de cursus vóór de ziekteperiode is aangevraagd.
Jaarboek 2015
7.4.11 Scholing en werkloosheid Als een werknemer tijdens werkloosheid deelneemt aan een cursus verstrekt het Scholingsfonds aan de werkgever een vast bedrag per dag voor cursuskosten en aan de werknemer een vast bedrag van 40 euro per dag aan vergoeding voor reiskosten. Voorwaarden zijn wel dat de werknemer tijdens de dienstbetrekking is aangemeld voor de cursus en de cursus gevolgd wordt binnen vier maanden na het beëindigen van de dienstbetrekking.
CAO voor de Bouwnijverheid
49
7.4.12 Geen vergoeding Het Scholingsfonds vergoedt géén kosten van cursussen die niet zijn opgenomen in de Catalogus Opleidingen CAO voor de Bouwnijverheid. Het Scholingsfonds vergoedt evenmin kosten van scholing: • die in de avonduren of in een weekend wordt gegeven; • die geen hele dagen betreffen; • van ondernemingsraadleden, voor zover die scholing verband houdt met de vervulling van de taak van het OR-lid; • binnen de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL). De werkgever heeft daarbij de plicht om de werknemer het vast overeengekomen loon door te betalen. Het Scholingsfonds vergoedt wel de kosten van examendagen die een wezenlijk onderdeel uitmaken van een cursus uit de catalogus en die ter afsluiting hiervan zijn. 7.4.13 Erkenningsregeling Het Scholingsfonds betaalt uitsluitend een bijdrage in de verlet-, reis- en cursuskosten voor cursussen van opleidingsinstituten die zijn erkend door het bestuur van het Scholingsfonds en die zijn opgenomen in de digitale catalogus Opleidingen CAO voor de Bouwnijverheid. Staat een cursus niet in deze catalogus - ook al is de aanbieder ervan erkend door het Scholingsfonds - dan geldt de bijdrage in de verlet-, reis- en cursuskosten niet. Alleen door het Scholingsfonds
Bedrijfstakeigen regelingen
Jaarboek 2015
erkende opleiders kunnen cursussen aanbieden in de catalogus en nieuwe cursussen ter goedkeuring voorleggen aan het bestuur van het Scholingsfonds. De erkenning van opleidingsinstituten is steeds mogelijk per eerste dag van het kalenderkwartaal. De erkenningsregeling kunt u terugvinden op de website www.scholingsfonds.nl onder de button Erkenningsregeling. Opleidingsinstituten die door het Scholingsfonds zijn erkend, kunt u herkennen aan het ’SF-erkend’ logo. Erkende instituten mogen het logo voeren, maar zijn daartoe niet verplicht.
CAO voor de Bouwnijverheid
50
Criteria erkenningsregeling Om voor een erkenning door het bestuur van het Scholingsfonds in aanmerking te komen, moet een opleidingsinstituut voldoen aan criteria die zijn opgenomen in de ’erkenningsregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid’. De criteria hebben onder andere betrekking op: • de kwaliteit van de organisatie van het opleidingsinstituut; • de activiteiten die het instituut verricht om scholing onder de aandacht te brengen, vooral bij werkgevers in het midden- en kleinbedrijf; • de ontwikkeling van bouwrelevante cursussen. Met de erkenningsregeling heeft het bestuur van het Scholingsfonds de mogelijkheid om de kwaliteit van opleiding en scholing te bewaken en te bevorderen. Ook streeft het bestuur voor de gebruiker van de catalogus naar een meer open aanbod van opleiders en hun cursussen. Catalogus Opleidingen CAO voor de Bouwnijverheid De cursussen die het Scholingsfonds vergoedt, worden gepubliceerd in de digitale Catalogus Opleidingen CAO voor de Bouwnijverheid. Deze catalogus staat op de website van het Scholingsfonds: www.scholingsfonds.nl. Hebt u vragen over de inhoud van het cursusaanbod, bel dan met de betreffende aanbieder van de cursussen. Het Scholings fonds verzorgt zelf geen cursussen.
Bedrijfstakeigen regelingen
7.4.14 Aanmeldingsprocedure voor cursussen Als u werknemers aanmeldt voor een cursus bij een opleidingsinstituut uit de catalogus, zegt u dan tegen de opleider dat u de CAO voor de Bouwnijverheid toepast en dat u aanspraak wilt maken op vergoedingen vanuit het Scholingsfonds.
Jaarboek 2015
Na de aanmelding ontvangt u een factuur voor de cursuskosten van het opleidings instituut. De cursuskosten betaalt u aan het opleidingsinstituut. Door het opleidings instituut eventueel in rekening gebrachte annuleringskosten zijn voor eigen rekening. Deze kosten krijgt u niet vergoed door het Scholingsfonds.
CAO voor de Bouwnijverheid
51
Digitaal aanmeldingsformulier Om het u gemakkelijk te maken en papierwerk te besparen, kunt u werknemers via de website van het Scholingsfonds aanmelden voor een cursus. Op iedere cursuspagina in de catalogus is onderaan de pagina de button ’aanmelden cursus’ geplaatst. Hiermee opent u een aanmeldingsformulier. Dit formulier kunt u gebruiken als u als CAO-Bouwwerkgever geregistreerd staat bij APG. Hieronder volgen de zes stappen van het digitaal aanmelden: 1. Open de catalogus en kies de cursus waarvoor u werknemer(s) wilt aanmelden. Klik op de button ‘aanmelden cursus’ onderaan de cursuspagina; 2. Vul de gegevens volledig in; 3. Klik op verzenden; 4. De administratie van het Scholingsfonds controleert of de bouwplaatswerknemer die u hebt aangemeld onder de CAO voor de Bouwnijverheid valt; 5. De cursusaanmelding wordt automatisch naar het e-mailadres van het opleidings instituut gestuurd; 6. U ontvangt een kopie van de aanmelding op uw e-mailadres.
Let op! De opleider kan voor verificatie van de aanmelding contact met u opnemen. De melding Bouw-CAO JA betekent niet dat u – in alle gevallen – vergoedingen uit het Scholingsfonds zult ontvangen. Pas nadat de cursus is gevolgd wordt vastgesteld of u recht hebt op vergoedingen. Daarbij is onder andere van belang of op het moment van cursusdeelname tussen u en uw werknemer een arbeidsverhouding bestond. U kunt u het aanmeldingsformulier ook printen en per fax of post naar het opleidingsinstituut sturen.
Bedrijfstakeigen regelingen
7.4.15 Deelnamelijst Tijdens de cursusdag wordt een deelnamelijst uitgereikt waarop de cursist een handtekening voor aanwezigheid moet plaatsen. Op de deelnamelijst vult de opleider verder gegevens in zoals uw ledennummer bij de uitvoeringsorganisatie, het registratie- of burgerservicenummer van uw werknemer en informatie over de cursus. Na afloop van de cursus zendt de opleider de deelnamelijst binnen vijf werkdagen na de laatste cursusdag naar de administratie van het Scholingsfonds.
Jaarboek 2015
Elektronisch insturen deelnamelijsten In 2013 is de papieren uitgave van de deelnamelijst vervangen door een elektronische versie via internet. Sinds 1 juli 2013 accepteert APG uitsluitend nog elektronische aanleveringen via: https://mijnbter.bter-bouw.nl. Raadpleegfunctie Op https://mijnbter.bter-bouw.nl kunt u nagaan hoe het staat met de afhandeling van de deelnamelijst en kunt u de betalingsspecificatie controleren.
Let op! Het erkende opleidingsinstituut is verantwoordelijk voor de tijdige en juiste administratieve afhandeling van de deelnamelijst naar het Scholingsfonds, niet u.
CAO voor de Bouwnijverheid
52
7.4.16 Controleren en inzenden betalingsspecificatie Aan de hand van de gegevens op de deelnamelijst en de gegevens die van u en uw werknemer(s) bij het Scholingsfonds bekend zijn, maakt het Scholingsfonds een betalingsspecificatie op. Deze specificatie wordt naar u opgestuurd. Tegelijkertijd wordt het totaalbedrag van de specificatie (verlet-, reis- en cursuskosten) aan u overgemaakt. Het is belangrijk dat u alle gegevens op de betalingsspecificatie controleert. Mochten die gegevens niet overeenstemmen met uw eigen administratie, dan vragen wij u het Scholingsfonds daarover te informeren. Wijzigingen kunt u aangegeven op de betalingsspecificatie, maar moet u wel toelichten op een bijlage. De gewijzigde specificatie en de bijlage(n) stuurt u naar het Scholingsfonds. Indien nodig maakt het Scholingsfonds een nieuwe specificatie op. Gecorrigeerde specificaties voorziet u van een datum en handtekening.
Bedrijfstakeigen regelingen
Ook de naam van de contactpersoon die de administratie verzorgt en het bijbehorende telefoonnummer moeten op de specificatie worden vermeld. U stuurt de gecorrigeerde betalingsspecificatie naar:
Jaarboek 2015
Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid, Afdeling Werkgeversregelingen, Postbus 8700, 1005 AS Amsterdam 7.4.17 Klachtenregeling Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid Het bestuur van het Scholingsfonds heeft de inning van de bijdrage aan het Scholingsfonds en de uitvoering van de vergoedingsregeling, zoals opgenomen in de scholingsparagraaf van de CAO inzake de Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bouwnijverheid (CAO-BTER), opgedragen aan de uitvoeringsorganisatie (APG). Hebt u een klacht over de uitvoering van de vergoedingsregeling? Als u als belanghebbende van het Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid vindt dat de uitvoeringsorganisatie de vergoedingsregeling niet goed uitvoert, kunt u een klacht indienen bij het Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid. Dat geldt ook als u van mening bent dat bepalingen uit de statuten of het reglement van de Stichting Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid zoals opgenomen in de CAO BTER niet correct zijn geïnterpreteerd door de uitvoeringsorganisatie. Meer informatie over de klachtenprocedure vindt u op www.scholingsfonds.nl
CAO voor de Bouwnijverheid
53
Helpdesk Het Scholingsfonds heeft een helpdesk waar u met vragen terecht kunt. De helpdesk is op werkdagen van 08.00 tot 17.00 uur bereikbaar op telefoon nummer 020 583 22 12. Meer informatie over het Scholingsfonds vindt u ook op: www.scholingsfonds.nl
7.5
Declaratieregeling extra verlofdagen oudere werknemers (EVD) Bouwplaatswerknemers die ouder zijn dan 55 jaar hebben op grond van de cao-bepalingen recht op extra verlofdagen waarover u het loon doorbetaalt. De loonkosten over deze extra verlofdagen kunt u bij het Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid declareren. De uitvoeringsorganisatie verwerkt de declaraties. Werknemers die ouder dan 55 jaar en jonger dan 60 jaar zijn, hebben recht op tien extra verlofdagen per vol kalenderjaar. Werknemers van 60 jaar en ouder hebben recht op 13 extra verlofdagen.
Bedrijfstakeigen regelingen
Let op! Ook uta-werknemers boven de 55 jaar hebben recht op doorbetaald extra verlof. De declaratieregeling geldt echter alleen voor bouwplaatswerknemers en niet voor uta-werknemers.
Jaarboek 2015
U mag niet declareren: • voor werknemers die op een extra verlofdag hebben gewerkt; • voor werknemers die op een extra verlofdag ziek zijn; • voor werknemers die op een extra verlofdag een uitkering ontvangen op grond van een andere regeling of één van de sociale verzekeringswetten; • over feest- en verlofdagen en over onderling overeengekomen en collectief aangewezen roostervrije dagen.
CAO voor de Bouwnijverheid
54
Wel declareren U mag wel declareren voor een door de werknemer opgebouwde extra verlofdag als het dienstverband tijdens arbeidsongeschiktheid wordt beëindigd. U dient de ex-werknemer de extraverlofdagen uit te betalen ondanks dat de werknemer niet in de gelegenheid is geweest zijn verlofdagen op te nemen. 7.5.1 Elektronisch indienen declaraties EVD In 2013 is de papieren declaratieprocedure vervangen door een elektronische versie via het internet. Elektronisch aanleveren is een steeds meer geaccepteerde manier van gegevensaanlevering. Denk bijvoorbeeld aan het indienen van uw belastingaangifte en het insturen van de opgave loon en premie aan APG. Het biedt ook voordelen: betalingen zullen sneller plaatshebben als een declaratie is ingediend. Fouten in aanlevering worden bij de bron gesignaleerd. U hebt altijd inzicht in de status van afhandeling van de declaraties en u hebt altijd inzage in de declaratie- en betaalhistorie. Tevens is het mogelijk de uitbetaalde en nog te declareren dagen per werknemer te raadplegen. De handtekening van uw werknemer is niet meer nodig. Elektronisch declareren U zendt de declaraties EVD elektronisch in. Dit doet u via de website https://mijnbter.bter-bouw.nl. Om toegang te krijgen tot het declaratiedeel op de website hebt u een inlogcode en wachtwoord nodig. Die zijn u in de brief met ’uw accountgegevens voor de website Mijn Bter’ toegestuurd. Als u de inlogcodes kwijt bent kunt u die via de site opnieuw aanvragen.
Bedrijfstakeigen regelingen
Jaarboek 2015 CAO voor de Bouwnijverheid
55
Grote aanleveringen De mogelijkheid bestaat om grote aanleveringen via een XML bestand elektronisch aan te leveren. Heeft u daarvoor belangstelling? Stuur dan een bericht naar:
[email protected] Hulp en uitleg bij het elektronisch declareren U vindt de procedure voor het elektronisch indienen van declaraties EVD terug in de handleiding op www.bter-bouw.nl (homepage Aanvullingsfonds). Informatie voor werknemers Alle 55+ bouwplaatswerknemers ontvangen 1 x per jaar een brief met informatie over de door u voor hen gedeclareerde EVD.
Bedrijfstakeigen regelingen
7.5.2 Uitstel opname extra verlofdag(en) Het kan voorkomen dat werknemers de extra verlofdagen niet hebben kunnen opnemen voor het einde van het kalenderjaar. In dat geval vergoedt het Aanvullingsfonds alsnog de declaraties voor de resterende dagen die in dat kalenderjaar zijn opgebouwd, maar die in een volgend kalenderjaar zijn opgenomen. Voorwaarde is wel dat die dagen opgenomen zijn binnen vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin dat eigenlijk had moeten plaatsvinden.
Jaarboek 2015
Op de declaratie vermeldt u wanneer de extra verlofdagen zijn opgenomen. De door u gedeclareerde extra verlofdagen worden door de uitvoeringsorganisatie in het oudste, nog te declareren kalenderjaar bijgeschreven. De declaratie dient u binnen zes maanden in te zenden na de opgenomen extra verlofdag(en). Zie ook elektronisch indienen declaraties EVD (paragraaf 7.5.1).
CAO voor de Bouwnijverheid
56
7.5.3 Extra verlofdagen zijn gebonden aan dienstbetrekking Extra verlofdagen zijn gebonden aan de dienstbetrekking waar het verlofrecht is opgebouwd. Alleen de werkgever waar de extra verlofdagen zijn opgebouwd komt in aanmerking voor vergoeding. Niet opgenomen extra verlofdagen zijn niet overdraagbaar aan een nieuwe werkgever. Voordat het dienstverband eindigt, dient de werkgever de werknemer in de gelegenheid te stellen de opgebouwde verlofrechten op te nemen; zie artikel 20a, lid 7a, arbeidsvoorwaarden CAO voor de Bouwnijverheid. 7.5.4 Opbouw rechten voor een extra verlofdag De opbouw van extra verlofdagen verloopt via het kalenderjaar. De werknemer heeft vanaf het moment dat hij in de loop van het jaar 55/60 jaar wordt naar rato recht op het (hogere) aantal verlofdagen. Vanaf dat moment vindt opbouw van rechten plaats. Extra verlofdagen kunnen worden opgenomen naar rato van de opgebouwde rechten.
Jaarboek 2015
De opbouw van een werknemer van 55 jaar of ouder - maar jonger dan 60 bedraagt één dag extra verlof voor na iedere periode van 26 dienstverbanddagen (maandag t/m vrijdag). Per jaar zijn dat totaal tien dagen. Een werknemer van 60 jaar en ouder kan per jaar totaal 13 dagen opbouwen. Eén dag na iedere periode van twintig dienstverbanddagen.
CAO voor de Bouwnijverheid
57
7.5.5 Hoogte vergoeding De vergoeding over een extra verlofdag wordt berekend op basis van het vast overeengekomen loon van de werknemer, inclusief de gemiddelde prestatiepremie over de voorgaande periode (zie de cao voor de definitie vast overeengekomen loon). U ontvangt tevens een tegemoetkoming in de kosten voor de werkgeversbijdragen in de premies sociale verzekeringswetten en de overige in de cao voorgeschreven premie- en bijdrageverplichtingen. Deze vergoeding wordt uitgedrukt in een toeslag percentage. Deze toeslagpercentages worden tweemaal per jaar vastgesteld en gepubliceerd in de BOUWpensioen & BTERpost en op www.administratienet.nl Het loon dat u de werknemers uitbetaalt over extra verlofdagen verwerkt u op dezelfde wijze als een ’normale’ loonbetaling in de loonadministratie. 7.5.6 Werken in het buitenland Voor werknemers die werkzaam zijn in het buitenland kunt u onder de volgende voorwaarden extra verlofdagen oudere werknemers declareren: • werknemers zijn in dienst van een Nederlandse werkgever; en • werknemers zijn Nederlands verzekerd (Nederlandse sociale verzekeringswetten zijn van toepassing).
NB Wij maken u erop attent dat declaraties die later dan zes maanden, nadat de extra verlofdag is opgenomen, zijn ingezonden niet meer voor vergoeding in aanmerking komen. 7.5.7 Betaling van de declaratie Als de uitvoeringsorganisatie heeft vastgesteld dat recht bestaat op de vergoeding vindt betaling plaats door overschrijving naar het bij ons van de werkgever bekende rekeningnummer. U ontvangt een betalingsspecificatie per werknemer met daarop de toegewezen dag(en). Hierop staat eventueel ook vermeld of geen vergoeding verstrekt kon worden en wat daarvoor de reden is. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de afdeling Werkgevers regelingen, telefoon 020 583 45 67.
Bedrijfstakeigen regelingen
7.6
Re-integratiebonus in tweede ziektejaar
Jaarboek 2015
7.6.1 Bonusregeling re-integratie tijdens tweede ziektejaar De CAO voor de Bouwnijverheid voorziet in een ‘bonusregeling’ bij succesvolle re-integratie van een arbeidsongeschikte werknemer in diens tweede ziektejaar. Als de werknemer al in het eerste ziektejaar voor meer dan 50% is gere-integreerd is de bonusregeling niet aan de orde. Er is dan immers al sprake van een aanzienlijke re-integratie in het eerste ziektejaar.
CAO voor de Bouwnijverheid
58
7.6.2 Basisvoorwaarden voor de re-integratiebonus Als een werknemer in zijn tweede ziektejaar re-integreert in zijn oude of een nieuwe functie binnen of buiten het bedrijf of de bedrijfstak, bestaat onder de volgende voorwaarden recht op een bonus voor zowel de werkgever als de werknemer: • De werknemer is minimaal twee betalingsperioden van elk vier weken of een maand onafgebroken weer aan het werk. Als de periode van acht weken of twee maanden wordt onderbroken door vakantie, wordt de periode met de duur van die vakantie verlengd. • De werknemer verdient met arbeid per betalingsperiode minimaal 50 procent van het vast overeengekomen loon of salaris dat hij per betalingsperiode verdiende voordat hij ziek werd. 7.6.3 Re-integratiebonus voor de werknemer Bij re-integratie bij de eigen werkgever ontvangt de werknemer van zijn werkgever een éénmalige aanvulling tot 100 procent van het vast overeengekomen loon of salaris. Dit betreft dan de periode vanaf de eerste dag van het tweede ziektejaar tot en met de laatste dag van de tweede maand of achtste week van re-integratie. Bij re-integratie bij een andere werkgever ontvangt de werknemer de éénmalige aanvulling van zijn voormalige werkgever tot en met de laatste dag voor de re-integratie.
Bedrijfstakeigen regelingen
Jaarboek 2015
7.6.4 Re-integratiebonus voor de werkgever Als een werkgever aan de werknemer de genoemde éénmalige aanvulling heeft betaald, heeft hij recht op een bonus van 2.500 euro vanuit het Aanvullingsfonds. De werkgever dient hiervoor een declaratieformulier in te sturen, inclusief de volgende bewijsstukken: • de ontvangstbevestiging van de ziekmelding van de werknemer bij UWV WERKbedrijf; • de loonstroken van de laatste betalingsperiode voor de ziekmelding tot het moment van re-integratie; • de loonstroken over de twee maanden of acht weken van re-integratie; • een bewijs van betaling van de éénmalige aanvulling aan de gere-integreerde werknemer; • de handtekeningen van de werkgever die de bonus aanvraagt en van de gereintegreerde werknemer. Aanvraagformulier Het benodigde declaratieformulier kunt u downloaden via www.administratienet.nl
CAO voor de Bouwnijverheid
59
Bedrijfstakeigen regelingen
7.7
Collectieve ongevallenregeling Bouwnijverheid
7.7.1 Werkingssfeer Bij werkgevers waarop de CAO voor de Bouwnijverheid van toepassing is, is voor de werknemers (bouwplaats- en uta-werknemers) een collectieve ongevallenregeling afgesloten. Deze regeling geldt voor al het personeel waarvoor O&O-premie wordt betaald en die een dienstverband hebben dat gebaseerd is op een werkweek van ten minste 10 werkuren. Ook voor stagiairs waarop de Stageregeling van de Bouw van toepassing is (en die dus door de stagebieder zijn aangemeld bij APG), is de collectieve ongevallenregeling van toepassing.
Jaarboek 2015
7.7.2 Premie De premie is onderdeel van de premie voor het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds. APG int de premie op basis van de opgave loon en premie.
CAO voor de Bouwnijverheid
60
7.7.3 Melding De uitvoering van de collectieve ongevallenregeling vindt plaats door Aon Hewitt te Rotterdam. De deelnemer of begunstigde moet een ongeval binnen drie maanden melden door het inzenden van een ongevalmeldingsformulier aan Aon Hewitt. Ingeval van overlijden dienen de nabestaanden minstens 48 uur voor de begrafenis of crematie aangifte te doen bij Aon Hewitt. Meldingen stuurt u naar: Aon Hewitt Postbus 518 3000 AM Rotterdam Telefoon: 010 448 74 81 Ernstige ongevallen Onder ernstige ongevallen verstaat de Inspectie SZW bedrijfsongevallen met dodelijke afloop, of ongevallen die leiden tot ziekenhuisopname. Ernstige ongevallen meldt u direct telefonisch bij de Inspectie SZW (zie hoofdstuk ’Adressen’). De melding moet daarna zo spoedig mogelijk - in ieder geval binnen een week schriftelijk aan de Inspectie SZW worden bevestigd.
Bedrijfstakeigen regelingen
7.7.4 Nadere Informatie De algemene voorwaarden van de ongevallenregeling en de hoogte van de uitkeringen zijn in de cao opgenomen.
NB De loonheffing wordt tegelijk met de uitkering door Aon op de uitkering in mindering gebracht en afgedragen aan de Belastingdienst.
Jaarboek 2015
De benodigde meldingsformulieren en overige informatie zijn verkrijgbaar bij Aon Hewitt te Rotterdam.
CAO voor de Bouwnijverheid
61
Bedrijfstakeigen regelingen
8
Jaarboek 2015
Uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid De CAO voor de Bouwnijverheid geldt zowel voor bouwplaats- als voor uta-werknemers. Voor beide groepen werknemers zijn de arbeidsvoorwaarden opgenomen in genoemde cao. De onderwerpen in dit hoofdstuk hebben betrekking op de uta-werknemers.
Uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid
62
62
8 .1 Tijdspaarfonds 8.2 Bonusregeling re-integratie tijdens tweede ziektejaar 8.3 Collectieve ongevallenregeling Bouwnijverheid 8.4 Nadere Informatie
63 66 68 69
Uta-werknemers B E D R I J F S TA K E I G E N
R E G E L I N G E N
Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de bouwnijverheid 2015
8.1 Tijdspaarfonds De CAO voor de Bouwnijverheid kent een zogeheten Tijdspaarfonds (zie ook paragraaf 7.1). Deelname aan het Tijdspaarfonds is niet verplicht voor utawerknemers. Als de uta-werknemer wil deelnemen aan het Tijdspaarfonds dan is de werkgever wel verplicht aan dat verzoek gevolg te geven.
Jaarboek 2015
Alle bouwplaatswerknemers zijn verplicht deelnemer in het Tijdspaarfonds. Als een uta-werknemer deelneemt aan het Tijdspaarfonds dan geldt daarvoor het volgende:
Uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid
63
De werkgever betaalt binnen 14 dagen na afloop van ieder loontijdvak van vier weken of van een maand een bedrag aan het Tijdspaarfonds dat is bestemd voor de wettelijke 8 procent vakantietoeslag (spaarsaldo VT), een bedrag bestemd voor een aantal vrije dagen (spaarsaldo VD). Dit zijn vijf bovenwettelijke verlofdagen, vijf roostervrije dagen en drie kort verzuimdagen. Totaal 13 dagen.
Let op! Anders dan voor de bouwplaatswerknemers geldt de regeling ‘Discon tinuïteit Overwerk- en Reisuren (DO&R)’ niet voor uta-werknemers. Als de werknemer vrije tijd opneemt voor de uren of dagen (totaal 13) zoals hiervoor is vermeld dan behoeft u aan de werknemer voor die niet gewerkte tijd geen loon te betalen. Daarvoor heeft u immers al betaald aan het Tijdspaarfonds. De werk nemer kan zijn tegoeden uit het Tijdspaarfonds opnemen op het moment dat het hem het beste uitkomt. Het component vakantietoeslag wordt apart geadministreerd van de component ‘dagen’. De vakantietoeslag en het saldo dagen worden steeds in de maand mei uitgekeerd. Tabel: Vakantiedagen uta-werknemers Aantal vakantiedagen per jaar * Leeftijd
Wettelijk
Bovenwettelijk
Tot 18 jaar
20
7
18 t/m 54 jaar
20
5
55 t/m 59 jaar
20
5
9
34
60 jaar of ouder
20
5
11
36
Bedrijfstakeigen regelingen
55-plus
Totaal 27 25
* De in de tabel genoemde aantallen gelden alleen voor de werknemer die vóór het begin van het jaar ten minste de daarbij genoemde minimumleeftijd heeft bereikt. De werknemer die deze leeftijd pas tijdens het jaar bereikt, heeft recht op een aantal dagen naar rato. De vaste onderdelen die de werkgever verplicht in het Tijdspaarfonds stort bij een fulltime dienstverband zijn: • 8 procent vakantietoeslag; • de geldswaarde van vijf bovenwettelijke vakantiedagen*; • de geldswaarde van vijf roostervrije dagen; • de geldswaarde van drie kort verzuimdagen.
Jaarboek 2015
* Voor jeugdige werknemers tot 18 jaar geldt dat voor hen niet vijf maar zeven bovenwettelijke dagen gestort moeten worden.
Uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid
64
Betalingskenmerken U stort de vakantietoeslag op een rekening van Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid onder vermelding van het registratienummer en ledennummer. De geldswaarde aan dagen maakt u over naar een tweede rekening.
Let op! Bij beide afdrachten vermeldt u ook de loonperiode waarop de afdracht betrekking heeft. Rekeningnummers • Voor storting van de 8 procent vakantietoeslag gebruikt u rekeningnummer NL62 ABNA 0499 1573 70 van Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. • De geldswaarde van de roostervrije dagen, van de bovenwettelijke dagen, de kort verzuimdagen en de extra bronnen (overwerk, chauffeurstoeslag, reisuren) stort u op rekeningnummer NL12 ABNA 0423 2753 64 van Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. 8.1.1 Algemene rekenregels Als basis geldt het salaris dat bestaat uit het garantieloon plus de prestatietoeslag. Voor de storting van de eerder genoemde 13 dagen (n.b. jeugdigen 15 dagen) geldt de volgende rekenregel:
Bedrijfstakeigen regelingen
8.1.2 Storting TSF dagen: (salaris per uur x 8 x 13) / loonperioden per jaar (13 of 12). Als basis voor de storting geldt het salaris per uur dat bestaat uit het vastovereengekomen salaris per salarisperiode gedeeld door het aantal uren in die periode. Als het salaris niet wijzigt is de storting aan het Tijdspaarfonds steeds hetzelfde bedrag.
Jaarboek 2015
8.1.3 TSF vakantietoeslag: (salaris per loonperiode + storting TSF dagen) x 8 procent. In dit geval is dus het daadwerkelijk betaalde salaris in de loonperiode bepalend voor het bedrag dat betaald moet worden aan het Tijdspaarfonds. Als de werknemer verlof heeft opgenomen waarover u het loon niet hebt doorbetaald (boven wettelijke vakantiedagen; individuele roostervrije dagen of kort verzuimdagen) wordt de grondslag lager.
Downloads Home
Home
65
CAO Verzenddata saldo
Uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid
overzicht
Info werknemer Nieuws
Links
Info werkgever FAQ
Contact
Aanmelden
Disclaimer
Privacy
Nieuwe regeling in uw Tijdspaarfonds In 2012 is er in het Tijdspaarfonds (TSF) een nieuwe regeling ontstaan. Deze regeling heet ‘Discontinuïteit overwerk-en reisuren’ (DO&R). Als u DO&R-tegoed opbouwt dan ontstaat er een nieuw tegoed in uw TSF. Uitbetaling DO&R De uitbetaling van DO&R wordt uitgevoerd door de vakorganisaties en door het TSF. Dit is mogelijk vanaf november 2012. Net als bij de vakantiedagen (VD) en de vakantietoeslag (VT) verlopen tussentijdse uitbetalingen via de vakorganisaties (FNV Bouw, CNV Vakmensen of HZC). Elk jaar in april verzorgt het TSF de collectieve uitbetalingen. Jaarlijkse betaling van tegoeden Op 1 april 2013 vindt de jaarlijkse uitbetaling van uw DO&R-tegoed plaats. Uiterlijk in april is het geld op uw rekeningnummer bijgeschreven. In mei 2013 wordt de jaarlijkse uitbetaling VT- en VD-tegoeden uitgevoerd. Deze bedragen zijn uiterlijk in mei op uw rekeningnummer bijgeschreven. De exacte data zijn nog niet bekend. Uitbetalingen Als deelnemer van het Tijdspaarfonds ontvangt u voortaan 8% vakantietoeslag en doorbetaalde verlof- en feestdagen (uta had dit al). Het Tijdspaarfonds bestaat uit een vakantietoeslagdeel (VT), een vakantiedagendeel (VD) en het deel aan geldswaarde van reisuren en overwerk. Op het VT deel stort de werkgever: 8% vakantietoeslag Op het VD deel: de geldswaarde van 10 roostervrije dagen; de geldswaarde van 5 bovenwettelijke dagen; de geldswaarde van 3 dagen uit kortverzuim. In onderling overleg tussen uzelf en uw werkgever kunt u ook ‘extra’ bronnen in het Tijdspaarfonds laten storten, zoals niet opgenomen vakantie, roostervrije dagen en chauffeurstoeslag. Uta werknemers kunnen op vrijwillige basis aan het Tijdspaarfonds deelnemen. De uta werknemer dient hiervoor een verzoek bij zijn werkgever in. De werkgever is verplicht hier medewerking aan te verlenen. Het verschil met bouwwerknemers ligt in het feit dat niet 10 maar 5 roostervrije dagen worden gestort. Tijdsparenbouw Het Tijdspaarfonds heeft een eigen website. Op deze site vindt u op het publieke deel informatie over de tijdspaarregeling en de laatste ontwikkelingen. Daarnaast kent de site ook een particulier deel. Op het particuliere deel krijgt u een actueel overzicht over: uw saldo; mutaties (stortingen en opnames); kunt u een VBC keuze maken en of raadplegen; en kunt u aangeven geen gebruik te maken van de jaarlijkse uitbetaling (uw saldo blijft dan staan). Toegangscode Voor het raadplegen van gegevens op het particuliere deel is het noodzakelijk dat u een toegangscode heeft. U ontvangt deze toegangscode van Cordares ná de eerste storting door uw werkgever in het Tijdspaarfonds. U kunt dan te allen tijde de voor u relevante gegevens raadplegen. De site van het Tijdspaarfonds is uw informatie- en communicatiemiddel. Saldo-overzicht Naast de informatie via de website ontvangt u maximaal 4 x per jaar (eens per kwartaal) een saldo-overzicht met daarop: uw saldo; mutaties (stortingen en opnames); uw VBC keuze; uw rekeningnummer. De saldo-overzichten worden in 2013 verzonden op: 21 en 22 januari 8 en 9 april 15 en 16 juli 14 en 15 oktober Opnemen van tegoeden De geldswaarde van de vakantiedagen (VD), de vakantietoeslag (VT) en van het DO&R-tegoed mag u tussentijds geheel of gedeeltelijk opnemen. Aanvragen daarvoor lopen via de vakbondsconsulent. In april maakt Cordares uw DO&R-tegoed op het bij ons bekend zijnde rekeningnummer aan u over. Cordares maakt in mei uw vakantiegeld (= 8% VT + geldswaarde VD) op het bij ons bekend zijnde rekeningnummer aan u over. Via internet kunt u ervoor kiezen de jaarlijkse uitbetaling over te slaan. U bepaalt dan zelf wanneer en hoeveel u van uw tegoed wilt opnemen.
Bedrijfstakeigen regelingen
Cookies
Jaarboek 2015
8.1.4 Tijdsparenbouw.nl Het Tijdspaarfonds heeft een eigen website www.tijdsparenbouw.nl. Deze site bestaat uit een publiek en een particulier deel. Het publieke deel is voor iedereen toegankelijk en geeft algemene informatie over de tijdspaarregeling. Het particuliere deel is bestemd voor de deelnemer TSF (werknemer) en is toegankelijk via een persoonlijke toegangscode. De deelnemer ontvangt die toegangscode na de eerste storting door zijn werkgever in het Tijdspaarfonds. Het particuliere deel geeft onder andere een actueel overzicht van zijn saldo en mutaties (stortingen en opnames).
Uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid
66
8.1.5 Opnemen van tegoeden De geldswaarde van het component TSF-dagen en de vakantietoeslag kunnen tussentijds door de werknemer geheel of gedeeltelijk opgenomen worden. Aanvragen daarvoor lopen via de website www.tijdsparenbouw.nl. De vakantie toeslag wordt steeds in de maand mei uitgekeerd, samen met het dan nog aanwezige saldo TSF-dagen. 8.1.6 Informatie De informatie over de inhoudelijke aspecten van de regeling loopt voor de werkgevers via de werkgeversorganisatie. Werknemers dienen zich tot de vakbonden te wenden. De uitvoeringsorganisatie is puur belast met de uitvoering van de regeling.
8.2
Bonusregeling re-integratie tijdens tweede ziektejaar De CAO voor de Bouwnijverheid voorziet in een ‘bonusregeling’ bij succesvolle re-integratie van een arbeidsongeschikte werknemer in diens tweede ziektejaar. Als de werknemer al in het eerste ziektejaar voor meer dan 50% is gere-integreerd is de bonusregeling niet aan de orde. Er is dan immers al sprake van een aanzienlijke re-integratie in het eerste ziektejaar.
8.2.1 Basisvoorwaarden voor de re-integratiebonus Als een werknemer in zijn tweede ziektejaar re-integreert in zijn oude of een nieuwe functie binnen of buiten het bedrijf of de bedrijfstak, bestaat onder de volgende voorwaarden recht op een bonus voor zowel de werkgever als de werknemer: • De werknemer is minimaal twee betalingsperioden van elk vier weken of een maand onafgebroken weer aan het werk. Als de periode van acht weken of twee maanden wordt onderbroken door vakantie, wordt de periode met de duur van die vakantie verlengd.
Bedrijfstakeigen regelingen
• De werknemer verdient met arbeid per betalingsperiode minimaal 50 procent van het vast overeengekomen loon of salaris dat hij per betalingsperiode verdiende voordat hij ziek werd.
Jaarboek 2015
8.2.2 Re-integratiebonus voor de werknemer
Uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid
67
Bij re-integratie bij de eigen werkgever ontvangt de werk nemer van zijn werk gever een één m alige aanvulling tot 100% van het vast overééngekomen loon of salaris. Dit betreft de periode vanaf de eerste dag van het tweede ziektejaar tot en met de laatste dag van de tweede maand of achtste week van re-integratie. Bij re-integratie bij een andere werkgever ontvangt de werknemer de éénmalige aanvulling van zijn voormalige werkgever tot en met de laatste dag voor de re-integratie. 8.2.3 Re-integratiebonus voor de werkgever Als een werkgever aan de werknemer de genoemde éénmalige aanvulling heeft betaald, heeft hij recht op een bonus van € 2500,- vanuit het Aanvullingsfonds. De werkgever dient hiervoor een declaratieformulier naar de uitvoeringsorganisatie te sturen en voegt daar de volgende bewijsstukken bij: • de ontvangstbevestiging van de ziekmelding van de werknemer bij UWV WERKbedrijf; • de loonstroken van de laatste betalingsperiode voor de ziekmelding tot het moment van re-integratie; • de loonstroken over de twee maanden of acht weken van re-integratie; • een bewijs van betaling van de éénmalige aanvulling aan de gere-integreerde werknemer; • de handtekeningen van de werkgever die de bonus aanvraagt en van de gereintegreerde werknemer.
Bedrijfstakeigen regelingen
Aanvraagformulier Het aanvraag/declaratieformulier kunt u downloaden via www.administratienet.nl
8.3
Collectieve ongevallenregeling Bouwnijverheid
Jaarboek 2015
8.3.1 Werkingssfeer Bij werkgevers waarop de CAO voor de Bouwnijverheid van toepassing is, is voor de werknemers (bouwplaats- en uta-werknemers) een collectieve ongevallenregeling afgesloten. Deze regeling geldt voor al het personeel waarvoor O&O- premie wordt betaald en die een dienstverband hebben dat gebaseerd is op een werkweek van ten minste 10 werkuren. Ook voor stagiairs waarop de Stageregeling van de Bouw van toepassing is (en die dus door de stagebieder zijn aangemeld bij APG), is de collectieve ongevallenregeling van toepassing.
Uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid
68
8.3.2 Premie De premie is onderdeel van de premie voor het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds. De uitvoeringsorganisatie int de premie op basis van de opgave loon en premie. 8.3.3 Melding De uitvoering van collectieve ongevallenregeling vindt plaats door Aon Hewitt te Rotterdam. De deelnemer of begunstigde moet een ongeval binnen drie maanden melden door het inzenden van een ongevalmeldingsformulier aan Aon. Ingeval van overlijden dienen de nabestaanden minstens 48 uur voor de begrafenis of crematie aangifte te doen bij Aon. Meldingen moeten worden gedaan bij onderstaande instantie. Aon Hewitt Postbus 518 3000 AM Rotterdam Telefoon: 010 448 74 81 8.3.4 Ernstige ongevallen Onder ernstige ongevallen verstaat de Inspectie SZW bedrijfsongevallen met dodelijke afloop, of ongevallen die leiden tot ziekenhuisopname. Ernstige ongevallen meldt u direct telefonisch bij de Inspectie SZW (zie hoofdstuk ’Adressen’). De melding moet daarna zo spoedig mogelijk - in ieder geval binnen een week schriftelijk aan de Inspectie SZW worden bevestigd.
Bedrijfstakeigen regelingen
8.4 Nadere Informatie De algemene voorwaarden van de ongevallenregeling en de hoogte van de uitkeringen zijn in de cao opgenomen.
NB De loonheffing wordt tegelijk met de uitkering door Aon op de uitkering in mindering gebracht en afgedragen aan de Belastingdienst.
Jaarboek 2015
De benodigde meldingsformulieren en overige informatie zijn verkrijgbaar bij Aon Hewitt te Rotterdam.
Uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid
69
Bedrijfstakeigen regelingen
9
Jaarboek 2015
CAO Sociaal en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie
CAO Sociaal en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie
70
70
9 Collectieve Ongevallenregeling
71
Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de bouwnijverheid 2015
9
Collectieve Ongevallenregeling
9.1 Werkingssfeer Voor de werkgevers waarop de CAO Sociaal en Werkgelegenheidsfonds Timmer industrie van toepassing is, is voor de werknemers een collectieve ongevallen regeling afgesloten.
Jaarboek 2015
9.2 Premie APG (hierna: de uitvoeringsorganisatie) int de premie op basis van de opgave loon en premie.
CAO Sociaal en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie
71
9.3 Melding De uitvoering van de collectieve ongevallenregeling vindt plaats bij assuradeuren of verzekeringsmakelaars. De verzekerde wordt geacht een ongeval zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen drie maanden te melden door het inzenden van een ongevalmeldingsformulier aan de verzekeringsmakelaar of assurantietussenpersoon. Ingeval van overlijden dienen de nabestaanden tenminste 48 uur vóór de begrafenis of crematie aangifte te doen bij de verzekeraar. Meldingen zendt u namens de verzekerde naar onderstaande instantie. Meeùs Assurantiën (voor schademeldingen). Schade-afdeling Postbus 75262 1070 AG Amsterdam telefoon: 020 – 301 12 00 telefax: 020 – 301 86 86
[email protected] www.meeus.com Voor overige vragen De heer Jos Walraven 035 – 53 99 200
[email protected] of de afd. Employee Benfits van Meeus Hilversum
NB Altijd het polisnummer 5030993 vermelden.
Bedrijfstakeigen regelingen
Jaarboek 2015
9.4
Ernstige arbeidsongevallen Onder ernstige arbeidsongevallen verstaat de Inspectie SZW arbeidsongevallen met dodelijke afloop, of ongevallen die leiden tot ziekenhuisopname en/of arbeids ongevallen met blijvend letsel. Ernstige ongevallen moeten volgens de Arbowet direct aan de Inspectie SZW gemeld worden (zie hoofdstuk Adressen). Werkgevers zijn verplicht om arbeidsongevallen die tot de dood hebben geleid direct telefonisch te melden via het gratis telefoonnummer 0800-5151 (24 u per dag/7 dagen per week bereikbaar). De overige meldingsplichtige arbeidsongevallen dienen direct digitaal gemeld te worden via het volledig ingevulde meldingsformulier op www.inspectieszw.nl. Deze kunnen ook telefonisch gemeld worden op bovenstaand nummer.
NB Deze meldingsplicht geldt niet alleen voor de eigen werknemers, maar ook voor personen die onder gezag bij de werkgever werkzaam zijn, zoals uitzendkrachten.
CAO Sociaal en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie
72
Ernstige arbeidsongevallen Inleiding Volgens de Arbowet is een arbeidsongeval een gebeurtenis op het werk of in werktijd die onmiddellijk leidt tot schade aan de gezondheid. Het kan gaan om een ongeval in een bedrijf, in een instelling, op een (bouw)locatie of bij het werken aan de weg.
9.5 Nadere Informatie Alle voorwaarden en de hoogte van de uitkeringen zijn in de CAO Sociaal en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerindustrie opgenomen. De benodigde meldings formulieren en overige informatie zijn verkrijgbaar via Meeùs Assurantiën
Bedrijfstakeigen regelingen
10
Jaarboek 2015
CAO voor het Natuursteenbedrijf
CAO voor het Natuursteenbedrijf
73
73
10.1 Regeling extra verlofdagen oudere werknemers 10.2 Vierdaagse werkweek 59+ 10.3 Financiering WW-aanvullingen Natuursteen 10.4 Collectieve Ongevallenregeling
74 75 75 75
Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de bouwnijverheid 2015
10.1 Regeling extra verlofdagen oudere werknemers
Jaarboek 2015
Werknemers die in de loop van het jaar 53 jaar of ouder zijn hebben op grond van de cao-bepalingen recht op extra verlofdagen waarover u het loon en bijdragen en premies doorbetaalt. De verletkosten over deze extra verlofdagen krijgt u automatisch in het tweede kwartaal van het daaropvolgende jaar vanuit de Stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf uitbetaald. Werknemers van 53 jaar hebben recht op 1 extra verlofdag; werknemers van 54 jaar hebben recht op 2 extra verlofdagen en werknemers van 55 jaar en ouder hebben recht op 13 extra verlofdagen. De vergoedingen voor extra verlofdagen oudere werknemers gelden ook voor uta-werknemers.
CAO voor het Natuursteenbedrijf
74
10.1.1 Opbouw rechten voor een extra verlofdag De werknemer die in de loop van het jaar de leeftijd bereikt wordt geacht het hele jaar die leeftijd te hebben. Bij tussentijdse aanvang of beëindiging van het dienst verband bestaat recht op extra verlof naar rato van de gewerkte periode in dat kalenderjaar. 10.1.2 Hoogte vergoeding De vergoeding over een extra verlofdag wordt berekend op basis van het individueel geldend loon van de werknemer (zie de cao voor de definitie individueel geldend loon). U ontvangt tevens een vergoeding voor de werkgeversbijdragen in de premies sociale verzekeringswetten en de overige in de cao voorgeschreven premies en bijdragen. Deze vergoeding wordt uitgedrukt in een toeslagpercentage. Dit toeslagpercentage wordt tweemaal per jaar vastgesteld en gepubliceerd in Bouwpensioen & BTERpost en op www.administratienet.nl Het loon dat u de werknemers uitbetaalt over extra verlofdagen boekt u op dezelfde wijze als een ’normale’ loonbetaling in de loonadministratie.
Bedrijfstakeigen regelingen
10.2 Vierdaagse werkweek 59+
Jaarboek 2015
De CAO voor het Natuursteenbedrijf kent de mogelijkheid tot een vierdaagse werkweek voor werknemers van 59 jaar en ouder met behoud van loon alsof er vijf dagen per week gewerkt wordt. De werknemer roostert zijn (extra) verlofdagen en ATV-dagen zo optimaal mogelijk in zodat zo veel mogelijk werkweken van vier dagen ontstaan. Op jaarbasis komt de werknemer 21 of 22 verlofdagen tekort. U (werkgever) betaalt over die dagen het loon en de verplichte bijdragen en premies door. U declareert de verletkosten over die dagen bij de Stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf. De vergoedingsregeling Verlofdagen 59-jarigen geldt alleen bij doorbetaling van loon over 37 uur per week. U declareert per kalenderhalfjaar. Het declaratieformulier stuurt u binnen zes maanden na het betreffende kalender halfjaar naar: Stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf Postbus 8700 1005 AS Amsterdam Het declaratieformulier kunt u downloaden van www.administratienet.nl
CAO voor het Natuursteenbedrijf
75
10.3 Financiering WW-aanvullingen Natuursteen Werknemers en werkgevers betalen een bijdrage aan de Stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf. Die bijdrage is bestemd voor de eindejaarsuitkeringen voor WAO’ers, de vergoedingen in het kader van de extra verlofdagenregeling en de 59+ regeling. Cao-partijen hebben jaren geleden besloten voor de WW-aanvullingen niet langer een omslagstelsel te hanteren. De aanvullingen op de WW-uitkeringen (en een opslag voor onder andere administratiekosten) worden gefinancierd door declaratie bij de voormalige werkgever.
10.4 Collectieve Ongevallenregeling (COV) 10.4.1 Werkingssfeer Bij werkgevers waarop de CAO voor het Natuursteenbedrijf van toepassing is, is voor de werknemers een collectieve ongevallenregeling afgesloten. Deze geldt ook voor schoonmaak- en ander personeel dat in dienst is van het bedrijf. De minimale arbeidsduur per week dient tien uur te zijn.
Bedrijfstakeigen regelingen
10.4.2 Premie U betaalt de premie op basis van de opgave loon en premie voor de premie-inning administratie (PIA). De uitvoeringsorganisatie (APG) int de premie. De premie voor de COV (0,1% van het gemaximeerde brutoloon SV) maakt deel uit van de premie voor het Sociaal Fonds voor het Natuursteenbedrijf.
Jaarboek 2015
10.4.3 Melding De uitvoering van de collectieve ongevallenregeling vindt plaats bij een verzekerings makelaar. De verzekerde en/of zijn werkgever wordt geacht een ongeval binnen een week te melden door het inzenden van een ongevalmeldings-formulier aan de verzekeringsmakelaar. Ingeval van een dodelijk of levensgevaarlijk ongeval dienen de belanghebbenden binnen 72 uur, maar in ieder geval vóór de begrafenis of crematie aangifte te doen bij de verzekeraar.
CAO voor het Natuursteenbedrijf
76
Meldingen zendt u namens de verzekerde naar: WUTHRICH bv Postbus 14092 3508 SC Utrecht 10.4.4 Ernstige ongevallen Onder ernstige ongevallen verstaat de Inspectie SZW bedrijfsongevallen met dodelijke afloop of ongevallen die leiden tot ziekenhuisopname. Ernstige ongevallen meldt u direct telefonisch bij de Inspectie SZW (zie hoofdstuk ’Adressen’). De ongevalmelding dient u binnen een week aan de Inspectie SZW te zenden. 10.4.5 Nadere informatie Alle voorwaarden en de hoogte van de uitkeringen zijn in de CAO Bedrijfstakeigen regelingen voor het Natuursteenbedrijf opgenomen. Het schadeformulier kunt u downloaden op www.wuthrich.nl
Bedrijfstakeigen regelingen
11
Jaarboek 2015
CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven
CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven
77
77
11.1 Declaratieregeling Scholingsfonds (Scholing art 8B) 11.2 Scholing voor uta-personeel 11.3 Declaratieregeling stervensbegeleiding en rouwverlof 11.4 Wintersluiting 2013-2014
78 81 81 83
Bedrijfstakeigen regelingen
Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de bouwnijverheid 2015
11.1 Declaratieregeling Scholingsfonds (Scholing art 8B)
Jaarboek 2015
Op grond van artikel 8B van de CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (CAO BIKUDAK) bent u verplicht voor de werknemers in uw onderneming een opleidings- en scholingsbeleid te ontwikkelen. Werknemers die werkzaam zijn onder de bepalingen van die cao hebben recht op gemiddeld twee scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon. Voorwaarde is dat deze scholing is gericht op de huidige functie van de werknemer en georganiseerd is door een daartoe door of namens cao-partijen aangewezen instelling.
CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven
78
Indien u niet voorziet in het recht op scholingsdagen voor een werknemer dan is deze werknemer gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De kosten voor deze cursus komen voor uw rekening, indien er met u overleg is gepleegd over de aard van de cursus. Als uw werknemers niet in staat worden gesteld om scholing te volgen, bent u verplicht om het loon over de genoemde twee scholingsdagen uit te betalen. APG (hierna te noemen de uitvoeringsorganisatie) stuurt jaarlijks aan werkgevers en werknemers een overzicht van de scholingsdagen waarover vanuit SF-BIKUDAK vergoedingen zijn verstrekt. Uit dat overzicht blijkt over hoeveel dagen gemiddeld in de achterliggende periode van drie jaar vergoedingen zijn verstrekt voor elke individuele werknemer. Als het gemiddelde over een periode van drie jaar onder de twee dagen ligt, dient over het restant loon te worden uitbetaald. Onder bepaalde voorwaarden tellen ook leverancierscursussen mee als scholings dagen in de zin van deze Scholingsregeling. 11.1.1 Bijdrage aan SF-BIKUDAK in 2014 De bijdrage aan de Stichting SF-BIKUDAK bedraagt 4,39 procent van het brutoloon SV van de werknemers op wie de CAO BIKUDAK van toepassing is (werkgeversdeel: 3,12 procent, werknemersdeel: 1,27 procent). Een deel daarvan is bestemd voor de financiering van 8B-scholing. Sinds 2012 wordt ook premie geïnd voor de WGA-hiaatverzekering en de Collectieve Ongevallenverzekering. In 2014 bedraagt de premie voor de WGA-hiaat verzekering 0,56 procent van het brutoloon SV (werkgeversdeel: 0,325 procent en werknemersdeel: 0,235 procent). De hoogte van de premie voor de Collectieve Ongevallenverzekering (COV) is 0,0834 procent van het brutoloon SV en komt volledig voor rekening van de werkgever.
Bedrijfstakeigen regelingen
Jaarboek 2015 CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven
79
11.1.2 Vergoeding voor relevante cursussen • U hebt tegenover de Stichting SF-BIKUDAK aanspraak op vergoedingen van kosten verbonden aan het volgen van door het bestuur aangewezen bijscholings cursussen die worden verzorgd door een door het bestuur aangewezen opleidingsinstituut. De cursus dient te zijn gericht op het beroep van de werknemer en moet leiden tot verbreding, verdieping of bijhouden van vaktechnische en/of sociaal-technische vaardigheden. • U hebt aanspraak op vergoedingen van kosten verbonden aan het volgen van door het bestuur aangewezen omscholingscursussen voor werknemers die dreigen arbeidsongeschikt te raken. • U hebt aanspraak op (gedeeltelijke) vergoeding van cursuskosten van de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD) na het behalen van het diploma door de werknemer. • U hebt aanspraak op (gedeeltelijke) vergoeding van cursuskosten van de Primaire en Voortgezette Opleidingen Dakdekker na het behalen van het diploma door de werknemer. 11.1.3 Geen vergoeding • U hebt geen recht op vergoeding van kosten voor cursussen die (gedeeltelijk) in de avonduren en/of op zaterdag, zondag of op een roostervrije dag worden georganiseerd, tenzij het gaat om de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD). • U hebt geen recht op vergoeding van kosten als een cursusdag minder dan een hele werkdag omvat, tenzij het gaat om de Ondernemers- en Kaderopleiding Dakbedekkingsbranche (OKD). • Scholing van een ondernemingsraadslid komt niet voor vergoeding in aanmerking als de scholing verband houdt met de vervulling van de taak als OR-lid. Overschrijding aantal scholingsdagen Het bestuur kan bepalen dat aan een werkgever vergoedingen worden verstrekt over meer cursusdagen dan tweemaal het aantal werknemers in dienst bij het betreffende bedrijf en/of over meer cursusdagen dan vijf per werknemer per jaar. Een verzoek hiertoe dient te worden voorgelegd aan het bestuur. 11.1.4 Cursusaanbod Voor nadere informatie over het cursusaanbod kunt u contact opnemen met Tectum, Stichting voor Dakvakmanschap, telefoon 030 601 81 50.
Bedrijfstakeigen regelingen
11.1.5 Hoogte vergoeding cursusjaar juli 2014 - juli 2015 Als u uw werknemers een cursus laat volgen in het kader van artikel 8B hebt u recht op een vast bedrag per dag voor verlet- en cursuskosten: • 110 euro voor cursuskosten per dag • 125 euro voor verletkosten kosten per dag OKD opleidingen • Vergoeding van 750 euro per jaar, na diplomering.
Jaarboek 2015
Primaire en Voortgezette Opleidingen Dakdekker Bij het behalen van het diploma 2.000 euro. Dit bedrag wordt voor jeugdige werknemers per leeftijd gestaffeld.
CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven
80
Leeftijd
Staffel
16 jaar
40 procent
17 jaar
45 procent
18 jaar
50 procent
19 jaar
56 procent
20 jaar
74 procent
21 jaar
84 procent
11.1.6 Insturen Het opleidingsinstituut stuurt de presentielijst (cursussen 8B) naar de uitvoerings organisatie. Dit geldt ook voor de OKD-opleidingen en de Primaire en Voortgezette Opleidingen Dakdekker. Dat hoeft u dus niet te doen. Na controle maakt de uitvoeringsorganisatie het te vergoeden bedrag aan u over op het bij de uitvoerings organisatie bekende rekeningnummer. Informatie Hebt u vragen naar aanleiding van het overgemaakte bedrag, dan kunt u contact opnemen met het callcenter van de uitvoeringsorganisatie, telefoon: 020 583 40 14.
Bedrijfstakeigen regelingen
11.2 Scholing voor uta-werknemers Partijen bij de CAO BIKUDAK hebben aan werkgevers het recht toegekend om hun uta-werknemers scholing, gemiddeld zes dagen per drie jaar, te laten volgen met behoud van loon. Onder voorwaarden ontvangt de werkgever vanuit SF-BIKUDAK vergoedingen voor verlet- en cursuskosten. Eén van de voorwaarden is dat het gaat om branchespecifieke cursussen. De hoogte van de vergoedingen per dag zijn hetzelfde als bij scholing voor cao-personeel (zie subparagraaf 11.1.5). Voor cursussen van uta-personeel kan een werkgever voor maximaal twee dagen per medewerker per jaar een vergoeding voor cursus- en verletkosten ontvangen.
Jaarboek 2015
11.3 Declaratieregeling stervensbegeleiding en rouwverlof
CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven
81
11.3.1 Stervensbegeleiding Werknemers die werkzaam zijn onder de bepalingen van de CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven hebben gedurende tien dagen recht op doorbetaald verlof ten behoeve van de stervensbegeleiding van een persoon in de terminale fase als hieronder bedoeld: • a. de echtgeno(o)t(e) of de persoon waarmee de werknemer een gezamenlijke huishouding voert;* • b. kind of familielid (bloed- of aanverwant in de eerste of tweede graad) en de ouders van de persoon waarmee de werknemer een gezamenlijke huishouding voert; en • c. onder bepaalde voorwaarden een pleegkind. * Indien er sprake is van een gezamenlijke huishouding dient de werknemer dit bij zijn werkgever kenbaar te maken door middel van: • e en notarieel vastgelegde samenlevingsovereenkomst; of • partnerregistratie; of • beschikking van de belastinginspecteur. Er bestaat geen recht op verlof als de onder a, b of c bedoelde persoon binnen 12 maanden vanaf de eerste dag van stervensbegeleiding opnieuw begeleiding bij sterven behoeft. De regeling voor stervensbegeleiding en rouwverlof geldt voor alle werknemers, dus ook voor uta-werknemers.
Bedrijfstakeigen regelingen
11.3.2 Rouwverlof Werknemers die werkzaam zijn onder de bepalingen van bovenvermelde cao hebben gedurende tien dagen recht op betaald rouwverlof in verband met de verwerking van het verlies van een persoon genoemd onder a, b of c.
Jaarboek 2015
Let op! In de cao zijn in artikel 24 bepalingen opgenomen voor diverse vormen van bijzonder verlof. Mogelijk bestaat er overlap met de regeling voor stervens begeleiding en rouwverlof. Verlofaanspraken op grond van artikel 24 vervallen als voor dezelfde oorzaak verlof is toegekend voor stervensbegeleiding en rouw.
CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven
82
11.3.3 Duur van het verlof Voor beide verlofvormen geldt een maximum van tien dagen. Voor het door u doorbetaalde verlof bestaat een vergoedingsregeling die gefinancierd wordt door SF-BIKUDAK. Voor het doorbetaalde verlof kunt u een declaratie inzenden aan de uitvoeringsorganisatie. Het voor declaratie in aanmerking komende verlof ten behoeve van stervens begeleiding moet worden opgenomen gedurende een periode van maximaal tien aaneengesloten dagen gelegen vóór de datum van overlijden. Bij het rouwverlof geldt een maximum van tien aaneengesloten dagen direct ná het overlijden. Een combinatie van beide vormen is ook mogelijk (maximaal twintig dagen). Bij deeltijdarbeid bestaat recht naar rato van de arbeidsduur. 11.3.4 Samenloop Per gebeurtenis waarbij meerdere personen als bedoeld in paragraaf 11.2.1 onder a, b of c vrijwel gelijktijdig komen te overlijden, vergoedt Stichting SF-BIKUDAK aan de werkgever de verletkosten van niet meer dan tien dagen verlof ten behoeve van stervensbegeleiding alsmede tien dagen voor rouwverlof. 11.3.5 Achteraf declareren U kunt de verletkosten over het aantal dagen dat de werknemer niet heeft gewerkt in verband met de stervensbegeleiding en/of het rouwverlof achteraf declareren bij de uitvoeringsorganisatie. Het declaratieformulier vraagt u na aanvang van het verlof aan bij de uitvoeringsorganisatie. Dit kan zowel schriftelijk als telefonisch. U kunt het ook downloaden via www.administratienet.nl
Bedrijfstakeigen regelingen
11.3.6 Inzendtermijn en overige stukken U zendt het, door u en de werknemer, ondertekende en volledig ingevulde formulier binnen zes maanden na de laatste verlofdag naar de uitvoeringsorganisatie. Bij dit formulier stuurt u mee: • (kopie) overlijdensakte van de betreffende persoon. De kosten van de overlijdensakte komen voor rekening van de werknemer. Door onder tekening van het formulier geeft hij de uitvoeringsorganisatie toestemming de gegevens te laten controleren bij de gemeentelijke basisregistratie.
Jaarboek 2015
Inzenden declaratie:
83
APG Werkgeversregelingen Postbus 8700 1005 AS Amsterdam Voor meer informatie Met vragen over de afhandeling van de declaraties kunt u contact opnemen met het callcenter van de uitvoeringsorganisatie, telefoon: 020 583 40 14.
CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven
11.4 Wintersluiting 2014-2015 11.4.1 Declaratieregeling werknemers 55+ Werknemers van 55 jaar en ouder met een vierdaagse werkweek hoeven geen snipperdagen en roostervrije dagen aan te wenden voor de wintersluiting. Op grond van de CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven kunt u een declaratie indienen bij SF-BIKUDAK als de wintersluiting van 2014-2015 op u van toepassing is. De declaraties dienen uiterlijk 31 maart 2015 door de uitvoerings organisatie ontvangen te zijn. U dient hierbij te voldoen aan de volgende drie voorwaarden: • de werknemer waarvoor u een declaratie indient, is 55 jaar of ouder; • is minimaal vijf jaar bij u in dienst; en • heeft gekozen voor een vierdaagse werkweek. U ontvangt dan, als uw bedrijf daadwerkelijk gesloten is geweest, over maximaal zeven dagen per werknemer een vergoeding van 115 euro per dag.
Bedrijfstakeigen regelingen
11.4.2 Aanvragen en inzenden declaratieformulieren: APG Afdeling Werkgeversregelingen Postbus 8700 1005 AS Amsterdam
Jaarboek 2015
Informatie Hebt u vragen over de afhandeling van declaraties dan kunt u bellen met het callcenter van de uitvoeringsorganisatie, telefoon: 020 583 40 14.
CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven
84
Bedrijfstakeigen regelingen
12
Jaarboek 2015
Adressen
Adressen
85
85
12.1 APG 12.2 Werkgeversorganisaties 12.3 Werknemersorganisaties 12.4 Diverse instanties in de bouwnijverheid 12.5 Scholingsfondsen 12.6 Inspectie SZW 12.7 Verzekeringen bedrijfstakeigen regelingen 12.8 Verzekeringsmakelaars COV
86 87 93 94 99 100 100 101
Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de bouwnijverheid 2015
Contact met APG
12.1 APG Bezoekadres Basisweg 10 1043 AP Amsterdam
Jaarboek 2015
Correspondentieadres Postbus 637 1000 EE Amsterdam Telefoon algemeen 020 583 91 11
Adressen
86
Postadres BTER fondsen Afdeling Werkgeversregelingen Postbus 8700 1005 AS Amsterdam Telefax: 020 583 87 03 Internet E-mail www.administratienet.nl
[email protected] www.scholingsfonds.nl
[email protected] www.bpfbouw.nl www.tijdsparenbouw.nl
[email protected] www.bter-bouw.nl Voor informatie aangaande zaken met betrekking tot Sociale Verzekeringswetten, verwijzen wij u naar UWV WERKbedrijf UWV WERKbedrijf Hoofdkantoor Postbus 58285 1040 HD Amsterdam Telefoon: 0900 - 9295
12.2 Werkgeversorganisaties
Jaarboek 2015
Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra Nieuweweg 226 3905 LT VEENENDAAL Telefoon: 0318 544 900 Telefax: 0318 544 909 E-mail:
[email protected] www.aannemersfederatie.nl
Adressen
87
ABN, Algemene Nederlandse Bond van Natuursteenbedrijven Bezoekadres Ceintuurbaan 2 Gebouw 130 A 3847 LG Harderwijk Postadres: Postbus 170 3840 AD Harderwijk Telefoon: + 31(0) 341 740 100 Telefax: + 31(0) 341 431 434 E-mail:
[email protected] www.abnnatuursteen.nl AVM, Aannemers Vereniging Metselwerken Nieuweweg 226 3905 LT VEENENDAAL Telefoon: 0318 544 901 Telefax: 0318 544 909 E-mail:
[email protected] www.avmmetselwerken.nl
Jaarboek 2015
Bouwend Nederland Zilverstraat 69 Postbus 340 2700 AH Zoetermeer Telefoon: 079 325 22 52 Telefax: 079 325 22 90 E-mail:
[email protected] www.bouwendnederland.nl
Adressen
88
BOVATIN, Bond van Aannemers van Tegelwerken in Nederland Karel Doormanstraat 2 Postbus 85 7460 AB Rijssen Telefoon: 0548 53 85 05 Telefax: 0548 53 85 01 E-mail:
[email protected] www.bovatin.nl Het Hellende Dak (HHD) Nieuweweg 226 3905 LT VEENENDAAL Telefoon: 0318 544 903 Telefax 0318 544 909 E-mail:
[email protected] www.hhd.nl NABU, Vereniging van Nederlandse Aannemers met Belangen in het Buitenland adres: zie Bouwend Nederland Telefoon: + 31(0) 793 252 266 E-mail:
[email protected] www.nabu.nl NBvT, Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie Nieuwe ’s-Gravelandseweg 16 Postbus 24 1400 AA Bussum Technisch Secretariaat Telefoon: 035 678 23 85 Telefax: 035 694 49 10 E-mail:
[email protected] www.nbvt.nl
Jaarboek 2015
NOA, Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven Nieuweweg 226 3905 LT Veenendaal Postbus 310 3900 AH Veenendaal Telefoon: 0318 52 72 90 Telefax: 0318 52 23 57 E-mail:
[email protected] www.noa.nl
Adressen
89
NVAF, Nederlandse Vereniging Aannemers Funderingswerken Ceintuurbaan 2 Postbus 440 3840 AK Harderwijk Telefoon: 0341 45 61 91 Telefax: 0341 45 62 08 E-mail:
[email protected] www.funderingsbedrijf.nl NVB, Nederlandse Vereniging van Bouwondernemers Westeinde 28 Postbus 620 2270 AP Voorburg Telefoon: 070 386 02 04 Telefax: 070 387 63 26 E-mail:
[email protected] www.nvb-bouw.nl NVK, Nederlandse Vereniging van Kitverwerkende bedrijven Oosteinde 30 Postbus 41 1483 ZG De Rijp Telefoon: 0299 68 26 12 Telefax: 0299 68 26 19 E-mail:
[email protected] www.nvkit.org
NVL, Nederlandse Vereniging van Leidekkers Secretariaat Postbus 151 8440 AD Heerenveen Telefoon: 0513 62 40 58 Telefax: 0513 63 34 46 E-mail:
[email protected] www.leidekkersvereniging.nl
Jaarboek 2015
OBN, Ondernemersvereniging Bestratingsbedrijven Nederland Bezoekadres Bouw & Infra Park, Gebouw 20 Ceintuurbaan 2 3847 LG Harderwijk
Adressen
90
Correspondentieadres Postbus 401 3840 AK Harderwijk Telefoon: 088 044 40 00 Telefax: 088 044 40 99 www.obn.nl OnderhoudNL Coenecoop 5 Postbus 30 2740 AA Waddinxveen Telefoon: 0182 57 14 44 Telefax: 0182 57 20 83 E-mail:
[email protected] www.onderhoudnl.nl Vakfederatie van Rietdekkers Koperslager 8a Postbus 1003 3860 BA Nijkerk Telefoon: 033 246 44 50 Telefax: 033 245 39 66 E-mail:
[email protected] www.riet.nl
VBB, Vereniging van Betonboorbedrijven Secretariaat Postbus 12 2400 AA Alphen a/d Rijn Telefoon: 0172 24 07 27 Telefax: 0172 24 11 08 E-mail:
[email protected]
Jaarboek 2015
Vereniging van Waterbouwers Bezuidenhoutseweg 12 2594 AV Den Haag Telefoon:070 349 07 00 E-mail:
[email protected] www.waterbouwers.nl
Adressen
91
VEBIDAK, Vereniging Dakbedekkingsbranche Nederland Groningenhaven 4 Postbus 1248 3430 BE Nieuwegein Telefoon: 030 606 32 38 Telefax: 030 606 15 69 E-mail:
[email protected] www.vebidak.nl VERAS (Vereniging voor Aannemers in de Sloop) Bezoekadres: Rijksstraatweg 69 4191 SK Meteren Postbus 159 4190 CD Geldermalsen Telefoon: 0345 47 13 90 Telefax: 0345 47 13 81 E-mail:
[email protected] www.sloopaannemers.nl
Jaarboek 2015
VNV, Vereniging Nederlandse Voegbedrijven Nieuweweg 226 3905 LT VEENENDAAL Telefoon: 0318 544 907 Telefax: 0318 544 909 E-mail:
[email protected] www.vnv-voeg.nl
Adressen
92
VOBN, Vereniging van Ondernemingen van Betonmortelfabrikanten in Nederland Gietbouwcentrum Vendelier 65-II Postbus 383 3900 AJ Veenendaal Telefoon: 0318 55 74 74 Telefax: 0318 55 74 70 E-mail:
[email protected] www.gietbouwcentrum.nl VSB, Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingbedrijven Boerhaavelaan 40 Postbus 190 2700 AD Zoetermeer Telefoon: 088 400 84 58 Telefax: 088 400 84 01 E-mail:
[email protected] www.vsb-online.nl VWN, Vereniging Wapeningsstaal Nederland Deventerstraat 552 B 7325 XZ Apeldoorn Telefoon: 055 578 29 59 Telefax: 055 576 70 33 E-mail:
[email protected] www.wapned.nl
12.3 Werknemersorganisaties
Jaarboek 2015
FNV Bouw Houttuinlaan 3 Postbus 520 3440 AM Woerden Helpdesk: 0900 368 26 89 (lokaal tarief) Telefoon: 088 57 57 000 Telefax: 088 57 57 003 E-mail:
[email protected] www.fnvbouw.nl
Adressen
93
CNV Vakmensen Tiberdreef 4 3561 GG Utrecht Postbus 2525 3500 GM Utrecht Telefoon: 030 751 1001 E-mail:
[email protected] www.cnvvakmensen.nl Vakvereniging Het Zwarte Corps Graaf Rupertlaan 2 Postbus 2060 3430 CH Nieuwegein Telefoon: 030 600 60 70 Telefax: 030 606 70 44 E-mail:
[email protected] E-mail Servicedesk:
[email protected] www.hzc.nl
12.4 Diverse instanties in de bouwnijverheid
Jaarboek 2015
AABO, Stichting Administratie- en Adviesburo voor de Bouwnijverheid in Overijssel Karel Doormanstraat 2 Postbus 85 7460 AB Rijssen Telefoon: 0548 53 85 00 Telefax: 0548 53 85 01 E-mail:
[email protected] www.aabo-rijssen.nl
Adressen
94
ABOMA BV Maxwellstraat 49A Postbus 141 6716 BX Ede Telefoon: 0318 69 19 20 Telefax: 0318 69 19 21 E-mail:
[email protected] www.aboma.nl A & O Services Burg. Elsenlaan 321 Postbus 11 2280 AA Rijswijk Telefoon: 070 336 61 11 Telefax: 070 336 81 00 E-mail:
[email protected] www.ao.services.nl Arbouw, Kennisinstituut voor veilig en gezond bouwen Ceintuurbaan 2, Gebouw 80 Postbus 213 3840 AE Harderwijk Telefoon: 0341 46 62 00 Infolijn: 0341 46 62 22 Telefax: 0341 46 62 11 E-mail:
[email protected] www.arbouw.nl
Bedrijfschap Afbouw Bezoek- en postadres Mauritskade 27 2514 HD Den Haag Telefoon: 070 336 65 43 E-mail:
[email protected] www.bedrijfschapafbouw.nl
Jaarboek 2015
Belgische en Duitse Zaken Woont u in België of Duitsland en wilt u Nederlandse AOW aanvragen? Of wilt u voorlichting en informatie over sociale zekerheid bij wonen en werken In de grensstreek?
Adressen
95
Voor België: Sociale verzekeringsbank, Telefoon: 076 548 58 40 www.svb.nl/bbz Voor Duitsland: Sociale verzekeringsbank Telefoon: 024 343 18 11 www.svb.nl/bdz Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag Bezoekadres Henri Faasdreef 312 Postbus 24500 2492 JP Den Haag Telefoon: 070 33 73 800 E-mail:
[email protected] www.cbs.nl Centraal Bureau voor de Statistiek, Heerlen Bezoekadres CBS-weg 11 Postbus 4481 6401 CZ Heerlen Telefoon: 045 570 60 00
Jaarboek 2015
Centrum Natuursteen Fermiweg 103 Postbus 40295 3504 AB Utrecht Telefoon: 030 214 24 80 Telefax: 030 241 65 12 E-mail:
[email protected] www.centrumnatuursteen.nl
Adressen
96
Economisch Instituut voor de Bouw, EIB Koninginneweg 20 1075 CX Amsterdam Telefoon: 020 205 16 00 E-mail:
[email protected] www.eib.nl Kraan Bouwcomputing B.V. Rhijnspoor 227 2901 LB Capelle aan den IJssel Postbus 1990 3000 BZ Rotterdam Telefoon 010 286 66 66 Telefax 010 286 67 12 www.kraan.com Ministerie van Economische Zaken Bezuidenhoutseweg 73 Postbus 20401 2500 EK Den Haag Telefoon: 070 378 68 68 www.ez.nl Informatie voor bedrijven: www.antwoordvoorbedrijven.nl
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Anna van Hannoverstraat 4 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Telefoon: 070 333 44 44, Voorlichting 0800-8051 (gratis) Telefax: 070 333 40 30 www.szw.nl
Jaarboek 2015
O&O-fonds, Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouwnijverheid Adres en telefoon: zie Technisch Bureau Bouwnijverheid
Adressen
97
PRC Bouwcentrum B.V. Goudseweg 181 Postbus 1051 2410 CB Bodegraven Telefoon: 0172 61 93 44 Telefax: 0172 61 19 02 SCAB, Stichting Centraal Administratiekantoor voor Bouwbedrijven Dr. H. van Doorneweg 153 Postbus 4069 5004 JB Tilburg Telefoon: 013 583 66 66 Telefax: 013 583 67 77 www.scabadvies.nl Sociaal-Economische Raad, SER Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag Telefoon: 070 349 94 99 Telefax: 070 383 25 35 www.ser.nl
Stichting Fondsenbeheer Waterbouw (SFWaterbouw) Laan van Zuid Hoorn 165 Postbus 7016 2280 KA Rijswijk Telefoon: 070 317 17 17 Telefax: 070 317 17 01 E-mail:
[email protected] www.sfwaterbouw.nl
Jaarboek 2015
Stichting Sociaal Fonds voor de Mortel- en Morteltransportondernemingen p/a secretariaat VOBN
Adressen
98
STIFA, Stichting Fondsenadministratie Timmerindustrie Nieuwe ’s-Gravelandseweg 16 Postbus 24 1400 AA Bussum Telefoon: 035 694 70 38 Telefax: 035 694 37 94 E-mail:
[email protected] www.sswt.nl Stichting VUTIM Postbus 24 1400 AA Bussum Telefoon: 035 694 70 38 E-mail:
[email protected] Technisch Bureau Bouwnijverheid Bezoekadres Bouw & Infra Park, Gebouw 80 Ceintuurbaan 2 3847 LG Harderwijk Correspondentieadres Postbus 1128 3840 BC Harderwijk Telefoon: 0341 43 63 60 Telefax: 0341 43 63 88 E-mail:
[email protected] www.tbbouw.nl
Bureau Naleving & Werkingssfeer Bouw & Infra Park, Gebouw 80 Ceintuurbaan 2 Postbus 1128 3840 BC Harderwijk Telefoon: 0341 43 63 79
[email protected] www.bureau-naleving-werkingssfeer.nl
Jaarboek 2015
Weerverletbestrijding Adres: zie Technisch Bureau Bouwnijverheid Telefoon: 0341 43 63 80
[email protected] www.weerverlet.nl
Adressen
99
12.5 Scholingsfondsen Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid Secretariaat Basisweg 10 Postbus 8700 1005 AS Amsterdam Telefoon: 020 583 22 12 Telefax: 020 583 87 03 E-mail:
[email protected] www.scholingsfonds.nl Centrum Natuursteen Opleidingen en CAO-regelingen Postbus 40295 3504 AB Utrecht Telefoon: 030 214 24 80 Telefax: 030 241 65 12 E-mail:
[email protected] www.centrumnatuursteen.nl
Jaarboek 2015
Stichting Scholingsfonds voor het Schildersbedrijf Burg. Elsenlaan 321 Postbus 11 2280 AA Rijswijk Telefoon: 070 336 62 59 Telefax: 070 336 81 00
Adressen
100
Stichting Sociaal en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie Nieuwe ’s-Gravelandseweg 16 Postbus 24 1400 AA Bussum Telefoon: 035 694 70 74 Telefax: 035 694 37 94 E-mail:
[email protected] www.sswt.nl
12.6 Inspectie SZW Melden van ernstige arbeidsongevallen Postbus 820 3500 AV Utrecht Telefoon: 0800 - 5151 Telefoon: +31 70 - 333 66 00 (vanuit het buitenland) Telefax: 070 333 61 61 www.inspectieszw.nl
12.7 Verzekeringen bedrijfstakeigen regelingen Secretaris van de begeleidingscommissie Collectieve Ongevallenregeling p/a Technisch Bureau Bouwnijverheid Ceintuurbaan 2 3847 LG Harderwijk Correspondentieadres Postbus 1128 3840 BC Harderwijk Telefoon: 0341 436 360 Telefax: 0341 436 388 E-mail:
[email protected] www.tbbouw.nl
12.8 Verzekeringsmakelaars COV
Jaarboek 2015
Aon Nederland Admiraliteitskade 62 Postbus 518 3000 AM Rotterdam Telefoon: 010 448 89 11 Telefax: 010 425 87 00 www.aon.nl
Adressen
101
Meeùs Eendrachtlaan 315 Postbus 4082 3502 HB Utrecht Telefoon: 030 694 28 88 Telefax: 030 694 28 77 E-mail:
[email protected] www.meeus.com WUTHRICH bv Oudwijkerlaan 47 Postbus 14092 3508 SC Utrecht Telefoon: 030 254 91 91 Telefax: 030 254 91 00 E-mail:
[email protected] www.wuthrich.nl
Cordares
102 Jaarboek 2015