BEROEPSPRAKTIJKVORMING ALGEMENE INFORMATIE Media & ICT, Beeld & Geluid
ids g v p B 2016
| 5 1 0 2
www.a12.nl
ROC A12 2015 | 2016
bpv 2015 | 2016
2
Voorwoord Hartelijk dank voor uw medewerking aan de beroepspraktijkvorming van onze student(en)! Bij ROC A12 bereiden we onze studenten voor op een toekomstig beroep. De beroeps praktijk staat daarom in alle opleidingen centraal. Studenten volgen theorielessen, maar doen vooral veel ervaring op in de praktijk. Denk aan het uitvoeren van projecten (praktijkopdrachten voor bedrijven of zorginstellingen), excursies of gastlessen en workshops door ervaren mensen uit de praktijk. Eén van de belangrijkste onderdelen vormt de beroepspraktijkvorming (kortweg bpv). We werken bij ROC A12 met beroepsgericht onderwijs. In het beroepsgericht onderwijs wordt nadrukkelijker gekeken naar de competenties, een combinatie van kennis, inzicht, houding en vaardigheden, die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het beroep. Wat studenten kunnen staat centraal! Op deze manier wordt efficiënt en gericht geschoold. Natuurlijk vraagt dit om flexibel onderwijs en in sommige gevallen individueel maatwerk. De praktijk is binnen onze opleidingen van cruciaal belang. Dit geldt voor onze voltijdsopleidingen, de Beroeps Opleidende Leerweg (BOL), maar zeker ook voor onze opleidingen via de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL). Binnen een BBL-opleiding is een student minimaal twintig uur in dienst van het bedrijf of de instelling en volgt daarnaast lessen bij ROC A12. Onderwijs is mensenwerk dat vraagt om inzet van alle belanghebbenden en betrokkenen. Wij hopen dat alle huidige en toekomstige relaties samen met ons verder willen bouwen aan kwalitatief goed beroepsonderwijs dat inspeelt op veranderingen en flexibel is ingericht. Onderwijs dat aansluit bij de opleidingsvraag van onze student. Én onderwijs dat inspeelt op de behoeften van bedrijven en instellingen uit onze regio! Wij wensen alle studenten, hun praktijkopleiders en bpv-begeleiders een plezierige en succesvolle bpv-periode toe!
3
Namens de directie en (bpv-)medewerkers van ROC A12
bpv 2015 | 2016
Ad van Dijk, Ruud Peters, Dick Looyé
Inhoudsopgave
4
Voorwoord
3
Inleiding
5
1
2
4
3
bpv 2015 | 2016
ROC A12 en de Beroepspraktijkvorming 6 1.1 Doelstellingen bpv 6 1.2 De niveaus in het middelbaar beroepsonderwijs 7
De betrokkenen bij de bpv 2.1 ROC A12 2.1.1 De student 2.1.2 De bpv-begeleider 2.1.3 De bpv-coördinator 2.1.4 De administratief medewerker bpv 2.1.5 De locatiedirectie 2.2 Het leerbedrijf 2.3 De Kenniscentra voor Beroepsonderwijs
Organisatie van de bpv 3.1 Toewijzen van bpv-plaatsen 3.2 Structuur van de bpv-periodes 3.3 Werktijden 3.4 Vakanties en feestdagen 3.5 Aanvragen bijzonder verlof 3.6 Ziekmelding 3.7 De bpv-werkmap 3.8 Beoordeling
8 8 8 8 9 9 9 9 10
11 11 11 11 12 13 13 13 13
De opleidingen Media & ICT, Beeld & Geluid 14 4.1 Opleidingsprofielen Beeld & Geluid 14 4.1.1 De niveau 2 opleiding 14 4.1.2 De niveau 3 opleiding 15 4.1.3 De niveau 4 opleidingen 15 4.2 Media & ICT 16 4.2.1 De niveau 2 opleiding 16 4.2.2 De niveau 3 opleiding 17 4.2.3 De niveau 4 opleidingen 17 4.3 Opzet bpv-periodes 18 4.4 Koppeling Opleiding-Praktijk 21 4.4.1 Terugkomdagen 21 4.5 Beroepsgericht onderwijs 22 4.6 Beoordeling 22 4.6.1 Beoordeling door het bedrijf 22 4.6.2 Beoordeling door ROC A12 22
5
Rechten en plichten tijdens de bpv 23 5.1 Beroepspraktijkvormings overeenkomst (bpvo) 23 5.2 Vergoedingen 23 5.3 Fiscale voordelen voor werkgevers 24 5.4 Vaccinatiebeleid 24 5.5 Verklaring Omtrent Gedrag 24 5.6 Beroepsgeheim 25 5.7 Bezwaar en Beroep in de bpv 25 5.8 Verzekering tijdens de bpv 25 5.8.1 Verzekering Stages c.q. leerwerktrajecten 25 5.8.2 Ongevallenverzekering 26 5.8.3 Gebruik van motorrijtuigen tijdens stages 27 5.9 Bpv in het buitenland 28
Contactgegevens ROC A12
30
Inleiding Dit handboek is bestemd voor studenten en bedrijven die voorzien in een bpv-plaats aan onze student(en) Media & ICT, Beeld & Geluid. Het handboek probeert antwoord te geven op vragen die kunnen rijzen tijdens zowel de voorbereiding als de uitvoering van de bpv. Wij willen daarom vragen het handboek voor de start van de bpv-periode door te nemen. Media & ICT, Beeld & Geluid Alle opleidingen van ROC A12 zijn onderverdeeld in domeinen. Binnen het domein Media & ICT, Beeld & Geluid biedt Media & ICT onderdak aan de opleidingen: - Medewerker ICT - Medewerker Beheer ICT - ICT-beheerder - Netwerkbeheerder - Applicatieontwikkelaar - Gamedeveloper (alleen Ede) - Allround DTP’er - Mediavormgever: - Grafische vormgeving - Interactieve vormgeving - Mediatechnoloog Ede kent ook een afdeling Beeld & Geluid met de volgende opleidingen: - Assistent Fotograaf - Podium- & Evenemententechniek - Fotograaf - Junior Producer - Cameraman - Editor - Geluids,- Licht- & Beeldtechnicus
5
bpv 2015 | 2016
In dit handboek is een korte profielschets van de opleidingen opgenomen. Daarnaast informeert het handboek over de organisatie van de bpv. Mochten er toch vragen blijven over bepaalde zaken, dan vormen de bpv-medewerkers het eerste aanspreekpunt. Alle contactgegevens vindt u achter in het handboek.
ROC A12 2015 | 2016
1
ROC A12 en de beroepspraktijkvorming
Sinds enkele jaren wordt binnen het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) niet meer gesproken over stage, maar over beroepspraktijkvorming (bpv). Dit houdt meer in dan alleen een naamsverandering. De rol van de praktijk binnen de opleiding is ook veranderd. Tijdens de opleiding dienen bepaalde onderdelen in de praktijk plaats te vinden en in toenemende mate in de praktijk worden geëxamineerd. Alle studenten van ROC A12 die een opleiding volgen binnen het middelbaar beroepsonderwijs, volgen gedurende hun opleiding bpv bij bedrijven of instellingen, de zgn. leerbedrijven. De duur en vorm van dit praktijkonderdeel verschillen per opleiding. Ondanks de verschillen hebben ze gemeen dat ze bijdragen aan het opdoen van praktijkervaring en de ontwikkeling van onze studenten.
1.1 Doelstellingen bpv
6
Met bpv worden de volgende doelstellingen beoogd: - een koppeling aanbrengen tussen de, tijdens de opleiding behandelde, theorie en de beroepspraktijk; - het in de praktijk brengen van vaardigheden zoals een beginnend beroepsbeoefenaar zich die moet hebben eigen gemaakt (vorming van het beroep in de praktijk); - oriëntatie op beroepsmogelijkheden en functies binnen de branche; - het bevorderen van sociale en communicatieve vaardigheden; - het leren omgaan met waarden en normen die in het betreffende beroep een rol spelen.
bpv 2015 | 2016
Samenvattend: de beroepspraktijkvorming heeft tot doel de studenten zo goed mogelijk te laten oefenen (‘learning on the job’) om volwaardig een beroep te kunnen uitoefenen.
1.2 De niveaus in het middelbaar beroepsonderwijs In het mbo kunnen studenten op vier niveaus afstuderen. Per opleiding en niveau is precies omschreven wat de student moet kunnen en weten. Wanneer een niveau met succes is afgerond verkrijgt de student het diploma en kan hij/zij eventueel doorstromen. De Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) zorgt ervoor dat opleidingen beter op elkaar aansluiten. Overstappen van opleidingsrichting en/of niveau of doorstromen naar vervolgopleidingen is eenvoudiger. De arbeidsmarkt heeft immers grote behoefte aan geschoolde vakmensen die een geschikte opleiding hebben op het juiste niveau. Er wordt daarom gebruik gemaakt van de zogenaamde kwalificatiestructuur. Dit is een helder overzicht waarin omschreven staat wat de student moet kunnen en weten op het gekozen opleidingsniveau. Deze structuur kent vier niveaus: Van de competenties per opleiding moet een flink deel in de praktijk worden gerealiseerd. Nadere informatie over de diverse opleidingen is opgenomen in de opleidingsprofielen in hoofdstuk 4 van dit handboek. Niveau
Opleiding en kenmerken
1 Entreeopleiding/AKA Eenvoudige uitvoerende werkzaamheden onder leiding van een vakman 2 Basisberoepsopleiding Uitvoerende werkzaamheden 3 Vakopleiding Volledig zelfstandige uitvoering van werkzaamheden 4 Specialist/Middenkader Volledig zelfstandige uitvoering van werkzaamheden met brede inzetbaarheid, dan wel specialisatie
bpv 2015 | 2016
7
ROC A12 2015 | 2016
2
De betrokkenen bij de bpv
2.1
ROC A12
De volgende personen zijn namens ROC A12 betrokken bij de bpv: - de student - de bpv-begeleider - de bpv-coördinator - de administratief medewerker bpv - de locatiedirectie 2.1.1 De student De student krijgt tijdens de bpv de gelegenheid kennis en ervaring op te doen in de beroepspraktijk. Voorafgaand hieraan schrijft iedere student een sollicitatiebrief aan het bedrijf of de instelling die hem of haar is toegekend. Naar aanleiding van deze brief neemt de praktijkopleider contact op met de student. Van de student wordt verwacht dat deze zich aan de gedragsregels, voorschriften en aanwijzingen houdt, zoals die gelden voor het personeel van het leerbedrijf.
bpv 2015 | 2016
8
2.1.2 De bpv-begeleider De doelstelling van ROC A12 is om een optimale begeleiding te bieden, ook tijdens de bpv. De student wordt namens de school begeleid door de bpv-begeleider. Dit is een docent of instructeur die de student in veel gevallen ook kent uit de lessituatie. Deze zal gedurende de bpv de student op passende wijze begeleiden. Het streven is om het leerbedrijf en de student minimaal één keer per tien weken te bezoeken teneinde zich ervan op de hoogte te stellen of de bpv naar verwachting verloopt. Mogelijk komt de betreffende opleiding of bpv-begeleider met u een andere frequentie of werkwijze overeen.
2.1.3 De bpv-coördinator De bpv-coördinator is verantwoordelijk voor de organisatie en werving van de bpv binnen het domein Media & ICT, Beeld & Geluid. De belangrijkste aandachtsgebieden hierbij zijn: afstemming van het binnenschools- en buitenschools leren (theorie en praktijk), werving van bpv-plaatsen, koppeling van studenten en begeleiders aan leerbedrijven, verstrekken van een actuele bpv-werkmap, contactpersoon naar landelijke, regionale en sectorale ontwikkelingen. Tevens is de bpv-coördinator verantwoordelijk voor de kwaliteitsverbetering van de organisatie van de bpv. Hierbij vormt hij/zij het aanspreekpunt voor de leerbedrijven die medewerking verlenen aan de bpv en speelt hij/zij een belangrijke rol bij de acquisitie van en de informatievoorziening naar de leerbedrijven. Kort samengevat is de bpv-coördinator de schakel tussen opleiding en de praktijk. 2.1.4 De administratief medewerker bpv De administratief medewerker bpv is belast met alle administratieve werkzaamheden betreffende de bpv en de informatievoorziening naar alle betrokkenen. 2.1.5 De locatiedirectie De algehele verantwoordelijkheid voor de realisatie van de bpv is ondergebracht bij de locatiedirectie.
Het leerbedrijf
De student wordt in het leerbedrijf begeleid door of namens een praktijkopleider (in de praktijk kan dit bijv. een werkbegeleider of leermeester zijn). Deze stelt een programma samen, waarin o.a. zijn opgenomen: introductie, algemene oriëntatie op de werksituatie, leertaken en het overleg met de student. In overleg met de student stelt de praktijkopleider de student in de gelegenheid zoveel mogelijk leertaken te realiseren. Ook is de praktijk opleider aanspreekpunt voor vragen met betrekking tot het verslag, de werkmap of opdrachten. Aan het einde van de periode geeft de praktijkopleider zijn/haar bevindingen weer op een beoordelingsformulier dat door de school wordt verstrekt. Indien er zich tijdens de periode problemen voordoen, kan zowel de student als de praktijkopleider zich wenden tot de bpv-begeleider van ROC A12; de contactgegevens treft u aan op de bpv-overeenkomst. Voor gegevens van de bpv-coördinator of het bpv-bureau van de opleiding verwijzen we naar de laatste pagina van dit handboek.
9
bpv 2015 | 2016
2.2
ROC A12 2015 | 2016 2.3
De kenniscentra voor beroepsonderwijs
Goede bpv staat of valt met de beschikbaarheid van voldoende goede praktijk opleidingsplaatsen. Daarom is er ook een toenemende aandacht voor de kwaliteit van de leerbedrijven en, daar waar dat nodig is, het bevorderen van die kwaliteit. De kenniscentra voor beroepsonderwijs spelen hierbij een belangrijke rol. Zij dragen zorg voor de beschikbaarheid van voldoende praktijkopleidingsplaatsen en voeren taken uit op het gebied van kwaliteitsbewaking. Ook zorgen zij voor een regelmatige beoordeling van bedrijven en organisaties die de bpv (willen) verzorgen. Daarom bezoeken de consulenten van deze kenniscentra regelmatig de bedrijven die geaccrediteerd zijn en maken hiervan melding aan de school zodat studenten geplaatst worden bij geaccrediteerde leerbedrijven. Indien een leerbedrijf niet geaccrediteerd is of wordt, kan er geen student geplaatst worden. Voor de opleidingen Media & ICT, Beeld & Geluid is dat Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven www.s-bb.nl
bpv 2015 | 2016
10
3
Organisatie van de bpv
3.1
Toewijzen van bpv-plaatsen
In het verleden was het de gewoonte om in overleg met onze studenten leerbedrijven toe te wijzen uit het bestand van ROC A12. Tegenwoordig komen studenten vaak zelf met een voorstel voor een bpv-plaats van hun keuze. Dit is een door de overheid gewenste werkwijze, waarvan vooral studenten uit hogere leerjaren gebruikmaken. Daarbij bewaakt het bpv-bureau of genomen initiatief niet de afgesproken werkwijze tussen roc en leerbedrijf doorkruist. In andere gevallen sturen wij als ROC A12 op het toewijzen van bpv-plaatsen en gebruiken hiervoor de contacten die wij reeds met leerbedrijven hebben. Het is de verantwoordelijkheid van de bpv-coördinator, evt. in samenwerking met het bpv-bureau, om te toetsen of de voorgestelde bpv-plaats past bij de (fase van de) opleiding van de student. Het kan voorkomen dat (moeilijk te beïnvloeden) factoren ervoor zorgen dat wij uw bedrijf geen harde toezeggingen kunnen doen. Wij hopen op uw begrip hiervoor.
3.2
Structuur van de bpv-periodes
ROC A12 kent per domein of per opleiding een verschillende structuur van de bpvperiodes. Er zijn periodes van tien, twintig of veertig weken; fulltime of parttime. Tijdens de bpv vindt over het algemeen ook een terugkoppeling naar de theorie plaats, in de vorm van terugkomdagen, intervisie of reguliere schooldagen. Hoe dat precies voor de student Media & ICT, Beeld & Geluid binnen uw leerbedrijf geregeld is, treft u aan in hoofdstuk 4.4. Dit wordt tevens vermeld in de plaatsingsbrief. Uiteraard worden studenten hierover geïnformeerd tijdens de voorbereiding op de bpv. 11
Werktijden
Tijdens de bpv is het gebruikelijk dat studenten zich voegen naar de werkplanning van het leerbedrijf. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat BOL-studenten boventallig zijn en nooit alleen mogen werken of de eindverantwoordelijkheid mogen dragen. Voor studenten onder de 18 jaar gelden restricties ten aanzien van het werken buiten kantooruren. Conform de Arbeidstijdenwet gelden de volgende richtlijnen. De maximale arbeidstijd bedraagt: - 9 uur per dienst; - 45 uur per week; - per vier weken: gemiddeld veertig uur per week (160 uur). Omdat jongeren van 16 en 17 jaar nog leerplichtig/kwalificatieplichtig zijn, mag het werk hen niet verhinderen om naar school te gaan. De tijd die zij aan school besteden, telt daarom mee als arbeidstijd. De minimale dagelijkse rust is: - dagelijkse rust: twaalf uur, in elk geval tussen 23.00 en 6.00 uur; - wekelijkse rust: 36 uur per periode van zeven maal 24 uur.
bpv 2015 | 2016
3.3
ROC A12 2015 | 2016 3.4
Vakanties en feestdagen
De student blijft tijdens de bpv-periode ingeschreven bij ROC A12. Daarom heeft de student in principe recht op de schoolvakanties. Voor sommige opleidingen geldt echter dat studenten hun bpv juist gaan uitvoeren tijdens reguliere vakanties of vrije dagen. Dat is inherent aan de keuze voor de opleiding en het beroep. Het spreekt voor zich dat deze studenten in overleg met school en de praktijkopleider afspreken wanneer zij deze gewerkte tijd kunnen compenseren. De werktijden en vakanties zijn altijd in overleg met het stagebedrijf. Ook wordende afspraken gemeld aan de praktijkopleider. Alle studenten worden op grond van religieuze overtuiging in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan officiële religieuze feestdagen. Indien een student wil deelnemen aan een dergelijke feestdag dient hij/zij dit vooraf kenbaar te maken aan de praktijkopleider en bpv-begeleider. Het vereiste aantal bpv-uren wordt hierdoor niet verminderd. Daarom dient in overleg met de praktijkopleider bekeken te worden op welke wijze en tijden de uren gecompenseerd worden. Vakanties en vrije dagen
bpv 2015 | 2016
12
Regio Midden (Ede, Veenendaal, Barneveld, Wageningen) Herfstvakantie 19-10-2015 t/m Kerstvakantie 21-12-2015 t/m Voorjaarsvakantie 22-02-2016 t/m Goede Vrijdag 25-03-2016 Paasmaandag 28-03-2016 Koningsdag 27-04-2016 Meivakantie 02-05-2016 t/m Hemelvaart en 05-05-2016 dag na Hemelvaart 06-05-2016 Pinkstermaandag 16-05-2016 Zomervakantie 11-07-2016 t/m
23-10-2015 01-01-2016 26-02-2016
13-05-2016
26-08-2016
Regio Zuid (Velp, Huissen, Arnhem) Herfstvakantie 26-10-2015 Kerstvakantie 21-12-2015 Voorjaarsvakantie 08-02-2016 Donderdag 24 maart 24-03-2014 Goede Vrijdag 25-03-2016 Paasmaandag 28-03-2016 Koningsdag 27-04-2016 Meivakantie 25-04-2016 Hemelvaart en 05-05-2016 dag na Hemelvaart 06-05-2016 Pinkstermaandag 16-05-2016 Zomervakantie 25-07-2016
3.5
t/m t/m t/m
30-10-2015 01-01-2016 12-02-2016
t/m
06-05-2016
t/m
09-09-2016
Aanvragen bijzonder verlof
Een student kan bijzonder verlof aanvragen (bijvoorbeeld in geval van familie omstandigheden). Dit gebeurt in overleg met de praktijkopleider en de bpv-begeleider en wordt vastgelegd in het studentendossier.
3.6
Ziekmelding
In geval van ziekte moet zowel het leerbedrijf als de bpv-begeleider vanuit de school door de student hiervan in kennis worden gesteld (voor 09.00 uur). Zodra bekend is wanneer de werkzaamheden worden hervat, moet dit zowel aan de praktijkopleider als aan de bpv-begeleider worden gemeld. Omdat de bpv een essentieel onderdeel vormt van de opleiding en het aantal uren gerealiseerd moet worden dienen ziektedagen in principe ingehaald te worden. Daarvoor is op de presentielijst een aantal lege vakken opgenomen. Compensatie kan worden verkregen door extra dagen en/of langere dagen te maken. Wanneer zich deze situatie voordoet, is het verstandig dit te overleggen met zowel de praktijkopleider als de bpv-begeleider.
3.7
13
Bpv-werkmap
3.8
Beoordeling
Bij de beoordeling van de bpv spelen zowel het bedrijf als de school een rol. Hoe dit wordt vormgegeven is per opleiding verschillend. Daarom verwijzen we hiervoor naar de opleidingsgebonden zaken in hoofdstuk 4 en naar de bpv-werkmap van de student.
bpv 2015 | 2016
Elke student ontvangt voorafgaand aan de bpv een handboek. Deze bpv-handboek heeft als opzet de invulling van de periode zodanig te sturen dat de gestelde doelen kunnen worden gerealiseerd. Naast het feit dat de map een leidraadfunctie vervult voor student, praktijkopleider en bpv-begeleider, vormt deze ook een formeel toetsingsdocument op grond waarvan mede beoordeling van de bpv plaatsvindt. In de werkmap zijn diverse opdrachten, formulieren en informatie betreffende de bpv opgenomen.
ROC A12 2015 | 2016
4
De opleidingen Media & ICT, Beeld & Geluid
In het beroepsgericht onderwijs staat de beroepspraktijk centraal. Wat de student kan is belangrijk. Binnen de opleidingen wordt in het beroepsgericht onderwijs gewerkt met leertaken. De omschrijvingen van de activiteiten en de beoordelingen van deze activiteiten staan in het teken van de beroepspraktijk. De opgedane kennis en vaardigheden worden aan het einde van de opleiding getoetst door middel van een assessment (zogenaamde Proeve van Bekwaamheid ofwel examenopdracht). Een assessment is een praktische toets die overeenkomt met een praktijksituatie. Tijdens een assessment laat de student zien dat hij alle benodigde technische, praktische, administratieve en sociale vaardigheden voldoende beheerst om in een toekomstige werkomgeving goed te kunnen functioneren.
4.1 14
Opleidingsprofielen Beeld & Geluid
Op dit moment worden de volgende opleidingen aangeboden: N2 Assistent Fotograaf N3 Podium- & Evenemententechnicus N4 Fotografie, videotechniek en Junior Producer
bpv 2015 | 2016
4.1.1 De niveau 2 opleiding De niveau 2 opleiding duurt twee jaar en leidt de student op tot Assistent Fotograaf. De werkzaamheden tijdens de bpv-perioden dienen vooral gericht te zijn op: - op maken van eenvoudige beelden - het bewerken van beelden - winkelgerichte werkzaamheden
4.1.2 De niveau 3 opleiding De niveau 3 opleiding duurt drie jaar en leidt de student op tot Podium- & Evenemententechnicus. De werkzaamheden tijdens de bpv-perioden dienen vooral gericht te zijn op de technische activiteiten bij de podiumproducties en evenementen op het gebied van: - licht - geluid - toneel 4.1.3 De niveau 4 opleidingen De niveau 4 opleiding duurt vier jaar en leidt de student op tot een zelfstandige werkende beroepsbeoefenaar, AV-productie specialist fotografie, AV-productie specialist videotechniek of Junior Producer. De werkzaamheden tijdens de bpv-perioden dienen vooral gericht te zijn op een of meer specialistische gebieden: Voor de fotografieopleiding: - fotograferen en afwerken van architectuurfoto’s - fotograferen en afwerken van modefoto’s - fotograferen en afwerken reportages - fotograferen en afwerken van producten - fotograferen en afwerken van (dag)bladfoto’s - fotograferen en afwerken van portretten
15
bpv 2015 | 2016
Voor de video-opleiding: - camerawerk bij o.a. tv-programma’s, commercials, nieuws - montage van o.a. tv-programma’s, commercials, nieuws - werken in een tv-studio - opnemen van geluid bij o.a. tv-programma’s, commercials, nieuws - verzorgen van licht bij o.a. tv-programma’s, commercials, nieuws
ROC A12 2015 | 2016 4.2
Opleidingsprofielen Media & ICT
ICT & Media (Ede en Velp) - Medewerker ICT - Medewerker Beheer ICT - Netwerkbeheerder - Applicatieontwikkelaar - Gamedeveloper - Allround DTP’er - Mediavormgever: - Grafische vormgeving - Interactieve vormgeving - Mediatechnoloog
Niveau 2 3 4 4 4 3 4 4 4
De opleidingen op niveau 3 en 4 worden gecombineerd aangeboden. Dit houdt in dat studenten gedurende de opleiding bij ROC A12 alle onderdelen voor de genoemde kwalificatiedossiers (diploma’s), binnen de mogelijkheden van zijn/haar niveau, kan behalen. Om u een beeld te geven van wat een student in een bepaald niveau en leerjaar kan, wordt hier van iedere opleiding een profiel gegeven.
bpv 2015 | 2016
16
4.2.1 De niveau 2 opleiding De niveau 2 opleiding duurt twee jaar en leidt op tot Medewerker ICT. De bpv dient vooral gericht te zijn op het gebruiksklaar maken en onderhouden van werkplekken met computers. De werkzaamheden zijn gericht op de uitvoering van standaardprocedures en routinehandelingen. Hierbij gaat de aandacht uit naar de volgende kerntaken: - assembleren van hardware - installeren en onderhouden van hard- en software - bieden van eerstelijnsondersteuning
4.2.2 De niveau 3 opleiding De niveau 3 opleiding duurt drie jaar en leidt op tot Medewerker beheer ICT. Een opleiding op niveau 3 leidt de studenten op tot een volledig zelfstandige beroepsbeoefenaar. De werkzaamheden tijdens de BPV perioden dienen vooral gericht te zijn op de technische en administratieve activiteiten op het gebied van geautomatiseerde informatievoorziening. Naast bovengenoemde taken waar de studenten van niveau 2 tijdens hun bpv te maken krijgen, dienen studenten van niveau 3 ook ervaring op te doen met de volgende kerntaken: - installeren van hard- en software - beheren van hard- en software - ondersteunen systeemgebruikers 4.2.3 De niveau 4 opleidingen Op niveau 4 wordt de 4-jarige opleiding ICT aangeboden. Een opleiding op niveau 4 leidt de studenten op tot een volledig zelfstandige beroepsbeoefenaar met brede inzetbaarheid dan wel specialisatie. Daarnaast bieden de niveau 4-opleidingen een uitstekende basis om door te studeren in het hoger beroepsonderwijs. De werkzaamheden die tijdens de bpv-periodes van de verschillende ICT-opleidingen op niveau 4 aan de orde kunnen komen, zijn de werkzaamheden zoals genoemd bij niveau 2 en 3, waar voor niveau 4 dan nog onderstaande extra kerntaken worden toegevoegd: Applicatieontwikkelaar - Ontwerpen, realiseren, implementeren en onderhouden van applicaties. Netwerkbeheerder - Ontwikkelen, implementeren en beheren van (onderdelen van) informatiesystemen. ICT-beheerder - Ontwikkelen, implementeren en beheren van (onderdelen van) informatiesystemen. - Opzetten en inrichten van een servicedesk
17
Gamedeveloper - Ontwikkelen van games en aanverwante producten.
Mediatechnoloog - Combinatie van ICT en mediavormgeving.
bpv 2015 | 2016
Mediavormgever - Ontwerpen en realiseren van media-uitingen. - Ondernemerstaken uitvoeren. - Grafische vormgeving. - Interactieve vormgever.
ROC A12 2015 | 2016 4.3
Opzet bpv-periodes
Het domein Media & ICT, Beeld & Geluid kent de volgende structuur van de bpvperiodes. Er zijn periodes van tien of twintig weken fulltime stage. Media & ICT, locatie Ede Medewerker ICT Niveau 2 Leerjaar 1+2
OLP 1
OLP 2
OLP 3
OLP 4
Op aanvraag
Op aanvraag
Op aanvraag
Op aanvraag
De studenten van niveau 2 gaan flexibel op stage. In alle gevallen gaat dit in overleg met de slb’er. Medewerker Beheer ICT Niveau 3 OLP 1
OLP 2
OLP 3
OLP 4
OLP 2
OLP 3
OLP 4
Leerjaar 1 (bpv 0) Leerjaar 2 (bpv 1) Leerjaar 3 (bpv 2) Allround DTP’er Niveau 3 OLP 1 18
Leerjaar 1 (bpv 0) Leerjaar 2 (bpv 1) Leerjaar 3 (bpv 2) ½ stage = 5 weken stage EP = 5 weken eindproject ICT beheerder/ netwerkbeheerder/Applicatie Ontwikkelaar Niveau 4 OLP 1 Leerjaar 1 (bpv 0)
bpv 2015 | 2016
Leerjaar 2 (bpv 1) Leerjaar 3 (bpv 2) Leerjaar 4 (bpv 3)
OLP 2
OLP 3
OLP 4
Mediavormgever / Interactieve vormgeving Niveau 4 OLP 1
OLP 2
OLP 3
OLP 4
OLP 2
OLP 3
OLP 4
Leerjaar 1 (bpv 0) Leerjaar 2 (bpv 1) Leerjaar 3 (bpv 2) Leerjaar 4 (bpv 3) Gamedeveloper Niveau 4 OLP 1 Leerjaar 1 (bpv 0) Leerjaar 2 (bpv 1) Leerjaar 3 (bpv 2) Leerjaar 4 (bpv 3)
Media & ICT Binnen Media & ICT wordt voorafgaand aan de bpv een voorlichting gegeven door de bpv-coördinator. Bij de oriënterende bpv behoort een leertaak die de stagiair(e) moet uitvoeren bij een bedrijf. Bij de overige bpv-periodes wordt in overleg met het bedrijf een opdracht geformuleerd. De stagiair(e) rondt de bpv af aan de hand van een verslag of presentatie. Dit is in overleg met de praktijkopleider. Media & ICT, locatie Velp Deze indeling is onder voorbehoud 19
Medewerker ICT Niveau 2 OLP 1
OLP 2
Leerjaar 1
OLP 3
OLP 4
4 dgn, do niet
Leerjaar 2 ICT beheerder/ netwerkbeheerder/Applicatie Ontwikkelaar Niveau 4 OLP 1
OLP 2
OLP 3
OLP 4
Leerjaar 1 Leerjaar 3 Leerjaar 4
bpv 2015 | 2016
Leerjaar 2
ROC A12 2015 | 2016 Mediavormgever Niveau 4 OLP 1
OLP 2
OLP 3
OLP 4
OLP 4
Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 Leerjaar 4
Fotografie, Video & Evenemententechniek Assistent Fotograaf Niveau 2 OLP 1
OLP 2
OLP 3
2A en 2B
2B
2A
2A en 2B
Leerjaar 1 Leerjaar 2
4 dgn, do niet
Podium- en Evenemententechnicus Niveau 4 OLP 1
OLP 2
OLP 3
OLP 4
OLP 1
OLP 2
OLP 3
OLP 4
Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 20
Leerjaar 4
Fotograaf Niveau 4 Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3
bpv 2015 | 2016
Leerjaar 4
Audiovisueel Specialist / Video Niveau 4 OLP 1
OLP 2
OLP 3
OLP 4
Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 Leerjaar 4
Tijdens de bpv vindt over het algemeen ook een terugkoppeling naar de theorie plaats in de vorm van terugkomdag of reguliere schooldagen.
4.4
Koppeling opleiding-praktijk
Bpv bij de ICT-opleidingen houdt in dat de studenten van niveau 2 in het tweede leerjaar hun bpv volgen. Studenten van niveau 3 en 4 gaan zowel in leerjaar 2, 3 en in leerjaar 4 op bpv. Deze bpv bestaat uit circa tien of twintig weken fulltime op één of meerdere afdelingen. Het betreft een aaneengesloten periode die alleen onderbroken wordt door de reguliere schoolvakanties. Afhankelijk van het niveau, het leerjaar, de kwaliteit en de zelfstandigheid van de student, en de mogelijkheden gezien de aard van de bpv-plaats, kan de student ingeschakeld worden bij de voorkomende werkzaamheden. Het komt ook voor dat specifieke bedrijfsopdrachten worden geformuleerd. In het beroepsgericht onderwijs is het mogelijk om de bpv-periodes te flexibiliseren. De periodes liggen dus minder vast. Tijdens de bpv-periode, maar ook gedurende het hele schooljaar, is het van belang om contact te laten bestaan tussen de leerbedrijven, het roc en de student. Naast de reguliere begeleidingsgesprekken zijn hiervoor nog een aantal gelegenheden.
21
bpv 2015 | 2016
4.4.1 Terugkomdagen De Terugkomdag is een kortdurende bijeenkomst op school tijdens de bpv. Doel van deze bijeenkomst is onder andere het bespreken van ervaringen en het uitwisselen van gegevens tussen de student, het bedrijf of de instelling en ROC A12. De student is verplicht deze bijeenkomst bij te wonen. De bedrijven wordt gevraagd de student in de gelegenheid te stellen aan deze bijeenkomst deel te nemen.
ROC A12 2015 | 2016 4.5
Beroepsgericht onderwijs
Eerder in dit handboek hebt u kunnen lezen dat in het beroepsgericht onderwijs de praktijk en het beroep centraal staan. Wat de student kan is belangrijk. Binnen het beroepsgericht onderwijs wordt gewerkt met ‘kerntaken’. De omschrijvingen van de activiteiten binnen die kerntaken staan vermeld in de beoordelingslijsten in het bpvwerkmap, die de student aan het begin van de bpv ontvangt. Deze kerntaken worden aan het einde van de op leiding getoetst door middel van de Proeve van Bekwaamheid. Dit is een praktische toets die overeenkomt met een praktijksituatie. Tijdens een Proeve van Bekwaamheid laat de student zien dat hij/zij alle benodigde technische, praktische, administratieve en sociale vaardigheden voldoende beheerst om in de toekomstige werkomgeving goed te kunnen functioneren. Gedurende de opleiding gaat de student aan de slag met uiteenlopende activiteiten waardoor hij/zij goed voorbereid is op het maken van de Proeve van Bekwaamheid.
4.6
Beoordeling
4.6.1 Beoordeling door het bedrijf Het is de bedoeling dat de praktijkopleider de beroepshouding en de realisering van de competenties beoordeelt. In de bpv-werkmap staan de leertaken en beoordelingscriteria apart dan wel geïntegreerd beschreven. De uitwerking van de competenties zijn verschillend per opleiding.
bpv 2015 | 2016
22
4.6.2 Beoordeling door ROC A12 De formulieren uit de werkmap moeten door de student op een nader te bepalen datum in de eerste week na de bpv worden ingeleverd bij de bpv-begeleider. De bpv-begeleider beoordeelt de verzorging van de werkmap (integraal) en, indien van toepassing, het verslag dat de student heeft gemaakt tijdens de bpv. Indien in de werkmap wordt aangegeven dat een student een verslag moet maken, dan moet met name de eigen ervaring worden weergegeven: wat zijn de werkzaamheden geweest, wat is er geleerd, welke sterke kanten zijn ontdekt en waaraan moet in de toekomst nog gewerkt worden? Voordat het verslag bij de bpv-begeleider wordt ingeleverd, dient het te zijn doorgelezen en van een paraaf te zijn voorzien door de praktijkopleider. In overleg met de stagebegeleider kan gekozen worden voor een andere opdracht.
5
Rechten en plichten tijdens de bpv
Aan de bpv-periode van een student en daarmee aan de samenwerking tussen ROC A12 en de leerbedrijven zijn afspraken gekoppeld voor alle betrokkenen. In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de verschillende rechten en plichten met betrekking tot de bpv.
5.1
Beroepspraktijkvormingsovereenkomst (bpv)
De wet schrijft voor dat de school, het bedrijf en de student (en eventueel het landelijk orgaan) een overeenkomst afsluiten, waaruit onder andere moet blijken dat de student activiteiten verricht die passen in het leerplan. Aan het begin van de periode zal aan elk van de betrokkenen dan ook een, volgens richtlijnen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen geformuleerde, overeenkomst ter ondertekening worden voorgelegd. Als de student nog minderjarig is, dient een wettelijk vertegenwoordiger mede te ondertekenen. Naast het feit dat er in deze overeenkomst een aantal zaken geregeld wordt is deze van groot belang ten aanzien van de diplomaverkrijging van de student. Om in aanmerking te komen voor het diploma moet deze overeenkomst zijn opgenomen in het dossier van de student. Indien dit niet het geval is, kan niet tot uitreiking worden overgegaan. Daarom is het van groot belang dat de student er voor zorgt dat de overeenkomst zo spoedig mogelijk aan de bpv-begeleider vanuit school wordt overhandigd. Daarnaast dient de student een eigen exemplaar te bewaren. Het derde exemplaar is bestemd voor het bedrijf of de instelling waar de student zijn/haar bpv doorloopt.
Vergoedingen
Sommige leerbedrijven willen een student of ROC A12 vergoeden voor de bpv-periode. Om onduidelijkheid te voorkomen, hanteert ROC A12 de volgende uitgangspunten: - De bpv is een onderdeel van het leerproces. - ROC A12 verwacht daarvoor géén financiële vergoeding en brengt niets in rekening voor het aanleveren van stagiaires. - Wanneer een leerbedrijf een gift aan ROC A12 wil doen als dank voor het aanleveren van stagiaires is dit mogelijk en zal ROC A12 over de besteding van deze gift desgewenst verantwoording afleggen. - Een bedrijf of instelling mag een vergoeding betalen aan de stagiair(e) voor de geleverde diensten. In een aantal situaties is dit vastgelegd in de CAO van betreffende branche. Dit wordt dan buiten ROC A12 om geregeld. - Bestaande afspraken met bedrijfstakken blijven geëerbiedigd. - Reiskosten van studenten worden niet vergoed door ROC A12.
23
bpv 2015 | 2016
5.2
ROC A12 2015 | 2016 5.3
Fiscale voordelen voor werkgevers
Werkgevers die een mbo-stagiair(e) (niveau 1 en 2) aannemen kunnen in sommige gevallen rekenen op een fiscale tegemoetkoming per student per jaar. Voorwaarden hiervoor zijn dat het om een erkend leerbedrijf gaat, er een bpv-overeenkomst is opgemaakt en er minimaal twee maanden stage gelopen wordt. Biedt u een leerbaan aan in het kader van een BBL-opleiding, dan kan de korting hoger oplopen. Voor meer informatie over de WVA-regeling kunt u contact opnemen met de belastingdienst, kijken op www.belastingdienst.nl of de website van uw kenniscentrum raadplegen.
5.4
24
5.5 bpv 2015 | 2016
Vaccinatiebeleid
Het overheidsbeleid (ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) richt zich onder andere op ziektepreventie; de beperking van de kans op besmetting met bijvoorbeeld hepatitis B of TBC. De werkgever heeft een cruciale rol in de bescherming van werknemers tegen gezondheidsrisico’s. Zij dient maatregelen te nemen tegen besmetting en hun werknemers in de gelegenheid te stellen om zich tegen risico’s te beschermen door middel van vaccinatie. Dit geldt ook voor de studenten in opleiding die voor hun bpv in zorgorganisaties werkzaam zijn. Naast vaccinatie dient de werkgever andere maatregelen te nemen zoals bijvoorbeeld ‘hygiënisch werken’ als middel om besmetting te voorkomen. Werkgevers c.q. instellingen die gelegenheid bieden tot het volgen van bpv zijn verplicht om vaccinatie aan hun werknemers en studenten in opleiding aan te bieden. Studenten zijn echter niet verplicht om zich te laten vaccineren. Hierbij moet men wel bedenken dat zij dan zelf niet beschermd zijn en dat zij een eventuele besmetting kunnen overdragen op anderen in hun omgeving en aan hun cliënten/patiënten. Sommige organisaties stellen vaccinatie als (absolute) voorwaarde voor deelname aan de bpv en andere organisaties adviseren vaccinatie (dringend). Weigering kan dus tot gevolg hebben dat de bpv, in die betreffende organisatie, niet plaats kan vinden. Studenten die de Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) volgen betalen in principe de vaccinatiekosten zelf. Soms worden de kosten vergoed door de zorgverzekeraar of anderszins.
Verklaring Omtrent Gedrag
In sommige branches zijn alle werknemers verplicht om een Verklaring Omtrent Gedrag in te leveren. Bijvoorbeeld binnen het onderwijs, bij de kinderopvang, bij justitie, binnen sectoren in de ICT. Over het algemeen geldt dat stagiaires van de BOL-opleidingen dit niet hoeven in te leveren. Een aantal leerbedrijven vraagt stagiaires echter wel om deze verklaring, die zij voor aanvang van de bpv-periode moeten inleveren. De student kan overleggen met het leerbedrijf wie de kosten hiervan op zich neemt. (Aanvraagtijd minimaal drie weken.)
5.6
Beroepsgeheim
Voor de studenten geldt dat zij vertrouwelijk moeten omgaan met alle informatie waarvan zij kennis nemen tijdens de bpv en die betrekking hebben op personen of zaken behorende bij het leerbedrijf. In een aantal leerbedrijven geldt een daadwerkelijk beroepsgeheim. We gaan er vanuit dat de praktijkopleider dit voor aanvang van de bpv-periode met de student bespreekt.
5.7
Bezwaar en Beroep in de bpv
Indien een student het oneens is met een procedure of beoordeling met betrekking tot de bpv dan kan hij/zij contact opnemen met de bpv-begeleider. Mocht dit niet naar wens verlopen dan kan de student zich wenden tot de bpv-coördinator en/of de locatiedirectie om in beroep te gaan.
5.8
Verzekering tijdens de bpv
5.8.1 Verzekering Stages c.q. leerwerktrajecten Meeverzekerd is de aansprakelijkheid van de leerlingen voor schade aan het stageadres (alleen bij onrechtmatig handelen van de stagiair(e) of aan derden toegebracht tijdens stageactiviteiten vanaf het moment dat zij (voor het verrichten van de stageactiviteiten) op het stageadres zijn aangekomen tot het moment dat zij (na het beëindigen van de activiteiten) het stageadres verlaten. Verder is meeverzekerd de aansprakelijkheid van de onderwijsinstelling in verband met de activiteiten van de stagiaires en stagedocenten tijdens de uitoefening van de stageactiviteiten. Het bovengenoemde heeft betrekking op stages welke langer duren dan vijftien werkdagen. Voor de toepassing van deze bepaling dient vooraf een stageovereenkomst te zijn opgesteld en ondertekend. Indien in genoemde overeenkomst, conform lid 2 van artikel 7:661 BW wordt afgeweken van lid 1 van artikel 7:661 BW zal er slechts dekking bestaan als er aansprakelijkheid bestaat op grond van artikel 6:162 BW. Vorderingen van regresnemende verzekeraars van de stagebiedende organisatie vallen buiten de dekking. Dat wil zeggen dat indien de verzekeraar van de stagebiedende organisatie de schade heeft vergoed zij deze niet kunnen verhalen op deze verzekering.
25
bpv 2015 | 2016
Artikel 7:661 BW lid 1 Artikel 7:661 BW is verwant aan artikel 6:170 BW en bevat een uitzondering op de hoofdregel dat degene die de schade toebrengt daarvoor ook aansprakelijk is. Het artikel keert deze regel om door te bepalen dat de werknemer niet aansprakelijk is voor schade
ROC A12 2015 | 2016 aan de werkgever of aan derden, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. De werkgever dient de opzet of bewuste roekeloosheid te bewijzen. Artikel 7:661 BW lid 2 Artikel 7:661 BW lid 2 – Hierin is vastgelegd dat de regel neergelegd in lid 1 van dit artikel dwingend recht bevat en dat hiervan alleen mag worden afgeweken indien dit geschiedt middels een schriftelijke overeenkomst. Daarnaast wordt de eis gesteld dat de werknemer verzekerd is. Artikel 6:162 BW Artikel 6:162 BW bepaalt dat degene die een onrechtmatige daad pleegt waardoor een ander (een derde) schade lijdt, verplicht is deze schade te vergoeden. Er is sprake van een onrechtmatige daad indien er aan de volgende vier punten is voldaan: - De daad moet de dader toegerekend kunnen worden. Men kan een daad aan iemand toerekenen indien de daad te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak die conform de wet of de maatschappelijke opvattingen voor zijn rekening komt. - De daad moet onrechtmatig zijn, dat wil zeggen: inbreuk maken op het recht van een ander of ingaan tegen een wettelijke bepaling. - Er moet sprake zijn van schade. - Er moet sprake zijn van een causaal verband. Dat wil zeggen: de schade moet rechtstreeks voortvloeien uit de daad.
26
Artikel 6:170 BW Artikel 6:170 BW stelt de werkgever risicoaansprakelijk voor fouten van zijn ondergeschikten. Daar de wet spreekt over ondergeschiktheid hoeft men geen vast dienstverband te hebben. Ook een inleenkracht of een stagiair(e) zijn ondergeschikten waarvoor de werkgever (=stagebiedende organisatie) aansprakelijk is. Risicoaansprakelijkheid wil zeggen dat het risico van schade wordt toegerekend aan degene die volgens de wet de aansprakelijkheid draagt. Indien een deelnemer “uit eigen beweging” onrechtmatig handelt en schade toebrengt aan derden of aan de stagebiedende organisatie, is de schade meeverzekerd.
bpv 2015 | 2016
De verzekering heeft werelddekking met uitzondering van Canada en USA. Voor USA en Canada gelden andere voorwaarden. De voorwaarden zijn apart opvraagbaar bij de contactpersoon verzekeringen van de school. 5.8.2 Ongevallenverzekering De school heeft een ongevallenverzekering afgesloten die ook op de stagiair(e) gedurende diens feitelijke stagewerkzaamheden van toepassing is.
5.8.3 Gebruik van motorrijtuigen tijdens stages cq. leerwerktrajecten Meeverzekerd is de aansprakelijkheid van stagiaires voor schade veroorzaakt door, met of aan: - tractoren of zelfrijdend landbouwmaterieel (al dan niet met daaraan gekoppelde objecten of ander niet gekentekend werkmateriaal) mits de schade is toegebracht door de stagiair(e) en verband houdt met de stagewerkzaamheden; - motorrijtuigen in het bedrijf of op het terrein van de stagebiedende organisatie, welke toebehoren aan of om welke reden ook onder het beheer zijn van de stagebiedende organisatie, mits de schade is toebracht door de stagiair(e) en verband houdt met de stagewerkzaamheden tijdens het gebruiken en/of besturen van dat motorrijtuig in het bedrijf of op het terrein van de stagebiedende organisatie. Voor bovengenoemde twee punten geldt dat er geen dekking is indien de schade is ontstaan op de openbare weg. Ook voor stages waarbij gebruik wordt gemaakt van motorrijtuigen dient vooraf een stageovereenkomst te zijn opgesteld en ondertekend. Indien in genoemde overeenkomst, conform lid 2 van artikel 7:661 BW wordt afgeweken van lid 1 van artikel 7:661 BW zal er slechts dekking bestaan als er aansprakelijkheid bestaat op grond van artikel 6:162 BW. Vorderingen van regresnemende verzekeraars van de stagebiedende organisatie vallen buiten de dekking. Dat wil zeggen dat indien de verzekeraar van de stagebiedende organisatie de schade heeft vergoed zij deze niet kunnen verhalen op deze verzekering.
27
bpv 2015 | 2016
Ten aanzien van aansprakelijkheid voor schade door/met bovenbedoelde objecten geldt het volgende: De dekking is alleen van toepassing voor het meerdere boven het bedrag dat de verzekerde (=stagebiedende organisatie) krachtens de wet verplicht is om te verzekeren, of voor het meerdere boven het bedrag dat verzekerd is als de schade de omvang van de verplichte verzekering overschrijft. Verder is onder deze dekking (rekening houdend met het genoemde eigen risico), tot een maximum bedrag van € 25.000,- per aanspraak, eventueel verlies van no-claimkorting als gevolg van een door de stagiair(e) toegebrachte schade gedekt. De dekking van deze verzekering is geen verzekering in de zin van de WAM (Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen).
ROC A12 2015 | 2016 Ten aanzien van aansprakelijkheid voor schade aan bovenbedoelde objecten geldt het volgende: Deze dekking geldt tot een maximum bedrag van € 25.000,- per aanspraak. Hieronder is ook verzekerd eventueel verlies van no-claimkorting van de stagebiedende organisatie als gevolg van een door de stagiair(e) toegebrachte schade. Ook hiervoor geldt dat deze dekking alleen van kracht is als de schade niet op een andere verzekering verhaalbaar is. WAM (Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen) De WAM geeft een omschrijving van wat men onder een motorrijtuig dient te verstaan. Tevens bepaalt deze wet dat de bezitter van het motorrijtuig en degene aan wie het kenteken voor een motorrijtuig is opgegeven, verplicht is voor het motorrijtuig een aansprakelijkheidsverzekering (WA) te sluiten. Ten slotte willen wij benadrukken dat de polisvoorwaarden en teksten prevaleren boven deze uitleg en dat aan de uitleg van de wetsartikelen geen rechten kunnen worden ontleend.
5.9
bpv 2015 | 2016
28
Bpv in het buitenland
ROC A12 hecht waarde aan internationalisering en het bieden van bpv-mogelijkheden in het buitenland. In principe gelden voor een bpv in het buitenland dezelfde procedures, afspraken en regels als bij een binnenlandse bpv. Echter het vraagt wel om extra zorgvuldigheid in de voorbereiding omdat de begeleiding tijdens de bpv op afstand zal plaatsvinden of wordt vormgegeven door een enkel bezoek van de bpv-coördinator. Het aanvragen en organiseren van een bpv-periode loopt daarom via de bpv-coördinator van het eigen kernteam en via de medewerker Internationalisering. Leerbedrijven in het buitenland zullen ook moeten voldoen aan de criteria van erkenning door het kenniscentrum van betreffende branche in Nederland. Voor nadere informatie verwijzen we naar het speciale handboek bpv in het buitenland en naar de bpv-coördinator betreffend kernteam.
bpv 2015 | 2016
NOTITIES
29
ROC A12 2015 | 2016 Contactgegevens ROC A12 ROC directie Mevr. A.M.M. Wijgergangs
ROC A12 Ede
ROC A12 Velp
Bovenbuurtweg 7 6717 XA Ede Reehorsterweg 80 6717 LG Ede Postbus 78 6710 BB Ede T 0318 45 55 00
ICT Reigerstraat 25 6883 ER Velp GLD T 026 363 38 33 F 026 363 38 66
Locatiedirectie Ad van Dijk E:
[email protected]
30
Bpv-coördinator Beeld & Geluid Ede Ger Barbiers T 0318 45 55 00 E
[email protected]
bpv 2015 | 2016
Bpv-coördinator Media & ICT Ede Kees van den Berg T 0318 45 55 00 / 06 13 15 33 07 E
[email protected] Bij eventuele schade kunt u zich wenden tot: Bpv-coördinator
Locatiedirectie Ruud Peters E
[email protected] Bpv-coördinator Media & ICT Velp Eppo Roes T 026 363 38 33 E
[email protected] Bij eventuele schade kunt u zich wenden tot: Servicebureau, locatie Velp: 026 363 38 77
ROC A12 Veenendaal Het Perron Sportlaan 11-13 3905 AD Veenendaal T 0318 50 97 32 Locatiedirectie Dick Looyé Bij eventuele schade kunt u zich wenden tot: Servicepunt, locatie Ede: 0318 45 54 50
31
bpv 2015 | 2016
Voor verdere gegevens: Contactpersoon bpv: Anneke Kuit Werkkamer A3.02 E
[email protected] T 06-52646252
bpv 2015 | 2016