BPV-gids Secretarieel Financieel Informatie Dienstverlening ICT Juridisch Versnelde opleidingen
Beroepspraktijkvorming MBO College voor Management & Organisatie
Voorwoord
‘Kom maar op met die stagiaires!’ Het klinkt strijdlustig en zo is het ook bedoeld: Kom maar op, we zijn er klaar voor! Het is de mentaliteit van samenwerken in deze regio en daarom ligt hier de BPV gids voor iedereen die bij de stage betrokken is.
Overal in Twente - en soms ver daarbuiten - lopen studenten of medewerkers een stage in het kader van hun studie. Ook u hebt een stagiair aangenomen in uw organisatie en daarbij zoekt u informatie over de opleiding, over de praktijkopdrachten of gewoon de naam van de begeleidende docent. U bent er klaar voor, de stage kan beginnen en in deze brochure vindt u nuttige en noodzakelijke uitleg en achtergrondinformatie.
De stagecoördinatoren in de sector Economie trachten u en de stagiair op allerlei manieren te ondersteunen. Allereerst natuurlijk door u met elkaar in contact te brengen: de matching is misschien wel het allerbelangrijkste in dit proces. Maar daarnaast ook met informatie over de spelregels van de stage en de mogelijkheden die we hebben om stage een winwinsituatie te laten zijn voor u en de student of medewerker.
Onderzoek wijst uit dat goede begeleiding bij onze stagiaires in de top drie staat van belangrijke zaken tijdens de stage. Ze willen graag stagelopen in een organisatie waar ze veel kunnen leren. Een praktijkopleider die tijd voor hen vrijmaakt, kan hun stage dus tot een groot succes maken. (De school mag hen ook nog wel wat intensiever ondersteunen, vinden ze.) Overigens: we blijven enquêteren om uw mening en die van uw stagiair te horen om daarmee onze leertrajecten te innoveren.
Uit gesprekken met studenten blijkt dat ze graag een stagebegeleider willen met veel vakkennis, die zo veel mogelijk uitlegt over het werk en de stagiaires vooral niet roekeloos in het diepe gooit. Een goede begeleider laat zijn stagiaires niet zomaar wat aanrommelen, maar zegt duidelijk wat er wel en niet goed gaat en hoe de stagiair zijn zwakke punten kan verbeteren. Kortom, stagiaires anno 2010 vragen veel houvast. Veel jongeren mogen dan relatief zelfstandig overkomen, ze willen graag dat er oog voor hen is.
De huidige economie is uitdagend en veelbelovend voor stagiaires, leerbedrijven en het ROC. Als we in staat zijn goede stages te organiseren, betreden mensen de arbeidsmarkt met competenties die ertoe doen. We hopen dan ook een goede relatie met u te onderhouden en daadwerkelijk partners in opleiding te zijn.
J.M. Neutkens, Coördinator Beroepspraktijkvorming
2
Inhoudsopgave Voorwoord
Voorwoord coördinator Beroepspraktijkvorming
2
Inhoudsopgave
3
Wie zijn bij de Beroepspraktijkvorming betrokken?
4
De student
4
De opleidingsadviseur van Ecabo of Kenteq
4
De praktijkopleider
4
De praktijkdocent
4
De coördinator Beroepspraktijkvorming
4
Voor studenten en medewerkers in opleiding
5
Wat verwachten we van de praktijkopleider?
6
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
7
BeroepsPraktijkVorming en de financiën: BBL of BOL
8
Werktijden en verzekeringen
10
De organisatie van de Beroepspraktijkvorming
11
Voorbeeld van een praktijkovereenkomst met voorwaarden
13
Diploma-overzicht
16
Internationale stage (I-BPV)
17
3
Wie zijn bij de Beroepspraktijkvorming betrokken?
De student
De praktijkdocent
Om voor hem of haar een goede en praktijkgerichte opleiding mogelijk te maken, organiseren we de BPV.
De praktijkdocent begeleidt de student vanuit school en onderhoudt hiertoe voortdurend contact met het leerbedrijf, in het bijzonder met de praktijkopleider. Hij zal ook regelmatig het leerbedrijf bezoeken en is voor de praktijkopleider het aanspreekpunt bij vragen of problemen tijdens de beroepspraktijkvorming van de student. De praktijkdocent bezoekt het bedrijf en praat zowel met de student als met de praktijkopleider. Bovendien draagt hij mede zorg voor een vlotte en correcte afhandeling van praktijkovereenkomsten en beoordelingsformulieren (Informatie hierover verderop in deze BPV-gids).
De opleidingsadviseurs van Ecabo en Kenteq ECABO en Kenteq zijn Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven voor de sectoren Secretarieel, Bedrijfsadministratie, Juridisch, ICT en Informatidienstverlening. Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en het beroepsonderwijs. Hun taak is het zorgen voor een toereikend aantal leerbedrijven van voldoende kwaliteit. Ter ondersteuning van het ROC van Twente werft, erkent en registreert men leerbedrijven voor studenten. Aan de hand van algemene criteria wordt de geschiktheid en bereidheid van bedrijven om studenten op te leiden geïnventariseerd en omgezet in erkende leerplaatsen. De adviseur van Ecabo of Kenteq is niet alleen schakel tussen onderwijsinstellingen en bedrijfsleven, maar ondersteunt hen ook.
De coördinator BeroepsPraktijkVorming De coördinatoren op het BPV-bureau (namen en emailadressen verderop in deze BPV-gids) zijn verantwoordelijk voor de centrale aanmaak, registratie en archivering van de praktijkovereenkomsten, alsmede bijkomende correspondentie. Het BPV-bureau verwerkt de gegevens in een centraal registratiesysteem.
De praktijkopleider De praktijkopleider is iemand in het leerbedrijf die verantwoordelijk is gesteld voor begeleiding en opleiding van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. Tevens is de praktijkopleider medebeoordelaar bij de eindbeoordeling (informatie hierover verderop in deze gids).
4
Voor studenten en medewerkers in opleiding
Wat verwachten de school en het leerbedrijf van je tijdens de beroepspraktijkvorming?
alleen met gegronde reden afgebroken en altijd in overleg met de praktijkopleider en praktijkdocent. Er dient een gesprek plaats te vinden waarvan een verslag wordt gemaakt. Door het ROC wordt een kennisgeving van tussentijdse beëindiging opgemaakt en toegestuurd aan alle partijen.
Vóór elke geplande praktijkperiode is een voorbereidingstraject met informatie en/of instructie over de bpv. Je bent verplicht dit traject bij te wonen en je actief en zorgvuldig voor te bereiden op de beroepspraktijk. Je informeert het ROC door tijdig een volledig ingevulde ‘Vooraanmelding’ in te leveren. Bij ziekte dien je je altijd persoonlijk, telefonisch en het liefst dagelijks af te melden bij het leerbedrijf en het ROC van Twente. Een ziekteperiode kan leiden tot een verlenging van de praktijkperiode. Laat het ROC ook weten wanneer je de stage hervat.
Voor studenten in de Beroeps Opleidende Leerweg Tijdens de praktijkperiode heb je in principe tussen aanvangs- en einddatum geen schoolvakanties (m.u.v. de zomervakantie) Je bouwt vrije dagen op zoals medewerkers van het bedrijf. We vragen leerbedrijven om je 2,5 vrije dag per 4 volledig gewerkte weken te geven. Die vrije dagen neem je op na tijdig overleg met je praktijkopleider.
Voor eenieder geldt: tijdens de beroepspraktijkvorming verricht je naar beste kunnen het opgedragen werk. Zo krijg je een goede indruk van de dagelijkse werkzaamheden in relatie tot jouw functie in het leerbedrijf. Je houdt je aan de huisregels, gedragsregels en werktijden van het leerbedrijf zoals die (ook) gelden voor het personeel van het leerbedrijf. Dit geldt ook voor de door het leerbedrijf gewenste persoonlijke verzorging en je kleding. Je handelt volgens de met je gesloten onderwijsovereenkomst en de praktijkovereenkomst. Let ook op aanwijzingen over veilig en gezond werken. Als je vertrouwelijke informatie opdoet in het leerbedrijf, vermeld je dat niet in een verslag of het praktijkwerkboek. Deze informatie vertel je niet door aan anderen. Eigendomsrechten van bedrijven die vastgelegd zijn in overeenkomsten dienen door alle medewerkers en studenten gerespecteerd te worden. Een praktijkovereenkomst wordt
Het verplichte aantal uren bpv staat op je praktijkovereenkomst. Hou dus een urenstaat bij! Overleg tijdig of terugkomen voor lessen of examens vrije dagen kost. Een ziekteperiode kan tot verlenging van je praktijkperiode leiden en wordt vastgelegd in een addendum bij je praktijkovereenkomst.
Voor medewerkers in de Beroeps Begeleidende Leerweg Tijdens de gehele studieduur dienen de werkplek en de opleiding op elkaar aan te sluiten waardoor de dagelijkse werkzaamheden en de opleidingseisen te combineren zijn. In de overeenkomst tussen medewerker en bedrijf zijn zaken omtrent functioneren, werktijden, beloning, arbeidsomstandigheden en dergelijke geregeld.
5
Wat verwachten we van praktijkopleiders?
Het beroepenveld staat te springen om goed opgeleid en gekwalificeerd personeel. Kwaliteit van de medewerkers is de basis van een goede bedrijfsvoering. Goed personeel is een kwestie van werven, selecteren, belonen, maar vooral ook van voldoende scholing. Voor dat laatste aspect kan men terecht bij de beroepsopleidingen die wij in Twente verzorgen. • We verwachten dat een medewerker of student functioneel voor uw organisatie of bedrijf wordt ingezet. • U hebt tijd een medewerker of student te coachen en werkzaamheden aan te bieden die bij zijn of haar opleiding passen. • U onderhoudt contact met de praktijkdocent van het ROC over de vorderingen en prestaties: dat is waardevolle informatie. • Daarnaast hebt u aandacht voor de opleidingseisen en een integere omgang met de medewerker of student. U neemt alleen stagiaires aan van een opleiding waarvoor u erkend bent, of wilt worden. Erkenningen kunt u nakijken in de bedrijvenregisters op: www.ecabo.nl www.kenteq.nl
6
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
Goed beroepsonderwijs kan tegenwoordig niet meer zonder praktijk. In de opleidingen van het ROC van Twente die vallen onder de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB), wordt de student dan ook geconfronteerd met Beroepspraktijkvorming (BPV). Een activiteit vaak nog beter bekend onder de oude naam stage.
Beroepsbegeleidende leerweg (BBL)
Sinds de invoering van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs heeft het ROC van Twente het praktijkdeel van elke opleiding ondergebracht in de BeroepsPraktijkVorming om in een leerbedrijf aangeleerd en getoetst te worden. Het ROC van Twente zal omschrijven aan welke eisen de student moet voldoen om de praktijk met een voldoende af te sluiten. Dat wil zeggen dat wij van de praktijkopleider een belangrijke bijdrage vragen bij het aanleren van die onderdelen. Hiermee wordt gestreefd naar het meer praktijkgericht maken van de opleidingen.
Beroepsopleidende leerweg (BOL)
de student neemt deel aan een deeltijdopleiding, gaat één dag per week naar school voor het theoriegedeelte van de opleiding. Het praktijkgedeelte ontvangt de student als medewerker in het bedrijf waarmee hij een overeenkomst gesloten heeft. Dit kan een betaalde of onbetaalde werkplek zijn.
de student neemt deel aan een voltijdopleiding is en blijft student van de school en volgt de beroepspraktijkvorming tijdens één of meerdere dagen per week, soms een langere periode, in een leerbedrijf waarmee de school een praktijkovereenkomst gesloten heeft. Beroepspraktijkvorming onderscheidt zich van stage door: 1. Vernieuwde didactieken: meer zelfstandig studeren individueel en in groepen, meer e-learning. 2. Vernieuwde examinering: meer competenties worden in de beroepspraktijk aangeleerd en getoetst in een Proeve van Bekwaamheid. 3. Een constante afstemming op de veranderingen in het arbeidsveld en hierdoor regelmatige bijstelling van het opleidingsprogramma.
Het ROC van Twente zet de competenties centraal, dat wil zeggen álles wat nodig is om op de werkvloer uit de voeten te kunnen. Wat heeft iemand nodig als goed beroepsbeoefenaar? Vakkennis is essentieel, maar bijvoorbeeld ook effectief communiceren, samenwerken, goed omgaan met veranderingen en de juiste werkhouding. Stages worden nog belangrijker om die competenties te verwerven. Bij u op de werkvloer kan een student al zijn competenties gebruiken een aanscherpen.
De WEB schrijft voor dat Beroepspraktijkvorming uitsluitend plaats mag vinden in leerbedrijven die geaccrediteerd zijn. Geaccrediteerd zijn leerbedrijven die door ECABO, Kenteq of KC Handel positief beoordeeld zijn om het praktijkgedeelte van de opleiding te verzorgen. We spreken dan van erkende leerbedrijven.
Competenties zijn gecombineerde kennis-, vaardigheids- en beroepshoudingaspecten die op de praktijk zijn afgestemd.
7
BeroepsPraktijkVorming en de financiën: BBL of BOL
Aantrekkelijke belastingvermindering
een arbeidsovereenkomst verricht omdat het werk van een stagiair voornamelijk is gericht op het uitbreiden van eigen kennis en het opdoen van ervaring in het kader van een bepaalde opleiding en niet de economische betekenis van het verrichten van productieve arbeid. Vaak zal de stagiair een vorm van een stagevergoeding ontvangen. In het besluit van de Belastingdienst wordt aangegeven wanneer deze stagevergoeding wordt aangemerkt als loon. Als het wordt aangemerkt als loon dan moet het bedrijf waar de stagiair stage loopt (de stageverlener) loonbelasting en sociale premies voor de werknemersverzekeringen inhouden en afdragen aan de Belastingdienst. De Belastingdienst gaat uit van drie soorten arbeidsverhouding, te weten: • Civielrechtelijk of publiekrechtelijke dienstbetrekking Als een stagiair voor elk uur dat hij stage loopt loon ontvangt, dan zal de Belastingdienst het standpunt innemen dat er sprake is van een dienstbetrekking. Dit betekent dat de stageverlener loonbelasting en sociale premies voor de werknemersverzekeringen moet inhouden. • Fictieve dienstbetrekking Van een fictieve dienstbetrekking zal sprake zijn als de arbeidsverhouding tussen de stageverle8 ner en de stagiair niet aangemerkt kan worden als een dienstbetrekking maar dat de stagiair toch enige beloning ontvangt voor zijn stagewerkzaamheden. • Geen dienstbetrekking Indien de stagiair alleen een vergoeding ontvangt voor de werkelijke kosten (bijvoorbeeld een vaste
De overheid biedt belastingfaciliteiten voor leerbedrijven. Die moeten dan wel erkend zijn. Wanneer u iemand in dienst heeft, komt u in aanmerking voor de “Afdrachtvermindering Onderwijs”. Dit is een aantrekkelijke subsidiemaatregel van de overheid die de scholing van medewerkers en studenten bij bedrijven beloont. Als u een student van niveau 1 of 2 een stageplek van minimaal 2 maanden biedt, hoeft u ook minder belasting af te dragen. Verder zijn via de btw voordelen te behalen, zoals aftrek van de voorbelasting die op de stage betrekking heeft. Als u een medewerker toestemming geeft een opleiding via de beroepsbegeleidende leerweg te volgen bij het ROC van Twente, kunt u ook gebruiken maken van dezelfde afdrachtvermindering. Voor gedetailleerde informatie kunt u bellen met de Informatielijn Beroepsbegeleidende Leerweg (telefoon 079-323 46 84) of de Belastingtelefoon (08000443) of kijk op www.belastingdienst.nl. Voor belastingaftrek moet u altijd een praktijkovereenkomst hebben gesloten met het ROC van Twente. De Belastingdienst heeft in december 2006 een nieuw besluit genomen over de vergoeding die een stagiair in de Beroepsopleidende Leerweg ontvangt in het kader van een stage. De werkzaamheden van een stagiaire worden meestal niet in het kader van
8
reiskostenvergoeding) of onderricht dat nodig is om zijn werkzaamheden te verrichten dan zal de Belastingdienst het standpunt innemen er geen sprake is van een dienstbetrekking in de zin dat de stageverlener loonbelasting en sociale premies moet afdragen. De stageverlener hoeft ook geen loonbelasting en sociale premies in te houden en af te dragen als de stagevergoeding rechtstreeks wordt overgemaakt aan de school van de stagiair en vaststaat dat de vergoeding voor een ander doel wordt gebruikt.
van een fictieve dienstbetrekking en zult u een EDM moeten doen voor de betreffende stagiair. Ontvangt de stagiair niets of slechts een vergoeding van de kosten, dan is een EDM dus niet nodig omdat er geen fictieve dienstbetrekking ontstaat. Het ROC van Twente vraagt een financiële vergoeding voor de werkzaamheden die de student verricht. Het is een vrijwillige bijdrage voor het stagefonds waarvan de opbrengsten exclusief ten goede komen van de studenten. De gelden worden bijvoorbeeld besteed aan excursies in binnen- en buitenland. Het richtbedrag voor stagiaires van het MBO College voor Management & Organisatie is € 5,- per gewerkte dag. De afspraken hierover worden vastgelegd in de praktijkovereenkomst waarna het leerbedrijf een factuur ontvangt.
Regeling tegemoetkoming reiskosten in verband met beroepspraktijkvorming Binnen het MBO College voor Management & Organisatie kunnen studenten die, in het kader van hun beroepspraktijkvorming, de kosten voor het reizen van en naar het leerbedrijf als een probleem ervaren een beroep doen op financiële ondersteuning. Wanneer een student een beroep wil doen op deze regeling kan hij/zij een vooraf een schriftelijk verzoek richten aan de coördinator BPV. In het verzoek geeft de student een overzicht van de verwachte reiskosten. Als bijlage dienen een kopie van het identiteitsbewijs en de Praktijkovereenkomst toegevoegd te worden.
Wet Walvis Op de stagiaires is onder bepaalde omstandigheden de Wet Walvis van toepassing. Criterium is de uitbetaling van de stagevergoeding rechtstreeks aan de stagiair of storting in het stagefonds. Als u voor de eerste optie kiest, vindt u relevante naw-gegevens op de praktijkovereenkomst. Als u voor de tweede optie kiest, geldt de regelgeving van de Wet Walvis niet.
Verklaring omtrent Gedrag (VOG) Steeds vaker dient een stagiair een ‘Verklaring omtrent het Gedrag’ aan te leveren. Een stagiair vraagt die VOG aan door een ingevuld aanvraagformulier in te leveren bij de afdeling burgerzaken van de gemeente waar de stagiair staat ingeschreven. De stagiair ontvangt dit formulier van degene die om de verklaring vraagt, vaak is dit het leerbedrijf. Deze moet op het formulier aangeven wat het doel van de aanvraag is. Het formulier kunt u downloaden vanaf www. postbus51.nl
Daarbij gelden de volgende uitgangspunten: • Het betreft een beroepspraktijkvormingsplaats verder dan 12 kilometer van het woonadres van de student • De student heeft geen schuld bij het ROC van Twente. • De student ontvangt geen tegemoetkoming voor reiskosten (stagevergoeding) van het leerbedrijf • De student is niet in het bezit van een OV jaarkaart ten behoeve van studie en bpv • De student overlegt originele vervoersbewijzen, aantoonbaar geldig op de bpv dagen
Als de stagiair het formulier inlevert bij de gemeente, moet hij een geldig identiteitsbewijs meenemen. Voor het in behandeling nemen van uw aanvraag van een VOG moet de stagiair 30,05 euro betalen. Dit is een vergoeding voor de kosten die de gemeente maakt. Hij betaalt het bedrag bij inlevering van het aanvraagformulier. Het leerbedrijf kan deze kosten vergoeden, maar is dat niet verplicht.
De tegemoetkoming bedraagt ten hoogste 50 % van de gemaakte reiskosten en wordt geratificeerd door de directeur van het MBO College.
Stagiair soms ook melden vóór eerste werkdag Er blijkt onduidelijkheid te bestaan over het wel of niet een eerstedagsmelding (EDM) moeten doen voor een stagiair. Over het algemeen kunt u er vanuit gaan dat u voor een stagiair die geen vergoeding of slechts een kosten-vergoeding krijgt, géén EDM hoeft te doen. De feitelijke situatie is hierbij dus altijd doorslaggevend. Een nieuwe werknemer hoeft u alleen bij de Belastingdienst te melden vóór de eerste werkdag als er sprake is van een echte of fictieve dienstbetrekking. Een stagiair is in principe niet in echte dienstbetrekking maar kán in fictieve dienstbetrekking zijn. Zodra de stagiair een vergoeding ontvangt die hoger is dan een vergoeding van de werkelijke kosten, is sprake
9
Werktijden en verzekeringen
Werktijden beroepspraktijkvorming
Verzekering van de student
BOL studenten
Elke student is gedurende de BPV door de school verzekerd voor: Ongevallen Dit betekent voor de student dat er een dekking van een ongevallenrisico is gedurende de BPV (bijvoorbeeld bij blijvende invaliditeit). Bij ongevallen zo spoedig mogelijk contact opnemen met de school. Aansprakelijkheid De aansprakelijkheidsverzekering is geldig gedurende de BPV. In het algemeen dekt deze verzekering de aansprakelijkheid van studenten voor schade, die door hen is toegebracht bij het verrichten van werk op de praktijkplaats in het kader van de Beroepspraktijkvorming. Hierbij zijn schades aan en door motorvoertuigen en software uitgesloten. Het is studenten niet toegestaan motorvoertuigen van het bedrijf te besturen. Het is studenten niet toegestaan een vorkheftruck of stapelaar te bedienen als ze niet in het bezit zijn van de vereiste diploma’s. ROC van Twente gaat ervan uit dat de studenten de volgende verzekeringen hebben afgesloten: • Een ziektekostenverzekering (particulier of ziekenfonds); • Een Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren; • Een Aansprakelijkheidsverzekering voor motorvoertuigen (hiervan wordt alleen uitgegaan als de student een bromfiets, scooter en/of auto heeft).
De periode en specifieke dagen voor de beroepspraktijkvorming wordt vastgesteld door de school met een aanvangs- en einddatum vermeld op de praktijkovereenkomst. Het opnemen van vrije dagen, vakanties en ander verlof wordt in overleg met het leerbedrijf geregeld evenals het totale aantal uren bpv. Het maximum aantal werkuren per week is 38 of 40 klokuren, afhankelijk van de branche-CAO van het leerbedrijf. Een ziekteperiode kan leiden tot een verlenging van de praktijkperiode. Incidenteel kan de school het leerbedrijf verzoeken om medewerking te verlenen aan één of meer terugkomdagen. Werktijden beroepspraktijkvorming
BBL medewerkers Leerbedrijf en medewerker stellen gezamenlijk vast in een overeenkomst hoeveel uren per week gewerkt worden. Daarna wordt ten behoeve van de opleiding in de praktijkovereenkomst vastgelegd hoeveel het minimum aantal (al dan niet betaalde) uren per week is. Voor de WVA geldt een minimum van 20 uren per week. De theorielessen op het ROC worden gepland op 35 lesdagen per schooljaar, vastgesteld door de school. De schoolvakanties en andere vrije dagen worden door middel van een jaarrooster bekendgemaakt aan het leerbedrijf en de medewerker.
Volgens de huidige Sociale Verzekeringswetgeving is een deelnemer voor de praktijkplaats te vergelijken met een ‘normale’ werknemer. ROC van Twente gaat er dan ook van uit dat de praktijkplaatsen de risico’s van de aansprakelijkheid van studenten afdekken door middel van een geldende Aansprakelijkheidsverzekering Bedrijven. Tevens gaat ROC van Twente ervan uit dat de praktijkplaats de voorschriften in verband met arbeidswetgeving, ARBOwetgeving, arbeidstijdenwet, etc. naleven.en.
10
De organisatie van de Beroepspraktijkvorming
Verzekering van de student
Het praktijkwerkboek
Met elke student is aan het begin van de opleiding een onderwijsovereenkomst gesloten. Hierin zijn naast de formele gegevens ook de rechten en plichten van de school en de student vastgelegd. Een onderdeel van deze onderwijsovereenkomst is de praktijkovereenkomst, ook wel POK genoemd. Deze wordt opgemaakt als de student gaat starten met het praktijkgedeelte van de opleiding, de beroepspraktijkvorming. In de BOL-opleidingen kan de beroepspraktijkvorming verdeeld zijn over verschillende leerjaren. Als de student zover is dat hij/zij kan deelnemen aan het praktijkgedeelte van de opleiding, wordt bekeken in welk leerbedrijf de student de beroepspraktijkvorming kan volgen. Met dit leerbedrijf wordt dan een praktijkovereenkomst gesloten. In de BBL- opleiding is het uitgangspunt de werksituatie bij een werkgever. De praktijkovereenkomst wordt voor de gehele opleidingsduur afgesloten. De praktijkovereenkomst wordt getekend door de student (en eventueel ouders/verzorgers bij minderjarigheid), de praktijkopleider, de praktijkdocent en, indien er sprake is van een beroepsbegeleidende leerweg, ook door ECABO, Kenteq of KC Handel (Zie bijlage: voorbeeld praktijkovereenkomst). Bedrijven die medewerkers laten scholen of studenten van niveau 1 of 2 een bpv plaats aanbieden, kunnen onder voorwaarden een beroep doen op de Wet Vermindering Afdrachtbelastingen.
Elke student of medewerker krijgt voor het praktijkdeel, waarvoor hij in het leerbedrijf de beroepspraktijkvorming volgt, één of meer praktijkwerkboeken mee. Met behulp daarvan kan hij zich oriënteren in het leerbedrijf, informatie verzamelen over het leerbedrijf en zich voorbereiden op de praktijktoetsing. Het praktijkwerkboek is een hulpmiddel om kennis, vaardigheden en een beroepshouding die noodzakelijk zijn voor een competente beroepsbeoefenaar, te verwerven.
Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) Het grootste deel van de opleiding wordt in de praktijk aangeleerd, geoefend en getoetst. In elk praktijkwerkboek staat exact welk deel van de opleiding dat is. De medewerker dient zo zelfstandig mogelijk alle kennis en vaardigheden te verwerven, eventueel met behulp van de leergangen in het praktijkwerkboek. Als een praktijkopleider constateert dat het praktijkdeel beheerst wordt, wordt de praktijkdocent uitgenodigd voor een beoordelingsgesprek. Tijdens deze gesprekken kunnen praktijkopleider en/of -docent reflectievragen stellen aan de medewerker teneinde het vereiste beheersingsniveau te registreren. Gedurende de wekelijkse lesdag, of lesavond, wordt het restant van de opleiding aangeboden. De beoordeling daarvan geschiedt d.m.v. theorietoetsen.
11
Beroeps Opleidende Leerweg (BOL)
Indien het leerbedrijf de praktijkovereenkomst tussentijds beëindigt, waarbij de student wel verwijtbaar is, wordt de bpv met een onvoldoende beoordeeld. De praktijkdocent bepaalt of er een herkansing plaatsvindt. Bij een herkansing dient de student zelf voor een nieuwe bpv plaats bij een erkend leerbedrijf te zorgen.
Eenderde deel van de opleiding wordt in de praktijk aangeleerd, geoefend en getoetst. In het praktijkwerkboek staat exact welk deel van de opleiding dat is. De student dient zo zelfstandig mogelijk alle competenties te verwerven met behulp van de leergangen in het praktijkwerkboek. De uitwerkingen worden ingeleverd bij de praktijkopleider en de praktijkdocent. Aan het eind van de vastgestelde periode komt de praktijkdocent langs voor het beoordelingsgesprek. Tijdens dit gesprek kunnen praktijkopleider en/of -docent reflectievragen stellen aan de student teneinde het vereiste beheersingsniveau te registreren. Wanneer er meer dan één praktijkperiode is gepland in de opleiding, geeft het ROC er de voorkeur aan dat deze bij verschillende leerbedrijven worden doorgebracht.
Indien de student de praktijkovereenkomst tussentijds beëindigt, wordt de bpv met een onvoldoende beoordeeld, als de student verwijtbaar handelt. De praktijkdocent bepaalt of er een herkansing plaatsvindt. Bij een herkansing dient de student zelf voor een bpv plaats bij een erkend leerbedrijf te zorgen. Als de praktijkdocent vindt dat de student niet verwijtbaar handelt, wordt de bpv met een voldoende beoordeeld en elders voortgezet.
Elke BOL student krijgt een bpv plaats bij een erkend leerbedrijf aangeboden. Bij tussentijdse beëindiging wordt door het ROC van Twente, op verzoek van de praktijkdocent, een Kennisgeving tussentijds beëindiging en gespreksverslag opgemaakt waarin datum en reden van beëindiging staan. Alle partijen ontvangen een kopie daarvan. In de gehele opleiding heeft de student één keer recht op herkansing van de bpv indien studiehouding en -prestaties dit rechtvaardigen. We eisen van studenten een actieve houding in het verwerven van een bpv plaats.
Indien de praktijkdocent namens het ROC van Twente de bpv tussentijds beëindigt, waarbij de student niet verwijtbaar is, wordt de bpv met een voldoende beoordeeld en elders voortgezet. Indien de praktijkdocent bepaalt dat de student wel verwijtbaar is, wordt de bpv met een onvoldoende beoordeeld. De praktijkdocent bepaalt of de student een herkansing krijgt en de periode en omvang daarvan. Bij een geschil van mening tussen praktijkdocent en student over de tussentijdse beëindiging van een praktijkovereenkomst wordt de examencommissie om een oordeel gevraagd.
Indien een leerbedrijf de praktijkovereenkomst tussentijds beëindigt, waarbij de student niet verwijtbaar is, wordt de bpv met een voldoende beoordeelt en elders voortgezet. De praktijkdocent bepaalt de periode en omvang van die voortzetting.
Eindbeoordeling Het is niet toegestaan een praktijksituatie te organiseren waarbij de ouders (eerste graad), verzorgers of de familie (tweede graad) een rol hebben in de begeleiding of beoordeling.
12
Praktijkovereenkomst Ondergetekenden 1 De student Achternaam
Plaats:
Voorletters en roepnaam
Relatienummer*
Adres
* in te vullen door KBB
Postcode Plaats
Contract instelling
Telefoonnummer
Adres
Geslacht
m
v
Nationaliteit
Postcode
Geboorteplaats
Plaats
Studentnummer
Telefoon
Geboortedatum -
6 Betrokken Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven
hierna te noemen: de student
Naam
Brinnummer
2 De Stichting Regionaal Opleidingen Centrum van Twente 7 Bijzondere bepalingen
School voor
a. deze praktijkovereenkomst maakt deel uit van een samenstel van regelingen en overeenkomsten die de opleiding van de student betreffen, te weten: - de onderwijsovereenkomst - de onderwijs- en examenregeling van de opleiding b. de student is ingeschreven bij de instelling op grond van een onderwijsovereenkomst: c. onderricht in de praktijk maakt deel uit van iedere beroepsopleiding conform de Wet Educatie en Beroepsonderwijs d. de door de student in het kader van deze overeenkomst te verrichten activiteiten hebben een onderwijsleerfunctie
Locatieadres Plaats Telefoon Praktijkdocent Brinnummer
27YU
3 Opleiding Kwalificatie
8 Vergoedingen
Code beroepskwalificatie Leerweg BPV omvat Ingangsdatum praktijk
-
-
Einddatum praktijk
-
-
n.v.t. De student ontvangt van de praktijkgever gedurende de activiteiten in het kader van de beroepspraktijkvorming: 1. een vergoeding van bruto € 2. een reiskostenvergoeding van € 3. een pensionkostenvergoeding van € De school ontvangt van de praktijkbiedende organisatie een vergoeding van bruto €
Schooldagen*:
* indien noodzakelijk
De artikelen 10 tot en met 26, zijnde bepalingen met een algemene strekking, staan vermeld op pagina 12 en 33. Deze bepalingen kunnen op deze plaats als ingelast worden beschouwd, en maken integraal deel uit van deze overeenkomst.
4 De ouders / voogd(en) (wettelijkvertegenwoordiger)* Naam
9 Handtekeningen
Adres
Namens ROC van Twente: Naam Datum - 20
Postcode Woonplaats
Handtekening
* indien de student minderjarig is
* indien student minderjarig en ongehuwd tevens de wettelijk vertegenwoordiger
Namens student of ouder(s)/voogd(en)*: Naam Datum - 20
Handtekening
5 De praktijkbiedende organisatie
Namens de praktijkbiedende organisatie: Naam Datum - 20
Handtekening
Namens de werkgever*: Naam Datum - 20
Handtekening
Handtekening
Correspondentieadres
Namens bestuur Kenniscentrum Beroepsonderwijs*: Naam Datum - 20
Postcode
* alleen van toepassing voor de beroepsbegeleidende leerweg
Naam Afdeling Praktijkopl./Contactpersoon Werkadres
* alleen invullen als de praktijkbiedende organisatie niet de werkgever is
Postcode Plaats Telefoon
13
Bepalingen en voorwaarden bij de praktijkovereenkomst
periode van de beroepspraktijkvorming plaatsvinden. 15 Begeleiding a. De praktijkopleider zorgt voor voldoende opvang, introductie, plaatsing en begeleiding van de student. b. Een praktijkdocent van de onderwijsinstelling is belast met het begeleiden van het leerproces van de student. c. De praktijkdocent bezoekt volgens afspraak de praktijkplaats van de praktijkbiedende organisatie voor een gesprek met de student en de praktijkopleider over de voortgang van de beroepspraktijkvorming.
10 Onderwijsdoelen a. De werkzaamheden bij de praktijkbiedende organisatie dienen om onderwijsdoelen te realiseren, die gerelateerd zijn aan de voor de opleiding geldende landelijke eindtermen. b. Het praktijkplan/BPV-werkboek met bijlagen van de onderwijsinstelling is op deze overeenkomst van toepassing en vormt daarmee een geheel. Partijen verklaren bekend te zijn met de inhoud van die stukken en daarvan een exemplaar te hebben ontvangen. 11 Praktijkprogramma a. De praktijkbiedende organisatie en de onderwijsinstelling verklaren samen te werken, teneinde de beroepspraktijkvorming met betrekking tot de aan de onderwijsinstelling verbonden opleidingen uit te voeren. b. De praktijkbiedende organisatie en de onderwijsinstelling richten het praktijkdeel (BPV) voor de student zodanig in, dat de in het praktijkplan/ BPV-werkboek vermelde eindtermen worden behaald. c. De aanwijzingen die de student van de praktijkopleider krijgt in het kader van de beroepspraktijkvorming, worden door de student opgevolgd. d. Indien van toepassing, is de student verplicht delen van het opleidingsprogramma op school te volgen.
16 Zorgverplichting praktijkbiedende organisatie a. De praktijkbiedende organisatie is gehouden ten aanzien van de stagiaire(s) eenzelfde zorgverplichting in acht te nemen als geldt voor de overige werknemers binnen het bedrijf, een en ander overeenkomstig de geldende arbo wet- en regelgeving. b. De dagelijkse praktijktijd voor de student is gelijk aan de arbeidstijd die geldt voor de andere medewerkers van de afdeling waar hij/zij geplaatst is, behalve als hierover een andere afspraak is gemaakt. De arbeidstijd mag niet in strijd zijn met de arbeidswetgeving met betrekking tot jeugdigen. Voor vrijaf en verlof gelden de bepalingen in de arbeidsvoorwaarden van de praktijkbiedende organisatie. 17 Geheimhoudingsplicht De student is verplicht alles geheim te houden wat hem/haar onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner/harer kennis is gekomen of waarvan hij/zij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen.
12 Beoordeling praktijkprogramma e. De instelling heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling of de student de eindtermen behorend tot beroepspraktijkvorming heeft gerealiseerd. f. In de beoordeling betrekt de instelling het oordeel van de praktijkbiedende organisatie. g. De procedure van beoordeling en de wijze van examinering van de eindtermen beroepspraktijkvorming staan beschreven in de onderwijs- en examenregeling van de opleiding. De student en de praktijkbiedende organisatie hebben van deze procedure kennisgenomen.
18 Gedragsregels De student is verplicht de gedragsregels, voorschriften en aanwijzingen van de praktijkbiedende organisatie in acht te nemen en zich voor het overige te gedragen als van een goede stagiair(e) verwacht mag worden. 19 Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming a. Bij problemen of conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming richt de student zich allereerst tot de praktijkopleider. Deze tracht in gezamenlijk overleg tot een oplossing te komen b. Indien de student vindt dat het probleem of conflict niet naar zijn/haar tevredenheid is opgelost kan hij/zij zich – al dan niet in overleg met de praktijkopleider – wenden tot de praktijkdocent.
13 Examinering beroepspraktijkvorming De praktijkbiedende organisatie verplicht zich ertoe examinering van de beroepspraktijkvorming zo nodig op de praktijkplaats mogelijk te maken. 14 Deelname examens op school De student wordt door de praktijkbiedende organisatie in staat gesteld deel te nemen aan toetsen of examens van de instelling die tijdens de
20. Seksuele intimidatie, discriminatie,
14
agressie en geweld a. De praktijkbiedende organisatie treft maatregelen die gericht zijn op de bescherming van de lichamelijke en geestelijke integriteit van de student ter voorkoming of bestrijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld b. Indien een student in de praktijkbiedende organisatie wordt geconfronteerd met seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld: 1. heeft hij/zij het recht de werkzaamheden onmiddellijk te onderbreken zonder dat dit een reden is voor een slechte beoordeling 2. dient hij/zij het voorval direct te melden bij de praktijkdocent en/of de vertrouwenspersoon van de instelling.
na het sluiten van deze overeenkomst vaststellen dat de praktijkplaats niet of niet volledig beschikbaar is, de begeleiding tekort schiet, of ontbreekt, de praktijkbiedende organisatie niet langer beschikt over een gunstige beoordeling (als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB) of sprake is van andere omstandigheden die maken dat de beroepspraktijkvorming niet naar behoren plaatsvindt, bevorderen de instelling en het betrokken landelijk orgaan dat een toereikende, vervangende voorziening beschikbaar wordt gesteld. 25 Einde overeenkomst Deze overeenkomst eindigt: a. door het eindigen van de onderwijsovereenkomst tussen de student en de instelling (zie hiervoor de bepalingen in de onderwijsovereenkomst, artikel 12 Einde overeenkomst) b. door het verstrijken van de in deze overeenkomst vastgelegde termijn (incl. de uitlooptermijn) c. bij onderling goedvinden van de instelling, de student en de praktijkbiedende organisatie, nadat dit schriftelijk door partijen is bevestigd d. onverminderd het bepaalde in het bepaalde sub e., indien de student zich, ondanks nadrukkelijke waarschuwing, niet houdt aan het bepaalde in artikel 18, nadat dit schriftelijk is bevestigd door de praktijkbiedende organisatie en/of de instelling e. indien één der partijen op grond van zwaarwegende omstandigheden beëindiging van deze overeenkomst noodzakelijk acht en in redelijkheid niet verlangd kan worden deze overeenkomst te laten voortduren. De betreffende partij maakt dit schriftelijk kenbaar aan de andere partijen.
21 Aansprakelijkheid student De onderwijsinstelling vrijwaart de stagegever tegen eventuele aanspraken van derden op grond van artikel 6:170 BW wegens fouten van de stagiair tijdens de uitoefening van de stagewerkzaamheden voor de stagegever. De onderwijsinstelling is aansprakelijk voor schade toegebracht aan de stagegever door een onrechtmatige daad van de stagiair tijdens de uitoefening van de stagewerkzaamheden voor de stagegever. Deze vrijwaring en aansprakelijkheid geldt uitsluitend indien en voorzover de aansprakelijkheidsverzekering van de school daarvoor dekking biedt. 22 Verzekeringen De onderwijsinstelling sluit ten behoeve van de beroepspraktijkvorming een stageverzekering af tegen het financiële risico van de student van wettelijke aansprakelijkheid voor schade aan de praktijkbiedende organisatie of derden tijdens de uitoefening van stageactiviteiten. Daarnaast sluit de onderwijsinstelling ten behoeve van de student een ongevallenverzekering af tegen het financiële risico van letselschade door ongevallen tijdens werk- en reisuren. Voor zover de eigen verzekering van de student geen dekking biedt, zijn tevens de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk mee verzekerd.
26 Slotbepaling In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslissen de instelling en de praktijkbiedende organisatie na overleg met de student. Indien het gaat om zaken die de verantwoordelijkheid van het kenniscentrum raken, wordt het kenniscentrum daarbij betrokken. Tevens verklaren de student en de praktijkbiedende organisatie dat zij de documenten waarnaar in deze overeenkomst wordt verwezen en/of die als aanhangsel/bijlage aan deze overeenkomst zijn toegevoegd, hebben ontvangen en/of daarvan hebben kennisgenomen.
23 Nieuwe overeenkomst Indien de student niet binnen de in deze overeenkomst gestelde duur (incl. een eventuele verlenging) de beroepspraktijkvorming met goed gevolg heeft afgerond kunnen de instelling, de student èn de praktijkbiedende organisatie een gewijzigd praktijkvormingstraject overeenkomen. Daartoe wordt opnieuw een beroepspraktijkvormingsovereenkomst aangegaan. 24 Vervangende praktijkplaats Indien de instelling en het betrokken kenniscentrum
15
Overzicht diploma’s
Secretarieel
Niveau 2
Secretarieel medewerker
Niveau 3
Algemeen secretaresse
Niveau 4
Directiesecretaresse
Telefoniste / receptioniste
Juridisch secretaresse
Medisch secretaresse
Projectsecretaresse
Bedrijfsadministratie
Niveau 2
Bedrijfsadministratief medewerker
Niveau 3
Boekhoudkundig medewerker
Niveau 4
Assistent accountant
Bedrijfsadministrateur
Salarisadministrateur
ICT
Niveau 2
Service medewerker ICT
Niveau 3
Medewerker Beheer ICT
Niveau 4
ICT beheerder
Applicatie-ontwikkelaar
Netwerkbeheerder
Particulier digitaal onderzoeker
Juridisch
Niveau 4
Juridisch medewerker - Personeel & Arbeid
Niveau 4
Juridisch medewerker - Openbaar bestuur
Niveau 4
Juridisch medewerker - Sociale zekerheid
Niveau 4
Juridisch medewerker - Zakelijke dienstverlening
Informatie-dienstverlening
Niveau 4
Archiefmedewerker
Bibliotheekmedewerker
16
Informatieverzorger
Internationale stage (I-BPV)
Aanmelding
Jouw opleiding en jouw toekomst houden niet op bij de grenzen van ons land. Meer dan ooit hebben bedrijven behoefte aan vindingrijke stagiaires en werknemers. Mensen die geïnteresseerd zijn in internationale contacten en de commerciële mogelijkheden daarvan. Verbeter dus je talenkennis en maak kennis met de cultuur en gewoonten in het buitenland. Hoe leeft men daar? Hoe werkt men daar? Bereid je voor op je toekomst door te werken aan je internationale competenties.
Na een voorlichtingsbijeenkomst meld je je aan bij je BPV coördinator. Met toestemming van je ouders en je mentor maak je een keuze en oriënteer je je op een buitenlandstage.
Kosten/BPV vergoeding Per land en per bedrijf gelden andere regels dus is het maken van een financieel plan verstandig. Soms krijg je van het stagebedrijf een vergoeding. Soms betaalt het bedrijf je huisvesting of wordt een (gratis) maaltijd in de personeelskantine aangeboden. Meestal is de vergoeding van tevoren bekend, maar het kan ook wel eens van je prestaties afhangen. Ook komt het voor dat je geen vergoeding ontvangt van het stagebedrijf. In bepaalde gevallen wordt van jou een financiële bijdrage verwacht, bijvoorbeeld als je een forse stagevergoeding ontvangt. Als je via een stage-organisatie een buitenlandse stage regelt, moet je daarvoor betalen.
Stage-ervaring in het buitenland De bpv periodes die in je studie zijn gepland, kun je ook in het buitenland doorbrengen. Het ROC onderhoudt goede contacten met buitenlandse bedrijven, scholen en stage-organisaties. Die bieden een scala aan mogelijkheden. Afhankelijk van je opleiding duurt je buitenlandse stage minimaal drie weken en maximaal vijf maanden. Het bedrijf in het buitenland investeert vaak extra tijd en moeite in je begeleiding. Na de introductieperiode wil men ook graag productief werk van je zien.
17
EU bijdragen Voor stage in landen die lid zijn van de EU bestaat de mogelijkheid Europese subsidie te verwerven. Vanuit die subsidie kunnen dan de kosten voor reis, verblijf en verzekering grotendeels worden gedekt.
Uitwonende beurs en OV-jaarkaart Ben je 18 jaar of ouder en duurt de internationale stage drie maanden of langer, dan kun je bij de IBgroep een uitwonende beurs aanvragen, waardoor je iets ruimer in je financiële jasje komt te zitten. Bovendien is het mogelijk om voor de periode dat je in het buitenland zit de OV-jaarkaart “op te zeggen”. Hier staat een financiële vergoeding tegenover.
Huisvesting en verzekering In alle gevallen moet de huisvesting geregeld zijn
voordat je vertrekt. De huisvesting kan georganiseerd worden door het stagebedrijf, via een partnerschool of in opdracht van het ROC door een lokaal contactpersoon. Als je via een stage-organisatie een buitenlandse stage regelt, kun je ook je huisvesting ‘kopen’.
Begeleiding in het buitenlandse stagebedrijf Zoals bij iedere stage, krijg je een praktijkdocent toegewezen. Omdat je misschien in het verre buitenland verblijft, zal hij contact met je onderhouden via telefoon, email, en internet: skype en msn (met webcam!) zijn uitstekende communicatiemogelijkheden. Voor je praktijkopdrachten en andere informatie bezoek je de bpv-portal van het ROC. En tenslotte is het mogelijk dat je praktijkdocent zomaar voor je neus staat!
november 2009