HANDLEIDING BEROEPSPRAKTIJKVORMING
Sept 2012
0
INLEIDING
Het bedrijfsleven is onmisbaar om samen het Prinsentuin College de opleiding te verzorgen waar de deelnemer voor gekozen heeft. Tijdens de opleiding doen alle deelnemers ervaring op middels de beroepspraktijkvorming. Voor de diplomering is het noodzakelijk om één of meerdere Proeven van Bekwaamheid af te leggen. Deze vind(t)en plaats in een authentieke beroepssituatie en veelal ook in de omgeving waar ervaring is opgedaan. Praktijkopleiders (en collega’s) op het opleidingsbedrijf zijn in staat om de deelnemers te begeleiden en ervaring op te laten doen en te delen. Voor een BPV periode is er een praktijkovereenkomst opgesteld tussen de deelnemer (passend bij het niveau en het leerjaar), het opleidingsbedrijf en de school. In een aantal documenten is beschreven wat er geleerd moet worden en waar ervaring in moet worden opgedaan. Naast de voortgang op het opleidingsinstituut is het ook van belang dat dit op het BPV bedrijf geconstateerd wordt. Om te meten of er daadwerkelijk voortgang is in het ervarings- en leerproces op het BPV-bedrijf zijn diverse documenten ontwikkeld (kwalitatieve beoordeling). Daarnaast is er een kwantitatieve beoordeling waarin wordt vastgelegd of er voldoende BPV heeft plaatsgevonden in een bepaalde periode. Voor alle partijen (de deelnemers, het bedrijfsleven en de school) moet duidelijk zijn wie wat doet, wanneer en op welke manier. Dit betekent dat er veel informatie beschikbaar is die gelijktijdig jaarlijks aan verandering onderhevig kan zijn.
Het Prinsentuin College heeft er dan ook voor gekozen om de informatievoorziening op te delen. Compact op papier en een uitgebreide versie / toelichting digitaal. De uitgebreide digitale versie is terug te vinden op
www.prinsentuincollege.nl actueel actuele studenteninfo-breda informatie beroepspraktijkvorming
1
In dit document is informatie verzameld die van toepassing kan zijn bij de beroepspraktijkvorming en de afname van de Proeve van Bekwaamheid Wanneer de behoefte mocht bestaan voor toelichting op de informatie, kan altijd contact opgenomen worden met de BPV-begeleider of met de BPV-bureau van de vestiging. Prinsentuin College
Frankenthalerstraat 15
4816 KA Breda
T 076 - 572 39 39
F 076 - 572 39 90
E
[email protected]
De teams van het Prinsentuin College hopen dat iedereen die betrokken is bij de opleiding – onder andere met behulp van deze handleiding – telkens goed geïnformeerd de ‘beroepspraktijkvorming’ kan volgen en / of uitvoeren.
Directie en medewerkers Prinsentuin College
In de tekst van deze handleiding wordt voor personen ter wille van de leesbaarheid alleen de mannelijke vorm gebruikt. Bijgewerkt: juni 2012
2
INHOUDSOPGAVE Inleiding……………………………………………………………………………..
1
Afkortingen…………………………………………………………………………
5
Opleidingstrajecten in het beroepsonderwijs………………………………..
8
Verschillen en overeenkomsten van een BOL en BBL opleiding…………
9
Opleidingsmogelijkheden Prinsentuin College……………………………..
11
A.
B.
Algemene informatie over de beroepspraktijkvorming………….
12
1 2 3 4
Doelstelling van beroepspraktijkvorming………………………. Organisatie van beroepspraktijkvorming………………………. Samen opleiden………………………………………………….. Beoordeling beroepspraktijkvorming……………………………
12 13 13 14
Organisatie van de beroepspraktijkvorming………………………
15
1 2
15 16 16 17 18 20 20 20 20 20 21 21
3 4 5 6 7 8 9 10
C.
Het vinden van een geschikt BPV-bedrijf................................... Hoe kom je aan een BPV-bedrijf……………………………….. 2.1 voor BOL-deelnemers……………………………………….. 2.2 voor BBL-deelnemers ………………………………………. Voorbereiden gesprekken m.b.t. een BPV periode…………… Ondertekenen door het BPV-bedrijf. ………………………….. Maatregelen ter voorkoming van ziekteoverdracht…………... Rooster beroepspraktijkvorming………………………………… Ziekte- en verlofregeling…………………………………………. Praktijkleren………………………………………………………. Competentiegericht leren……………………………………….. Beroepspraktijkvorming in het buitenland……………………...
Relatie school/onderwijs en bedrijf………………………………….
22
1 2
Begeleiding, verantwoordelijkheid en procedures……………… Verzekeringen en aansprakelijkheid tijdens
22
de beroepspraktijkvorming………………………………..………
24
D
Studiefinanciering………………………………………………………..
25
E
Richtlijnen voor opdrachten en verslagen (voor de deelnemer)…………
26
3
F
It’s learning……………………………………………………………..
30
G
Proeve van Bekwaamheid……………………………………………
30
H
On Stage……………………………………………………………… ..
31
Bijlagen
I II III IV
Voorbeeld van een originele praktijkovereenkomst (POK) Voorbeeld van een kwalitatieve beoordeling BPV Voorbeeld van een kwantitatieve beoordeling BPV Richtlijnen voor de inrichting van de BPV map
4
AFKORTINGEN Met de komst van nieuwe onderwijsstructuren worden telkens nieuwe termen geïntroduceerd. Een aantal van deze termen worden ook in deze handleiding gebruikt. Hieronder staat een overzicht en een toelichting van de termen die vaak gebruikt worden.
Gebruikte term
Toelichting
MBO
Middelbaar beroepsonderwijs (zie verder uitleg na dit schema)
BOL
Beroeps Opleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema)
BBL
Beroepsbegeleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema)
deelnemer
Leerling of student
BPV protocol
Document met als doel een kwalitatief goede BPV te realiseren Het vormt de basis voor bindende afspraken tussen bedrijfstakgroepen en branches hierover met als doel het creëren van wederzijds vertrouwen tussen opleidingsbedrijven, onderwijsinstellingen, studenten en kenniscentra.
Beroeps Praktijk Vorming (afgekort BPV)
Stage of praktijkplaats /opleidingsplaats
BPV verlener
Stageverlener, praktijkverlener
BPV-begeleider
BPV-docent, praktijkdocent, stagedocent
BPV-deelnemer
Stagiair / werknemer die een opleiding volgt
Praktijkovereenkomst (POK)
Overeenkomst tussen opleidingsbedrijf en school (en Aequor voor BBL-opleidingen) m.b.t. de BPV-periode
PTC+ en IPC
Praktijkschool met opleidingsmogelijkheden extern
BPV-bedrijf
Opleidingsbedrijf / leerbedrijf
BPV-bureau
Administratie BPV op het opleidingsinstituut
Lintstage
Periode van bijv. ½ - 1 jaar waarbij de deelnemer gedurende 1 of 2 dagen per week ervaring opdoet op het opleidingsbedrijf
Blokstage
Periode van bijv. 3-6 weken waarbij de deelnemer gedurende een volle week ervaring opdoet op het opleidingsbedrijf
5
Aequor
Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (KBB) voor de groene sector. De kwalificatiestructuur en de beroepspraktijkvorming zijn aandachtsterreinen van Aequor. Aequor beheert o.a. de landelijke data bank met erkende opleidingsbedrijven
Examenstandaard
Examenproduct van De Groene Standaard op basis waarvan een PvB ingericht wordt. Een examenstandaard bestaat uit een kritische beroepssituatie, richtlijnen voor het examen en een bekwaamhedendocument.
PvB Proeve van Bekwaamheid
Een afsluitend examen (summatief) waarmee een deelnemer moet aantonen dat hij geschikt is voor een bepaald beroep. Een PvB wordt bij voorkeur in een authentieke beroepssituatie afgelegd. Het kader voor de inrichting van een bepaalde proeve van bekwaamheid wordt gevormd door een examenstandaard. Een PvB wordt afgesloten met een Criterium Gericht Interview met de deelnemer.
Kritische beroepssituatie
Onderdeel van een examenstandaard waarin een beroepssituatie beschreven is waarmee een beroepsbeoefenaar regelmatig te maken heeft, die kenmerkend is voor het beroep en waarbij van de beroepsbeoefenaar een aanpak en een oplossing wordt verwacht.
Authentieke context
Reële, oorspronkelijke beroepscontext waarin afzonderlijke competenties geïntegreerd ingezet moeten worden.
Assessor
De assessor (medewerker) heeft een beoordelende, construerende organisatorische rol. De assessor beoordeelt en evalueert de competenties die deelnemers tonen in (praktijk)situaties middels een Proeve van Bekwaamheid (PvB). De assessor houdt zich niet bezig met de begeleiding van degene die het assessment ondergaat.
Co- Assessor
De co-assessor (bedrijfsleven) beoordeelt en evalueert de competenties die deelnemers tonen in (praktijk)situaties middels een (deel)proeve of een PvB. Dit wordt ondersteund door de assessor. Het Criterium Gericht Interview (CGI) is onderdeel van de PvB. Het CGI is een beoordelingsmethode; het voorleggen van vragen aan deelnemers met een speciale opbouw om inzicht te krijgen in de aanwezige competenties.
Criteriumgericht interview
CGO
Competentiegericht onderwijs
Competentie
Handelingsvermogen van een persoon in complexe beroepssituaties
Portfolio
Map waarin de deelnemer zijn voortgang vastlegt.
6
Kerntaak
Een kerntaak is een substantieel deel van de beroepsuitoefening naar belang, omvang (tijdsbeslag of frequentie) of beide. Een kerntaak bestaat uit een geheel van inhoudelijk met elkaar samenhangende werkprocessen, kenmerkend voor de beroepsuitoefening. Een kwalificatiedossier heeft een beperkt aantal kerntaken. Alle kerntaken samen beschrijven de essentie van de beroepsuitoefening van de betreffende beroepengroep. Kerntaken, werkprocessen en competenties vormen samen het hart van de beroepsbeschrijving in een kwalificatiedossier. Elke kerntaak heeft een proces-competentie-matrix waarin is aangegeven welke competenties moeten worden aangewend bij het uitvoeren van een werkproces van de betreffende kerntaak. Bron:
Werkproces
EVCstandaarden.nl
Een werkproces is een afgebakend geheel van beroepshandelingen binnen een kerntaak. Het werkproces kent een begin en een eind, heeft een resultaat en wordt als kenmerkend herkend in de beroepspraktijk. Een werkproces bestaat dus nooit uit één handeling of gedraging. Meerdere werkprocessen kunnen gelijktijdig lopen. Bron:
EVCstandaarden.nl
Leerarrangement
Verzameling bij elkaar horende leeractiviteiten rondom een bepaald thema
Leeractivitet
Opdracht m.b.t het thema binnen een leerarrangement
Competenties
Competenties zijn ontwikkelbare vermogens van mensen waarmee ze in voorkomende situaties adequaat, gemotiveerd, proces- en resultaatgericht kunnen handelen. Competenties zijn samengesteld van karakter en relateren aan onderliggende vaardigheden, kennis en houding. Competenties krijgen pas betekenis in een context. Of iemand over de gevraagde competenties beschikt, wordt zichtbaar in gedrag dat, als één van de voorwaarden, leidt tot succes bij uitoefenen van het beroep. Bron:
EVCstandaarden.nl
7
OPLEIDINGSTJRAJECTEN IN HET BEROEPSONDERWIJS
Binnen het beroepsonderwijs kennen we de volgende opleidingstrajecten
VMBO
voortgezet middelbaar beroepsonderwijs
13 – 16 jarigen
MBO
middelbaar beroepsonderwijs
16 – 20 jarigen
HBO
hoger beroepsonderwijs
20 – 24 jarigen
Deelnemers die een opleiding volgen binnen het MBO (middelbaar beroepsonderwijs)
De MBO-opleidingen zijn als volgt ingedeeld: Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4
assistent medewerker medewerker vakbekwaam medewerker manager of specialist
Voor het MBO Deelnemers hebben als vooropleiding veelal een VMBO opleiding. Tijdens deze opleiding kunnen deelnemers al ervaring opgedaan hebben gedurende enkele korte stageperioden op een bedrijf. Op dat moment kunnen zij mogelijk al onderdelen van hun nu gekozen opleiding geleerd hebben.
Na het MBO Deelnemers die kiezen voor de niveau 4 opleiding hebben de mogelijkheid om na hun studie door te stromen naar een HBO opleiding. Dit kan zowel binnen het vakgebied, gerelateerd aan het vakgebied of buiten het vakgebied zijn.
8
Verschillen en overeenkomsten van een BOL en BBL opleiding Beide leerwegen leiden de student op voor hetzelfde diploma. De omvang van de beroepspraktijkvorming (stage) bepaalt voor een groot deel het verschil tussen beide leerwegen (minimaal 60% praktijk voor de BBL ---- minimaal 20% en maximaal 60 % praktijk voor de BOL). Daarnaast zal een deelnemer van de BBL standaard Nederlands, rekenen moeten volgen en Engels (afhankelijk van het kwalificatiedossier) De BOL deelnemers zal passend binnen het gekozen niveau ook andere AVO vakken volgen bijv. economie, natuurkunde, scheikunde, wiskunde, enz. In een standaard tabel is per opleiding aangegeven op welke niveau vakken gevolgd moeten worden
Beroepsopleidende Leerweg (BOL)
Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL)
De Beroepsopleidende Leerweg (BOL) is een dagopleiding, waarbij de deelnemer de hele week naar school gaat. Tijdens de opleiding wordt beroepspraktijkervaring opgedaan tijdens stageperioden bij een erkend leerbedrijf
De Beroeps –begeleidende Leerweg (BBL) is een opleiding die bestaat uit een combinatie van leren en werken. Tijdens deze opleiding gaat de deelnemer (minimaal) één dag in de week naar school. De rest van de week wordt er gewerkt bij een erkend leerbedrijf en leert het vak direct in de beroepspraktijk.
BPV overeenkomst / stage overeenkomst.
BPV overeenkomst / arbeidsovereenkomst
Er wordt een BPV-overeenkomst afgesloten tussen deelnemer, opleidingsbedrijf en school De deelnemer krijgt geen verplichte vergoeding voor deze uren. Mogelijk kan er binnen een opleidingsinstituut een afspraak beschreven zijn m.b.t. stagevergoeding (bijv. opleidingsbedrijf stort een x bedrag in het BPV fonds van de school dat weer ten goede komt aan de deelnemers
Er wordt een BPV-overeenkomst afgesloten tussen deelnemer, opleidingsbedrijf, school en kenniscentrum (Aequor) gerelateerd aan de duur van de arbeidsovereenkomst ) en passend binnen het opleidingstraject dat de deelnemer volgt.
(BPV = Beroeps Praktijk Vorming)
(BPV = Beroeps Praktijk Vorming)
BPV / Stageplaats
BPV / opleidingsplaats
De deelnemer gaat gedurende een aantal vastgestelde periodes stage lopen op een erkend opleidingsbedrijf passend bij het niveau van de gekozen opleiding
De deelnemer gaat minimaal 24 uur in de week aan het werk in de beroepspraktijk op een erkend opleidingsbedrijf passend bij het niveau van de gekozen opleiding
(BPV = Beroeps Praktijk Vorming)
(BPV = Beroeps Praktijk Vorming)
Begeleiding BOL
Begeleiding BBL
In het bedrijf wordt de deelnemer begeleid
In het bedrijf wordt de deelnemer begeleid
De deelnemer is in dienst van het bedrijf met een geldende arbeidsovereenkomst, krijgt een salaris en valt onder de LOCATIE van het bedrijf.
9
door een praktijkopleider en op school door een BPV begeleider
door een praktijkopleider en op school door een BPV begeleider
Voorkeuren BOL-ers
Voorkeuren BBL-ers
Deelnemers die voor de BOL kiezen, hebben over het algemeen een voorkeur voor theoretisch leren. Ze gaan liever nog een tijdje naar school en daarna aan het werk.
Deelnemers die voor de BBL kiezen, hebben een voorkeur voor praktisch leren en direct op de werkplek beginnen.
10
Opleidingsmogelijkheden Prinsentuin College Als praktijkopleider kunt u in de loop der tijd gevraagd worden deelnemers van de Beroepsopleidende Leerweg (BOL) of in de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL) van onze school te begeleiden. BBL-deelnemers werken voor minimaal 24 uur bij een bedrijf conform de geldende CAO en komen meestal 1 dag in de week naar school. BOL staat voor volledig dagonderwijs, waarbij de deelnemer drie of vier dagen lessen volgt op school en één dag (soms twee dagen) en/of een periode van enkele weken stage (BPV) loopt. Hieronder een overzicht van de opleidingsmogelijkheden op het Prinsentuin College. Op de site is een uitgebreide informatie m.b.t. de niveaus, trajecten enz. te vinden. Bloem & Design Groene detailhandel ( tuincentrum) Natuur, milieu en ruimte Tuin, park en landschap
Dierverzorging & Paraveterinair Groen, Grond en Infra (voorheen Loonwerk) op de locatie Andel Paardenhouderij / -sport Plantenteelt op de locaties Breda, Halsteren en Andel Veehouderij
11
A.
1.
ALGEMENE INFORMATIE OVER DE BEROEPSPRAKTIJKVORMING Doelstelling van beroepspraktijkvorming
Op school leert de deelnemer vooral theoretische en een aantal praktische zaken, terwijl de meeste praktische vaardigheden worden bijgebracht op een BPV-bedrijf. De periodes van beroepspraktijkvorming zijn dus zeer belangrijk voor een goed verloop van de studie. Afhankelijk van het gekozen opleidingsniveau zijn er een aantal BPV-perioden gepland die elk hun specifieke doelstellingen hebben. Tijdens deze BPV-perioden kan er geoefend worden om de complexe beroepspraktijk goed onder de knie te krijgen. Het vormt tevens een goede voorbereiding voor de Proeve(n) van Bekwaamheid die de deelnemer tijdens de opleiding gaat doen Beroepspraktijkvorming betekent zowel deelnemen aan het arbeidsproces als tijd krijgen om technische, economische en sociale vaardigheden aan te leren. Dit betekent veel kennis vergaren, ervaringen opdoen en er zal veel aandacht worden besteed aan houdingsaspecten. Samenvattend: aan het eind van de opleiding is de deelnemer “competent”.
Doelstelling van de beroepspraktijkvorming …..?
12
2.
Organisatie van beroepspraktijkvorming
De beroepspraktijkvorming wordt onderscheiden in: BOL (dagopleiding) BPV-dag (‘dagstage’): (‘lintstage’) BPV-blok (‘blokstage’):
periode van een dag, twee afzonderlijke dagen of twee aaneengesloten dagen per week. Ook dagdelen kunnen hiertoe worden gerekend. periode van meer dan twee aaneengesloten weken.
BBL (leerlingstelsel) Minimaal 24 uur werkzaam op het BPV-bedrijf (met een arbeidsovereenkomst) voor de sector. Volgens het arbeidscontract heeft de deelnemer de status van werknemer en men heeft dus ook de rechten en plichten van een werknemer.
3.
Samen opleiden
Begeleiden van deelnemers door de praktijkopleiders uit het bedrijfsleven vraagt veel aandacht. De aanpak hoe dit gedaan wordt valt in twee delen uiteen: 1) Geef de deelnemer de kans om ervaring op te doen en deel met hen uw kennis en ervaring. 2) Middels aan de praktijk gerelateerde geschreven ervaringsopdrachten kan de deelnemer de beroepshandelingen leren, passend bij het niveau. -
Plan structureel momenten om mee te kijken, bijv. 1 x per week tijdens blokstages of op iedere wekelijkse stagedag.
-
Kijk mee met de deelnemer en geef tips waar nodig. Vraag waarom voor een bepaalde handeling of werkwijze wordt gekozen. Hanteer eventueel een les- / praktijkrooster voor de uitvoering van de opdrachten.
-
Laat zoveel mogelijk meelopen in de dagelijkse routine, alleen zo maakt een deelnemer zich de werkzaamheden eigen, waardoor beide partijen met plezier (samen)werken en leren.
-
Heb er begrip voor dat alles geleerd moet worden. Snel en goed werkzaamheden uitvoeren lukt pas als er genoeg mogelijkheid is geweest om te oefenen.
-
Wees niet bang om de deelnemer een nieuwe handeling uit te laten voeren. Kijk en / of luister op de achtergrond mee en grijp in waar nodig.
-
Door zelf de deelnemer zoveel mogelijk te vertellen, kan deze de opgedane kennis zelf ook weer toepassen in de praktijk.
-
Met respect omgaan met materialen is een vanzelfsprekendheid.
-
Let bij alle werkzaamheden op de juiste werk- en lichaamshouding en attendeer de deelnemer hierop. Informeer deelnemers (indien van toepassing) op geldende veiligheidsvoorschriften binnen het bedrijf.
-
Maak de ze deelgenoot van het bedrijf. Zo kan er een goed beeld gevormd worden wat er allemaal komt kijken bij het runnen van een bedrijf.
13
4.
-
Voor deelnemers die de laatste jaren van niveau 3 en 4 volgen: schets hen een beeld welke bedrijfskosten er zo al zijn voor het managen van het bedrijf en daarnaast waarop men moet anticiperen in de steeds veranderende maatschappij.
-
Maak hen tot gesprekspartner. Hiervoor is het niet altijd noodzakelijk ‘’om de boeken te openen’’.
Beoordeling beroepspraktijkvorming
De beroepspraktijkvorming wordt beoordeeld aan de hand van kwalitatieve en kwantitatieve beoordeling en een aantal administratieve verplichtingen. Geldige officiële praktijkovereenkomst (POK) Voordat de deelnemer aan een BPV-periode mag beginnen krijgt deze, een door het BPVbureau in drievoud aangemaakte praktijkovereenkomst uitgereikt. Eén exemplaar voor de deelnemer zelf, één voor je BPV bedrijf en één exemplaar wordt ingeleverd bij het BPV bureau. De overeenkomsten zijn getekend door de deelnemer zelf (en indien minderjarig door wettelijk vertegenwoordiger) opleidingsbedrijf en school. Volgt men de BBL opleiding dan is de overeenkomst ook getekend door een wettelijk vertegenwoordiger van Aequor. Het spreekt voor zich dat het aantal afgesproken BPV-dagen ook daadwerkelijk gemaakt zullen worden. Beoordelingen van de BPV-opdrachten en beroepshandelingen Tijdens je BPV-perioden kan de deelnemer van de opleiding ook een aantal opdrachten meekrijgen, die dan gemaakt / uitgevoerd moeten worden. Deze opdrachten moeten (beoordeeld) op de afgesproken tijd ingeleverd worden. Waar nodig registreert de deelnemer de beroepshandelingen en vraagt men aan praktijkopleider regelmatig deze beroepshandelingen te beoordelen / af te tekenen. Deze beoordelingen worden meegenomen in de diverse leerarrangementen en / of ter afsluiting van een BPV periode. Beoordeling vaardigheden De praktijkbegeleider gebruikt hiervoor een beoordelingsdocument dat de voortgang aangeeft van de deelnemer. Dit gebeurt bij voorkeur samen met de BPV-begeleider tijdens diens bezoek maar ook tussentijds kan er eventueel gevraagd worden naar een beoordeling. Dit beoordelingsformulier is terug te vinden in de BPV map maar is ook als bijlage opgenomen in deze handleiding.(bijlage II) Daarnaast is er een kwantitatieve beoordeling waarin wordt vastgelegd of er voldoende BPV heeft plaatsgevonden in een bepaalde periode. (bijlage III) De beroepspraktijkvorming wordt beoordeeld als onderdeel van een opleiding en moet met een voldoende worden afgesloten. Zie hiervoor de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Let op: Is een van bovenstaande zaken niet in orde dan wordt er voor de desbetreffende BPVperiode automatisch het cijfer 1,0 weggeschreven. De deelnemer is verantwoordelijk voor de BPV-map en zorgt ervoor dat deze up-to-date is en dat deze map er goed verzorgd uitziet. Het is een persoonlijk visitekaartje naar de BPVbedrijven
14
B.
ORGANISATIE VAN DE BEROEPSPRAKTIJKVORMING
In dit deel van de handleiding zijn de ‘spelregels’ opgenomen die gelden voor de beroepspraktijkvorming.
1. Het vinden van een geschikt bedrijf Het is alleen mogelijk om op erkende bedrijven BPV te volgen. De erkende bedrijven zijn in een landelijk register opgenomen. Dit register is te vinden op het Internet: www.aequor.nl. Erkenning van nieuwe adressen als BPV-bedrijf is op korte termijn niet mogelijk. Het adressenbestand wordt namelijk landelijk beheerd door Aequor. Aanmelding en beoordeling volgens een aantal criteria zal dus enige tijd in beslag nemen. Zolang wordt het nieuwe bedrijf nog niet erkend. Opmerking: op dit moment is Aequor voor een aantal sectoren terughoudend t.a.v. het erkennen van nieuwe leerbedrijven. Daarnaast is het van groot belang dat de BPV passend is bij de opleiding die door de deelnemer gevolgd gaat worden. Op de site van Aequor is per opleidingsbedrijf beschreven voor welke werkprocessen een bedrijf kan opleiden. Om zoveel mogelijk ervaring op te doen tijdens jouw opleiding is het goed om op verschillende bedrijven je BPV periodes te doorlopen. Zorg hiervoor dat deze bedrijven passend zijn binnen de leerjaren en doelstellingen van jouw opleiding. Het team van de afdeling, waarbinnen jij de opleiding volgt, maakt een overzicht met het aantal periodes dat jij tijdens je opleiding moet doorlopen.
Een langere periode op 1 bedrijf is alleen mogelijk als er duidelijk sprake is van verschillende afdelingen. Twee maal eenzelfde BPV bedrijf is alleen mogelijk als dit gefundeerd een meerwaarde heeft binnen jouw opleiding. Toestemming wordt hiervoor gegeven na goedkeuring van de BPV coördinator, In een uitzonderlijk geval kan het mogelijk zijn dat een BPV periode op een thuisbedrijf gedaan wordt. Hiervoor schrijft de deelnemer een verzoek met motivatie en legt dit ter goedkeuring voor aan de BPV-coördinator van de afdeling.
15
2. Hoe kom ik aan een nieuw en erkend BPV-bedrijf? 2.1
Voor BOL-deelnemer
Voor het zoeken van een nieuw BPV-bedrijf maakt de deelnemer voor elke nieuwe BPVperiode gebruik het programma ON STAGE en volg het stappenplan. Stappenplan voor de werving van een erkend BPV-bedrijf (uitleg voor de deelnemer) Je kunt alleen praktijkervaring opdoen op een geregistreerd BPV-bedrijf. Deze bedrijven zijn te vinden op www.aequor.nl. 1.
Neem de afdelingsinformatie (die je van je BPV-docent hebt ontvangen) aandachtig door. Hierin vind je precies beschreven aan welke eisen het BPV-bedrijf moet voldoen en welke werkzaamheden en opdrachten je moet uitvoeren en aanleren. Op www.prinsentuincollege.nl vind je per BPV-periode de leerdoelen.
2.
Zoek met behulp van OnStage een geschikt BPV-bedrijf. Maak hierbij gebruik van de checklist ‘’geschikt BPV-bedrijf’’
3.
Via OnStage leg je jouw keuze ter goedkeuring voor aan de BPV-docent alvorens je afspraken maakt het BPV-bedrijf over de BPV-periode.
4.
Maak een afspraak met het BPV bedrijf over jouw BPV en geef aan dat je hier jouw BPV periode mag doorlopen.
5.
Voor een aantal BPV-periodes is het mogelijk dat je een sollicitatiebrief moet schrijven. Je krijgt dit dan als aparte opdracht mee. Schrijf je sollicitatiebrief en laat deze controleren door de AVO-docent. Keurt deze docent je brief goed, dan pas mag je deze versturen. Voeg een kopie van je goedgekeurde brief toe aan je BPV-opdrachten.
6. Via OnStage reserveer je het BPV-bedrijf waar je gaat BPV-periode gaat doorlopen. Vervolgens controleer je middels de vragenlijst in OnStage of het BPV-bedrijf geschikt is en accordeer je het bedrijf. 7. De BPV-administratie maakt, op basis van de gegevens uit OnStage, jouw praktijkovereenkomst (POK) aan in 3-voud. (voor BBL deelnemers in 4-voud) 8. Nadat jij de POK in 3-voud hebt ontvangen, zorg je ervoor dat deze door alle berokken partijen worden ondertekend. 1 exemplaar is voor jezelf, 1 exemplaar voor het bedrijf en 1 exemplaar lever je in op school. Voor BBL deelnemers moet de POK ook ondertekend zijn door een vertegenwoordiger van Aequor Voor de uitgebreide beschrijving van deze procedure neem je contact op met je BPVdocent
16
De BPV-begeleider (docent) houdt bij het beoordelen of het gekozen bedrijf geschikt is rekening met de volgende criteria:. er mag in principe niet meer dan één deelnemer gelijktijdig stage lopen op hetzelfde bedrijf; in de opeenvolging van leerbedrijven wordt gestreefd naar variatie; het BPV-bedrijf moet ‘passen’ bij leerarrangementen of werkprocessen waar de deelnemer op dat moment van je opleiding mee bezig bent; de reisafstand; dit geldt met name voor de dagstage; voorkeur van de deelnemer; eventueel wordt een BPV-bedrijf toegewezen. 2.2
Voor BBL-deelnemers
Voor het zoeken van een BPV-bedrijf maakt de deelnemer gebruik van het hierna vermelde stappenplan Op de site van Aequor staan alleen de erkende bedrijven vermeld. Erkenning van nieuwe adressen als BPV-bedrijf is alleen mogelijk als het praktijkbedrijf zichzelf via deze site aanmeldt. Op deze wijze wordt de procedure om te komen tot een erkenning in werking gesteld. Vanuit Aequor zal een bedrijfsadviseur vervolgens contact opnemen met dit bedrijf.
Zie verder de beschreven procedure bij 2.1 : voor BOL deelnemers
3 Voorbereiding gesprekken m.b.t. een BPV periode
… een verzoek tot
… met het verzoek om er stage lopen … stage te mogen lopen …
Het blijft altijd spanend om contact te zoeken met een nieuw bedrijf. Een 1ste kennismaking moet goed zijn. Bereid een gesprek goed voor en maak waar nodig gebruik van onderstaand schema
17
AANDACHTSPUNTEN BIJ DE START VAN EEN BPV PERIODE DEELNEMER
OPLEIDINGSBEDRIJF
SCHOOL
voorbereiden op het gesprek persoonlijk langs gaan bij het bedrijf bellen voor een afspraak brief met motivatie
voorbereiden op het gesprek
voorbereiden op het gesprek
aangeven welk niveau, leerjaar / PvB je volgt leerdoelen benoemen motiveren waarom je voor dit bedrijf kiest praktijkrooster meenemen opdrachten benoemen
nivo en leerjaar vragen / PvB leerdoelen vragen motivatie praktijkrooster vragen opdrachten vragen
lengte / duur van de BPV periode lint of blokstage wanneer aanwezig / BPV dag(en) of weken wie is mijn begeleider / aanspreekpunt
lengte / duur van de BPV periode lint of blokstage wanneer aanwezig / BPV dag(en) of weken aanspreekpunt bedrijf / begeleider
lengte / duur van de BPV periode lint of blokstage wanneer aanwezig / BPV dag(en) of weken aanspreekpunt bedrijf / begeleider
contactpersoon school contactgegevens school praktijkovereenkomst
contactpersoon school contactgegevens school praktijkovereenkomst
contactpersoon school contactgegevens school praktijkovereenkomst
bezoekmomenten ¹) begeleidingsmomenten beoordelingsmomenten
bezoekmomenten
begeleidingsmomenten
info over jezelf
²)
vragen naar de huisregels
info over de deelnemer
leerdoelen bekend praktijkrooster meegeven opdrachten bekend
¹)
beoordelingsmomenten ²)
info over de deelnemer
²)
huisregels algemeen en huisregels m.b.t. ''het vak'' bekend maken ³) zie toelichting volgende pagina
18
Toelichting op enkele aandachtspunten bij de start van een BPV periode
¹) De periode waarin stage gelopen wordt (blok- of lintstage) bepaalt ook de vorm van contacten. Men ziet een goede combinatie van telefonisch overleg en persoonlijke bedrijfsbezoeken. Ook communicatie via de deelnemer is ook een mogelijkheid
²) Enerzijds vindt men dat de deelnemer zelf informatie moet geven anderzijds vindt men het prettig als er enige voorinformatie is. School en deelnemer overleggen eerst samen wie wat vertelt
³) huisregels algemeen: roken, mobielgebruik, werktijden, pauzetijden, ,….,… huisregels m.b.t. het vak: aanspreken klanten, telefoon- en winkelbestellingen, ,…,……..,
19
4.
Ondertekenen door het BPV-bedrijf
Na goedkeuring ontvangt deelnemer van de BPV begeleider of de coach een originele praktijkovereenkomst in 3-voud (voor BBL in 4-voud) ter ondertekening. Een voorbeeld van zo’n ingevulde POK is te vinden in de bijlage I. Met de door school verstrekte praktijkovereenkomst in 3-voud gaat de deelnemer naar het toekomstig BPV-bedrijf en wordt de BPV definitief geregeld. De praktijkopleider ondertekent de praktijkovereenkomsten. De deelnemer dient ook zelf de praktijkovereenkomsten te ondertekenen (en indien minderjarig door een wettelijk vertegenwoordiger). Eén overeenkomst gaat weer mee terug naar school, één is voor het bedrijf en de andere is voor het eigen archief van de deelnemer en wordt opgeborgen in de BPV-map. Een en ander dient te gebeuren voor een vastgestelde datum. Let op de tijd die hiervoor gesteld wordt. Het voor school bestemde exemplaar wordt ingeleverd (via de BPVcoördinator) bij de deelnemersadministratie.
5. Maatregelen ter voorkoming van ziekte-overdracht Wij adviseren de deelnemers om heel voorzichtig te zijn in periodes van ziekten en plagen. Door het wisselen van kleding, gebruik te maken van douchegelegenheid en dergelijke, kan (onbewust) besmetten van bedrijven zoveel mogelijk tot een minimum beperkt worden.
6. Rooster beroepspraktijkvorming (BOL) Vlak voor de volgende periode van beroepspraktijkvorming wordt door de BPV-begeleider een rooster verstrekt met de dagen waarop de deelnemer stage loopt. Dit rooster dient, samen met de korte informatie voor praktijkopleiders, overhandigd te worden aan de praktijkopleider, zodat hij goed op de hoogte is van de dagen waarop de deelnemer komt. Dit rooster is gebaseerd op het algemene jaarrooster van school. Van dit rooster kan slechts bij uitzondering worden afgeweken, bijvoorbeeld op weekenddagen of in vakanties. Dit kan echter alleen na vooraf overleg met de BPV-begeleider.
7. Ziekte- en verlofregeling Wordt een deelnemer ziek of is er behoefte aan speciaal verlof gedurende de beroepspraktijkvorming, dan is de deelnemer verplicht dat zowel de praktijkopleider als de school hiervan tijdig op de hoogte worden gesteld. Verzuimde stagedagen moeten altijd worden ingehaald, ongeacht de reden van verzuim. Dit dient in overleg te gebeuren tussen deelnemer, praktijkopleider en BPV-begeleider. Voor een deelnemer in de BBL geldt de CAO.
8. Praktijkleren Praktijkleren valt ook binnen de beroepspraktijkvorming. Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan deelname aan praktijkschoolweken of speciaal georganiseerde bezoeken aan opleidingsrelevante bedrijven. Het is in zo’n geval mogelijk dat men op de hiervoor geplande dagen niet kan werken of stage kunt lopen. In de meeste gevallen vallen deze activiteiten op de lesdag. Indien hiervan wordt afgeweken, krijgt de deelnemer dit ruim van te voren door, zodat ook de bedrijven hiermee in hun planning rekening kunnen houden. Wanneer er
20
sprake is van vrijstelling voor een bepaalde vorm van praktijkleren, dan is men niet vrij, maar op je BPV-bedrijf.
9. Competentiegericht leren De wereld verandert en behoud van welvaart is niet vanzelfsprekend. Bedrijven krijgen steeds meer te maken met marktliberalisering en toenemende aandacht voor de ontwikkeling van hun medewerkers. Deze feiten en verwachtingen vragen om een reactie van bedrijven en van het beroepsonderwijs. Het Prinsentuin College wil haar opleidingen steeds meer vanuit de beroepspraktijk vorm en inhoud geven. Voor deze competentiegerichte aanpak is de communicatie met het beroepenveld “een must”.
10. Beroepspraktijkvorming in het buitenland In de drie- en vierjarige opleidingen van de BOL wordt de gelegenheid geboden één keer in het buitenland beroepspraktijkvorming door te brengen. Ook Aequor hanteert een buitenlandlijst (te bereiken via “Zoeken naar buitenlandse leerbedrijven” op www.aequor.nl). Aequor hanteert verder de volgende procedure Het is niet meer (zoals voorheen) de bedoeling dat scholen of deelnemers aanvragen gaan indienen. Er wordt dezelfde informatie opgevraagd zoals dat ook bij NL bedrijven wordt gedaan en wordt door een bedrijfsadviseur van Aequor de erkenning wel of niet afgegeven. Dit eventueel mede op basis van aanvullende informatie van Aequor-partnerorganisaties in het buitenland of ervaringsgegevens van NL scholen. Net als bij NL bedrijven zal er gestreefd worden naar duurzame relaties met de buitenlandse bedrijven. Aanmelding van bedrijven voor een eenmalige stage zal niet worden gestimuleerd en zoveel mogelijk worden ontmoedigd. Ook de school kan je informeren over deze procedure. Buitenlandse bedrijven kunnen zich aanmelden via de site van Aequor. http://www.aequor.nl/bedrijven/leerbedrijf_worden/erkend_leerbedrijf_worden_ Wees in de contacten ook duidelijk over de verzekering en de doelstellingen. De school belegt jaarlijks een speciale voorlichtingsavond voor deelnemers en hun ouders/verzorgers, waar informatie wordt verstrekt met betrekking tot een internationale BPV. Deze avond is meestal in de loop van oktober gepland. Indien er interesse is in een internationale BPV, wordt sterk aangeraden om op deze voorlichtingsavond aanwezig te zijn. Voor landen binnen de Europese Unie is het mogelijk een Europass Mobility document te verkrijgen. Hieraan is een subsidie gekoppeld vanuit het Europese Leonardo Da Vinci fonds. Voor landen buiten de Europese Unie is er eveneens, zij het veel bescheidener vergoeding, beschikbaar vanuit het ROC West-Brabant.
21
C.
RELATIE SCHOOL / ONDERWIJS EN BEDRIJF
1.
Begeleiding, verantwoordelijkheid en procedures
Begeleiding door school Deze kan worden onderverdeeld in twee componenten: onderwijsinhoudelijke begeleiding en persoonlijke begeleiding. Onderwijsinhoudelijke begeleiding. Hierbij zijn diverse docenten betrokken. Zij zorgen voor de terugkoppeling van BPV-opdrachten naar de theorie. Persoonlijke begeleiding. De persoonlijke begeleiding berust bij de BPV-begeleider en de coach. Deze personen vormen de schakels tussen het BPV-bedrijf en het BPVbureau. Verantwoordelijkheid voor kwaliteit De school is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het leerproces. Tijdens de beroepspraktijkvorming neemt het BPV-bedrijf een groot deel van de verantwoordelijkheid van de school over. Het bedrijf heeft immers meer invloed op de leermogelijkheden voor de deelnemer. In laatste instantie bepaalt men zelf in hoeverre er gebruik gemaakt worden van de leermogelijkheden die worden geboden. De deelnemer is namelijk ook zelf verantwoordelijk voor het eigen leren. Natuurlijk moet de praktijkopleider van te voren op de hoogte gesteld worden welke opdrachten de komende periode moeten worden uitgevoerd. Procedure bij problemen en conflicten Bij problemen of conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming licht de deelnemer de BPV-begeleider in. Deze probeert in gezamenlijk overleg tot een oplossing te komen. Als de deelnemer vindt dat het probleem of conflict niet naar zijn tevredenheid is opgelost, kan hij zich – al dan niet in overleg met de BPV-begeleider – wenden tot de trajectbegeleider en/of vertrouwenspersoon van de vestiging. Als een deelnemer op het BPV-bedrijf wordt geconfronteerd met seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld, heeft hij het recht de werkzaamheden onmiddellijk te onderbreken zonder dat dit een reden is voor een slechte beoordeling. Bovendien moet hij dit voorval zo spoedig mogelijk melden bij de BPVbegeleider en/of de vertrouwenspersoon van school.
De deelnemer moet de opdrachten vooraf met de praktijkopleide r doornemen.
22
Praktijkovereenkomst en bijdragen Praktijkovereenkomst Ruim voor de geplande BPV-periode moet een praktijkovereenkomst (POK) worden ondertekend. Dit formulier wordt in drievoud (BOL opleiding) of viervoud (BBL opleiding) door de school verstrekt. Een voorbeeld van zo’n formulier is als bijlage III opgenomen. Elke partij (deelnemer, praktijk-opleider en school) krijgt een exemplaar van het ondertekende formulier. Bij BBL wordt de praktijkovereenkomst mede ondertekend door het kenniscentrum (Aequor). Bij een opleiding in het kader van de BBL, kan een werkgever met een praktijkovereenkomst gebruik maken van de WVA (wet vermindering afdracht) Informatie hierover kun je vinden op: http://www.belastingdienst.nl Bijdragen BOL Het is niet toegestaan dat een BOL-deelnemer een financiële vergoeding krijgt voor de reguliere werkuren. Wel kan de praktijkopleider een vrijwillige bijdrage storten in het BPVfonds van de school. Het Ministerie van Financiën heeft hiervoor een aantal richtlijnen opgesteld. Zie onderstaande passage uit de publicatie die te vinden is op: http://wetten.overheid.nl/BWBR0020790/geldigheidsdatum_09-03-2010 Loonheffingen, inkomstenbelasting, heffingsaspecten stagiairs (Opm. te allen tijde is de meest actuele informatie die van toepassing en geldend)
De stagevergoeding komt de stagiair niet ten goede Als de stagiair een (fictieve) dienstbetrekking heeft dient de stageverlener loonheffingen in te houden op de stagebeloning, behoudens voor zover een vrijstelling van toepassing is (zie artikel 11 en volgende van de Wet LB). Mede uit een oogpunt van doelmatigheid acht ik dit echter niet altijd nodig of redelijk als de stagevergoeding niet ten goede komt aan de stagiair. Hierom heb ik het volgende goedgekeurd. Goedkeuring Ik keur goed dat de stageverlener de stagevergoeding niet aanmerkt als loon voor de loonheffingen als voldaan is aan de volgende voorwaarden: - De stageverlener maakt de stagevergoeding rechtstreeks over aan het stagefonds van de school of de school zelf. - Het stagefonds of de school geeft de stagevergoeding niet direct of indirect door aan de stagiair, maar besteedt de stagevergoeding voor het volle bedrag ten behoeve van algemene schoolse activiteiten die niet specifiek ten goede komen aan de stagiairs. Algemene schoolse activiteiten zijn bijvoorbeeld: een schoolfeest, theatervoorstellingen voor de gehele school en andere projecten voor de gehele school. - De stageverlener administreert binnen twee maanden na afloop van ieder jaar, onder aanhaling van datum en nummer van dit besluit, de naam, het adres en het sofi-nummer van
23
de stagiair, de naam en het adres van de school of het stagefonds waaraan de stagevergoeding is overgemaakt en het bedrag van de stagevergoeding dat is overgemaakt. - De school of het stagefonds administreert zowel de stagevergoedingen als de besteding daarvan. Voor storting in dit BPV-fonds wordt na beëindiging van de periode een brief vrijwillige toegezonden. Als richtlijn gelden de volgende bedragen: - eerste- en tweedejaars deelnemers: € 6,00 per dag; - derde- en vierdejaars deelnemers: € 8,00 per dag. Het BPV-fonds komt rechtstreeks ten goede aan de deelnemers, bijvoorbeeld door een bijdrage in een buitenlandexcursie of mediatheek.
2.
VERZEKERINGEN EN AANSPRAKELIJKHEID TIJDENS DE BEROEPSPRAKTIJKVORMING
Voor dit onderdeel wordt verwezen naar de tekst die opgenomen is in de schoolgids van het betreffende opleidingsjaar van de deelnemer
Deze is te vinden op www.prinsentuincollege.nl onze school schoolgids
“Weet u zeker dat ik voldoende ben verzekerd?”
24
D.
STUDIEFINANCIERING TIJDENS DE BEROEPSPRAKTIJKVORMING
Studiefinanciering tijdens de beroepspraktijkvorming (alleen van toepassing voor de BOL) In de regelingen van ‘Tegemoetkomingen Studiekosten’ (16- en 17-jarigen) en de ‘Wet Studiefinanciering’ (18 jaar en ouder) is het mogelijk om, als men tijdens de beroepspraktijkvorming in binnen- of buitenland uitwonend bent, in aanmerking te komen voor een beurs voor uitwonenden. Tevens heeft men recht op een vergoeding voor de OVjaarkaart. Hiervoor zijn mutatieformulieren op het Steunpunt Studiefinanciering te verkrijgen of downloaden via: www.ib-groep.nl . Direct doorgeven op de site kan ook via je DigiDinlogcode. Het gaat hierbij om twee soorten formulieren: - het Ob-formulier (= OV-vergoeding buitenland) - het Ws-formulier (= Wijziging student). Van dit formulier kun je het beste meteen twee exemplaren invullen: het eerste voor het aanvragen van een beurs voor uitwonende student; het tweede om de veranderingen weer te terug te draaien. De formulieren moeten voor de eerste van de maand ondertekend binnen zijn bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (adres staat op de formulieren). De situatie op de eerste dag van de maand is bepalend voor het thuis- of uitwonend zijn. Aan het eind van de BPV-periode dien je ook weer een mutatieformulier in te vullen om aan te geven dat je weer thuiswonend wordt. Voor eventuele vragen kun je ook terecht bij: Regiokantoor IB-Groep Stationsplein 1c 4811 AX Breda
Voor verdere informatie kun je ook bovengenoemde website raadplegen.
25
E.
RICHTLIJNEN VOOR OPDRACHTEN EN VERSLAGEN (bestemd voor de deelnemer)
Tijdens de beroepspraktijkvorming is het mogelijk dat je verschillende opdrachten en/of verslagen moeten uitwerken.
1. BPV-opdrachten In veel leerarrangementen zijn BPV- / ervaringsopdrachten opgenomen. Deze opdrachten worden gemaakt (en eventueel) beoordeeld en ingeleverd volgens een met de docent afgesproken schema. Deze opdrachten worden ruim van te voren opgegeven. De opdrachten bereid je eerst zelf goed voor. Door goede waarnemingen te doen kun je vaak vooraf al veel uitwerken. Voor zaken die je wilt bespreken met je praktijkopleider, maak je tijdig een afspraak. Bewaar alle gemaakte opdrachten in je BPV-map.
Maak je de opdrachten digitaal, denk er dan ook aan regelmatig een back-up te maken, zodat bij het crashen van de computer je niet alles direct kwijt bent. Na inleveren van je opdracht deze back-up ook niet direct verwijderen, maar bewaar het voor de zekerheid nog tot je jouw beoordeling terug krijgt.
2. Registratie beroepshandelingen, vaardigheden en competenties In de beroepspraktijkvorming wordt veel aandacht besteed aan beroepshandelingen. Deze beroepshandelingen en competenties sluiten nauw aan bij de eisen die door de verschillende opleidingen gevraagd worden. Tijdens je opleiding is het mogelijk dat jij door de docenten van jouw opleiding gevraagd wordt om deze registratie bij te houden.
3. Overige opdrachten tijdens een BPV periode Tijdens een BPV-periode kan je gevraagd zijn een uitgebreid verslag / onderzoek van het bedrijf en haar activiteiten te maken. Mogelijk heb je richtlijnen ontvangen om deze opdracht(en) te maken. Anders kun je gebruik maken van onderstaande algemene regels.
Denk er ook aan regelmatig een backup te maken, zodat bij het crashen van de computer je niet alles direct kwijt bent. Na inleveren van je opdracht deze backup ook niet direct verwijderen, maar bewaar het voor de zekerheid nog tot je jouw beoordeling terug krijgt.
26
Algemene regels A De vorm. *
Het verslag dient gemaakt te worden op A4-papier.
*
De pagina’s worden aan één kant geprint.
*
Voor het verslag wordt gebruik gemaakt van een tekstverwerker.
*
Het verslag wordt voorzien van een omslag met titel en naam van de deelnemer(s), klas, naam van het bedrijf, datum en naam van de docent.
*
Het uitgewerkte opdracht dient aangeboden te worden in de officiële stagemap, als goed gebonden document of in een deugdelijke snelhechter of map. De docent zal aangeven in welke vorm dit moet gebeuren.
B Inhoud. Inhoudelijk is een document / uitgewerkte opdracht / verslag logisch opgebouwd. Welke onderdelen aan bod dienen te komen is afhankelijk van het bedrijf en de bedrijfstak. In het algemeen gesproken kan het opgebouwd zijn volgens onderstaande opzet.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Titelpagina Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Algemene gegevens over het bedrijf, inclusief plattegrond of situatieschets Toerusting van het bedrijf Eigen verrichte werkzaamheden en evaluatie Vakspecifieke gegevens Toekomstbeeld van bedrijf Eigen mening of conclusie Bronvermelding Bijlagen
Bepaalde onderdelen van het verslag kunnen soms worden uitgebreid met vakliteratuur. Deze naslagwerken dienen als bron te worden vermeld.
Het verslag wordt inhoudelijk beoordeeld aan de hand van een aantal criteria. Vraag aan je BPV-begeleider hiervan een voorbeeld.
27
C Verzorging Aan het verslag worden ook eisen gesteld voor wat betreft de verzorging. Zo zal gelet worden op de vormgeving en de technische verzorging. Je moet hierbij denken aan de volgende onderdelen. 1.
Titelpagina Dit is de eerste pagina na de omslag. Hierop staan aangegeven de naam en het adres van het BPV-bedrijf, de naam van de deelnemer, lesgroep, BPV-periode, datum, e.d. De pagina is verder te verfraaien met een foto, sierletters, kaders en dergelijke.
2.
Inhoudsopgave met paginanummering Deze zijn nauw met elkaar verbonden. De inhoudsopgave geeft de hoofdstuk- en paragraafindeling aan. Vermeld alleen het paginanummer van de beginpagina’s van het hoofdstuk of paragraaf. In de indeling mag je niet verder gaan dan subparagrafen. Zorg voor een duidelijke nummering van de pagina’s.
3.
Illustraties en tekeningen Een verslag wint aan duidelijkheid wanneer er tekeningen, afbeeldingen, foto’s en dergelijke in voorkomen. Deze moeten natuurlijk wel functioneel zijn. De illustraties vragen ook om onderschriften. Overdrijf daarbij niet, maak er bijvoorbeeld geen fotoalbum van.
4.
Eigen mening Deze mag niet ontbreken. Maak voor jezelf een lijstje, waarop je goede en minder goede punten noteert voordat je je eigen mening weergeeft. Op deze manier voorkom je dat het een nietszeggende evaluatie wordt. Kritiek geven met een goede motivatie daarbij mag best. Wees daarbij echter wel voorzichtig.
5.
Bronvermelding Als je je uitgewerkte document theoretisch hebt uitgebreid, vermeld je geraadpleegde literatuur. Op zijn minst mag worden verwacht dat je een goed woordenboek hebt gebruikt.
6.
Bladspiegel en leesbaarheid Normaal is een marge van 2,50 cm rondom. Zorg bij het tekstverwerken ervoor dat je kiest voor een duidelijk leesbaar lettertype dat niet te groot en niet te klein is (bijvoorbeeld Arial 11 pts). De hoofdstukindeling moet goed opvallen. Dit kan door een groter of afwijkend lettertype of een andere kleur te kiezen. Een nieuw hoofdstuk begint altijd op een nieuwe pagina. Elk hoofdstuk kan onderverdeeld zijn in paragrafen. De tekst is verder onderverdeeld in alinea’s.
28
7.
Bijlagen Folders, kleine fotoseries, schema’s, en dergelijke die ter verduidelijking dienen, horen niet midden in het document thuis. Neem ze achterin op als aparte bijlagen. De bijlagen staan uiteraard ook in de inhoudsopgave vermeld. Alleen bijlagen toevoegen waar in de tekst naar verwezen wordt.
8.
Spelling De spelling van de werkwoordsvormen geeft meestal de grootste problemen. Vooral de spelling van de persoonsvorm en het voltooid deelwoord bij de zogenaamde d- of t-werkwoorden. Spellingregels kun je vinden in de Herziene Woordenlijst Nederlandse Taal ofwel het ‘Groene Boekje’. Bij gebruik van een tekstverwerkingsprogramma kun je uiteraard ook gebruik maken van de spellingscontrole.
9.
Typefouten en zinsbouw Varieer in zinsbouw en maak de zinnen niet te lang. Lange zinnen lopen vaak fout omdat het overzicht verloren gaat. Ook typefouten staan slordig. Ze verminderen eveneens de leesbaarheid. Lees daarom zelf je werk eerst kritisch door of laat dit door een huisgenoot doen.
D Aanvullende richtlijnen Het document moet individueel zijn samengesteld. Wacht niet met het samenstellen van je verslag. Meerdere hoofdstukken kunnen al spoedig in het klad worden gemaakt. Begin daarom meteen met het verzamelen van gegevens en ontwerp vrij snel een opzet voor je verslag. Je kunt dan gericht werken.
Vakspecifieke gegevens Elke afdeling zal hiernaast nog instructies verstrekken omtrent de vakspecifieke gegevens die opgenomen dienen te worden in het verslag.
Inleveren van de uitgewerkte opdracht Het is verstandig altijd eerst een concept van je verslagen of opdrachten te maken en deze voor te leggen aan je praktijkbegeleider.
29
F.
IT’S LEARNING
It’s learning is een digitale leeromgeving waarin deelnemers (een deel van) hun opleiding volgen. Zij zullen binnen de aangeboden ‘’vakken’’ informatie, bestanden, lesstof en toetsen vinden. Daarnaast kan de deelnemer hierin een eigen portfolio opbouwen en de resultaten inzien.
G.
DE PROEVE VAN BEKWAAMHEID
1.1 Inleiding : Wat is nu een PvB, hoe is een PvB ontstaan en hoe is een PvB opgebouwd? 1.2 Wat is dit nu? Een Proeve van Bekwaamheid is een instrument binnen het Competentiegericht leren om de competenties van een kandidaat te beoordelen of te toetsen. Een Proeve van Bekwaamheid toetst ten eerste vaardigheden, bijvoorbeeld lezen, schrijven, spreken, luisteren, gesprekken voeren, in het algemeen: "iets doen". Naast deze vaardigheden worden ook de kennis en de attitude (beroepshouding) getoetst. De vaardigheden, kennis en beroepshouding samen noemen we ook wel competenties. Een proeve van bekwaamheid toetst dus de competenties. Het examineren wordt zo dicht mogelijk bij de daadwerkelijke beroepsuitoefening uitgevoerd. Het is daarom gewenst dat de examinering plaats vindt in een representatieve beroepsomgeving of zoals ze deze noemen de “kritische beroepssituatie”. 1.3 Niets nieuw, wel anders De Proeve van Bekwaamheid vindt zijn oorsprong in de late Middeleeuwen. Om een ambacht te leren ging men als leerling in dienst bij een meester en werd men lid van een gilde. Als deze leerling zich na een aantal jaren een waardig lid van het gilde had getoond, ging deze als gezel nauw samenwerken met de meester. De meester was verplicht om alles wat hij wist van het vak te leren aan de gezel. Een gezel kon, door een meesterproef (Proeve van Bekwaamheid) af te leggen, aantonen dat hij vakbekwaam was. Zo werd de gezel zelf een meester en kon zich als zodanig vestigen. 1.4 Eisen aan de PvB De proeve van bekwaamheid moet voldoen aan de eisen die de onderwijsinspectie heeft opgesteld. Deze eisen zijn verwerkt in de toetstechnische eisen. Om de beoordeling van de proeve op een zo betrouwbaar mogelijke manier te laten plaats vinden zijn er deskundige beoordelaars nodig. Deze beoordeelaars noemen we assessoren, zij zijn mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van de inrichting en de beoordeling van de proeve. Om ervoor te zorgen dat alle assessoren dit kunnen, trainen wij alle assessoren.
30
Binnen het Prinsentuin College onderscheiden we: gecertificeerde assessoren, dit zijn de beoordelaars van de onderwijsinstelling gecertificeerde co-assessoren , dit zijn mensen uit het bedrijfsleven die gecertificeerd zijn geschoolde co-assessoren, mensen uit het bedrijfsleven die deze scholing hebben gevolgd geïnstrueerde co-assessoren, mensen uit het bedrijfsleven die voorafgaande aan een PvB een instructie krijgen De wijze van beoordeling is van belang bij een Proeve van Bekwaamheid. Vele vormen van een Proeve van Bekwaamheid vragen om een grote inspanning van zowel de kandidaat als de beoordelaar. Zo heeft de Proeve van Bekwaamheid als kenmerk niet exclusief gericht te zijn op het product, maar gericht te zijn op het product en het proces waarbij meerdere oplossingen mogelijk zijn. Een toelichting op de gemaakte keuzes is een onderdeel van de Proeve van Bekwaamheid. In het kader van de betrouwbaarheid van de beoordelingen wordt daarom gebruik gemaakt van minimaal twee beoordelaars, de assessor en de co-assessor, die onafhankelijk van elkaar worden ingezet. Het Prinsentuin College streeft ernaar om zoveel mogelijk assessoren in te zetten die geen rol hebben gespeeld in de begeleiding van de deelnemer in het schooljaar van de afname PvB. 1.5 Opbouw van een PvB Een proeve is altijd opgebouwd uit de volgende onderdelen: Inleiding, met hierin beschreven het doel van een PvB en de inrichting van de PvB Beschrijving van de kerntaken en de werkprocessen Het doel van de proeve en de beschrijving van de kritische beroepssituatie De toetstechnische eisen: is een toelichting op de afname, de duur van de proeve, eisen aan de examensituatie, hoe de beoordeling tot stand komt en mogelijk bijzonderheden Een beoordelingsformulier per werkproces Een oordeel van de kerntaken (samenvatting van de werkprocessen) Een verklaring uitvoering proeve van bekwaamheid en resultaat van de proeve Als geschoolde co-assessor zult u hoogstwaarschijnlijk alleen in contact komen met de laatste 3 genoemde punten.
H.
OnStage
OnStage is een digitaal programma waarbinnen de deelnemers hun BPV-bedrijven passend binnen hun opleiding kunnen vinden. Alle bedrijven - erkend door het kenniscentrum van Aequor - zijn hierin opgenomen. Zie verder deel B 2 Hoe kom ik aan een nieuw en erkend BPV-bedrijf?
31
BIJLAGEN
I II III IV
Voorbeeld van een originele praktijkovereenkomst (POK) Voorbeeld van een kwalitatieve beoordeling BPV Voorbeeld van een kwantitatieve beoordeling BPV Richtlijnen voor de inrichting van de BPV map
32
Bijlage I:
Voorbeeld van een Praktijkovereenkomst (POK)
1. Formulier praktijkovereenkomst beroepsonderwijs Dit formulier maakt deel uit van de onderwijsovereenkomst tussen het ROC West-Brabant en de hieronder vermelde deelnemer. Bij dit formulier behoort de volledige tekst van “Praktijkovereenkomst beroepsonderwijs ROC West-Brabant” welke beschikbaar is via www.rocwb.nl. De onderwijsinstelling: Stichting ROC West-Brabant, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directeur: Naam : R.A. van de Wal Directeur van het : Prinsentuin College Postadres : Postbus 699 4870 AR, ETTEN-LEUR En de deelnemer: Naam : Scholzinga P. W. Straat + huisnummer : Frankenthalerstraat 15 Postcode + Woonplaats : 4816 KA BREDA Geboortedatum, geboortegemeente : 7-7-1988, Breda Geslacht :V
OV nummer 54321
En de praktijkbiedende organisatie: Naam : Manege De Hoppelsprong Code leerbedrijf : Adres : Oude Draafbaan 66 Postcode + Woonplaats : 1234 AC BREDA Gelet op: 1. Het bepaalde in de artikelen 7.2.8 en 7.2.9 van de Wet van 21 oktober 1995, houdende bepalingen met betrekking tot educatie en beroepsonderwijs (Wet educatie en beroepsonderwijs, Staatsblad 1995/nummer 501); 2. De onderwijsovereenkomst beroepsonderwijs die de deelnemer en de onderwijsinstelling zijn overeengekomen, welke met deze overeenkomst een geheel vormt; 3. De gunstige beoordeling van de beroepspraktijkvormingsplaatsen in de praktijkbiedende organisatie door het betreffende Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven als bedoeld in artikel 7.2.10 van eerdergenoemde Wet educatie en beroepsonderwijs, welk orgaan in het geval van een beroepsbegeleidende leerweg (BBL) deze overeenkomst mede heeft ondertekend. Komen als volgt overeen: Artikel 1 De beroepspraktijkvorming De deelnemer is bij de onderwijsinstelling ingeschreven in de volgende beroepsopleiding, in welk kader de beroepspraktijkvorming plaatsvindt: Naam opleiding : Vakbekwaam medewerker dierverzorging Crebonummer opleiding : 11025 Leerweg, niveau : BOL, 3 Lokatie ROC West-Brabant : Frankenthalerstraat 15, BREDA Artikel 2 Duur en omvang van de beroepspraktijkvorming De beroepspraktijkvorming begint op : 4-6-2012 De beroepspraktijkvorming eindigt op : 13-7-2012 Totaal aantal klokuren praktijkvorming : 240 uren per periode Werklokatie : Manege De Hoppelsprong Adres : Oude Draafbaan 66 Postcode, plaats : 1234 AC BREDA Artikel 3 Begeleiding 1. Naam praktijkopleider: A. van Veen. De praktijkopleider, aangewezen door de praktijkbiedende organisatie, is belast met het begeleiden van de deelnemer op de plaats waar de beroepspraktijkvorming wordt verricht. 2. Naam praktijkbegeleider: N.J. Brommersma. De praktijkbegeleider, aangewezen door de onderwijsinstelling, is belast met de pedagogische en didactische begeleiding van de deelnemer tijdens de beroepspraktijkvorming. De artikelen zoals vermeld in de bijlage behorend bij deze overeenkomst zijn van toepassing. Aldus overeengekomen en in evenveelvoud opgemaakt: Plaats : Breda Datum : 4 juni 2012 De onderwijsinstelling: te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door: Naam en voorletters : R.A. van de Wal Directeur van : Prinsentuin College Handtekening : ................................... De deelnemer: Naam en voorletters Handtekening :
De praktijkbiedende organisatie: te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door: Naam en voorletters : ................................... Functie : ................................... Handtekening : ...................................
: Scholzinga P. W. ...................................
33
Bijlage II Beoordeling BPV periode (kwalitatieve beoordeling)
blz 1van2
Naam deelnemer:
__________________________________________
Klas: _________
OV nummer: __________________
Naam BPV bedrijf :
__________________________________________
Plaats BPV bedrijf :
__________________________________________
BPV-periode:
2B
Datum: _______20__
t/m ________20__
Ruimte voor aantekeningen BPV docent en paraaf BPV docent
Onderstaande items zijn van toepassing op het algeheel functioneren en de uitvoering van de werkprocessen van de deelnemer binnen het BPV bedrijf. 0 meting of tussentusseneindbeoordeling beoordeling beoordeling
COMMUNICATIE Formuleert helder en duidelijk Heeft een positieve non-verbale communicatie Kan zaken goed verwoorden
o
v
o
v
o
v
o
v
gem.
o/v
Laat anderen uitspreken Durft vragen te stellen Geeft blijk van interesse voor andere gesprekspartners Heeft een positief kritische instelling Kan problemen bespreekbaar maken Kan omgaan met kritiek Eindbeoordeling communicatie voldoende indien 7 van de 9 items voldoende zijn
ALGEMENE VAARDIGHEDEN Heeft respect voor de mensen om hem / haar heen Heeft respect voor materialen en / of dieren Is representatief voor het vakgebied
o
v
o
v
Heeft technisch inzicht Heeft creatief inzicht Is kwaliteitsbewust Is milieubewust Eindbeoordeling algemene vaardigheden voldoende indien 6 van de 7 items voldoende zijn
Beoordeling BPV periode (kwalitatieve beoordeling) 0 meting of tussen-
blz 2van2 tussen-
eind-
gem.
34
beoordeling beoordeling beoordeling
HOUDING Is ondernemend (initiatief nemen, ideeën aandragen, werk zien) Kan samenwerken en overleggen Kan concessies doen Is collegiaal Stelt gezamenlijk belang boven eigen belang
o
v
o
v
o
v
o/v
o
v
o/v
Toont enthousiasme Toont gedrevenheid en ambitie Is bereid om te leren Presteert passend binnen het niveau Kan omgaan met druk en / of tegenslag Kan omgaan met veranderingen en aanpassen Heeft controle op eigen werk Heeft verantwoordelijkheidsgevoel Eindbeoordeling houding voldoende indien 10 van de 13 items voldoende zijn
WERKPROCESSEN Is er voldoende voortgang in competentieontwikkeling m.b.t. de genoemde items die beschreven zijn in de kerntaken.
o
v
o
v
Eindbeoordeling moet voldoende zijn Totaalindruk van de deelnemer tijdens de BPV-periode
Algeheel functioneren
Voldoende / excellent
Werkprocessen
Voldoende / excellent
Ondertekening
Datum:
Motivatie
_________________
Deelnemer: ____________________ Praktijkopleider: ____________________
____________________ handtekening
_______________________. handtekening
35
Bijlage III Urenregistratie BPV periode (kwantitatieve beoordeling)
blz 1 van 2
Naam deelnemer:
_____________________________Klas__________
Klas: _________
OV nummer: __________________
Naam BPV bedrijf :
__________________________________________
Plaats BPV bedrijf :
__________________________________________
BPV-periode:
2B
Datum: ______20__
t/m _______20__
Urenregistratie lintstage Vrijdag Week 5 Week 6 Week 7 Week 8 Week 9 Week 10 Week 11 Week 12 Week 13 Week 14 Week 15 Week 16 Week 17 Week 18 Week 19 Week 20 Totaal aantal uren
36
Urenregistratie BPV periode (kwantitatieve beoordeling)
blz 2 van 2
Urenregistratie blokstage Week 21 Week 22 Week 23 Week 24 Week 25 Week 26 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Totaal
Totaal aantal uren BPV :
Ondertekening
_________uur
Datum:
_________________
Deelnemer: ____________________ Praktijkopleider: ____________________
____________________ handtekening
_______________________. handtekening
37
Bijlage IV:
Inrichting BPV-map
Bij het uitreiken van de boeken heb je een BPV-map ontvangen voor het nieuwe schooljaar. Deze BPV-map gebruik je voor het bewaren van alle BPV-documenten en opdrachten. Jij bent hier zelf verantwoordelijk voor. Jouw coach controleert of jij deze BPV-map voor elke BPV-periode op orde hebt. Deze BPV map gebruik je om (samen met je BPV-begeleider van het bedrijf) jouw BPV periode goed te laten verlopen Door een goede communicatie voorkom je mogelijke teleurstellingen. Het is aan jou om je eigen BPV-map zodanig in te richten dat jij er trots op bent! Maak gebruik van al jouw creativiteit!
Per BPV-periode zorg jij ervoor dat in je BPV-map de volgende zaken aanwezig zijn:
1. Een persoonsbeschrijving gekoppeld aan adresgegevens 2. De doelstellingen voor elke afzonderlijke BPV-periode 3. BPV-rooster 4. De uit te voeren BPV-opdrachten / ervaringsopdrachten 5. De verzonden sollicitatiebrief (indien als opdracht meegegeven) 6. Kopie van de aangemaakte praktijkovereenkomst (POK) 7. Beoordelingsformulier kwalitatieve vaardigheden. Vraag aan jouw BPV-docent altijd een kopie van het ingevulde formulier 8. Urenregistratie BPV periode (kwantitatieve beoordeling) 9. Overzicht van de beroepshandelingen die je al beheerst (indien van toepassing) Zaken die jezelf belangrijk vindt Verkorte versie van de handleiding beroepspraktijkvorming
De BPV-map is altijd op het BPV-bedrijf aanwezig tot het moment dat je een BPVperiode beëindigd. Jij bent hier zelf verantwoordelijk voor.
Prinsentuin College Breda
38