Algemene informatie 2012 - 2013
Vrije School De Zwaneridder Peutergroep De Zwanekindjes Arboretumlaan 1 6703 BD Wageningen T 0317 - 412 027 F 0317 - 453 971 E
[email protected] I www.zwaneridder.nl
Grondsteen van Vrije School De Zwaneridder Komend uit vele richtingen ontmoeten wij elkaar in dit huis gewijd aan het onderwijs Wij willen ons verenigen in de Geest en dit huis met goede gedachten vullen. In ons werk weten wij ons verbonden met de geestelijke wereld. Met een open oog voor hetgeen ons omringt in deze wereld en in deze tijd willen wij de kinderen, ons toevertrouwd, liefdevol omhullen en begeleiden. Zien wij de rivier en zien wij hoe het levenbrengende water stromend zijn weg zoekt, zich voegt en tevens vormt. Zo willen wij het kind de bedding bieden waarin het de weg vindt naar zijn bestemming. Liefdevol willen wij tasten naar zijn eigenheid. Streven wij ernaar dat in hem kwaliteiten van hoofd, hart en handen mogen groeien naar een ademend samenspel. Mogen de kinderen trouw aan hun zielegrond en met een krachtig vertrouwen in zichzelf en in de hen omringende wereld onze aarde willen bewerken.
Onze beste krachten willen wij wijden aan dit werk met de kinderen. Tegenslagen en onvolmaaktheden willen wij daarbij met mildheid en humor tegemoet treden Wat ook de worsteling van dit werk moge zijn en waarheen de weg ook zal voeren, gehoorgevend aan de wekroep van de Zwaan willen wij, met een niet aflatende wil tot waarachtigheid de ander blijven zoeken in zijn kwaliteit, in zijn kwetsbaarheid. Vormen wij aldus de gemeenschap die kan genezen wanneer zij in iedere ziel afzonderlijk wordt opgebouwd en wanneer de kracht van ieder individu zich mag ontplooien in de geborgenheid van de gemeenschap. Zoals de boom stevig wortelt in de aarde en met zijn takken reikt naar de zon, zo willen wij ons richten tot U: Goddelijk Licht! Verlicht ons denken! Verwarm onze harten! Geef onze daden kracht! Opdat het resultaat van ons werk kan worden ingeschreven en wij leren verstaan wat in onze wereld nodig is.
Wageningen, 21 mei 1999
Pagina 1 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Voorwoord. Aan de lezer, Onze schoolgids bestaat uit twee delen. Allereerst een informatiedeel, dat hier voor u ligt en waarin u kunt lezen over het onderwijs op de Zwaneridder. Daarnaast en een jaardeel waarin elk schooljaar namen, adressen, vakantiedata en andere praktische zaken staan vermeld. Het informatiedeel heeft een meerjarig karakter, in tegenstelling tot het jaardeel, dat elk jaar geactualiseerd wordt. Eventuele tussentijdse wijzigingen van het informatiedeel worden in het jaardeel meegenomen. In de digitale versie van dit informatiedeel worden beperkte aanpassingen doorgevoerd om misverstanden te voorkomen. Informatiedeel en jaardeel vormen samen de schoolgids. Met dit informatiedeel van de schoolgids hebben we de volgende doelen: - het onderwijs op de Zwaneridder beschrijven, ter informatie aan ouders, die bezig zijn zich te oriënteren op basisschoolonderwijs. - Ouders die een of meerder kinderen op onze school hebben informeren over ons onderwijs, de zorg rond het kind, de organisatie van de school en rechten en plichten van alle betrokkenen. Voorin dit boekje vindt u de Grondsteenspreuk van De Zwaneridder. Deze spreuk geeft de richting en intentie weer van welke wij als leerkrachten, in verbondenheid met de ouders, de kinderen willen onderwijzen en begeleiden op hun ontwikkelingsweg. (De spreuk is in de Pinkstertijd van 1999 tijdens de Grondsteenlegging aan de aarde toevertrouwd en ligt in een aardenwerken kruik begraven tussen de drie platanen op het schoolplein). Wij hopen dat de informatie in dit boekje inzicht geeft in onze visie en werkwijze. Schoolleiding van De Zwaneridder
-
Bij de aanduiding van een persoon staat in deze gids veelal “hij” genoemd. Dit kan uiteraard ook een “zij” zijn. Wij hanteren de benaming kleuterklassen (groep 1 en 2 in het reguliere onderwijs) en klas 1 t/m 6 (groep 3 t/m 8). Als er van ouders wordt gesproken, wordt daarmee ook verzorgers/wettelijke vertegenwoordigers bedoeld.
Aangepaste vierde, herziene druk mei 2007
Pagina 2 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4
De school Adres Situering Schoolgrootte en samenstelling De Zwaneridder
6 6 6 6 6
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Vrijeschool pedagogiek Uitgangspunten Het “vrije” van de vrijeschool Doelstelling Onderwijs en mensbeeld Onderbouw en bovenbouw De Zwaneridder in het kort
7 7 8 8 8 8 9
3 Het onderwijs 3.1 Kleuters Speelwerkplan kleuterschool (groep 1 en 2) Schoolrijpheid 3.2 De klassen 1 tot en met 6 Vertelstof Periode-onderwijs Vaklessen Oefenuren Euritmie Verteluur Jaarfeesten Computeronderwijs Verslaglegging van ontwikkeling en vorderingen Getuigschrift 3.3 Het onderwijs per klas Klas 1 Klas 2 Klas 3 Klas 4 Klas 5 Klas 6 3.4 Aansluiting op het vervolgonderwijs 3.5 Schoolregels
9 9 10 11 11 11 12 12 12 12 12 12 13 13 13 13 13 15 17 19 21 23 25 25
4
26 26 26 26
Oriëntatie, aanmelding en aanname Oriëntatie Aannamecoördinator Aanname
Pagina 3 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
5 5.1
5.2
5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 6 6.1
Zorg voor de kinderen 27 Volgen van de ontwikkeling van de kinderen op school 27 Leerlingdossier 27 Leerlingvolgsysteem 27 Procedure schoolrijpheidsonderzoek 27 Klassenbespreking 28 Kinderbespreking 28 De zorg voor kinderen met specifieke behoeften 29 Voorzieningen binnen de school 29 Buitenschoolse voorzieningen 29 Procedure signaleren ontwikkelingsachterstand 30 Verwijzing naar het speciaal onderwijs 31 Verandering van school 32 Hulpverlening Gelderland Midden: jeugdgezondheidszorg op school 33 Begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs 33 Naschoolse en buitenschoolse activiteiten Naschoolse activiteiten De Kerstspelen Buitenschoolse activiteiten Excursies Schoolkamp Sportdag Voetbaltoernooi Schaken
34 34 34 34 34 35 35 35 35
7. 7.1 7.2 7.3 7.4
Benutting van de verplichte onderwijstijd Aantal uren onderwijs Overige vakanties en vrije dagen Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van lesuitval Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schoolverzuim
35 35 35 35 36
8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
Bevoegdheden en organisatie Organisatiestructuur Bevoegd gezag Bestuurlijke organisatie binnen De Zwaneridder De Medezeggenschapsraad Overlegstructuur
36 36 36 37 38 38
6.2
Pagina 4 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
9 9.1
De ouders Informatievoorziening aan de ouders 10 - minuten gesprekken Huisbezoek Getuigschriften Ouderavonden Ouders in de klas Algemene ouderavonden Open Dag Open Podium Weekbericht Schoolgids: jaardeel en informatiedeel
39 39 39 39 39 39 39 40 40 40 40 40
9.2
Betrokkenheid Ouderactiviteiten
40 41
9.3
Financiën Ouderbijdragen Collectieve ongevallenverzekering Vergoeding reiskosten naar en van school
42 42 42 42
10 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6
Rechten en plichten van ouders, leerlingen en bevoegd gezag Klachtenregeling Vertrouwenspersoon Vrijstelling van onderwijs Regels voor schorsing en verwijdering Verstrekken van onderwijskundige rapporten Onderwijskundige rapporten t.b.v. een P.C.L. Regeling voor het overblijven
43 43 43 43 43 43 43 44
11
Sponsoring
44
12
Ontwikkelingen in onderwijs en organisatie van de school Ontwikkelingen in de organisatie Ontwikkelingen in het onderwijs
44 44 44
13 13.1 13.2 13.3
Namen en adressen instellingen en andere scholen Adressen vrijescholen Bovenbouw in de regio Adressen vrijescholen Onderbouw in de regio Overige Organisaties
44 45 45 46
Pagina 5 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
De school 1.1 Adres Vrije School De Zwaneridder Arboretumlaan 1 6703 BD Wageningen Telefoon: 0317 – 412 027 e-mail:
[email protected] www.zwaneridder.nl 1.2 Situering De school ligt in een rustige wijk aan de oostkant van Wageningen, halverwege de Wageningse Berg. Zoals de straatnaam al doet vermoeden ligt de school tegenover het arboretum “De Dreyen”, een park, dat door de Landbouwuniversiteit is aangelegd ten behoeve van onderzoek en behoud van diverse plant- en boomsoorten. Dit park wordt regelmatig bezocht door klassen van De Zwaneridder. Tijdens een langere wandeling kunnen de Rijn met zijn uiterwaarden of het grotere arboretum “Belmonte” bezocht worden. De school is goed bereikbaar per openbaar vervoer. 1.3 Schoolgrootte en samenstelling De Zwaneridder telt momenteel zo’n 120 leerlingen, die verdeeld zijn over twee kleuterklassen (in het reguliere basisonderwijs groep 1 en 2), 3 combinatieklassen, te weten klas 1-2, klas 3-4 en klas 5-6 en een enkele klas 2 (groep 3 t/m 8). In 2006 is het schoolgebouw grondig verbouwd. Op de begane grond het gebouw bevinden zich de twee kleuterklassen, peuterspeelzaal “De Zwanekindjes” en het lokaal voor klas 2. Daarnaast zijn er de lerarenkamer, de administratie en de mediatheek met zelfstandige werkplekken voor de leerlingen. Op de bovenverdieping bevinden zich de drie klaslokalen voor de klassen 1 t/m 6, de gemeenschapsruimte “De Ridderzaal”, een kamer voor individuele begeleiding, de kamer voor de schoolleiding en de keuken. Peuters en kleuters hebben hun eigen ingang via de speelplaats aan de achterzijde van de school, waardoor het gebouw voor deze leeftijdsgroep goed te overzien is. Klas 1 tot en met 6 komen de school via de voorzijde binnen. De school wordt bezocht door kinderen uit Wageningen en de regio. Mede door de streekfunctie, die de school heeft, blijven de kinderen gezamenlijk over. Daarnaast hebben alle klassen ’s morgens een moment dat er gezamenlijk gegeten wordt. 1.4 De Zwaneridder Onze Zwaneridderschool ligt op de overgang tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe, een gebied dat grenst aan het rivierenland waar Rijn en Waal en Maas hun stroom volgen, komend van zuidelijker gelegen oorden – van de streken dus, die we “Zwaneridderland” kunnen noemen. Want déze gebieden vormen het toneel waar meerdere Zwaneridderlegenden zich afspeelden. In zijn bootje, getrokken door een zwaan, komt de Zwaanridder de rivier afvaren wanneer hij “gehoord” heeft dat zijn hulp nodig is. Hij zet zich volledig in voor de dame die zijn bescherming geniet en zal haar ook huwen, maar wel moet zij eerst beloven dat zij nooit zal vragen naar zijn afkomst... Het paar leidt een gelukkig leven en hun huwelijk wordt gezegend met de geboorte van een aantal kinderen. Pagina 6 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Maar dan komt de dag waarop de verboden vraag tòch gesteld wordt en de Zwaanridder zijn geliefd thuis weer moet verlaten... een nieuwe opdracht wacht. Helias of Lohengrin, beiden Zwaanridders, beiden treft dit lot. Beiden waren zij in staat te horen waar hulp nodig was én toonden zij de bereidheid om op die hulpvraag in te gaan. Kenmerkende kwaliteiten van De Zwaneridder zijn daarin zichtbaar: Het dienen van een hoger doel, onzelfzuchtige trouw aan een gekregen opdracht, dat zijn zo enkele van die kwaliteiten. En dat heeft ook zo zijn betekenis voor ons eigen streven wanneer wij als Wageningse Vrije School De Zwaneridder tot voorbeeld kiezen. Maar juist ook zal het Zwaneridderwezen ons kunnen helpen wanneer wij als schoolgemeenschap onze krachten bundelen om ons in te zetten voor deze kinderen die wij een tijdlang mogen begeleiden op hun weg. Opdat wij oprecht leren luisteren naar wat nodig is, zodat zij hun levensopdracht weten te vinden.
Vrijeschoolpedagogiek 2.1 Uitgangspunten Vrije School De Zwaneridder is één van de ruim 90 vrijescholen in Nederland. Deze zijn onderdeel van een mondiale schoolbeweging. Grondlegger van de vrijescholen is Rudolf Steiner, die in het begin van deze eeuw aanwijzingen heeft gegeven voor de uitgangspunten en ontwikkeling van dit onderwijs. Deze aanwijzingen zijn gebaseerd op het antroposofisch mensbeeld, waarover verderop meer verteld wordt. Dit mensbeeld, de aanwijzingen van Steiner en de ervaringen, die met dit type onderwijs zijn opgedaan, vormen voor de leerkrachten de inspiratiebronnen, van waaruit zij handelen. Wij trachten het onderwijs zo vorm te geven, dat deze bronnen levend blijven, maar dat tevens de verworvenheden van deze tijd ook hun plaats krijgen in het onderwijs. Deze twee elementen kunnen een spanningsveld opleveren, dat ieder ertoe dwingt om zich steeds opnieuw af te vragen wat belangrijk is en essentieel voor de opvoeding van de kinderen. 2.2 Het “vrije” van de school Het predikaat ‘vrij’ is ook typerend voor deze schoolbeweging. Dat slaat op twee dingen: - kinderen opvoeden tot vrijheid; - streven naar ‘vrijheid van onderwijs’. Dit vraagt enige toelichting. “Opvoeden tot vrijheid” betekent niet dat de kinderen alles mogen en niets moeten. Dat zou geen opvoeden zijn. Opvoeden tot vrijheid betekent wel dat we het kind helpen zich bewust te worden van zijn eigen levensmotief, zijn eigen vermogens, zijn eigen wil. De kernvragen van elk kind, wie ben ik en wat kan ik, vormen de achtergrond waartegen het gehele vrijeschoolonderwijs gestalte krijgt. Deze vragen zijn vaak ook op latere leeftijd actueel, maar in de schoolperiode moet het kind een voorlopig antwoord op deze vragen vinden. Pas dan kan het als jong volwassene stevig in de wereld staan. Confrontaties met de leerkracht – mits liefdevol – zijn daarbij onmiskenbaar van belang.
Pagina 7 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
‘Vrijheid van onderwijs’ is een grondwettelijk recht. Maar in feite staat die vrijheid aan alle kanten onder druk. Structuurplannen, wet- en regelgeving, financiële kaders en economische belangen beperken de speelruimte van de leerkracht aanzienlijk. Vrijescholen trachten speelruimte te scheppen, te bevechten soms, om steeds de belangen van kinderen te kunnen dienen door hun ‘natuurlijke’ ontwikkelingsmogelijkheden te stimuleren. 2.3 Doelstelling De vrijeschool streeft ernaar de persoonlijkheid van de jonge mens zo breed mogelijk te ontwikkelen. De zorg voor een evenwichtige groei in het denken, het gevoelsleven en het wilsleven staat hierbij centraal. Cognitieve, kunstzinnige en sociale vorming krijgen gelijkwaardig aandacht. De bedoeling is dat de leerling zich van zijn idealen bewust wordt en – innerlijk vrij – streeft naar verwezenlijking daarvan. Individuele ontplooiing kan zo tevens leiden tot een creatieve bijdrage aan de samenleving. 2.4 Onderwijs en mensbeeld Het principe van ‘vrijheid’ heeft veel te maken met een ander kenmerk van de vrijeschool: het mensbeeld. Wat is een mens, wat is een kind eigenlijk? Hoe en waardoor ontwikkelt het zich? Volgens het antroposofische mensbeeld heeft de mens een fysiek lichaam, waarin de geest van een wezen incarneert. De mens wordt dus gezien als een lichamelijk wezen, maar tegelijkertijd – anders dan een dier – ook als een individueel geestelijk wezen. Het kind is geen onbeschreven blad dat je naar believen vol kunt schrijven, maar brengt speciale geestelijke talenten en motieven mee die het met behulp van zijn lichamelijk wezen kan ontwikkelen en realiseren. Als het ware ‘tussen’ het geestelijke en het lichamelijke ontwikkelen zich de psychische- óf zielenkwaliteiten, vooral in de basisschoolleeftijd. De psychische kwaliteiten uiten zich in het gevoelsleven, maar ook in de manier van denken en willen. In de periode van 0 tot 6 à 7 jaar staat de lichamelijke ontwikkeling van het kind centraal, de groei en de motoriek. Door veel te spelen, te bewegen, door een regelmatige dagindeling, door liedjes en een positieve sfeer gaat het kind zich thuis voelen in zijn eigen lichaam. Daarna, van ongeveer 6 à 7 tot 12 à 14 jaar treden de psychische kwaliteiten meer op de voorgrond. Het kind beleeft zichzelf en zijn omgeving vooral in zijn gevoelens. Daarom tracht de school allereerst bij het gevoelsleven van het kind aan te sluiten door het voor leerstof ‘warm’ te laten lopen, enthousiast te maken. Ook het denken en willen worden aangesproken. Wat het kind weet is minder belangrijk dan hoe het kind denkt. In aanleg denkt bijna elk kind origineel, creatief en probleemoplossend. Het is aan de ouders en de school om dat vermogen te behoeden, te koesteren en te verzorgen. 2.5 Onderbouw en bovenbouw Het vrijeschoolonderwijs omvat basis- en voortgezet onderwijs. Het basisonderwijs bestaat uit de kleuterklassen en uit de klassen 1 t/m 6. Klas 7 t/m 12 zijn een brede scholengemeenschap (ook wel bovenbouw genoemd). Deze scholengemeenschap biedt het vrijeschoolleerplan aan en daarin geïntegreerd de leerstromen VMBO, HAVO en VWO. Ook worden de bijbehorende examens afgenomen.
Pagina 8 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
In Nijmegen is een bovenbouw, het Karel de Grote College, dat een regionale functie vervult. De andere onderbouwscholen van deze regio bevinden zich in Arnhem, ‘s Hertogenbosch, Boxmeer, Ede, Nijmegen, Tiel en Uden. 2.6 De Zwaneridder in het kort De Zwaneridder is een vrij kleine school. Er zijn kleuterklassen waarin 4, 5 en 6-jarigen samen spelen en werken. De klassen 1 t/m 6 zijn paarsgewijs samengevoegd tot combinatieklassen. Dit heeft tot gevolg, dat het klassikale onderwijs aan één leeftijdsgroep, dat een van de uitgangspunten was van het vrijeschoolonderwijs, niet haalbaar is. Meestal wordt de vertelstof en leerstof nog wel klassikaal aangeboden, maar voor het verwerken en voor het oefenen vindt differentiatie plaats. Voor dit laatste maken we vooral in de hogere klassen steeds meer gebruik van methodes. Doordat het oude concept van het vrijeschoolonderwijs niet meer vanzelfsprekend toepasbaar is op De Zwaneridder, zijn we des te actiever op zoek naar de essentie van het vrijeschoolonderwijs. De leerkrachten blijven eindverantwoordelijk voor de leerstof, maar hoeven niet alles zelf meer te ontwikkelen. Dit kan meer rust brengen en houvast bieden; het vraagt alertheid om niet te verstarren in methodes en het onderwijs levend te houden voor de kinderen. Dit is de uitdaging waar we op De Zwaneridder voor staan. Op de meeste vrijescholen doorloopt een klassenleerkracht met een groep kinderen de klassen 1 tot en met 6. Op De Zwaneridder hebben we een andere keus gemaakt: De klassenleerkracht blijft 2 jaren verbonden met een groep kinderen. Omdat de combinatieklassen altijd uit dezelfde leerjaren bestaan (klas 1 en 2 samen, klas 3 en 4, klas 5 en 6) hergroeperen de kinderen zich elk jaar opnieuw. Dit vraagt elk jaar opnieuw aandacht van de leraar om van deze klassen een groep te maken, maar biedt ook steeds opnieuw nieuwe uitdagingen en mogelijkheden.
3. Het onderwijs 3.1 Kleuters “ De Kleuter leeft nog helemaal in verwondering” Kleuters ontwikkelen zich in en aan de wereld om hen heen. Het jonge kind is één met zijn omgeving en kan zich niet afsluiten voor indrukken die hem van daaruit bereiken. De kleuter neemt juist alles in zich op en identificeert zich daarmee. De directe omgeving en de personen daarin zijn voor hem daarom van essentieel belang. Gedrag, denken en morele waarden van (de volwassenen in) de naaste omgeving zijn belangrijk voor hoe het kind later in de wereld zal staan. Het kind heeft van nature de drang tot imiteren. Wat het kind in de periode van geboorte tot en met de kleuterfase leert, doet het grotendeels door de omringende wereld na te bootsen. Het vrijeschool onderwijs benadrukt dat de omgeving van de kleuter regelmaat kent en het waard is om nagebootst te worden. Ritme en herhaling zorgen voor herkenning, geven houvast en wekken vertrouwen. Het ritme komt tot uiting in een dag- week- en jaarritme, waarin elke dag volgens een bepaald patroon verloopt. Elke dag heeft zijn eigen activiteiten, waardoor er een weekritme ontstaat. Het jaarritme kenmerkt zich door de loop door de seizoenen en de jaarfeesten en het intens meebeleven hiervan in de kleuterklas.
Pagina 9 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Het onderwijs in de kleutergroep De kleuter leert door te doen, na te doen en dat telkens te herhalen. Het gaat daarbij om het doen en niet om het resultaat. Door spelen, vertellen, zingen en opzeggen van liedjes en versjes, door processen als broodbakken en wol bewerken, door kunstzinnige activiteiten zoals boetseren en schilderen, krijgt het kind de gelegenheid zich op een gezonde manier met al zijn zintuigen te ontwikkelen. Dat vormt de basis waarop het, als het “leerrijp” is, tot een actief lerend schoolkind kan uitgroeien. De Zwaneridder heeft twee kleuterklassen, waarin kinderen zitten van 4, 5 en 6 jaar. Door het jaar heen komen er nieuwe 4-jarigen bij, aan het eind van het schooljaar gaan de leerrijpe kinderen naar de eerste klas. Iedere kleuter beleeft de kleuterklas dus een keer als een van de jongsten en een keer als een van de oudsten. Dit vraagt om differentiatie in de omgang met de kleuters. Het biedt de kleuters veel gelegenheid om te leren van de oudere kinderen en later hulp te bieden aan de jongere kleuters. Gedurende de kleutertijd blijft het kind in dezelfde klas, bij dezelfde leerkracht die het op die manier goed kan volgen in zijn ontwikkeling. De kleuterklas is huiselijk ingericht. Alles in het lokaal heeft ten doel de ontwikkeling van het kind spelend en ervarend te bevorderen. Spelen is een levensbehoefte van het kind en noodzakelijk voor een gezonde lichamelijke, motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling. In het spel zal het kind onbewust omgaan met het voorbereidend reken- en taalonderwijs. Bijvoorbeeld in het sorteren van blokken om een toren te bouwen en in de gesprekken met elkaar hierover. In het spel worden de sociale vaardigheden geoefend en ontwikkeld. Het natuurlijke materiaal nodigt uit tot spelen en geeft rechtstreekse informatie aan de zintuigen. Blokken zijn van hout, poppen van stof gevuld met schapenwol. Met het speelgoed kan het kind nog van alles doen, het spelen is nog niet ‘ingevuld’. Het kind kan optimaal zijn fantasie gebruiken en kan er de ‘grote’ wereld mee nabootsen. Zo is alles wat in de kleuterklas gebeurt gericht op doen, beleven en ervaren. Speelwerkplan kleuterschool (groep 1 en 2) Het speelwerkplan bevat de volgende elementen: - arbeidsspel, d.w.z. het samen doen van zinvolle gebaren uit –bijvoorbeeld- de ambachten - kringspel - vrij spel - luisteren naar sprookjes - tekenen, schilderen, boetseren, weven en timmeren - werken in processen: wol bewerken, brood bakken - zingen - muziek maken op eenvoudige instrumenten - euritmie - samen verzorgen van de maaltijd - uitbeelden van verhalen in rollenspel - beleven van de seizoenen en vieren van de jaarfeesten.
Pagina 10 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Leerrijpheid Het kind ontwikkelt zich van speelkind tot leerkind. Dit brengt verandering met zich mee: de kleuterleid(st)er ervaart dat de oudste kleuters veranderen in spel, interesse, beweging, fysieke bouw, houding en spreken. Als het kind 6 jaar wordt, rijst de vraag of het in het volgende schooljaar de stap naar de eerste klas kan maken. Niet alleen de kalenderleeftijd bepaalt de leerrijpheid. Factoren als: mate van motorische ontwikkeling, links-rechts coördinatie, fysieke rijping, tandenwisseling, sociaalemotionele ontwikkeling en taakgerichtheid spelen ook een rol bij de overgang naar de eerste klas en worden zorgvuldig getoetst. 3.2 De klassen 1 tot en met 6 (groepen 3 t/m 8) Doelstelling en achtergrond van de vrijeschool komen tot uitdrukking in het leerplan en de werkwijze in de klas. In elk leerjaar sluit de leerstof aan bij de ontwikkelingsfase van de kinderen. Vooral de vertelstof speelt hierin een belangrijke rol. En net als in de kleuterklas is er sprake van een duidelijk dag-, week- en jaarritme. Dat is terug te vinden in het periodeonderwijs, de vaklessen en de jaarfeesten. Vertelstof In relatie tot de ontwikkelingsfasen van het kind staat in iedere klas een thema, de vertelstof, centraal. In deze vertelstof zien we de ontwikkeling van de mensheid weerspiegeld, die elk kind in versneld tempo opnieuw doormaakt. De vertelstof is: 1e klas sprookjes 2e klas fabels en legenden 3e klas Oude Testament 4e klas Noorse en Germaanse mythologie 5e klas Griekse mythologie en de geschiedenis van de oude culturen: India, Perzië, Babylonië, Egypte en Griekenland. 6e klas Romeinse cultuurgeschiedenis; middeleeuwse geschiedenis. Periodeonderwijs De eerste twee uren van de dag gebruikt de leerkracht voor het zogenaamde periodeonderwijs. Gedurende drie tot vier weken wordt er aan een bepaalde leerstof gewerkt: Nederlandse taal, rekenen, heemkunde, geschiedenis, plantkunde, dierkunde, natuurkunde. Het periodeonderwijs biedt de mogelijkheid dieper op de leerstof in te gaan en het geleerde op allerlei manieren te verwerken en te oefenen: spelend, tekenend, schilderend, schrijvend, boetserend. Vaklessen In deze lessen komt de overige leerstof uit het leerplan aan bod. Er zijn vaklessen voor vreemde talen (Frans, Duits, Engels), tekenen, schilderen, handwerken, handenarbeid, muziek, tuinbouw, verteluur, euritmie en gymnastiek. Voor een aantal vaklessen heeft De Zwaneridder vakleerkrachten in dienst.
Pagina 11 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Oefenuren Iedere klas heeft per week een aantal oefenuren voor onder andere rekenen, taal en topografie. Adaptief onderwijs In toenemende mate bestaat er de behoefte en noodzaak om in het aanbod van leerstof te differentiëren. Dit wil zeggen, dat het onderwerp van de leerstof voor de gehele klas hetzelfde is, maar dat er in de verwerking ervan verschillende niveaus aangeboden worden. Deze uitsplitsing in opdrachten komt voort uit de verschillen in ontwikkeling die er in een klas kunnen bestaan tussen kinderen. Er zijn kinderen die moeite hebben met het begrijpen van de stof en die extra oefening nodig hebben. Maar ook zijn er kinderen die meer uitdaging nodig hebben en die een verdere verdieping van de leerstof goed aan kunnen. De leerkracht deelt de les zo in, dat de kinderen na instructie zelfstandig aan het werk kunnen. De leerkracht kan dan hulp geven aan individuele kinderen. Ten behoeve van het adaptief onderwijs worden in toenemende mate oefenboeken gebruikt. Euritmie Euritmie is een kunstvorm waarbij gesproken woord en muziek ‘zichtbaar’ worden in gebaren en bewegingen. Het menselijk lichaam is het instrument voor deze bewegingsvorm. Euritmie vergroot de wilskracht van het kind, bevordert emotionele ontwikkeling en sociaal gedrag. Euritmie vergroot het bewustzijn van de ledematen en legt een basis voor schoonheidsbeleving, innerlijke beweeglijkheid en concentratie. Het lesprogramma sluit aan op het periodeonderwijs. Teksten en muziek worden voor de betreffende leeftijdsfase uitgekozen. Deze bevorderen de innerlijke en uiterlijke groei van het kind en van de klas in zijn geheel. De muziek tijdens de euritmie lessen worden verzorgd door een pianist en bij de kleuterklassen door een lierspeelster. Verteluur Het verteluur wil aanknopen bij de oorspronkelijke religieuze aanleg van kinderen, deze ontwikkelen en verzorgen door het vertellen van verhalen, zonder de moraal daarvan expliciet te noemen. In gesprekken met de klas komt naar voren wat er bij hen leeft. Het betreft algemeen religieus onderwijs, niet afhankelijk van een bepaalde godsdienstige stroming. In de lagere klassen gaat het om eerbied, verwondering en dankbaarheid voor de schepping, voor de bezielde, van God doordrongen wereld: stenen, planten, dieren, natuurwezens. In de middenklassen wordt de toegang gezocht tot de mens en zijn levensweg, de beproevingen, die een mens kan ondervinden, het onderscheid, dat hij moet leren maken tussen goed en kwaad. Dit gebeurt aan de hand van levensverhalen van mensen en verhalen uit de bijbel. In de hoogste klassen op de bovenbouw wordt ook over de wereldgodsdiensten en religieuze stromingen, hun verscheidenheid en hun samenhang verteld. Klas 1 tot en met 6 krijgen elke week een verteluur. Jaarfeesten Net als in de kleuterklas vieren de schoolkinderen met hun leerkrachten de jaarfeesten zodat de kinderen het ritme van het jaar, de wisseling in de seizoenen en de krachten in de natuur meebeleven. Dat zorgt in de loop der jaren voor een verdieping van de betekenis ervan. Ook zijn de feesten belangrijk voor de school als sociale gemeenschap. We vieren ze met elkaar: kinderen, leerkrachten en soms ook ouders. Pagina 12 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
De jaarfeesten zijn: Michaëlsfeest (29 sept.), Sint Maarten (11 nov.), Sint Nicolaas, Advent, Kerstmis, Driekoningen, Maria Lichtmis (2 febr.), Carnaval of Winterfeest, Palmpasen, Pasen, Pinksteren en Sint Jan (24 juni). Daarnaast nemen de Kerstspelen (Paradijsspel, Herdersspel en Driekoningenspel) in de vrijescholen een bijzondere plaats in. Indien er voldoende mensen zijn, worden de spelen opgevoerd door leerkrachten en ouders, aangevuld met bijv. ex-ouders en oudleerlingen van De Zwaneridder zelf. Als dit niet mogelijk is, worden er spelersgroepen van andere vrijescholen uitgenodigd. Computeronderwijs De leerkracht heeft een stimulerende en motiverende rol in het leerproces, die niet door een computer overgenomen kan worden. Daarnaast blijven we het zelf leren schrijven en tekenen van het grootste belang vinden als vaardigheden in het basisonderwijs. Met deze uitgangspunten zal een visie ontwikkeld worden op de inzet van computers in de school. Verslaglegging van ontwikkeling en vorderingen Vanaf het allereerste begin volgen kleuterleidsters, klassenleerkrachten, vakleerkrachten en zo nodig ook de remedial teacher nauwlettend de vorderingen die het kind op zijn ontwikkelingsweg maakt. Verslag van deze vorderingen vindt u in het getuigschrift. Ze worden verzameld in het leerlingvolgsysteem. Zie ook het hoofdstuk Zorg voor de kinderen. Getuigschrift Aan het eind van ieder schooljaar maakt de leerkracht voor elk kind een getuigschrift. Daarin informeert hij/zij de ouders over de manier waarop het kind zich dat jaar ontwikkeld heeft. Niet door middel van cijfers, maar door het geven van beschrijvingen van wat er dat schooljaar gedaan, beleefd en geleerd is. Een deel van het getuigschrift bestaat uit een verhaal, gedicht of een spreuk voor het kind. Dit is een beeld uit de vertel- of leerstof, waarin de leerkracht het kind karakteriseert en waarin een aanwijzing verwerkt is voor zijn verdere ontwikkeling. Door het jaar heen kunnen ouders de ontwikkeling van hun kind volgen door het bijwonen van de ouderavonden, de “tienminuten” gesprekken en eventuele huisbezoeken. 3.3 Het onderwijs per klas Hieronder vindt u een beschrijving van het onderwijs per klas in een ideale situatie. Door het combineren van klassen krijgen de kinderen vertelstof soms wat eerder of wat later aangeboden. Het zelfde kan gelden voor sommige aspecten uit het periode- en vakonderwijs. Klas 1 De overgang van de kleuterklas naar de eerste klas is voor het kind een grote stap. Het heeft enige tijd nodig om te wennen. In het begin van het schooljaar zijn de kinderen nog in meer of mindere mate kleuter. In de loop van het jaar worden ze een echte eersteklasser. Ze verwerven zich een leerhouding en vaardigheden die niet meer ‘des kleuters’ zijn. Ze leren doelen na te streven. Hun motorische vaardigheden groeien waardoor het leren ook gemakkelijker wordt. De ontwikkeling van kleuter naar schoolkind wordt fysiek zichtbaar in de tandenwisseling. Goede gewoontes In de eerste klas heeft het vormen van goede klassengewoontes de prioriteit. Net als in een gezin vormen gewoontes de basis voor deze ‘samenleving’. Alle regels en gebruiken leren de kinderen al doende, net als thuis. Pagina 13 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Vooral de eerste helft van het schooljaar staat in het teken van het aanleren van goede gewoontes en het vormen van een sociale eenheid. Ook in de andere jaren blijft aandacht voor goede gewoontes, zowel in de klas als in de school, van het grootste belang als basis voor het veilig voelen en kunnen ontwikkelen van de kinderen. Basisvaardigheden Een succesvol leerproces veronderstelt een aantal basisvaardigheden waaraan ook in de kleuterklas al aandacht is besteed. Dat proces is bij aankomst in de eerste klas nog niet afgerond en vormt dus een onderdeel van de na te streven doelen in het eerste schooljaar. Bijvoorbeeld de motorische vaardigheden, vooral de fijne motoriek die nodig is bij het schrijven. Daarnaast is een innerlijke leerhouding nodig, waardoor het kind bijvoorbeeld gericht kan luisteren naar een didactische instructie en zichzelf doelen kan stellen. Vertelstof De vertelstof van het eerste jaar bestaat uit Europese volkssprookjes zoals die door de gebroeders Grimm bijeen zijn gebracht. De leerkracht vertelt de sprookjes zelf, ze worden niet voorgelezen. De leerkracht is vrij in zijn keuze van het moment van de dag. Periodeonderwijs Nederlandse taal Het verwerven van de belangrijke (culturele) vaardigheden van lezen en schrijven geschiedt in de volgorde: eerst schrijven, dan lezen. De kinderen leren het schrijven o.a. door het ondersteunende vak vormtekenen, waarin ze de grondvormen van de letters oefenen. Ze leren alleen de drukletters en schrijven met bijenwaskrijtjes en dikke potloden. Ze schrijven op ongelinieerd papier om zelf plaats te leren bepalen in een vlak. Aanvankelijk ontstaan de letters uit letterbeelden die uit de sprookjes afkomstig zijn. Bijvoorbeeld: de K ontstaat uit het beeld van een koning en heet dan ook koningsletter. De klinkers krijgen geen begeleidend beeld maar worden zuiver als klankkwaliteit aangeboden. Als de kinderen een aantal letters kennen gaat het leesonderwijs verder op basis van klankzuivere woorden. Aan het einde van de eerste klas kunnen de meeste kinderen éénlettergrepige, klankzuivere woorden lezen en schrijven en kunnen ze de eerste eenvoudige leesboekjes lezen. Rekenen De doelstelling van het rekenonderwijs is het leren van de vier basisbewerkingen: eerst optellen, delen en aftrekken en later vermenigvuldigen. De kinderen moeten deze kunnen uitvoeren met getallen onder de twintig, eerst nog met materiaal, later uit het hoofd. Het leren rekenen wordt heel vaak vanuit de beweging geleerd. In het begin rekenen ze met Romeinse cijfers tot XII, dit o.a. vanwege het sterk beeldende karakter van deze cijfers. Later leren ze de Arabische cijfers 1,2,3 enz. Het rekenen oefenen ze uit het hoofd en op papier. Het sluit aan bij de belevingswereld van het kind (realistisch rekenen). Het rekenonderwijs gaat steeds uit van het geheel, dat uiteen valt in delen (20 = 7 + 13, 20 = 5 + 15, enz.). Later vormen de delen weer het geheel ( 7 + 3 = 10, 6 + 4 = 10, enz.) Vaklessen Vreemde talen Pagina 14 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
De eerste klas krijgt les in drie vreemde talen (Engels, Frans en Duits). Het doel is de kinderen te laten kennismaken met de klankkwaliteit van die taal door middel van versjes, liedjes en spraakoefeningen. Handwerken Eén keer per week staat er handwerken op het programma, o.a. ter ontwikkeling van de motoriek. Hoofdactiviteit is breien, dat ze leren met dikke wol en houten pennen. Verder eenvoudige knoopoefeningen, vingerhaken en dergelijke. Vormtekenen Het vak vormtekenen is in de eerste klas een voorbereiding op het schrijven. De kinderen werken met rechte en kromme lijnen, ritmische herhalingen van lijnen die figuren vormen. Euritmie Een keer per week heeft de klas euritmieles van een bevoegd euritmist(e) gedurende drie kwartier. Er wordt niet alleen naar sprookjesverhalen geluisterd, maar in de euritmie bewegen de kinderen het verhaal in ritmische afwisseling met muziek. Verteluur Vanaf de eerste klas horen de kinderen hier verhalen met een algemeen religieus karakter, waarmee aangeknoopt wordt bij de religieuze aanleg en beleving die kinderen hebben. In deze leeftijdsfase zijn het vooral verhalen waarin eerbied, verwondering en dankbaarheid voor de geschapen wereld een rol spelen. Kunstzinnige activiteiten Onder deze noemer horen: tekenen, schilderen, boetseren, muziek (waaronder zingen en Choroifluiten), toneel, kring- en ritmische spelen. Klas 2 De overgang van kleuter naar schoolkind is definitief achter de rug, maar de fantasie en beweeglijkheid zijn nog volop aanwezig en worden meestal vrijelijk geuit. Kinderen zijn zich in deze leeftijd meer bewust van stemmingen en persoonlijke eigenschappen van anderen en ook van zichzelf. Het ‘goede’ en het ‘kwade’ zijn echte thema’s voor hen. Een begin van onzekerheid daarachter is vaak merkbaar. De leerkracht zal vertrouwen scheppen door te bevestigen wat het kind al kan: (leren) rekenen, schrijven en lezen. Daarnaast biedt hij/zij in de vertelstof beelden en situaties waarin de tweedeklassers iets van zichzelf en anderen kunnen herkennen. Vertelstof Fabels en legenden zijn de rijke bronnen van vertelstof voor de tweedeklassers. Fabels gaan over dieren die een menselijke eigenschap uitdrukken: de sluwe vos, de wijze uil, de driftige stier, de koppige ezel, de trotse haan, de trouwe hond, het goedige schaap. En al die eigenschappen proberen elkaar de loef af te steken. Fabels schetsen de menselijke ziel als een schouwtoneel van met elkaar strijdige animale begeerten. De kinderen herkennen iets daarvan bij zichzelf of bij anderen; fabels vertegenwoordigen onmiskenbaar een belangrijke kant van de (kinder)ziel.
Pagina 15 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Maar mensen zijn niet overgeleverd aan hun driften, hun koppigheid of ijdelheid. Ze kunnen onbaatzuchtige motieven zoeken. De tweedeklasser die dat gaat ontdekken, kan daaraan krachtige en blijvende innerlijke steun ontlenen. Daarom worden in de 2e klas ook verhalen (legenden) verteld over mensen uit het verleden, die, na een innerlijke strijd, grote liefde voor de schepping, de natuur, mens en dier hebben getoond. Voorbeelden zijn: Sint Franciscus, Sint Maarten, Elizabeth van Thüringen. Periodeonderwijs Nederlandse taal Met behulp van gedichtjes, ritmische oefeningen, reciteren en toneelspel ontwikkelen de kinderen het spreken en de uitspraak. Het leren schrijven sluit aan op wat de kinderen gehoord, zelf gesproken of gereciteerd hebben. Halverwege de tweede klas wordt begonnen met methodisch schrijven. Het vormtekenen ondersteunt het schrijven. Ze leren dubbelklanken en klankzuivere woorden. Ieder kind leest 2 á 3 keer per week op zijn eigen niveau in een boekje. Ze worden gestimuleerd zelf actief met het schrijven aan de gang te gaan. Rekenen De kinderen leren zich vrij te bewegen met getallen door middel van de vier hoofdbewerkingen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen) onder de 100. Ze leren de tafels van vermenigvuldiging 1 t/m 6 en 10 en reciteren de reeksen oplopend en afdalend. Ze worden zich bewust van het tientallig stelsel en leren schattingen te maken. Bewerkingen met getallen onder de 20 worden geautomatiseerd. Heemkunde Heemkunde stimuleert de kinderen tot een bewustere en fantasievolle verbinding met de eigen omgeving. De verhalen gaan over planten en dieren waarin hun karakteristieke eigenschappen naar voren komen. Ze leren er liedjes en versjes over, schrijven die op en maken er uitgebreide tekeningen van. Ook gaan ze zelf in de natuur wandelen en kijken. Vaklessen Vreemde talen Engels, Duits en Frans staan op het programma van de tweede klas. Het luisteren en spreken staat centraal. Op een speelse manier leren de kinderen voorwerpen, lichaamsdelen en zaken benoemen waarmee ze direct in aanraking komen. Ze leren de vreemde taal zoals de moedertaal: door nadoen. Rijmpjes, liedjes, verhalen en toneelstukjes in de taal ondersteunen het ‘gevoel krijgen’ voor het eigene van klank en ritme. Handwerken Het breien wordt verder voortgezet en ze leren haken, borduren en weven. Handvaardigheid Om de fijne motoriek, de concentratie en het voorstellingsvermogen verder te ontwikkelen werken de kinderen met allerlei materialen en kleuren: boetseren, knutselen met karton, papier, zijdevloei of crêpepapier, origami en natuurlijke materialen (eikels, stokjes, schors e.d.).
Pagina 16 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Vormtekenen De kinderen tekenen ‘vanuit de beweging’. Ze ervaren de vormen eerst lijfelijk, bijvoorbeeld door ze te lopen en dan pas op papier te zetten: spiegelvormen, inwikkelende en uitwikkelende vormen en schrijfoefeningen. Dat alles ter bevordering van een mooi handschrift en ter vergroting van het ruimtelijk inzicht, bladverdeling en coördinatie. Euritmie Aan de hand van dierenverhalen of legendes worden de kinderen de gebaren van de klinkers en medeklinkers gewaar. Verteluur De leraar vertelt verhalen met een algemeen religieus karakter, waarmee aangeknoopt wordt bij de religieuze aanleg en beleving die kinderen hebben. In deze leeftijdsfase zijn het vooral verhalen waarin eerbied, verwondering en dankbaarheid voor de geschapen wereld een rol spelen. Schilderen en tekenen Bij het schilderen spelen kleurbeleving en dynamiek een rol. De kinderen kunnen bepaalde zielenstemmingen in vorm en kleur uitdrukken.Het tekenen wordt meer en meer illustratief. Muziek Het ritmisch-melodisch gehoor wordt aangesproken. Bij het zingen is er zorg voor de stem, met name de articulatie. Ze leren liedjes met allerlei instrumentjes te begeleiden. Overgang naar de blokfluit Bewegingsonderwijs De kringspelen geven vreugde en plezier, gezonde bewegingsvormen versterken het ritmegevoel, de grove motoriek en coördinatie. Daarnaast bevorderen ze het sociale element in de groep. Touwtje springen, evenwichtsbalk, steltlopen, ballen en hinkelen zijn bewegingsspelletjes, eveneens geschikt om de grove motoriek en coördinatie te versterken. Klas 3 Klas 1 t/m 3 vormen qua ontwikkelingsfase een eenheid. Het kind is open en voelt zich één met de wereld. Derdeklassers accepteren leiding als vanzelfsprekend. Fantasie en spel dragen het leerproces. Vertelstof De verhalen van het Oude Testament vormen de vertelstof van de derde klas. De verhalen over de ene God die een hecht verbond heeft met zijn volk, geven het kind de mogelijkheid als individu en als groepslid sterk mee te leven. Deze vertelstof, met als hoogtepunt de avontuurlijke tocht naar het beloofde land, biedt veel mogelijkheden voor recitatie, toneelspel en schrijven en tekenen.
Pagina 17 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Periodeonderwijs Nederlandse taal De kinderen leren een methodisch verbonden schrift. De vertelstof en de onderwerpen uit de heemkundeperiode nodigen uit tot creatief schrijven. Ze leren de spelling op basis van analogie, regels en voorbeeldwoorden. Open en gesloten lettergrepen worden niet zo genoemd, maar wel geoefend. Ze oefenen interpunctie en maken een begin met de woordsoorten. Lezen gebeurt d.m.v. stillezen, begrijpend lezen en in niveaugroepen. Rekenen De hoofdbewerkingen oefenen de kinderen op papier en uit het hoofd. Hoofdrekenen tot 100, tot 1000 op papier. Rekenen met geldbedragen. Ze leren de tafels en beginnen met cijferen. Sommen worden zo veel mogelijk met de werkelijkheid verbonden. Heemkunde Dit vak krijgt gestalte in periodes waarin de boerderij, ambachten (bijv. manden vlechten, schoenen maken, pottenbakken, malen van de molenaar) en de huizenbouw centraal staan. Doen, beleven, begrijpen is de leerweg. Vaklessen Vreemde talen Bij de vreemde talen breidt het repertoire zich uit: tellen, kleuren, dagen, maanden, voorwerpen en lichaamsdelen. Liedjes, gedichtjes, dialoogjes en spelletjes. De hele les wordt de vreemde taal gesproken. Er is alleen tekenwerk, nog geen schriftelijk werk. Handwerken en handenarbeid Ieder kind breit een eigen muts. Bij handenarbeid werken ze met natuurlijk materiaal, papier (bijvoorbeeld origami) bijenwas en klei. Vormtekenen Vormveranderingen en vraag- en antwoordspel met vormen zetten ze vanuit de beweging op papier. Muziek De kinderen krijgen blokfluitles. Liederen worden nog eenstemmig gezongen. Ritme en melodie beleven ze door klappen, lopen en het gebruik van ritme-instrumenten. Schilderen Zielenstemmingen en eenvoudige gestalten zijn de onderwerpen. Euritmie De kwaliteiten van aarde, water, lucht en vuur komen tot uitdrukking in groepsvormen in de kring, in verschillende ritmes en in karakteristieke gebaren.
Pagina 18 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Verteluur De leraar vertelt verhalen met een algemeen religieus karakter, waarmee aangeknoopt wordt bij de religieuze aanleg en beleving die kinderen hebben. In deze leeftijdsfase zijn het vooral verhalen waarin eerbied, verwondering en dankbaarheid voor de geschapen wereld een rol spelen. Oefenuren Voor de periodevakken rekenen en taal zijn er oefenuren om de in de periode aangeboden stof goed te oefenen. Gymnastiek De kinderen gaan voor het eerst naar een gymzaal. Tik-, kring- en balspelen zijn belangrijke lesonderdelen. Spelenderwijs oefenen ze aan de toestellen. In deze klas zwemmen de kinderen om het andere jaar gezamenlijk met de vierdeklassers.
Klas 4 In de 4e klas zijn de kinderen 9 à 10 jaar en maken ze een omslag in hun ontwikkeling. Voelde het kind zich voorheen nog als vanzelfsprekend opgenomen in de omgeving, nu maakt het zich voor het eerst ervan los en bekijkt de wereld met nieuwe ogen. Wat het kind ziet, stelt hem vaak teleur. Wat hij steeds had gedacht: de wereld is wondermooi en goed, blijkt allemaal anders. Ook de leerkracht ontkomt niet aan een kritische blik: de juf weet wel veel, maar heeft zo’n gekke neus. Er klinkt veel protest en commentaar. Het kind voelt zich teruggeworpen op zichzelf en kan soms erg onzeker en eenzaam zijn. Geen wonder dat het kattig wordt of soms zomaar ineens huilt. Graag meten ze zich met elkaar in vechten, in ruzie, in schelden. De winnaar wordt bejubeld, de verliezer wordt uitgelachen. Even later zijn ze weer dikke vrienden. Dit loskomen van de wereld heeft een positieve kant: vanuit een nieuw ik-beleven de wereld ontdekken, de ruimte verkennen. Ieder kind maakt dit proces op zijn eigen wijze door. Vertelstof De oud-Germaanse mythologie, beschreven in de Edda, vertelt van de gouden wereld van de Goden, immer strijdend met de reuzen. Voor de goden nadert de ondergang. Deze verhalen van de mensheidsgeschiedenis zijn de verbeelding van wat de kinderen nu in hun eigen ziel beleven. Periodeonderwijs Nederlandse taal De kinderen oefenen zich in het reciteren van gedichten, veelal in stafrijm geschreven. Met het schrijven maken ze zich een goed leesbaar lopend schrift (of handschrift) eigen. Bij het schrijven van opstellen of verhalen is er veel aandacht voor vorm en inhoud. Ze leren brieven te schrijven. Met lezen oefenen de kinderen niet alleen in technisch lezen, maar ook in het begrijpend lezen. De grammatica behandelt in het bijzonder de werkwoordsvormen in samenhang met tijd en onderwerp. Er si veel aandacht voor de juiste spelling.
Pagina 19 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Rekenen Uitbreiding van hoofdrekenen en cijferen. Voor het eerst komen de breuken aan bod: de één als geheel wordt op tal van manieren gedeeld, zodat de kinderen de stambreuken leren kennen en de eerste + en - sommen met breuken maken. Nieuw is ook het meten. Het eerste meten gaat uit van de menselijke maat (duim-el-voet), dan volgt de overgang naar het metrieke stelsel. Dierkunde Vanuit het beeld van de mens komen de dieren aan bod in hun karakteristieke eenzijdigheid van bijvoorbeeld graven of rennen. Maar steeds staat hun gestalte en hun kwaliteit in relatie tot de mens. Heemkunde De heemkunde in de 4e klas kent een aardrijkskundig en een geschiedkundig aspect, uitgaande van vooral verbondenheid met de eigen woonomgeving. Het is een eerste oriëntatie in ruimte en tijd. De kinderen tekenen de eerste plattegronden en kaarten, met daarop de karakteristieken van het landschap, zoals bos, zee en rivier en de steden, wegen, bruggen en spoorlijnen. Vaklessen Vreemde talen Engels en Duits of Frans. Er wordt aangeknoopt aan wat in klas 3 geleerd is: kringspel, raadspelletjes, reciteren van gedichten, zingen van liederen en toneelstukjes. Door middel van naschrijven van al geleerde stof maken de kinderen kennis met het woordbeeld van de taal. Handwerken Uitgebreide toepassing van de kruissteek in verschillende werkstukken, w.o. een tas of kussen. Vormtekenen Vooral vlechtmotieven uit de oudheid krijgen aandacht. Schilderen Vanuit kleurstemmingen ontstaan de vormen, landschappen en bijvoorbeeld dieren. Muziek Bij het fluiten de overstap naar het spelen van bladmuziek. Er worden canons aangeleerd. Zie ook klas 3. Euritmie De kringvorm wordt doorbroken. De kinderen leren geometrische vormen te lopen, onder andere op gedichten en zich frontaal in de ruimte te oriënteren. Verteluur De leraar vertelt verhalen met een algemeen religieus karakter, waarmee aangeknoopt wordt bij de religieuze aanleg en beleving die kinderen hebben. In deze leeftijdsfase zijn het vooral verhalen over de mens, zijn lot en zijn beproevingen.
Pagina 20 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Oefenuren Voor de periodevakken rekenen en taal zijn er oefenuren om de in de periode aangeboden stof goed te oefenen. Gymnastiek De kinderen oefenen zich, naast tik-, ren- en balspelen, op de toestellen. Verder oefenen in vangen en gooien, in evenwicht houden. Klas 4 heeft, samen met klas 3, om het jaar schoolzwemmen. Klas 5 De zielenstemming van de vierdeklasser was die van ‘verbroken eenheid’, een scheiding tussen ‘ik’ en ‘wereld’. Maar die scheiding krijgt in de 5e klas een positieve keerzijde: de eigen individualiteit wordt beter beleefbaar. Eerst nog aarzelend en schoksgewijs, maar steeds duidelijker ontstaat het vermogen de wereld meer onbevangen, nauwkeuriger waar te nemen. De vijfdeklasser gaat genuanceerder denken en zich ook verdiepen in het gedrag van zijn klasgenootjes. Ook de relatie tot volwassenen verandert. De alwetendheid van de leerkracht is niet meer vanzelfsprekend want ook boeken blijken vragen te kunnen beantwoorden. De vijfdeklasser is geïnteresseerd in de samenhang tussen wat in hemzelf leeft en wat hij in de buitenwereld vindt. Er begint zich ook meer evenwicht af te tekenen in het uiterlijk van de kinderen. Er komt meer tekening in het gezicht en de bewegingen worden soepeler. Vertelstof In de 5e klas vormt de mythologie van vooral de Grieken de vertelstof. Een groot aantal verhalen daarvan behoort tot ons cultuurgoed. Zij vertellen de lotgevallen van sterfelijke en onsterfelijke wezens, goden en godinnen, mensen en nimfen. Zij vertellen over een deels imaginatieve- en deels fysieke werkelijkheid. De goden zijn ontmaskerd, de herinnering aan een geestelijke wereld maakt plaats voor het abstracte denken, gericht op de fysieke wereld. En daar staat de 5e klasser middenin. Periodeonderwijs Nederlandse taal Spreekoefeningen zorgen voor een juiste uitspraak. Bij opstellen ligt de nadruk op verzorgd schrijven wat vorm en inhoud betreft en op verschillen in verhaaltrant. Begrijpend lezen vormt de opstap naar het latere studerend lezen.De lijdende en bedrijvende vorm komen aan de orde. Er ontstaat gevoel voor het actieve en passieve karakter van een zin. Kinderen maken zelf zinnen en ontleden ze op gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp. Directe en indirecte rede. Het gaat erom, dat het kind een verhouding krijgt tot datgene, wat werkelijk in de situatie gezegd wordt. Meerdere vormen van het werkwoord komen aan bod. Rekenen Vermenigvuldigen van getallen beneden de 200, bijv. 45 x 18. Rekenen met gewone en tiendelige breuken. Het introduceren van het decimale stelsel. Eenvoudige redactiesommen. Vormsommen. Verder het berekenen van oppervlakten, inhoudsmaten, afstanden en gewichten.
Pagina 21 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Aardrijkskunde Nederland komt in de fysische geografie aan de orde vanuit de grondsoorten, landschappen en topografie. Voor de behandeling van de sociale geografie leent zich de Rijn als handelsweg. Ook economische aspecten komen aan bod. Als uitgangspunt dienen de producten, die de kinderen zelf gebruiken. De kinderen ervaren dat over de hele wereld mensen voor elkaar aan het werk zijn. Plantkunde In de plantkunde komt de samenhang en totaliteit van het plantenrijk naar voren.De planten in hun karakteristieken met het milieu waarin ze leven.Centraal staat het begrip voor de plantenwereld, voor de verbondenheid van planten met hun omgeving. In het werken in de schooltuintjes wordt deze kennis toegepast. Ook worden de kinderen geïnstrueerd over achtergrond van de tuinarbeid. Geschiedenis In de 5de klas komen verhalen en beschrijvingen van de voorchristelijke culturen van o.a. de Indiërs, het Tweestromenland, de Egyptenaren en de Grieken aan bod in samenhang met de vertelstof. Vaklessen Vreemde talen Net zoals bij het Nederlands beginnen de kinderen ook bij Engels, Frans en Duits met grammatica (werkwoordsvormen). Voortzetting van wat in klas 4 gedaan werd: grotere recitaties, zingen van liederen, toneel. Het uitschrijven en nalezen van geleerde teksten van verzen, raadsels en spreekwoorden. Handwerken en handenarbeid In de 5e klas naaien de kinderen dieren en poppen van stof. vijfdeklassers boetseren ook gebruiksvoorwerpen en voorstellingen uit de verschillende periodes. Daarnaast beginnen ze met houtbewerking. Vormtekenen Vormtekenen is een oefenvak, het gaat om het doen, niet zozeer om het resultaat. In de 5e klas komen (vlecht)motieven uit de Oudgriekse en Babylonische cultuur aan bod. Euritmie In klas 5 wordt er gewerkt aan de hexameter, aan vijfster variaties en aan de gebaren van het alfabet. Verteluur De leraar vertelt verhalen met een algemeen religieus karakter, waarmee aangeknoopt wordt bij de religieuze aanleg en beleving die kinderen hebben. In deze leeftijdsfase zijn het vooral verhalen over de mens, zijn lot en zijn beproevingen. Schilderen Van een vijfdeklasser verwachten we meer naturalistische weergave. Elementen stemmingen (vuur, water, aarde, lucht); natuurstemmingen (planten, bloemen); dieren en mensen; schilderen van landkaarten met de voor het land typerende kleurstemmingen; licht en schaduw. Pagina 22 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Muziek Het zingen van meerstemmige liederen krijgt veel aandacht. Er wordt veel gebruik gemaakt van de op school aanwezige instrumenten. Verteluur Er worden verhalen verteld die aansluiten bij de zielenstemming van de vijfdeklasser: mythologische verhalen, biografisch getinte verhalen, verhalen over belangrijke maatschappelijke gebeurtenissen uit de Middeleeuwen en Renaissance. Oefenuren Voor de periodevakken rekenen en taal zijn er oefenuren om de in de periode aangeboden stof goed te oefenen.
Klas 6 In de zesde klas ligt het begin van de prepuberteit. Het skelet groeit, vooral de ledematen. Een verlies aan soepelheid van bewegingen is merkbaar. Het intellect ontwaakt en tegelijkertijd ontwikkelt zich de belangstelling voor de actualiteit. Dit is het begin van een langdurig proces, de weg naar grotere zelfstandigheid en onafhankelijk denken. Er wordt nu meer inzicht gevraagd van het kind. In de vertelstof maken de mythologische verhalen plaats voor de geschiedenis van de Romeinen en van de Middeleeuwen. Vertelstof Geschiedkundige verhalen uit de Romeinse tijd en de Middeleeuwen vormen de vertelstof voor de zesde klas. Zij sluiten aan op de belevingswereld van de 11 à 12 jarige. Het zelfbewuste individu immers stond in Rome op de voorgrond. Hier ontstond de afbakening van de rechten van de ene persoon ten opzichte van de rechten van de ander. Het ‘elk het zijne’ was en is nog steeds een belangrijk beginsel. Om deze rechten te waarborgen, werden wetten gemaakt; een thema dat een zesdeklasser aanspreekt. Dan volgen de Middeleeuwen. Opkomst van vorstendommen en vrije steden met burgers en ambachtslieden. Kenmerkend is ook de sterke religieuze en gevoelsmatige verinnerlijking in deze tijd. Net zoals in een kathedraal is de binnenwereld verrassend kleurrijk. Periodeonderwijs Nederlandse taal De Nederlandse taalperiodes zijn vaak geïntegreerd met andere. De kinderen krijgen dan veel stelopdrachten. Zo maken ze bij de natuurkunde van alle proeven een verslag. Verder komen aan de orde: taal- en redekundig ontleden, spelling van moeilijke woorden, spreekwoorden, verschillende dichtvormen in ritme, alliteratie en rijm. (Handels)rekenen en meetkunde Bij het rekenen oefenen ze nog de basisbewerkingen om daarna een begin te maken met het handelsrekenen. De geschiedenis van de handel staat op het programma. Ze rekenen met kapitaalsommen, rente, bruto, tarra en netto.
Pagina 23 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Verder beginnen ze met meetkunde. Met behulp van passer en liniaal maken de kinderen allerlei constructies van cirkels, driehoeken en veelhoeken. Deze vormen kleuren ze individueel in om er op deze manier variaties in te ontdekken. Geschiedenis De hierboven besproken vertelstof komt in klas 6 vooral aan bod in de geschiedenisperiodes. Dat zijn de Romeinse cultuur en de karakteristieken van de Middeleeuwen, met hun vele invloeden tot in onze tijd. Aardrijkskunde De gesteentes en mineralen vormen hier het onderwerp. Om te beginnen kalk en graniet en hun karakteristieken. Verder is er een periode over de atmosferische verschijnselen (weer en klimaat) en oefenen, tekenen en kleuren ze de topografie van Europa en de wereldtopografie. Natuurkunde De natuurkunde begint bij dagelijks waarneembare verschijnselen. Belangrijk zijn het zelf waarnemen en beschrijven van verschijnselen als geluid, licht, warmte, elektriciteit en magnetisme. Tuinbouw Er wordt in schooltuintjes gewerkt. De vaklessen Vreemde talen Frans, Duits en Engels. De zesdeklassers lezen, zingen, spreken, spelen toneel in de vreemde taal. De grammatica krijgt een vervolg met het leren van werkwoordvormen, zelfstandige naamwoord, enkel- en meervoud. Handwerken en handenarbeid Tijdens de handwerklessen maken ze een paar sloffen van vilt. Tijdens de handenarbeid maken ze allerlei eenvoudige houten gebruiksvoorwerpen door het gutsen van holle en bolle vormen, zoals pollepel en kommetje. Vormtekenen Het vormtekenen sluit in eerste instantie aan op de behandelde cultuurgeschiedenis. Geleidelijk verandert het vormtekenen in meetkunde. Zo kan het gaan om allerlei doorsnijdingen van vormen, uit de hand te tekenen en op papier te laten ontstaan. Gymnastiek Het spel bestaat nu uit verschillende sporten zoals korfbal, slagbal, basketbal. Er wordt ook gewerkt met toestellen. Tekenen en schilderen Tijdens de periodes is de behandelde stof het onderwerp voor tekeningen. Er is al enige aandacht voor perspectief. Het natekenen, en daarbij letten op details en vormgeving, krijgt ook meer nadruk. Bij het schilderen is de opzet om meer in de voorstelling te komen. De kleuren zorgen voor meer diepte.
Pagina 24 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Muziek Het repertoire groeit. Het oefenen met toonladders, intervallen, maatsoorten en moeilijkere ritmen gaat door. Euritmie Het gebruik van staven staat centraal: het werpen (richten en doseren) en ontvangen (incasseren), verscheidene grondoefeningen in samenhang met muziek. Verteluur De leraar vertelt verhalen met een algemeen religieus karakter, waarmee aangeknoopt wordt bij de religieuze aanleg en beleving die kinderen hebben. In deze leeftijdsfase zijn het vooral verhalen over de mens, zijn lot en zijn beproevingen. Toneel Tijdens het schooljaar spelen de kinderen één of meerdere toneelstukken. Het thema komt meestal uit de vertelstof. Oefenuren Voor de periodevakken rekenen en taal zijn er oefenuren om de in de periode aangeboden stof goed te oefenen. 3.4 Aansluiting op het vervolgonderwijs In de loop van de 6e klas kunnen de ouders kiezen voor het reguliere vervolgonderwijs of voor voortzetting van het vrijeschoolonderwijs aan de bovenbouw, het Karel de Grote College in Nijmegen. In het jaardeel van de schoolgids vindt u de gegevens van de schoolverlaters van de afgelopen jaren. 3.5 Schoolregels De volgende gedragsregels gelden op De Zwaneridder als uitgangspunt voor de omgang met elkaar. 1. 2. 3. 4.
Wij zijn op school om samen te leren. Wij houden in ons spreken en doen rekening met elkaar. Wij gaan zorgvuldig om met de spullen van de ander en ons zelf. Samen houden wij de school schoon en opgeruimd.
Pagina 25 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
4
Oriëntatie, aanmelding en aanname
Oriëntatie Bent u geïnteresseerd in het vrijeschoolonderwijs en overweegt u om uw kind aan te melden voor onderwijs op de Zwaneridder, dan kunt u op verschillende wijzen kennismaken met het onderwijs en de school. Om de sfeer van de school te proeven kunt u de lentemarkt, het schoolfeest of de kerstspelen bezoeken. Bij de administratie kunt u een informatiepakket aanvragen (incl. deze schoolgids). Gerichte informatie over de school kunt u verkrijgen bij de aanname coördinator van de school. De aanname coördinator is gaarne bereid een kennismakingsgesprek met u te voeren en u door het gebouw rond te leiden. Aanname coördinator De aanname coördinator draagt zorg voor het informeren van geïnteresseerde ouders en het uitvoeren van de aannameprocedure. De aannamecommissie bestaat uit de aanname coördinator, de betreffende klassenleerkracht en de schoolleiding. De schoolleiding draagt de eindverantwoordelijkheid bij aanname. Aannameprocedure - Tijdens het hele schooljaar kunt u uw kind (eventueel telefonisch) aanmelden. - Waar het een kleuter betreft verdient het aanbeveling uiterlijk een half jaar voor de vierde verjaardag van het kind aan te melden; eerder mag, later kan. - Na opgave van uw gegevens krijgt u infobrochures toegestuurd. - U wordt, indien van toepassing, uitgenodigd voor de open dag en/of informatieavond. - Hier ontvangt u uitgebreide informatie over pedagogische en praktische aangelegenheden. - Er kan een afspraak met de aanname coördinator worden gemaakt voor een kennismakingsgesprek - Wilt u uw kind bij ons op school plaatsten dan wordt een afspraak gemaakt voor een aannamegesprek. - Dit is een gesprek tussen de aannamecoördinator, ( het kind) en de ouders. - Voorafgaand aan dit gesprek vult u de gegevens van uw kind in op het daartoe bestemde formulier. - Aan de hand van dit formulier, het overdrachtformulier van de peutergroep, evt. andere verslagen wordt in dit gesprek informatie uitgewisseld. - Het is de bedoeling hierdoor zicht te krijgen op wederzijdse verwachtingen. De eventuele hulpvraag van het betreffende het kind kan hier besproken worden.* Het gesprek is nog vrijblijvend voor ouders én school. - De aanname coördinator brengt een advies uit aan de schoolleiding en legt de eventuele hulpvraag voor aan het lerarencollege - U ontvangt bericht van de schoolleiding over het besluit betreffende de aanname van uw kind. - Als besloten is tot plaatsing zal de klassenleerkracht contact opnemen om instroom afspraken met u te maken. - Uiterlijk op de dag dat het kind op school begint levert u het inschrijfformulier ingevuld en ter akkoord ondertekend, in - Hiermee is uw kind bij ons op school geplaatst en de inschrijving een feit. Pagina 26 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
De aanname coördinator wil graag een goed beeld krijgen van het kind, opdat ook zeker is, dat het kind op deze school en in deze klas voldoende ontwikkelingsmogelijkheden heeft. Mocht het kind veel extra hulp nodig hebben om zich goed te ontwikkelen, dan kan het zijn dat de school dit op den duur niet kan bieden. In het belang van het kind willen we hier in het begin al een beeld van krijgen.
5
Zorg voor leerlingen
5.1
Volgen van de ontwikkeling van de kinderen op school
Leerling-dossier Om de ontwikkeling van de kinderen goed te volgen is het noodzakelijk dat er van elk kind gegevens hierover worden beschreven en bewaard. Voor elk kind is er een dossier met persoonlijke gegevens, een korte biografische schets, verslagen van vorderingen, toetsen, eventuele kinderbesprekingen, gesprekken met ouders en onderzoeksverslagen. De dossiers liggen in een archief en zijn alleen toegankelijk voor de leerkrachten. In overleg met de leerkracht is het dossier ter inzage voor de ouders. De administratieve gegevens van alle gezinnen en leerlingen zijn in het afgeschermde computerbestand van de school opgenomen. Een deel van deze gegevens moet worden verstrekt aan gemeentelijke en rijksoverheid en aan eventuele vervolgscholen. Verder worden deze gegevens zonder toestemming van de ouders/verzorgers niet aan derden verstrekt. Leerlingvolgsysteem Het leerlingvolgsysteem heeft tot doel de leerkracht te helpen in het volgen van de ontwikkeling van de individuele leerling en van de klas in zijn geheel. Ten behoeve van het volgen van de ontwikkeling van het kind, worden de bevindingen vanaf de kleuterklas vastgelegd. De kleuterleidster volgt de ontwikkeling van haar kleuters; van elke kleuter heeft zij een verslaglegging van wat haar opvalt, die dag, die periode. Aan de ouders wordt gevraagd de biografie vanaf de zwangerschap te beschrijven. Vanaf de eerste klas wordt de ontwikkeling van taal en rekenen door middel van toetsen gevolgd en vastgelegd. Daarnaast blijven de dagelijkse waarnemingen belangrijk, omdat een toets toch een momentopname is. De ontwikkeling van het kind in het algemeen en in afzonderlijke vakken worden door de leerkrachten door dagelijkse waarnemingen gevolgd. Ontwikkeling van denken, voelen en willen wordt gevolgd met behulp van het nieuwe leerlingvolgsysteem, waarin alle drie gebieden aan de orde komen. De resultaten van de afgenomen toetsen en van de observaties van de leerkrachten worden de ouders meegedeeld tijdens de zogenaamde 10 minuten gesprekken. De door observaties en leerlingvolgsysteem opgedane bevindingen van de leerkrachten over het kind krijgen hun weerslag in het getuigschrift. Procedure schoolrijpheidsonderzoek Waarnemingen en verslaglegging De kleuterleidster observeert de 5- en 6-jarige kleuters op twee momenten in het jaar op bepaalde kenmerken voor leerrijpheid. Deze observaties legt zij vast in een kleutervolgsysteem. Vanaf januari geeft zij de oudste kleuters opdrachtjes, waarbij zij kijkt hoe de kinderen deze uitvoeren. Ook onder Pagina 27 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
het vrije spel observeert zij deze kleuters. In mei vult zij de resultaten van de leerrijpheidstest voor alle 5 en 6 jarigen in. Deze test is een leidraad om waar te nemen of het kind op lichamelijk, motorisch en emotioneel gebied leerrijp is of wordt. In dezelfde periode kijken de leerkracht van de eerste klas en de schoolarts naar de oudste kleuters en geven hun mening over de leerrijpheid van het betreffende kind. Advies en beslissing De ontwikkeling van de 5- en 6-jarige kinderen komt ter sprake tijdens de pedagogische vergadering over leerrijpe kinderen. Hieruit volgt een advies ten aanzien van overgang naar de eerste klas; de kleuterleidster bespreekt dit met de ouders van het betreffende kind. Als er twijfel bestaat over leerrijpheid, dan volgt een gesprek van de kleuterleidster en leerkracht van de eerste klas met de ouders van het kind. Gezamenlijk maken zij dan een keuze, die zij voor het kind het beste vinden. Wanneer leerkrachten en ouders blijvend van mening verschillen, wordt de hulp van een externe deskundige ingeroepen. Hij/zij observeert en doet een onderzoek. Zijn/haar oordeel geeft de doorslag. Mocht een kind een jaar langer in de kleuterklas blijven, dan maakt de kleuterleidster een “werkplan”, zodat het kind voldoende uitdaging vindt. Alle bevindingen worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem. Voorlichting ouders In het voorjaar is er een ouderavond over de leerrijpheid in het algemeen. De leerkracht van de eerste klas is hierbij aanwezig. Klassenbespreking Resultaten in de ontwikkeling van de kinderen van een klas worden besproken in de klassenbespreking. De klassenleerkracht krijgt dan de gelegenheid om met zijn/haar collega’s de vorderingen van de klas op zowel leer- als sociaal-emotioneel gebied te bespreken. Kinderbespreking Als de ontwikkeling van een bepaald kind de leerkracht zorgen baart, vraagt hij aandacht voor dit kind in een speciale kinderbespreking. Meestal zal het de klassenleerkracht van dat kind zijn, die advies vraagt aan zijn collega’s over dit kind. Wanneer de leerkrachten het voornemen hebben een kind te bespreken, zal de klassenleerkracht eerst contact opnemen met de ouders. Om een goed beeld te krijgen van het kind en zijn ontwikkeling, vinden wij het van belang om de ontwikkeling vanaf de zwangerschap bij de beeldvorming te betrekken. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de biografie, die de ouders hebben gemaakt aan het begin van de schooltijd van hun kind. Gedurende enige tijd wordt het kind waargenomen door alle leerkrachten. Indien mogelijk draagt ook de schoolarts zijn steentje bij met zijn inzichten. Er wordt zo een beeld van het kind verkregen, dat zicht kan geven op het probleem. Naar aanleiding hiervan formuleren leerkrachten en/of de schoolarts een advies, dat de klassenleerkracht en/of ouders kan helpen bij het onderwijs en de opvoeding van dit kind. Deze adviezen variëren van wijze van aanpak in de klas, afstemming of differentiatie van leerstof, handelingsplan voor remedial teaching, medicinale ondersteuning, tot een (al dan niet antroposofische) therapie. Ook kan er het advies gegeven worden om het kind te laten onderzoeken door de psycholoog van de Begeleidingsdienst van vrijescholen of door de Preventief Ambulant Begeleider van het samenwerkingsverband. Pagina 28 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Deze laatste onderzoeken kunnen aanleiding geven om het kind te verwijzen naar een school voor speciaal onderwijs. Het streven zal echter zijn om met de verkregen resultaten van deze onderzoeken het kind meer gerichte hulp te geven. De klassenleerkracht stelt de ouders op de hoogte over wat er besproken is over hun kind in de kinderbespreking en welke adviezen zijn gegeven. 5.2 De zorg voor kinderen met specifieke behoeften Als een kind lichamelijke, sociaal-emotionele of leerproblemen heeft of een “rugzakkind” is, zal het speciale zorg vragen. Leerkrachten kunnen hierbij een beroep doen op de hulp van mensen die gespecialiseerd zijn in de behandeling hiervan, zoals de remedial teacher, psycholoog en therapeuten. Hierover wordt met de betreffende ouders overleg gevoerd. Voorzieningen binnen de school Binnen de school krijgen de leerkrachten ondersteuning van: - collega’s - de remedial teacher - de schoolarts - schoolleiding - collegiale ondersteuning binnen Pallas - een externe IB-er - de schoolbegeleidingsdienst of een andere onderwijsinhoudelijke expert. Remedial teaching In beperkte omvang kunnen we remedial teaching aanbieden op school. Remedial teaching wordt onder schooltijd gegeven, gedurende een bepaalde periode, meestal één of twee keer per week. De begeleiding kan kortdurend en éénmalig zijn, maar soms ook langere tijd duren. De hulp vindt meestal buiten de klas plaats in een speciale ruimte. Aan de ouders wordt gevraagd om de hulp, die op school geboden wordt, ook thuis te ondersteunen. In een handelingsplan omschrijven de remedial teacher en klassenleerkracht waaraan gewerkt wordt bij het kind, op welke wijze en gedurende welke periode. Ook staat in het handelingsplan, wanneer evaluatie zal plaatsvinden. Interne begeleiding Vanuit het team is een leerkracht aangesteld als zorg coördinator en als zodanig kwaliteitsbewaker van de zorg in de school. Het zorgplan, zoals is opgesteld door het samenwerkingsverband wordt onder andere door de zorgcoördinator op schoolniveau geïmplementeerd en uitgevoerd. De intern begeleider is op de hoogte van de procedures rond aanvraag van hulp, verwijzingen naar het speciaal onderwijs en het overheidsbeleid op het gebied van de zorg. Hij begeleidt de leerkrachten in het werken met het leerlingvolgsysteem. Hij heeft ook een signalerende functie voor kinderen met een hulpvraag, en geeft hierin adviezen. De directeur is eindverantwoordelijk op het gebied van de zorg. Schoolarts Er is een antroposofische schoolarts aan de school verbonden. Als de klassenleerkracht het wenselijk vindt dat het kind door hem wordt onderzocht, dan zal de klassenleerkracht eerst contact met de ouders opnemen. Ook vragen van ouders aan de schoolarts dienen via de klassenleerkracht te verlopen.
Pagina 29 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Buitenschoolse voorzieningen Samenwerkingsverband Sinds het schooljaar 2012-2013 is De Zwaneridder aangesloten bij het samenwerkingsverband Veluwe-Rijn-Vallei. en werd voorafgaand afscheid genomen van het Landelijk Samenwerkingsverband van Vrije Scholen. Deze wijziging komt voort uit de wettelijke plicht om binnen het kader van de invoering Passend Onderwijs regionale samenwerkingsverbanden te realiseren. De vorming van dit regionaal Samenwerkingsverband (regio Ede-WageningenBarneveld- Veenendaal-Renkum-Rhenen) zal nog twee jaar in beslag nemen en daarom is aangesloten bij het samenwerkingsverband Veluwe-Rijn-Vallei, die straks ook onderdeel gaat uitmaken van het nieuwe samenwerkingsverband. In een dergelijk samenwerkingsverband gaat het erom, dat zoveel mogelijk geprobeerd wordt leerlingen op de basisschool te houden. Lukt dit de school met alle ondersteuning van binnen en ook van buiten niet, dan kan er een moment aanbreken waarop geconcludeerd moet worden dat het beter is dat de leerling naar het speciaal basisonderwijs gaat. Deze stap kan echter alleen gemaakt worden op grond van een beschikking van de zo genoemde Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). De hierbij te hanteren procedure kan opgevraagd worden bij de administratie van de school. Begeleidingsdienst van Vrije Scholen Een consulent, orthopedagoog of psycholoog van deze dienst kan een individueel onderzoek verrichten en adviezen geven met betrekking tot aanpak en begeleiding van een kind of verwijzing naar een school voor speciaal onderwijs. 5.3 Procedure signaleren ontwikkelingsachterstand Hierboven staan de middelen beschreven, die ingezet worden voor de zorg van de kinderen. De inzet hiervan gebeurt volgens de volgende procedure. Door middel van het leerlingvolgsysteem, het tweede-klasonderzoek en gerichte observaties kan de klassenleerkracht op een gegeven moment constateren dat de ontwikkeling van het kind stagneert. Ook kan het zijn dat ouders zich ongerust maken. Zij kunnen dat in eerste instantie uiten bij de klassenleerkracht van het kind. De diagnose van het probleem en het hieraan gekoppelde advies worden als volgt verkregen: - de klassenleerkracht vraagt de remedial teacher/intern begeleider om advies. - indien nodig, roept hij ook de Preventief Ambulant Begeleider te hulp. - het kind wordt besproken in de kinderbespreking. - mocht het voorgaande niet leiden tot een diagnose en advies, dan wordt de hulp van een deskundige van de Begeleidingsdienst van Vrije Scholen ingeroepen. De ouders van het kind worden vanaf het begin betrokken bij deze procedure en geven hiervoor schriftelijk toestemming. De klassenleerkracht verzorgt de informatie hierover naar de ouders.
Pagina 30 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
5.4
Verwijzing naar het speciaal onderwijs
Sinds het schooljaar 2012-2013 is De Zwaneridder aangesloten bij het samenwerkingsverband Veluwe-Rijn-Vallei. In een dergelijk samenwerkingsverband gaat het erom, dat zoveel mogelijk geprobeerd wordt leerlingen op de basisschool te houden. Lukt dit de school met alle ondersteuning van binnen en ook van buiten niet, dan kan er een moment aanbreken waarop geconcludeerd moet worden dat het beter is dat de leerling naar het speciaal basisonderwijs gaat. Deze stap kan echter alleen gemaakt worden op grond van een beschikking van de zo genoemde Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). De ouders én de klassenleerkracht melden dan het kind aan bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het Samenwerkingsverband. Procedure: 1. De ouders vragen schriftelijk om een beslissing over de toelaatbaarheid tot het speciaal basisonderwijs aan de PCL. De ouders kunnen een aanvraagformulier op school verkrijgen of rechtstreeks bij het secretariaat van de PCL. 2. De PCL beziet of het verzoek compleet is. Zo niet, dan wordt de ouders verzocht de aanvraag te completeren binnen een bepaalde termijn. Wordt deze termijn overschreden, dan kan de PCL de ouders schriftelijk laten weten de aanvraag buiten verdere behandeling te laten, dat wil zeggen dat er dan verder niets meer gebeurt. 3. Vervolgens vraagt de PCL de basisschool om een volledig ingevuld onderwijskundig rapport, voorzien van alle noodzakelijke bijlagen. De basisschool dient dit rapport binnen de wettelijke termijn van 1 maand te verstrekken. Dit proces kan, wanneer alles in goed overleg tussen ouders en school heeft plaats gevonden, natuurlijk worden bespoedigd door dit rapport gelijk mee te zenden met de aanvraag van de ouders (stap 1). 4. De PCL kan hierna de ouders horen, maar hoeft dit niet te doen. Dit is echter wel aan de orde als de PCL overweegt afwijzend te beslissen. Wordt er gehoord, dan wordt hiervan een schriftelijk verslag gemaakt. 5. De PCL deelt de beslissing schriftelijk en gemotiveerd mee aan de ouders. Deze beslissing moet in principe vallen binnen 8 weken vanaf de ontvangst van het verzoek. Deze termijn kan worden verlengd. Ook wordt de beslistermijn opgeschort met de periode die de ouders wordt gegeven om de gegevens aan te vullen (stap 2) of een deskundigenadvies te leveren, als zij dit laatste gemeld hebben bij de aanvraag. 6. Met de door de PCL afgegeven beschikking kunnen de ouders zich nu melden bij een school voor speciaal basisonderwijs (sbo) binnen het samenwerkingsverband. Wil men echter naar een sbo school buiten het samenwerkingsverband, dan zal men eerst zich weer moeten aanmelden bij de PCL van dat verband onder overlegging van de afgegeven beschikking. Die PCL beoordeelt de aanvraag dan opnieuw, omdat het zorgaanbod binnen het ene verband niet gelijk hoeft te zijn aan het zorgaanbod van het andere verband. Pas wanneer deze laatste PCL de afgegeven beschikking bevestigt, kan men aankloppen bij een sbo school van het andere verband. 7. Zijn de ouders het niet eens met de afgegeven beschikking dan kunnen zij daar binnen 6 weken bezwaar tegen aantekenen. Het bezwaarschrift wordt ingediend bij de PCL en bevat: a. naam en adres van de indiener b. de dagtekening c. een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt aangetekend d. de gronden van het bezwaar
Pagina 31 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Een afschrift van het besluit, waartegen bezwaar bestaat, wordt bijgevoegd. Als het bezwaarschrift niet volledig is, kan dit niet-ontvankelijk worden verklaard, mits de gelegenheid is geboden het verzuim te herstellen binnen een daartoe gestelde termijn. 8. Voordat een beslissing op het bezwaarschrift wordt genomen, moet de PCL wettelijk verplicht advies vragen aan de regionale verwijzingscommissie, die dit advies binnen 4 weken moet uitbrengen. 9. Tegen de beslissing op het bezwaarschrift kunnen de ouders weer beroep aantekenen bij de rechtbank. 10. Tenslotte kan tegen de uitspraak van de rechtbank zowel door de ouders als door de PCL beroep worden aangetekend bij de Raad van State. Mochten ouders hun kind kunnen aanmelden bij een school voor speciaal onderwijs van een ander samenwerkingsverband, na goedkeuring van de PCL van dat samenwerkingsverband, dan is er sprake van grensverkeer. In dit geval van grensverkeer heeft de overgang naar een school voor speciaal onderwijs financiële consequenties voor onze school, die drukken op het budget, dat onze school ter beschikking heeft voor de zorg in de school. 5.5 Verandering van school Het kan om diverse redenen gebeuren, dat ouders overwegen om hun kind aan te melden bij een andere school. In geval van speciaal onderwijs of verhuizing is dat een duidelijke zaak, waarbij klassenleerkracht ook al vroegtijdig betrokken is. Het kan ook gebeuren dat ouders om andere redenen overwegen om hun kind van school te halen. Dit is meestal een proces, dat pas in een laat stadium geuit wordt bij klassenleerkracht en directie. In het belang van het kind en uit respect voor klassenleerkracht en de school verzoeken wij u met klem om eventuele twijfels of zorgen, die zouden kunnen resulteren in verandering van school, al eerder te uiten. In eerste instantie is de klassenleerkracht hiervoor de aangewezen gesprekspartner. Mocht u het gevoel hebben, dat u bij deze persoon geen gehoor vindt, dan kunt u terecht bij de directie. Wij proberen dan door middel van een gesprek, waarin ieders zienswijze gehoord wordt, gezamenlijk het beste besluit voor het kind te nemen. Afmeldingen, die kort voor het einde van het schooljaar plaatsvinden, kunnen niet de aandacht krijgen, die ze onzes inziens nodig hebben. Wij vragen om uw begrip hiervoor. Als afsluiting vragen wij ouders om in een exitgesprek de redenen van vertrek te noemen, zodat de school hieruit lering kan trekken. Ook dient er een uitschrijfformulier, dat via de klassenleerkracht verstrekt wordt, te worden ingevuld en ingeleverd te worden bij de administratie. Van de vertrekkende leerling wordt een onderwijskundig rapport opgesteld, waarmee de ontvangende school op de hoogte wordt gesteld van de ontwikkeling van de leerling. Indien gewenst kunnen ouders hiervan een kopie ontvangen.
Pagina 32 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
5.6
GGD: jeugdgezondheidszorg op school
Algemeen De zorg voor kinderen van 4 tot 19 jaar wordt uitgevoerd door de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD West-Veluwe/Vallei. Er werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, jeugdassistenten en logopedisten. Samen houden ze de gezondheid van uw kind gedurende de basisschoolleeftijd in de gaten. Er worden onderzoeken gedaan waarvan de gegevens worden vastgelegd in een dossier. Soms kunnen onderzoeken leiden tot een gericht advies, een vervolgafspraak of tot een verwijzing naar huisarts of hulpverlening. De afdeling Jeugdgezondheidszorg brengt eens in de vijf jaar de gezondheidssituatie van de school in kaart. Er wordt een zogenaamd gezondheidsprofiel gemaakt. Op basis van de resultaten worden vervolgens adviezen gegeven aan de school en kunnen eventueel groepsgerichte preventieve activiteiten ontwikkeld en gegeven worden zoals ouderavonden en cursussen voor leerkrachten. Wanneer en door wie wordt uw kind onderzocht? De jongste kleuters (groep 1) Een deel van de kinderen wordt op verzoek van het consultatiebureau onderzocht. In de meeste gevallen gaat dit om een onderzoek van de ogen, de oren of de spraak- en taalontwikkeling. De oudste kleuters (groep 2) In dit schooljaar vinden twee verschillende onderzoeken plaats. - De logopedist voert een kort onderzoek (screening) uit bij alle kinderen van groep 2. - De jeugdarts onderzoekt, samen met de jeugdassistente, hoe uw kind zich lichamelijk en geestelijk ontwikkelt. U wordt verzocht hierbij aanwezig te zijn. Voorafgaande aan het onderzoek krijgt uw kind een vragenlijst mee naar huis. Tijdens het onderzoek kan de jeugdarts uw vragen beantwoorden en gerichte adviezen geven. Kinderen in klas 5 Uw kind wordt onderzocht door de jeugdverpleegkundige. Tijdens het onderzoek worden bij uw kind de ogen, de groei, de rug en de houding gecontroleerd. De verpleegkundige praat met uw kind over hoe het gaat, thuis en op school. U hoeft hierbij niet aanwezig te zijn. Vooraf krijgt u een vragenlijst over de gezondheid en het functioneren van uw kind. Als daar aanleiding toe is, neemt de jeugdverpleegkundige contact met u op. Een extra onderzoek Het is altijd mogelijk zelf een extra onderzoek door de jeugdarts, jeugdverpleegkundige of logopedist aan te vragen. Bijvoorbeeld als u wilt praten over problemen wat betreft het eten, het slapen of de zindelijkheid. Ook als u denkt dat uw kind niet goed hoort of spreekt voor zijn/ haar leeftijd. Ook kunt u een afspraak maken om een gezondheids- of opvoedingsvraag te bespreken. Voor afspraken en vragen kunt u bellen: Hulpverlening Gelderland Midden, afdeling Jeugdgezondheidszorg West, tel. 0318 – 684911 (op werkdagen van 8.30-12.00 uur).
Pagina 33 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Logopedie op school De logopedist voert een kort onderzoek (screening) uit bij de oudste kleuters (groep 2). Het doel van dit onderzoek is om zo vroeg mogelijk spraak-, taal- en stemstoornissen op te sporen en hulp te bieden bij het voorkomen of verergeren van deze stoornissen. Ouders/verzorgers en leerkrachten vullen vooraf een vragenlijst in over de spraak- en taalontwikkeling van het kind. Elke ouder krijgt schriftelijk bericht van de uitslag. Als een kind behandeling nodig heeft, wordt het verwezen naar een logopedist met een eigen praktijk. Kinderen en hun ouders van hogere klassen kunnen een onderzoek of een advies aan de logopedist vragen. Er is een telefonisch spreekuur van 15.00-17.00 uur (niet tijdens schoolvakanties): tel: 0318 – 684911. 5.7 Begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs Het Karel de Grote College in Nijmegen biedt de zesdeklassers de gelegenheid om een kijkje te nemen in de bovenbouw van de vrijeschool. Ook andere scholen voor voortgezet onderwijs bieden deze mogelijkheid, meestal in de winter of het vroege voorjaar. De klassenleerkracht geeft in het voorjaar het niveauadvies aan de ouders van het betreffende kind. Als “second opinion” hierbij dient de uitslag van de NIO-eindtoets (equivalent aan de Cito-toets voor schoolkeuze), die bij alle zesdeklassers wordt afgenomen. De ouders melden hun kind aan bij de school voor voortgezet onderwijs. De klassenleerkracht neemt contact op met de betreffende school. Relevante gegevens over vorderingen worden aan de nieuwe school doorgegeven. De kinderen brengen altijd een bezoek aan de nieuwe school voor het einde van het laatste schooljaar op De Zwaneridder.
6
Naschoolse activiteiten en buitenschoolse activiteiten
6.1
Naschoolse activiteiten
De Kerstspelen Een bijzondere traditie op De Zwaneridder vormt de opvoering van de Oberufer Kerstspelen. Deze oude mysteriespelen dateren al van een ver verleden: in hun oorspronkelijke vorm werden zij gespeeld door de boerenbevolking van een streek in Hongarije. Door het werk van Rudolf Steiner zijn ze uiteindelijk geworden tot de spelen zoals we ze nu kennen. Streven is om minimaal twee van de drie spelen (Paradijsspel, Kerstspel en Driekoningenspel) jaarlijks aan te kunnen bieden aan de leerlingen en ouders van De Zwaneridder. 6.2
Buitenschoolse activiteiten
Excursies In perioden, die zich daarvoor lenen, kunnen de klassen een excursie maken. Zo kan er in het kader van oude ambachten in de derde klas een bezoek gebracht worden aan het openluchtmuseum in Arnhem, maar ook aan de windkorenmolen en een bakker in Wageningen. In de vierde klas zou een excursie gemaakt kunnen worden naar de dierentuin, als dierkunde op het programma staat. Passend bij de vertelstof in de vijfde is een trip naar het oudheidkundig museum in Leiden. Elke leerkracht bepaalt zelf wat hij al dan niet doet, mits het binnen het budget past. Ook via het aanbod cultuureducatie worden jaarlijks buiten school deelgenomen aan activiteiten, die passen binnen het leerplan van de betreffende klas.
Pagina 34 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Schoolkamp In klas 6 wordt invulling gegeven aan een schoolkamp (maximaal drie dagen) op een plek op fietsafstand van Wageningen. De klassenleerkracht zoekt voor het kamp meerdere begeleiders. De ouders betalen een extra bijdrage voor deze week. Sportdag Eens in het jaar organiseert de gemeente Wageningen een sportdag voor alle Wageningse basisscholen. Ook De Zwaneridder doet hieraan mee vanaf de vierde klas. Voor deze dag gaan enkele ouders als begeleider mee. Voetbaltoernooi Sinds enkele jaren neemt de school met klas 4, 5 en 6 deel aan het jaarlijkse voetbaltoernooi voor de Wageningse basisscholen. Zowel de jongens als meisjes schrijven zich daarbij in. Schaaktoernooi Ter voorbereiding van het jaarlijkse schaaktoernooi geven enkele ouders op vrijdagmiddag schaakles aan kinderen van klas 3 t/m 6, die mee willen doen. De schaaklessen passen binnen de verrijkingsstof van de betreffende klassen.
7 Benutting van de beschikbare onderwijstijd 7.1 Aantal uren onderwijs Volgens artikel 13 lid 1 onder d van de wpo, dient het aantal uren onderwijs voor de kleuters en klas 1 en 2 880 uur per jaar te bedragen, voor de klassen 4 t/m 6 is dit 1000 uur per jaar Op De Zwaneridder voldoet het rooster en jaarplanning aan deze norm. 7.2 Overige vakanties en vrije dagen. Deze staan beschreven in het actuele jaardeel 7.3 Maatregelen ter voorkoming van lesuitval De school tracht al het mogelijke te doen ter voorkoming en bestrijding van lesuitval. We proberen een zodanige werksfeer en werkdruk in onze school te creëren, dat leerkrachten zich gezond en wel blijven bevinden. Dit doen wij door een adequaat verzuimbeleid te hanteren, dat wij binnen de school hebben ontwikkeld in samenwerking met het Participatie- en Vervangingsfonds. Helaas is het, ondanks de aandacht voor de personeelszorg, niet altijd mogelijk om afwezigheid van leerkrachten te voorkomen. Om zorg te dragen dat de leerlingen toch voldoende onderwijs krijgen, hebben, hebben we de volgende mogelijkheden: - binnen de school is er een rooster van vervang. - in Pallasverband is er een vervangingspoule - leerlingen verdelen over andere klassen. Ondanks dit kunnen we niet garanderen dat een leerling altijd het gewenst aantal uren onderwijs krijgt. Als we genoodzaakt zijn leerlingen vrijaf te geven, stellen we u hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte. Als het voor u onmogelijk is uw kind op te vangen, bieden wij u een vervangende mogelijkheid aan. Meestal is dit een verblijf in een andere klas.
Pagina 35 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
7.5 Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schoolverzuim Kinderen vanaf 5 jaar zijn leerplichtig volgens de wet op de leerplicht. Zij worden geacht om tot en met groep 4 880 uur onderwijs per jaar te krijgen en van groep 5 t/m 8 1010 uur. Indien een leerling, om welke reden dan ook, niet aanwezig kan zijn op school, dan dient de ouder dit vóór 8.15 uur telefonisch te melden. Kinderen kunnen in speciale gevallen verlof krijgen. Deze verlofdagen dienen minstens een week van tevoren schriftelijk te worden aangevraagd bij de directie. Voor andere redenen dan die welke wettelijk vastgelegd zijn, kunnen wij uw kind geen verlof geven. Verzuim om andere redenen dan de wettelijk vatgelegde zullen wij moeten melden aan de leerplichtambtenaar van onze gemeente. We houden het schoolverzuim bij door het schriftelijk registreren van afwezigheid en het verwerken ervan in een afwezigheidregistratiesysteem. Als er een te groot afwezigheidpercentage van een leerling wordt geconstateerd (8%), dan worden de ouders op school uitgenodigd voor een gesprek.
8
Bevoegdheden en organisatie
8.1
Organisatiestructuur
De Zwaneridder kent een gedegen organisatie, waardoor zij in staat is intern en extern gerichte activiteiten te ontplooien. Daarnaast stelt de organisatie haar in staat belangen bij verschillende instanties goed te behartigen. Binnen de organisatie spelen ouders een actieve rol. Binnen deze schoolgids belichten we: - de bestuurlijke organisatie; - de organisatie van activiteiten. 8.2 Bestuurlijke organisatie buiten De Zwaneridder / Bevoegd gezag De Zwaneridder valt onder het bestuur van de Stichting Pallas. Deze vormt het bevoegd gezag. Het Postadres van de Stichting is: Bronkhorstsingel 11, 5403 NA Uden. Tel: 088 – 00 81 630 Onder het bevoegd gezag van de Stichting Pallas vallen de volgende scholen: - De Vuurvogel - De Meander te Nijmegen - De Zevenster te Uden - De Zwaneridder te Wageningen - Johannesschool te Tiel - Christophorus te Roermond - Rudolf Steinerschool te Venlo - Talander te Sittard - Vrije School Heerlen - Bernard Lievegoed te Maastricht - de Strijene te Oosterhout - Rudolf Steiner te Roosendaal - Peelland te Helmond - De Driestroom te ’s-Hertogenbosch
Pagina 36 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Het schoolondersteunend bureau van de Stichting Pallas ondersteunt de scholen op het gebied van personeel, financiën, onderwijskwaliteit en huisvesting. De bovenschools directeur van de stichting is integraal manager van de scholen. 8.3 Bestuurlijke organisatie binnen De Zwaneridder Binnen De Zwaneridder wordt op intensieve wijze samengewerkt tussen de volgende groeperingen: - schoolleiding; - schoolsecretariaat; - het college van leerkrachten; - de Medezeggenschapsraad; Hieronder vindt u van elk van deze groeperingen een korte typering. Schoolleiding De schoolleiding berust bij de schoolleider. De schoolleider is eindverantwoordelijk voor de opstelling, besluitvorming en uitvoering van het beleid binnen de kaders van Stichting Pallas. Het onderwijsbeleid wordt samen ontwikkeld met het team van De Zwaneridder. Schoolsecretariaat Het schoolsecretariaat verricht, in samenspraak met de schoolleiding, verschillende werkzaamheden ten behoeve van de school. Als ouder kunt u hier terecht voor: • het melden van ziekte; • het plannen van afspraken met onder meer de locatieleider, het onderwijzend personeel; • het verkrijgen van informatie, formulieren en brochures met betrekking tot de school. Tevens heeft het secretariaat een verzorgende taak naar de leerlingen toe. Kinderen die zich bezeerd hebben of zich onwel voelen, worden door het schoolsecretariaat opgevangen. Door de aard van hun werkzaamheden zijn zij niet constant op hun werkplaats. Bij geen gehoor gelieve op een ander tijdstip terug te bellen of een boodschap in te spreken op het antwoordapparaat. Het College van leerkrachten De pedagogische medewerkers vormen samen het college van leraren. Klassenleraren hebben de pedagogische verantwoording voor de eigen klas. Andere leraren ondersteunen dat in vaklessen en tijdens individuele therapieën. Binnen een vastgesteld overlegritme komt het lerarencollege regelmatig bijeen. Tweewekelijks is er een teamoverleg (voortgangsbewaking van de nodige schoolaangelegenheden), Maandelijks overleg studie-intervisie (inclusief bewaking van de inhoud van het onderwijs, zorgstructuur, toetsing, studie en uitwisseling vrijeschoolpedagogiek). Maandelijks worden kinderbesprekingen ingevuld in samenwerking met de schoolarts. Klassenleerkrachten/kleuterleidsters De klassenleerkracht heeft de verantwoordelijkheid over een groep kinderen, die een combinatieklas vormen. In deze klas verzorgt de klassenleerkracht het periodeonderwijs en de meeste vaklessen. In de kleuterklas verzorgt de kleuterleidster het gehele onderwijs, behalve de euritmielessen. Naast de lesgevende taken hebben de leerkrachten ook algemene taken in de organisatie van de school. Vakleerkrachten Pagina 37 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
In een aantal vakken geven gespecialiseerde leerkrachten les. Momenteel werken er op De Zwaneridder vakleerkrachten voor de volgende vakken: - euritmie: de kleuterklas tot en met klas 6. - handvaardigheid: klas 4, 5 en 6 - gymnastiek: klas 5 en 6 - koorzang klas 4-6 Zorg coördinator De zorg coördinator heeft tot taak de leerling-zorg op De Zwaneridder samen met de schoolleider te bewaken en te ontwikkelen. Hij ondersteunt de leerkrachten op het gebied van het leerlingvolgsysteem en de begeleiding van de zorgleerling. Remedial teacher De remedial teacher observeert en onderzoekt kinderen, stelt handelingsplannen op en voert deze ook uit. Onderwijsassistent In het kader van het landelijk gevoerde beleid tot klassenverkleining (zorg voor het jonge kind) in de eerste vier groepen, heeft onze school middelen tot haar beschikking hiervoor. Met deze middelen kunnen wij dagelijks een onderwijsassistent in zetten, ten behoeve van de groepsdifferentiatie van de kleuterklas en klas 1/2. Dit komt de kwaliteit van het onderwijs ten goede, want de kinderen krijgen meer aandacht en kunnen nog beter op hun eigen niveau werken en geholpen worden. De onderwijsassistent draagt geen pedagogische eindverantwoordelijkheid. Conciërge en administratief medewerker Bij De Zwaneridder werken verder een conciërge en een administratief medewerker (beide voor twee ochtenden). 8.4 De Medezeggenschapsraad. Volgens een wettelijke bepaling (Wet Medezeggenschap Onderwijs 1992) dient iedere onderwijsinstelling te beschikken over een instantie waar inspraak van personeel en ouders gewaarborgd is. De Zwaneridder beschikt vanaf 1 oktober 2007 over een medezeggenschapsraad, die bestaat uit 2 personeelsleden en 2 ouders. De MR heeft advies- en instemmingbevoegdheid op diverse beleidsterreinen van de school: formatieplan, RI&E, schoolplan. Een map met agenda’s en notulen ligt ter inzage bij de administratie. De vergaderingen zijn in principe openbaar. Wel dient een belanghebbende zijn/haar aanwezigheid van tevoren aan te kondigen bij de secretaris van de raad. Als uitvloeisel van de besturenfusie is ook een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) ingesteld. 8.5
Overlegstructuur
Teamvergadering In de teamvergadering bereiden de schoolleider en leerkrachten het beleid voor op het gebied van het onderwijs en de organisatie van de school conform het vastgestelde en bestuurlijk geaccordeerde schoolplan. Ook lopende zaken op organisatorisch en huishoudelijk gebied worden hier behandeld. De teamvergadering wordt 1x per twee weken gehouden.
Pagina 38 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Pedagogische didactische vergadering De klassenleerkrachten komen tweewekelijks bijeen voor de pedagogisch didactische vergadering. Vanuit het team wordt een voorzitter van de vergadering gekozen. De beslissingen op pedagogisch didactisch gebied worden hier voorbereid. Daarnaast bestaat de vergadering uit een inhoudelijk gedeelte, waarin studie plaatsvindt met betrekking tot de antroposofische achtergronden van de vrijeschoolpedagogiek. Een aantal keren per jaar komt het voltallige team met vakleerkrachten bijeen voor een grote pedagogische vergadering. Indien u vragen heeft op het gebied van het onderwijs en/of de benadering van uw kind(eren) dient u deze allereerst met de betreffende klassenleerkracht/leidster te bespreken. Deze is de meest geëigende persoon om onduidelijkheden toe te lichten en eventuele problemen zoveel mogelijk op te lossen. Indien nodig zal deze uw vraag of suggestie inbrengen op de pedagogische vergadering. Nascholing leerkrachten Elk jaar is het voor alle leerkrachten mogelijk om zich op onderwijskundig gebied bij of na te scholen. Het doel van deze scholing is de kwaliteit van het onderwijs op peil te houden en te verbeteren. In principe besteedt een leerkracht 10 % van zijn aanstellingstijd aan scholing. Een aantal leerkrachten bezoekt de Zomercursus voor vrijeschoolleraren, waar een week lang gewerkt wordt aan pedagogische en didactische onderwerpen rond een bepaalde klas. Daarnaast wordt jaarlijks gezocht naar passend scholingsaanbod, passend bij de actuele onderwijsontwikkelingen.
9
De ouders
9.1
Informatievoorziening aan de ouders
10 – Minuten gesprekken Eens per jaar vindt er een 10- minuten gesprek plaats met de ouders over de ontwikkeling van hun kind. Daarnaast kan een ouder altijd een gesprek aanvragen over zijn kind, als hij daartoe behoefte voelt. Omgekeerd kan de klassenleerkracht contact opnemen met de ouders, als hij een gesprek nodig acht. Getuigschriften Vanaf de eerste klas krijgen ouders jaarlijks een getuigschrift waarin per vak de ontwikkeling van hun kind wordt beschreven. Ouderavonden Minstens twee keer per jaar organiseert de klassenleerkracht van de betreffende klas een ouderavond. Op de ouderavonden van een klas komen het leerplan en de ontwikkeling van de klas aan de orde, evenals organisatorische en huishoudelijke zaken. Op deze ouderavonden is er ook gelegenheid om het werk van de kinderen te bekijken. Daarnaast wordt er een aantal ouderavonden met een speciaal thema zoals schoolrijpheid en het sociaal klimaat georganiseerd. Ouders in de klas De klassen zijn tijdens lesuren niet vanzelfsprekend voor de ouders toegankelijk. Eventuele vragen hierover kunnen ouders stellen aan de desbetreffende leerkracht. Wel staat een bezoek aan de lesruimte een ieder vrij, na afsluiting van de lessen. Het kan voorkomen, dat de klassenleerkracht
Pagina 39 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
ouders vraagt te helpen bij bepaalde activiteiten in of buiten de klas. Dit zijn mooie gelegenheden om wat van het gebeuren in de klas mee te maken. Algemene ouderavonden Jaarlijks organiseren het lerarencollege, schoolcommissie en ouderraad twee algemene ouderavonden. Op deze ouderavonden krijgen alle geledingen de gelegenheid om het woord te voeren. Ook kan een thema, dat van belang is voor de gehele schoolgemeenschap, aan de orde komen. Aan het begin van het schooljaar openen leerkrachten, ouders en schoolcommissie het nieuwe schooljaar feestelijk. Open Dag Op de Open Dag schoolfeest tonen de kinderen uit de verschillende klassen (aspecten van) wat zij geleerd hebben. Dit feest is een openbaar gebeuren, waarbij de ouders en belangstellenden van harte welkom zijn. Open Podium Regelmatig is er Open Podium georganiseerd op een vrijdagochtend. Leerlingen laten elkaar dan zien wat zij de afgelopen periode geleerd hebben. In sommige gevallen worden ouders in de gelegenheid gesteld om hierbij aanwezig te zijn. Weekbericht Elke week komt er een weekbericht uit waarin onder andere de agenda en mededelingen staan en korte verslagen betreffende schoolzaken worden gedaan. Elk oudste kind van een gezin krijgt van zijn leerkracht een weekbericht mee. In het weekbericht zelf staan de sluitingstijd voor stukken en hoe men moet handelen om een bericht geplaatst te krijgen. Schoolgids; Jaardeel en Informatiedeel De schoolgids van De Zwaneridder bestaat uit twee delen. Het jaarboekje geeft informatie over schooltijden, vakanties, namen, adressen en telefoonnummers en andere praktische zaken. Het informatiedeel bestaat uit achtergronden van het onderwijs, zorg voor de leerlingen, organisatie van de school, rechten en plichten van ouders. Uitreiking vindt plaats aan ouders/verzorgers bij inschrijving van hun kind en na een ingrijpende actualisatie. Beide delen van de schoolgids staan ook op de website en kunnen door ouders gedownload worden. 9.2 Betrokkenheid De school is er bij gebaat, wanneer ouders zich betrokken voelen. Op de eerste plaats komt het het onderwijs aan het kind ten goede als de ouders zich kunnen vinden in de identiteit van de school en de pedagogische uitgangspunten. Daarnaast is een vrijeschool een schoolgemeenschap van kinderen, ouders en leerkrachten. Gezamenlijk zorgen zij ervoor dat deze schoolgemeenschap leeft. Ouders kunnen bijdragen in de verzorging van de school, het organiseren van activiteiten, het ondersteunen van de leerkrachten bij het klassengebeuren of het vieren van jaarfeesten. Op onze school is de betrokkenheid ook van belang om het relatief kleine lerarenteam te helpen de taken te verlichten. Er zal op ouders wel eens een direct beroep gedaan worden. Maar meer hopen we, dat de school zo uitnodigend is, dat ouders hun eigen plekje kunnen vinden, waar ze de school helpen en zichzelf prettig voelen. Het maakt de verbinding met de school sterker, en de kinderen varen daar wel bij. Pagina 40 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Ouderactiviteiten Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad bestaat uit 4 leden; twee leden zijn vertegenwoordigers van de ouders en de andere twee van het personeel. In het medezeggenschapsreglement is vastgelegd welke bevoegdheden de MR heeft binnen de school. Via de MR kunnen ouders invloed hebben op het beleid van de school. Jaarfeestengroep Een groep ouders bereidt, samen met het college, de viering van de jaarfeesten in de school, voor. Dit gebeurt zowel inhoudelijk als praktisch/organisatorisch. Activiteitengroep De activiteitengroep organiseert voor belangstellenden lezingen en cursussen, die betrekking hebben op het vrijeschoolonderwijs en de achtergronden ervan. Een vaste activiteit is de adventdoe-ochtend, waarbij op de eerste adventzondag met zijn allen dingen gemaakt worden en advent gevierd wordt. Lentmarktcommissie De marktcommissie organiseert één keer per jaar een voorjaarsmarkt. De opbrengst wordt besteed aan speciale behoeften van de school. Voor hulp bij deze markt en voor de organisatie wordt steeds een beroep gedaan op alle ouders. PR- commissie Deze verzorgt de public relations van de school. Toneelgroep De groep bestaat voor namelijk uit ouders en een enkele leerkracht, die de kerstspelen organiseren en uitvoeren. Ook andere toneelspelen worden, indien daar ruimte en capaciteit voor is, aangeboden aan school en worden gepresenteerd aan de leerlingen. Jaarlijks worden hier met het College/schoolleiding afspraken over gemaakt. Boekentafel Eén of twee ouders organiseren en regelen meestal eens per week en eventueel op ouderavonden, schoolfeest, markt enz. een boekentafel, waar belangstellenden boeken en kaarten kunnen kopen, die betrekking hebben op de antroposofische achtergrond van de school. Boekentafel Tweewekelijks is er op woensdagochtend van 08.30-09.15 uur in de hal gelegenheid de boekentafel te bekijken. In het weekbericht staat aangekondigd of er boekentafel is. Het aanbod op de boekentafel bestaat uit: * kaarten * prenten- en (voor)leesboeken (voor alle leeftijden) * knutselboeken * boeken over onderwijs en opvoeding Pagina 41 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Het aanbod sluit aan op de antroposofische achtergrond van de school. Ook tijdens de lentemarkt is de boekentafel aanwezig. De boeken worden verkocht tegen de reguliere winkelprijs. Maar omdat de boeken met korting ingekocht kunnen worden is er een kleine winst (10-15% per boek). Deze komt geheel ten goede aan de school! Aardetafels In de hal bij de ingang van de school resp. in de hal bij de kleuteringang staan de zogenaamde seizoenen- of aardetafels, die door ouders ingericht worden in de sfeer van het jaargetijde of het jaarfeest. 9.3
Financiën
Ouderbijdragen Op De Zwaneridder staat de ontwikkeling van het kind centraal. Leerkrachten én ouders scheppen op school een klimaat, waarin het kind zich op eigen wijze intellectueel, creatief en sociaal kan ontplooien. Daartoe kent het vrijeschoolonderwijs veel vaklessen (o.a. euritmie, moderne talen), bijzondere feesten en een verzorgd gebouw. De overheid subsidieert de kosten voor een standaard schoolpakket, genormeerd aan het leerlingenaantal. Voor de overige kosten doen wij een beroep op de ouders. De ouderbijdrage is vrijwillig en op geen enkele manier bepalend of uw kind wel of niet bij ons op school wordt toegelaten. Een brief met alle informatie over de hoogte van de ouderbijdrage en inzet voor het betreffende schooljaar is opgenomen in het jaardeel van de schoolgids van het betreffende schooljaar. Het geld van de giften wordt beheerd door de Stichting Tot Steun te Wageningen, die is opgericht voor financiële steun aan vrijeschool onderwijsinstellingen, in het bijzonder aan de Zwaneridder. Collectieve ongevallenverzekering De school heeft een collectieve schoolongevallenverzekering afgesloten. De verzekering heeft een beperkte dekking: vanaf één uur voor schooltijd, tijdens schooltijd en vervolgens tot één uur na schooltijd, bij rechtstreeks gaan van huis naar school en omgekeerd, of de tijd, waarin de afstand redelijkerwijs kan worden afgelegd. Schoolreisjes en andere door school georganiseerde activiteiten onder begeleiding zijn eveneens gedekt. De verzekering geldt voor leerlingen, leerkrachten en hulpkrachten. Verzekerde bedragen: a. Uitkering bij overlijden t.g.v. ongeval: b. Uitkering bij blijvende invaliditeit t.g.v. ongeval c. Tandheelkundige hulp: per element d. Kosten geneeskundige of heelkundige behandeling Vergoeding reiskosten naar en van school Het is in sommige gevallen mogelijk om een vergoeding van de reiskosten naar en van school te krijgen voor kleuters en leerlingen van de onderbouw. Dit wordt per gemeente geregeld. Informatie is te verkrijgen via de gemeente waar u woont.
Pagina 42 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
10
Rechten en plichten van ouders, leerlingen en bevoegd gezag
10.1
Klachtenregeling
Voor onze school geldt de klachtenregeling zoals die binnen Stichting Pallas is overeengekomen. Deze regeling is te vinden op www.stichtingpallas.nl. 10.2 Vertrouwenspersoon Stichting Pallas is op grond van het protocol klachtenprocedure verplicht een vertrouwenspersoon te hebben die inzetbaar is in het traject na het indienen van een klacht, danwel anderszins ingeval veiligheid en geborgenheid van kinderen/ouders/medewerkers aan de orde zijn. De gegevens over de vertrouwenspersoon en zijn bereikbaarheid zijn te vinden op www.stichtingpallas.nl 10.3 Vrijstelling van onderwijs In bijzondere, wettelijk bepaalde gevallen, kan een leerling vrijstelling krijgen van onderwijs. Formulieren zijn opschool te verkrijgen en dienen minstens een week van te voren ingeleverd te worden bij de directie. 10.4 Regels voor schorsing en verwijdering De beslissing over het schorsen en verwijderen van een leerling van de school ligt bij het bevoegd gezag. Hiervoor is de wettelijke regelgeving van kracht zoals deze vastligt in de WPO art 26. Definitieve verwijdering van een leerling vindt niet plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft zorg gedragen dat een andere school, een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs bereid is de leerling toe te laten. Indien aantoonbaar gedurende 8 weken zonder succes is gezocht naar een zodanige school of instelling waarnaar kan worden verwezen, kan in afwijking van de vorige volzin tot definitieve verwijdering worden overgegaan. Hierbij gelden de volgende regels: - De ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld van het voornemen tot schorsing. - De ouders worden gehoord over het voornemen. - Het bevoegd gezag besluit definitief tot verwijdering. - De ouders kunnen binnen zes weken een bezwaarschrift indienen. - De school zoekt een andere school. - De leerling wordt verwijderd. 10.5 Het verstrekken van onderwijskundige rapporten De directeur stelt van iedere leerling die de school verlaat, ten behoeve van de ontvangende school, een onderwijskundig rapport op. Een afschrift van dit rapport wordt aan de ouders van de leerling verstrekt. Onderwijskundige rapporten t.b.v. een P.C.L. Binnen één maand na een verzoek van de Permanente Commissie Leerlingzorg, als bedoeld in artikel 32a van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, zendt de school een onderwijskundig rapport aan de Commissie, waaruit blijkt om welke reden naar het oordeel van de directeur, mede op advies van het onderwijzend personeel, de leerling niet op Pagina 43 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
school kan worden gehandhaafd. Daarbij wordt een beschrijving gegeven van de maatregelen, die tijdens het verblijf van de leerling zijn getroffen om te bewerkstelligen dat de leerling wel op school zou kunnen blijven. De school verstrekt de Commissie desgevraagd tevens binnen éé maand allee nadere gegevens die de Commissie verlangt en die redelijkerwijs door de school kunnen worden verstrekt. 10.6 Regeling van het overblijven De leerlingen van De Zwaneridder hebben een overblijfpauze van veertig minuten. Er is dan ook permanent toezicht door leerkrachten. De kinderen krijgen eerst tien minuten de gelegenheid om in de klas hun brood op te eten en gaan dan een half uur naar buiten.
11
Sponsering
De vrijescholen kennen in hun beleid het begrip van sponsoring niet. Ze wensen een volledig onafhankelijk beleid te voeren ten aanzien van het economisch leven.
12
Ontwikkelingen in onderwijs en organisatie van de school
12.1 Ontwikkelingen in de organisatie In het jaardeel van de schoolgids van het betreffende schooljaar worden de actuele ontwikkelingen in de organisatie beschreven. 12.2
Ontwikkelingen in het onderwijs
In het jaardeel van de schoolgids van het betreffende schooljaar worden de actuele ontwikkelingen in het organisatie beschreven.
13 Namen/adressen instellingen en andere scholen 13.1 Adressen vrijescholen Bovenbouw (Voortgezet Onderwijs) in de regio (Waar niet anders aangegeven behoort de postcode bij het postbusnummer of correspondentie adres. Zijn deze niet vermeld dan is de postcode van het opgegeven adres). Karel de Grote College (incl.Praktische Stroom) Wilhelminasingel 13–15 6524 AJ Nijmegen tel. 024 – 3233670
Stichtse Vrije School Socrateslaan 24 3707 GL Zeist tel. 030 – 6923054 fax 030 – 6933532
Vrije School De IJssel Isendoornstraat 22 7201 NJ Zutphen tel. 0575 – 518110 fax 0575 – 510662
Vrije School de Berkel / Vrije school de Regge (prakt.str.) Weerdslag 14a 7206 BR Zutphen tel: 0575 – 524687 fax 0575 – 524390
Pagina 44 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
14.2 Adressen vrijescholen Onderbouw in de regio Parcivalschool Arnhem Vrije School Ede Zwanebloemlaan 4 Nachtegaallaan 49 Postbus 30093 Postbus 40 6803 AB Arnhem 6710 BA Ede tel. 026 – 321 3174 tel. 0318 – 615 428 Vrije School Driebergen Faunalaan 250 Postbus 207 3970 AE Driebergen tel. 0343 – 513 856
Vrije School Meander Postadres: Groesbeekseweg 146 6524 DN Nijmegen tel. 024 – 360 0356
Johannesschool Tiel Priorlaan 3 Postbus 393 4000 AJ Tiel tel. 0344 – 615 313 Zeister Vrije School Socrateslaan 22 3707 GL Zeist tel. 030 – 692 0777
Zeister Vrije School Burg. van Tuylllaan 35 Corr. adres: Socrateslaan 22 3707 GL Zeist tel. 030 – 692 4053
Tobiasschool (speciaal onderwijs) Prof. Lorentz laan 16 3701 CC Zeist tel. 030 – 691 6931 (dependance in Zutphen) Vrije School de Berkel Weerdslag 14b 7206 BR Zutphen tel. 0575 – 524 011
Vrije School de IJssel Henri Dunantweg 4 7201 EV Zutphen tel. 0575 – 516 380
Vrije School De Zwaan Valckstraat 30 7203 GC Zutphen tel. 0575 – 571 574
Pagina 45 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
13.3 Overige organisaties Hogeschool Helicon De Hogeschool verzorgt opleidingen gericht op het vrijeschoolonderwijs, waarin het pedagogisch denken en handelen wordt ontwikkeld en waarin de sociale en creatieve ontwikkeling van de mens centraal staat. Tot Hogeschool Helicon behoren: * Lerarenopleiding basisonderwijs vrijescholen Socrateslaan 22 A, 3707 GL Zeist tel. 030 – 693 7900 fax 030 – 691 1440
[email protected] www.hhelicon.nl *
Opleiding docent dans/euritmie Riouwstraat 1, 2585 GP Den Haag tel. 070 – 355 0039 fax 070 – 354 3330
[email protected] www.hhelicon.nl
*
Opleiding docent muziek Socrateslaan 22 A, 3707 GL Zeist tel. 030 – 693 7900 fax 030 – 691 1440
[email protected] www.hhelicon.nl
Centraal adres: Hogeschool Helicon Socrateslaan 22 A 3707 GL Zeist tel. 030 – 693 7900 fax 030 – 691 1440
[email protected] www.hhelicon.nl Naast Hogeschool Helicon bestaat er sinds kort een zelfstandige organisatie mbo-opleidingen vanuit antroposofie. In samenwerking met de Mondriaan Onderwijsgroep te Den Haag bieden zij aan: • opleiding SPW niveau 3, voor de functies kinderopvang en buitenschoolse opvang. • Opleiding Onderwijsassistent, niveau 4 Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Hogeschool Helicoon (adres zie hierboven)
Pagina 46 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder
Begeleidingsdienst voor vrijescholen Hoofdstraat 14-b 3972 LA Zeist tel. 0343 – 524090 fax 0343 – 531 772 begeleidingsdienst @vrijescholen.nl www.vrijescholen.nl Vereniging van vrijescholen Hoofdstraat 14–B, 3972 LA Driebergen tel. 0343 – 536 060 fax 0343 – 531 772
[email protected] www.vrijescholen.nl Stichting voor Rudolf Steiner Pedagogie Secretariaatsadres: Postbus 378, 3700 AJ Zeist Vereniging voor Vrije Opvoedkunst Secretariaat: Hoofdstraat 8 3972 LA Driebergen tel. 0343 – 538788 fax 0343 – 538312 Internationaal Hulpfonds Het Internationaal Hulpfonds ondersteunt initiatieven in het buitenland, die vanuit de vrijeschoolpedagogiek werken. Internationaal Hulpfonds Hoofdstraat 8 3972 LA Driebergen Tel: 0343 – 514 392 Fax: 0343 – 514 984
[email protected] www.internationaalhulpfonds.nl Antroposofische Vereniging Landelijk: Boslaan 15 3701 CH Zeist Tel.: 030 - 6918 216
[email protected] www.antroposofie.nl
Pagina 47 van 48 Algemeen deel Schoolgids De Zwaneridder