Ecologiepremie Algemene informatie
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
1
Wat is een ecologiepremie en hoe wordt deze toegekend?........................................................ 3 Het wettelijk kader? ............................................................................................................... 3 Europees kader ................................................................................................................... 3 Vlaams kader...................................................................................................................... 3 Hoe een ecologiepremie aanvragen?...................................................................................... 3 Ontvankelijkheid van de aanvraag. ........................................................................................ 4 Welke ondernemingen komen in aanmerking voor een ecologiepremie? ................................. 5 Voorwaarden .......................................................................................................................... 5 De grootte van een onderneming ........................................................................................... 5 Investeringstermijnen. ............................................................................................................ 6 Welke ecologische investeringen komen in aanmerking voor een ecologiepremie?................. 7 Milieu-investeringen .............................................................................................................. 7 Investeringen op energiegebied.............................................................................................. 7 Investeringen ten gevolge van een verhuizing om milieureden............................................. 7 Opmerkingen.......................................................................................................................... 8 Types investeringen............................................................................................................ 8 Boekingen en afschrijvingen.............................................................................................. 8 Patrimoniumvennootschap ................................................................................................. 9 Niet in aanmerking ............................................................................................................. 9 De ecologische meerkost........................................................................................................ 9 De milieuperformantiefactor. ............................................................................................... 10 De subsidiepercentages. ........................................................................................................... 11 Milieu-investeringen ............................................................................................................ 11 Milieu-investeringen op de limitatieve technologieënlijst ............................................... 11 Milieu-investeringen die niet voorkomen op de limitatieve technologieënlijst ............... 11 Investeringen op energiegebied............................................................................................ 12 Investeringen ten gevolge van een verhuizing om milieuredenen. ...................................... 12 Maximum subsidiebedragen. ............................................................................................... 13 Milieumanagementcertificaten................................................................................................. 13 Het Milieucharter. ................................................................................................................ 15 EMAS (Communautair Milieubeheer- en Milieuauditsysteem) .......................................... 15 ISO 14001 ............................................................................................................................ 16 Een limitatieve technologieënlijst. ........................................................................................... 16 Wat is de limitatieve technologieënlijst ? ............................................................................ 17 Hoe gebruik maken van de limitatieve technologieënlijst (LTL). ....................................... 18 Beste beschikbare Technologieën ........................................................................................ 19 Een investering in een nieuwe milieutechnologie die niet voorkomt op de limitatieve technologieënlijst. ....................................................................................................................... 20 Een investering in een nieuwe technologie op energiegebied die niet op de limitatieve technologieënlijst voorkomt........................................................................................................ 20 Investeringen met een engagement tot CO2-emissiereductie. .............................................. 21 De uitbetaling van een ecologiepremie. ................................................................................... 23 De ecologiepremie toegekend aan investeringsprojecten zonder een engagement tot CO2emissiereductie ..................................................................................................................... 23 De subsidie voor ecologie-investeringen met een engagement tot CO2-emissiereductie .... 24 Achterstallen RSZ en de Belastingdienst Vlaanderen inzake onroerende voorheffing. ...... 24 Uiterste datum voor het aanvragen van de uitbetaling......................................................... 24
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
2
Wat is een ecologiepremie en hoe wordt deze toegekend? Een ecologiepremie is een financiële tegemoetkoming aan ondernemingen die ecologie-investeringen zullen realiseren in het Vlaamse Gewest. Onder ecologie-investeringen worden milieuinvesteringen, investeringen op energiegebied en investeringen t.g.v. een verhuis om milieuredenen verstaan.
Het wettelijk kader? Europees kader De Europese kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu (2001/C37/03) van kracht vanaf 3 februari 2001 tot 31 december 2007. Vlaams kader Het decreet betreffende het economisch ondersteuningsbeleid van 31 januari 2003 (B.S. van 25 maart 2003), meer in het bijzonder in Hoofdstuk III m.b.t. investeringssteun voor ecologie; de bepalingen van dit decreet worden concreet gestalte gegeven door het besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest van 1 oktober 2004 (B.S. van 7 februari 2005) en het Ministerieel Besluit van 29 oktober 2004 (B.S. van 10 december 2004 en 18 maart 2005 voor de limitatieve technologieënlijst) dat er de uitvoering van regelt.
Hoe een ecologiepremie aanvragen? Het indienen van een aanvraag voor een ecologiepremie is uitsluitend mogelijk via deze website (www.vlaanderen.be/ecologiepremie). Als u een aanvraag voor een ecologiepremie wenst in te dienen, moet u zich eerst registreren. De applicatie toetst de identiteit van uw onderneming aan een achterliggende referentiedatabank en maakt vervolgens een login-ID en een paswoord aan. U krijgt het login-ID en paswoord met de post toegestuurd en kunt hiermee een aanvraag voor een ecologiepremie indienen en uw aanvraag of aanvragen opvolgen.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
3
Eén aanvraag per 12 maanden De termijn tussen twee aanvragen voor een ecologiepremie moet minstens 12 maanden zijn te rekenen vanaf de indieningsdatum van de eerste aanvraag. Eén aanvraag per exploitatiezetel De aanvragen voor een ecologiepremie worden behandeld per exploitatiezetel. Wanneer er investeringen plaatsvinden in meerdere exploitatiezetels wordt elke exploitatiezetel als een afzonderlijke aanvraag beschouwd. Er wordt vanuit gegaan dat er slechts één exploitatiezetel per gemeente/deelgemeente is.
Ontvankelijkheid van de aanvraag Aan de hand van een aantal ontvankelijkheidcriteria controleert de applicatie of u gerechtigd bent om een aanvraag voor een ecologiepremie in te dienen. De aanvraag zal ontvankelijk zijn indien uw onderneming -
geen overheidsparticipaties heeft van 25 % of meer; een aanvaardbare juridische vorm heeft; haar investeringen zal realiseren in het Vlaams gewest; voor dezelfde investeringen geen overheidssteun aangevraagd, toegekend gekregen of ontvangen heeft; een hoofdactiviteit uitoefent die aanvaardbaar is; geen achterstallige schulden heeft bij de RSZ; geen achterstallige schulden heeft bij de Belastingsdienst Vlaanderen inzake onroerende voorheffing; de investeringen gestart heeft na de indieningdatum van de subsidieaanvraag; voor dezelfde exploitatiezetel geen aanvraag voor een ecologiepremie heeft ingediend (die nog aktief is) gedurende de laatste 12 maanden.
Indien de aanvraag ontvankelijk is moet u een aantal gegevens over uw geplande investeringen invoeren. De applicatie haalt zelf zoveel mogelijk boekhoudkundige gegevens op uit de achterliggende referentiedatabank en vraagt de tewerkstellingsgegevens elektronisch aan bij de RSZ. Waar nodig moet u stavingstukken opsturen die de administratie kan verifiëren.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
4
Welke ondernemingen komen in aanmerking voor een ecologiepremie? Voorwaarden Een onderneming dient aan volgende voorwaarden te voldoen: -
Zij realiseert haar investeringen in het Vlaamse Gewest; Zij oefent een aanvaardbare hoofdactiviteit (NACE-code) uit; Zij is geen VZW; Zij is niet voor 25% of meer van het kapitaal of de stemrechten in handen van de overheid.
Bij ministerieel besluit van 1 juli 2005 werd voor energieintensieve bedrijven (bedrijven met een energieverbruik van 0,5 Pj en bedrijven die onder de Europese richtlijn van verhandelbare emissierechten vallen) de ecologiepremie afhankelijk gemaakt van de toetreding tot het benchmarking-convenant.
De grootte van een onderneming Voor de bepaling van de hoogte van de ecologiepremie wordt er een onderscheid gemaakt tussen ‘kleine en middelgrote ondernemingen’ (KMO’s) en ‘grote ondernemingen’ (GO’s). Een kleine onderneming voldoet aan elk van de volgende criteria: -
Zij stelt minder dan 50 werkzame personen tewerk; Zij heeft een jaaromzet of een jaarlijks balanstotaal van maximaal 10 miljoen euro;
Een middelgrote onderneming voldoet aan elk van de volgende criteria: -
Ze stelt minder dan 250 werkzame personen tewerk; Ze heeft een jaaromzet van maximaal 50 miljoen euro of een jaarlijks balanstotaal van maximaal 43 miljoen euro; Ze is geen kleine onderneming.
Een grote onderneming is een onderneming die noch klein noch middelgroot is.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
5
De nieuwe Europese KMO-definitie die van kracht is vanaf 1 januari 2005 wordt verder toegelicht in: • de bijlage van Verordening (EG) nr 364/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 wat betreft uitbreiding van het toepassingsgebied tot steun voor onderzoek en ontwikkeling (PB L 63 van 28 februari 2004, blz. 22-29); • de aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20 mei 2003, blz. 36-41).
Investeringstermijnen De ecologie-investeringen mogen pas starten na de indieningsdatum van de subsidieaanvraag en moeten binnen 3 jaar na de beslissing tot toekenning van een ecologiepremie worden beëindigd. De indieningsdatum van de subsidieaanvraag is de datum waarop de administratie de subsidieaanvraag ontvangt. De start van de ecologie-investeringen is de datum van de eerste factuur. De beëindiging van de ecologie-investeringen is de datum van de laatste factuur. De bewijsperiode van de CO2-emissiereductie is een aaneensluitende periode van 12 maanden, te kiezen uit een periode die ingaat vanaf de indieningsdatum van de subsidieaanvraag en die eindigt op 31 december van het kalenderjaar volgend op de beeindiging van de ecologie-investeringen. B
B
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
6
Welke ecologische investeringen komen in aanmerking voor een ecologiepremie? Volgende ecologie-investeringen komen in aanmerking voor een ecologiepremie:
Milieu-investeringen Milieu-investeringen zijn investeringen gericht op de bescherming van het milieu. Onder milieubescherming wordt elke maatregel verstaan die gericht is op de preventie of het herstel van aantastingen van de natuurlijke omgeving of de natuurlijke hulpbronnen dan wel op de aanmoediging van het rationeel gebruik van die hulpbronnen.
Investeringen op energiegebied Investeringen op energie zijn investeringen en maatregelen die de onderneming in staat stellen het energiegebruik in haar productiecyclus te verminderen.
Investeringen ten gevolge van een verhuizing om milieureden Het gaat hier om investeringen door een onderneming die in een stedelijke omgeving of een Natura 2000-zone overeenkomstig de wet een activiteit uitoefent die een aanzienlijke vervuiling meebrengt en, wegens die locatie, haar vestigingsplaats verlaat om zich in een geschikter gebied te vestigen. Hiervoor moet echter cumulatief aan de volgende criteria worden voldaan: -
-
de verandering van locatie moet ingegeven zijn door milieuoverwegingen en het gevolg zijn van een administratief of gerechtelijk bevel tot verhuizing, de onderneming moet aan de strengste milieunormen voldoen die in het nieuwe vestigingsgebied gelden.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
7
Opmerkingen Types investeringen Van de bovenvernoemde ecologie-investeringen komen enkel de volgende investeringen in aanmerking voor een ecologiepremie: -
-
-
de aankoop, onroerende leasing, oprichting of verbouwing van gebouwen die onlosmakelijk verbonden zijn met ecologie-investeringen en die nutteloos worden als die investeringen buiten dienst worden gesteld; installaties en uitrustingen die erop gericht zijn vervuiling of hinder te beperken of te beëindigen of de productiemethoden aan te passen met het oog op de milieubescherming, met uitzondering van end-of-pipe technologieën waarvoor een alternatieve procesgeïntegreerde technologie bestaat; Bij ministerieel besluit van van 3 juni 2005 komen end-of-pipe technologieën niet langer in aanmerking voor een ecologiepremie. immateriële investeringen zoals bepaald in artikel 14 §2 van het kaderdecreet.
Investeringen via een inbreng komen niet in aanmerking voor een ecologiepremie. Boekingen en afschrijvingen De investeringen moeten geboekt worden onder de rubrieken 21 tot 27 van de jaarrekening voor ondernemingen die jaarrekeningplichtig zijn; de andere ondernemingen moeten deze uitgaven opnemen in de afschrijvingstabel. De investeringen moeten afgeschreven worden conform de boekhoudwetgeving en ten minste over een termijn van 3 jaar. Immateriële investeringen moeten verworven worden tegen marktvoorwaarden van derden waarin de aanvrager geen directe of zijdelingse zeggenschap uitoefent.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
8
Patrimoniumvennootschap De investeringen worden gerealiseerd door de aanvrager zelf (de exploitatievennootschap) of door een patrimoniumvennootschap behorend tot dezelfde groep als de exploitatievennootschap. Een patrimoniumvennootschap is een vennootschap die onder meer, maar niet uitsluitend tot doel heeft de activa te beheren die gebruikt worden door de exploitatievennootschap. Tot dezelfde groep behoren wordt als volgt omschreven: -
ofwel participeert de patrimoniumvennootschap voor ten minste 25% in de exploitatievennootschap; ofwel participeert de exploitatievennootschap voor ten minste 25% in de patrimoniumvennootschap; ofwel participeren dezelfde natuurlijke of rechtspersonen voor ten minste 25% in beide vennootschappen.
Niet in aanmerking Volgende investeringen komen niet in aanmerking voor een ecologiepremie: -
investeringen in gronden; andere immateriële investeringen dan de aankoop van derden tegen marktvoorwaarden van octrooien, van exploitatielicenties of licenties inzake geoctrooieerde know-how of van niet-geoctrooieerde technische know-how.
De ecologische meerkost Enkel de extra investeringen die noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van de milieudoeleinden worden in aanmerking genomen, exclusief de voordelen van een eventuele capaciteitsverhoging, de kostenbesparingen gedurende de eerste 5 jaar van de gebruiksduur van de investeringen en de extra bijproducten gedurende diezelfde periode. De extra investeringen worden berekend door de ecologieinvestering te vergelijken met een klassieke investering die in technisch opzicht vergelijkbaar is, maar waarmee niet hetzelfde niveau van milieubescherming kan worden bereikt. De vergelijking gebeurt op basis van een gelijke productiecapaciteit van de klassieke investering en de reële milieuvriendelijke investering. Verder worden de besparingen en/of opbrengsten gedurende de eerste vijf jaar (geactualiseerd aan de Europese referentierente) van de gebruiksduur in mindering gebracht van de meerkost.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
9
Van de technologieën die voorkomen op de limitatieve technologieënlijst werd de ecologische meerkost gestandaardiseerd en uitgedrukt als een percentage van de ingediende investeringen. Indien het investeringen ten gevolge van verhuizing om milieuredenen betreft, worden enkel de extra investeringen in aanmerking genomen overeenkomstig nr. 39 van de Europese milieukaderregeling.
De milieuperformantiefactor Aan de milieu-investeringen wordt een milieuperformantiefactor toegekend. De milieuperformatiefactor van een technologie is een kwalitatieve milieubeoordeling van de technologie naar gelang de milieuperformantie. De milieuperformatiefactor kan variëren tussen 0,6 en 1 van de ecologische meerkost. Hierbij wordt aan een technologie met een klein milieuvoordeel minder subsidie toegekend dan aan een technologie met een sterk milieuvoordeel. Bij ministerieel besluit van 3 juni 2005 werd de milieuperformatiefactor vastgesteld op 0,6. De milieuperformantiefactor wordt vermeld op de limitatieve technologieënlijst en wordt in rekening gebracht bij de berekening van de ecologische meerkost.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
10
De subsidiepercentages Milieu-investeringen Milieu-investeringen op de limitatieve technologieënlijst Milieu-investeringen die voorkomen op de limitatieve technologieënlijst komen in aanmerking voor een ecologiepremie van 35% (voor KMO’s) of 25% (voor GO’s). De subsidiepercentages kunnen verhoogd worden met respectievelijk 1,5%, 3% en 5% indien de onderneming in het bezit is van een milieuchartercertificaat, een ISO 14001- of een EMAS–certificaat of zich ertoe engageert om dit voor het einde van het investeringsrogramma te behalen. Deze extra subsidie is evenwel niet cumuleerbaar indien de onderneming over meerdere certificaten zou beschikken. Milieu-investeringen die niet voorkomen op de limitatieve technologieënlijst Milieu-investeringen die niet voorkomen op de limitatieve technologieënlijst komen pas in aanmerking voor een ecologiepremie nadat de technologie werd onderzocht en na opname ervan op de limitatieve technologieënlijst. Milieu-investeringen uitgevoerd door KMO’s om hun installaties aan te passen aan nieuwe Europese normen binnen 3 jaar na de goedkeuring van de nieuwe Europese normen, komen in aanmerking voor een subsidie van 10% eventueel te verhogen met 1,5%, 3% en 5% indien de onderneming in het bezit is van een milieuchartercertificaat, een ISO 14001- of een EMAS–certificaat of zich ertoe engageert om dat voor het einde van het investeringsprogramma te behalen.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
11
Investeringen op energiegebied Investeringen op energiegebied uitgevoerd door een KMO en die voorkomen op de limitatieve technologieënlijst komen in aanmerking voor een subsidie van 35%. Investeringen in warmtekrachtkoppeling en/of hernieuwbare energie komen in aanmerking van een ecologiepremie van 35% (voor KMO’s) of 25% (voor GO’s). Investeringen op energiegebied uitgevoerd door een KMO en die niet voorkomen op de limitatieve technologieënlijst, vereisen een CO2-emissiereductie-engagement en genieten 8% subsidie per procent CO2-emissiereductie, met een maximum van 35% subsidie. Investeringen op energiegebied uitgevoerd door een GO, ongeacht of ze voorkomen op de limitatieve technologieënlijst, vereisen een CO2-emissiereductie-engagement en genieten 4% subsidie per procent CO2-emissiereductie, met een maximum van 25% subsidie. De hoger vermelde subsidiepercentages kunnen verhoogd worden met respectievelijk 1,5%, 3% en 5% indien de onderneming in het bezit is van een milieuchartercertificaat, een ISO 14001of een EMAS –certificaat of zich ertoe engageert om dit voor het einde van het investeringsprogramma te behalen. Deze extra subsidie is evenwel niet cumuleerbaar indien de onderneming over meerdere certificaten zou beschikken.
Investeringen ten gevolge van een verhuizing om milieuredenen Investeringen ten gevolge van een verhuizing om milieuredenen en die voldoen aan de voorwaarden opgelegd in de Europese milieu-kaderregeling komen in aanmerking voor een ecologiepremie van 35% (voor KMO’s) of 25% (voor GO’s).
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
12
Maximum subsidiebedragen Bij een subsidieaanvraag voor een investering in een warmtekrachtkopppeling en/of hernieuwbare energie bedraagt de ecologiepremie maximaal 3,6 miljoen euro. Bij een subsidieaanvraag voor andere ecologie-investeringen bedraagt de ecologiepremie maximaal 1,8 miljoen euro. Bij overschrijding van het maximale subsidiebedrag van 1,8 of 3,6 miljoen euro, worden de subsidiebedragen voor de verschillende investeringen pro rata herberekend zodat het maximale subsidiebedrag per aanvraag niet overschreden wordt. Wanneer een aanvraag voor een ecologiepremie betrekking heeft op warmtekrachtkoppeling en/of hernieuwbare energie enerzijds en op andere ecologie-investeringen anderzijds, dan bedraagt het maximale subsidiebedrag 3,6 miljoen euro. De ecologiepremie wordt bij voorrang toegekend aan investeringen in warmtekrachtkoppeling en/of hernieuwbare energie en het eventuele resterende susbsidiebedrag wordt pro rata toegekend aan de andere ecologie-investeringen, met een maximaal subsidiebedrag voor de andere ecologie-investeringen van 1,8 miljoen euro.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
13
Subsidietabel KMO Ecologie
%
Investering 1.
GO Max % Max. in mln. EUR
%
Max.% Max. in mln. EUR
-
1,8
25%
-
1,8
-
1,8
-
-
-
+1,5%
26,5% 1,8
Milieu-investeringen
Limitatieve technologieënlijst
35%
Aanpassing aan nieuwe Europese 10% normen Milieucharter
+1,5%
36,5% 1,8 of 11,5%
ISO 14001
+3%
38% of 13%
1,8
+3%
28%
1,8
EMAS
+5%
40% of
1,8
+5%
30%
1,8
15% 2.
Investeringen op energiegebied
Limitatieve technologieënlijst
35%
-
1,8
-
-
-
Warmtekrachtkoppeling
35%
_
3,6
25%
_
3,6
Hernieuwbare energie
35%
-
3,6
25%
-
3,6
CO2emissiereductie
8% per % 35% CO2emissiereductie
1,8
4% per % 25% CO2emissiereductie
Milieucharter
+1,5%
36,5% 1,8 of 3,6
+1,5%
26,5% 1,8 3,6
of
ISO 14001
+3%
38%
1,8 of 3,6
+3%
28%
1,8 3,6
of
EMAS
+5%
40%
1,8 of 3,6
+5%
30%
1,8 3,6
of
-
1,8
25%
-
1,8
3. Investeringen 35% als gevolg van een verhuizing om milieuredenen
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
1,8
14
Milieumanagementcertificaten De meest gangbare milieumanagementsystemen zijn het ‘Milieucharter’, ‘ISO 14001’ en ‘EMAS’. Deze milieuzorg-systemen hebben als doel de milieu-inspanningen van industriële ondernemingen te bevorderen. De milieu-inspanningen hebben betrekking op het gebruik van grondstoffen en energie, het recupereren en afvoeren van afval, de uitstoot via de lucht, water en grond, het naleven van sectorale regelgeving, productiebeheer, het effect van bepaalde producten op de gezondheid en het leefmilieu.
Het Milieucharter Het milieucharter kadert in het PRESTI4-programma van de Vlaamse overheid. PRESTI4 (Preventie STImulerend) is een gëintegreerd financieel steunverleningsprogramma voor innovatie en preventie, met als doel in elke Vlaamse provincie een Milieucharter-project in werking te stellen (met OVAM als beheerder van het project). Via PRESTI4 worden met andere woorden subsidies toegekend aan projecten die de ondernemingen in staat stellen het milieucharter te behalen, waarbij voornamelijk gemikt wordt op projecten van KMO’s. Deelname aan PRESTI4, en dus aan het Milieucharter, brengt met zich mee dat de geïnteresseerde onderneming de algemene beleidsprincipes en de doelstellingen van het Vlaamse PRESTI4– programma en haar Milieucharter onderschrijft. De onderneming dient vervolgens op basis van deze doelstellingen een aantal concrete acties te formuleren die binnen de onderneming gerealiseerd zullen worden. Op het einde van het actiejaar worden de milieuprestaties van de onderneming geëvalueerd door een commissie van onafhankelijke deskundigen en krijgen ondernemingen met een positieve beoordeling het Milieucharter uitgereikt. Ondernemingen die het charter halen mogen gedu-rende de toekenningsperiode (1 jaar) het certificaat vermelden in de interne en externe communicatie van de onderneming, waarbij het certificaat het symbool is voor het milieu-vriendelijke imago van de onderneming. Meer info op: http://www.ovam.be (zoeken oner PRESTI4)
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
15
EMAS (Communautair Milieubeheer- en Milieuauditsysteem) EMAS beoogt het bevorderen van een gestage verbetering van de milieuprestaties van alle Europese organisaties en van de informatie van het publiek en alle belanghebbenden. De reglementaire basis hiervoor is de Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) (Publicatieblad L 114, 24.04.2001). Voor meer uitleg hierover wordt verwezen naar de websites van de Europese Unie: http://europa.eu.int/scadplus/leg/nl/lvb/l28022.htm http://europa.eu.int/business/nl/topics/environment/emas.html
ISO 14001 ISO 14001 is een Environmental Management System dat de minimumeisen beschrijft voor een milieuzorgsysteem. Het legt twee eisen voor milieuprestaties op: -
het engagement om de vigerende wetgeving na te leven, het engagement tot continue verbetering.
Voor meer uitleg hierover wordt verwezen naar de website van de International Organisation for Standardization en van het Belgisch Instituut voor Normalisatie: http://www.iso.ch/iso/en/ISOOnline.openerpage http://www.bin.be/NL/index.htm
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
16
Een limitatieve technologieënlijst Wat is de limitatieve technologieënlijst? Om de ecologiepremie voldoende aantrekkelijk en laagdrempelig te maken voor kleine en middelgrote ondernemingen wordt gewerkt met een limitatieve technologieënlijst met daarop de technologieën die in aanmerking komen voor een ecologiepremie. Technologieën op deze lijst werden getoetst aan de basisvoorwaarden zoals gesteld in de Europese kaderregeling en zijn ecologie-investeringen gericht op: -
het overtreffen van bestaande Europese normen (voor zover er geen strengere Vlaamse normen van toepassing zijn); het behalen van milieudoelstellingen waarbij geen Europese normen gelden.
Op de lijst staan technologieën vermeld die in aanmerking komen voor een ecologiepremie. Ze werden geselecteerd op basis van de sectoriële, Vlaamse BBT-studies en vergelijkbare lijsten uit andere lidstaten, zoals Nederland (VAMIL, MIA, EIA). Per technologie vermeldt de limitatieve technologieënlijst volgende gegevens: -
-
een technologiecode; een bondige omschrijving van de technologie; de investeringscomponenten met een opsplitsing in essentiële en niet-essentiële componenten; de gestandaardiseerde meerkost als een percentage van de aanvaarde investeringscomponenten en met inrekening van de opbrengsten en besparingen gedurende de eerste 5 jaar; de milieuperformantiefactor, variërend tussen 0,6 en 1; de geldigheidsduur van de technologie. Wanneer een technologie algemeen ingeburgerd is of wanneer een Vlaamse norm (die strenger is dan de Europese) van kracht wordt komt deze technologie niet langer voor een ecologiepremie in aanmerking.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
17
Hoe gebruik maken van de limitatieve technologieënlijst (LTL) De bedoeling van de limitatieve technologieënlijst is het indienen van een aanvraag eenvoudiger te maken voor de onderneming. De LTL is een lijst technologieën die beschouwd worden als milieu-investering of als investering op energiegebied en die voor een ecologiepremie in aanmerking komen. Wanneer er bij een investering gekozen wordt voor een technologie van de LTL is het indienen van de aanvraag vrij eenvoudig omdat de onderneming geen omschrijving van de technologie noch een berekening van de ecologische meerkost dient te geven. De gekozen technologie op de LTL geeft een duidelijke omschrijving van de technologie en een gestandaardiseerde berekening van de ecologische meerkost. Dit betekent dat bij elke technologie van de LTL de meerkost vermeld wordt als een percentage van de ingediende investeringen. Bij milieuinvesteringen wordt tevens een milieuperformantiefactor vermeld tussen 0,6 en 1(zie hoger) waardoor de uiteindelijk aanvaarde meerkost kan variëren tussen 60 en 100% van de gestandaardiseerde meerkost. Bij elke technologie van de LTL worden tevens de essentiële en de niet-essentiële investeringscomponenten vermeld. De technologie komt enkel in aanmerking voor een ecologiepremie als de essentiële investeringscomponenten (de naakte technologie) ook in de investering zijn opgenomen; investeren in de de nietessentiële investeringscomponenten is facultatief. Bij ministerieel besluit van 17 juni 2005 werden de nietessentiële investeringscomponenten uitgesloten van subsidie.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
18
Best Beschikbare Technieken Het zoeken in de LTL gebeurt in de eerste plaats op basis van de sector waarin de onderneming actief is. Aan de hand van de NACE-code van de sector waartoe de onderneming behoort, wordt een eerste selectie getoond van de aanbevolen technologieën voor die sector. Deze selectie is deels gebaseerd op de Best Beschikbare Technieken (BBT’s) en deels op de meest gangbare ecologie-investeringen uit die sector. Wanneer de onderneming de technologie niet terugvindt in de lijst van aanbevolen technologieën kan zij voorts ook de volledige LTL raadplegen. Wil de onderneming echter investeren in een nieuwe technologie die niet voorkomt op de LTL zal dit de aanvraag- en beslissingsprocedure aanzienlijk verzwaren. De aanvraag moet een grondige motivatie omtrent de ecologische voordelen van deze nieuwe technologie bevatten. Die zal bovendien eerst onderzocht en gestandaardiseerd worden. Pas nadat de nieuwe technologie is toegevoegd aan de limitatieve technologieënlijst kan er een beslissing tot toekenning van een ecologiepremie worden genomen. Simulatiemogelijkheid Alvorens een aanvraag te finaliseren en in te dienen, kan de onderneming een simulatie maken om te zien hoeveel de ecologiepremie zal bedragen. Deze simulatie is evenwel enkel mogelijk wanneer gekozen wordt om te investeren in technologieën van de LTL. Deze simulatie stelt de aanvrager in staat om zijn steun te optimaliseren.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
19
Een investering in een nieuwe milieutechnologie die niet voorkomt op de limitatieve technologieënlijst Wanneer een onderneming een ecologiepremie wenst aan te vragen voor een nieuwe milieutechnologie die niet voorkomt op de LTL dient zij een gedetailleerde studie voor te leggen naar analogie van een BBT-studie. Deze studie dient minstens volgende gegevens te bevatten: 1. een beschrijving van de bestaande technologie; 2. een beschrijving van de nieuwe technologie met een kwalitatieve benadering van de milieuvoordelen; 3. een vergelijking van de kostprijs tussen de nieuwe en de bestaande technologie; 4. een raming van de te realiseren jaarlijkse besparingen en opbrengsten, uitgedrukt in fysische en geldelijke eenheden; 5. een literatuurlijst met referenties van de bestaande en de nieuwe technologie. Vervolgens zal de Administratie de nieuwe technologie onderzoeken en standaardiseren en een voorstel formuleren tot opname van de nieuwe technologie op de LTL. Pas na beslissing van de Minister tot opname van de technologie op de LTL kan de aanvaag voor ecologiepremie verder worden afgehandeld.
Een investering in een nieuwe technologie op energiegebied die niet op de limitatieve technologieënlijst voorkomt Wanneer een onderneming een ecologiepremie wenst aan te vragen voor een nieuwe technologie op energiegebied die niet voorkomt op de LTL dient zij een engagement tot CO2-emissiereductie aan te gaan en wordt de ecologiepremie berekend in functie van de verwachte CO2-emissiereductie.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
20
Investeringen met een engagement tot CO2-emissiereductie Voor de volgende investeringen op energiegebeid is een engagement tot CO2-emissiereductie vereist: -
wanneer het gaat om een technologie die de LTL; wanneer de investering wordt uitgevoerd onderneming’ ongeacht of de technologie LTL (met uitzondering van investeringen koppeling en/of hernieuwbare energie).
niet voorkomt op door een ‘grote voorkomt op de in warmtekracht-
Voor investeringen op energiegebied met een engagement tot CO2emissiereductie moet de onderneming in haar subsidieaanvraag een berekening opgeven van de verwachte jaarlijkse energiebesparing die de investeringen zullen opleveren. De berekening moet uitgevoerd worden in fysische eenheden, Gigajoule (GJ) en/of kilowattuur (kWh). De berekeningsmethode moet in detail uitgewerkt worden en onderbouwd zijn met referenties. Tevens moet de onderneming aangeven op welke wijze zij de effectief gerealiseerde energiebesparing na realisatie van de investeringen zal bewijzen (monitoringmethode). Dit gebeurt door een berekening te geven van het jaarlijks energieverbruik van de huidige installatie en door aan te geven welke gegevens op basis van metingen, facturen of parameters worden bijgehouden om het reële jaarlijkse energieverbruik van de nieuwe installatie te berekenen. Wanneer het een technologie op energiegebied betreft die niet voorkomt op de limitatieve technologieënlijst moet de onderneming tevens een berekening maken van de ecologische meerkost. De administratie controleert de voorgestelde berekeningsmethode, de monitoringmethode voor de verwachte en effectief gerealiseerde energiebesparing en in voorkomend geval de opgegeven ecologische meerkost. De administratie kan hiervoor een advies inwinnen bij externe deskundigen. De te realiseren energiebesparing wordt omgezet in een CO2emissiereductie aan de hand van volgende conversietabel.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
21
stookolie Aardgas Steenkool Butaan- of propaangas Elektriciteit Benzine Diesel
CO2-emissiefactor CO2-emissiefactor (kg CO2/GJ) (kg CO2/kWh) 73,33 0,264 55,82 0,201 92,71 0,334 62,44 0,225 211,11 68,61 73,33
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
0,760 0,247 0,264
22
De uitbetaling van een ecologiepremie Er wordt bij de uitbetaling van de ecologiepremie een onderscheid gemaakt tussen investeringen met en investeringen zonder een engagement tot CO2-emissiereductie.
De ecologiepremie toegekend aan investeringsprojecten zonder een engagement tot CO2-emissiereductie De ecologiepremie toegekend aan investeringsprojecten zonder een engagement tot CO2-emissiereductie wordt aan de onderneming uitbetaald in 3 schijven: -
Een eerste schijf van 30% wordt op zijn vroegst 30 dagen na de beslissing tot toekenning van de ecologiepremie uitbetaald. De onderneming moet evenwel gestart zijn met haar investeringen en de uitbetaling van deze eerste schijf via de webapplicatie aanvragen.
-
Een tweede schijf van 30% wordt op zijn vroegst 30 dagen na de beslissing tot toekenning van de ecologiepremie uitbetaald. De onderneming moet evenwel 50% van haar investeringen hebben uitgevoerd en de uitbetaling van deze tweede schijf via de webapplicatie aanvragen.
-
Een derde schijf van 40% wordt op zijn vroegst 30 dagen na de beslissing tot toekenning van de ecologiepremie uitbetaald. De onderneming moet evenwel haar investeringen beëindigd hebben en de uitbetaling van deze derde schijf via de webapplicatie aanvragen.
De uitbetaling van de 3de schijf kan pas gebeuren nadat de administratie heeft vastgesteld dat: -
de ecologie-investeringen volledig zijn uitgevoerd en in de onderneming worden geëxploiteerd, er geen achterstallige schulden zijn bij de RSZ, de Belastingdienst Vlaanderen inzake onroerende voorheffing en dat aan alle opgelegde voorwaarden voldaan werd.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
23
De subsidie voor ecologie-investeringen met een engagement tot CO2-emissiereductie De subsidie voor ecologie-investeringen met een engagement tot CO2-emissiereductie wordt aan de onderneming uitbetaald als volgt. De ecologiepremie wordt in één keer uitbetaald nadat de ecologie-investeringen volledig zijn gerealiseerd en de onderneming via de webapplicatie de uitbetaling heeft aangevraagd. De uitbetaling kan pas gebeuren nadat de administratie heeft vastgesteld dat: -
-
de ecologie-investeringen volledig zijn uitgevoerd en in de onderneming worden geëxploiteerd; de opgelegde CO2-emissiereductie binnen de bewijsperiode bereikt werd en dit volgens de door de administratie goedgekeurde berekenings- en monitoringsmethode; er geen achterstallige schulden zijn bij de RSZ, de Belastingdienst Vlaanderen inzake onroerende voorheffing en dat aan alle opgelegde voorwaarden voldaan werd.
Achterstallen RSZ en de Belastingdienst Vlaanderen inzake onroerende voorheffing Ingeval van achterstallen wordt de uitbetaling van de ecologiepremie opgeschort tot de onderneming het bewijs levert dat deze schulden werden aangezuiverd.
Uiterste datum voor het aanvragen van de uitbetaling De aanvragen tot uitbetaling moeten ingediend worden binnen 6 maanden na het beëindigen van de investeringen. Als de investeringen reeds voor de beslissing tot toekenning van de ecologiepremie beëindigd werden, moeten de aanvragen tot uitbetaling ingediend worden binnen 6 maanden na de beslissing tot toekenning van de ecologiepremie. Voor investeringen met een engagement tot CO2-emissiereductie moet de onderneming de aanvraag tot uitbetaling van de ecologiepremie uiterlijk indienen binnen 2 jaar en 6 maanden na het beëindigen van deze ecologie-investeringen.
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
24
Meer info Neem dan contact op met het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid; adres: Markiesstraat 1 te 1000 Brussel fax: 02-553 37 88 e-mail:
[email protected]
Algemene informatie Ecologiepremie 12 december 2005
25