PROTOCOL HOOFDLUIS
A.Bekemaschool december 2009 1. Algemene informatie
Regelmatig, vaak na een vakantie, zijn er op scholen uitbarstingen van hoofdluis. Ook bij de GGD komen regelmatig meldingen binnen. Hoofdluis komt alleen bij de mens voor, niet bij dieren. Iedereen kan luizen krijgen, want het zijn echte overlopers. Ze wandelen van het ene hoofd naar het andere, doordat kinderen samen spelen, knuffelen en slapen, of door tijdelijke tussengastheren zoals beddengoed, kleding, kammen, autobekleding enz. Regelmatig kammen is de beste oplossing voor een luizenprobleem. 1.1 Hoofdluis heb je niet alleen. Hoofdluis is enorm besmettelijk. Als uw kind hoofdluis heeft, meld dat dan op school, bij de kinderopvang, op clubs, bij vriend(innet)jes, oppassen, opa’s en oma’s. Controleer ook uw hele gezin op hoofdluis. Hoofdluis is iets waar niet altijd gemakkelijk over wordt gepraat. Sommige mensen schamen zich dat er hoofdluis in hun gezin is voorgekomen en willen dit liever niet aan anderen vertellen, omdat dit soms nare reacties op kan leveren. Toch is het belangrijk dat andere mensen het juist wel weten, zodat de hoofdluis zo snel mogelijk een halt kan worden toe geroepen. Als u lang wacht met melden of het helemaal niet meldt, dan krijgen de luizen de kans zich te vermeerderen en te verspreiden. 1.2 Hoe herkent u hoofdluis en neten? De volwassen luizen zijn tot 4 mm groot en verbergen zich als er naar hen gezocht wordt. De vrouwelijke luis legt dagelijks 4-6 eieren (neten) en plakt deze stevig vast aan een haar direct bij de hoofdhuid. Om te overleven heeft een luis warmte nodig (30-32° Celsius) en bloed (2-5 keer per dag). Bij kamertemperatuur (20° Celsius) en zonder bloed kan een volwassen luis maximaal 48-55 uur overleven. Neten zijn 1 mm groot en vuilwit tot geelbruin van kleur en zitten vast aan de haren, dicht bij de hoofdhuid. Neten overleven iets langer, circa 10% van de neten overleven 6 dagen kamertemperatuur. Een gewoon wasprogramma (60° Celsius) doodt alle luizen en neten. 1.3 Hoe kun je hoofdluis krijgen? Er bestaan GEEN middelen die hoofdluis kunnen voorkómen. Iedereen, jong of oud, kan hoofdluis krijgen. Hoofdluis zoekt bij voorkeur een schoon hoofd, omdat ze een hekel hebben aan vieze haren. Luizen kunnen niet springen en niet vliegen. Ze kunnen alleen lopen: van het ene hoofd op het andere hoofd. Kinderen zijn het meest bevattelijk voor hoofdluis, doordat zij bij het spelen of stoeien vaak letterlijk de koppen bij elkaar steken. Ook kunnen hoofdluizen zich verspreiden, doordat ze op kragen van jassen of in shawls of mutsen zitten. Op de kapstok stappen ze dan gewoon over als de kledingstukken tegen elkaar aan hangen. Luizen houden alleen van mensenbloed. Ze komen dus niet voor bij katten, honden of andere huisdieren. Gewone lichaamshygiëne is niet van invloed op het krijgen van luizen. Luizen leven van mensenbloed en dat vinden ze ook op een brandschoon en kortgeknipt hoofd. Je kunt hoofdluis niet voorkomen door elke dag je haar te wassen. 1.4 Hoe weet je of je luizen en/of neten hebt? Als je pas besmet bent met hoofdluis heb je vaak nog niet zo veel last van jeuk. Jeuk is wel altijd een reden om te kijken of er hoofdluizen en neten op het hoofd te zien zijn. Iedereen kan luizen en neten herkennen. Neten zitten vaak tussen de nekharen, onder de voorhoofdsharen of achter de oren. Met enige routine zijn ze goed te ontdekken door iemand die op deze plaatsen de haren nakijkt. Indien de neten verder dan 2 centimeter van de hoofdhuid verwijderd zijn, kan er sprake zijn van een oude besmetting. Dus hoe verder de neten van de hoofdhuid verwijderd zijn hoe langer geleden de besmetting heeft plaatsgevonden. 1.5 Wat te doen als er hoofdluis heerst? Als er hoofdluis op school of sportclub voorkomt, is het verstandig om het hele gezin dagelijks te controleren op hoofdluis. In het begin heb je geen klachten. Pas na enige tijd kan je last van jeuk krijgen. Dan zitten er ook al eitjes in je haren, de zogenaamde neten. Controle op neten: de neten zitten vaak in de nekharen, onder de voorhoofdharen of achter de oren. Controle op luizen: gaat het beste met een stofkam: kam de haren boven een wit vel papier of boven de wasbak en ga daarbij stevig over de hoofdhuid. De luizen zitten namelijk vlak bij de hoofdhuid. Als er luizen uit het haar komen, spoel deze dan weg met veel water.
De stofkam is van plastic en ziet er uit zoals rechts afgebeeld. De Nisska kam is van metaal en ziet er uit zoals links is afgebeeld en is aanmerkelijk duurder dan de stofkam. Met deze kam kun je neten eruit kammen, met de plastic stofkam lukt dit niet. GEEN hoofdluis gevonden: Blijf iedere week controleren! WEL hoofdluis gevonden: Meld dit op school, bij de kinderopvang, op clubs, bij vriend(innet)jes, oppassen, opa’s en oma’s. In het volgende hoofdstuk vind u adviezen over de behandeling van hoofdluis. 2. Hoe behandel je hoofdluis? Als u hoofdluis ontdekt, is het belangrijk om meteen te beginnen met een grondige aanpak. Zo lang er nog luizen of niet uitgekomen neten op het hoofd zitten, blijft hoofdluis besmettelijk! De behandeling bestaat uit bestrijden en van herbesmetting voorkomen. Controleer altijd het hele gezin als er een besmetting is. 2.1 De bestrijding van hoofdluis Kam gedurende 14 dagen het haar elke dag met een netenkam. Dit uitkammen is het belangrijkst. Volg de volgende stappen: 1. Maak het haar door en door nat. Bescherm dan de ogen met een washandje . 2. Doe crèmespoeling in het haar en kam eerst met een gewone kam de klitten weg. 3. Pak dan de netenkam en kam al het hoofdhaar, pluk voor pluk, vanaf de haarwortel. Begin bij het ene oor en pak na elke kambeweging een pluk in de richting van het andere oor. Vastgeplakte neten kunt u eventueel losweken door te deppen met azijn. 4. Veeg tijdens de kambeurt de kam regelmatig af aan een papieren servet of zakdoek. 5. Spoel de crèmespoeling uit en maak de kammen school. U kunt ze 5 minuten uitkoken of ontsmetten met alcohol (70%) Combineer het kammen eventueel met een antihoofdluismiddel. Er bestaan shampoos, crèmes, lotions en sprays tegen hoofdluis. Laat u zich bij de aanschaf hiervan goed voorlichten door de apotheek of drogist, of lees de bijsluiter zorgvuldig. 2.2 Voorkom herbesmetting Neem de volgende maatregelen op de eerste dag van de behandeling en 7 dagen later nog een keer: 1. Was kleding, beddengoed, jassen, dassen, mutsen, verkleedkleren, knuffels enz. minimaal 10 minuten op 60ºC. In plaats van wassen kunt u de spullen stomen of 48 uur buiten luchten. Een andere mogelijkheid is om ze 24 uur in de vriezer te leggen of 48 uur te bewaren in een afgesloten zak bij kamertemperatuur. Vergeet ook niet om borstels en kammen goed schoon te maken. 2. Stofzuig (auto)stoelen, banken, matrassen en kussens grondig en gooi de stofzuigerzak weg. Denk ook aan de volgende maatregelen: 1. Meld de besmetting op school, bij de kinderopvang, op clubs, bij vriend(innet)jes, oppassen, opa’s en oma’s om verdere besmetting te voorkomen. 2. Bij een hardnekkige luizenplaag op school de jassen in een luizenzak of plastic zak ophangen. (ieder kind een eigen zak) 3. Blijf alle gezinsleden 1 keer per week controleren op hoofdluis, zonodig met de stofkam of de Nisska kam. 2.3 Praktische tips voor de behandeling Kammen is echt de beste methode tegen hoofdluis. Kam het liefst ’s avonds, luizen zijn ’s nachts het actiefst en leggen dan meestal hun eitjes. Gebruik van de shampoo of lotion uit voorzorg (dus om het krijgen van luizen te voorkomen) heeft geen zin. Dus alleen als u luizen en/of neten ziet moet u behandelen.
2.4 Websites met informatie over luizenbestrijding www.ggd.nl en www.rivm.nl/infectieziekten 3. Welke stappen onderneemt de school? Hoofdluis is vooral een bedreiging voor de omgeving vanwege het besmettingsgevaar. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen, kan deze besmetting gemakkelijk van de één naar de ander worden overgebracht. De school is, ongewild, zo’n plaats. Om een hoofdluisplaag te voorkomen is het gewenst dat de school regels vaststelt en afspraken maakt met het team en de ouders. 3.1 Luizenbestrijding op school Algemeen coördinator : de administratieve medewerker Hij/zij is het aanspreekpunt voor alles met betrekking tot de uitvoering van het hoofdluis protocol. Hij/zij houdt een lijst bij waarop de besmettingen worden bijgehouden en rapporteert 1x per jaar aan de directie. Hij/zij verstuurt een e-mail aan de ouders van de groep, als er luis is geconstateerd. Hij/ zij neemt telefonisch contact op met de ouders, waarvan een kind luis heeft. (Indien nodig wordt ook de opvang op de hoogte gesteld.) Klassencoördinator: een (luizen)ouder Hij/zij is verantwoordelijk voor het laten uitvoeren van de reguliere controles en het in gang zetten van de eventuele extra controles. 3.2 Standaardprocedure Bij het begin van ieder nieuw schooljaar worden de volgende (preventieve) stappen ondernomen: 1. Na iedere zomervakantie wordt het hoofdluisprotocol door de schoolleiding onder de aandacht gebracht van de leerkrachten en ouders (artikel nieuwsbrief). 2. In elke groep zal de leraar/lerares 2/3 ouders vragen om de hoofdluiscontroles te doen gedurende het lopende schooljaar. Eén van deze ouders is de klassencoördinator. 3. De namen/e-mail adressen en telefoonnummers worden door de leraar/lerares doorgegeven aan de algemeen coördinator. 4. De vaste controles vinden plaats in de eerste week na iedere vakantie. 5. De luizenouders krijgen voorlichting op de manier waarop de controle plaats moet vinden. 6. In de schoolgids/informatiegids worden de ouders/verzorgers op de hoogte gesteld van de behandeling thuis als er hoofdluis is geconstateerd en wordt er verwezen naar onze website, waar het hele protocol te lezen is. 7. 3.3 Wat te doen bij een melding van hoofdluis. De melding van een besmetting van hoofdluis kan komen van een luizenouder (tijdens controle) of van een ouder. Bij een melding door een luizenouder (tijdens een controle) worden eerst de volgende stappen ondernomen: 1. De klassencoördinator stelt de algemeen coördinator op de hoogte. 2. De ouders worden door de algemeen coördinator gebeld, zodat het kind zo snel mogelijk (desgewenst onder schooltijd) thuis kan worden behandeld. Om verdere verspreiding van de hoofdluis tegen te gaan is het voor de school van belang dat het kind pas weer op school komt, nadat het haar is behandeld. (Als een kind naar de opvang gaat, wordt ook deze door de algemeen coördinator op de hoogte gesteld.) Bij een melding door een ouder worden eerst de volgende stappen ondernomen: 1. De klassencoördinator wordt door de algemeen coördinator op de hoogte gesteld. 2. De klassencoördinator zorgt dat spoedig een algehele controle in de groep plaatsvindt. Verder wordt in beide gevallen de volgende stappen ondernomen:
3. De algemeen coördinator verstuurt een email aan de ouders van de groep, dat er luis is geconstateerd. 4. Een kennisgeving of een bekendmaking zal bij de klassen worden opgehangen gedurende één week na een melding/constatering van hoofdluis. 5. Er wordt een verkleedverbod afgekondigd. De verkleedspullen dienen gewassen en niet gebruikt te worden tijdens een hoofdluisplaag. Eventueel de verkleedspullen gedurende 10 dagen in een plastic zak opbergen. 6. De leerkracht dient direct alle spullen die mogelijk voor verspreiding kunnen zorgen uit de klas te verwijderen en te reinigen/ontsmetten. 7. In de klas wordt een gesprek over hoofdluis gehouden en wordt extra aandacht besteed aan het feit dat er niet geplaagd gaat worden. (Let op bij gym dat kleding en kammen niet uitgewisseld worden.) 8. Binnen twee weken na de behandeling wordt er opnieuw een controle uitgevoerd in de groep. De betreffende luizenouder(s) worden hierover geïnformeerd door de klassencoördinator. 9. Eventueel gaan de vorige stappen weer in werking. Deze stappen worden zo vaak herhaald totdat het probleem is opgelost. Ook de klas van eventuele broertjes/zusjes worden preventief aan een controle onderworpen. 10. Als ondanks zorgvuldige behandeling hoofdluis aanwezig blijft op school, kan de algemeen coördinator de ouders/verzorgers naar de GGD verwijzen voor advies, onderzoek of een consult. 3.4 Stroomschema vaste controle Klassencoördinator
Plant een controle in en geeft dit door.
Geeft informatie aan de algemeen coördinator door.
Luizenouder
Algemeen coördinator
Voert de controle uit volgens het protocol.
Luizen/neten aangetroffen.
Niets aangetroffen.
3.5 Stroomschema naar aanleiding van een melding door ouders
Informeert de ouders via een mail. Stelt ouders van een kind met luis telefonisch op de hoogte. Registreert de resultaten op de klassenlijst.
Klassencoördinator
Plant een controle in en geeft dit door.
Geeft informatie aan de algemeen coördinator door.
Luizenouder
Voert de controle uit volgens het protocol.
Luizen/neten aangetroffen.
Niets aangetroffen.
Algemeen coördinator
Informeert de klassencoördinator en de ouders via de mail.
Informeert de ouders via een mail. Stelt ouders van een kind met luis telefonisch op de hoogte. Registreert de resultaten op de klassenlijst.
3.6 Praktische invulling luizencontroles Er zijn twee verschillende controles: Vaste controles: altijd in de eerste week na een vakantie. De klassencoördinator spreekt met de luizenouders de dag en tijd af. Niet geplande controle: Als er door een ouder luis gemeld wordt. De klassencoördinator wordt door de administratie op de hoogte gesteld. De klassencoördinator spreekt, binnen twee weken, met de luizenouders de dag en tijd af. Voor de controle: - De volgende spullen moeten klaarliggen: Kammetjes Bakje met alcohol (70%) Emmer met warm water en sop Gaasjes Thee- en handdoeken - Als er materialen (alcohol e.d.) op raken; dit graag doorgeven aan de algemeen coördinator of directie. Tijdens de controle: - De kinderen worden controleert op neten. Van boven naar beneden worden de volgende plekken gekamd: Achter de oren, onder de pony, achter in de nek en op de kruin. - Er worden geen mededelingen over het wel of niet hebben van luizen en neten tegen de kinderen gemaakt. - Kinderen die luizen en/of neten hebben worden niet naar huis gestuurd. - Laat, in het bijzijn van andere kinderen, niet aan de andere controleurs merken dat je iets gevonden hebt. - Na elk kind moet u uw handen even wassen i.v.m. hoofdschimmels. - Het kammetje wordt na elk kind ook in het bakje met alcohol gestopt en weer droog gemaakt.
Na de controle: De school verwacht van de luizenouders dat zij zorgvuldig met de informatie uit de controles omgaan en de privacy van de kinderen respecteren. De algemeen coördinator is de contactpersoon naar de ouders toe. - Als er luis is geconstateerd wordt dit, door de klassencoördinator, doorgegeven aan de algemeen coördinator. De algemeen coördinator zorgt voor verspreiding van de e-mails/ brieven en legt telefonisch contact met de ouders van het kind (de kinderen) met luis. Indien nodig wordt ook de opvang op de hoogte gesteld. - De algemeen coördinator houdt een registratielijst bij, stelt de groepsleerkracht op de hoogte en hangt de kennisgeving op bij de deur. - De klassencoördinator zorgt voor het correct opruimen van de spullen, eventueel doorgeven van materialen die moeten worden aangevuld en plant indien nodig een nieuwe datum voor een nieuwe controle. (Bij constatering van luis tijdens de controle)