Protocol hoofdluis Oscar Carré Versie november 2014
Inhoud 1. Voorwoord 2. Wat is hoofdluis? 3. Luizenprotocol Oscar Carré 4. Verkort protocol
1. Voorwoord Het is geen uitzondering dat onze kinderen meerdere keren per jaar bezoek krijgen van luizen. Aangezien kinderen vijf dagen in de week intensief met elkaar optrekken op school en hun jassen kraag aan kraag aan de haken hangen, is het niet verwonderlijk dat school voor luizen een prima overstapplaats is van het ene naar het andere kind. De ervaring leert dat het bestrijden van luizen vooral effect heeft als het gezamenlijk door school en ouders wordt aangepakt. Vandaar dat in de loop van het schooljaar 2014 op de Oscar Carre een luizenprotocol wordt ingevoerd met behulp van de inzet van luizenouders.
2. Wat is hoofdluis? De hoofdluis behoort tot de groep van insecten die als parasiet op zoogdieren leeft. Luizen leven uitsluitend van het bloed van de gastheer. De luis prikt een minuscuul gaatje in de hoofdhuid en zuigt daarmee bloed op. Daarbij komt speeksel vrij, dit speeksel veroorzaakt jeuk. De hoofdluis komt alleen bij de mens voor en leeft uitsluitend in de haren van de hoofdhuid waaronder soms ook de baard, snor of wenkbrauwen. Een volwassen luis leeft ongeveer een maand en legt zo’n 6 tot 8 eieren per dag: dit zijn neten. Luizen leggen hun eieren aan de basis van de haren, bij voorkeur op donkere, warme plaatsen op het hoofd, zoals onder de pony, achter de oren en in de nek. De eieren (neten) komen na 7 tot 9 dagen uit. De nieuwe luizen beginnen dan na 7 – 9 dagen ook met het leggen van eieren. Het is dus niet verwonderlijk dat het aantal luizen in korte tijd sterk kan toenemen. Om te overleven heeft een luis warmte nodig (30 – 32 graden) en bloed. Bij een kamertemperatuur (20 graden) en zonder bloed kan een volwassen luis maximaal 48 – 55 uur overleven. Neten overleven iets langer, circa 10% van de neten overleven 7 dagen op kamertemperatuur. Hoe kan je hoofdluis krijgen? Luizen kunnen niet springen of vliegen. Ze kunnen alleen lopen: van het ene hoofd naar het andere hoofd. Kinderen kunnen snel hoofdluis krijgen. Dit komt doordat ze
veel hoofdcontact hebben. Ook kunnen hoofdluizen zich verspreiden doordat ze op kragen van jassen of in sjaals of mutsen zitten. Op de kapstok lopen ze over op kledingstukken als deze tegen elkaar aanhangen. Ook via beddengoed, kammen, borstels en knuffels kunnen luizen zich verspreiden. Ze kunnen 2 tot 3 dagen overleven zonder voedsel (bijvoorbeeld op meubels en kleding). Neten kunnen ongeveer 7 dagen overleven zonder voedsel. Luizen houden alleen van mensenbloed, ze komen dus niet bij katten en honden of andere huisdieren voor. Het is een misverstand dat besmetting met luizen het gevolg zou zijn van slechte lichaamshygiëne. Het tegendeel is waar. Luizen zitten graag op schone hoofden. Het hebben van lang haar is een risicofactor, daardoor komen luizen vaak bij meisjes voor. Luizen komen minder vaak bij pubers en volwassenen voor. Waarschijnlijk omdat er bij hen minder onderling huidcontact is. Hoe weet je of je luizen of neten hebt? Als je pas besmet bent, heb je vaak nog niet zo’n last van jeuk. Jeuk is wel altijd een reden om te kijken of je luizen of neten op je hoofd hebt. Iedereen kan luizen of neten herkennen. Neten zitten vaak tussen de nekharen, onder de voorhoofdsharen of achter de oren. Met enige routine zijn ze goed te ontdekken door iemand die op deze plaatsen de haren nakijkt. Indien de neten verder dan 2 cm van een hoofdhuid verwijderd zijn, kan er sprake zijn van een oude besmetting. Dus hoe verder de neten van de hoofdhuid verwijderd zijn, hoe langer geleden de besmetting heeft plaats gevonden. 3. Luizenprotocol Oscar Carré Aan het eind van ieder schooljaar worden de volgende handelingen verricht: Stap 1 In het team is er een contactpersoon die het contact onderhoudt met de luizencoördinator. Dit is Femke Rolf. Stap 2 Aan het eind van het schooljaar komen alle luizenouders en de luizencoördinator bij elkaar om de organisatie van de hoofdluisbestrijding voor het komende schooljaar te bespreken. Tijdens deze bijeenkomst wordt ook duidelijk instructie gegeven over hoe te controleren. Het protocol en de e-mails wordt geëvalueerd en waar nodig aangepast. Indien nodig worden nieuwe luizenouders gezocht en een instructiemiddag met de GGD georganiseerd. Vragen kan de luizencoördinator neerleggen bij de contactpersoon vanuit de school. Deze zal vervolgens via de intern begeleider contact zoeken met de schoolverpleegkundige. Stap 3 De leerkrachten dienen goed op de hoogte te zijn van de bestrijding en behandeling van hoofdluis. Indien dit niet het geval is, kan de school in overleg met de GGD een teambijeenkomst organiseren waarbij de GGD informatie verstrekt. Iedere leerkracht beschikt over het protocol. Stap 4
De leerkracht/ klassenouder verstrekt aan het begin van het schooljaar aan zijn luizenouders een namenlijst van de groep waarop de resultaten van de controles genoteerd kunnen worden door de luizenouders. Ook een telefoon lijst moet in de luizen map komen in elke klas. Stap 5 Na iedere zomervakantie wordt een artikel geplaatst in de nieuwsbrief om zo de ouders te motiveren alert te zijn op hoofdluis. Stap 6 Iedere tweede a derde dag na een vakantie worden alle kinderen gecontroleerd op hoofdluis door de luizenouders. De ouders van de kinderen krijgen van tevoren een e-mail waarin wordt verzocht de kinderen met gewassen haren en zonder gel e.d. naar school te laten gaan op de dag van de controle. Posters moeten dan ook opgehangen worden. Stap 7 Ouders worden via de jaarlijkse bijlage van de schoolgids op de hoogte gebracht van het bestaan van een luizenprotocol. Tevens is informatie over het luizenprotocol opgenomen in het welkomstpakket dat nieuwe ouders ontvangen bij het intakegesprek. Stap 8 De leerkrachten zorgen samen met de klassenouders van elke klas ervoor dat er in iedere klas minstens twee luizenouders zijn. Stap 9 De school zorgt indien nodig voor voldoende materiaal. Wat te doen bij een melding van hoofdluis? Stap 1 Melding van hoofdluis door eigen ouder / verzorger van het kind. Bij een melding van hoofdluis worden alle kinderen in de betreffende groep zo snel mogelijk door de luizenouders gecontroleerd. * De leerkracht neemt dus contact op met de luizenouders en maakt een afspraak voor een klassikale luizencontrole op korte termijn. * De klassenouders sturen een e-mail. Daarin worden de ouders geïnformeerd dat er hoofdluis in de groep is van hun kind voorkomt. Tevens wordt in deze email verzocht de kinderen op de dag van controle met gewassen haar, zonder gel of anderen middelen naar school te sturen. Stap 2 Bij de klassen worden de posters met daarop de aankondiging van de luizencontrole opgehangen. Deze worden na een week weer weggehaald. Stap 3 Na een melding van hoofdluis mag er geen gebruik meer worden gemaakt van verkleedkleren. Deze dienen opgeborgen te worden in een plastic zak gedurende de totale periode van de hoofdluis, maar ten minste 10 dagen.
Stap 4 Melding door luizenouder na reguliere groepscontrole. Wanneer bij controle van de groep hoofdluis wordt geconstateerd, informeert de luizenouder de leerkracht. De klassenouder stelt enerzijds alle ouders van de groep op de hoogte via een email dat er luis is. Anderzijds krijgen de ouders van de kinderen bij wie daadwerkelijk hoofdluis is geconstateerd een telefoontje van de luizenouders. Zij zullen indien nodig aangegeven wat te doen om de luizen te bestrijden. Er wordt niet gecommuniceerd naar andere ouders wie er hoofdluis heeft. Stap 5 Twee weken na een melding van hoofdluis in een groep, wordt opnieuw de hele groep nagekeken door de luizenouder. Dit wordt herhaald tot de klas luizenvrij is. Stap 6 Als ondanks zorgvuldige behandeling en controle hoofdluis blijft bestaan bij een kind vraagt de klassenleerkracht een gesprek aan met de ouders. Mocht er daarna nog geen verbetering in komen zoekt de leerkracht contact met de intern begeleider. De intern begeleider zoekt dan contact met de schoolarts. Stap 7 Bij een hoofdluisepidemie die langer dan twee maanden duurt, wordt met de GGD overlegd of zij van dienst kunnen zijn voor de school.
De behandeling (2014) Stap 1 De behandeling van hoofdluis geeft het beste resultaat wanneer zowel luizendodend middel als een speciale kam worden gebruikt. Deze zijn te koop bij de apotheek of drogist. Alleen kammen kan ook, maar het duurt dan 14 dagen tot het kind luizenvrij is en al die tijd kan het kind andere kinderen besmetten. Het is vooral belangrijk de gebruiksaanwijzing goed te lezen en volgens de gebruiksaanwijzing te handelen. Ondanks sommige gebruiksaanwijzingen waarin staat dat een keer te behandelen, adviseren wij de behandeling na een week te herhalen, de kans bestaat dat niet alle luizen en of neten in een keer gedood zijn. Het middel moet buiten bereik van kinderen gehouden worden. Indien er binnen een gezin sprake is van een besmetting dienen alle gezinsleden het haar te wassen met het luizen dodend middel. Ook deze behandeling moet na een week herhaald worden. Pas op! Chloor inactiveert het middel, het is raadzaam gedurende 14 dagen na een behandeling met een luizendodend middel niet in chloorwater te zwemmen. Stap 2 Neten moeten verwijderd worden, aangezien het bij controle in de klas moeilijk vast te stellen is of het een dode of levende neet betreft. Na de behandeling met een luizen dodend middel zijn de neten in principe gedood, maar het omhulsel blijft aan het haar vastzitten. De dode neten zijn op verschillende manieren te verwijderen. Er zijn speciale middelen om neten te verwijderen bij de apotheek of drogist te koop of het haar kan gedept worden met azijn en de haren kunnen vervolgens lok voor lok gekamd worden met een speciale luizenkam.
Stap 3 Het wassen van kleding, beddengoed etc. Het beddengoed en kleding moeten op 60 graden gewassen worden. Kleding, dekens en knuffels die niet op 60 graden gewassen kunnen worden, kunnen chemisch gereinigd worden of gedurende 10 dagen in een afgesloten plastic zak bewaard worden. Stap 4 Stoelen, banken, kussens, matras en autobekleding moeten goed gezogen worden, een keer zuigen is voldoende. Stap 5 Kammen, borstels en speldjes, elastiekjes moeten ook schoongemaakt worden met een luizen dodend middel of een sopje van minstens 60 graden. Ook kunnen kammen, borstels, e.d. 24 uur in de vriezer gelegd worden. Stap 6 Gedurende 2 weken dagelijks het haar van het hele gezin kammen met een luizenkam, eventueel voorzien van een gaasje. Voor een goede controle moet men de gezinsleden aan een goed verlichte tafel zetten met daarop een groot vel wit papier of witte handdoek. Het hoofd naar voren gebogen zodat de nek goed zichtbaar is. Het kammen gaat makkelijker als het hoofd vooraf behandeld is met een crèmespoeling. Worden er bij het uitkammen weer levende luizen gevonden, dan is het verstandig de behandeling te herhalen. Maak de kam steeds goed schoon (24 uur in de vriezer). Belangrijk is dat al deze stappen dezelfde dag worden uitgevoerd.
Hoe kan je de verspreiding van hoofdluis voorkomen? Bij kinderen met lang haar kan de kans op besmetting worden verminderd door het haar in een vlecht of knot te dragen. Bij constatering van hoofdluis moeten onmiddellijk de school van het kind, ouders verzorgers van vriendinnen en evt. clubs ingelicht worden. Op school en clubs, jassen, gymkleding e.d. in plastic tassen of cape aan kapstok hangen. Alle borstels, kammen en eventueel haarspeldjes regelmatig schoonmaken en niet aan elkaar uitlenen. Met name in de winter geldt dat kinderen eigen mutsen en sjaals dragen. Indien er sprake is van hoofdluis is het raadzaam de haren van de kinderen eenmaal per week te controleren om een nieuwe besmetting zo snel mogelijk vast te stellen.
Wat heeft geen zin? Het heeft geen zin de haren preventief met een luizen dodend middel te behandelen. Wassen met een gewone shampoo of crèmespoeling doodt luizen niet. Homeopathische middelen staan niet geregistreerd voor de behandeling tegen hoofdluis. Er bestaan natuurlijke hoofdluismiddelen. De werkzaamheid van deze middelen is volstrekt onvoldoende onderbouwd. Gebruik van deze middelen kan het toch al zo
moeilijke beheersbare luizenprobleem verergeren. Het gebruik van deze middelen wordt afgeraden. Luizen coördinator De luizen coördinator dient elke controle door krijgen zodat hij/zij kan gaan bijhouden welke klassen netjes gecontroleerd worden. Daarvoor wordt een aparte agenda aangeschaft. Indien er hulp bij controles nodig is moet dat \op tijd door gegeven worden aan de coördinator. Hij/ zij kan dan extra hulp inschakelen of zelf bij springen. De luizen coördinator zal na elke controle de klassenouder mailen. 4. Verkort protocol 1. Tijdens de tweede a derde dag na iedere schoolvakantie worden alle kinderen in de klas (incl. de juf / meester) op de aanwezigheid van luizen gecontroleerd door een luizenouder (dit betekent ongeveer 5 keer per jaar). 2. Voordat gecontroleerd wordt, stuurt de klassenouder een brief met de kinderen mee en een e-mail aan de ouders, om hen hierover te informeren en te vragen of zij het haar van hun kinderen willen wassen, goed willen kammen en geen gel in het haar willen doen. 3. Als tijdens de controle in een klas luizen gevonden worden bij een kind, stuurt de klassenouder alle ouders uit de betreffende klas een email. Er wordt verwacht dat ouders thuis extra controles uitvoeren met luizenkammen. De ouders van het kind bij wie luizen zijn gevonden, krijgt van de luizenouder een telefoontje waarin ouders dringend verzocht worden hun kind direct te behandelen. Hierover wordt NIET met andere ouders gecommuniceerd. 4. Als er luizen zijn gevonden dan komt de luizenouder twee weken later opnieuw de hele groep controleren om te kijken of de luizen verdwenen zijn. Wederom krijgen de ouders vooraf een email om hierover te informeren. 5. Als een ouder aan de leerkracht meldt dat zijn kind hoofdluis heeft, wordt direct de luizenouder ingeschakeld om alle kinderen in de groep te controleren op hoofdluis. De klassenouders stuurt de overige ouders een email om de ouders te waarschuwen dat er luizen zijn op school.