Beroepsonderwijs en volwasseneducatie | Jaargang 8 | november 2008
toets | visie 11 Excentriek? | Certificering examenfunctionarissen | Zeker weten dat er goedgekwalificeerde mensen op de werkvloer staan | Basiskennis pabostudent getest | NiveauWijzer: een goede start van de opleiding
Inhoudsopgave
Pagina 11
3 Hoofdredactioneel: Excentriek?
4 Certificering examenfunctionarissen: een bewijs van deskundigheid
6 ‘Zeker weten dat er goedgekwalificeerde mensen op de werkvloer staan’
8 Basiskennis pabostudent getest met nieuwe entreetoets Mens en Wereld
Levert het inkopen van gestandaardiseerde examenproducten voordelen op? Uit onderzoek van Excenter, de vereniging Exameninstellingen Onderwijs Bedrijfsleven, blijkt van wel. Het efficiencyvoordeel kan zelfs oplopen tot wel 50%. In het beroepsonderwijs worden steeds meer bekwaamheidseisen gesteld aan examenfunctionarissen. De professionele ontwikkeling van deze medewerkers wordt gestimuleerd door certificering.
Om de kans op bomaanslagen, kapingen en sabotage in de burgerluchtvaart te verkleinen zijn goed opgeleide beveiligers en controleurs noodzakelijk. Om de kwaliteit van het personeel te waarborgen, wordt certificering verplicht gesteld. Met de nieuwe entreetoets Mens en Wereld wordt bij beginnende pabostudenten de basiskennis getest. Wij spraken hierover met aardrijkskundedocent Roger Baltus en Mia van Boxel van Cito.
11 ‘NiveauWijzer: een goede start van de opleiding’
12 Stelling
14 ‘EVC is booming op dit moment’
NiveauWijzer is een digitale test die de cognitieve capaciteiten van toekomstige mboleerlingen meet. Barend Bos, één van de teamleiders Dierverzorging aan het Groenhorst College in Barneveld, werkte dit jaar voor het eerst met dit handige hulpmiddel. In deze rubriek gaan wij met u de discussie aan! In deze Toetsvisie wordt gedebatteerd over de vraag door wie een Proeve van bekwaamheid het beste beoordeeld kan worden. Veel mensen willen tegenwoordig hun verworven competenties vastleggen in een ‘ervaringscertificaat’. Jeanet Schuring, stafmedewerker Onderwijs en Innovatie bij het Noorderpoortcollege, vertelt hierover.
Pagina 12
Inhoudsopgave
Excentriek?
Op deze plaats heb ik al eerder en vaker stil gestaan bij verschillende aspecten van examinering in het mbo. Dit steeds vanuit de opvatting dat in die examinering sprake is van eisen op drie niveaus: op het vlak van algemene beroepsoverstijgende vaardigheden (bijvoorbeeld nodig om succesvol te zijn in het hbo), ten aanzien van generieke beroeps competenties en regionale eisen. Om hieraan te voldoen, kunnen instellingen natuurlijk zelf exameninstrumenten ontwikkelen, maar ze kunnen ook gestandaardiseerde instrumenten inkopen. Een interessante vraag is dan wat beter is. Levert het inkopen van gestandaardiseerde examenproducten voordelen op? Excenter, de vereniging Exameninstellingen Onderwijs Bedrijfsleven, heeft een onderzoek uitgevoerd om deze vraag vanuit een echt Nederlands, want financieel, perspectief te beantwoorden. Het onderzoek was een verdieping van een in januari 2008 door het Research Center voor Examinering en Certificering (RCEC) uitgevoerd onderzoek. Het heeft plaatsgevonden bij drie examen instellingen, gericht op de beroepsgroepen kappers, garages-autoreparateurs en schilders/stukadoors. Het onderzoek maakt duidelijk dat het efficiencyvoordeel van het inkopen van examenproducten en examen diensten in vergelijking tot het zelf regelen van examinering door onderwijsinstellingen kan oplopen tot 50%. Een omrekening naar alle bve-sectoren laat zien dat inkopen kan leiden tot een structurele besparing van 50 tot 75 miljoen euro. Een andere constatering uit het onderzoek is dat deze producten een betere kwaliteit hebben dan examens die ontwikkeld zijn door onderwijsinstellingen zelf.
Cor Sluijter | Unitmanager BVE en HO
[email protected]
Uit de inventarisatie blijkt verder onder meer dat het bedrijfsleven zowel inhoudelijk als bestuurlijk betrokken is bij de ontwikkeling van deze examenproducten en dat datzelfde
Hoofdredactioneel
meestal ook voor het onderwijs geldt. Ook wordt de ontwikkeling van veel van deze producten door de branches meegefinancierd. Meer informatie over het onderzoek kunt u binnenkort terugvinden op www.excenter.nl. Gelet op het bovenstaande mag het geen verbazing wekken dat het markaandeel van de bij Excenter aangesloten organisaties groot is: bij sommige zelfs 100%.
In het beroepsonderwijs is een ware professionalise ringslag aan de gang op het gebied van examinering. Het certificeren van examenfunctionarissen is daar onlosmakelijk mee verbonden. Cito heeft een speciaal certificeringstraject ontwikkeld, zodat medewerkers van opleidingen de kans krijgen zich verder te bekwamen én de examinering naar een hoger niveau wordt getild. Ons uitgangspunt is dat deelname bijna altijd zou moeten leiden tot certificering.
Certificering examen functionarissen: een bewijs van deskundigheid Een leven lang leren is dé trend in Nederland. Dat zien we ook terug op scholen. In het kader van het persoonlijke opleidingsplan (POP), het integrale personeelsbeleid (IPB) en de Wet Beroepen in het Onderwijs (BIO) worden steeds meer bekwaamheidseisen gesteld aan de medewerkers. Zo wordt er van examen functionarissen verwacht dat zij competent zijn in het construeren van toetsmateriaal, het vaststellen van toetsmateriaal en van het afnemen van assessments. Natuurlijk hoeft een medewerker niet over al deze competenties te beschikken. Iemand kan er ook voor kiezen zich te specialiseren op één terrein. Cito ondersteunt scholen en personeel hier graag bij. Met certificeringstrajecten en het in kaart brengen van verworven competenties (EVC) van medewerkers, zodat richting kan worden gegeven aan mogelijke (bij)scholingstrajecten.
In vier duidelijke stappen naar certificering: 1 Competentiescan 2 Samenstellen van het digitaal portfolio 3 Beoordelen van het digitaal portfolio 4 Uitreiken van het certificaat
De Zelfinschatter
Welke competenties heeft iemand al in huis? Over welke functie is de medewerker het meest enthousiast? Wat zijn nuttige (bij)scholingstrajecten? De Zelfinschatter van Cito helpt om het antwoord op zulke vragen boven tafel te krijgen. Op basis van een zelf in te vullen online vragenlijst worden de competenties van de deelnemer in beeld gebracht. Een handig hulpmiddel, waarmee duidelijk wordt welke medewerkers eventueel
kunnen starten met het Cito certificerings traject.
Competentiescan
Het Cito Certificeringstraject heeft een door looptijd van ongeveer vier maanden. Om tijd verspilling te voorkomen, voert Cito allereerst een Competentiescan uit. Als blijkt dat de medewerker ondanks de resultaten van de Zelfinschatter niet beschikt over voldoende competenties om gecertificeerd te worden, dan bestaat de mogelijkheid om het certificeringstraject af te breken. Een mede werker kan dan bijvoorbeeld eerst een training volgen.
Digitaal portfolio
Nadat de Competentiescan met succes is doorlopen, krijgt de deelnemer een heldere instructie toegestuurd voor het samenstellen van een digitaal portfolio. Aan welke voorwaarden het portfolio moet voldoen, hangt af van zijn competentieprofiel. [zie kader volgende pagina]
Beoordeling
Vervolgens wordt het portfolio beoordeeld door een medewerker van Cito aan de hand van het beoordelingsschema. De volgende beslissingen kunnen worden genomen: • Certificering van de deelnemer voor Constructeur, Vaststeller of Assessor.
Certificering examenfunctionarissen: een bewijs van deskundigheid
75 euro in rekening gebracht. De Zelfinschatter kost 65 euro per deelnemer. Voor meer informatie surft u naar www.cito.nl/bve > certificering > examenfunctionaris.
Competentieprofielen examenfunctionarissen Constructeur meet- en beoordelings instrumenten De constructeur maakt toetsen. Het certificeringstraject bestaat uit het opsturen een zelfreflectieverslag en twee zelf gemaakte toetsen.
• (Nog) geen certificering. Er wordt een aanvullende opdracht aangeboden. Als de opdracht voldoende beoordeeld wordt, dan wordt alsnog tot certificering overgegaan. • Geen certificering.
Certificaten
De deelnemers die met goed gevolg het traject hebben doorlopen, ontvangen een certificaat. De geldigheidsduur daarvan is vijf jaar. Daarna kan een hercertificering plaatsvinden. Voor de deelnemers én hun werkgevers is het certificaat een mooi bewijs van deskundigheid! Meer weten? De kosten voor het totale Cito Certificerings traject zijn 450 euro. Wanneer alleen de Competentiescan wordt afgenomen, wordt
Vaststeller meet- en beoordelings instrumenten De vaststeller beoordeelt toetsen en stelt ze vast. Het certificeringstraject bestaat uit het opsturen van een zelfreflectieverslag, twee beoordeelde toetsen en een verslag van deelname aan een vaststellingsvergadering. Assessor meet- en beoordelings instrumenten De assessor kan de beoordelings instrumenten toepassen bij het realtime beoordelen van competenties/ vaardigheden van een deelnemer. Het certificeringstraject bestaat uit het maken van een reflectieverslag, het houden van een Criterium Gericht Interview, portfoliobeoordeling en het afnemen van een arbeidsproeve (Proeve van Bekwaamheid).
Kort Nieuws >
NOT 27-31 januari 2009
Ook dit jaar vindt u Cito op de NOT (Nationale Onderwijs Tentoonstelling). Bezoek onze stand (hal 11, stand E.010), toets uw eigen rekenniveau en maak kans op één van de leuke boeken over Taal of Rekenen!
Opleiding EVC-assessor
Cito biedt een opleidingstraject voor EVC-assessoren. Deze opleiding is uitermate geschikt voor EVC-assessoren die betrokken zijn bij (praktijk)beoordelingen van (EVC-)kandidaten. Alle pleidingstrajecten kunnen worden afgesloten met officiële Cito-certificering.
Competentievolgsysteem
Op dit moment werkt Cito aan een digitaal competentie volgsysteem (CVS). Het CVS is een methode om competenties te volgen en te meten met behulp van een portfolio. Met het CVS kan ongelijksoortige informatie op verantwoorde wijze worden ‘opgeteld’. Hiermee kan een betrouwbare uitspraak gedaan worden over het niveau van competenties van leerlingen binnen het mbo. Wilt u meer informatie over het CVS, neem dan contact op met ons accountbureau: (026) 352 12 81.
Certificering examenfunctionarissen: een bewijs van deskundigheid
Om de kans op bomaanslagen, kapingen en sabotage in de burgerluchtvaart te verkleinen zijn goed opgeleide beveiligers en controleurs noodzakelijk. De overheid hecht daarom veel belang aan verplichte certificering. In dit licht ontwikkelde Cito in opdracht van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) en in nauwe samenwerking met de opleiders in de sector en de Koninklijke marechaussee (KMar) twee opgaven banken voor de Controleur Passagiers en Handbagage (PHB) en de Beveiligingsadviseur Luchtvracht (BAL).
‘Zeker weten dat er goed gekwalificeerde mensen op de werkvloer staan’
Om nu de kwaliteit te waarborgen, streven wij naar één niveau in opleiding. Certificering speelt daarin een belangrijke rol
De aanslagen in New York op 11 september 2001 maakten glashelder hoe belangrijk de beveiliging van de burgerluchtvaart is. Dat de dreiging van terroristische acties geen vervan-mijn-bed-show is, werd verder duidelijk door de aanslagen in Madrid op 11 maart 2004 en in Londen op 7 juli 2005. Kortom: ook in Europa en in Nederland bestaat de kans op dergelijk onheil. ‘Er zijn daarom veel maatregelen getroffen om de veiligheid te verhogen. Onderdeel daarvan is het opzetten van een nationaal trainingsprogramma voor de beveiliging van de burgerluchtvaart’, legt senior beleidsmedewerker NCTb/DBB Wouter Veenstra uit.
Kwaliteit waarborgen
Voor beveiligers zijn er verschillende opleidingen op diverse niveaus. ‘Iemand met een diploma PHB op zak, screent passagiers en hun bagage op de luchthaven’, geeft Rob de Smit, Senior medewerker Operationele Ondersteuning bij de KMar, als voorbeeld. ‘En een beveiligingsadviseur Luchtvracht zorgt voor een veilige afhandeling van de lucht vracht. Elke erkende luchtvaartagent moet zo iemand in dienst hebben. Hij of zij is verantwoordelijk voor het opzetten en implementeren van een beveiligingsplan. Als
de KMar een controle houdt, is diegene hét aanspreekpunt’, vervolgt hij. Verantwoordelijk werk dus. Een goede opleiding is dan ook noodzakelijk. ‘Om als beveiliger te mogen werken heb je eigenlijk minimaal een opleiding op mbo niveau 2 nodig’, vertelt Hans Streumer, opleider bij beveiligings organisatie Trigion, één van de grootste spelers in de markt, en nauw betrokken bij de aanloop naar certificering. Beveiligers bij Trigion krijgen een uitgebreide training, bijvoorbeeld in het omgaan met röntgen apparatuur, het detecteren van wapens en explosieven en het fouilleren van passagiers. Veel beveiligingsbedrijven leiden - net als Trigion - zelf hun personeel op. Veenstra: ‘Daardoor is er een veelheid aan opleidings programma’s ontstaan. Om nu de kwaliteit te waarborgen, streven wij naar één niveau in opleiding. Certificering speelt daarin een belangrijke rol. Wij willen zeker weten dat er goedgekwalificeerde mensen op de werkvloer staan.’ Streumer is enthousiast over het initiatief van de overheid. ‘Als je dus nu in de burgerluchtvaart aan de slag wilt, heb je als beveiliger een aanvullende opleiding nodig. Dit past helemaal in de trend van professionaliseren en dat komt het vak ten goede.’
‘Zeker weten dat er goedgekwalificeerde mensen op de werkvloer staan’
mogelijke vragen. Deze worden door Cito getoetst op vraagstelling, helderheid en formulering. Zo’n opgave moet bijvoorbeeld niet voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Natuurlijk kijken we ook goed of de opgave voldoet aan de kwaliteitseisen van het ministerie.’ Smit vult aan: ‘De KMar fungeert als intermediair tussen alle partijen. Wij kijken of de vragen kloppen met de bestaande regelgeving.’ Voor elk onderwerp worden meerdere vragen gemaakt. De goedgekeurde vragen worden verzameld en komen op een portal van Cito te staan. Opleiders kunnen hier examenversies downloaden en vervolgens afnemen. De Smit: ‘Doordat de examenversies worden geselecteerd via een random systeem, zijn de examens nooit hetzelfde. Bovendien zijn we door de standaardisatie nu verzekerd van een bepaalde moeilijkheidsgraad in de examinering. Ook komen alle onderdelen uit de lesstof goed gebalanceerd aan bod.’ Als de examens afgenomen zijn, worden de antwoorden opgestuurd naar Cito. ‘Dan is het wachten op de officiële uitslag, aldus Streumer.
Bij het realiseren van de verplichte certificering in de burgerluchtvaart komen heel wat partijen kijken. De Directie Beveiliging Burgerluchtvaart (DBB), onderdeel van de NCTb en onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie, maakt het beleid voor de beveiliging. De sector – dat zijn de lucht havens en alle daaraan gerelateerde bedrijven – voert het beleid vervolgens uit. En de Koninklijke Marechaussee houdt daar weer toezicht op. Veenstra: ‘Al deze belang hebbenden zijn bij de certificering betrokken. Bovendien hebben we als overheid Cito erbij gehaald om ons beleid zo goed mogelijk te vertalen naar de praktijk om zo in de volle breedte een kwaliteitsslag te maken.’
Controleurs Passagiers en
Handbagage aan het werk
Bovendien zijn we door de standaardisatie nu verzekerd van een bepaalde moeilijkheidsgraad in de examinering
Digitale opgavenbanken
Regelmatig komen Cito, KMar en een werkgroep van opleiders uit de sector bij elkaar om twee vragenbanken samen te stellen: één voor de Controleur Passagiers en Handbagage en één voor de Beveiligings adviseur Luchtvracht. De NCTb is als opdrachtgever niet actief betrokken bij deze bijeenkomsten. Streumer: ‘De opleiders leveren vanuit hun kennis en ervaringen
Veenstra: ‘De vragenbank PHB is nu vrijwel klaar. Vorig jaar liep er een pilot. Daar zijn een aantal verbeterpunten uit naar voren gekomen. Die zijn inmiddels verwerkt. We hopen dat alle opleiders binnen de sector er eind van dit jaar mee aan de slag kunnen. De vragenbank BAL is nog volop in ontwikkeling.’ Streumer, die meedeed met de pilot en dus al volop op deze nieuwe manier heeft getoetst, roemt ook de analyses die nu mogelijk zijn. ‘De slagingspercentages zeggen iets over je eigen opleidingsinstituut. Als mensen steeds slecht scoren op een bepaalde vraag, dan ga je kijken wat daar achter steekt. Dat kan aanwijzingen geven dat we binnen de opleiding extra aandacht moeten gaan besteden aan een bepaald onderdeel.’
Verfrissende blik
‘Toen we begonnen met het opzetten van de certificering, was Cito eigenlijk de enige organisatie in Nederland die dit soort klussen aankon’, vertelt Veenstra. ‘De mensen van Cito hebben veel ervaring in het vertalen van bijzondere eisen naar cursusmateriaal en betrouwbare examens. We zijn dan ook blij dat we Cito hebben ingeschakeld.’ Streumer: ‘Cito had in dit traject een duidelijke meer waarde. Als onafhankelijk instituut wierp het een verfrissende blik op de sector. We kregen goede feedback en hebben beslist geleerd van onze wederzijdse best practices.’ De Smit is het met hen eens: ‘Cito zorgde voor het bewaken van de kwaliteit. Een belangrijke rol!’
‘Zeker weten dat er goedgekwalificeerde mensen op de werkvloer staan’
Voor aardrijkskundedocent Roger Baltus en zijn collega’s van andere pabo’s was het snel duidelijk: ze wilden een centrale entreetoets voor de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek. Een toets die garandeert dat de studenten voldoende niveau hebben om aan de les op de pabo te kunnen deelnemen. Na anderhalf jaar hard werken is dat in samenwerking met Cito gelukt. Met de nieuwe entreetoets Mens en Wereld wordt bij beginnende pabostudenten de basiskennis getest.
Basiskennis pabostudent getest met nieuwe entree toets Mens en Wereld Roger Baltus moet even nadenken. ‘Het was in 1991’, bedenkt de aardrijkskundedocent. ‘Op de netwerkdag van aardrijkskunde en geschiedenis. Onderdeel was het uitwisselen van instaptoetsen. Dat was voor mij een nieuw fenomeen. Ik dacht dat op zo’n hoge school alles goed was geregeld rondom dit thema. Niets bleek minder waar. Iedereen maakte zijn eigen instaptoets en op grond daarvan werd de student beoordeeld. Heel amateuristisch natuurlijk, maar het initiatief was uitstekend: iedereen wilde er het beste van maken.’ In de jaren daarna veranderde er niet veel. Op een gegeven moment waren daar de taal- en rekentoetsen voor de pabo. De minister begon op de trom te slaan dat de eisen wat aangeschroefd moesten worden. Met mijn collega’s had ik het er toen over dat we het eigenlijk gezamenlijk moesten doen.’
We merkten dat het niveau langzaam achteruit liep op de pabo. Dat is ook niet verwonderlijk als je kijkt naar het percentage instroom mbo-studenten
Minister Verhoeven
Tijdens de LOBO conferentie (Landelijk Overleg Opleidingen Basisonderwijs) van 21 oktober 2005 wist Baltus 33 (red: er zijn 40 pabo’s) handtekeningen te verzamelen van verschillende pabo’s die dezelfde wens hadden: een centrale toets voor de drie vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek, die door veel pabo’s in het land werd gedragen. Baltus: ‘Toenmalig minister Verhoeven was ook aanwezig en zei: “een entreetoets voor Taal en rekenen is belangrijk,
maar van de andere vakken weet ik het niet”. Toen dacht ik: volgens mij weet ze niet dat er op heel veel pabo’s al jaren lang instaptoetsen worden gehouden voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek.’ Het was duidelijk: vanuit het veld was er veel steun voor een gezamenlijke entreetoets. Maar hoe realiseer je zoiets? ‘Mijn directeur Maarten Denters heeft toen een werkgroep opgericht met mensen uit verschillende vakgroepen. Om voldoende draagvlak te creëren werden de netwerken van de vak groepen steeds op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Eerst heeft de werkgroep nog geprobeerd om via LOBO iets te regelen, maar die weg bleek te ingewikkeld. Op dat moment zei Maarten: laten we het dan zelf proberen. Hij was er ook van overtuigd dat er iets moest gebeuren. We merkten dat het niveau langzaam achteruit liep op de pabo. Dat is ook niet verwonderlijk als je kijkt naar het percentage instroom mbo-studenten.’ Met fraaie plannen op zak polste de werk groep verschillende instanties, waaronder Cito. Baltus: ‘We hadden wel eisen: we wilden zelf bepalen welke onderwerpen aan bod komen in de toets. We wilden geen feitjes vragen, maar opgaven waarbij de studenten samenhang tussen dingen moeten zien. Ook moesten de docenten betrokken worden
Basiskennis pabostudent getest met nieuwe entreetoets Mens en Wereld
Mia van Boxel zich. ‘We hadden al ervaring met de uitrol van de software bij de pabo’s, en de pabo’s hadden ervaring met de software. Het enige wat we hoefden te doen was een toets maken die met dezelfde toetssoftware afgenomen zou kunnen worden. Maar, het moest natuurlijk nog wel bedacht worden’. De reactie van Cito zag er volgens de werk groep goed uit. ‘We konden natuurlijk mee profiteren van de taal- en rekeninfrastructuur die er al was. Goed, de offerte lag er en toen moesten we voldoende pabo’s bij elkaar sprokkelen om het bedrag te betalen.’ Een volgende belangrijke stap werd gezet: de oprichting van de vereniging van Eigenaren Digitale Entreetoets Mens en Wereld. Baltus, toch al een spin het web, werd de secretaris. Cito begon met het project op 1 maart 2007 en het volgende schooljaar (september 2007) zaten de eerste studenten te zweten op de test. Maar dat ging niet zonder slag of stoot. ‘We hebben nog hard moeten werken. Het construeren van goede opgaven bleek voor de vakdocenten veel minder makkelijk dan gedacht. We hebben ook nog opgaven van Cito gekregen om het voor elkaar te krijgen’, aldus Baltus. Van Boxel: ‘Bijvoorbeeld opgaven die eerder waren afgenomen tijdens proef toetsen van de eindtoets en die te moeilijk bleken. Deze werden dan herschreven. Daarnaast heeft Cito toetsdeskundigen die de vragen die geconstrueerd zijn, beoordelen, screenen, en verbeteren. Ook laten ze de pabodocenten zien hoe ze betere vragen kunnen maken.’
21 pabo’s doen mee
Van Boxel vindt het een uitdagend project. ‘Het is soms lastig hoe je moet omgaan met de verschillende ideeën die de scholen hebben. Je kunt het niet iedereen naar de zin maken, maar je probeert toch zoveel mogelijk mensen binnenboord te houden.’
Roger Baltus en Mia van Boxel
bij de constructie van opgaven. En bij het bepalen van de cesuur. Die dingen zijn van groot belang voor het draagvlak van een gezamenlijke toets.’
Cito reageert
‘Het toeval wil dat het verzoek van de werk groep in het kielzog kwam van de taal- en rekentoetsen’, herinnert Cito projectleider
Er doen nu 14 hogescholen met 21 pabo’s mee. Dat is iets meer dan de helft van alle pabo’s in Nederland en de helft van alle pabostudenten in Nederland. ‘Er gaan zich nog meer pabo’s aanmelden bij de vereniging’, stelt Baltus. Als je meer uitslaggegevens hebt, dan kun je harde uitspraken doen over de stand van zaken in de vooropleiding. We hebben nu instroom studenten van het mbo en die hebben amper aardrijkskunde, geschiedenis, en natuur onderwijs gehad. En we hebben ook mensen die er eindexamen in hebben gedaan. De niveauverschillen zijn enorm.’
Basiskennis pabostudent getest met nieuwe entreetoets Mens en Wereld
Itembank
Volgens Van Boxel is het nu dankzij de toets mogelijk om eenduidige uitspraken te doen over het niveau van de beginnende pabo student. ‘We zijn eigenlijk bezig met het ontwikkelen van een itembank: een verzameling van opgaven die je kunt her gebruiken.’ Baltus: ‘Bij Cito zitten psychometrici die daar aan werken en al die gegevens statistisch bekijken. Dat soort mensen hebben we op de pabo niet.’ Van Boxel: ‘Daardoor krijg je rapportages hoe studenten het gedaan hebben, maar ook rapportages over het functioneren van de opgaven in zo’n toets. Het zijn allemaal gegevens die je gebruikt om steeds maar weer kwaliteitsverhogend bezig te zijn met je toetsen.’
met het uiteindelijke resultaat. ‘Als je hiervoor een onvoldoende hebt gehaald, dan weet de student echt nog te weinig.’ Meer informatie Op de website van de entreetoets staan voorbeeldvragen: http://www.entreetoets-menw.nl. Pabo’s die geïnteresseerd zijn in de toets kunnen contact opnemen met Roger Baltus,
[email protected].
De Entreetoets Mens en Wereld bestaat uit 3 aparte vakken met elk 30 vragen: natuur & techniek, geschiedenis en aardrijkskunde. De eerste keer is het een complete toets, daarna is het voor de student mogelijk om per vak een herkansing te doen. Baltus is tevreden
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | Mijn Inburgering
Voortgangstoets Alfa Snel voortgang meten! Voortgangstoets Alfa is de nieuwe toets voor alfabetiseringscursisten. Met deze korte toets bepaalt u snel en adequaat de voortgang in uw alfabetiserings traject, uitgedrukt in één van de niveaus van het Raamwerk Alfabetisering NT2. • korte cursistvriendelijke toets! • biedt inzicht in het rendement van uw onderwijstraject • duidelijke en transparante bepaling van de voortgang Meer informatie www.cito.nl
10
Basiskennis pabostudent getest met nieuwe entreetoets Mens en Wereld
Het is allesbehalve eenvoudig om voor iedere toekomstige mbo-leerling aan te geven welk niveau hij of zij aankan. Barend Bos, één van de teamleiders Dierverzorging aan het Groenhorst College in Barneveld ziet zich jaarlijks voor deze opgave staan. Dit jaar besloot hij een pilot te doen met NiveauWijzer.
‘NiveauWijzer: een goede start van de opleiding’ NiveauWijzer, een digitale capaciteitentest van Cito, is een handig hulpmiddel bij een professionele intake en leerwegbegeleiding. De uitslagen op de test laten zien of een deelnemer in staat is een mbo-opleiding op niveau 3 of 4 te volgen.
doen, en de resultaten hebben ons zodanig overtuigd dat we hebben besloten er in het vervolg mee door te gaan. De test wordt zeker niet in plaats van, maar wel náást het intakegesprek en het schooladvies ingezet. Zo hebben wij er dus een extra hulpmiddel bij om iedere nieuwe leerling op zijn of haar eigen niveau te plaatsen. NiveauWijzer wordt een onderdeel van het verzamelen van de nodige informatie om een goede start van de opleiding mogelijk te maken.’
Wat vonden de aankomende leerlingen ervan?
Waarom heeft uw school NiveauWijzer aangeschaft?
Barend Bos | teamleider Dierverzorging
aan het Groenhorst College in Barneveld
Barend Bos: ‘Met nieuwe leerlingen houden wij op het Groenhorst College altijd een intakegesprek. Tijdens die gesprekken zijn we niet alleen benieuwd naar de motivatie van de leerlingen, maar willen we hen ook qua capaciteiten op het juiste niveau kunnen plaatsen. Naast de indruk die tijdens het gesprek ontstaat en het advies dat de leerlingen meekrijgen van hun middelbare school, hadden we echter behoefte aan nog een extra toetsing. Op een onderwijsbeurs werd ik attent gemaakt op het bestaan van NiveauWijzer en afgelopen jaar hebben we besloten daar een pilot mee te doen.’
Hoe is het gebruik van NiveauWijzer jullie bevallen? ‘We hebben dit jaar alle nieuwe leerlingen uit de kaderberoepsgerichte leerweg en basisberoepsgerichte leerweg de test laten
11
‘NiveauWijzer: een goede start van de opleiding’
‘In de uitnodiging voor het intakegesprek hadden we ze wel van de test op de hoogte gebracht. En ja, van een dergelijk vooruitzicht worden sommigen natuurlijk wel een beetje zenuwachtig. Maar omdat NiveauWijzer een test is waar je je niet op kunt voorbereiden, liet het merendeel van de deelnemers het maar gewoon over zich heen komen. Ach, de moeilijkheid van de test bleek voor de meeste leerlingen ook wel mee te vallen.’
Kwamen er opvallende resultaten uit?
‘Jazeker, vooral bij een aantal ongediplomeerde kandidaten liet de test verrassend hoge scores zien. Hoewel we leerlingen zonder diploma standaard op niveau 1 moeten laten instromen – en de NiveauWijzer daar in eerste instantie niets aan kan veranderen – is een hoge score in deze groep instromers voor ons een teken dat we de betreffende leerling zo gauw mogelijk naar een hoger niveau moeten laten doorstromen. Daarnaast viel het ons op dat de test – hoewel eigenlijk bedoeld om goed onderscheid te kunnen maken tussen niveau 3 en 4 – ook een beeld geeft van deelnemers die meer thuis horen in niveau 2 of zelfs niveau 1.’
Stelling > In deze rubriek gaan wij met u de discussie aan! In elke Toetsvisie leggen wij u een stelling voor over een actueel onderwerp. Via onze website kunt u hierop reageren. In het volgende nummer leest u de voors en tegens. Maar eerst de reacties op de stelling van vorige keer:
Een Proeve van bekwaamheid kun je het beste laten beoordelen door iemand uit de beroepspraktijk. Die weet immers het best wat een beroepsbeoefenaar moet kunnen als hij of zij gaat werken. Lex Meijer, Docent Communicatieve vakken/ Sectorconsulent AOb, AOC Oost, locatie Twello: ‘Ik ben het met deze stelling eens. De essentie van onze nieuwe examinering zit hem in de betrouwbaarheid naar het bedrijfsleven toe. Als de ondernemers niet zonder meer onze kandidaten een plek kunnen geven op de arbeidsmarkt, dan heeft het onderwijs toch iets verkeerds gedaan. In de achterliggende jaren hebben examinatoren beoordeeld, eventueel gesteund door gecommitteerden (externe beoordelaars), of kandidaten over voldoende vakkennis en vakvaardigheden beschikten. Het was vaak ‘het kunstje laten zien’, ofwel kandidaten moesten bijvoorbeeld aantonen dat ze konden voeren, of dat zij een biedermeier konden samenstellen. In die examensituatie demonstreerden deelnemers slechts een beperkt deel van hun kennen en kunnen. MBO-opleidingen moeten per 2010 zijn overgeschakeld op competentiegericht opleiden (CGO). Daar moeten zij ook het beoordelen en examineren op aanpassen. Daarbij past een wijziging in het denken. Met CGO werken deelnemers aan verschillende opdrachten die zij formuleren op basis van een examenstandaard. Na positieve beoordeling van die opdrachten, krijgen die een plek in hun portfolio. Wanneer dit portfolio uiteindelijk met een voldoende is beoordeeld, mogen deelnemers op voor hun examen: de proeve van bekwaamheid. De kern van het nieuwe examineren is eenvoudig samen te vatten: de kandidaat moet als beginnend beroepsbeoefenaar kunnen aantonen in een authentieke beroepssituatie te kunnen functioneren. In de (kritische) beroepssituatie betekent dat de juiste beslissingen kunnen nemen. Laten we een praktijkvoorbeeld nemen. De kandidaat rekent het aankoopbedrag af met een klant. Het is druk voor
12
Stelling
Lex Meijer | Docent Communicatieve vakken/Sectorconsulent AOb, AOC Oost, locatie Twello
de kassa. Een klant dringt voor met een veeleisende vraag. Wat te doen? Ik kan de kernvraag in het nieuwe examen ook anders verwoorden: zou de kandidaat, in het geval van een vacature, in de vacante functie zijn aangesteld? En wie kan dat beter beoordelen dan de externe assessor, ofwel de beoordelaar die in zijn bedrijf dagelijks te maken heeft met de tucht van de markt? Beroepsonderwijs krijgt zo een betrouwbaar gezicht: het bedrijfsleven heeft een prominente plaats in het opleiden. In de examinering van onze deelnemers CGO is het bedrijfsleven dan ook onmisbaar.’
G. Broekman, Docent horeca, Noorderpoortcollege Groningen: ‘Ik ben het oneens met deze stelling. Iemand moet vak inhoudelijk kunnen beoordelen. Er wordt in de nieuwe vorm van examinering voorbij gegaan aan het niveau waarvoor en de inhoud waarbinnen wordt opgeleid én beoordeeld. Laat ik een voorbeeld schetsen. De koffiejuffrouw gaat een bedieningsmedewerker van een (Michelin)sterrenzaak beoordelen. In dit geval is er iets mis. Het niveauverschil is dermate groot, dat de enige overeenkomst het woordje ‘koffie’ is, waaraan beiden ook nog een verschillende betekenis geven. Bovendien, beoordelen is een vak! Docenten (en in sommige branches de uit het bedrijfsleven afkomstige examinatoren) worden hiervoor opgeleid. Dus een willekeurig ‘iemand uit de beroepspraktijk’ is te weinig specifiek. Begrijp mij goed. Binnen het beroepsonderwijs ben ik een voorstander van de symbiose tussen bedrijfsleven en onderwijs, maar om kwaliteit te leveren stel ik een aantal voorwaarden. Zo vind ik dat de inhoud en het niveau waarop de beoordelaar zijn beroep uitoefent (of hiermee bekend is) gelijk moet zijn met de kandidaat. Je gaat toch niet een pizzabakker laten beoordelen door een chef van het wokrestaurant. Dit zijn totaal verschillende disciplines. Tevens moet de beoordelaar zijn opgeleid om te beoordelen. Voor de beoordelaar uit de beroepspraktijk betekent dit een investering. Voor een volledige symbiose moet de opleider zijn contact met de beroepspraktijk onderhouden, zodat er opgeleid wordt binnen de kaders van het steeds veran derende bedrijf. Dit kan via docentenstages en contacten binnen BPV-begeleiding. Ook hier is investeren noodzakelijk.
Gerhard Broekman | Docent horeca, Noorderpoortcollege Groningen
Persoonscertificering is hét middel voor organisaties, die garant willen staan voor de kwaliteit van hun werknemers. Certificering biedt namelijk helderheid over aanwezige competenties en is daarmee ook naar de markt een krachtig verantwoordings- of verkoopinstrument.
13
Stelling
Kortom: deze stelling geeft weinig vertrouwen in de kwaliteit van de beoordelaar!’
Nieuwe stelling > Reageer! Ga naar onze website: www.cito.nl > beroepsonderwijs en volwasseneneducatie > Toetsvisie.
Opleiding én werkervaring zijn bepalend voor wat je als werknemer in huis hebt. Daarom willen steeds meer mensen hun verworven competenties vastleggen in een ‘ervaringscertificaat’. Jeanet Schuring, stafmedewerker Onderwijs en Innovatie bij het Noorderpoortcollege, vertelt over de waarde van EVC en de EVC-training voor assessoren.
‘EVC is booming op dit moment’ In haar functie geeft Schuring inhoudelijke ondersteuning aan het management, onder meer op het gebied van EVC. Eén van haar taken is het organiseren van trainingen voor EVC-assessoren. Aan zo’n training, verzorgd door Cito, nam zij zelf ook deel. EVC staat voor Erkenning van Verworven Competenties. Via een EVC-procedure kunnen mensen hun werkervaring omzetten in
algemeen erkende deelcertificaten of diploma’s. Veel mensen met (ruime) werk ervaring op mbo-niveau willen op papier hebben wat ze kunnen. Schuring: ‘Dat betekent dat hun vroegere opleiding, aangevuld met tijdens het werk opgedane kennis en vaardigheden, moet worden vertaald in een EVC-rapportage, ook wel Ervaringscertificaat genoemd. Hiermee kan vervolgens verzoek tot vrijstellingen en daarmee tot diplomering of (deel-)certificering worden gedaan. Wij voeren veel EVC-trajecten uit in opdracht van werkgevers die hun medewerkers willen laten ‘opscholen’, bijvoorbeeld om interne vacatures te kunnen vervullen.’
EVC-assessoren
Centraal in een EVC-procedure staat het portfolio van de aanvrager. Daarin is bewijsmateriaal opgenomen waarmee de kandidaat de verworven competenties kan aantonen, zoals vergaderverslagen, functioneringsrapporten, certificaten van gevolgde trainingen, et cetera. ‘Voor het samenstellen van het portfolio wordt de kandidaat bij ons ondersteund door een trajectbegeleider. Vervolgens wordt de aanvraag voor een ervaringscertificaat – op basis van het portfolio – beoordeeld. Die beoordeling wordt gedaan door een EVC-assessor.’
Training EVC-assessoren
Jeanet Schuring | stafmedewerker Onderwijs en Innovatie bij het Noorderpoortcollege
14
‘EVC is booming op dit moment’
De Cito-training voor EVC-assessoren bestaat uit een basistraining en een vervolgtraining, die de medewerkers van het Noorderpoort college op eigen locatie krijgen aangeboden. Tijdens de driedaagse basistraining oefenen de deelnemers in algemene aspecten van
beoordelen. In de vervolgtraining wordt gedurende twee dagen specifiek op de EVC-procedure getraind. De deelnemers wordt onder meer gevraagd een (fictief) portfolio te beoordelen en een beknopte EVC-rapportage op te stellen. ‘Dat oefentraject is erg nuttig en vormt een goede voorbereiding voor je eerste ‘echte’ EVC-aanvraag’, vindt Schuring.
EVC binnen het roc
Hoewel EVC al een jaar of twaalf bestaat, zijn de aanvragen voor ervaringscertificaten pas een paar jaar geleden in een stroom versnelling gekomen. ‘Dat gebeurde nadat er een landelijke kwaliteitscode werd ingevoerd, waardoor EVC meer erkenning kreeg.
Het Noorderpoortcollege telt inmiddels meer dan honderd EVC-assessoren. En dat is nodig ook, want het aantal aanvragen blijft alsmaar toenemen. EVC is momenteel echt booming!’
Rol Cito
‘Voordat we Cito inschakelden om de trainingen te verzorgen hebben we verschillende aanbieders vergeleken. Op basis van die vergelijking hebben we voor Cito gekozen. We zijn zeer tevreden over de kwaliteit van de trainingen die bij ons worden gegeven. Het nut ervan is ook zichtbaar in de grote toeloop: er zijn inmiddels vier basis groepen en vier vervolggroepen getraind, elk met 10 tot 15 deelnemers’, besluit Schuring.
Nieuw op Toetswijzer Examenafname NT2 2009
De Staatsexamencommissie Nederlands als Tweede Taal (NT2) laat in een voorlichtingspublicatie op CFI.nl weten dat de Staatsexamens NT2 in 2009 voor een deel met behulp van de computer zullen worden afgenomen. De Staatsexamen commissie wil de veranderingen geleidelijk invoeren. < www.cfi.nl > Regelgeving > Archief Regelingen > Augustus 2008 >
Project pilots examenprofielen
OCW-staatssecretaris Van Bijsterveldt heeft in een brief aan de MBO Raad en Colo positief gereageerd op het plan van aanpak voor pilots met examenprofielen. Examenprofielen leggen afspraken vast over hoe het bedrijfsleven bij de examens wordt betrokken, over de dekking van de verschillende diploma-eisen en over de eisen die aan de afname van het examen worden gesteld. Door het bedrijfsleven te betrekken bij de examinering, wordt het vertrouwen in het mbo-examen verder vergroot. < www.examenprofiel.nl >
Marktplaats MBO 2010
Marktplaats MBO 2010 is een verzameling van documenten, artikelen, beleidsnotities, lesmaterialen, praktijkvoorbeelden, filmpjes en websites over competentiegericht leren ten behoeve van het onderwijs. De marktplaats is ontwikkeld door Kennisnet, het onderwijsveld zorgt zelf voor de content. In de rubriek ‘Toetsing en Examinering’ zijn inmiddels al meer dan 100 bronnen geplaatst. < www.marktplaatsmbo.nl/bronnen >
15
‘EVC is booming op dit moment’
Toetswijzer is de plaats op Kennisnet.nl voor iedereen in het onderwijs die betrokken is bij toetsing, examinering en evaluatie. Toetswijzer bevat nieuws, internetlinks en achtergrondinformatie over toetsing en examinering in de breedste zin van het woord. Betrokkenen in beroeps onderwijs en volwasseneneducatie kunnen voor informatie terecht in de speciale BVE-rubriek. De redactie van Toetswijzer wordt verzorgd door het Kenniscentrum van Cito. Meer weten? Kijk dan op: < http://toetswijzer.kennisnet.nl > <<
Competentiegericht beoordelen in de ICT-sector
In de sector ICT van het mbo is al sinds 2003 ervaring opgedaan met het competentiegericht leren en examineren. Een groot aantal scholen, examinatoren en leerlingen heeft deelgenomen aan een onderzoek van de Universiteit Twente, in opdracht van Bureau ICE, naar beoordelingsprocessen van proeven van bekwaamheid binnen mbo-ict. < http://www.bureau-ice.nl>
Het Groene Leertraject
Het Stimuleringsprogramma Het Groene Leertraject richt zich op alle vmbo-scholen met een afdeling groen onderwijs die de komende twee jaar gaan experimenteren met het geglobaliseerde examenprogramma Landbouwbreed. Het Stimuleringsprogramma stimuleert, verbindt en faciliteert de pilotscholen bij alle onderwijskundige ontwikkelingen die zij in dat kader inzetten. Het Groene Leertraject wordt georganiseerd door de AOC Raad. < www.hetgroeneleertraject.nl >
Beroepsonderwijs en volwasseneducatie Jaargang 8 | november 2008 Toetsvisie nummer 11
Relatiemagazine voor management en
docenten in het middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneducatie
Uitgave Toetsvisie is een uitgave van Cito en verschijnt driemaal per jaar. De uitgave is bestemd voor management en docenten in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs en de volwassenen educatie. Overname van artikelen of illustraties wordt in overleg met de eindredacteur toegestaan. Colofon Hoofdredactie Cor Sluijter | Redactie Jeanine Treep, Aukje Bergsma, Niek Wilmink, Claudia van Nistelrooij (eindredacteur) | Tekst Cito, Entopic | Fotografie Bert de Leeuw Fotografie | Redactieadres Accountbureau bve, Postbus 1034, 6801 MG Arnhem, E
[email protected], T (026) 352 12 81 | Vormgeving en opmaak Cito
Cito Nieuwe Oeverstraat 50 Postbus 1034 6801 MG ARNHEM T (026) 352 11 11 F (026) 352 13 56 www.cito.nl Klantenservice T (026) 352 11 11 F (026) 352 11 35
[email protected]