Berichten over Projecten in Zuid‐Afrika Nummer 4 Datum: 10 mei 2010 Samengesteld door: Trudie Knijn (Hoogleraar Algemene Sociale Wetenschappen, Universiteit Utrecht) Voor nadere informatie: www.fss.uu.nl/asw/knijn INHOUD: 1. Nieuws in het kort 2. Economische crisis heeft gevolgen voor het NAAP‐team van Ndlovu 3. Werkbezoek 4. Studenten in Zuid‐Afrika (verslag) 1. Nieuws in het kort Promotie Roos Barth. Op 27 mei 2010 om 12.45 promoveert Roos E. Barth op het proefschrift getiteld Treating HIV in rural South Afrcica. "Successes and Challenges”. Het onderzoek ten behoeve van het proefschrift heeft Roos Barth verricht bij de Ndlovu Care Group. Promotor is prof dr. Andy Hoepelman, Co‐ promotor is visiting professor Hugo Tempelman. Op 26 mei vindt het symposium ‘Connecting North and South in Clinical Care and Science’ plaats, georganiseerd door University Medical Centre Utrecht and Ndlovu Care Group. Plaats: yellow lecture room of the UMC. Tijd: 13.30 – 17.00 uur Op 16 juni a.s. om 15.30 uur verzorgt Trudie Knijn een voorlichtingsbijeenkomst over mogelijke masterprojecten in Zuid Afrika voor de komende periodes (september 2010, februari en september 2011, februari 2012). Ondertussen hebben zo’n 30 studenten van de verschillende masteropleidingen van de Faculteit Sociale Wetenschappen belangstelling om hun master onderzoek in Zuid Afrika verrichten. Mariëtte Slabbert (COO van de Ndlovu Care Group) is als PhD student van de UU begonnen aan haar onderzoek naar de effecten van HIV/Aids voorlichting onder middelbare scholieren in een rural township. Promotoren zijn prof dr. Trudie Knijn (ASW, UU) en prof dr. Denise de Ridder (Gezondheidspsychologie, FSW, UU). Dr. Henk van Rinsum (beleidsmedewerker Facultair Managementteam FSW/UU en onderzoeker bij het USBO/UU) heeft begin 2010 zijn studieverlof doorgebracht in Zuid Afrika om daar verder te werken aan zijn studie naar de geschiedenis van de relaties tussen de UU en Zuid‐Afrikaanse universiteiten. Het geplande werkbezoek (18 tot 25 april) van onderzoekers van FSW/UU die projecten van master studenten in Zuid‐Afrika begeleiden is helaas niet doorgegaan vanwege het vliegverbod veroorzaakt door de vulkanische as (zie ook 3). In oktober zal de groep een nieuwe poging wagen. 2. Economische crisis heeft gevolgen voor het NAAP‐team. Afgelopen maand heeft de Ndlovu Care Group in Elandsdoorn 82 medewerkers moeten ontslaan, vooral medewerkers van het NAAP (Ndlovu Aids Awareness Programme) voorlichtingsteam. De gevolgen zijn enorm voor deze jonge mensen; in de township waar zij wonen is de werkloosheid
1
hoog en de kans op een nieuwe baan nihil, werkloosheidsuitkeringen zijn van korte duur. Het ontslag heeft grote gevolgen voor de HIV/Aids voorlichting op de scholen in de township; als niet snel een andere sponsor wordt gevonden blijven hele groepen scholieren verstoken van de noodzakelijke informatie. Voor een deel is het ontslag te wijten aan de economische crisis; donoren hebben minder te besteden. Voor een deel is het ontslag ook het gevolg van herzieningen in de Nederlandse ontwikkelingshulp; Zuid Afrika wordt niet langer gedefinieerd als een prioriteitsland en de ambassade in Zuid Afrika is geconfronteerd met grote kortingen in het budget. Nadat men het NAAP team van Ndlovu jarenlang heeft ondersteund, en het Ndlovu management in oktober 2009 de ambassade in Pretoria nog eens heeft uitgelegd welke goede resultaten worden behaald, is de subsidie nu toch stopgezet. In die beslissing spelen diverse argumenten een rol, zoals: 1) Zuid Afrika is geen arm land maar een land dat zijn rijkdommen niet goed verdeeld, dat is een interne aangelegenheid waar geen Nederlandse ontwikkelingshulp voor nodig is. 2) Er is geen wetenschappelijk bewijs voor het effect van de preventieve voorlichting, immers het aantal HIV/AIDS patiënten blijft stijgen. Alhoewel er voor die eerste redenering iets te zeggen valt, is de tweede redenering gewoon onzinnig. Inderdaad, hoe meer mensen onderzocht worden op HIV/AIDS, hoe meer patiënten er komen. Als die niet sterven maar in leven blijven door goede medicatie zal het aantal HIV/AIDS patiënten in zuidelijk Afrika het komende decennium alleen nog maar stijgen. Preventie is de enige manier om die stijging enigszins te temperen. Het Ndlovu team werkt nu hard aan nieuwe vormen van preventie en vanuit de Faculteit Sociale en Gedragswetenschappen van de UU zullen we hen daarbij ondersteunen en de resultaten blijven evalueren. 3. Werkbezoek vanuit de Faculteit Sociale en Gedragswetenschappen (UU) aan Zuid‐Afrika.
Bezoek van docent/onderzoekers FSW/UU aan de projecten Zoals in de vorige nieuwsbrief was aangekondigd gaat een nieuwe groep onderzoekers van de Sociale Faculteit studenten van diverse master opleidingen begeleiden. Het voornemen bestond om met dit nieuwe team een werkbezoek, van 18 tot 25 april, te brengen aan de verschillende projecten van Ndlovu in Elandsdoorn, Sizanani in Bronkhorstspruit en aan het SACBC in Pretoria. Adri Vermeer zou onze reisleider zijn. De andere deelnemers naast Adri en ondergetekende zouden zijn;
2
Prof Paul Leseman, hoogleraar pedagogiek en supervisor van het te ontwikkelen preschool programma van de Ndlovu Care Group,
Dr. Marieke van der Schaaf, UD onderwijskunde en betrokken bij het Community Health Awareness Motivation and Prevention Programme (CHAMP, voorheen NAAP) van Ndlovu.
Dr. Yolanda van Beek, UHD ontwikkelingspsychologie en betrokken bij het Conductive Education Programme in Sizanani,
Drs. Marieke Westeneng docent M&S en adviseur van diverse master projecten in Zuid‐Afrika m.b.t. methodologische en statistische vraagstukken. Marieke is voornemens een PhD onderzoeksproject in Zuid Afrika op te zetten.
Vanwege de vulkanische as is de op 18 april geplande reis echter niet doorgegaan, en hebben we het moeten uitstellen tot oktober 2010. Vreselijk jammer voor de collega’s, voor de studenten en vooral ook voor de projecten. Woensdag 21 april kon er weer gevlogen worden en ben ik alleen, zonder mijn collega’s, toch vertrokken voor een werkbezoek tot 30 april. Enige korte indrukken van de werkzaamheden ter plaatse: Bij de Ndlovu Care Group in Groblersdal/Elandsdoorn bestond de eerste en gedurende het werkbezoek voortdurende activiteit bestond uit het werken aan een onderzoeksaanvrage voor een Demographic Health Survey Study. Met het team van Anton Stolz (Universiteit van Pretoria), Olarotimi Oladoyinbo (epidemioloog), Hugo Tempelman en Mariëtte Slabbert is er gedurende vijf sessies gewerkt aan de aanvrage voor een grootschalige klinische en demografische studie. Met grote interesse heb ik daar de presentatie bijgewoond van de vier studenten van de Faculteit Sociale Wetenschappen die van februari tot mei aan twee projecten bij de Ndlovu Care Group werken. Petina Veerman, Laura Devies, Rianne van Raadt en Jorien van der Laan presenteerden vrijdag 23 april hun lopend onderzoek aan het Ndlovu management team, aan mij en aan dr. Jan van der Meer, infectie deskundige van het AMC die ook in
3
Elandsdoorn op werkbezoek was. Petina Veenman en Laura Devies onderzoeken de houding van de peer‐educators ten aanzien van beschermde seksualiteit. Dit project is een vervolg op het onderzoek onder scholieren dat vorig jaar door twee andere studenten is verricht. Door een vergelijking te maken tussen de houding van de scholieren en hun peer‐educators moet duidelijk worden welke verbeteringen mogelijk zijn in het preventieprogramma. Door het ontslag van het grootste deel van het NAAP‐team en omdat men bij Ndlovu een omslag aan het maken is naar een andere aanpak van de preventie via het Community Health Awareness Motivation and Prevention Programme (CHAMP, werd het onderzoek van Petina en Laura enigszins bemoeilijkt. Toch hebben ze door de eerste maand van hun verblijf direct het toen nog in dienst zijnde NAAP‐team via focusgroep gesprekken en het afnemen van de KABP vragenlijst nog belangrijke inzichten weten te verwerven. Het onderzoek van Rianne van Raadt en Jorien van der Laan betreft een nieuw project dat begeleid wordt door Paul Leseman en ondergetekende. Het gaat om het verbeteren van het curriculum van de preschools van Ndlovu via een in Italië ontstaan en in vele landen geïntroduceerd kinderopvang programma dat ingebed is in de community waar de kinderen in leven. Rianne en Jorien hebben daarvoor een baseline studie verricht, waarbij Rianne zich heeft gericht op de huidige cognitieve, sociale en emtionele ontwikkeling van de 3 tot 7‐ jarigen via het afnemen van testen. Jorien heeft de culturele en structurele voorwaarden voor de implementatie van het nieuwe programma onderzocht. Beiden hebben ze ook de behoefte aan betrokkenheid van ouders bij het programma in kaart gebracht. Na de presentatie was er het afscheid van Petina die eerder vertrok en ter gelegenheid van haar afscheid donaties had verzameld waarvan ze buitenspeelgoed voor de preschool kinderen heeft gekocht. Met de studenten heb ik kunnen genieten van het plezier dat de kinderen beleefden aan de hoepels, springtouwen, stuurtjes op wielen en het zandbakgerei die Petina hen aanbood. En dan was er ook nog tijd voor individuele begeleiding. Het is altijd prettig voor zowel de studenten als hun begeleiders om tenminste eenmaal tijdens het onderzoek face‐to‐face de nog bestaande hobbels en vragen te kunnen bespreken. Daar hebben we ruim de tijd voor genomen en zo konden de studenten die nog enkele weken voor de boeg hebben met gerust hart hun laatste fase in.
4
Over de ontwikkeling van het SANPAD project naar de effecten van Child Support Grant had ik een afspraak met de coördinator van het project, prof dr. Leila Patel van het Centre for Social Development van de Universiteit van Johannesburg. Dit project waar ook master studenten van de faculteit Sociale Wetenschappen van de UU aan kunnen deelnemen verloopt bijzonder goed, vooral door de medewerking van het Department of Social work van de UvJ. In juli gaan zo’n 70 Social Work studenten de townships van Johannesburg in om de interviews voor het project af te nemen. Daarnaast werken twee PhD’s aan etnografische studies van de gezinnen die de grant ontvangen. We hebben afgesproken dat het onderzoeksteam in maart 2011 naar de FSW/UU komt om de eerste resultaten van het project te bespreken tijdens een workshop. Ook zal prof Leila Patel een overzicht sturen van andere mogelijke projecten voor geïnteresseerde UU master studenten. Met Sr. Alison Munro van het SACBC waar al veel master studenten hun onderzoek hebben gedaan naar de ontwikkeling van HIV‐positieve kinderen en naar de mogelijkheden voor HAART adherence in rural and mining areas heb ik een afspraak gemaakt voor de laatste dag van mijn reis, waarna het aanbod voor de nu al 30 belangstellende studenten gemaakt kan worden. 4. Impressies van de huidige FSW‐studenten in Zuid Afrika (maart 2010) Onze eigen ‘Big Five’ Voor een kijkje in onze belevenissen hier in Groblersdal en Elandsdoorn, nemen we je graag mee op een dag vullende safari door ons leven hier. We beginnen de dag in Groblersdal, waar ons Thuis te vinden is. Hier wonen we met 5 dames, Rianne de Raadt, Petina Veenman, Laura Devies , Jorien van der Laan en Lauren. Lauren is een student uit de Verenigde Staten die een studie social work volgt en daarvoor stage loopt bij Ndlovu. Wij zijn studenten van de Sociale Faculteit van de Universiteit Utrecht en volgen daar de master opleiding Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken, met uitzondering van Jorien die de master Social Policy and Social Interventions van ASW volgt. Grobersdal is een redelijk welvarend, blank boerendorp ten
5
noorden van Pretoria, een half uurtje rijden van Elandsdoorn waar de Ndlovu kliniek zich bevindt. Wanneer je mensen in andere delen van Zuid Afrika vertelt dat je in Groblersdal woont en werkt variëren de reacties van vieze gezichten tot verbaasde uitdrukkingen; ‘What could you do there?’ is de bijbehorende kreet. Onze ervaring met Groblersdal is wat dubbel. De mensen leven in een eigen blanke wereld, met vaak harde vooroordelen over de zwarte bevolking en naar ons idee erg conservatieve ideeën (bv. vrouwen horen achter het aanrecht) die ons regelmatig tot wanhoop drijven wanneer we daarover in discussie proberen te gaan. Tegelijkertijd zijn de mensen ook ontzettend hartelijk naar ons, nieuwsgierig naar onze ideeën (ook wanneer die kritisch naar hen zijn) en worden we om de haverklap uitgenodigd voor uitstapjes zoals safari trips, golf lessen, braai en worden er allerhande vakantiehuisjes voor ons beschikbaar gesteld. Dan gaan we opzoek naar de Ndlovu Care Group, het tweede schouwstuk van de Big Five. Het kantoor is te vinden in de buurt van Thuis, ook in Groblersdal. Hier hebben we de eerste twee weken van ons bezoek veel gezeten, een goede manier om te acclimatiseren en een aantal mensen van Ndlovu te leren kennen. Daarna op naar Elandsdoorn, waar zich het kloppend hart van Ndlovu bevindt, namelijk de kliniek. Voor alle mensen van Ndlovu geldt dat ze zich met ziel en zaligheid inzetten. Dit is fantastisch wanneer er goede resultaten worden geboekt. De laatste tijd is dat helaas anders. Doordat het met de fondsen niet goed gaat, moesten grote delen van Ndlovu gesloten worden. Het NAAP project en de bakkerij moesten ermee stoppen waardoor er 82 medewerkers werkeloos werden in een gebied met toch al een heel hoge werkeloosheid. Daarnaast is de subsidiëring gedeeltelijk weggevallen van een community mobilisatie en mantelzorg programma. In dat programma trainen en coachen Ndlovu medewerkers individuen die nabij de probleem kinderen wonen, extended families en community based organisaties. Gelukkig zijn de gevolgen voor de kinderzorg minimaal aangezien die relaties hun mantel zorg doorzetten. Wel zijn de voedsel pakketten services gestopt en kan Ndlovu geen transport meer verzorgen. Maar de community care voor deze kinderen gaat door, hetgeen bewijst dat Ndlovu erin is geslaagd duurzaamheid in de community te creëren.
Toch is de verslagenheid overal te voelen en dan is het als optimistische student lastig vast te houden aan de relevantie van je onderzoek; ‘maakt het nog uit?’ Sterker nog, Petina en Laura konden nog net onderzoek doen met het NAAP team, dat een maand hun aankomst
6
werkloos werd. De motivatie van het team en de relevantie van het onderzoek werden daardoor knap ingewikkeld. Daarna gaan we door naar het omliggende gebied van de Ndlovu Care Group, en daar komen we de bewoners van Elandsdoorn tegen. De bewoners van Elandsdoorn dragen Ndlovu over het algemeen op handen maar ook zij zijn boos en verward over de ontslagen. Daarnaast zijn protesten over de grenzen van Limpopo en Mpumalanga nog steeds aan de gang (zie ook het verslag van Ludo en Marieke van vorig jaar) en daardoor zijn er dagen waarop we niet in Elandsdoorn kunnen komen omdat er huizen en banden in de fik worden gezet. De sfeer is alles bij elkaar behoorlijk gespannen en dat maakt dat je goed in de gaten moet houden wanneer je wel of niet naar Elandsdoorn kunt. Daar komt bij dat mensen in Groblersdal nog wel eens de neiging hebben om Elandsdoorn af te schilderen als een levensgevaarlijk gebied waar alleen maar dieven en criminelen rondlopen. Daardoor kost het wat moeite en moed om vrienden te maken met mensen in Elandsdoorn en ´s avonds met hen daar de kroeg in te gaan. Gelukkig houden de medewerkers van Ndlovu een oogje in het zeil wanneer we naar de plaatselijke kroeg komen en vormen zij een netwerk van ´betrouwbare, nieuwe vrienden´ voor ons. Vervolgens komen we aan bij het onderzoek van Rianne en Jorien dat zich afspeelt op de preschools van Ndlovu, een tak die dankzij financiering van het Adri Vermeer fonds gelukkig nog overeind staat. Nu het werk met het NAAP team voor Petina en Laura opgehouden is, zijn ook zij hier regelmatig te vinden om daar waar mogelijk mee te helpen met het onderzoek. Doordat er een soort algemene consensus lijkt te zijn dat onderwijs voor de kinderen essentieel is voor de gemeenschap, zijn er weinig spanningen rondom de preschools. De juffen, het management van het vulnerable children programma, en de gemeenschap zijn allemaal bereid zich in te zetten voor de kinderen. Daardoor zijn de preschools een inspirerende en motiverende omgeving om te werken. Daarnaast zijn de kinderen stuk voor stuk kleine charmeurs, die het werk op de preschools nog aantrekkelijker maken.
7
Na de omgeving van Elandsdoorn trekken we verder Zuid Afrika in waar we genieten van de nodige Week en Weekend trips. Picknicken in de buurt aan een groot stuwmeer, op safari in het Kruger park, winkelen en feesten in Cape Town, naar workshops op de universiteit van Johannesburg, in een kajak achtervolgd worden door nijlpaarden aan de kust en adembenemende uitzichten aan de Blyde River Canyon. Hoe paradoxaal ook; wanneer je in het prachtige Zuid Afrika bent moet je genieten van het land en dat doen we met volle teugen!
8