Raadsvoorstel Portefeuillehouder
Datum raadsvergadering
E.Th. Kamminga
25 oktober 2012
Datum voorstel
Agendapunt
18 september 2012 Onderwerp
Samenwerking op het vlak van belastingen De raad wordt voorgesteld te besluiten: het college van burgemeester en wethouders toestemming te verlenen tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling met het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht en het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden voor het uitvoeren van de taken op het vlak van belastingen.
Inleiding
De ontwikkelingen op het werkterrein van de belastingheffing gaven in 2007 aanleiding voor een ingrijpende aanpassing van de bedrijfsvoering. Onderzoek leidde tot de conclusie dat ter wille van het waarborgen van de continuïteit en de kwaliteit van de dienstverlening samenwerking de aangewezen weg was. In de vergadering op 27 november 2008 besloot uw raad om ons college toestemming te verlenen tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling met het college van de gemeente Utrecht voor het uitvoeren van taken betreffende onder meer belastingen. Vervolgens is in 2010 een vooronderzoek uitgevoerd naar een mogelijke samenwerking ofwel aansluiting van de gemeenten Utrecht en De Bilt en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden bij de bestaande belastingorganisatie van twee Limburgse waterschappen en de gemeente Venlo. Toen duidelijker werd dat deze samenwerking op grond van overwegingen binnen het bestuur van die organisatie niet tot stand zou komen, hebben het hoogheemraadschap en de gemeente Utrecht met instemming van ons college besloten de samenwerkingsmogelijkheden op het terrein van de uitvoering van de belastingtaken verder te onderzoeken. Het resultaat van dit onderzoek ligt nu voor in de vorm van het bedrijfsplan 'Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht' van 6 september 2012. Volgens (artikel 61 van) de Wet gemeenschappelijke regelingen, kan ons college (al dan niet samen met een ander college) met het dagelijks bestuur van een waterschap een samenwerkingsregeling treffen. Daartoe kan echter niet worden overgegaan dan na verkregen toestemming van de gemeenteraden en het algemeen bestuur van het waterschap, welke toestemming slechts kan worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Wij stellen u voor om ons de vereiste toestemming te verlenen. Beoogd effect
een efficiënte en klantgerichte uitvoering van de taken op het vlak van belastingen, met geminimaliseerde bedrijfsrisico's. Argumenten
1.1
De samenwerking met het hoogheemraadschap levert belangrijke meerwaarde op.
Op basis van het verrichte onderzoek is de conclusie gerechtvaardigd, dat samenwerking op belastinggebied voor alle organisaties meerwaarde oplevert in termen van kwaliteitsverbetering, verbetering van de dienstverlening aan de burger, vermindering van kwetsbaarheden en besparing op de maatschappelijke kosten, ook al verschillen de uitkomsten per organisatie.
1
Raadsvoorstel Daar komt bij dat een dergelijke samenwerking past bij de landelijke ontwikkeling, waarbij gemeenten en waterschappen elkaar steeds meer opzoeken vanuit de overweging dat gezamenlijke taakuitvoering op verschillende terreinen, waaronder belastingen, integrale dienstverlening en doelmatigheid van taakuitvoering bevordert. De basis hiervoor ligt in het Bestuursakkoord Water en in het nadien gesloten convenant tussen Unie van Waterschappen en de VNG, waarin de uitvoering van de belastingtaak als speerpunt van samenwerking wordt genoemd. Voor de organisaties leveren de verwachte voordelen vanuit bedrijfseconomisch en maatschappelijk perspectief een belangrijk motief op voor samenwerking. Voor De Bilt geldt dat met deze samenwerking de in de begroting geraamde bezuiniging van € 100.000 op de uitvoering van de belastingtaken kan worden gerealiseerd.
1.2
De oprichting van een openbaar lichaam is geëigend voor de uitvoering van de publieke taak van belastingheffing.
Het voorstel is de belastingorganisatie de vorm te geven van een openbaar lichaam, waarvan het bestuur wordt gevormd door bestuursleden van de deelnemende publiekrechtelijke organen. De keus voor een openbaar lichaam betekent dat alle deelnemers nauw betrokken blijven bij en invloed houden op de uitvoering van de belastingtaak, maar ook dat de zeggenschap over die uitvoering gedeeld gaat worden met de andere deelnemers. In het Algemeen Bestuur van de nieuwe gemeenschappelijke regeling is ons college vertegenwoordigd door de onze portefeuillehouder Financiën. De samenwerking heeft geen gevolgen voor de beleidsvrijheid van de deelnemende overheden, noch voor de te heffen belastingsoorten, noch voor het vaststellen van de verordeningen en de tarieven. Op deze onderdelen blijft iedere overheid zelfstandig beslissingsbevoegd. Het voorstel is om de voorbereiding van het strategisch belastingbeleid bij de organisaties te laten en de voorbereiding van het uitvoeringsbeleid over te dragen aan de belastingorganisatie. Verder bevat het bedrijfsplan voorstellen op het punt van toetreding van andere gemeenten op een later moment, als de belastingorganisatie al functioneert. De nieuwe organisatie heeft de ambitie om meer gemeenten in het werkgebied van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden toe te laten treden. Uittreding is niet zo maar mogelijk; er gelden spelregels en de gevolgen moeten door de uittreder worden gecompenseerd. Bovendien is uittreding binnen drie jaar na toetreding niet mogelijk om zo de continuïteit van de organisatie te waarborgen.
1.3
De nieuwe organisatie voert alle taken uit die wij thans bij gemeente Utrecht hebben ondergebracht.
Uitgangspunt is dat de nieuwe belastingorganisatie alle opgedragen belastingtaken volledig zelf gaat uitvoeren. De nieuwe belastingorganisatie voert voor alle deelnemers de taken uit op het terrein van de Wet onroerende zaken, de heffing en inning voor onroerendezaakbelasting (OZB), rioolrecht, afvalstoffenheffing, toeristenbelastingen, hondenbelasting, precariobelasting, BedrijvenInvesteringsZone (BIZ) en de waterschapsbelastingen. Dit is het uniforme basispakket. Ten aanzien van andere belastingsoorten is door de deelnemende gemeenten aangegeven welke andere belastingsoorten zij willen overdragen. Hier zijn dus verschillen mogelijk. Dit is het gedifferentieerde pluspakket. Kanttekeningen en alternatieven
1.1
Alternatief:
de toestemming voor het aangaan van de samenwerking te onthouden.
Gelet op de eerdere stappen om de belastingtaken per 1 januari 2009 onder te brengen bij de gemeente Utrecht lijkt ons dit geen reëel alternatief. Het zou betekenen dat wij opnieuw een eigen belastingorganisatie moeten opbouwen of andere samenwerkingspartners zoeken.
2
Raadsvoorstel De ervaringen met de samenwerking met de gemeente Utrecht in de afgelopen drie jaren zijn positief. Dat geeft vertrouwen in uitbreiding van deze samenwerking met het hoogheemraadschap. Aanpak/ Uitvoering
Het vervolgtraject na de besluitvorming is gericht op een materiële start van de nieuwe regionale belastingorganisatie met een deel van de uitvoerende taken die zien op de voorbereiding van het belastingjaar 2014 op 1 juli 2013, gevolgd door een formele start per 1 januari 2014, de datum waarop de bevoegdheid tot het heffen en innen van belastingen gemandateerd wordt aan ambtenaren van de regionale belastingorganisatie. Per die datum moet de huidige dienstverleningsovereenkomst met Utrecht voor de uitvoering van de belastingtaken dus worden opgezegd. De (lichte) gemeenschappelijke regeling voor uitvoerende taken, waarop de dienstverleningsovereenkomst is gebaseerd kan blijven bestaan. Er zijn op dit moment nog geen andere taken die onder die gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd. Communicatie
Wij verzorgen samen met de gemeente Utrecht en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden de communicatie naar de belastingplichtigen. Evaluatie
Evaluatie vindt jaarlijks plaats aan de hand van de begroting en jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling. Kosten, baten en dekking
Het aandeel van onze gemeente in de kosten van de nieuwe belastingorganisatie bedraagt minimaal € 1.060.429 en maximaal € 1.089.368. Deze marge houdt verband met de onduidelijkheid die er thans nog is ten aanzien van de kosten van het digitale klantconcept dat de nieuwe organisatie gaat gebruiken. Ten opzichte van de werkelijke kosten voor De Bilt in 2011 ad € 1.195.000 betekent dit dus een besparing van € 105.832 tot € 134.771. Deze besparing wordt met ingang van 2014 gerealiseerd. In onze meerjarenbegroting is vanaf 2014 een besparing geraamd van € 100.000. De geraamde besparing van € 25.000 in 2013 wordt niet gerealiseerd omdat de samenwerking een jaar later start dan eerder verwacht. Voor onze gemeente is geen sprake van frictiekosten of desintegratiekosten.
Burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt, de secretaris, de burgemeester,
R.A.K. Huijbregts
A.J. Gerritsen
3
Onderwerp: Samenwerking op het vlak van belastingen
Bijlagen bij het raadsvoorstel Meegezonden bijlagen
1. 2.
Stukken ter inzage
n.v.t.
Geheime stukken ter inzage (conform art. 25 Gemeentewet)
n.v.t.
Concept gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utercht; Bedrijfsplan Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht d.d. 6 september 2012.
Contactambtenaar: de heer C.J.A. van Leeuwen, T (030) 228 95 12, E
[email protected]
4
Besluit van de raad De raad van de gemeente De Bilt; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2012, met het onderwerp Samenwerking op het vlak van belastingen; overwegende dat
het gewenst is om voor de uitvoering van belastingtaken uit te gaan van een zo efficiënt en klantgericht mogelijke organisatie met geminimaliseerde bedrijfsrisico's;
gelet op
het bepaalde in artikel 61 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
BESLUIT:
het college van burgemeester en wethouders toestemming te verlenen tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling met het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht en het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het waterschap Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden voor het uitvoeren van de taken op het vlak van belastingen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 oktober 2012, de raad voornoemd, de griffier,
de voorzitter,
drs. F.A. van Hooijdonk
A.J. Gerritsen