Beleidsplan 2011-2012 ISD Midden-Langstraat
INHOUDSOPGAVE Woord vooraf ............................................................................................ 3 1. Samenvatting ........................................................................................ 5 2. De ISD en zijn omgeving...................................................................... 7 2.1 Missie en visie .................................................................................. 7 2.2 Onze klanten .................................................................................... 8 2.3 De arbeidsmarkt ............................................................................... 8 2.4 Landelijke ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen ...... 10 2.5 Regionale ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen ..... 13 3. Beleidskeuzes .................................................................................... 14 3.1 De ISD als betrouwbare uitvoerder van de WWB ........................... 14 3.2 De ISD als partner in regionaal arbeidsmarktbeleid ....................... 22 3.3 De ISD als motor voor participatie .................................................. 23 4. Verklarende woordenlijst / lijst van afkortingen .............................. 24
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 2 van 25
WOORD VOORAF
Hierbij ontvangt u het beleidsplan 2011-2012 van de ISD Midden-Langstraat. In dit plan worden de relevante landelijke en regionale ontwikkelingen op het werkterrein van de ISD Midden-Langstraat gepresenteerd. De ISD Midden-Langstraat heeft de afgelopen jaren ingezet op het ontwikkelen van drie beleidslijnen. Op de eerste plaats het goed en betrouwbaar uitvoeren van de WWB en de andere gemeentelijke uitkeringsregelingen. Maar kerntaken zijn ook het leveren van een bijdrage aan het ontwikkelen van regionaal arbeidsmarktbeleid en het ondersteunen van personen in het zo zelfstandig mogelijk functioneren in de samenleving als betaalde arbeid niet direct mogelijk is. Deze koers vraagt om een vervolg. Daarbij zal de focus er op gericht moeten zijn dat elk talent wordt benut, ook de talenten van personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De toenemende ontgroening en vergrijzing zal over enige jaren leiden tot tekorten op de arbeidsmarkt. Dit vraagt om een sterkere samenwerking met werkgevers, onderwijsinstellingen en andere ketenpartners en het bouwen van een fundament dat het mogelijk maakt dat ook personen met een verminderd economisch rendement zoveel mogelijk kunnen meedoen aan het reguliere arbeidsproces. Regionaal ligt er de uitdaging om ondanks de teruglopende middelen met een flexibele en effectieve dienstverlening voldoende ondersteuning en maatwerk te bieden aan werkgevers en werkzoekenden. Door bundeling van de kwaliteiten en expertise van de ISD en de WML ligt er een kans om een platform te creëren voor de toekomstige ontschotte dienstverlening aan personen aan de basis van de arbeidsmarkt. Personen die we nu nog kennen vanuit de Wwb, de Wsw en Wajong, maar in de toekomst zullen vallen onder de Wet Werken naar Vermogen, die voor zover nu bekend is op 1 januari 2013 wordt ingevoerd.
W. Ligtenberg voorzitter bestuur ISD Midden-Langstraat
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 3 van 25
Leeswijzer Dit beleidsplan geeft op hoofdlijnen de koers van de ISD voor het jaar 2011 en 2012 aan. Het plan is voor de periode tot 2012 opgebouwd aan de hand van de drie programmalijnen uit het meerjarenbeleidsplan dat een geldigheidsduur heeft van 2008 tot en met 2011. In schema ziet dit er als volgt uit:
3. De ISD als motor voor participatie 2.
2.
De ISD als partner in regionaal arbeidsmarktbeleid
De ISD als partner in regionaal arbeidsmarktbeleid
1.
1.
1.
De ISD als betrouwbare uitvoerder van de WWB
De ISD als betrouwbare uitvoerder van de WWB
De ISD als betrouwbare uitvoerder van de WWB
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 4 van 25
1. SAMENVATTING In dit hoofdstuk vindt u een samenvatting van de uitgangspunten van ons beleid in 2011 en 2012. Voor verdere verdieping kunt u de daaropvolgende hoofdstukken naslaan. In deze samenvatting wordt in vogelvlucht ingegaan op actuele ontwikkelingen en de beleidskeuzes voor 2011 en 2012.
1.1 Actuele ontwikkelingen We staan aan de vooravond van ingrijpende veranderingen in de sociale zekerheid, zowel als het gaat om het aanbod van voorzieningen als de manier waarop deze voorzieningen worden aangeboden. De nieuwe plannen haken in op de omslag in het denken waarbij steeds meer de overheid een terugtrekkende beweging maakt en de verantwoordelijkheid accentueert van partijen die het aangaat. Het UWV gaat zich in de periode tot 2015 concentreren op 30 werkpleinen, wat gevolgen heeft voor de face to face dienstverlening aan werkzoekenden. Die zal nog maar voor 10% overeind blijven voor personen die tussen de drie en twaalf maanden werkloos zijn. De re-integratie-instrumenten verdwijnen voor een groot deel. Dit alles zal vooral de ondersteuning van de meer kwetsbare groepen treffen. Het risico op doorzakken naar een van de gemeentelijke uitkeringsregelingen neemt hierdoor verder toe. Nog steeds kloppen veel personen aan bij de sociale diensten. De gemeenten in de Midden-Langstraat hebben te maken met een bovengemiddelde instroom en in 2011 neemt dit naar verwachting nog niet af. Ondanks een gelijkblijvend aantal uitkeringsaanvragen zullen wij sterk inzetten op een beperking van de instroom door stevig in te zetten op het verbeterd arbeidsperspectief van de werkzoekende. Daarnaast investeren we fors op detacheringsbanen. Wij hebben de ambitie dat de reductie van het bijstandsbestand de komende twee jaren boven het landelijke gemiddelde ligt en in ieder geval hoger is dan de huidige raming van het CPB die uitkomt op 6,7%. Hierdoor wordt het financiële risico van gemeenten in het tekort over de jaren 2011 en 2012 zoveel mogelijk beperkt. Het lopende jaar zal verder in het teken staan van een ingrijpende structuurwijziging. De samenwerking met het UWV WERKbedrijf komt er door de redesign van het UWV in de toekomst anders uit te zien. Maar niet op de laatste plaats zullen de ISD en de WML de beoogde samenwerking in de vorm van een fusie per 1 januari 2012 verder voorbereiden. Deze samenwerking is geïnitieerd met het doel de dienstverlening in het kader van de toekomstige Wet Werken naar Vermogen, waarin de gemeentelijke uitkeringsregelingen, de WSW en de Wajong opgaan, op een efficiënte en doelgerichte manier vorm te geven. Het biedt gemeenten daarnaast de mogelijkheid om in het kader van een nieuwe gemeenschappelijke regeling te komen tot een (her)formulering van uitgangspunten voor de regionale samenwerking en de rol daarin van de beoogde nieuwe uitvoeringsorganisatie.
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 5 van 25
De kabinetsplannen rondom de Wet Werken naar Vermogen hebben vertraging opgelopen. De echte contouren van de nieuwe opdracht aan de gemeenten en de financiële kaders van de wet zijn nog niet bekend. De eerder geplande invoeringsdatum is nu gesteld op 1 januari 2013. De VNG en de belangenorganisaties Divosa en Cedris hebben in ieder geval de discussie met de verantwoordelijke staatssecretaris gevoed door het formuleren van belangrijke uitgangspunten voor de vervulling van de toekomstige taak. Op regionaal niveau is uiteraard de inbreng van de huidige doelgroep van belang. De huidige WWB- en WSW-kamer zijn daarom in een vroegtijdig stadium hiervoor ingeschakeld.
1.2 Beleidskeuzes Programmalijn 1: de ISD als betrouwbare uitvoerder van de WWB Wij bieden iedereen een basisdienstverlening Personen aan de poort worden sneller en doeltreffender bemiddeld naar werk of andere voorliggende voorzieningen, waardoor het aantal toekenningen met 10% extra wordt beperkt. Het bestand wordt in de periode 2011-2012 teruggebracht van 1.270 naar 1.167 uitkeringen. Wij zetten in op een hogere uitstroom dan het CPB landelijk verwacht. In 2011 worden 100 detacheringsbanen gerealiseerd. De re-integratieverordening wordt geëvalueerd en de inkoop van benodigde instrumenten wordt voorbereid / opgestart. Wij meten de klanttevredenheid. Wij vallen de klant niet lastig met onnodige controles en werken op het terrein van handhaving op basis van risico- en signaalsturing, aangevuld met themacontroles. Waar mogelijk maken we gebruik van additionele financiering. Programmalijn 2: de ISD als partner in regionaal arbeidsmarktbeleid De ketensamenwerking met het UWV WERKbedrijf zal afgestemd worden op de toekomstige redesign van deze organisatie. Daarbij wordt niet ingezet op een integrale dienstverlening aan werkzoekenden. De gezamenlijke dienstverlening aan werkgevers wordt voortgezet, waarbij we afstemmen met de regio MiddenBrabant. We oriënteren ons op een verdere uitbouw van de werkgeversdienstverlening in de Midden-Langstraat. We bereiden de samenwerking in de vorm van een fusie met WML voor met als inzet een kwalitatieve uitvoering van de Wet Werken naar Vermogen. We dragen het programmamanagement van het regionale arbeidsmarktbeleid over aan de gemeente Waalwijk.
Programmalijn 3: de ISD als motor voor participatie We voeren samen met CZ en Casade een participatieproject uit en evalueren de uitkomsten in 2012 op behaalde inverdieneffecten en maatschappelijk rendement.
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 6 van 25
2. DE ISD EN ZIJN OMGEVING Met de invoering van de WWB en in 2010 de Wet Buig is een grote financiële verantwoordelijkheid bij de gemeenten neergelegd. Een juiste doelmatige en rechtmatige uitvoering is van belang. Kennis van de klant, de arbeidsmarkt, de eigen organisatie en haar omgeving is hiervoor vereist. Op hoofdlijnen gaan we in dit hoofdstuk hier nader op in. 2.1 Missie en visie De gemeenten hebben de WWB ‘uitbesteed’ aan de ISD. Als paraplu hangt hier een Gemeenschappelijk Regeling (GR) boven. Hierin zijn onder meer de taken en bevoegdheden van het bestuur van de ISD vastgelegd. ‘De ISD zorgt voor het verkrijgen van een zelfstandige bestaansvoorziening van zijn klanten, en activeert klanten tot maatschappelijke participatie. Daarnaast zorgt de dienst voor een rechtmatige, klantgerichte en efficiënte uitvoering van de Wet werk en bijstand en daaraan gerelateerde wetten en regelingen.’ Zo luidt de missie van de ISD zoals deze opgenomen is in de gemeenschappelijke regeling. Iedere burger moet naar vermogen kunnen deelnemen aan de samenleving. Werk is dé manier om je steentje bij te dragen. Werk is de levensader van de maatschappij. In deze benadering van participeren gaat de ISD uit van kansen, mogelijkheden en talenten van mensen. Daarbij gaan wij ervan uit dat iedereen graag een bijdrage wil leveren aan de samenleving Wij spannen ons tot het uiterste in om de klant in contact te brengen met werk. Klanten die hun positie niet kunnen verbeteren, kunnen rekenen op onze (financiële) steun. Wij zien een werkgeversbenadering niet als een doel op zich, maar als een afgeleide van de missie om uitkeringsgerechtigden te begeleiden en bemiddelen naar werk. Als werk (nog) niet mogelijk is, zetten wij in op een verhoging van de maatschappelijke participatie. Voor sommige klanten is dit een opstap naar werk, voor andere klanten is maatschappelijke participatie het maximaal haalbare doel. Deze uitgangspunten van dienstverlening staan echter door de gevolgen van de recessie onder zware druk. Daarbij komt dat gemeenten de komende jaren naar verwachting geconfronteerd zullen worden met bezuinigingen vanuit het Rijk. De bezuinigingen hebben ook gevolgen voor het re-integratiedeel van het participatiebudget. In 2011 bedraagt de korting hierop 13%. Op dat budget wordt in 2012 16% gekort. De korting in 2011 wordt echter gecompenseerd doordat over 2010 gebruik gemaakt kan worden van de zogenaamde meeneemregeling. Dit maakt het mogelijk om vooral in 2011 fors in te zetten op re-integratie en daarnaast in beperkte mate op participatie.
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 7 van 25
2.2 Onze klanten Op basis van de huidige regelgeving behoren tot de klantenkring van de ISD MiddenLangstraat personen met een uitkering in het kader van de WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en BBZ. Daarnaast vallen werkzoekenden zonder uitkering en personen met een Anwuitkering onder de re-integratieverantwoordelijkheid van de ISD.
Uitkeringen op 31 december 2010
Totaal WWB WIJ IOAW IOAZ BBZ TOTAAL
1.066 133 53 16 2 1.270
Heusden 400 42 14 5 0 461
Loon op Zand 151 24 10 5 1 191
Waalwijk 515 67 29 6 1 618
De regelgeving stelt de eigen verantwoordelijkheid van de klant centraal. Werken staat voorop. Toch is dit niet voor een ieder weggelegd. Van het huidige klantenbestand is bij 23% vastgesteld dat werken geen haalbare kaart is en is er een arbeidsontheffing 1 verleend . Dit percentage ligt lager dan landelijk het geval is, maar dit wil niet zeggen dat daarmee de arbeidspotentie van het bestand hoger ligt. Mogelijk wordt de doelgroep van de ISD in de nabije toekomst verruimd. Het kabinet is namelijk van plan om vanaf 2013 de dienstverlening aan Wajongers onder te brengen bij gemeenten. Samen met de huidige populatie van de ISD en de doelgroep van de WSW ontstaat dan een doelgroep waarvoor in de Wet Werken naar Vermogen de wettelijke uitgangspunten rondom participatie worden geformuleerd. In hoofdstuk 3 wordt hier nader op ingegaan.
2.3 De arbeidsmarkt Economische ontwikkeling Het CPB raamt dat de Nederlandse economie in 2011 met 1,75% zal groeien. Voor 2012 wordt een groei van 1,5% verwacht. Deze positieve ontwikkeling komt ook tot uitdrukking in een beperkte toename van de werkgelegenheid en een licht afnemende werkloosheid. Voor 2011 wordt een daling van de werkloosheid geraamd met 0,5%. In 2012 daalt deze verder met 0,25%. Daarmee blijft de werkloosheid echter nog boven het peil van 2009. In zijn Centraal Economisch Plan 2011 geeft het CPB aan dat het aantal WWuitkeringen (exclusief deeltijd-WW) daalt van 234.000 in 2010 naar 199.000 in 2012, een afname met 15%. Het aantal bijstandsuitkeringen loopt naar verwachting terug van 300.000 naar ruim 280.000. De daling wordt vooral in 2011 verwacht, omdat in 2012 het aantal bijstandsontvangers opwaarts wordt beïnvloed door een korting op de re1
Divosa-monitor 2009: 35%; Benchmark SGBO 2009: 30%.
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 8 van 25
integratiemiddelen (+7.500 uitkeringen) en een beperking van de instroom in de Wajong (2.500 uitkeringen). Het aantal bijstandsuitkeringen waarvoor de gemeenten een budget krijgen uitgekeerd is in 2010 met ruim 280.000 fors lager dan het werkelijke aantal uitkeringen. In 2011 is het budgetvolume gesteld op ruim 285.000 uitkeringen. Het
macrobudget voor de gemeentelijke uitkeringsregelingen komt dus meer in overeenstemming met het werkelijke aantal uitkeringen. Volgens SER Brabant zal het economische herstel voor 2011 en 2012 maar een 2 beperkte banengroei tot gevolg hebben . Als oorzaak hiervoor wordt genoemd dat in 2009 en 2010 de bedrijven nog over een forse arbeidsreserve beschikken. Bedrijven hebben in eerste instantie de flexibele schil afgeroomd. Deze bestaat voor een belangrijk deel uit ZZP-ers. ZZP-ers maakten in 2009 voor 8% deel uit van de totale werkgelegenheid. In bepaalde sectoren, zoals de bouw met 16% ligt dit percentage 3 beduidend hoger . Daarnaast heeft de deeltijd-WW het mogelijk gemaakt dat vakbekwame arbeidskrachten binnen boord gehouden konden worden.
De werkgelegenheid Een toenemende productiviteit vertaalt zich gezien het vorenstaande niet direct in een evenredige toename van het aantal banen of vacatures. In 2010 is de werkgelegenheid in Nederland afgenomen met 0,7%. Het aantal banen is in de regio met 0,3% beperkter afgenomen. Kijkend naar de afgelopen vier jaren dan blijft de regio Midden-Langstraat met een groei van 1,7% achter bij de landelijke groei van 2,1% en de groei in de COROP-regio Midden-Brabant waar de groei op 3,6% ligt. Dit is vooral een gevolg van de terugloop van het aantal banen in Heusden en het nagenoeg onveranderd aantal banen in Loon op Zand. Waalwijk daarentegen kent een stijging van het aantal banen van 5,1%.
Aantal banen
Heusden Loon op Zand Waalwijk TOTAAL
2007
2008
2009
14.420 8.660 24.800 47.800
14.490 8.970 25.320 48.700
14.280 9.000 25.450 48.730
2010 13.830 8.700 26.070 48.600
Bron: Lisa 2010
De banengroei komt in de regio COROP Midden-Noord-Brabant over de afgelopen vier jaar met 40% vooral voor rekening van de zorgsector. Het gaat dan hoofdzakelijk om banen waarvoor een middelbaar scholingsniveau vereist is. De industriesector kent daarentegen een afname van 10%. De aantrekkende werkgelegenheid zal leiden tot een beperkt toenemend aantal vacatures in 2011 en 2012. Eind 2010 was de arbeidsmarkt in Midden-Brabant nog
2 3
SER Brabant: Arbeidsmarktverkenning 2015-2020 van 24-2-2011 Bron: Lisa
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 9 van 25
zodanig dat er relatief weinig vacatures beschikbaar zijn voor het aanbod van werkzoekenden. Er was alleen nog maar sprake van een krapte op het terrein van Openbare orde en Veiligheid. Transport wordt als gemiddeld aangemerkt en de overige sectoren als ruim tot zeer ruim. In Noord-Brabant komt de banenmotor pas goed op gang vanaf 2013. Als gevolg van de sterk toenemende uittreding van de ouderen (babyboomers) wordt in 2015 een tekort op de arbeidsmarkt verwacht van 10.000 personen bij een gemiddelde economische groei van 1,5%. Ook de Midden-Langstraat krijgt hiermee te maken. Vanaf 2012 daalt de landelijke beroepsbevolking, mensen in de leeftijd van 15 tot 65 jaar. In de Midden-Langstraat ligt de beroepsbevolking al vanaf 2006 zowel onder het landelijke aandeel als onder het aandeel in de COROP Midden-Noord-Brabant. De Midden-Langstraat kent een relatief grotere vergrijzing dan Nederland. Ook is het aantal personen jonger dan 20 jaar vanaf 4 2009 relatief lager dan landelijk .
2.4 Landelijke ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen Kabinetsvoornemens Met het aantreden van het kabinet Rutte is fors ingezet op het reduceren van het begrotingstekort in deze kabinetsperiode. Het regeerakkoord is er op gericht het huishoudboekje van de staat meer in balans te laten komen met als doel om de samenleving nu en straks houdbaar te laten zijn. Daarvoor is ook een rol weggelegd voor het individu wiens verantwoordelijkheid op basis van vermogen (mogelijkheden) en gedrag in het regeerakkoord gepositioneerd wordt. We zien dit ook terug op het terrein van werk en inkomen waar die verantwoordelijkheid meer dan voorheen aangesproken gaat worden. In het stelsel van rechten en plichten wordt het handhavingsaspect extra benadrukt. Door deze accenten te leggen, verwacht het kabinet dat iedereen zoveel mogelijk naar vermogen participeert in de samenleving. De belangrijkste kabinetsvoornemens worden hierna toegelicht.
Re-integratie / activering 1. Het kabinet wil naar een uniforme dienstverlening voor de onderkant van de arbeidsmarkt en wil daartoe de huidige uitgangspunten in het kader van de WWB, WIJ, Wajong en WSW aanpassen. Doelstelling is dat gemeenten hierdoor meer mensen kunnen laten participeren, dat budgetten gerichter en effectiever ingezet worden, dit alles in combinatie met kostenbesparing. Kenmerken van deze hervorming zijn:
4
Stimulansz: kengetallen op maat (september 2010)
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 10 van 25
Voor jongeren die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, blijft de Wajong bestaan. Huidige WSW-ers worden niet herkeurd en blijven gewoon op hun WSWwerkplaats werken. Arbeidsgehandicapten met een beperkte verdiencapaciteit zetten deze in bij reguliere werkgevers en hun inkomen naar vermogen wordt tot het minimumloon aangevuld. Begeleiding en eventuele werkplekaanpassingen worden geboden. Re-integratiemiddelen worden voortaan alleen selectief ingezet voor kwetsbare groepen.
2. De voorwaarden voor de ondersteuning van jongeren worden aangescherpt. Aangenomen wordt dat de jongere of werkt, of studeert of stage loopt. Zowel rijk als gemeenten moeten bij investeren en aanbesteden van diensten aandacht besteden aan stage- en leerwerkplekken voor jongeren en kwetsbare groepen. Voor jongeren die kunnen studeren met WSF vervalt de mogelijkheid van inkomensvoorziening. Verder zullen de sancties voor jongeren die een beroep doen op de WIJ worden aangescherpt. 3. Voor ouders met kinderen tot 5 jaar wordt de vrijstelling van de sollicitatieplicht beperkt. 4. Er komt een wettelijke plicht tot tegenprestatie naar vermogen voor bijstand.
Inkomen In het kader van de uitkeringsverstrekking kunnen de volgende beleidskeuzes worden genoemd: 1. De hoogte van de WWB-uitkering zal in 20 jaar tijd met € 2.000 op jaarbasis gaan afnemen. Dit wordt veroorzaakt door het vervangen van de dubbele aftrek algemene heffingskorting in een enkele aftrek. 2. Bijstand voor inwonenden wordt afgeschaft en de toets op partnerinkomen wordt vervangen door een toets op het huishoudinkomen. Naar verwachting zal in dit verband het inkomen van een minderjarig verdienend kind tot een bepaald maximum worden vrijgelaten, zodat bijverdiensten van dat kind niet volledig worden verrekend met de bijstandsuitkering. 3. De bijstandsuitgaven worden verder beperkt doordat huwelijksmigranten pas na vijf jaar een zelfstandige verblijfsvergunning verkrijgen. 4. In het kader van gemeentelijke inkomensondersteunende voorzieningen (bijzondere bijstand, minimaregelingen) wordt de inkomensgrens gelegd op maximaal 110%. Het wordt niet acceptabel geacht dat mensen die gaan werken vanuit een uitkering er in inkomen op achteruit gaan doordat ze allerlei gemeentelijke toeslagen en voordeeltjes mislopen.
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 11 van 25
5. De WWIK wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2012. De regering vindt dat voor kunstenaars dezelfde regels moeten gelden als voor overige ondernemers en werknemers. Dit betekent dat kunstenaars zonder voldoende inkomen eveneens een beroep op de WWB of de WIJ onder de daartoe strekkende voorwaarden kunnen doen.
Handhaving 1. De handhaving op het terrein van de gehele sociale zekerheid wordt aangescherpt. Onderdeel hiervan is dat gemeentelijke uitkeringsfraude wordt bestraft met 3 maanden inhouding van de uitkering. Verder zullen onterecht verstrekte uitkeringen volledig teruggevorderd worden ongeacht de hoogte van de fraude. De aanscherping van de handhaving geldt overigens niet alleen voor werkenden en uitkeringsgerechtigden, maar ook voor werkgevers die frauderen o.a. door illegalen te laten werken en andere vormen van zwartwerken mogelijk te maken. 2. Het kabinet wil bereiken dat in de situatie dat gedrag of kleding van iemand zijn feitelijke kansen op de arbeidsmarkt wordt beperkt een weigering, korting of intrekking van de WWB-uitkering volgt. Zo nodig komt het kabinet met een voorstel.
Herinrichting Suwi-domein Het kabinet wil het overheidstekort terugdringen. Dit wil het kabinet ook bereiken door de overheid alleen dat te laten doen wat zij moet doen, liefst zo dicht mogelijk bij mensen. Een krachtige, kleine en dienstverlenende overheid die minder kost, met minder ambtenaren, minder regels en minder bestuurders. Deze omslag zal voor burgers en bedrijven een groter appèl doen op de eigen verantwoordelijkheid. In het SZW-domein komt deze strategie tot uitdrukking in een reductie van taken en bezuinigingen bij UWV, SVB en het departement SZW. De afgelopen jaren hebben UWV Werkbedrijf en de gemeenten hun dienstverlening geconcentreerd op 100 Werkpleinen, waarbij is ingezet op het ontwikkelen van een integrale dienstverlening. Daarin komt verandering. Het dienstverleningsconcept van het UWV Werkbedrijf wordt versoberd en gemoderniseerd. Naast een vereenvoudiging van regelgeving die een besparing moet opleveren, wordt er ingezet op verdere besparing door o.a. te gaan werken vanuit 30 vestigingen, door het re-integratiebudget te verlagen en door nagenoeg geheel over te gaan op digitale dienstverlening aan de klant. De wet SUWI en onderliggende regelgeving zal aangepast gaan worden, waarmee een einde komt aan de integrale dienstverlening op de huidige werkpleinen. Deze redesign van het UWV accentueert de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven en de inzet van dienstverlening uit de markt, zoals uitzendbureaus. Het UWV behoudt een paar kerntaken en is aansluitend en aanvullend op de dienstverlening van private partijen en gemeenten.
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 12 van 25
De werkgeversdienstverlening blijft van groot belang. Op de 30 regionale werkpleinen hebben werkgevers één loket waar zij terecht kunnen voor informatie en advies. Daarbij kunnen zij zelf de elektronische systemen gebruiken om vacatures te registreren en te zoeken naar geschikte kandidaten. Maatwerk bij het vervullen van vacatures die geschikt zijn voor moeilijk plaatsbare werklozen blijft mogelijk. Evenals de dienstverlening bij crisissituaties en massaontslagen. Het ‘omturnen’ van het UWV werkbedrijf zal plaatsvinden in de periode tot 2015.
2.5 Regionale ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen De hiervoor aangegeven ontwikkeling raakt in de toekomst natuurlijk de dienstverlening vanuit het huidige werkplein. In welk tempo en in welke omvang valt nu echter niet aan te geven. Het afgelopen jaar is duidelijk geworden dat een structurele versterking van de keten van werk en inkomen in de regio Midden-Langstraat niet zo zeer te behalen viel door in te zetten op een integrale dienstverlening aan werkzoekenden door UWV en de ISD Midden-Langstraat. De integrale dienstverlening aan bedrijven is echter van een andere orde. Hierop is onverminderd in gezamenlijkheid ingezet. De komst van de Wet Werken naar Vermogen heeft voor de ISD de focus meer dan voorheen gericht op een intensivering van de samenwerking met WML. Een verkennend onderzoek heeft uitgewezen dat de nieuwe regeling op een doelmatige en kostenbesparende manier kan worden opgepakt door een nieuw samenwerkingsverband aan te gaan. In de loop van 2011 zal deze herstructurering verder worden uitgewerkt met als mogelijk resultaat één gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2012.
Verwachting 2011-2012 In 2011 en 2012 zal de ISD in beperkte mate kunnen profiteren van de aantrekkende arbeidsmarkt. De uitstroom naar werk zal echter nog niet zodanig kunnen zijn dat de uitgaven binnen het inkomensdeel kunnen blijven. De toekomstige ontgroening en vergrijzing vraagt er om dat we blijven inzetten op een verdere kwalificatie van ons uitkeringsbestand. In afwachting van de Wet Werken naar Vermogen zullen we vanuit de bestaande kaders hieraan werken, waarbij we zoveel als mogelijk rekening houden met de toekomstige ontwikkelingen, zowel wat wetgeving als uitvoeringsstructuur betreft.
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 13 van 25
3. BELEIDSKEUZES Voor de beleidskeuzes sluiten wij aan bij het bestuurlijk vastgestelde meerjarenbeleidsplan 20082011. Dit plan geeft de routekaart weer voor de korte en middellange termijn. In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de beleidskeuzes voor 2011 en 2012. Via de paragraafindeling wordt onderscheid gemaakt in de drie vastgestelde programmalijnen.
3.1 De ISD als betrouwbare uitvoerder van de WWB Via deze programmalijn werken we toe naar de volgende situatie in 2012: ‘Iedere klant is in beeld, staat op een sport van de werkladder en volgt een daarbij passend traject. Wij hebben de vraagzijde van de arbeidsmarkt goed in beeld en zorgen dat de bemiddelbare klant in contact wordt gebracht met de werkgevers.’
Basis- en intensieve dienstverlening Het aantal uitkeringsaanvragen is in 2010 sterk gestegen. Deze druk aan de poort zet zich in 2011 onverminderd voort. Vanaf 2012 houden wij rekening met een lagere instroom. Voor onze dienstverlening leidt dit tot het stellen van prioriteiten in die zin dat wij niet voor iedereen dezelfde dienstverlening kunnen bieden. Uiteraard blijft een basisdienstverlening overeind. Deze basisdienstverlening wordt in ieder geval gedragen door de principes van het borgen van de rechtmatigheid (dienstverlenend handhaven) en het voorkomen van uitkeringsafhankelijkheid. De basisdienstverlening bestaat uit de volgende elementen: Werk- en uitkeringsintake; Beoordeling arbeidsgeschiktheid; Inkomensverstrekking (met handhaving ter borging van de rechtmatigheid); Aanvullende inkomensondersteuning (bijzondere bijstand, langdurigheidstoeslag); Informatie, advies op het terrein van werk, inkomen en zorg; Een keer per jaar herbeoordeling van de positie op de participatieladder. Intensievere dienstverlening bieden we aan die personen die op basis van de indeling op de participatieladder groeipotentieel hebben. De basisdienstverlening wordt dan uitgebreid met de volgende elementen: Ondersteuning en advies bij re-integratie en participatie; Het vaststellen van mogelijkheden en eventuele belemmeringen; In overleg met de klant bepalen van doel en resultaat van een traject (trajectplan); Inzetten van instrumenten; Regie op en monitoren van traject inclusief eventuele nazorg. In de paragraaf ‘doelgroepen van beleid’ gaan we hier verder op in.
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 14 van 25
Bestandsontwikkeling Het verslagjaar 2010 sloten wij af met 1.270 personen in uitkering. Hiervan ontvangen 1.199 personen een WWB- of WIJ-uitkering. Na een sterke stijging in de jaren 2009 en 2010 zal onze inspanning er op gericht zijn om dit aantal sterk te beperken. Het aantal uitkeringsaanvragen zal naar verwachting niet wezenlijk afwijken van 2010. Het UWV gaat voor 2011 zelfs uit van een hoger aantal uitkeringsaanvragen. De eerste drie maanden van 2011 bevestigen dit beeld. Gelet op de verwachtingen van het CPB over de economische groei en een afnemende werkloosheid zijn er groeiende mogelijkheden om al in de intakefase van een uitkering doeltreffender te bemiddelen naar werk. We zetten hier dus scherper op in. Een bestandsreductie zullen wij onder meer bevorderen door extra in te zetten op detacheringsbanen. Voor 2011 gaan wij uit van een bestandsreductie van 1.270 naar 1.134, een afname van 11%. Voor 2012 houden wij rekening met een beperkte stijging van het volume naar 1.167. In dit verband houden wij er rekening mee dat niet iedere persoon met een detacheringsbaan in 2011 in dat jaar of in 2012 zal doorstromen naar regulier werk. 5 Terugval in uitkering is dus mogelijk. Over de periode 2011 en 2012 bedraagt de bestandsreductie 8,1% terwijl het CPB uitgaat van maximaal 6,7%. Bij deze aannames gaan wij er van uit dat de regelgeving tot en met 2012 ongewijzigd blijft.
Re-integratiebeleid Beschikbare middelen Het Rijk heeft een bezuiniging doorgevoerd op het participatiebudget. Het reintegratiedeel is gekort met 13% en bedraagt voor 2011 € 3.569.357. Door gebruikmaking van de meeneemregeling kan het overschot van € 816.453 over 2010 hieraan toegevoegd worden, zodat voor 2011 daadwerkelijk € 4.385.810 ingezet kan worden Het precieze re-integratiedeel voor 2012 is nog niet bekend. Uit de rijksbegroting kan een raming voor het re-integratiedeel worden afgeleid zoals in de volgende tabel aangegeven is. Hierbij moet wel een voorbehoud worden gemaakt. De financiële middelen die meekomen met de voorgenomen Wet Werken naar Vermogen zijn namelijk nog niet bekend. Budgetten participatie en re-integratie
Land. participatiebudget (x1000) Land. re-integratiedeel (x1000) Percentage t.o.v. 2011 Re-integratiedeel ISD-ML
5
2011
2012
2013
2014
1.697.827 1.335.660 100% 3.569.357
1.397.520 1.122.160 84,0% 2.998.809
1.323.215 1.134.160 84,9% 3.030.878
1.198.515 1.083.160 81,1% 2.894.587
Het CBS heeft onderzocht dat in 2009 50% van het aantal gesubsidieerde banen geen doorstroom naar regulier werk opleverde.
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 15 van 25
De middelen voor 2011 zijn voldoende om in 2011 fors te kunnen inzetten op reintegratie om de eerder genoemde bestandsreductie te halen. Nog afgezien van het reintegratiedeel zullen wij ook gebruik maken van additionele middelen in het kader van de ESF-A en ESF-J.
Doelgroepen van beleid Zoals hiervoor aangegeven is, zal allereerst het bijstandsbestand fors beperkt moeten worden. Dit betekent dat wij onze inzet zowel in 2011 als in 2012 vooral zullen richten op de volgende doelgroepen: Personen jonger dan 27 jaar; Personen die binnen een jaar kunnen uitstromen naar werk; WWB-ers die onder de inburgering vallen; Een beperkt aantal arbeidsbelemmerden, personen van 55 jaar en ouder en niet-uitkeringsontvangers (Nuo-ers). Voor deze laatste 3 categorieën kunnen we gebruik maken van Europese subsidies. Deelnemers aan de participatiepilot.
Gesubsidieerde arbeid In 2010 hebben wij minimaal ingezet op detacheringsbanen. Nu de arbeidsmarkt aantrekt, vinden wij het verantwoord om dit instrument op grotere schaal in te zetten, waarbij de maximale duur van een detacheringsbaan beperkt blijft tot twee jaar. Voordeel van het in deze vorm verstrekken van loonkostensubsidie is dat de tijdelijke subsidie het arbeidsaanbod versterkt. Voor de werkgever ligt bij deze constructie het voordeel in het feit dat hij nog geen werkgeversrisico heeft. Werkzoekenden kunnen meer vaardigheden opdoen en hun productiviteit stijgt daarmee. Verder krijgen werkzoekenden door deze constructie een recent arbeidsverleden, waarmee hun CV opgepoetst wordt. Zij behoren hierdoor minder vlug tot de groep die bij werkgevers vaak niet of minder goed in beeld komt. De opgedane werkervaring verruimt de kansen op een ongesubsidieerde baan aanmerkelijk. Voor 2011 zetten wij in op het realiseren van 100 detacheringsbanen. Hiervoor werken wij samen met WML en Sagènn. In het kader van dit project zal scherp gevolgd worden in hoeverre deze organisaties zich richten op de doorstroom naar regulier werk. Het risico is namelijk aanwezig dat de werknemer op een detacheringsbaan door het hebben van een baan minder de noodzaak voelt van het vinden van een baan zonder subsidie. Wij hebben de ambitie om 50% van de gedetacheerden te laten doorstromen naar een reguliere baan. Naast de loonkostensubsidie in de vorm van een detacheringsbaan kan, op basis van de re-integratieverordening, aan werkgevers bij indienstname van een uitkeringsgerechtigde een loonkostensubsidie verstrekt worden als de werkzoekende
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 16 van 25
onvoldoende productiviteit heeft, maar de verwachting bestaat dat deze productiviteit binnen een afzienbare periode op een normaal niveau komt. Mogelijk kan dit instrument gerichter worden ingezet voor bepaalde doelgroepen door het te verdelen in modules zoals een module ter ondersteuning van scholing bij personen die niet over een startkwalificatie beschikken. Deze afweging zal worden gemaakt bij de evaluatie van de re-integratieverordening die voor 2011 gepland staat.
Evaluatie re-integratieverordening De hiervoor genoemde loonkostensubsidie is een van de instrumenten in de reintegratieverordening en het daarop gebaseerd uitvoeringsbesluit. De reintegratieverordening dateert van 2004. De verordening regelt welke ondersteuningsmogelijkheden de ISD kan bieden bij activering en re-integratie. In 2011 zal de werking van deze verordening geëvalueerd worden. De bevindingen uit de participatiepilot, de evaluatie van de Wet investeren in jongeren, de pilots loondispensatie en de nieuwe kaders van de Wet Werken naar Vermogen zullen in samenhang moeten leiden tot een heroverweging van het instrumentarium dat in de nabije toekomst beschikbaar moet zijn voor een effectieve uitvoering.
Oude gesubsidieerde arbeid (WIW en ID) Met werkgevers en WML zijn in 2005 afspraken gemaakt over een afbouwregeling voor de financiering van de voormalige WIW- en ID-banen. Op dit moment worden nog 22 Wiw- en 49 ID-banen gesubsidieerd. Via natuurlijk verloop loopt het aantal banen geleidelijk terug. De kosten bedragen eind 2012 ongeveer € 880.000, ofwel 29% van het re-integratiedeel. Wij zien nu geen aanleiding om de eerder met werkgevers en WML afgesproken afbouwregeling te herzien. Zodra de contouren van de Wet Werken naar Vermogen bekend zijn, zullen wij toetsen of nieuwe afspraken nodig zijn. Daarbij speelt uiteraard het financiële kader van de nieuwe wet een belangrijke rol.
Participatiepilot Deze pilot is begin 2011 van start gegaan. Daaraan voorafgaand zijn projectafspraken gemaakt met CZ en Casade. Deze partijen investeren gezamenlijk in een integrale aanpak van wonen, zorg en werk met het doel de maatschappelijke participatie te bevorderen. Een hogere maatschappelijke participatie is de opstap naar een vorm van vrijwillige, gesubsidieerde of reguliere arbeid. Naast re-integratie en participatie, wordt verwacht dat dit ook leidt tot een afnemend beroep op zorgvoorzieningen en een positieve invloed op leefgebieden zoals ‘gezondheid’ en ‘wonen’. Voor de ISD gelden in het kader van dit project de volgende specifieke doelstellingen Inzicht in effectiviteit van de inzet van instrumenten. Uitbreiding van de handelingsalternatieven van de ISD (maatwerk). Beperking van de uitkeringslasten. Aan dit project doen 80 klanten gelijktijdig mee. Zij zijn bij CZ (collectief) verzekerd, huurder van een woning van Casade en uitkeringsgerechtigde van de ISD. De
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 17 van 25
deelnemers staan op tree 1, 2, 3 of 4 van de participatieladder. Voor deze categorie is economische onafhankelijkheid op korte termijn te hoog gegrepen. Bijvoorbeeld door schuldenproblematiek, psychische belemmeringen of verslaving. Vaak is sprake van multiproblematiek. Door deelname zal voor een groot deel van de deelnemers binnen 24 maanden terugkeer naar het niveau van reguliere re-integratie haalbaar zijn. In 2011 ligt de nadruk op de klantbegeleiding. In 2012 volgt de effectmeting, evaluatie en structurele implementatie in bestaande structuren.
Inkoop instrumenten De huidige inkoop van re-integratie-instrumenten heeft een geldigheidsduur tot en met 2011. Lopende het jaar worden keuzes gemaakt over de nieuwe inkoop. Uiteraard speelt de voorgenomen samenwerking tussen WML en ISD een belangrijke rol. Een groot deel van de instrumenten zal bij het samenwerkingsverband immers in huis beschikbaar zijn. Maar ook in die gevallen kan het wenselijk zijn ook extern in te kopen o.a. om daardoor de effectiviteit van de inzet van instrumenten te kunnen meten.
Inkomensbeleid Beschikbare middelen Voor het verstrekken van een uitkering stelt het Rijk jaarlijks middelen beschikbaar. Toekenning van een voorlopig budget vindt plaats in oktober van het voorafgaande jaar, waarna het jaar daarop het definitieve budget beschikbaar wordt gesteld. Tussentijds kan het voorlopig budget veranderen. De ontwikkelingen van de werkloosheid speelt hierbij een rol. Deze wordt door het CPB vertaald in ramingen die al dan niet leiden tot een tussentijdse bijstelling van het voorlopig budget. In 2007 is een Bestuursakkoord gesloten tussen Rijk en gemeenten, waarin voor de periode 2008‐2011 afspraken zijn gemaakt over het macrobudget. Belangrijkste financiële kenmerk hiervan is dat het macrobudget i-deel niet wordt aangepast voor gemeentelijke realisaties. Wel vindt bijstelling plaats voor de effecten van rijksbeleid en bij overschrijding. Alleen wanneer het bijstandsvolume door conjuncturele ontwikkelingen de afgesproken bandbreedte van 12.500 huishoudens t.o.v. de MLT‐ramingen van het CPB van september 2007 overschrijdt, vindt een bijstelling voor conjunctuur van het macrobudget plaats. Voor 2011 bedraagt het voorlopig budget € 13.913.264. Het voorlopig budget voor 2012 wordt pas in oktober 2011 bekend gemaakt. Het budget voor 2011 zal naar verwachting niet toereikend zijn om de uitkeringslasten te kunnen voldoen. In dat geval zullen de gemeenten overeenkomstig de afspraken in de Gemeenschappelijke Regeling ISD Midden-Langstraat moeten bijdragen in het tekort. De afspraken over meerjarige budgetten lopen tot en met 2011. Het macrobudget voor 2012 zal dus wél weer worden aangepast op basis van het op dat moment reële bijstandsvolume.
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 18 van 25
De huidige kabinetsplannen leiden op het terrein van inkomen tot de nodige veranderingen. Zoals wij in het vorige hoofdstuk al hebben opgemerkt, wil het kabinet in het voorjaar 2011 een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer sturen ter bevordering van een optimaal activerende WWB en WIJ. De voorstellen zullen gevolgen hebben voor de gemeentelijke beleidsvrijheid. Hierna wordt in het kort op een belangrijke ontwikkelingen ingegaan.
Landelijk en gemeentelijk sanctiebeleid Het Kabinet gaat de fraude onder burgers en bedrijven steviger aanpakken. De maatregelen gaan voor het gehele sociale zekerheidsdomein gelden. Om handhaving eenvoudiger te maken worden regels en maximumboetes zoveel mogelijk gelijkgetrokken. Extra nadruk komt te liggen op herhalingsfraude en het treffen van sancties die voldoende afschrikwekkend zijn. Burgers met een uitkering die al beboet en daarmee gewaarschuwd zijn, verliezen bij herhalingsfraude vijf jaar recht op de uitkering of voorziening waarmee ze fraudeerden. Omdat de bijstand een vangnetfunctie heeft, geldt voor een bijstandsgerechtigde een termijn van drie maanden. De voorgenomen regeling wordt ingevoerd per 1 juli 2012. Met de nieuwe regeling wordt de gemeentelijke autonomie beperkt. Dit leidt tot herziening van de huidige Afstemmings- en handhavingsverordening. Een mogelijk neveneffect van het aangepaste landelijke sanctiebeleid is dat het bijstandsvolume gaat toenemen. Duurzame intrekking van een andere uitkering, betekent dat in die situaties bij een onvoldoende inkomen of vermogen een beroep kan worden gedaan op de WWB. Na de maximale weigeringsperiode van drie maanden zal bijstandsverlening gelet op de vangnetfunctie van de WWB aan de orde zijn. Er komt een wettelijke plicht tot het leveren van een ‘tegenprestatie’. Dit kan eveneens gevolgen hebben voor de eerdergenoemde afstemmings- en handhavingsverordening. In dit verband staat de vraag centraal in hoeverre een weigering tot het leveren van een tegenprestatie naast de periodieke uitkering ook gevolgen moet hebben voor andere voorzieningen waarop een beroep gedaan kan worden. Bijvoorbeeld op het recht op bijzondere bijstand en langdurigheidstoeslag. Wij zullen deze vraagstelling oppakken zodra de nieuwe contouren van de Wet Werken naar Vermogen bekend zijn. Maar evengoed kan deze opvatting worden doorgetrokken naar de gemeentelijke minimaregelingen om op deze manier primair de eigen verantwoordelijkheid van de betrokkene tot uitdrukking te brengen. Van de gebruiker van een voorziening mag in ieder geval worden verwacht dat hij ‘naar vermogen participeert’ en dat hij daartoe bij elk contact met de gemeentelijke overheid aangespoord wordt. Handhaving bij gedrag of kleding Het kabinet wil dat gemeenten adequaat reageren als gedrag of kleding belemmerend werken bij het verkrijgen van arbeid. In de dagelijkse praktijk blijkt echter dat deze
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 19 van 25
aspecten binnen de kaders van de huidige Afstemmings- en handhavingsverordening voldoende gewogen kunnen worden om tot een verantwoorde afstemming te komen. Het opnemen van extra bepalingen kan daarom achterwege blijven.
Gezinsbijstand Het kabinet wil dat voor de bijstand voortaan niet alleen gekeken moet worden naar het inkomen van een eventuele partner, maar naar dat van alle gezinsleden. De nieuwe regeling zal aanmerkelijk ruimer van aard zijn dan de huidige regeling. Nù is de financiële relatie tussen ouders en kinderen vastgelegd in de gemeentelijke verordening toeslagen en verlagingen. Omdat kosten gedeeld kunnen worden kan het wonen op één adres leiden tot aanpassing van de bijstandsuitkering van ouder en / of kind. De maximale bandbreedte bij dit delen van kosten ligt tussen 0 en 20% van de bijstandsnorm voor een echtpaar (wettelijk minimumloon). Bij de huidige regeling wordt de hoogte van de uitkering niet bepaald door de daadwerkelijke inkomsten van het kind. Bij de nieuwe regeling zal dit wel het geval zijn en worden verdienende kinderen meegetrokken in de gezinsbijstand. Dit leidt tot een afname van de bijstandsuitgaven. De toets op het huishoudinkomen en de afschaffing van de bijstand voor inwonenden zullen leiden tot aanpassing en wellicht intrekking van de verordening toeslagen en verlagingen WWB en WIJ.
Jongeren en inkomensondersteuning Los van de invoering van gezinsbijstand worden voor jongeren tot 27 jaar de voorwaarden en sancties aangescherpt. Dit raakt de uitvoering van de WIJ. Op dit moment wordt gewerkt aan een landelijke evaluatie van de WIJ. De nieuwe kabinetsvoornemens en de bevindingen van de evaluatie zullen wij betrekken bij de uitvoering van de WIJ.
Aanvullende inkomensondersteuning De bestaande voorzieningen op het terrein van het armoedebeleid worden beter benut. De gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk hebben hier ook actief op ingezet. In het verlengde hiervan kennen ook de uitgaven van de minimaproducten die de ISD uitvoert een stijgende lijn. Voor zover gemeenten kiezen voor een versobering van het armoedebeleid zullen wij meedenken in hoeverre dit in het kader van de individuele en categoriale bijzondere bijstand en de langdurigheidstoeslag eveneens kan gelden.
Schuldhulpverlening Meer en meer signaleren wij dat de schuldenproblematiek toeneemt. In toenemende mate worden personen onder bewindstelling geplaatst. De kosten daarvan komen vervolgens ten laste van de bijzondere bijstand. Het hebben van schulden is voor velen niet motiverend om te gaan werken vanuit de opvatting ‘werken loont niet’. Daarmee wordt de mogelijkheid om succesvol een re-integratietraject in te zetten beperkt.
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 20 van 25
Hierdoor dreigt een langdurige uitkeringsverstrekking met het bijbehorende financiële risico voor de gemeente. Op dit moment kunnen we schuldhulpverlening financieel ondersteunen als onderdeel van een re-integratietraject, maar door de afnemende middelen zullen ook deze mogelijkheden beperkt worden. Schuldenproblematiek behoort vroegtijdig opgepakt te worden. Het werkplein is een belangrijke vindplaats van (mogelijke) schuldproblematiek. Het verdient aanbeveling dat in de gemeentelijke beleidsplannen schuldhulpverlening de afstemming met de dienstverlening vanuit het Werkplein nader wordt vastgelegd. Schuldpreventie vormt daarbij een belangrijk onderdeel.
Handhaving Hiervoor is al ingegaan op de aanscherping van het sanctiebeleid als uitwerking van het aangescherpte handhavingsbeleid. De voorgenomen aanpassingen van het kabinet zullen het risico op misbruik van de wettelijke regelingen mogelijk afschrikken. Aan de andere kant kunnen deze er juist ook toe leiden dat vaker gefraudeerd wordt. De gezinsbijstand geeft bijvoorbeeld een verhoogd risico op adresfraude. Het huidige handhavingsbeleid is signaal- en risicogestuurd en zal getoetst moeten worden aan de nieuwe wettelijke kaders. Terug- en invordering van ten onrechte verstrekte uitkering is op dit moment op basis van de wet een gemeentelijke bevoegdheid. De ISD ziet het als een morele plicht om in geval van fraude de ten onrechte verstrekte uitkering terug te vorderen. Alleen als het om zeer geringe bedragen gaat en de uitvoeringskosten niet opwegen tegen de hoogte 6 van de vordering, wordt er afgezien van terugvordering . In afwachting van nieuwe wetgeving zullen wij deze lijn voortzetten. Overigens verwachten wij dat terug- en invordering op basis van de kabinetsfilosofie wellicht weer verplicht wordt gesteld. In het kader van dienstverlenend handhaven hanteert de ISD het uitgangspunt dat we uitgaan van vertrouwen in de klant, maar dat anderzijds controle niet los gelaten kan worden. Controle stemmen we zo veel mogelijk af op het ‘type klant’. Daartoe gaan we uit van signaal- en risicosturing en vinden er themaonderzoeken plaats. De inkomensconsulent wordt bij deze activiteiten ondersteund door een fraudepreventiemedewerker. Daarnaast is voor langdurige en meer complexe zaken sociale recherche als instrument ingekocht. In het kader van de bevordering van integrale handhaving wordt waar nodig multidisciplinair samengewerkt met derden.
6
De grens ligt bij € 100 voor fraudevorderingen.
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 21 van 25
3.2 De ISD als partner in regionaal arbeidsmarktbeleid Wat deze programmalijn betreft werken we toe naar de volgende situatie in 2012: ‘We zijn een belangrijke partner en deskundige speler op het gebied van arbeidsmarktbeleid. Wij adviseren gemeenten en andere spelers en zijn een professioneel uitvoerder van het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid. Daarbij hebben wij samen met de partners een integrale dienstverlening ontwikkeld voor zowel werkzoekenden als werkgevers.’ Om deze situatie te bereiken is in het meerjarenprogramma het doel voor 2011 als volgt omschreven: ‘Wij evalueren de gedane acties en onze posities van het regionale arbeidsmarktbeleid. Onze rol willen we vasthouden en verder uitbouwen’. De afgelopen jaren heeft de ISD een ondersteunende rol vervuld op het terrein van het regionaal arbeidsmarktbeleid. Niet alleen als programmamanager en aanjager van het regionale activiteitenplan, maar ook als uitvoerder van concrete activiteiten. Social return is bijvoorbeeld een onderwerp waarin de ISD veel geïnvesteerd heeft en heden ten dage nog doet. De ISD Midden-Langstraat is echter een uitvoerende organisatie. De regie met betrekking tot het regionaal arbeidsmarktbeleid behoort bij de gemeenten. De verwachting is dat de gemeenten in de Midden-Langstraat deze regierol op korte termijn verder gaan concretiseren.
Ketensamenwerking De redesign van het UWV WERKbedrijf in de periode 2012 tot en met 2015 zal van invloed zijn op de huidige samenwerking met het UWV. De ISD heeft er voor gekozen om niet tot invoering van een integrale dienstverlening aan werkzoekenden over te gaan. Wel is samengewerkt aan een integrale werkgeversbenadering. Wij willen hiermee doorgaan, hoewel deze samenwerking de komende jaren geraakt wordt door de concentratie van het UWV WERKbedrijf op 30 werkpleinen. Deze beweging zal plaatsvinden in de periode 2012 tot 2015. Dit betekent ook dat de werkgeversbenadering, waarin het ‘nieuwe’ UWV blijft participeren, meer dan nu het geval is, wordt afgestemd met de regio Midden-Brabant. Op dit moment zijn wij van mening dat de schaalgrootte van de Midden-Langstraat zich ervoor leent om de huidige werkgeversbenadering in de regio Midden-Langstraat verder uit te bouwen. Natuurlijk zal daarbij afstemming worden gezocht met de regio Midden-Brabant. Ketensamenwerking Gelet op de ontwikkelingen zij wij voorstander van een deelname aan het REKO op de schaalgrootte van Midden-Brabant. Op dat niveau vindt de gewenste toekomstige samenwerking met het UWV en andere ketenpartijen plaats. Mogelijkerwijs leidt een herziening van de Wet SUWI tot een formalisering van nieuwe uitgangspunten voor de samenwerking met het UWV WERKbedrijf.
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 22 van 25
3.3 De ISD als motor voor participatie Wat deze programmalijn betreft, werken we toe naar de volgende situatie in 2012: ‘Wij weten goed wat onze mogelijkheden zijn op het gebied van participatie, welke taken en rollen wij hierin willen vervullen en dat onze mogelijkheden daarin worden erkend en benut. Ook voor mensen met een beperkte arbeidsproductiviteit kan zo optimaal mogelijk worden gezocht naar passende arbeidsmogelijkheden of maatschappelijke participatie als eerste opstap naar een passende arbeidsmogelijkheid.’ Als doel is voor 2011 in het Meerjarenbeleidsplan opgenomen: ‘Wij evalueren de gedane acties die ertoe geleid hebben dat we weten wat we willen op het gebied van participatie. We gaan verder met het in de praktijk brengen van onze wensen. In paragraaf 1 zijn wij al ingegaan op de participatiepilot. De uitvoering van dit project heeft vertraging opgelopen. Op de eerste plaats door de instroom van een groot aantal nieuwe klanten. Maar ook de gekozen samenwerkingsvorm met een zorgverzekeraar en een woonvereniging heeft meer ontwikkelingstijd gekost. Dit betekent dat de uitvoering van deze beleidslijn pas in 2011 op gang komt. Het daaropvolgende jaar zal gebruikt worden om dit project te evalueren, zo nodig bij te stellen en te laten inbedden als structurele participatievorm. De aantrekkende arbeidsmarkt en evenmin de Wet Werken naar Vermogen zullen het mogelijk kunnen maken dat iedereen via werk participeert. Maatschappelijke participatie is dan het hoogst haalbare. De re-integratiemiddelen lopen terug en dat zal betekenen dat de financieringsmogelijkheid van maatschappelijke participatie vanuit het gemeentelijke re-integratiebudget beperkt of zelfs niet meer aanwezig is. De middelen die via de voorgenomen Wet Werken naar Vermogen meekomen zullen op de eerste plaats nodig zijn voor re-integratie van personen die deze ondersteuning ècht nodig hebben om weer een plek op de arbeidsmarkt te veroveren. Die ondersteuning kan dan geboden worden in de vorm van risicobeperkende maatregelen of het inzetten van tijdelijke of blijvende ondersteuning in de vorm van een loonkostensubsidie voor personen met een verdiencapaciteit (nog) beneden het minimumloon ligt. Voor personen met een zeer lage verdiencapaciteit zal dagbesteding aan de orde komen. Met de overheveling van de dagbesteding vanuit de ABWZ naar de WMO liggen er mogelijkheden voor de formulering van ‘nieuw beleid’ rondom maatschappelijke participatie. In 2012 komen we tot een evaluatie van de participatiepilot. De resultaten uit die pilot zullen dan gewogen worden door de drie deelnemende partijen. Dit bevordert de discussie over het vervolgen van deze activiteiten met inbegrip van het financieringsvraagstuk hiervan.
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 23 van 25
4. VERKLARENDE WOORDENLIJST / LIJST VAN AFKORTINGEN
AB AKO Akw Anw Aow Awb AWBZ Bbz 2004 College CPB DB DKD IC I-deel ID IOAW
IOAZ
ISD MEV MLT‐raming
NUOER NWW-er OR PSW RAU RCF
REKO RIB ROF RWI SUWI SVB SZW
Algemeen bestuur ISD Midden-Langstraat, geformeerd uit één collegelid en twee raadsleden uit elke gemeente. Algemeen Keten Overleg Algemene kinderbijslagwet. Algemene nabestaandenwet. Algemene ouderdomswet. Algemene wet bestuursrecht. Algemene wet bijzondere ziektekosten. Bijstandsbesluit zelfstandigen. Inkomens- en kredietvoorziening voor zelfstandigen. Het college van burgemeester en wethouders. Centraal Planbureau Dagelijks bestuur ISD Midden-Langstraat, geformeerd uit één collegelid uit elke gemeente Digitaal klantendossier Interne controle. Het deel dat beschikbaar is voor de bekostiging van WWB-uitkeringen. Het budget wordt beschikbaar gesteld door het rijk. Overschotten kunnen worden behouden. In- en doorstroomregeling. Deze regeling voor gesubsidieerde arbeid is per 1 januari 2004 opgegaan in de Wet werk en bijstand. Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers. Een voorziening op minimumniveau voor oudere of gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers die geen recht meer hebben op een WW-uitkering. Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. Een voorziening op minimumniveau voor oudere of gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze gewezen zelfstandigen. Intergemeentelijke Sociale Dienst Midden-Langstraat. Openbaar lichaam belast met de uitvoering van de gemeentelijke taken op het terrein van werk en inkomen. Macro Economische Verkenning. Publicatie die het CPB jaarlijks in september bij Prinsjesdag uitbrengt. Middellange termijnraming van het CPB op basis waarvan het rijk en de VNG afgesproken hebben het aantal WWB-ers terug te brengen met 75.000 (40.000 door conjuncturele ontwikkelingen en 30.000 door gemeentelijk beleid) Niet-uitkeringsontvanger, die voor ondersteuning bij re-integratie een beroep kan doen op de WWB en het participatiebudget. Niet werkende werkzoekende, die ingeschreven staat bij het CWI. Ondernemingsraad. Via dit orgaan overleggen medewerkers van de ISD met de directie over onderwerpen, waarvoor een wettelijk advies- en instemmingsrecht bestaat. Provinciaal Steunpunt Werkgelegenheid. PSW is een ontwikkelings- en adviesbureau op de arbeidsmarkt. Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften IOAW, IOAZ en Bbz 2004. Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding. Ondersteunt en legt verbindingen tussen gemeenten en andere partners op het terrein van handhaving. Doel delen van kennis en expertise. Regionaal Ketenoverleg. Aan dit overleg nemen naast de ISD het CWI, het UWV en het WML deel. In dit overleg wordt o.a. gewerkt aan de uitgangspunten van de Wet SUWI. (Privaatrechtelijk) re-integratiebedrijf. Rechtmatigheidsonderzoeksformulier. Een inlichtingenstaat die maandelijks door de klant wordt ingevuld voorafgaand aan de betaling van zijn uitkering. Raad voor werk en inkomen. Adviesorgaan. Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen. In deze wet zijn afspraken over de samenwerking binnen de keten van werk en inkomen vastgelegd. Sociale Verzekeringsbank. Uitvoeringsinstelling van de Akw, Anw en de Aow. Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 24 van 25
TW
UWV W-deel
WAO WI WIJ Wk WIA Wwik Win WIW
WML
WMO
Wsw WW WWB ZZP
Toeslagenwet. Via deze wet wordt een sociale verzekeringsuitkering in bepaalde gevallen aangevuld tot het relevante sociale minimum. Tot 2006 kent de wet een maximering, waardoor aanvulling met een gemeentelijke uitkering vaak nodig is. Uitvoeringsinstituut Werknemersvoorzieningen. Belast met de uitvoering van WW, WAO, WIA, Wamil, Wajong en WAZ. Het onderdeel van het Participatiebudget, dat bestemd is voor de uitvoering van reintegratieactiviteiten met inbegrip van de bekostiging van de voormalige WIW- en IDbanen. Het budget is niet vrij inzetbaar. Overschotten moeten teruggestort worden. Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Verzekering tegen de geldelijke gevolgen van arbeidsongeschiktheid. Wet inburgering. In werking getreden op 1 januari 2007. Vervangt de Wet inburgering nieuwkomers. Wet investeren in jongeren. Wet kinderopvang. Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Verzekering tegen de geldelijke gevolgen van arbeidsongeschiktheid, in werking getreden op 1 januari 2006. Wetwerk en inkomen kunstenaars. Tijdelijke inkomensvoorziening voor kunstenaars. Wet inburgering nieuwkomers. De voorganger van de WI. Wet inschakeling werkzoekenden. Op basis van deze wet was het tot 1 januari 2004 mogelijk voorzieningen te treffen voor langdurig werklozen. De wet is op 1 januari 2004 opgegaan in de Wet werk en bijstand. Werkbedrijf voor gesubsidieerde arbeid, activering en trajecten Midden-Langstraat. Openbaar lichaam belast met de uitvoering van de gemeentelijke taken op het terrein van de Wet sociale werkvoorziening. Tevens uitvoerder van WWB-voorzieningen. Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Trad op 1 januari 2007 in werking. Gemeenten zijn organisatorisch, financieel en beleidsmatig verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning van burgers. Verantwoordelijkheid en zelfwerkzaamheid van de burger staan daarbij centraal. Wet sociale werkvoorziening. Biedt specifieke voorzieningen t.b.v. personen die op grond van persoonlijke beperkingen aangewezen zijn op aangepaste werkzaamheden. Werkloosheidswet. Verzekering tegen de geldelijke gevolgen van werkloosheid. Wet werk en bijstand. Inkomensvoorziening op minimumniveau t.b.v. personen die geen beroep kunnen doen op een andere inkomensvoorziening. Zelfstandige zonder personeel
Beleidsplan 2011-2012 SD Midden-Langstraat Pagina 25 van 25