Beleidsnotitie verstrekking bijzondere bijstand chronisch zieken, gehandicapten en ouderen.
SCHOUWEN-DUIVELAND
0
Aanleiding ................................................................................................................................................ 2 Inleiding ................................................................................................................................................... 2 Doel ......................................................................................................................................................... 2 Bepaling van de doelgroep...................................................................................................................... 3 Definitie chronisch zieken, gehandicapten en ouderen ....................................................................... 3 Belang en mogelijke wijze van bepaling doelgroep bijzondere bijstand.............................................. 3 Aard en de hoogte van de kosten ........................................................................................................... 3 Aannemelijkheid kosten als uitgangspunt............................................................................................ 3 Verborgen kosten................................................................................................................................. 4 Niet alleen voor minimum inkomens.................................................................................................... 4 Ontwikkeling categoriaal beleid ........................................................................................................... 4 Vaststelling doelgroep.......................................................................................................................... 4 Meer bekendheid geven aan de regeling (en regelingen als de BB, WVG............................................. 5 De doelgroep niet vergroten en het geld wederom beschikbaar stellen voor de huidige groep aanvragers (2004-2005) .......................................................................................................................... 5 Verruiming van de doelgroep .................................................................................................................. 6 Vaststelling criteria voor de draagkracht.............................................................................................. 6 Oude systematiek.................................................................................................................................... 6 Nieuwe systematiek................................................................................................................................. 6 Verschil .................................................................................................................................................... 6 Uitbreiding van de doelgroep met ouderen ............................................................................................. 7 Algemeen................................................................................................................................................. 7 Afstemming (categoriale) bijzondere bijstand en buitengewone uitgavenaftrek bij andere dan feitelijke kosten .................................................................................................................................... 7 Op = op principe ...................................................................................................................................... 7 Instemmen met het verlaten van het op=op principe en de eventuele extra benodigde middelen bij de bestuursrapportage betrekken.Collectieve ziektekostenverzekering ...................................................... 7 Collectieve ziektekostenverzekering ....................................................................................................... 8 Aanvullende ziektekostenverzekering gemeenten (AZG) ................................................................... 8 Collectieve basis ziektekostenverzekering .......................................................................................... 9 Beleidsregels en werkinstructies ....................................................................................................... 11 Financiële paragraaf.............................................................................................................................. 11 Bestedingscontrole ............................................................................................................................ 11 Middelen ............................................................................................................................................ 11 Samenvatting......................................................................................................................................... 12
1
Aanleiding Aanleiding voor deze beleidsnota is de nadrukkelijke aandacht die de verlening van bijzondere bijstand aan chronisch zieken, gehandicapten en ouderen heeft gehad in de raad. Doel van deze beleidsnota is uw college en raad te informeren over de mogelijkheden die zijn onderzocht voor de verlening van bijzondere bijstand aan chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. Deze mogelijkheden moeten leiden tot groter beroep op deze regeling door hen die tot de doelgroep behoren. Inleiding In 2004 is er door de Minister een budget beschikbaar gesteld voor de doelgroep chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. In de jaren 2004 en 2005 is het budget door middel van een forfaitair bedrag van € 250,00 per aanvraag benut. Met ingang van 2005 is er een structureel budget van € 46.900,00 voor de doelgroepen beschikbaar gesteld. Het beleid chronisch zieken, gehandicapten en ouderen is door uw raad in november 2004 vastgesteld. In dit beleid zijn ouderen, voor ouderen is de leeftijdsgrens van 65 jaar een algemeen aanvaard criterium, uitgesloten. De WWB biedt deze leeftijdscategorie de mogelijkheid een beroep te doen op categoriale bijstand. De raad heeft deze keus destijds gemaakt omdat onduidelijk was of er voldoende middelen beschikbaar waren en bleven voor de regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. De praktijk wijst echter anders uit. In dit beleid is uitgegaan dat men in aanmerking kon komen voor een toekenning indien het inkomen niet boven de 110% van de bijstandsnorm uitkwam. Vanuit vooral de cliëntenraad is geattendeerd op het feit dat burgers net boven dit inkomen uitkwamen, waardoor de aanvraag is afgewezen. Over het jaar 2004/5 is in totaal een bedrag van € 31.250,00 uitgekeerd. Vastgesteld is dat de aanname van 400 aanvragen ver van de werkelijkheid afstaat. Uit gesprekken met de raad, de cliëntenraad en het platform is gebleken dat de burger niet goed op de hoogte is van de beschikbare producten die de gemeente in huis heeft. Voor 2006 wil de raad en het college een voorlichtingscampagne opstarten om de doelgroepen beter te bereiken. Hopelijk heeft deze campagne tot gevolg dat het aantal aanvragen voor deze regeling vanaf 2006 zal gaat stijgen. Doel Het budget is sinds 2005 geoormerkt voor de doelgroepen chronisch zieken en gehandicapten. Het gebruik van deze regeling door deze doelgroepen is klein. Om het aantal aanvragen te vergroten worden er nieuwe instrumenten ingezet om de burgers beter te bereiken. Dit laatste, het bereiken van de doelgroep, vormt de grootste uitdaging. De aanbevelingen betreffen: • Bepaling van de doelgroep; • Uitwerking aanbevelingen; o Meer bekendheid geven aan de regelingen (en regelingen als de BB, WVG); o De doelgroep niet vergroten en het geld wederom beschikbaar stellen voor de huidige groep aanvragers (2004-2005); o Verruiming van de doelgroep; o Uitbreiding van de doelgroep met ouderen. • Collectieve aanvullende ziektekostenverzekeringen; • Beleidsregels; • Financiële paragraaf
2
Bepaling van de doelgroep Definitie chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Handicaps en chronische ziekten kunnen fysiek, verstandelijk of psychisch van aard zijn. In literatuur, wetenschappelijk onderzoek en wetten zijn uiteenlopende definities te vinden van chronische ziekte en handicap. Duur, ernst en verloop zijn punten die vaak in de definities zijn opgenomen. Als voorbeelden van chronisch ziekten kunnen worden genoemd cara (o.a. astma), diabetes mellitus, epilepsie, reuma, lever- en darmziekten, spierziekten, migraine, nierziekten, hartafwijkingen, hemofilie, cystic fibrosis, chronische artritis en kanker. Schouwen-Duiveland telt 1681 (peildatum 2004) inwoners die een uitkering WAO/Wajong of WAZ ontvangen. Of deze inwoners allemaal onder definitie zijn te scharen is niet bekend. Klanten die aanspraak kunnen maken op bovenstaande voorzieningen bij arbeidsongeschiktheid kunnen ook aanspraak hebben gemaakt op de WVG of bijzondere bijstand. De praktijk wijst uit dat een aanname van bijvoorbeeld x % van 1681 personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, geen reëel uitgangspunt is. Gezocht is naar een ander uitgangspunt in combinatie met factoren als de aard en de hoogte van de kosten, draagkracht en vermogen, evenals toepassing individuele dan wel categoriale bijstand.
Belang en mogelijke wijze van bepaling doelgroep bijzondere bijstand Bij de verlening van bijzondere bijstand, en in het bijzonder voor de chronisch zieken, gehandicapten en ouderen, kan de bepaling van de doelgroep beter bepaald worden aan de hand van: • De aard en de hoogte van de kosten; • Vaststelling van de draagkracht en het vermogen; • Toepassing van de individuele dan wel categoriale bijzondere bijstand. Vanuit deze invalshoek bezien kunnen bij de bepaling van de doelgroep de volgende aspecten worden betrokken: • tot welke directe kosten leidt het behoren tot een bepaalde doelgroep. Hierbij gaat het onder meer om (eigen bijdragen in) kosten van medische hulp, medicijnen, diëten, kunst- en hulpmiddelen, zorg; • tot welke bijkomende kosten leidt het behoren tot een bepaalde doelgroep. Deze bijkomende of verborgen kosten kunnen bestaan uit hogere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Voorbeelden: hogere stookkosten voor reumapatiënten, extra kledingslijtage voor rolstoelgebruikers, meerkosten sociale contacten bij hulp van familie en vrienden (mantelzorg); • welke overige effecten heeft het behoren tot een bepaalde doelgroep op de inkomenspositie. Die effecten kunnen zijn dat de doelgroep die langdurig op een laag inkomen is aangewezen, geen mogelijkheid heeft om een financiële reserve te vormen, en daardoor zelfs soms geen gebruik kan maken van “voordelige” aanbiedingen. Deze doelgroep wordt steeds groter. Een voorbeeld hiervan is de toeloop op de Voedselbank. Bij de bepaling van de doelgroep is voorts van belang dat op zo eenvoudig mogelijke wijze kan worden vastgesteld of iemand tot die groep behoort. Gebureaucratiseerde indicatiestelling leidt tot grote druk op de uitvoering en navenante kosten, schrikt af en leidt tot niet-gebruik. Aansluiting bij bepaalde kosten (zoals bij de buitengewone uitgaven) en bestaande indicaties verdient de voorkeur. In de volgende onderdelen wordt het vorenstaande nader uitgewerkt. Aard en de hoogte van de kosten Aannemelijkheid kosten als uitgangspunt In tegenstelling tot de individuele bijzondere bijstand, kenmerkt categoriale bijzondere bijstand zich niet door het maatwerkprincipe, maar door het uitgangspunt dat een bepaalde categorie van personen wordt geacht in bijzondere omstandigheden te verkeren waarvan het aannemelijk is dat zij bepaalde
3
kosten hebben waarin de algemene bijstand niet voorziet en die de aanwezige draagkracht te boven gaan. Gemeenten hebben uitdrukkelijk de bevoegdheid om de groep chronisch zieken, gehandicapten en ouderen als doelgroep voor categoriaal bijzonder bijstandsbeleid aan te wijzen. Immers omdat het objectief is vast te stellen dat chronisch zieken, gehandicapten en ouderen vanwege de bijzondere omstandigheden van de categorie waartoe zij behoren, hogere noodzakelijke kosten van het bestaan hebben, is er niet alleen sprake van individuele problematiek. De categoriale bijzondere bijstand voor deze groep moet wel betrekking hebben op (aannemelijke) kosten in verband met chronische ziekte of handicap. Een categoriale voorziening voor deze groep in het kader van bijvoorbeeld een witgoedregeling, is binnen de kaders van de bijzondere bijstand door de wetgever niet beoogd. Verborgen kosten Mensen met een chronische ziekte of handicap en ouderen hebben als gevolg van hun omstandigheden vaak méérkosten, die niet of slechts gedeeltelijk door andere regelingen worden vergoed. Het gaat dan vooral om de zogenaamde “verborgen” kosten. Dit zijn kosten voor zaken die zowel voor mensen met een chronische ziekte of handicap, en ouderen een kostenpost zijn, maar waarvan de kosten voor mensen die tot deze doelgroep behoren, vaak hoger liggen. Beperkte mobiliteit en/of verminderde energie noodzaakt betrokkenen tot het inroepen van hulp en dienstverlening van familie, buren, vrienden of andere vrijwilligers. Bij verborgen kosten moet men bijvoorbeeld denken aan: o hogere telefoon- en portikosten i.v.m. het regelen van aangelegenheden rondom de beperking of ziekte; o extra kosten in verband met voedingsmiddelen; o extra kosten in verband met energieverbruik; o extra kledingslijtage; o verhoogde (risico)premies; o extra kosten in verband met klusjes rondom huis; o bloemetje mantelzorg; o lidmaatschapskosten van belangenverenigingen en/of patiëntenorganisaties. Niet alleen voor minimum inkomens Deze financiële gevolgen voor de doelgroep vertalen zich niet alleen naar de huishoudens met een inkomen op minimumniveau. Ook mensen uit de doelgroep met een bovenminimaal netto of belastbaar inkomen hebben extra uitgaven i.v.m. chronische ziekte, handicap of ouderdom, waardoor hun besteedbaar inkomen op of beneden het minimumloon kan uitkomen. Dan kan bijzondere bijstand aan de orde zijn. Huishoudens met hogere inkomens zullen echter veelal in staat zijn bepaalde kosten vóór te financieren, om deze vervolgens via de aangifte inkomstenbelasting terug te ontvangen. Een tegemoetkoming via de bijzondere bijstand is dan vaak niet nodig. Ontwikkeling categoriaal beleid Bij het ontwikkelen van categoriaal beleid voor de chronisch zieken, gehandicapten en ouderen kunnen de volgende uitgangspunten worden gehanteerd: a. Vaststelling van de doelgroep zelf door middel van het stellen van criteria waar aan moet zijn voldaan; b. Vaststelling bedrag aan categoriale bijzondere bijstand aan de hand van aannemelijke niet zichtbare kosten die de doelgroep heeft; c. Vaststelling van specifieke voorwaarden met betrekking tot de hoogte van het inkomen en het vermogen (draagkrachtcriteria) waaraan de financiële positie van personen die in de doelgroep vallen, worden getoetst. Vaststelling doelgroep Hiervoor is aangegeven hoe de gemeenten kunnen omgaan met de bepaling van de doelgroep die de gemeente in aanmerking wil laten komen voor categoriale bijzondere bijstand. Uit onderzoek is gebleken dat de volgende indicaties de meest voorspellende waarde hebben voor de hoogte van de ziektegerelateerde uitgaven: o langdurige thuiszorg;
4
o o
hulpmiddelen voor wonen/ werk, vervoer, lopen / rolstoel; autovoorzieningen; arbeidsongeschiktheid 80 – 100%.
De gemeenten hebben een maximale beleidsvrijheid om categorieën chronisch zieken en gehandicapten aan te wijzen. Daarbij kan aan het volgende gedacht worden: o De gemeenten hebben de bevoegdheid om onderling van elkaar verschillende categorieën chronisch zieken en gehandicapten vast te stellen en voor deze groepen ook een onderling verschillend bedrag categoriale bijzondere bijstand te bepalen. De aannemelijkheid van bepaalde kosten en de hoogte daarvan kan voor personen die als gevolg van hun ziekte of handicap hulp van anderen (mantelzorg) nodig hebben, bijvoorbeeld anders zijn dan de kosten van personen die geen hulp van anderen nodig hebben. o De gemeente kan zich daarnaast afvragen in hoeverre al op basis van bestaande indicaties, categorieën van chronisch zieken, gehandicapten en ouderen te onderscheiden zijn, die voor compensatie van meerkosten in aanmerking komen (bijv. WVG, parkeerkaart gehandicapten). o Ook kan worden bezien of er categorieën personen zijn die al gebruik maken van bestaande voorzieningen/mogelijkheden (Wvg, Awbz, Zfw). o Er kunnen categorieën worden aangewezen die op grond van hun hoge méérkosten in aanmerking komen voor extra compensatie in het kader van de bijzondere bijstand. o Voorts kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering. Deze mogelijkheid moet overigens ook gelden voor anderen dan chronisch zieken, gehandicapten en ouderen.
Meer bekendheid geven aan de regeling (en regelingen als de BB, WVG Er dient te worden ingezet op een proactieve en duidelijke voorlichtingscampagne over de producten die de Gemeente Schouwen-Duiveland te bieden heeft voor de doelgroepen chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. De communicatiemiddelen die daarvoor kunnen worden ingezet zijn hier onder a.1. t/m a.8. beschreven. Om deze campagne te financieren wordt het voorstel gedaan om het overige budget van 2005 hiervoor te gebruiken, dit betreft € 14.250,00. In 2005 zal op dit budget € 14.250,00 onbenut blijven. Middels een claim op het jaarrekeningsaldo 2005 kunnen deze middelen gereserveerd worden voor de voorlichtingscampagne in 2006. Naast het inzetten van communicatie-instrumenten wordt de doelgroep ook beter bereikt door aanpassingen in het huidige beleid. a.1. a.2. a.3. a.4. a.5. a.6. a.7. a.8.
Huis aan Huis blad (eigen uitgave) Website gemeente (met berekeningsmodule) Intermediairs (bijv. “Steuntje in de rug” verspreiden via huisartsen, thuiszorg etc.) Voorlichtingstaak voor cliëntenraad WIZ en platform voor mensen met een beperking Radio Schouwen-Duiveland (bijv. wekelijks onderwerp) Huisbezoeken (arbeidsintensief) Integrale benadering met de komst van de WMO Diaconieën
OPTIE 1: a. Voorlichtingscampagne starten; b. Deze campagne op projectbasis laten uitvoeren; c. In 2005 zal op het budget € 14.250,00 onbenut blijven. U wordt geadviseerd middels een claim op het jaarrekeningsaldo 2005 deze middelen te reserveren voor realisatie van de voorlichtingscampagne in 2006;
De doelgroep niet vergroten en het geld wederom beschikbaar stellen voor de huidige groep aanvragers (2004-2005) Het huidige beleid voorziet er in dat op jaarbasis een forfaitair bedrag van € 250 ter beschikking wordt gesteld. Gekozen kan worden hiervan blijvend uit te gaan en de resterende middelen verdelen over het aantal toekenningen. Er is over 2004 en 2005 in totaal aan 51 personen een bedrag toegekend van € 500,00. Enkel en alleen over 2005 is aan 23 personen een bedrag van € 250,00 toegekend. Dit betekent dat over de gehele periode aan ongeveer 50 personen een uitkering op grond van deze
5
regeling is toegekend. Dit betekent dat nog een bedrag van € 285,00 (restant 2005 = € 14.250,00 / 50) per aanvrager beschikbaar kan worden gesteld. Met deze optie wordt geen uitbreiding aan de doelgroep gegeven. De doelgroep blijft daarmee beperkt tot het tot nu toe aantal bekende personen. Een keus voor deze optie gaat dan voorbij aan het doel: beter bereik van de doelgroep. Aanvullende bijzondere bijstand Het vastgestelde bedrag van de categoriale bijzondere bijstand van € 250,00 kan zo nodig (feitelijke kosten zijn bijvoorbeeld hoger) wel worden aangevuld met individuele bijzondere bijstand. Dit op basis dat de meerkosten aantoonbaar zijn. Dit laatste brengt, naast veel onduidelijkheden voor de burger, extra administratieve lasten voor zowel de burger als de gemeente met zich mee. Om deze reden gaat de voorkeur hier niet naar uit. Ook de duur van het moeten rondkomen met een minimuminkomen, kan van invloed zijn op de gemeentelijke keuze betreffende de vaststelling van het bedrag aan categoriale bijzondere bijstand. OPTIE 2: Afzien van deze optie omdat dit niet leidt tot groter bereik van de doelgroep en het beoogde doel niet wordt bereikt. Verruiming van de doelgroep Vaststelling criteria voor de draagkracht De minimumnorm verhogen boven de 110% is een optie, maar dan dient er onderscheid te worden gemaakt tussen burgers, op basis van draagkracht, extra verzorgingskosten, vermogen etc. Anders worden de burgers die dit het hardst nodig hebben nog niet bereikt. Het budget moet bestemd blijven voor de chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. Het zal niet zo zijn dat alle personen die voldoen aan de door de gemeente vastgestelde criteria voor wat betreft chronische ziekte, handicap en ouderdom tot de doelgroep van de categoriale bijzondere bijstand behoren. De gemeente zal ook moeten aangeven welke criteria met betrekking tot het inkomen en vermogen gelden en daarmee de doelgroep financieel gezien afgrenzen. De gemeente heeft daarbij – mits zij deze doelgroep voor categoriale bijstand niet alleen beperken tot WWBgerechtigden- in het kader van de WWB een maximale beleidsvrijheid. o
o
De gemeente heeft de bevoegdheid om de draagkracht in het inkomen zelf vast te stellen. Voor de doelgroep chronisch zieken, gehandicapten en ouderen zou dat bijvoorbeeld (ruim) hoger kunnen liggen dan het bijstandsniveau, waardoor het bereik van de regeling groter wordt. Momenteel wordt rekening gehouden met 35% draagkracht. In een voorbeeld is een gewijzigde systematiek opgenomen. Dit kan ertoe leiden dat men meer bijzondere bijstand ontvangt. Met betrekking tot de vaststelling van het vermogen zijn vergelijkbare keuzes mogelijk. Ook hier geldt dat de gemeente zich niet gebonden hoeft te achten aan de vrijlatingbepalingen WWB betreffende het vaststellen van het vermogen. Vermogen in onroerend goed kan bijvoorbeeld buiten beschouwing gelaten worden.
o Oude systematiek Norm Noodzakelijke kosten Inkomen Ruimte in inkomen Percentage Draagkracht Noodzakelijke kosten Te vergoeden bijstand Verschil
Nieuwe systematiek 1.000,00 1.500,00 500,00 35% 175,00 300,00 125,00
1.000,00 300,00 1.500,00 200,00 35% 70,00 300,00 230,00 105,00
OPTIE 3:
6
Instemmen met een gewijzigde draagkrachtberekening voor toekenning van bijzondere bijstand en instemmen met het vrijlaten van vermogen in een eigen woning. Uitbreiding van de doelgroep met ouderen Uitbreiding van de doelgroep, in plaats van tot 65 jaar de doelgroep vergroten van 18 tot …, geen limiet. Hierdoor komen ook de mensen boven de 65, de zogenaamde ouderen, in aanmerking voor de regeling. Hierbij dient te worden vermeld dat deze doelgroep een beroep kan doen op de categoriale bijstand. Aangezien het leeftijdscriterium wordt losgelaten bij deze optie dienen andere criteria te worden toegepast om een juiste toekenning te kunnen bewerkstelligen. Een aanvraag kan dan worden toegewezen onder voorwaarden dat een 65-plusser kan aantonen dat hij of zij chronisch ziek is door middel van een medische verklaring. Uit de opgaaf van Burgerzaken blijkt dat er in Schouwen-Duiveland 6.526 personen een uitkering AOW ontvangen. Onbekend is welk percentage daarvan tot de doelgroep gerekend kan worden. OPTIE 4: Instemmen de regeling Chronisch zieken, gehandicapten en ouderen uit te breiden met de doelgroep ouderen (65+)
Algemeen Afstemming (categoriale) bijzondere bijstand en buitengewone uitgavenaftrek bij andere dan feitelijke kosten De feitelijke kosten die zijn vergoed door de bijzondere bijstand kunnen niet als buitengewone uitgaven bij de aangifte inkomstenbelasting worden opgevoerd. Bij de buitengewone uitgavenaftrek spelen echter niet alleen feitelijke kosten een rol; er wordt ook rekening gehouden met betaalde premies (werkgevers en werknemersdeel, nominale - en aanvullende premie) evenals met het ouderdomsforfait en het arbeidsongeschiktheidsforfait De verlening van bijzondere bijstand staat er niet aan in de weg dat een beroep wordt gedaan op de buitengewone uitgavenaftrek voor wat betreft déze elementen - uiteraard voor zover de belanghebbende aan fiscale voorwaarden voldoet. De onderhavige belastingteruggave wordt noch bij de verlening van algemene, noch bij de verlening van bijzondere bijstand als middel in aanmerking genomen.
Op = op principe In de door de raad vastgestelde beleidsnota 2004 is het uitgangspunt gehanteerd dat de regeling van toepassing was tot het moment dat de beschikbare middelen op waren. Dus wie het eerst komt het eerst maalt. Dit uitgangspunt wordt niet gedeeld door de cliëntenraad en het platform van mensen met een beperking. De daaraan ten grondslag liggende motivering is dat het chronisch ziek, of gehandicapt zijn niet ophoudt te bestaan als er geen middelen meer zijn. Hiervan is iets te zeggen. Binnen de begroting is op FCL 66141500 “Minimabeleid” structureel € 46.900,00 beschikbaar voor de doelgroep. Wanneer besloten wordt het standpunt op=op te verlaten dan kan een tekort op het budget ontstaan. Bij de bestuursrapportage zult u geïnformeerd worden over de toereikendheid van dit budget.
OPTIE 5: Instemmen met het verlaten van het op=op principe en de eventuele extra benodigde middelen bij de bestuursrapportage betrekken.
7
Collectieve ziektekostenverzekering Aanvullende ziektekostenverzekering gemeenten (AZG) Bij de invoering van de WWB (Wet werk en bijstand) zijn bijna alle vormen van categoriale bijstandsverlening verboden. Één van de weinige uitzonderingen hierop is gemaakt voor de collectieve ziektekostenverzekering en categoriale bijstand voor 65+. De staatssecretaris van sociale zaken heeft inmiddels in een brief aan het parlement aangegeven dat de mogelijkheid ook in 2006 blijft bestaan. De minister van volksgezondheid heeft in antwoord op tweede kamervragen, in december 2005, expliciet te kennen gegeven dat hij de collectieve ziektekostenverzekering ziet als een goed instrument om het probleem van onverzekerden tegen te gaan. Hij beveelt dit dan ook aan en heeft ook extra budget vrijgemaakt (éénmalig € 5 miljoen en structureel € 3 miljoen per jaar) om een bijdrage te leveren in de extra uitvoeringskosten die gemeenten hebben. Van de 200 gemeenten die thans een collectieve verzekering hebben afgesloten, hebben er 125 voor de onderhandelingen met de ziektekostenverzekeraars samengewerkt met BS&F (Bureau voor Bestuur, Strategie & Financieel Beleid). Hierdoor is het dit bureau gelukt om voor al deze gemeenten samen bij alle grote verzekeraars, kortingen te bedingen. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt op basis van gemeentegrootte. De minima in Tilburg hebben zodoende dezelfde voordelen als bijvoorbeeld de minima in Schouwen-Duiveland. Dit bureau is ook de enige partij die zich met deze bemiddeling bezighoudt. Destijds is van dit bureau ook gebruik gemaakt bij de totstandkoming van de AZG. Het lag dan ook voor de hand om ook nu weer gebruik te maken van hun diensten. Zeker gezien het feit dat de gemeente Schouwen-Duiveland alleen, een te gering aantal potentiële deelnemers heeft om een beter onderhandelingsresultaat te behalen dan 125 gemeenten bij elkaar. Bij de per 1 januari 2006 invoering van de Zorgverzekeringswet is bepaald, dat iedereen verplicht is om een basis zorgverzekering af te sluiten. Zoals wij vanaf 2002 voor de bijstandsgerechtigden een collectieve aanvullende ziekenfondsverzekering hebben afgesloten, zo hebben dezelfde onderhandelingen ook plaatsgevonden over de nieuwe aanvullende ziektekostenverzekering, waarbij ook de basisverzekering in de collectiviteit is opgenomen. Een collectieve ziektekostenverzekering is een voorziening op grond van de WWB (Wet werk en bijstand). Als de verzekering wordt afgesloten dient deze in principe toegankelijk te zijn voor alle minima in de gemeente. Dit principe uitgangspunt geldt om de gemeenten gefaseerd de regeling AZG in te voeren. Uiteindelijk met de AZG dus voor alle minima gelden. De gemeente kan een grens stellen om personen die net boven het minimum zitten, ook deel te laten nemen (bijvoorbeeld 105% van het minimuminkomen). Dit brengt dan wel extra kosten met zich mee aangezien de bijdrage aan de premie voor de aanvullende verzekering aan meer mensen moet worden verstrekt. Onze gemeente heeft eerst gekozen om deze voorziening alleen toegankelijk te maken voor doelgroep bijstandsgerechtigden. Op het moment van die besluitvorming is tevens besloten tot uitbreiding van de doelgroep op termijn. Tot op heden is hierover nog geen definitief besluit genomen. De gemeente Schouwen-Duiveland heeft met de CZ Zorgverzekeraar een overeenkomst voor een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering gemeenten (AZG). De AZG is zoals gezegd vooralsnog alleen voor bijstandsgerechtigden. In totaal maken hiervan op dit moment 270 klanten gebruik van. De huidige premie voor de aanvullende ziektekostenverzekering bedraagt € 18,40 per verzekerde. De huidige regeling voor bijstandsgerechtigden voorziet er in dat de gemeente € 5,85 en de cliënt € 12,55 bijdraagt aan de AZG. Op jaarbasis komt dit neer op € 18.954,00. De administratieve vergoeding van de CZ bedraagt € 1,50 per verzekerde op jaarbasis. Dit komt bij een klantenbestand van 400 neer op € 7.200,00 op jaarbasis. Binnen Zeeland is er een ontwikkeling dat de verdeling 50/50 is, dan wel dat de bijdrage van de gemeente met een vast bedrag per maand per deelnemer wordt verhoogd. De uitkomst van beide is bijna gelijk. De CZ heeft de premie voor de aanvullende ziektekostenverzekering 2006 vastgesteld op € 18,55. Dit komt neer op € 9,27 voor de cliënt en € 9,28 voor de gemeente. Voor de burger betekent dit een extra voordeel van € 3,28 per verzekerde en voor de gemeente een extra last van € 3,28 per verzekerde deelnemer op de huidige regeling.
8
Indien de keus valt op een andere verdeling (50/50) betekent dit dat extra middelen beschikbaar moeten zijn. Omdat de huidige regeling strijdig is met de WWB, is tenminste uitbreiding AZG voor alle minima noodzakelijk. Moeilijk in te schatten is hoeveel personen gebruik zullen maken van deze mogelijkheid. In een omliggende gemeente is dit ongeveer 11% van de doelgroep met een inkomen tot 105% van het minimum. Hiervan uitgaande kan dit voor Schouwen-Duiveland betekenen dat 130 personen, naast de al van deze regeling gebruik makende doelgroep, een beroep doen op de AZG. Ter verduidelijking: Huidige situatie
Aantal klanten 270
Premie voor klant Bijdrage gemeente Totaal premie Totaal
€ 12,55 € 5,85 € 18,40 € 18.954,00
Op basis van 50/50
Aantal klanten 400
Premie klant
€ 9,27
Bijdrage gemeente
€ 9,28
Totaal premie Totaal (afgerond)
€ 18,55 € 45.000,00
Uitbreiding doelgroep met 130 klanten
Aantal klanten 400 € 12,55 € 6,00 € 18,55 € 28.800,00
Beschikbaar budget binnen begroting Uitbreiding op grond van verplichting (130) Ten laste vanOnvOOrzien (afgerond) Gewijzigd beleid (50/50) Ten laste van OnvOOrzien
€ 25.000,00 € 9.360,00 € 9.500,00
€ 45.000,00 € 10.500,00
Collectieve basis ziektekostenverzekering Pas op 31 januari 2006 is de uitkomst van de onderhandelingen met de zorgverzekeraars over de collectieve ziektekostenverzekering bekend geworden. De meeste bijstandsklanten hebben er voor gekozen bij de CZ verzekerd te blijven. Bij de contractafspraken kan een korting worden bedongen op de hoogte van de premie van de basisverzekering deze kan oplopen tot maximaal 10%. Uit de tot nu toe bekende gegevens blijkt dat er gemiddeld 3 tot 5% korting door de meeste verzekeraars wordt verleend. Het is niet zo dat iedere verzekeraar standaard 10% korting kan geven. De minister eist dat de maatschappij kan aantonen welke voordelen er worden behaald door het afsluiten van een collectieve verzekering. Hierbij valt te denken aan verschuiving van het incassorisico naar de gemeente e.d. De gemeente zal moeten besluiten of de korting geheel aan de cliënt ten goede komt. Door overname van het incassorisico zal er voor de gemeente ook meer administratief werk ontstaan (inhouden en doorbetalen voor alle uitkeringsgerechtigde deelnemers, contracten afsluiten, aan- en afmelden).
De verzekerde de mogelijkheid om te kiezen voor een eigen risico bij de basis-verzekering. Bij een hoger eigen risico is de maandpremie lager. Men moet wel meer medische kosten zelf betalen. Tot nu toe blijkt dat verzekeraars alleen een contract af willen sluiten als gemeenten vaststellen dat men alleen kan deelnemen als er wordt gekozen voor een eigen risico van € 0,-.
Een verzekerde kan kiezen tussen een polis waarbij men gebruik moet maken van de specialisten en ziekenhuizen waarmee de verzekeraar een contract heeft of een polis waarbij men vrije keuze heeft. Tot nu toe blijkt dat ook hierbij verzekeraars alleen een collectieve verzekering willen afsluiten als de deelnemers allemaal een naturapolis nemen.
9
De CZ biedt de gemeente Schouwen-Duiveland een collectieve basis verzekering aan voor € 84,68 per maand. Dit betekent een korting van 3%. Aanvankelijk waren de gemeenten niet tevreden over dit aanbod. Voor 2006 blijft de CZ bij haar aanbod. Voor 2007 is de mogelijkheid een andere vorm te kiezen. Hoewel nog steeds de mogelijkheid aanwezig dat klanten naar een andere verzekeringsmaatschappij overstappen, wordt met de uitbetaling van de uitkering rekening gehouden met een inhouding van € 84,68. De zorgtoeslag van om en nabij de € 33,00, mag de klant zelf houden. Hiermede wordt bewerkstelligd dat de risico’s voor minder draagkrachtigen zoveel mogelijk wordt weggenomen. Door de wijzigingen van de basisverzekering ontstaan er namelijk de volgende (financiële) risico's: 1. doordat de zorgtoeslag aan de cliënt wordt uitbetaald bestaat er de kans dat de toeslag verdwijnt in het tekort aan banksaldo waardoor er op het moment dat de nieuwe (veel hogere) premie moet worden betaald, onvoldoende geld is. Hierdoor kan er sneller een betalingsachterstand ontstaan en dat kan er weer eerder toe leiden dat iemand onverzekerd raakt. 2. als de cliënt vervolgens bij een andere maatschappij een nieuwe verzekering wil afsluiten moet er eerst een boete worden betaald. Dit zorgt er voor dat het moeilijker wordt om opnieuw een verzekering af te sluiten. 3. de keuze voor een eigen risico maakt dat de kans bestaat dat burgers kiezen voor een hoog eigen risico om zodoende een lagere maandpremie te krijgen. Op het moment dat er kosten komen die binnen het eigen risico vallen kan het zo zijn dat er geen financiële ruimte is om die kosten zelf te voldoen. Uitbreiding van de collectieve ziektekostenverzekering met niet bijstandsgerechtigden met een inkomen tot 105% van het minimum behoort eveneens tot de mogelijkheden. Deze personen profiteren dan van de korting. Ze dienen echter wel zelf zorg te dragen voor de afdracht van de premie aan de zorgverzekeraar. Ingangsdatum Tot 1 maart 2006 is er de mogelijkheid om een nieuwe verzekering af te sluiten. BS&F neemt in haar contractafspraken standaard op dat de verzekeraar geen deelnemers kan weigeren. Diegenen die bij een andere maatschappij verzekerd zouden zijn, kunnen per januari 2007 aansluiten. Ter indicatie; van ons huidige uitkeringsbestand is 77% verzekerd bij CZ. Informatie cliënten De laatste tijd is gebleken dat er nogal wat onduidelijkheid en onzekerheid is ontstaan bij cliënten over de invoering van het nieuwe zorgstelsel, alsmede over de vraag of de gemeente een collectieve ziektekostenverzekering gaat aanbieden. Om aan deze informatiebehoefte tegemoet te komen wordt een nieuwsbrief opgesteld. De uitvoeringskosten in deze nieuwe situatie wijzigen zich niet of weinig ten opzichte van de huidige en kan met de huidige bezetting worden uitgevoerd. De administratievergoeding van CZ-zorgverzekeringen bedraagt € 1,50 per verzekerde per jaar. Geadviseerd wordt dit aan te wenden voor de uitvoeringskosten. OPTIE 6: a. Instemmen met het afsluiten van een overeenkomst met de CZ zorgverzekeringen voor zowel de basis- als de aanvullende ziektekostenverzekering en deze regeling openstellen voor bijstandsgerechtigden en minima met een inkomen tot 105% van de bijstandsnorm. b. Instemmen met het voorstel om de verschuldigde premie voor de aanvullende verzekering op basis van 50/50 te verrekenen door de klant tot 50% van de premiekosten (€ 9,27 in 2006) bijzondere bijstand te verlenen; c. De middelen beschikbaar te stellen ten laste van de post OnvOOrzien (2006) en meerjarig ten laste van de budgettaire ruimte; d. De overeenkomst aan te gaan voor een jaar en telkens stilzwijgend met een jaar te verlengen; e. Besluiten tot algehele incasso van de premies voor bijstandsgerechtigden. f. Besluiten de administratieve vergoeding van € 1,50 per verzekerde voor de uitvoeringskosten te benutten.
10
Beleidsregels en werkinstructies Met de invoering van de WWB heeft de individuele bijzondere bijstand weer het oorspronkelijke maatwerkkarakter terug gekregen. Maatwerk vereist een meetlat. De WWB biedt de gemeenten ruime mogelijkheden om een efficiënte en effectieve meetlat te maken, zowel inhoudelijk als procedureel. Beleidsregels en werkinstructies zijn ook bij de verlening van bijzondere bijstand aan chronisch zieken, ouderen en gehandicapten van groot belang. Zij dragen bij aan de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid, en mede aan de doelmatigheid van de uitvoering van de bijzondere bijstand. De kwaliteit van beleidsregels en werkinstructies is mede bepalend voor de druk op de uitvoering. Door beleidsregels op te stellen, maakt de gemeente een meetlat voor het maatwerk. Toetsing van de individuele omstandigheden van de aanvrager aan deze meetlat bepaalt welk bedrag er aan individuele bijzondere bijstand wordt verstrekt. Als de gemeente de beleidsregels kenbaar maakt, bijvoorbeeld via een voorlichtingsfolder, dragen de regels niet alleen bij aan een effectieve en efficiënte uitvoering, maar dragen zij ook bij aan de rechtszekerheid en aan het terugdringen van niet-gebruik. De burger weet dan namelijk waar hij aan toe is. Daarnaast voorziet de Algemene wet bestuursrecht in een plicht om beleidsregels te publiceren. Nu is het zo dat ieder jaar opnieuw een aanvraag moet worden ingediend. Dit principe kan losgelaten worden. Immers het chronisch ziek of gehandicapt zijn is blijvend. Om de administratieve last voor zowel de burger als de organisatie te verminderen wordt voorgesteld dat een eenmaal positief genomen besluit, automatisch leidt tot een positief besluit voor het jaar daarop. Dit onder voorwaarde dat de klant aan de criteria voldoet. De klant zal vanuit de afdeling automatisch geïnformeerd worden wat van hem/haar wordt verlangd. Het minimale criterium om automatisch in aanmerking te komen voor toekenning na een eerste positieve beslissing is: a. overleggen van inkomensgegevens per peildatum 1 januari; Voor de toekenning aan ouderen geldt de voorwaarde dat zij door het overleggen van een medische verklaring en inkomensgegevens in aanmerking komen voor een toekenning. OPTIE 7: In te stemmen met het automatisch toekennen van een tegemoetkoming voor de regeling Chronisch zieken, gehandicapten en ouderen indien in het voorafgaande jaar een positieve beslissing is genomen onder overlegging van de inkomensgegevens per 1 januari van het peiljaar. Financiële paragraaf Bestedingscontrole Bestedingscontrole hoeft bij de categoriale bijzondere bijstand niet plaats te vinden. Het is aan de gemeente om bij de verlening van individuele bijzondere bijstand te bepalen hoe wordt vastgesteld en vastgelegd dat de belanghebbende de kosten daadwerkelijk gemaakt heeft. Om bureaucratie te voorkomen, kan de gemeente bijvoorbeeld kiezen voor steekproefsgewijze controle, controle boven een bepaald bedrag, en/of controle op basis van risicoprofielen. Ook kan de gemeente ervoor kiezen om de controle niet afzonderlijk uit te voeren, maar die te laten samenvallen met een ander contact met de belanghebbende, bijvoorbeeld bij een heronderzoek. Middelen Binnen de begroting is op FCL 66141500 “Minimabeleid” structureel € 46.900,00 beschikbaar voor de doelgroep. Wanneer besloten wordt het standpunt op=op te verlaten dan kan een tekort op het budget ontstaan. Bij de bestuursrapportage zult u geinformeerd worden over de toereikendheid van dit budget. In 2005 zal op het budget € 14.250,00 onbenut blijven. U wordt geadviseerd middels een claim op het jaarrekeningsaldo 2005 deze middelen te reserveren voor realisatie van de voorlichtingscampagne in 2006. Binnen de begroting is op FCL 66141500 “Minimabeleid” is structureel een bedrag opgenomen van
11
€ 25.000,00 voor de collectieve ziektekostenverzekering. Daar de doelgroep moet worden uitgebreid dient deze post, op basis van de huidige verdeelsystematiek (klant € 12,55 en bijdrage gemeente € 6,00) verhoogd te worden met € 9.500,00 (afgerond) (130 deelnemers x 12 maanden x € 6,00 = € 9.360,00) Indien gekozen wordt voor het 50/50 principe voor de gehele doelgroep, dus de 270 bestaande deelnemers en de 130 nieuwe deelnemers bedragen de jaarlijkse meerkosten daarvan € 10.500,00 Benodigd budget 400 deelnemers x 12 maanden x € 9,28 = € 45.000,00 (afgerond) Beschikbaar budget € 25.000,00 + € 9.500,00 = € 34.500,00 Ten aanzien van deze € 9.500,00 en € 10.500,00 dient de raad te worden verzocht deze middelen beschikbaar te stellen ten laste van de post OnvOOrzien (2006) en meerjarig ten laste van de budgettaire ruimte. Door de CZ wordt een vergoeding van € 1,50 per deelnemer gegeven voor de administratieve verwerking. Bij een deelname van 400 personen is dit een bedrag van € 7.200,00. Geadviseerd wordt deze inkomsten te ramen op de kostenplaats van WIZ. Het voordeel wat hierdoor ontstaat dient dan ten goede van OnvOOrzien en de meerjarige budgettaire ruimte te komen. Samenvatting Met dit voorstel zijn diverse doelen bereikt te weten: 1) beter bereik van de doelgroepen (ouderen, chronisch zieken, gehandicapten); 2) de aanpassing van het huidige beleid, zodat de regeling een structurele bestemming en uitvoering krijgt. 3) Uitbreiding doelgroep ziektekostenverzekering. 4) Voorkoming dat mensen met een minimum inkomen hun ziektekostenpremie niet kunnen voldoen. Deze beleidsnotitie is in nauwe samenwerking met cliëntenraad en platform tot stand gekomen. De uitgangspunten hebben de instemming van deze raden. 2) Er dient meer ingezet te worden op een proactieve en duidelijke voorlichtingscampagne over de producten die de Gemeente Schouwen-Duiveland te bieden heeft voor de doelgroepen chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. De communicatiemiddelen die daarvoor kunnen worden ingezet zijn onder het hoofdstuk; Meer bekendheid geven aan de regeling (en regelingen als de BB, WVG, al beschreven. Binnen de afdeling is er geen capaciteit de campagne op korte termijn te realiseren. Uitbesteding daarvan ligt dan voor de hand. Om deze campagne en uitbesteding te financieren wordt het voorstel gedaan om het overige budget van 2005 hiervoor te gebruiken, dit betreft € 14.250,00. Naast het inzetten van communicatie-instrumenten wordt de doelgroep ook beter bereikt door aanpassingen in het huidige beleid. 3) Aanpassingen van het huidige beleid kunnen plaatsvinden door de in de hoofdstukken: “verruiming doelgroep”en “Uitbreiding doelgroep met ouderen” op te nemen. Onder verruiming van de doelgroep wordt bedoeld dat aandacht zal worden besteed vóór toekenning aan extra verzorgingskosten, draagkrachtberekening en (eventueel) vermogen. 4) Het idee om de minimumnorm op te hogen van 105% naar 110% wordt negatief geadviseerd. Met deze optie wordt de doelgroep vergroot ( meer mensen zouden dan aan de criteria voldoen), maar niet beter bereikt. 5) Het vergroten van de doelgroep bewerkstelligd door de 65-plussers (ouderen) op te nemen en daarmee een leeftijdsgrens voor de regeling te laten vervallen. De toekenning voor 65plussers geschiedt op basis van een medische verklaring. 6) Het door de raad genomen besluit in november 2004 hield ten aanzien van het budget tevens in op = op. Het chronisch ziek zijn houdt niet op als de middelen daartoe niet meer toereikend zijn. Met het structurele budget van € 46.900,00 kunnen ongeveer 188 toekenningen worden gedaan van € 250,00. Er wordt vanuit gegaan dat het aantal aanvragen wel zal stijgen, maar niet explosief. Indien het aantal toekenningen de 188 gaat overschrijden, dienen aanvullende middelen te worden gevonden in de bijzondere bijstand. Dit betekent overigens dat het succes van de campagne dan heeft geresulteerd in 60% meer doelgroepbereik. 7) Instemming om per 1 januari 2006 een nieuwe overeenkomst met CZ-zorgverzekeringen voor zowel bijstandsgerechtigden als niet bijstandsgerechtigden tot 105% van het sociaal minimum
12
aan te gaan. Deze overeenkomst aangaan voor zowel de basis als de aanvullende ziektekostenverzekering; 8) Instemming met algehele incasso voor bijstandsgerechtigden.
13