Beleidsnotitie Onderwijsaanbod voor kinderen met hoge intellectuele vermogens (hoog)begaafde leerlingen
Spolt Skom Beleidsnotitie (hoog)begaafde leerlingen – mei 2011
Pagina 1
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Organisatie Visie Doelgroep Eigenschappen Profielen (hoog)begaafde kinderen Kenmerken basisscholen met passend onderwijs voor (hoog)begaafde kinderen 7. Kenmerken teams met passend onderwijs voor (hoog)begaafde kinderen 8. Kenmerken op leerkrachten niveau Passend onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen 9. Samenwerking Voorgezet Onderwijs 10. Opdrachten inhoudelijke werkgroepen 11. Bijlage: Discussiepunten beleidsnotitie
Beleidsnotitie (hoog)begaafde leerlingen – mei 2011
Pagina 2
1. Organisatie Stichting Primair Onderwijs Leudal Thorner kwartier (Spolt) en de Stichting Katholiek Onderwijs Maasdal (Skom) wil middels dit beleidsplan met de leerkrachten van hun organisaties voor de (hoog)begaafde kinderen passend onderwijs creëren. De stichtingen stellen een stuurgroep samen met als opdracht uitvoering te geven aan dit beleidsplan. Deze stuurgroep stelt werkgroepen samen die de opdracht krijgen delen van dit beleidsplan uit te voeren en scholen hierbij te helpen. De uitvoeringsplannen worden op de scholen geïntegreerd in het HGW (Handelings Gericht Werken). Scholen werken aan implementatie.
Organogram Beleidsplan Hoogbegaafdheid
Bestuur
Spolt
Stuurgroep Hoogbegaafdheid
Werkgroep inhoudelijk
signalering (Instrument) onderwijsaanbod leeromgeving en materialen
Uitvoeringsplan
Werkgroep PO / VO
kangaroeklas Ursula screening kinderen informatie ouders onderwijsaanbod leerkrachten PoVo
Uitvoeringsplan
Skom
Directie Spolt Directie Skom Deskundige
Werkgroep deskundigheidsbevordering
alle leerkrachten betrekken bijhoog- en meerbegaafdheid HGW model studiedag scholingsaanbod incompany
Uitvoeringsplan
Scholen Skom Spolt Implementatie binnen HGW op basis van onderwijsbehoeften kinderen Beleidsnotitie (hoog)begaafde leerlingen – mei 2011
Pagina 3
2. Visie Alle kinderen beschikken over kwaliteiten en competenties. Het zijn deze kwaliteiten of “vormen van intelligentie” waarmee de kennis en vaardigheden van kinderen getypeerd kunnen worden. In het onderwijsaanbod willen wij inspelen op wat kinderen “willen en kunnen”. Daarom is het handelingsgericht werken (HGW) een belangrijk uitgangspunt wanneer het er om gaat in te spelen op de onderwijsbehoeften van kinderen; niet alleen voor de kinderen die extra onderwijstijd nodig hebben, maar ook voor de kinderen die “meer aan kunnen”. Binnen het HGW is het gesprek met het kind belangrijk. Het gesprek helpt ons samen te zoeken naar de juiste (onderwijs) weg.
3. Doelgroep Dit beleidsplan geeft aan hoe de scholen van beide stichtingen in hun onderwijsaanbod rekening houden met (hoog)begaafde kinderen. Deze kinderen zijn niet eenduidig te typeren: Bij een IQ van 90-110 spreken wij over een gemiddelde hoogbegaafdheid en bij een intelligentie van 110-130 over meerbegaafdheid. Wij spreken over hoogbegaafdheid bij een IQ van 130 of meer. Volgens de heren Renzulli en Mönks beschikt een (hoog)begaafde leerling naast een hoge intelligentie tevens over een hoge graad van creatief denken en een hoge taakgerichtheid. De factoren in de omgeving (gezin, school en vriendenkring) bepalen mede of dit talent tot uiting komt in hoge prestaties. In de moderne visies op hoogbegaafdheid spreekt men over het algemeen over “het behalen van uitzonderlijke prestaties op verschillende gebieden”. Hun eigenschappen kunnen onderling erg verschillen en soms zelfs tegenovergesteld zijn. Zo is bijvoorbeeld de ene (hoog)begaafde leerling op sociaal gebied erg sterk, terwijl een andere (hoog)begaafde leerling juist erg op zichzelf is gericht. De ene (hoog)begaafde leerling is bijvoorbeeld erg leergierig, terwijl een andere (hoog)begaafde leerling door een inadequaat onderwijsaanbod het plezier in het leren misschien verloren heeft. Onderstaand overzicht noemt een aantal veel voorkomende eigenschappen die wij kunnen onderscheiden:
Hoge intelligentie Er wordt gesproken van (hoog)begaafdheid als iemand een intelligentiequotiënt heeft van 130 of hoger.
Vroege ontwikkeling (Hoog)begaafde leerlingen zijn geestelijk vroegrijp en worden gekenmerkt door een ontwikkelingsvoorsprong. Zij kunnen meestal op vroege leeftijd al lezen, praten, schrijven en hebben een vroege ontwikkeling van getalbegrip. Hierdoor kunnen zij zich gemakkelijk leerstof uit hogere leerjaren eigen maken. Ook stellen zij op jonge leeftijd al levensbeschouwelijke vragen en denken zij al vroeg na over de zin van het leven.
Beleidsnotitie (hoog)begaafde leerlingen – mei 2011
Pagina 4
Uitblinken meerdere gebieden Een bijzondere begaafdheid kan tot uitdrukking komen in motorische, sociale, artistieke en intellectuele vaardigheden. Vaak treden deze begaafdheidsvormen gecombineerd op en blinken (hoog)begaafde leerlingen uit in meerdere gebieden, zoals bijvoorbeeld in taal en wiskunde. (Hoog)begaafde leerlingen hebben op taalgebied een grote woordenschat en vertonen een zeer goed en adequaat woordgebruik.
Gemakkelijk kunnen leren (Hoog)begaafde leerlingen hebben over het algemeen een zeer goed geheugen en kunnen hierdoor goed informatie onthouden en verwerken. Zij begrijpen nieuwe leerstof dan ook aanzienlijk sneller dan gemiddelde leerlingen en zijn daardoor sneller klaar met opdrachten en huiswerk. Hierdoor hebben zij vaak een leertempo dat beduidend hoger is dan het tempo van de gemiddelde leerling. Hoogbegaafde lln hebben vaak moeite
met presteren onder tijdsdruk.
Goed leggen van (causale) verbanden (Hoog)begaafde leerlingen kunnen gemakkelijk (causale) verbanden leggen en hebben hierover een goed overzicht.
Het makkelijk kunnen analyseren van problemen (Hoog)begaafde leerlingen zijn snelle probleemanalyseerders. Zij kunnen snel vaststellen wat de aard van een probleem is. Daarnaast zijn (hoog)begaafde leerlingen vaak vindingrijk in het ontwikkelen van eigen oplossingsmethoden. Dit kan soms problemen opleveren als zij zich een verkeerde oplossingsmethode hebben aangeleerd, omdat zij deze methode moeilijk weer los kunnen laten.
Het maken van grote denksprongen Een (hoog)begaafde leerling maakt grotere leerstappen en heeft daarom minder tijd nodig.
Voorkeur voor abstractie (Hoog)begaafde leerlingen kunnen goed abstract denken. Zij generaliseren gemakkelijker dan hun andere klasgenoten en hebben een goed overzicht van de kennisgehelen. Zij hebben geen behoefte aan concretisering van de lesstof door het gebruik van voorbeelden.
Hoge mate van zelfstandigheid (Hoog)begaafde leerlingen willen liever niet geholpen worden en geven de voorkeur aan zelfstandig werken. Bij het werken in groepsverband vertoont de (hoog)begaafde leerling veel initiatief en neemt hij/zij vaak de leiding. Bovendien wil de leerling dingen graag op zijn/haar eigen wijze doen, zoals het zelf bedenken van een methode voor het uitrekenen van sommen.
Beleidsnotitie (hoog)begaafde leerlingen – mei 2011
Pagina 5
Brede of juist specifieke interesse/hoge motivatie/veel energie Het is belangrijk dat het onderwerp van de opdracht de leerling interesseert. Bij (hoog)begaafde leerlingen is namelijk het kunnen een voorwaarde, maar het willen van even groot belang. Als het onderwerp aansluit bij de interesse van de leerling, dan is motivatie verzekerd. Er is aangetoond dat talent pas doorzet als de leerlingen plezier beleven aan de (leer)activiteiten. Een kenmerk van (hoog)begaafde leerlingen is dat zij zeer leergierig zijn. Als een onderwerp de leerling interesseert dan pluist hij het onderwerp vaak tot op de bodem uit. Maar het tegenovergestelde geldt ook: als een (hoog)begaafde leerling geen interesse heeft voor een bepaald onderwerp, dan kan hij moeilijk de motivatie opbrengen om zich erin te verdiepen.
Creatief/origineel In de opdrachten laten (hoog)begaafde leerlingen vaak zien dat zij originele en creatieve ideeën en/of oplossingen hebben. Zij maken onverwachte zijsprongen en hebben grote verbeeldingskracht.
Perfectionistisch (Hoog)begaafde leerlingen zijn perfectionistisch aangelegd. Zij houden niet van half werk.
Apart gevoel voor humor (Hoog)begaafde leerlingen bezitten over het algemeen over een apart gevoel voor humor.
Hoge mate van concentratie (Hoog)begaafde leerlingen kennen een hoge mate van concentratie en hebben daarbij een langere aandachtsspanning dan de gemiddelde leerlingen.
4. Eigenschappen Wetende dat (hoog)begaafde leerlingen goed en snel kunnen leren, verwacht je eigenlijk dat er op school weinig tot geen problemen zullen optreden. Dat geldt echter niet voor alle (hoog)begaafde leerlingen. Omdat zij in het huidige onderwijs vaak niet op niveau worden aangesproken, lopen ze een groot risico om gedemotiveerd te raken, met gedragsproblemen en onderpresteren als gevolg. Het is dan ook belangrijk deze leerlingen zo snel mogelijk te signaleren, zodat deze problemen zoveel mogelijk voorkomen en opgelost kunnen worden. Daarom is het signaleren van kinderen met opvallende toetsresultaten, van kinderen waarvan ouders signalen afgeven of signalen van kinderen die betekenisvolle vragen stellen, zeer geïnteresseerd zijn in wereldse zaken, een sterke interesse hebben in letters en cijfers, gericht op het voorkomen van problemen: “De school is niet meer boeiend en dus niet meer passend”. Dit kan leiden tot problemen:
Grote en uitzonderlijke kennis Onderpresterende (hoog)begaafde leerlingen hebben vaak kennis die nog niet in de groep is behandeld en een grote algemene ontwikkeling.
Beleidsnotitie (hoog)begaafde leerlingen – mei 2011
Pagina 6
Grote interesse Onderpresterende (hoog)begaafde leerlingen hebben op veel gebieden belangstelling en ze houden ervan om dingen te onderzoeken, bijvoorbeeld door in hun vrije tijd veel te lezen of op een andere manier informatie te verzamelen. Als een onderwerp (dat vaak wat moeilijker is) hun interesse heeft, begrijpen en onthouden ze veel.
Wisselend schoolwerk (bekijken in relatie tot kenmerk 7) Onderpresterende (hoog)begaafde leerlingen laten vaak wisselend schoolwerk zien: afnemende prestaties (zie kenmerk 7) maar bij ingewikkelde vragen juist wel het goede antwoord weten, mondeling beter presteren dan schriftelijk en beter uit de verf komen bij individueel onderwijs op maat dan bij het regulier groepsonderwijs.
Positief thuiswerk Onderpresterende (hoog)begaafde leerlingen werken thuis vaak verder aan zelfgekozen schoolprojecten en ontwikkelen thuis op eigen initiatief allerlei activiteiten.
Grote verbeelding Onderpresterende (hoog)begaafde leerlingen hebben vaak een levendige, grote verbeelding en zijn creatief.
Hoge mate van sensitiviteit Onderpresterende (hoog)begaafde leerlingen geven vaak blijk van een enorme sensitiviteit: ten opzichte van zichzelf, maar ook van anderen.
Afnemende schoolprestaties (bekijken in relatie tot kenmerk 3) Opvallend is dat de schoolprestaties van onderpresterende (hoog)begaafde leerlingen afnemen; ze presteren (vooral in schriftelijk werk) beneden niveau, in elk geval beneden hun eigen niveau, maar soms zelfs ook beneden groepsniveau. Vaak schrijven ze slordig, houden ze niet van instampen en inprenten, missen ze leerinhouden en instructiemomenten en zijn ze slechts selectief enthousiast: wel voor nieuwe onderwerpen, niet voor uitwerkingen.
Negatief gedrag In de klas vertonen onderpresterende (hoog)begaafde leerlingen vaak negatief gedrag; ze zijn lastig en onaangepast, vragen steeds om aandacht, vervelen zich, dromen weg en wijzen pogingen van de leraar om zich aan de groepsnormen te conformeren, af. Soms laten ze dit gedrag alleen thuis zien en lijken ze het op school prima naar hun zin te hebben.
Haperende sociaal-emotionele ontwikkeling Onderpresterende (hoog)begaafde leerlingen zijn vaak ontevreden over zichzelf en de verrichte werkzaamheden, vermijden nieuwe activiteiten uit angst voor mislukking, hebben minderwaardigheidsgevoelens, zijn wantrouwend of onverschillig en doen niet graag mee aan groepsactiviteiten, zijn minder populair bij leeftijdsgenootjes en zoeken vriendjes onder gelijkgestemden.
Beleidsnotitie (hoog)begaafde leerlingen – mei 2011
Pagina 7
Geringe taakgerichtheid Onderpresterende (hoog)begaafde leerlingen zijn vaak weinig taakgericht. Ze hebben een laag werktempo, hebben hun huiswerk vaak niet af, stellen zichzelf onrealistische doelen, zijn snel afgeleid, vergeetachtig en/of impulsief, hebben geen duidelijk leertraject voor ogen, hebben een korte spanningsboog, voelen zich hulpeloos, willen niet geholpen worden en willen zelfstandig zijn.
Negatieve houding Onderpresterende (hoog)begaafde leerlingen hebben vaak een wisselende motivatie, hebben een hekel aan routine, verzetten zich tegen autoriteit, nemen geen verantwoordelijkheid voor hun eigen daden en staan onverschillig afwijzend tegenover de school.
5. Profielen (hoog)begaafde kinderen Deze beleidsnotitie heeft als uitgangspunt dat voor alle kinderen op de scholen van Spolt en Skom passend onderwijs geboden wordt. Voor een aantal kinderen zal het niet mogelijk zijn op de basisscholen passend onderwijs te bieden: -
De zorgleerlingen binnen het cascade model De kinderen die beter binnen het speciaal onderwijs kunnen worden opgevangen De kinderen met een hoog IQ die leer- en/of gedragsproblemen hebben
Deze beleidsnota richt zich op de volgende profielen van (hoog)begaafde kinderen:
De zelfstandige leerling Deze leerling heeft goede sociale vaardigheden, werkt zelfstandig, ontwikkelt eigen doelen, werkt zonder bevestiging, is creatief, komt op voor eigen opvattingen en neemt risico.
De succesvolle leerling Deze (hoog)begaafde leerling levert goede prestaties, is perfectionistisch, vermijdt risico en zoekt bevestiging van de leerkracht.
De uitdagende leerling Deze leerling is creatief, komt op voor eigen opvattingen, is competitief, heeft grote stemmingswisselingen, maar is eerlijk en direct.
De onderduikende leerling Deze leerling ontkent zijn of haar begaafdheid, vermijdt uitdaging, zoekt sociale acceptatie en wisselt in vriendschappen.
Beleidsnotitie (hoog)begaafde leerlingen – mei 2011
Pagina 8
De drop-out Deze leerling is creatief, maar neemt onregelmatig deel aan onderwijs, zoekt buitenschoolse uitdaging, isoleert zichzelf, verstoort, presteert gemiddeld of minder, bekritiseert zichzelf en anderen.
De leerling met leer- en/of gedragsproblemen Deze leerling werkt inconsistent, presteert gemiddeld of minder, verstoort en reageert af.
6. Kenmerken basisscholen met passend onderwijs voor (hoog)begaafde kinderen
De school heeft een visie op onderwijs en leren van hoogbegaafde leerlingen. De school kent flexibele leerarrangementen Leerkrachten hebben specifieke taken voor hoogbegaafde leerlingen Er is een leerlingvolgsysteem waarmee leervorderingen en gedragsontwikkelingen in kaart kunnen worden gebracht. Er is een procedure vastgelegd met betrekking tot de identificatie en begeleiding van hoogbegaafde leerlingen. De zorgstructuur kan ook aangewend worden voor HB-leerlingen Er zijn duidelijke procedures voor herkenning, signalering en afstemming van (behoeften aan) zorg.
7. Kenmerken teams met passend onderwijs voor (hoog)begaafde kinderen
Er is op teamniveau kennis over hoogbegaafdheid. Het curriculum, materialen en middelen worden flexibel ingezet voor specifieke groepen of individuele leerlingen om op die manier aan hun specifieke onderwijsbehoefte tegemoet te komen. Er is een systematiek voor het bijhouden, registreren en evalueren van leerlinggegevens. Er zijn afspraken over het inzetten van specialistische begeleiding.
Beleidsnotitie (hoog)begaafde leerlingen – mei 2011
Pagina 9
8. Kenmerken op leerkrachten niveau Passend onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen
Binnen het primaire proces is maatwerk voor hoogbegaafde leerlingen. De leerkracht stemt het curriculum af op de speciale onderwijsbehoefte van de kinderen (groepsplan). De leerkracht kan de leerling begeleiding bieden op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling. De leerkracht kan een profielschets geven van de leerling (o.a. werkhouding, sociale omgang). De leerkracht beschikt over extra leermiddelen voor de hoogbegaafde leerling. De leerkracht onderhoudt regelmatig contact met de ouders van de hoogbegaafde leerling met betrekking tot de resultaten van de geboden begeleiding. De leerkracht onderhoudt regelmatig contact met de hoogbegaafde leerling met betrekking tot de resultaten van de geboden begeleiding.
9. Samenwerking Voorgezet Onderwijs De basisscholen hebben de doorstroming van het P.O. naar het V.O. voor hoogbegaafde kinderen geregeld: - Aanname gesprek - Overdrachtsdossier - Onderwijskundig rapport - Onderwijsaanbod - Terugkoppeling De werkgroep aansluiting PoVo ontwikkelt doorgaande onderwijslijnen (hoog)begaafdheid (onderwijs leermiddelen).
10. Opdrachten inhoudelijke werkgroepen
Werkgroep inhoudelijk Op alle scholen van Spolt en Skom wordt het digitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid ingevoerd. De invoering hiervan wordt begeleid door deze werkgroep. De werkgroep deskundigheidsbevordering Deze werkgroep ontwikkelt (scholings)plannen en activiteiten met als doel het kennisniveau van leerkrachten over (hoog)begaafdheid te vergroten (literatuur, artikelen, workshops) De werkgroep PoVo De werkgroep behartigt de inhoudelijke samenwerking met het voortgezet onderwijs en het basisonderwijs over (hoog)begaafdheid. …..
Beleidsnotitie (hoog)begaafde leerlingen – mei 2011
Pagina 10
11. Discussiepunten Beleidsnotitie
Aantal werkgroepen; het aantal kan verminderd worden door enkele werkgroepen samen te voegen. Een financiële paragraaf ontbreekt vooralsnog: - Het is moeilijk in te schatten hoeveel middelen er nodig zijn om dit plan tot uitvoering te brengen. - Op basis van dit beleidsplan zullen er keuzes gemaakt moeten worden (inzet personeel op de scholen). Het beleidsplan is op enkele onderdelen niet concreet; concreter wordt het wanneer de werkgroepen aan de slag gaan. Beslissingen worden op basis van voorstellen stuurgroep door de besturen genomen. Samenwerking met voortgezet onderwijs, behoeft nadere uitwerking ook voor wat betreft leerlingendossier. In het beleidsplan is geen keuze opgenomen voor Leonardo of plusklas. Uitgangspunt in het beleidsplan is HGW. Wanneer er sprake is van onvoldoende mogelijkheden om het onderwijsaanbod af te stemmen op de leerling, komt de HGPD-aanpak in beeld.
Beleidsnotitie (hoog)begaafde leerlingen – mei 2011
Pagina 11