Beleidsnota
Mantelzorg en Vrijwilligers
Gemeente Heerde
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 1 van 55
Inhoudsopgave: Inleiding:
5
Mantelzorg:
6
Respijtzorg:
6
Vrijwilligers:
6
Vrijwilligerswerk in de zorg:
7
Vrijwilligerswerk bij verenigingen en instellingen buiten de zorg:
7
Visiedocument: Demografische gegevens Mantelzorg:
8 9 10
Het begrip mantelzorg:
10
Wat doen mantelzorgers?:
10
Mantelzorgondersteuning:
11
Typen mantelzorgondersteuning:
11
Knelpunt:
11
Mantelzorgers in de gemeente Heerde:
12
Voorzieningen op het gebied van mantelzorgondersteuning:
12
Steunpunt mantelzorg:
12
Informatie, advies en emotionele steun en individuele begeleiding:
14
Positie steunpunt Mantelzorg Heerde:
14
Respijtzorg:
16
Overbelasting:
16
(On)bekendheid mogelijkheden praktische hulp en respijtzorg:
16
Bereikbaarheid mantelzorgers:
17
Praktische hulp en respijtzorg:
17
Professionele hulp:
17
Vrijwillige hulp:
18
Hulp buitenshuis:
18
Logeeropvang:
18
Huisbezoek:
19
Vakantie:
19
Regionale instellingen:
19
Materiële ondersteuning en andere regelingen:
21
Personenalarmering:
21
Vervoer:
21
Persoonsgebonden Budget (Pgb):
21
Inkomstenderving:
21
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 2 van 55
Vergoedingsregelingen: financiën: Vrijwilligerswerk:
21 22
Vormen van vrijwilligerswerk:
22
Maatschappelijke stage:
22
Vrijwilligers Steunpunt:
23
Huidig vrijwilligersbeleid:
24
Contourennota:
24
Nota “Alles heeft zijn prijs”:
24
Subsidievoorwaarden afstemmen op de aard en omvang van de instelling:
25
Vrijwilligersbeleid:
25
Financien:
28
Inkomsten:
28
Uitgaven:
28
Relevante ontwikkelingen:
30
Individualisering en digitalisering:
30
Vergrijzing:
30
Vermaatschappelijking van de zorg:
30
Landelijke ontwikkelingen:
31
Provinciale ontwikkeling “Meerjarenvisie sociaal beleid 2005 – 2008”:
31
Regionale afspraken:
31
Lokaal Sociaal Beleid:
32
Subsidiebeleid:
32
Strategie:
34
Inleiding
34
Missie:
34
Visie: Beleidslijnen:
34 35
Indicatoren:
35
Beleidslijn 1: De gemeente als regisseur:
36
Beleidslijn 2: Bevorderen van opsporing en toeleiding naar voorzieningen:
38
Beleidslijn 3: De aanwezigheid van voldoende aanbod:
41
Uitvoering:
43
Betrokken organisaties:
43
Financiële paragraaf:
43
Planning:
43
Organisatie:
43
Evaluatie:
43
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 3 van 55
Bijlagen:
44
Bijlage 1:
Analyse enquête:
45
Bijlage 2:
Overzicht organisaties:
50
Bijlage 3:
Overzicht uit te voeren activiteiten:
51
Bijlage 4:
Definities:
53
Bijlage 5:
Gebruikte afkortingen:
55
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 4 van 55
Inleiding: Het maatschappelijke doel van de Wmo is: meedoen. Meedoen van álle burgers aan álle facetten van de samenleving, al of niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. Dat is de onderlinge betrokkenheid tussen mensen. En als dat niet kan, is er ondersteuning vanuit de gemeente. Het eindperspectief van de Wmo is een samenhangend lokaal beleid op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning en op aanpalende terreinen. Voor mensen die langdurige, zware zorg nodig hebben is en blijft er de AWBZ. De invoering van de Wmo is een niet op zichzelf staande actie, maar maakt deel uit van een maatschappelijke ontwikkeling die al geruime tijd gaande is. Ook wel genoemd vermaatschappelijking van de zorg. Deze ontwikkeling is erop gericht zoveel mogelijk mensen die langdurig zorgafhankelijk (zullen) zijn en degenen die hen zorg geven, indien mogelijk, toch in de samenleving te laten participeren. Hierbij is het van belang dat de beleidsterreinen wonen, welzijn en zorg met elkaar worden verbonden. De positie van mantelzorgers en vrijwilligers is onmiskenbaar in het zorgstelsel. Mantelzorgers en vrijwilligers vormen het fundament voor zorg voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. Mantelzorgers zijn verantwoordelijk voor 80% van de totale zorg (Bron: LOT). De verwachting is dat door de invoering van de Wmo de druk op de mantelzorgers toeneemt. De ondersteuning van mantelzorgers en het vrijwilligerswerk in de zorg is een beleidsterrein waar gemeenten tot voor kort nog weinig bemoeienis mee hadden. De structurele financiering van activiteiten gebeurde via de zorgkantoren. De lokale overheid krijgt steeds meer verantwoordelijkheid op het gebied van zorg en ondersteuning van de informele zorg. Dit zal met de komst van de Wmo alleen maar toenemen. Door de overheid wordt steeds meer nadruk gelegd op de eigen verantwoordelijkheden van de individuele burgers. Een basisfilosofie van hoe de civil society zou moeten functioneren is helder verwoord in de contourennota van de Wmo. Er wordt nadrukkelijk voor gekozen dat de hulpen ondersteuningsvragen van burgers in eerste instantie opgelost moeten worden binnen het sociale netwerk van de burgers alvorens zij een beroep kunnen doen op de voorzieningen van de gemeente en de rijksoverheid. Wil de overheid recht doen aan de positie van mantelzorgers dan is het van belang dat op het lokale niveau een ondersteunend en faciliterend beleid wordt gevoerd. In het kader van de invoering van de Wmo is de gemeente dus verplicht om een vorm van ondersteuning te bieden aan mantelzorgers. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verwacht van gemeenten dat zij een impuls geven aan de onderlinge zorg van de inwoners en dat ondersteuning georganiseerd wordt die burgers hierbij nodig hebben. Sinds 1 januari 2007 zijn gemeenten verantwoordelijk voor het opzetten/continueren en financieren van activiteiten op het vlak van de mantelzorgondersteuning. In deze nota wordt ingegaan op de invulling van de mantelzorgondersteuning in de gemeente Heerde. Het onderdeel vrijwilligersbeleid wordt hierin meegenomen, voor zover nadrukkelijk ingezet als mantelzorgondersteuning, zoals buddyprojecten en vrijwillige terminale thuiszorg. Met andere woorden, de vrijwillige zorg. Prestatieveld 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning geeft aan dat de gemeente verantwoordelijk is voor het ondersteunen van mantelzorgers daaronder begrepen steun bij het vinden van adequate oplossingen indien zij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen, alsmede het ondersteunen van vrijwilligers.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 5 van 55
De formulering van dit prestatieveld houdt dus een drietal opdrachten voor de gemeente in. Dit zijn: Het ondersteunen van mantelzorgers; Het (laten) organiseren van respijtzorg; Het ondersteunen van vrijwilligers. Om beter te begrijpen wat onder de begrippen mantelzorg, respijtzorg en vrijwilligers wordt verstaan wordt hieronder een beknopte uitleg van deze begrippen gegeven.
Mantelzorg: Mantelzorg is een langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie (VWS 2002). Het gaat om extra zorg in duur en intensiteit boven de normale, gebruikelijke zorg voor elkaar in een huishouden. Bewuste keuze en organisatie zijn zeker bij aanvang van mantelzorg totaal afwezig. Mantelzorg vindt niet plaats in georganiseerd verband, in tegenstelling tot vrijwilligerswerk. In het kort kun je stellen dat mantelzorg je overkomt. Het vraagt een inzet gedurende zeven dagen per week en dat 24 uur per dag. Naast deze maximale “belasting” die vaak als “normaal” wordt beschouwd speelt uiteraard de zeer hoge emotionele relatie met de zorgvrager een belangrijke rol. De mantelzorger verkeert in zijn of haar eigen beperkte kring, waardoor het praten over de ondervonden problemen niet of nauwelijks mogelijk is.
Respijtzorg: Is een vorm van (tijdelijke) overname van de zorg die de mantelzorger biedt, door vrijwilligers en/of professionele instellingen. Respijtzorg omvat niet alleen zorgaspecten, maar ook welzijnsaspecten. De mantelzorger krijgt de gelegenheid op adem te komen en aan het maatschappelijk leven deel te nemen. Het gaat om vormen van zorg die zowel buitenshuis (dagopvang, logeerhuis) als thuis (oppas, toezicht) worden geboden. Respijtzorg kan een regelmatig (wekelijkse oppas) of een incidenteel karakter hebben, zoals voor een dagje uit of vakantie. Ook tijdelijke opname in een verzorgingshuis van de zorgvrager valt hieronder. Respijtzorg is het terrein van zowel de vrijwilliger als de beroepsmatige zorg.
Vrijwilligers: Vrijwilligerswerk is te onderscheiden in een tweetal vormen: vrijwilligerswerk in de zorg; vrijwilligerswerk bij verenigingen en instellingen buiten de zorg. Het onderscheid tussen deze twee soorten vrijwilligerswerk is gerechtvaardigd vanwege de verschillen in de intentie waarmee het vrijwilligerswerk wordt verricht en de veelal aanwezige emotionele belasting bij vrijwilligerswerk in de zorg. Dit in tegenstelling tot het vrijwilligerswerk buiten de zorg, waar deze emotionele binding veelal niet aanwezig is. Voor vrijwilligerswerk kies je. Je kunt de inzet doseren tot een beperkt aantal uren per dag, per week of per maand. Door het georganiseerde verband is begeleiding mogelijk.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 6 van 55
Vrijwilligerswerk in de zorg: Vrijwilligers hebben bij aanvang van het werk geen persoonlijke betrekking met de zorgvrager. Ze verrichten hun werk onbetaald en onverplicht. Ze doen dat vanuit een georganiseerd verband. Voorbeelden van vrijwilligersorganisaties zijn: de Zonnebloem, Leger des Heils, het Nederlandse Rode Kruis en Vrijwillige Thuiszorgorganisaties. Voor een ieder is het voor deze categorie vrijwilligers duidelijk dat zij onder de werking van de Wmo vallen.
Vrijwilligerswerk bij verenigingen en instellingen buiten de zorg: Naast de vorm van vrijwilligers in de zorg kennen we ook de vrijwilligers ten behoeve van verenigingen en instellingen buiten de zorg. Hierbij kun je denken aan sportverenigingen, buurtverenigingen, buurtbus, etc. Ook deze vrijwilligers vallen onder de werking van prestatieveld 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 7 van 55
Visiedocument: In het Visiedocument zoals dat op 18 september 2006 door de raad van de gemeente Heerde is vastgesteld zijn de volgende beleidsuitgangspunten geformuleerd met betrekking tot prestatieveld 4.
Prestatieveld 4 (Het ondersteunen van mantelzorgers daaronder begrepen steun bij het vinden van adequate oplossingen indien zij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen, alsmede het ondersteunen van vrijwilligers). 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Civil society (zie hoofdstuk 1.3, blz 26 Visiedocument) ondersteunen maar het beleid er niet aan ophangen; Verder uitbouwen van het bestaande mantelzorg en vrijwilligersbeleid; Mantelzorg en vrijwilligers worden geïntegreerd in het overall aanbod van zorg en maatschappelijke ondersteuning; Mantelzorgers en vrijwilligers stimuleren en faciliteren: De gemeente mag gebruik maken van de inzet van mantelzorgers en vrijwilligers; Er zit een grens aan wat je van mantelzorgers en vrijwilligers mag vragen; Vrijwilligerswerk en het verlenen van mantelzorg mag nooit als een plicht afgedwongen worden; Vrijwilligerswerk en mantelzorg worden gezien als aanvullend op de professionele zorgverlening en niet omgekeerd; In de invulling van mantelzorg en vrijwilligersbeleid zal het welzijnswerk in toenemende mate een sleutelrol spelen; Het werk van vrijwilligers en mantelzorgers is een integraal onderdeel van het zorg- en welzijnsbeleid. De gemeente wordt verantwoordelijk voor het scheppen van structurele voorwaarden voor coördinatie en ondersteuning van vrijwilligerswerk en mantelzorg. Ouderen en uitkeringsgerechtigden worden de mogelijkheid geboden om zich als vrijwilliger in te zetten, opdat ze volop kunnen participeren in de maatschappij. Om overbelasting van de mantelzorger te voorkomen is de gemeente belast met de steun bij het vinden van adequate oplossingen indien de mantelzorger zijn taken tijdelijk niet kan vervullen (de zogenaamde respijtzorg).
Bij het opstellen van deze notitie zijn deze uitgangspunten leidraad geweest.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 8 van 55
Demografische gegevens De gemeente Heerde bestaat uit de dorpen: Heerde, Wapenveld, Veessen en Vorchten. De gemeente Heerde telde op 1 januari 2007 18.019 inwoners. Deze zijn als volgt over de vier kernen verdeeld:
Heerde Wapenveld Veessen Vorchten
Mannen:
Vrouwen:
Totaal:
5.492 2.944 361 125
5.735 2.894 359 109
11.227 5.838 720 234
Per 2007 is de bevolkingsopbouw van de gemeente als volgt: Leeftijden:
2007
Tot 25 jaar: 25 – 34 jaar: 35 – 44 jaar: 45 – 54 jaar: 55 – 64 jaar: 65 – 74 jaar: 75 jaar en ouder:
5.277 1.794 2.751 2.667 2.513 1.640 1.377
Totaal:
18.019
Het percentage 65 plussers is ongeveer 17% en de verwachting is dat dit de komende jaren verder zal toenemen. De ontwikkeling van optredende vergrijzing vindt dus ook in de gemeente Heerde plaats. Mensen worden ouder en blijven/moeten steeds langer zelfstandig thuis blijven wonen. Indien er dan zorg nodig is, is de kans groot dat er steeds meer wordt verwacht van de familie en vrienden in de vorm van mantelzorg.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 9 van 55
Mantelzorg: Het begrip mantelzorg: De term 'mantelzorg' stamt oorspronkelijk van Hattinga Verschure (1977) en verwijst naar alle zorg die naasten min of meer spontaan en zonder directe tegenprestatie besteden aan een zorgbehoevende uit eigen kring. Ze fungeren als het ware als een beschermende mantel. Meestal zorgt een persoon voor zichzelf. Als dat door ziekte, handicap of beperking niet meer gaat, kan die persoon zorg van anderen krijgen. Vaak is dat een partner, een gezinslid, familieleden, buurman, buurvrouw, vriend of vriendin. Dit geven van zorg aan een partner, familielid of naaste noemen we mantelzorg. Mantelzorgers zijn geen professionele zorgverleners, maar geven zorg omdat zij een persoonlijke band hebben met degene voor wie ze zorgen. Mantelzorg is niet de alledaagse zorg zoals bijvoorbeeld de zorg voor een gezond kind. Bovendien is mantelzorg geen keuze. Dit maakt het dan ook duidelijk anders dan vrijwillige zorg. Bij vrijwillige zorg valt er iets te kiezen. Mantelzorg is vaak iets dat iemand overkomt, vaak ook een situatie waar iemand langzaam in groeit; je rolt vaak vanzelf in het "vak" van mantelzorger. Meer dan 1,3 miljoen mensen in ons land bieden één of andere vorm van mantelzorg. Deze mantelzorgers zijn vaak vele uren per week, voor anderen onzichtbaar, bezig met de zorg. Vaak met weinig erkenning en herkenning en onvoldoende waardering voor hun inzet. Dit terwijl mantelzorg meer gegeven wordt dan reguliere zorg en dus onmisbaar is. Onbetaald, uit liefde, noodzaak en met grote persoonlijke betrokkenheid.
Wat doen mantelzorgers?: Mantelzorgers helpen in het huishouden, geven persoonlijke (lichamelijke) verzorging (wassen en eten geven), ondersteunen en begeleiden de persoon met een ziekte, handicap of beperking. Dit betreft zowel emotionele (psychische steun) als materiële ondersteuning (vervoer/logistiek, administratie, coördinatie). Mantelzorgers doen eigenlijk vaak alles wat de persoon die zij helpen niet meer zelf kan. Soms kan een persoon met een ziekte, handicap of beperking nog voor een deel voor zich zelf zorgen, dan helpt de mantelzorger bijvoorbeeld maar een aantal uren per week. Maar de mantelzorger kan ook dag en nacht in touw zijn. In beide situaties gaat het om een belasting van de mantelzorger die tijdelijk of langdurig van aard is. De meeste mantelzorgers zijn tussen de 35 en 65 jaar en in veel gevallen betreft het familie van degene die zij verzorgen. Hierbij mag niet uit het oog verloren worden dat ook kinderen mantelzorger kunnen zijn. De hulpvormen die het meest voorkomen zijn psychische steun (81%) en huishoudelijk werk (75%) (Timmermans 2003). Aan de ene kant is de verwachting dat de situatie met een natuurlijke centrale verzorger in de toekomst minder dominant wordt. Dit betreft de situaties waarin voor ouderen wordt gezorgd. Dit komt doordat kinderen veraf wonen en er meer alleenstaanden komen. Aan de andere kant is er de situatie waarin ouders zorg verlenen aan hun kinderen die extra zorg nodig hebben. Deze zorg zou juist toe kunnen nemen door ontwikkelingen in de maatschappij zoals de tendens dat burgers zelfredzaam en eerst zelf verantwoordelijk zijn om indien mogelijk zorg te verlenen.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 10 van 55
Mantelzorgondersteuning: Mantelzorgondersteuning is het geheel van voorzieningen en diensten die specifiek gericht zijn op vermindering van de draaglast en vergroting van de draagkracht van mantelzorgers en die wordt verstrekt door beroepskrachten, instellingen en vrijwilligersorganisaties (inclusief patiëntenorganisaties) (VWS 2001). Mensen die voor een ander zorgen herkennen zichzelf vaak niet in de term mantelzorger en zijn dus ook niet gericht op zoek naar voorzieningen die steun kunnen bieden. Mantelzorgers vormen een zeer diverse groep en hun behoefte aan ondersteuning is even divers.
Typen mantelzorgondersteuning: In de literatuur worden verschillende vormen van mantelzorgondersteuning onderscheiden. Daarbij wordt veelal onderstaande indeling gehanteerd: Informatie, advies en emotionele steun (bijvoorbeeld informatiebijeenkomsten, ondersteuningsgroepen, schriftelijke voorlichting, lotgenotencontact); Individuele begeleiding; Praktische hulp (bijvoorbeeld maaltijdservice, bezoek- en opvangdiensten, hulpdienst, personenalarmering); Respijtzorg door vrijwillige en professionele organisaties; Materiële steun, zoals regelingen ter compensatie van inkomstenverlies (bijvoorbeeld bijstand, vrijstellingen of vormen van zorgverlof); Medezeggenschap en belangenbehartiging (bijvoorbeeld via cliëntenraden, belangenorganisaties o.a. lokaal, regionaal en landelijk).
Knelpunt: Mantelzorgers vinden het vanzelfsprekend om voor iemand te zorgen en zien zichzelf vaak niet als mantelzorger.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 11 van 55
Mantelzorgers in de gemeente Heerde: In 2006 is door de Stichting Bintwerk een start gemaakt met activiteiten ten behoeve van mantelzorgers. Het is gebleken, niet alleen door Bintwerk, dat mantelzorgers moeilijk te bereiken zijn en ook moeilijk te traceren. Veel mantelzorgers zien zichzelf niet als mantelzorger. Er zijn dan ook geen harde gegevens beschikbaar over het aantal mantelzorgers in de gemeente Heerde. Wel kan op basis van landelijke onderzoeken een goede inschatting worden gemaakt. Ongeveer 19% van de bevolking van 18 jaar of ouder is mantelzorger. Op basis hiervan kan worden gesteld dat er binnen de gemeente Heerde ongeveer 2.700 mantelzorgers zijn. Hiervan kunnen er ongeveer 900 tot de risicogroep (overbelaste mantelzorgers) worden gerekend. Het aantal mantelzorgers dat zich al overbelast voelt, ligt rond de 250. De mantelzorgconsulent is in dienst van Bintwerk. De financiële middelen hiervoor worden door de gemeente Heerde beschikbaar gesteld.
Voorzieningen op het gebied van mantelzorgondersteuning: In de gemeente Heerde zijn diverse voorzieningen aanwezig op het gebied van mantelzorgondersteuning en vrijwillige zorg. Zo is er bijvoorbeeld een start gemaakt met een lokaal steunpunt mantelzorg en zijn er allerlei instellingen actief op het terrein van vrijwillige zorg. In bijlage 2 wordt hiervan een overzicht gegeven. Dit overzicht tracht een zo goed mogelijk beeld te geven van alle voorzieningen die aanwezig zijn, maar is zeker niet 100% volledig.
Steunpunt mantelzorg: In samenwerking met Vérian, Stichting Welzijn Ouderen Epe en Steunpunt Mantelzorg de Kap uit Apeldoorn heeft de Stichting Bintwerk in 2006 stappen ondernomen om ook activiteiten op het gebied van mantelzorgondersteuning in de gemeente Heerde aan te bieden. In samenwerking met Stichting Welzijn Ouderen Epe heeft Bintwerk al enige activiteiten ten behoeve van mantelzorgers ontwikkeld en uitgevoerd. De tot nu toe beperkte personele inzet werd tot 1 maart 2007 gefinancierd uit de door het zorgkantoor aan de Kap beschikbaar gestelde gelden. Na 1 maart 2007 neemt de gemeente Heerde deze kosten voor haar rekening. Inmiddels heeft Bintwerk een lokaal steunpunt mantelzorg opgericht. Dit steunpunt is momenteel organisatorisch ondergebracht bij Bintwerk. In de ontwikkelfase wordt geprobeerd naast het aantal mantelzorgers ook de hulpvraag van mantelzorgers in kaart te brengen. Hiervoor is een enquête gehouden onder de bij Bintwerk bekende mantelzorgers. De analyse van deze enquête vindt u als bijlage toegevoegd aan deze nota. Belangrijkste uitkomst van deze analyse is: - er is behoefte aan ondersteuning; - in een aantal gevallen is respijtzorg dringend geboden; - respondenten van de enquête zijn vooral mantelzorgers van middelbare en oudere leeftijd; - een waarschijnlijk grote groep mantelzorgers is nog niet bekend. De uitkomsten van de enquête hebben geleid tot de volgende aanbevelingen: - een versnelde doorontwikkeling van een goed bereikbaar, onafhankelijk en laagdrempelig Steunpunt Mantelzorg in de gemeente Heerde; - een aanzienlijke uitbreiding van het aantal uren voor de consulent mantelzorg;
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 12 van 55
-
een actief en outreachend beleid inzake bewustwording en het in beeld krijgen van mensen in mantelzorgsituaties; extra aandacht voor verschillende vormen van respijtzorg; het opzetten en coördineren van een lokaal netwerk mantelzorg; het ontwikkelen van een folder Steunpunt Mantelzorg Heerde.
Het steunpunt mantelzorg heeft zich de volgende taken als doel gesteld voor de toekomst: - directe individuele begeleiding van mantelzorgers; - systeemondersteuning van het hele cliëntsysteem; - makelaarsfunctie bij minder complexe situaties; - bemiddeling; - inventariseren en registreren van signalen en vragen; - lokale activiteiten zoals lotgenotencontact, ontmoetings- en informatiebijeenkomsten. Uitgangspunt van het lokale steunpunt is dat zij werken vanuit de kracht van de mantelzorger zelf. De aanpak is preventief en outreachend. Het steunpunt is primair gericht op de directe ondersteuning. In het hierna volgende overzicht is aangegeven welke activiteiten uitgevoerd moeten worden en welke tijdsbesteding daarvoor nodig is. Overzicht activiteiten en te besteden uren mantelzorgconsulent: Activiteit: Intake/telefoon: Individuele begeleiding/huisbezoeken: Registratie/administratie: Inloopmiddag: (frequentie 1 x per maand) Themabijeenkomsten: (frequentie 1 x per maand) Gespreksgroepen: (frequentie 1 x per maand) Netwerken: (huisartsen, maatschappelijke instellingen, etc.) Multidiciplineel overleg: (t.b.v. clienten) Overig overleg: Overig:
Toelichting:
Uren per week: Vragen m.b.t. mantelzorg (1/2 uur per 2 cliënt). Aandacht voor individuele 4,5 problemen. Administratieve afhandeling intake, 1,5 etc. Per bijeenkomst ± 6 uur nodig 1,5 Per bijeenkomst ± 10 uur nodig
1
Per bijeenkomst ± 5 uur nodig
1,5
Contacten met diverse instellingen en organisaties. Overleg met huisartsen, zorgaanbieders, gemeente, etc. Werkoverleg, studie, vakliteratuur, etc. Persoonlijke verzorging, verlof, ziekte, etc.
Totaal:
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
1 2 2 2
19
Pagina 13 van 55
Informatie, advies en emotionele steun en individuele begeleiding: Verscheidene instellingen/organisaties bieden mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg informatie, advies en emotionele steun. Eén van de eerste professionele hulpverleners op wie mantelzorgers een beroep kunnen doen is de huisarts. Zij kunnen daar terecht met lichamelijke klachten, maar ook om emotionele en sociale problemen te bespreken. Ook kunnen vragen gesteld worden over ziekten, handicaps of behandeling van diegene die de mantelzorger verzorgt. Huisartsen kunnen dan ook een belangrijke schakel vormen. Ook bij het maatschappelijk werk kan de mantelzorger terecht met vragen over de zorg, een ondersteunend gesprek om zaken op een rij te zetten, een luisterend oor en doorverwijzing. Daarnaast biedt Spatie, het centrum voor geestelijke gezondheid in de regio Oost-Veluwe, hulp aan mensen met ernstige psychische en psychiatrische problemen. Deze organisatie kan mantelzorgers hulp bieden in de vorm van cursussen, hulp en begeleiding, advies en ondersteuning en gespreksgroepen. Daarnaast kunnen bij het zorgen voor iemand met een handicap of chronische ziekte veel vragen opkomen. MEE Veluwe kan behulpzaam zijn bij het beantwoorden van vragen over wonen, werken, vrijetijdsbesteding, opvoeding, scholing en seksualiteit. Deze organisatie heeft een brede kennis en weet goed de weg binnen financiële instanties, zorginstellingen, verzekeringsmaatschappijen en gemeenten. Over het algemeen bieden bovengenoemde organisaties ook individuele begeleiding aan mantelzorgers als dat nodig is. Het steunpunt mantelzorg rekent individuele begeleiding van mantelzorgers tot één van haar taken. Zij biedt ondersteuning bij de intensieve en soms ingewikkelde taak van mantelzorgers. Mantelzorgers kunnen er terecht voor praktische informatie over ziektebeelden, handicaps, wettelijke en financiële regelingen, voorzieningen en hulpmiddelen. Daarnaast biedt het steunpunt een luisterend oor. Vrijwilligers/leden van andere organisaties, zoals kerken, bieden vaak ook een luisterend oor, al naar gelang de behoefte. Ook worden er lotgenoten-, themabijeenkomsten en cursussen georganiseerd. Het steunpunt mantelzorg bemiddelt bovendien bij het inzetten van vrijwilligers. Tot slot wordt de dag van de mantelzorg georganiseerd door het steunpunt.
Positie steunpunt Mantelzorg Heerde: Op dit ogenblik is het lokale steunpunt mantelzorg ondergebracht bij de Stichting Bintwerk. Dit steunpunt wordt tot 1 januari 2008 gefinancierd door de gemeente op basis van maximaal 15 uur per week. In de notitie Wmo-loket gemeente Heerde is aangegeven dat het college van mening is dat ook de formatie voor Mantelzorg in het Wmo-loket moet worden ondergebracht. Op zich een logische keuze vanwege de zeer nauwe relatie tussen de Huishoudelijke verzorging en de mantelzorgondersteuning. Anderzijds kun je je afvragen of al deze onderdelen thuishoren binnen de gemeentelijke organisatie. Voorkomen moet worden dat er een splitsing in het takenpakket gemaakt wordt, dit om een al te grote versnippering te voorkomen. De keuze om het lokale steunpunt mantelzorg onder te brengen bij de gemeentelijke organisatie is om de volgende redenen logisch: Aanwezige ICT-voorzieningen; Mindere mate van kwetsbaarheid; Betere bereikbaarheid; Betere afstemming met andere taakvelden Wmo;
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 14 van 55
-
Vereenvoudigde doorverwijzing cliënten; De relatie met Apeldoorn.
Welke keuze er ook gemaakt zal worden met betrekking tot het lokale steunpunt mantelzorg, belangrijk is dat voor de cliënt duidelijk is waar hij of zij met zijn of haar vragen terecht kan.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 15 van 55
Respijtzorg: Een belangrijke component van mantelzorgondersteuning is de zogenaamde respijtzorg. Respijtzorg is een vorm van (tijdelijke) overname van de zorg die de mantelzorger biedt, door vrijwilligers en/of professionele instellingen. Respijtzorg omvat niet alleen zorg-, maar ook welzijnsaspecten. De mantelzorger krijgt de gelegenheid op adem te komen en aan het maatschappelijke leven deel te nemen. Het gaat om vormen van zorg die zowel buitenshuis (dagopvang, logeerhuis) als thuis (oppas, toezicht) worden geboden. Respijtzorg kan een regelmatig (wekelijkse oppas) of een incidenteel karakter hebben, zoals voor een dagje uit of vakantie. Ook een tijdelijke opname in een verzorgingshuis van de zorgvrager valt hieronder. Respijtzorg is het terrein van zowel de vrijwillige zorg als de professionele zorg. Bij respijtzorg en praktische hulp gaat het bij beide om zorg/activiteiten die overgenomen worden. Bij praktische hulp gaat het echter meestal om hulp die normaliter ook al niet door de mantelzorger gegeven werd. Bij respijtzorg is dat wel het geval. De mantelzorger krijgt echter door respijtzorg de mogelijkheid even tijd voor zichzelf te nemen en zich weer op te laden indien nodig.
Overbelasting: Een klein deel van de mantelzorgers zal de zorgverlening niet als belastend ervaren. De meeste mantelzorgers ervaren het echter wel als belastend, maar zullen daar niet altijd voor uitkomen. Er zijn grofweg vier groepen te benoemen: - Mantelzorgers die de zorg niet als belastend ervaren; - Mantelzorgers die bij toenemende belasting hun zorgtaak in eerste instantie als een morele verplichting zien; - Mantelzorgers die moeite hebben met het combineren van taken (werk, gezin, sociale contacten); - Mantelzorgers die te veel verplichtingen hebben, waardoor zij gestresst raken. De mantelzorger gaat vaak geleidelijk en ongemerkt over van de ene categorie naar de andere. De groep met de lichtste vorm van belasting (ruim 35%) voelt zich door de zorgverlening erg gebonden. Bij de volgende groep (ruim 25%) gaat de zorgverlening ten koste van andere taken en verplichtingen, zoals het eigen huishouden en het combineren van werk en gezin. Voor zover er vrije tijd over is, zijn zij te moe om nog iets te ondernemen. Een derde groep (bijna 7%) heeft het gevoel teveel op de schouders te hebben genomen. Zij kunnen de zorgverlening en de andere taken en verplichtingen niet combineren en voelen zich zwaar belast. De vierde en laatste groep (bijna 7%) is onder de druk bezweken en ondervindt daarvan de schade. Bijvoorbeeld omdat hun zelfstandigheid in de knel is gekomen, omdat ze ziek of overspannen zijn geraakt of doordat ze conflicten hebben gekregen op het werk of in het eigen gezin. Zware belasting kan bestaan uit zowel psychische als fysieke belasting.
(On)bekendheid mogelijkheden praktische hulp en respijtzorg: Er zijn misschien wel voldoende mogelijkheden om de zorg tijdelijk over te dragen, maar veel mantelzorgers weten dit niet of willen niet erkennen dat zij ondersteuning nodig hebben. De houding van de verzorgende kan hier ook bij een rol spelen. Het geven van mantelzorg is vaak erg zwaar. Dan heeft de mantelzorger zelf ook ondersteuning nodig. Mantelzorgers zullen daar zelf niet zo snel om vragen. Voor veel mantelzorgers is het haast niet mogelijk om
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 16 van 55
mantelzorgtaken te combineren met een betaalde baan of andere taken die zij hebben. Het doel van ondersteuning is om overbelasting van de mantelzorger te voorkomen en de mantelzorger in staat te stellen de mantelzorgtaken te kunnen blijven combineren met andere taken.
Bereikbaarheid mantelzorgers: Het is moeilijk de mantelzorger te bereiken. Mantelzorgers beseffen zelf vaak niet eens dat zij mantelzorger zijn. De zorgprofessional kan hierbij een rol spelen. Vervolgens kan de mantelzorger ondersteund worden en kunnen vervolgens eventuele knelpunten opgelost worden. De term mantelzorg is niet breed bekend en zal dus door het geven van informatie de bewustwording van mantelzorgers vergroot dienen te worden. Dit kan gerealiseerd worden door bijvoorbeeld het ontwikkelen van folders voor de mantelzorger, mantelzorgnetwerk, het oprichten van een lokale belangengroepering mantelzorgers, het vastleggen van de gegevens van en voor mantelzorgers in een databank en het realiseren van informatie en (bij)scholing.
Praktische hulp en respijtzorg: Praktische hulp en respijtzorg worden door veel verschillende organisaties, zowel lokaal als regionaal, aangeboden aan mantelzorgers. In principe heeft iedereen bij langdurige ziekte via de AWBZ of de Wmo recht op hulp. Voor bepaalde soorten hulp of zorg is wettelijk bepaald dat een indicatie nodig is. Ondersteuning in het huishouden, dagopvang of dagverzorging, verpleegkundige zorg aan huis en opname in een woon- en zorgcentrum of een verpleeghuis zijn enkele vormen van hulp die daaronder vallen. In Heerde is het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) de organisatie die vaststelt of en welke zorg degene voor wie de mantelzorger zorgt in aanmerking komt.
Professionele hulp: Thuiszorgorganisaties kunnen mantelzorgers ondersteunen in de taken die zij uitvoeren. Inmiddels heeft aanbesteding van de huishoudelijke verzorging plaatsgevonden. De Thuiszorgorganisaties die in Heerde een actieve rol zullen vervullen zijn: Stichting Verian, Stichting Carinova en Thuiszorg Service Nederland B.V. Deze, AWBZ erkende reguliere thuiszorgorganisaties, hebben professionele medewerkers in dienst die een aantal zorgtaken kunnen overnemen. Er kan ondersteuning verleend worden in: huishoudelijke verzorging (schoonmaakwerkzaamheden, wasverzorging, verzorging van huisdieren, maaltijdverzorging), verpleging en verzorging (klaarzetten en toedienen van medicijnen, hulp bij lichamelijke verzorging en verpleging, wond- en stomaverzorging, toedienen van sondevoeding en incontinentie), specialistische verpleging (het aanbrengen van een pijnbestrijdingspomp, het inbrengen van een sonde, specialistische kennis over chronische ziekten, het inbrengen van een infuus), gespecialiseerde verzorging (ondersteuning bij het weer onder de knie krijgen over het huishouden, ondersteuning bji verzorging en opvoeding van één of meerdere kinderen, hulp bij organisatie van het huishouden, hulp bij het omgaan met het huishoudbudget, hulp bij de dagindeling), maatschappelijk werk, voedingsvoorlichting en dieetadvisering, gespreksgroepen en gezondheidscursussen.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 17 van 55
Vrijwillige hulp: Naast hulp door beroepskrachten zijn er ook vrijwilligersorganisaties actief. Als een mantelzorger er even tussen uit wil, kan een vrijwilliger tijdelijk de taken overnemen. Eén van de organisaties die hulp kan bieden is de Stichting Vrijwillige Hulpdienst Heerde. Deze organisatie heeft ten doel maatschappelijke hulpverlening te geven, daar waar professionele krachten, familie, kennissen of buren – door welke oorzaak dan ook – niet in staat zijn om passende hulp te bieden. De door de stichting verleende hulp is in principe altijd van tijdelijke aard. Door de vrijwilligers wordt hulp geboden bij: eenvoudig administratief werk, het doen van boodschappen, de opvang van kinderen (in noodsituaties), personenvervoer, kleine klusjes in en rond het huis, huisbezoeken, oppasdiensten, voorlezen, wandelen, het uitlaten en/of verzorgen van huisdieren, intensieve en terminale zorg in de thuissituatie, telefooncirkel voor meer sociaal contact bij eenzaamheid of meer zekerheid door deze vorm van “sociale controle”, het begeleiden van mensen die onder psychiatrische behandeling zijn of zijn geweest en het begeleiden en opvangen van mensen bij rouwverwerking. Ook kerken hebben vrijwilligers beschikbaar die de mantelzorger op allerlei manieren kunnen ontlasten.
Hulp buitenshuis: Er zijn mogelijkheden om een beroep te doen op opvang buitenshuis. Hierdoor krijgt de mantelzorger meer tijd voor zichzelf. Afhankelijk van de voorziening gaat het om opvang van een dag, een aantal keren per week, een week of zelfs om opvang van maximaal acht weken. Ten eerste is er de mogelijkheid van dagverzorging. Dit is bedoeld voor ouderen die zo lang mogelijk zelfstandig willen wonen en merken dat hun sociale contacten afnemen. Enkele dagen per week kunnen ouderen, die geen of weinig hulp nodig hebben bij de dagelijkse lichamelijke verzorging, naar de dagverzorging gaan. Dagbehandeling is een tweede vorm van hulp buitenshuis. Er zijn verschillende vormen van dagbehandeling. Met de dagbehandeling wordt geprobeerd de geestelijke en lichamelijke conditie te handhaven of te verbeteren. Daarnaast geeft de dagbehandeling de verzorgers thuis meer tijd te ontspannen. Ook is ondersteuning door begeleidingsgesprekken of deelname aan gespreksgroepen mogelijk. Er bestaan ook dagactiviteitencentra. Dit zijn ontmoetingsplaatsen voor mensen met psychiatrische problemen, mensen met een lichamelijke of meervoudige beperking en voor mensen met een hersenletsel tengevolge van een ziekte of ongeval. Bij de activiteitencentra kunnen mensen deelnemen aan diverse activiteiten als cursussen, sport of werkprojecten. Tijdelijke opname is ook een mogelijkheid. Voor een korte tijd kan degene die verzorgd wordt opgenomen worden in een woonzorgcentrum of verpleeghuis. Deze opnames zijn meestal om de mantelzorger te ontlasten.
Logeeropvang: Tot slot is er nog de logeeropvang. Logeerhuizen bieden mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking de mogelijkheid er voor korte tijd te verblijven. Voorbeelden zijn P.P. van de Bent Stichting, de Passarel en Siza woongroep. Zij bieden logeermogelijkheden voor alle thuiswonenden met een verstandelijke of meervoudige beperking.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 18 van 55
Speciaal voor kinderen in de basisschoolleeftijd met ADHD of PDD-NOS is het project “Speciale Gasten” opgericht. Een weekend per maand kan het kind uit logeren bij een gastgezin.
Huisbezoek: Het huisbezoek vormt een belangrijke activiteit in kader van mantelzorg. Huisbezoek is een manier om preventief in te kunnen spelen op de situatie van iemand die zorg of hulp nodig heeft. Van belang is daarbij dat indien er mantelzorgers actief zijn, dit inzichtelijk wordt gemaakt en dat zij gewezen worden op mogelijke ondersteuning. Van het huisbezoek kan en gaat een signalerende functie uit. Er is veel vrijwilligersaanbod op het gebied van bezoekwerk, namelijk vanuit organisaties als de Zonnebloem, het Rode Kruis en de kerken.
Vakantie: Een ander aspect van respijtzorg vormt vakantie. Vakantie is voor de mantelzorger van belang om de accu op te laden. Het is mogelijk om alleen op vakantie te gaan of met degene die de mantelzorger verzorgt. De volgende organisaties organiseren vakanties: Stichting Thuisverzorging van Gehandicapten, Nederlandse Branchevereniging Aangepaste vakanties, Landelijke Organisatie Thuisverzorgers, Alzheimer Nederland, Stichting Mens en Samenleving, De Zonnebloem (vakanties voor (echt)paren waarvan één van de partners verpleegkundige hulp en/of verzorging nodig heeft, vakanties voor thuiswonende (echt)paren waarvan één van de partners dementeert, vakanties voor gezinnen waarvan tenminste één lid (veel) verpleging nodig heeft en het Nederlandse Rode Kruis. Vakanties voor kinderen (en hun ouders) worden georganiseerd door Villa Pardoes, Stichting Doe Een Wens, Colombine, SOVA (Stichting Opvang & Vakantie Autisten) en Camping Schuylenburg in Apeldoorn.
Regionale instellingen: Naast de lokale voorzieningen zijn er ook organisaties binnen de regio actief op het gebied van mantelzorg en/of vrijwillige zorg zoals Humanitas en Veluwe-Alert. Het project “Speciale Gasten” van Humanitas is ontwikkeld door de afdeling Apeldoorn Humanitas in samenwerking met de projectpartners Pactum, Spatie, KJPON en de ouderverenigingen Balans en NVA. Het project wordt uitgevoerd in de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Heerde, Epe, Lochem, Voorst en Zutphen. Doel van het project is de ouders, het kind en het gezin ruimte te geven om even op adem te komen. Ouders die dagelijkse zorg hebben voor kinderen die veel aandacht en ondersteuning hebben, raken gemakkelijk overbelast. Het gaat doorgaans om kinderen in de basisschoolleeftijd die een vorm van AD(H)D of een Autisme Spectrum Stoornis hebben. Zij kunnen gemiddeld één keer per maand logeren bij een gastgezin. Veluwe-Alert biedt sociaal maatschappelijke dienstverlening. Eén van de diensten die zij aanbieden is buddyzorg. Dit houdt in dat ondersteuning wordt geboden aan mensen met een levensbedreigende of chronische ziekte. Het verwerken van het ziek-zijn en het versterken van de persoonlijke kracht en autonomie staat daarbij centraal. Buddy’s zijn betrokken maatjes op wie je terug kunt vallen. Ze ondersteunen bij sociaal emotionele hulpvragen om de
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 19 van 55
balans in het leven weer te herstellen. Hierbij kan je denken aan: het kunnen praten over de ziekte en de gevolgen voor je leven; het bespreken van de te volgen behandeling, het oppakken van sociale activiteiten, het meegaan naar artsen/ziekenhuis, het zoeken naar oplossingen voor diverse zaken, gezellige dingen doen (museum bezoeken, winkelen, terrasje zitten, spelletje doen e.d.).
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 20 van 55
Materiële ondersteuning en andere regelingen: Personenalarmering: Personenalarmeringssysteem kan meer zekerheid geven aan mantelzorgers en degene die zij verzorgen. Het betreft een draadloos alarmknopje dat de verzorgde altijd bij zich draagt.
Vervoer: Als degene die door de mantelzorger verzorgd wordt geen gebruik kan maken van openbaar vervoer, eigen fiets of auto en daardoor meer kosten heeft, kan diegene een vervoersvoorziening aanvragen via de Wmo. Deze voorziening kan variëren van een scootmobiel tot een financiële tegemoetkoming in de vervoerskosten. Ook kan er een begeleiderkaart aangevraagd worden door mensen met een handicap die niet zelfstandig aan het openbaar vervoer kunnen deelnemen.
Persoonsgebonden Budget (Pgb): Met een persoonsgebonden budget (Pgb) kan zelf de zorg of een hulpmiddel worden ingekocht. Met een Pgb bepaalt degene voor wie gezorgd wordt welke zorg wordt ingekocht, op welke momenten en onder welke voorwaarden. De client heeft de keuze tussen het krijgen van zorg of een hulpmiddel in natura of in de vorm van een Pgb. Voor een verstrekking in natura of een Pgb moet men zich melden bij het Wmo-loket. Met het Pgb kan de volgende zorg worden ingekocht: huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding, tijdelijk verblijf en hulpmiddelen. Als een Pgb wordt verstrekt voor huishoudelijke of persoonlijke verzorging dan mag dit budget ook worden ingezet voor de mantelzorger. Er dient dan een contract te worden opgesteld tussen de cliënt/patiënt en de mantelzorger.
Inkomstenderving: Ook maken veel mantelzorgers extra kosten (zoals extra kosten voor vervoer (reiskosten), wassen, voeding, telefoonkosten en inschakelen huishoudelijke hulp). De hulp kost mantelzorgers vaak veel geld. Tweederde hiervan betreft over het algemeen extra uitgaven en eenderde betreft gederfde inkomsten. Mantelzorgers kunnen hierdoor in financiële problemen raken. Dit betreft met name mensen die iemand in het eigen huishouden verzorgen. Dankzij de mantelzorg hoeven vele hulpbehoevenden geen beroep te doen op de professionele zorg.
Vergoedingsregelingen: financiën: Mantelzorgers maken vaak extra kosten. Er zijn vergoedingsregelingen. Er kan voor vergoedingen, hulpmiddelen en voorzieningen een beroep worden gedaan op: algemene bijstandswet, bijzondere bijstand, wet maatschappelijke ondersteuning, vermindering belasting, vergoeding bij zorgverzekeraar, vergoedingen via AWW / WIA en/of zorgverlof via werkgever.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 21 van 55
Vrijwilligerswerk: De vrijwillige inzet van burgers, zowel informeel en ongeorganiseerd (kleinschalig burgerinitiatief) als in georganiseerd verband (vrijwilligersorganisaties, sportverenigingen, etc.), vormt een onmisbaar deel van de ‘civil society’. Vrijwilligerswerk is ook bij uitstek een manier voor burgers om verantwoordelijkheid te nemen. Met zijn vrijwillige inzet is de burger niet slechts consument van publieke diensten, maar levert hij actief een bijdrage. Hij geeft niet alleen zijn eigen ‘meedoen’ vorm, maar draagt ook bij aan het ‘meedoen’ van kwetsbare groepen. Zowel in de zorg als op andere terreinen zijn veel vrijwilligers, al dan niet in georganiseerd verband, actief. Het kan gaan om kortstondige hulp, maar ook om ondersteuning van structurele aard. Voorbeelden van vrijwilligerswerk zijn burenhulp, vrijwillige thuishulp, werkzaamheden voor verenigingen en dergelijke.
Vormen van vrijwilligerswerk: Zoals eerder aangegeven dient er onderscheid gemaakt te worden tussen vrijwilligerswerk in de zorg en vrijwilligerswerk buiten de zorg. Uiteraard zijn beide vormen belangrijk voor de samenleving. Het maken van dit onderscheid is van belang, omdat vrijwilligerswerk in de zorg van een ander kaliber is dan het vrijwilligerswerk buiten de zorg. Het opkomen voor de zwakkeren in de samenleving brengt immers een meer emotionele lading met zich mee dan het verrichten van vrijwilligerswerk ten behoeve van een vereniging. Dit vraagt om verschillende vormen van begeleiding en stimulering. Verenigingen heffen immers contributie, waaruit ook een deel van de onkosten van het vrijwilligerswerk betaald kan worden. Dit in tegenstelling tot het vrijwilligerswerk in de zorg. Bij het te formuleren beleid zal voor beide categorieën afzonderlijke criteria opgesteld moeten worden.
Maatschappelijke stage: Binnen de samenleving wordt al enige jaren de discussie gevoerd over het instellen van het fenomeen maatschappelijke stage voor jongeren in het voortgezet onderwijs. Maatschappelijke stage kunnen we omschrijven als een vorm van leren binnen of buiten de school, waarbij leerlingen door middel van vrijwilligersactiviteiten kennis maken met allerlei aspecten en onderdelen van de samenleving. Zo leren zij langzamerhand verantwoordelijkheid dragen voor maatschappelijke belangen. Een dergelijke activiteit kan leerlingen voorbereiden op een volwaardige deelname aan de samenleving en inhoud geven aan het begrip burgerschap. Op dit moment wordt op verschillende scholen ervaring opgedaan met het opzetten van maatschappelijke stage. Scholen formuleren doelen, denken na over de plaats die een stage binnen het onderwijs kan innemen en over de wijze van begeleiding en beoordeling. Hoe een school de stage ook invult, in alle gevallen werken scholen en lokale vrijwilligersorganisaties met elkaar samen om de stage voor te bereiden en de uitvoering mogelijk te maken. Net als voor de scholen is de maatschappelijke stage voor vrijwilligersorganisaties een nieuwe ontwikkeling en uitdaging. Het biedt hen kansen om vrijwilligerswerk aantrekkelijk te maken voor jongeren en met scholen in een duurzame samenwerking een breed vormingsaanbod voor leerlingen op te zetten.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 22 van 55
Vrijwilligers Steunpunt: Stichting Bintwerk zet zich in voor vrijwilligerswerk en daarmee dus ook voor vrijwilligers in de zorg. Bintwerk is actief door middel van bemiddeling tussen vrijwilligers en organisaties, het organiseren van workshops en maatschappelijke stages, informatievoorziening en promotionele activiteiten. Een nieuw op te zetten Vrijwilligers Steunpunt moet een plek in de Heerder samenleving veroveren. Zij moet beschikken over kennis, ervaring en een groot netwerk om mantelzorgers/vrijwilligers in de zorg te ondersteunen en van kennis te voorzien. Tot de taken van dit Vrijwilligers Steunpunt behoren onder andere: - ondersteunen van vrijwilligers en organisaties die met vrijwilligers werken; - het promoten van vrijwilligerswerk; - werven van vrijwilligers; - verstrekken van informatie en advies; - bieden van scholing; - initiëren van samenwerking op het gebied van vrijwilligersactiviteiten’; - opzetten en onderhouden van een vrijwilligersvacaturebank; - coördinatie van een vrijwilligersplatform; - organiseren van maatschappelijke stages. Het Vrijwilligers Steunpunt kent een sociale kaart en staat dicht bij de burgers en organisaties die met vrijwilligers werken. Het Vrijwilligers Steunpunt staat als een onpartijdige instelling midden tussen vrijwilligersorganisaties, bedrijfsleven, zorginstellingen en burgers en kent de leefwereld van de lokale bevolking. Zij kan zodoende goed inspelen om het actief burgerschap, wat de Wmo vraagt, te stimuleren. De deskundigheid en het netwerk van het Vrijwilligers Steunpunt kan in het kader van de Wmo en het beleidsveld mantelzorg ingezet worden op ondersteuning van organisaties en vrijwilligers in de (mantel)zorg. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door het organiseren van workshops voor de vrijwilligers in de zorg om hen van kennis op allerlei gebied te voorzien en op deze manier vrijwilligers in de zorg weerbaarder te maken, of door het bedrijfsleven in te schakelen om kennis op bepaalde gebieden te delen met vrijwilligers in de zorg of door organisaties te stimuleren met elkaar samen te werken en van elkaars deskundigheid gebruik te gaan maken. Een andere activiteit die het Vrijwilligers Steunpunt uitvoert, betreft bemiddeling. Middels het inzetten van de vrijwilligersvacaturebank, zowel de digitale als papieren versie, kunnen vraag en aanbod bij elkaar gebracht worden. Advisering bij de zoektocht naar een doelmatiger inzet van de vrijwilligers in de zorg en beter gebruik te maken van de specifieke deskundigheid van mantelzorgers en vrijwilligers is een volgend aspect. Tot slot kan het Vrijwilligers Steunpunt inzetten op vernieuwing. Hierbij kan gedacht worden aan het aanboren van nieuwe doelgroepen voor vrijwilligerswerk in de zorg en/of het geven van handvaten aan organisaties om het vrijwilligerswerk in de zorg meer beheersbaar aan te gaan bieden, zodat burgers eerder geneigd zijn om vrijwilligerswerk te gaan verrichten.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 23 van 55
Huidig vrijwilligersbeleid: Contourennota: In de contourennota zoals deze op 7 juli 2003 door de raad is vastgesteld zijn de volgende definities opgenomen ten aanzien van: Vrijwilliger: iemand die diensten verricht voor een organisatie zonder dat er sprake is van een werknemer/werkgeverrelatie. Vrijwilligersorganisatie: een organisatie waarvoor geen personen werkzaam zijn waarmee een werknemer/werkgeverrelatie bestaat, anders dan in de vorm van een contract voor het leveren van bepaalde diensten gedurende een bepaalde periode (sporttrainingen e.d.) Een van de belangrijkste gemeentelijke beleidsuitgangspunten is dat het binnen de gemeente aanwezige (rijke) potentieel aan vrijwilligers moet worden gestimuleerd haar activiteiten voort te zetten. De gemeente wil dit doen door het ondersteunen van deze onmisbare groep in de samenleving door middel van een aantal speerpunten van beleid: 1. Het erkennen van vrijwilligersorganisaties en het daaraan koppelen van een ‘basissubsidie’; 2. Het subsidiëren van activiteiten/cursussen die de deskundigheid van vrijwilligers bevorderen; 3. Het subsidiëren van de kosten die zijn verbonden aan het aanvullend verzekeren van de WA- en ongevallenverzekeringen van vrijwilligers; 4. Het subsidiëren van de kosten die zijn verbonden aan het verzekeren van de Bestuurlijke Aansprakelijkheid bij subsidierelaties die een structurele werkgever – werknemer relatie hebben met hun medewerkers; 5. Het subsidiëren van een vrijwilligerssteunpunt voor bemiddeling (verzekeringen), informatie en advies; 6. Het subsidiëren van het ‘vrijwilligersplatform’; 7. Het ontwikkelen van activiteiten in het kader van een vraaggericht beleid; 8. Belangenbehartiging; 9. Promotie.
Nota “Alles heeft zijn prijs”: In de nota “Alles heeft zijn prijs” is ten aanzien van de vrijwilligersondersteuning de volgende passage opgenomen: “De door de gemeente bepleite vrijwilligersondersteuning, na de totstandkoming van de instelling uit te voeren door Bintwerk, is de laatste jaren niet van de grond gekomen. Omdat deze ondersteuning niet van de grond is gekomen valt daarop geen bezuiniging toe te passen. Vanwege de plaats in het gemeentelijk beleid en de toenemende druk op de ondersteuning als uitvloeisel van de invoering van de Wmo is een bezuiniging hierop ook in de toekomst niet wenselijk. Een koppeling aan het Wmo-loket is een optie met betrekking tot de informatie- en adviesfunctie.” Naar aanleiding van de behandeling van deze nota heeft de raad van de gemeente Heerde op 12 maart 2007 ten aanzien van de vrijwilligersondersteuning besloten tot het aanbieden (en eventueel bekostigen) van een collectieve aanvullende verzekering aansprakelijkheid en ongevallen aan de betreffende verenigingen. Dit punt betrekken bij de op te stellen notitie vrijwilligersbeleid/mantelzorg. Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 24 van 55
Subsidievoorwaarden afstemmen op de aard en omvang van de instelling: Professionele en vrijwilligersorganisaties moeten op verschillende manieren worden benaderd omdat hun mogelijkheden nu eenmaal verschillend zijn. Bij het subsidiëren van alle activiteiten wordt uitgegaan van ‘subsidiabele eenheden’. Dat betekent dat er bij professionele instellingen wordt gesubsidieerd op basis van definieerbare en meetbare eenheden. Bijvoorbeeld het aantal klokuren dat een activiteit in beslag neemt. Daarbij kan het gaan om een bijeenkomst, een cursus, een les, een openingsduur en dergelijke. Vrijwilligersorganisaties worden in beginsel gesubsidieerd op basis van activiteiten en daarmee niet op basis van aantallen leden, deelnemers, inwoners en dergelijke. Dit komt ook omdat er lang niet altijd een direct verband bestaat tussen de hoogte van de kosten en de aantallen deelnemers. Daarbij wordt als uitgangspunt gehanteerd het subsidiëren van activiteiten op basis van normbedragen. Dat betekent dat bij subsidiabele activiteiten sprake zal zijn van een vast subsidiebedrag als tegemoetkoming in de kosten ervan. Aan de ene kant leiden zelfwerkzaamheid en sponsoractiviteiten niet tot een ‘subsidiekorting’, aan de andere kant is de organisatie zelf verantwoordelijk voor het afdekken van niet begrote tekorten als gevolg van minder deelnemers, lagere sponsorbijdragen en dergelijke. Een van de algemene uitgangspunten is dat de directe/variabele activiteitenkosten (zoals materiaalkosten) bij de activiteiten binnen de categorie ‘bevorderen van sociaal maatschappelijke participatie’ worden opgebracht vanuit deelnemersbijdragen. Ter bevordering van de instandhouding van de sociale infrastructuur aan vrijwilligersorganisaties wordt een ‘erkenningenregeling’ ingevoerd met daaraan gekoppeld een basissubsidie. Deze basissubsidie is een vorm van erkenning en waardering van de kant van de gemeente en is bestemd voor het (voor een deel) bekostigen van de lasten die onontkoombaar zijn bij het instandhouden van een vrijwilligersorganisatie (vereniging of stichting). Daarbij kan worden gedacht aan de kosten van de Kamer van Koophandel, vergaderkosten van het bestuur en dergelijke. Voorwarde is dat er sprake is van een volledige rechtsbevoegdheid: er moet sprake zijn van een vereniging of stichting met een notarieel gepasseerde stichtings- of oprichtingsakte
Vrijwilligersbeleid: Door zowel de landelijke als de lokale overheden wordt steeds meer ingezien dat de uitvoering van overheidsbeleid binnen de sectoren Welzijn – Sport – Cultuur en ook Onderwijs vaak heel afhankelijk is van de inzet van vrijwilligers. Omdat alom wordt geconstateerd dat er sprake is van een terugloop van de capaciteit aan vrijwilligers moet worden gestimuleerd dat de al actieve vrijwilligers doorgaan met hun werkzaamheden en dat nieuwe vrijwilligers worden geworven. Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen voor het teruglopend aantal vrijwilligers, waaronder: Minder vrije tijd door het tweeverdienerschap, grotere afstanden woon- werk en meer wisselende werktijden (vaste tijdstippen kunnen niet); Meer behoefte aan projectmatige dan aan structurele inzet (graag kortlopend); De individualisering van de maatschappij (eigenbelang); Steeds hogere eisen aan vrijwilligersinzet (wet- en regelgeving).
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 25 van 55
In verschillende plaatsen speelt daarbij ook de vergrijzing een rol: in tegenstelling tot wat werd verwacht gaan de langer vitale senioren zich niet altijd inzetten als vrijwilliger maar wil men ‘eindelijk’ eens tijd en ruimte voor zichzelf. Voor sommige sectoren is het treffen van een stimuleringsmaatregel al aan de late kant: met name in de sportwereld is er een sterke afname aan vrijwilligerspotentieel. Overigens blijkt uit het onderzoek dat 75% van de vrijwilligers als zodanig actief is omdat hij/zij ‘het leuk vindt’ In dat opzicht kan de gemeente een belangrijke rol spelen. Aspecten die daarbij van belang zijn: Het laten blijken van waardering; Het afdekken van bepaalde risico’s; Het begrip hebben voor de (on)mogelijkheden van vrijwilligers; Het ondersteunen van vrijwilligers en hun organisaties. In dat kader wordt op gemeentelijk beleidsniveau het volgende bepaald: Het laten blijken van waardering: Het ‘erkennen’ van vrijwilligersorganisaties en het daaraan koppelen van een ‘basissubsidie’. Door het toepassen van deze regeling en het daaraan koppelen van een bepaalde financiële waardering wordt de waardering van de gemeente tot uitdrukking gebracht. De erkenningenregeling beperkt zich voorlopig tot die vrijwilligersorganisaties die gesubsidieerde activiteiten uitvoeren. Het op de Internationale Vrijwilligersdag (ieder jaar op 7 december) aandacht besteden aan de plaatselijk werkende vrijwilligers. Dit gebeurt door het uitreiken van een ‘Vrijwilligersprijs’ aan één of meer vrijwilligers die zich in het bijzonder hebben onderscheiden. Het afdekken van bepaalde risico’s: Het subsidiëren van de kosten die zijn verbonden aan het aanvullend verzekeren van de WA- en ongevallenverzekeringen van vrijwilligers. Dit om de vrijwilligers niet zelf te laten opdraaien voor de eventuele gevolgen van hun inzet ten behoeve van de Heerdense gemeenschap. In dat kader worden deze kosten, ook omdat deze een minimale financiële inzet vragen met een optimale dekking van de risico’s voor de uitvoerders van het gemeentelijk beleid, subsidiabel gesteld. Het subsidiëren van de kosten die zijn verbonden aan het verzekeren van de Burgerlijke Aansprakelijkheid bij subsidierelaties die een structurele werkgever/werknemerrelatie hebben met hun medewerkers (professionele instellingen). Tal van bestuursleden van professionele instellingen verrichten deze werkzaamheden als vrijwilliger naast hun gewone werk. Vaak zijn aan deze vrijwilligersinzet ten behoeve van het dragen van de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van gemeentelijk beleid niet onaanzienlijke risico’s verbonden. In dat kader worden deze kosten, ook omdat deze een minimale financiële inzet vragen met een optimale dekking van de risico’s voor de uitvoerders van het gemeentelijk beleid, subsidiabel gesteld. Het begrip hebben voor de (on)mogelijkheden van de vrijwilligers: Ook in de toekomst zal de gemeente bij het opstellen van subsidievoorwaarden uitgaan van de (on)mogelijkheden van de vrijwilligersbestuurders. Het gaat daarbij om: Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 26 van 55
Het tijdstip van overleg; Het aanleveren van stukken; De opzet van in te vullen formulieren; En dergelijke.
Het ondersteunen van vrijwilligers en hun organisaties: He subsidiëren van een vrijwilligerssteunpunt voor bemiddeling (verzekeringen), informatie en advies. Vanuit een dergelijk steunpunt kan het gemeentelijk beleid betreffende de belangenbehartiging van vrijwilligers, de verdere ontwikkeling van vrijwilligersbeleid en de promotie van het vrijwilligerswerk worden opgepakt. Het subsidiëren van het ‘vrijwilligersplatform’ (Vrijwilligers Steunpunt). Door het Vrijwilligers Steunpunt wordt enkele malen per jaar een bijeenkomst georganiseerd waaraan wordt deelgenomen uit alle (ook niet door de gemeente gesubsidieerde) sectoren waar wordt gewerkt met vrijwilligers. Dit om te komen tot een uitwisseling van ervaringen, eventuele problemen te inventariseren en om bepaalde aspecten voor te leggen aan het vrijwilligerssteunpunt en/of de gemeente. Het subsidiëren van activiteiten/cursussen die de deskundigheid van vrijwilligers bevorderen. Door vanuit het vrijwilligerssteunpunt laten coördineren van het aanbod aan deskundigheidbevorderende cursussen kan een efficiënter inzetten van subsidiemiddelen worden bereikt. Deze cursussen zijn niet subsidiabel als zij opleiden tot een beroep en/of het verwerven van bevoegdheden die leiden tot het verwerven van inkomsten (trainersdiploma’s e.d.).
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 27 van 55
Financien: Inkomsten: Tot 1 januari 2007 werd de ondersteuningsstructuur ten behoeve van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg bekostigd uit de subsidieregeling Coördinatie Vrijwillige Thuiszorg en Mantelzorg (CVTM regeling). Door de overheveling van deze regeling naar de Wmo is de verantwoordelijkheid voor de verdeling van deze middelen verschoven van het zorgkantoor naar de gemeenten. Vanuit het zorgkantoor werden de Coördinatiegelden Vrijwillige Thuiszorg en Mantelzorg in de regio ingezet. Onder de regeling viel sinds enkele jaren ook de vorming van palliatieve netwerken. Dit onderdeel gaat niet mee naar de Wmo. Binnen de CVTM-regeling had het ministerie van VWS de volgende procentuele toekenning voorgeschreven: 30% t.b.v. terminale thuiszorg, 62% t.b.v. vrijwillige thuiszorg en mantelzorg en 7% t.b.v. palliatieve netwerken. De gemeenten van de Stedendriehoek hebben afgesproken dat er een vloeiende overgang moet plaatsvinden van de huidige naar de nieuwe financiering van activiteiten rond mantelzorg en vrijwilligersbeleid. Continuering voor de eerste twee of drie jaar van de huidige mantelzorgondersteuning is het uitgangspunt, waarbij zowel lokaal als regionaal bezien zal worden wat voor verdere ontwikkelingen nodig en mogelijk zullen zijn. Gemeenten zullen ten minste op het niveau van de huidige eigen middelen en de CVTM-gelden mantelzorgondersteuning en vrijwillige zorg financieren en faciliteren. Binnen de gemeente Heerde zijn een aantal instellingen actief op het gebied van mantelzorg en vrijwillige zorg. Alhoewel de meeste geldstromen niet altijd direct voor mantelzorg en vrijwillige zorg bedoeld zijn, zijn de activiteiten wel van grote betekenis hiervoor. De gemeente Heerde kan geen invloed uitoefenen op deze geldstromen. Ook zijn er gelden vanuit de CVTM-regeling. In het kader hiervan krijgen een aantal regionale instellingen budget die ook in de gemeente Heerde actief zijn. Een verdeelsleutel naar gemeente is er niet en dus kan ook niet worden aangegeven hoe groot het deel is dat voor de gemeente Heerde wordt besteed. Binnen het Wmo budget is voor de gemeente Heerde - overeenkomstig de junicirculaire - een bedrag ad € 11.306,00 beschikbaar ten behoeve van de mantelzorg. Daarnaast wordt er eenmalig via de Regio een bedrag beschikbaar gesteld ad € 10.000,00.
Uitgaven: De benodigde gelden ten behoeve van de mantelzorgondersteuning zijn onder te verdelen in: Uitgaven voor het Regionaal Steunpunt Mantelzorg dat voor rekening van de gemeente Heerde komt waarbij rekening is gehouden met het provinciaal subsidie: Jaartal: Subsidie provincie: Totale kosten regio: Deel Heerde: 2007: 100% €. 24.000,00 €. 0,00 2008: 75% €. 48.960,00 €. 979,00 2009: 40% €. 49.939,00 €. 2.397,00 2010: 0% €. 50.938,00 €. 4.075,00
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 28 van 55
Uitgaven lokaal steunpunt mantelzorg (Steunpunt ondergebracht bij Bintwerk) op basis van 15 uur per week: Berekeningsgrondslag 2007 (voor de jaren na 2007 is een index van ± 3% aangehouden): Lokaal steunpunt: Salaris: Reiskosten woon-/werk: Reiskosten: Kosten Bintwerk: Kosten De Kap: Telefoon: Computer: Activiteiten incl. porto etc.:
9.000,00 1.500,00 1.500,00 7.500,00 4.500,00 450,00 750,00 4.800,00 Totaal kosten:
30.595,42
NB: In verband met een financiering die niet plaatsvindt over het gehele jaar 2007 komen de kosten voor dat jaar lager uit.
2007: 2008: 2009: 2010:
€. €. €. €.
21.673,00 31.000,00 32.000,00 33.000,00
Uitgaven lokaal steunpunt mantelzorg (Steunpunt ondergebracht bij Wmo-loket) op basis van 15 uur per week: Berekeningsgrondslag 2007 (voor de jaren na 2007 is een index van ± 3% aangehouden): Lokaal steunpunt: Salaris: Dienstreizen: Overhead (40% salariskosten): Activiteiten: (stelpost)
9.000,00 1.500,00 3.600,00 4.000,00 Totaal kosten:
2007: 2008: 2009: 2010:
€. €. €. €.
18.100,00
0,00 18.100,00 18.650,00 19.250,00
De benodigde gelden voor de jaren 2008 en later overstijgen de inkomsten. Binnen het totale Wmo-budget zal dus gekeken moeten worden naar aanvullende mogelijkheden. Gezien de relatie tussen de huishoudelijke verzorging en de mantelzorg is het gerechtvaardigd om een deel van de kosten voor mantelzorg te putten uit de gelden die beschikbaar komen voor de huishoudelijke verzorging.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 29 van 55
Relevante ontwikkelingen: In deze paragraaf wordt tot slot nog ingegaan op ontwikkelingen die relevant zijn voor mantelzorg en vrijwilligerswerk. Deze opsomming heeft niet de intentie volledig te zijn, maar geeft een aantal belangrijke ontwikkelingen weer.
Individualisering en digitalisering: Belangrijke trends in de samenleving zijn toenemende individualisering, de groei van het aantal taakcombineerders en de snelle digitalisering. Individualisering van de maatschappij heeft effecten op de deelname van mensen aan het sociaal leven. Mensen worden in hun opvattingen minder gestuurd door de maatschappelijke verbanden waar zij deel van uit maken. In een sterk geïndividualiseerde samenleving is het een opgave om verbondenheid in de samenleving te realiseren. De trend van individualisering gaat samen met een versnelling in de samenleving. De samenleving digitaliseert in hoog tempo. Dankzij technologische en geautomatiseerde vernieuwingen is het mogelijk om aangepaste woningen te bouwen, geavanceerde zorg te bieden en mensen met een beperking te ondersteunen in hun dagelijkse leven. De versnelling zien we ook in het feit dat mensen in toenemende mate een veelheid aan taken combineren. Ze werken, zorgen voor een familielid, voeden kinderen op, zijn vrijwilliger, sporten. Een bijzondere groep binnen de taakcombineerders is de groep die mantelzorger verleent. Verwacht mag worden dat door de vergrijzing en de trend dat mensen met een zorgvraag zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, de vraag naar mantelzorg de komende jaren zal toenemen. Hierdoor zal de druk op mantelzorgers en taakcombineerders toenemen.
Vergrijzing: De ontwikkeling van optredende vergrijzing vindt ook in de gemeente Heerde plaats. Het percentage 65 plussers ligt rond de 17% en de verwachting is dat dit de komende jaren verder zal oplopen. Vanaf 65 neemt de hulpvraag toe. Er zal dan ook een steeds groter beroep worden gedaan op de professionele zorg, maar ook op de informele zorg waaronder mantelzorgers.
Vermaatschappelijking van de zorg: Vermaatschappelijking van de zorg is een ontwikkeling die erop is gericht zoveel mogelijk mensen die langdurig zorgafhankelijk (zullen) zijn zo lang mogelijk volwaardig te laten deelnemen in de samenleving. De Wmo geeft aan dat het organiseren van ondersteuning en zorg voor deze groepen mensen primair een verantwoordelijk voor de burgers zelf is. Hiermee wordt sterk de nadruk gelegd op mantelzorgers en vrijwillige zorg. Wel is de gemeente verplicht beleid te ontwikkelen voor ondersteuning aan mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 30 van 55
Landelijke ontwikkelingen: De Wmo past in de lijn van het huidige beleid van de kabinetten Balkenende. Het kabinet kiest voor decentralisatie van beleid naar het gemeentelijk niveau. De Wmo beoogt de zelfredzaamheid en participatie van burgers te versterken. Daarnaast richt de wet zich op voorzieningen die het burgers mogelijk maken om de regie over hun eigen leven zo snel mogelijk weer op te pakken. De nadruk ligt op de eigen verantwoordelijkheid en de regie over het eigen bestaan. Pas wanneer dat niet lukt kunnen burgers een beroep doen op voorzieningen. Ook richt de wet zich vooral op burgers die behoren tot de kwetsbare groepen. Het gaat om mensen voor wie meedoen aan de samenleving niet lukt op eigen kracht.
Provinciale ontwikkeling “Meerjarenvisie sociaal beleid 2005 – 2008”: De provincie erkent het belang van actieve deelname aan de samenleving. Zij wil gemeenten en maatschappelijke organisaties ondersteunen in het stimuleren en mogelijk maken van mantelzorg en vrijwilligerswerk. De provincie wil de mantelzorg in Gelderland vernieuwen en versterken en in samenhang daarmee het vrijwilligerswerk ondersteunen en instand houden. Meer concreet gaat het om: Het stimuleren van gemeentelijk vrijwilligerswerkbeleid en mantelzorg (specifieke aandacht voor ondersteuning kleinere gemeenten) en de samenhang hiertussen; Vernieuwende initiatieven en methoden stimuleren en onder de aandacht brengen; Deelname van jongeren, ouderen en allochtonen in de informele zorg en vrijwilligerswerk stimuleren; Maatschappelijke stages: het verder ontwikkelen en implementeren van maatschappelijke stage in Gelderland; Ondersteunen van lokale en regionale steunpunten vrijwilligerswerk en mantelzorg en het stimuleren van samenwerking hiertussen; Belangenbehartiging van mantelzorgers. De provincie zal ter ondersteuning van gemeenten in de periode 2005 – 2008 bijdragen aan het vernieuwen en versterken van mantelzorg en vrijwilligerswerk. Dit gebeurt door het ondersteunen van projecten en initiatieven met subsidie, het verspreiden van kennis en ervaring bijvoorbeeld door de Gelderse ondersteuningsinstellingen (Spectrum, Enzovoort, Osmose, Zorgbelang, Scouting, Gelderse Sportfederatie, etc.). Ook wordt nauw samengewerkt met verschillende (regionale) organisaties voor mantelzorg en vrijwilligerswerk.
Regionale afspraken: Op 3 juni 2005 hebben de gemeenten van de Stedendriehoek, een vertegenwoordiger van het zorgkantoor Apeldoorn/Zutphen, Zorgbelang en LOT/Xzorg gezamenlijk de volgende uitgangspunten geformuleerd: 1. De gemeenten werken hun beleid uit volgens een in de bijeenkomst van 3 juni 2005 gezamenlijk onderschreven begrippenkader. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen mantelzorgbeleid en vrijwilligersbeleid. De begrippen komen overeen met de wettekst van de Wmo; 2. Huidige projecten rond mantelzorg en vrijwilligersbeleid worden bij de overgang van de CVTM-gelden naar de Wmo in stand gehouden;
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 31 van 55
3. Er wordt gestreefd naar integraal beleid. Gemeenten en het zorgkantoor zullen bij het contracteren van aanbieders zoeken naar mogelijkheden om het ontwikkelen van mantelzorgbeleid binnen instellingen te bevorderen.; 4. Gemeenten streven naar enerzijds lokale verankering van een steunpunt mantelzorg en anderzijds het onderhouden van regionale samenwerking, met als doel continuïteit en professionaliteit te behouden, deskundigheid uit te wisselen en verder te ontwikkelen; 5. De gemeenten verwachten van de provincie een ondersteunende en actieve rol bij de ontwikkeling van mantelzorgbeleid in Gelderland. In regionaal verband is verder afgesproken om bij de provincie Gelderland een verzoek in te dienen voor het subsidiëren van een op te richten Regionaal Coördinatiepunt Mantelzorg. Onderdeel van dit steunpunt is het aanstellen van een regionaal coördinator. Zodra het subsidie is toegekend kan aanstelling van deze coördinator plaatsvinden. Taken van deze coördinator zijn o.a.: - Het verzorgen van een nieuwsbrief; - Deelname namens de regio in het regioteam Landelijk Dementie Programma; - Het verzorgen van de mantelzorggids; - Aandacht voor jonge mantelzorgers, regionaal de methodiek beschrijven, lokaal uitvoeren; - Het organiseren van de respijtzorg.
Lokaal Sociaal Beleid: De gemeenteraad heeft tijdens de raadsvergadering van 12 maart 2007 de richting voor het sociaal beleid van de gemeente Heerde vastgesteld. Het richt zich op de versterking van de sociale infrastructuur (organisaties, voorzieningen en diensten) van de gemeente Heerde. Het gaat om het bevorderen van de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van burgers, het bieden van een basisvoorziening aan mogelijkheden voor ontmoeting, ontplooiing, ontspanning en opvang en de sociale (re)integratie van achterstanden bij burgers via maatwerk. Het lokaal sociaal beleid is in principe op alle inwoners van de gemeente Heerde gericht. Belangrijk hierbij is dat van de burger een bijdrage aan de samenleving wordt verwacht. Extra aandacht gaat uit naar zorgbehoevende ouderen en gehandicapten, oudere werkzoekenden of uitkeringsgerechtigden, maatschappelijke risicogroep van verslaafden, allochtone groepen en de (risico)jeugd tot 19 jaar.
Subsidiebeleid: In 2003 is de gemeente Heerde begonnen met het moderniseren van het subsidiebeleid. De modernisering is erop gericht om meer duidelijkheid te krijgen over welke activiteiten gesubsidieerd gaan worden en wat voor resultaten van de instellingen verwacht worden en daarnaast om beter in te kunnen spelen op de vraag uit de samenleving. Het verstrekken van subsidies is voor de gemeente een belangrijk instrument om de gewenste beleidsdoelstellingen van het beleid te realiseren. Het subsidiebeleid wordt ingevuld met het oog op de doelstellingen van het lokaal sociaal beleid. De doelen en doelstellingen worden vastgesteld met behulp van het subsidieprogramma bestaande uit een beleids- en een uitvoeringsdeel. In het beleidsdeel worden algemene uitgangspunten, doelen en subsidieplafonds opgenomen. Op basis van het beleidsdeel wordt het uitvoeringsdeel
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 32 van 55
vormgegeven. Per beleidsdeel worden subsidiabele activiteiten en producten benoemd en de grondslagen voor subsidieverstrekking.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 33 van 55
Strategie: Inleiding De visie van de gemeente Heerde, alsmede de reeds regionale gemaakte afspraken inzake mantelzorg en vrijwillige zorg moeten ertoe leiden dat de knelpunten die ervaren worden, aangepakt gaan worden. Deze worden ook in dit hoofdstuk benoemd. Vervolgens wordt er ingegaan op de beleidslijnen en de indicatoren.
Missie: Het lokaal sociaal beleid van de gemeente Heerde heeft tot doel het versterken van de sociale infrastructuur (organisaties, voorzieningen en diensten). Richtlijnen hierbij zijn: 1. het bevorderen van de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van burgers; 2. het bieden van een basisvoorziening aan mogelijkheden voor ontmoeting, ontplooiing, ontspanning en opvang en; 3. de sociale (re)integratie van achterstanden bij burgers via maatwerk. Deze richtlijnen zijn te vertalen in drie kernthema’s die leidend zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van beleid inzake mantelzorg en vrijwillige zorg: zelfstandigheid/zelfredzaamheid, participatie en sociale samenhang. Mantelzorg en vrijwillige zorg spelen een belangrijke rol bij deze kernthema’s. Het doel van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) kan worden samengevat als “meedoen”. Het gaat in deze wet primair om het herstellen van de zelfredzaamheid en mensen toerusten om maatschappelijk te participeren. In de Wmo is het ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers als prestatieveld opgenomen.
Visie: In eerste instantie zijn mensen verantwoordelijk voor zichzelf, voor de mensen om hen heen en voor de bijdrage aan de samenleving (maatschappelijke participatie). De gemeente heeft de verantwoordelijkheid voorwaarden te scheppen waardoor burgers zelfredzaam kunnen zijn en kunnen deelnemen in de maatschappij. Zo ook voor mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg. Om te komen tot een effectieve en efficiënte uitvoering van beleid voor mantelzorg en vrijwillige zorg is het van belang dat de gemeente Heerde zorg draagt voor samenhang en integraliteit. De gemeente stelt zich op als regisseur en zal dan ook op het terrein van mantelzorg en vrijwillige zorg inzetten op een verdere versterking van de samenwerking en samenhang tussen organisaties met een verwant en opeenvolgend aanbod. Partijen zullen worden aangesproken op de eigen verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan de samenleving en zullen daarbij aangezet worden tot samenwerking, afstemming en ketenvorming. Daarnaast zet de gemeente in op zelfredzaamheid van de burgers. Om te voorkomen dat de zelfredzaamheid van mantelzorgers aangetast wordt, is het van belang dat de ondersteuning aan zowel mantelzorgers als mensen die vrijwilligerswerk doen voor zorgbehoevenden aansluit op de wensen en behoeften van deze groepen. Hierbij zal voortgebouwd worden op bestaande structuren.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 34 van 55
Beleidslijnen: Op basis van bovenstaande missie en visie zijn een aantal beleidslijnen opgesteld. Deze bestaan elk uit een algemene doelstelling en een aantal concrete doelstellingen. De concrete doelstellingen zijn verder opgedeeld in resultaten en activiteiten. De beleidslijnen worden in deze paragraaf in grote lijnen behandeld.
Indicatoren: Om een indicatie te verkrijgen van de mate waarin de strategische doelen worden en zijn bereikt, zijn een aantal indicatoren opgesteld die jaarlijks gemeten zullen worden, namelijk: - bereik van ondersteuning; - bereik van het steunpunt; - tevredenheid van mantelzorgers; - aantal hulpvragen bij de algemene hulpdiensten; - aantal vrijwilligers bij de algemene hulpdiensten; - aantal geplaatste en vervulde vacatures bij de vrijwilligersvacaturebank; In de loop van deze beleidsperiode is het mogelijk dat deze indicatoren op basis van nieuwe inzichten of ontwikkelingen gewijzigd of aangevuld worden.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 35 van 55
Beleidslijn 1: De gemeente als regisseur: De gemeente treedt op als regisseur. Mantelzorg wordt geïntegreerd in ander beleid, omdat dit onderwerp een integrale aanpak vereist. Mantelzorg en vrijwillige zorg heeft raakvlakken met meerdere beleidsvelden, zoals subsidiebeleid, ouderenbeleid, gezondheidsbeleid, beleid inzake maatschappelijke participatie en de wet werk en bijstand. Per beleidsveld zal bekeken moeten worden in hoeverre mantelzorg en vrijwillige zorg daarin opgenomen kunnen worden. Ook dient bij de indicatiestelling van huishoudelijke verzorging rekening worden gehouden met de situatie van mantelzorgers. Er moet niet alleen gekeken worden naar de situatie van de cliënt die zorg aanvraagt, maar tevens moet nagegaan worden of en in hoeverre mantelzorg geboden kan worden. Vooralsnog zal hierbij worden uitgegaan van de definitie van gebruikelijke zorg die op dit moment ook wordt gehanteerd door indicatiestellers. Het is tevens van belang dat er een netwerk ontstaat waarin instellingen die zich bezighouden met mantelzorg en vrijwillige zorg vertegenwoordigt zijn. Op deze manier kan samenwerking en afstemming plaatsvinden. Ook dient er afstemming op regionaal niveau te zijn. Gemeenten moeten niet allemaal apart het wiel gaan uitvinden. Daarnaast is de signalering van allerlei ontwikkelingen van belang.
Algemene doelstelling: De gemeente neemt de regie op het gebied van mantelzorgbeleid. De gemeente Heerde zet het onderwerp mantelzorg prominent op de agenda en geeft het onderwerp regelmatig publiciteit via de gemeentepagina en via deelname aan activiteiten als een jaarlijkse dag van de mantelzorg en de verkiezing van de vrijwilliger van het jaar. Ook vraagt de gemeente de aandacht voor mantelzorg bij de organisaties voor zorg en welzijn. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het bestaande lokale netwerk. De lokale partijen spelen immers een centrale rol bij het daadwerkelijk vorm geven van mantelzorgondersteuning. De organisaties zullen mantelzorgondersteuning zoveel mogelijk moeten inbedden in hun reguliere werkwijze. Indien mogelijk stelt de gemeente mantelzorgbeleid als voorwaarde bij het maken van prestatieafspraken met organisaties voor zorg en welzijn. De gemeente bevordert de instandhouding en doorontwikkeling van het lokaal steunpunt mantelzorg en het Vrijwilligers Steunpunt. Door middel van samenwerking en combinaties van steunfuncties zal de continuïteit worden bevorderd.
Concrete doelstelling 1: De gemeente voert de regie op het gebied van mantelzorg en vrijwillige zorg. Activiteiten: - informatie op gemeentelijke website; - overzicht van voorzieningen; - jaarlijkse dag voor mantelzorgers; - verder ontwikkelen van het lokaal steunpunt mantelzorg; - sturen op aandacht voor mantelzorg en vrijwillige zorg bij organisaties voor zorg en welzijn; - mantelzorg als aandachtspunt meenemen in het subsidiebeleid bij het maken van prestatie-afspraken met organisaties op het gebied van welzijn en zorg;
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 36 van 55
-
sturen op afstemming mantelzorg, vrijwillige zorg en professionele zorg.
Resultaten: - mantelzorg en vrijwillige zorg beter en meer op de agenda krijgen zowel intern als extern; - netwerkstructuur voor mantelzorg en vrijwillige zorg; - structuur waarin uitvoerende organisaties gezamenlijk voorzieningen aanbieden en een gemeente die alleen kaders aangeeft en daar waar nodig aanstuurt
Concrete doelstelling 2: In regulier beleid van de gemeente aandacht schenken aan: mantelzorg; vrijwillige zorg; vrijwilligers werk buiten de zorg. Op deze manier komt er vanuit meerdere invalshoeken aandacht voor de mantelzorg en het vrijwilligers werk, waarbij de eigen identiteit niet verloren gaat. Activiteiten: - mantelzorg daar waar mogelijk opnemen als aandachtspunt in het ouderenbeleid, subsidiebeleid, gezondheidsbeleid en maatschappelijke participatie; - vrijwillige zorg daar waar mogelijk opnemen als aandachtspunt in het ouderenbeleid, subsidiebeleid, gezondheidsbeleid, maatschappelijke participatie en de uitwerking van de Wet Werk en Bijstand; - vrijwilligers werk buiten de zorg daar waar mogelijk opnemen als aandachtspunt in het subsidiebeleid en de uitwerking van de Wet Werk en Bijstand. Resultaat: - integrale aanpak van de beleidsvelden: mantelzorg: vrijwillige zorg; vrijwilligers werk buiten de zorg.
Concrete doelstelling 3: Op regionaal niveau het beleid en op lokaal niveau de uitvoering Maatwerk leveren en contacten dicht bij huis voor de burger. Regionaal zit het expertisecentrum. Kan lokale organisaties ondersteunen en advies geven. Ook zullen op dit niveau projecten opgestart moeten worden voor specifieke groepen mantelzorgers. Het lokaal steunpunt zal verder ontwikkeld moeten worden opdat maatwerk geleverd kan worden. Op basis van verder onderzoek zal moeten blijken waar mantelzorgers in de gemeente Heerde echt behoefte aan hebben en waar de knelpunten zitten. Er zal worden uitgegaan van bestaande structuren. In Heerde is de Stichting Bintwerk in samenwerking met de Kap reeds een steunpunt begonnen. Er zijn plannen om dit verder te ontwikkelen. De gemeente ondersteunt dit initiatief, mits het steunpunt in de toekomst onderdeel wordt van een brede welzijnsvoorziening.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 37 van 55
Activiteiten: - laagdrempelige voorziening, dus voor iedereen toegankelijk; - subsidie regionaal steunpunt en lokaal steunpunt in Heerde; - duidelijke afspraken met steunpunt lokaal en regionaal; - structureel overleg gemeente, lokaal steunpunt en regionaal steunpunt om speerpunten af te spreken Resultaat: - laagdrempelige voorziening op lokaal niveau (vooralsnog alleen in kern Heerde); - beleidsadvisering op regionaal niveau. Beleidslijn 2: Bevorderen van opsporing en toeleiding naar voorzieningen: Het is van belang dat ondersteuning voor mantelzorgers bereikbaar en laagdrempelig is. Mantelzorgers zien zichzelf vaak niet als mantelzorgers. Er moet dan ook herkenning en waardering komen. Bovendien moeten mantelzorgers op de hoogte zijn van de mogelijkheden op het gebied van mantelzorgondersteuning en vrijwillige zorg die aanwezig zijn binnen de gemeente Heerde en de regio. Het preventief bereiken van mantelzorgers en het in contact brengen met allerlei vormen van respijtzorg of andere ondersteuning is van essentieel belang om te voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken. Op deze manier kan vroegtijdig bekeken worden op welke manier een mantelzorger ontlast kan worden en de situatie kan blijven overzien. Vanuit de vrijwillige zorg en professionele zorg moet niet alleen worden uitgegaan van de situatie van de cliënt, maar moet ook de signalering van de behoefte van de mantelzorger worden meegenomen.
Algemene doelstelling: De toeleiding naar voorzieningen en de opsporing van mantelzorgers moet verbeterd worden. Het is moeilijk mantelzorgers te bereiken. Veel mantelzorgers herkennen zichzelf niet als zodanig en daarnaast ziet men vaak niet in of te laat dat men ondersteuning nodig heeft. Ook is de mantelzorger lang niet altijd bekend met de voorzieningen die aanwezig zijn en wat de mogelijkheden zijn. Het is dan ook van belang mantelzorgers zo veel mogelijk en vroegtijdig te bereiken en hen preventief te wijzen op de ondersteuning die zij kunnen krijgen. Ook zal er meer rekening gehouden moeten worden met de mantelzorger zelf. Nu wordt er vaak, zoals bij de indicatie van huishoudelijke hulp, met name uitgegaan van de cliënt. Het is belangrijk dat de situatie van de mantelzorger ook bij het bepalen van de zorgvraag wordt meegenomen.
Concrete doelstelling 1: Meer mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg bereiken Activiteiten: - bevorderen dat instellingen structureel aandacht besteden aan mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg door afspraken hierover te maken; - aandacht bij huisartsen voor het onderwerp; - het stimuleren van huisbezoeken
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 38 van 55
Resultaat: - afstemming met de professionele zorg en voorkomen dat mantelzorgers in sociaal isolement raken.
Concrete doelstelling 2: Het bereiken van bijzondere doelgroepen en ondersteunen van activiteiten die hierop gericht zijn.
Activiteiten: - lokaal steunpunt moet gaan samenwerken met MEE Veluwe; - aandacht voor jonge mantelzorgers door samenwerking met organisaties als scholen, de GGD, Vrijwilligers Steunpunt (regionaal); - aandacht voor allochtone mantelzorgers door middel van het opbouwen van een netwerk, moet geïntegreerd worden in algemene benadering. Geen specifieke, structurele aandacht voor allochtone mantelzorgers. Resultaat: - Specifieke aandacht voor doelgroepen die moeilijk te bereiken zijn.
Concrete doelstelling 3: In vroegstadium aandacht voor mantelzorgers en niet alleen de cliënt die zorg nodig heeft. Activiteiten: - aandacht voor vroegsignalering; - indicering van respijtzorg, dus niet alleen redeneren vanuit de cliënt, maar ook de situatie van de mantelzorger meenemen bij indicatie. De belangen van de mantelzorger moeten gehoord worden. Hierdoor kan ook signalering van overbelasting plaatsvinden en overbelasting voorkomen worden. Resultaat: - Aandacht voor de mantelzorger vanaf het begin van een zorgproces.
Concrete doelstelling 4: Registratie relevante gegevens Het inzichtelijk maken van het aantal mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg en de behoeften die zij hebben en de knelpunten waar zij tegenaan lopen; met andere woorden meer inzicht in gegevens rond mantelzorg en vrijwilligerszorg. Activiteiten: - afspraken met instellingen om gegevens bij te houden en aan te leveren bij lokaal steunpunt; - afspraken maken met lokaal steunpunt (registreren van gegevens);
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 39 van 55
-
rapportage van het lokaal steunpunt inzake mantelzorg en vrijwillige zorg op basis van gegevens; één methodiek (nader onderzoeken).
Resultaat: - middels een signaleringssysteem meer inzicht in aantal mantelzorgers en de behoeften van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg en knelpunten; - Betere afstemming tussen aanbod en vraag.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 40 van 55
Beleidslijn 3: De aanwezigheid van voldoende aanbod: Er dient voldoende aanbod te zijn voor mantelzorgers qua ondersteuning. Het aanbod dient afgestemd te worden op de vraag/behoefte. Op lokaal niveau dient er een steunpunt voor mantelzorgers te zijn waar zij informatie, advies en begeleiding kunnen krijgen. Daarnaast is het wenselijk dat er op regionaal niveau een samenwerkingsstructuur komt waarin beleid inzake mantelzorg en vrijwillige zorg ontwikkeld wordt en waar signalen van nieuwe ontwikkelingen binnenkomen. Veel mantelzorgers hebben behoefte aan tijdelijke overname van zorg door een vrijwilliger of professional, zodat zij tijd overhouden voor zichzelf om de batterij weer op te laden (respijtzorg). De Wmo vergroot de mogelijkheden om sectoroverschrijdende respijtzorg aan te bieden (logeermogelijkheden, oppas voor dementerenden). Inzake de ondersteuning is het van belang dat de gemeente de instellingen en bestaande mogelijkheden bekend maakt onder de bewoners. Een belangrijke voorwaarde om deze ondersteuning goed te organiseren, is het verder uitbouwen van het lokaal steunpunt mantelzorg. Tevens dient een mantelzorgkaart als onderdeel van de sociale kaart ontwikkeld te worden waarop alle relevante informatie en ondersteuningsorganisaties voor mantelzorgers staan, waaronder ook respijtzorg en 24-uurs bereikbaarheid. Het realiseren van tijd voor mantelzorgers door professionele zorgverleners is ook een mogelijkheid.
Algemene doelstelling: Een ondersteuningsstructuur die afgestemd is op de vraag. Er dient een ondersteuningsstructuur in de gemeente Heerde te komen die afgestemd is op de vraag en behoefte van de burgers. Op zich zijn er al heel veel organisaties actief op het terrein van mantelzorg en vrijwillige zorg. Daarbij is het wel van belang dat er tussen de verschillende organisaties voldoende en goede afstemming is over het aanbod. Instellingen hebben verschillende kwaliteiten en deze moeten indien mogelijk zo goed mogelijk benut worden. Daar is afstemming tussen de verschillende partijen voor nodig. Organisaties dienen samen te werken en een aanbod te creëren dat aansluit op de behoeften van de mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg. Hiervoor dient een netwerkstructuur opgezet te worden. Binnen dit netwerk kunnen signalen en nieuwe ontwikkelingen gezamenlijk opgepakt worden. Op deze manier kan overlap worden voorkomen en kunnen voorzieningen elkaar aanvullen en misschien zelfs versterken. Het betreft niet alleen de vrijwillige organisaties, maar ook de professionele organisaties, de huisartsen en regionaal opererende organisaties.
Concrete doelstelling 1: De gemeente bevordert een aanbod van een pakket om mantelzorgers te ondersteunen Activiteiten: - bevorderen samenwerking en afstemming door netwerk op te zetten; - aandacht voor informatie, advies en ondersteuning; - sociale kaart; - checklist zorgloket; - overlap uit voorzieningen halen door overleg en afstemming; - praktische ondersteuning: aandacht voor respijtzorg; afspraken met instellingen; - bekendheid materiële ondersteuning.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 41 van 55
Resultaat: - afstemming vraag en aanbod; - voorkomen van overbelasting van mantelzorgers. Concrete doelstelling 2: Goede afstemming tussen zorgloket en lokaal steunpunt mantelzorg en Vrijwilligers Steunpunt Activiteiten: - overleg steunpunten; - steunpunt als backoffice voor zorgloket; - de mogelijkheden van ict onderzoeken. Resultaten: - structuur tussen zorgloket en steunpunt; - structuur tussen Steunpunt Mantelzorg en Vrijwilligers Steunpunt.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 42 van 55
Uitvoering:
Betrokken organisaties: Bij de uitvoering van deze beleidsnota zijn een groot aantal organisaties uit het veld van informele zorg betrokken. In de bijlage 2 is een overzicht opgenomen van organisaties die in de gemeente Heerde actief zijn op het gebied van mantelzorg, vrijwillige zorg en professionele zorg.
Financiële paragraaf: Op basis van de aanvullende CVTM gelden ontvangt de gemeente Heerde een bedrag ad. € 11.306,00. Daarnaast is regionaal de afspraak gemaakt dat Heerde voor het jaar 2007 een bedrag van € 10.000,00 ontvangt. Vooralsnog zal op het niveau van de huidige middelen ingezet worden op mantelzorg en vrijwillige zorg. Er zal sprake zijn van een groeimodel.
Planning: In de bijlage (3) is een overzicht opgenomen van de activiteiten die uitgevoerd dienen te worden. Met de meeste activiteiten zal geprobeerd worden in 2007 te starten. Eventuele subsidie-afspraken kunnen pas concreet worden gemaakt vanaf 2008.
Organisatie: Om in de gemeente Heerde het beleid met betrekking tot mantelzorg en vrijwillige zorg optimaal tot stand te laten komen, is het van belang dat de uitvoering van dit beleid breed gedragen wordt. Om dit te bereiken zal twee keer per jaar overleg zijn met de betrokken partijen over de voortgang van het uit te voeren beleid. Op basis van deze overleggen zal worden gerapporteerd aan het college van B&W en advies worden uitgebracht over de voortgang van de uitvoering.
Evaluatie: In deze beleidsnota is aangegeven welke resultaten en activiteiten behaald dienen te worden in de planperiode 2007 – 2010. Elk resultaat zal aan het einde geëvalueerd moeten worden. Om tijdig bij te kunnen sturen, is het raadzaam om de voortgang van de uitvoering jaarlijks te evalueren. Dit is mogelijk via het volgen van de indicatoren waarover jaarlijks in de begroting wordt gerapporteerd. De evaluatie betreft een kritische reflectie op de voortgang van de uitvoering van het beleid. Het veld kan hieraan bijdragen door het verstrekken van benodigde informatie. Het is dan ook van belang dat de instellingen regelmatig zelf bij hun klanten vragen hoe het met de tevredenheid staat.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 43 van 55
Bijlagen:
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 44 van 55
Bijlage 1:
Analyse enquête:
Analyse Enquête onder Mantelzorgers in de Gemeente Heerde verricht door het Steunpunt Mantelzorg oktober 2006 - februari 2007 ________________________________________________________________________ In oktober 2006 werden alle bij Bintwerk bekende mantelzorgers in Heerde e.o. aangeschreven door het Steunpunt Mantelzorg in oprichting. Zij ontvingen een uitgebreide brief waarin doel, mogelijkheden en activiteiten van het Steunpunt Mantelzorg Heerde nader toegelicht werden. Deze brief was vergezeld van een korte vragenlijst om enigszins in beeld te krijgen in welke situatie de mantelzorgers zich bevinden. Uit deze eerste peiling zijn een aantal zaken naar voren gekomen die ik hier puntsgewijs zal benoemen. - Een hoge respons ! Meer dan de helft van de aangeschreven mantelzorgers heeft middels de vragenlijst gereageerd. - In de helft van de gevallen gaat het om zorg voor de partner. Wat opvalt is dat 5 respondenten langdurige en structurele zorg verlenen aan iemand anders dan een nabij familielid. - Er blijkt veel behoefte aan ondersteuning. Dit varieert van verzoeken om de Nieuwsbrief Mantelzorg (14), contact met andere mantelzorgers (6), respijtzorg (4) en themabijeenkomst, tot huisbezoek en individuele begeleiding. Meerdere mantelzorgers geven met name aan behoefte te hebben aan een themabijeenkomst over “verschillende vormen van hulpverlening”. - 7 Mantelzorgers geven aan dat de dagelijkse zorg dermate veel vraagt, dat zij niet meer toe komen aan zichzelf. - 4 Mantelzorgers geven uit zichzelf aan dat ze weinig tot geen steun ondervinden van familie of naaste omgeving. - Het is opvallend dat enkele mantelzorgers aangeven op dit moment nog geen verdere ondersteuning nodig te hebben. Maar dat dit in de (nabije) toekomst mogelijk wel het geval zal zijn. - Er is een grote diversiteit van zorgproblematiek. Vaak is er sprake van een chronische ziekte en/of een combinatie van meerdere aandoeningen. Bij deze gegevens dient aangemerkt te worden dat het Steunpunt slechts een inschatting kan maken over de ernst van de zorgsituatie en de zwaarte van belasting. Niet alle respondenten hebben het vragenformulier volledig ingevuld.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 45 van 55
Conclusies 1. Er is grote behoefte aan ondersteuning, o.a. in de vorm van informatie/advies en individuele begeleiding onder mantelzorgers in de gemeente Heerde. 2. In een aantal gevallen blijkt incidentele en/of regelmatige respijtzorg dringend geboden. En dit zowel in de thuissituatie als middels institutionele respijtzorg. Bij zeker 7 mantelzorgers kan gesproken worden van overbelasting ! Bij enkele van hen is de situatie ronduit urgent. 3. Uit de enquête blijkt dat de respondenten vooral mantelzorgers van middelbare en oudere leeftijd zijn. Niet, of weinig in beeld komen : -
jonge mantelzorgers allochtone mantelzorgers mantelzorgers van mensen met psychiatrische problematiek intramurale mantelzorgers
4. Als belangrijk gegeven geldt dat de enquête werd gehouden onder mensen van wie bij Bintwerk bekend is dat zij mantelzorger zijn. Landelijke gegevens (o.a. van het Sociaal Cultureel Planbureau) laten zien dat veel mantelzorgers niet bereikt worden; ofwel omdat zij niet bekend zijn bij hulpverleningsorganisaties, ofwel omdat zij zichzelf niet herkénnen in het begrip mantelzorger. Zorgen voor een dierbare naaste zien de meeste mensen immers als een vanzelfsprekendheid. Het is geen voorbarige conclusie om te stellen dat de gegevens uit de enquête waarschijnlijk slechts het topje van de ijsberg laten zien waar het gaat om mantelzorgers en mantelzorgsituaties in de gemeente Heerde. Prestatieveld 4 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning legt bij de gemeenten de taak en de verantwoordelijkheid om actief beleid te voeren op het gebied van ondersteuning van mantelzorgers. Kernpunten in dit beleid zijn: - zorgafhankelijke mensen zo lang mogelijk in de thuissituatie te laten verzorgen. - mensen in staat stellen te kunnen blijven participeren aan het maatschappelijk en sociaal leven. - voorkoming van overbelasting van mantelzorgers. In het verlengde van deze uitgangspunten en gezien bovenstaande bevindingen en conclusies komen wij tot een aantal aanbevelingen die een waarborg kunnen zijn voor een goed functionerend Steunpunt Mantelzorg.
Aanbevelingen 1. Een versnelde doorontwikkeling van een goed bereikbaar, onafhankelijk en laagdrempelig Steunpunt Mantelzorg in de gemeente Heerde. 2. Een aanzienlijke uitbreiding van het aantal uren van de consulent mantelzorg. Uit de voorbereidende werkzaamheden van de afgelopen periode blijkt dit om de volgende redenen noodzakelijk : Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 46 van 55
-
bereikbaarheid continuïteit het toenemende aantal cliëntcontacten realisatie van activiteiten die tot de kerntaken behoren van een Steunpunt Mantelzorg en zoals die genoemd staan in de brief aan de mantelzorgers en in het inhoudelijke persbericht, beiden afgelopen najaar uitgegaan (zie bijlagen).
3. Actief en outreachend beleid inzake bewustwording en het in beeld krijgen van mensen in mantelzorgsituaties. Het Steunpunt Mantelzorg heeft vanuit preventief oogpunt (voorkoming van overbelasting) een belangrijke taak ! Dit geldt met name ten aanzien van het voortraject, daar waar mensen nog geen beroep doen/niet bekend zijn met ondersteunende voorzieningen, en dit ondanks het feit dat zij vaak al geruime tijd in een mantelzorgsituatie verkeren. 4. Extra aandacht voor verschillende vormen van respijtzorg, o.a. door middel van het in kaart brengen van mogelijkheden en aanbod.
5. Het opzetten en coördineren van een lokaal Netwerk Mantelzorg, bestaande uit alle instellingen, organisaties en individuele (professionele en vrijwillige) hulpverleners die te maken krijgen met mantelzorgers en mantelzorgsituaties. Vanuit haar specifieke gerichtheid en deskundigheid kan het Steunpunt Mantelzorg hierin een belangrijke spilfunctie vervullen. 6. Ontwikkeling folder Steunpunt Mantelzorg Heerde.
Gezien bovengenoemde aanbevelingen moet gedacht worden aan de aanstelling van een functionaris op HBO-niveau, voor minimaal 16 uur per week. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de al langer bestaande Steunpunten Mantelzorg in de regio (Apeldoorn, Voorst, Brummen) functioneren op basis van ongeveer 24 uur per week.
Steunpunt Mantelzorg Heerde Marleen Onclin, consulente mantelzorg 13 februari 2007
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 47 van 55
Inventarisatie Enquête Mantelzorgers Heerde Najaar 2006 reacties : aangeschreven:
20 38
1.
Mantelzorger: man: vrouw:
2.
Voor wie wordt gezorgd ? partner: ouder : kind: familielid : anderen :
3.
4.
5.
Is er (praktische) hulp ? ja: nee /te weinig: thuiszorg: dagbehandeling: vrijwillige hulpdiensten: maaltijdservice: institutionele respijtzorg: Waar is behoefte aan? Geen waarschijnlijk in de toekomst: nieuwsbrief: contact andere mantelzorgers: respijtzorg: gespreksgroep: themabijeenkomst: informatiebijeenkomst : verschillende vormen van hulpverlening: huisbezoek: problemen/behoefte aan hulp, maar zonder specificatie: Welke problemen komt de mantelzorger tegen? zorg vraagt veel maar men redt het nog: zorg vergt veel – te weinig/geen tijd voor zichzelf: uitkeringsinstanties: weg naar goede hulpverlening/instanties: weinig steun familie/omgeving: gevolgen invoering WMO:
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
totaal 5 15
10 4 3 3 5
6 2 6 3
7 2 14 6 4 3 2 4
2 7 3 4 1
Pagina 48 van 55
6.
Zorgsituatie chronische ziekte: (gedeeltelijke) invaliditeit: CVA: Dementie: Parkinson: Dwarslesie: Spierziekte: Ouderdom: psychiatrische problematiek: combinatie van meerdere aandoeningen: gehandicapt kind: autistisch kind: intramurale mantelzorgers: diversen:
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
3 4 2 2 1 1 2 2 5 3 2
Pagina 49 van 55
Bijlage 2:
Overzicht organisaties:
Instellingen waarvan de activiteiten geheel of gedeeltelijk in prestatieveld 4 vallen: De Zonnebloem; Het Rode Kruis; Humanitas; Kerken; Leger des Heils; MEE Veluwe; Stichting Bintwerk; Stichting Vrijwillige Hulpdienst Heerde; Veluwe Alert; Stichting Carinova; Stichting Verian; Thuiszorg Service Nederland B.V.; Vrijwillige Hulpdienst en Steunpunt Mantelzorg De Kap; Zorgsaam;
Tot slot kan worden opgemerkt dat nagenoeg alle grote zorgverleners ook structureel met vrijwilligers werken.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 50 van 55
Bijlage 3:
-
-
-
Overzicht uit te voeren activiteiten:
keuze maken inzake positie en invulling lokale steunpunt mantelzorg; informatie op gemeentelijke website; overzicht van voorzieningen; jaarlijkse dag voor mantelzorgers; verder ontwikkelen van het lokaal steunpunt mantelzorg; sturen op aandacht voor mantelzorg en vrijwillige zorg bij organisaties voor zorg en welzijn; mantelzorg als aandachtspunt meenemen in het subsidiebeleid bij het maken van prestatie-afspraken met organisaties op het gebied van welzijn en zorg; sturen op afstemming mantelzorg, vrijwillige zorg en professionele zorg. laagdrempelige voorziening, dus voor iedereen toegankelijk; subsidie regionaal steunpunt en lokaal steunpunt in Heerde; duidelijke afspraken met steunpunt lokaal en regionaal; structureel overleg gemeente, lokaal steunpunt en regionaal steunpunt om speerpunten af te spreken bevorderen dat instellingen structureel aandacht besteden aan mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg door afspraken hierover te maken; aandacht bij huisartsen voor het onderwerp; het stimuleren van huisbezoeken lokaal steunpunt moet gaan samenwerken met MEE Veluwe; aandacht voor jonge mantelzorgers door samenwerking met organisaties als scholen, de GGD, Vrijwilligers Steunpunt (regionaal); aandacht voor allochtone mantelzorgers door middel van het opbouwen van een netwerk, moet geïntegreerd worden in algemene benadering. Geen specifieke, structurele aandacht voor allochtone mantelzorgers. aandacht voor vroegsignalering; indicering van respijtzorg, dus niet alleen redeneren vanuit de cliënt, maar ook de situatie van de mantelzorger meenemen bij indicatie. De belangen van de mantelzorger moeten gehoord worden. Hierdoor kan ook signalering van overbelasting plaatsvinden en overbelasting voorkomen worden afspraken met instellingen maken om gegevens bij te houden en aan te leveren bij lokaal steunpunt; afspraken maken met lokaal steunpunt (registreren van gegevens); rapportage van het lokaal steunpunt inzake mantelzorg en vrijwillige zorg op basis van gegevens; één methodiek (nader onderzoeken). bevorderen samenwerking en afstemming door netwerk op te zetten; aandacht voor informatie, advies en ondersteuning; sociale kaart; checklist zorgloket; overlap uit voorzieningen halen door overleg en afstemming; praktische ondersteuning: aandacht voor respijtzorg; afspraken met instellingen; bekendheid materiële ondersteuning. overleg steunpunten; steunpunt als backoffice voor zorgloket; de mogelijkheden van ict onderzoeken. onderzoeken subsidiëringmogelijkheden ten behoeve van een Vrijwilligers Steunpunt;
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 51 van 55
- opzetten en faciliteren Vrijwilligers Steunpunt; - inventariseren behoefte aan centraal afsluiten verzekeringen wettelijke aansprakelijkheid; - subsidiering verzekeringen wettelijke aansprakelijkheid.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 52 van 55
Bijlage 4:
Definities:
Burenhulp: Burenhulp is te beschouwen als een vorm van vrijwillige inzet waarbij het vaak gaat om spontane, kortstondige hulp. Burenhulp richt zich op mensen die in nood zitten, hulp nodig hebben en daarvoor niet op de spontane inzet van vrienden of familie kunnen rekenen. Gebruikelijke zorg: Gebruikelijke zorg is zorg die van huisgenoten mag worden verwacht. Dit is aangegeven in het werkdocument Gebruikelijke Zorg. Dit protocol bevat een nadere definiëring en normering van wat gebruikelijke zorg is en verduidelijkt daarmee de zorg die niet valt binnen de aanspraak op AWBZ. Voor een mantelzorger betekent dit dat het aandeel in de zorg voor huisgenoten dat van hem of haar verwacht mag worden, min of meer vast staat. Dit wordt ook meegenomen bij de indicatie van zorg. Informele zorg: Informele zorg is zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende. Mantelzorg en vrijwillige zorg vormen samen de informele zorg. Mantelzorg: Mantelzorg is langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de bestaande sociale relatie (familie, vrienden). Mantelzorg overkomt je en je kunt je er normaal gesproken niet of nauwelijks aan onttrekken. Het gaat om extra zorg in duur en intensiteit boven op de normale, gebruikelijke zorg voor elkaar in een huishouden. Bewuste keuze en organisatie zijn zeker bij aanvang van mantelzorg totaal afwezig. Mantelzorg vindt niet plaats in georganiseerd verband, in tegenstelling tot vrijwillige zorg. Outreachend: Hulpverleners moeten achter hun bureaus vandaan komen en de cliënten in hun eigen leefomgeving opzoeken. Ze moeten zich meer bemoeien met mensen die hulp nodig hebben. In vaktermen wordt dit outreachend werk of bemoeizorg genoemd. De oorzaak is het steeds groter wordende besef dat er een groep mensen is die hulp behoeft, maar om verschillende redenen niet terecht komt bij de hulpverlening. Respijtzorg: Respijtzorg staat voor alle vormen van tijdelijke overname van zorg om de mantelzorger even vrijaf te geven (dagopvang, verzorging in verzorgings- en verpleeghuizen, logeerhuizen en gastgezinnen). Vrijwillige thuishulp: Onder vrijwillige thuishulp wordt verstaan: hulp- en dienstverlening die vrijwilligers bieden ten behoeve van zieken en mensen met één of meerdere handicaps. Vrijwilligers in georganiseerd verband zetten zich in voor mensen met wie ze meestal niet al tevoren een band hebben. Vrijwillige zorg / vrijwilligers in de zorg: Vrijwillige zorg betreft praktische, sociale en emotionele ondersteuning door vrijwilligers gedurende een relatief lange periode van mensen met een langdurige ziekte of handicap en
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 53 van 55
van hun naasten. De zorg wordt onbetaald en onverplicht verricht, al dan niet in aanvulling op professionele zorg en/of mantelzorg. Vrijwilligerszorg vindt meestal plaats in een georganiseerd verband. Er is niet sprake van een naaste die tot hetzelfde netwerk behoort. Vrijwilligers hebben bij aanvang van het werk geen persoonlijke betrekking met de zorgvrager. Voorbeelden van vrijwilligersorganisaties zijn: vrijwillige hulpdiensten, de Zonnebloem, Leger des Heils, het Nederlandse Rode Kruis, Vrijwillige Thuiszorgorganisaties en Humanitas.
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 54 van 55
Bijlage 5:
Gebruikte afkortingen:
ADHD
: Attention Deficit Hyperactivity Disorder
AWBZ
: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
AWW
: Algemene Weduwen en Wezenwet;
CIZ
: Centrum Indicatiestelling Zorg;
CVTM
: Coördinatie Vrijwillige Thuiszorg en Mantelzorg
(S)KJPON
: De Stichting Kinder- en Jeugdpsychiatrie Oost Nederland
NVA
: Nederlandse Vereniging voor Autisme;
PDD-NOS
: Pervasive Developmental Disorder - Not Otherwise Specified.
Pgb
: Persoonsgebonden budget ;
SOVA
: Stichting Opbvang & Vakantie;
VWS
: Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
WAO
: Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering;
WIA
: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
Wmo
: Wet maatschappelijke ondersteuning;
Beleidsnota Mantelzorg en Vrijwilligers; B&W 4 december 2007.
Pagina 55 van 55