B ENCHMARK W MO 2007 – M ODULE MANTELZ ORG EN VRI JW ILLIGERS – M A NAGEMENT SAMENV ATTING GEMEEN TE H OUTEN
MANAGEMENTSAMENVATTING MANTELZORG & VRIJWILLIGERS GEMEENTE HOUTEN Gemeente Houten heeft in 2007 samen met 3 2 andere
Uitvoering. Deze samenvatting bestaat uit twee delen:
gemeenten deelgenomen aan de module Mantelzorg en
mantelzorgers (1) en vrijwilligers (2).
Vrijwilligers van de benchmark Wmo. In deze de ze module is een veelheid aan informatie verzameld verzameld over mantelzorgmantelzorgen vrijwilligersbeleid vrijwilligers beleid. beleid . Deze samenvatting geeft een beknopt overzicht van de uitkomsten van de module mantelzorg en vrijwilligers voor uw gemeente. gemeente .
W EERGAVE De resultaten zijn weergegeven in staafgrafieken en radarplots. In de staafgrafieken kunt u per indicator de score van uw eigen gemeente zien (de rode staaf rechts) en het benchmarkgemiddelde. De radarplots ogen als een
De gegevens van uw gemeente worden in deze
soort spinnenweb. Met deze figuur wordt voor
samenvatting afgezet tegen het benchmarkgemiddelde 1.
verschillende aspecten inzichtelijk gemaakt of uw
Voor de vergelijking met kringdeelnemers verwijzen we u
gemeente onder of boven het benchmarkgemiddelde
naar het kringrapport. Daar zijn naast de kernindicatoren
scoort. De lichte rand in het midden is het gemiddelde
ook de andere gegevens terug te vinden. De gegevens
niveau van de benchmarkgemeenten. De dikke lijn geeft
hebben betrekking op de situatie eind 2007.
de resultaten van uw gemeente weer. Wanneer de dikke lijn dichter bij de binnenkant van het spinnenweb ligt dan
B ENCHMARKING Benchmarking is het vergelijken van organisaties. Voor deze vergelijking hebben alle benchmarkdeelnemers een vragenlijst beantwoord. De vragenlijst bevat zowel vragen naar kwantitatieve gegevens (aantallen en uitgaven) als
scoort uw gemeente onder het gemiddelde. Wanneer de dikke lijn zich meer aan de buitenkant bevindt dan scoort uw gemeente boven het gemiddelde. De cijfertjes in de figuur geven aan op welk niveau van het gemiddelde uw gemeente zit.
naar kwalitatieve gegevens (beleidskeuzes, organisatie- en uitvoeringsaspecten). De kernindicatoren dienen als indicatoren voor een complexe en snel veranderende werkelijkheid. Ook de uitkomsten zelf moet u met de nodige voorzichtigheid benaderen. Het is bijvoorbeeld vaak niet mogelijk om een waardeoordeel te geven, zonder hierin het ‘verhaal achter de cijfers’ te betrekken. Op het gebied van mantelzorg- en vrijwilligersbeleid was het dit jaar voor veel gemeenten moeilijk om eenduidige cijfers te leveren. Niettemin kunt u op hoofdlijnen conclusies trekken.
R APPORTAGE Het rapport is ingedeeld volgens het ‘Oog op verbetering’, het benchmarkmodel van SGBO. Dit model maakt duidelijk op welke onderdelen van de beleidscyclus u wellicht moet bijsturen. Achtereenvolgens gaat het om indicatoren die iets zeggen over het gemeentelijk Beleid, indicatoren die de wijze van Organisatie weergeven en indicatoren over de
1 Het benchmarkgemiddelde is het gemiddelde van alle gemeenten die in 2007 hebben deelgenomen en gegevens hebben aangeleverd. Dit zijn 28 gemeenten.
1
B ENCHMARK W MO 2007 – M ODULE MANTELZ ORG EN VRI JW ILLIGERS – M A NAGEMENT SAMENV ATTING GEMEEN TE H OUTEN
1. MANTELZORG
op het beleid (dat wil zeggen: is geconsulteerd of heeft kunnen medeontwerpen of meebeslissen) 2.
G RAFIEK 2 : A ANTAL SOORTEN ORGANISATIES DAT INVLOED IN VLOED UITOEFENT OP
B ELEID MANTELZORG
BELEID BE LEID
De ondersteuning aan mantelzorgers verschilt van gemeente tot gemeente. Sommige gemeenten hebben een breed pakket aan ondersteuningsmogelijkheden en ontwikkelen nieuw beleid gericht op de ondersteuning aan moeilijk te bereiken groepen, zoals jonge mantelzorgers. Andere gemeenten hebben nog nauwelijks ondersteuning en richten zich daarom op het uitbreiden van het ondersteuningsaanbod. Ook de manier waarop beleid wordt ontwikkeld kan verschillen: Hoeveel organisaties betrekt de gemeente en wat is hun rol?
In grafiek 1 is weergegeven op welk doel het gemeentelijk beleid is gericht: op ondersteuning van mantelzorgers, bevordering van mantelzorg en/of het zorgen voor samenhang met betaalde zorg. Hoe verder naar buiten uw gemeente scoort hoe meer het beleid op dat aspect gericht is.
Bij het maken van beleid is het belangrijk zicht te hebben op het beleidsterrein. Om hoeveel mensen gaat het? Welke ondersteuning hebben ze nodig? Hoeveel gebruik wordt er gemaakt van de ondersteuning? Sommige gemeenten kunnen deze vragen nauwkeurig beantwoorden. In andere
G RAFIEK 1 : D OEL VAN BELEID
gemeenten is men nog bezig de informatie over mantelzorgers op orde te krijgen. Grafiek 3 laat zien in hoeverre gemeenten zicht hebben op het thema mantelzorg. Een score van ‘1’ betekent weinig zicht en een score ‘10’ staat voor veel zicht.
G RAFIEK 3 : Z ICHT OP THEMA MANTELZORG
Aan gemeenten is een lijst met mogelijke organisaties voorgelegd met de vraag of en op welke wijze deze worden betrokken bij de beleidsvorming op het terrein van mantelzorgersondersteuning. Grafiek 2 toont het aantal soorten organisaties dat invloed heeft kunnen uitoefenen
2
andere gemeentetelijke afdeling, steunpunt mantelzorg, indviduele mantelzorgers, mantelzorgorganisatie, ouderenorganisaties, welzijnsorganisatie, Wmo-raad, andere gemeenten, provincie, specifieke doelgroepen, andere organisaties
2
B ENCHMARK W MO 2007 – M ODULE MANTELZ ORG EN VRI JW ILLIGERS – M A NAGEMENT SAMENV ATTING GEMEEN TE H OUTEN
O RGANISATIE MANTELZORG
U ITVOERING
MANTELZORG
Ondersteuning aan mantelzorg is heel divers. In grote lijnen kan onderscheid worden gemaakt tussen:
Op dit moment richten veel gemeenten zich onder meer op het bereiken van de mantelzorgers: hoe zorgen we dat die
•
Informatie en advies. Dan gaat het om inhoudelijke en
mantelzorgers die ondersteuning nodig hebben ons weten
emotionele ondersteuning (bijvoorbeeld
te vinden? Om hiervan een indicatie te krijgen is gevraagd
themabijeenkomsten of een speciale website).
hoeveel mantelzorgers een informatie of advies hebben ingewonnen bij het steunpunt mantelzorg. Grafiek 5 laat
•
Praktische ondersteuning (bijvoorbeeld respijtzorg en
het aantal vragen per 1.000 inwoners in 2006 zien.
maaltijdvoorzieningen). •
Arbeid en zorg (bijvoorbeeld afstemming met
G RAFIEK 5 : A ANTAL INFORMATIE / ADVIES VRAGEN PER 1 . 000 INWONERS (2006)
reïntegratie, stimuleren maatregelen door werkgevers) •
Financiële en materiële steun (bijvoorbeeld woningaanpassing ten behoeve van mantelzorgverlening, parkeerkaart mantelzorger).
•
Overig: hieronder vallen aspecten als erkenning en inspraak.
Aan gemeenten is over een groot aantal voorzieningen gevraagd of de betreffende ondersteuning wordt geleverd. Grafiek 4 laat zien in hoeverre de verschillende typen van ondersteuning worden geboden. Een score ver naar buiten betekent dat relatief veel voorzieningen geboden worden.
G RAFIEK 4 : O NDERSTEUNING MANTELZORG MANTELZ ORG
3
B ENCHMARK W MO 2007 – M ODULE MANTELZ ORG EN VRI JW ILLIGERS – M A NAGEMENT SAMENV ATTING GEMEEN TE H OUTEN
2. VRIJWILLIGERS
met mogelijke organisaties 3 voorgelegd met de vraag of en op welke wijze deze worden betrokken bij de beleidsvorming op het terrein van vrijwilligers. Grafiek 7 toont het aantal verschillende soorten organisaties dat
B ELEID
VRIJWILLIGERS
invloed heeft kunnen uitoefenen op het beleid (dat wil zeggen: is geconsulteerd of heeft kunnen medeontwerpen
Vrijwilligerswerk verschilt sterk van mantelzorg. Daar waar
of meebeslissen).
mantelzorg ‘je overkomt’, is vrijwilligerswerk een vrije keuze. Een mogelijke definitie van vrijwilligerswerk is: vrijwilligerwerk is werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van
G RAFIEK 7 : A ANTAL SOORTEN ORGANISATIES DAT INVLOED INV LOED UITOEFENT OP BELEID
anderen of de samenleving.’
Met de Wmo is de verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van vrijwilligers bij gemeenten komen te liggen. Sommige gemeenten waren al lang voor invoering van de Wmo actief in het ondersteunen van vrijwilligers. Voor andere gemeenten is de Wmo een aanleiding om zich hier actiever mee bezig te gaan houden.
In grafiek 6 is weergegeven op welk doel het gemeentelijk vrijwilligersbeleid is gericht: is het beleid gericht op sociale samenhang, samenhang met betaalde zorg, individuele vrijwilligers en/of kwaliteit en omvang Hoe verder naar buiten uw gemeente scoort hoe meer het beleid op dat
Bij het vormgeven van vrijwilligersbeleid moet goed in
aspect gericht is.
beeld zijn wat de huidige situatie is. Aan gemeenten is gevraagd of de omvang en de aard van de
G RAFIEK 6 : D OEL VAN BELEID
ondersteuningsbehoefte bekend is en of men weet hoeveel gebruik wordt gemaakt van de ondersteuning. Grafiek 8 toont het resultaat. Hoe hoger de score, hoe meer zicht de gemeente heeft op dit thema. Een score van ‘1’ betekent weinig zicht en een score ‘10’ staat voor veel zicht.
Bij de beleidsontwikkeling kunnen verschillende organisaties worden betrokken. Aan gemeenten is een lijst
3
andere gemeententelijke afdeling, welzijns- of zorginstelling, vrijwilligersraad, steunpunt, Wmo-platform, andere gemeenten, provincie, specifieke groepen, anders
4
B ENCHMARK W MO 2007 – M ODULE MANTELZ ORG EN VRI JW ILLIGERS – M A NAGEMENT SAMENV ATTING GEMEEN TE H OUTEN
G RAFIEK 8 : Z ICHT OP THEMA
U ITVOERING
VRIJWILLIGERS
MANTELZORG
Het bereik van vrijwilligerswerkbeleid is niet eenvoudig te meten. Het aantal voorzieningen is groot. Aan de gemeenten is een aantal vragen voorgelegd over het effect van ondersteuning aan vrijwilligers. Hier bleek dat de vraag ‘wat is het aantal vervulde vacatures via de vrijwilligersvacaturebank?’ door de meeste gemeenten kon worden beantwoord. In grafiek 10 is weergegeven hoeveel vacatures er per 1.000 inwoners in 2006 zijn vervuld.
G RAFIEK 10: AANTAL VERVULDE VACATURES VAC ATURES VRIJWILLIGERSVACATUREBANK VRIJWILLIGERS VACATUREBANK PER 1 . 000 INWONERS (2006)
DEZE GEGEVENS ZIJN V OOR UW GEMEENTE NIET BEKEND
O RGANISATIE
VRIJWILLIGERS
Het ondersteuningsaanbod voor vrijwilligers loopt sterk uiteen. Een belangrijk onderscheid is de ondersteuning aan organisaties die werken met vrijwilligers en de ondersteuning aan individuele vrijwilligers. Aan gemeenten is voor een groot aantal voorzieningen gevraagd of die aanwezig is. Deze voorzieningen zijn verdeeld in drie typen: stimuleren van deskundigheidsbevordering, stimuleren dat meer mensen vrijwilligerswerk gaan of blijven doen en het bijstaan van vrijwilligersorganisaties bij de organisatie en administratie. Grafiek 3 laat zien in hoeverre de verschillende typen van ondersteuning worden geboden.
G RAFIEK 9 : O NDERSTEUNING VRIJWILLIGERS
5