Beleidskader Verblijfsrecreatie
1.
Inleiding
De gemeente Beesel heeft gemerkt dat na het vaststellen en bij het uitvoeren van de gemeentelijke beleidsnota Recreatie & Toerisme (R&T) het beleidsterrein een steeds hogere vlucht heeft genomen. R&T is een nog belangrijke bedrijfstak in onze gemeente geworden. Voor steeds meer bedrijven vormt dit een belangrijkste vorm van bestaan. Hierdoor krijgt de gemeente vaker aanvragen voor nieuwe vestigingen, uitbreiding of vernieuwing van accommodaties, hetgeen om een toetsingskader voor deze verzoeken vraagt. Daarnaast is per 1 januari 2008 de Wet op de Openluchtrecreatie ingetrokken. Het stelsel van vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen voor kampeerterreinen is hierdoor vervallen. Dit kader bevat een visie op de verblijfsrecreatie en een kader om de verschillende verzoeken ten aanzien van verblijfsrecreatie te kunnen toetsen. Verzoeken zullen op basis van regelgeving, standpunten en een gebiedsgerichte toetsing worden gewogen. Onder verblijfsrecreatie wordt verstaan het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats, waarbij recreatief nachtverblijf centraal staat. Afhankelijk van het van toepassing zijnde bestemmingsplan is er al of niet een omgevingsvergunning voor een afwijking van het bestemmingsplan nodig indien medewerking verleend wordt aan een verzoek. De voorliggende beleidsvisie zal vooral technisch-juridisch vertaald worden in het bestemmingsplan Buitengebied waarvan een herziening inmiddels is opgestart. Dit is een beleidsvisie voor de verblijfsrecreatie, hetgeen niet uitsluit dat er tevens andere regels en voorschriften van andere overheden van toepassing kunnen zijn. De beleidsvisie zal periodiek bijgesteld worden omdat veranderende regelgeving en (regionale) ontwikkelingen dat noodzakelijk zullen maken. In de volgende paragraaf wordt het toeristisch profiel van de gemeente Beesel en de bestaande situatie ten aanzien van de verblijfsrecreatie verwoord. Vervolgens wordt aangegeven welke regels en standpunten van invloed zijn op het gemeentelijk beleidskader.
Pagina 2 van 13
2.
Toeristisch Profiel en bestaande situatie verblijfsrecreatie
De gemeente Beesel, met de kerkdorpen Beesel, Reuver en Offenbeek, ligt tussen de steden Venlo en Roermond. De gemeente, maar met name de kern Beesel, kenmerkt zich door het typische Limburgse karakter. Beesel is een karakteristiek dorp met monumentale panden en een gezellig marktplein met rondom een aantal horecagelegenheden. Men proeft in dit dorp de eeuwenoude tradities (onder andere de schutterij, het zevenjaarlijkse Drakenspel en de harmonie), de gastvrijheid van de bevolking, maar bovenal het sterke gemeenschapsgevoel. Bovendien kan men genieten van de schoonheid van de lokale keramiek, een toonbeeld van creativiteit. Het grondgebied van de gemeente Beesel kenmerkt zich door de aanwezigheid van drie belangrijke peilers, te weten: het water (de Maas en zijn oevers), de natuur (bosgebieden en Naturpark Maas-Swalm-Nette) en de cultuurhistorie van het landschap (o.a. rivierduinen). Naast dit zogenaamde kernaanbod is er het afgeleide aanbod, in de vorm van specifieke verblijfs- en dagrecreatieve voorzieningen, de cultuurhistorie en het verzorgingsniveau (horeca-, uitgaans- en winkelvoorzieningen). Het mooie landschap tussen de verschillende kernen nodigt uit om te genieten. Rust en het eigene van de verschillende landschappen en kleine buurtschappen (zoals Ronckenstein en Rijkel) staan daarbij voorop. Wandelroutes, fietspaden en nordic walking routes kennen geen barrières zodat ook het buitenland, met ondermeer het Brachterwald en het stadje Brüggen, comfortabel dichtbij is. En de grote steden zijn via de autosnelweg gemakkelijk bereikbaar net zoals de westelijke zijde van de Maas met het pittoreske fietsvoetveer. Recreatiecentrum De Lommerbergen is met 550.000 overnachtingen hofleverancier voor wat betreft het totaal aantal toeristische overnachtingen in de gemeente, maar ook voor de regio. Belangrijke dagrecreatieve elementen in de gemeente Beesel zijn: Cactuswereld, Landgoed Rijkel (Vergeten Groenten), recreatiecentrum De Lommerbergen, het Golfodome, het fietsknooppuntennetwerk, het gebied Witte Stein, het wandelen (LAW Pieterpad), het Naturpark Maas-Swalm-Nette en eenmaal per zeven jaar het openluchtspektakel Het Draaksteken. In cultuurhistorisch opzicht zijn van belang: de (beschermde) dorpsgezichten Ronckenstein en Ouddorp, kasteel Nieuwenbroeck, het cultuurhistorisch informatiecentrum in Beesel, de molen en de keramische industrie in de gemeente. De horeca-, uitgaans- en winkelvoorzieningen in de gemeente hebben vooral een lokale functie, met uitzondering van bioscoop Luxor die wat meer regionaal georiënteerd is. In de beleidsnota Recreatie & Toerisme is de navolgende hoofdindeling van doelgroepen gemaakt: • gezinnen met jonge kinderen tot 12 jaar (gasten van De Lommerbergen en campings); • vitale senioren (50-plussers en 60-plussers uit eigen regio die hier fietsen); • Duitsers (dagjesmensen en kooptoeristen). In bijlage 1 staan alle, momentele (medio 2007) verblijfsrecreatieve voorzieningen opgesomd. • Op de huidige campings zijn in totaal 115 kampeerplaatsen, een tweetal huurcaravans en 1 trekkershut beschikbaar. In de (directe) toekomst wordt dit aantal uitgebreid met 10 ingerichte tenten en 5 trekkershutten. • Een drietal groepsaccommodaties kan circa 75 gasten herbergen; • In de pensions, B&B’s en appartementen kunnen circa 45 gasten ondergebracht worden. • Lommerbergen kent met ruim 500 bungalows, waar tussen de 2 en 8 personen ondergebracht kunnen worden, de meeste overnachtingen per jaar. Circa 97,5% van het totaal aan overnachtingen verblijft bij de Lommerbergen
Pagina 3 van 13
Alle verblijfsaccommodaties, de door de gemeente lopende routestructuren en de dagrecreatieve elementen zijn op een kaart (bijlage 1a) weergegeven. Om het beeld compleet te maken zijn op deze kaart ook de bestaande routestructuren (wandel en fietsroutes) en de (toekomstige) dagrecreatieve voorzieningen opgenomen. Deze kaart vormt het uitgangspunt om aanvragen inzake verblijfsrecreatie gebiedsgericht te toetsen. Vandaar dat ook enkele van belang zijnde gebiedkenmerken en omgevingswaarden op de kaart zijn aangegeven. Verder zijn de principeverzoeken die momenteel (april 2008) bij de gemeente zijn ingediend hieronder vermeld. Al deze verzoeken worden pas afgehandeld nadat dit beleidskader definitief is vastgesteld.
Naam Murmans Van Gogh Aan de Brugh Knooppunt ‘91 Dohms Reynen
Adres Nieuwstraat 20 Bakheide 2c Keulseweg 200 Burg. Janssenstraat 51 Heidenheimseweg Klerkenhofweg
Pagina 4 van 13
Initiatief Pension Camping Uitbreiding camping Camping Uitbreiding camping Vakantiewoning/appartement
3.
Visie Verblijfsrecreatie
In de in 2005 vastgestelde beleidsnota R&T zijn sterke en zwakke punten van de verschillende onderdelen van Recreatie & Toerisme opgenomen. Onder meer van natuur en landschap, dagrecreatie, infrastructuur en verblijfsrecreatie zijn de plussen en minnen van de gemeente Beesel vastgesteld. De sterke en zwakke punten van het onderdeel verblijfsrecreatie zijn opnieuw geactualiseerd. Geactualiseerd zien deze sterke en zwakke punten er als volgt uit: Sterke punten
Zwakke punten
Verblijfsrecreatie Aanwezigheid grote aanbieder De Lommerbergen met landelijke uitstraling kwaliteit aanbod over algemeen goed kleinschalige karakter aanbod buiten Lommerbergen campings trekken gasten met respect voor de natuur en omgeving. Uitbreidingsbehoefte De Lommerbergen
Verblijfsrecreatie diversiteit aanbod gering te grote afhankelijkheid van Lommerbergen het hotelaanbod is minimaal investeringsdrang overige voorzieningen gebrek aan onderlinge samenwerking
Het bureau ZKA is medio 2008 gestart met het opstellen van een toeristisch profiel van de gemeente Beesel. Uitgangspunt voor deze zoektocht naar de identiteit is de rode draad die gekenmerkt wordt door de navolgende begrippen: Limburg: mens en landschap, gemeenschapsgevoel, saamhorigheid, warmte gastvrij tradities, kunst en ambacht. Door de gemeenteraad is als leidraad voor het vervolg geformuleerd dat: • het toerisme in de gemeente vooral ook een meerwaarde moet zijn voor de inwoners, maar dat ook zeker een economische doelstelling geldt (inkomsten, werkgelegenheid etc.); • het toerisme niet ten koste mag gaan van de huidige kwaliteiten: rust en kleinschaligheid zijn daarbij belangrijk; • de gemeenteraad wil graag investeren om het toerisme in de gemeente te verstevigen; • de rol van de gemeente zou daarbij ondersteunend I faciliterend moeten zijn: (toeristische) ondernemers moeten welkom zijn in de gemeente, zonder al te veel obstakels. Rekening houdend met bovenstaande analyse en uitgangspunten bestaat er behoefte aan verblijfsrecreatie die zich kenmerkt door kwaliteit, voldoende kwantiteit en diversiteit. Kwaliteit: Hieronder verstaan wij het handhaven van het huidige kwaliteitsniveau. Dit niveau uit zich in criteria die per soort verblijfsrecreatie worden opgesteld. Kwantiteit: Uitgaande van het kleinschalige karakter van de verblijfsrecreatie in de gemeente en de beperkte mogelijkheden wat de omgeving aankan, zal in het verdere vervolg ook gesproken worden over een maximum. Diversiteit: Bij uitbreiding zal als eerste insteek worden gehanteerd ‘niet méér van hetzelfde’: waarmee kan een initiatief zich onderscheiden?
Pagina 5 van 13
4.
Regels en standpunten
In het algemeen geldt dat uitbreidingen/wijzigingen of nieuwe plannen zich moeten richten op kwaliteit, onderscheid en vernieuwing. Elke aanvraag dient daarom voorzien te zijn van een bedrijfsplan en een inrichtingschets, waaruit het vorenstaande moet blijken. Hierna wordt eerst ingegaan op het “Kamperen” in en buiten de kampeerterreinen en de verschillende vormen zoals deze voor komen. Vervolgens wordt op de overige vormen van verblijfsrecreatie ingegaan.
A. Kamperen Voor wat betreft het ruimtelijk beleid van Rijk, provincie en gemeente wordt kortheidshalve verwezen naar de bijlagen 2 en 3. In dit hoofdstuk wordt de nadruk gelegd op de definities van de kampeervormen en de richtlijnen en voorwaarden waaronder deze toegestaan worden. Bewust is gekozen voor een niet te starre en uitputtende regeling. Het beleid is om zoveel mogelijk ruimte te bieden aan de ondernemers om te reageren op de ontwikkelingen in de markt. Dat bevordert niet alleen de flexibiliteit, maar ook kwaliteit en diversiteit van de vormen van verblijfsrecreatie. Daarom is niet gekozen voor een vergaande onderverdeling van kampeervormen maar voor een tweedeling. Op kampeerterreinen is het instrument van het bestemmingsplan van toepassing en in de APV is het kamperen buiten kampeerterreinen geregeld. In het bestemmingsplan dient een verbod opgenomen te worden op grond waarvan het verboden is te kamperen buiten kampeerterreinen, met de mogelijkheid een omgevingsvergunning voor een kleinere buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan te verlenen op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3e Wet algemene bepalingen omgevingrecht (Wabo). Deze omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan is noodzakelijk indien het kamperen door groepen of individuen buiten het kampeerterrein op een specifieke plaats een méér dan incidenteel karakter heeft. Indien het kamperen namelijk alleen een incidenteel karakter heeft bestaat er géén planologische relevantie. Op grond van jurisprudentie is daarvan sprake bij een zekere regelmaat (bijvoorbeeld jaarlijks) en de duur (inclusief opbouwen en afbreken) en de omvang (aantal deelnemers) van de activiteit. Om duidelijkheid te scheppen wanneer er in het kader van de verblijfsrecreatie sprake is van een ‘incidenteel’ karakter van kamperen is gekozen voor het opnemen van de volgende definitie: “Van ‘incidenteel kamperen’ is sprake indien maximaal 10 dagen aaneengesloten of in totaal 3 maal per jaar wordt gekampeerd buiten kampeerterreinen op een bepaalde plaats of gebied”. Bovenstaande betekent dus dat indien er incidenteel wordt gekampeerd alleen de APV van toepassing is en in overige gevallen er tevens een omgevingsvergunning voor een afwijking van het bestemmingsplan noodzakelijk is in het kader van het bestemmingsplan. Voor wat betreft het kleinschalig kamperen in het kader van een “verbrede plattelandsontwikkeling”, is aan de bovengrens van 15 standplaatsen vastgehouden, een omvang overeenkomstig de bestaande situatie. Bij dit aantal standplaatsen is nog sprake van kleinschaligheid van kamperen, passend bij een boerenbedrijf. Het past ook bij de kampeerder die bewust kiest voor een relatief kleine, rustige kampeergelegenheid op een boerenerf met een plattelandsbeleving. Deze vorm van kamperen onderscheidt zich daarmee nadrukkelijk van de reguliere kampeerterreinen en zorgt voor de beoogde diversiteit. Het kamperen bij de burger wordt uitgesloten omdat dit kan leiden tot wildgroei, overlast en/of landschappelijke aantasting.
Pagina 6 van 13
Op dit moment zijn er drie of vier reguliere kampeerterreinen bestaand of in opbouw. In verband met de druk op de natuurgebieden, de schaalgrootte van de gemeente én de te bereiken c.q. de vast te houden kwaliteit en diversiteit van de verblijfsrecreatie, is het aantal reguliere kampeerterreinen beperkt tot de genoemde drie of vier stuks. Nieuwe kampeerterreinen worden niet toegelaten. Bestaande kampeerterreinen kunnen slechts onder voorwaarden uitbreiden. Omdat de gebiedswaarden daarbij een belangrijke rol vervullen is voor dergelijke verzoeken maatwerk vereist. Tenslotte is er een kampeerseizoen opgenomen. In de APV wordt het zogenaamde incidentele kamperen geregeld door het opnemen van een algemeen verbod op het kamperen buiten kampeerterreinen. Daarnaast wordt bepaald in welke gevallen het verbod niet geldt en welke voorwaarden daarop van toepassing zijn.
Pagina 7 van 13
a) Kamperen op kampeerterreinen Kleinschalig kampeerterrein Het “kamperen bij de boer” als ondergeschikte functie bij een agrarisch bedrijf. ( max. 15 standplaatsen)
Voor een “kleinschalig kampeerterrein” gelden de volgende voorwaarden: • Binnen de bestemming “Agrarisch bouwblok” zijn kleinschalige nevenactiviteiten in het bestemmingsplan direct toegestaan in de vorm van kamperen in kampeermiddelen; • Het kleinschalig kamperen moet naar het oordeel van burgemeester en wethouders in visueel-landschappelijk opzicht op een aanvaardbare wijze worden ingepast door afschermende randbeplanting met landschappelijk karakter en ter breedte van minimaal 5 m en bestaande uit opgaande houtsoorten van gebiedseigen beplanting; • Er is sprake van maximaal 15 standplaatsen; • Tussen de kampeermiddelen dient een minimale afstand aangehouden te worden van 3 meter; • Er mogen geen stacaravans, chalets of trekkershutten als kampeermiddel worden geplaatst; Als “kampeermiddelen” worden aangemerkt: tenten, tentwagens, kampeerauto’s of caravans danwel andere onderkomens of andere voertuigen, gewezen voertuigen of gedeelte daarvan, voorzover niet als bouwwerk aan te merken, die geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht danwel worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf danwel voor nachtverblijf van personeel, werkzaam op het kampeerterrein waar deze onderkomens of voertuigen zijn geplaatst; • Op of aan het kampeerterrein dient op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid te zijn met afschermende randbeplanting als eerdergenoemd; • Indien een agrariër stopt met de hoofdactiviteit, mag een reeds bestaand kampeerterrein in dezelfde vorm en omvang doorgezet worden maar is een uitbreiding van deze activiteit niet mogelijk. Dit laatste sluit niet uit dat aanvullend in het kader van VAB in de bestaande bebouwing in beginsel toeristisch-recreatieve ontwikkelingen mogelijk zijn; • Het exploiteren van een kampeerterrein door een agrariër die reeds is gestopt is niet toegelaten; • Het kamperen is toegelaten in het kampeerseizoen van 15 maart tot 1 november; • Het kampeerterrein mag niet worden gebruikt voor permanente bewoning; • Buiten het kampeerseizoen dient het kampeerterrein leeg te zijn; • Voor sanitaire en andere kampeervoorzieningen dient gebruik te worden gemaakt van bestaande (voormalige agrarische) gebouwen. De bebouwing dient uitsluitend gebruikt te worden voor kleinschalige recreatiedoeleinden voor de eigen kampeergasten;
Pagina 8 van 13
Regulier kampeerterrein Het kamperen op gronden die in het bestemmingsplan zijn aangewezen als “kamperen”. (Camping St. Petrushoeve, Camping Natuurplezier, Camping ‘t Eijveld en ‘t Betere Boerenbed)
Voor een “regulier kampeerterrein”gelden de volgende voorwaarden: • Binnen de bestemming “Kamperen” is per kampeerterrein het ingevolge het bestemmingsplan toegelaten aantal standplaatsen toelaatbaar; Verzoeken om uitbreiding van een kampeerterrein vereisen maatwerk waarbij een belangenafweging wordt gemaakt en vooral de gebiedswaarden een belangrijk aspect vormen; • Het kampeerterrein moet naar het oordeel van burgemeester en wethouders in visueel-landschappelijk opzicht op een aanvaardbare wijze worden ingepast door afschermende randbeplanting met landschappelijk karakter en ter breedte van minimaal 5 m en bestaande uit opgaande houtsoorten die zijn afgestemd op de bodemeigenschappen van de locatie; • Tussen de kampeermiddelen dient een minimale afstand aangehouden te worden van 3 meter; • Er mogen geen stacaravans, chalets als kampeermiddel worden gebruikt; Als “kampeermiddelen” worden aangemerkt: tenten, tentwagens, kampeerauto’s of caravans dan wel andere onderkomens of andere voertuigen, gewezen voertuigen of gedeelte daarvan, voorzover niet als bouwwerk aan te merken, die geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf dan wel voor nachtverblijf van personeel, werkzaam op het kampeerterrein waar deze onderkomens of voertuigen zijn geplaatst; • Het kamperen is toegelaten in het kampeerseizoen van 15 maart tot 1 november; • Het kampeerterrein mag niet worden gebruikt voor permanente bewoning; • Buiten het kampeerseizoen dient het kampeerterrein leeg te zijn; • Op de voor kamperen bestemde gronden mag uitsluitend bebouwing worden opgericht ten behoeve van de verblijfsrecreatie, voor zover van ondergeschikte betekenis en niet hoger dan 3 m. Voor sanitaire en andere kampeervoorzieningen dient gebruik te worden gemaakt van bestaande (voormalige agrarische) gebouwen. De bebouwing dient compact te zijn en uitsluitend gebruikt te worden voor kleinschalige recreatiedoeleinden voor de eigen kampeergasten; • De huurcaravans zullen onder het overgangsrecht worden geplaatst;
Pagina 9 van 13
b) Kamperen buiten kampeerterreinen
Tijdelijk kamperen Indien het gaat om een tijdelijk kampeerterrein voor een groep of vereniging, zal de gemeente per incidentele aanvraag bekijken of een afwijking kan worden verleend van het bestemmingsplan en een afwijking van de APV.
Individueel kamperen (GOP’s)
Kamperen op eigen terrein
Voor het “tijdelijk kamperen” gelden de volgende voorwaarden: • Het betreft een groep of vereniging; • Het betreft een incidentele aanvraag om op een bepaalde plaats te mogen kamperen buiten een kampeerterrein; • De maximale duur bedraagt 10 dagen, inclusief opbouw en afbraak; Het tijdelijk kamperen is behalve in verband met de APV ook planologisch relevant indien er géén sprake is van incidenteel kamperen. Hieronder wordt verstaan het maximaal 10 dagen aaneengesloten of in totaal 3 maal per jaar kamperen buiten kampeerterreinen op een bepaalde plaats of gebied”. Indien er géén sprake is van incidenteel kamperen zal het tijdelijk gebruik bij afwijking van het bestemmingsplan kunnen worden toegestaan.
Voor de “GOP’s” (gereguleerde overnachtingsplaatsen) gelden de volgende voorwaarden: • In kampeerauto’s mag overnacht worden op kampeerplaatsen die door het college van B en W als zodanig zijn aangewezen • De aangewezen kampeerplaats heeft een afmeting van minimaal 4 x 8 meter en heeft een herkenbare vormgeving, terreinverlichting en aanduidingbord;
Het kamperen op eigen terrein is niet toegestaan
Pagina 10 van 13
B.
Overige verblijfsrecreatie
De doelstelling van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de overige verblijfsrecreatie luidt: "Het binnen het wettelijk regiem in stand houden en mogelijk maken van de diverse vormen van de overige verblijfsrecreatie, maar ook voor wenselijke, nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen." Onderstaand zijn voor de verschillende vormen van verblijfsrecreatie definities geformuleerd en daaraan gekoppeld enkele richtlijnen en voorwaarden. Bed & Breakfast: Het voor recreatief nachtgebruik periodiek verhuren van één of meer gastenkamers in een woning en aangrenzende bebouwing of VAB op basis van logies en ontbijt. In het kader van de APV moet de exploitant een nachtregister bijhouden
Voor B&B gelden de volgende voorwaarden: • Het woonkarakter van de woning moet worden gehandhaafd; • "Woondoeleinden" blijft de hoofdbestemming; • Er mogen tegelijkertijd aan niet meer dan vier personen in maximaal 4 kamers (zonder keuken) B&B worden geboden; • Uitbreidingen/wijzigingen moeten voldoen aan de bebouwingsvoorschriften voor wonen in het bestemmingsplan; • Er dient voldoende parkeergelegenheid te zijn; de woonomgeving mag niet onevenredig worden belast waardoor extra verkeersmaatregelen,zoals parkeerplaatsen, buiten het eigen terrein noodzakelijk worden; • Er mag geen sprake zijn van afbreuk aan het woon- en leefmilieu in de omgeving; • Geen reclame-uitingen, anders dan die welke zijn vrijgesteld in het gemeentelijke reclamebeleid (in ontwerpfase); • De activiteit mag niet vallen onder de Wet milieubeheer; • De activiteit is alleen toegestaan aan de bewoner van de woning; • Detailhandel is uitgesloten; • Bij (ver)bouw zal worden getoetst aan Bouwbesluit (gebruiksfuncties). In beginsel wordt een B&B in de gehele gemeente toegestaan.
Pension: Deel van een woning of daarbij behorend gebouw met als doel het met het oog op recreatie aan 5 of meer personen op ten minste 2 en maximaal 10 kamers verstrekken van logies voor langere of kortere tijd met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/ of dranken aan de logerende gasten, een en ander zonder vermaakfunctie. In het kader van de APV
Voor een pension gelden de volgende voorwaarden: • Voor het exploiteren van een pension is in elk geval een horecavergunning op grond van de APV nodig. • Bij het schenken van alcoholische dranken is een vergunning op grond van Drank en Horecawet met de daarin vervatte bepalingen vereist. • De activiteit is alleen toegestaan aan de bewoner van de woning; • Detailhandel is uitgesloten; • Bij (ver)bouw zal worden getoetst aan Bouwbesluit (gebruiksfuncties). • Geen reclame-uitingen, anders dan die welke zijn vrijgesteld in het gemeentelijke reclamebeleid (in ontwerpfase); • Op eigen terrein dient voldoende parkeergelegenheid te zijn (volgens CROW normen); Pagina 11 van 13
moet de exploitant een nachtregister bijhouden
•
Er mag geen sprake zijn van afbreuk aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
Een pension wordt toegestaan binnen de op de kaart (bijlage) aangegeven omlijning “bebouwde kommen”. Voor VAB geldt dat een pension in de gehele gemeente is toegestaan Hotel: Een hotel is een accommodatie waarin logies wordt verstrekt en waar eventueel afzonderlijke maaltijden, kleine etenswaren en dranken worden verstrekt aan gasten en mogelijk ook aan passanten. Een hotel wordt jaarrond geëxploiteerd. In het kader van de APV moet de exploitant een nachtregister bijhouden
Ieder plan dat bij de gemeente wordt ingediend, moet voorzien zijn van een inrichtingsplan, met schets. Hierin wordt ingegaan op de inrichtingseisen die overeenkomen met de Benelux-Hotelclassificatie. Deze classificatie schrijft de voorzieningen voor die minimaal in een hotel aanwezig dienen te zijn voor de indeling in één van de vijf sterrencategorieën. Voor het na te streven kwaliteitsniveau in Beesel dient een hotel ten minste te voldoen aan de minimumeisen van een 1-sterhotel, hetgeen wil zeggen: • iedere kamer heeft een raam, een bed met beddengoed, een tafel en een stoel; • iedere kamer heeft een kast, een wastafel met warm en koud stromend water, zeep en verwarming; • in het hotel wordt een ontbijt geserveerd. In beginsel staan we open voor initiatieven binnen de gehele gemeente.
Bungalowpark: Een bungalowpark is een complex bestaande uit een aantal vakantiewoningen, vakantiebungalows of vakantieappartementen, voor zover deze verblijfseenheden voor tijdelijk verhuur door de exploitant of beheerder van het complex beschikbaar zijn. We spreken van een bungalowpark indien er sprake is van bedrijfsmatige exploitatie In het kader van de APV moet de exploitant een nachtregister bijhouden Groepsaccommodatie: (Deel van) een gebouw welke blijvend is bestemd voor tijdelijk recreatief nachtverblijf door groepen, waarbij wordt overnacht in
Voor een bungalowpark geldt de volgende voorwaarde: • Permanente bewoning van de woningen, bungalows of appartementen is niet toegestaan. Uitbreiding van het bestaande bungalowpark Lommerbergen is speerpunt van beleid. Een tweede bungalowpark in de gemeente is vanwege het ingrijpende en grootschalige karakter met het oog op het landschap niet toegestaan.
Voor een groepsaccommodatie gelden de volgende voorwaarden: • Een groepsaccommodatie heeft de volgende kenmerken: gemeenschappelijk gebruik van sanitaire voorzieningen, keuken, verblijfsruimten en slaapzalen.
Pagina 12 van 13
slaapzalen en/of slaapkamers waar een dagverblijf beschikbaar is waarin de gasten mede huishoudelijke werkzaamheden kunnen verrichten. In het kader van de APV moet de exploitant een nachtregister bijhouden
• • • •
Toetsing aan het bouwbesluit; Voor de exploitatie is een horecavergunning noodzakelijk. Op eigen terrein dient voldoende parkeergelegenheid te zijn, dat met gebiedseigen beplanting is ingepast in de omgeving; Er mag geen sprake zijn van afbreuk aan het woon- en leefmilieu in de omgeving.
Een uitbreiding van het aantal bestaande locaties/ accommodaties wordt niet toegestaan. Nieuwe groepsaccommodaties zijn alleen mogelijk binnen bestaande bebouwingen op locaties waar de agrarische activiteiten zijn beëindigd en een kleinschalig kampeerterrein wordt geëxploiteerd.
Vakantiewoning/ Appartementen: Een vakantiewoning/ appartement wordt gekenmerkt als een gebouw waarvoor een vergunning ingevolge artikel 2.1, lid 1, onder a van de Wabo is vereist en welke dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen van recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben. Permanente bewoning is dus niet toegestaan. In het kader van de APV moet de exploitant een nachtregister bijhouden
Voor een vakantiewoning gelden de volgende voorwaarden: • Bij (ver)bouw zal worden getoetst aan Bouwbesluit (gebruiksfuncties). • De maximale oppervlaktemaat van de woning cq appartement bedraagt 100 m² • Op eigen terrein dient voldoende parkeergelegenheid te zijn; • Er mag geen sprake zijn van afbreuk aan het woon- en leefmilieu in de omgeving Er zijn nu drie vakantiewoningen. Een verdere uitbreiding c.q. nieuwe locaties van deze vorm van verblijfsrecreatie worden niet toegestaan, behalve indien het inpandige vakantiewoningen / appartementen betreft in cultuur historische bebouwing, met een maximum van drie appartementen of woningen en waaraan tevens een sloopregeling is gekoppeld met betrekking tot het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit.
Pagina 13 van 13