Beleidsaanbevelingen voor de Vlaamse Gemeenschap Gezonde, betaalbare en lekkere voeding voor iedereen
Beleidsaanbevelingen voor de Vlaamse Gemeenschap Gezonde, betaalbare en lekkere voeding voor iedereen
Werkgroep beleid gezonde voeding en sociaal zwakke groepen Koning Boudewijnstichting
COLOfON
Beleidsaanbevelingen voor de Vlaamse Gemeenschap Gezonde, betaalbare en lekkere voeding voor iedereen Een uitgave van de Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21 te 1000 Brussel AUTEUR REDACTIONELE BIJDRAGE COÖRDINATIE VOOR DE KONING BOUDEWIJNSTICHTING
Werkgroep beleid gezonde voeding sociaal zwakke groepen Anja Otte Gerrit Rauws, directeur Johan Alleman, projectverantwoordelijke Ann Nicoletti, assistente
GRAFISCH CONCEPT VORMGEVING PRINT ON DEMAND
PuPiL Jean-Pierre Marsily Manufast-ABP vzw, een bedrijf voor aangepaste arbeid Deze uitgave kan gratis worden gedownload van onze website www.kbs-frb.be Een afdruk van deze electronische uitgave kan (gratis) besteld worden: on line via www.kbs-frb.be, per e-mail naar
[email protected] of telefonisch bij het contactcentrum van de Koning Boudewijnstichting, tel +32-70-233 728, fax + 32-70-233-727
Wettelijk depot: ISBN-13:
D/2893/2008/22 978-90-5130-625-5
EAN:
9789051306255
NUR:
440 September 2008 Met de steun van de Nationale Loterij
Inhoud
Inleiding… ………………………………………………………………………………………………………… 4 Aanbeveling 1:
Maak van het verkleinen van de gezondheidskloof een doelstelling………… 6
Aanbeveling 2:
Vergroot het aanbod van betaalbare, gezonde en lekkere voeding… ……… 7
Aanbeveling 3:
Gezondheidspromotie moet systematischer……………………………………………… 8
Aanbeveling 4:
Strategische samenwerking is cruciaal… …………………………………………………… 9
Aanbeveling 5:
Meet de impact en evalueer……………………………………………………………………… 11
Aanbeveling 6:
Vermenigvuldig en veranker goede praktijken………………………………………… 12
Aanbeveling 7:
Kinderen en hun opvoeders blijven een cruciale doelgroep…………………… 13
Bijlage
Koning Boudewijnstichting
Werkgroep beleid gezonde voeding sociaal zwakke groepen… ……………… 14
Beleidsa anbevelingen voor de Vl a amse Gemeenschap
3
Inleiding
Wetenschappelijk staat vast dat de impact van voeding op gezondheid immens is. Daarom schenkt de Koning Boudewijnstichting, binnen haar werkthema gezondheid, de jongste jaren veel aandacht aan gezonde voeding. De Stichting mikt daarbij op twee groepen: jongeren en sociaal zwakkere groepen. Jongeren werden als doelgroep geselecteerd omdat preventief werken aan (on)gezonde voeding het meest effectief is bij jonge kinderen. De tweede groep werd gekozen omdat ongezond voedingsgedrag relatief veel meer voorkomt bij sociaal zwakke groepen. Campagnes rond gezonde voeding bereiken deze groepen bovendien niet of onvoldoende. Dit vergroot alleen maar de gezondheidskloof: het feit dat mensen uit sociaal zwakkere groepen minder lang leven en minder gezonde levensjaren kennen. Dit heeft te maken met de levensstijl die mensen uit verschillende sociale groepen erop nahouden. Volgens Johan Mackenbach, een internationaal gerenommeerd expert inzake ongelijkheid in gezondheid, verklaren levensstijl en gedragsmatige elementen de socio-economische verschillen in morbiditeit (het aantal jaren dat mensen in goede gezondheid leven) voor de helft. Iedereen heeft evenveel recht op gezond leven. In deze nota formuleert de Koning Boudewijnstichting daarom enkele beleidsaanbevelingen om gezonde voeding meer en beter te promoten bij sociaal zwakke groepen. Deze aanbevelingen zijn het resultaat van een lang proces, waarbij ervaringen uit voorbeeldprojecten werden uitgewisseld en uitgediept. Hieruit werden lessen getrokken en vertaald in beleidstermen. Dit kwam tot stand in een ruime dialoog met het werkveld. Tot slot werden de uiteindelijke aanbevelingen voorbereid door een specifieke werkgroep met vertegenwoordigers uit diverse relevante sectoren (zie bijlage). De Stichting werkte hiervoor samen met het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIG).
Koning Boudewijnstichting
Beleidsa anbevelingen voor de Vl a amse Gemeenschap
4
Inleiding
Situering Door de jongste staatshervormingen zijn de Gemeenschappen exclusief bevoegd voor de preventieve gezondheidszorg, inclusief de gezondheidspromotie. De Vlaamse regelgeving voor gezondheidspromotie bestaat sinds 1991. Het Vlaams decreet op het preventieve gezondheidsbeleid van 2003 biedt heel wat kansen op samenwerking met andere sectoren, een cruciale randvoorwaarde voor wie gezonde voeding wil stimuleren, ook bij sociaal zwakke groepen. Sinds Vlaanderen bevoegd werd voor gezondheidspromotie is het stimuleren van gezonde voeding altijd een belangrijke doelstelling geweest. Ook nu nog, misschien zelfs meer dan ooit. Het bewijs? Gezonde voeding vormt een van de zes voornaamste doelstellingen van de Vlaamse gezondheidspromotie: “de consumptie van vetrijke voeding moet op significante wijze gedaald zijn ten voordele van vetarme en vezelrijke voeding”. Bovendien is de nieuwe gezondheidsconferentie dit jaar integraal gewijd aan gezonde voeding en beweging. Dit is een verheugende vaststelling. Toch kan de Vlaamse overheid met deze aanbevelingen nog een stap verder zetten.
Wat weten we? Dankzij de voedselconsumptie-enquête en de gezondheidsenquête beschikt de Vlaamse Gemeenschap over relatief goed cijfermateriaal over het voedingsgedrag in Vlaanderen. Dit stelt de overheid in staat zeer concrete en becijferde doelstellingen te formuleren. Een voorbeeld: tegen 2015 stijgt het aantal mensen dat elke dag 300 gram groenten eet van 4 naar 14 procent. Er zijn ook zaken waar we te weinig over weten. Zo bestaan er maar weinig cijfers die het voedingsgedrag relateren met gedifferentieerde bevolkingsgegevens. Wel zijn er enkele beperkte gegevens over het opleidingsniveau. Het gevolg is dat we geen uitspraken kunnen doen over de evolutie van de gezondheidskloof, in verhouding tot levensstijl en voeding. Verkleint de gezondheidskloof, of vergroot ze net? Op die vraag biedt het huidige cijfermateriaal geen antwoord. Nochtans is het perfect mogelijk bij de voedselconsumptie-enquête meer gegevens over socio-economische verschillen in te zamelen. Daarnaast is recent heel wat expertise ontwikkeld om gezonde voeding op aangepaste en effectieve wijze te promoten bij mensen die het minder breed hebben.
Koning Boudewijnstichting
Beleidsa anbevelingen voor de Vl a amse Gemeenschap
5
Aanbeveling 1 Maak van het verkleinen van de gezondheidskloof een doelstelling
Om te weten of je op de juiste weg bent, moet je weten waar je heen wilt. Als je geen concrete doelstelling voor ogen hebt, kan je onmogelijk weten of je of de juiste maatregelen treft en een goed beleid voert. Daarom werkt Vlaanderen met gezondheidsdoelstellingen, die vastgelegd worden door zogenaamde gezondheidsconferenties. Deze gezondheidsdoelstellingen dienen: — om richting te geven aan het beleid inzake gezondheid — om strategieën en acties te helpen bepalen — om middelen toe te wijzen — om verantwoording af te leggen over de gebruikte middelen — om de communicatie en samenwerking tussen de verschillende actoren te bevorderen — als basis voor een effectief management inzake gezondheidszorg — als voorwaarde voor opvolging en evaluatie van de beleidsvoering Dit zijn even veel goede redenen om van het verkleinen van de gezondheidskloof een doelstelling te maken. Een eenvoudig voorbeeld illustreert het belang hiervan. Vlaanderen beschikt over netwerken voor lokaal gezondheidoverleg (Logo’s): lokale partners uit de gezondheids- en aanverwante sectoren, die samen lokale gezondheidsprojecten ontwikkelen. Deze Logo’s worden aangestuurd door de gezondheidsdoelstellingen. Voor het verkleinen van de gezondheidskloof is vooral het lokale niveau van groot belang. De potentiële rol van de Logo’s is dan ook zeer groot. Alleen besteden niet alle Logo’s hier systematisch aandacht aan, omdat het verkleinen van de gezondheidskloof nu eenmaal nog niet tot de gezondheidsdoelstellingen behoort. Hierdoor worden heel wat kansen gemist. Als het verkleinen van de gezondheidskloof daadwerkelijk een doelstelling wordt, dan houdt dat ook in dat alle campagnes rond gezonde voeding vooraf getest worden op hun bereik van sociaal zwakke groepen. Daarnaast moet, zoals reeds op gewezen in de inleiding, veel meer aandacht besteed worden aan het verzamelen van gegevens over de gezondheidskloof in oa de voedselconsumptie- en gezondheidsenquête.
Koning Boudewijnstichting
Beleidsa anbevelingen voor de Vl a amse Gemeenschap
6
Aanbeveling 2 Vergroot het aanbod van betaalbare, gezonde en lekkere voeding
Heel wat initiatieven staan in voor een aanbod van betaalbare voeding. Organisaties als voedselbanken, sociale kruideniers en sociale restaurants bereiken sociaal zwakke groepen. Vaak hebben ze ook een sociale meerwaarde, omdat ze voor deze mensen een manier van sociaal contact vormen. Veel van deze initiatieven zijn echter gericht op overleven. Dit is nog iets anders dan gezond leven. Met de juiste ondersteuning kan de stap van overleven naar gezond leven echter zeker gezet worden. Uit tal van praktijkvoorbeelden blijkt dat ‘betaalbare, gezonde en lekkere voeding’ een haalbare doelstelling is. Werken via deze initiatieven is bovendien bijzonder efficiënt: de impact op gezonde voeding is direct en aanzienlijk, en een gezonde levensstijl kan optimaal sociaal ondersteund worden. Momenteel weten we niet exact hoeveel van deze initiatieven er bestaan, hoe groot hun bereik is, waar nog hiaten zitten in de regionale spreiding… Hiervoor kan verder gewerkt worden op de (onvolledige) inventaris beschikbaar op de website van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie. Waar er nog grote locoregionale leemtes bestaan, kunnen Logo’s samen met lokale partners nieuwe initiatieven ondersteunen. Het VIG kan hierbij centrale ondersteuning voorzien. Zo kan het VIG een praktijkgids samenstellen voor een evenwichtig en betaalbaar voedings- en drankenaanbod, zoals het er recent een maakte in opdracht van de Koning Boudewijnstichting voor scholen. Wat de distributeurs van voedselhulp betreft, moeten er met alle betrokken actoren afspraken gemaakt worden over hoe het aanbod van voedselhulp gezonder kan worden samengesteld.
Koning Boudewijnstichting
Beleidsa anbevelingen voor de Vl a amse Gemeenschap
7
Aanbeveling 3 Gezondheidspromotie moet systematischer
Gezondheidspromotie is een jonge sector in volle ontwikkeling, die geconfronteerd wordt met hoge verwachtingen en zeer diverse vragen. De verleiding is groot om op al die vragen een antwoord te formuleren en op alle verschillende behoeftes te willen inspelen. Maar de middelen zijn beperkt en er moeten soms moeilijke keuzes gemaakt worden. Daarom moet men meer systematisch en strategisch te werk gaan. Er moet een strategisch plan komen waar gekozen wordt voor een aantal strategische partnerschappen met sectoren met een grote potentiële hefboomfunctie. Goede praktijken inzake de promotie van gezonde voeding dienen uitgetest en geëvalueerd. Deze initiatieven en acties overstijgen het projectniveau: de goede praktijken moeten structureel geïntegreerd worden in de werking. Een voorbeeld: Budgetbegeleiders kunnen een belangrijke rol spelen in het begeleiden van hun cliënten wat betreft gezonde en betaalbare voeding. Nu al zijn er enkele OCMW’s en CAW’s die dit toepassen. Dit is goed, maar onvoldoende. Dit kan systematischer aangepakt worden. De kennis die ze opdoen, kan gedeeld worden via een vormingsaanbod voor alle budgetbegeleiders. Hun praktijken kunnen opgevolgd en geëvalueerd worden, waarna de methodieken verfijnd en bijgestuurd worden. Tot slot kunnen ze definitief geïntegreerd worden in de praktijk van budgetbegeleiding. In dit voorbeeld is er sprake van een strategisch partnerschap tussen gezondheidspromotie en OCMW’s of CAW’s, waarbij de aansturing gebeurt vanuit gezondheidspromotie en het eindresultaat is een structurele integratie van goede pratktijken in de algemene werking van budgetbegeleiders. Gezien de beperkte middelen moeten keuzes gemaakt worden om de middelen gefaseerd te besteden.
Koning Boudewijnstichting
Beleidsa anbevelingen voor de Vl a amse Gemeenschap
8
Aanbeveling 4 Strategische samenwerking is cruciaal
Gezonde voeding promoten bij sociaal zwakke groepen impliceert bijna per definitie twee soorten deskundigheden: het bevorderen van gezonde voeding, en participatief werken met sociaal zwakke groepen. Deze deskundigheden moeten telkens samengebracht worden. In de praktijk gebeurt dit veelal op lokaal niveau. Lokale besturen moeten hier meer een regisseursrol opnemen en hiervoor mensen en middelen vrijmaken. In Vlaanderen is de beleidscontext hiervoor het decreet lokaal sociaal beleid. Een organisatie als de VVSG (Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten) kan hierbij een stimulerende en faciliterende rol spelen. Gezonde voeding voor sociaal zwakke groepen moet gepromoot worden in tal van sectoren. Nu al zijn er diverse interessante initiatieven van OCMW’s en CAW’s, wijkgezondheidscentra, opbouwwerk, inloopteams, sociale restaurants en kruideniers, armenverenigingen, etc. Het blijft echter nog te veel bij eenmalige acties en projecten. Strategische samenwerkingsprogramma’s moet kunnen lopen over langere termijn. Ze moeten leiden tot een volwaardige integratie van promotie van gezonde voeding in andere sectoren. Vanuit de sector gezondheidspromotie moet het mogelijk zijn het initiatief te nemen om partnerschappen aan te gaan met andere sectoren die het lokale niveau overstijgen. De samenwerking tussen lokale welzijnspartners en gezondheidspartners moet meer en structureel gestimuleerd te worden. Welzijnorganisaties moeten gestimuleerd om samen te werken met het Logo, dat een lokale draaischijf vormt in de gezondheidspromotie. Gezondheid moet worden toegevoegd aan de opdracht van overlegfora in verband met welzijn, zoals het Regionaal Welzijnsoverleg De doelgroepbenadering moet ook dringend geïntegreerd worden in de opleiding van zorgverstrekkers. Al te vaak blijkt dat huisartsen, diëtisten en verpleegkundigen over onvoldoende kennis van de leefwereld van de sociaal zwaksten beschikken. Een voorbeeld: Vlaanderen heeft op hogeschoolniveau zeven opleidingen tot diëtist. In hun curriculum kan kennis over de doelgroep en aangepaste werkmethodes ingebouwd worden. Het Vlaams Instituut voor
Koning Boudewijnstichting
Beleidsa anbevelingen voor de Vl a amse Gemeenschap
9
Gezondheidspromotie kan samen met de Vereniging van Diëtisten, Verenigingen waar armen het woord nemen en de opleidingshoofden van de verschillende hogescholen nagaan hoe dit precies kan gebeuren. Een gelijkaardige aanbeveling geldt ook voor de artsenopleiding. Daarin moet het COPC-concept (Community Orientated Primary Care) de nodige aandacht moet krijgen. De essentie van het COPC-concept is dat individuele problemen ook binnen de buurt/gemeenschap moeten ervaren en geduid worden, en zodoende tot effectieve aanpak kunnen leiden.
Koning Boudewijnstichting
Beleidsa anbevelingen voor de Vl a amse Gemeenschap
10
Aanbeveling 5 Meet de impact en evalueer
Weten waar we heen willen, is nog geen garantie dat we die doelstelling ook bereiken. Daarom zijn evaluaties nodig, die op hun beurt metingen vereisen. Deze nota wees eerder al op de nood aan meer cijfermateriaal. Strategieën en interventies die gezonde levensstijl promoten en tegelijk mikken op het verkleinen van de gezondheidskloof zijn niet eenvoudig te evalueren. De impact op gezondheid uit zich immers vaak slechts op langere termijn. De impact op de gezondheidskloof meten impliceert bovendien specifieke evaluatietechnieken. Toch moet men in staat zijn op zijn minst te zeggen wat de impact is van een bepaald initiatief, ook al moet men daarvoor met intermediaire indicatoren werken. De evaluatie-opdrachten van concrete (ook lokale) initiatieven laat men beter niet enkel over aan de initiatieven zelf. Het is belangrijk deze ondersteuning te bieden vanuit een centraal opgebouwde specifieke expertise, bijvoorbeeld in het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie.
Koning Boudewijnstichting
Beleidsa anbevelingen voor de Vl a amse Gemeenschap
11
Aanbeveling 6 Vermenigvuldig en veranker goede praktijken
Een aantal projecten die gezonde voeding promoten bij sociaal zwakke groepen hebben bewezen dat ze effectief zijn. Zij verdienen een kans om op bredere schaal vermenigvuldigd te worden en zelf structureel verankerd te worden. Het kan hierbij gaan om initiatieven binnen bepaalde organisaties, zoals een inloopteam binnen Kind&Gezin, waarvan de praktijken op het niveau van de organisatie vermenigvuldigd kunnen worden. Evengoed kan het gaan om concepten of methodieken die vooral lokaal vermenigvuldigd moeten worden. Een voorbeeld hiervan vormt het project ambassadeurs gezonde voeding in de buurt van Viva/SVV ism met Ons Huis in A’pen. Kansarmen in een achtergestelde buurt worden opgeleid tot ambassadeurs gezonde voeding en promoten bij andere buurtbewoners gezonde voeding. Veeleer dan nieuwe projecten te ondersteunen, moet werk gemaakt worden van de valorisatie van de opgedane ervaringen en expertise. Dit gebeurt best door bestaande goede voorbeeldprojecten als uitgangspunt te nemen. Sommige sectoren, zoals de sociale restaurants, zijn ook niet of nauwelijks georganiseerd. Zij moeten daarom zowel centraal als lokaal ondersteuning krijgen.
Koning Boudewijnstichting
Beleidsa anbevelingen voor de Vl a amse Gemeenschap
12
Aanbeveling 7 Kinderen en hun opvoeders blijven een cruciale doelgroep
Preventief werken aan gezonde voeding is het meest effectief bij jonge kinderen. Daarom moet vooral geïnvesteerd worden in begeleiding van opvoedingsverantwoordelijken: ouders, onthaalmoeders… Voeding moet daarbij zeer duidelijk in verband gebracht worden met opvoeding. Hen op een ervaringsgerichte manier inzicht laten verwerven in het belang van gezonde voeding en hen vertrouwd maken met gezonde voedingspatronen staan hierbij voorop. Voor het onderwijs (kleuter- en lager onderwijs, en later ook en vooral het beroepsonderwijs) is het uitermate belangrijk om ook de ouders te bereiken en te betrekken bij gezondheidsacties op school.
Koning Boudewijnstichting
Beleidsa anbevelingen voor de Vl a amse Gemeenschap
13
Bijlage
Werkgroep beleid gezonde voeding sociaal zwakke groepen
De heer Johan Alleman Koning Boudewijnstichting
[email protected] Mevrouw Sigrid Arents Centrum Etnische Minderheden en Gezondheid
[email protected] De heer Bruno Buytaert Vlaams Instituut voor gezondheidspromotie vzw
[email protected] Mevrouw Saskia De Bruyn Leren Ondernemen
[email protected] Mevrouw Katia De Busscher Lokaal Gezondheidsoverleg regio Waasland
[email protected] Mevrouw Petra Demeyere Vlaams Netwerk Armoede
[email protected] Mevrouw Leen Gyssels Wijkgezondheidscentrum Brugse Poort
[email protected] Mevrouw Kris Truyens Samenlevingsopbouw Vlaanderen
[email protected] Mevrouw Leen Van Zele Gezondheidsdienst - Departement Milieu, Groen en Gezondheid - Stad Gent
[email protected]
Koning Boudewijnstichting
Beleidsa anbevelingen voor de Vl a amse Gemeenschap
14
www.kbs-frb.be
De Koning Boudewijnstichting is een onafhankelijke en pluralistische stichting in dienst van de samenleving. We willen op een duurzame manier bijdragen tot meer rechtvaardigheid, democratie en respect voor diversiteit. De Stichting steunt jaarlijks zo’n 2.000 organisaties en individuen die zich engageren voor een betere samenleving. Onze actiedomeinen de komende jaren zijn: armoede, democratie, erfgoed, filantropie, gezondheid, leiderschap, lokaal engagement, migratie en ontwikkeling in de landen van het Zuiden. De Stichting werd opgericht in 1976 toen Koning Boudewijn 25 jaar koning was. We werken met een jaarbudget van 48 miljoen euro. Naast ons eigen kapitaal en de belangrijke dotatie van de Nationale Loterij, zijn er de Fondsen van Meer info over onze projecten, evenementen en publicaties
individuen, verenigingen en bedrijven. De Koning Boudewijnstichting ontvangt ook giften en legaten.
vindt u op www.kbs-frb.be. De Raad van Bestuur van de Koning Boudewijnstichting tekent de krachtlijnen Een e-news houdt u op de hoogte.
uit en zorgt voor een transparant beleid. Voor de realisatie doet ze een beroep
Met vragen kunt u terecht op
op een 60-tal medewerkers. De Stichting werkt vanuit Brussel en is actief op
[email protected] of 070-233 728
Belgisch, Europees en internationaal niveau. In België heeft de Stichting zowel lokale, regionale als federale projecten lopen.
Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21, B-1000 Brussel
Om onze doelstelling te realiseren, combineren we verschillende werkmethodes.
02-511 18 40
We steunen projecten van derden of lanceren eigen acties, bieden een forum voor
fax 02-511 52 21
debat en reflectie, en stimuleren filantropie. De resultaten van onze projecten en acties worden verspreid via diverse mediakanalen. De Koning Boudewijnstichting
Giften op onze rekening
werkt samen met overheden, verenigingen, ngo’s, onderzoekscentra, bedrijven
000-0000004-04 zijn fiscaal
en andere stichtingen. We hebben een strategisch samenwerkingsverband met
aftrekbaar vanaf 30 euro.
het European Policy Centre, een denktank in Brussel.
15