Beleids- en BeheersCyclus Cursus beleidsplanning, -monitoring en –evaluatie: Inleidend hoofdstuk
Inhoud cursus Rode draad 1.2 Inleiding 1.3 Definities 1.4 Model strategisch management 1.5 Belang strategisch management 1.6 Belang Planmatig beleid
2
Rode draad Top-down Bottom-up meeting in between
Het is onze visie dat een organisatie die in de huidige samenleving op een efficiënte wijze wil functioneren dit moet doen vanuit een gecombineerde top-down én bottom-up benadering. En dit op alle vlakken, aspecten en onderdelen van de organisatie.
3
1.2 Inleiding • Uitgangspunt én einddoel cursus: – Planmatig beleid – Strategisch management
• Redenen – Achtergrond regelgeving – Hedendaagse managementmodellen
• Planmatig beleid beleidsvoerders • Strategisch management MAT • Onderlinge samenhang: afsprakennota 4
1.3 Definities • Oefening 1: – Geef een omschrijving/definitie van het begrip ‘planmatig beleid’.
5
1.3 Definities • Planmatig • Beleid • Definitie: – Het bewust en systematisch proces van het vastleggen van het geheel van te realiseren doelstellingen, tezamen met de in de tijd uitgezette acties en de daarvoor benodigde middelen om deze doelstellingen te bereiken. Gevolgd door de consequente uitvoering van de vastgelegde acties en de opvolging en evaluatie van het resultaat van deze uitvoering. 6
1.3 Definities • Oefening 2: – Geef een omschrijving/definitie van het begrip ‘strategisch management’.
7
1.3 Definities • Strategisch management
– Het managementproces dat alle activiteiten en functies binnen de organisatie groepeert en oriënteert naar de realisatie van de strategische agenda van de organisatie. – Het heeft tot doel de lange termijn effectiviteit van de organisatie te garanderen en dit op twee domeinen: enerzijds het specifieke beleidsdomein of werkveld van de organisatie, en anderzijds de ontwikkeling van de organisatorische capaciteiten op zich. – Het integreert hierbij alle andere managementprocessen met het oog op de ontwikkeling van een systematische, coherente en effectieve benadering om de strategische objectieven van de organisatie te bepalen, te realiseren, te monitoren en de evalueren.
8
1.4 Model strategisch management • Gebaseerd op (onder andere): – – – –
CAF, INK, EFQM PDCA-cirkel COSO-model De controlepiramide
9
1.4 Model strategisch management • Oefening 3: – in de definitie die we hanteren inzake strategisch management wordt gesteld dat strategisch management het managementproces is dat alle andere managementprocessen integreert met het oog op de ontwikkeling van een systematische, coherente en effectieve benadering om de strategische objectieven van de organisatie te bepalen, te realiseren, te monitoren en de evalueren. Maak een lijst van de managementprocessen die volgens jou geïntegreerd worden in het overkoepelend proces van strategisch management.
10
1.4 Model strategisch management De beleids- en beheerscyclus: kern van het model
11
1.4 Model strategisch management
12
1.4 Model strategisch management
13
1.4 Model strategisch management • Oefening 4: – zoek voor je eigen dienst/organisatie een voorbeeld van de verschillende types beleidsinstrumenten.
14
1.4 Model strategisch management
15
1.4 Model strategisch management
16
1.4 Model strategisch management
17
1.4 Model strategisch management
18
1.4 Model strategisch management
19
1.4 Model strategisch management • Middelen – Verder dan enkel financieel – Infrastructuur, technische middelen, technieken – In functie van efficiëntie – Nadruk op transparantie – Partnerschappen • Bvb.: adviesraden, bewonersgroepen,…
– Kennis- en informatiebeheer • Bvb.: administratief handboek
20
1.4 Model strategisch management Mensen
Beleidsdoelstellingen
Actieplannen
Acties
Organisatieprocessen Beloning
Werving en selectie
Prestatie
Beoordeling
Opleiding en ontwikkeling
21
1.4 Model strategisch management Samen-werken
22
1.4 Model strategisch management
23
1.4 Model strategisch management • Interne controle en OBS Interne controle is het geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen over: 1° het bereiken van de doelstellingen; 2° het naleven van wetgeving en procedures; 3° de beschikbaarheid van betrouwbare financiële en beheersinformatie; 4° het efficiënte en economische gebruik van middelen; 5° de bescherming van activa; 6° het voorkomen van fraude.
24
1.4 Model strategisch management
25
1.4 Model strategisch management Permanente informatie-instroom
26
1.4 Model strategisch management PDCA als informatieregelkring
27
1.4 Model strategisch management
28
1.5 Belang strategisch management • Oefening 5: – geef een vijftal redenen waarom het voeren van strategisch management zinvol is voor lokale besturen.
29
1.5 Belang strategisch management Treacy en Wiersema: waardedisciplines • Operationele excellentie
– De klant voorzien van betrouwbare producten of dienstverlening tegen competitieve prijs en makkelijk te verkrijgen met zo min mogelijk ongemakken. Men houdt zich niet of nauwelijks bezig met innovaties of een-op-eenklantrelaties.
• Productleiderschap
– De klant innovatieve producten en diensten aanbieden (het beste op de markt) volledig tegemoetkomend aan de noden van de klant en grensverleggend op het vlak van product en dienstverlening.
• Klantenintimiteit
– De klanten persoonlijk kennen en in staat zijn om snel te antwoorden op hun specifieke en speciale noden, met producten en diensten op maat. Met de individuele klant wordt een nauwe band opgebouwd. Maatwerk en flexibel inspelen op de klantvraag is het credo.
30
1.5 Belang strategisch management • Oefening 6: – geef op basis van voorgaande omschrijvingen aan welk type strategie, strategische focus, jouw lokaal bestuur op dit moment (bewust of onbewust) volgt. Geef vervolgens aan welke type strategie jouw lokaal bestuur volgens jou zou moeten volgen voor de volgende zes jaar.
31
1.5 Belang strategisch management
32
1.5 Belang strategisch management
33
1.6 Belang planmatig beleid • Oefening 7: – geef een aantal mogelijke redenen waarom een lokaal bestuur zijn beleid op een planmatige wijze zou voeren.
34
1.6 Belang planmatig beleid
35