Belastingrecht voor het ho 2013 Uitwerkingen opgaven Deel 6 Omzetbelasting
Marco Hoogesteger
Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten
Belastingrecht voor het ho 2013 Uitwerkingen – ©Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten
1
Ontwerp binnenwerk en omslag: Studio Noordhoff Uitgevers Groningen
Eventuele op- en aanmerkingen over deze of andere uitgaven kunt u richten aan: Noordhoff Uitgevers bv, Afdeling Hoger Onderwijs, Antwoordnummer 13, 9700 VB Groningen, e-mail:
[email protected]
0 / 13 © 2013 Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten, The Netherlands. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl). All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the publisher.
2
Belastingrecht voor het ho 2013 Uitwerkingen – ©Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten
Deel 6 Omzetbelasting Hoofdstuk 34 Begrip btw-heffing en relevante wetgeving 34.1
Dit betekent dat degene die de belasting afdraagt (de ondernemer) een ander is dan degene die de belasting betaalt (de consument), dus een indirecte belasting, en dat het de bedoeling is het verbruik (door de consument) van goederen en diensten te belasten.
34.2 a Over de totale waarde van de schoenen, dus over €80 wordt btw geheven. b In alle schakels wordt btw geheven, dus bij Schoenus BV, Bertus BV, De Schoen groothandel BV en bij de schoenenwinkel. De schoenenwinkel is echter door de aftrek van voorbelasting in de eerdere schakels over het totale bedrag van €80 btw verschuldigd. 34.3
In de Europese richtlijnen is dwingend voorgeschreven waaraan de Nederlandse wetgeving moet voldoen. Een belastingplichtige kan zich ook rechtstreeks op deze richtlijnen beroepen.
34.4
In de eerste plaats zijn de Europese richtlijnen resultaatgericht, en hebben de lidstaten speelruimte om de regelingen in de eigen wetgeving te implementeren. Anderzijds zijn er soms keuzemogelijkheden (‘kan-bepalingen’) en afwijkmogelijkheden van de richtlijn. Ten slotte zijn er nog enkele ‘oude’ bepalingen in de wetgeving van de lidstaten die zij nog mogen handhaven (overgangsmaatregelen).
34.5
Je moet rekening houden met de volgende wetten en wettelijke regels. · Wet op de omzetbelasting 1968 – hierin is feitelijk de complete wetgeving opgenomen (en is de Btw-Richtlijn geïmplementeerd); · Uitvoeringsbesluit omzetbelasting, Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 en de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 – dit betreffen nadere uitwerkingen van de Wet op de omzetbelasting 1968. Daarnaast zijn er diverse besluiten en goedkeuringen van de staatssecretaris van Financiën waarin uitgelegd wordt hoe de wet- en regelgeving volgens de Belastingdienst moet worden geïnterpreteerd.
Hoofdstuk 35 Wie betaalt btw? 35.1 a Nee, het is niet aannemelijk dat je tante duurzaam deelneemt aan het economisch verkeer. b Ja, aan de drie voorwaarden is zonder twijfel voldaan. c Ja, aan de drie voorwaarden is zonder twijfel voldaan. Dat de onderneming in Duitsland is gevestigd en alleen daar bloemen verkoopt, betekent weliswaar dat geen Nederlandse btw verschuldigd zal zijn, maar vanuit het Nederlandse btw-perspectief is de GmbH wél ondernemer. d Ja. Ook een verzorgingshuis is ondernemer, immers zij is zelfstandig (ieder), er is sprake van duurzaamheid en er is sprake van deelname aan het economisch verkeer (zij ontvangt een vergoeding voor haar zorgprestaties). e Het gaat hier om de vraag of er sprake is van voldoende duurzaamheid. De staatssecretaris is van mening dat er pas sprake is van duurzaam deelnemen aan het economisch verkeer indien de vakantiewoning voor meer dan 140 dagen aan derden wordt verhuurd, maar hierover kan uiteraard afwijkend gedacht worden. f Nee, er worden geen prestaties verricht tegen vergoeding (immers, de koerswinsten en de dividenden zijn geen vergoedingen die in rechtstreeks verband staan met door de beleggingsclub verrichte prestaties). 35.2
In het eerste jaar is er (nog) geen sprake van ondernemerschap omdat er niet opgetreden wordt tegen vergoeding. De mensen die giften geven zijn geen afnemers/klanten van de stichting. In het tweede jaar is aanvankelijk ook (nog) geen sprake van ondernemerschap. Er wordt immers geen dienst verleend aan de overheid. Later in het jaar ontstaat er wel ondernemerschap omdat in die
Belastingrecht voor het ho 2013 Uitwerkingen – ©Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten
3
situatie de stichting de medisch specialist inleent en vervolgens weer uitleent tegen vergoeding (van de kosten). Dat er wellicht geen winst gemaakt wordt met betrekking tot het uitlenen maakt niet uit. In feite wordt er duurzaam een dienst verricht tegen vergoeding. Eventueel zou het zo kunnen zijn dat de subsidie weliswaar aan de wereldwijde organisatie verstrekt wordt, maar dat in de subsidievoorwaarden ook de naam van de stichting gemeld wordt. In dat geval mag de wereldwijde organisatie niet zelfstandig beschikken over de subsidie, maar moet de bijdrage (door)gestort worden naar de stichting en in dat geval kan gesteld worden dat er geen dienst verleend wordt tegen vergoeding en de stichting dus (nog) geen ondernemer is. Als er al sprake is van ondernemerschap door de uitleen van de specialist zal ook de eenmalige organisatie als ondernemer plaatsvinden. Als er nog geen sprake was van ondernemerschap zal ook de eenmalige organisatie van het concert niet leiden tot ondernemerschap. Weliswaar worden er diensten verleend tegen vergoeding (het betreft immers een verplichte donatie, dus eigenlijk de prijs voor een kaartje), maar het eenmalige karakter van het concert maakt dat het niet duurzaam is.
Hoofdstuk 36 Belastbare feiten 36.1
De uitbesteding van de afdeling Bouw aan de afdeling Onderhoud heeft geen betekenis voor de btw. Intern in een onderneming kunnen er nooit belastbare handelingen zijn, daarvan kan alleen sprake zijn als er iets de onderneming uitgaat (een dienst of een goed). De bouw van de dakkapel en reparatie van de dakgoot vormen, ervan uitgaande dat de diensten om niet zijn verleend, een dienst als bedoeld in art. 4 lid 2 onderdeel b Wet OB. De levering van de voordeur vormt, ervan uitgaande dat de levering om niet heeft plaatsgevonden, een levering als bedoeld in art. 3 lid 3 onderdeel a Wet OB. Toepassing van art. 3 lid 3 onderdeel a is overigens alleen aan de orde wanneer Van Erp aannemer BV btw-aftrek heeft genoten op de voordeur. Indien door Van Erp aannemer BV aan Van Erp privé echter facturen worden uitgereikt voor deze werkzaamheden is ook sprake van belastbare feiten, maar dan op grond van art. 4 lid 1 en 3 lid 1 onderdeel a.
36.2
Een fictieve intracommunautaire levering van Duitsland naar Nederland en in Nederland een fictieve intracommunautaire verwerving door de Duitse aannemers (art. 3a Wet OB). Vervolgens de oplevering van onroerende zaken door de Duitse aannemer in Nederland, art. 3 lid 1 onderdeel c Wet OB. Vervolgens een integratieheffing aangezien de vijf woningen op eigen grond zijn vervaardigd en bestemd zijn voor doeleinden waarvoor geen recht op aftrek bestaat (woningverhuur is vrijgesteld, art. 3 lid 3 onderdeel b Wet OB). De levering van de airco aan de verzekeringsmaatschappij vormt voor de leverancier een levering als bedoeld in art. 3 lid 1 onderdeel a Wet OB. De installatie door de eigen technische mensen vormt geen belastbaar feit. Het vormt geen vervaardiging in het eigen bedrijf (art. 3 lid 3 onderdeel b) en geen dienst als bedoeld in art. 4 lid 2. Wel zouden de werkzaamheden aangemerkt kunnen worden als een dienst als bedoeld in art. 4 lid 3, echter de in dat artikel genoemde ministeriële regeling bestaat niet.
36.3
Het eerste belastbare feit is de invoer van de golfclub door Marco als particulier. Ten aanzien van de 100 golfclubs zijn er drie belastbare prestaties waar te nemen. De levering door het bedrijf uit de Verenigde Staten, de levering door Marco aan Louis en de levering door Louis aan de Braziliaan. Dit is steeds gebaseerd op art. 3 lid 1 onderdeel a Wet OB. Er is geen sprake van invoer, de goederen mogen immers nog niet worden ingevoerd. Overigens: over geen enkele levering is Nederlandse btw verschuldigd. De eerste levering vindt plaats in de Verenigde Staten, de tweede en derde levering betreft niet ingevoerde goederen en zijn om die reden belast met 0%, dit komt aan de orde in de latere hoofdstukken (37 en 38).
Hoofdstuk 37 Waar wordt belasting betaald? 37.1
De plaats van dienst is Nederland volgens art. 6 lid 1 Wet OB.
37.2
De levering van de boeken in België vindt uiteraard steeds in België plaats (art. 5 lid 1 Wet OB), hierop drukt Belgische btw. In beginsel vindt óók de levering van de boeken aan de Nederlandse
4
Belastingrecht voor het ho 2013 Uitwerkingen – ©Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten
afnemers plaats in België, in het eerste jaar is hierover dan ook Belgische btw verschuldigd. Vanaf het tweede jaar wordt de grens voor afstandsverkopen echter overschreden (art. 5a Wet OB), en wordt de plaats van levering dus Nederland en zal men Nederlandse btw in rekening moeten brengen. De levering aan de Amerikaanse klanten is een exportlevering in België, de plaats van levering is dus België (overigens is hierover geen btw verschuldigd, zie hoofdstuk 38). De distributie naar de Belgische, Nederlandse en Amerikaanse klanten is belast in België. Het betreft een transportdienst verricht voor een in België gevestigde afnemer. (Overigens geldt voor de distributie naar de Amerikaanse klanten een 0%-tarief, zie hoofdstuk 38.) 37.3
· · · ·
Het plaatsen van de advertenties vormt een dienst verricht aan een afnemer gevestigd in België en is volgens de hoofdregel belastbaar in België op grond van art. 6 lid 1 Wet OB. De dienst van het hotel valt onder art. 6b Wet OB en is belastbaar in Duitsland. De adviesdienst is belastbaar in België (art. 6 lid 1 Wet OB). Deze dienst is belastbaar in België (art. 6 lid 1 Wet OB).
Hoofdstuk 38 Maatstaf van heffing en tarieven 38.1
Per onderdeel zijn de gevolgen als volgt: · De nettocatalogusprijs is een grondslag waarover btw is verschuldigd: €3.800. · Over de BPM is geen btw verschuldigd omdat zij een zogenoemde doorlopende post vormt. · De inruil van je oude auto komt niet in mindering op het bedrag waarover btw betaald moet worden. Je bent immers particulier en een particulier kan niet met btw leveren. · De korting i.v.m. de jubileumactie komt wél in mindering op de grondslag voor de btw. Er gaat dus €190 van het btw-bedrag van €3.800 af. Het saldo is €3.610. · De leges i.v.m. de tenaamstelling van het kentekenbewijs vormen een doorlopende post, daarover is geen btw verschuldigd. · Let op: de rente heeft in feite betrekking op een lening van de garagehouder. De garagehouder leent je voor een jaar de aankoopprijs van de auto en je betaalt daarvoor €400 rente. Het (uit)lenen van geld is vrijgesteld van btw. Over dit bedrag is dus ook geen btw verschuldigd Je betaalt dus €3.610 btw. De auto kost dus (rekening houdend met de inruil van je oude auto) nog €21.890.
38.2
Let op: de heer Boekemans moet een keuze maken of hij de woning tot zijn btwondernemingsvermogen rekent. Als hij dat niet doet, is de btw niet aftrekbaar. Als hij dat echter wel doet, kan hij in 2012 (de facturen zullen in dat jaar ontvangen worden) en (eventueel) 2013 de btw in aftrek brengen op de btw-aangifte voor zover de woning wordt gebruikt voor bedrijfsactiviteiten (zie art. 15 lid 1 slot), in casus 50%. Zolang er niets wijzigt in de verhouding privé/zakelijk gebruik kan hij op alle kosten 50% btw in aftrek brengen en krijgen we niet te maken met de heffing van art. 4 lid 2 voor het privégebruik (zie art. 15 lid 1 slot).
Hoofdstuk 39 Vrijstellingen 39.1
De optie voor belaste verhuur wordt alleen verleend indien de huurder een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van btw heeft (art. 11 lid 1 onderdeel b ten vijfde Wet OB). a Fashion BV voldoet aan het 90%-criterium, de verkoop van kleding is immers belast. Er kan met btw worden verhuurd. b Een tandarts verricht vrijgestelde prestaties. Tandarts De Vries voldoet niet aan het 90%-criterium van art. 15 Wet OB, zodat niet aan de voorwaarde van art. 11 lid 1 onderdeel b ten vijfde Wet OB wordt voldaan. Er kan niet met btw worden verhuurd aan de tandarts. c Voor woningen kan niet voor met btw belaste verhuur worden geopteerd (art. 11 lid 1 onderdeel b ten vijfde Wet OB).
39.2
De exploitatie van het restaurant en de leveringen en diensten van de kopieerwinkel door de gehandicapteninstelling zijn in beginsel belast met btw. De zorgvrijstelling ziet (slechts) op het feitelijk verlenen van zorg en dat gebeurt hier niet. Echter, indien de omzet met het restaurant en de kopieerwinkel onder de grenzen voor fondswerving blijft, kan een beroep gedaan worden op de
Belastingrecht voor het ho 2013 Uitwerkingen – ©Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten
5
vrijstelling voor fondswerving (art. 11 lid 1 onderdeel v Wet OB). Anders is ‘gewoon’ btw verschuldigd. 39.3
De verkoop van de eerste twee nieuwe woningen is (van rechtswege) belast met btw, het betreft een uitzondering op de vrijstelling, zie art. 11 lid 1 onderdeel a onder 1º Wet OB. De verhuur van woningen is vrijgesteld van btw op grond van art. 11 lid 1 onderdeel b Wet OB. Let echter op, indien de woningen eerder op eigen grond van de aannemer zijn gebouwd, doet zich (ook) een zogenoemde integratieheffing voor als bedoeld in art. 3 lid 3 onderdeel b Wet OB. Dit is (uiteraard) een belaste interne levering omdat de interne levering een nieuwe onroerende zaak betreft en de levering daarvan is belast (zie hiervoor). De verkoop na drie jaar van de vier nog leegstaande woningen is (van rechtswege) belast met btw. Het betreft immers nog steeds nieuwe onroerende zaken omdat ze nog niet in gebruik genomen zijn. Echter, de verkoop van de andere vier verhuurde woningen is vrijgesteld van btw omdat het ‘oude’ onroerende zaken betreft. Ze zijn langer dan twee jaar geleden in gebruik genomen, zie art. 11 lid 1 onderdeel a onder 1º Wet OB. Optie voor belaste levering is niet mogelijk aangezien de investeerder de vrijgestelde verhuur voortzet en dus geen recht op aftrek van btw heeft.
Hoofdstuk 40 Aftrek van voorbelasting 40.1
·
· · ·
De kosten van de secretaresse hebben kennelijk betrekking op het hele bedrijf. Daarvoor geldt de zogenoemde ‘pro-rata’. De totale omzet bedraagt €200.000. Daarvan is €150.000 belast met btw. De pro-rata is daarom 75% (150.000 / 200.000), 75% van de btw op de nota van het uitzendbureau kan in aftrek worden gebracht (art. 11 lid 1 onderdeel c Uitv.besch. OB). Voor de algemene kosten geldt hetzelfde als voor de secretaresse. Van de btw is 75% aftrekbaar. De kosten deelname Funda hebben uitsluitend betrekking op de makelaardijactiviteiten en daarom is alle btw aftrekbaar, zie art. 11 lid 1 onderdeel a Uitv.besch. OB. De kosten voor het softwarepakket hebben uitsluitend betrekking op de hypotheekbemiddeling en daarom is de btw in het geheel niet aftrekbaar, zie onderdeel b van art. 11 lid 1 Uitv.besch. OB.
40.2
De fabrikant verricht belaste prestaties en heeft in beginsel recht op aftrek van voorbelasting. Echter, de aftrek van btw op de maaltijden en dranken is uitgesloten op grond van art. 15 lid 5. Het aftrekbare bedrag is dus €840 (21% btw op nota garage ad. €4.000) + €11,40 (6% over €190) voor de logies. Een btw-teruggaafverzoek kan worden ingediend bij de Belastingdienst voor buitenlandse ondernemingen in Heerlen.
40.3
· · ·
·
·
·
·
6
Bij de aankoop van het oude pand zal geen btw berekend zijn aangezien de levering vrijgesteld is (art. 11 lid 1 onderdeel a onder 1º Wet OB). De sloop is een belaste prestatie van de aannemer. De btw op de sloop is echter aftrekbaar omdat een belaste levering volgt, namelijk de integratieheffing, zie hierna. De nieuwbouw/oplevering van een onroerende zaak (art. 3 lid 1 onderdeel c Wet OB) is een belaste prestatie door de aannemer. De btw op de nieuwbouw is geheel aftrekbaar omdat een belaste levering volgt, namelijk de integratieheffing, zie hierna. De nieuwbouw vindt plaats op eigen grond en aangezien de nieuwbouw (ook) bestemd wordt voor doeleinden waarvoor geen recht op aftrek bestemd, doet zich bij ingebruikname een integratieheffing voor als bedoeld in art. 3 lid 3 onderdeel b Wet OB. Er is btw verschuldigd over de totale aankoopprijs (inclusief de grond) van het pand (zie art. 8 lid 3 Wet OB). De door de integratieheffing verschuldigde btw is aftrekbaar voor 1/3e, indien voor de verhuur aan de advocatenfirma geopteerd wordt voor belaste verhuur (zie art. 11 lid 1 onderdeel b Wet OB). Optie voor belaste verhuur is aan te bevelen, nu de advocatenfirma recht heeft op aftrek van btw, daardoor blijft de btw op de investering niet ‘hangen’. De uitbreiding van het eigen gebruik met de derde verdieping in 2018, betekent dat zich een herziening voordoet met betrekking tot de integratieheffing van 2016. In 2018 dient 1/10e van de in 2016 op de derde verdieping genoten aftrek gecorrigeerd te worden (herziening, zie art. 13 Uitv.besch. OB). De verkoop op 1 januari 2019 vormt in beginsel een vrijgestelde levering, het pand is immers ouder dan twee jaar (zie art. 11 lid 1 onderdeel a onder 1º Wet OB). Er kan echter geopteerd
Belastingrecht voor het ho 2013 Uitwerkingen – ©Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten
worden voor belaste levering, zie onder 2º in dat artikel) omdat de advocatenfirma in beginsel een volledig recht op aftrek heeft. Optie voor belaste levering heeft ook de voorkeur omdat het pand zich nog binnen de herzieningstermijn bevindt. Daardoor kan in 2019 een zogenoemde herziening ineens plaatsvinden (art. 13 a Uitv.besch.). Door ‘Rijn en IJssel’ kan in 2019 alsnog 7/10e van de btw op de twee verdiepingen plaatsvinden. Let op: correctie voor de derde verdieping is niet mogelijk en nodig, want daarop is reeds btw-aftrek genoten en dit is alleen voor het jaar 2018 gecorrigeerd.
Hoofdstuk 41 Formele aspecten 41.1 a In maart 2013 vindt de invoer van de mp3-spelers in Nederland plaats. Hierbij moet in beginsel invoer-btw worden betaald. De doorlevering aan de Nederlandse afnemers is weliswaar belast met Nederlandse btw, maar de heffing hiervan is verlegd naar de afnemers (zie par. 35.3). Dit betekent dat Uzukamo zich niet hoeft te (en zelfs niet kan) registreren als aangifteplichtig ondernemer en de invoer-btw in beginsel moet terugvragen bij de Belastingdienst in Heerlen. Dit kost natuurlijk nogal wat tijd. Het is dan ook aan te raden om een fiscaal vertegenwoordiger aan te stellen om te kunnen profiteren van een ‘art. 23-vergunning’; de invoer-btw hoeft dan niet te worden gefinancierd. b Indien Uzukamo geen fiscaal vertegenwoordiger heeft aangesteld moet de onderneming zich registreren als aangifteplichtig ondernemer om de intracommunautaire leveringen (0%) en de levering aan de Duitse afnemer (21%) in Rotterdam (waarop de verlegde heffing niet van toepassing is) aan te geven. Ook in deze situatie is het handig een fiscaal vertegenwoordiger aan te stellen en gebruik te maken van een art. 23-vergunning om te voorkomen dat invoer-btw moet worden betaald die pas later kan worden teruggevraagd.
Hoofdstuk 42 Bijzondere regelingen 42.1
Voor veehouders en landbouwers is toepassing van de zogenoemde landbouwregeling mogelijk (art. 27 Wet OB). De regeling heeft tot gevolg dat geen btw is verschuldigd over de levering van landbouwproducten, melk en dergelijke (vrijstelling), maar dat ook geen aftrek van voorbelasting mogelijk is. Klanten van de veehouder of landbouwer mogen van het inkoopbedrag een percentage van 5,4% aftrekken als voorbelasting. Indien Henk de landbouwregeling toepast kan hij de btw op geen enkele van zijn investeringen in aftrek brengen. Er bestaat echter een mogelijkheid om te kiezen voor btw-heffing en daarvoor een verzoek te doen aan de inspecteur. In dat geval is Henk wél btw verschuldigd over zijn producten (doorgaans 6%), maar kan hij alle voorbelasting in aftrek brengen. Gelet op de omvang van de door Henk geplande investering is keuze voor belastingheffing waarschijnlijk voordelig. Uiteraard moet een echt advies afhangen van een berekening, rekening houdend met de investeringsbedragen, de verwachten omzetten en dergelijke. Indien Henk kiest voor btw-heffing kan hij ook deels (voor zover gebruik voor bedrijfsdoeleinden) de btw op zijn woning in aftrek brengen indien hij er aanvullend voor kiest om deze woning op te nemen in zijn btw-ondernemingsvermogen (zie hoofdstuk 40).
42.2
Fred handelt in (onder meer) gebruikte auto’s. Daarom is hij een zogenoemde wederverkoper. Op de handel in gebruikte goederen/auto’s is de margeregeling van toepassing. Voor auto’s dient de globalisatiemethode te worden toegepast (art. 4c Uitv.besch. OB). ·
·
De aankoop van de drie Renaults zal belast zijn met btw. Dat de verkoper failliet gaat is niet van betekenis, ervan uitgaande dat hij facturen uitreikt met btw en Fred de volledige prijs inclusief btw aan de in faillissement geraakte dealer betaalt. Omdat Fred deze auto’s zal doorverkopen (belast) kan hij deze btw in aftrek brengen op zijn btw-aangifte. Let op: in de prijs van €20.000 zit ook een zogenoemde BPM-component. Over dit gedeelte zal door de Renaultdealer geen btw in rekening worden gebracht; dit vormt een doorlopende post Dat de Audi, BMW en Fiat worden ingekocht via internet doet er niet toe. Er worden kennelijk auto’s aan Fred geleverd. Ervan uitgaande dat de verkopers particulieren zijn, kan Fred geen btw op de aanschaf van de auto’s in aftrek brengen. De bedragen van €15.000, €18.000 en €8.000 worden door Fred geboekt op de marge-inkooprekening zodat hij straks bij de aangifte kan bepalen wat de totale inkopen in 2013 zijn.
Belastingrecht voor het ho 2013 Uitwerkingen – ©Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten
7
·
·
·
·
·
·
·
·
·
De verkoop van twee nieuwe Renaults (het betreft btw-auto’s) is belast met btw. Over het gehele bedrag moet btw afgedragen worden door Fred, hij moet daarbij uiteraard wel rekening houden met de BPM. Dat er twee auto’s door de kopers worden ingeruild, maakt niet uit. Kennelijk betreft het gebruikte auto’s. De waarde daarvan komt niet in mindering op de grondslag voor de btw. De waarde van de inruilauto’s (totaal €13.000) wordt door Fred ook geboekt op de marge-inkooprekening. De verkoop van de Citroën valt onder de margeregeling. Fred verkoopt de auto voor een bepaalde prijs en mag geen btw in rekening brengen aan de andere handelaar. Fred boekt de verkoopprijs van de auto op de marge-verkooprekening. De schenking van de Daihatsu valt onder art. 3 lid 3 onderdeel a Wet OB. In beginsel is btw verschuldigd over de kostprijs van de auto (art. 8 lid 3 Wet OB), maar de margeregeling is ook hier van toepassing. Fred dient de kostprijs van de auto (art. 8 lid 3 Wet OB) ook te boeken op de marge-verkooprekening. Omdat Fred geen vergoeding ontvangt voor de reparatie van de Renault hoeft hij uiteraard ook geen btw in rekening te brengen. Fred mag echter wel de voorbelasting in aftrek brengen die op de door hem aangeschafte materialen drukt. De reparatie heeft immers door de garantie nog te maken met de eerdere belaste levering van de Renault. De Audi is op dat moment nog van Fred. Hij neemt deze kosten dus voor eigen rekening, maar ongetwijfeld met het oogmerk om daardoor een hogere marge te kunnen maken. De btw die drukt op de aanschaf van de distributieriem door Fred kan hij gewoon in aftrek brengen. De verkoop van de Audi is immers belast met btw. Let op: verkopen onder de margeregeling zijn gewone belaste leveringen en dus bestaat recht op aftrek, het verschil zit slechts in de maatstaf van heffing, formele voorschriften e.d. Fred mag de kosten van de distributieriem niet boeken op de marge-inkooprekening, hij moet dit boeken op een aparte rekening. De reden daarvan is dat hij de btw op de distributieriem aftrekt. Waarschijnlijk kan hij daardoor voor ten minste hetzelfde bedrag een hogere marge maken. Hij draagt bij verkoop vervolgens btw af over deze hogere marge, waardoor het systeem weer sluit. De verkoop van de BMW valt onder de margeregeling. Het bedrag van €21.000 wordt geboekt op de marge-verkooprekening. De inruilwaarde van de Mercedes ad €11.000 wordt geboekt op de marge-inkooprekening. De verkoop van de Audi valt ook onder de margeregeling. Helaas voor Fred moet hij de Audi met verlies verkopen. Hij heeft de Audi ingekocht voor €15.000 en ook nog een distributieriem moeten vervangen voor €350. Dit maakt echter niet uit voor het systeem. De btw op de distributieriem blijft aftrekbaar en de (lagere) verkoopprijs boekt Fred op de margeverkooprekening. De verkoop van de Fiat valt onder de margeregeling. Het bedrag van €10.500 boekt Fred op de marge-verkooprekening en het bedrag van €3.000 voor de Peugeot op de margeinkooprekening. Kennelijk verleent Fred aan de koper van de BMW een korting op de oorspronkelijke (ver)koopprijs omdat de auto kennelijk minder waard is. Fred mag het bedrag van €1.500 crediteren op de marge-verkooprekening.
Op de marge-inkooprekening van 2013 staan dus de volgende bedragen: €15.000, €18.000, €8.000, €4.000, €9.000, €11.000 en €3.000. Totaal dus €68.000. Op de marge-verkooprekening van 2013 staan de volgende bedragen: € “verkoopwaarde Citroën”, €4.000 (fictieve prijs schenking dochter), €21.000, €14.750 en €10.500. Totaal €50.250 + de verkoopwaarde van de Citroën. Hoewel de verkoopwaarde van de Citroën niet is gegeven, is het waarschijnlijk dat het saldo van de marge-verkooprekening lager is dan het saldo van de margeinkooprekening. Dit heeft uiteraard (ook) te maken met het feit dat Fred ultimo 2013 nog twee auto’s in marge-voorraad heeft (Mercedes en Peugeot) waarvan de inkoopwaarde al wel in aanmerking is genomen en de verkoopwaarde nog niet. Fred hoeft dus geen btw te betalen onder de margeregeling. De negatieve marge die Fred realiseert, mag op verzoek aan de inspecteur worden doorgeschoven naar het volgende jaar. Fred verantwoordt verder twee belaste leveringen (twee Renaults) en verwerkt in zijn aangifte de btw op de inkoop van de Renaults en diverse onderdelen als voorbelasting.
8
Belastingrecht voor het ho 2013 Uitwerkingen – ©Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten