Onderzoek / behandeling van de galwegen en de alvleesklier (ERCP) Afspraak Mw./ Dhr. …………………………………………………………………….…….. U wordt verwacht op ……………………………………………………..dag Datum ………………………….20……… Om ……………………………………………uur U meldt zich nuchter bij het Opnamebureau van het HagaZiekenhuis, locatie Leyweg (route 21A). U mag wel/niet een klein ontbijt eten.
Inleiding Er is met u een afspraak gemaakt voor een endoscopisch onderzoek en een eventuele behandeling van de galwegen en/of de afvoergang van de alvleesklier. In medische termen heet dit een Endoscopische Retrograde Cholangio- en Pancreaticografie, meestal afgekort tot ERCP. In deze folder wordt het onderzoek / de behandeling uitgelegd. Een ERCP wordt uitgevoerd door een maag-, darm- en leverarts. Het onderzoek wordt gedaan met behulp van een zogenoemde endoscoop. Een endoscoop is een soepele en bestuurbare slang met een doorsnede van 1 cm. Aan het uiteinde zit een kleine camera. De endoscoop wordt via de mond, de slokdarm en de maag opgevoerd ingebracht tot in het tweede deel van de twaalfvingerige darm. Hier bevindt zich de gemeenschappelijke uitmonding (de papil van Vater) van de afvoergang van de alvleesklier en de galwegen. Met behulp van de endoscoop kunnen de papil en het gebied eromheen nauwkeurig worden bekeken. Een ERCP wordt gedaan om afwijkingen aan de galwegen en/of de alvleesklier op te sporen. Wanneer bij een ERCP afwijkingen worden gevonden, kunnen deze tijdens het onderzoek meestal direct worden behandeld.
Voorbereiding Lees deze folder goed door. Lees ook de folder „Sedatie bij endoscopisch onderzoek‟. Deze folder heeft u tijdens het maken van de afspraak voor de ERCP mee gekregen. De ERCP kan alleen goed worden uitgevoerd als uw maag leeg is. Als de ERCP in de ochtend plaatsvindt, dan meldt u zich nuchter. Dit wil zeggen dat u vanaf 24.00 uur de avond ervoor niet meer mag eten en drinken. Vindt de ERCP in de middag plaats, dan mag u 's ochtends rond 8.00 uur een klein ontbijt bestaande uit een kopje thee en een beschuitje met beleg. Hierna mag u niet meer eten en drinken. Als u nog niet in het ziekenhuis bent opgenomen, dan wordt u voor de ERCP minimaal 48 uur opgenomen. Voordat u de ERCP ondergaat, komt altijd een arts(assistent) bij u langs in verband met de laatste controles. Deze arts brengt ook een infuus aan. Het infuus is nodig om tijdens het onderzoek medicijnen te kunnen toedienen. Ook kunt u aan deze arts uw vragen stellen. Vlak voor de ERCP is er nog gelegenheid om aan de maag-, darm- en leverarts vragen te stellen. In verband met het controleren van uw hartslag en ademhaling is het noodzakelijk dat u eventuele nagellak verwijdert. Als u kunstnagels heeft moet u minstens 2 van deze nagels voor het onderzoek verwijderen. Het onderzoek De ERCP vindt plaats op de afdeling Endoscopie. De voorbereiding op de ERCP duurt ongeveer 10 minuten. De ERCP zelf duurt gemiddeld 45 minuten. Via het infuus wordt kort vóór de ERCP door de maag-, darm- en leverarts een slaapmiddel ingespoten. Er kan ook extra pijnstilling worden toegediend. Het infuus blijft tot een aantal uren na het onderzoek zitten. Op de afdeling Endoscopie moet u losse gebitsdelen uitdoen. Soms is dit al op de verpleegafdeling gebeurd. U krijgt een drankje dat schuimvorming in de maag tijdens het onderzoek helpt voorkomen. Daarna moet u lidocaïnegel slikken. Dit verdooft uw keel. Het inschuiven van de endoscoop gaat hierdoor makkelijker. Op uw vinger krijgt u een „knijper‟ om tijdens het onderzoek uw hartslag en ademhaling te kunnen controleren. Eventueel krijgt u ook nog extra zuurstof toegediend, via een dun slangetje in de neus.
Op uw bovenbeen krijgt u een grote pleister. Deze is nodig voor de geleiding van snijstroom als er een „papillotomie‟ moet worden gedaan (zie ook verderop in deze folder). Tijdens het inbrengen van de endoscoop ligt u op uw linker zij. Tijdens het verdere onderzoek wordt u op uw buik gedraaid. Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek zo stil mogelijk blijft liggen. De verpleegkundige plaatst een bijtring tussen uw kaken om de endoscoop en uw gebit te beschermen. De arts brengt de endoscoop door de bijtring in uw keel en vraagt u te slikken. De arts helpt mee door de endoscoop voorzichtig via de keel in de slokdarm te schuiven. Hierna schuift de arts de endoscoop via de maag naar de twaalfvingerige darm. Bij het inbrengen en bij het verdere verloop van de ERCP houdt u voldoende ruimte in uw keelholte over om normaal te kunnen ademen. Tijdens het onderzoek blaast de arts via de endoscoop lucht in de twaalfvingerige darm. Deze kan zich dan beter ontplooien, waardoor alles beter zichtbaar is. Het kan zijn dat u van de ingeblazen lucht moet boeren. Dit is normaal. Als de endoscoop goed voor de uitmonding van de galwegen en de alvleesklier ligt, dan wordt via de endoscoop een katheter opgevoerd. Dit is een dun slangetje waardoor de arts een contrastmiddel inspuit. De galwegen en/of de afvoergang van de alvleesklier worden op die manier via röntgendoorlichting zichtbaar. Van deze beelden worden röntgenfoto's gemaakt. Het kan zijn dat er afwijkingen zijn waardoor de afvloed van gal of alvleeskliersap wordt belemmerd. In dat geval kan de papil van Vater, die de gemeenschappelijke uitgang van de galwegen en de afvoergang van de alvleesklier afsluit, worden ingesneden. Dit wordt “papillotomie” genoemd. Dit is niet pijnlijk. Hierdoor ontstaat een grotere doorgang. Eventuele galstenen kunnen dan naar buiten worden gebracht. Indien er een vernauwing is waargenomen, kan ook een buisje (stent) worden geplaatst. Bij 10-15% van de ERCP's lukt het niet de katheter in de galwegen of de afvoergang van de alvleesklier op te voeren. Dit kan bijvoorbeeld door (maag)operaties komen waardoor de ligging van de maag is veranderd. Soms wordt het onderzoek dan op een later tijdstip herhaald.
Zo nodig worden tijdens de ERCP stukjes weefsel weggenomen (bioptie) voor onderzoek. Dit is niet pijnlijk. De stukjes weefsel worden opgestuurd naar het laboratorium. De uitslag is na ongeveer 10 dagen bekend. De arts die de ERCP heeft gedaan, bespreekt na afloop van het onderzoek de bevindingen met u. Mogelijke complicaties Een ERCP is over het algemeen een veilig onderzoek. Complicaties komen in minder dan 7% van de ERCP's voor. Enkele complicaties kunnen zijn: verslikken, luchtweginfectie, longontsteking en keelpijn bloedingen van bijvoorbeeld de slokdarm of de maag, tijdens of na het onderzoek ontsteking van de alvleesklier perforatie van de darm bij het insnijden van de papil van Vater. Het niet goed op gang komen van het afvloeien van gal en contrastvloeistof na het plaatsen van een buisje. Daardoor kan een infectie van de galblaas of galwegen optreden. afwijkende reacties op de medicatie tijdens de ERCP. De meeste complicaties kunnen goed worden verholpen. Soms is een langere ziekenhuisopname noodzakelijk. Nazorg Na het onderzoek worden uw polsslag en bloeddruk regelmatig gecontroleerd. Afhankelijk van het verloop van het onderzoek zal de verpleegkundige op de afdeling u vertellen wanneer u weer mag drinken en eten. U begint meestal na 6 uur met een slokje water te drinken. Als dit goed gaat, kunt u weer gewoon drinken. Wanneer er geen klachten zijn, mag u de volgende dag ook weer eten. Wanneer zich bij de ERCP complicaties hebben voorgedaan wordt afgesproken welke speciale nazorg noodzakelijk is. Wanneer na ontslag uit het ziekenhuis klachten optreden, neemt u contact op met uw behandelend arts die de ERCP heeft aangevraagd of met de maag-, darm- en leverarts die de ERCP heeft verricht.
De uitslag Voordat u met ontslag gaat, komt de zaalarts, dienstdoende assistent of de maag-, darm- en leverarts die de ERCP heeft gedaan bij u langs. De arts vraagt hoe u zich voelt. Ook vraagt de arts of de eerste bevindingen van het onderzoek voor u duidelijk zijn. De arts die het onderzoek heeft aangevraagd en uw huisarts ontvangen een verslag over het verloop van de ERCP en de uitslag van de eventuele biopten. De aanvragende arts bespreekt met u de resultaten van het onderzoek en de eventuele verdere behandeling. Contactgegevens Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, neemt u dan contact op met de afdeling Endoscopie. Locatie Leyweg, afdeling Endoscopie van maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 – 17.00 uur telefoon (070) 210 2066 Locatie Sportlaan, afdeling Endoscopie van maandag tot en met vrijdag tussen 8.15 - 12.00 uur en tussen 14.00 - 16.00 uur telefoon (070) 210 6597 Buiten deze tijden neemt u alleen in spoedgevallen contact op met de Spoedeisende Hulp, telefoonnummer (070) 210 2060. Vergeet u niet een nieuw vel patiëntenetiketten te laten maken als er wijzigingen zijn in uw persoonsgegevens bij verhindering, contact op te nemen met de afdeling Endoscopie. HagaZiekenhuis Locatie Leyweg, Leyweg 275, 2545 CH Den Haag Locatie Sportlaan, Sportlaan 600, 2566 MJ Den Haag H14.026-01