BEHANDELING INTRATHECALE TOEDIENING VAN PIJNMEDICATIE (ITDD)
BEHANDELING INTRATHECALE TOEDIENING VAN PIJNMEDICATIE (ITDD)
Persoonlijke zorggids
Persoonlijke zorggids
Deze zorggids is persoonlijk bezit van:
Deze zorggids is persoonlijk bezit van:
Naam
................................................................................
Naam
................................................................................
Adres
................................................................................
Adres
................................................................................
Postcode, woonplaats ................................................................................
Postcode, woonplaats ................................................................................
Telefoon
................................................................................
Telefoon
................................................................................
Geboortedatum
................................................................................
Geboortedatum
................................................................................
Patiëntennummer
................................................................................
Patiëntennummer
................................................................................
Neem deze zorggids mee bij al uw bezoeken aan het Maasstad Ziekenhuis
Neem deze zorggids mee bij al uw bezoeken aan het Maasstad Ziekenhuis
Aan de inhoud van deze zorggids kunnen geen rechten worden ontleend.
Aan de inhoud van deze zorggids kunnen geen rechten worden ontleend.
mzp2379 mei 2011
mzp2379 mei 2011
1 – ITDD
1 – ITDD
BEHANDELING INTRATHECALE TOEDIENING VAN PIJNMEDICATIE (ITDD)
BEHANDELING INTRATHECALE TOEDIENING VAN PIJNMEDICATIE (ITDD)
Persoonlijke zorggids
Persoonlijke zorggids
Deze zorggids is persoonlijk bezit van:
Deze zorggids is persoonlijk bezit van:
Naam
................................................................................
Naam
................................................................................
Adres
................................................................................
Adres
................................................................................
Postcode, woonplaats ................................................................................
Postcode, woonplaats ................................................................................
Telefoon
................................................................................
Telefoon
................................................................................
Geboortedatum
................................................................................
Geboortedatum
................................................................................
Patiëntennummer
................................................................................
Patiëntennummer
................................................................................
Neem deze zorggids mee bij al uw bezoeken aan het Maasstad Ziekenhuis
Neem deze zorggids mee bij al uw bezoeken aan het Maasstad Ziekenhuis
Aan de inhoud van deze zorggids kunnen geen rechten worden ontleend.
Aan de inhoud van deze zorggids kunnen geen rechten worden ontleend.
mzp2379 mei 2011
mzp2379 mei 2011
1 – ITDD
1 – ITDD
2 – ITDD
2 – ITDD
2 – ITDD
2 – ITDD
ADRESGEGEVENS EN TELEFOONNUMMERS
ADRESGEGEVENS EN TELEFOONNUMMERS
Maasstad Ziekenhuis
Maasstad Ziekenhuis
Maasstadweg 21, 3079 DZ Rotterdam Telefoon: 010 – 291 19 11 www.maasstadziekenhuis.nl
[email protected]
Maasstadweg 21, 3079 DZ Rotterdam Telefoon: 010 – 291 19 11 www.maasstadziekenhuis.nl
[email protected]
Telefonische bereikbaarheid van de Pijnkliniek:
Telefonische bereikbaarheid van de Pijnkliniek:
Bereikbaar op maandag t/m vrijdag van 8.00 – 17.00 uur Afsprakentelefoon: 010 – 291 22 85 Pijnverpleegkundige neuromodulatie: 010 – 291 37 38 Faxnummer: 010 – 291 10 59
Bereikbaar op maandag t/m vrijdag van 8.00 – 17.00 uur Afsprakentelefoon: 010 – 291 22 85 Pijnverpleegkundige neuromodulatie: 010 – 291 37 38 Faxnummer: 010 – 291 10 59
Verpleegkundig telefonisch spreekuur:
Verpleegkundig telefonisch spreekuur:
Maandag t/m vrijdag 10.00 uur – 11.30 uur Voor al uw vragen over medicatie, bijwerkingen en behandelingen Telefoon: 010 – 291 23 61
Maandag t/m vrijdag 10.00 uur – 11.30 uur Voor al uw vragen over medicatie, bijwerkingen en behandelingen Telefoon: 010 – 291 23 61
Acute klachten buiten kantooruren
Acute klachten buiten kantooruren
Heeft u acute klachten, zoals omschreven in hoofdstuk 8 ‘Acute klachten’, belt u dan buiten kantooruren met het algemene nummer van het Maasstad Ziekenhuis en vraagt u naar de dienstdoende pijnspecialist via telefoonnummer: 010 – 291 19 11.
Heeft u acute klachten, zoals omschreven in hoofdstuk 8 ‘Acute klachten’, belt u dan buiten kantooruren met het algemene nummer van het Maasstad Ziekenhuis en vraagt u naar de dienstdoende pijnspecialist via telefoonnummer: 010 – 291 19 11.
3 – ITDD
3 – ITDD
ADRESGEGEVENS EN TELEFOONNUMMERS
ADRESGEGEVENS EN TELEFOONNUMMERS
Maasstad Ziekenhuis
Maasstad Ziekenhuis
Maasstadweg 21, 3079 DZ Rotterdam Telefoon: 010 – 291 19 11 www.maasstadziekenhuis.nl
[email protected]
Maasstadweg 21, 3079 DZ Rotterdam Telefoon: 010 – 291 19 11 www.maasstadziekenhuis.nl
[email protected]
Telefonische bereikbaarheid van de Pijnkliniek:
Telefonische bereikbaarheid van de Pijnkliniek:
Bereikbaar op maandag t/m vrijdag van 8.00 – 17.00 uur Afsprakentelefoon: 010 – 291 22 85 Pijnverpleegkundige neuromodulatie: 010 – 291 37 38 Faxnummer: 010 – 291 10 59
Bereikbaar op maandag t/m vrijdag van 8.00 – 17.00 uur Afsprakentelefoon: 010 – 291 22 85 Pijnverpleegkundige neuromodulatie: 010 – 291 37 38 Faxnummer: 010 – 291 10 59
Verpleegkundig telefonisch spreekuur:
Verpleegkundig telefonisch spreekuur:
Maandag t/m vrijdag 10.00 uur – 11.30 uur Voor al uw vragen over medicatie, bijwerkingen en behandelingen Telefoon: 010 – 291 23 61
Maandag t/m vrijdag 10.00 uur – 11.30 uur Voor al uw vragen over medicatie, bijwerkingen en behandelingen Telefoon: 010 – 291 23 61
Acute klachten buiten kantooruren
Acute klachten buiten kantooruren
Heeft u acute klachten, zoals omschreven in hoofdstuk 8 ‘Acute klachten’, belt u dan buiten kantooruren met het algemene nummer van het Maasstad Ziekenhuis en vraagt u naar de dienstdoende pijnspecialist via telefoonnummer: 010 – 291 19 11.
Heeft u acute klachten, zoals omschreven in hoofdstuk 8 ‘Acute klachten’, belt u dan buiten kantooruren met het algemene nummer van het Maasstad Ziekenhuis en vraagt u naar de dienstdoende pijnspecialist via telefoonnummer: 010 – 291 19 11.
3 – ITDD
3 – ITDD
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
Inleiding.................................................................................................... 7
Inleiding.................................................................................................... 7
1. ITDD: Intrathecale toediening van pijnmedicatie................................ 9
1. ITDD: Intrathecale toediening van pijnmedicatie................................ 9
1.1 Wat is ITDD?................................................................................. 9
1.1 Wat is ITDD?................................................................................. 9
1.2 Proefbehandeling......................................................................... 9
1.2 Proefbehandeling......................................................................... 9
2. Wat u vooraf moet weten.................................................................. 11
2. Wat u vooraf moet weten.................................................................. 11
2.1 Landelijk kwaliteitssysteem......................................................... 11
2.1 Landelijk kwaliteitssysteem......................................................... 11
2.2 Wat houdt het registreren voor u in?......................................... 11
2.2 Wat houdt het registreren voor u in?......................................... 11
2.3 Wachtlijst..................................................................................... 12
2.3 Wachtlijst..................................................................................... 12
3. Voor de behandeling.......................................................................... 13
3. Voor de behandeling.......................................................................... 13
3.1 Psychologisch intakegesprek...................................................... 13
3.1 Psychologisch intakegesprek...................................................... 13
3.2 Verpleegkundig intakegesprek................................................... 13
3.2 Verpleegkundig intakegesprek................................................... 13
3.3 Anesthesiespreekuur.................................................................. 15
3.3 Anesthesiespreekuur.................................................................. 15
4. De proefbehandeling ITDD................................................................ 17
4. De proefbehandeling ITDD................................................................ 17
4.1 Procedure.................................................................................... 17
4.1 Procedure.................................................................................... 17
4.2 De proefbehandeling.................................................................. 19
4.2 De proefbehandeling.................................................................. 19
4.3 De duur van de proefbehandeling............................................. 20
4.3 De duur van de proefbehandeling............................................. 20
4.4 Mogelijke bijwerkingen ............................................................. 20
4.4 Mogelijke bijwerkingen ............................................................. 20
4.5 Adviezen voor thuis.................................................................... 21
4.5 Adviezen voor thuis.................................................................... 21
4.6 Acute klachten............................................................................ 22
4.6 Acute klachten............................................................................ 22
4.7 Polikliniek bezoeken................................................................... 22
4.7 Polikliniek bezoeken................................................................... 22
4.8 Wanneer is de proefbehandeling geslaagd?.............................. 23
4.8 Wanneer is de proefbehandeling geslaagd?.............................. 23
4.9 Wanneer is de proefbehandeling niet geslaagd?....................... 23
4.9 Wanneer is de proefbehandeling niet geslaagd?....................... 23
4.10 Einde van de proefperiode....................................................... 23
4.10 Einde van de proefperiode....................................................... 23
4 – ITDD
4 – ITDD
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
Inleiding.................................................................................................... 7
Inleiding.................................................................................................... 7
1. ITDD: Intrathecale toediening van pijnmedicatie................................ 9
1. ITDD: Intrathecale toediening van pijnmedicatie................................ 9
1.1 Wat is ITDD?................................................................................. 9
1.1 Wat is ITDD?................................................................................. 9
1.2 Proefbehandeling......................................................................... 9
1.2 Proefbehandeling......................................................................... 9
2. Wat u vooraf moet weten.................................................................. 11
2. Wat u vooraf moet weten.................................................................. 11
2.1 Landelijk kwaliteitssysteem......................................................... 11
2.1 Landelijk kwaliteitssysteem......................................................... 11
2.2 Wat houdt het registreren voor u in?......................................... 11
2.2 Wat houdt het registreren voor u in?......................................... 11
2.3 Wachtlijst..................................................................................... 12
2.3 Wachtlijst..................................................................................... 12
3. Voor de behandeling.......................................................................... 13
3. Voor de behandeling.......................................................................... 13
3.1 Psychologisch intakegesprek...................................................... 13
3.1 Psychologisch intakegesprek...................................................... 13
3.2 Verpleegkundig intakegesprek................................................... 13
3.2 Verpleegkundig intakegesprek................................................... 13
3.3 Anesthesiespreekuur.................................................................. 15
3.3 Anesthesiespreekuur.................................................................. 15
4. De proefbehandeling ITDD................................................................ 17
4. De proefbehandeling ITDD................................................................ 17
4.1 Procedure.................................................................................... 17
4.1 Procedure.................................................................................... 17
4.2 De proefbehandeling.................................................................. 19
4.2 De proefbehandeling.................................................................. 19
4.3 De duur van de proefbehandeling............................................. 20
4.3 De duur van de proefbehandeling............................................. 20
4.4 Mogelijke bijwerkingen ............................................................. 20
4.4 Mogelijke bijwerkingen ............................................................. 20
4.5 Adviezen voor thuis.................................................................... 21
4.5 Adviezen voor thuis.................................................................... 21
4.6 Acute klachten............................................................................ 22
4.6 Acute klachten............................................................................ 22
4.7 Polikliniek bezoeken................................................................... 22
4.7 Polikliniek bezoeken................................................................... 22
4.8 Wanneer is de proefbehandeling geslaagd?.............................. 23
4.8 Wanneer is de proefbehandeling geslaagd?.............................. 23
4.9 Wanneer is de proefbehandeling niet geslaagd?....................... 23
4.9 Wanneer is de proefbehandeling niet geslaagd?....................... 23
4.10 Einde van de proefperiode....................................................... 23
4.10 Einde van de proefperiode....................................................... 23
4 – ITDD
4 – ITDD
5. De behandeling: implantatie SynchroMed® pomp........................... 25
5. De behandeling: implantatie SynchroMed® pomp........................... 25
5.1 Voorbereiding............................................................................. 25
5.1 Voorbereiding............................................................................. 25
5.2 Opname...................................................................................... 25
5.2 Opname...................................................................................... 25
5.3 Hoe wordt de pomp geïmplanteerd?......................................... 26
5.3 Hoe wordt de pomp geïmplanteerd?......................................... 26
5.4 De operatie................................................................................. 27
5.4 De operatie................................................................................. 27
5.5 Na de operatie............................................................................ 28
5.5 Na de operatie............................................................................ 28
5.6 Ontslag....................................................................................... 29
5.6 Ontslag....................................................................................... 29
5.7 Adviezen voor thuis.................................................................... 29
5.7 Adviezen voor thuis.................................................................... 29
5.8 Mogelijke complicaties............................................................... 30
5.8 Mogelijke complicaties............................................................... 30
5.9 Vragen......................................................................................... 30
5.9 Vragen......................................................................................... 30
6. De nazorg........................................................................................... 31
6. De nazorg........................................................................................... 31
6.1 Het polikliniek bezoek................................................................ 31
6.1 Het polikliniek bezoek................................................................ 31
6.2 Het vullen van de pomp............................................................. 32
6.2 Het vullen van de pomp............................................................. 32
7. Acute klachten................................................................................... 35
7. Acute klachten................................................................................... 35
8. Alarmsignalen van de pomp.............................................................. 37
8. Alarmsignalen van de pomp.............................................................. 37
9. Veelgestelde vragen........................................................................... 39
9. Veelgestelde vragen........................................................................... 39
10. Aantekeningen................................................................................. 47
10. Aantekeningen................................................................................. 47
5 – ITDD
5 – ITDD
5. De behandeling: implantatie SynchroMed® pomp........................... 25
5. De behandeling: implantatie SynchroMed® pomp........................... 25
5.1 Voorbereiding............................................................................. 25
5.1 Voorbereiding............................................................................. 25
5.2 Opname...................................................................................... 25
5.2 Opname...................................................................................... 25
5.3 Hoe wordt de pomp geïmplanteerd?......................................... 26
5.3 Hoe wordt de pomp geïmplanteerd?......................................... 26
5.4 De operatie................................................................................. 27
5.4 De operatie................................................................................. 27
5.5 Na de operatie............................................................................ 28
5.5 Na de operatie............................................................................ 28
5.6 Ontslag....................................................................................... 29
5.6 Ontslag....................................................................................... 29
5.7 Adviezen voor thuis.................................................................... 29
5.7 Adviezen voor thuis.................................................................... 29
5.8 Mogelijke complicaties............................................................... 30
5.8 Mogelijke complicaties............................................................... 30
5.9 Vragen......................................................................................... 30
5.9 Vragen......................................................................................... 30
6. De nazorg........................................................................................... 31
6. De nazorg........................................................................................... 31
6.1 Het polikliniek bezoek................................................................ 31
6.1 Het polikliniek bezoek................................................................ 31
6.2 Het vullen van de pomp............................................................. 32
6.2 Het vullen van de pomp............................................................. 32
7. Acute klachten................................................................................... 35
7. Acute klachten................................................................................... 35
8. Alarmsignalen van de pomp.............................................................. 37
8. Alarmsignalen van de pomp.............................................................. 37
9. Veelgestelde vragen........................................................................... 39
9. Veelgestelde vragen........................................................................... 39
10. Aantekeningen................................................................................. 47
10. Aantekeningen................................................................................. 47
5 – ITDD
5 – ITDD
6 – ITDD
6 – ITDD
6 – ITDD
6 – ITDD
INLEIDING
INLEIDING
U bent op het spreekuur geweest van de Pijnkliniek in het Maasstad Ziekenhuis voor de behandeling van uw chronische pijnklachten. Tot dusver heeft u zonder of met onvoldoende resultaat reeds diverse behandelingen ondergaan om uw pijn te verlichten. Uw pijnspecialist is van mening dat intrathecale toediening van pijnmedicatie (ITDD) mogelijk een goede behandeling zou kunnen zijn.
U bent op het spreekuur geweest van de Pijnkliniek in het Maasstad Ziekenhuis voor de behandeling van uw chronische pijnklachten. Tot dusver heeft u zonder of met onvoldoende resultaat reeds diverse behandelingen ondergaan om uw pijn te verlichten. Uw pijnspecialist is van mening dat intrathecale toediening van pijnmedicatie (ITDD) mogelijk een goede behandeling zou kunnen zijn.
Waarom deze Zorggids?
Waarom deze Zorggids?
U heeft deze zorggids gekregen, omdat u en uw behandelend pijnspecialist besloten hebben dat u in aanmerking komt voor de behandeling intrathecale toediening van pijnmedicatie.
U heeft deze zorggids gekregen, omdat u en uw behandelend pijnspecialist besloten hebben dat u in aanmerking komt voor de behandeling intrathecale toediening van pijnmedicatie.
Voor de behandeling begint zal het behandelteam u de nodige uitleg geven, maar het kan lastig zijn om alles in een keer te bevatten. In deze zorggids kunt u alles nog een keer nalezen.
Voor de behandeling begint zal het behandelteam u de nodige uitleg geven, maar het kan lastig zijn om alles in een keer te bevatten. In deze zorggids kunt u alles nog een keer nalezen.
Het gebruik van de Zorggids
Het gebruik van de Zorggids
Het is de bedoeling dat u: −− Uw persoonlijke gegevens invult; −− Deze zorggids meeneemt bij bezoek aan het ziekenhuis, de huisarts of andere specialisten.
Het is de bedoeling dat u: −− Uw persoonlijke gegevens invult; −− Deze zorggids meeneemt bij bezoek aan het ziekenhuis, de huisarts of andere specialisten.
7 – ITDD
7 – ITDD
INLEIDING
INLEIDING
U bent op het spreekuur geweest van de Pijnkliniek in het Maasstad Ziekenhuis voor de behandeling van uw chronische pijnklachten. Tot dusver heeft u zonder of met onvoldoende resultaat reeds diverse behandelingen ondergaan om uw pijn te verlichten. Uw pijnspecialist is van mening dat intrathecale toediening van pijnmedicatie (ITDD) mogelijk een goede behandeling zou kunnen zijn.
U bent op het spreekuur geweest van de Pijnkliniek in het Maasstad Ziekenhuis voor de behandeling van uw chronische pijnklachten. Tot dusver heeft u zonder of met onvoldoende resultaat reeds diverse behandelingen ondergaan om uw pijn te verlichten. Uw pijnspecialist is van mening dat intrathecale toediening van pijnmedicatie (ITDD) mogelijk een goede behandeling zou kunnen zijn.
Waarom deze Zorggids?
Waarom deze Zorggids?
U heeft deze zorggids gekregen, omdat u en uw behandelend pijnspecialist besloten hebben dat u in aanmerking komt voor de behandeling intrathecale toediening van pijnmedicatie.
U heeft deze zorggids gekregen, omdat u en uw behandelend pijnspecialist besloten hebben dat u in aanmerking komt voor de behandeling intrathecale toediening van pijnmedicatie.
Voor de behandeling begint zal het behandelteam u de nodige uitleg geven, maar het kan lastig zijn om alles in een keer te bevatten. In deze zorggids kunt u alles nog een keer nalezen.
Voor de behandeling begint zal het behandelteam u de nodige uitleg geven, maar het kan lastig zijn om alles in een keer te bevatten. In deze zorggids kunt u alles nog een keer nalezen.
Het gebruik van de Zorggids
Het gebruik van de Zorggids
Het is de bedoeling dat u: −− Uw persoonlijke gegevens invult; −− Deze zorggids meeneemt bij bezoek aan het ziekenhuis, de huisarts of andere specialisten.
Het is de bedoeling dat u: −− Uw persoonlijke gegevens invult; −− Deze zorggids meeneemt bij bezoek aan het ziekenhuis, de huisarts of andere specialisten.
7 – ITDD
7 – ITDD
8 – ITDD
8 – ITDD
8 – ITDD
8 – ITDD
1. ITDD: INTRATHECALE TOEDIENING VAN PIJNMEDICATIE
1. ITDD: INTRATHECALE TOEDIENING VAN PIJNMEDICATIE
De afkorting ITDD staat voor IntraThecal Drug Delivery. Vertaald in het Nederlands betekent het: het toedienen van medicatie rechtstreeks in het ruggenmergvocht.
De afkorting ITDD staat voor IntraThecal Drug Delivery. Vertaald in het Nederlands betekent het: het toedienen van medicatie rechtstreeks in het ruggenmergvocht.
1.1 Wat is ITDD?
1.1 Wat is ITDD?
ITDD is een behandeling die al geruime tijd toegepast wordt bij verschillende vormen van pijn. Door de pijnmedicatie af te geven in de buurt van het ruggenmerg, waar deze moeten werken, wordt het zenuwstelsel ‘gemoduleerd’ (neuromodulatie). Dat houdt in dat het zenuwstelsel zodanig wordt beïnvloed, dat het leidt tot een betere werking van de medicatie en daardoor vermindering van de pijnklachten. Door pijnmedicatie op deze manier toe te dienen wordt, bij een lagere dosering dan met de gangbare toedieningswijze (zoals tabletten en pleisters), een krachtiger effect met minder bijwerkingen verkregen. Wanneer de behandeling slaagt zal dit een aanzienlijke verbetering van de pijnklachten geven, het zal veelal niet mogelijk zijn uw pijnklachten volledig weg te nemen.
ITDD is een behandeling die al geruime tijd toegepast wordt bij verschillende vormen van pijn. Door de pijnmedicatie af te geven in de buurt van het ruggenmerg, waar deze moeten werken, wordt het zenuwstelsel ‘gemoduleerd’ (neuromodulatie). Dat houdt in dat het zenuwstelsel zodanig wordt beïnvloed, dat het leidt tot een betere werking van de medicatie en daardoor vermindering van de pijnklachten. Door pijnmedicatie op deze manier toe te dienen wordt, bij een lagere dosering dan met de gangbare toedieningswijze (zoals tabletten en pleisters), een krachtiger effect met minder bijwerkingen verkregen. Wanneer de behandeling slaagt zal dit een aanzienlijke verbetering van de pijnklachten geven, het zal veelal niet mogelijk zijn uw pijnklachten volledig weg te nemen.
1.2 Proefbehandeling
1.2 Proefbehandeling
Of de behandeling bij u zal slagen is afhankelijk van vele factoren binnen het centrale zenuwstelsel, waaronder ook de bijwerkingen. Dit wordt met een ‘proefbehandeling’ vastgesteld. Tijdens de proefbehandeling wordt met een uitwendig pompje, dat u bij u draagt, via een dunne katheter in het ruggenmergvocht continu pijnmedicatie afgegeven. Voor meer informatie over de proefbehandeling verwijzen we u graag naar hoofdstuk 4 ‘De proefbehandeling ITDD’.
Of de behandeling bij u zal slagen is afhankelijk van vele factoren binnen het centrale zenuwstelsel, waaronder ook de bijwerkingen. Dit wordt met een ‘proefbehandeling’ vastgesteld. Tijdens de proefbehandeling wordt met een uitwendig pompje, dat u bij u draagt, via een dunne katheter in het ruggenmergvocht continu pijnmedicatie afgegeven. Voor meer informatie over de proefbehandeling verwijzen we u graag naar hoofdstuk 4 ‘De proefbehandeling ITDD’.
9 – 1. ITDD: Intrathecale toediening van pijnmedicatie
9 – 1. ITDD: Intrathecale toediening van pijnmedicatie
1. ITDD: INTRATHECALE TOEDIENING VAN PIJNMEDICATIE
1. ITDD: INTRATHECALE TOEDIENING VAN PIJNMEDICATIE
De afkorting ITDD staat voor IntraThecal Drug Delivery. Vertaald in het Nederlands betekent het: het toedienen van medicatie rechtstreeks in het ruggenmergvocht.
De afkorting ITDD staat voor IntraThecal Drug Delivery. Vertaald in het Nederlands betekent het: het toedienen van medicatie rechtstreeks in het ruggenmergvocht.
1.1 Wat is ITDD?
1.1 Wat is ITDD?
ITDD is een behandeling die al geruime tijd toegepast wordt bij verschillende vormen van pijn. Door de pijnmedicatie af te geven in de buurt van het ruggenmerg, waar deze moeten werken, wordt het zenuwstelsel ‘gemoduleerd’ (neuromodulatie). Dat houdt in dat het zenuwstelsel zodanig wordt beïnvloed, dat het leidt tot een betere werking van de medicatie en daardoor vermindering van de pijnklachten. Door pijnmedicatie op deze manier toe te dienen wordt, bij een lagere dosering dan met de gangbare toedieningswijze (zoals tabletten en pleisters), een krachtiger effect met minder bijwerkingen verkregen. Wanneer de behandeling slaagt zal dit een aanzienlijke verbetering van de pijnklachten geven, het zal veelal niet mogelijk zijn uw pijnklachten volledig weg te nemen.
ITDD is een behandeling die al geruime tijd toegepast wordt bij verschillende vormen van pijn. Door de pijnmedicatie af te geven in de buurt van het ruggenmerg, waar deze moeten werken, wordt het zenuwstelsel ‘gemoduleerd’ (neuromodulatie). Dat houdt in dat het zenuwstelsel zodanig wordt beïnvloed, dat het leidt tot een betere werking van de medicatie en daardoor vermindering van de pijnklachten. Door pijnmedicatie op deze manier toe te dienen wordt, bij een lagere dosering dan met de gangbare toedieningswijze (zoals tabletten en pleisters), een krachtiger effect met minder bijwerkingen verkregen. Wanneer de behandeling slaagt zal dit een aanzienlijke verbetering van de pijnklachten geven, het zal veelal niet mogelijk zijn uw pijnklachten volledig weg te nemen.
1.2 Proefbehandeling
1.2 Proefbehandeling
Of de behandeling bij u zal slagen is afhankelijk van vele factoren binnen het centrale zenuwstelsel, waaronder ook de bijwerkingen. Dit wordt met een ‘proefbehandeling’ vastgesteld. Tijdens de proefbehandeling wordt met een uitwendig pompje, dat u bij u draagt, via een dunne katheter in het ruggenmergvocht continu pijnmedicatie afgegeven. Voor meer informatie over de proefbehandeling verwijzen we u graag naar hoofdstuk 4 ‘De proefbehandeling ITDD’.
Of de behandeling bij u zal slagen is afhankelijk van vele factoren binnen het centrale zenuwstelsel, waaronder ook de bijwerkingen. Dit wordt met een ‘proefbehandeling’ vastgesteld. Tijdens de proefbehandeling wordt met een uitwendig pompje, dat u bij u draagt, via een dunne katheter in het ruggenmergvocht continu pijnmedicatie afgegeven. Voor meer informatie over de proefbehandeling verwijzen we u graag naar hoofdstuk 4 ‘De proefbehandeling ITDD’.
9 – 1. ITDD: Intrathecale toediening van pijnmedicatie
9 – 1. ITDD: Intrathecale toediening van pijnmedicatie
10 – 1. ITDD: Intrathecale toediening van pijnmedicatie
10 – 1. ITDD: Intrathecale toediening van pijnmedicatie
10 – 1. ITDD: Intrathecale toediening van pijnmedicatie
10 – 1. ITDD: Intrathecale toediening van pijnmedicatie
2. WAT U VOORAF MOET WETEN
2. WAT U VOORAF MOET WETEN
Voordat u besluit u mee te doen aan de behandeling ITDD, is het belangrijk dat u onderstaande punten goed doorleest.
Voordat u besluit u mee te doen aan de behandeling ITDD, is het belangrijk dat u onderstaande punten goed doorleest.
2.1 Landelijk kwaliteitssysteem
2.1 Landelijk kwaliteitssysteem
De zorgverzekeraar vraagt om een kwaliteitssysteem en vergoedt de behandeling alleen wanneer de pijnspecialist zich houdt aan de regels die hieraan gesteld zijn. Daarom is de Vereniging voor Neuromodulatie opgericht. Het Maasstad Ziekenhuis is hierbij aangesloten en is verplicht zich aan de gestelde voorwaarden en procedures te houden, zoals die vastgelegd zijn in het kwaliteitssysteem Neuromodulatie. Zo wordt verwacht dat van iedere patiënt gegevens worden geregistreerd in het landelijk data registratie systeem ProMise.
De zorgverzekeraar vraagt om een kwaliteitssysteem en vergoedt de behandeling alleen wanneer de pijnspecialist zich houdt aan de regels die hieraan gesteld zijn. Daarom is de Vereniging voor Neuromodulatie opgericht. Het Maasstad Ziekenhuis is hierbij aangesloten en is verplicht zich aan de gestelde voorwaarden en procedures te houden, zoals die vastgelegd zijn in het kwaliteitssysteem Neuromodulatie. Zo wordt verwacht dat van iedere patiënt gegevens worden geregistreerd in het landelijk data registratie systeem ProMise.
De behandeling ITDD is niet nieuw en wordt al geruime tijd toegepast. In de registratie hoeven wij dan ook niet uit te zoeken of de methode werkt, maar moeten we vaststellen hoe de kwaliteit van leven verandert wanneer u met de ITDD behandeld wordt.
De behandeling ITDD is niet nieuw en wordt al geruime tijd toegepast. In de registratie hoeven wij dan ook niet uit te zoeken of de methode werkt, maar moeten we vaststellen hoe de kwaliteit van leven verandert wanneer u met de ITDD behandeld wordt.
2.2 Wat houdt het registreren voor u in?
2.2 Wat houdt het registreren voor u in?
Uit bovenstaande mag duidelijk zijn, dat u pas in aanmerking komt voor behandeling als u besluit mee te willen werken aan de registratie. Met uw toestemming wordt in dat geval uw naam en adresgegevens gekoppeld aan een patiëntencode. De code met de daaraan gekoppelde patiëntgegevens is alleen bekend in het behandelcentrum. Niemand buiten uw behandelcentrum is gemachtigd om uw gegevens zonder uw toestemming in te zien. Uw privacy is hiermee gegarandeerd.
Uit bovenstaande mag duidelijk zijn, dat u pas in aanmerking komt voor behandeling als u besluit mee te willen werken aan de registratie. Met uw toestemming wordt in dat geval uw naam en adresgegevens gekoppeld aan een patiëntencode. De code met de daaraan gekoppelde patiëntgegevens is alleen bekend in het behandelcentrum. Niemand buiten uw behandelcentrum is gemachtigd om uw gegevens zonder uw toestemming in te zien. Uw privacy is hiermee gegarandeerd.
11 – 2. Wat u vooraf moet weten
11 – 2. Wat u vooraf moet weten
2. WAT U VOORAF MOET WETEN
2. WAT U VOORAF MOET WETEN
Voordat u besluit u mee te doen aan de behandeling ITDD, is het belangrijk dat u onderstaande punten goed doorleest.
Voordat u besluit u mee te doen aan de behandeling ITDD, is het belangrijk dat u onderstaande punten goed doorleest.
2.1 Landelijk kwaliteitssysteem
2.1 Landelijk kwaliteitssysteem
De zorgverzekeraar vraagt om een kwaliteitssysteem en vergoedt de behandeling alleen wanneer de pijnspecialist zich houdt aan de regels die hieraan gesteld zijn. Daarom is de Vereniging voor Neuromodulatie opgericht. Het Maasstad Ziekenhuis is hierbij aangesloten en is verplicht zich aan de gestelde voorwaarden en procedures te houden, zoals die vastgelegd zijn in het kwaliteitssysteem Neuromodulatie. Zo wordt verwacht dat van iedere patiënt gegevens worden geregistreerd in het landelijk data registratie systeem ProMise.
De zorgverzekeraar vraagt om een kwaliteitssysteem en vergoedt de behandeling alleen wanneer de pijnspecialist zich houdt aan de regels die hieraan gesteld zijn. Daarom is de Vereniging voor Neuromodulatie opgericht. Het Maasstad Ziekenhuis is hierbij aangesloten en is verplicht zich aan de gestelde voorwaarden en procedures te houden, zoals die vastgelegd zijn in het kwaliteitssysteem Neuromodulatie. Zo wordt verwacht dat van iedere patiënt gegevens worden geregistreerd in het landelijk data registratie systeem ProMise.
De behandeling ITDD is niet nieuw en wordt al geruime tijd toegepast. In de registratie hoeven wij dan ook niet uit te zoeken of de methode werkt, maar moeten we vaststellen hoe de kwaliteit van leven verandert wanneer u met de ITDD behandeld wordt.
De behandeling ITDD is niet nieuw en wordt al geruime tijd toegepast. In de registratie hoeven wij dan ook niet uit te zoeken of de methode werkt, maar moeten we vaststellen hoe de kwaliteit van leven verandert wanneer u met de ITDD behandeld wordt.
2.2 Wat houdt het registreren voor u in?
2.2 Wat houdt het registreren voor u in?
Uit bovenstaande mag duidelijk zijn, dat u pas in aanmerking komt voor behandeling als u besluit mee te willen werken aan de registratie. Met uw toestemming wordt in dat geval uw naam en adresgegevens gekoppeld aan een patiëntencode. De code met de daaraan gekoppelde patiëntgegevens is alleen bekend in het behandelcentrum. Niemand buiten uw behandelcentrum is gemachtigd om uw gegevens zonder uw toestemming in te zien. Uw privacy is hiermee gegarandeerd.
Uit bovenstaande mag duidelijk zijn, dat u pas in aanmerking komt voor behandeling als u besluit mee te willen werken aan de registratie. Met uw toestemming wordt in dat geval uw naam en adresgegevens gekoppeld aan een patiëntencode. De code met de daaraan gekoppelde patiëntgegevens is alleen bekend in het behandelcentrum. Niemand buiten uw behandelcentrum is gemachtigd om uw gegevens zonder uw toestemming in te zien. Uw privacy is hiermee gegarandeerd.
11 – 2. Wat u vooraf moet weten
11 – 2. Wat u vooraf moet weten
Als u besluit mee te doen wordt u verzocht om een aantal vragenlijsten in te vullen. Indien u voldoet aan de gestelde criteria kunt u in aanmerking komen voor een proefbehandeling. Indien bij de proefbehandeling blijkt dat u baat heeft bij de behandeling en voldoet aan de door het kwaliteitssysteem gestelde criteria, kunt u in aanmerking komen voor een definitieve behandeling. Om vast te stellen wat de behandeling in de loop van de tijd voor u betekent (voor het vullen, de controle van de geïmplanteerde pomp en om eventueel de dosering bij te stellen), moet u elke 6 tot 12 weken de Pijnkliniek bezoeken.
Als u besluit mee te doen wordt u verzocht om een aantal vragenlijsten in te vullen. Indien u voldoet aan de gestelde criteria kunt u in aanmerking komen voor een proefbehandeling. Indien bij de proefbehandeling blijkt dat u baat heeft bij de behandeling en voldoet aan de door het kwaliteitssysteem gestelde criteria, kunt u in aanmerking komen voor een definitieve behandeling. Om vast te stellen wat de behandeling in de loop van de tijd voor u betekent (voor het vullen, de controle van de geïmplanteerde pomp en om eventueel de dosering bij te stellen), moet u elke 6 tot 12 weken de Pijnkliniek bezoeken.
2.3 Wachtlijst
2.3 Wachtlijst
Helaas is ons patiëntenaanbod groter dan wij kunnen verwerken en wij zijn genoodzaakt om met een wachtlijst te werken. Wij zijn ons er van bewust, dat het heel naar is voor u om lang te moeten wachten, zeker omdat u al lang pijn heeft. Wij streven ernaar om de wachttijd zo kort mogelijk te houden. Het is moeilijk om een precieze indicatie te geven wanneer u aan de beurt bent: dit hangt namelijk af van vele factoren. Wij vragen daarvoor uw begrip.
Helaas is ons patiëntenaanbod groter dan wij kunnen verwerken en wij zijn genoodzaakt om met een wachtlijst te werken. Wij zijn ons er van bewust, dat het heel naar is voor u om lang te moeten wachten, zeker omdat u al lang pijn heeft. Wij streven ernaar om de wachttijd zo kort mogelijk te houden. Het is moeilijk om een precieze indicatie te geven wanneer u aan de beurt bent: dit hangt namelijk af van vele factoren. Wij vragen daarvoor uw begrip.
12 – 2. Wat u vooraf moet weten
12 – 2. Wat u vooraf moet weten
Als u besluit mee te doen wordt u verzocht om een aantal vragenlijsten in te vullen. Indien u voldoet aan de gestelde criteria kunt u in aanmerking komen voor een proefbehandeling. Indien bij de proefbehandeling blijkt dat u baat heeft bij de behandeling en voldoet aan de door het kwaliteitssysteem gestelde criteria, kunt u in aanmerking komen voor een definitieve behandeling. Om vast te stellen wat de behandeling in de loop van de tijd voor u betekent (voor het vullen, de controle van de geïmplanteerde pomp en om eventueel de dosering bij te stellen), moet u elke 6 tot 12 weken de Pijnkliniek bezoeken.
Als u besluit mee te doen wordt u verzocht om een aantal vragenlijsten in te vullen. Indien u voldoet aan de gestelde criteria kunt u in aanmerking komen voor een proefbehandeling. Indien bij de proefbehandeling blijkt dat u baat heeft bij de behandeling en voldoet aan de door het kwaliteitssysteem gestelde criteria, kunt u in aanmerking komen voor een definitieve behandeling. Om vast te stellen wat de behandeling in de loop van de tijd voor u betekent (voor het vullen, de controle van de geïmplanteerde pomp en om eventueel de dosering bij te stellen), moet u elke 6 tot 12 weken de Pijnkliniek bezoeken.
2.3 Wachtlijst
2.3 Wachtlijst
Helaas is ons patiëntenaanbod groter dan wij kunnen verwerken en wij zijn genoodzaakt om met een wachtlijst te werken. Wij zijn ons er van bewust, dat het heel naar is voor u om lang te moeten wachten, zeker omdat u al lang pijn heeft. Wij streven ernaar om de wachttijd zo kort mogelijk te houden. Het is moeilijk om een precieze indicatie te geven wanneer u aan de beurt bent: dit hangt namelijk af van vele factoren. Wij vragen daarvoor uw begrip.
Helaas is ons patiëntenaanbod groter dan wij kunnen verwerken en wij zijn genoodzaakt om met een wachtlijst te werken. Wij zijn ons er van bewust, dat het heel naar is voor u om lang te moeten wachten, zeker omdat u al lang pijn heeft. Wij streven ernaar om de wachttijd zo kort mogelijk te houden. Het is moeilijk om een precieze indicatie te geven wanneer u aan de beurt bent: dit hangt namelijk af van vele factoren. Wij vragen daarvoor uw begrip.
12 – 2. Wat u vooraf moet weten
12 – 2. Wat u vooraf moet weten
3. VOOR DE BEHANDELING
3. VOOR DE BEHANDELING
Wanneer uw pijnspecialist de indicatie heeft gesteld voor ITDD krijgt u een pakket met informatie, vragenlijst en dagboek mee. Wij vragen u om de vragenlijsten en het dagboek in te vullen en alles in één keer zo spoedig mogelijk terug te sturen in bijgevoegd envelop. De lijsten worden gescoord en geïnterpreteerd door de psycholoog. Een gesprek met de psycholoog is een onderdeel van de behandeling ITDD.
Wanneer uw pijnspecialist de indicatie heeft gesteld voor ITDD krijgt u een pakket met informatie, vragenlijst en dagboek mee. Wij vragen u om de vragenlijsten en het dagboek in te vullen en alles in één keer zo spoedig mogelijk terug te sturen in bijgevoegd envelop. De lijsten worden gescoord en geïnterpreteerd door de psycholoog. Een gesprek met de psycholoog is een onderdeel van de behandeling ITDD.
3.1 Psychologisch intakegesprek
3.1 Psychologisch intakegesprek
De psycholoog zal de uitslagen van de vragenlijsten met u doornemen. Verder zal de psycholoog een anamnese afnemen waarin uw huidige klachten, uw oplossingen en manieren om met de klachten om te gaan aan bod komen. Ook zal er gevraagd worden naar (eventuele) psychische klachten als gevolg van de pijn. Een korte indruk van uw levensgeschiedenis, werk- en gezinssituatie wordt verkregen. Deze behandeling vraagt nogal wat van uw draagkracht. De psycholoog kan met de screening een indruk krijgen van uw belastbaarheid en verwerkingsmechanismen. Dit is een onderdeel van het traject en biedt u en ons mogelijkheden. Tevens is het een vereiste van de ziektekostenverzekeraar.
De psycholoog zal de uitslagen van de vragenlijsten met u doornemen. Verder zal de psycholoog een anamnese afnemen waarin uw huidige klachten, uw oplossingen en manieren om met de klachten om te gaan aan bod komen. Ook zal er gevraagd worden naar (eventuele) psychische klachten als gevolg van de pijn. Een korte indruk van uw levensgeschiedenis, werk- en gezinssituatie wordt verkregen. Deze behandeling vraagt nogal wat van uw draagkracht. De psycholoog kan met de screening een indruk krijgen van uw belastbaarheid en verwerkingsmechanismen. Dit is een onderdeel van het traject en biedt u en ons mogelijkheden. Tevens is het een vereiste van de ziektekostenverzekeraar.
3.2 Verpleegkundig intakegesprek
3.2 Verpleegkundig intakegesprek
Na de screening van de psycholoog krijgt u een gesprek met een pijnverpleegkundige. Wanneer u aan de beurt bent wordt u telefonisch opgeroepen door een van onze pijnverpleegkundigen. Zij zal met u een afspraak maken voor een intakegesprek. Het gesprek vindt plaats in de Pijnkliniek. De pijnverpleegkundige zal u uitleg geven over het verloop van de behandeling. Het gesprek duurt ongeveer een uur.
Na de screening van de psycholoog krijgt u een gesprek met een pijnverpleegkundige. Wanneer u aan de beurt bent wordt u telefonisch opgeroepen door een van onze pijnverpleegkundigen. Zij zal met u een afspraak maken voor een intakegesprek. Het gesprek vindt plaats in de Pijnkliniek. De pijnverpleegkundige zal u uitleg geven over het verloop van de behandeling. Het gesprek duurt ongeveer een uur.
13 – 3. Voor de behandeling
13 – 3. Voor de behandeling
3. VOOR DE BEHANDELING
3. VOOR DE BEHANDELING
Wanneer uw pijnspecialist de indicatie heeft gesteld voor ITDD krijgt u een pakket met informatie, vragenlijst en dagboek mee. Wij vragen u om de vragenlijsten en het dagboek in te vullen en alles in één keer zo spoedig mogelijk terug te sturen in bijgevoegd envelop. De lijsten worden gescoord en geïnterpreteerd door de psycholoog. Een gesprek met de psycholoog is een onderdeel van de behandeling ITDD.
Wanneer uw pijnspecialist de indicatie heeft gesteld voor ITDD krijgt u een pakket met informatie, vragenlijst en dagboek mee. Wij vragen u om de vragenlijsten en het dagboek in te vullen en alles in één keer zo spoedig mogelijk terug te sturen in bijgevoegd envelop. De lijsten worden gescoord en geïnterpreteerd door de psycholoog. Een gesprek met de psycholoog is een onderdeel van de behandeling ITDD.
3.1 Psychologisch intakegesprek
3.1 Psychologisch intakegesprek
De psycholoog zal de uitslagen van de vragenlijsten met u doornemen. Verder zal de psycholoog een anamnese afnemen waarin uw huidige klachten, uw oplossingen en manieren om met de klachten om te gaan aan bod komen. Ook zal er gevraagd worden naar (eventuele) psychische klachten als gevolg van de pijn. Een korte indruk van uw levensgeschiedenis, werk- en gezinssituatie wordt verkregen. Deze behandeling vraagt nogal wat van uw draagkracht. De psycholoog kan met de screening een indruk krijgen van uw belastbaarheid en verwerkingsmechanismen. Dit is een onderdeel van het traject en biedt u en ons mogelijkheden. Tevens is het een vereiste van de ziektekostenverzekeraar.
De psycholoog zal de uitslagen van de vragenlijsten met u doornemen. Verder zal de psycholoog een anamnese afnemen waarin uw huidige klachten, uw oplossingen en manieren om met de klachten om te gaan aan bod komen. Ook zal er gevraagd worden naar (eventuele) psychische klachten als gevolg van de pijn. Een korte indruk van uw levensgeschiedenis, werk- en gezinssituatie wordt verkregen. Deze behandeling vraagt nogal wat van uw draagkracht. De psycholoog kan met de screening een indruk krijgen van uw belastbaarheid en verwerkingsmechanismen. Dit is een onderdeel van het traject en biedt u en ons mogelijkheden. Tevens is het een vereiste van de ziektekostenverzekeraar.
3.2 Verpleegkundig intakegesprek
3.2 Verpleegkundig intakegesprek
Na de screening van de psycholoog krijgt u een gesprek met een pijnverpleegkundige. Wanneer u aan de beurt bent wordt u telefonisch opgeroepen door een van onze pijnverpleegkundigen. Zij zal met u een afspraak maken voor een intakegesprek. Het gesprek vindt plaats in de Pijnkliniek. De pijnverpleegkundige zal u uitleg geven over het verloop van de behandeling. Het gesprek duurt ongeveer een uur.
Na de screening van de psycholoog krijgt u een gesprek met een pijnverpleegkundige. Wanneer u aan de beurt bent wordt u telefonisch opgeroepen door een van onze pijnverpleegkundigen. Zij zal met u een afspraak maken voor een intakegesprek. Het gesprek vindt plaats in de Pijnkliniek. De pijnverpleegkundige zal u uitleg geven over het verloop van de behandeling. Het gesprek duurt ongeveer een uur.
13 – 3. Voor de behandeling
13 – 3. Voor de behandeling
Het gesprek vindt plaats in de Pijnkliniek. De pijnverpleegkundige zal u uitleg geven over het verloop van de behandeling. Het gesprek duurt ongeveer een uur.
Het gesprek vindt plaats in de Pijnkliniek. De pijnverpleegkundige zal u uitleg geven over het verloop van de behandeling. Het gesprek duurt ongeveer een uur.
Wat moet u meenemen naar het intakegesprek: −− Afsprakenkaart met ponsplaatje −− Zo nodig uw leesbril −− Overzicht van de gebruikte medicatie −− Overzicht van uw behandelingen, welke al hebben plaatsgevonden
Wat moet u meenemen naar het intakegesprek: −− Afsprakenkaart met ponsplaatje −− Zo nodig uw leesbril −− Overzicht van de gebruikte medicatie −− Overzicht van uw behandelingen, welke al hebben plaatsgevonden
Tijdens het intakegesprek zult u een indicatie krijgen over wanneer u opgeroepen wordt voor de proefbehandeling.
Tijdens het intakegesprek zult u een indicatie krijgen over wanneer u opgeroepen wordt voor de proefbehandeling.
Geef in het gesprek aan of u gebruik maakt van hulmiddelen. De pijnverpleegkundige bespreekt met u welke hulpmiddelen u kunt meenemen en welke het ziekenhuis kan regelen gedurende de opname, Zoals: −− Rolstoel −− Speciaal bed of matras −− Spalken −− Incontinentiemateriaal −− Aangepast dieet −− Anders nl…
Geef in het gesprek aan of u gebruik maakt van hulmiddelen. De pijnverpleegkundige bespreekt met u welke hulpmiddelen u kunt meenemen en welke het ziekenhuis kan regelen gedurende de opname, Zoals: −− Rolstoel −− Speciaal bed of matras −− Spalken −− Incontinentiemateriaal −− Aangepast dieet −− Anders nl…
14 – 3. Voor de behandeling
14 – 3. Voor de behandeling
Het gesprek vindt plaats in de Pijnkliniek. De pijnverpleegkundige zal u uitleg geven over het verloop van de behandeling. Het gesprek duurt ongeveer een uur.
Het gesprek vindt plaats in de Pijnkliniek. De pijnverpleegkundige zal u uitleg geven over het verloop van de behandeling. Het gesprek duurt ongeveer een uur.
Wat moet u meenemen naar het intakegesprek: −− Afsprakenkaart met ponsplaatje −− Zo nodig uw leesbril −− Overzicht van de gebruikte medicatie −− Overzicht van uw behandelingen, welke al hebben plaatsgevonden
Wat moet u meenemen naar het intakegesprek: −− Afsprakenkaart met ponsplaatje −− Zo nodig uw leesbril −− Overzicht van de gebruikte medicatie −− Overzicht van uw behandelingen, welke al hebben plaatsgevonden
Tijdens het intakegesprek zult u een indicatie krijgen over wanneer u opgeroepen wordt voor de proefbehandeling.
Tijdens het intakegesprek zult u een indicatie krijgen over wanneer u opgeroepen wordt voor de proefbehandeling.
Geef in het gesprek aan of u gebruik maakt van hulmiddelen. De pijnverpleegkundige bespreekt met u welke hulpmiddelen u kunt meenemen en welke het ziekenhuis kan regelen gedurende de opname, Zoals: −− Rolstoel −− Speciaal bed of matras −− Spalken −− Incontinentiemateriaal −− Aangepast dieet −− Anders nl…
Geef in het gesprek aan of u gebruik maakt van hulmiddelen. De pijnverpleegkundige bespreekt met u welke hulpmiddelen u kunt meenemen en welke het ziekenhuis kan regelen gedurende de opname, Zoals: −− Rolstoel −− Speciaal bed of matras −− Spalken −− Incontinentiemateriaal −− Aangepast dieet −− Anders nl…
14 – 3. Voor de behandeling
14 – 3. Voor de behandeling
3.3 Anesthesiespreekuur
3.3 Anesthesiespreekuur
Voordat u opgenomen wordt voor behandeling dient u gezien te worden door een anesthesioloog. Dit is in verband met de verdoving en/of narcose die u krijgt gedurende de ingreep. Wij proberen deze afspraak aansluitend aan het verpleegkundig intakegesprek te plannen.
Voordat u opgenomen wordt voor behandeling dient u gezien te worden door een anesthesioloog. Dit is in verband met de verdoving en/of narcose die u krijgt gedurende de ingreep. Wij proberen deze afspraak aansluitend aan het verpleegkundig intakegesprek te plannen.
15 – 3. Voor de behandeling
15 – 3. Voor de behandeling
3.3 Anesthesiespreekuur
3.3 Anesthesiespreekuur
Voordat u opgenomen wordt voor behandeling dient u gezien te worden door een anesthesioloog. Dit is in verband met de verdoving en/of narcose die u krijgt gedurende de ingreep. Wij proberen deze afspraak aansluitend aan het verpleegkundig intakegesprek te plannen.
Voordat u opgenomen wordt voor behandeling dient u gezien te worden door een anesthesioloog. Dit is in verband met de verdoving en/of narcose die u krijgt gedurende de ingreep. Wij proberen deze afspraak aansluitend aan het verpleegkundig intakegesprek te plannen.
15 – 3. Voor de behandeling
15 – 3. Voor de behandeling
16 – 3. Voor de behandeling
16 – 3. Voor de behandeling
16 – 3. Voor de behandeling
16 – 3. Voor de behandeling
4. DE PROEFBEHANDELING ITDD
4. DE PROEFBEHANDELING ITDD
Tijdens de proefbehandeling wordt met een uitwendig pompje, dat u bij u draagt, via een dunne katheter in het ruggenmergvocht continu pijnmedicatie afgegeven. Als tijdens de proefbehandeling blijkt, dat de behandeling effect heeft, wordt voor de definitieve behandeling een kleine pomp onder de huid ingebracht. Deze kan dan van buitenaf met radiogolven worden ingesteld.
Tijdens de proefbehandeling wordt met een uitwendig pompje, dat u bij u draagt, via een dunne katheter in het ruggenmergvocht continu pijnmedicatie afgegeven. Als tijdens de proefbehandeling blijkt, dat de behandeling effect heeft, wordt voor de definitieve behandeling een kleine pomp onder de huid ingebracht. Deze kan dan van buitenaf met radiogolven worden ingesteld.
4.1 Procedure
4.1 Procedure
Wanneer u opgeroepen wordt voor de proefbehandeling ITDD is de procedure als volgt: Op de dag van opname kunt u gewoon ontbijten en uw medicijnen innemen zoals u gewend bent, tenzij uw pijnspecialist anders heeft aangegeven. Het verblijf in het ziekenhuis zal ongeveer 7 tot 10 dagen zijn. Op de dag van opname meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij bureau Opname. Daar wordt u ingeschreven voor opname en wordt u naar de afdeling gebracht. U wordt opgenomen op de afdeling L4 (4e etage). Op deze afdeling worden patiënten verpleegd voor de neurochirurgie, orthopedie en pijnbehandeling.
Wanneer u opgeroepen wordt voor de proefbehandeling ITDD is de procedure als volgt: Op de dag van opname kunt u gewoon ontbijten en uw medicijnen innemen zoals u gewend bent, tenzij uw pijnspecialist anders heeft aangegeven. Het verblijf in het ziekenhuis zal ongeveer 7 tot 10 dagen zijn. Op de dag van opname meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij bureau Opname. Daar wordt u ingeschreven voor opname en wordt u naar de afdeling gebracht. U wordt opgenomen op de afdeling L4 (4e etage). Op deze afdeling worden patiënten verpleegd voor de neurochirurgie, orthopedie en pijnbehandeling.
17 – 4. De proefbehandeling ITDD
17 – 4. De proefbehandeling ITDD
4. DE PROEFBEHANDELING ITDD
4. DE PROEFBEHANDELING ITDD
Tijdens de proefbehandeling wordt met een uitwendig pompje, dat u bij u draagt, via een dunne katheter in het ruggenmergvocht continu pijnmedicatie afgegeven. Als tijdens de proefbehandeling blijkt, dat de behandeling effect heeft, wordt voor de definitieve behandeling een kleine pomp onder de huid ingebracht. Deze kan dan van buitenaf met radiogolven worden ingesteld.
Tijdens de proefbehandeling wordt met een uitwendig pompje, dat u bij u draagt, via een dunne katheter in het ruggenmergvocht continu pijnmedicatie afgegeven. Als tijdens de proefbehandeling blijkt, dat de behandeling effect heeft, wordt voor de definitieve behandeling een kleine pomp onder de huid ingebracht. Deze kan dan van buitenaf met radiogolven worden ingesteld.
4.1 Procedure
4.1 Procedure
Wanneer u opgeroepen wordt voor de proefbehandeling ITDD is de procedure als volgt: Op de dag van opname kunt u gewoon ontbijten en uw medicijnen innemen zoals u gewend bent, tenzij uw pijnspecialist anders heeft aangegeven. Het verblijf in het ziekenhuis zal ongeveer 7 tot 10 dagen zijn. Op de dag van opname meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij bureau Opname. Daar wordt u ingeschreven voor opname en wordt u naar de afdeling gebracht. U wordt opgenomen op de afdeling L4 (4e etage). Op deze afdeling worden patiënten verpleegd voor de neurochirurgie, orthopedie en pijnbehandeling.
Wanneer u opgeroepen wordt voor de proefbehandeling ITDD is de procedure als volgt: Op de dag van opname kunt u gewoon ontbijten en uw medicijnen innemen zoals u gewend bent, tenzij uw pijnspecialist anders heeft aangegeven. Het verblijf in het ziekenhuis zal ongeveer 7 tot 10 dagen zijn. Op de dag van opname meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij bureau Opname. Daar wordt u ingeschreven voor opname en wordt u naar de afdeling gebracht. U wordt opgenomen op de afdeling L4 (4e etage). Op deze afdeling worden patiënten verpleegd voor de neurochirurgie, orthopedie en pijnbehandeling.
17 – 4. De proefbehandeling ITDD
17 – 4. De proefbehandeling ITDD
Wat neemt u mee: −− Uw ponsplaatje −− Verzekeringsbewijs −− Identificatiebewijs −− Medicatie die u thuis gebruikt −− Eventueel dieetvoorschrift −− Nachtkleding −− Ondergoed −− Ochtendjas −− Pantoffels −− Toiletartikelen −− Iets voor de ontspanning
Wat neemt u mee: −− Uw ponsplaatje −− Verzekeringsbewijs −− Identificatiebewijs −− Medicatie die u thuis gebruikt −− Eventueel dieetvoorschrift −− Nachtkleding −− Ondergoed −− Ochtendjas −− Pantoffels −− Toiletartikelen −− Iets voor de ontspanning
Indien u de volgende hulpmiddelen gebruikt kunt u deze ook meenemen: −− Rolstoel −− Rollator of stok −− Spalken
Indien u de volgende hulpmiddelen gebruikt kunt u deze ook meenemen: −− Rolstoel −− Rollator of stok −− Spalken
Informatie over de bezoektijden vindt u in de folder die u ontvangt bij de opname. Op de verpleegafdeling vindt een opnamegesprek plaats door een van de verpleegkundigen van de afdeling. Op dezelfde dag dat u bent opgenomen zal uw pijnspecialist een tijdelijke katheter inbrengen in de intrathecale ruimte (ruggenmergvocht). Deze ingreep vindt plaats op de operatieafdeling. U gaat hiervoor NIET onder narcose, maar de ingreep vindt hier plaats vanwege de steriliteit.
Informatie over de bezoektijden vindt u in de folder die u ontvangt bij de opname. Op de verpleegafdeling vindt een opnamegesprek plaats door een van de verpleegkundigen van de afdeling. Op dezelfde dag dat u bent opgenomen zal uw pijnspecialist een tijdelijke katheter inbrengen in de intrathecale ruimte (ruggenmergvocht). Deze ingreep vindt plaats op de operatieafdeling. U gaat hiervoor NIET onder narcose, maar de ingreep vindt hier plaats vanwege de steriliteit.
18 – 4. De proefbehandeling ITDD
18 – 4. De proefbehandeling ITDD
Wat neemt u mee: −− Uw ponsplaatje −− Verzekeringsbewijs −− Identificatiebewijs −− Medicatie die u thuis gebruikt −− Eventueel dieetvoorschrift −− Nachtkleding −− Ondergoed −− Ochtendjas −− Pantoffels −− Toiletartikelen −− Iets voor de ontspanning
Wat neemt u mee: −− Uw ponsplaatje −− Verzekeringsbewijs −− Identificatiebewijs −− Medicatie die u thuis gebruikt −− Eventueel dieetvoorschrift −− Nachtkleding −− Ondergoed −− Ochtendjas −− Pantoffels −− Toiletartikelen −− Iets voor de ontspanning
Indien u de volgende hulpmiddelen gebruikt kunt u deze ook meenemen: −− Rolstoel −− Rollator of stok −− Spalken
Indien u de volgende hulpmiddelen gebruikt kunt u deze ook meenemen: −− Rolstoel −− Rollator of stok −− Spalken
Informatie over de bezoektijden vindt u in de folder die u ontvangt bij de opname. Op de verpleegafdeling vindt een opnamegesprek plaats door een van de verpleegkundigen van de afdeling. Op dezelfde dag dat u bent opgenomen zal uw pijnspecialist een tijdelijke katheter inbrengen in de intrathecale ruimte (ruggenmergvocht). Deze ingreep vindt plaats op de operatieafdeling. U gaat hiervoor NIET onder narcose, maar de ingreep vindt hier plaats vanwege de steriliteit.
Informatie over de bezoektijden vindt u in de folder die u ontvangt bij de opname. Op de verpleegafdeling vindt een opnamegesprek plaats door een van de verpleegkundigen van de afdeling. Op dezelfde dag dat u bent opgenomen zal uw pijnspecialist een tijdelijke katheter inbrengen in de intrathecale ruimte (ruggenmergvocht). Deze ingreep vindt plaats op de operatieafdeling. U gaat hiervoor NIET onder narcose, maar de ingreep vindt hier plaats vanwege de steriliteit.
18 – 4. De proefbehandeling ITDD
18 – 4. De proefbehandeling ITDD
4.2 De proefbehandeling
4.2 De proefbehandeling
Voor u naar de operatiekamer wordt gebracht krijgt u op de voorbereidingskamer een infuus. Tevens worden er controles gedaan van de hartslag en de bloeddruk. De katheter wordt als volgt ingebracht: −− Afhankelijk van wat uw pijnspecialist met u heeft afgesproken wordt de katheter in zittende of liggende houding ingebracht. −− De rug wordt gedesinfecteerd (schoongemaakt) met roze vloeistof. Dit voelt koud en nat aan. −− De huid wordt verdoofd door middel van een prik. Dit kan iets branderig aanvoelen. −− Een speciale naald wordt tussen twee wervels ingebracht en door de naald zal een dunne katheter worden opgeschoven. Het is mogelijk dat u, wanneer de katheter wordt opgeschoven, tijdelijk prikkeling voelt in de benen. −− De katheter wordt vastgemaakt met een hechting en pleisters.
Voor u naar de operatiekamer wordt gebracht krijgt u op de voorbereidingskamer een infuus. Tevens worden er controles gedaan van de hartslag en de bloeddruk. De katheter wordt als volgt ingebracht: −− Afhankelijk van wat uw pijnspecialist met u heeft afgesproken wordt de katheter in zittende of liggende houding ingebracht. −− De rug wordt gedesinfecteerd (schoongemaakt) met roze vloeistof. Dit voelt koud en nat aan. −− De huid wordt verdoofd door middel van een prik. Dit kan iets branderig aanvoelen. −− Een speciale naald wordt tussen twee wervels ingebracht en door de naald zal een dunne katheter worden opgeschoven. Het is mogelijk dat u, wanneer de katheter wordt opgeschoven, tijdelijk prikkeling voelt in de benen. −− De katheter wordt vastgemaakt met een hechting en pleisters.
Wanneer de ingreep klaar is gaat u weer terug naar de verpleegafdeling. Belangrijk is, dat u na de ingreep 24 uur bedrust houdt met maximaal 2 kussens onder het hoofd. U mag wel draaien in bed, maar bijvoorbeeld eten en plassen zult u een dag in liggende houding moeten doen. Dit is om zoveel mogelijk te voorkomen, dat er ruggenmergvloeistof weg lekt. Dit is niet gevaarlijk. Wel kunt u hiervan tijdelijk hoofdpijn en/of misselijkheidklachten ondervinden. Blijven deze klachten lang bestaan, dan kan dit verholpen worden.
Wanneer de ingreep klaar is gaat u weer terug naar de verpleegafdeling. Belangrijk is, dat u na de ingreep 24 uur bedrust houdt met maximaal 2 kussens onder het hoofd. U mag wel draaien in bed, maar bijvoorbeeld eten en plassen zult u een dag in liggende houding moeten doen. Dit is om zoveel mogelijk te voorkomen, dat er ruggenmergvloeistof weg lekt. Dit is niet gevaarlijk. Wel kunt u hiervan tijdelijk hoofdpijn en/of misselijkheidklachten ondervinden. Blijven deze klachten lang bestaan, dan kan dit verholpen worden.
19 – 4. De proefbehandeling ITDD
19 – 4. De proefbehandeling ITDD
4.2 De proefbehandeling
4.2 De proefbehandeling
Voor u naar de operatiekamer wordt gebracht krijgt u op de voorbereidingskamer een infuus. Tevens worden er controles gedaan van de hartslag en de bloeddruk. De katheter wordt als volgt ingebracht: −− Afhankelijk van wat uw pijnspecialist met u heeft afgesproken wordt de katheter in zittende of liggende houding ingebracht. −− De rug wordt gedesinfecteerd (schoongemaakt) met roze vloeistof. Dit voelt koud en nat aan. −− De huid wordt verdoofd door middel van een prik. Dit kan iets branderig aanvoelen. −− Een speciale naald wordt tussen twee wervels ingebracht en door de naald zal een dunne katheter worden opgeschoven. Het is mogelijk dat u, wanneer de katheter wordt opgeschoven, tijdelijk prikkeling voelt in de benen. −− De katheter wordt vastgemaakt met een hechting en pleisters.
Voor u naar de operatiekamer wordt gebracht krijgt u op de voorbereidingskamer een infuus. Tevens worden er controles gedaan van de hartslag en de bloeddruk. De katheter wordt als volgt ingebracht: −− Afhankelijk van wat uw pijnspecialist met u heeft afgesproken wordt de katheter in zittende of liggende houding ingebracht. −− De rug wordt gedesinfecteerd (schoongemaakt) met roze vloeistof. Dit voelt koud en nat aan. −− De huid wordt verdoofd door middel van een prik. Dit kan iets branderig aanvoelen. −− Een speciale naald wordt tussen twee wervels ingebracht en door de naald zal een dunne katheter worden opgeschoven. Het is mogelijk dat u, wanneer de katheter wordt opgeschoven, tijdelijk prikkeling voelt in de benen. −− De katheter wordt vastgemaakt met een hechting en pleisters.
Wanneer de ingreep klaar is gaat u weer terug naar de verpleegafdeling. Belangrijk is, dat u na de ingreep 24 uur bedrust houdt met maximaal 2 kussens onder het hoofd. U mag wel draaien in bed, maar bijvoorbeeld eten en plassen zult u een dag in liggende houding moeten doen. Dit is om zoveel mogelijk te voorkomen, dat er ruggenmergvloeistof weg lekt. Dit is niet gevaarlijk. Wel kunt u hiervan tijdelijk hoofdpijn en/of misselijkheidklachten ondervinden. Blijven deze klachten lang bestaan, dan kan dit verholpen worden.
Wanneer de ingreep klaar is gaat u weer terug naar de verpleegafdeling. Belangrijk is, dat u na de ingreep 24 uur bedrust houdt met maximaal 2 kussens onder het hoofd. U mag wel draaien in bed, maar bijvoorbeeld eten en plassen zult u een dag in liggende houding moeten doen. Dit is om zoveel mogelijk te voorkomen, dat er ruggenmergvloeistof weg lekt. Dit is niet gevaarlijk. Wel kunt u hiervan tijdelijk hoofdpijn en/of misselijkheidklachten ondervinden. Blijven deze klachten lang bestaan, dan kan dit verholpen worden.
19 – 4. De proefbehandeling ITDD
19 – 4. De proefbehandeling ITDD
De dag dat de katheter is geplaatst wordt er een uitwendig draagbaar pompje met (veelal) morfine aangesloten op de katheter (soms gebeurt dit de dag erna). Iedere dag wordt vroeg in de ochtend visite gelopen op de verpleegafdeling. De pijnspecialist komt dan bij u langs en praat met u door hoe het gaat met de pijnvermindering en eventuele andere problemen. Zo nodig wordt de loopsnelheid van de pomp aangepast. Het kan zijn dat het meerdere dagen duurt voordat u effect merkt van de medicatie.
De dag dat de katheter is geplaatst wordt er een uitwendig draagbaar pompje met (veelal) morfine aangesloten op de katheter (soms gebeurt dit de dag erna). Iedere dag wordt vroeg in de ochtend visite gelopen op de verpleegafdeling. De pijnspecialist komt dan bij u langs en praat met u door hoe het gaat met de pijnvermindering en eventuele andere problemen. Zo nodig wordt de loopsnelheid van de pomp aangepast. Het kan zijn dat het meerdere dagen duurt voordat u effect merkt van de medicatie.
Crono five / uitwendige draagbare pomp
Crono five / uitwendige draagbare pomp
4.3 De duur van de proefbehandeling
4.3 De duur van de proefbehandeling
De duur van de proefperiode is minimaal vier weken. De eerst week bent u in het ziekenhuis. De rest van de proefperiode bent u thuis en komt u tweemaal per week op de polikliniek voor controle.
De duur van de proefperiode is minimaal vier weken. De eerst week bent u in het ziekenhuis. De rest van de proefperiode bent u thuis en komt u tweemaal per week op de polikliniek voor controle.
4.4 Mogelijke bijwerkingen
4.4 Mogelijke bijwerkingen
Tijdens de eerste dagen kunnen er bijwerkingen zoals misselijkheid, braken, jeuk en moeilijk kunnen plassen optreden. Meestal verdwijnen deze klachten na enkele dagen.
Tijdens de eerste dagen kunnen er bijwerkingen zoals misselijkheid, braken, jeuk en moeilijk kunnen plassen optreden. Meestal verdwijnen deze klachten na enkele dagen.
20 – 4. De proefbehandeling ITDD
20 – 4. De proefbehandeling ITDD
De dag dat de katheter is geplaatst wordt er een uitwendig draagbaar pompje met (veelal) morfine aangesloten op de katheter (soms gebeurt dit de dag erna). Iedere dag wordt vroeg in de ochtend visite gelopen op de verpleegafdeling. De pijnspecialist komt dan bij u langs en praat met u door hoe het gaat met de pijnvermindering en eventuele andere problemen. Zo nodig wordt de loopsnelheid van de pomp aangepast. Het kan zijn dat het meerdere dagen duurt voordat u effect merkt van de medicatie.
De dag dat de katheter is geplaatst wordt er een uitwendig draagbaar pompje met (veelal) morfine aangesloten op de katheter (soms gebeurt dit de dag erna). Iedere dag wordt vroeg in de ochtend visite gelopen op de verpleegafdeling. De pijnspecialist komt dan bij u langs en praat met u door hoe het gaat met de pijnvermindering en eventuele andere problemen. Zo nodig wordt de loopsnelheid van de pomp aangepast. Het kan zijn dat het meerdere dagen duurt voordat u effect merkt van de medicatie.
Crono five / uitwendige draagbare pomp
Crono five / uitwendige draagbare pomp
4.3 De duur van de proefbehandeling
4.3 De duur van de proefbehandeling
De duur van de proefperiode is minimaal vier weken. De eerst week bent u in het ziekenhuis. De rest van de proefperiode bent u thuis en komt u tweemaal per week op de polikliniek voor controle.
De duur van de proefperiode is minimaal vier weken. De eerst week bent u in het ziekenhuis. De rest van de proefperiode bent u thuis en komt u tweemaal per week op de polikliniek voor controle.
4.4 Mogelijke bijwerkingen
4.4 Mogelijke bijwerkingen
Tijdens de eerste dagen kunnen er bijwerkingen zoals misselijkheid, braken, jeuk en moeilijk kunnen plassen optreden. Meestal verdwijnen deze klachten na enkele dagen.
Tijdens de eerste dagen kunnen er bijwerkingen zoals misselijkheid, braken, jeuk en moeilijk kunnen plassen optreden. Meestal verdwijnen deze klachten na enkele dagen.
20 – 4. De proefbehandeling ITDD
20 – 4. De proefbehandeling ITDD
Gedurende de proefperiode dient het verbandmateriaal, waar de katheter mee is vast geplakt, droog en schoon te blijven. U mag dan ook NIET douchen. U moet zich aan de wastafel of op bed wassen. Ook voor het wassen van de haren dient u de wastafel te gebruiken.
Gedurende de proefperiode dient het verbandmateriaal, waar de katheter mee is vast geplakt, droog en schoon te blijven. U mag dan ook NIET douchen. U moet zich aan de wastafel of op bed wassen. Ook voor het wassen van de haren dient u de wastafel te gebruiken.
Zolang u in het ziekenhuis bent zal de afdelingsverpleegkundige het verband iedere dag controleren.
Zolang u in het ziekenhuis bent zal de afdelingsverpleegkundige het verband iedere dag controleren.
Gedurende de gehele proefperiode dient u dagelijks een dagboek bij te houden waarin u uw pijnbeleving scoort. In uw dagboek staat precies uitgelegd hoe u dit kan doen. Uw pijnspecialist en/of de pijnverpleegkundige zullen regelmatig met u het dagboek doornemen om te zien hoe uw pijnscore is en of er iets veranderd is in het kunnen uitvoeren van uw dagelijkse activiteiten. Tevens dient u eventuele bijwerkingen te noteren.
Gedurende de gehele proefperiode dient u dagelijks een dagboek bij te houden waarin u uw pijnbeleving scoort. In uw dagboek staat precies uitgelegd hoe u dit kan doen. Uw pijnspecialist en/of de pijnverpleegkundige zullen regelmatig met u het dagboek doornemen om te zien hoe uw pijnscore is en of er iets veranderd is in het kunnen uitvoeren van uw dagelijkse activiteiten. Tevens dient u eventuele bijwerkingen te noteren.
Wanneer er een vermindering van uw pijn optreedt en er geen bijwerkingen zijn wordt u ontslagen uit het ziekenhuis. De proefperiode wordt dan thuis voortgezet.
Wanneer er een vermindering van uw pijn optreedt en er geen bijwerkingen zijn wordt u ontslagen uit het ziekenhuis. De proefperiode wordt dan thuis voortgezet.
4.5 Adviezen voor thuis
4.5 Adviezen voor thuis
Het is de bedoeling, dat u zoveel mogelijk dezelfde dagelijkse bezigheden doet die u voor de proefperiode ook deed (behalve douchen). U moet iedere dag uw dagboek invullen. Indien u in het bezit bent van een huisdier, mogen zij niet in uw bed slapen in verband met infectiegevaar.
Het is de bedoeling, dat u zoveel mogelijk dezelfde dagelijkse bezigheden doet die u voor de proefperiode ook deed (behalve douchen). U moet iedere dag uw dagboek invullen. Indien u in het bezit bent van een huisdier, mogen zij niet in uw bed slapen in verband met infectiegevaar.
21 – 4. De proefbehandeling ITDD
21 – 4. De proefbehandeling ITDD
Gedurende de proefperiode dient het verbandmateriaal, waar de katheter mee is vast geplakt, droog en schoon te blijven. U mag dan ook NIET douchen. U moet zich aan de wastafel of op bed wassen. Ook voor het wassen van de haren dient u de wastafel te gebruiken.
Gedurende de proefperiode dient het verbandmateriaal, waar de katheter mee is vast geplakt, droog en schoon te blijven. U mag dan ook NIET douchen. U moet zich aan de wastafel of op bed wassen. Ook voor het wassen van de haren dient u de wastafel te gebruiken.
Zolang u in het ziekenhuis bent zal de afdelingsverpleegkundige het verband iedere dag controleren.
Zolang u in het ziekenhuis bent zal de afdelingsverpleegkundige het verband iedere dag controleren.
Gedurende de gehele proefperiode dient u dagelijks een dagboek bij te houden waarin u uw pijnbeleving scoort. In uw dagboek staat precies uitgelegd hoe u dit kan doen. Uw pijnspecialist en/of de pijnverpleegkundige zullen regelmatig met u het dagboek doornemen om te zien hoe uw pijnscore is en of er iets veranderd is in het kunnen uitvoeren van uw dagelijkse activiteiten. Tevens dient u eventuele bijwerkingen te noteren.
Gedurende de gehele proefperiode dient u dagelijks een dagboek bij te houden waarin u uw pijnbeleving scoort. In uw dagboek staat precies uitgelegd hoe u dit kan doen. Uw pijnspecialist en/of de pijnverpleegkundige zullen regelmatig met u het dagboek doornemen om te zien hoe uw pijnscore is en of er iets veranderd is in het kunnen uitvoeren van uw dagelijkse activiteiten. Tevens dient u eventuele bijwerkingen te noteren.
Wanneer er een vermindering van uw pijn optreedt en er geen bijwerkingen zijn wordt u ontslagen uit het ziekenhuis. De proefperiode wordt dan thuis voortgezet.
Wanneer er een vermindering van uw pijn optreedt en er geen bijwerkingen zijn wordt u ontslagen uit het ziekenhuis. De proefperiode wordt dan thuis voortgezet.
4.5 Adviezen voor thuis
4.5 Adviezen voor thuis
Het is de bedoeling, dat u zoveel mogelijk dezelfde dagelijkse bezigheden doet die u voor de proefperiode ook deed (behalve douchen). U moet iedere dag uw dagboek invullen. Indien u in het bezit bent van een huisdier, mogen zij niet in uw bed slapen in verband met infectiegevaar.
Het is de bedoeling, dat u zoveel mogelijk dezelfde dagelijkse bezigheden doet die u voor de proefperiode ook deed (behalve douchen). U moet iedere dag uw dagboek invullen. Indien u in het bezit bent van een huisdier, mogen zij niet in uw bed slapen in verband met infectiegevaar.
21 – 4. De proefbehandeling ITDD
21 – 4. De proefbehandeling ITDD
4.6 Acute klachten
4.6 Acute klachten
Indien u plotseling last krijgt van de volgende bijwerkingen dient u DIRECT contact op te nemen met de Pijnkliniek en niet te wachten tot uw volgende afspraak: −− Heftig braken −− Sufheid −− Koorts hoger dan 38.5 graden Celsius −− Gevoel van algemeen ziek zijn −− Pijn en roodheid bij de insteekplaats van de katheter −− Erge lekkage van het ruggenmergvocht.
Indien u plotseling last krijgt van de volgende bijwerkingen dient u DIRECT contact op te nemen met de Pijnkliniek en niet te wachten tot uw volgende afspraak: −− Heftig braken −− Sufheid −− Koorts hoger dan 38.5 graden Celsius −− Gevoel van algemeen ziek zijn −− Pijn en roodheid bij de insteekplaats van de katheter −− Erge lekkage van het ruggenmergvocht.
4.7 Polikliniek bezoeken
4.7 Polikliniek bezoeken
Gedurende de proefbehandeling komt u tweemaal per week op de polikliniek. U dient uw dagboek en ponsplaatje mee te nemen.
Gedurende de proefbehandeling komt u tweemaal per week op de polikliniek. U dient uw dagboek en ponsplaatje mee te nemen.
Wat gebeurt er dan: −− U bespreekt met uw pijnspecialist of pijnverpleegkundige uw pijn, eventuele bijwerkingen en wat u meer of minder kan doen in vergelijking met de tijd voor de proefperiode −− Controle van het verband en de insteekplaats van de katheter −− Het bijstellen van de pomp en zo nodig het opnieuw vullen van de spuit −− Het is raadzaam om van tevoren eventuele vragen op te schrijven
Wat gebeurt er dan: −− U bespreekt met uw pijnspecialist of pijnverpleegkundige uw pijn, eventuele bijwerkingen en wat u meer of minder kan doen in vergelijking met de tijd voor de proefperiode −− Controle van het verband en de insteekplaats van de katheter −− Het bijstellen van de pomp en zo nodig het opnieuw vullen van de spuit −− Het is raadzaam om van tevoren eventuele vragen op te schrijven
22 – 4. De proefbehandeling ITDD
22 – 4. De proefbehandeling ITDD
4.6 Acute klachten
4.6 Acute klachten
Indien u plotseling last krijgt van de volgende bijwerkingen dient u DIRECT contact op te nemen met de Pijnkliniek en niet te wachten tot uw volgende afspraak: −− Heftig braken −− Sufheid −− Koorts hoger dan 38.5 graden Celsius −− Gevoel van algemeen ziek zijn −− Pijn en roodheid bij de insteekplaats van de katheter −− Erge lekkage van het ruggenmergvocht.
Indien u plotseling last krijgt van de volgende bijwerkingen dient u DIRECT contact op te nemen met de Pijnkliniek en niet te wachten tot uw volgende afspraak: −− Heftig braken −− Sufheid −− Koorts hoger dan 38.5 graden Celsius −− Gevoel van algemeen ziek zijn −− Pijn en roodheid bij de insteekplaats van de katheter −− Erge lekkage van het ruggenmergvocht.
4.7 Polikliniek bezoeken
4.7 Polikliniek bezoeken
Gedurende de proefbehandeling komt u tweemaal per week op de polikliniek. U dient uw dagboek en ponsplaatje mee te nemen.
Gedurende de proefbehandeling komt u tweemaal per week op de polikliniek. U dient uw dagboek en ponsplaatje mee te nemen.
Wat gebeurt er dan: −− U bespreekt met uw pijnspecialist of pijnverpleegkundige uw pijn, eventuele bijwerkingen en wat u meer of minder kan doen in vergelijking met de tijd voor de proefperiode −− Controle van het verband en de insteekplaats van de katheter −− Het bijstellen van de pomp en zo nodig het opnieuw vullen van de spuit −− Het is raadzaam om van tevoren eventuele vragen op te schrijven
Wat gebeurt er dan: −− U bespreekt met uw pijnspecialist of pijnverpleegkundige uw pijn, eventuele bijwerkingen en wat u meer of minder kan doen in vergelijking met de tijd voor de proefperiode −− Controle van het verband en de insteekplaats van de katheter −− Het bijstellen van de pomp en zo nodig het opnieuw vullen van de spuit −− Het is raadzaam om van tevoren eventuele vragen op te schrijven
22 – 4. De proefbehandeling ITDD
22 – 4. De proefbehandeling ITDD
4.8 Wanneer is de proefbehandeling geslaagd?
4.8 Wanneer is de proefbehandeling geslaagd?
Wanneer er meer dan 50 % vermindering is van de pijn met een belangrijke verbetering van uw levenskwaliteit zal de pijnspecialist met u bespreken of u in aanmerking komt voor de implantatie van een pomp.
Wanneer er meer dan 50 % vermindering is van de pijn met een belangrijke verbetering van uw levenskwaliteit zal de pijnspecialist met u bespreken of u in aanmerking komt voor de implantatie van een pomp.
4.9 Wanneer is de proefbehandeling niet geslaagd?
4.9 Wanneer is de proefbehandeling niet geslaagd?
Wanneer er minder dan 50 % vermindering van de pijn optreedt of wanneer de bijwerkingen erger zijn dan het pijnverminderend effect, is de proefbehandeling niet geslaagd.
Wanneer er minder dan 50 % vermindering van de pijn optreedt of wanneer de bijwerkingen erger zijn dan het pijnverminderend effect, is de proefbehandeling niet geslaagd.
4.10 Einde van de proefperiode
4.10 Einde van de proefperiode
Aan het eind van de proefbehandeling wordt de katheter verwijderd op de polikliniek, ook wanneer de proefbehandeling geslaagd is. U komt dus terug in de oude situatie met de pijn die u had voor de proefbehandeling. Dit komt, omdat de insteekplaats van de katheter moet genezen. Indien er bacteriën zijn (waar u ziek van kunt worden), die via de katheter in uw lichaam gekomen zijn, kan het lichaam hiervan herstellen voordat een volgende ingreep plaatsvindt.
Aan het eind van de proefbehandeling wordt de katheter verwijderd op de polikliniek, ook wanneer de proefbehandeling geslaagd is. U komt dus terug in de oude situatie met de pijn die u had voor de proefbehandeling. Dit komt, omdat de insteekplaats van de katheter moet genezen. Indien er bacteriën zijn (waar u ziek van kunt worden), die via de katheter in uw lichaam gekomen zijn, kan het lichaam hiervan herstellen voordat een volgende ingreep plaatsvindt.
Indien u NIET in aanmerking komt voor een implantatie van de pomp komt u terug op de polikliniek bij uw behandelend pijnspecialist voor een evaluatie-gesprek en om te zien of er nog andere behandelingen mogelijk zijn.
Indien u NIET in aanmerking komt voor een implantatie van de pomp komt u terug op de polikliniek bij uw behandelend pijnspecialist voor een evaluatie-gesprek en om te zien of er nog andere behandelingen mogelijk zijn.
Indien u WEL in aanmerking komt voor de implantatie van een pomp heeft u hierover een gesprek met uw behandelend pijnspecialist en ontvangt u verdere informatie over de behandeling.
Indien u WEL in aanmerking komt voor de implantatie van een pomp heeft u hierover een gesprek met uw behandelend pijnspecialist en ontvangt u verdere informatie over de behandeling.
23 – 4. De proefbehandeling ITDD
23 – 4. De proefbehandeling ITDD
4.8 Wanneer is de proefbehandeling geslaagd?
4.8 Wanneer is de proefbehandeling geslaagd?
Wanneer er meer dan 50 % vermindering is van de pijn met een belangrijke verbetering van uw levenskwaliteit zal de pijnspecialist met u bespreken of u in aanmerking komt voor de implantatie van een pomp.
Wanneer er meer dan 50 % vermindering is van de pijn met een belangrijke verbetering van uw levenskwaliteit zal de pijnspecialist met u bespreken of u in aanmerking komt voor de implantatie van een pomp.
4.9 Wanneer is de proefbehandeling niet geslaagd?
4.9 Wanneer is de proefbehandeling niet geslaagd?
Wanneer er minder dan 50 % vermindering van de pijn optreedt of wanneer de bijwerkingen erger zijn dan het pijnverminderend effect, is de proefbehandeling niet geslaagd.
Wanneer er minder dan 50 % vermindering van de pijn optreedt of wanneer de bijwerkingen erger zijn dan het pijnverminderend effect, is de proefbehandeling niet geslaagd.
4.10 Einde van de proefperiode
4.10 Einde van de proefperiode
Aan het eind van de proefbehandeling wordt de katheter verwijderd op de polikliniek, ook wanneer de proefbehandeling geslaagd is. U komt dus terug in de oude situatie met de pijn die u had voor de proefbehandeling. Dit komt, omdat de insteekplaats van de katheter moet genezen. Indien er bacteriën zijn (waar u ziek van kunt worden), die via de katheter in uw lichaam gekomen zijn, kan het lichaam hiervan herstellen voordat een volgende ingreep plaatsvindt.
Aan het eind van de proefbehandeling wordt de katheter verwijderd op de polikliniek, ook wanneer de proefbehandeling geslaagd is. U komt dus terug in de oude situatie met de pijn die u had voor de proefbehandeling. Dit komt, omdat de insteekplaats van de katheter moet genezen. Indien er bacteriën zijn (waar u ziek van kunt worden), die via de katheter in uw lichaam gekomen zijn, kan het lichaam hiervan herstellen voordat een volgende ingreep plaatsvindt.
Indien u NIET in aanmerking komt voor een implantatie van de pomp komt u terug op de polikliniek bij uw behandelend pijnspecialist voor een evaluatie-gesprek en om te zien of er nog andere behandelingen mogelijk zijn.
Indien u NIET in aanmerking komt voor een implantatie van de pomp komt u terug op de polikliniek bij uw behandelend pijnspecialist voor een evaluatie-gesprek en om te zien of er nog andere behandelingen mogelijk zijn.
Indien u WEL in aanmerking komt voor de implantatie van een pomp heeft u hierover een gesprek met uw behandelend pijnspecialist en ontvangt u verdere informatie over de behandeling.
Indien u WEL in aanmerking komt voor de implantatie van een pomp heeft u hierover een gesprek met uw behandelend pijnspecialist en ontvangt u verdere informatie over de behandeling.
23 – 4. De proefbehandeling ITDD
23 – 4. De proefbehandeling ITDD
Tussen de proefbehandeling en de implantatie van de pomp zitten in ieder geval 4 weken. Wij streven er naar om de periode niet langer te laten duren dan 6 weken. Door onvoorziene omstandigheden kan dit langer duren. Wij vragen daarvoor uw begrip.
Tussen de proefbehandeling en de implantatie van de pomp zitten in ieder geval 4 weken. Wij streven er naar om de periode niet langer te laten duren dan 6 weken. Door onvoorziene omstandigheden kan dit langer duren. Wij vragen daarvoor uw begrip.
24 – 4. De proefbehandeling ITDD
24 – 4. De proefbehandeling ITDD
Tussen de proefbehandeling en de implantatie van de pomp zitten in ieder geval 4 weken. Wij streven er naar om de periode niet langer te laten duren dan 6 weken. Door onvoorziene omstandigheden kan dit langer duren. Wij vragen daarvoor uw begrip.
Tussen de proefbehandeling en de implantatie van de pomp zitten in ieder geval 4 weken. Wij streven er naar om de periode niet langer te laten duren dan 6 weken. Door onvoorziene omstandigheden kan dit langer duren. Wij vragen daarvoor uw begrip.
24 – 4. De proefbehandeling ITDD
24 – 4. De proefbehandeling ITDD
5. DE BEHANDELING: IMPLANTATIE SYNCHROMED® POMP
5. DE BEHANDELING: IMPLANTATIE SYNCHROMED® POMP
Wanneer u opgeroepen wordt voor een implantatie van een SynchroMed® pomp is de procedure als volgt: Voor de opname bent u langs geweest bij het spreekuur van de anesthesioloog. Gewoonlijk is dat al gebeurd nadat u op de polikliniek bent geweest bij het beëindigen van de proefbehandeling.
Wanneer u opgeroepen wordt voor een implantatie van een SynchroMed® pomp is de procedure als volgt: Voor de opname bent u langs geweest bij het spreekuur van de anesthesioloog. Gewoonlijk is dat al gebeurd nadat u op de polikliniek bent geweest bij het beëindigen van de proefbehandeling.
U wordt opgenomen op dezelfde dag dat u wordt geopereerd. Indien u buiten de regio Rijnmond woont is het mogelijk dat u (in overleg) een dag eerder opgenomen wordt. Indien u bloedverdunners gebruikt is de dag van opname in overleg met uw pijnspecialist.
U wordt opgenomen op dezelfde dag dat u wordt geopereerd. Indien u buiten de regio Rijnmond woont is het mogelijk dat u (in overleg) een dag eerder opgenomen wordt. Indien u bloedverdunners gebruikt is de dag van opname in overleg met uw pijnspecialist.
5.1 Voorbereiding
5.1 Voorbereiding
Op de dag van de operatie dient u nuchter te zijn. Dit houdt in, dat u na 24.00 uur niet meer gegeten of gedronken heeft. Ook is roken vanaf dan niet toegestaan. De inname van uw medicijnen gebeurt in overleg met uw pijnspecialist.
Op de dag van de operatie dient u nuchter te zijn. Dit houdt in, dat u na 24.00 uur niet meer gegeten of gedronken heeft. Ook is roken vanaf dan niet toegestaan. De inname van uw medicijnen gebeurt in overleg met uw pijnspecialist.
5.2 Opname
5.2 Opname
Het verblijf in het ziekenhuis zal ongeveer 5 tot 7 dagen zijn. Op de dag van opname meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij bureau Opname. Daar wordt u ingeschreven voor opname en wordt u naar de afdeling gebracht. U wordt (weer) opgenomen op de afdeling L4 (4e etage).
Het verblijf in het ziekenhuis zal ongeveer 5 tot 7 dagen zijn. Op de dag van opname meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij bureau Opname. Daar wordt u ingeschreven voor opname en wordt u naar de afdeling gebracht. U wordt (weer) opgenomen op de afdeling L4 (4e etage).
25 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
25 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
5. DE BEHANDELING: IMPLANTATIE SYNCHROMED® POMP
5. DE BEHANDELING: IMPLANTATIE SYNCHROMED® POMP
Wanneer u opgeroepen wordt voor een implantatie van een SynchroMed® pomp is de procedure als volgt: Voor de opname bent u langs geweest bij het spreekuur van de anesthesioloog. Gewoonlijk is dat al gebeurd nadat u op de polikliniek bent geweest bij het beëindigen van de proefbehandeling.
Wanneer u opgeroepen wordt voor een implantatie van een SynchroMed® pomp is de procedure als volgt: Voor de opname bent u langs geweest bij het spreekuur van de anesthesioloog. Gewoonlijk is dat al gebeurd nadat u op de polikliniek bent geweest bij het beëindigen van de proefbehandeling.
U wordt opgenomen op dezelfde dag dat u wordt geopereerd. Indien u buiten de regio Rijnmond woont is het mogelijk dat u (in overleg) een dag eerder opgenomen wordt. Indien u bloedverdunners gebruikt is de dag van opname in overleg met uw pijnspecialist.
U wordt opgenomen op dezelfde dag dat u wordt geopereerd. Indien u buiten de regio Rijnmond woont is het mogelijk dat u (in overleg) een dag eerder opgenomen wordt. Indien u bloedverdunners gebruikt is de dag van opname in overleg met uw pijnspecialist.
5.1 Voorbereiding
5.1 Voorbereiding
Op de dag van de operatie dient u nuchter te zijn. Dit houdt in, dat u na 24.00 uur niet meer gegeten of gedronken heeft. Ook is roken vanaf dan niet toegestaan. De inname van uw medicijnen gebeurt in overleg met uw pijnspecialist.
Op de dag van de operatie dient u nuchter te zijn. Dit houdt in, dat u na 24.00 uur niet meer gegeten of gedronken heeft. Ook is roken vanaf dan niet toegestaan. De inname van uw medicijnen gebeurt in overleg met uw pijnspecialist.
5.2 Opname
5.2 Opname
Het verblijf in het ziekenhuis zal ongeveer 5 tot 7 dagen zijn. Op de dag van opname meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij bureau Opname. Daar wordt u ingeschreven voor opname en wordt u naar de afdeling gebracht. U wordt (weer) opgenomen op de afdeling L4 (4e etage).
Het verblijf in het ziekenhuis zal ongeveer 5 tot 7 dagen zijn. Op de dag van opname meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij bureau Opname. Daar wordt u ingeschreven voor opname en wordt u naar de afdeling gebracht. U wordt (weer) opgenomen op de afdeling L4 (4e etage).
25 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
25 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
Wat neemt u mee: −− Uw ponsplaatje −− Verzekeringsbewijs −− Identificatiebewijs −− Medicatie die u thuis gebruikt −− Eventueel dieet voorschrift −− Nachtkleding −− Ondergoed −− Ochtendjas −− Pantoffels −− Toiletartikelen −− Iets voor de ontspanning
Wat neemt u mee: −− Uw ponsplaatje −− Verzekeringsbewijs −− Identificatiebewijs −− Medicatie die u thuis gebruikt −− Eventueel dieet voorschrift −− Nachtkleding −− Ondergoed −− Ochtendjas −− Pantoffels −− Toiletartikelen −− Iets voor de ontspanning
Indien u de volgende hulpmiddelen gebruikt kunt u deze ook meenemen: −− Rolstoel −− Rollator of stok −− Spalken
Indien u de volgende hulpmiddelen gebruikt kunt u deze ook meenemen: −− Rolstoel −− Rollator of stok −− Spalken
Op de verpleegafdeling vindt een opnamegesprek plaats door een van de verpleegkundigen van de afdeling.
Op de verpleegafdeling vindt een opnamegesprek plaats door een van de verpleegkundigen van de afdeling.
5.3 Hoe wordt de pomp geïmplanteerd?
5.3 Hoe wordt de pomp geïmplanteerd?
Voor de implantatie, het onder de huid brengen van de pomp en katheter, is een operatie nodig. De pomp wordt in de buik geplaatst, meestal tussen de lies en de navel in. Vraag aan uw pijnspecialist waar deze bij u wordt geplaatst.
Voor de implantatie, het onder de huid brengen van de pomp en katheter, is een operatie nodig. De pomp wordt in de buik geplaatst, meestal tussen de lies en de navel in. Vraag aan uw pijnspecialist waar deze bij u wordt geplaatst.
26 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
26 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
Wat neemt u mee: −− Uw ponsplaatje −− Verzekeringsbewijs −− Identificatiebewijs −− Medicatie die u thuis gebruikt −− Eventueel dieet voorschrift −− Nachtkleding −− Ondergoed −− Ochtendjas −− Pantoffels −− Toiletartikelen −− Iets voor de ontspanning
Wat neemt u mee: −− Uw ponsplaatje −− Verzekeringsbewijs −− Identificatiebewijs −− Medicatie die u thuis gebruikt −− Eventueel dieet voorschrift −− Nachtkleding −− Ondergoed −− Ochtendjas −− Pantoffels −− Toiletartikelen −− Iets voor de ontspanning
Indien u de volgende hulpmiddelen gebruikt kunt u deze ook meenemen: −− Rolstoel −− Rollator of stok −− Spalken
Indien u de volgende hulpmiddelen gebruikt kunt u deze ook meenemen: −− Rolstoel −− Rollator of stok −− Spalken
Op de verpleegafdeling vindt een opnamegesprek plaats door een van de verpleegkundigen van de afdeling.
Op de verpleegafdeling vindt een opnamegesprek plaats door een van de verpleegkundigen van de afdeling.
5.3 Hoe wordt de pomp geïmplanteerd?
5.3 Hoe wordt de pomp geïmplanteerd?
Voor de implantatie, het onder de huid brengen van de pomp en katheter, is een operatie nodig. De pomp wordt in de buik geplaatst, meestal tussen de lies en de navel in. Vraag aan uw pijnspecialist waar deze bij u wordt geplaatst.
Voor de implantatie, het onder de huid brengen van de pomp en katheter, is een operatie nodig. De pomp wordt in de buik geplaatst, meestal tussen de lies en de navel in. Vraag aan uw pijnspecialist waar deze bij u wordt geplaatst.
26 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
26 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
De operatie duurt ongeveer 1,5 uur. U krijgt een infuus en er zullen controles van uw hartritme en bloeddruk worden gedaan. Gedurende de operatie bent u onder narcose.
De operatie duurt ongeveer 1,5 uur. U krijgt een infuus en er zullen controles van uw hartritme en bloeddruk worden gedaan. Gedurende de operatie bent u onder narcose.
5.4 De operatie
5.4 De operatie
Er wordt een ruimte gemaakt in de buikwand, groot genoeg om de pomp erin te plaatsen. Via een naald tussen de wervels wordt een katheter opgeschoven tot in de ruggenmergvochtruimte. Vervolgens wordt de katheter onderhuids getunneld van de rug naar de buik en aan de pomp aangesloten. Het pompreservoir wordt tijdens de ingreep gevuld met medicatie. Tenslotte wordt de huid gehecht. Na de operatie wordt de pomp opgestart (aangezet) met behulp van een computer (de programmer).
Er wordt een ruimte gemaakt in de buikwand, groot genoeg om de pomp erin te plaatsen. Via een naald tussen de wervels wordt een katheter opgeschoven tot in de ruggenmergvochtruimte. Vervolgens wordt de katheter onderhuids getunneld van de rug naar de buik en aan de pomp aangesloten. Het pompreservoir wordt tijdens de ingreep gevuld met medicatie. Tenslotte wordt de huid gehecht. Na de operatie wordt de pomp opgestart (aangezet) met behulp van een computer (de programmer).
Synchromed pomp met katheter
Synchromed pomp met katheter
27 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
27 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
De operatie duurt ongeveer 1,5 uur. U krijgt een infuus en er zullen controles van uw hartritme en bloeddruk worden gedaan. Gedurende de operatie bent u onder narcose.
De operatie duurt ongeveer 1,5 uur. U krijgt een infuus en er zullen controles van uw hartritme en bloeddruk worden gedaan. Gedurende de operatie bent u onder narcose.
5.4 De operatie
5.4 De operatie
Er wordt een ruimte gemaakt in de buikwand, groot genoeg om de pomp erin te plaatsen. Via een naald tussen de wervels wordt een katheter opgeschoven tot in de ruggenmergvochtruimte. Vervolgens wordt de katheter onderhuids getunneld van de rug naar de buik en aan de pomp aangesloten. Het pompreservoir wordt tijdens de ingreep gevuld met medicatie. Tenslotte wordt de huid gehecht. Na de operatie wordt de pomp opgestart (aangezet) met behulp van een computer (de programmer).
Er wordt een ruimte gemaakt in de buikwand, groot genoeg om de pomp erin te plaatsen. Via een naald tussen de wervels wordt een katheter opgeschoven tot in de ruggenmergvochtruimte. Vervolgens wordt de katheter onderhuids getunneld van de rug naar de buik en aan de pomp aangesloten. Het pompreservoir wordt tijdens de ingreep gevuld met medicatie. Tenslotte wordt de huid gehecht. Na de operatie wordt de pomp opgestart (aangezet) met behulp van een computer (de programmer).
Synchromed pomp met katheter
Synchromed pomp met katheter
27 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
27 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
5.5 Na de operatie
5.5 Na de operatie
Na de operatie gaat u enige tijd naar de uitslaapkamer. Wanneer u goed wakker bent en uw controles stabiel blijven mag u terug naar de verpleegafdeling. Uw infuus blijft gedurende 2 dagen zitten. U krijgt antibiotica hierdoor toegediend. Het is belangrijk, dat u 24 uur na de ingreep bedrust houdt met maximaal 2 kussens onder het hoofd. U mag wel draaien in bed maar bijvoorbeeld eten en plassen zult u een dag in liggende houding moeten doen. Dit is om zoveel mogelijk te voorkomen dat er ruggenmergvloeistof weg lekt. Dit is niet gevaarlijk. Wel kunt u hiervan tijdelijk hoofdpijn en/of misselijkheidklachten ondervinden. Blijven deze klachten lang bestaan, dan kan dit verholpen worden.
Na de operatie gaat u enige tijd naar de uitslaapkamer. Wanneer u goed wakker bent en uw controles stabiel blijven mag u terug naar de verpleegafdeling. Uw infuus blijft gedurende 2 dagen zitten. U krijgt antibiotica hierdoor toegediend. Het is belangrijk, dat u 24 uur na de ingreep bedrust houdt met maximaal 2 kussens onder het hoofd. U mag wel draaien in bed maar bijvoorbeeld eten en plassen zult u een dag in liggende houding moeten doen. Dit is om zoveel mogelijk te voorkomen dat er ruggenmergvloeistof weg lekt. Dit is niet gevaarlijk. Wel kunt u hiervan tijdelijk hoofdpijn en/of misselijkheidklachten ondervinden. Blijven deze klachten lang bestaan, dan kan dit verholpen worden.
Op de afdeling zullen er ook controles gedaan worden, zoals de bloeddruk, hartslag en temperatuur. Tevens kijkt de verpleegkundige naar het eventueel doorbloeden van de operatiewondjes. Iedere dag wordt vroeg in de ochtend visite gelopen op de verpleegafdeling. De pijnspecialist komt dan bij u langs en praat met u door hoe het gaat met de pijnvermindering en eventuele andere problemen. Zo nodig wordt de loopsnelheid van de pomp aangepast. Het kan zijn, dat het meerdere dagen duurt voordat u effect merkt van de medicatie.
Op de afdeling zullen er ook controles gedaan worden, zoals de bloeddruk, hartslag en temperatuur. Tevens kijkt de verpleegkundige naar het eventueel doorbloeden van de operatiewondjes. Iedere dag wordt vroeg in de ochtend visite gelopen op de verpleegafdeling. De pijnspecialist komt dan bij u langs en praat met u door hoe het gaat met de pijnvermindering en eventuele andere problemen. Zo nodig wordt de loopsnelheid van de pomp aangepast. Het kan zijn, dat het meerdere dagen duurt voordat u effect merkt van de medicatie.
Gedurende twee weken na de operatie mag het verband en dus de wond niet nat worden. U mag dan ook NIET douchen. U moet zich aan de wastafel of op bed wassen. Ook voor het wassen van de haren dient u de wastafel te gebruiken. Zolang u in het ziekenhuis bent zal de afdelingsverpleegkundige het verband iedere dag controleren.
Gedurende twee weken na de operatie mag het verband en dus de wond niet nat worden. U mag dan ook NIET douchen. U moet zich aan de wastafel of op bed wassen. Ook voor het wassen van de haren dient u de wastafel te gebruiken. Zolang u in het ziekenhuis bent zal de afdelingsverpleegkundige het verband iedere dag controleren.
28 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
28 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
5.5 Na de operatie
5.5 Na de operatie
Na de operatie gaat u enige tijd naar de uitslaapkamer. Wanneer u goed wakker bent en uw controles stabiel blijven mag u terug naar de verpleegafdeling. Uw infuus blijft gedurende 2 dagen zitten. U krijgt antibiotica hierdoor toegediend. Het is belangrijk, dat u 24 uur na de ingreep bedrust houdt met maximaal 2 kussens onder het hoofd. U mag wel draaien in bed maar bijvoorbeeld eten en plassen zult u een dag in liggende houding moeten doen. Dit is om zoveel mogelijk te voorkomen dat er ruggenmergvloeistof weg lekt. Dit is niet gevaarlijk. Wel kunt u hiervan tijdelijk hoofdpijn en/of misselijkheidklachten ondervinden. Blijven deze klachten lang bestaan, dan kan dit verholpen worden.
Na de operatie gaat u enige tijd naar de uitslaapkamer. Wanneer u goed wakker bent en uw controles stabiel blijven mag u terug naar de verpleegafdeling. Uw infuus blijft gedurende 2 dagen zitten. U krijgt antibiotica hierdoor toegediend. Het is belangrijk, dat u 24 uur na de ingreep bedrust houdt met maximaal 2 kussens onder het hoofd. U mag wel draaien in bed maar bijvoorbeeld eten en plassen zult u een dag in liggende houding moeten doen. Dit is om zoveel mogelijk te voorkomen dat er ruggenmergvloeistof weg lekt. Dit is niet gevaarlijk. Wel kunt u hiervan tijdelijk hoofdpijn en/of misselijkheidklachten ondervinden. Blijven deze klachten lang bestaan, dan kan dit verholpen worden.
Op de afdeling zullen er ook controles gedaan worden, zoals de bloeddruk, hartslag en temperatuur. Tevens kijkt de verpleegkundige naar het eventueel doorbloeden van de operatiewondjes. Iedere dag wordt vroeg in de ochtend visite gelopen op de verpleegafdeling. De pijnspecialist komt dan bij u langs en praat met u door hoe het gaat met de pijnvermindering en eventuele andere problemen. Zo nodig wordt de loopsnelheid van de pomp aangepast. Het kan zijn, dat het meerdere dagen duurt voordat u effect merkt van de medicatie.
Op de afdeling zullen er ook controles gedaan worden, zoals de bloeddruk, hartslag en temperatuur. Tevens kijkt de verpleegkundige naar het eventueel doorbloeden van de operatiewondjes. Iedere dag wordt vroeg in de ochtend visite gelopen op de verpleegafdeling. De pijnspecialist komt dan bij u langs en praat met u door hoe het gaat met de pijnvermindering en eventuele andere problemen. Zo nodig wordt de loopsnelheid van de pomp aangepast. Het kan zijn, dat het meerdere dagen duurt voordat u effect merkt van de medicatie.
Gedurende twee weken na de operatie mag het verband en dus de wond niet nat worden. U mag dan ook NIET douchen. U moet zich aan de wastafel of op bed wassen. Ook voor het wassen van de haren dient u de wastafel te gebruiken. Zolang u in het ziekenhuis bent zal de afdelingsverpleegkundige het verband iedere dag controleren.
Gedurende twee weken na de operatie mag het verband en dus de wond niet nat worden. U mag dan ook NIET douchen. U moet zich aan de wastafel of op bed wassen. Ook voor het wassen van de haren dient u de wastafel te gebruiken. Zolang u in het ziekenhuis bent zal de afdelingsverpleegkundige het verband iedere dag controleren.
28 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
28 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
5.6 Ontslag
5.6 Ontslag
Wanneer de pomp redelijk is ingesteld, dit houdt in dat u pijnvermindering ervaart en u zich goed voelt, mag u naar huis toe. Het optimale pijnverminderend effect wordt pas na enkele weken bereikt.
Wanneer de pomp redelijk is ingesteld, dit houdt in dat u pijnvermindering ervaart en u zich goed voelt, mag u naar huis toe. Het optimale pijnverminderend effect wordt pas na enkele weken bereikt.
Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u van de afdelingsverpleegkundige het volgende mee: −− Nieuwe afspraak voor de Pijnkliniek (wondcontrole en bijstellen van de pomp) −− Identificatiekaartje van de pomp −− Kaart met telefoonnummers, ingeval van acute klachten −− Uitdraai van de laatste programmering van de pomp
Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u van de afdelingsverpleegkundige het volgende mee: −− Nieuwe afspraak voor de Pijnkliniek (wondcontrole en bijstellen van de pomp) −− Identificatiekaartje van de pomp −− Kaart met telefoonnummers, ingeval van acute klachten −− Uitdraai van de laatste programmering van de pomp
5.7 Adviezen voor thuis
5.7 Adviezen voor thuis
De genezing van de wond na de operatie duurt een paar weken. Het is normaal, dat de geopereerde plaatsen enig ongemak veroorzaken en dat u gedurende ongeveer twee weken pijn kan hebben op de plaats waar de pomp of de katheter ingebracht is. De sneden in uw buik en rug worden gedicht met oplosbare hechtingen, die ongeveer 10 dagen nodig hebben om te genezen. Het is verstandig om de littekens bedekt te houden totdat u weer op de polikliniek komt voor controle. De pleisters moeten verschoond worden als er aan de buitenkant te zien is dat de pleister vies is of als de pleister los laat. De wond mag niet nat worden.
De genezing van de wond na de operatie duurt een paar weken. Het is normaal, dat de geopereerde plaatsen enig ongemak veroorzaken en dat u gedurende ongeveer twee weken pijn kan hebben op de plaats waar de pomp of de katheter ingebracht is. De sneden in uw buik en rug worden gedicht met oplosbare hechtingen, die ongeveer 10 dagen nodig hebben om te genezen. Het is verstandig om de littekens bedekt te houden totdat u weer op de polikliniek komt voor controle. De pleisters moeten verschoond worden als er aan de buitenkant te zien is dat de pleister vies is of als de pleister los laat. De wond mag niet nat worden.
29 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
29 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
5.6 Ontslag
5.6 Ontslag
Wanneer de pomp redelijk is ingesteld, dit houdt in dat u pijnvermindering ervaart en u zich goed voelt, mag u naar huis toe. Het optimale pijnverminderend effect wordt pas na enkele weken bereikt.
Wanneer de pomp redelijk is ingesteld, dit houdt in dat u pijnvermindering ervaart en u zich goed voelt, mag u naar huis toe. Het optimale pijnverminderend effect wordt pas na enkele weken bereikt.
Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u van de afdelingsverpleegkundige het volgende mee: −− Nieuwe afspraak voor de Pijnkliniek (wondcontrole en bijstellen van de pomp) −− Identificatiekaartje van de pomp −− Kaart met telefoonnummers, ingeval van acute klachten −− Uitdraai van de laatste programmering van de pomp
Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u van de afdelingsverpleegkundige het volgende mee: −− Nieuwe afspraak voor de Pijnkliniek (wondcontrole en bijstellen van de pomp) −− Identificatiekaartje van de pomp −− Kaart met telefoonnummers, ingeval van acute klachten −− Uitdraai van de laatste programmering van de pomp
5.7 Adviezen voor thuis
5.7 Adviezen voor thuis
De genezing van de wond na de operatie duurt een paar weken. Het is normaal, dat de geopereerde plaatsen enig ongemak veroorzaken en dat u gedurende ongeveer twee weken pijn kan hebben op de plaats waar de pomp of de katheter ingebracht is. De sneden in uw buik en rug worden gedicht met oplosbare hechtingen, die ongeveer 10 dagen nodig hebben om te genezen. Het is verstandig om de littekens bedekt te houden totdat u weer op de polikliniek komt voor controle. De pleisters moeten verschoond worden als er aan de buitenkant te zien is dat de pleister vies is of als de pleister los laat. De wond mag niet nat worden.
De genezing van de wond na de operatie duurt een paar weken. Het is normaal, dat de geopereerde plaatsen enig ongemak veroorzaken en dat u gedurende ongeveer twee weken pijn kan hebben op de plaats waar de pomp of de katheter ingebracht is. De sneden in uw buik en rug worden gedicht met oplosbare hechtingen, die ongeveer 10 dagen nodig hebben om te genezen. Het is verstandig om de littekens bedekt te houden totdat u weer op de polikliniek komt voor controle. De pleisters moeten verschoond worden als er aan de buitenkant te zien is dat de pleister vies is of als de pleister los laat. De wond mag niet nat worden.
29 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
29 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
5.8 Mogelijke complicaties
5.8 Mogelijke complicaties
Zoals bij iedere operatie is de kans op een infectie klein, maar aanwezig. Wanneer moet u contact opnemen met uw behandelend arts (ook buiten kantoortijden) en niet afwachten tot het volgende polikliniekbezoek? Indien u: −− Koorts heeft hoger dan 38 graden Celsuis −− De huid rond de wond rood en warm is (warmer dan de rest van uw lichaam) −− Uit de wond geel vocht (pus) of veel bloed komt −− Wanneer u plotseling extreem veel pijn heeft in het geopereerde gebied −− Wanneer u hoofdpijn en/of pijn heeft bij het buigen van de nek
Zoals bij iedere operatie is de kans op een infectie klein, maar aanwezig. Wanneer moet u contact opnemen met uw behandelend arts (ook buiten kantoortijden) en niet afwachten tot het volgende polikliniekbezoek? Indien u: −− Koorts heeft hoger dan 38 graden Celsuis −− De huid rond de wond rood en warm is (warmer dan de rest van uw lichaam) −− Uit de wond geel vocht (pus) of veel bloed komt −− Wanneer u plotseling extreem veel pijn heeft in het geopereerde gebied −− Wanneer u hoofdpijn en/of pijn heeft bij het buigen van de nek
5.9 Vragen
5.9 Vragen
Wanneer u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft kunt u deze stellen aan de verpleging voordat u naar huis gaat, of u kunt bellen met de pijnverpleegkundige.
Wanneer u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft kunt u deze stellen aan de verpleging voordat u naar huis gaat, of u kunt bellen met de pijnverpleegkundige.
30 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
30 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
5.8 Mogelijke complicaties
5.8 Mogelijke complicaties
Zoals bij iedere operatie is de kans op een infectie klein, maar aanwezig. Wanneer moet u contact opnemen met uw behandelend arts (ook buiten kantoortijden) en niet afwachten tot het volgende polikliniekbezoek? Indien u: −− Koorts heeft hoger dan 38 graden Celsuis −− De huid rond de wond rood en warm is (warmer dan de rest van uw lichaam) −− Uit de wond geel vocht (pus) of veel bloed komt −− Wanneer u plotseling extreem veel pijn heeft in het geopereerde gebied −− Wanneer u hoofdpijn en/of pijn heeft bij het buigen van de nek
Zoals bij iedere operatie is de kans op een infectie klein, maar aanwezig. Wanneer moet u contact opnemen met uw behandelend arts (ook buiten kantoortijden) en niet afwachten tot het volgende polikliniekbezoek? Indien u: −− Koorts heeft hoger dan 38 graden Celsuis −− De huid rond de wond rood en warm is (warmer dan de rest van uw lichaam) −− Uit de wond geel vocht (pus) of veel bloed komt −− Wanneer u plotseling extreem veel pijn heeft in het geopereerde gebied −− Wanneer u hoofdpijn en/of pijn heeft bij het buigen van de nek
5.9 Vragen
5.9 Vragen
Wanneer u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft kunt u deze stellen aan de verpleging voordat u naar huis gaat, of u kunt bellen met de pijnverpleegkundige.
Wanneer u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft kunt u deze stellen aan de verpleging voordat u naar huis gaat, of u kunt bellen met de pijnverpleegkundige.
30 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
30 – 5. De behandeling: implantatie SynchroMed pomp
6. DE NAZORG
6. DE NAZORG
Twee weken nadat u uw pomp geïmplanteerd heeft gekregen komt u terug in de Pijnkliniek in het Maasstad Ziekenhuis.
Twee weken nadat u uw pomp geïmplanteerd heeft gekregen komt u terug in de Pijnkliniek in het Maasstad Ziekenhuis.
6.1 Het polikliniek bezoek
6.1 Het polikliniek bezoek
U meldt zich bij de baliemedewerkster en geeft daar uw ponsplaatje af. Hierna kunt u plaats nemen in de wachtkamer.
U meldt zich bij de baliemedewerkster en geeft daar uw ponsplaatje af. Hierna kunt u plaats nemen in de wachtkamer.
Wanneer u nog maar kort uw pomp geïmplanteerd heeft gekregen komt u vaker op de polikliniek om de pomp bij te stellen. Dit wordt door de pijnverpleegkundige gedaan en altijd in overleg met uw pijnspecialist. Het kan zijn dat u op een tijdstip moet komen dat uw eigen behandelend pijnspecialist niet aanwezig is. Dan zal door een van de andere pijnspecialisten het beleid worden afgesproken.
Wanneer u nog maar kort uw pomp geïmplanteerd heeft gekregen komt u vaker op de polikliniek om de pomp bij te stellen. Dit wordt door de pijnverpleegkundige gedaan en altijd in overleg met uw pijnspecialist. Het kan zijn dat u op een tijdstip moet komen dat uw eigen behandelend pijnspecialist niet aanwezig is. Dan zal door een van de andere pijnspecialisten het beleid worden afgesproken.
Eenmaal per week wordt er een ‘pompenspreekuur’ gehouden. Gedurende dit spreekuur wordt de pomp opnieuw gevuld. Hoe vaak uw pomp bijgevuld moet worden hangt af van de concentratie van de vloeistof in de pomp en de loopsnelheid. Meestal is dit tussen de 6 tot 12 weken. Het vullen van de pomp gaat volgens afspraak en duurt ongeveer 20 tot 30 minuten. De pomp wordt gevuld door een van de pijnverpleegkundigen. Voordat dit gebeurt worden uw huidige klachten en eventuele veranderingen met u doorgesproken.
Eenmaal per week wordt er een ‘pompenspreekuur’ gehouden. Gedurende dit spreekuur wordt de pomp opnieuw gevuld. Hoe vaak uw pomp bijgevuld moet worden hangt af van de concentratie van de vloeistof in de pomp en de loopsnelheid. Meestal is dit tussen de 6 tot 12 weken. Het vullen van de pomp gaat volgens afspraak en duurt ongeveer 20 tot 30 minuten. De pomp wordt gevuld door een van de pijnverpleegkundigen. Voordat dit gebeurt worden uw huidige klachten en eventuele veranderingen met u doorgesproken.
31 – 6. De nazorg
31 – 6. De nazorg
6. DE NAZORG
6. DE NAZORG
Twee weken nadat u uw pomp geïmplanteerd heeft gekregen komt u terug in de Pijnkliniek in het Maasstad Ziekenhuis.
Twee weken nadat u uw pomp geïmplanteerd heeft gekregen komt u terug in de Pijnkliniek in het Maasstad Ziekenhuis.
6.1 Het polikliniek bezoek
6.1 Het polikliniek bezoek
U meldt zich bij de baliemedewerkster en geeft daar uw ponsplaatje af. Hierna kunt u plaats nemen in de wachtkamer.
U meldt zich bij de baliemedewerkster en geeft daar uw ponsplaatje af. Hierna kunt u plaats nemen in de wachtkamer.
Wanneer u nog maar kort uw pomp geïmplanteerd heeft gekregen komt u vaker op de polikliniek om de pomp bij te stellen. Dit wordt door de pijnverpleegkundige gedaan en altijd in overleg met uw pijnspecialist. Het kan zijn dat u op een tijdstip moet komen dat uw eigen behandelend pijnspecialist niet aanwezig is. Dan zal door een van de andere pijnspecialisten het beleid worden afgesproken.
Wanneer u nog maar kort uw pomp geïmplanteerd heeft gekregen komt u vaker op de polikliniek om de pomp bij te stellen. Dit wordt door de pijnverpleegkundige gedaan en altijd in overleg met uw pijnspecialist. Het kan zijn dat u op een tijdstip moet komen dat uw eigen behandelend pijnspecialist niet aanwezig is. Dan zal door een van de andere pijnspecialisten het beleid worden afgesproken.
Eenmaal per week wordt er een ‘pompenspreekuur’ gehouden. Gedurende dit spreekuur wordt de pomp opnieuw gevuld. Hoe vaak uw pomp bijgevuld moet worden hangt af van de concentratie van de vloeistof in de pomp en de loopsnelheid. Meestal is dit tussen de 6 tot 12 weken. Het vullen van de pomp gaat volgens afspraak en duurt ongeveer 20 tot 30 minuten. De pomp wordt gevuld door een van de pijnverpleegkundigen. Voordat dit gebeurt worden uw huidige klachten en eventuele veranderingen met u doorgesproken.
Eenmaal per week wordt er een ‘pompenspreekuur’ gehouden. Gedurende dit spreekuur wordt de pomp opnieuw gevuld. Hoe vaak uw pomp bijgevuld moet worden hangt af van de concentratie van de vloeistof in de pomp en de loopsnelheid. Meestal is dit tussen de 6 tot 12 weken. Het vullen van de pomp gaat volgens afspraak en duurt ongeveer 20 tot 30 minuten. De pomp wordt gevuld door een van de pijnverpleegkundigen. Voordat dit gebeurt worden uw huidige klachten en eventuele veranderingen met u doorgesproken.
31 – 6. De nazorg
31 – 6. De nazorg
6.2 Het vullen van de pomp
6.2 Het vullen van de pomp
Veelal kan de pomp gevuld worden wanneer u in de (rol)stoel zit. In een aantal gevallen wordt de pomp in liggende positie aangeprikt: −− Wanneer u zittend niet prettig vindt −− Wanneer de pomp moeilijk aan te prikken is in zittende houding −− Wanneer u met een brancard de polikliniek bezoekt
Veelal kan de pomp gevuld worden wanneer u in de (rol)stoel zit. In een aantal gevallen wordt de pomp in liggende positie aangeprikt: −− Wanneer u zittend niet prettig vindt −− Wanneer de pomp moeilijk aan te prikken is in zittende houding −− Wanneer u met een brancard de polikliniek bezoekt
Ter plaatse van uw pomp moet de kleding ruim opzij gedaan worden. Het aanprikken van de pomp is een steriele handeling: er mag dus geen kleding in de weg zitten. De gegevens van de pomp worden uitgelezen met de programmer via radiogolven. De pijnverpleegkundige maakt een steriele set klaar. Uw buik wordt gedesinfecteerd (schoongemaakt) met een roze vloeistof en wordt bedekt met een steriele doek. U mag zelf de steriele doek niet aanraken. De pijnverpleegkundige bepaalt de plaats waar de pomp moet worden aangeprikt, ter plaatse van de vulopening van de pomp. Deze zit vlak onder de huid.
Ter plaatse van uw pomp moet de kleding ruim opzij gedaan worden. Het aanprikken van de pomp is een steriele handeling: er mag dus geen kleding in de weg zitten. De gegevens van de pomp worden uitgelezen met de programmer via radiogolven. De pijnverpleegkundige maakt een steriele set klaar. Uw buik wordt gedesinfecteerd (schoongemaakt) met een roze vloeistof en wordt bedekt met een steriele doek. U mag zelf de steriele doek niet aanraken. De pijnverpleegkundige bepaalt de plaats waar de pomp moet worden aangeprikt, ter plaatse van de vulopening van de pomp. Deze zit vlak onder de huid.
De programmer
De programmer
32 – 6. De nazorg
32 – 6. De nazorg
6.2 Het vullen van de pomp
6.2 Het vullen van de pomp
Veelal kan de pomp gevuld worden wanneer u in de (rol)stoel zit. In een aantal gevallen wordt de pomp in liggende positie aangeprikt: −− Wanneer u zittend niet prettig vindt −− Wanneer de pomp moeilijk aan te prikken is in zittende houding −− Wanneer u met een brancard de polikliniek bezoekt
Veelal kan de pomp gevuld worden wanneer u in de (rol)stoel zit. In een aantal gevallen wordt de pomp in liggende positie aangeprikt: −− Wanneer u zittend niet prettig vindt −− Wanneer de pomp moeilijk aan te prikken is in zittende houding −− Wanneer u met een brancard de polikliniek bezoekt
Ter plaatse van uw pomp moet de kleding ruim opzij gedaan worden. Het aanprikken van de pomp is een steriele handeling: er mag dus geen kleding in de weg zitten. De gegevens van de pomp worden uitgelezen met de programmer via radiogolven. De pijnverpleegkundige maakt een steriele set klaar. Uw buik wordt gedesinfecteerd (schoongemaakt) met een roze vloeistof en wordt bedekt met een steriele doek. U mag zelf de steriele doek niet aanraken. De pijnverpleegkundige bepaalt de plaats waar de pomp moet worden aangeprikt, ter plaatse van de vulopening van de pomp. Deze zit vlak onder de huid.
Ter plaatse van uw pomp moet de kleding ruim opzij gedaan worden. Het aanprikken van de pomp is een steriele handeling: er mag dus geen kleding in de weg zitten. De gegevens van de pomp worden uitgelezen met de programmer via radiogolven. De pijnverpleegkundige maakt een steriele set klaar. Uw buik wordt gedesinfecteerd (schoongemaakt) met een roze vloeistof en wordt bedekt met een steriele doek. U mag zelf de steriele doek niet aanraken. De pijnverpleegkundige bepaalt de plaats waar de pomp moet worden aangeprikt, ter plaatse van de vulopening van de pomp. Deze zit vlak onder de huid.
De programmer
De programmer
32 – 6. De nazorg
32 – 6. De nazorg
Het prikken voelt alsof u een injectie krijgt of zoals wanneer er bloed wordt geprikt. De ‘oude’ vloeistof wordt uit de pomp gehaald en de nieuwe vloeistof erin gespoten. Wanneer de pomp opnieuw gevuld is wordt hij opnieuw geprogrammeerd en zo nodig bijgesteld met behulp van de programmer. De hele procedure duurt 20 tot 30 minuten. U krijgt een uitdraai mee van de laatste programmeersessie. Bij de baliemedewerkster maakt u een nieuwe afspraak
Het prikken voelt alsof u een injectie krijgt of zoals wanneer er bloed wordt geprikt. De ‘oude’ vloeistof wordt uit de pomp gehaald en de nieuwe vloeistof erin gespoten. Wanneer de pomp opnieuw gevuld is wordt hij opnieuw geprogrammeerd en zo nodig bijgesteld met behulp van de programmer. De hele procedure duurt 20 tot 30 minuten. U krijgt een uitdraai mee van de laatste programmeersessie. Bij de baliemedewerkster maakt u een nieuwe afspraak
33 – 6. De nazorg
33 – 6. De nazorg
Het prikken voelt alsof u een injectie krijgt of zoals wanneer er bloed wordt geprikt. De ‘oude’ vloeistof wordt uit de pomp gehaald en de nieuwe vloeistof erin gespoten. Wanneer de pomp opnieuw gevuld is wordt hij opnieuw geprogrammeerd en zo nodig bijgesteld met behulp van de programmer. De hele procedure duurt 20 tot 30 minuten. U krijgt een uitdraai mee van de laatste programmeersessie. Bij de baliemedewerkster maakt u een nieuwe afspraak
Het prikken voelt alsof u een injectie krijgt of zoals wanneer er bloed wordt geprikt. De ‘oude’ vloeistof wordt uit de pomp gehaald en de nieuwe vloeistof erin gespoten. Wanneer de pomp opnieuw gevuld is wordt hij opnieuw geprogrammeerd en zo nodig bijgesteld met behulp van de programmer. De hele procedure duurt 20 tot 30 minuten. U krijgt een uitdraai mee van de laatste programmeersessie. Bij de baliemedewerkster maakt u een nieuwe afspraak
33 – 6. De nazorg
33 – 6. De nazorg
34 – 6. De nazorg
34 – 6. De nazorg
34 – 6. De nazorg
34 – 6. De nazorg
7. ACUTE KLACHTEN
7. ACUTE KLACHTEN
De pomp doet zijn werk automatisch, toch is het belangrijk dat u alert bent op ongebruikelijke reacties. De veranderingen waar u op moet letten worden door de pijnverpleegkundige en pijnspecialist uitgelegd. Volg de aanwijzingen goed op en vraag nogmaals om uitleg als u of een familielid en/of begeleider het niet begrepen heeft.
De pomp doet zijn werk automatisch, toch is het belangrijk dat u alert bent op ongebruikelijke reacties. De veranderingen waar u op moet letten worden door de pijnverpleegkundige en pijnspecialist uitgelegd. Volg de aanwijzingen goed op en vraag nogmaals om uitleg als u of een familielid en/of begeleider het niet begrepen heeft.
Van uw pijnspecialist krijgt u een identificatiekaart, uitdraai van de pomp en een kaartje met belangrijke telefoonnummers. Zorg dat u deze altijd bij u draagt. Voor acute problemen verschaffen deze items belangrijke informatie over de pomp, de medicijnen en de naam en het telefoonnummer van uw pijnspecialist.
Van uw pijnspecialist krijgt u een identificatiekaart, uitdraai van de pomp en een kaartje met belangrijke telefoonnummers. Zorg dat u deze altijd bij u draagt. Voor acute problemen verschaffen deze items belangrijke informatie over de pomp, de medicijnen en de naam en het telefoonnummer van uw pijnspecialist.
Draag de identificatiekaart, de uitdraai van de pomp en het kaartje met belangrijke telefoonnummers altijd bij u!
Draag de identificatiekaart, de uitdraai van de pomp en het kaartje met belangrijke telefoonnummers altijd bij u!
Wanneer u last krijgt van de volgende bijwerkingen dient u direct contact op te nemen met uw pijnbehandelteam: −− Plotseling heftige toename van de pijn −− Heftig gapen, transpireren, trillen, koorts −− Roodheid, zwelling of pijn bij het litteken van de plaats van de pomp −− Ernstige sufheid, aanhoudend braken −− Erge lekkage van het ruggenmergvocht (in de proefperiode).
Wanneer u last krijgt van de volgende bijwerkingen dient u direct contact op te nemen met uw pijnbehandelteam: −− Plotseling heftige toename van de pijn −− Heftig gapen, transpireren, trillen, koorts −− Roodheid, zwelling of pijn bij het litteken van de plaats van de pomp −− Ernstige sufheid, aanhoudend braken −− Erge lekkage van het ruggenmergvocht (in de proefperiode).
Acute klachten, tijdens kantooruren: Pijnkliniek 010 – 291 37 38
Acute klachten, tijdens kantooruren: Pijnkliniek 010 – 291 37 38
Acute klachten, buiten kantooruren: Vraag naar de dienstdoende pijnspecialist via: 010 – 291 19 11
Acute klachten, buiten kantooruren: Vraag naar de dienstdoende pijnspecialist via: 010 – 291 19 11
35 – 7. Acute klachten
35 – 7. Acute klachten
7. ACUTE KLACHTEN
7. ACUTE KLACHTEN
De pomp doet zijn werk automatisch, toch is het belangrijk dat u alert bent op ongebruikelijke reacties. De veranderingen waar u op moet letten worden door de pijnverpleegkundige en pijnspecialist uitgelegd. Volg de aanwijzingen goed op en vraag nogmaals om uitleg als u of een familielid en/of begeleider het niet begrepen heeft.
De pomp doet zijn werk automatisch, toch is het belangrijk dat u alert bent op ongebruikelijke reacties. De veranderingen waar u op moet letten worden door de pijnverpleegkundige en pijnspecialist uitgelegd. Volg de aanwijzingen goed op en vraag nogmaals om uitleg als u of een familielid en/of begeleider het niet begrepen heeft.
Van uw pijnspecialist krijgt u een identificatiekaart, uitdraai van de pomp en een kaartje met belangrijke telefoonnummers. Zorg dat u deze altijd bij u draagt. Voor acute problemen verschaffen deze items belangrijke informatie over de pomp, de medicijnen en de naam en het telefoonnummer van uw pijnspecialist.
Van uw pijnspecialist krijgt u een identificatiekaart, uitdraai van de pomp en een kaartje met belangrijke telefoonnummers. Zorg dat u deze altijd bij u draagt. Voor acute problemen verschaffen deze items belangrijke informatie over de pomp, de medicijnen en de naam en het telefoonnummer van uw pijnspecialist.
Draag de identificatiekaart, de uitdraai van de pomp en het kaartje met belangrijke telefoonnummers altijd bij u!
Draag de identificatiekaart, de uitdraai van de pomp en het kaartje met belangrijke telefoonnummers altijd bij u!
Wanneer u last krijgt van de volgende bijwerkingen dient u direct contact op te nemen met uw pijnbehandelteam: −− Plotseling heftige toename van de pijn −− Heftig gapen, transpireren, trillen, koorts −− Roodheid, zwelling of pijn bij het litteken van de plaats van de pomp −− Ernstige sufheid, aanhoudend braken −− Erge lekkage van het ruggenmergvocht (in de proefperiode).
Wanneer u last krijgt van de volgende bijwerkingen dient u direct contact op te nemen met uw pijnbehandelteam: −− Plotseling heftige toename van de pijn −− Heftig gapen, transpireren, trillen, koorts −− Roodheid, zwelling of pijn bij het litteken van de plaats van de pomp −− Ernstige sufheid, aanhoudend braken −− Erge lekkage van het ruggenmergvocht (in de proefperiode).
Acute klachten, tijdens kantooruren: Pijnkliniek 010 – 291 37 38
Acute klachten, tijdens kantooruren: Pijnkliniek 010 – 291 37 38
Acute klachten, buiten kantooruren: Vraag naar de dienstdoende pijnspecialist via: 010 – 291 19 11
Acute klachten, buiten kantooruren: Vraag naar de dienstdoende pijnspecialist via: 010 – 291 19 11
35 – 7. Acute klachten
35 – 7. Acute klachten
Het is belangrijk dat uw familie en/of begeleiders op de hoogte zijn van de mogelijke bijwerkingen en hoe zij moeten handelen in geval van nood.
Het is belangrijk dat uw familie en/of begeleiders op de hoogte zijn van de mogelijke bijwerkingen en hoe zij moeten handelen in geval van nood.
36 – 7. Acute klachten
36 – 7. Acute klachten
Het is belangrijk dat uw familie en/of begeleiders op de hoogte zijn van de mogelijke bijwerkingen en hoe zij moeten handelen in geval van nood.
Het is belangrijk dat uw familie en/of begeleiders op de hoogte zijn van de mogelijke bijwerkingen en hoe zij moeten handelen in geval van nood.
36 – 7. Acute klachten
36 – 7. Acute klachten
8. ALARMSIGNALEN VAN DE POMP Als u piepgeluiden hoort die uit de pomp afkomstig zijn neem dan contact op met de polikliniek Pijnbehandeling. De pomp begint te piepen om u en uw pijnspecialist te waarschuwen dat de pomp gecontroleerd dient te worden. De pomp kan 2 alarmsignalen afgeven:
8. ALARMSIGNALEN VAN DE POMP Als u piepgeluiden hoort die uit de pomp afkomstig zijn neem dan contact op met de polikliniek Pijnbehandeling. De pomp begint te piepen om u en uw pijnspecialist te waarschuwen dat de pomp gecontroleerd dient te worden. De pomp kan 2 alarmsignalen afgeven:
Eéntonig alarmsignaal: het reservoir van de pomp is bijna leeg en moet bijgevuld worden of de batterij van de pomp is bijna leeg. Tweetonig alarmsignaal: de pomp staat stil. In dit geval dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw pijnspecialist. Wacht niet tot de volgende werkdag, ook niet ’s nachts aarzelen om te bellen.
Eéntonig alarmsignaal: het reservoir van de pomp is bijna leeg en moet bijgevuld worden of de batterij van de pomp is bijna leeg. Tweetonig alarmsignaal: de pomp staat stil. In dit geval dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw pijnspecialist. Wacht niet tot de volgende werkdag, ook niet ’s nachts aarzelen om te bellen.
37 – 8. Alarmsignalen van de pomp
37 – 8. Alarmsignalen van de pomp
8. ALARMSIGNALEN VAN DE POMP
8. ALARMSIGNALEN VAN DE POMP
Als u piepgeluiden hoort die uit de pomp afkomstig zijn neem dan contact op met de polikliniek Pijnbehandeling. De pomp begint te piepen om u en uw pijnspecialist te waarschuwen dat de pomp gecontroleerd dient te worden. De pomp kan 2 alarmsignalen afgeven:
Als u piepgeluiden hoort die uit de pomp afkomstig zijn neem dan contact op met de polikliniek Pijnbehandeling. De pomp begint te piepen om u en uw pijnspecialist te waarschuwen dat de pomp gecontroleerd dient te worden. De pomp kan 2 alarmsignalen afgeven:
Eéntonig alarmsignaal:
Eéntonig alarmsignaal: het reservoir van de pomp is bijna leeg en moet bijgevuld worden of de batterij van de pomp is bijna leeg.
het reservoir van de pomp is bijna leeg en moet bijgevuld worden of de batterij van de pomp is bijna leeg.
Tweetonig alarmsignaal: de pomp staat stil. In dit geval dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw pijnspecialist. Wacht niet tot de volgende werkdag, ook niet ’s nachts aarzelen om te bellen.
Tweetonig alarmsignaal: de pomp staat stil. In dit geval dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw pijnspecialist. Wacht niet tot de volgende werkdag, ook niet ’s nachts aarzelen om te bellen.
37 – 8. Alarmsignalen van de pomp
37 – 8. Alarmsignalen van de pomp
38 – 8. Alarmsignalen van de pomp
38 – 8. Alarmsignalen van de pomp
38 – 8. Alarmsignalen van de pomp
38 – 8. Alarmsignalen van de pomp
9. VEELGESTELDE VRAGEN
9. VEELGESTELDE VRAGEN
Hoe weet ik of intrathecaal toegediende pijnmedicatie bij mij werkt?
Hoe weet ik of intrathecaal toegediende pijnmedicatie bij mij werkt?
Pijnmedicatie (veelal morfine) is een medicijn, dat als tablet kan worden ingenomen ter behandeling van de pijn. Bij sommige patiënten zijn deze tabletten onvoldoende in staat de pijn te onderdrukken. Sterkere of andere tabletten kunnen vaak niet gegeven worden vanwege de bijwerkingen, zoals sufheid, misselijkheid, duizeligheid en slapte. De morfine kan als vloeistof op een bijzondere manier met behulp van een pomp, dicht op de plaats waar het moet werken in het ruggenmergvocht, worden toegediend. U krijgt een proefbehandeling om na te gaan of deze toediening bij u werkt. Hiervoor wordt u enkele dagen in het ziekenhuis opgenomen. Door een in de intrathecale ruimte ingebracht slangetje wordt continu met een uitwendige pomp de morfine toegediend en wordt beoordeeld of uw pijn kan worden beïnvloed en of er bijwerkingen optreden. Dit kleine slangetje (katheter) wordt tussen twee wervels ingebracht. Indien morfine en/of andere pijnstillers de pijn vermindert kunt u met uw pijnbehandelaar overleggen of permanente intrathecale toediening van morfine met behulp van een pomp geschikt voor u is.
Pijnmedicatie (veelal morfine) is een medicijn, dat als tablet kan worden ingenomen ter behandeling van de pijn. Bij sommige patiënten zijn deze tabletten onvoldoende in staat de pijn te onderdrukken. Sterkere of andere tabletten kunnen vaak niet gegeven worden vanwege de bijwerkingen, zoals sufheid, misselijkheid, duizeligheid en slapte. De morfine kan als vloeistof op een bijzondere manier met behulp van een pomp, dicht op de plaats waar het moet werken in het ruggenmergvocht, worden toegediend. U krijgt een proefbehandeling om na te gaan of deze toediening bij u werkt. Hiervoor wordt u enkele dagen in het ziekenhuis opgenomen. Door een in de intrathecale ruimte ingebracht slangetje wordt continu met een uitwendige pomp de morfine toegediend en wordt beoordeeld of uw pijn kan worden beïnvloed en of er bijwerkingen optreden. Dit kleine slangetje (katheter) wordt tussen twee wervels ingebracht. Indien morfine en/of andere pijnstillers de pijn vermindert kunt u met uw pijnbehandelaar overleggen of permanente intrathecale toediening van morfine met behulp van een pomp geschikt voor u is.
Wat is het Medtronic Synchromed Infusiesysteem?
Wat is het Medtronic Synchromed Infusiesysteem?
Het systeem bestaat uit de Synchromed pomp en een katheter die beiden onder de huid worden geïmplanteerd. De pomp is een ronde metalen doos, 25mm dik met een diameter van 75mm en weegt 185 gram. In het vloeistofreservoir van de pomp wordt 20ml morfinevloeistof bewaard voor langzame afgifte in de voorgeschreven hoeveelheden.
Het systeem bestaat uit de Synchromed pomp en een katheter die beiden onder de huid worden geïmplanteerd. De pomp is een ronde metalen doos, 25mm dik met een diameter van 75mm en weegt 185 gram. In het vloeistofreservoir van de pomp wordt 20ml morfinevloeistof bewaard voor langzame afgifte in de voorgeschreven hoeveelheden.
39 – 9. Veelgestelde vragen
39 – 9. Veelgestelde vragen
9. VEELGESTELDE VRAGEN
9. VEELGESTELDE VRAGEN
Hoe weet ik of intrathecaal toegediende pijnmedicatie bij mij werkt?
Hoe weet ik of intrathecaal toegediende pijnmedicatie bij mij werkt?
Pijnmedicatie (veelal morfine) is een medicijn, dat als tablet kan worden ingenomen ter behandeling van de pijn. Bij sommige patiënten zijn deze tabletten onvoldoende in staat de pijn te onderdrukken. Sterkere of andere tabletten kunnen vaak niet gegeven worden vanwege de bijwerkingen, zoals sufheid, misselijkheid, duizeligheid en slapte. De morfine kan als vloeistof op een bijzondere manier met behulp van een pomp, dicht op de plaats waar het moet werken in het ruggenmergvocht, worden toegediend. U krijgt een proefbehandeling om na te gaan of deze toediening bij u werkt. Hiervoor wordt u enkele dagen in het ziekenhuis opgenomen. Door een in de intrathecale ruimte ingebracht slangetje wordt continu met een uitwendige pomp de morfine toegediend en wordt beoordeeld of uw pijn kan worden beïnvloed en of er bijwerkingen optreden. Dit kleine slangetje (katheter) wordt tussen twee wervels ingebracht. Indien morfine en/of andere pijnstillers de pijn vermindert kunt u met uw pijnbehandelaar overleggen of permanente intrathecale toediening van morfine met behulp van een pomp geschikt voor u is.
Pijnmedicatie (veelal morfine) is een medicijn, dat als tablet kan worden ingenomen ter behandeling van de pijn. Bij sommige patiënten zijn deze tabletten onvoldoende in staat de pijn te onderdrukken. Sterkere of andere tabletten kunnen vaak niet gegeven worden vanwege de bijwerkingen, zoals sufheid, misselijkheid, duizeligheid en slapte. De morfine kan als vloeistof op een bijzondere manier met behulp van een pomp, dicht op de plaats waar het moet werken in het ruggenmergvocht, worden toegediend. U krijgt een proefbehandeling om na te gaan of deze toediening bij u werkt. Hiervoor wordt u enkele dagen in het ziekenhuis opgenomen. Door een in de intrathecale ruimte ingebracht slangetje wordt continu met een uitwendige pomp de morfine toegediend en wordt beoordeeld of uw pijn kan worden beïnvloed en of er bijwerkingen optreden. Dit kleine slangetje (katheter) wordt tussen twee wervels ingebracht. Indien morfine en/of andere pijnstillers de pijn vermindert kunt u met uw pijnbehandelaar overleggen of permanente intrathecale toediening van morfine met behulp van een pomp geschikt voor u is.
Wat is het Medtronic Synchromed Infusiesysteem?
Wat is het Medtronic Synchromed Infusiesysteem?
Het systeem bestaat uit de Synchromed pomp en een katheter die beiden onder de huid worden geïmplanteerd. De pomp is een ronde metalen doos, 25mm dik met een diameter van 75mm en weegt 185 gram. In het vloeistofreservoir van de pomp wordt 20ml morfinevloeistof bewaard voor langzame afgifte in de voorgeschreven hoeveelheden.
Het systeem bestaat uit de Synchromed pomp en een katheter die beiden onder de huid worden geïmplanteerd. De pomp is een ronde metalen doos, 25mm dik met een diameter van 75mm en weegt 185 gram. In het vloeistofreservoir van de pomp wordt 20ml morfinevloeistof bewaard voor langzame afgifte in de voorgeschreven hoeveelheden.
39 – 9. Veelgestelde vragen
39 – 9. Veelgestelde vragen
In het midden van de pomp is een verhoogd gedeelte, dat de dokter helpt bij het vinden van het vulpunt. Het midden van dit vulpunt bestaat uit een zelfdichtende rubberen prop. De pomp kan worden gevuld door een speciale dunne naald via de huid in de rubberen prop te steken. De pomp kan van buitenaf op een pijnloze, ongevaarlijke manier met behulp van radiogolven met een computer worden gecontroleerd. Op dezelfde manier kan ook de toegediende hoeveelheid worden aangepast. De katheter is een soepel slangetje dat onder uw huid door naar uw rug gebracht wordt. Via dit slangetje komt morfinevloeistof in een ruimte vlakbij het ruggenmerg terecht. Voor het vullen moet u regelmatig, meestal per een tot drie maanden, naar de polikliniek.
In het midden van de pomp is een verhoogd gedeelte, dat de dokter helpt bij het vinden van het vulpunt. Het midden van dit vulpunt bestaat uit een zelfdichtende rubberen prop. De pomp kan worden gevuld door een speciale dunne naald via de huid in de rubberen prop te steken. De pomp kan van buitenaf op een pijnloze, ongevaarlijke manier met behulp van radiogolven met een computer worden gecontroleerd. Op dezelfde manier kan ook de toegediende hoeveelheid worden aangepast. De katheter is een soepel slangetje dat onder uw huid door naar uw rug gebracht wordt. Via dit slangetje komt morfinevloeistof in een ruimte vlakbij het ruggenmerg terecht. Voor het vullen moet u regelmatig, meestal per een tot drie maanden, naar de polikliniek.
Hoe werkt de pomp?
Hoe werkt de pomp?
De Synchromed pomp is zo ontworpen dat een bepaalde hoeveelheid morfineoplossing door de katheter naar het ruggenmerg kan worden gepompt. De pomp heeft een geheugen waarin de noodzakelijke informatie kan worden opgeslagen. Tijdens het vullen van de pomp kan uw pijnspecialist via het programmeerapparaat, een soort computer, de informatie opvragen.
De Synchromed pomp is zo ontworpen dat een bepaalde hoeveelheid morfineoplossing door de katheter naar het ruggenmerg kan worden gepompt. De pomp heeft een geheugen waarin de noodzakelijke informatie kan worden opgeslagen. Tijdens het vullen van de pomp kan uw pijnspecialist via het programmeerapparaat, een soort computer, de informatie opvragen.
Waar en hoe wordt de pomp geïmplanteerd?
Waar en hoe wordt de pomp geïmplanteerd?
Voor de implantatie, het onder de huid brengen van de pomp en de katheter, is een kleine operatie nodig. Hierbij wordt een kleine ruimte, groot genoeg voor de pomp, onder de huid van de buikwand gemaakt. Op dezelfde manier als tijdens de proefbehandeling wordt de katheter via een naald tussen de wervels geplaatst en vervolgens verder onder de huid gebracht. Daarna wordt de pomp met de katheter verbonden
Voor de implantatie, het onder de huid brengen van de pomp en de katheter, is een kleine operatie nodig. Hierbij wordt een kleine ruimte, groot genoeg voor de pomp, onder de huid van de buikwand gemaakt. Op dezelfde manier als tijdens de proefbehandeling wordt de katheter via een naald tussen de wervels geplaatst en vervolgens verder onder de huid gebracht. Daarna wordt de pomp met de katheter verbonden
40 – 9. Veelgestelde vragen
40 – 9. Veelgestelde vragen
In het midden van de pomp is een verhoogd gedeelte, dat de dokter helpt bij het vinden van het vulpunt. Het midden van dit vulpunt bestaat uit een zelfdichtende rubberen prop. De pomp kan worden gevuld door een speciale dunne naald via de huid in de rubberen prop te steken. De pomp kan van buitenaf op een pijnloze, ongevaarlijke manier met behulp van radiogolven met een computer worden gecontroleerd. Op dezelfde manier kan ook de toegediende hoeveelheid worden aangepast. De katheter is een soepel slangetje dat onder uw huid door naar uw rug gebracht wordt. Via dit slangetje komt morfinevloeistof in een ruimte vlakbij het ruggenmerg terecht. Voor het vullen moet u regelmatig, meestal per een tot drie maanden, naar de polikliniek.
In het midden van de pomp is een verhoogd gedeelte, dat de dokter helpt bij het vinden van het vulpunt. Het midden van dit vulpunt bestaat uit een zelfdichtende rubberen prop. De pomp kan worden gevuld door een speciale dunne naald via de huid in de rubberen prop te steken. De pomp kan van buitenaf op een pijnloze, ongevaarlijke manier met behulp van radiogolven met een computer worden gecontroleerd. Op dezelfde manier kan ook de toegediende hoeveelheid worden aangepast. De katheter is een soepel slangetje dat onder uw huid door naar uw rug gebracht wordt. Via dit slangetje komt morfinevloeistof in een ruimte vlakbij het ruggenmerg terecht. Voor het vullen moet u regelmatig, meestal per een tot drie maanden, naar de polikliniek.
Hoe werkt de pomp?
Hoe werkt de pomp?
De Synchromed pomp is zo ontworpen dat een bepaalde hoeveelheid morfineoplossing door de katheter naar het ruggenmerg kan worden gepompt. De pomp heeft een geheugen waarin de noodzakelijke informatie kan worden opgeslagen. Tijdens het vullen van de pomp kan uw pijnspecialist via het programmeerapparaat, een soort computer, de informatie opvragen.
De Synchromed pomp is zo ontworpen dat een bepaalde hoeveelheid morfineoplossing door de katheter naar het ruggenmerg kan worden gepompt. De pomp heeft een geheugen waarin de noodzakelijke informatie kan worden opgeslagen. Tijdens het vullen van de pomp kan uw pijnspecialist via het programmeerapparaat, een soort computer, de informatie opvragen.
Waar en hoe wordt de pomp geïmplanteerd?
Waar en hoe wordt de pomp geïmplanteerd?
Voor de implantatie, het onder de huid brengen van de pomp en de katheter, is een kleine operatie nodig. Hierbij wordt een kleine ruimte, groot genoeg voor de pomp, onder de huid van de buikwand gemaakt. Op dezelfde manier als tijdens de proefbehandeling wordt de katheter via een naald tussen de wervels geplaatst en vervolgens verder onder de huid gebracht. Daarna wordt de pomp met de katheter verbonden
Voor de implantatie, het onder de huid brengen van de pomp en de katheter, is een kleine operatie nodig. Hierbij wordt een kleine ruimte, groot genoeg voor de pomp, onder de huid van de buikwand gemaakt. Op dezelfde manier als tijdens de proefbehandeling wordt de katheter via een naald tussen de wervels geplaatst en vervolgens verder onder de huid gebracht. Daarna wordt de pomp met de katheter verbonden
40 – 9. Veelgestelde vragen
40 – 9. Veelgestelde vragen
en wordt de huid gesloten. Na de implantatie kan de aanwezige morfinevloeistof vanuit het pompreservoir via de katheter naar de ruggenmergruimte worden gepompt. Meestal wordt, zowel overdag als ’s nachts, dezelfde hoeveelheid morfinevloeistof afgegeven. Het effect van de behandeling merkt u dan ook zowel overdag als ’s nachts. Soms is het nodig overdag of ’s nachts een andere hoeveelheid toe te dienen. Tijdens de ziekenhuisopname bepaalt uw pijnspecialist wat de juiste hoeveelheid moet zijn.
en wordt de huid gesloten. Na de implantatie kan de aanwezige morfinevloeistof vanuit het pompreservoir via de katheter naar de ruggenmergruimte worden gepompt. Meestal wordt, zowel overdag als ’s nachts, dezelfde hoeveelheid morfinevloeistof afgegeven. Het effect van de behandeling merkt u dan ook zowel overdag als ’s nachts. Soms is het nodig overdag of ’s nachts een andere hoeveelheid toe te dienen. Tijdens de ziekenhuisopname bepaalt uw pijnspecialist wat de juiste hoeveelheid moet zijn.
Leven met de pomp
Leven met de pomp
Omdat de pomp geheel onder de huid is gebracht zult u hier weinig hinder van ondervinden. U zult ervaren, dat het een plezierige manier is om een medicijn te gebruiken. Kort na de operatie kunt u wat wondpijn hebben, maar dit verdwijnt na enige tijd. Uw pijnspecialist zal de hoeveelheid zodanig aanpassen tot de beste dosis voor u is gevonden. Het is van belang nauwkeurig de aanwijzingen van uw pijnspecialist op te volgen met betrekking tot het gebruik van andere medicijnen. Zorg ervoor, dat uw familie of begeleiders voor het ontslag uit het ziekenhuis goed op de hoogte zijn van mogelijke bijwerkingen van morfinetoediening, hoe deze zijn te herkennen en wat er gedaan moet worden. Over het algemeen zijn er weinig bijwerkingen als de pomp eenmaal is ingesteld.
Omdat de pomp geheel onder de huid is gebracht zult u hier weinig hinder van ondervinden. U zult ervaren, dat het een plezierige manier is om een medicijn te gebruiken. Kort na de operatie kunt u wat wondpijn hebben, maar dit verdwijnt na enige tijd. Uw pijnspecialist zal de hoeveelheid zodanig aanpassen tot de beste dosis voor u is gevonden. Het is van belang nauwkeurig de aanwijzingen van uw pijnspecialist op te volgen met betrekking tot het gebruik van andere medicijnen. Zorg ervoor, dat uw familie of begeleiders voor het ontslag uit het ziekenhuis goed op de hoogte zijn van mogelijke bijwerkingen van morfinetoediening, hoe deze zijn te herkennen en wat er gedaan moet worden. Over het algemeen zijn er weinig bijwerkingen als de pomp eenmaal is ingesteld.
41 – 9. Veelgestelde vragen
41 – 9. Veelgestelde vragen
en wordt de huid gesloten. Na de implantatie kan de aanwezige morfinevloeistof vanuit het pompreservoir via de katheter naar de ruggenmergruimte worden gepompt. Meestal wordt, zowel overdag als ’s nachts, dezelfde hoeveelheid morfinevloeistof afgegeven. Het effect van de behandeling merkt u dan ook zowel overdag als ’s nachts. Soms is het nodig overdag of ’s nachts een andere hoeveelheid toe te dienen. Tijdens de ziekenhuisopname bepaalt uw pijnspecialist wat de juiste hoeveelheid moet zijn.
en wordt de huid gesloten. Na de implantatie kan de aanwezige morfinevloeistof vanuit het pompreservoir via de katheter naar de ruggenmergruimte worden gepompt. Meestal wordt, zowel overdag als ’s nachts, dezelfde hoeveelheid morfinevloeistof afgegeven. Het effect van de behandeling merkt u dan ook zowel overdag als ’s nachts. Soms is het nodig overdag of ’s nachts een andere hoeveelheid toe te dienen. Tijdens de ziekenhuisopname bepaalt uw pijnspecialist wat de juiste hoeveelheid moet zijn.
Leven met de pomp
Leven met de pomp
Omdat de pomp geheel onder de huid is gebracht zult u hier weinig hinder van ondervinden. U zult ervaren, dat het een plezierige manier is om een medicijn te gebruiken. Kort na de operatie kunt u wat wondpijn hebben, maar dit verdwijnt na enige tijd. Uw pijnspecialist zal de hoeveelheid zodanig aanpassen tot de beste dosis voor u is gevonden. Het is van belang nauwkeurig de aanwijzingen van uw pijnspecialist op te volgen met betrekking tot het gebruik van andere medicijnen. Zorg ervoor, dat uw familie of begeleiders voor het ontslag uit het ziekenhuis goed op de hoogte zijn van mogelijke bijwerkingen van morfinetoediening, hoe deze zijn te herkennen en wat er gedaan moet worden. Over het algemeen zijn er weinig bijwerkingen als de pomp eenmaal is ingesteld.
Omdat de pomp geheel onder de huid is gebracht zult u hier weinig hinder van ondervinden. U zult ervaren, dat het een plezierige manier is om een medicijn te gebruiken. Kort na de operatie kunt u wat wondpijn hebben, maar dit verdwijnt na enige tijd. Uw pijnspecialist zal de hoeveelheid zodanig aanpassen tot de beste dosis voor u is gevonden. Het is van belang nauwkeurig de aanwijzingen van uw pijnspecialist op te volgen met betrekking tot het gebruik van andere medicijnen. Zorg ervoor, dat uw familie of begeleiders voor het ontslag uit het ziekenhuis goed op de hoogte zijn van mogelijke bijwerkingen van morfinetoediening, hoe deze zijn te herkennen en wat er gedaan moet worden. Over het algemeen zijn er weinig bijwerkingen als de pomp eenmaal is ingesteld.
41 – 9. Veelgestelde vragen
41 – 9. Veelgestelde vragen
Reële verwachtingen kwaliteit van leven
Reële verwachtingen kwaliteit van leven
Uw levenskwaliteit is als gevolg van uw aandoening achteruit gegaan. Het doel van deze behandeling is het verminderen van pijn en daarmee het verbeteren van kwaliteit van uw leven. Belangrijk is te beseffen, dat de pijnstilling niet de oorzaak van de pijn wegneemt, maar slechts een symptoom bestrijdt. Ook is het niet altijd mogelijk om al uw pijn weg te nemen; het streven is de hoeveelheid pijn op een voor u acceptabel niveau te laten komen.
Uw levenskwaliteit is als gevolg van uw aandoening achteruit gegaan. Het doel van deze behandeling is het verminderen van pijn en daarmee het verbeteren van kwaliteit van uw leven. Belangrijk is te beseffen, dat de pijnstilling niet de oorzaak van de pijn wegneemt, maar slechts een symptoom bestrijdt. Ook is het niet altijd mogelijk om al uw pijn weg te nemen; het streven is de hoeveelheid pijn op een voor u acceptabel niveau te laten komen.
Doordat de pijn vermindert kunt u waarschijnlijk ook weer wat activiteiten gaan doen. Dat is heel goed en zal waarschijnlijk ook uw kwaliteit van leven een stuk veraangenamen. Echter doordat u meer activiteiten doet is het mogelijk dat de pijn dan weer wat zal toenemen. U moet samen met uw pijnspecialist proberen een balans zien te vinden in een voor u acceptabele hoeveelheid pijn en een acceptabele kwaliteit van leven.
Doordat de pijn vermindert kunt u waarschijnlijk ook weer wat activiteiten gaan doen. Dat is heel goed en zal waarschijnlijk ook uw kwaliteit van leven een stuk veraangenamen. Echter doordat u meer activiteiten doet is het mogelijk dat de pijn dan weer wat zal toenemen. U moet samen met uw pijnspecialist proberen een balans zien te vinden in een voor u acceptabele hoeveelheid pijn en een acceptabele kwaliteit van leven.
Vullen en controleren van de pomp
Vullen en controleren van de pomp
Voor het vullen van de pomp op de polikliniek wordt er een afspraak gemaakt. Hoe vaak dit moet wordt bepaald door de ingestelde hoeveelheid medicatie in de pomp en uw algemene medische conditie. Meestal is dat eenmaal per een tot drie maanden. Tijdens een normaal ‘’pomp vullen-controle bezoek’’ op de polikliniek zal de pijnspecialist of de pijnverpleegkundige uw pomp controleren en indien nodig de hoeveelheid toe te dienen medicijn veranderen met behulp van een programmeerknop, die boven de huid bij de pomp gehouden wordt. Het programmeerapparaat communiceert pijnloos met de pomp door
Voor het vullen van de pomp op de polikliniek wordt er een afspraak gemaakt. Hoe vaak dit moet wordt bepaald door de ingestelde hoeveelheid medicatie in de pomp en uw algemene medische conditie. Meestal is dat eenmaal per een tot drie maanden. Tijdens een normaal ‘’pomp vullen-controle bezoek’’ op de polikliniek zal de pijnspecialist of de pijnverpleegkundige uw pomp controleren en indien nodig de hoeveelheid toe te dienen medicijn veranderen met behulp van een programmeerknop, die boven de huid bij de pomp gehouden wordt. Het programmeerapparaat communiceert pijnloos met de pomp door
42 – 9. Veelgestelde vragen
42 – 9. Veelgestelde vragen
Reële verwachtingen kwaliteit van leven
Reële verwachtingen kwaliteit van leven
Uw levenskwaliteit is als gevolg van uw aandoening achteruit gegaan. Het doel van deze behandeling is het verminderen van pijn en daarmee het verbeteren van kwaliteit van uw leven. Belangrijk is te beseffen, dat de pijnstilling niet de oorzaak van de pijn wegneemt, maar slechts een symptoom bestrijdt. Ook is het niet altijd mogelijk om al uw pijn weg te nemen; het streven is de hoeveelheid pijn op een voor u acceptabel niveau te laten komen.
Uw levenskwaliteit is als gevolg van uw aandoening achteruit gegaan. Het doel van deze behandeling is het verminderen van pijn en daarmee het verbeteren van kwaliteit van uw leven. Belangrijk is te beseffen, dat de pijnstilling niet de oorzaak van de pijn wegneemt, maar slechts een symptoom bestrijdt. Ook is het niet altijd mogelijk om al uw pijn weg te nemen; het streven is de hoeveelheid pijn op een voor u acceptabel niveau te laten komen.
Doordat de pijn vermindert kunt u waarschijnlijk ook weer wat activiteiten gaan doen. Dat is heel goed en zal waarschijnlijk ook uw kwaliteit van leven een stuk veraangenamen. Echter doordat u meer activiteiten doet is het mogelijk dat de pijn dan weer wat zal toenemen. U moet samen met uw pijnspecialist proberen een balans zien te vinden in een voor u acceptabele hoeveelheid pijn en een acceptabele kwaliteit van leven.
Doordat de pijn vermindert kunt u waarschijnlijk ook weer wat activiteiten gaan doen. Dat is heel goed en zal waarschijnlijk ook uw kwaliteit van leven een stuk veraangenamen. Echter doordat u meer activiteiten doet is het mogelijk dat de pijn dan weer wat zal toenemen. U moet samen met uw pijnspecialist proberen een balans zien te vinden in een voor u acceptabele hoeveelheid pijn en een acceptabele kwaliteit van leven.
Vullen en controleren van de pomp
Vullen en controleren van de pomp
Voor het vullen van de pomp op de polikliniek wordt er een afspraak gemaakt. Hoe vaak dit moet wordt bepaald door de ingestelde hoeveelheid medicatie in de pomp en uw algemene medische conditie. Meestal is dat eenmaal per een tot drie maanden. Tijdens een normaal ‘’pomp vullen-controle bezoek’’ op de polikliniek zal de pijnspecialist of de pijnverpleegkundige uw pomp controleren en indien nodig de hoeveelheid toe te dienen medicijn veranderen met behulp van een programmeerknop, die boven de huid bij de pomp gehouden wordt. Het programmeerapparaat communiceert pijnloos met de pomp door
Voor het vullen van de pomp op de polikliniek wordt er een afspraak gemaakt. Hoe vaak dit moet wordt bepaald door de ingestelde hoeveelheid medicatie in de pomp en uw algemene medische conditie. Meestal is dat eenmaal per een tot drie maanden. Tijdens een normaal ‘’pomp vullen-controle bezoek’’ op de polikliniek zal de pijnspecialist of de pijnverpleegkundige uw pomp controleren en indien nodig de hoeveelheid toe te dienen medicijn veranderen met behulp van een programmeerknop, die boven de huid bij de pomp gehouden wordt. Het programmeerapparaat communiceert pijnloos met de pomp door
42 – 9. Veelgestelde vragen
42 – 9. Veelgestelde vragen
het gebruik van radiogolven. Met het programma wordt uw pijnbehandelaar tevens over de werking van de pomp geïnformeerd.
het gebruik van radiogolven. Met het programma wordt uw pijnbehandelaar tevens over de werking van de pomp geïnformeerd.
Wat zijn mijn verantwoordelijkheden?
Wat zijn mijn verantwoordelijkheden?
−− Hoewel de Synchromed pomp volledig automatisch is moet u deze pomp toch zelf goed in de gaten houden. Volg de aanwijzingen van uw pijnbehandelaar goed op en vraag hem uitleg over alles wat u niet begrijpt. Let op een ongebruikelijke reactie op de morfinetoediening. Bel uw pijnspecialist als u last heeft van een van de bijwerkingen of als u zich anders gaat voelen (zie ook hoofdstuk: Acute klachten) −− Verschijn op alle afspraken. Tijdens deze bezoeken wordt de pomp gevuld en gecontroleerd om zeker te zijn dat alles functioneert. −− Als u een zwelling of roodheid waarneemt in het gebied van de operatiewond waarschuw dan zo snel mogelijk uw pijnspecialist. Overleg ook met hem/haar als u pijn heeft. Wanneer u door andere (tand-) artsen wordt behandeld, licht hen dan in over de behandeling zodat zij hiermee rekening kunnen houden. Vooral is het aan te raden, bij chirurgische of tandheelkundige behandelingen, antibiotica ter voorkoming van een infectie te geven. −− Raadpleeg uw pijnspecialist als u een verre of lange reis gaat maken, zodat van tevoren de controles en het vullen van de pomp geregeld kan worden. −− Zorg ervoor, dat uw familie en begeleiders er van op de hoogte zijn dat u een pomp draagt, zodat zij u kunnen helpen in geval van nood.
−− Hoewel de Synchromed pomp volledig automatisch is moet u deze pomp toch zelf goed in de gaten houden. Volg de aanwijzingen van uw pijnbehandelaar goed op en vraag hem uitleg over alles wat u niet begrijpt. Let op een ongebruikelijke reactie op de morfinetoediening. Bel uw pijnspecialist als u last heeft van een van de bijwerkingen of als u zich anders gaat voelen (zie ook hoofdstuk: Acute klachten) −− Verschijn op alle afspraken. Tijdens deze bezoeken wordt de pomp gevuld en gecontroleerd om zeker te zijn dat alles functioneert. −− Als u een zwelling of roodheid waarneemt in het gebied van de operatiewond waarschuw dan zo snel mogelijk uw pijnspecialist. Overleg ook met hem/haar als u pijn heeft. Wanneer u door andere (tand-) artsen wordt behandeld, licht hen dan in over de behandeling zodat zij hiermee rekening kunnen houden. Vooral is het aan te raden, bij chirurgische of tandheelkundige behandelingen, antibiotica ter voorkoming van een infectie te geven. −− Raadpleeg uw pijnspecialist als u een verre of lange reis gaat maken, zodat van tevoren de controles en het vullen van de pomp geregeld kan worden. −− Zorg ervoor, dat uw familie en begeleiders er van op de hoogte zijn dat u een pomp draagt, zodat zij u kunnen helpen in geval van nood.
43 – 9. Veelgestelde vragen
43 – 9. Veelgestelde vragen
het gebruik van radiogolven. Met het programma wordt uw pijnbehandelaar tevens over de werking van de pomp geïnformeerd.
het gebruik van radiogolven. Met het programma wordt uw pijnbehandelaar tevens over de werking van de pomp geïnformeerd.
Wat zijn mijn verantwoordelijkheden?
Wat zijn mijn verantwoordelijkheden?
−− Hoewel de Synchromed pomp volledig automatisch is moet u deze pomp toch zelf goed in de gaten houden. Volg de aanwijzingen van uw pijnbehandelaar goed op en vraag hem uitleg over alles wat u niet begrijpt. Let op een ongebruikelijke reactie op de morfinetoediening. Bel uw pijnspecialist als u last heeft van een van de bijwerkingen of als u zich anders gaat voelen (zie ook hoofdstuk: Acute klachten) −− Verschijn op alle afspraken. Tijdens deze bezoeken wordt de pomp gevuld en gecontroleerd om zeker te zijn dat alles functioneert. −− Als u een zwelling of roodheid waarneemt in het gebied van de operatiewond waarschuw dan zo snel mogelijk uw pijnspecialist. Overleg ook met hem/haar als u pijn heeft. Wanneer u door andere (tand-) artsen wordt behandeld, licht hen dan in over de behandeling zodat zij hiermee rekening kunnen houden. Vooral is het aan te raden, bij chirurgische of tandheelkundige behandelingen, antibiotica ter voorkoming van een infectie te geven. −− Raadpleeg uw pijnspecialist als u een verre of lange reis gaat maken, zodat van tevoren de controles en het vullen van de pomp geregeld kan worden. −− Zorg ervoor, dat uw familie en begeleiders er van op de hoogte zijn dat u een pomp draagt, zodat zij u kunnen helpen in geval van nood.
−− Hoewel de Synchromed pomp volledig automatisch is moet u deze pomp toch zelf goed in de gaten houden. Volg de aanwijzingen van uw pijnbehandelaar goed op en vraag hem uitleg over alles wat u niet begrijpt. Let op een ongebruikelijke reactie op de morfinetoediening. Bel uw pijnspecialist als u last heeft van een van de bijwerkingen of als u zich anders gaat voelen (zie ook hoofdstuk: Acute klachten) −− Verschijn op alle afspraken. Tijdens deze bezoeken wordt de pomp gevuld en gecontroleerd om zeker te zijn dat alles functioneert. −− Als u een zwelling of roodheid waarneemt in het gebied van de operatiewond waarschuw dan zo snel mogelijk uw pijnspecialist. Overleg ook met hem/haar als u pijn heeft. Wanneer u door andere (tand-) artsen wordt behandeld, licht hen dan in over de behandeling zodat zij hiermee rekening kunnen houden. Vooral is het aan te raden, bij chirurgische of tandheelkundige behandelingen, antibiotica ter voorkoming van een infectie te geven. −− Raadpleeg uw pijnspecialist als u een verre of lange reis gaat maken, zodat van tevoren de controles en het vullen van de pomp geregeld kan worden. −− Zorg ervoor, dat uw familie en begeleiders er van op de hoogte zijn dat u een pomp draagt, zodat zij u kunnen helpen in geval van nood.
43 – 9. Veelgestelde vragen
43 – 9. Veelgestelde vragen
Wat moet ik doen als ik piepgeluiden hoor?
Wat moet ik doen als ik piepgeluiden hoor?
In alle gevallen dat u piepgeluiden van de pomp hoort neemt u contact op met uw pijnspecialist in het Maasstad Ziekenhuis. Deze piepjes zijn afkomstig van het alarmsysteem van de pomp. Het alarm is een zacht hoog piepje, dat een aantal keren per minuut te horen is. De piepjes zijn ontworpen om u en de pijnbehandelaar te vertellen dat de pomp gecontroleerd moet worden. De piepjes kunnen betekenen dat de pomp gevuld moet worden, dat de batterij leeg raakt of dat de medicatie niet kan worden afgegeven. Uw pijnspecialist weet om welke piepjes het gaat en kan de pomp controleren.
In alle gevallen dat u piepgeluiden van de pomp hoort neemt u contact op met uw pijnspecialist in het Maasstad Ziekenhuis. Deze piepjes zijn afkomstig van het alarmsysteem van de pomp. Het alarm is een zacht hoog piepje, dat een aantal keren per minuut te horen is. De piepjes zijn ontworpen om u en de pijnbehandelaar te vertellen dat de pomp gecontroleerd moet worden. De piepjes kunnen betekenen dat de pomp gevuld moet worden, dat de batterij leeg raakt of dat de medicatie niet kan worden afgegeven. Uw pijnspecialist weet om welke piepjes het gaat en kan de pomp controleren.
Het vervangen van de pomp
Het vervangen van de pomp
Als de batterij leeg is zal uw pomp vervangen moeten worden. De batterij functioneert, afhankelijk van de hoeveelheid die moet worden afgegeven, ongeveer vijf tot zeven jaar. Bij ieder bezoek op de polikliniek controleert de computer de batterij zodat uw pijnbehandelaar, wanneer de pomp leeg begint te raken, tijdig een afspraak kan maken voor het vervangen van de pomp.
Als de batterij leeg is zal uw pomp vervangen moeten worden. De batterij functioneert, afhankelijk van de hoeveelheid die moet worden afgegeven, ongeveer vijf tot zeven jaar. Bij ieder bezoek op de polikliniek controleert de computer de batterij zodat uw pijnbehandelaar, wanneer de pomp leeg begint te raken, tijdig een afspraak kan maken voor het vervangen van de pomp.
Wat zijn de mogelijke risico’s bij het gebruik van de pomp?
Wat zijn de mogelijke risico’s bij het gebruik van de pomp?
Zoals bij elke operatie kan er een infectie ontstaan op de plaats van implantatie. De eerste dagen na de ingreep kan er ruggenmergvocht lekken. Dit is niet gevaarlijk. Wel kunt hier tijdelijke hoofdpijnklachten van ondervinden. Blijven deze klachten aanhouden dan kunnen zij worden verholpen. De dunne katheter kan verstopt of geknikt raken en kan van zijn plaats geraken. De batterij, die de pomp van energie voorziet, kan voortijdig
Zoals bij elke operatie kan er een infectie ontstaan op de plaats van implantatie. De eerste dagen na de ingreep kan er ruggenmergvocht lekken. Dit is niet gevaarlijk. Wel kunt hier tijdelijke hoofdpijnklachten van ondervinden. Blijven deze klachten aanhouden dan kunnen zij worden verholpen. De dunne katheter kan verstopt of geknikt raken en kan van zijn plaats geraken. De batterij, die de pomp van energie voorziet, kan voortijdig
44 – 9. Veelgestelde vragen
44 – 9. Veelgestelde vragen
Wat moet ik doen als ik piepgeluiden hoor?
Wat moet ik doen als ik piepgeluiden hoor?
In alle gevallen dat u piepgeluiden van de pomp hoort neemt u contact op met uw pijnspecialist in het Maasstad Ziekenhuis. Deze piepjes zijn afkomstig van het alarmsysteem van de pomp. Het alarm is een zacht hoog piepje, dat een aantal keren per minuut te horen is. De piepjes zijn ontworpen om u en de pijnbehandelaar te vertellen dat de pomp gecontroleerd moet worden. De piepjes kunnen betekenen dat de pomp gevuld moet worden, dat de batterij leeg raakt of dat de medicatie niet kan worden afgegeven. Uw pijnspecialist weet om welke piepjes het gaat en kan de pomp controleren.
In alle gevallen dat u piepgeluiden van de pomp hoort neemt u contact op met uw pijnspecialist in het Maasstad Ziekenhuis. Deze piepjes zijn afkomstig van het alarmsysteem van de pomp. Het alarm is een zacht hoog piepje, dat een aantal keren per minuut te horen is. De piepjes zijn ontworpen om u en de pijnbehandelaar te vertellen dat de pomp gecontroleerd moet worden. De piepjes kunnen betekenen dat de pomp gevuld moet worden, dat de batterij leeg raakt of dat de medicatie niet kan worden afgegeven. Uw pijnspecialist weet om welke piepjes het gaat en kan de pomp controleren.
Het vervangen van de pomp
Het vervangen van de pomp
Als de batterij leeg is zal uw pomp vervangen moeten worden. De batterij functioneert, afhankelijk van de hoeveelheid die moet worden afgegeven, ongeveer vijf tot zeven jaar. Bij ieder bezoek op de polikliniek controleert de computer de batterij zodat uw pijnbehandelaar, wanneer de pomp leeg begint te raken, tijdig een afspraak kan maken voor het vervangen van de pomp.
Als de batterij leeg is zal uw pomp vervangen moeten worden. De batterij functioneert, afhankelijk van de hoeveelheid die moet worden afgegeven, ongeveer vijf tot zeven jaar. Bij ieder bezoek op de polikliniek controleert de computer de batterij zodat uw pijnbehandelaar, wanneer de pomp leeg begint te raken, tijdig een afspraak kan maken voor het vervangen van de pomp.
Wat zijn de mogelijke risico’s bij het gebruik van de pomp?
Wat zijn de mogelijke risico’s bij het gebruik van de pomp?
Zoals bij elke operatie kan er een infectie ontstaan op de plaats van implantatie. De eerste dagen na de ingreep kan er ruggenmergvocht lekken. Dit is niet gevaarlijk. Wel kunt hier tijdelijke hoofdpijnklachten van ondervinden. Blijven deze klachten aanhouden dan kunnen zij worden verholpen. De dunne katheter kan verstopt of geknikt raken en kan van zijn plaats geraken. De batterij, die de pomp van energie voorziet, kan voortijdig
Zoals bij elke operatie kan er een infectie ontstaan op de plaats van implantatie. De eerste dagen na de ingreep kan er ruggenmergvocht lekken. Dit is niet gevaarlijk. Wel kunt hier tijdelijke hoofdpijnklachten van ondervinden. Blijven deze klachten aanhouden dan kunnen zij worden verholpen. De dunne katheter kan verstopt of geknikt raken en kan van zijn plaats geraken. De batterij, die de pomp van energie voorziet, kan voortijdig
44 – 9. Veelgestelde vragen
44 – 9. Veelgestelde vragen
leeg raken en een van de onderdelen kan stuk gaan. U merkt dit als de pijn in al zijn hevigheid weer terug komt. Indien een van deze dingen gebeurt, zal uw pijnspecialist maatregelen nemen dit te verhelpen. Dit kan inhouden dat de pomp of katheter moet worden vervangen. Een kleine toename van de pijn wordt meestal niet veroorzaakt door een katheter- of pompprobleem. Het kan zijn, dat u iets minder gevoelig wordt voor het toegediende medicijn. Uw pijnspecialist kan dan eventueel de pomp iets aanpassen.
leeg raken en een van de onderdelen kan stuk gaan. U merkt dit als de pijn in al zijn hevigheid weer terug komt. Indien een van deze dingen gebeurt, zal uw pijnspecialist maatregelen nemen dit te verhelpen. Dit kan inhouden dat de pomp of katheter moet worden vervangen. Een kleine toename van de pijn wordt meestal niet veroorzaakt door een katheter- of pompprobleem. Het kan zijn, dat u iets minder gevoelig wordt voor het toegediende medicijn. Uw pijnspecialist kan dan eventueel de pomp iets aanpassen.
Waar moet ik op letten?
Waar moet ik op letten?
Huishoudelijke apparatuur en apparaten, zoals magnetrons en computers die thuis gebruikt worden, beïnvloeden de pomp niet. Wel is het verstandig om uit de buurt te blijven van industriële apparatuur en zeer sterke magneten. Van de medische onderzoeksmethoden hebben röntgen-, isotopen- en echo-onderzoeken geen nadelige invloeden op de pomp. Als u echter een zogenaamd MRI-onderzoek moet ondergaan (hierbij wordt een sterk magneetveld gebruikt) moet u dit van tevoren overleggen met uw pijnspecialist in het Maasstad Ziekenhuis.
Huishoudelijke apparatuur en apparaten, zoals magnetrons en computers die thuis gebruikt worden, beïnvloeden de pomp niet. Wel is het verstandig om uit de buurt te blijven van industriële apparatuur en zeer sterke magneten. Van de medische onderzoeksmethoden hebben röntgen-, isotopen- en echo-onderzoeken geen nadelige invloeden op de pomp. Als u echter een zogenaamd MRI-onderzoek moet ondergaan (hierbij wordt een sterk magneetveld gebruikt) moet u dit van tevoren overleggen met uw pijnspecialist in het Maasstad Ziekenhuis.
Verzorging van de huid
Verzorging van de huid
De kans op het ontwikkelen van een infectie is gering wanneer de pomp en de katheter zich eenmaal in het lichaam bevinden. Zodra de operatiewond genezen is, is er geen speciale zorg nodig. Meestal wordt het dragen van ruime kleding als het meest prettig vervaren. Mocht u koorts hebben, zwelling, pijn of roodheid ter plaatse van de pomp, raadpleeg dan uw behandelend pijnspecialist.
De kans op het ontwikkelen van een infectie is gering wanneer de pomp en de katheter zich eenmaal in het lichaam bevinden. Zodra de operatiewond genezen is, is er geen speciale zorg nodig. Meestal wordt het dragen van ruime kleding als het meest prettig vervaren. Mocht u koorts hebben, zwelling, pijn of roodheid ter plaatse van de pomp, raadpleeg dan uw behandelend pijnspecialist.
45 – 9. Veelgestelde vragen
45 – 9. Veelgestelde vragen
leeg raken en een van de onderdelen kan stuk gaan. U merkt dit als de pijn in al zijn hevigheid weer terug komt. Indien een van deze dingen gebeurt, zal uw pijnspecialist maatregelen nemen dit te verhelpen. Dit kan inhouden dat de pomp of katheter moet worden vervangen. Een kleine toename van de pijn wordt meestal niet veroorzaakt door een katheter- of pompprobleem. Het kan zijn, dat u iets minder gevoelig wordt voor het toegediende medicijn. Uw pijnspecialist kan dan eventueel de pomp iets aanpassen.
leeg raken en een van de onderdelen kan stuk gaan. U merkt dit als de pijn in al zijn hevigheid weer terug komt. Indien een van deze dingen gebeurt, zal uw pijnspecialist maatregelen nemen dit te verhelpen. Dit kan inhouden dat de pomp of katheter moet worden vervangen. Een kleine toename van de pijn wordt meestal niet veroorzaakt door een katheter- of pompprobleem. Het kan zijn, dat u iets minder gevoelig wordt voor het toegediende medicijn. Uw pijnspecialist kan dan eventueel de pomp iets aanpassen.
Waar moet ik op letten?
Waar moet ik op letten?
Huishoudelijke apparatuur en apparaten, zoals magnetrons en computers die thuis gebruikt worden, beïnvloeden de pomp niet. Wel is het verstandig om uit de buurt te blijven van industriële apparatuur en zeer sterke magneten. Van de medische onderzoeksmethoden hebben röntgen-, isotopen- en echo-onderzoeken geen nadelige invloeden op de pomp. Als u echter een zogenaamd MRI-onderzoek moet ondergaan (hierbij wordt een sterk magneetveld gebruikt) moet u dit van tevoren overleggen met uw pijnspecialist in het Maasstad Ziekenhuis.
Huishoudelijke apparatuur en apparaten, zoals magnetrons en computers die thuis gebruikt worden, beïnvloeden de pomp niet. Wel is het verstandig om uit de buurt te blijven van industriële apparatuur en zeer sterke magneten. Van de medische onderzoeksmethoden hebben röntgen-, isotopen- en echo-onderzoeken geen nadelige invloeden op de pomp. Als u echter een zogenaamd MRI-onderzoek moet ondergaan (hierbij wordt een sterk magneetveld gebruikt) moet u dit van tevoren overleggen met uw pijnspecialist in het Maasstad Ziekenhuis.
Verzorging van de huid
Verzorging van de huid
De kans op het ontwikkelen van een infectie is gering wanneer de pomp en de katheter zich eenmaal in het lichaam bevinden. Zodra de operatiewond genezen is, is er geen speciale zorg nodig. Meestal wordt het dragen van ruime kleding als het meest prettig vervaren. Mocht u koorts hebben, zwelling, pijn of roodheid ter plaatse van de pomp, raadpleeg dan uw behandelend pijnspecialist.
De kans op het ontwikkelen van een infectie is gering wanneer de pomp en de katheter zich eenmaal in het lichaam bevinden. Zodra de operatiewond genezen is, is er geen speciale zorg nodig. Meestal wordt het dragen van ruime kleding als het meest prettig vervaren. Mocht u koorts hebben, zwelling, pijn of roodheid ter plaatse van de pomp, raadpleeg dan uw behandelend pijnspecialist.
45 – 9. Veelgestelde vragen
45 – 9. Veelgestelde vragen
46 – 9. Veelgestelde vragen
46 – 9. Veelgestelde vragen
46 – 9. Veelgestelde vragen
46 – 9. Veelgestelde vragen
10. AANTEKENINGEN
10. AANTEKENINGEN
Wanneer u aantekeningen of vragen heeft, kunt u deze eventueel op deze pagina noteren.
Wanneer u aantekeningen of vragen heeft, kunt u deze eventueel op deze pagina noteren.
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
47 – 10. Aantekeningen
47 – 10. Aantekeningen
10. AANTEKENINGEN
10. AANTEKENINGEN
Wanneer u aantekeningen of vragen heeft, kunt u deze eventueel op deze pagina noteren.
Wanneer u aantekeningen of vragen heeft, kunt u deze eventueel op deze pagina noteren.
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
...................................................................................................................
47 – 10. Aantekeningen
47 – 10. Aantekeningen