Protocol toediening geneesmiddelen Catalpa kinderopvang
Vastgesteld door
Ingangsdatum
Revisiedatum
MT regio
Nov 2012
Nov 2014
Inhoud 1.
Inleiding ........................................................................................................................................... 3 De Wet BIG .......................................................................................................................................... 3 Pedagogisch medewerkers en de Wet BIG ......................................................................................... 3
2.
Toedienen geneesmiddelen ............................................................................................................ 4 Soorten geneesmiddelen en wijze van toediening ............................................................................. 4 Paracetamol ........................................................................................................................................ 5
3. Voorbehouden handelingen................................................................................................................ 5 Algemeen............................................................................................................................................. 5 Anafylaxie en het gebruik van de auto-injector .................................................................................. 5 Koortsstuipen ...................................................................................................................................... 6 4.
Afspraken met betrekking tot het toedienen van geneesmiddelen ............................................... 7 Voorschriften ....................................................................................................................................... 7 Noodsituaties ...................................................................................................................................... 8
Bijlage I Voorbehouden handelingen ...................................................................................................... 9 Bijlage II Stroomschema A ..................................................................................................................... 10 Bijlage III Stroomschema B .................................................................................................................... 11 Bijlage IV Overeenkomst toediening geneesmiddelen ........................................................................ 12 Bijlage V Aftekenlijst ............................................................................................................................. 14 Bijlage VI Formulier Anafylaxie.............................................................................................................. 15 Bijlage VII Formulier Koortsstuipen ....................................................................................................... 20 Bijlage VIII Afspraken op locatie ............................................................................................................ 24
2
1. Inleiding In onze kinderdagverblijven worden pedagogisch medewerkers regelmatig geconfronteerd met de vraag van ouders/verzorgers of zij geneesmiddelen willen toedienen aan hun kind.1 De Wet BIG (Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) stelt regels aan het uitvoeren van medische handelingen, waaronder ook het toedienen van medicijnen valt. Daarom is het van belang om bij het toedienen van medicijnen altijd volgens onderstaande protocol te werk te gaan. De Wet BIG Sinds de invoering van de Wet BIG zijn handelingen op het gebied van de geneeskunst in beginsel vrijgelaten. Dit houdt in dat eenieder in principe medische handelingen mag uitvoeren. Hierop bestaat een uitzondering voor de zogenaamde voorbehouden handelingen. Deze handelingen zijn opgesomd in de Wet BIG en zijn voorbehouden aan specifieke groepen beroepsbeoefenaren, zoals de arts, de tandarts, de verloskundige en (onder omstandigheden) de verpleegkundige, ook wel zelfstandig bevoegden genoemd. Op dit moment kent de Wet BIG veertien voorbehouden handelingen, waaronder het geven van injecties. Deze voorbehouden handelingen mogen beroepsmatig2 en buiten noodzaak3 niet zelfstandig worden uitgevoerd door anderen dan de hiervoor genoemde zelfstandig bevoegden. (zie bijlage I voorbehouden handelingen). Onbevoegd handelen is zelfs strafbaar gesteld op grond van de Wet BIG. Zij mogen dit wel doen als zij daartoe een opdracht hebben gekregen van een zelfstandig bevoegde, waarbij de zelfstandig bevoegde beschikbaar is voor ‘toezicht en tussenkomst’ en zij bovendien bekwaam zijn om deze handeling te verrichten. In de praktijk wordt hieraan voldaan als de arts telefonisch of fysiek bereikbaar is om zo nodig aanwijzingen te geven en toezicht te houden, mits dit goed is vastgelegd in protocollen. Een zelfstandige bevoegdheid tot het uitvoeren van voorbehouden handelingen houdt in dat de beroepsbeoefenaar de handeling op eigen indicatie en gezag mag uitvoeren. Daarnaast bestaat ook de functionele zelfstandigheid. Dit geldt onder andere voor de verpleegkundigen. Zij zijn functioneel zelfstandig bevoegd tot het verrichten van bepaalde voorbehouden handelingen, bijvoorbeeld een injectie. Hiervoor is wel een opdracht van de arts vereist, maar de arts hoeft niet bereikbaar te zijn voor ‘toezicht en tussenkomst’. In alle gevallen geldt dat een beroepsbeoefenaar slechts bevoegd is een handeling uit te voeren als hij zich daartoe bekwaam acht, oftewel “onbekwaam maakt onbevoegd”. Pedagogisch medewerkers en de Wet BIG Strikt genomen is de Wet BIG van toepassing op beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en dus niet op medewerkers in de kinderopvang (zie voetnoot 2).
1
Overal waar in dit protocol het woord ‘ouders’ is gebruikt, bedoelen we ook ‘verzorgers’. We gebruiken tevens zoveel mogelijk de term ‘pedagogisch medewerkers’, waarmee zowel mannelijke als vrouwelijke medewerkers worden bedoeld. 2 Het verbod geldt niet voor incidentele hulpverlening bijvoorbeeld in gezinsverband (wondverzorging) of door de patiënt bij zichzelf (injectie door diabetespatiënt). Beroepsmatig handelen wordt gekenmerkt door het min of meer regelmatig verrichten van de handelingen, het zich naar buiten kenbaar maken als beroepsbeoefenaar en – in de regel – het bedingen en verkrijgen van een honorarium (MvT, Kamerstukken II 1985/86, 19 522, nr. 3, p. 41) 3 Beroepsbeoefenaren worden niet strafrechtelijk vervolgd als zij in acute situaties voorbehouden handelingen verrichten, ook al gebeurt dit volgens de regels van de wet onbevoegd. Een dergelijke situatie kan zich voordoen als plotselinge hulpverlening noodzakelijk blijkt terwijl deze hulp niet direct door c.q. in opdracht van een zelfstandig bevoegde kan worden geboden. Te denken valt aan een noodsituatie waarin geen arts aanwezig is en de ambulanceverpleegkundige handelt. (MvA, Kamerstukken II 1987/88, 19 522, nr. 7, p. 116.
3
Deze medewerkers zijn geen beroepsbeoefenaren in de individuele gezondheidszorg. Van hen kan immers niet gezegd worden dat zij beroepsmatig medische handelingen verrichten. Echter, in verband met de veiligheid van de kinderen die aan haar zijn toevertrouwd, heeft Catalpa kinderopvang ervoor gekozen de Wet BIG zorgvuldigheidshalve na te leven (waar dat relevant is), als ware zij van toepassing. Indien het toedienen van medicatie dient te gebeuren door middel van het uitvoeren van een voorbehouden handeling, zijn de pedagogisch medewerkers daartoe dus niet zelfstandig bevoegd. Zouden zij die handeling, buiten noodzaak, wel uitvoeren dan zijn zij zelfs strafbaar. De overige medische handelingen, zoals het toedienen van medicijnen (zonder injectie), mogen door iedereen worden uitgevoerd. Zij moeten echter wel met de nodige zorgvuldigheid worden uitgevoerd.
2. Toedienen geneesmiddelen Catalpa Kinderopvang betracht een mate van terughoudendheid, wanneer het om het toedienen van medicijnen door de eigen pedagogisch medewerkers gaat. Daar waar mogelijk wordt een geneesmiddel door ouders/verzorgers zelf toegediend. Bij medicijnen, die bijvoorbeeld 2x per dag en niet tijdsgebonden gegeven moeten worden, is dit goed mogelijk. Wanneer blijkt dat een kind het medicijn ook nodig heeft gedurende zijn verblijf op het kindercentrum, zal er altijd een “Overeenkomst toediening geneesmiddelen” ingevuld moeten worden (Zie Bijlage I). Dit is een schriftelijke overeenkomst waarin ouders/verzorgers toestemming geven aan pedagogisch medewerkers om het medicijn toe te dienen aan hun kind. Soorten geneesmiddelen en wijze van toediening Het geven van drankjes, tabletten, pufjes, zalfjes, druppeltjes op het kinderdagverblijf is mogelijk, mits de ouders goede instructies geven en een ‘overeenkomst toediening geneesmiddelen’ wordt ingevuld. Het schriftelijk toestemming geven middels de overeenkomst ‘toediening geneesmiddelen’ geldt voor alle medicijnen, zowel reguliere als homeopathische middelen. Het gaat hierbij in beide gevallen zowel om: geneesmiddelen die op recept zijn voorgeschreven door huisarts of specialist. Denk hierbij bijvoorbeeld aan antibioticakuren, hoestdrank, neus-, oog- of oordruppels, antiallergeen medicijnen bij astmatische aandoeningen (pufjes) of medicatie voor overactieve kinderen. zelfzorgmiddelen. Dit zijn geneesmiddelen die zonder recept bij apotheek of drogist te koop zijn. Denk aan: neus-, oog-, of oordruppels, pilletjes tegen tandpijn, hoestdrank, zalf tegen jeuk of schrale huid. Uitzondering hierop vormen zelfzorgmiddelen die op het kinderdagverblijf aanwezig zijn en tot de dagelijkse verzorging dienen: zalf tegen schrale billen (bijvoorbeeld sudocrème) zalf tegen jeuk/pijn na insectenbeten ‘vallen-en-stoten’-zalf zonnebrandcrème Let op: indien ouders/verzorgers vragen een medicijn toe te dienen dat hier niet genoemd wordt, wordt altijd overleg gepleegd met de locatiemanager of de regionale GGD.
4
Goedgekeurde medicijnen in Nederland zijn te herkennen aan een code op de verpakking: - Reguliere medicijnen: RVG+volgnummer - Homeopathische middelen: RHV+volgnummer Het op eigen initiatief toedienen van een geneesmiddel/zelfzorgmiddel door pedagogisch medewerkers anders dan bovengenoemde zelfzorgmiddelen die tot dagelijkse verzorging dienen is niet toegestaan. Paracetamol Paracetamol neemt een speciale plek in onder de zelfzorgmiddelen. Paracetamol wordt veel gebruikt en lijkt een ‘onschuldig’ medicijn. Door het gebruik van paracetamol bestaat echter het risico dat symptomen onderdrukt worden wat tot koortsstuipen of een foute inschatting kan leiden. Een kind kan ernstiger ziek zijn dan op grond van het gedrag verwacht zou worden. Ook het toedienen van paracetamol is daarom alleen toegestaan op recept van de (huis)arts.
3. Voorbehouden handelingen Algemeen Het toedienen van medicijnen, zoals beschreven in hoofdstuk 2, valt in de Wet BIG niet onder de voorbehouden handelingen en mag door pedagogisch medewerkers worden uitgevoerd, tenzij de manier waarop dit gebeurt een voorbehouden handeling is. In uitzonderlijke gevallen vragen ouders pedagogisch medewerkers medische handelingen uit te voeren die volgens de Wet BIG vallen onder de voorbehouden handelingen. Denk bijvoorbeeld aan een vingerprikje en het geven van injecties bij diabetes, het toedienen van adrenaline middels een auto-injector of het toedienen van Diazepam middels een rectiole. Om te kunnen beslissen of het toedienen van een medicijn in een bepaald geval kan worden gekwalificeerd als een voorbehouden handeling, is het van belang te weten hoe een medicijn dient te worden toegediend. Kinderen met diabetes Er zijn verschillende vormen van diabetes. Ook de behandeling, soort en wijze van toediening van medicijnen (tabletten, injecties, insulinepomp) is verschillend. Het geven van injecties of vingerprikjes om het glucosegehalte te meten, valt onder de ‘voorbehouden handelingen’. Catalpa Kinderopvang kiest ervoor om deze handelingen op het kinderdagverblijf alleen te laten uitvoeren door zelfstandig bevoegden (bijvoorbeeld door een medewerker van de thuiszorg of een wijkverpleegkundige) of de ouders zelf. (zie bijlage II Stroomschema A) Anafylaxie en het gebruik van de auto-injector Sommige kinderen met een ernstige allergie lopen het gevaar in een anafylactische shock te raken, als zij in contact komen met de allergene stof. De specialist kan voor zo’n kind een ‘adrenaline autoinjector’ (beter bekend als de ‘epi-pen of ana-pen’) hebben voorgeschreven, voor het geval dit kind in een anafylactische shock dreigt te raken. Het prikken op zich betreft in zo’n geval een noodsituatie en mag dan ook door een niet-deskundige c.q. onbevoegde gebeuren. Het is echter wel belangrijk om zeker te weten dat het kind in een anafylactische shock dreigt te raken. Ouders vullen hiertoe een apart formulier in waarop zij de signalen bij dit betreffende kind beschrijven. Na het toedienen heeft het kind verdere behandeling nodig, die via 112 geregeld kan worden. Na het toedienen worden – indien dat nog niet gebeurd is – direct de ouders/verzorgers op de hoogte gesteld
5
Indien er sprake is van een kind met auto-injector dienen de vaste pedagogisch medewerkers en de locatiemanager goed geïnstrueerd te worden. Tevens is het belangrijk af te spreken en vast te leggen: wie geïnstrueerd is. wie geïnstrueerd heeft. hoe de injectie gegeven moet worden (met bijvoorbeeld een tekening erbij). waar de auto-injector ligt. wanneer er geprikt moet worden. wat de symptomen zijn, waarbij moet worden toegediend. telefoonnummer huisarts. dat het document “Overeenkomst gebruik geneesmiddelen” ingevuld is. dat de ouder/verzorger verantwoordelijk is m.b.t. de houdbaarheid van het geneesmiddel hoe gehandeld dient te worden in het geval van uitstapjes. (zie bijlage VI formulier anafylaxie) Iemand van het Nederlands Anafylaxis Netwerk kan informatie verzorgen en eventueel een informatieavond organiseren. Voor informatie: www.anafylaxis.nl. Ook kan contact opgenomen worden met de huisarts of GGD. Onder begeleiding kan bijvoorbeeld instructie met een oefenpen worden gegeven. Koortsstuipen Bij een kind met koorts kunnen plotseling heftige trekkingen optreden aan beide armen en benen. Dit verschijnsel wordt een koortsstuip genoemd. Soms houdt het kind even op met ademen. Deze trekkingen kunnen enkele minuten duren en gaan vanzelf over. Daarna kan het kind vaak een beetje suf zijn, nog een tijdje huilen of onrustig zijn. Een koortsstuip komt het meest voor bij kinderen in de leeftijd van drie maanden tot vijf jaar. Een koortsstuip kan ontstaan bij een snelle stijging van de lichaamstemperatuur en kan optreden voordat de koorts is opgemerkt. De huisarts kan voor kinderen die eerder een koortsstuip hebben gehad Diazepam voorschrijven. Diazepam is een medicijn dat met behulp van en rectiole via de anus wordt toegediend. Een rectiole is een kleine tube met vloeibaar medicijn erin, dat in de anus wordt leeggeknepen. Na het toedienen heeft het kind verdere behandeling nodig, die via 112 geregeld kan worden. Na het toedienen worden – indien dat nog niet gebeurd is – direct de ouders/verzorgers op de hoogte gesteld. Indien er sprake is van een kind met koortsstuipen dienen de vaste pedagogisch medewerkers en de locatiemanager goed geïnstrueerd te worden. Tevens is het belangrijk af te spreken en vast te leggen: wie geïnstrueerd is. wie geïnstrueerd heeft. hoe de rectiole toegediend moet worden (met bijvoorbeeld een tekening erbij). waar de rectiole ligt. wat de verschijnselen zijn. telefoonnummer huisarts. dat het document “Overeenkomst gebruik geneesmiddelen” ingevuld is. dat de ouder/verzorger verantwoordelijk is m.b.t. de houdbaarheid van het geneesmiddel hoe gehandeld dient te worden in het geval van uitstapjes. (zie bijlage VII formulier koortsstuipen)
6
4. Afspraken met betrekking tot het toedienen van geneesmiddelen Voorschriften Een geneesmiddel/zelfzorgmiddel wordt alleen toegediend op specifiek verzoek van ouders/verzorgers.
Ouders/verzorgers vullen het formulier “Overeenkomst toediening geneesmiddelen” volledig in en ondertekenen dit. Deze formulieren worden zorgvuldig bewaard, totdat het betreffende kind het kindercentrum heeft verlaten doordat het contract is beëindigd.
Instructie m.b.t. toediening van de medicijnen wordt door de ouder/verzorger aan de aanwezige leiding van de betreffende groep én de locatiemanager gegeven (o.a. manier van toedienen, wel of niet koel bewaren, mogelijke reactie op medicijnen, reactietijd).
Bij langdurig of structureel verstrekken van medicijnen wordt door de ouder/verzorger de instructie aan alle leiding van de betreffende groep én de locatiemanager gegeven en wordt regelmatig overlegd over de ziekte en het medicijngebruik. Bij wijzigingen wordt een nieuwe overeenkomst ingevuld.
Een geneesmiddel wordt alleen toegediend door de vaste geïnstrueerde pedagogisch medewerkers van het betreffende kind (dus niet door invalkrachten of stagiaires). Indien dit niet mogelijk is, wordt overlegd met de locatiemanager van het kindercentrum. Zij bepaalt, zo nodig in overleg met ouders, wie in dat geval wie het medicijn mag toedienen.
Op een aftekenlijst (Bijlage V) zet de pedagogisch medewerker een paraaf als zij een medicijn heeft toegediend en/of een medische handeling heeft verricht. Deze lijst wordt zorgvuldig bewaard tot het kind het kindercentrum verlaat.
Het geneesmiddel moet in de originele verpakking zitten en de originele bijsluiter moet worden bijgesloten. Medicatie op doktersvoorschrift Indien er verschil is tussen het doktersvoorschrift en de bijsluiter, wordt eerst overlegd met de arts over de gewenste toediening of wordt ouders/verzorgers gevraagd om een schriftelijke verklaring van de arts over de gewenste toediening. Bij twijfel wordt het medicijn niet toegediend. Zelfzorgmedicatie Indien er sprake is van een verschil tussen bijsluiter en de wijze van toediening die door de ouders/verzorgers wordt gevraagd, dient het zelfzorgmiddel niet toegediend te worden. In geval van zelfzorgmedicatie dient de door ouders/verzorgers verzochte wijze van toediening altijd overeen te komen met de tekst van de bijsluiter.
Geneesmiddelen worden buiten bereik van kinderen bewaard in een koelkast of hoge kast. Geneesmiddelen waar niet op staat dat ze in de koelkast moeten worden bewaard, mogen daar ook niet worden opgeslagen.
De uiterste gebruiksdatum wordt altijd gecontroleerd en verlopen of overtollige medicijnen aan de ouders/verzorgers geretourneerd.
Bij structureel gebruik van medicatie zijn de ouders/verzorgers verantwoordelijk voor het aanleveren van nieuwe medicatie bij het verstrijken van de houdbaarheidsdatum.
7
Ouders/verzorgers worden verzocht een nieuw geneesmiddel/zelfzorgmiddel altijd eerst thuis te gebruiken en gevraagd voor te doen hoe het geneesmiddel het beste gegeven kan worden.
Een geneesmiddel/zelfzorgmiddel wordt alleen toegediend als het dagelijkse ritme van de groep en een goede zorg voor de overige kinderen niet wordt belemmerd. Deze afweging wordt gemaakt voorafgaand aan de ondertekening van de ‘overeenkomst toediening geneesmiddelen’. In dit geval worden de ouders van te voren op de hoogte gebracht van het besluit.
Voorbehouden en andere meer risicovolle handelingen (vingerprikje, injecties, uittrekken sonde etc.) worden op het kindercentrum in principe uitgevoerd door thuiszorg, andere medici of de ouders zelf.
Pedagogisch medewerkers zijn geschoold met betrekking wondverzorging en reanimatie bij kinderen middels een speciaal op kinderen gericht EHBO-cursus.
Noodsituaties Bij calamiteiten met een geneesmiddel/zelfzorgmiddel (bijvoorbeeld: de toediening mislukt of gaat verkeerd; het kind reageert niet goed op het medicijn) worden ouders/verzorgers hiervan direct op de hoogte gebracht en/of wordt 112 gebeld. Hierna treedt het ‘communicatieplan bij calamiteiten’ in werking. Indien nodig wordt ook contact opgenomen met de behandelend arts en/of de apotheek. In de “Overeenkomst toediening geneesmiddelen” staan telefoonnummers van beiden.
8
Bijlage I Voorbehouden handelingen De wet noemt de volgende voorbehouden handelingen: -
Heelkundige handelingen Verloskundige handelingen Endoscopieën Catheterisaties Injecties Puncties Narcose Het gebruik van radioactieve stoffen en ioniserende straling Cardioversie Defibrilllatie Electroconvulsieve therapie Steenvergruizing Kunstmatige fertilisatie
Bron: ‘Onder Voorbehoud’ Informatie over de bevoegdheidsregeling voorbehouden handelingen in de wet BIG, Ministerie van VWS, Rijswijk 1996
9
Bijlage II Stroomschema A Gaat het om een voorbehouden handeling/Injectie/vingerprikje? (zie lijst voorbehouden handelingen Bijlage I).
Ja
Nee
Locatiemanager beslist
↓ Gaat het om anafylaxie en toedienen adrenaline-pen?
Medicatie wordt niet toegediend door pedagogisch medewerkers. Wijkverpleegkundige komt op het kinderdagverblijf.
Nee
Ja Locatiemanager beslist ↓
Ouders worden geïnformeerd over de mogelijkheid dat de wijkverpleegkundige de medicatie op het kinderdagverblijf kan toedienen.
Formulier anafylaxie + overeenkomst toedienen geneesmiddelen. (ook ondertekend door lm-er)
Gaat het om koortsstuipen en toedienen Diazepam m.b.v. rectiole? Nee
Ja Locatiemanager beslist ↓ Formulier koortsstuipen + overeenkomst toediening geneesmiddelen. (ook ondertekend door locatiemanager)
Het gaat om andere medicatie. Overeenkomst toediening geneesmiddelen wordt ingevuld door ouders en ondertekend door pm-ers. Pm-er informeert locatiemanager over het verzoek en de afspraken.
10
Bijlage III Stroomschema B Actie
Wanneer
Verantwoordelijke
1
Verzoek om medicijnen toe te dienen of (toegestane) medische handelingen te verrichten.
Ouders/verzorgers
2
Beoordelen of aan het verzoek kan worden Meteen na verzoek tegemoet gekomen conform protocol Toediening geneesmiddelen a.h.v. stroomschema A.
Pedagogisch medewerkers
3
Indien de beoordeling negatief uitvalt de Direct na besluit ouders/verzorgers duidelijk met redenen omkleed in kennis stellen van het besluit
Pedagogisch medewerkers
4
Indien de beoordeling positief uitvalt het Meteen na besluit formulier “Overeenkomst gebruik medicijnen” nauwkeurig invullen.
Pedagogisch medewerkers/ouders/verzorge rs
5
Ouders/verzorgers verklaren zich akkoord Direct na invulling door het formulier te ondertekenen.
Ouders/verzorgers
6
De ouders/verzorgers instrueren betrokken pedagogisch medewerkers.
Ouders/verzorgers/Pedagogisc h medewerkers
7
Het toedienen van medicijnen of het Indien voorgaande Pedagogisch medewerkers uitvoeren van handelingen kan conform de punten zijn afspraken geschieden. uitgevoerd.
8
Elke dag wordt er door de pedagogisch Bij medewerker het gebruik van medicijnen of het ondergaan van handelingen afgeparafeerd op de “lijst medicijngebruik”
de Direct na invulling
10 Alle documenten verband houdend met het verzoek, worden bewaard in het kinddossier met inachtneming van de privacyregels tot het kind het kindercentrum verlaat en zijn te allen tijde inzichtelijk voor ouders/verzorgers.
toediening Pedagogisch
medewerkers
locatiemanager
11
Bijlage IV Overeenkomst toediening geneesmiddelen4 Hierbij geeft (naam ouder/verzorger) ouder/verzorger van (naam kind) toestemming om zijn / haar kind tijdens het verblijf op kinderdagverblijf (naam kinderdagverblijf) het hierna genoemde geneesmiddel/zelfzorgmiddel toe te dienen bij het hierboven genoemde kind. Het geneesmiddel/zelfzorgmiddel wordt toegediend conform het doktersvoorschrift - zie etiket van de verpakking - dan wel volgens de bijsluiter (zelfzorgmedicatie). Naam geneesmiddel/zelfzorgmiddel Het geneesmiddel/zelfzorgmiddel verstrekt op voorschrift van:
wordt 0 behandelend arts 0 de ouder/verzorger
naam en telefoonnummer behandelend arts naam en telefoonnummer apotheek Het geneesmiddel/zelfzorgmiddel dient worden verstrekt gedurende de periode:
te begindatum: einddatum: (bij verlenging dient een nieuwe overeenkomst te worden ingevuld)
Dosering medicijn Vorm van toediening
Tijdstip van toediening: O Vast: Uur 8
0 druppels 0 spray 0 tabletten 0 zalf (toedienen met spatel) 0 anders, nl………………………………………………………………….
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
O Alleen toedienen bij (symptomen): O Indien nodig max …….. per …………. Bijzondere aanwijzingen:
Wijze van toediening
O Mond O Neus O Oog
4
In geval van anafylaxie of koortsstuipen dient naast dit formulier ook het betreffende formulier ingevuld te worden (zie bijlagen VI en VII van dit protocol).
12
O Oor O Huid O Anders, nl: Het geneesmiddel/zelfzorgmiddel dient O Koelkast bewaard te worden op de volgende plaats O Anders, nl................... Het geneesmiddel/zelfzorgmiddel is houdbaar tot en met (houdbaarheidsdatum) Eventuele bijwerkingen en/of effecten van het geneesmiddel/zelfzorgmiddel op het kind. (Voor zover bekend bij ouders) Evaluatie van toediening is (datum)
Het geneesmiddel/zelfzorgmiddel zal worden toegediend door (namen pedagogisch medewerkers)
Het kindercentrum kan bij twijfel of onduidelijkheid zelf contact opnemen met de behandelend arts en/of apotheker. Het kindercentrum is niet aansprakelijk voor de eventuele bijwerkingen, die kunnen optreden als gevolg van het door haar personeel toegediende geneesmiddel/zelfzorgmiddel, indien toegediend conform deze overeenkomst. Bij wijziging van dosering, tijdstip van toediening e.d. dient een nieuwe overeenkomst te worden ingevuld.
Voor akkoord, Plaats en datum: Naam ouder/verzorger: Handtekening ouder/verzorger:
Namens het kindercentrum Naam Pedagogisch medewerker: Handtekening Pedagogisch medewerker:
13
Bijlage V Aftekenlijst Naam kind: Naam medicijn
Dosering en wijze van toedienen
Datum en tijdstip
Paraaf Pmer
14
Bijlage VI Formulier Anafylaxie5 Anafylaxie (anafylactische reactie) is een algemene allergische reactie van het lichaam op een lichaamsvreemde stof (allergeen). Het afweermechanisme van het lichaam treedt dan in werking. Deze reactie kan in verschillende vormen optreden. De meest voorkomende oorzaken van een anafylactische reactie kunnen zijn: Voedselbestanddelen, zoals pinda’s en noten; Insectenbeten/-steken, zoals een wespensteek en hommelsteek; Geneesmiddelen, zoals pijnbestrijders, penicilline, anesthesiemedicatie, sommige intraveneuze injectievloeistoffen die tijdens röntgenbestraling geïnjecteerd worden. In alle gevallen moet snel gehandeld worden volgens dit protocol. Bij twijfel dient de pedagogisch medewerkers altijd het alarmnummer 112 te bellen. Tijdige behandeling is noodzaak!
GEGEVENS KIND KINDERDAGVERBLIJF
:
Groep
:
Naam kind
:
Geboortedatum
:
GEGEVENS MEDICATIE Het kinderdagverblijf beheert, onder de juiste omstandigheden, de eerste hulp medicatie, duidelijk gemarkeerd voor gebruik door de locatiemanager van het kinderdagverblijf en onder vermelding van een expiratiedatum. Uiteraard voorzien van de naam van het kind, voor wie de medicatie bedoeld is. De ouders accepteren de verantwoordelijkheid voor de geldigheidsduur van de medicatie en zullen zorgdragen voor vervanging na afloop van de expiratiedatum. Naam medicatie: Medicatie wordt op het kinderdagverblijf bewaard: (plaats aangeven, niet in afgesloten kast!)
ALLERGISCHE REACTIE 1. Hoe is de allergische reactie te herkennen? Een anafylactische reactie kan ernstig en minder ernstig zijn. Bij een milde reactie kunnen symptomen optreden als: Tinteling van de handen Klam worden van de handpalmen en voetzolen Verstopping van de neus 5
Hierbij dient ook het formulier toediening geneesmiddelen te worden ingevuld.
15
Zwelling van de ogen
Binnen enkele minuten kan een anafylactische reactie ontstaan en uitmonden in een ernstigere reactie die een anafylactische shockreactie genoemd wordt. Dit kan zeer ernstig en levensbedreigend zijn. De symptomen bestaan in een ernstig stadium uit: Grote druk op de borst Duizeligheid Buikkrampen met diarree Zwellingen in het gezicht Flauwvallen Overgeven Zwelling van keel Een anafylactische reactie bij is te herkennen aan (omschrijf eerdere reacties): Opmerking: omdat een koortsstuip veel kan lijken op een anafylactische aanval, dien je zorgvuldig een diagnose te stellen. Bij een koortsstuip wordt het kind ook bleek, maar schokt dan met de armen en benen. In dat geval is toedienen van de auto-injector niet nodig. (naam kind)…………………………… heeft wel/niet* eerder een koortsstuip gehad. In principe zal deze situatie niet voorkomen, omdat (naam kind ) …………………………thuisgehouden zal worden zodra hij/zij koorts heeft, of als hij/zij koorts krijgt op het kinderdagverblijf, de ouders hem/haar op zullen halen. 2. Wat te doen als (naam kind) …………………..een anafylactische aanval krijgt? Als (naam kind)……………………… tekenen vertoont van een allergische reactie, doe dan het volgende (in deze volgorde!): 1. Iemand blijft bij (naam kind)…………………… ……….en houdt het nauwlettend in de gaten. Eventuele etensresten uit de mond halen. Niet laten overgeven. 2. Noodnummer huisarts bellen. Telefoonnummer: Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Door te geven boodschap: (naam kind) …………….heeft een allergische reactie op noten/pinda’s – insectenbeten – etc. De symptomen zijn ………………………. (bijvoorbeeld bultjes, oedeem, shock). 3. Tegelijkertijd ouders bellen in onderstaande volgorde: Moeder mobiel: telefoon thuis: werk: Vader mobiel: telefoon thuis: werk: Indien moeder, vader en huisarts niet te bereiken zijn, bel 112. Door te geven boodschap: Kind heeft een allergische reactie op ... … … De symptomen zijn … … … (bijvoorbeeld bultjes, oedeem, shock). Ook bij twijfel dien je het alarmnummer 112 te bellen. 4. Iemand anders informeert de locatiemanager en haalt de auto-injector. Op instructie van de huisarts of de moeder/vader wordt de auto-injector toegediend: in de buitenkant van het dijbeen tussen de knie en de heup. 5. Zo snel mogelijk roept één van de pedagogisch medewerkers ook medische hulp in, als dat nog niet is gebeurd: Bij heftige reactie (anafylactische shock of kortademig door oedeem) dan eerst adrenaline autoinjector toedienen, daarna 112 bellen Bij milde allergische reactie (bv alleen huidreactie, dikke lippen) dan huisarts bellen: praktijknummer:
16
6. De moeder of vader komen in alle gevallen zo snel mogelijk naar het kinderdagverblijf om (naam kind)…………………………… op te halen als hij/zij een lichte reactie krijgt op mogelijke oorzaken van anafylaxie. De toediening van de Adrenaline auto-injector is wel/niet* veilig voor (naam kind) …………………… geval van toediening bij een onjuiste diagnose zal het wel/geen* schade kunnen toebrengen. Bij aankomst van gekwalificeerd medisch personeel zal de pedagogisch medewerkers hen op de hoogte stellen van eventueel toegediende medicatie. De pedagogisch medewerkers geeft schriftelijke informatie mee over: Naam kind : Geboortedatum kind: Naam: Adres: telefoonnummers : Omschrijving (mogelijke) allergie : Medicatie : deze informatie zal ook op kantoor aanwezig zijn. Na het incident zal een evaluatiegesprek plaatsvinden tussen de betrokken pedagogisch medewerkers, locatiemanager van het kinderdagverblijf en ouders. De ouders zullen de medicijnen vervangen. DETAILS De locatiemanager zal zorgdragen voor het inlichten van de pedagogisch medewerkers in het kinderdagverblijf over de aandoening van (naam kind)………………… ………en de regelingen die dit document bevatten en over eventuele toekomstige wijzigingen. De pedagogisch medewerkers zullen alle redelijke stappen ondernemen om te voorkomen, dat (naam kind) ………………………….een anafylactische aanval krijgt. Ouders van kinderen die anafylactische aanvallen kunnen krijgen van voedingsmiddelen, zullen hun kind regelmatig herinneren aan de noodzaak om elk voedsel te weigeren. Ook wat wordt aangeboden door anderen dan de pedagogisch medewerkers. Tevens zullen zij wijzigingen in de aandoening schriftelijk melden en vervolgens bespreken met de locatiemanager. De ouders controleren zelf elke drie maanden of er nieuwe producten aanwezig zijn die (naam kind) niet mag hebben. Wijzigingen geven zij schriftelijk aan de locatiemanager en de pedagogisch medewerkers door. In het bijzonder zullen de ouders zorgen voor een eigen 'voorraadtrommel' met traktaties, die beheerd wordt door de pedagogisch medewerkers. OVERDRACHT MEDISCHE VAARDIGHEDEN Pedagogisch medewerkers hebben instructie en training gehad in het toedienen van medicatie in het geval, dat (naam kind) ……………………………..een zo heftige allergische reactie heeft, dat hij/zij , volgens het oordeel van de huisarts of volgens de broeders van 112, direct medicatie nodig heeft. De training is bijgewoond door (aantal )…………………..medewerkers van het team. Dit gedeelte zal als bijlage toegevoegd worden.
17
Door huisarts of de ouders is in detail uitgelegd: De situatie van het kind De symptomen van de anafylactische reactie De stappen en manieren voor de toediening van medicijnen. De instructie zal aan het begin van elk schooljaar herhaald worden. De ouders dragen er zorg voor dat dit geregeld wordt in overleg met de locatiemanager.
AANVULLENDE AFSPRAKEN IN GEVAL VAN UITSTAPJES BUITEN HET TERREIN VAN HET KINDERDAGVERBLIJF Voorafgaand aan elk uitstapje wordt aan de ouders toestemming gevraagd (naam kind)…………….. mee te nemen buiten het kinderdagverblijf. Indien de ouders besluiten, dat (naam kind)……………. niet deel mag nemen, zorgen zij voor andere opvang. Ten aanzien van een uitstapje gelden de volgende afspraken: De medewerkers beschikken over een mobiele telefoon, waardoor hulp kan worden ingeroepen. In geval van nood wordt direct 112 gebeld en de moeder of vader. De medicatie wordt altijd meegenomen. Noodnummers worden meegenomen
ONDERTEKENING Een kopie van dit document zal bewaard worden zijn op de locatie en bij de ouders. Voor elke noodzakelijke revisie van dit document zal de procedure van het protocol weer volledig doorlopen worden. Overeengekomen en getekend,
Handtekening ouder(s)/verzorger(s)
Naam Plaats Datum
Naam Plaats Datum
Handtekening locatiemanager kinderdagverblijf
Naam Plaats Datum
Naam Plaats Datum
18
Bijlagen: Lijst met producten die aanwezig zijn op het kinderdagverblijf die (naam kind)……………………… niet mag binnenkrijgen. Per product wordt de mogelijke reactie beschreven. Lijst met namen van pedagogisch medewerkers die de instructie voor het toedienen van medicatie hebben ontvangen. Formulier toediening geneesmiddelen
19
Bijlage VII Formulier Koortsstuipen6 Bij een kind met koorts kunnen plotseling heftige trekkingen optreden aan beide armen en benen. Dit verschijnsel wordt een koortsstuip genoemd. Soms houdt het kind even op met ademen. Deze trekkingen kunnen enkele minuten duren en gaan vanzelf over. Daarna kan het kind vaak een beetje suf zijn, nog een tijdje huilen of onrustig zijn. Een koortsstuip komt het meest voor bij kinderen in de leeftijd van drie maanden tot vijf jaar. Een koortsstuip kan ontstaan bij een snelle stijging van de lichaamstemperatuur. De koortsstuip kan optreden voordat u de koorts heeft opgemerkt. In alle gevallen moet snel gehandeld worden volgens dit protocol. Bij twijfel dient de pedagogisch medewerkers altijd het alarmnummer 112 te bellen. Tijdige behandeling is noodzaak! GEGEVENS KIND KINDERDAGVERBLIJF
:
Groep
:
Naam kind
:
Geboortedatum
:
GEGEVENS MEDICATIE Het kinderdagverblijf beheert, onder de juiste omstandigheden, de eerste hulp medicatie, duidelijk gemarkeerd voor gebruik door de locatiemanager van het kinderdagverblijf en onder vermelding van een expiratiedatum. Uiteraard voorzien van de naam van het kind, voor wie de medicatie bedoeld is. De ouders accepteren de verantwoordelijkheid voor de geldigheidsduur van de medicatie en zullen zorgdragen voor vervanging na afloop van de expiratiedatum. Ouders komen (naam kind)…………………….. ophalen indien hij/zij verhoging heeft van 38°C of hoger. Naam medicatie: Medicatie wordt op het kinderdagverblijf bewaard: (plaats aangeven, niet in afgesloten kast!)
KOORTSSTUIPEN 1. Hoe is de koortsstuip te herkennen? Een koortsstuip uit zich met plotseling bewustzijnsverlies en stijf houden van armen en benen. Na een paar seconden kunnen gezicht en ledematen ritmische trekkingen gaan vertonen. Koortsstuipen duren meestal maar kort, gewoonlijk korter dan 5 minuten. Iedere gewone koorts kan leiden tot een koortsstuip. Die treden vooral op bij plotseling stijgende koorts bij kinderen tussen 3 maanden en 5 jaar oud. 6
Hierbij dient ook het formulier toediening geneesmiddelen te worden ingevuld
20
Opmerking: omdat een koortsstuip veel kan lijken op een anafylactische aanval, dien je zorgvuldig een diagnose te stellen. Bij een anafylactische aanval wordt het kind ook bleek, maar schokt dan niet met de armen en benen. (naam kind) …………….heeft wel/niet* eerder een koortsstuip gehad. In principe zal deze situatie niet voorkomen, omdat (naam kind )………………………..thuisgehouden zal worden zodra hij/zij koorts heeft, of als hij/zij koorts krijgt op het kinderdagverblijf, de ouders hem/haar op zullen halen. 2. Wat te doen als (naam kind) …………………een koortsstuip krijgt? Behandeling van een koortsstuip Krijgt (naam kind)........................................ toch een koortsstuip, houd dan in de gaten dat zijn/haar luchtwegen niet verstopt raken door tong of braaksel. Het beste is om hem/haar in de buik- of zijligging te leggen met het hoofd opzij. Zorg verder dat (naam kind)........................................ koel ligt en spons hem/haar eventueel af met lauw water. Iemand anders informeert de locatiemanager en haalt de Diazepam. Bel met de moeder/vader of de huisarts voor toestemming om Diazepam toe te dienen. Als de koortsstuip langer aanhoudt dan 5 minuten, moet Diazepam, met of zonder toestemming van ouders/huisarts/112, toegediend worden (toedienen heeft nooit nadelige gevolgen). Bij twijfel altijd het alarmnummer 112 bellen. Diazepam helpt (naam kind)........................................ uit de koortsstuip te krijgen, doordat het lichaam verslapt. Met de zogenaamde rectiole (een plastic knijpflesje) kan de Diazepam eenvoudig rectaal worden ingebracht. Let er op de rectiole helemaal leeg te knijpen en ingeknepen terug te trekken. Meestal verdwijnt de koortsstuip binnen een kwartier na toediening. Indien de Diazepam geen effect lijkt te hebben of je vermoedt dat iets anders aan de hand is, bel dan 112. De moeder of vader komen in alle gevallen zo snel mogelijk naar het kindercentrum om (naam kind) …………………………………………. op te halen. De toediening van Diazepam is veilig voor (naam kind)…………………………………….. en zelfs wanneer het gegeven is bij een onjuiste diagnose zal het geen schade toebrengen. Bij aankomst van gekwalificeerd medisch personeel zal de pedagogisch medewerkers hen op de hoogte stellen van eventueel toegediende medicatie. De pedagogisch medewerkers geeft schriftelijke informatie mee over: Naam kind : Geboortedatum kind: Naam: Adres: telefoonnummers : Omschrijving (mogelijke) allergie : Medicatie : deze informatie zal ook op kantoor aanwezig zijn. Na het incident zal een evaluatiegesprek plaatsvinden tussen de betrokken pedagogisch medewerkers, locatiemanager van het kinderdagverblijf en ouders. De ouders zullen de medicijnen vervangen.
21
DETAILS De locatiemanager zal zorgdragen voor het inlichten van de pedagogisch medewerkers in het kinderdagverblijf over de aandoening van (naam kind) …………………..en de regelingen die dit document bevatten en over eventuele toekomstige wijzigingen. OVERDRACHT MEDISCHE VAARDIGHEDEN Pedagogisch medewerkers hebben instructie en training gehad in het toedienen van medicatie in het geval, dat (naam kind) …………………………..een koortsstuip heeft en dat hij/zij, volgens het oordeel van de huisarts of volgens de broeders van 112, direct medicatie nodig heeft. De training is bijgewoond door aantal medewerkers van het team. Dit gedeelte zal als bijlage toegevoegd worden. Door huisarts of de ouders is in detail uitgelegd: De situatie van het kind De symptomen van de koortsstuip De stappen en manieren voor de toediening van medicijnen. De instructie zal aan het begin van elk schooljaar herhaald worden. De ouders dragen er zorg voor dat dit geregeld wordt in overleg met het locatiemanager. AANVULLENDE AFSPRAKEN IN GEVAL VAN UITSTAPJES BUITEN HET TERREIN VAN HET KINDERDAGVERBLIJF Voorafgaand aan elk uitstapje wordt aan de ouders toestemming gevraagd (naam kind) ……………mee te nemen buiten het kinderdagverblijf. Indien de ouders besluiten, dat (naam kind)…………………. niet deel mag nemen, zorgen zij voor andere opvang. Ten aanzien van een uitstapje gelden de volgende afspraken: De medewerkers beschikken over een mobiele telefoon, waardoor hulp kan worden ingeroepen. In geval van nood wordt direct 112 gebeld en de moeder of vader. De medicatie wordt altijd meegenomen. Noodnummers worden meegenomen ONDERTEKENING Een kopie van dit document zal bewaard worden zijn op de locatie en bij de ouders. Voor elke noodzakelijke revisie van dit document zal de procedure van het protocol weer volledig doorlopen worden. Overeengekomen en getekend, Handtekening ouder(s)/verzorger(s)
Naam Plaats Datum
Naam Plaats Datum
Handtekening locatiemanager kinderdagverblijf Naam Plaats Datum
Naam Plaats Datum
22
Bijlagen: Beschrijving van het verloop van een koortsstuip bij (naam kind)…………………………………….. Lijst met namen van pedagogisch medewerkers die de instructie voor het toedienen van medicatie hebben ontvangen. Formulier toediening geneesmiddelen
23
Bijlage VIII Afspraken op locatie Een aantal afspraken met betrekking tot het bewaren van medicatie en het overdragen van instructies wordt voor iedere locatie apart gemaakt. Dit formulier dient ervoor deze afspraken vast te leggen. Waar worden de documenten bewaard? Overeenkomst toediening geneesmiddelen tijdens looptijd Overeenkomst toediening geneesmiddelen na looptijd Aftekenlijst
Waar wordt de medicatie bewaard? Medicatie die gekoeld moet worden bewaard
Medicatie die niet gekoeld moet worden bewaard Welke afspraken worden gemaakt over instructie Hoeveel pm-ers?
Hoe om te gaan met wisselingen, inval e.d.
Welke specifieke afspraken worden gemaakt voor de BSO? Over de beschikbaarheid van het formulier voor ouders.
Over de overdracht van formulier en medicatie aan medewerkers en instructie.
Over het afstemmen met ouders over de toediening.
24