BEGRUTTING DANTUMADIEL 2016 Transformeren en beheren
Paragrafen
Versie 8 september 2015
Inhoudsopgave Paragraaf Lokale heffingen ............................................................................................................................... 3 Paragraaf Weerstandsvermogen ....................................................................................................................... 9 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen .......................................................................................................... 19 Paragraaf Financiering ..................................................................................................................................... 25 Paragraaf Bedrijfsvoering ................................................................................................................................. 29 Paragraaf Verbonden partijen .......................................................................................................................... 35 Paragraaf Grondbeleid ..................................................................................................................................... 43
Versie 02-09-2014
Paragrafen Versie 8 september 2015
2
Paragrafen Versie 8 september 2015
Paragraaf Lokale heffingen Uitgangspunten tarievenbeleid De belastingen die tot woonlasten leiden zijn in de gemeente Dantumadiel de onroerende-zaakbelastingen (OZB) voor eigenaar en gebruiker, de afvalstoffenheffing en het rioolrecht (voor zover een woning direct of indirect is aangesloten op de riolering). Het algemene uitgangspunt voor het tarievenbeleid met betrekking tot deze belastingen is dat de totale lasten ervan per huishouden van jaar op jaar met niet meer stijgen dan conform de CPB (Centraal Plan Bureau) prognose van de consumptie prijsindex. Voor 2016 gaat het om een stijging van 1,2%. Voor de rioolheffing is uitgangspunt de verhoging die met het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is vastgesteld. Het gaat om een jaarlijkse verhoging van 1,5% bovenop de indexering voor inflatie wat in 2016 leidt tot een verhoging met 2,7%. Deze tariefstelling is onderdeel van een meerjarige jaarlijkse tarief aanpassing waarbij de komende jaren sprake zal zijn van een gelijkmatige en door onttrekkingen aan de voorziening Riolering gedempte verhoging van de rioolheffing. Daarmee wordt geanticipeerd op komende noodzakelijke grote vervangingsinvesteringen in de riolering. Op deze ‘standaard verhoging’ is bij deze begroting een korting toegepast die volgt uit een bereikte besparing op de geplande lasten riolering (zie ook de bijlage bij de aanbiedingsbrief van de begroting). Daardoor kan de verhoging van de rioolheffing in 2016 worden beperkt tot 1,4% (dat is inclusief de inflatie van 1,2%). Voor de afvalstoffenheffing wordt als gebruikelijk uitgegaan van een kostendekkend tarief. In 2016 leidt dit tot een lager tarief per huishouden van 1,6%. Voor de OZB woningen voorziet de begroting voor 2016 een verhoging met 4,8%. Deze verhoging is het gevolg van de inflatie-indexering met 1,2 % en een compensatie voor de vrijstelling voor de verenigingen en stichtingen (Anbi’s), alsmede voor de verlaging van de afvalstoffenheffing en de begrote korting op de rioolheffing (ten opzichte van de meerjarig vastgestelde verhoging met 1,5% bovenop de inflatie). Daarmee stijgen de totale woon gerelateerde belastingen in totaal met 1,7% per huishouden. Zonder de compensatie voor de Anbi vrijstelling zou de stijging circa 1,2% zijn. Zie ook de tabel hierna onder het kopje belastingdruk per huishouden. Ten aanzien van de OZB tarieven voor niet-woningen geldt voor de jaarlijkse aanpassing in de regel dezelfde koppeling aan de CPB prognose voor de prijsindex als voor de OZB woningen. In 2016 is voor deze heffing sprake van een stijging van 2,4% als gevolg van indexering voor inflatie plus een compensatie voor de OZB vrijstelling van de Anbi’s. De limitering van de OZB-tarieven van Rijkswege is per 1 januari 2008 afgeschaft (Stb. 2007, 570). Het kabinet heeft toen wel het voorbehoud gemaakt dat de opbrengststijging voor de OZB landelijk beperkt moest blijven. Daartoe is een macronorm ingesteld die de maximale opbrengststijging voor een bepaald jaar aangeeft. De macronorm voor 2013 was oorspronkelijk 3%, maar door de overschrijding in 2012 is deze verlaagd naar 2,76%. Vervolgens is de norm zowel in 2013 als in 2014 overschreden, in 2014 met 0,3 %-punt. Op basis van alle gemeentebegrotingen 2015 is berekend dat de opbrengst van de onroerende zaakbelasting in 2015 macro zal stijgen met 4,17%. Op basis van de systematiek geldt voor 2015 een norm van maximaal 3%. Gezien alle discussie over de herziening van het belastingstelsel worden hieraan nu geen consequenties verbonden. Ook de besluitvorming over de macronorm OZB voor 2016 is uitgesteld naar het najaar. Mogelijk zullen de uitkomsten van het onderzoek naar een mogelijke verruiming van het gemeentelijk belastinggebied dan beschikbaar zijn.
3
Paragrafen Versie 8 september 2015
Gemeentelijke lastenontwikkeling per huishouden De hiernavolgende tabellen geven de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten van 2010 tot en met 2016, voor zowel huurders van een gemiddelde woning als eigenaren van een dergelijke woning. Huurders Jaar
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
OZB
Riool heffing
Afvalstoffenheffing
Totaal
€
€
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
174,95 176,70 181,75 183,57 186,30 191,90 194,60
Meerpp. € 258,50 254,30 224,00 199,20 199,35 216,70 213,23
Alleen € 206,80 203,45 179,20 159,36 159,45 173,35 170,57
Meerpp. € 433,45 431,00 405,75 382,77 385,65 408,60 407,80
OZB*
Riool heffing
Afvalstoffenheffing
Totaal
€
€
201,21 209,09 223,06 238,38 245,35 239,46 249,99
174,95 176,70 181,75 183,57 186,30 191,90 194,60
Meerpp € 258,50 254,30 224,00 199,20 199,35 216,70 213,20
Meerpp € 634,66 640,09 628,81 621,15 631,00 648,06 657,79
Alleen € 381,75 380,15 360,95 342,93 345,75 365,25 365,05
Eigenaren Jaar
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Alleen € 206,80 203,45 179,20 159,36 159,45 173,35 170,45
Alleen € 582,96 589,24 584,01 581,31 591,10 604,71 615,04
(*) Betreft onroerende-zaakbelastingen eigenaren woningen, weer uitgaand van een gemiddelde waarde van de woning in 2011 € 192.000. Voor 2012 is de waarde € 190.000. Voor 2013 is de waarde € 174.000. Voor 2014 is de waarde € 162.000. Voor 2015 is de waarde € 159.000. Er is daarom nog uitgegaan van de waarde van 2015, zijnde € 159.000. Uit de voorgaande tabellen blijkt dat de afgelopen jaren sprake is geweest van een zeer gematigde lastenontwikkeling. Voor de huurders daalden de lasten zelfs van jaar op jaar met gemiddeld 0,9% (meerpersoonshuishoudens) en 0,7% (eenpersoonshuishoudens). Voor de huiseigenaren was er een stijging met respectievelijk gemiddeld 0,6% per jaar (meerpersoonshuishoudens) en 0,9% per jaar (eenpersoonshuishoudens).
4
Paragrafen Versie 8 september 2015
Tarieven OZB inclusief niet-woningen Eigenaar € Gebruiker € Waardepeildatum 0,1025% woning 0,00% woning 1 januari 2009 0,12% niet-woning 0,93% niet-woning 0,1057% woning 0,00% woning 1 januari 2010 0,1237% niet-woning 0,0959% niet-woning 0,1174% woning 0,00% woning 1 januari 2011 0,1374% niet-woning 0,1065% niet-woning 0,137 % woning 0,00% woning 1 januari 2012 0,1795% niet-woning 0,1395 % niet-woning 0,1473% woning 0,00% woning 1 januari 2013 0,1885% niet-woning 0,1465% niet-woning 0,1478% woning 0,00% woning 1 januari 2014 0,1912% niet-woning 0,1452% niet-woning 0,1550% woning 0,00% woning 1 januari 2014(*) 0,2005% niet-woning 0,1486% niet-woning Uitgaande van de waardepeildatum 1 januari 2014, de voor 2016 relevante waardes per peildatum 1 januari 2015 zijn pas eind dit jaar bekend.
OZB-tarieven 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 (*)
Belastingopbrengsten en belastingdruk per huishouden De tabel hierna geeft een overzicht van de ontwikkeling van de verschillende aan woningen en nietwoningen gerelateerde belastingen. Daarbij is uitgegaan van de aantallen per medio 2014. Per huishouden / woning, niet-woning
Opbrengst (€)
2015 OZB woningen OZB niet-woningen
Aanpassing Standaard Compensatie heffingen verhoging: OZB voor afvalstoffen Indexering lagere en riool voor inflatie Compensatie heffing conform (1,2%); in OZB voor afvalstoffen k osten plus 1,5% vrijstelling en extra toerek ening voor Anbi's k orting op en k orting op rioolheffing (€ 30.000) rioolheffing rioolheffing
2016 tov
2016
2015
2016 2015
1.824.527
21.894
21.285
44.399
1.912.105
238,36
249,80
747.040
8.964
8.715
1.435
766.154
630,95
647,09
2,6%
-25.833 1.552.534
206,20
202,83
-1,6%
-18.565 1.403.442
180,89
183,35
1,4%
90,37
91,60
1,4%
625
633
1,2%
Afvalstoffenheffing
1.578.367
Rioolheffing woningen
1.384.623
37.385
Rioolheffing niet-woningen
107.000
2.889
Totaal excl nietwoningen en excl compensatie voor Anbi
4.787.517
-1.435
108.454
4.846.187
4,8%
5
Paragrafen Versie 8 september 2015
Afschaffing van de gebruikersbelasting van de onroerende-zaakbelastingen Het gebruikersdeel van de onroerende-zaakbelastingen (OZB) op woningen is in 2006 afgeschaft. Via het Gemeentefonds worden gemeenten daarvoor gecompenseerd (amendement De Pater). De stijging van de OZB op bedrijfspanden en van het eigenaar deel van de OZB op woningen werden gemaximeerd. Zoals hiervoor al is aangegeven heeft de VNG hierover met het kabinet een bestuursakkoord gesloten (4 juni 2007) en zijn vervolgens de bepalingen in de gemeentewet over maximum tarieven en het maximale stijgingspercentage komen te vervallen. De algemeen stijgende gemeentelijke lastendruk voor de burgers is een blijvend punt van aandacht. De tarieven laten in veel gemeenten een stijgende lijn zien. Deze wordt mede veroorzaakt door de overdracht van taken door de rijksoverheid naar gemeenten en herverdeling van de middelen uit het Gemeentefonds. De Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) staat niet ter discussie. Ook in 2016 blijven de door de gemeenten verzamelde WOZ-waardegegevens dus nodig voor het OZB-eigenaarsdeel, voor de waterschapsomslagen, voor het eigen woningforfait in de inkomstenbelasting en eventueel voor regulerende energiebelastingen. Het heffingstijdvak is in 2005 verkort van 4 naar 2 jaar en vervolgens in 2007 naar een jaarlijkse herwaardering. Dit betekent dat de waardebepaling van de onroerende zaken met waardepeildatum 1 januari 2015 geldt voor het belastingjaar 2016. De uitkomsten van deze herwaardering zullen pas in de loop van 2015 bekend zijn. De definitieve tarieven voor 2016 zullen dus als gebruikelijk pas eind dit jaar kunnen worden vastgesteld. Met de Unie van Waterschappen en de Belastingdienst is afgesproken dat de gemeenten de herwaardering zullen uitvoeren tegen een vooraf gesteld normbedrag per object. De vergoeding hiervoor wordt via het Gemeentefonds uitbetaald.
Overige belastingaangelegenheden Uitvoering kwijtscheldingsbeleid De gemeente probeert de minima bij de belastingheffing zoveel mogelijk te ontzien en is op grond van de Gemeentewet ook bevoegd om kwijtschelding van gemeentelijke heffingen te verlenen. De voorwaarden waarbinnen gemeenten kwijtschelding mogen verlenen van belastingen en heffingen zijn door het Rijk strak omschreven. De gemeenteraad heeft slechts de vrijheid te besluiten minder kwijt te schelden dan de rijksregels toestaan. Onze gemeente verleent kwijtschelding tot 100%. Kwijtschelding kan in onze gemeente worden aangevraagd door particuliere belastingplichtigen voor de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. Op een kwijtscheldingsaanvraag wordt volgens de doelstelling van de gemeente beslist binnen drie maanden nadat de aanvraag compleet is ingediend. In 2015 zijn tot en met augustus circa 500 verzoeken ingediend en is voor ruim € 180.000 kwijtschelding van gemeentelijke belastingen verleend. Toets aan artikel 212 en 229 b van de gemeentewet In artikel 212 van de Gemeentewet staat dat er bepaalde regels moeten worden vastgesteld met betrekking tot de organisatie van de administratie. Deze betreffen de controle en volledigheid van de belastingbestanden. In artikel 229 b Gemeentewet staat beschreven dat de dekkingspercentages van retributies en rechten (zoals rioolrecht en reinigingsrecht) niet meer dan 100 procent mogen bedragen. De tarieven moeten zodanig worden vastgesteld dat de geraamde baten niet uitgaan boven de geraamde lasten. In de gemeente Dantumadiel wordt hiermee nauwgezet rekening gehouden bij de tarief voorstellen. Zoals hiervoor is opgemerkt, wordt zowel bij de rechten als bij de afvalstoffenheffing aan artikel 229 b voldaan, zodat de kans op onverbindendheid van de desbetreffende belastingverordeningen om die reden niet aanwezig is.
6
Paragrafen Versie 8 september 2015
Begraafrechten Algemeen uitgangspunt is dat de tarieven van de begraafrechten kostendekkend zijn. Bij het calculeren van de kostendekkende tarieven van de begraafleges voor 2010 is gebleken dat de tarieven bij toerekening van kosten conform de tot nu toe gebruikelijke systematiek en op basis van geactualiseerde aantallen voor het onderhoud van graven zouden stijgen tot een onredelijk hoog niveau. Met als oorzaak de afkoop van het onderhoud voor bestaande graven in het verleden zonder dat toentertijd een reserve is gevormd voor het onderhoud van die ‘oude’ graven. Met als gevolg dat alle onderhoudskosten op de ‘nieuwe’ graven zouden drukken. Daarom is de systematiek met ingang van 2011 aangepast en wel zodanig dat het onderhoud van de oude graven wordt gedekt uit de algemene middelen. De ontwikkeling van de meest voorkomende tarieven begraafrechten voor de jaren 2010 tot en met 2016 is als volgt: Jaar
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Graf delven € 903,00 918,50 912,20 930,93 928,64 936,75 920,52
Vergunning
Huur 20 jaar
Huur jaarlijks
€ 260,00 270,00 270,75 271,56 274,07 281,82 284,56
€ 380,00 392,00 397,00 395,52 401,36 406,40 399,48
€ 25,00 26,00 26,40 26,30 26,69 26,91 26,57
Onderhoud 20 jaar € 1171,00 1194,00 1278,20 883,77 880,59 818,47 817,87
Onderhoud jaarlijks € 78,00 79,00 85,00 58,77 58,56 54,43 54,39
Uit de tabel blijkt dat de diverse begraaftarieven op basis van de uitgevoerde kostencalculatie in 2016 het tarief voor het grafdelven met 1,9% daalt, de vergunningen circa 1% in prijs stijgen, de huur met ruim 1,5 % omlaag gaat en het onderhoudstarief nagenoeg gelijk blijft.
7
Paragrafen Versie 8 september 2015
8
Paragrafen Versie 8 september 2015
Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing Inleiding Het weerstandsvermogen is een maatstaf voor de mate waarin een gemeente in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit (hoeveel middelen zijn nodig om alle risico’s op te kunnen vangen). Beide komen in deze paragraaf aan de orde zodat vervolgens een uitspraak kan worden gedaan over het weerstandsvermogen van de gemeente Dantumadiel. Daarnaast is deze paragraaf uitgebreid met het onderdeel ‘kengetallen’. Het opnemen van kengetallen in de begroting past in het streven naar meer transparantie. Kengetallen vormen een verbinding tussen de verschillende aspecten die de raad en provinciale staten in hun beoordeling van de financiële positie moeten betrekken om daar een verantwoord oordeel over te kunnen geven.
Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit geeft aan hoeveel middelen beschikbaar zijn om eventuele risico’s op te kunnen vangen. Het is een optelsom van alle elementen uit de gemeentefinanciën die daadwerkelijk kunnen worden ingezet om niet- begrote kosten te kunnen dekken. De beschikbare weerstandscapaciteit kan volgens het BBV bestaan uit: - de reserves (voor vrij aanwendbaar); - de stille reserves (voor zover binnen één jaar verkoopbaar en voor zover verkoop de continuïteit van de uitvoering niet aantast); - de onbenutte belastingcapaciteit (tenzij wettelijk beperkingen zijn opgelegd of in het collegeprogramma anders is afgesproken); - nog niet ingevulde begrotingsruimte / nieuwe beleidsgelden; - de post onvoorzien. Bij het bepalen van de beschikbare weerstandscapaciteit rekent de gemeente Dantumadiel alleen met de vrij besteedbare algemene reserve. Redenen zijn dat de overige mogelijke onderdelen niet goed objectief zijn te meten of niet worden onderscheiden. Stille reserves worden per definitie niet gemeten. Wat de onbenutte belastingcapaciteit is hangt mede af van wat politiek haalbaar is. En onze begroting bevat geen posten voor niet ingevulde begrotingsruimte / nieuwe beleidsgelden en onvoorzien. De stand van de vrij besteedbare algemene reserve ultimo 2014 bedraagt € 4,1 miljoen. De algemene reserve niet vrij besteedbaar wordt aangehouden als reserve voor uitzonderlijke tegenvallers en voor mogelijk noodzakelijke beleidsintensiveringen. Deze zijn niet goed in te schatten en het is niet efficient hiervoor een vrij besteedbare reserve aan te houden waarvan de rentelasten drukken op de exploitatie. De te hanteren minimum norm voor deze reserve is ten opzichte van de voorgaande begroting verlaagd van € 1 miljoen naar € 500.000. Overweging hiervoor is dat de tot nu toe gehanteerde norm gebaseerd is op risico’s in verband met de ambtelijke fusie en de ANNO investeringsprojecten waarmee al voor naar huidig inzicht voldoende grote bedragen rekening wordt gehouden in de minimum norm voor de algemene reserve vrij besteedbaar. Gelet op de bijzondere onzekerheid over de ingrijpende effecten van de decentralisaties in het sociale domein, de op stapel staande intergemeentelijke ambtelijke fusie en samenwerkingsverbanden en de omvangrijke intergemeentelijke investeringsprojecten in het kader van ANNO wordt als minimum norm voor de algemene reserve niet vrij besteedbaar een bedrag van € 500.000 aangehouden. De stand van de niet vrij besteedbare algemene reserve ultimo 2014 bedraagt circa € 1,7 miljoen.
9
Paragrafen Versie 8 september 2015
Benodigde weerstandscapaciteit Voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit tellen alleen risico’s met nadelige gevolgen mee, die nog niet op andere wijze zijn afgedekt. De kans is erg klein dat álle aanwezige risico’s zich daadwerkelijk voor zullen doen, dit allemaal tegelijkertijd gebeurt én alle risico’s dan ook nog eens tot het maximaal mogelijke nadeel leiden. Vandaar dat in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit rekening wordt gehouden met een waarschijnlijkheidsfactor. De benodigde weerstandscapaciteit is afhankelijk van de risico’s die de gemeente Dantumadiel loopt. Om deze risico’s te kunnen bepalen vindt er regelmatig een risico-inventarisatie plaats. Het proces van risicomanagement bestaat bij de gemeente Dantumadiel uit de volgende onderdelen: -
-
Financiële risico’s worden bijgehouden in een risicotabel waarvan de evaluatie en actualisatie vast onderdeel is van de planning- en control cyclus. Tweemaal per jaar wordt hierover gerapporteerd, te weten in de begroting en in de jaarrekening. Projectrisico’s zijn een vast onderdeel van het standaard projectformat voor rapportages aan college en raad over grote projecten (> € 50.000) zoals aangegeven in het Handboek Projectmatig Werken. In overige college- en raadsvoorstellen (adviesnota’s en raadsvoorstellen) worden financiële risico’s indien van toepassing benoemd in het onderdeel ‘inzet van middelen’.
10
Paragrafen Versie 8 september 2015
De risicotabel van gemeente Dantumadiel ziet er als volgt uit: Risicotabel Gemeente Dantumadiel A
Categorie, risico
B
Geschatte omvang mogelijke financiële Kans op tegenvaller tegenvaller
Inkomsten Verdere verlaging van algemene uitkering gemeentefonds i.v.m. economische crisis Verdere terugval bouwleges i.v.m. economische crisis bovenop terugval waarmee in begroting al rekening wordt gehouden Financieringen Garantstellingen Leningen
Renterisico vaste schuld Bedrijfsvoering Frictiekosten aanpassing uitvoeringsorganisatie i.v.m. decentralisaties en kanteling Frictiekosten aanpassing uitvoeringsorganisatie i.v.m. intergemeentelijke samenwerking, ambtelijke fusie Organisatierisico Personeel disfunctioneren Juridisch / rechtmatigheid Juridisch / (bezwaar)procedures Toevoeging Wachtgeld-& pensioenverplichtingen
Onderhoud kapitaalgoederen
Grondzaken
2.800.000 158.490
0
Wijze waarop risico wordt beheerst
A*B Financieel risico op te vangen via weerstands capaciteit
accepteren
0
accepteren
0
5% accepteren 3% accepteren
140.000 4.755
gelijkmatige opbouw leningenportefeuille, 0% prudente aanname rente % in begroting
0
500.000
50% monitoren en beheersen
250.000
241.000 100.000
50% monitoren en beheersen 50% verminderen via P&O beleid verminderen via procesmanagement, 20% interne controle 30% accepteren 50% accepteren
120.500 50.000
50.000 50.000 1.700.000
10.000 15.000 850.000
700.000
risico betreft vooral eenmalig onderhoud vaarwegen waarvoor geen 30% onderhoudsplan
210.000
500.000
afgedekt via bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie, risico-analyses, 25% voorziening voor verwachte verliezen
125.000
500.000
monitoren en beheersen, risico-analyses, 30% inzet zware projectleiding
150.000
1.500.000
50% Monitoren en beheersen
750.000
Grote projecten Grote lopende en geplande investeringsprojecten Budgetoverschrijdingen op programmakosten in aanloopfase decentralisaties sociale domein, gepaard gaande met bezuinigingstaakstellingen op voorzieningen met open einde karakter Tegenvallende besparingen bij lopende besparingsprojecten
200.000
50% Monitoren en beheersen
100.000
Verbonden partijen
433.640
25% Monitoren en beheersen
108.410
Open einde regelingen Algemene bijstand Bijzondere bijstand WMO Leerlingenvervoer
500.000 90.000 300.000 31.000
50% 30% 30% 30%
250.000 27.000 90.000 9.300
Totaal benodigde weerstandscapaciteit
accepteren accepteren accepteren accepteren
3.259.965
Op basis van deze risicotabel bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit ruim € 3,2 miljoen. Dit betreft de benodigde omvang van de algemene reserve vrij besteedbaar. Zoals hiervoor is aangegeven houdt onze gemeente daarnaast vanwege de bijzondere risico’s rond de 3 D’s, de ambtelijke fusie en de aanzienlijke bezuinigingsacties ook een algemene reserve niet vrij besteedbaar aan van minimaal € 500.000 aan. De belangrijkste risico’s uit de risicotabel van de gemeente Dantumadiel worden hierna toegelicht.
11
Paragrafen Versie 8 september 2015
Inkomsten
Uitkeringen uit het gemeentefonds De gemeente is voor wat betreft haar inkomsten grotendeels afhankelijk van de rijksoverheid. Via het gemeentefonds worden middelen aan de gemeente beschikbaar gesteld, te onderscheiden in een algemene uitkering en specifieke uitkeringen. De trend is dat de doeluitkeringen afnemen en worden begrepen in de algemene uitkering. Hierbij worden vaak (efficiency)kortingen ingecalculeerd, wat kan leiden tot nadelen voor de gemeente. In vergelijking met de afgelopen jaren zijn de economie en daarmee de Rijksbezuinigingen voor de komende jaren een veel minder onzekere factor. Er zijn tekenen van een steeds duidelijker voorzichtig herstel van de economie en het risico dat de algemene uitkering lager zal uitkomen dan nu is geraamd op basis van de septembercirculaire is veel kleiner geworden. Daarom is de mogelijke niet begrote verdere verlaging waarmee in de risicotabel wordt gerekend bij het opstellen van deze Jaarrekening teruggebracht tot nihil.
Bouwleges Uit de ontwikkeling van de inkomsten uit bouwleges afgelopen jaar en de tekenen van herstel van de woningmarkt is de conclusie te trekken dat deze inkomsten in redelijkheid niet verder zullen dalen. De begrote inkomsten liggen vrijwel op het nu bereikte dieptepunt. Zelfs is een verhoging van de inkomsten niet uitgesloten. Het blijft natuurlijk een onzekere factor maar in de risicotabel is de kans op een terugval op nul gezet. Financieringen
Garantstellingen De gemeente Dantumadiel staat rechtstreeks garant voor leningen aan de Stichting Thús Wonen (€ 2,8 miljoen). Het risico met betrekking tot deze garantstelling kan als gering worden aangemerkt. Voor Thús Wonen gebeurt dat op basis van de recentste beoordeling (september 2014) van de financiële positie van de woonstichting door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (dat jaarlijks de financiële continuïteit van elke corporatie beoordeelt). Indirecte borgstellingen, overgedragen aan de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), heeft de gemeente als 50% achtervang voor leningen van Woonzorg Nederland van € 9,1 miljoen en voor leningen van de Stichting Thús Wonen van € 24,7 miljoen (standen per 31-12-2014). Het risico op deze borgstellingen is zeer gering. De financiële positie van beide corporaties wordt door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (dat jaarlijks de financiële continuïteit van elke corporatie beoordeelt) als gezond aangemerkt. Belangrijker is nog dat het risico van borgstellingen via het WSW in het algemeen zeer gering is doordat pas een beroep op de achtervang borgstelling van de gemeente wordt gedaan nadat het WSW in gebreke zou blijven.
Leningen Het gaat om startersleningen van € 800.000 onder NHG garantie, via het SVn (waarbij SVn voor elke aanvraag een inkomenstoets uitvoert en op basis daarvan een kredietadvies aan de gemeente geeft). De aan deze leningen verbonden risico’s zijn zeer gering, gelet op de solide positie van het SVn, de NHG garantie en de SVn procedure voor het verkrijgen van een starterslening. Renteontwikkeling Een budgettair risico is de renteontwikkeling. Al meerdere jaren konden er meevallers op de rentekosten worden gerapporteerd en bij het opstellen van deze jaarrekening is net als in de afgelopen jaren sprake van een bijzonder lage rentestand. Er bestaat echter ook een risico van tegenvallers, die zich kunnen voordoen indien de werkelijke rente stijgt tot een niveau boven dat waarmee in de begroting wordt gerekend waardoor de werkelijke rentekosten boven de begrote kosten uitkomen. Door een gelijkmatige opbouw van de leningenportefeuille, waarbij niet in enig jaar een onevenredig deel van de leningen hoeft te worden geherfinancierd, wordt het renterisico op de vaste schuld gespreid en hebben wij de omvang van de mogelijke financiele tegenvaller op € 0 gezet.
12
Paragrafen Versie 8 september 2015
Bedrijfsvoering De bedrijfsorganisatie van de gemeente Dantumadiel staat door de in gang gezette ambtelijke fusie in DDFK verband vanzelfsprekend voor grote veranderingen. Deze vindt mede plaats in samenhang met intergemeentelijke projecten waarbij de Sociale Dienst en de GR NEF worden gereorganiseerd om goed voorbereid te zijn op de drie decentralisaties (Participatiewet, WMO/AWBZ en Jeugdzorg). Die decentralisaties zullen een ingrijpende vergroting van het gemeentelijke takenpakket tot gevolg hebben. Verder vinden voorbereidingen plaats voor een outsourcing van de ICT functie. Eén en ander brengt bijzondere risico’s met zich mee die uitgaan boven de reguliere bedrijfsmatige risico’s die worden beheerst via een actief personeelsbeleid, procesmanagement, interne control en een optimale inrichting van de bedrijfsprocessen waarvoor binnen onze gemeente de INK systematiek wordt gebruikt. In de begroting is geen rekening gehouden met frictiekosten waarmee de op stapel staande reorganisaties gepaard kunnen gaan. Voorzichtig en globaal wordt rekening gehouden met mogelijk in totaal circa € 1,5 miljoen aan tijdelijke frictiekosten over de jaren van de transities in de organisatie. Daarvan is voor een bedrag van € 379.500 als stelpost frictiekosten in de begroting opgenomen en daarmee in mindering gebracht op het risico bedrag in de risicotabel. In de risicotabel wordt gerekend met een vrij hoge kans op dit risico, te weten 50%. Een bijzondere post betreft een mogelijk noodzakelijke extra toevoeging aan onze voorziening Wachtgeld & pensioenverplichtingen. Het is onzeker of mogelijk nieuwe regelgeving ten aanzien van de pensioenverplichtingen in deze voorziening zal nopen tot een aanzienlijke bijstorting van in het slechtste geval circa € 1,7 miljoen. Onderhoud kapitaalgoederen Voor alle categorieën kapitaalgoederen met uitzondering van vaarwegen zijn beheers- en onderhoudsplannen opgesteld. Deze zijn met uitzondering van het onderhoudsplan gebouwen door de raad vastgesteld. De vaststelling van het onderhoudsplan vaarwegen is mede afhankelijk van de uitkomst van al langer lopend overleg met provincie en waterschap dat nu in een afrondende fase is. De verdere ontwikkeling van het onderhoudsplan gebouwen is afhankelijk van al geruime tijd lopend overleg met verenigingen over de splitsing van klein en groot onderhoud in het kader van het gemeentelijke sportbeleid. Alleen ten aanzien van het onderhoud vaarwegen is sprake van mogelijk niet in de begroting opgenomen groot onderhoud. In de risicotabel is de mogelijke overschrijding op € 700.000 geraamd, met een kans van 30% dat deze zich voordoet. Grondzaken In de paragraaf Grondbeleid wordt toegelicht dat de risico’s vanuit het grondbedrijf zijn afgedekt via voorzieningen en via de bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie. Tevens maken risico analyse en risico beheersing onderdeel uit van de grote projecten van het grondbedrijf. Met het aantrekken van de woningmarkt is de risico-inschatting naar beneden bijgesteld (van 50% naar 25%). Grote projecten / besparingsacties Het gaat hierbij om mogelijke overschrijdingen op lopende en geplande grote investeringsprojecten met een totaal bedrag aan investeringsuitgaven van circa € 5 miljoen. Verder zijn mogelijke budgetoverschrijdingen op directe kosten aan de orde bij de decentralisaties in het sociale domein (naast overschrijdingen op de kosten bedrijfsvoering die hiervoor zijn vermeld). Ten slotte gaat het om het risico van het niet of niet tijdig halen van de taakstellingen van lopende en nieuwe besparingsprojecten waarvoor tijdelijk dekking moet worden gevonden. Op een totaal aan taakstellingen voor structurele bezuinigingen van circa € 1 miljoen (te bereiken in 2018) wordt in de risicotabel rekening gehouden met eenmalig te overbruggen tegenvallers van € 200.000 die zich met een kans van 50% zullen voordoen. Verbonden partijen Verbonden partijen zijn organisaties waarin de gemeente zowel bestuurlijk als financieel een belang heeft. Aan verbonden partijen zijn meer dan de gebruikelijke financiële risico’s verbonden indien sprake is van een minder grote grip op de bedrijfsvoering dan het geval is bij de eigen gemeentelijke organisatie. Verder is de juridische vorm van de verbonden partij van belang. Gaat het om een NV waarvan de gemeente aandeelhouder is dan is de gemeente niet aansprakelijk voor financiële tekorten van die NV. Is sprake van een Gemeenschappelijke Regeling (GR) dan is dat wel het geval. Hieruit volgt dat van materiële risico’s voor onze gemeente sprake is t.a.v. de Gemeenschappelijke Regelingen NEF, DanDon Gemeentewurk, Veiligheidsregio, FUMO en Welstandszorg Hus en Hiem. Onze gemeente kent een totaal budget in verband met deze
13
Paragrafen Versie 8 september 2015
verbonden partijen van circa € 2 miljoen. In de risicotabel is rekening gehouden met een mogelijke overschrijding met 20%, waarvoor een kans van 50% is aangenomen. Open einde regelingen Voor de open einde regelingen die zijn opgenomen in de risicotabel is uitgegaan van een mogelijke overschrijding van de budgets met 10% die ten laste komt van de gemeente en die zich voordoet met een kans van 30% tot 50% (afhankelijk van de regeling). De bijzondere risico’s in de implementatiefase van de 3 D’s zijn hiervoor afzonderlijk toegelicht onder het kopje grote projecten / besparingsacties.
Algemene bijstand De WWB, Wajong, Wsw en WIJ zijn ondergebracht in één wettelijke regeling voor wat wordt genoemd de onderkant van de arbeidsmarkt, de Participatiewet die per 1 januari 2015 in werking is getreden. Aan de gemeentelijke uitgavenkant (bijstandsuitkeringen) blijft een grote onzekerheid bestaan omdat die uitgaven afhankelijk zijn en blijven van de economische omstandigheden en de werkgelegenheidsontwikkeling die voor de gemeente grotendeels een gegeven zijn.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning De WMO uitgaven zijn voor rekening en risico van de gemeenten afhankelijk van de vraag naar voorzieningen bij een in principe vastgelegde Rijksbijdrage.
Jeugdzorg Ook hiervoor geldt dat de uitgaven voor rekening en risico van de gemeente zijn.
Bijzondere bijstand en Leerlingenvervoer Ook deze regelingen kennen een open einde financiering, waarbij de gemeente risico loopt door het bestaan van een vaste vergoeding bij uitgaven die afhankelijk zijn van het (moeilijk te beïnvloeden) beroep op de regelingen.
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft weer in hoeverre de beschikbare weerstandscapaciteit voldoende is om de geïnventariseerde risico’s (=benodigde weerstandscapaciteit) te kunnen afdekken, oftewel de mate waarin de gemeente Dantumadiel in staat is om de nadelige gevolgen van risico’s op te vangen. Weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
Er bestaan geen wettelijke normen voor de hoogte van het benodigde weerstandsvermogen. Gemeente Dantumadiel hanteert onderstaande waarderingstabel en heeft ervoor gekozen te volstaan met een ‘voldoende’ weerstandsvermogen. Ratiowaarde > 2,0 1,4 – 2,0 1,0 – 1,4 0,8 – 1,0 < 0,8
Waardering Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende
Uitgaande van deze waarderingstabel betekent dit voor de gemeente Dantumadiel een ratiowaarde van 1,0 wat dus een weerstandsvermogen op voldoende niveau is bij de weerstandscapaciteit einde 2014. Met zo’n ‘voldoende’ waarde wordt volstaan omdat tevens de algemene reserve niet vrij besteedbaar van naar huidige waarde € 1,7 miljoen wordt aangehouden met minimum norm van € 500.000. Deze maakt weliswaar geen onderdeel uit van de weerstandscapaciteit maar is wel een belangrijke extra buffer.
14
Paragrafen Versie 8 september 2015
Risico’s die de normale bedrijfsvoering overstijgen Het betreft risico’s die samenhangen met de kleine kans dat zich calamiteiten kunnen voordoen als bodemverzakkingen, natuurrampen, frauduleuze handelingen (van ambtenaren en/of bestuurders) etc. De belangrijkste kenmerken van deze categorie risico’s zijn de onvoorspelbaarheid en de onmeetbaarheid. De onvoorspelbaarheid heeft dan betrekking op de vraag of het zich ooit zal voordoen en waar het zich zal voordoen. De onmeetbaarheid betreft het niet vooraf kunnen voorzien van de omvang van de schade die een dergelijke calamiteit met zich mee zal brengen en de eventuele aanwezigheid van nog overige risicodragers. Het is vrijwel ondoenlijk om risico’s die de normale bedrijfsvoering overstijgen financieel te overzien c.q. af te dekken. Indien dergelijke risico’s zich zouden voordoen, zullen noodzakelijkerwijs eenmalige middelen moeten worden vrijgemaakt.
Ontwikkeling weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen volgt zoals eerder is toegelicht uit de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s die de gemeente loopt. Daarbij wordt de weerstandscapaciteit bij onze gemeente berekend als de omvang van de Algemene reserve vrij besteedbaar. De weerstandscapaciteit per 31 december 2014 bedraagt € 4.104.965. De grafiek hierna geeft een beeld van de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit in de periode 2008 tot en met 2014 (standen per 31 december).
De algemene reserve vrij besteedbaar laat vanaf 2012 een stijging zien die wordt veroorzaakt door bijschrijving van de rekeningresultaten, een aantal eenmalige toevoegingen en de reguliere rentebijschrijving (van 4,5%). De weerstandscapaciteit is boven de verhoogde minimumnorm van € 3,6 miljoen die volgt uit de risicoanalyse.
15
Paragrafen Versie 8 september 2015
Stille reserves Het bestaan van verschillen tussen de waarde van activa in de boeken en de werkelijke waarde ervan leidt tot het bestaan van stille reserves. Deze stille reserves kunnen bijvoorbeeld optreden indien onze deelnemingen (aandelen en effecten) een hogere waarde hebben dan waarvoor zij op de balans staan. Dat is mogelijk doordat de deelnemingen conform bepalingen van de BBV op de balans worden gewaardeerd tegen hun aankoopwaarde, terwijl de werkelijke waarde hoger kan zijn. De stille reserves zijn opgenomen als pro memorie post, omdat de waarde van de deelnemingen moeilijk te bepalen valt. Zij kennen geen beursnotering. De gemeente Dantumadiel heeft onder andere aandelen in Kabel Noord en in de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Van de laatste aandelen is de intrinsieke waarde hoger dan de boekwaarde. Het betreft echter aandelen die beperkt verhandelbaar zijn, de aandelen BNG mogen namelijk niet verkocht worden aan private partijen. Een andere oorzaak voor stille reserves kunnen gronden zijn die voor een boekwaarde op de balans staan die lager is dan hun marktwaarde. Feitelijk is dat bij onze gemeente het geval voor een redelijk aantal gronden. Het beleid van onze gemeente is om gemeentelijke gronden die niet bestemd zijn voor (toekomstige) grondexploitatie gefaseerd af te stoten. Daarmee zal deze oorzaak voor het bestaan van stille reserves verder in belang afnemen.
Kengetallen Kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van gemeenten. Om dit te bereiken is de BBV op dit onderdeel aangepast en wordt deze paragraaf uitgebreid met de volgende kengetallen: - Netto schuldquote; - Solvabiliteitsratio; - Grondexploitatie; - Structurele exploitatieruimte; - Belastingcapaciteit. Deze kengetallen maken inzichtelijk over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven zodoende inzicht in de financiële weerbaar- en wendbaarheid van de gemeente. Netto schuldquote / Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen Hoe hoger de schuld hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote laat de verhouding zien tussen de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen van de gemeente en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- en exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Netto schuldquote (excl.doorgel.gelden) Netto schuldquote
= =
1,07 1,04
Solvabiliteitsratio De solvabiliteitsratio (= Eigen Vermogen / Totaal Vermogen) geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe weerbaarder de gemeente is Solvabiliteitsratio
=
27%
Harde normen voor de waarde die de solvabiliteit zou moeten hebben zijn er niet. Zeker niet voor gemeenten. Veel van de activa van de gemeente zijn immers niet verhandelbaar. En het maakt verschil of een gemeente de investeringen in de openbare ruimte wel of niet (voor een deel) heeft geactiveerd.
16
Paragrafen Versie 8 september 2015
Grondexploitatie Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten uit de exploitatie. Grondexploitatie
=
28%
Structurele exploitatieruimte Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar het saldo van de structurele baten en structurele lasten en dit saldo wordt afgezet tegen de totale baten. Structurele exploitatieruimte
=
1,3%
Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. Belastingcapaciteit De onroerende zaakbelasting is voor de gemeente de belangrijkste eigen belastinginkomst. De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen door een belastingverhoging dan wel daarmee ruimte kan worden gemaakt voor nieuw beleid. de mate waarin belastingverhoging mogelijk is wordt afgemeten van de mate waarin de belastingtarieven van de gemeente lager zijn dan het landelijk gemiddelde. Uitgaande van het OZB bedrag per woning die volgt uit de tariefvoorstellen bij deze begroting bedraagt de ratio: Belastingcapaciteit =
89%
Het betekent dat het OZB bedrag van Dantumadiel 89% bedraagt van het landelijk gemiddelde bedrag. Een percentage van 120 is de norm voor acceptatie van een gemeente als artikel 12 gemeente (die voor extra rijksbijdragen in aanmerking komt in geval van financiële problemen).
17
Paragrafen Versie 8 september 2015
18
Paragrafen Versie 8 september 2015
Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding De gemeente Dantumadiel heeft ruim 8.700 hectare openbare ruimte in beheer. Er vinden veel activiteiten plaats, zoals wonen, werken en recreëren. Voor deze activiteiten zijn veel gemeentelijke kapitaalgoederen nodig, als wegen, riolering, kunstwerken, groen, verlichting en gebouwen. Maar ook zijn er kapitaalgoederen aanwezig voor de eigen organisatie van de gemeente (automatisering, inrichting gebouwen, auto’s, etc.). In deze paragraaf wordt ingegaan op de manier waarop Dantumadiel omgaat met het onderhoud van deze kapitaalgoederen. Onderhoud van kapitaalgoederen beslaat een substantieel deel van de begroting en een integraal overzicht is belangrijk voor een goed inzicht in de financiële positie.
Stand van zaken onderhoudsplannen kapitaalgoederen Voor alle categorieën kapitaalgoederen uitgezonderd vaarwegen en gemeentelijke gebouwen wordt gewerkt met door de raad vastgestelde onderhoudsplannen. Het betreft de onderhoudsplannen voor wegen / kunstwerken, openbare verlichting, riolering, sportvelden, onderwijshuisvesting en groenvoorzieningen. Wat betreft de vaarwegen is de stand van zaken op dit moment als volgt. Op 11 oktober 2011 heeft ons college een concept baggerplan besproken maar niet vastgesteld in afwachting van meer duidelijkheid over de behoefte aan en financieringsmogelijkheden van de in het plan opgenomen baggerwerkzaamheden. Besloten is toen actief verder te zoeken naar mogelijkheden van cofinanciering dan wel het integreren van de baggerwerkzaamheden in werken van derden. Deze mogelijkheid heeft zich in 2015 voorgedaan met het project vaarroute Swemmer Grote Wielen. Provincie, Tytjerkstradiel en Dantumadiel werken hierin samen aan de realisatie van de vaarroute. In 2015 heeft de raad hiervoor de benodigde kredieten verstrekt. Ook wat betreft het onderhoud gebouwen is een concept onderhoudsplan opgesteld waarover het raadspresidium in 2011 is geïnformeerd maar is vaststelling ervan uitgesteld vanwege onzekere factoren die bepalend zijn voor het uiteindelijke plan. Het gaat om nog lopende overleggen met verenigingen om te komen tot splitsing van klein en groot onderhoud in het kader van het gemeentelijke sportbeleid.
Gebouwen Het onderhoud aan de gebouwen in 2016 zal op basis van een meerjaren planmatig onderhoudsprogramma worden uitgevoerd. Dit betekent dat het onderhoud op basis van een onderhoudscyclus zijn beslag zal krijgen. Uitgangspunt is een systematische aanpak van het onderhoud mede gebaseerd op het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV, richtlijnen ministerie van BZK). Het meerjarig onderhoudsplan is de basis van de bestemmingsreserve voor onderhoud gebouwen. Bij beoordeling van de bouwkundige staat wordt gebruik gemaakt van de NEN2767 die is opgesteld door de Rijksgebouwendienst. Voor het gemeentehuis wordt uitgegaan van een het conditieniveau 2 (goede onderhoudsstaat). Alle overige gebouwen worden onderhouden op niveau 3 (redelijk). Overige gebouwen zijn: gebouwen van Gemeentewurk, brandweerkazernes, urnenmuren, begraafplaatsbergingen, hertenkampgebouwen, kerktorens, gebouwen van welzijn en cultuur, de sporthallen en één woning.
19
Paragrafen Versie 8 september 2015
Verhardingen Beleidskader verhardingen In 2015 is het Beleidsplan Onderhoud Wegen opnieuw vastgesteld. Dit beleidsplan geeft inzicht in het te onderhouden areaal, de kwaliteit, de (benodigde) financiën en het uit te voeren onderhoud om daarmee te voldoen aan de vastgestelde technische kwaliteit. Het beleidsplan geeft inzicht in de benodigde financiën in de toekomst, evenals in de keuzes die de gemeente heeft gemaakt in het onderhoudsniveau van het wegenareaal. Op basis van het beleidsplan is de gemeente in staat het areaal kwalitatief op het technische minimum te brengen en de noodzakelijke financiële middelen voor de korte en lange termijn in kaart te brengen. Het kwaliteitsplan is voor een periode van vier jaar vastgesteld (2015 tot 2019) In 2019 zal de raad opnieuw een beleidsplan worden voorgelegd op basis waarvan de raad kan kiezen voor het kwaliteitsniveau en het de daaraan gekoppelde raming voor beheer en onderhoud. Wijzigingen in het areaal worden, m.u.v. zeer grote wijzigingen die tussentijds worden gerapporteerd, doorgevoerd in 2019. In de begroting is vanaf 2017 rekening gehouden met de extra beheer en onderhoud inspanning ten gevolge van het toename van het gemeentelijke areaal door overdracht van de N356 aan de gemeente.
Onderhoud verhardingen Elk jaar wordt één visuele weginspectie uitgevoerd ten behoeve van het vaststellen van het groot onderhoud. De inspectiegegevens worden ingebracht in een geautomatiseerde wegbeheersysteem. De onderhoudsstrategieën voor de wegverhardingen zijn gestoeld op de landelijk toegepaste methodiek (gedragsmodellen) van het CROW (kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur). Daarbij wordt naast de toepassing van deze normen in een zogenaamde naverkenning locatie specifiek beoordeeld of er nut en noodzaak aanwezig is voor het uitvoeren van een onderhoudsmaatregel. Binnen de uitvoering van het onderhoud is een tweedeling aangebracht tussen groot en klein onderhoud. Klein onderhoud wordt uitgevoerd door Gemeentewurk en groot onderhoud wordt in opdracht van de productgroep Romte uitbesteed aan marktpartijen. Het klein onderhoud aan verharding betreft het herstel van elementenverhardingen tot een oppervlakte van 50 m2. Dit klein onderhoud wordt uitgevoerd naar aanleiding van eigen constatering, na meldingen van burgers / bedrijven of na opmerkingen die worden gemaakt tijdens het schouwen van de openbare ruimten.
Openbaar groen Beleidskader openbaar groen In 2012 is het beleidsplan groenbeheer vastgesteld. Dit beleidsplan betreft het openbaar groen, de begraafplaatsen en het groen rondom sportcomplexen In dit beleidsplan is het kwaliteitsniveau van het groen bepaald en wordt op basis van het te onderhouden areaal en dit kwaliteitsniveau de onderhoudsinspanning geraamd. Deze raming wordt conform de besluitvorming opgenomen in de begroting. Definitie van kwaliteit heeft plaatsgevonden op basis van landelijk gebruikte beeldkwaliteitcatalogus van het CROW. Daarbij heeft de raad vastgesteld het gehele areaal te onderhouden op kwaliteitsniveau B. Typering van dit niveau B is ten aanzien van beeldkwaliteit; voldoende/sober, functioneel en schoon. De technische kwaliteit kan worden getypeerd als; heel en veilig, functioneel en regelmatig onderhouden. Het kwaliteitsplan is voor een periode van vier jaar vastgesteld (2012 tot 2016). In 2016 zal de raad opnieuw een beleidsplan worden voorgelegd op basis waarvan de raad kan kiezen voor het kwaliteitsniveau en het de daaraan gekoppelde raming voor beheer en onderhoud. Wijzigingen in het areaal worden, m.u.v. zeer grote wijzigingen die tussentijds worden gerapporteerd, doorgevoerd in 2016.
20
Paragrafen Versie 8 september 2015
In 2010 is een kwaliteitsbeoordeling sportvelden Dantumadiel vastgesteld met de bedoeling om een zo objectief mogelijk beeld te krijgen van de kwaliteit van de grassportvelden. Dit is vervolgens verwerkt in een meerjarig onderhouds- / renovatieplan voor de sportvelden wat de basis is voor de onderhoudsreserve. In hetzelfde kader is een opstelling gemaakt van het benodigde aantal voetbalvelden per accommodatie, rekening houdend met de bespelingintensiteit. Het meerjarige onderhoudsplan geeft t/m 2019 inzicht in het uit te voeren groot- en dagelijks onderhoud. Ten gevolge van enerzijds de uitbreiding van het aantal sportvelden in De Westereen en anderzijds het afstoten van velden in Damwâld zal in 2016 het onderhoudsplan worden geëvalueerd. Onderhoud openbaar groen Het onderhoud van openbaar groen wordt voor het grootste deel uitgevoerd door Gemeentewurk. Deze taken worden beleidsmatig ondersteund door de productgroep Romte. Tevens verzorgt de productgroep Romte het maaien en hekkelen buiten de bebouwde kom en grootschalige groen vervangingen/investeringen. De onderhoudswerkzaamheden in plantsoenen bestaan in hoofdzaak uit schoffelen, spitten, snoeien, maaien, bemesten, inboet, onkruidbestrijding, mollenbestrijding, doorspuiten drains, onderhoud bestrating, onderhoud hekwerken/rasters, reconstructie en onderhoud (bos)plantsoen. Een groot deel van de eenvoudige repeterende groenonderhoudswerkzaamheden wordt verricht door de bij Gemeentewurk gedetacheerde medewerkers van NEF. Het onderhoud van sportvelden wordt uitgevoerd door Gemeentewurk. Deze taken worden beleidsmatig ondersteund door de productgroep Romte. Het onderhoud aan de sportvelden bestaat uit de volgende werkzaamheden: maaien sportvelden (in seizoen 2 keer per week – 40 maaibeurten per jaar), vegen (= grasvelden ontdoen van gras en blad) (gemiddeld 5 keer per jaar), rollen (4 keer per jaar), beluchten (= perforeren grasmat tot een diepte van 25 á 30 mm), beregenen (afhankelijk van de weersomstandigheden), slepen oefenhoeken, bemesten (2 keer per jaar), bosplantsoen dunnen / snoeien / versnipperen, doorspuiten drainage, jaarlijks groot onderhoud hoofdvelden, herstellen doelgebieden, herstellen belijning, bezanden, beluchten, doorzaaien, onkruidbestrijding, jaarlijks groot onderhoud trainingsvelden, frezen / profileren, inzaaien, onderhoud overige voorzieningen, hekken, veldafrastering, hekwerken, goals, ballenvangers, bestrating / betegeling, opknippen beplanting, mollenbestrijding, chemische onkruidbestrijding velden, watergangen. Bijkomende kosten voor onderhoudswerkzaamheden sportvelden betreffen aanschaf van zand voor bezanden (bij groot onderhoud), aanschaf van kunstmeststoffen, keuring van grondmonsters, advisering over maatregelen groot onderhoud, onderhoud van borden, composteren van groenafval, kosten grondwaterbelasting provincie. Het onderhoud van de begraafplaatsen bestaat uit de volgende werkzaamheden: maaien grasvelden, schoonmaken monumenten na maaien, onkruidbestrijding heesterperken en hagen, knippen hagen en opruimen, chemische onkruid bestrijding schelpenpaden, blad opruimen grasvelden en paden, snoeien heester beplanting en bosplantsoen, snoeien stambomen, onderhoud urnenmuur, onderhoud bijzondere monumenten, onderhoud oorlogsmonumenten, doorspuiten drainage en drainageputten, onderhoud pompputten, onderhoud tegel en asfaltverhardingen, onderhoud hekwerken, onderhoud sloten en slootkanten, afvalbakken legen, lijkbezorging, aanvullen / ophelpen graven, verwaarloosde graven. Ontwikkelingen op het gebied van openbaar groen De raad heeft in 2014 het groenstructuurplan vastgesteld. Dit plan geeft richting aan planvorming bij vervanging en reconstructie van groenobjecten.
21
Paragrafen Versie 8 september 2015
Kunstwerken (bruggen, tunnels en grondkeringen) Beleidskader kunstwerken In 2011 is het een onderhoudsplan voor kunstwerken vastgesteld. In dit plan wordt weergegeven op welk kwaliteitsniveau de kunstwerken moeten worden onderhouden. Op basis van inspectieresultaten en vereiste kwaliteit wordt in dit onderhoudsplan inzicht gegeven in de benodigde middelen voor het uitvoeren van zowel dagelijks als groot onderhoud. Dit plan kent een looptijd van vier jaar. In 2015 zal dan ook het onderhoudsplan opnieuw ter besluitvorming worden voorgelegd. Tussentijdse wijzigingen worden indien ze gering van omvang zijn in 2016 verwerkt. Onderhoud kunstwerken De productgroep Romte verzorgt het beleidsmatige ondersteuning van het onderhoud van kunstwerken. Daarnaast verzorgt zij het groot onderhoud. Groot onderhoud is conform de besluitvorming over het kunstwerkbeheer opgenomen op de programmabegroting. Dagelijks onderhoud en kleine reparaties worden verzorgd door Gemeentewurk.
Riool Beleidskader rioleringen Het beleid en de ontwikkelingen op het gebied van riolering c.a. ligt vast in Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP). Dit plan is in 2014 vastgesteld. Dit is een zgn. verbreed rioleringsplan waarin ook alle taken op basis van de waterwet worden geïntegreerd. Het GRP heeft een looptijd van vier jaar en zal dus uiterlijk in 2018 worden vervangen. Het GRP geeft aan op welke wijze het areaal aan rioleringen wordt beheerd. Kostendekking van dit beheer vindt plaats op basis van de rioolheffing. De bij het GRP behorende kostendekkingsberekening vormt dan ook de basis voor deze rioolheffing. Onderhoud rioleringen Het dagelijks beheer en onderhoud aan de riolering wordt uitgevoerd door Gemeentewurk. Grootschalig onderhoud, inspectie en vervangingen worden gerealiseerd door de productgroep Romte. Tevens verzorgt Romte de beleidsmatige aspecten en bewaakt het hydraulisch en hygiënisch functioneren van de riolering. Het dagelijks onderhoud bestaat uit een groot aantal werkzaamheden waaronder; legen van straat en trottoirkolken, reinigen van leidingen, vegen van goten, inspectie en onderhoud van pompen en gemalen, reparatie van kleinere lekkages, etc. Vrijkomend slib uit onderhoud werkzaamheden wordt afgevoerd naar Omrin. Groot onderhoud aan en vervangingen van de riolering wordt uitgevoerd op basis van inspecties van het riool. Inspectie gegevens worden bijgehouden in een geautomatiseerd systeem op basis waarvan jaarlijks het vervangingsprogramma wordt opgesteld. Naast vervangingen worden ook optimalisaties doorgevoerd. Hierbij valt te denken aan het ombouwen van verbeterd gescheiden stelsels en hydraulische aanpassingen van het stelsel en het afkoppelen van regenwater. Ontwikkelingen op het gebied van rioleringen Ten behoeve van de kernen Broeksterwâld, Walterswâld en Driesum wordt het Basis Rioleringsplan (BRP) herzien. Herziening dient wettelijk eens in de tien jaar plaats te vinden. Het BRP geeft een berekend model van de het hydraulisch en hygiënisch functioneren van de riolering. Op basis hiervan kan de emissie van de riolering op het oppervlaktewater worden getoetst door het Wetterskip Fryslân. Naast het theoretische model conform het BRP zal in 2016 ook worden gestart met een meetprogramma. Dit om het theoretische model te toetsen en om te komen tot verdere optimalisatie van het systeem. De in 2013 uitgevoerde Dwaas Haas
22
Paragrafen Versie 8 september 2015
studie is hierop een voorbereiding. Het Wetterskip als vergunningverlener heeft reeds enige verplichtingen t.a.v. meten bij overstorten opgelegd. In samenwerking met Dongeradeel is in 2013 een nieuw GRP opgesteld. In dit nieuwe GRP worden de gemeentelijke watertaken nadrukkelijk in het gemeentelijk beleid verankerd. Verder wordt in navolging van vorige jaren ingezet op in situ reparatie van rioolleidingen. Met deze techniek wordt in de bestaande leiding een nieuwe leiding aangebracht om schades te herstellen of om de geplande levensduur met ca. 20 tot 25 jaar te verlengen.
Waterwegen Beleidskader waterwegen Onderhoud van waterwegen is te verdelen in watervoerendheid en bevaarbaarheid. Ten aanzien van watervoerendheid moeten alle gemeentelijke watergangen voldoen de keur van het waterschap. Hiertoe worden de sloten uitgemaaid. Bevaarbare waterwegen worden in beginsel vastgelegd in het Provinciaal Verkeer en Vervoersplan (PVVP). Binnen Dantumadiel is alleen de Zwemmer aangewezen als vaarwater. Deze is echter in beheer en onderhoud bij de provincie. De vaarwegen in het Butenfjild zijn in het PVVP opgenomen als “in studie”. In 2011 heeft de raad kennis genomen van het onderhoudsplan vaarwegen 2011 - 2020. In dit baggerplan is een prognose gedaan van het baggerwerk van gemeentelijke watergangen. Er heeft echter geen besluitvorming plaatsgevonden over het reserveren van middelen. Wel is besloten actief te blijven onderzoeken of, doormiddel van cofinanciering dan wel integratie in werken van derden, de doelstellingen van het onderhoudsplan te verwezenlijken. Ten aanzien van de vaarverbinding Zwemmer Grote Wielen heeft de raad in de december 2014 besloten gezamenlijk met de provincie en Tytjerkstradiel op te trekken in het project dat deze vaarroute moet realiseren. Voor het areaal van de gemeente Dantumadiel betekent dit dat de vaarwegen op diepte worden gebracht en dat deze vervolgens per 31 december 2016 in beheer en onderhoud aan het Wetterskip worden overgedragen. Onderhoud waterwegen Voor het hekkelen van waterwegen (betreft voornamelijk bermsloten) wordt getracht zo veel mogelijk contracten af te sluiten met eigenaren van aanliggende percelen waarbij de eigenaren tegen een vergoeding het hekkelen voor de gemeente uitvoeren en het hekkelmateriaal op hun terrein ontvangen. De resterende hekkelwerkzaamheden worden op de markt gezet. Bij hekkelwerkzaamheden wordt het overgrote deel van het vrijkomende hekkelmateriaal afgevoerd naar een composteerinrichting. Uit kostenoverwegingen wordt nog een klein deel van het hekkelmateriaal verklepeld en vervolgens in de berm achtergelaten. Voor het verkrijgen van de gewenste bermvegetatie geniet afvoer van hekkelmateriaal echter de voorkeur (verschralingsbeleid). Een aantal bermsloten is voorzien van walbeschoeiing. Reden is doorgaans ruimtegebrek of afslag van het talud als gevolg van stromend water en bodemopbouw. Indien technisch mogelijk verdient uit kostenoverwegingen een natuurlijk talud de voorkeur. Ontwikkelingen op het gebied van waterwegen In navolging van nationaal beleid is door de provincie beleid vastgesteld t.a.v. het vaarwegbeheer. Conform dit beleid is de gemeente geen vaarwegbeheerder meer maar komt deze taak voor alle vaarwegen te liggen bij de provincie Fryslân en het Wetterskip. Daarbij verzorgt de provincie het beheer van de ‘grotere’ vaarwegen en het overige deel wordt door het Wetterskip beheerd. In 2013 is een overeenkomst opgesteld tussen gemeente, de provincie en het Wetterskip over de overdracht van het vaarwegbeheer in het “Bûtenfjild”. Het eerder genoemd project vaarverbinding Grote Wielen – Swemmer is passend binnen deze overeenkomst.
23
Paragrafen Versie 8 september 2015
Onderhoud onderwijsgebouwen Voor het onderhoud aan de schoolgebouwen is een meerjarig onderhoudsplan met de schoolbesturen opgesteld. Op basis van dit plan is een bestemmingsreserve onderwijshuisvesting opgenomen in de begroting. Voorheen dienden de besturen van de basisscholen en De Wingerd aanvragen in voor het onderhoud en werd er na beoordeling en prioritering budgetten beschikbaar gesteld. Door een wetswijziging worden de taken en budgetten voor het buitenonderhoud en aanpassingen van schoolgebouwen per 2015 overgeheveld van de gemeente naar de naar de schoolbesturen. Door deze wijziging wordt de gemeente gekort op de algemene uitkering en komt de verplichting van het onderhoud voor de schoolgebouwen te vervallen.
Onderhoud sportaccommodaties De gebouwen voor sportaccommodaties in de gemeente Dantumadiel die in eigendom zijn van de gemeente vallen onder het meerjarig planmatig onderhoudsprogramma. Dit betreft een drietal sporthallen; Feanwâlden, De Westereen en Damwâld.
24
Paragrafen Versie 8 september 2015
Paragraaf financiering Inleiding De financieringsparagraaf is op basis van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) een verplicht onderdeel van de gemeentelijke begroting (en jaarverslag). De Wet FIDO stelt regels voor het financieringsgedrag van decentrale overheden, waarbij het vooral gaat om regels voor het beheersen van financiële risico’s op zowel aangetrokken als uitgezette middelen en regels voor het beheer van de treasury. Het treasurybeleid van onze gemeente is opgenomen in het treasurystatuut dat bij raadsbesluit van 8 november 2011 is vastgesteld.
Liquiditeit- en financieringsplanning Het goed ramen van de kasstromen en de daaruit volgende liquiditeitsbehoefte is lastig, vooral op de wat langere termijn. De planning van (grote) investeringen is een punt van doorlopende aandacht, evenals de koppeling van deze planning met de financiële administratie. In de voortgangsrapportages wordt gerapporteerd over de voortgang van investeringen groter dan € 50.000. Er vinden periodiek voortgangsgesprekken plaats van de managers met de groepscontrollers waar de ontwikkeling van de investeringen op de agenda staat. Bij de financiering van de gemeentelijke activiteiten wordt uitgegaan van integrale financiering. Er worden in principe geen gelden aangetrokken die bedoeld zijn voor specifieke investeringen, maar er wordt steeds gekeken naar de totale financieringsbehoefte. De financieringsplanning wordt binnen de marges die de kasgeldlimiet stelt (zie hierna) afgestemd op de renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt, waarbij het erom gaat welk deel van de financieringsbehoefte wordt opgevangen door kortlopende en welk deel door langlopende financieringen. Enerzijds maakt de al lange tijd uiterst lage rentestand voor vooral korte leningen dat kortlopende financiering op korte termijn voordelen oplevert. Anderzijds brengt dit het risico met zich dat bij niet tijdig voorziene rentestijgingen niet wordt geprofiteerd van de op dit moment ook voor langlopende leningen lage rentestand. Het vereist dat nauwlettend wordt gestuurd op zowel de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt als de eigen liquiditeitsbehoefte voor de korte en de lange termijn. De afgelopen jaren is de omvang van de langlopende schuld van onze gemeente opgelopen van nihil in 2007 via € 19,4 miljoen in 2011 naar € 27.150 in 2015. Grote investeringsuitgaven zijn de belangrijkste oorzaak. Punt blijft dat elke grote nieuwe investeringsuitgave leidt tot een vergroting van de uitstaande schuld voor zover de uitgave niet kan worden betaald uit een positieve kasstroom van de reguliere bedrijfsactiviteiten of een positief banksaldo. Dekking vanuit de reserves helpt hier niet aan. De hiernavolgende tabel geeft voor de komende begrotingsperiode de geraamde kasstromen en de daaruit volgende ontwikkeling van de totale schuld.
25
Paragrafen Versie 8 september 2015
Omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten Rekeningsresultaat Afschrijvingen Mutaties Algemene Reserves Mutaties Bestemmingsreserves Mutaties voorzieningen Totaal
-700.000
0
0
0
0
1.574.240
1.557.859
1.510.100
1.468.923
1.463.342
316.141
-4.095
8.583
8.949
109.329
-2.964.192
-712.817
-845.963
354.449
-632.102
-49.051
-313.848
-287.240
-249.265
-129.383
-1.773.811
840.947
672.720
1.832.321
940.569
-69.000
-1.590.099
-901.400
0
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringsuitgaven
-3.236.110
Verminderingen staat van vaste activa Totaal
480.000
0
-3.236.110
411.000
-1.590.099
-901.400
0
3.000.000
0
0
0
0
- lening 2008
-480.000
-480.000
-480.000
-480.000
-480.000
- lening 2010
-160.000
-160.000
-160.000
-160.000
-160.000
- lening 2011
-200.000
-200.000
-200.000
-200.000
-200.000
- lening 2014
-320.000
-320.000
-320.000
-320.000
-320.000
- lening 2015
-
-120.000
-120.000
-120.000
-120.000
- lening SVN van 2013
0
0
0
0
0
1.840.000
-1.280.000
-1.280.000
-1.280.000
-1.280.000
-3.194.447
-184.977
-2.340.999
-473.711
-404.123
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aangetrokken langlopende leningen Aflossing langlopende leningen
Totaal
Totale jaarlijkse kasstroom Benodigde nieuwe leningen cumulatief Totale schuldpositie einde jaar
3.194.447
3.379.423
5.720.423
6.194.134
6.598.257
29.150.000
28.054.977
29.115.976
28.309.687
27.433.810
Uit de tabel blijkt dat voor de komende jaren gerekend moet worden met een negatieve totale kasstroom. Tegenover een positieve kasstroom uit bedrijfsactiviteiten staan grotere negatieve (uitgaande) kasstromen in verband met investeringsuitgaven en aflossing van leningen. Doordat een strak aflossingsschema wordt gevolgd blijft de totale schuld van langlopende en kortlopende leningen min of meer constant.
Renterisico korte schuld Een belangrijk uitgangspunt van de Wet FIDO is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen. Vooral fluctuaties in de rente van kortlopende schulden hebben een directe invloed op de rentelasten. Met de kasgeldlimiet stelt de wet een grens aan de financiering met kortlopende geldleningen. De kasgeldlimiet voor gemeenten is in 2010 voor onbepaalde tijd vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal en die norm is nog steeds geldig. Daarmee bedraagt de limiet voor Dantumadiel over 2015 € 4.448.000. De korte termijn financiering bevindt zich op dit moment ruim beneden deze norm. Gelet op de aanhoudend zeer lage rentestanden van de afgelopen jaren wordt zoveel mogelijk met kortgeld gefinancierd. Bij de huidige situatie op de geld- en kapitaalmarkt is ons beleid dat pas wordt overgegaan tot het aantrekken van langlopende leningen wanneer de kasgeldlimiet wordt genaderd. In verband daarmee zijn in de afgelopen jaren vanaf 2008 langlopende leningen aangetrokken tot een totaal bedrag van € 32,8 miljoen. Daarvan betreft € 3 miljoen een nieuwe langlopende lening die in 2015 is aangetrokken vanwege overschrijding van de kasgeldlimiet en gezien geplande grote betalingen. Bij een in totaal gelijkblijvende schuldpositie zal de komende jaren voor een bedrag van circa € 6,5 miljoen aan nieuwe leningen worden afgesloten waartegenover aflossingen staan van een vergelijkbaar bedrag.
26
Paragrafen Versie 8 september 2015
Renterisico vaste schuld Door een gelijkmatige opbouw van de leningenportefeuille, waarbij wordt voorkomen dat in enig jaar een onevenredig deel van de leningen moet worden geherfinancierd, wordt het renterisico op de vaste schuld gespreid. In de Wet FIDO wordt een kader gesteld voor de beoordeling van het renterisico op de vaste schuld, de zogenoemde renterisico norm. Deze is vastgesteld op 20% van het begrotingstotaal, met een minimum van € 2,5 miljoen. Voor onze gemeente is de renterisico norm niet in het geding, omdat onze leningen gelijkmatig in 25 jaar worden afgelost. Bij het aantrekken van nieuwe leningen wordt uiteraard rekening gehouden met de renterisico norm. De huidige portefeuille van langlopende leningen ziet er als volgt uit: Lopende leningen en hun aflossing (€)
Lening juli 2008 Lening november 2010 Lening april 2011 Lening mei 2013 (SVN) Lening maart 2014 Lening augustus 2015 Totaal
Oorspronke lijk bedrag 12.000.000 4.000.000 5.000.000 750.000 8.000.000 3.000.000 32.750.000
Jaarlijkse aflossing / opname 480.000 160.000 200.000 320.000 120.000 1.280.000
Saldo 2015 8.640.000 3.200.000 4.200.000 750.000 7.360.000 3.000.000 27.150.000
Jaar volledige aflossing 2033 2035 2036 2023 2039 2040
Kredietrisico’s op verstrekte middelen Huidig beleidsuitgangspunt van onze gemeente is geen nieuwe leningen te verstrekken. Afgemeten aan de betrokken partijen en de hoogte en looptijd van de in het verleden verstrekte leningen wordt daarmee een zeer aanvaardbaar risico gelopen. De meerjarige leningenportefeuille van de gemeente ziet er als volgt uit: Raming ontwikkeling van verstrekte leningen 2015 - 2019 (€)
2015 2016 2017 2018 2019 Woningbouwcorporaties 55.355 28.356 1.356 0 0 Bibliotheek Damwâld 317.535 Overige uitzettingen/leningen 762.708 732.708 702.708 672.708 642.708 Totaal 1.135.598 761.064 704.064 672.708 642.708
De in de begrotingsperiode naar nihil teruglopende leningen aan de woningbouwcorporaties zijn via het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland (SVN) verstrekt ten behoeve van projecten in de volkshuisvesting. Daarnaast staat de gemeente garant voor een aantal leningen van vooral woningcorporaties (borgstelling). In de paragraaf weerstandsvermogen wordt nader ingegaan op de risico’s die aan deze leningen en borgstellingen zijn verbonden. Met de overname per 1 mei 2015 door de gemeente van de leegkomende/-staande gebrouwen van de van de Stichting Openbare Bibliotheken Noord (BNF) is de hypothecaire lening voor de bibliotheek in Damwâld komen te vervallen.
27
Paragrafen Versie 8 september 2015 Rekening 2014 Rente kort geld Rente langlopende leningen Bespaarde rente (rente eigen financ.midd) Afschrijvingen Doorberekende kapitaallasten Saldo financieringsfunctie
2015
2016
Begroting 2017
2018
2019
1.497971.716811.2641.423.6013.499.162
43.724 1.006.394802.8391.463.4663.747.009
225.849956.059546.3811.557.8593.608.572
302.187907.563518.9151.510.1003.499.132
306.441859.139486.2721.468.9233.369.112
310.319810.715504.3591.463.3423.273.603
291.084
518.034
322.424
260.367
248.337
184.868
28
Paragrafen Versie 8 september 2015
Paragraaf bedrijfsvoering Bedrijfsvoering betreft de bedrijfsprocessen binnen een gemeente om de beleidsdoelstellingen te kunnen realiseren en de sturing en beheersing daarvan. De beleidsdoelstellingen zijn opgenomen in de programma’s. De paragraaf bedrijfsvoering vormt hierdoor feitelijk een dwarsdoorsnede van de programma’s en is erop gericht om de realisatie van de beleidsdoelstellingen, te sturen, beheersen en ondersteunen. Het omvat onder meer zaken als personeelsbeleid, informatie(voorziening), financieel beheer en dienstverlening. De bedrijfsvoering is zo ondersteunend aan en mede bepalend voor de kwaliteit van het primaire proces van dienstverlening. De interne organisatie staat volledig ten dienste van dit proces. Dit betekent dat de kwaliteit en omvang van de gemeentelijke organisatie, maar ook faciliteiten als bijvoorbeeld de huisvesting en de automatisering indirect van grote invloed zijn op het behalen van de gewenste effecten. De bedrijfsvoering is primair een taak van het college, maar de gemeenteraad heeft als taak en verantwoordelijkheid om ten aanzien van de bedrijfsvoering zowel de kaders te stellen als de uitvoering van het beleid te controleren. De ambtelijke fusie van de gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Kollumerland c.a. en Ferwerderadiel zal van grote invloed zijn op de bedrijfsvoering van de vier gemeenten. De opgenomen onderwerpen moeten ook allemaal gezien worden in het perspectief van de ambtelijke fusie en de punten die vanuit Dantumadiel van belang zijn voor de nieuwe ambtelijke organisatie.
INK De gemeente hanteert het INK model (zie onderstaand model) om de gemeentelijke organisatie continu te verbeteren, volgens het principe: Plan, Do, Check, Act.
29
Paragrafen Versie 8 september 2015
In de velden Leiderschap en Strategie en Beleid wordt de koers van de organisatie beschreven. In de velden Management van medewerkers, Management van middelen en Management van processen wordt beschreven hoe de organisatie op deze onderdelen wordt gestuurd om de plannen tot uitvoering te brengen. Bij Klanten en leveranciers, Medewerkers, Maatschappij en Bestuur en financiers wordt door diverse onderzoeken gecheckt of de organisatie met de ingezette acties ook de voorgenomen doelen realiseert. Om continu te verbeteren en te vernieuwen worden jaarlijks verbeteracties opgesteld die in de AORTA, het planning en volgsysteem van de gemeente worden opgenomen. Deze acties zijn gebaseerd op uitkomsten van de diverse tevredenheidsonderzoeken, positiebepalingen, zelfevaluaties en audits. Met de INK methodiek geeft de gemeente Dantumadiel invulling aan de artikel 213A onderzoeken. Dit zijn verplichte onderzoeken met betrekking tot het functioneren van de organisatie. In deze paragraaf is beschreven welke acties en onderzoeken in dit kader worden uitgevoerd. In de jaarrekening wordt in de rapportage over bedrijfsvoering op dezelfde wijze verslag gedaan over de voorgenomen activiteiten van het betreffende jaar. Onderstaand wordt per veld een korte toelichting gegeven en wordt een korte opsomming van de voorgenomen doelen en plannen gegeven. De uitwerking van de ambtelijke fusie met de gemeenten Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a. is hierin het leidend thema. De uitkomsten van de in 2014 uitgevoerde positiebepaling zijn verwerkt in de doelen voor 2016:
Leiderschap Leiderschap gaat niet alleen over de leidinggevenden van de organisatie, maar ook over missie, visie en koers van de organisatie en de wijze waarop op toekomstige ontwikkelingen wordt ingespeeld. Onze gemeente heeft de koers en de doelen vastgelegd in de strategische visie en programma’s van de gemeente, de inrichting van de organisatie en de werkwijzen van de organisatie. Doelen en plannen 2016: Vorming van een dienstbare en flexibele organisatie die adequaat kan inspelen op de vragen van de samenleving. Vertaling van de uitkomsten van de positiebepaling naar de nieuwe organisatie: o Visie en ambitie laten doorklinken in de organisatie waarbij betrokkenheid van medewerkers op consistente wijze is geborgd o Bepaal vanuit de ambities van de organisatie de stijl van leidinggeven en het kwaliteitsniveau o Stem stijl van leidinggeven af op “verantwoordelijkheden laag in de organisatie”.
Strategie en beleid Strategie en beleid gaat over de manier waarop de organisatie haar visie en missie vertaalt naar te behalen resultaten voor alle groepen belanghebbenden. Hier is de concretisering in beleid, plannen en budgetten. Dantumadiel geeft hier vorm aan door met strategische partners van de gemeente structureel overleg te voeren. In de programma’s van de gemeente staat beschreven hoe dit plaatsvindt. Programma’s worden elk jaar geactualiseerd en door vertaald naar acties. Acties worden opgenomen in het planning- en volgsysteem van de gemeente. Monitoring van het beleid vindt o.a. plaats door benchmarking en deelname aan tevredenheidsonderzoeken.
30
Paragrafen Versie 8 september 2015
Doelen en plannen 2016: Afstemming van strategie en beleid met de gemeenten Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a. en de doorvertaling hiervan in de organisatie(s). Strategische samenwerking in ANNO-verband continueren en verder vormgeven. Een heldere wijze van procesmanagement en projectmatig werken hanteren voor de nieuwe organisatie waarin adequaat informeren van raad en college in is geborgd. Vertaling van de uitkomsten van de positiebepaling naar de nieuwe organisatie: o Strategische keuzes evalueren en daar lering voor de toekomst uit trekken. o Consequent uitdragen van visie, en doorvertaling naar doelstellingen o Planning & control in onze gemeente: van visie, programma’s, A3-plannen en verantwoording, projectmatig werken, planning- en voortgangssysteem; o Uitdragen van en trots zijn op sterke punten van de organisatie
Management van medewerkers Management van medewerkers gaat over de manier waarop de organisatie de kennis en inzet van de medewerkers maximaal benut. In Dantumadiel wordt het management van medewerkers vormgegeven in de organisatiestructuur, de functiebeschrijvingen en het HRM-beleid. Hierin zijn ook de kerncompetenties voor de organisatie vastgelegd: klantgerichtheid, resultaatgerichtheid en samenwerken. Bij de optimalisatie van interne processen en werkwijze bestaat dan ook altijd aandacht voor deze kerncompetenties. Ook het Resultaat Gericht Werken systematiek (RGW) en de periodieke uitvoering van medewerkerstevredenheidsonderzoeken (MTO) zijn belangrijke componenten.
Doelen en plannen 2016: Afstemming management van Medewerkers in DDFK verband Vertaling van de uitkomsten van de positiebepaling naar de nieuwe organisatie: o nodig medewerkers uit voor bijdragen aan visie van organisatie; o organisatievisie vertalen in visie per onderdeel (afdeling/groep of team); o betrekken van medewerkers bij visie op organisatie en dienstverlening, A3 plannen kunnen hierbij als hulpmiddel dienen; o ontwikkeling van een goed personeelsbeleid dat leidinggevenden ondersteunt en stimuleert bij hun rol in het personeelsbeleid; o zorgen voor dusdanige overlegstructuren dat de volgende aspecten in elk geval geborgd zijn: doorvertaling van missie, visie, doelen en plannen, acties en bijdrage medewerkers daarin, top down en bottom up tweerichtingsverkeer; sfeer waarin medewerkers zich uitgedaagd voelen om verbeterideeën aan te dragen; persoonlijke aandacht voor medewerkers bij ingrijpende gebeurtenissen; o borgen van Dantumadielse cultuuraspecten als: Vertrouwen in medewerkers, vrijheid bij taakuitoefening, gemakkelijke omgang, goede sfeer, collegialiteit, Dantumadielse wijze van advisering. Management van middelen Management van middelen is de manier waarop de organisatie ervoor zorgt dat de middelen beschikbaar zijn die de realisatie van de strategie vergt. De manier waarop middelen worden aangewend om de activiteiten efficiënt en effectief uit te voeren. Daarbij gaat het om geld, kennis, technologie, materialen en diensten In Dantumadiel wordt het management van middelen voor wat betreft de financiën voor een belangrijk deel vorm gegeven met het financiële kader, de begroting, en de tussentijdse verantwoording. Voor kennis, technologie, materiaal en diensten zijn o.a. van belang: ontwikkeling van het MID office, procesbeleid en het inkoop- en aanbestedingsbeleid. De intentie is om met de ICT van DDFK aan te gaan sluiten bij de gemeente Leeuwarden, ook qua Document Management System.
31
Paragrafen Versie 8 september 2015
Doelen en plannen 2016: Afstemmen van management van middelen en beleid, planning & control in DDFK verband Vormgeving ICT-samenwerking en realiseren aansluiting bij Leeuwarden. Management van processen Management van processen betreft de manier waarop de organisatie processen identificeert, ontwerpt, beheerst en — waar nodig — verbetert of vernieuwt. In Dantumadiel is het management van processen beschreven in het procesbeleid. De processen zijn beschreven en op het intranet van de gemeente gepubliceerd. Op basis van de processen zijn servicenormen ontwikkeld en vastgelegd in een kwaliteitshandvest met algemene en product specifieke servicenormen. Periodiek worden processen doorgelicht en verbeterd. Op basis van het procesbeleid zijn de afgelopen periode proceseigenaren en -beheerders benoemd. Doelen en plannen 2016: Afstemmen van management van processen in DDFK verband Maatschappelijk verantwoord ondernemen verder verankeren in de processen (zoals social return en duurzaamheid in het inkoopbeleid) Vertaling van de uitkomsten van de positiebepaling naar de nieuwe organisatie: o Klantgerichtheid als leidend thema bij de inrichting van processen, zodat dit tot uiting komt in meedenken met klanten, initiatief nemen om met collega’s te zoeken naar een nieuwe aanpak. o Benoem in de processen kritische en risicovolle momenten zodat daar actief op gestuurd kan worden. o Vaar niet blind op processen maar blijf deze als hulpmiddel hanteren waarbij een nuchtere blik altijd een vereiste blijft. o Werk aan Kennismanagement: maak gebruik van opgebouwde kennis; stel verbeterteams in, dwars door organisatie bij veranderende aanpak en nieuwe ontwikkelingen; borg ketenafspraken: vastleggen, bewaken en delen van ketenafspraken; stimuleer het over de schutting kijken. Klanten en partners Hoe oordelen klanten en partners over de kwaliteit van producten, diensten en de samenwerking? Inzicht in voorkeuren, trends, tevredenheid en loyaliteit werpt vruchten af. In Dantumadiel worden de resultaten op het gebied van klanten en partners hoofdzakelijk gemeten met een klant- en burgertevredenheidsonderzoek (“waar staat je gemeente” ) en met het tweejaarlijkse MKBonderzoek. Planning volgende onderzoeken: Klant- en burgertevredenheidsonderzoek in DDFK verband opzetten. Medewerkers In hoeverre biedt de organisatie toegevoegde waarde aan medewerkers? Wat vinden zij van beloning, ontwikkeling, uitdaging, samenwerking en motivatie? Wordt dit gemeten en zijn er doelstellingen bepaald? En wordt er daadwerkelijk iets gedaan met de uitkomst van onderzoeken? In Dantumadiel zijn belangrijke instrumenten voor het meten van de resultaten op het gebied van medewerkers: het medewerkerstevredenheidsonderzoek, de periodieke benchmark Formatie- en output, het opleidingsbudget, het ziekteverzuim en de uitkomsten uit de (evaluatie van de) RGW-systematiek. In 2012 is het medewerkertevredenheidsonderzoek uitgevoerd en zijn verbeteracties vastgesteld.
32
Paragrafen Versie 8 september 2015
Doelen en plannen 2016: Afstemming MTO-onderzoeken in DDFK-verband. Maatschappij Elke organisatie levert niet alleen diensten aan (leden van) de maatschappij, maar maakt daar ook deel van uit. In dit aandachtsgebied wordt gemeten wat de inspanningen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) hebben opgeleverd. In Dantumadiel is een maatschappijgerichtheidsonderzoek ontwikkeld, waarmee de resultaten van dit gebied worden gemeten. Doelen en plannen 2016: Afstemming maatschappelijk verantwoord ondernemen in DDFK verband Bestuur en financiers Bestuur en financiers: vanuit hun verantwoordelijkheid, visie en belangen geven zij kaders en stellen zij financiën ter beschikking. Uitgaande van de strategische doelstellingen beoordelen zij de totale prestatie van de organisatie. In Dantumadiel is in 2007 een onderzoeksmethodiek ontwikkeld voor een integrale meting van de resultaten op het gebied van bestuur- en financiers. Het onderzoek bestuur en financiers wordt periodiek uitgevoerd. De onderzoeken zijn met de raad besproken. De uitkomsten van de discussie zijn in de rapportage opgenomen. Eind 2013 is het laatste onderzoek bestuur en financiers uitgevoerd. Doelen en plannen 2016: Afstemming onderzoek Bestuur en financiers in DDFK verband.
Verbeteren en vernieuwen Verbeteren en vernieuwen is een continu proces. Door veranderingen in de omgeving wordt voortdurend een beroep op het aanpassingsvermogen van uw organisatie gedaan. Inspiratie en ideeën komen voort uit de eigen organisatie, metingen in de resultaatgebieden en uit de oriëntatie op de externe ontwikkelingen. Dit aandachtsgebied biedt inzicht in het verbetervermogen van de organisatie en legt de verbinding tussen wat moet en wat kan. Belangrijke input voor verbeteren en vernieuwen zijn o.a. de uitgevoerde positiebepaling en de samenwerking met andere gemeenten.
33
Paragrafen Versie 8 september 2015
34
Paragrafen Versie 8 september 2015
Paragraaf Verbonden Partijen Inleiding Deze paragraaf bevat informatie over de verbonden partijen van de gemeente Dantumadiel en hun ontwikkeling. Een partij is volgens de BBV–voorschriften eerst een verbonden partij indien er zowel een bestuurlijke als een financiële verbondenheid is. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan zowel hun openbaar belang (voor de burger), als hun financieel belang voor de gemeente Dantumadiel en de daarmee samenhangende risico’s.
Verbonden Partijen gemeente Dantumadiel In het hiernavolgende schema zijn de verbonden partijen opgenomen die afgemeten aan hun bestuurlijke en/of financiële gewicht van bijzonder belang voor de gemeente Dantumadiel zijn. Gemeenschappelijke Regeling DanDon WIZ Vestigingsplaats
Damwâld
Juridische status
Centrumgemeente
Deelnemers
Gemeente Dongeradeel en gemeente Dantumadiel
Openbaar belang en doel- Gezamenlijke uitvoering van de sociale dienst van de gemeenten Dongestelling radeel en Dantumadiel (en via een dienstverleningsovereenkomst met de gemeenten Schiermonnikoog, Kollumerland en Ferwerderadiel). Doelstellingen zijn verhoging efficiency en verbetering dienstverlening onder andere door versterking van het klantmanagement, krachtigere uitvoeringsorganisatie, één regionaal beleid. Financieel belang gemeen- De gemeenten delen in de exploitatielasten van de gezamenlijke sociale te dienst volgens een in onderling overleg overeengekomen sleutels. Het eigen vermogen en het Niet van toepassing vreemd vermogen aan het begin en het einde van het begrotingsjaar Resultaat 2014
Niet van toepassing
Veranderingen
-
Gemeenschappelijke Regeling DanDon Gemeentewurk Vestigingsplaats
Dokkum
Juridische status
Centrumgemeente
Deelnemers
Gemeente Dongeradeel en gemeente Dantumadiel
35
Paragrafen Versie 8 september 2015
Openbaar belang en doel- Gezamenlijke uitvoering van het Gemeentelijk Beheer en Onderhoud van de stelling gemeenten Dongeradeel en Dantumadiel. Doelstellingen zijn verhoging efficiency en verbetering dienstverlening onder andere door versterking van het klantmanagement, krachtigere uitvoeringsorganisatie, één regionaal beleid. Financieel belang gemeen- Gemeenten Dongeradeel en Dantumadiel delen in de exploitatielasten van te de gezamenlijke dienst volgens een in onderling overleg overeengekomen verdeelsleutel. Het eigen vermogen en het Niet van toepassing vreemd vermogen aan het begin en het einde van het begrotingsjaar Resultaat 2014
Niet van toepassing
Veranderingen in het be- lang dat de gemeente heeft Omrin / Afvalsturing Friesland Deelnemers
Alle Friese gemeenten (met uitzondering van de gemeente Smallingerland)
Juridische status
NV
Openbaar belang en doel- Uitvoeren van de wettelijke taak huishoudelijk en bedrijfsafval te verwerken stelling op basis van contractafspraken met de gemeente Dantumadiel. Doelstelling is dit op een doelmatige, milieuhygiënisch verantwoorde manier te doen en preventie en hergebruik afval actief te bevorderen. Financieel belang gemeen- De gemeente is op twee manieren betrokken bij Omrin, als aandeelhouder te en als klant / leverancier van afval. Het aandeel staat op de balans op historische aanschafwaarde. Het eigen vermogen en het vreemd vermogen aan het begin en het einde van het begrotingsjaar Resultaat 2014
Jaarrekening Eigen vermogen Vreemd vermogen
2014 € 41.939.000 € 184.584.000
2013 € 43.794.000 € 196.330.000
€ - 1.760.000
Veranderingen in het be- lang dat de gemeente heeft Gemeenschappelijke Regeling Leer-werkbedrijf Noard East Fryslân (NEF) Vestigingsplaats
Dokkum en Kollum
Juridische status
Openbaar lichaam
Deelnemers
Gemeenten Dongeradeel, Kollumerland en Dantumadiel
Openbaar belang en doel- Eén gemeentelijke organisatie die slagvaardig en integraal de Wet Werken stelling Naar Vermogen uitvoert, evenals de overgang van SW medewerkers van beschut werk naar werk daarbuiten. Per 1 januari 2014 is de uitvoeringsorganisatie in werking getreden waarbij alle werktaken (re-integratie, beschermend werken) worden geconcentreerd bij NEF en alle inkomenstaken bij ISD DanDon.
36
Paragrafen Versie 8 september 2015
Financieel belang gemeen- Doel is op termijn budgetneutraal te werken op basis van de Rijksbijdragen te WSW, Inkomen en Participatie. Het eigen vermogen en het vreemd vermogen aan het begin en het einde van het begrotingsjaar Resultaat 2014
Jaarrekening Eigen vermogen Vreemd vermogen
2014 € 915.000 € 2.733.000
2013 € 514.000 € 3.889.000
€ - 19.708.000
Veranderingen in het be- lang dat de gemeente heeft Veiligheidsregio Fryslân Vestigingsplaats
Leeuwarden
Juridische status
Openbaar lichaam
Deelnemers
Alle Friese gemeenten
Openbaar belang en doel- De Publieke Gezondheids- en Veiligheidsregio Fryslân / HVD Fryslân is een stelling gemeenschappelijke regeling van alle Friese gemeenten en verzorgt de wettelijke taken op het gebied van veiligheid en gezondheid voor de inwoners van de Provincie Fryslân. Activiteiten betreffen o.a. collectieve preventie ziekten, brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening crisisbeheersing bij ongevallen en rampen en het beheer van een gemeenschappelijke meldkamer. Per 1 januari 2014 is de brandweer overgegaan naar de Veiligheidsregio Fryslân. Financieel belang gemeen- De jaarlijkse bijdrage van de gemeente Dantumadiel bedraagt circa te € 1.228.061 (2015). Het eigen en vreemd vermogen aan het begin en het einde van het begrotingsjaar Resultaat 2014
Jaarrekening Eigen vermogen Vreemd vermogen
2014 € 6.588.871 € 53.963.827
2013 € 3.507.737 € 13.032.761
€ 3.225.623
Veranderingen in het be- lang dat de gemeente heeft Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) Vestigingsplaats
Leeuwarden
Juridische status
Openbaar lichaam
Deelnemers
Provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân en alle Friese gemeenten
Openbaar belang en doel- De FUMO is de Friese vertaling van de landelijk in te stellen Regionale Uitstelling voeringsdiensten (RUD’s). Doel is kwaliteitsverbetering en verhoging van de efficiency van de uitvoering van de wettelijke milieutaken van gemeenten en provincies. Basistaken van de FUMO zijn de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving met betrekking tot complexere en risicovolle inrichtingen (bedrijven) en activiteiten waarbij een bovenlokale aanpak nodig is.
37
Paragrafen Versie 8 september 2015
Daarnaast kunnen de deelnemers zogenoemde plustaken vanuit de WABO naar de FUMO overhevelen. Financieel belang gemeen- De jaarlijkse bijdrage van de gemeente Dantumadiel bedraagt circa te € 150.190 (2014). Het eigen en vreemd vermogen aan het begin en het einde van het begrotingsjaar
Resultaat 2014
Jaarrekening Eigen vermogen Vreemd vermogen
2014 € 1.245.160 € 2.975.745
2013 €0 €0
€ 1.245.160
Veranderingen in het be- lang dat de gemeente heeft Recreatieschap de Marrekrite Vestigingsplaats
Grou
Juridische status
Openbaar lichaam
Deelnemers
Samenwerkingsorgaan van de Provincie Friesland en twintig Friese gemeenten.
Openbaar belang en doel- Doel is het Friese waterland recreatief/toeristisch zo goed mogelijk te laten stelling functioneren, daarbij rekening houdend met de belangen van landschap en natuur. Het maken van aanleggelegenheden in het buitengebied en het beheer en onderhoud ervan is de hoofdactiviteit. Daarnaast wordt zorg gedragen voor de bevaarbaarheid van voor de watersport bestemde vaarwegen (baggeren, betonning). Een andere belangrijke activiteit is de vuilophaal. Op een groot aantal ligplaatsen in het centrale merengebied staan containers. Financieel belang gemeen- De deelnemers zijn gezamenlijk aansprakelijk voor de financiële tekorten bij te Recreatieschap de Marrekrite. De jaarlijkse (deelnemers)bijdrage van de gemeente Dantumadiel bedraagt € 17.495 (2015). Het eigen en vreemd vermogen aan het begin en het einde van het begrotingsjaar Resultaat 2014
Jaarrekening Eigen vermogen Vreemd vermogen
2014 € 4.532.070 € 638.348
2013 € 4.456.497 € 410.197
€ 75.573
Veranderingen in het be- lang dat de gemeente heeft Roobol Vestigingsplaats
Buitenpost
Juridische status
Openbaar lichaam
Deelnemers
NOFA gemeenten
Openbaar belang en doel- Behartiging belangen openbaar basisonderwijs. stelling
38
Paragrafen Versie 8 september 2015
Financieel belang gemeen- De NOFA gemeenten zijn verantwoordelijk voor de financiële tekorten bij te Roobol. Het eigen en vreemd vermogen aan het begin en het einde van het begrotingsjaar Resultaat 2014
Jaarrekening Eigen vermogen Vreemd vermogen
2014 € 4.719.013 € 1.242.765
2013 € 4.763.246 € 1.208.174
€ -/- 44.233
Veranderingen in het be- lang dat de gemeente heeft Welstandszorg Hûs en Hiem Vestigingsplaats
Leeuwarden
Juridische status
Openbaar lichaam
Deelnemers
Alle Friese Gemeenten
Openbaar belang en doel- Het voorzien van de gemeenten in de welstandsadvisering als bedoeld in de stelling Woningwet en advisering over toepassing van de Monumentenwet. Financieel belang gemeen- Alle deelnemende gemeenten zijn aansprakelijk voor de financiële tekorten te bij Welstandszorg Hûs en Hiem. Bekostiging geschiedt via een jaarlijkse bijdrage op begrotingsbasis- en rekeningbasis. Het eigen en vreemd vermogen aan het begin en het einde van het begrotingsjaar Het resultaat 2014
Jaarrekening Eigen vermogen Vreemd vermogen
2014 € 137.685 € 97.133
2013 € -109.132 € 218.278
€ 54.325
Veranderingen in het be- lang dat de gemeente heeft NV Kabeltelevisie noord oost Friesland Vestigingsplaats
Dokkum
Juridische status
NV
Deelnemers
Kabel noord oost Friesland is in 1979 ontstaan als Gemeenschappelijke Regeling en is in 1996 omgezet naar een NV met als aandeelhouders de gemeenten Dongeradeel (36,75%), Ameland (14,5%), Kollumerland (18,1%), Schiermonnikoog (4,25%) en Dantumadiel (26,5%).
Openbaar belang en doel- De aanleg, het beheer, het onderhoud, de instandhouding, en de exploitatie stelling van centrale antenne inrichtingen met bijbehorende kabelnetten in de deelnemende gemeenten. Financieel belang gemeen- Gemeente Dantumadiel bezit 26,5% van de aandelen van NV Kabeltelevisie te noord oost Friesland die voor historische aanschafwaarde op de gemeentelijke balans staan. Gemeente Dantumadiel is niet aansprakelijk voor ontstane tekorten bij NV Kabeltelevisie noord oost Friesland.
39
Paragrafen Versie 8 september 2015
Het eigen en vreemd vermogen aan het begin en het einde van het begrotingsjaar
Jaarrekening * Eigen vermogen Vreemd vermogen
2014 € 9.866.257 € 7.727.338
2013 € 8.452.474 € 4.418.048
* geconsolideerde cijfers Resultaat 2014
€ 1.413.783
Veranderingen in het be- lang dat de gemeente heeft Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) Vestigingsplaats
Den Haag
Juridische status
Openbaar lichaam
Deelnemers
Alle Nederlandse gemeenten
Openbaar belang en doel- Belangenbehartiging voor alle Nederlandse gemeenten. stelling Financieel belang gemeen- te Het eigen en vreemd vermogen aan het begin en het einde van het begrotingsjaar
Jaarrekening * Eigen vermogen Vreemd vermogen
2014 € 64.373.000 € 78.592.000
2013 € 59.745.000 € 52.635.000
* geconsolideerde cijfers Resultaat 2014
€877.000
Veranderingen in het be- lang dat de gemeente heeft Vereniging van Friese gemeenten (VFG) Vestigingsplaats
Leeuwarden
Juridische status
Openbaar lichaam
Deelnemers
Alle Friese gemeenten
Openbaar belang en doel- Belangenbehartiging voor alle Friese gemeenten. stelling Financieel belang gemeen- De jaarlijkse bijdrage van de gemeente Dantumadiel bedraagt € 8.183 te (2015). Het eigen en vreemd vermogen aan het begin en het einde van het begrotingsjaar Resultaat 2014
Jaarrekening Eigen vermogen Vreemd vermogen
2014 € 140.233 € 105.471
2013 € 149.134 € 102.974
€ - 8.901
40
Paragrafen Versie 8 september 2015
Veranderingen in het be- lang dat de gemeente heeft Bank Nederlandse gemeenten Vestigingsplaats
Den Haag
Juridische status
NV
Deelnemers
Alle Nederlandse gemeenten, naast het Rijk (50%), de provincies en een hoogheemraadschap.
Openbaar belang en doel- Efficiënt betalingsverkeer van gemeenten. stelling Financieel belang gemeen- Gemeente Dantumadiel bezit 12.285 aandelen die een belang van € 30.712 te vertegenwoordigen (€ 2,50 per aandeel). Het totaal aantal uitgegeven aandelen bedraagt 55.690.720. Het eigen en vreemd vermogen aan het begin en het einde van het begrotingsjaar
Jaarrekening * Eigen vermogen Vreemd vermogen
2014 € 3.582.000.000 € 149.923.000.000
2013 € 3.430.000.000 € 127.753.000.000
* geconsolideerde cijfers Resultaat 2014
€ 126.000.000
Veranderingen in het be- lang dat de gemeente heeft
41
Paragrafen Versie 8 september 2015
42
Paragrafen Versie 8 september 2015
Paragraaf Grondbeleid Beleidsagenda De afgelopen jaren is steeds gerapporteerd over de stagnerende grondverkopen. In navolging van het landelijk beeld is de woningmarkt in 2015 weer aangetrokken. Verwacht wordt dat dit herstel zich in 2016 zal voortzetten. In de lopende exploitaties is dit herstel al voorzien. Er is dan ook sprake van een bevestiging van de verwachting. Het herstel is nog niet dusdanig dat er meevallers worden verwacht. Het herstel van de markt t.a.v. de verkoop van bedrijfskavels is nog maar beperkt zichtbaar. Aangezien het herstel in de exploitaties is voorzien zal ook de komende periode bij de lopende exploitatiegebieden de vinger derhalve goed aan de pols moeten worden gehouden en zal er indien nodig bijtijds moeten worden bijgestuurd. Bij het bepalen van de koers voor toekomstige ontwikkelingen zullen risico’s goed moeten worden ingeschat om verantwoord met de middelen en openbare ruimte om te gaan. De komende periode zal blijvend stimulerend worden opgetreden om de verkoop te bevorderen. In 2016 zal nadere advisering plaatsvinden ten aanzien van de afronding van de grondexploitatie De Westereen centrumplan en De Westereen East. Doel van deze advisering zal zijn het verlagen van het risicoprofiel van het gemeentelijk grondbedrijf. Verder zal in 2016 nadere advisering volgen t.a.v. de locatie Aukejanstrjitte te Broeksterwald en de locatie van De Boustien in De Westereen. In het kader van de ambtelijke fusie zal in 2016 in gezamenlijkheid met de DDFK gemeenten onderzocht worden op welke wijze processen en producten op elkaar kunnen worden afgestemd. Het gemeentelijke grondbedrijf blijft een actief grondbeleid voeren. Dit houdt in dat uit- en inbreidingen actief worden ontwikkeld op basis van eigen grondposities, afgestemd op de vraag naar woon- en bedrijfsruimte. Hiertoe zijn in het verleden al gronden verworven, deze gronden zijn benoemd als ‘gronden in toekomstige exploitaties’. Waar noodzakelijk zal het gemeentelijke grondbedrijf private ontwikkelingen faciliteren. Dit zal gebeuren op basis van zogenaamde anterieure overeenkomsten en minimaal binnen mogelijkheden van kostenverhaal conform de grondexploitatiewet. Posterieure overeenkomsten worden voor als nog uitgesloten. In de begroting van het grondbedrijf wordt onderscheid gemaakt tussen gronden in exploitatie en gronden in toekomstige exploitaties. Verder wordt ingegaan op de gronden die zijn ondergebracht bij de algemene dienst, de zogenaamde overige gronden. Onderstaand wordt per typering en per complex de begroting behandeld.
Gronden in exploitatie In 2016 zullen de volgende complexen in exploitatie zijn: De Westereen – gebiedsexploitatie “De Westereen Centrumplan” Boekwaarde op 1 januari 2016 Nog te investeren Nog te genereren opbrengsten Verwacht negatief eindresultaat
-3.914.490 -956.010 2.921.000 -1.949.500
Aangelegde voorziening te afdekking resultaat
1.949.500
Verwacht jaar van sluiting complex 2018
43
Paragrafen Versie 8 september 2015
Aangezien een groot deel van de investeringen is gerealiseerd ontstaat meer zekerheid over het exploitatieresultaat. Ten aanzien van de verkoop wordt verwacht dat e.a. conform prognose zal verlopen. De Westereen - East Boekwaarde op 1 januari 2016 Nog te investeren Nog te genereren opbrengsten Verwacht positief eindresultaat
466.000 -216.600 670.000 920.000
Verwacht jaar van sluiting complex 2017 Vertraging van de ontwikkeling is bij dit complex, is financieel en gezien de positieve boekwaarde, niet problematisch. Damwâld - Hoeksterloane Boekwaarde op 1 januari 2016 Nog te investeren Nog te genereren opbrengsten Verwacht positief eindresultaat
150.000 -120.000 650.000 680.000
Verwacht jaar van sluiting complex 2017 Gelet op de ontwikkelingen op de woningmarkt kan gesteld worden dat dit complex een positieve ontwikkeling heeft doorlopen. Een klein aantal kavels is nog te koop. Inmiddels heeft een herverdeling van kavels plaatsgevonden waardoor verkoopbaarheid is verbeterd. De verwachting is dat de laatste kavels in 2016 verkocht zullen worden, waarna het complex in 2017 kan worden afgesloten. Feanwâlden – de Bosk Boekwaarde op 1 januari 2016 Nog te investeren Nog te genereren opbrengsten Verwacht negatief eindresultaat
-2.150.000 -2.650.000 4.845.000 -45.000
Verwacht jaar van sluiting complex 2024 Het bouwrijpmaken van de eerste fase van De Bosk is in 2015 gerealiseerd. Tevens is de verkoop gestart. In 2015 lijkt de verkoop conform prognose te verlopen. Bij een gelijkblijvende woningmarkt zal er geen aanleiding zijn tot aanpassing van de prognose.
44
Paragrafen Versie 8 september 2015
Gronden in toekomstige exploitatie Van deze complexen zijn nog geen exploitaties vastgesteld. Het zijn ontwikkelgebieden waarvan in het verleden is besloten de benodigde gronden aan te kopen. In 2008 heeft de raad middels het vaststellen van de nota ‘actualisatie gemeentelijk grondbezit’ bepaald dat deze gebieden met een grote waarschijnlijkheid binnen tien jaar in exploitatie zouden worden genomen Onderstaand geeft een overzicht van de betreffende projecten. Vervolgens wordt per project een korte beschrijving gegeven Exploitaite Verwachte
Verwachte
Boekwaarde
Verwacht
binnen
start
boekw. compl.
per m2
exploitatie
10 jaar
exploitatie
in startjaar
in startjaar
resultaat
Bedrijventerrein Feanwâlden
ja
2016
523.766
21,11
0
Jagerwei II Broeksterwâld
ja
2015
-16.459
-0,99
150.000
Prikkebosk Damwâld
ja
2016
850.000
19,73
0
Broekloane Wâlterswâld
ja
2015
155
0,02
162.000
Mearikkerpaad II Wâlterswâld
ja
2018
-5.000
-0,49
100.000
Verwacht totaal eindresultaat
412.000
Bedrijventerrein Feanwâlden Oostelijk van het huidige bedrijventerrein De Zwette bevindt zich een mogelijkheid tot uitbreiding. Deze uitbreiding zal starten zodra er zich een gegadigde meldt. Broeksterwâld – Jagerswei De ontwikkeling van deze gronden wordt meegenomen in de herziening van het bestemmingsplan Broeksterwâld en zal na de ontwikkeling van de beoogde ontwikkellocatie aan de Auke Jansstrjitte worden ontwikkeld. Damwâld – Prikkebosk Veel grond voor dit toekomstige complex is reeds verworven. Verwachting is dat dit complex binnen 10 jaar in ontwikkeling kan worden genomen. Een deel van de gronden in dit complex is in 2011 afgewaardeerd en overgeboekt naar de Algemene Dienst “overige gronden”. In 2016 zal heroverweging plaatsvinden van alle complexen in Damwâld. Wâlterswâld – Mearikkerpaad 2 Dit complex betreft een uitbreiding van het bestaande uitleggebied Mearikkerpaad. De ontwikkeling van deze gronden zijn reeds verworven en de ontwikkeling wordt meegenomen in de herziening van het bestemmingsplan Wâlterswâld súd. Naar verwachting zal dit complex binnen 10 jaar in exploitatie worden genomen. Broekloane Wâlterswâld Met betrekking tot de ontwikkeling van maximaal 8 woningbouwkavels is een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met een particuliere ontwikkelaar. Deze ontwikkeling is meegenomen in de herziening van het bestemmingsplan ter plaatse. Bij het opstellen van deze begroting zijn de gronden nog niet in exploitatie genomen. Naar verwachting zal dit op korte termijn plaatsvinden.
Overige gronden Deze categorie valt onder de Algemene Dienst en maakt derhalve geen deel uit van het grondbedrijf. De boekwaarde van deze gronden neemt jaarlijks niet toe aangezien de rente jaarlijks wordt afgeschreven.
45