Begroting 2010 GGD Zuid Limburg, afdeling GHOR DB 6 maart 2009 AB 19 juni 2009
2
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Bestuur en vaststelling begroting 2010
6
Algemene toelichting Toelichting exploitatiebegroting 2010 Algemeen Productgroep Pro-actie en Preventie Productgroep Preparatie, Repressie en Nazorg Productgroep Beleid en Bestuur
9 11 11 12 14 16
Begroting 2010
19
Paragrafen
27
Toelichting per onderdeel
33
3
4
Voorwoord
Het jaar 2010 is het tweede jaar van de GHOR-beleidscyclus 2009-2012. In 2009 is de basis gelegd voor het beleid in de komende jaren. De begroting 2010 bouwt dan ook voort op de begroting en de beleidsafspraken voor 2009 en blijft gebaseerd op een voorzichtig financieel beleid, dat voldoet om het met het bestuur en de gemeenten afgesproken zorgniveau te handhaven. Beleidsmatig staat de GHOR de komende jaren voor nieuwe uitdagingen. De Wet op de Veiligheidsregio’s zal een aantal wetten gaan vervangen, waaronder de Wet Rampen en Zware ongevallen en de Wet op de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen. Deze wetten voldoen niet meer, gezien de maatschappelijke ontwikkelingen, waarbij een verschuiving te zien is van rampenbestrijding naar crisisbeheersing. De rampenbestrijding richt zich vooral op de zogenoemde flitsrampen, waarbij snelle hulp door de hulpdiensten voldoet om de ramp te bestrijden. Crisisbeheersing vraagt echter een andere aanpak. Uitval van vitale infrastructuur, een grieppandemie, terrorisme, maar ook een financiële crisis vragen om crisisbeheersing. Crises ontstaan en voltrekken zich in de regel langzaam en kennen een lange nasleep. Dit vraagt om andere structuren dan bij een ramp. Het Ministerie van BZK heeft een referentiekader voor het regionaal crisisplan opgesteld. De consequenties voor de organisatie van de GHOR en voor de competenties van het personeel zijn op dit moment nog niet goed te overzien. De GHOR verwacht echter dat een beleidsmatige verandering noodzakelijk zal zijn; zij verwacht dit te kunnen doen zonder extra financiering. De GHOR Zuid-Limburg beoogt ook in 2010 zich verder in te zetten voor een goede samenwerking met partners in zowel de geneeskundige als de multidisciplinaire keten. Door de fusie met de GGD’en in Zuid-Limburg zijn de lijnen met een aantal belangrijke beleidsterreinen, zoals infectieziektenbestrijding, ambulancezorg en meldkamer kort. De aansturing is eenduidig vanuit een centrale directie. Het financiële voordeel wordt gehaald uit het samen gebruik maken van de staf- en ondersteunende diensten. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen de geneeskundige keten worden steeds duidelijker. Met name de verplichting, door de rijksoverheid opgelegd aan de zorginstellingen, te zorgen voor een goede voorbereiding op eventuele calamiteiten, zorgt ervoor dat de positie van de GHOR in de keten zich helderder aftekent. Multidisciplinaire samenwerking met als belangrijke partners brandweer, politie en gemeenten zal een versnelling krijgen door de wet op de veiligheidsregio’s en het daarmee samenhangend crisisplan, dat ook in Zuid-Limburg ontwikkeld en ingevoerd zal worden op basis van het nationale referentiekader crisisplan. Natuurlijk verheugt de GHOR Zuid-Limburg zich ook op een nog betere samenwerking met de multidisciplinaire partners door vanaf 2010 samen te mogen werken in het MCC Zuid-Limburg (Meld- en coördinatiecentrum). In het MCC zitten de afdelingen “rampenbestrijdings- en crisisbeheersing” van de partners bij elkaar, ieder werkend vanuit de eigen moederorganisatie, maar met als doel de veiligheid voor de burgers van Zuid-Limburg de vergroten. De GHOR Zuid-Limburg werkt daar graag aan mee.
F.C.W. Klaassen, arts Regionaal Geneeskundig Functionaris Voorzitter directie GGD Zuid Limburg
5
Bestuur en vaststelling begroting 2010 Rechtspersoonlijkheid De GGD Zuid Limburg, afdeling GHOR is een gemeenschappelijke regeling, waarvan oprichting en instandhouding geschiedt door de 19 gemeenten in Zuid-Limburg. Verantwoordelijkheid en samenstelling Dagelijks Veiligheidsbestuur en Algemeen Veiligheidsbestuur Verantwoordelijkheid Het Dagelijks Veiligheidsbestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en vaststellen van de (ontwerp)begroting. Het Algemeen Bestuur is verantwoordelijk voor het goedkeuren van de (ontwerp)begroting. Samenstelling Het Dagelijks Veiligheidsbestuur is als volgt samengesteld: Naam Dhr. Drs. G.B.M. Leers, burgemeester gemeente Dhr. Drs. G.J.M. Cox, burgemeester gemeente Dhr. J.J.M. Som, burgemeester gemeente Dhr. Mr. A.M.G. Gresel, burgemeester gemeente
Maastricht
Functie Voorzitter en Portefeuillehouder politie Portefeuillehouder GHOR
Sittard-Geleen Kerkrade
Secretaris en Portefeuillehouder multidisciplinaire projecten Portefeuillehouder brandweer
Heerlen
Het Algemeen Bestuur is als volgt samengesteld: Naam Dhr. Drs. A.M.J. Cremers, burgemeester gemeente Beek Dhr. Mr. Drs. C.M.A. Brocken, burgemeester gemeente Brunssum Mevrouw M.H.E. Pelzer, burgemeester gemeente Eijsden Dhr. drs. A.R.B. van den Tillaar, burgemeester gemeente Gulpen-Wittem Dhr. Mr. A.M.G. Gresel, burgemeester gemeente Heerlen Dhr. J.J.M. Som, burgemeester gemeente Kerkrade Dhr. Mr. L.H.F.M. Janssen, burgemeester gemeente Landgraaf Dhr. Drs. G.B.M. Leers, burgemeester gemeente Maastricht Dhr. Mr. Drs. H.J.G. van Beers, burgemeester gemeente Margraten Dhr. Mr. R.S.M.R. Offermanns, burgemeester gemeente Meerssen Dhr. mr. H.G. Vos Burgemeester Nuth Mevrouw M.A.H. Clermonts-Aretz, burgemeester gemeente Onderbanken Dhr. B.H.M. Link, burgemeester gemeente Schinnen
Functie Lid Lid Lid Lid Lid Secretaris Lid Voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid
6
7
8
ALGEMENE TOELICHTING
9
10
Toelichting exploitatiebegroting 2010 Het beleid van de voorafgaande jaren wordt ook in 2010 voortgezet. Behoudens indexering op een deel van de producten heeft de GHOR geen verhoging van de bijdrage van gemeente voorzien. De BDUR (brede doeluitkering rampenbestrijding) zal voor de veiligheidsregio Zuid-Limburg in 2010 verhoogd worden met 200.000 € en in 2011 met 500.000 €. Een gedeelte van deze gelden zal worden gebruikt voor bestedingen die door de rijksoverheid verplichtend zijn opgelegd aan de veiligheidsregio’s. Over de besteding van het eventueel resterende bedag beslist het Algemeen Veiligheidsbestuur ZuidLimburg. Deze algemene toelichting is opgezet vanuit de missie van de GHOR, de vijf schakels in de zogenaamde ‘veiligheidsketen’: pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg en de daaruit voortvloeiende producten.
Algemeen Processen, producten en personele bezetting De GHOR, en breder de geneeskundige keten, stelt in al haar activiteiten slechts één ding centraal: de gezondheid van het (potentiële) slachtoffer van een ongeval, een ramp of medische crisis. Met de toevoeging van het woordje “potentiële” wordt uitdrukking gegeven aan de verantwoordelijkheid die de GHOR heeft in het kader van het voorkomen van gezondheidsschade. Voorkomen is nu eenmaal beter dan genezen. Ten dienste van de gezondheid van het slachtoffer is de GHOR wettelijk (proces)verantwoordelijk voor drie processen binnen de geneeskundige hulpverlening, te weten: 1. de geneeskundige hulpverlening somatisch (GHS); 2. de psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen (PSHOR); 3. de preventieve openbare gezondheidszorg (POG). Ter ondersteuning van de processen van de multidisciplinaire partners levert de GHOR bijdragen aan: • Gemeentelijke processen: uitvaartverzorging, registreren van slachtoffers; • Brandweerprocessen: redden en technische hulpverlening, meten en milieuzorg, besmettingscontrole en organisatie ontsmetten mensen; • Politieprocessen: identificeren van overledenen; • Multidisciplinaire processen: voorlichting, waarschuwen van bevolking, ontruimen en evacueren, opvang en verzorging, primaire levensbehoeften. De werkbelasting verschilt per jaar aan de hand van het aantal inzetten en aanpassingen door landelijke ontwikkelingen. Om invulling te kunnen geven aan haar procesverantwoordelijkheid is de GHOR als netwerkorganisatie voor elk van de processen afhankelijk van de uitvoerende zorginstellingen, maar ook van de multidisciplinaire rampenbestrijdingspartners. De GHOR kan wat dat betreft onmogelijk los van haar samenwerkingspartners gezien worden. De producten: • Pro-actie en Preventie • Preparatie, Repressie en Nazorg • Beleid en Bestuur zijn verantwoordelijk voor het managen van de GHOR processen, het leveren van bijdragen aan de processen van de multidisciplinaire partners en het adequaat inrichten en coördineren van de vijf schakels in de veiligheidsketen (proactie, preventie, preparatie, repressie, nazorg). Om de producten volgens afspraak, op tijd en met een van te voren afgesproken kwaliteit te leveren is goed opgeleid personeel van groot belang. De organisatiestructuur in Zuid-Limburg (de fusie tussen de GGD-en en de GHOR) ondersteunt optimaal het 11
vereiste zorgniveau bij incidenten en rampen. Hierbij verloopt de opschaling vanuit de reguliere zorg naar de opgeschaalde incidentbestrijding geruisloos. De noodzakelijke personele bezetting is als volgt: Functie Regionaal Geneeskundig Functionaris (RGF) Afdelingshoofd GHOR Beleidsmedewerker Operatiën en Innovatie Beleidsmedewerker Opleiden Trainen en Oefenen (OTO) Beleidsmedewerker Bestuurlijke aangelegenheden Beleidsmedewerker Euregionale Projecten Beleidsmedewerker Public Relations (PR) Medewerker Coördinatie Oefeningen en Evenementen Medewerker Preparatie, Pro-actie en Preventie Geneeskundig adviseur gevaarlijke stoffen Medewerker Materiaalbeheer Afdelingssecretaresse
FTE 0,5 0,9 1,0 1,0 0,25 0,5 0,5 3,3 2,1 0,1 1,0 1,2
Binnen de GGD Zuid Limburg worden, op het gebied van beleid, beleidsmedewerkers flexibel ingezet op de verschillende beleidsonderdelen. De afdeling GHOR koopt beleid op het gebied van bestuurlijke aangelegenheden, euregionale projecten en public relations intern in bij de centrale beleidsafdeling. Omdat alle afdelingen dit doen is er een duidelijk beeld van de beleidsbehoefte voor de komende jaren en worden dubbelingen vermeden. Iedere afdeling hoeft niet zelf het wiel uit te vinden. De synergievoordelen komen dit jaar tot uiting doordat voor eenzelfde kwaliteit aan beleidsondersteuning minder fte-ruimte wordt gereserveerd. Dat betekent niet, dat er op de personele bezetting wordt gekort. De ruimte die in de beleidsondersteuning wordt gewonnen, wordt gebruikt om het aandachtsgebied opleiden, trainen en oefenen (OTO) te versterken. OTO heeft deze versterking nodig om te blijven voldoen aan de toenemende vraag naar adequate opleidingen, oefeningen en trainingen. Het gewenste zorgniveau voor de periode 20092012 wordt hierdoor geborgd. De fte-indicatie in bovenstaand overzicht geeft de capaciteit voor het jaar 2009 weer.
Productgroep Pro-actie en Preventie (€332.031) Pro-actie is gericht op het voorkomen van risico’s. De meer officiële omschrijving ervan is “het wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid en het voorkomen van het ontstaan ervan”. Breder opgevat heeft pro-actie tevens betrekking op het “veiligheidsdenken”, dat wil zeggen op het in een vroegtijdig stadium (bijvoorbeeld in het ruimtelijk ordeningsbeleid) nadenken over veiligheidsrisico’s. Met preventie wordt doorgaans gedoeld op het beperken van reeds bestaande risico’s. Preventie heeft hierbij betrekking op het inperken van directe oorzaken (“triggers”) van onveiligheid, terwijl pro-actie is gericht op structurele oorzaken. Een goed voorbeeld hiervan is de “routering” van gevaarlijke stoffen. Door bijvoorbeeld zoveel mogelijk te voorkomen dat gevaarlijke stoffen door de bebouwde kom worden vervoerd, wordt voor de bewoners het risico beperkt. Incidenten kunnen hierdoor evenwel niet geheel voorkomen worden, zoals het geval is bij pro-actieve maatregelen. Wel kunnen zowel de kans (routering via minder gevaarlijke wegen) als het effect (routering via dunbevolkte gebieden) beperkt worden. De basis van het rampenbestrijdingsbeleid wordt gevormd door de (pro-actieve) inventarisatie en analyse van het risicoprofiel. Het opstellen van een risicokaart en het (kwantitatief en kwalitatief) analyseren van de risico’s is derhalve een belangrijke taak binnen de pro-actie en preventie.
12
De • • • •
volgende activiteiten op het gebied van pro-actie en preventie worden onderscheiden: Advisering GHOR-aspecten ruimtelijk beleid Advisering GHOR-aspecten vergunningverlening evenementen Veiligheid eigen personeel Risicocommunicatie & algemene publieksvoorlichting
Trends • Vitale infrastructuur Vitale infrastructuur (elektriciteit, water, gas, telefonie) blijft de aandacht krijgen die het verdient. De maatschappelijke en economische schade kan bij uitval van deze infrastructuur groot zijn. De monodisciplinaire protocollen ter voorbereiding op de uitval vitale infrastructuur vormen de basis van de multidisciplinaire aanpak en protocollering. Er is een kadernota opgesteld van waaruit deze protocollen verder vorm moeten krijgen. • Multidisciplinaire benadering evenementen In 2008 is een aanzet gemaakt met de multidisciplinaire benadering van evenementen. De geneeskundige advisering ten aanzien van evenementen is onderdeel van het multidisciplinaire advies. De advisering moet een toegevoegde waarde zijn voor het gemeentelijke proces vergunningverlening. • Veiligheid eigen personeel Het beleidsplan ten aanzien van veiligheid eigen personeel wordt aangepast aan de hand van de doelstellingen uit het multidisciplinaire beleidsplan Veiligheidsregio ZuidLimburg 2009-2012. • Publieksvoorlichting Zelfredzaamheid van de burger blijft een belangrijk thema bij de publieksvoorlichting. Per periode wordt multidisciplinair afgesproken over welke onderwerpen de bewoners in Zuid-Limburg nader worden geïnformeerd. De uitval vitale infrastructuur is hier een belangrijk onderwerp. Beleid Mijlpalen Multidisciplinaire protocollen vitale infrastructuur Aangepast beleidsplan veiligheid eigen personeel •
•
•
•
Beschikbaar in 2010 februari mei
Vitale infrastructuur GGD Zuid Limburg, afdeling GHOR levert haar bijdrage bij de opzet en de implementatie van multidisciplinaire protocollen ten aanzien van vitale infrastructuur. De eerste resultaten zijn per 1 april 2009 beschikbaar. Multidisciplinaire benadering evenementen Het geneeskundige advies ter ondersteuning van evenementen wordt onderdeel van de multidisciplinaire advisering aan gemeenten. De GGD Zuid Limburg, afdeling GHOR levert haar bijdrage bij het actueel krijgen en houden van de multidisciplinaire evenementenkalender. Per 1 augustus 2009 zijn alle 19 ZuidLimburgse gemeenten aangesloten op de evenementenkalender. Veiligheid eigen personeel Het beleid veiligheid eigen personeel wordt aangepast aan de hand van het multidisciplinaire beleidsplan Veiligheidsregio Zuid Limburg 2009-2012. Dit aangepast beleidsplan is per 1 mei beschikbaar. Belangrijk onderdeel van de aanpassing is de inzet van veiligheidsfunctionarissen. Deze functionaris waakt over de veiligheid van het eigen personeel bij incidenten en rampen, maar ook bij oefeningen en tijdens evenementen. Publieksvoorlichting De bewoners in Zuid-Limburg krijgen eenduidige informatie over hoe te handelen bij een incident. Vooral de uitval vitale infrastructuur krijgt de nodige aandacht. Het blijven appelleren aan de zelfredzaamheid van de burger blijft een belangrijk thema bij risicocommunicatie. 13
Productgroep Preparatie, Repressie en Nazorg (€1.137.477) Preparatie is de voorbereiding op het optreden ten tijde van een incident. De preparatie omvat een breed scala aan activiteiten, grofweg gericht op “plannen, mensen, middelen”. Allereerst wordt in het kader van preparatie aan planvorming gedaan. De te volgen procedures tijdens de repressie worden vastgelegd in generieke plannen, opdat duidelijk is wat gedaan moet worden en waar welke taken en verantwoordelijkheden liggen. Voorbeelden hiervan zijn het gemeentelijk rampenplan, de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdingsprocedure (GRIP), deelplannen en draaiboeken voor de deelprocessen binnen de rampenbestrijding. Daarnaast wordt in specifieke plannen (zoals in een rampbestrijdingsplan of in een aanvalsplan) vitale informatie opgenomen over risicovolle objecten, zoals invalswegen, aanwezige gevaarlijke stoffen en dergelijke of over afwijkende procedures voor een bepaald type incident (zoals van tevoren vastgelegde, afwijkende coördinatiestructuren bij regiogrensoverschrijdende incidenten bij een bepaalde instelling). De repressie is het fysieke optreden van de hulpdiensten (en alle andere bij de rampenbestrijding betrokken diensten) ten tijde van een incident of de dreiging daarvan. Het doel van de repressie is het bestrijden van een incident en het beperken van de schade. Tevens wordt hieronder verstaan de evaluatie van inzetten om van ervaringen te leren. De rollen en verantwoordelijkheden ten tijde van een ramp of zwaar ongeval zijn vastgelegd in het gemeentelijk rampenplan en de GRIP. In algemene zin is de nazorg erop gericht, voor zover mogelijk, de situatie van vóór het incident te herstellen, zowel in materiële als immateriële zin. De nazorg omvat activiteiten als financiële en juridische afwikkeling van een ramp, de wederopbouw, de politiek-bestuurlijke afhandeling, bevolkingsonderzoek en de psychosociale hulpverlening. De volgende activiteiten op het gebied van preparatie, repressie en nazorg worden onderscheiden: • Opleiding, training en oefening (OTO) • Beheer en operationeel houden rampenbestrijdingsmaterieel • Operationele planvorming • Operationele inzet Trends • Opleiden, Trainen en Oefenen De mate van inzetbaarheid van functionarissen bij incidenten en rampen blijft zeer belangrijk. Daarom wordt per functionaris bijgehouden aan welke oefeningen, trainingen en opleidingen hij of zij heeft deelgenomen en aan welke daadwerkelijke inzetten de functionaris heeft deelgenomen. Dit alles moet leiden tot een beter inzicht in de geoefendheid van functionarissen en vanuit dit inzicht kunnen eenduidige indicatoren worden opgesteld. Deze indicatoren worden dan de graadmeter om te bepalen of een functionaris voldoende kennis en kunde heeft om inzetbaar te zijn bij incidenten en rampen. Het OTO beleidsplan 2009-2012 is vanaf maart 2009 gereed. Het oefenen met onze Belgische en Duitse partners blijft een belangrijk onderdeel van het jaarlijkse oefenplan. Doel is dat hulpverleningspersoneel door regelmatig te oefenen elkaars werkwijze leert kennen. De nadruk ligt op samenwerking en het verkrijgen van inzicht in elkaars kennis en kunde. • Beheer en operationeel houden van rampenbestrijdingsmaterieel Materiaal dat ingezet wordt bij rampen en incidenten moet aansluiten aan het gebruik in reguliere omstandigheden. De GHOR en Ambulancedienst zijn in Zuid-Limburg beiden een onderdeel van de GGD Zuid Limburg. In 2008 is er beleid ontwikkeld over de inzet van materieel. Deze lijn wordt in 2010 doorgezet. • Operationele planvorming Het aanpassen van de GHOR processen aan de hand van de landelijke ontwikkelingen en regionale behoeften blijft een aandachtspunt. De landelijke trend is dat er vooral naar de beheersing van een crisis wordt gekeken. Vanuit 14
deze analyse moet dan een juiste mix van hulpverleningsprocessen worden opgestart. Deze handelswijze lijkt veel op de manier waarop de politie een incident benadert vanuit het proces Staf Grootschalig Bijzonder Optreden (SGBO). De werkwijze en operationele informatie op het gebied van incidenten vitale infrastructuur (elektriciteit, water, gas en telefonie) worden samengevoegd in een zogenaamd protocollenboek. Belangrijk hierbij is dat de monodisciplinaire werkwijze aansluit op de multidisciplinaire afspraken en werkwijze. Incidenten met gevaarlijke stoffen uit de categorieën radiologisch, nucleair, biologisch en chemisch (RNBC) komen steeds vaker voor. Een eenduidige advisering op dit gebied tijdens een incident moet de strategische, tactische en operationele beslissingen adequaat ondersteunen. In 2009 zijn er concrete afspraken gemaakt tussen de multidisciplinaire partners over deze eenduidige advisering. Ook wordt onderzocht of de RNBC- advisering op Limburgse schaal kan worden gerealiseerd. Ambulancebijstand en gewondenspreiding bestaat in 2009 nog uit twee geautomatiseerde systemen; een landelijk systeem dat de hulpvraag vanuit onze Nederlandse partners coördineert en een geautomatiseerd systeem die hetzelfde doet met onze Euregionale partners. Een koppeling van beide systemen dient dit jaar te worden gerealiseerd.
• Operationele inzet In 2008 is het aantal beschikbare piketfunctionarissen in de functie Officier van Dienst Geneeskundig (OvDG), hoofd sectie GHOR (HS-GHOR) en de Regionaal Geneeskundig Functionaris (RGF) uitgebreid. Vanaf 2009 zijn de nieuwe functionarissen opgeleid en inzetbaar. Evaluaties gemaakt naar aanleiding van een incident maar ook evaluaties van grootschalige evenementen zijn een belangrijke bron van informatie voor de aanpassing van procedures en protocollen. Het GGD-kwaliteitssysteem is het belangrijkste hulpmiddel om de procesgang te begeleiden en te bewaken. Beleid Mijlpalen Inzetbaarheid materieel Inzetmatrix Eenduidige advisering RNBC Indicatoren inzetbaarheid Koppeling landelijk en euregionaal informatiesysteem •
•
Beschikbaar in 2010 april februari juni maart december
Opleiding, training en oefening (OTO) Aan de hand van landelijke ontwikkeling en vanuit de beleidsdoelstellingen OTO uit het multidisciplinaire beleidsplan Veiligheidsregio Zuid Limburg 2009-2012 worden GHOR beleidsdoelstellingen geactualiseerd. De mate van inzetbaarheid van functionarissen wordt hierbij benadrukt. Per 1 april 2009 is de inzetmatrix beschikbaar voor de piketfunctionarissen Regionaal Geneeskundig Functionaris (RGF), voor het Hoofd sectie GHOR (HSGHOR), voor de Officier van Dienst Geneeskundig (OvDG) en voor de Coördinator GewondenVervoer (CGV). Per 1 maart 2009 zijn de indicatoren die de inzetbaarheid meetbaar maken van bovengenoemde functionarissen beschikbaar. Het oefenen met de Euregionale partners blijft een belangrijk onderdeel van het jaarlijkse oefenplan. Voorts is in samenwerking met de GHOR Limburg Noord en het traumacentrum Limburg een begin gemaakt met het schrijven van een gezamenlijk meerjaren beleidsplan OTO. De afstemming tussen beide regio’s zal hierdoor verbeteren. Beheer en operationeel houden van rampenbestrijdingsmaterieel Met de Regionale Ambulancezorg is gemeenschappelijk beleid ontwikkeld over de inzet van materieel. Ook zijn er afspraken gemaakt over het beheer en over de 15
•
•
vervangingsstrategie van materieel. Per 1 juli 2009 is dit beleid vertaald naar concrete stappen te verbetering van de inzetbaarheid materieel. Operationele planvorming Procesplannen worden geactualiseerd aan de hand van de landelijke ontwikkelingen en de regionale behoefte. Per 1 september 2009 is het protocollenboek beschikbaar dat de operationele procesgang bij incidenten in de vitale infrastructuur ondersteunt. Per 1 september 2009 worden RNBC- incidenten voorzien van een eenduidige advisering. Dit advies is multidisciplinair afgestemd. De koppeling tussen het landelijk en euregionaal informatiesysteem ambulancebijstand en gewondenspreiding is per 1 december 2009 gerealiseerd. Operationele inzet De uitbreiding in 2008 van de bezetting piketfunctionarissen wordt onderzocht op de aspecten inzetbaarheid en bezetting per piketgroep. Dit onderzoek is per 1 maart 2009 afgerond en hieruit volgt eventueel een plan van aanpak ter verbetering van de inzetbaarheid en de bezetting per piketgroep.
Productgroep beleid en bestuur (€ 747.167) De volgende activiteiten op het gebied van beleid en bestuur worden onderscheiden: • Beleid- en beheerscyclus • Interne bedrijfsvoering • Netwerkmanagement De algemene contouren van de beleid- en beheerscyclus staan beschreven in de gemeenschappelijke regeling van de GGD Zuid Limburg, afdeling GHOR en de Regionale Brandweer. Voor de GGD Zuid Limburg, afdeling GHOR betekent dit dat de cyclus begint met het ter instemming en goedkeuring aanbieden van het jaarverslag, de jaarrekening en de (concept)begroting in de maand maart van elk jaar. In de periode tussen maart en juni moeten de Financiële commissies van het Algemeen Veiligheidsbestuur, het Dagelijks Veiligheidsbestuur, de gemeentelijke Districtscolleges, de Raden van de 19 Zuid-Limburgse gemeenten, de Burgemeesters en Wethouders van de 19 Zuid-Limburgse gemeenten en uiteindelijk het Algemeen Veiligheidsbestuur tijdig de documenten ter beschikking krijgen om tot een gewogen oordeel te kunnen komen. De interne bedrijfsvoering is opgezet conform de bedrijfsvoering van de GGD Zuid Limburg. Hierbij zijn concrete afspraken voor ondersteuning gemaakt op het gebied van personeel, informatie, organisatie, financiën en administratie. Het netwerkmanagement is erop gericht een goede samenwerking met de vele samenwerkingspartners, zowel binnen de geneeskundige keten (monodisciplinair) als binnen de Veiligheidsregio (multidisciplinair) te realiseren. Hierbij is de regio ZuidLimburg in belangrijke mate afhankelijk van landsgrensoverschrijdende samenwerking. Trends • Van beheersplan naar beleidsplan Het Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding 2005-2008 wordt in 2009 opgevolgd door het Beleidsplan Veiligheidsregio Zuid Limburg 2009-2012. De afdeling GHOR levert hiervoor bijdragen en bewaakt daarbij de vertaling van de multidisciplinaire afspraken naar het monodisciplinaire geneeskundig rampenbestrijdingsbeleid. • Samenwerking meldkamers Euregio Maas-Rijn De hoofden van de meldkamers treffen elkaar reeds sinds 2002 vier maal per jaar. De aandacht gaat uit naar de evaluatie van grensoverschrijdende inzetten en communicatie. De verdere implementatie van de digitale meldformulieren en opleiding, trainen en oefenen zullen doorgezet worden. • Euregionale samenwerking Binnen de Euregio Maas-Rijn is in 2008 een aanvang gemaakt met het inrichten van een vaste structuur voor de samenwerking op het gebied van veiligheid. Hierdoor wordt samen werken en samen oefenen een vanzelfsprekendheid en zowel financieel als ideëel ondersteund door het bestuur van de Euregio Maas-Rijn. 16
Alle voor de GGD Zuid Limburg, afdeling GHOR, belangrijke onderwerpen zullen nóg steviger dan voorheen opgepakt en weggezet worden. Deze onderwerpen zijn: Ambulancebijstand en gewondenspreiding Psychosociale hulpverlening Onderhoud en uitbreiding euregionale risicokaart Opleiding, training en oefening Preparatie op risico’s aan de hand van de risicokaart + RNBC terrorisme (radiologisch, nucleair, biologisch en chemisch) Gezamenlijke preparatie op de uitbraak van infectieziekten (influenza) wordt in 2008 opgepakt en in 2009 verder in een plan uitgewerkt en geoefend. • Europese samenwerking De grensoverschrijdende samenwerkingsconcepten van de GGD Zuid Limburg, afdeling GHOR hebben inmiddels Europese bekendheid. Ook in 2010 zal gewerkt blijven worden aan netwerkvorming binnen Europa om de nog bestaande knelpunten (juridisch en financieel) als gezamenlijke Europese grensregio’s aan de regering van de EU voor te kunnen leggen. De Euregio Maas-Rijn wordt gezien als proeftuin van Europa, ook op het gebied van veiligheid. • Het MCC in zicht De bouw van het MCC is in volle gang. In 2010 worden de gemeente, de politie, de brandweer en de GGD Zuid Limburg (de afdelingen GHOR en de meldkamer Ambulancevervoer (MKA)) de nieuwe “bewoners” van het Meld - en Coördinatie Centrum (MCC). Met de komst van dit nieuwe centrum zullen de geavanceerde ruimtelijke en technische mogelijkheden er voor zorgen dat in reguliere en in opgeschaalde situaties incidenten adequater aangestuurd kunnen worden. • Netwerkontwikkeling geneeskundig keten De afspraken met de geneeskundige partners worden aan de hand van de beleidsontwikkeling besproken en zo nodig vernieuwd. Aandacht hierbij is voor de samenwerking met de ziekenhuizen, zowel regionaal als euregionaal en de afspraken met huisartsen en huisartsenposten. Beleid
Mijlpalen Afdelingsplan GHOR 2009-2012 Meerjarenbeleid OTO Convenant ziekenhuizen Convenant huisartsenposten
Beschikbaar in 2009 maart maart februari februari
• Beleid- en beheerscyclus Het Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding 2005-2008 wordt opgevolgd door het Beleidsplan Veiligheidsregio Zuid Limburg 2009-2012. Dit beleidsplan is de basis voor het afdelingsplan GHOR 2009-2012 en het meerjaren beleidsplan OTO 2009-2012. Beide plannen zijn per 1 maart 2009 beschikbaar. In de bestuurlijke kwartaalrapportages wordt een koppeling gemaakt tussen de bestuursafspraken en de daadwerkelijke uitvoering. • Samenwerking meldkamers Euregio Maas-Rijn Aan de hand van inzetevaluaties worden de afspraken verder aangescherpt. • Netwerkontwikkeling geneeskundige keten Per 1 september 2009 is er een door de Raden van Bestuur van de drie ZuidLimburgse ziekenhuizen en de RGF getekend convenant, waarin de concrete afspraken zijn vastgelegd over de rol van de ziekenhuizen bij opgeschaalde omstandigheden. Hierin wordt eveneens de rol van de huisartsen(posten) meegenomen.
17
18
BEGROTING 2010
19
20
GGD Zuid-Limburg Acute Zorg & Vangnet, afdeling GHOR Ontwerp productbegroting 2008 2011
Productnummer
Productnaam
Vastgestelde Vastgestelde begroting begroting 2008 2009
CONCEPT begroting 2010
CONCEPT begroting 2011
Overzicht lasten
1.
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
3.1 3.2 3.3 3.4
1.0 Proactie & Preventie Proactie & preventie
2.0 Preparatie, Repressie & Nazorg Specifieke GHORfunctionarissen Opleiding, training & oefening Materieel Operationele planvorming Operationele inzet
3.0 Beleid & Bestuur Beleids- en beheerscyclus Interne bedrijfsvoering Netwerkmanagement Doorontwikkeling veiligheidsregio
Totaal lasten
218.425
311.742
332.031
326.544
186.682
244.888
251.542
255.944
388.991
519.866
566.248
543.097
346.486 91.398 0 1.013.557
313.827 40.190 0 1.118.771
278.627 41.060 0 1.137.477
323.445 41.639 0 1.164.125
108.737 376.018 202.479 0
62.118 309.460 167.530 0
63.717 317.600 165.850 200.000
64.637 322.205 168.172 500.000
687.234
539.108
747.167
1.055.014
1.919.216
1.969.621
2.216.675
2.545.683
933.553 949.542 621.433
959.693 972.904 614.842
1.186.564 992.161 610.868
1.514.188 992.597 604.820
1,5280 36.121
1,5824 37.024
1,6242 37.950
1,6411 38.898
1.919.216
1.969.621
2.216.675
2.545.683
0
0
0
0
Baten Rijksbijdrage Gemeentelijke bijdrage Schatting inwonertal (1% bevolkingsafname) Bijdrage per inwoner Overige baten Totaal baten
Resultaat
21
GGD Zuid-Limburg Acute Zorg & Vangnet, afdeling GHOR Ontwerp beheersbegroting 2008 - 2011
Omschrijving
Vastgestelde begroting 2008
Vastgestelde begroting 2009
CONCEPT begroting 2010
CONCEPT begroting 2011
Personeel Reguliere loonkosten Totaal (reguliere) loonkosten
746.373
774.362
814.326
828.576
Beschikbaarheids/bereikbaarheidskosten Totaal beschikbaarheids/bereikbaarheidskosten
167.064
234.532
240.697
244.910
Medisch Milieukundige (MMK) Afstemming met derden binnen regio Werving & selectie Algemene personeelskosten
19.620
10.356
10.845
11.035
12.719 3.053 17.806
8.196 3.167 8.251
8.546 3.279 8.313
8.696 3.336 8.416
Totaal overige personeelskosten
53.198
29.970
30.983
31.483
35.969 20.554 12.846 10.277 5.138
26.868 21.068 13.167 10.534 5.266
27.120 21.283 13.302 10.642 5.320
27.459 21.549 13.468 10.775 5.386
84.784
76.903
77.667
78.637
Overige personeelskosten
Opleidingskosten Voorbereidings-/operationele organisatie 1e ambulance HOC-opleiding en herhaling Kosten ETS, & Eucrew Overige opleidingen Totaal opleidingskosten
22
Omschrijving
Vastgestelde begroting 2008
Vastgestelde begroting 2009
CONCEPT begroting 2010
CONCEPT Begroting 2011
Oefenkosten Multidisciplinaire oefening Monodisciplinaire oefening Deeloefeningen Oefeningen SIGMA Oefeningen ambuteams GNKcombinatie (incl. SIGMA) Ziekenhuisoefeningen Totaal oefenkosten
Totaal personeel
7.759 7.759 7.759 5.698
7.953 7.953 7.953 5.840
8.213 8.213 8.213 6.031
8.316 8.316 8.316 6.107
7.631 6.614
7.822 6.779
8.078 7.001
8.178 7.087
43.220
44.300
45.749
46.320
1.094.637
1.160.068
1.209.421
1.229.927
5.596 9.158 79.365 254 5.596
5.736 9.387 48.881 260 5.736
5.794 9.483 49.306 264 5.794
5.867 9.601 49.923 266 5.867
99.969
70.000
70.641
71.524
Materieel Kosten verbindingen Exploitatiekosten Telefonische communicatie Telefonische communicatie (GSM) Portofoons Verbindingen actiecentrum Totaal kosten verbindingen
23
Omschrijving
Vastgestelde begroting 2008
Vastgestelde begroting 2009
CONCEPT begroting 2010
CONCEPT begroting 2011
Overige kosten materieel Kleding & overige uitrusting Onderhoud GNK-combinatie Onderhoud verbindingsaanhanger Onderhoud terreinwagen Onderhoud personentransportvoertuig Onderhoud alarmerings/communicatiemiddelen Onderhoud noodstroomvoorziening Verplaatsingskosten haakarmbak Brandstof vervoermiddelen Verzekering en belastingen voertuigen Diverse materialen Totaal overige kosten materieel
Totaal materieel
Huisvesting Huur Heerlen / Geleen Exploitatie-bijdrage Meld- en Coördinatie Centrum Energiekosten Verzekeringen en belastingen Schoonmaakkosten Overige huisvestingskosten
Totaal huisvesting
Activiteiten Risicoanalyse Ontwikkeling kwaliteitssysteem Internationaal Informatieverstrekking en voorlichting Veiligheidsnet
Totaal activiteiten
8.735 3.186 1.285 2.055
8.953 3.266 1.317 2.107
9.045 3.299 1.331 2.112
9.158 3.340 1.347 2.138
2.055
2.107
2.112
2.138
6.063 411 257 2.569
6.215 421 263 2.633
6.231 422 264 2.640
6.309 428 267 2.673
5.138 514
5.266 527
5.280 528
5.346 536
32.268
33.075
33.264
33.680
132.238
103.075
103.905
105.204
114.395
117.255
117.562
119.032
146.015 19.461 2.298 3.321 15.879
149.665 19.948 2.355 3.404 16.276
150.058 20.000 2.362 3.412 16.319
151.934 20.250 2.391 3.456 16.522
301.369
308.903
309.713
313.585
4.625 10.277 14.901
4.742 10.534 15.274
4.753 10.562 15.314
4.812 10.694 15.505
13.976 12.435
14.325 12.745
14.363 12.778
14.542 12.940
56.214
57.620
57.770
58.493
24
Omschrijving
Afschrijvingen Gebouwen Installaties Communicatieapparatuur Inventaris, inrichting en automatisering Voertuigen Bedrijfskleding
Totaal afschrijvingen
Overig Facilitaire ondersteuning Kantoorbenodigdheden Porti- en vrachtkosten Drukwerk en kopieerkosten Bijdrage Raad van RGF'en Reiskostenbudget Accountantskosten Verzekeringen algemeen / personeel Bestuurskosten Advies derden Vergaderkosten / werkoverleg / werkgroepen Bankkosten Automatiseringskosten Literatuur / abonnementen Representatiekosten Doorontwikkeling veiligheidsregio Overige algemene kosten Taakstelling inwonerdaling
Totaal overig
Kosten Personeel Materieel Huisvesting Activiteiten Afschrijvingen Overig
Totaal kosten
Vastgestelde begroting 2008
Vastgestelde begroting 2009
CONCEPT begroting 2010
CONCEPT begroting 2011
1.882 4.477 38.258
1.882 4.477 38.258
1.882 4.477 38.258
1.882 4.477 38.258
59.269 12.312 10.684
59.269 12.312 10.684
59.269 12.497 10.684
59.269 12.497 10.684
126.882
126.882
127.067
127.067
40.598 5.800 3.053 15.771 58.506 36.121 5.037
41.613 5.945 3.129 16.165 59.969 37.024 5.163
41.722 5.961 3.138 16.208 60.126 37.121 5.176
42.244 6.035 3.177 16.410 60.877 37.585 5.241
3.663 1.526 4.579
3.755 1.564 4.693
3.764 1.568 4.706
3.811 1.588 4.765
2.849 356 9.666 6.614 7.123 0 6.614 0
2.920 365 9.908 6.779 7.301 0 6.780 0
2.928 366 9.934 6.797 7.320 200.000 6.797 -4.833
2.964 370 10.058 6.882 7.412 500.000 6.883 -4.893
207.876
213.073
408.799
711.407
1.094.637 132.238 301.369 56.214 126.882 207.876
1.160.068 103.075 308.903 57.620 126.882 213.073
1.209.421 103.905 309.713 57.770 127.067 408.799
1.229.927 105.204 313.585 58.493 127.067 711.407
1.919.216
1.969.621
2.216.675
2.545.683
25
Omschrijving
Vastgestelde begroting 2008
Vastgestelde begroting 2009
CONCEPT begroting 2010
CONCEPT begroting 2011
Baten Rijksbijdrage Gemeentelijke bijdrage Schatting inwonertal (1% bevolkingsafname) Bijdrage per inwoner Overige baten
Totaal baten
Resultaat
933.553 949.542
959.693 972.904
1.186.564 992.161
1.514.188 992.597
621.433 1,5280 36.121
614.842 1,5824 37.024
610.868 1,6242 37.950
604.820 1,6411 38.898
1.919.216
1.969.621
2.216.675
2.545.683
0
0
0
0
+2,75% +1,75%
+3,75% +2,50%
1,75% 1,25%
1,75% 1,25%
Specificatie kostenstijgingen Loonstijging Prijsstijging
26
PARAGRAFEN
27
28
Algemeen Bij de samenstelling van de begroting 2010 en de meerjarenraming zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • Bij de berekening van het inwoneraantal is uitgegaan van een bevolkingsafname van 1%. In de gehele regio Zuid-Limburg is deze trend aanwezig. • De toegepaste indexering in gebaseerd op gegevens van het CPB (Centraal Plan Bureau). De indexering is gesplitst in een indexering voor de lonen en een indexering voor de overige kosten (prijsstijging). Deze indexering vormt ook de basis voor de VNG-circulaires. • Op afschrijvingen is, met uitzondering van de voertuigen, geen indexering toegepast. • De hoogte van de reguliere BDUR regio Zuid-Limburg is voor 2008 door BZK vastgesteld op € 2,3 miljoen. BZK geeft hierbij de volgende verdeling aan: Brandweer: € 1,4 miljoen euro GHOR: € 0,9 miljoen euro Afgesproken is om deze verdeling te hanteren. De regionale brandweer ontvangt per kwartaal de BDUR en zal het gedeelte van de GHOR ( € 231.500 per kwartaal) dan direct betalen aan de GHOR. In 2009 blijft de BDUR gehandhaafd op het niveau van 2008. Afgesproken is om de verdeling van 2008 te hanteren. In 2010 stijgt de BDUR voor de regio Zuid-Limburg van € 2,3 miljoen naar € 2,8 miljoen. Afgesproken is dat de extra BDUR van € 500.000 als volgt worden verdeeld: Brandweer € 300.000 en de GHOR € 200.000. In 2011 stijgt de BDUR voor de regio Zuid Limburg van € 2,8 miljoen naar € 3,7 miljoen. Afgesproken is de stijging van € 900.000 als volgt te verdelen: Brandweer € 550.000 en de GHOR € 350.000. Aanvankelijk is door de GHOR aangegeven deze extra bijdrage in te willen zetten voor de ontwikkeling van de witte kolom binnen de veiligheidsregio. Deze bedragen zijn echter niet vrij besteedbaar. Een groot gedeelte van deze gelden is al geoormerkt door de nationale overheid en dient verplicht afgedragen te worden aan landelijke initiatieven en projecten. Verder is al een groot gedeelte van de extra inkomsten aangewezen voor bepaalde bestedingen binnen de veiligheidsregio. Besteding van het eventueel nog resterende geld zal uitsluitend geschieden na een besluit van het Algemeen Veiligheidsbestuur daaromtrent. • Op basis van het convenant tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de doorontwikkeling van de Veiligheidsregio ontvangt de regio Zuid-Limburg voor de jaren 2008-2009 1,6 miljoen. Hiervan is afgesproken dat 1,5 miljoen voor de brandweer is bestemd en 0,1 miljoen voor het gemeentelijk proces. De GHOR is verplicht om te voldoen aan het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voor gemeenten en provincies. Een van de voorwaarden hierin is dat in zowel begroting als jaarrekening naast het programmaplan de zogenaamde paragrafen worden opgenomen. De paragrafen handelen vooral over een aantal belangrijke beheersmatige onderwerpen. Ze gaan voor die onderwerpen in op de kaders voor het beheer in relatie tot de uitvoering van de beleidsnota’s voor zover die voor de betreffende onderwerpen zijn opgesteld. De behandelde paragrafen zijn; • Weerstandsvermogen • Onderhoud kapitaalgoederen • Financiering • Bedrijfsvoering • Verbonden partijen. De paragrafen grondbeleid en lokale heffingen zijn voor de GHOR niet van toepassing.
29
Weerstandvermogen (incl. risico’s) Het weerstandsvermogen kan worden omschreven als het vermogen van de GHOR om incidenteel en structureel niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn, te dekken zonder verstoring van de continuïteit in de uitvoering van de reguliere taken van de GHOR. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen enerzijds de weerstandscapaciteit in beschikbare middelen en mogelijkheden en anderzijds de risico’s waarvoor geen of onvoldoende voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen voor zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het beoordelen van de financiële positie van de GHOR. In de gemeenschappelijke regeling hebben de deelnemende gemeenten afgesproken dat zij de financiële eindverantwoordelijkheid voor de financiële positie van de GHOR dragen. Los van deze eindverantwoordelijkheid heeft de GHOR als zelfstandig orgaan een eigen verantwoordelijkheid om voldoende weerstandsvermogen te vormen. De weerstandscapaciteit bestaat uit het vrij aanwendbare eigen vermogen (algemene reserve) en de ruimte in de exploitatiebegroting. Conform algemeen aanvaarde normen dient een algemene reserve minimaal 6% van de totale reguliere exploitatie te zijn. Als maximale norm wordt vaak 10% gehanteerd. De algemene reserve per 31 december 2008 bedroeg (voor resultaatbestemming) € 173.085. Uitgaande van deze percentages betekent dit dat de GHOR voor 2008 een algemene reserve heeft van 9% van de totale reguliere exploitatie. Voor de GGD wordt een algemene reserve van 6% gehanteerd. Bij de GHOR ligt dit percentage hoger: behalve de hieronder genoemde interne risico’s, dient de GHOR over voldoende reserve te beschikken om onmiddellijk te kunnen reageren op niet voorziene externe risico’s, zoals onverwachte crisissituaties ten gevolge van nationale of internationale dreigingen op het gebied van veiligheid en gezondheid. Omdat de GHOR, vergeleken met de partners in de veiligheidsregio, een kleine organisatie is, is het van belang over voldoende liquide middelen te beschikken ter afdekking van de bovengenoemde niet voorziene risico’s. Risico’s Het begrip risico wordt gedefinieerd als het gevaar voor schade of verlies als gevolg van interne en externe omstandigheden. Een andere definitie omschrijft risico's als gebeurtenissen waarvan de kans bestaat dat ze optreden en negatieve gevolgen met zich mee kunnen brengen. Het gaat daarbij om de volgende risico's: • risico's waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd, omdat het niet mogelijk is een redelijke schatting van het bedrag van de schade of het verlies te maken. • risico's die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of het eigen vermogen. Een methode om risico's nader onder te verdelen is de verdeling naar ondernemersrisico's en zuivere risico's. Bij ondernemersrisico's moet worden gedacht aan risico's die samenhangen met de bedrijfsmatige activiteiten van de GHOR, die grote financiële gevolgen kunnen hebben. Zuivere risico's zijn zaken die uitsluitend verlies met zich brengen. Gedacht moet worden aan de mogelijke gevolgen van brand, storm, ongeval, ziekte, fraude, misdaad, schaden toegebracht door derden en aansprakelijkheidsrisico's. Voor gemeenschappelijke regelingen geldt dat het ondernemersrisico duidelijk anders ingekaderd wordt dan de zuivere risico's. De besluitvorming over de ondernemersrisico's dient dusdanig te zijn dat vooruit kan worden bepaald welke financiële en economische gevolgen een besluit kan hebben. In het politieke besluitvormingsproces dient dus duidelijk aandacht te worden geschonken aan het te lopen ondernemersrisico. Voor de zuivere risico's is de politieke belangstelling beduidend minder. Vaak zijn zij pas onderwerp van gesprek als zich een calamiteit voordoet waarbij de gevolgen van deze veronachtzaming in totale omvang zichtbaar worden.
30
Voor de GHOR Zuid-Limburg kunnen de volgende ondernemers- en zuivere risico’s worden vermeld: Voor de GHOR Zuid-Limburg kunnen de volgende ondernemers- en zuivere risico’s worden vermeld: 1. Risico van ziekteverzuim van personeel, aangezien de GHOR eigen risicodrager is kan inzet van vervanging noodzakelijk zijn. Mocht dit risico optreden, dan zal dit leiden tot stijgende kosten ten behoeve van de vervanging, aangezien de continuïteit van de dienstverlening gewaarborgd dient te blijven. 2. Niet verzekerde, cq. niet te verzekeren risico's uit hoofde van aansprakelijkheid en uitgesloten omstandigheden (zoals schade door molest, atoomkernreacties, aardbevingen etc.). 3. De rampenbestrijding verplaatst zich steeds meer naar het terrein van crisisbeheersing. Een van de belangrijkste thema’s in het kader van de crisisbeheersing betreft het terrorisme en de uitval van vitale infrastructuur. Deze uitval zorgt voor een stijging van de inzetfrequentie. 4. De nieuwe Wet op de Veiligheidsregio’s zal binnen afzienbare tijd worden aangenomen. De gevolgen van deze nieuwe wetgeving zijn nog niet geheel te overzien. Wel is duidelijk dat deze nieuwe wetgeving zal leiden tot veranderingen. 5. De eisen aan de bescherming van het eigen personeel worden steeds verder aangescherpt. Denk hierbij onder andere aan de BHV- trainingen. 6. De bouw van het MMC is vertraagd. Bouwen geeft altijd een risico of de gestelde termijnen gehaald kunnen worden en of binnen het gestelde budget gewerkt wordt. Onderhoud kapitaal goederen In deze paragraaf dient inzicht te worden gegeven in de realisatie van het beleid ten aanzien van onderhoud van kapitaalgoederen en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties ten opzichte van de begroting. Het gaat hierbij tevens om het verlangde onderhoudsniveau, de (lange termijn) onderhoudsplanning voor alle belangrijke activa en het voorzieningsbeleid ter zake. Het onderhoud van de kapitaalgoederen betreft het reguliere onderhoud aan de materiele vaste activa zoals apparatuur en voertuigen. Hiervoor worden de per activa geadviseerde onderhoudstermijnen en onderhoudsbeurten gehanteerd. GHOR hanteert het standpunt dat voor huisvesting alleen panden gehuurd worden. Als gevolg hiervan is het niet noodzakelijk een meerjarenonderhoudsplan op te stellen.
Financiering Ingevolge de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) dient de GHOR te beschikken over een treasurystatuut. De GHOR volgt het treasurystatuut van de GGD Zuid Limburg dat in 2006 door het Algemeen Bestuur van de GGD Zuid Limburg is vastgesteld. Bedrijfsvoering In deze paragraaf zullen de beleidsvoornemens betreffende de volgende onderwerpen worden behandeld: • Investeringsbeleid • Organisatiestructuur • Administratieve organisatie • Informatisering en automatisering • Kansen en bedreigingen • Personeelsbeleid. Investeringsbeleid Voor 2009 en 2010 staan alleen vervangingsinvesteringen op het programma.
31
Organisatiestructuur Door het toetreden van de GHOR aan de gemeenschappelijke regeling van de GGD Zuid Limburg is de organisatiestructuur enigszins gewijzigd. De bestuurlijke verantwoordelijkheid is niet veranderd. Deze blijft bij het veiligheidsbestuur. De uitvoering echter wordt gedaan door de GGD Zuid Limburg en is dan ook conform de organisatiestructuur van de GGD Zuid Limburg ingericht. Voor de operationele taken is de indeling gelijk gebleven, de ondersteunende diensten zijn ondergebracht binnen de centrale afdelingen van de GGD Zuid Limburg. Administratieve organisatie In het traject van de HKZ-certificering zijn alle primaire processen beschreven. Voor 2007 is de GHOR gehercertificeerd zonder ‘non-conformaties’. De overige processen worden meegenomen in het traject bij de GGD Zuid Limburg. Op 1 december 2008 heeft de externe audit (KIWA) plaatsgevonden. Deze audit is succesvol verlopen. Op enkele op verbetering gerichte opmerkingen na, heeft de afdeling GHOR geen ‘non-conformities’ gehad. Informatisering en automatisering Er is concept informatiserings- en automatiseringsbeleid voor de GGD Zuid Limburg opgesteld. De GHOR volgt dit beleid. Personeelsbeleid Voor 2009 zijn er in het kader van het personeelsbeleid geen bijzonderheden te verwachten. In 2007 is gebleken dat de bereikbaarheidsdiensten niet helemaal voldeden. In 2008 is gestart met het uitbreiden van het aantal bereikbaarheidsdiensten en het verdelen van deze bereikbaarheidsdiensten over meerdere personen waardoor de continuïteit beter gewaarborgd wordt. Daarnaast is de vergoeding geoptimaliseerd en in lijn gebracht met het GGD-beleid omtrent bereikbaarheid en beschikbaarheid. Verbonden partijen In het BBV is verbonden partij gedefinieerd als; “een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft”. Een financieel belang is aanwezig wanneer een ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is bij faillissement, dan wel als financiële aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Bestuurlijk belang is aanwezig indien er zeggenschap bestaat uit hoofde van stemrecht dan wel vertegenwoordiging in het bestuur van de organisatie. De GHOR heeft in het kader van bovengenoemde definitie geen verbonden partij. Er is geen enkele organisatie waarin de GHOR zowel bestuurlijk als financieel een belang heeft. De GHOR zelf is een verbonden partij voor de negentien deelnemende gemeenten. Dit zijn de gemeenten: Beek, Brunssum, Eijsden, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Margraten, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Valkenburg, Vaals en Voerendaal.
32
TOELICHTING PER ONDERDEEL
33
34
Personeel Loonkosten De personen in de voorbereidingsorganisatie worden structureel ingezet voor kwaliteitsontwikkeling van de GHOR. In de operationele organisatie worden alleen ten tijde van een daadwerkelijke rampsituatie functionarissen ingezet. Voor een aantal spilfunctionarissen geldt een bereikbaarheidsregeling. De loonkosten zijn te verdelen in twee categorieën: de reguliere kosten, te weten de loonkosten van de medewerkers van de voorbereidingsorganisatie en de kosten van de harde piketregeling van de medewerkers van de operationele organisatie. De tweede categorie, de loonkosten ten tijde van rampsituaties, is niet begroot en zal worden betaald uit de algemene reserve. De piketregeling is gebaseerd op een 7 x 24-uurs bereikbaarheid van de functionarissen van de operationele organisatie. Er is geen sprake van een overlap met bestaande regelingen. In de begroting 2009 is de uitbreiding in het kader van de bereikbaarheidsdiensten verwerkt. Deze kostenstijging is budgettair neutraal verwerkt. De totale verwerkte kostenstijging bedraagt voor 2009 € 67.000. Opleidingskosten en oefenkosten De opleidingskosten en oefenkosten volgen het beleid dat in 2007 is ingezet. Richtinggevend hierbij is het multidisciplinair opleidings- en oefenplan. De basis van de opgenomen posten wordt gevormd door het opgestelde meerjaren oefen- en opleidingsplan GHOR Zuid-Limburg. Om adequaat het personeel te trainen is een aantal verschillende oefeningen noodzakelijk: multidisciplinaire oefeningen, monodisciplinaire oefeningen en deeloefeningen waarin een deel van de hulpverleningsketen geoefend wordt, zoals alarmering of verbindingen.
Huisvesting De huisvestingskosten hangen samen met een drietal onderdelen. Op de eerste plaats zijn er kosten samenhangend met de huisvesting van de medewerkers van de voorbereidingsorganisatie in het gebouw van de GGD Zuid Limburg te Heerlen. Deze kosten zullen, bij het beschikbaar komen van het Meld- en Coördinatie Centrum (MCC), niet meer van toepassing zijn. De tweede kostengroep hangt samen met de centrale materiaallocatie in Geleen. Deze locatie zal op termijn verdwijnen (afloop contract 2010). Hiervoor zal een andere locatie gezocht moeten worden. Een en ander zal worden meegenomen in het strategisch huisvestingsplan van de GGD Zuid Limburg. Tenslotte zijn de kosten opgenomen voor het GHOR oefen- en trainingscentrum, dat mede samenhangt met de verdere implementatie van de Emergotrain systematiek, maar ook met de verdere ontwikkeling van Euregionale kennisuitwisseling en afstemming op het gebied van de GHOR. Het huurcontract heeft een looptijd van twee jaar. In 2009 zal naar een andere locatie gezocht moeten worden. Deze locatie zal ook worden meegenomen in het strategisch huisvestingsplan.
Afschrijvingen De afschrijvingen zijn m.u.v. de voertuigen niet geïndexeerd. De uit te voeren vervangingsinvesteringen zullen met name in 2010 plaatsvinden waardoor de afschrijvingslasten voor 2010 nagenoeg gelijk zullen blijven.”
Overig De overige kosten zijn een voorzetting van het beleid 2008 en zijn alleen geïndexeerd. Vanaf 2010 zijn de extra kosten en opbrengsten opgenomen voor de doorontwikkeling van de veiligheidsregio. Deze doorontwikkeling is voor de deelnemende gemeenten budgettair neutraal verwerkt.
35
Bijdrage per inwoner De stijging van de bijdrage per inwoner, 2010 t.o.v. 2009, bedraagt € 0,0497. Deze stijging wordt veroorzaakt door de indexering (€ 0,0286) en door de daling van het aantal inwoners (€ 0,0211).
Demografische ontwikkelingen Het inwoneraantal in Zuid-Limburg is dalende. De bijdrage van de gemeenten aan de GHOR is gebaseerd op het aantal inwoners. In de vergaderingen van de Bestuurlijk financiële commissie van 17 november 2008, het DB van 21 november 2008 en het AB 12 december 2008 is afgesproken dat in oktober van 2009 scenario’s worden opgesteld, waarin doorberekend wordt welk deel van de kosten van de GHOR inwonergerelateerd is en welke kosten onafhankelijk van het inwoneraantal gemaakt moeten worden. De begroting zal in het najaar van 2009 bijgesteld worden op basis van de uitkomsten van de scenario’s. Voortuitlopend op de scenario-ontwikkeling is in de begroting van de GHOR al een taakstelling opgenomen. De bestuurlijk financiële commissie heeft geadviseerd de inwonerdaling te relateren aan de parameters van het gemeentefonds; 75% van het gemeentefonds is inwonerafhankelijk. Deze parameters hebben niet alleen betrekking op het aantal inwoners, maar ook op de samenstelling van de bevolking (o.a. leeftijdsopbouw). Kijkend naar die parameters die alleen betrekking hebben op het aantal inwoners, zou het betekenen dat dit een effect zou hebben van 1% van de correctie van het aantal inwoners. Met andere woorden als het effect van de inwonerdaling een stijging van de bijdrage per inwoner betekent van € 0,07 zou dit een effect van € 0,0007 betekenen. Vooralsnog wordt gekozen om uit te gaan van een gemiddeld percentage van het inwonersafhankelijke gedeelte in het gemeentefonds. Dit om de toekomstige bijstelling op basis van de scenario-ontwikkeling voor zowel de gemeenten als de GGD zo gering mogelijk te laten zijn. Daarom is in deze begroting uitgegaan van het gemiddelde percentage, zijnde 50% van 75%. In cijfers betekent dit dat van het totaal van € 0,0211 per inwoner een bedrag van € 0,0079 (€ 0,0211 X 75% X 50%) taakstellend voor de GHOR is en dat het resterende bedrag ten laste van de inwonerbijdrage is gebracht. Indexering Percentage (correctie) 2008 Personeel Materieel
1,25% 0,75%
2009 Personeel Materieel
0,5% -1%
2010 Personeel Materieel
1,75% 1,25%
Totaal
Bedrag per inwoner 0,0076 0,0039
0,0024 -0,0044
0,0136 0,0550 0,0286
De indexering 2008 en 2009 betreft het verschil tussen de in de desbetreffende begroting toegepaste percentages en de percentages zoals nu opgenomen in de gegevens van het Centraal Plan Bureau. De indexering 2010 is gebaseerd op de percentages conform de gegevens van het CPB. 36