Jaarrapport 2009
maart 2010
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
Inhoudsopgave 1. Jaarverslag
2.
1
1.1. Algemeen
1
1.2. Fondsenwerving
3
1.3. Reserves
4
1.4. Terugblik 2009
5
1.5. Financiering
15
1.6. Vooruitblik 2010
15
1.7. Verantwoordingsverklaring
18
Jaarrekening
23
2.1. Balans
23
2.2. Staat van baten en lasten
24
2.3. Kasstroomoverzicht
25
2.4. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
26
2.5. Toelichting op de balans
28
2.6. Toelichting op de staat van baten en lasten
34
3. Overige gegevens 3.1. Accountantsverklaring
37 37
A4RAP10001_03
1.
maart 2010
Jaarrapport 2009
Jaarverslag
1.1. Algemeen Het navolgende rapport bevat de jaarrekening van de Stichting Wemos over het boekjaar 2009. Het bestuur van Wemos heeft deze jaarrekening goedgekeurd. De controle is uitgevoerd door Mazars Accountants voor wier bevindingen wij verwijzen naar de verklaring op blz. 37. Wemos heeft voor deze jaarrekening de “Richtlijn 650 Fondsenwervende instellingen” van de Raad voor de Jaarverslaggeving in acht genomen, waarmee is geconformeerd aan de aanbevelingen van het Centraal Bureau Fondsenwerving voor fondsenwervende instellingen.
1.1.1. Oprichting Stichting Wemos werd opgericht op 21 augustus 1981. De Stichting is gevestigd te Amsterdam en is ingeschreven in het handelsregister van de Amsterdamse Kamer van Koophandel onder nummer 41201644.
1.1.2. Missie Wemos komt op voor recht op gezondheid van mensen in ontwikkelingslanden. Samen met organisaties in die landen en met steun van zorgverleners, Nederlandse en Internationale organisaties doet Wemos wereldwijd een beroep op regeringsleiders en beleidsmakers voor: gezondheid voor iedereen, ‘health for all’.
1.1.3. Doelstelling Vanuit de missie stelt Wemos zich ten doel de gezondheid van mannen en vrouwen in ontwikkelingslanden te verbeteren door beïnvloeding van internationaal beleid.
1.1.4. Internationale standaarden, regelgeving en afspraken Het uitgangspunt van Wemos’ werk is het recht op optimale gezondheid. Samen met organisaties in ontwikkelingslanden volgt Wemos de activiteiten van internationale organisaties op de voet, omdat internationale standaarden, regelgeving en afspraken noodzakelijk zijn om de gezondheid wereldwijd te beschermen en te bevorderen. Wemos richt zich hierbij vooral op de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), internationale donoren, de Europese Unie (EU ) en Nederlandse (internationale) beleidsmakers en politici.
1.1.5. Projecten en strategie In 2009 is verdere voortgang gemaakt met de uitvoering van het strategieplan van Wemos ‘Breaking the Vicious Circle. Wemos Programme 2006-2010’. In dit programma ligt de nadruk op de verdere intensivering van de samenwerking met partnerorganisaties in Bolivia, Bangladesh, Kenia en Zambia. Er is ingezet op het vergroten van de invloed van deze partnerorganisaties op het beleid in de landen door bewust meer samen te werken met netwerken en andere NGO’s die op het gebied van gezondheid de situatie willen verbeteren. Daarnaast zijn er met alle institutionele partners op maat gemaakte capaciteitsversterking
1
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
processen gestart die de onafhankelijkheid van deze organisaties en hun capaciteit in de lobby zullen vergroten. Internationaal is er gewerkt binnen de projecten: zorgpersoneel, voeding en medicijnen. In alle projecten wordt gewerkt vanuit de drie Wemos strategieën: beleidsbeïnvloeding, samenwerking met Zuidelijke partners en communicatie en campagne. Om de resultaten in de projecten te versterken is (in vervolg op een evaluatie in 2008 van het werk met Zuidelijke partners) ervoor gekozen, het werk in de landen en de internationale lobby van Wemos van elkaar los te koppelen. Dit is gedaan omdat de aard van het werk totaal andere vaardigheden en kennis vereist, maar ook om de aansturing en resultaten in de projecten te verbeteren. Het verslag van 2009 is dan ook een weergave van wat de projecten op deze verschillende niveaus bereikt hebben. Ieder project (vier landen en drie internationale lobby projecten) heeft een team met een projectcoördinator (PC) en projectmedewerkers. Deze projecten worden door de teamleiders country advocacy en international advocacy begeleidt, en de link tussen de verschillende niveaus en communicatie, campagne en fondsenwerving wordt door de projectcoördinatoren en teamleiders samen gelegd.
1.1.6. Personeel In 2009 was de personeelsbezetting als volgt:
per 31 december 2009 aantal projectmedewerkers stafmedewerkers
1.1.6.1.
fte's
gemiddelde gemiddeld gemiddelde begroot realisatie realisatie in 2009 2008 2009 fte's
fte's
fte's
12,00
9,55
10,35
11,08
11,14
3,00
2,48
2,75
2,80
2,40
15,00
12,03
13,09
13,88
13,54
Ziekteverzuim
14,0% 12,0% 4,7% 10,0% 8,0%
1,0%
6,1%
6,0% 4,0%
8,2%
0,3%
6,7%
2,0% 0,0%
1
2
3,8%
3,5%
3
4
kwartalen excl. zwangerschapsverlof
zwangerschapsverlof
Hoewel het ziekteverzuim in het eerste en tweede kwartaal van 2009 hoger lag dan het streefcijfer van max. 5% (excl. zwangerschapsverlof), geven de kwartalen 3 en 4 een daling
2
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
te zien naar 3,5% (excl. zwangerschapsverlof). Het gemiddelde jaarpercentage voor 2009 is 5,6% excl. zwangerschapsverlof en 8,64% inclusief zwangerschapsverlof. Gedurende het jaar zijn langdurig ziekteverzuim en zwangerschapsverloven gedeeltelijk opgevangen door het inhuren van consultants, kortdurende ziekteverzuimen zijn door collega’s waargenomen.
1.1.7. Bezoldiging bestuur Het bestuur van Wemos is onbezoldigd. De bestuursleden ontvangen een onkostenvergoeding van € 75 per bijgewoonde vergadering. In 2009 is een totaalbedrag van € 2.325 aan onkostenvergoedingen uitgekeerd. Er zijn in 2009 geen leningen, voorschotten en/of garanties verstrekt aan bestuurders.
1.1.8. Bezoldiging directie De directie wordt sinds 1 februari 2008 gevoerd door mw. Cily Keizer, die een beperkte volmacht van het bestuur heeft. De directeur heeft over 2009 een bruto salaris van € 77.312 incl. vakantietoeslag ontvangen voor een voltijds aanstelling van 36 uur. De werkgeversbijdrage aan het pensioenfonds Zorg en Welzijn bedroeg in 2009 € 7.959.
1.2. Fondsenwerving Gezien de onzekere toekenning van financiering door de Nederlandse overheid, het dalende Nederlandse draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking en de doelstelling van 25% financiering uit particuliere kanalen te werven, heeft Wemos in 2009 ingezet op het formuleren en uitvoeren van een fondsenwervingstrategie. Omdat succesvolle fondsenwerving nauw verbonden is met zichtbaarheid, identiteit en imago van de organisatie, koos Wemos ervoor deze te combineren met een herziene communicatiestrategie. Het product is een geïntegreerde communicatie- en fondsenwervingstrategie voor de komende jaren. Het speerpunt van fondsenwerving in 2009 lag op het vormen van allianties en het gezamenlijk aanvragen van subsidie in het kader van het nieuwe Mede Financiering Stelsel 2011-2015 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Wemos heeft als partner binnen twee allianties de subsidieaanvraag ingediend: de Cordaid-alliantie ‘Samen voor verandering’ en het Netherlands Medicines & Development Partnership. Daarnaast heeft Wemos voorstellen ontwikkeld en ingediend bij nationale, internationale fondsen en bij de Europese Unie en is erin geslaagd om de begroting voor 2009 te dekken. Tevens is Wemos gestart met de ontwikkeling van een corporate campagne met het doel de naamsbekendheid te verhogen en particuliere donateurs te werven. Deze campagne start in 2010. Het overzicht van de in 2009 ingediende fondsenwerving voorstellen: 1. Plan Nederland (met financiering van de Nederlandse Postcode Loterij) – Sterke en gezonde kinderen in Bolivia (toegekend) 2. NCDO stimuleringsfonds EEN campagne – bijdrage in de kosten van de millennium tour 2009 (toegekend) 3. DPRN – Coherentie in beleid – HRH (niet toegekend)
3
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
4. PSI – versterking vakbonden van verpleegkundigen (in behandeling) 5. NPL – beneficiëntenstatus (niet toegekend) 6. Europese Commissie – Coherence for Health, EuropeAid/127765/C/ACT/Multi (niet toegekend) 7. Ministerie van VWS – Wereldgezondheidsdag 7 april (niet toegekend) 8. Ministerie van Buitenlandse Zaken – “Samen voor verandering” coalitie Cordaid, Impunity Watch, IKV Pax Christie, Mensen met een Missie, Both ENDS, Nederlandse Rode Kruis en Wemos, MFS2 (in behandeling). 9. Ministerie van Buitenlandse Zaken – Netherlands Medicines Dvelopment Partnership, coalitie Health Action International, Health [e]foundation en Wemos, MFS2 (in behandeling) In 2009 heeft Wemos vrijwel al haar inkomsten uit programma- of projectfinanciering verworven, te weten € 1.467.510, dit is 95,4% van de totale inkomsten. Subsidies van overheden bedroegen € 1.019.101, subsidies van niet-overheden € 409.060. De overige inkomsten zijn voornamelijk afkomstig uit bijdragen, giften, donateursbijdragen en kostenvergoeding van eigen uitgaven. De bijdragen uit particuliere bronnen bedroegen in 2009 € 90.116, dit is 5,9% van de totale inkomsten. De kosten voor eigen fondsenwerving bedragen € 5.112 ,hetgeen overeenkomt met 5,7% van de baten uit eigen fondsenwerving. Van de totale baten werd 87,6% (€ 1.346.405) besteed aan de doelstelling.
1.2.1. Kengetallen besteed aan werving van baten tov totale baten
2005* 0,4%
2006* 0,2%
2007* 0,1%
2008 4,1%
2009 3,4%
besteed aan doelstelling tov totale baten
97,8%
98,9%
101,3%
85,4%
87,6%
10,4%
8,9%
besteed aan beheer & admin. tov totale baten
* Omdat in de periode 2005-2007 de jaarrekening werd opgesteld volgens de toen geldende “Richtlijn 650 Fondsenwervende instellingen” van de Raad voor de Jaarverslaggeving hebben de weergegeven kosten voor werving van baten in de periode 2005-2007 alleen betrekking op de kosten voor eigen fondsenwerving. Sinds 2008 zijn hierbij ook de kosten voor werving van subsidies en kosten voor acties van derden inbegrepen. Kosten voor beheer & administratie werden vóór 2008 niet gespecificeerd.
1.2.2. CBF Verklaring van Geen Bezwaar en Keurmerk De Verklaring van Geen Bezwaar van het Centraal Bureau Fondsenwerving waarover Wemos sinds 1 november 2004 beschikte is per 15 november 2009 verlopen. Verlenging van de Verklaring bleek onmogelijk omdat de Verklaring in 2009 door het CBF is afgeschaft. Voor het ervoor in de plaats gekomen Certificaat voor kleine goede doelen komt Wemos niet aanmerking, omdat de certificaathouder maximaal € 500.000 aan baten per jaar mag ontvangen. Wemos heeft daarom besloten om het CBF Keur aan te vragen, de aanvraag is in februari 2010 ingediend.
1.3. Reserves De continuïteitsreserve bedraagt per 31 december 2009 € 490.956 en is bestemd voor continuïteit bij tijdelijk tegenvallende subsidieopbrengsten en ter dekking van risico's bij investering in nieuwe projecten. Het bestuur en de directeur streven naar een verbetering
4
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
van de solvabiliteit van de organisatie. Het bestuur heeft op 30 maart 2006 besloten dat wordt gestreefd naar een continuïteitsreserve die tussen 50% en 75% van de begrote uitvoeringskosten eigen organisatie bedraagt. Op 31 december 2009 bedroeg de continuïteitsreserve 46,5% van de voor 2010 begrote uitvoeringskosten eigen organisatie. Om het minimaal gewenste niveau van de continuïteitsreserve te bereiken zal de jaarlijkse toevoeging aan dit vermogen nooit meer dan 7,5% van de in dat jaar begrote uitvoeringskosten eigen organisatie bedragen.
1.4. Terugblik 2009 Het jaar 2009 was het vierde jaar van het programma ‘Breaking the Vicious Circle’, Wemos Programme 2006-2010’ waarmee Wemos in haar activiteiten een structurele bijdrage levert aan het versterken van de gezondheidszorg in ontwikkelingslanden. Wemos werkt op de thema’s Zorgpersoneel, Medicijnen en Voeding en haar werk in ontwikkelingslanden is geconcentreerd op vier landen: Bangladesh, Bolivia, Kenia en Zambia. De bijdrage die Wemos levert in haar projecten is gericht op versterking van gezondheidssystemen door middel van beleidsbeïnvloeding op lokaal, nationaal en international niveau, capaciteitsversterking van lokale organisaties in hun lobby en het mobiliseren van de publieke opinie door middel van communicatie en campagnes. Door een concentratie op vier landen heeft Wemos in 2009 goed kunnen inspelen op wat ‘daar’ belangrijk is in de gezondheidssector. Per land is een projectplan geschreven waarin, vanuit een analyse van wat er aan de hand is, een keuze is gemaakt door onze Zuidelijke partners welke veranderingen ze willen nastreven. Er is meer dan voorheen ingezet op gezamenlijk acties met andere actoren (NGO netwerken, CSO platforms, of een gezamenlijke inspanning van een aantal NGO’s) in de 4 partnerlanden en deze focus heeft duidelijk zijn vruchten afgeworpen, als men naar de resultaten kijkt die behaald zijn in 2009. De internationale lobbyprojecten – zorgpersoneel, medicijnen en voeding zijn gedeeltelijk losgekoppeld van het werk in de landen en ook in deze projecten is een hele andere dynamiek ontstaan die betere resultaten tot gevolg hebben gehad. Naast het werk in de projecten hebben we in 2009 gewerkt aan het schrijven van een nieuwe strategie voor de periode van 2011- 2015 – ‘Gezondheid voor Iedereen’. In grote lijnen is de strategie gereed en zijn besluiten voor de richting die we opgaan genomen. De vier thema’s waar Wemos voor gekozen heeft zijn wederom: gezondheidspersoneel, financiering van de gezondheidszorg, medicijnen en voeding. Begin 2010 worden deze themastrategieën verder uitgewerkt in projecten. Deze projecten kunnen dan gebruikt worden voor de fondsenwerving en ze zijn de inzet voor de programmaformulering met onze allianties voor het medefinancieringstelsel (MFS2) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het aangaan van samenwerkingsverbanden voor de subsidieaanvragen MFS2 en het ontwikkelen van een conceptprogramma voor deze allianties was een uitdagend proces in 2009 en we kunnen met genoegen stellen dat we tevreden zijn met de resultaten die er liggen. We hebben in twee allianties voor MFS2 een voorstel ingediend. De eerste heet “Together for Change" met Cordaid als penvoerder en Both ENDS, IKV Pax Christi, Impunity Watch, Mensen met een Missie, het Rode Kruis en Wemos als mede indieners, en de andere is het “Netherlands Medicines & Development Partnership” met Health Action International (HAI) als penvoerder en Health[e] Foundation en Wemos als mede indieners.
5
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
2009 Was een hectisch en vol jaar, maar ook een jaar waarin we helderheid voor onszelf gecreëerd hebben over de toekomst van Wemos. Wij weten wat we willen en we zien een hele duidelijke ‘niche’ voor Wemos als ‘de’ organisatie in Nederland en Europa die gespecialiseerd is in de internationale lobby voor betere gezondheidssystemen en het recht op gezondheid voor iedereen. De grote uitdaging voor 2010 en daarna wordt om deze ambitie waar te maken en de financiële basis van Wemos zodanig te verstevigen dat wij door kunnen gaan met onze lobby voor een eerlijk, ethisch en rechtvaardig internationaal gezondheidsbeleid dat gericht is op en rekening houdt met de behoeftes van (arme) mensen in ontwikkelingslanden aan goed functionerende gezondheidssystemen.
1.4.1. Projecten 1.4.1.1.
Bangladesh
Bangladesh is een dichtbevolkt en arm land. 80% van de bevolking moet rondkomen van minder dan 2 dollar per dag. De gezondheidssituatie in het land is de afgelopen 20 jaar verbeterd, maar er zijn grote verschillen tussen arm en rijk en tussen stad en platteland. Moedersterfte is erg hoog (380 per 100.000 geboortes) vergelijkbaar met die in Afrikaanse landen. Bangladesh heeft het hoogste percentage ondervoedde kinderen (48%) van Azië. De totale uitgaven aan gezondheidszorg bedragen slechts 12 dollar per hoofd van de bevolking, waarvan de overheid 4 dollar voor zijn rekening neemt. Het budget voor de gezondheidssector in de regio’s wordt centraal vastgesteld, zonder rekening te houden met wat er daadwerkelijk in de regio’s nodig is. Wemos beoogt in Bangladesh bij te dragen aan het verbeteren van de publieke dienstverlening, door het steunen van ‘health budget advocacy’ initiatieven. Wemos ondersteunt hiertoe het werk van DORP, Development Organization for the Rural Poor. In zes districten heeft DORP zogenaamde budgetclubs opgericht, met vertegenwoordigers van de lokale bevolking. Die volgen de kwaliteit van de zorgverlening in het district en de besteding van het beschikbare budget. De gesignaleerde problemen bespreken ze met de lokale bevolking en met de verantwoordelijke bestuurders. Waar mogelijk wordt lokaal naar een oplossing gezocht, of het probleem wordt aangekaart bij de nationale overheid. Dit levert resultaat op: in een district is er budget gevonden om de waterleiding van een kliniek te repareren, in andere districten hebben de ziekenhuizen nu voldoende geld om patiënten maaltijden te verstrekken. Klinieken worden beter schoongemaakt, artsen zijn minder afwezig, ambulances hebben vaker benzine. De bevolking ervaart dat er verbetering in de situatie mogelijk is, zorgverleners en bestuurders voelen zich aangesproken op hun verantwoordelijkheid om goede diensten te leveren. Op nationaal niveau krijgt DORP steeds meer erkenning voor deze aanpak en daarmee ook een betere toegang tot informatie en beleidsmakers. Op basis van deze ervaringen heeft DORP in 2009 samen met partners van Cordaid, Woord&Daad en Simavi een samenwerking opgezet. In de projectgebieden van 4 andere organisaties zal een dergelijk monitorings- en advocacy systeem worden opgezet. Onderzoeksinstituut ICDDR, B zal de effectiviteit van het project onderzoeken. Het project wordt inhoudelijk en financieel ondersteund door de Nederlandse organisaties.
6
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
Activiteiten 2009 Financiering van een samenhangend activiteitenplan voor versterking van de capaciteit van DORP financiering van het werk van DORP op budget monitoring en advocacy. Technische ondersteuning van de onderzoekscoördinator van DORP op budgetmonitoring (coaching door Wemos, training door het International Budget Project). Formuleren van een samenwerkingsproject met 5 andere Bengaalse NGO’s, om in verschillende regio’s monitoring en advocacy te versterken, ondersteund door Nederlandse NGOs in het Bangladesh Overleg Ontwikkelingssamenwerking en Mensenrechten. Resultaten 2009 Capaciteit van DORP is versterkt op verschillende aspecten (oa HRM, financieel
management, fondswerving). Budgetmonitoring en advocacy heeft in alle zes subdistricten tot aantoonbare verbeteringen geleid in de dienstverlening; betrokken lokale organisaties zijn versterkt in hun capaciteit om dit werk te doen. Samenwerking tussen DORP en andere NGOs is tot stand gebracht. 1.4.1.2.
Bolivia
Bolivia is één van de kleinste economieën van Zuid-Amerika, met name gebaseerd op de opbrengsten van de olie en gas winning en niet op andere productieve sectoren. Er is sprake van een zeer ongelijke verdeling van rijkdom en inkomsten en de grote meerderheid van de indiaanse bevolking, 60 – 70% van de totale bevolking, is arm tot zeer arm. De toegang tot gezondheidszorg in Bolivia is zeer ongelijk verdeeld. Bolivianen uit de lage inkomensgroepen, met name met een indiaanse achtergrond, maken veel minder gebruik van gezondheidsdiensten dan de mensen uit de hogere inkomensgroepen. Er is een tekort aan financiële middelen en gezondheidspersoneel dat vooral gevoeld wordt in de meer afgelegen gebieden. Daarnaast heeft gezondheidszorg nog steeds een te curatieve in plaats van een preventieve insteek. De grootste gezondheidsproblemen waarmee Bolivia kampt zijn Chagas, ondervoeding bij kinderen, TBC en een hoge moedersterfte. In samenwerking met de Boliviaanse partnerorganisaties richt Wemos zich vooral op de problemen van budget allocatie en implementatie gerelateerd aan het Multi sectorale Malnutrition Zero (Nul ondervoeding) een overheidsprogramma dat zich richt op bestrijding van ondervoeding in de meest kwetsbare gemeentes in het land. Partnerorganisaties waarmee Wemos in Bolivia samenwerkt zijn: 1. AIS Bolivia: NGO die lobby- en advocacy-activiteiten uitvoert richting de Boliviaanse overheid. 2. Plan Bolivia: NGO die zich richt op oplossen van problemen op regionaal en communaal niveau. Wemos ondersteunt AIS Bolivia in haar lobby richting internationale gezondheidssector actoren en in dat kader zijn er verschillende bezoeken afgelegd aan de belangrijkste donoren van de Boliviaanse gezondheidssector zoals de Canadese Ambassade en de Belgische Cooperación Técnica. Bij deze bezoeken was de noodzaak van donorharmonisatie ten aanzien van het Boliviaanse gezondheidssysteem en dan
7
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
voornamelijk de ondersteuning van het Malnutrition Zero programma het centrale thema. Daarnaast heeft Wemos AIS Bolivia ondersteund bij het versterken van hun regionale netwerk van vrijwilligersgroepen, een belangrijke pijler van de AIS Bolivia lobbyactiviteiten. Samen met AIS Bolivia en Plan Bolivia is er een start gemaakt met een project ter ondersteuning van het Malnutrition Zero programma in een vijftal Boliviaanse gemeentes. Gegevens die verkregen worden tijdens de uitvoering van dit project zullen gebruikt worden voor lobbyactiviteiten op regionaal en nationaal niveau. Activiteiten 2009 Er zijn verschillende lobby en advocacy-bijeenkomsten georganiseerd met donors zoals de Canadese Ambassade, de Belgische Cooperación Técnica, een vertegenwoordiger van de Wereldbank en ook de Boliviaanse autoriteiten waarin donor financiering, donor harmonisatie en de uitvoering van het Malnutrition Zero programma centraal stonden. Er is een belangrijke stap gemaakt in de CSO monitoring met de start van de Health and Poverty Portal (HaPP), een instrument voor het verzamelen, analyseren en bespreken van informatie over gezondheidskwesties. AIS Bolivia heeft deelgenomen aan verschillende bijeenkomsten en debatten georganiseerd over gezondheidkwesties zoals de Codex Alimentarius, Borstvoeding, het recht op voedsel, klimaatverandering en voedselzekerheid, voedingsbeleid. AIS Bolivia heeft een analyse van de "cuentas nacionales ' nationale rekeningen, laten uitvoeren met een speciale focus op de toewijzing van middelen voor Preventie en Promotie in de begroting voor gezondheidszorg en de bronnen van financiering en de budgetten voor Malnutrition Zero en tuberculose. Op basis van het nieuwe capaciteitsopbouw plan zijn capaciteitsversterkende activiteiten uitgevoerd waarbij versterking van de regionale AIS vrijwilligersgroepen centraal stond. Resultaten 2009 Capaciteitsversterking van de organisatie, het centrale AIS Bolivia kantoor en de regionale AIS vrijwilligers groepen wordt gestructureerd aangepakt. Het Malnutrition Zero programma en de daarmee samenhangende donorharmonisatie en naleving van de Paris agenda zijn regelmatig in openbare debatten en bijeenkomsten ter sprake gekomen. Na het succesvolle, door AIS Bolivia georganiseerde, evenement over donorharmonisatie is AIS Bolivia uitgenodigd nog een presentatie te doen voor de Werkgroep Gezondheid van de Internationale Samenwerkingsorganisaties. AIS Bolivia bereidt nu een presentatie voor over de overheidsbegroting voor gezondheid. AIS Bolivia heeft input geleverd voor de formulering van de Boliviaanse borstvoedingwet, een belangrijk thema in het Malnutrition Zero programma, en na goedkeuring van de wet is AIS Bolivia uitgenodigd deel te nemen in de National Breastfeeding Committee. De eerste stappen van de uitvoering van het "Niñez Sano en Bolivia"-project (2010-2012) een gezamenlijke inspanning van Wemos, Plan Nederland, AIS Bolivia en Plan Bolivia zijn gezet. Er is een start gemaakt met de Boliviaanse Health and Poverty Portal (HaPP), een website op internet gericht op het actief verzamelen, synthetiseren, analyseren en verspreiden van informatie over armoedebestrijding door middel van een betere gezondheid.
8
A4RAP10001_03
1.4.1.3.
maart 2010
Jaarrapport 2009
Kenia
Na de nationale verkiezingen eind 2007, belandde Kenia in een ernstige politieke crisis. Vele mensen werden slachtoffer van geweld en meer dan 300.000 mensen raakten ontheemd. De Keniaanse economie is zwaar getroffen door de politieke crisis. Veel boeren konden in 2008 hun land niet bewerken waardoor er veel minder werd geproduceerd. Dit heeft geleid tot hongersnood in diverse delen van het land. De levensverwachting is achteruitgegaan naar 48 jaar voor vrouwen en 47 jaar voor mannen, en vanwege HIV Aids zullen de prognoses nog verder naar beneden gaan. Het sterftecijfer en de ziektelast zijn uitzonderlijk hoog, vooral voor vrouwen en kinderen. Moedersterfte is 1.000/100.000 van de levendgeborenen wat erg hoog is. Kindersterfte is omhoog gegaan van 97/1,000 levendgeborenen in 1990 tot 120/1,000 levendgeborenen in 2004 . Ondervoeding is een van de belangrijkste factoren van kindersterfte in Kenia. Maar 13% van de baby’s boven de 6 maanden krijgt uitsluitend borstvoeding en 20% van de kinderen boven de 5 jaar zijn ondervoed 3
·.
Het project waar Wemos en haar partners een bijdrage aan wil leveren is aan de uitvoering van de ‘Community Health Strategy’ Deze strategie is vastgesteld door de overheid van Kenia en zij wil met dit beleid de oorzaak van de voornaamste gezondheidsproblemen van mensen in Kenia aanpakken. Een ambitieus plan met als doel om met deze “Community Health Strategy” de gezondheidssituatie van vooral arme huishoudens aanzienlijk te verbeteren, het heeft als speciale doelgroep, de meest kwetsbare dorpen. Om dit te bereiken is de uitdaging dat men via de gezondheidszorg de meeste families dicht bij huis wil bereiken, maar ook dat via voorlichting bepaalde ziektes preventief kunnen worden voorkomen. In een aantal districten is dit programma al actief en de ervaring heeft geleerd dat met deze maatregelen de gezondheidstatus van mensen aanzienlijk kan worden verbeterd. Wemos werkt in Kenia samen met de volgende partners: HENNET: een netwerk van gezondheid NGO’s waar 72 gezondheid NGO’s lid van zijn. de Great Lake University of Kisumu – GLUK. het Consumers information Network – CIN. Activiteiten 2009 Opzetten (ontwikkelen van methode, trainen en uitvoeren) van ‘health budget advocacy’,
het monitoren van het gezondheidsbudget; een methode waarbij de bevolking kan verifiëren hoeveel van het budget voor gezondheid daadwerkelijk uitgegeven wordt, waarvoor het bedoeld was en waarvoor het gebruikt is. Uitvoering en verbeteren van “Community Health Strategy” in een aantal districten. Deelname in de “Community Strategy Interagency Co-coordinating Committee (CS-ICC)”, het adviserend en besluitvormingsorgaan van de overheid die gaan over de “Community Health Strategy”. Een ‘Landelijke Community Health Information Systems Tools’ is ontwikkeld. Er is een overzicht gemaakt van de gezondheid en voedingsgerelateerde problemen in Kenia met inbegrip van welke (internationale) actoren een rol spelen in de gezondheidssector in Kenia. 3
Ministry of Health (2006), Public Expenditure Review 2006. Republic of Kenya
9
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
Resultaten 2009 Meer dan 300 mensen zijn getraind in het monitoren van gezondheidsbudgetten, de methodieken is getest en het budgetmonitoren in gezondheid staat in de startblokken. Belangrijke contacten opgebouwd met sleutelfiguren binnen de overheid en de internationale donorgemeenschap rond de “Community Health Strategy”. HENNET heeft een sleutelpositie binnen het belangrijkste advies en beslissingsorgaan van de overheid op de “Community Health Strategy”. 1.4.1.4.
Zambia
De republiek Zambia telt bijna 12 miljoen inwoners, waarvan 64% onder de armoedegrens leeft. De economische ontwikkeling kan de bevolkingstoename van dit Afrikaanse land niet bijhouden. Bijna de helft van de Zambiaanse populatie woont inmiddels in steden, maar daar is onvoldoende werkgelegenheid. In Zambia gaan armoede en slechte gezondheid hand in hand. Het gezondheidssysteem kent veel uitdagingen. De moedersterfte is 750 per 100.000 geboortes en de kindersterfte is 170 per 1.000 geboortes. Zambia is een van de landen in Sub-Sahara Afrika die het meest hard getroffen zijn door de HIV epidemie. De prevalentie is 16% voor de 15-49 jarige leeftijdsgroep. Ongeveer 1 miljoen mensen zijn besmet met het virus. Het nationale gezondheidssysteem is zwak en is overbelast door een beperkte capaciteit aan gezondheidspersoneel. Het land heeft een tekort van tenminste 20.000 doktors en verpleegkundigen om aan de minimale vereisten voor adequate zorgverlening te voldoen. De gezondheidssector in Zambia wordt sterk beïnvloed door externe donoren. Ondanks hun potentiële positieve invloed dragen deze verticale programma’s (80% van alle fondsen voor gezondheidszorg) niet allen bij aan systeemversterking. Wemos en partnerorganisaties pogen beleid hierop te beïnvloeden bij donoren en de Zambiaanse overheid zodat meer financiële en beleidsmatige ruimte wordt gegeven aan het opbouwen van het nationale gezondheidssysteem dat beschikt over voldoende personeel. Wemos werkt sinds meerdere jaren samen met de organisatie CHESSORE op het gebied van onderzoek en lobby. In 2009 is dit uitgebreid naar een netwerk waar meerdere NGO’ s en organisaties samen proberen de lobby op het gebied van het tekort aan zorgpersoneel te versterken. Dit wordt gedaan vanuit de samenwerking met Cordaid. In Zambia is dit netwerk uitgebreid met onder meer leden van de christelijke gezondheidsorganisaties, de Universiteit Zambia en de vakbond voor verpleegkundigen. Activiteiten 2009 Het netwerk is ondersteund tijdens twee bijeenkomsten in Lusaka, waar doelstellingen en prioriteiten naar voren zijn gekomen. Er is met CHESSORE een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van Global Fund to fight Aids Tuberculosis en Malaria (GFATM) op de beschikbaarheid van zorgpersoneel. Er is een opzet gemaakt voor het opzetten van een ‘health and poverty portal’ tezamen met de University of Zambia. CHESSORE heeft capaciteitsondersteuning gekregen bij de opbouw van de organisatie.
10
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
Resultaten 2009 Er is een maatschappelijk middenveld netwerk gecreëerd dat effectief betrokken is bij bepaling van het nationale beleid voor de gezondheidszorg, meer specifiek op het gebied van de beschikbaarheid van zorgpersoneel. Er is een studie afgerond naar de effecten van GFATM op beschikbaarheid van zorgpersoneel. De organisatie CHESSORE heeft capaciteit op het gebied van ‘health budget advocacy’ van financiering van de gezondheidsector. CHESSORE heeft tijdens het Global Forum on Health Research in Cuba (Nov. 2009) de Zambiaanse NGO sector gepresenteerd. 1.4.1.5.
Gezondheidsbudgetten en Zorgpersoneel
Zorgverleners in ontwikkelingslanden krijgen een laag salaris, hebben geen bijscholingsmogelijkheden en werken met verouderde apparatuur in moeilijke omstandigheden. Velen vertrekken naar het rijke Westen of kiezen voor ander werk. Deze migratie draagt ertoe bij dat miljoenen mensen verstoken blijven van gezondheidszorg. In zowel arme als rijke landen worden te weinig zorgverleners opgeleid, terwijl de vacatures in het Westen een aanzuigende werking hebben. Rijke landen bieden immers veel hogere salarissen en betere faciliteiten. Ontwikkelingslanden worden mede hierdoor onevenredig zwaar getroffen door de mondiale personeelstekorten. Wemos voert lobby voor behoud van zorgpersoneel in ontwikkelingslanden. Dat doet Wemos door te hier kijken naar mogelijkheden die onze overheid heeft om in Nederland de problemen aan te pakken of te veranderen. Als voorbeeld; zou het beleid ten aanzien van het werven van buitenlands zorgpersoneel aan gescherpt kunnen worden. Daarmee voorkomen we dat Nederland bijdraagt aan het vergroten van de tekorten in ontwikkelingslanden doordat we zorgpersoneel uit ontwikkelingslanden aantrekken om de tekorten in de Nederlandse zorg op te lossen. Sommige Westerse landen en internationale donoren werken deze situatie verder in de hand. Zij willen in ontwikkelingslanden niet langdurig investeren in salarissen voor zorgverleners in de publieke zorg, maar steunen wel eigen programma’s die in vergelijking met de publieke sector veel hogere lonen bieden. Deze programma’s, die zich meestal richten op de bestrijding van één ziekte, trekken veel zorgverleners uit de publieke gezondheidszorg aan. Dit verergert de reeds bestaande personeelstekorten. Deze zaken kaart Wemos ook aan bij onze eigen overheid, bij internationale instanties en bij programma’s die zich schuldig maken aan het weghalen van personeel uit de publieke sector, met als doel dit negatieve effect tegen te gaan. Tevens richt Wemos zich op de Nederlandse overheid en haar mogelijkheden voor het nemen van maatregelen om positief bij te dragen aan het investeren in zorgpersoneel in ontwikkelingslanden. Te denken valt aan investeringen in medische opleidingen, het optoppen van salarissen in ontwikkelingslanden, prikkels voor gezondheidswerker die het werken in afgelegen gebieden aantrekkelijker maakt. Kortom maatregelen die het gras in ontwikkelingslanden groener maakt zodat zorgverleners minder reden hebben om te migreren.
11
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
Activiteiten 2009 Internationale donoren en de Nederlandse minister voor Ontwikkelingssamenwerking zijnaangespoord tot meer financiële steun voor gezondheidspersoneel in ontwikkelingslanden. Bij de Nederlandse minister van Volksgezondheid hebben we gepleit voor: o het opleiden van voldoende personeel in Nederland, zodat er geen gaten vallen die gevuld worden met zorgverleners uit ontwikkelingslanden; o het ontwikkelen van een nationale gedragscode omtrent ethische rekrutering van buitenlands zorgpersoneel. Voorstellen gedaan richting de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Europese Commissie op het terrein van de ontwikkeling van een internationale gedragscode en Europees beleid over zorgpersoneel. Samengewerkt met organisaties in Kenia en Zambia, met Zuidelijke netwerken, alsook met Noordelijke partners en een gezamenlijk standpunt geformuleerd. Op WereldGezondheidsdag een evenement georganiseerd over de wereldwijde personeelscrisis en initiatief genomen tot het oprichten van een Nederlandse alliantie voor Zorgpersoneel met deelnemers uit de OS sector en de zorgsector. Via berichten in de dagbladen en interviews op de radio het algemene Nederlandse publiek informatie verstrekt over het thema. De mening van Wemos ten aanzien van het werven van Indiaas operatiekamerpersoneel door Nederlandse ziekenhuizen naar buiten gebracht. Resultaten 2009 Diverse Nederlandse politici steunen de standpunten van Wemos. De Nederlandse minister van Volksgezondheid toont zich voorstander van een Nederlandse gedragscode voor ethisch werven van zorgpersoneel uit ontwikkelingslanden. Een basis voor samenwerking op dit thema is er gelegd tussen organisaties uit de OS en de zorgsector. De media besteden aandacht aan het wereldwijde tekort aan zorgpersoneel en de standpunten van Wemos dienaangaande. 1.4.1.6.
Medicijnen
Voordat een nieuw geneesmiddel op de markt komt, wordt het op mensen getest om de werkzaamheid en veiligheid vast te stellen. De farmaceutische industrie voert dit soort testen steeds vaker uit in arme landen. Deelname aan medicijnproeven is voor mensen in ontwikkelingslanden vaak de enige kans op behandeling of een manier om iets te verdienen. Helaas worden proefpersonen vaak slecht geïnformeerd en zijn ze zich niet bewust van de risico’s. De internationale regelgeving is helder. Maar farmaceutische bedrijven sjoemelen met de afspraken en de overheden van ontwikkelingslanden zien onvoldoende toe op naleving van de regels. Bovendien werken Westerse landen deze praktijken in de hand door onethisch geteste geneesmiddelen op hun markten toe te laten. Wemos voert lobby voor: Naleving van regels die mensen in ontwikkelingslanden beschermen tegen onethische medicijntesten. ‘Eerlijke’ geneesmiddelen op de Europese markt.
12
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
Activiteiten 2009 Lancering campagne www.FairDrugs.org. met als voornaamste uiting de ‘Call for Ethical Clinical Trials.’ Publicatie van de studie van Wemos partner Centre for Studies in Ethics and Rights uit India over een geneesmiddel tegen borstkanker dat onethisch werd getest in India en vervolgens werd toegelaten tot de Europese markt. Lobbygesprekken met Nederlandse parlementariërs en Europarlementariërs naar aanleiding van dit rapport. Wemos spreekt tijdens een zitting van het Europees parlement haar zorg uit over onethisch testen in ontwikkelingslanden. In coalitie met Nederlandse en Europese organisaties roept Wemos Europese overheden op maatregelen te nemen om de rechten van proefpersonen te beschermen. Resultaten 2009 Het Europees Agentschap voor Medicijnen heeft toegezegd beter toe te zien op de
naleving van ethische richtlijnen bij klinisch geneesmiddelenonderzoek in ontwikkelingslanden. Naar aanleiding van onderzoek van Wemos en enkele partnerorganisaties, stelden Tweede Kamerleden en Europarlementariërs kritische vragen over ‘oneerlijke’ geneesmiddelen aan de Europese Commissie en de Nederlandse regering. De internationale campagne FairDrugs.org, in 2009 geïnitieerd door Wemos, heeft brede steun ontvangen, onder meer van prominenten als professor Heleen Dupuis. Europarlementariërs beloven zich ook na de Europese verkiezingen in te zullen zetten voor de rechten van proefpersonen in ontwikkelingslanden. Een beleidsstuk van de Europese Commissie verwijst naar publicaties van Wemos en partners. Voorstellen in het beleidsstuk geven eerdere aanbevelingen van Wemos weer. 1.4.1.7.
Voeding
Wereldwijd sterven ieder jaar 3.5 miljoen kinderen aan de gevolgen van ondervoeding. Ze krijgen te weinig en kwalitatief slecht voedsel. Ondervoeding leidt tot ziekte en mentale achterstand. Het probleem van ondervoeding kan alleen in een coherente multisectorale benadering aangepakt worden. Hierbij speelt het gezondheidssysteem een belangrijke rol. In 2008 vroeg Wemos aandacht voor de gezondheidsaspecten van ondervoeding bij zwangere vrouwen en kinderen binnen de aanpak van MDG1. Deze lobby werd in 2009 voortgezet binnen Nederland en Europa. In Nederland heeft Wemos in samenwerking met de Nederlandse Werkgroep Voeding in Ontwikkelingslanden (NWGN) samen met de ministeries van LNV en Buitenlandse Zaken gewerkt aan een procesvoorstel om invulling te geven aan de kamerbreed aangenomen motie Ferrier/Waalkens (2008). De studie wordt door de Universiteit van Wageningen uitgevoerd in samenwerking met Plan Nederland en ICCO en beoogt aanpassingen in het huidige landbouwbeleid te bewerkstelligen die de impact op voedselzekerheid en ondervoeding kunnen vergroten. Vooralsnog is het niet gelukt deze gezondheidsaspecten ook in het Nederlandse beleid te krijgen, maar hier zal de NWGN zich voor blijven inzetten. De Europese Werkgroep is met ondersteuning van Wemos in 2009 uitgebreid en omvat naast Save the Children UK, CONCERN, Action Contre la Faim en Wemos nu ook het Hellen Keller Institute. De groep is erg succesvol op het gebied van beleidsbeïnvloeding en
13
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
onderneemt gezamenlijke acties om de UN Standing Committee on Nutrition een formele plaats te geven binnen de hervormde Committee on Food and Agriculture (CFA) en om advies te geven hoe ondervoeding en gezondheid het best kunnen worden ingepast in het actieplan van de High Level Task Force on Food Security. Tijdens de World Food Summit organiseerde de Europese groep een workshop. Een aantal High-Level Meetings on Nutrition Security hebben plaatsgevonden dit jaar, waarin zowel de rol van donoren, als de rol van VN-organisaties zijn besproken om het probleem van ondervoeding coherent een efficiënt aan te kunnen pakken. Binnen de Europese Commissie is hiertoe de Nutrition Advisory Group opgericht, waarin Groot-Brittannië, Frankrijk en Ierland samen met de Europese Commissie hun acties coördineren. Activiteiten 2009 Wemos heeft een grote rol gespeeld in het opzetten van de Netherlands Working Group on Nutrition (NWGN). Wemos heeft een een inventarisatie uitgevoerd van Nederlandse organisaties die op het gebied van voeding werkzaam zijn. Op basis van deze inventarisatie is een concept beleidsvoorstel ontwikkeld en bediscussieerd door de Netherlands Working Group on Nutrition (NWGN). De Europese Werkgroep is uitgebreid en heeft beleidsvoorstellen op het gebied van coherente aanpak ondervoeding aan UN taskforces voorgelegd. Resultaten 2009 Diverse Nederlandse en Europese politici steunen de standpunten van Wemos. Samenwerkende NGO’s zijn bereid gezamenlijk beleidsadvies aan de overheid voor te
stellen.
1.4.2. Corporate communicatie In het afgelopen jaar heeft Wemos publieke en politieke steun weten te mobiliseren rond onze thema’s. Het onderwerp van onethische testen van medicijnen kreeg veel mediaaandacht in februari rondom de lancering van de campagne FairDrugs.org. Het onderwerp Tekort aan zorgpersoneel kreeg eveneens veel media aandacht rondom Wereldgezondheidsdag en in september toen de actieve werving van Indiaas zorgpersoneel door Nederlandse academische ziekenhuizen een reden voor Wemos was om mediaaandacht te zoeken om haar lobbyboodschap kracht bij te zetten. Het wereldwijde tekort aan zorgpersoneel was ook onderwerp van de campagne samen met de International Federation of Medical Students Associations - Nederland (IFMSA-NL) onder de vlag van de Millenniumtour 2009. Alle acht medische faculteiten in Nederland besteedden aandacht aan het onderwerp en we hebben hiermee rond de 4000 medische studenten kunnen bereiken. De banden met beroepsgroepen en zorgverleners zijn aangehaald en er is nauwere samenwerking tot stand gekomen met bijvoorbeeld de Vereniging van verpleegkundigen en verzorgers (VN&N), Nederland Vereniging voor Tropische Geneeskunde en Internationale Gezondheidszorg (NVTG) en de Verenigingen European Medical Students’ (EMSA). Met Nederlandse ontwikkelingsorganisaties op het gebied van gezondheid werkt Wemos sinds 2009 samen in de organisatie van Moedernacht 2010. En samen met de organisaties
14
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
binnen het Global Health Educatie Project: Johannes Wier Stichting, Nederlandse Vereniging voor Medische Polemologie (NVMP) en de IFMSA-NL, is Wemos voorbereidingen gestart voor een nationaal congres over Global Health in mei 2010. In 2009 zijn we erin geslaagd de dalende cijfers van de website statistieken en nieuwsbriefabonnees te keren. Dankzij de toegenomen zichtbaarheid van Wemos bij de Nederlandse doelgroep, geeft Wemos daarnaast regelmatig lessen en lezingen over onze thema’s en publiceert frequent in vakbladen. Het profiel van Wemos in Nederland en binnen Europa is in 2009 duidelijker geworden onder onze doelgroepen. Een goed beeld van Wemos en een goede naam onder gezondheidswerkers en hun organisaties zijn voorwaarden voor een succesvolle lobby, maar ook voor de fondsenwerving, waarvan Wemos hopelijk haar vruchten zal gaan plukken.
1.4.3. Interne organisatie In 2008 is een aanvang gemaakt met het inrichten van een Wemos kwaliteitshandboek, in 2009 heeft Wemos hier verder aan gewerkt. De organisatiebeschrijving, de beschrijving van taken, verantwoordelijkenheden en bevoegdheden en de beschrijving van processen zijn afgerond. Het traject voor de medefinancieringsstelsel MFS-2 aanvraag en de aanvraag voor het CBF-keur hebben ons de kans geboden om onderdelen van het kwaliteitshandboek aan te vullen en aan te scherpen. Helaas hebben we enige achterstand opgelopen in het herzien en updaten van enkele werkprocedures, zodat de geplande finale afronding van het proces in 2009 niet gehaald is. In 2010 staat de afronding op de agenda. In 2009 is ook gestaag verder gewerkt aan de uitvoering van het ICT-plan 2009-2010 dat in 2008 vastgesteld is. Wemos heeft begin 2009 een softwaredonatie van Microsoft mogen ontvangen, er is een nieuwe server aangeschaft en er is een overstap gemaakt naar server based computing, waarmee de mogelijkheden voor werken op afstand sterk zijn verbeterd.
1.5. Financiering Voor de periode 2006-2010 ontvangt Wemos van het ministerie van Buitenlandse Zaken een programmasubsidie van in totaal € 4.638.750. Andere belangrijke financiers zijn PSO, Cordaid, Stichting Doen en Liberty Fund. In oktober 2009 is een driejarige samenwerking met Plan Nederland gestart (Sterke en gezonde kinderen in Bolivia).
1.6. Vooruitblik 2010 1.6.1. Projecten Het jaar 2010 is het laatste jaar van “Breaking the Vicious Circle” waarin we deze vijfjarencyclus goed willen afronden en tegelijkertijd ons degelijk willen voorbereiden op het nieuwe vijfjarenbeleid “Health for All” waarin samenwerking met andere actoren nog prominenter vormgegeven zal moeten gaan worden. In 2009 zijn we gestart met het maken van separate landenplannen en internationale lobbyplannen. Deze manier van werken zal doorgezet worden in 2010. Ons werk in Bangladesh, Bolivia, Kenia en Zambia is gebaseerd op een analyse van de problemen in de gezondheidssector daar en onze interventies zijn op
15
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
maat afgestemd op wat nodig is in dat land. Het belangrijkste doel van de samenwerking met onze Zuidelijke partners is dat zij zelf oplossingen aandragen voor de problemen die zij zien en dat ze zelf lobbyen voor verbeteringen in de gezondheidszorg die zij willen bewerkstelligen. In aanvulling op ons werk in het Zuiden is Wemos zelf internationaal actief, dit om aandacht te vragen voor thema’s als het tekort aan zorgpersoneel, het onethisch testen van medicijnen op proefpersonen in ontwikkelingslanden en het lobbyen voor een coherente aanpak van het ondervoedingsprobleem. Om onze doelstelling te behalen zijn we gericht: op het versterken van gezondheidssystemen in ontwikkelingslanden en het opkomen voor het recht op gezondheid voor iedereen. Onze aanpak in de projecten is gecentreerd rond de volgende strategieën: Versterken van netwerken en ‘advocacy’ capaciteit van gezondheidsorganisaties in Bangladesh, Bolivia, Kenia en Zambia; Beïnvloeden van het gezondheidsbeleid en strategieën van nationale overheden en internationale actoren; Mobiliseren van de publieke opinie over problemen in de gezondheidszorg door communicatie en het voeren van campagnes. Vanaf 2011 zal Wemos zich meer dan voorheen concentreren op het werk waar ze het beste in is, namelijk het samen met sterke strategische partners in het zuiden en in het noorden opkomen voor internationaal en nationaal beleid dat gericht is op het recht op gezondheid voor iedereen. We zullen blijven lobbyen voor het versterken van gezondheidssystemen in ontwikkelingslanden waarbij financiering van de zorg en voldoende zorgpersoneel cruciale determinanten zijn. De thematische insteek van ons werk zal gericht blijven op voeding, medicijnen, zorgpersoneel en financiering van de zorg. Onze samenwerking met strategisch gekozen zuidelijke en noordelijke partners is doorslaggevend in onze aanpak en cruciaal om op ieder niveau ook daadwerkelijk succes te kunnen boeken. De keuze van partners zal gebaseerd zijn op affiniteit van hen met het thema en de doelen die zij zelf geformuleerd hebben en die gericht zijn op veranderingen die zij zelf bij hun overheden en donoren kunnen bewerkstelligen. Wemos richt zich dan op internationale actoren en onze Zuidelijke partners op nationale actoren zodat we complementair aan elkaar veranderingen op dat thema en in de sector kunnen realiseren.
1.6.2. Kwaliteitsverbetering organisatie In 2010 gaan we verder investeren in de kwaliteitsverbetering van de organisatie. De aanvragen voor MFS2 (Ministerie van Buitenlandse Zaken) en de aanvraag voor het CBFKeur waren in 2009 aanleiding om processen en procedures goed uit te werken zodat we kwaliteit kunnen garanderen in ons primaire en ondersteunende proces. Hier is nog winst op te maken, maar de meeste processen zitten goed in elkaar en het beheer van de organisatie voldoet aan alle normen van internationale ‘auditing’ standaards. De grootste uitdaging blijft onze financiële stabiliteit. Vanwege het aanzienlijke aandeel van de subsidie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken op onze inkomsten wordt 2010 een voor ons cruciaal jaar. De toekenning van de door de twee (in alliantie) ingediende subsidieaanvragen is pas bekend in november van 2010. De in 2009 ontwikkelde communicatie- en fondsenwervingstrategie heeft als primair doel de fondsenwerving te diversifiëren. Voor alle projecten zijn fondsenwervingdoelen gesteld en
16
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
daar wordt systematisch naar toe gewerkt. De begroting 2010 is al voor 92% gedekt, de inzet van de fondsenwerving is dus voornamelijk gericht op 2011 en verder. Het managementteam heeft wederom verbetertrajecten voor 2010 op haar agenda namelijk: Kwaliteitsmanagement van het primaire proces en PME Voorbereiding van de nieuwe strategie voor 2011 – 2015 Corporate Communicatie en Fondsenwerving HRM en leren
1.6.3. Begroting 2010 begroting 2010 EUR
BATEN Baten uit eigen fondsenwerving
53.500
Baten uit acties van derden
538.369
Subsidies van overheden
1.053.750
Baten uit beleggingen
5.000
Overige baten
-
SOM DER BATEN
1.650.619
LASTEN BESTEED AAN DOELSTELLING Het door beleidsbeïnvloeding versterken van nationale gezondheids-systemen die bijdragen aan de structurele verbetering van gezondheid
1.472.508 1.472.508
WERVING VAN BATEN Kosten eigen fondsenwerving
6.736
Kosten acties van derden
31.381
Kosten verkrijging subsidies
34.024 72.141
BEHEER EN ADMINISTRATIE 130.713
Kosten beheer en administratie
SOM DER LASTEN
1.675.362
RESULTAAT
24.743-
RESULTAATBESTEMMING Toevoeging/onttrekking aan: - continuiteitsreserve
24.74324.743-
17
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
1.7. Verantwoordingsverklaring 1.7.1. Inleiding Dit document bevat de verantwoordingsverklaring van de Stichting Wemos. Met deze verklaring geeft het bestuur van de Stichting Wemos inzicht in hoe zij de principes van goed bestuur heeft verankerd in de organisatie. Deze principes zijn: onderscheid tussen de functies toezicht houden, besturen en uitvoeren; optimalisatie van de effectiviteit en efficiency van bestedingen; optimalisatie van de omgang met belanghebbenden. Jaarlijks wordt deze verklaring geëvalueerd en waar nodig aangepast aan nieuwe omstandigheden of bevindingen.
1.7.2. Besturen en toezicht houden “Binnen de instelling dient de functie ‘toezicht houden’ (vaststellen of goedkeuren van plannen, en het kritisch volgen van de organisatie en haar resultaten) duidelijk te zijn gescheiden van het ‘besturen’ dan wel van de ‘uitvoering’.” 1.7.2.1.
De rol van het bestuur
Het bestuur van Wemos is het hoogste orgaan van de stichting en is eindverantwoordelijk voor de gang van zaken in de organisatie. Het bestuur komt minimaal vijf maal per jaar bij elkaar, in 2009 heeft het bestuur zes maal vergaderd. Het bestuur is een zogenaamd ‘bestuur op afstand’, hetgeen inhoudt dat zij vooral een toezichthoudende taak heeft. De ontwikkeling en uitvoering van het beleid heeft het bestuur gedelegeerd aan de directeur. De rolverdeling tussen bestuur en directeur is deels in de statuten en deels in het directiereglement vastgelegd. De taak van het bestuur is het vaststellen van beleid. Hiertoe behoort in ieder geval: vaststelling en wijziging van statuten benoeming, ontslag en vaststelling van de functieomschrijving en arbeidsvoorwaarden van de directeur vaststelling van het meerjarenplan, de begroting en de jaarrekening (zie artikel 10.3 van statuten) aanstelling en ontslag van de accountant 1.7.2.2.
De samenstelling van het bestuur
Het bestuur van Wemos bestaat uit ten minste 5 leden. De bestuursleden zetten zich onbezoldigd in voor de Stichting en dienen affiniteit te hebben met de missie en visie van Wemos en haar doelstellingen en dienen over bestuurlijke ervaring te beschikken. Minimaal twee bestuursleden dienen daarnaast ook deskundigheid op het werkterrein van de stichting te hebben. Binnen het bestuur mogen geen nauwe familie- of vergelijkbare relaties bestaan. Bestuurders worden benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar en zijn herbenoembaar voor een tweede periode van ten hoogste vier jaar. Aftreden en herbenoemen geschiedt via het rooster van aftreden. Wemos biedt haar bestuursleden een onkostenvergoeding van € 75 per bijgewoonde vergadering.
18
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
Het bestuur benoemt jaarlijks een auditcommissie, bestaande uit ten minste twee bestuursleden. Deze commissie heeft als taken het houden van toezicht op de financiële gang van zaken binnen de stichting in het algemeen en de toetsing van de werking van de interne administratieve organisatie en controle, in het bijzonder de betalingsorganisatie. Taken en werkwijze van de commissie zijn uitgewerkt in een door het bestuur vastgesteld auditreglement. Het bestuur voert eenmaal per jaar een zelfevaluatie uit. 1.7.2.3.
Bestuursleden
Eind 2009 was het bestuur als volgt samengesteld: naam de heer G.R. Visser
portefeuille voorzitter
termijn loopt tot 01-05-2011 (2e termijn)
functie/nevenfuncties
Functie:
Functies:
mw. A.L. Valk
secretaris
de heer O. van Agthoven
penningmeester
01-11-2012 (2e termijn) 30-09-2011 (1e termijn)
algemeen bestuurslid
30-09-2011 (1e termijn)
de heer C.G.J. Knoet
Nevenfuncties: Adviseur Nationaal Register Commissarissen & Toezichthouders, Den Haag Voorzitter Raad van Toezicht Fonds NutsOhra, Amsterdam Voorzitter Innovatieprogramma Revalidatie ZonMw, Den Haag Lid Raad van Toezicht Integraal Kankercentrum Noord Oost Voorzitter Bestuur Stichting Bibliotheek, Zwolle Secretaris Raad van Toezicht ROC Deltion College, Zwolle Directeur/eigenaar Menea BV
Functie: Partner BDO Accountants & Adviseurs Directeur Bureau Katholiek Onderwijs, Directeur/eigenaar Knoet Consult,
Nevenfuncties: Lid Raad van Toezicht Integraal Kankercentrum West, Lid Auditcommissie Vereniging van Integrale Kankercentra, Bestuurslid Stichting ter Bevordering van het funderend Bijzonder Onderwijs (SBfBO). mw. A.A.L.J. van den Broek
algemeen bestuurslid
31-08-2010 (2e termijn)
Functie: Senior Public Health Advisor: Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam
Nevenfunctie: Arts, Stichting Kruispost Amsterdam. de heer J.H.J. Dusseljee
algemeen bestuurslid
30-04-2012 (2e termijn)
Functie: consultant, ETC Crystal
Nevenfuncties: Bestuurslid Stichting Artsen naar Ontwikkelingslanden Bestuurslid Josephine Nefkens Stichting
19
A4RAP10001_03
1.7.2.4.
maart 2010
Jaarrapport 2009
De directie
De taak van de directeur is het ontwikkelen en uitvoeren van het beleid binnen de kaders van door het bestuur vastgestelde meerjarenplannen, jaarplannen en begrotingen. De directeur, mevrouw Cily Keizer, doet haar werk op basis van de functiebeschrijving en het directiereglement. Het functioneren van de directeur wordt jaarlijks door het bestuur geëvalueerd.
1.7.3. Besteding van middelen “De instelling dient continu te werken aan een optimale besteding van middelen, zodat effectief en doelmatig gewerkt kan worden aan het realiseren van de doelstelling.” 1.7.3.1.
Planning, monitoring en evaluatie
Wemos baseert haar planning op contextanalyses. Deze analyses worden jaarlijks bijgesteld en zijn gericht op de gezondheidssector en meer specifiek op de Wemos thema’s gezondheidspersoneel, het testen van medicijnen en voeding. Vaste onderdelen van deze analyse zijn algemene informatie over het land of het thema, analyse van trends in de gezondheidssector, sterkte-zwakteanalyse, beschrijving van het probleem, analyse van actoren, mogelijkheden voor beleidsbeïnvloeding. Politiek economische omstandigheden beïnvloeden het gezondheidsbeleid eveneens, vandaar dat ook algemene data meegenomen worden in de contextanalyse. Verder worden er indien nodig ook per thema, op onderdelen gedetailleerde studies verricht, die weer input vormen voor de contextanalyses. Met deze contextanalyses als leidraad worden het meerjarenstrategieplan (5 jaar) en de jaarplannen opgesteld. In deze plannen komt duidelijk de logische samenhang tussen visie, doelstellingen, resultaten en activiteiten naar voren. Ook wordt veel aandacht besteed aan het benoemen van indicatoren om de resultaten te kunnen meten. Deze indicatoren zijn meetbare SMART geformuleerde prestatie-indicatoren die bij de monitoring en evaluatie gebruikt worden om te bepalen wat de voortgang van de doelstelling is. Jaarlijkse projectbegrotingen maken eveneens deel uit van het jaarplan. 4
De jaarplannen worden als input gebruikt om de voortgang van de projecten te monitoren. Tweemaandelijks vinden monitoringsgesprekken plaats tussen projectcoördinatoren en teamleiders. Hier komen naast de voortgang van de activiteiten en het behalen van de geplande resultaten ook de besteding van middelen (HR en geld) aan de orde. Indien er knelpunten of vertragingen in deze monitoringsgesprekken gesignaleerd worden komen deze in de management team vergadering op de agenda, zodat er bijgestuurd kan worden. Tijdens de uitvoering van het vijfjarig strategieplan vindt er minimaal één externe evaluatie plaats. Bevindingen worden in de volgende beleidscyclus meegenomen. Voor 2010 staat de ontwikkeling en vaststelling van een evaluatiebeleid op de agenda. Hierin zal worden opgenomen welke werkzaamheden op welke tijdstippen geëvalueerd zullen worden in het beleidsplan 2011-2015.
4
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden
20
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
Wemos legt veel nadruk op intern leren en dat is geïnstitutionaliseerd door het een vast agendapunt te maken in thematische vergaderingen en strategievergaderingen. Ook tijdens bijeenkomsten met Zuidelijke partners staat het lerend vermogen van de samenwerkingsrelatie op de agenda. In 2010 proberen we nog een verdere verdiepingslag hierin te maken, door ‘best practices’ en ‘lessons learned’ ook uitgebreid te communiceren via de website en nieuwsbrieven.
1.7.4. Omgang met belanghebbenden “De instelling streeft naar optimale relaties met haar belanghebbenden, met gerichte aandacht voor de informatieverschaffing en de inname en verwerking van wensen, vragen en klachten.” Wemos is ontstaan uit een groep geneeskundestudenten. Geneeskundestudenten en (tropen)artsen zijn sindsdien de ‘natuurlijke’ achterban van Wemos. Zorgverleners (inclusief zorginstellingen en beroepsverenigingen) vormen van oudsher de doelgroep van Wemos om de lobbyboodschap te ondersteunen en draagvlak te creëren binnen de Nederlandse samenleving voor Wemos’ thema’s. Zorgverleners worden door Wemos betrokken om steun te werven voor de lobbythema’s. Wemos’ uitgangspunt bij de communicatie met verschillende doelgroepen is altijd om de resultaten van het werk zo helder mogelijk over het voetlicht te brengen. 1.7.4.1.
Communicatie met de achterban
Wemos heeft een kleine kern van trouwe donateurs en een grotere groep van geïnteresseerden in de onderwerpen waar Wemos zich mee bezig houdt. Deze betrokkenen worden regelmatig geïnformeerd over de werkzaamheden van Wemos door middel van een digitale nieuwsbrief die vier maal per jaar wordt verzonden. Op verzoek kan de nieuwsbrief ook per post verzonden worden. Het jaarverslag dat op de website gepubliceerd wordt (en ook op verzoek toegezonden kan worden) is een andere bron van informatie voor de achterban. 1.7.4.2.
Communicatie met financiers
Wemos houdt haar financiers op de hoogte van het werk en de behaalde resultaten door middel van jaarlijkse inhoudelijke en financiële rapportages. Daarnaast ontvangen alle financiers het jaarrapport met jaarrekening en accountantsverklaring en het jaarverslag. 1.7.4.3.
Communicatie met partnerorganisaties
Wemos’ core business is het internationaal lobbyen voor gezondheid wereldwijd. Samenwerking met partnerorganisaties is essentieel voor het bereiken van de Wemos lobbydoelstellingen. In coalities met Nederlandse of Europese organisaties vervult Wemos de rol van International Health Advocate, ze is lobbyspecialist op het terrein van gezondheidssystemen, op Nederlandse of Europese fora. De internationale beleidsbeïnvloeding doet Wemos in samenwerking met haar Zuidelijke partners. De intensieve communicatie met al deze partnerorganisaties is in handen van de projectmedewerkers en vindt veelal plaats via e-mail en bezoeken. 1.7.4.4.
Klachtenregeling
Wemos heeft in 2009 een klachtenregeling ingesteld, die beschrijft hoe en binnen welke termijn klachten van belanghebbenden dienen te worden behandeld. De klachtenregeling is gepubliceerd op de website. In 2010 zal de klachtenregeling worden vertaald in het Engels
21
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
en waar nodig worden aangepast, zodat hij ook gebruikt kan worden door Zuidelijke partner(organisatie)s.
Amsterdam, maart 2010
Kick Visser voorzitter
Cily Keizer directeur
22
A4RAP10001_03
2.
maart 2010
Jaarrapport 2009
Jaarrekening
2.1. Balans 31 december 2009
31 december 2008
EUR
EUR
toelichting paragraaf
ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Inventaris en apparatuur
39.803 39.803
46.530 46.530
156.316 15.274 5.052 11.532 188.174 554.437
309.719 10.726 250 26.200 346.895 367.618
742.611
714.513
782.414
761.043
490.956
488.718
2.5.3.1.
17.529
36.788
2.5.3.2.
19.880
14.964
2.5.3.3.
254.049
220.573
2.5.3.4.
291.458
272.325
782.414
761.043
2.5.1.
VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen en overlopende activa Subsidies en andere baten Vooruitbetaalde bedragen Debiteuren Overige vorderingen Liquide middelen
2.5.2.1. 2.5.2.2. 2.5.2.3. 2.5.2.4.
PASSIVA RESERVES EN FONDSEN Continuïteitsreserve KORTLOPENDE SCHULDEN Belastingen en premies Nog te besteden subsidies en andere baten Overige schulden
23
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
2.2. Staat van baten en lasten realisatie 2009
begroting 2009
realisatie 2008
EUR
EUR
EUR
toelichting paragraaf
BATEN Baten uit eigen fondsenwerving Baten uit acties van derden Subsidies van overheden Baten uit beleggingen Overige baten
SOM DER BATEN
90.116
90.000
24.855
2.6.1.
409.060
520.000
385.226
2.6.1.
1.019.101
1.035.639
929.256
2.6.1.
9.031
4.000
10.214
2.6.1.
10.510
-
31.148
2.6.1.
1.537.818
1.649.639
1.380.699
LASTEN BESTEED AAN DOELSTELLING Het door beleidsbeïnvloeding versterken van nationale gezondheidssystemen die bijdragen aan de structurele verbetering van gezondheid 1.346.405
1.422.591 1.346.405
1.178.860 1.422.591
2.6.2.
1.178.860
WERVING VAN BATEN Kosten eigen fondsenwerving
5.112
22.008
19.090
2.6.2.
Kosten acties van derden
14.482
15.755
13.876
2.6.2.
Kosten verkrijging subsidies
32.186
26.259
23.128
2.6.2.
51.780
64.022
56.094
137.395
162.736
143.329
1.535.580
1.649.349
1.378.283
2.238
290
2.416
BEHEER EN ADMINISTRATIE Kosten beheer en administratie
SOM DER LASTEN RESULTAAT RESULTAATBESTEMMING Toevoeging/onttrekking aan: - continuiteitsreserve
2.238
290
2.416
2.238
290
2.416
24
2.6.2.
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
2.3. Kasstroomoverzicht realisatie 2009 EUR
realisatie 2008 EUR
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN Bedrijfsresultaat
2.238
AANPASSINGEN VOOR: Afschrijvingen
15.374
2.416
20.621 15.374
VERANDERING IN WERKKAPITAAL: Vorderingen Kortlopende schulden (exclusief banken)
20.621
158.721
169.440-
19.133
2.489-
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
177.854
171.929-
195.466
148.892-
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN Investeringen materiële vaste activa Mutatie financiële vaste activa
8.647-
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
8088.647-
808-
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN Mutatie langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
-
-
Toename/afname geldmiddelen
-
186.819
149.701-
367.618 186.819 554.437
517.319 149.701367.618
Het verloop van de geldmiddelen is als volgt: Stand per 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december
25
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
2.4. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 2.4.1. Algemeen Het rapport is opgesteld op basis van de historische kosten. Verliezen worden in aanmerking genomen indien zij hun oorsprong vinden in het boekjaar en zodra deze bekend zijn. Tenzij anders is vermeld, zijn activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Subsidies worden toegerekend aan het verslagjaar waar op zij betrekking hebben. Donaties en giften worden verantwoord als baten in het jaar waarin de donaties en giften zijn ontvangen. Het rapport is opgesteld volgens de “Richtlijn 650 Fondsenwervende instellingen” van de Raad voor de Jaarverslaggeving, waarmee is geconformeerd aan de aanbevelingen van het Centraal Bureau Fondsenwerving voor fondsenwervende instellingen.
2.4.2. Vergelijkende cijfers De weergave van de inkomsten in de resultatenrekening is in vergelijking met 2008 gewijzigd. Bij afstemming met het Centraal Bureau Fondsenwerving bleek dat diverse inkomsten in 2008 ten onrechte onder het kopje ‘Eigen fondsenwerving’ gerubriceerd waren, in plaats van onder ‘Aandeel in acties van derden’. In de resultatenrekening 2009 is dit gecorrigeerd.
2.4.3. Buitenlandse valuta Transacties in buitenlandse valuta zijn omgerekend naar Euro's tegen de koers per transactiedatum. Aan het einde van het boekjaar worden alle vorderingen en schulden in buitenlandse valuta omgerekend naar Euro's op basis van de koers per balansdatum. Koersresultaten zijn verantwoord in de staat van baten en lasten.
2.4.4. Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De materiële vaste activa worden afgeschreven rekeninghoudend met de verwachte levensduur en een eventuele restwaarde. Materiële vaste activa aangeschaft gedurende het boekjaar worden tijdsevenredig afgeschreven: de kantoorinventaris wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs verminderd met een lineaire afschrijving van 20% per jaar; de computerapparatuur en -programmatuur wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs verminderd met een lineaire afschrijving van 33,3% per jaar; de verbouwing wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs verminderd met een lineaire afschrijving van 10% per jaar.
2.4.5. Reserves en fondsen De reserves en fondsen van de stichting worden aangewend in het kader van de doelstelling van de stichting. Voor zover de reserves niet worden gepresenteerd als vastgelegde reserves in het kader van de doelstelling worden deze gepresenteerd als continuïteitsreserve.
26
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
2.4.6. Vorderingen De waardering van vorderingen geschiedt onder aftrek van een eventuele voorziening wegens oninbaarheid, gebaseerd op individuele beoordeling van de vorderingen.
2.4.7. Niet uit de balans blijkende financiële rechten en verplichtingen De niet uit de balans blijkende financiële rechten en verplichtingen zijn, tenzij anders vermeld in de toelichting opgenomen tegen nominale waarde.
2.4.8. Donaties en giften De baten uit eigen fondsenwerving zijn de opbrengsten uit donaties en giften en andere inkomsten die zijn ontvangen in het desbetreffende boekjaar. Voor zover over donaties schenkingsrecht is verschuldigd, zijn de donaties na aftrek van het schenkingsrecht verantwoord.
2.4.9. Subsidies Uitsluitend subsidies van overheden, waaronder begrepen de Europese Unie of vergelijkbare internationale instellingen, overheidsinstellingen en publiekrechterlijke instellingen, worden onder het hoofd subsidies van overheden verantwoord. Overige subsidies worden als baten uit eigen fondsenwerving of als aandeel in acties van derden verantwoord. Onder subsidies zijn te verstaan bijdragen die door de verstrekker afhankelijk zijn gesteld van de uitvoeringskosten van een project. Subsidies worden toegerekend aan de opbrengsten van het verslagjaar voor zover deze zijn gerelateerd aan de met deze opbrengsten samenhangende kosten. Verliezen die zijn ontstaan doordat in enig verslagjaar de toegerekende subsidieopbrengsten lager zijn dan de met deze opbrengsten samenhangende kosten worden in het verslagjaar tot uitdrukking gebracht in de staat van baten en lasten.
2.4.10. Doorbelastingen van kosten Kosten worden doorbelast aan de doelstellingen op basis van bedrijfseconomisch aanvaardbare methodes. Organisatiekosten worden doorbelast aan uitgaven in het kader van fondsenwerving en aan uitgaven in het kader van de doelstelling op basis van een vaste procentuele verhouding. De directe kosten die betrekking hebben op de projecten, worden verantwoord als kosten gemaakt in het kader van de doelstelling. De directe kosten die betrekking hebben op fondsverwervende activiteiten worden verantwoord als kosten eigen fondsenwerving.
27
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
2.5. Toelichting op de balans 2.5.1. Materiële vaste activa 31 december 2009 EUR
31 december 2008 EUR
Aanschafwaarde beginbalans Investeringen boekjaar Desinvesteringen boekjaar
198.292 8.647 2.415204.524
215.985 808 18.501198.292
Afschrijvingen t/m vorig boekjaar Afschrijvingen op desinvesteringen Afschrijvingen boekjaar
151.7622.415 15.374164.721-
149.64216.114 18.234151.762-
39.803
46.530
Boekwaarde per 31 december
Alle materiële vaste activa zijn dienstbaar aan de bedrijfsvoering.
2.5.2. Vlottende activa 2.5.2.1.
Subsidies en andere baten 31 december 2009 EUR
31 december 2008 EUR
Subsidies van overheden: Ministerie van Buitenlandse Zaken
Acties van derden: PSO Cordaid Plan Nederland Donaties en giften: Particuliere fondsen Boekwaarde per 31 december
55.625
55.625
58.000 7.241
90.394 150.000
35.450
13.700
156.316
309.719
Deze posten zijn reeds bestede fondsen die in 2010 nog te ontvangen zijn van fondsenverstrekkers. Zie ook paragraaf 2.5.4.1. voor een specificatie van overeenkomsten met fondsenverstrekkers.
28
A4RAP10001_03
2.5.2.2.
maart 2010
Jaarrapport 2009
Vooruitbetaalde bedragen 31 december 2009 EUR
31 december 2008 EUR
Overige vooruitbetaalde kosten PGGM pensioenfonds Sociale lasten
14.178 1.096
10.726
Boekwaarde per 31 december
15.274
10.726
31 december 2009 EUR
31 december 2008 EUR
2.5.2.3.
Overige vorderingen
Rente Voorschotten Betaalde borgsommen Te ontvangen bedragen Boekwaarde per 31 december
2.5.2.4.
9.031 156 235 2.110
10.214 133 235 15.618
11.532
26.200
31 december 2009 EUR
31 december 2008 EUR
Liquide middelen
ASN Spaarrekening 84.53.88.258 ING Bank 42.65.727 SNS bankrekening 63.50.33.747 ING Bank Actierekening 5080 Kas Euro Kas Vreemde Valuta ING Bank 44.86.299 Kruisposten
358.590 179.726 9.225 6.184 491 210 11 0
318.387 34.104 9.347 5.324 84 61
Boekwaarde per 31 december
554.437
367.618
29
311
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
2.5.3. Passiva 2.5.3.1.
Continuïteitsreserve 2009 EUR
2008 EUR
Saldo 1 januari Resultaat boekjaar
488.718 2.238
486.302 2.416
Saldo 31 december
490.956
488.718
31 december 2009 EUR
31 december 2008 EUR
2.5.3.2.
Belastingen en premies
Loonbelasting en premies volksverz. PGGM pensioenen
17.529 -
28.103 8.686
Boekwaarde per 31 december
17.529
36.788
31 december 2009 EUR
31 december 2008 EUR
2.5.3.3.
Nog te besteden subsidies en andere baten
Subsidies van niet-overheden: PSO ICCO
19.880 -
14.964
19.880
14.964
Deze post is een reeds in 2009 uitbetaalde maar nog in 2010 te besteden subsidie. Zie ook paragraaf 2.5.4.1 voor een specificatie van overeenkomsten met fondsenverstrekkers.
30
A4RAP10001_03
2.5.3.4.
maart 2010
Jaarrapport 2009
Overige kortlopende schulden
Te betalen aan medecontractanten Crediteuren Salarissen en vakantiegeld Overige nog te betalen bedragen Reservering vakantiedagen Accountantskosten
31
31 december 2009
31 december 2008
EUR
EUR
99.211 63.092 32.000 24.690 20.776 14.280
69.197 57.675 34.517 25.186 21.403 12.595
254.049
220.573
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
2.5.4. Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen 2.5.4.1.
Subsidiecontracten
Wemos heeft diverse langlopende overeenkomsten met fondsenverstrekkers. Dit is een overzicht van de in 2009 (af)lopende overeenkomsten , waaruit de rechten en verplichtingen volgende uit deze contracten voor de periode 2010-2012 blijken: 5
Besteed Nog te besteden Ontvangen Nog te ontvangen Saldo
Besteed Nog te besteden Ontvangen Nog te ontvangen Saldo
Besteed Nog te besteden Ontvangen Nog te ontvangen Saldo
Besteed Nog te besteden Ontvangen Nog te ontvangen Saldo
Besteed Nog te besteden Ontvangen Nog te ontvangen Saldo
Besteed Nog te besteden Ontvangen Nog te ontvangen Saldo
Besteed Nog te besteden Ontvangen Nog te ontvangen Saldo
5
t/m 2008 2.602.750 2.547.125 55.625 t/m 2008 208.130 225.726 17.596t/m 2008 450.000 300.000 150.000 t/m 2008 22.036 37.000 14.964t/m 2008 70.000 70.000 t/m 2008 t/m 2008 13.700 13.700
EUR Ministerie van Buitenlandse Zaken 2009 2010 2011 1.001.250 1.034.750 1.001.250 1.090.375 - 55.625 PSO 2009 2010 2011 158.855 237.386 161.139 217.506 2.28419.880 Cordaid 2009 2010 2011 158.000 250.000 58.000 92.00058.000ICCO 2009 2010 2011 14.964 14.964 Stichting Doen 2009 2010 2011 70.000 70.000 70.000 70.000 Plan Nederland 2009 2010 2011 7.241 135.363 82.298 183.753 106.987 7.241 48.39024.689Particuliere fondsen 2009 2010 2011 57.200 40.500 34.000 35.450 92.950 17.000 21.750 52.45017.000
In 2008 afgeronde subsidieovereenkomsten zijn niet meer in dit overzicht opgenomen.
32
2012
totaal 4.638.750
-
4.638.750
-
-
2012
totaal 604.371
-
604.371
-
-
2012
totaal 608.000
-
608.000
2012
totaal 37.000
-
37.000
-
-
2012
totaal 210.000
-
210.000
2012 82.298 16.460 65.838 2012
totaal 307.200 307.200 totaal 145.400
-
145.400
-
-
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
De subsidieovereenkomst met het Ministerie van Buitenlandse Zaken is een programmasubsidie ten bedrage van € 4.638.750 voor de periode 2006-2010. 2.5.4.2.
Huisvesting
Stichting Wemos heeft op 1 juni 2008 het lopende huurcontract met Vlaanderen & Meybaum makelaars o.g. (optredend namens de eigenaren) verlengd voor een periode van 2 jaar met stilzwijgende verlenging van telkens 1 jaar. De huurprijs per 31 december 2009 bedraagt € 72.388 per jaar, hierover wordt geen BTW geheven. Ten behoeve van het huurcontract is tot wederopzegging een bankgarantie afgegeven door de SNS Bank ter grootte van € 10.210. 2.5.4.3.
Kopieermachines
Op 8 oktober 2008 is Wemos een huurovereenkomst voor twee kopieermachines aangegaan met leverancier Dantuma, met een looptijd van 5 jaar. De huurprijs bedraagt € 592 per maand incl. verbruiksartikelen en onderhoudskosten.
33
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
2.6. Toelichting op de staat van baten en lasten 2.6.1. Baten realisatie 2009 EUR
begroting 2009 EUR
realisatie 2008 EUR
Baten uit eigen fondsenwerving: Donaties en giften Particuliere fondsen
12.891 77.225
15.000 75.000 90.116
24.855 90.000
24.855
Baten uit acties van derden: PSO Cordaid Stichting Doen ICCO Plan Nederland NCDO
158.855 158.000 70.000 14.964 7.241 -
175.000 225.000 70.000
116.125 150.000 70.000 49.101
30.000 20.000 409.060
520.000
385.226
Subsidies van overheden: Ministerie van Buitenlandse Zaken Gemeentelijke loonkostensubsidie Europese Commissie
1.001.250 17.851 -
991.489 20.000 24.150 1.019.101
911.251 18.005 1.035.639
929.256
Baten uit beleggingen: Rente op spaarrekening
9.031
4.000 9.031
Overige baten: Bijdragen Overige opbrengsten Vergoeding lezingen en artikelen
8.347 1.317 846
10.214 4.000
10.510
1.537.818
10.214 28.881 1.025 1.242
-
1.649.639
31.148
1.380.699
De weergave van de inkomsten in de resultatenrekening is in vergelijking met 2008 gewijzigd. Bij afstemming met het Centraal Bureau Fondsenwerving bleek dat diverse inkomsten in 2008 ten onrechte onder het kopje ‘Eigen fondsenwerving’ gerubriceerd waren, in plaats van onder ‘Aandeel in acties van derden’. In de resultatenrekening 2009 is dit gecorrigeerd. De post ‘Baten uit beleggingen’ bestaat uit renteopbrengsten van de internetspaarrekening die Stichting Wemos bij de Algemene Spaarbank Nederland heeft. Er zijn geen kosten gemoeid met het beheer van deze rekening.
34
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
2.6.2. Specificatie en verdeling kosten naar bestemming
Bestemming
Doelstelling
Lasten
Beleidsbeïnvloeding EUR
Beleidsbeïnvloeding in het Zuiden Internationale beleidsbeïnvloeding Gezamenlijke projectactiviteiten Personeelskosten Huisvestingskosten Kantoor- en algemene kosten Afschrijving en rente totaal
Beheer en administratie
Werving van baten Eigen fondsenwerving EUR
Acties van derden EUR
Subsidies EUR
realisatie 2009 begroting 2009 realisatie 2008
EUR
EUR
EUR
EUR
331.454 122.890 103.895 878.691 91.917 92.263 28.240
182.699 189.704 44.886 769.576 91.649 81.532 18.237
1.649.350
1.378.283
321.332 127.057 65.397 645.078 73.959 101.025 12.557
357 3.684 422 577 72
1.936 9.721 1.114 1.522 189
27 24.915 2.857 3.902 485
106.448 12.204 16.671 2.072
321.332 127.057 67.717 789.846 90.556 123.697 15.375
1.346.405
5.112
14.482
32.186
137.395
1.535.580
In de kantoor- en algemene kosten is de onkostenvergoeding van de bestuursleden opgenomen, zijnde € 75 per bestuurslid per bijgewoonde vergadering. Deze vergoeding dekt de door bestuursleden gemaakte reis- en andere onkosten. Het totaal van de in 2009 uitgekeerde vergoedingen bedraagt € 2.325. De verdeling van de kosten naar bestemming is gebaseerd op de werkelijk bestede uren zoals geregistreerd in ons urenregistratiesysteem. Het totaal van de bestedingen aan de doelstelling bedraagt 87,6% van de totale baten. De kosten voor eigen fondsenwerving bedragen 7,2% van de baten uit eigen fondsenwerving.
35
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
2.6.3. Personeelskosten realisatie 2009 EUR
begroting 2009 EUR
realisatie 2008 EUR
Personeelskosten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Overige personeelskosten
611.290 84.437 59.205 34.914
680.350 95.249 63.544 40.548 789.846
592.738 85.095 60.438 31.306 879.691
2.6.4. Verschillenanalyse Bij de baten zijn de volgende verschillen te constateren: De baten uit acties van derden en in mindere mate de subsidies van overheden zijn achtergebleven bij de begroting omdat enkele aanvragen zijn afgewezen en in een lopend project minder activiteiten zijn uitgevoerd dan begroot. Vanwege deze lagere inkomsten zijn de uitgaven voor met name personeel in de loop van het jaar bijgesteld. Bij de lasten zijn de volgende verschillen te constateren: Door het schrappen van enkele activiteiten in verband met ziekteverzuim en zwangerschapsverlof zijn de gezamenlijke projectkosten zijn lager uitgevallen dan begroot. Ook bleek de begroting van een activiteit te hoog te zijn ingeschat. De personeelskosten zijn lager dan begroot, hetgeen resulteert in lagere lasten voor de doelstelling, werving van baten en beheer en administratie. Gedurende het jaar is in verband met de tegenvallende fondsenwerving besloten op personeelskosten te bezuinigen. De geplande eindejaarsuitkering is komen te vervallen, er is een arbeidsplaats vervallen en zwangerschapsverloven zijn niet geheel vervangen. De kantoor- en algemene kosten overschrijden de begroting. Dit is te wijten aan niet begrote incidentele kosten voor ondersteuning bij het ontwikkelen van de nieuwe strategie 2011-2015. Ook zijn hierin opgenomen extra kosten voor softwaregebruik die niet begroot waren. De afschrijvingen zijn lager dan begroot in verband met een softwaredonatie van Microsoft, waardoor geplande investeringen voor software kwamen te vervallen.
36
769.577
A4RAP10001_03
3.
maart 2010
Jaarrapport 2009
Overige gegevens
3.1. Accountantsverklaring
37
A4RAP10001_03
maart 2010
Jaarrapport 2009
38
Colofon Titel: Documentnummer: Auteur(s): Datum:
Jaarrapport 2009 A4RAP10001_03 medewerkers en bestuur maart 2010
Stichting Wemos Postbus 1693 1000 BR Amsterdam T 020 435 20 50 F 020 468 60 08 E
[email protected] www.wemos.nl