Begrijpelijk verantwoorden!
JAARSTUKKEN OVER 2014
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 2
Inhoudsopgave Jaarverslag Volkshuisvestingsverslag 1.
Voorwoord
5
2.
Vryleve in control
6
3.
Verslag directeur-bestuurder
7
4.
Verslag Raad van Commissarissen
9
5.
Verslag Personeelsvertegenwoordiging
13
6.
Ambities vanuit 2013
14
7.
Ambities Wonen
15
8.
Ambities Vastgoed
23
9.
Ambities Duurzaamheid
28
10.
Ambities Financiën
29
11.
Ambities Bedrijfsvoering
30
12.
Verklaring van het bestuur
34
Bijlage 1: Samenstelling Raad van Commissarissen
35
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 3
Jaarrekening 17.
Jaarrekening 17.1
Geconsolideerde balans per 31 december 2014
39
17.2
Geconsolideerde winst- en verliesrekening 2014
40
17.3
Kasstroomoverzicht geconsolideerde jaarrekening
41
17.4
Waarderingsgrondslagen geconsolideerde jaarrekening 2014
42
17.5
Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2014
55
17.6
Toelichting op de geconsolideerde Winst- en verliesrekening
64
17.7
Enkelvoudige balans per 31 december 2014
69
17.8
Enkelvoudige winst- en verliesrekening 2014
70
17.9
Waarderingsgrondslagen enkelvoudige jaarrekening 2014
71
17.10 Toelichting op de enkelvoudige balans en winst- en verliesrekening en ondertekening door het bestuur en de raad van commissarissen
72
17.11 Overige gegevens
76
17.12 Controleverklaring
77
Bijlagen 1; Kengetallen
79
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 4
1. Voorwoord In het jaar 2014 stond de corporatiesector overduidelijk in de schijnwerpers. Helaas in negatieve zin. Met de parlementaire enquête Woningcorporaties kwamen de al eerder vastgestelde excessen weer in het nieuws. Ondanks het feit dat in het rapport van de commissie is vermeld dat het merendeel van de corporaties hun werk goed verricht hebben en verrichten werden ook wij als organisatie, maar ook de medewerkers tijdens verjaardagsfeestjes, in negatieve zin over onze werkzaamheden aangesproken. De publiciteit rondom de Herziene Woningwet, waarvan de vaststelling steeds maar in de tijd verschoven werd, versterkte dit negatieve beeld ook nog eens. Begrijpelijk Verantwoorden! De afgelopen jaren is in de sector de regelgeving er niet eenvoudiger op geworden, integendeel. Daar waar we aan de ene kant de politieke opdracht krijgen de bedrijfskosten te verlagen, worden we aan de andere kant gedwongen extra uitgaven te doen om te kunnen voldoen aan de extra regelgeving en vereiste controles. Zo zijn we nu verplicht conform de in maart 2015 goedgekeurde Herziene Woningwet ons eens in de vier jaar te laten visiteren. Een activiteit die toch snel € 25.000 kost. Dit levert een visitatierapport op, waarmee we ons maatschappelijk kunnen verantwoorden. U heeft ongetwijfeld ons eerste visitatierapport al gelezen! (zie anders onze site) Naast dit nog relatief kleine bedrag moesten we in 2014 ruim € 900.000 betalen aan verhuurderheffing en saneringssteun. Geld wat wij dus niet konden inzetten voor het wonen in de gemeente Rijnwaarden. Door de toenemende regelgeving wordt het ook steeds moeilijker, zeker op financieel vlak, om ons op een begrijpelijke manier te kunnen verantwoorden. Een ontwikkeling die wij zeer betreuren, vandaar ook de gekozen titel voor onze verantwoording over 2014 “Begrijpelijk Verantwoorden!” Wij zien het als een uitdaging, maar ook als noodzaak om op een heldere wijze weer te geven wat we in 2014 gedaan hebben en wat daarvan de financiële gevolgen zijn. Wij willen dat iedereen ons jaarverslag en jaarrekening kan lezen en begrijpen. Van informeren naar communiceren De titel van ons jaarplan 2014, waarmee we tevens de tijdsperiode van on ondernemingsplan “OpMaat naar de toekomst” afsluiten. Een ondernemingsplan wat zijn opvolger heeft gevonden in “Samen verder!”(2015 -2019). Een ondernemingsplan wat verder gaat op het ingezette beleid en duidelijk aangeeft dat we alleen door samenwerking met vele partijen pas echt iets kunnen bereiken. In ons jaarplan 2014 hebben diverse doelen benoemd, waaronder: Toetsen tevredenheid bewoners Meer informatie verstrekken aan bewoners Samen met bewoners maken van afspraken m.b.t. uitvoer reparaties of opname Actualiseren Strategisch Voorraad Beleid en duurzaamheidsbeleid De doelen die we benoemd hebben komen stuk voor stuk terug in dit jaarverslag, zodat u zelf vast kunt stellen wat we ervan gemaakt hebben. De volgende stap…… Zijn we al aan het zetten. We werken hard aan de realisatie van ons jaarplan 2015. Een realisatie die ons, net als in 2014 alleen zal lukken met de medewerking en inzet van vele partijen. Naast alle medewerkers wil ik bij deze ook de medewerkers van de diverse bedrijven, participerende organisaties, diverse zorginstellingen, de gemeente en dorpsraden bedanken voor het werk wat verzet is en voor het vertrouwen wat ze Woonstichting Vryleve hebben gegeven. Met elkaar hebben we weer veel bereikt. Dirk Hoogland Directeur-bestuurder
Rijnwaarden, juni 2015
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 5
2. Vryleve in control In de huidige Governance neemt de visitatie een belangrijke plek in. Het is niet voor niets dat in de Herziene Woningwet bepaald is dat de corporatie verplicht is elke vier jaar zich op deze wijze te laten beoordelen. Of je het met die visie eens bent of niet is niet relevant, de conclusies van de visitatiecommissie moeten zeker vermeld worden in dit hoofdstuk. Twee citaten uit het betreffende hoofdstuk zeggen genoeg: • “Want op Governance geeft de visitatiecommissie niet gauw een hoger oordeel dan die 7 ‘gelijk aan de norm’ omdat Governance eigenlijk nooit genoeg aanwezig kan zijn.” • “De visitatiecommissie geeft daarmee voor Governance een gemiddelde totaal waardering van 7,2” De visitatiecommissie vindt dus dat wij de Governance goed op orde hebben. We scoren beter dan de norm omdat we voor het Intern Toezicht, het onderwerp wat tijdens de parlementaire enquête nadrukkelijk aan de orde is geweest, een prachtige 7,5 hebben gekregen. Nog mooier is het dat een medewerker op de vraag “Wat staat jou bij uit 2014?”aangeeft dat er meer structuur is, meer controle en dat we professioneler geworden zijn. De medewerkers voelen zelf dus ook dat de grip op wat er gebeurd ook op hun niveau verder verbeterd is. Een belangrijk aandeel hierin heeft zeker het nieuwe geautomatiseerde systeem. Met de daarin aangebrachte werkstromen, structuren en verdeling van bevoegdheden werden de structuren veel inzichtelijker. Het snel beschikbaar hebben van betrouwbare informatie is een wezenlijk onderdeel om te kunnen beoordelen of hetgeen gebeurt wat is afgesproken en blijft dit binnen het daarvoor beschikbare budget. Op dit vlak blijkt het nieuwe systeem geheel te voldoen aan de verwachtingen. Het controleren op de juistheid van gegevens is veel simpeler geworden, waardoor de betrouwbaarheid van rapportages duidelijk is toegenomen. De betrouwbaarheid is ook vergroot omdat in principe alles nu in het systeem wordt vastgelegd en benaderbaar is. Eigen, los staande administraties zijn niet meer nodig. Alles hoeft nog maar één keer vastgelegd te worden. Met het vaststellen van het Financieel Beleid hebben we duidelijke de kaders benoemd, waarbinnen wij onze activiteiten verrichten. Kaders die gebruikt moeten worden bij het toetsen van wezenlijke investeringsbeslissingen, het aangaan van financiële verplichtingen en begrotingen. Een belangrijke toets om te bepalen in hoeverre wij in control zijn is een vergelijk tussen het/de jaarplan/begrotingen en de realisatie middels jaarverslag en jaarrekening. Uit dit vergelijk blijkt dat we doen wat we afspreken en ook binnen de vastgestelde begroting. Als organisatie moet altijd oog zijn voor het conflict tussen nog betere Governance en in- efficiency als gevolg van toenemende bureaucratisering. Een onderwerp wat bijna altijd aan de orde komt in het gesprek met de accountant. En dat is ook goed, want daaruit blijkt dat het meeste al goed geregeld is. Wij denken nog steeds wel stappen te kunnen maken, ook al worden die steeds kleiner. We denker hierbij aan: • het gebruik maken van checklijsten in diverse processen • goed vastleggen van de aanbestedingsprocedure • realisatie van de maandafsluiting • verbeteren standaardrapportages.
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 6
3. Verslag directeur-bestuurder Het ondernemingsplan “OpMaat naar de toekomst” is nu verleden tijd. De periode van “Samen verder” is aangebroken. We mogen met trots terug kijken naar de afgelopen vijf jaar en dus ook naar 2014. Wat we wilden hebben we weten te realiseren. Niet alleen met betrekking tot activiteiten als het verhuren van woningen of het uitvoeren van onderhoud, maar ook op de wijze waarop we de dingen doen. We denken en doen nu duidelijk veel meer vanuit de klant. Een manier van werken, die wordt gewaardeerd door onze klanten. Het bestuur Sinds 1 juni 2009 is Dirk Hoogland bestuurder van de stichting. Naast deze functie is hij eigenaar van A&D interim B.V. . Dit is een stamrecht B.V. waarin verder geen activiteiten worden ontplooid. De bestuurder vervult geen nevenfuncties die in strijd zijn met de belangen van Vryleve. De organisatie Het jaar 2014 was het eerste volledige jaar dat de leidinggevenden op de afdeling zaten. We hebben kunnen vaststellen dat dit even wennen was voor zowel de medewerker als de leidinggevende, maar dat het een positief effect gehad heeft. Over en weer is veel beter bekend wat er gebeurt/speelt, zaken kunnen direct besproken worden en een voorbeeldfunctie is veel makkelijker in te vullen. De organisatiestructuur is nu goed en is in staat om hetgeen wat moet gebeuren praktisch uit te voeren en adequaat op incidenten te reageren. Wel hebben we vastgesteld dat de combinatie van efficiënter werken en het uitbesteden van werk op termijn problemen kan geven om de onderhoudsdienst op eenzelfde wijze te laten functioneren. Nieuw geautomatiseerd systeem Na jaren zijn we overgestapt op een nieuw geautomatiseerd systeem. Spannend waren die eerste weken. Zou het opleveren wat we ervan verwachten, zou het niet tot grote problemen leiden. We zijn nu een jaar verder en kunnen met elkaar constateren dat we een goede keuze gemaakt hebben. Eigenlijk geluidloos zijn we overgestapt, natuurlijk was het wennen aan de nieuwe schermen en overzichten, maar wat een verbetering is het. Die conclusie werd snel gedeeld. Eind 2014 hebben we ook het toewijzingssysteem kunnen automatiseren door het in gebruik nemen van het “klantenportaal”. Een systeem wat ook dit proces aanzienlijk eenvoudiger en efficiënter maakt. Zowel voor ons als voor onze klant. Het nieuwe ondernemingsplan “Samen verder” De totstandkoming van dit nieuwe ondernemingsplan toont aan dat we de afgelopen vijf jaar als organisatie flinke stappen gezet hebben. Met elkaar hebben we inhoudelijk over vele onderwerpen gediscussieerd, maar zijn we ook tot een gezamenlijk beeld gekomen. Een mooi voorbeeld hiervan was de discussie over het groenbeleid. Op een onderdeel daarvan kwamen we uiteindelijk tot het beeld dat we het formeel zouden kunnen regelen, waar noch de klant noch wijzelf blij van werden, maar dat de huidige pragmatische werkwijze eigenlijk zelden een probleem gaf. We hebben besloten door te gaan met de pragmatische werkwijze! Dit ondernemingsplan gaat ook verder dan het richting geven, het benoemd ook concrete resultaten, zoals “In 2016 willen we ook weten hoe maatschappelijke instellingen, huurders,, dorpsraden…., denken over de benodigde en gewenste woonfaciliteiten”. De titel is niet toevallig gekozen. Wij beseffen dat handhaving van het huidige niveau, laat staan verbetering alleen realiseerbaar is in samenwerking. Samenwerking binnen Vryleve en samenwerking met alle betrokkenen!
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 7
Promenadeplan wordt Rijnzicht Het plan is gerealiseerd, het gebouw is vol! We hebben het niet meer over “het promenadeplan”, maar over het gebouw Rijnzicht (de officiële naam van de VVE). Dit project is een duidelijk voorbeeld van het anticiperen op de tijdsgeest. Het bleek onmogelijk om alle appartementen te verkopen, zoals oorspronkelijk de bedoeling was. Het alternatief, ook nog eens onze core-business, was snel gevonden. We brengen de appartementen op de verhuurmarkt. Samen met een zorg-leverancier die hier direct op in sprong is het in 2014 gelukt om Rijnzicht volledig vol te krijgen. Elk appartement bewoond! Nieuwbouw in Spijk Het heeft even geduurd, voor vele inwoners van Spijk veel te lang. Maar eind 2014 hebben we 4 mooie grondgebonden woningen kunnen opleveren voor de verhuur. In hoofdstuk 8 wordt uitgebreider ingegaan op het proces wat zowel voor ons als voor de bewoners uniek was om te doorlopen. Een proces wat als resultaat heeft vier tevreden huurders. De Hooiberg Het is ontzettend jammer dat we ook in 2014 niet voor elkaar hebben weten te krijgen dat gestart kan worden met dit geweldige project. Dat we op alle niveaus binnen de organisatie en ondersteund door diverse externen niet meer hebben kunnen doen dan we hebben gedaan is daarbij een schrale troost. Wij, Vryleve en de initiatiefneemster Monicare, geven niet op.
Samenwerking Ook in het afgelopen jaar zijn er bijeenkomsten geweest binnen de twee samenwerkingsverbanden waar Vryleve lid van is. Het Kan-Oost (samenwerkingsverband tussen Baston, Bergh, Laris en IJsselland) overleg heeft in het eerste half jaar wel een aantal keren plaatsgevonden. Hierbij werden de ontwikkelingen binnen de corporaties en binnen de sector met elkaar besproken. Als gevolg van het fusietraject tussen Bergh en Laris en de interne problematiek bij Baston is de Kan-Oost daarna niet meer bij elkaar geweest. Wel hebben er nog één op één gesprekken plaats gevonden. We hebben afgesproken dat we begin 2015 met elkaar gaan bespreken op welke wijze we Kan-Oost willen voortzetten. Belangrijke gespreksonderwerpen binnen het G-5 verband (Gendt, Valburg, De Gemeenschap, WoonGenoot en Vryleve) waren de gezamenlijk in opdracht gegeven visitatietraject, welke is afgerond met een gezamenlijke bijeenkomst met de Raden van Commissarissen en het opzetten van een pilot-project om het vermijden van het veilen van woningen te vermijden. Daarnaast kwam het reilen en zeilen van de individuele corporaties ook in de overleggen aan de orde. Ook de G5 gaat in 2015 kijken of de samenwerking op een andere wijze tot meerwaarde kan leiden.
Inzet middelen In het tweede deel van dit jaarverslag, de jaarrekening, wordt uitgebreid stil gestaan bij de financiële consequenties van hetgeen we in 2014 hebben uitgevoerd en wat dit betekent voor onze financiële situatie. Hierbij wordt ook een inschatting gemaakt voor de toekomst. Dit met de kennis van dit moment (maart 2015) als uitgangspunt. De uitkomsten hebben ons niet verrast. We kunnen vaststellen dat de begroting 2014 realistisch was, dat we waarmaken wat we zeggen en dat het financiële resultaat goed klopt met onze verwachtingen.
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 8
4. Verslag van de Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen (RvC) is het intern toezicht binnen Woonstichting Vryleve. De RvC houdt toezicht op het bestuur en op de algemene gang van zaken bij Vryleve en de met haar verbonden ondernemingen. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de RvC staan duidelijk in de statuten beschreven. Als toezichtkader hanteert de RvC: Het Besluit Beheer Sociale Huisvesting (BBSH) Statuten en reglementen van Vryleve Het ondernemingsplan “OpMaat naar de toekomst” Het jaarplan 2014 De begroting 2014 De RvC heeft zich geconformeerd aan de Governance Code voor woningcorporaties. In het verslagjaar hebben zich geen ingrijpende wijzigingen in de code voor gedaan. De Herzieningswet Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (Woningwet) is in maart 2015 door de eerste kamer aangenomen. Deze wet heeft dus geen consequenties gehad voor de regelgeving in 2014. Taak en werkwijze Door zich regelmatig te laten informeren door de bestuurder, zowel mondeling als schriftelijk, beschikte de RvC in 2014 over relevante informatie. Daarnaast vond ook gestructureerd overleg plaats met de Personeelsvertegenwoordiging (PVT). Het jaarlijks overleg met de vertegenwoordiging van de huurders, de Huurders Belangen Vereniging (HBV), heeft vanwege het ontbreken van een HBV-bestuur in het verslagjaar niet plaatsgevonden. In 2014 zijn er 6 reguliere vergaderingen geweest. Hierin zijn onderwerpen aan de orde geweest als: • Maandelijkse rapportages Door middel van deze rapportages wordt de Raad geïnformeerd over de realisatie van het jaarplan en de primaire processen. Daarnaast is er in deze rapportages ook aandacht besteed aan de voortgang van projecten zoals de nieuwbouw in Spijk en de mogelijke realisatie van het project “De Hooiberg”. •
Investeringsbeslissingen Vryleve kent een toetsingskader wat aangeeft dat investeringen groter dan 5 % van de begrote huuropbrengst ter goedkeuring aan de RvC zal worden voorgelegd. Voor het verslagjaar betekent dit vanaf € 468.500,=. In 2014 zijn er geen projecten ter goedkeuring voorgelegd.
•
Goedkeuring De jaarstukken 2013 zijn opgesteld overeenkomstig artikel 21 van onze statuten. In de vergadering van 2 juni 2014 besprak de accountant zijn bevindingen met de Raad en keurde de Raad de jaarstukken goed. Door deze goedkeuring vond decharge plaats van het bestuur voor het gevoerde beleid.
•
Derivaten Veel aandacht is er in diverse vergaderingen geweest voor de totstandkoming van de derivatenpositie in 2008. Belangrijk onderwerp van gesprek hierbij was de voortgang en resultaten van het overleg met de bankier in deze. Een overleg wat niet heeft geleid tot overeenstemming. Hierdoor neemt de kans op een juridische procedure toe.
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 9
•
Ondernemingsplan 2015-2019 “Samen verder” Het jaar 2014 is het laatste jaar van het ondernemingsplan “OpMaat naar de toekomst”. Dit betekende dat er in het verslag jaar een nieuw ondernemingsplan opgesteld en goedgekeurd moest worden. Met het ondernemingsplan “Samen verder!” wordt de continuïteit van het ingezette beleid gewaarborgd en zijn er duidelijke aandachtspunten voor de toekomst benoemd.
•
Beleidsvoorstellen Het afgelopen jaar zijn diverse beleidsonderdelen geactualiseerd of voor het eerst opgesteld. Zo is het Strategisch Voorraad Beleid geactualiseerd en is het financieel beleid en het groenbeleid voor de komende jaren vastgesteld. Hiermee zijn ook op deze taakvelden duidelijke kaders voor de komende jaren bepaald.
•
Het jaarplan en begroting 2015 en de meerjarenbegroting 2015 – 2022 De doelstellingen van het in 2014 vastgestelde Financieel Beleid vormden duidelijke kaders voor de opstelling van de meerjarenbegroting. Vastgesteld is dat deze kaders op dit moment geen belemmeringen vormen voor de uitvoering van het voorgestane beleid.
•
Visitatie In 2014 is Vryleve voor het eerst gevisiteerd. Binnen het samenwerkingsverband G-5 is gekozen voor één traject waarin de vijf corporaties wel afzonderlijk zijn gevisiteerd. Over het resultaat mogen we tevreden zijn. Niet zozeer omdat het geïntegreerd eindoordeel uitkwam op een 7,3 maar vooral omdat onze belanghebbenden, de mensen, instellingen en verenigingen waar we dagelijks mee te maken hebben, ons een 7,8 gaven.
•
Afronding oude dossiers met de gemeente De Raad heeft haar goedkeuring kunnen verlenen aan het onderhandelingsresultaat met betrekking tot het sluiten van oude dossiers tussen de gemeente en Vryleve. Een onderdeel van dit resultaat was tevens het ontbinden van de samenwerkingsovereenkomst Waaijakkers.
Onafhankelijkheid Woonstichting Vryleve kent een reglement voor de leden van de RvC en een gedragscode voor bestuur en medewerkers. Hierin zijn bepalingen opgenomen over hoe omgegaan moet worden met o.a. tegenstrijdige belangen. In 2014 is er geen sprake geweest van (transacties met) tegenstrijdige belangen waarbij leden van de RvC of het bestuur betrokken waren. Ook worden er geen nevenfuncties bekleed, die onverenigbaar zijn met het lidmaatschap van de Raad of het bestuur. Net als in voorgaande jaren is in het verslagjaar geen gebruik gemaakt van de klokkenluidersregeling of moest worden opgetreden naar aanleiding van de gedragsregels bij aanbesteding. Een overzicht van de nevenfuncties is beschikbaar en kan worden ingezien ten kantore van Vryleve.
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 10
Deskundigheid en samenstelling De RvC bestond in 2014 uit vijf leden. In bijlage 1 is nadere informatie opgenomen over de samenstelling van de RvC en het rooster van aftreden ultimo 2014. De leden van de RvC houden hun kennis actueel en verbeteren deze door het bijhouden van literatuur, het bijwonen van seminars en door kennisuitwisseling met hun collegae van de G-5. Naast de specifieke deskundigheden is er voldoende deskundigheid binnen de Raad aanwezig om ook volkshuisvestelijke aangelegenheden te bespreken en beoordelen.
Evaluatie van de Raad van Commissarissen Begin november 2014 heeft de jaarlijkse zelfevaluatie plaatsgevonden. Dit keer met externe begeleiding. In het eerste gedeelte van de avond heeft de RvC gekeken naar haar functioneren mede aan de hand van een recente casus. Hierbij zijn de ervaringen van het afgelopen jaar met elkaar gedeeld en is ook aangegeven wat doelstellingen/verbeterpunten zijn voor de komende periode. Vastgesteld is dat het functioneren van de Raad verder verbeterd is. De onderlinge discussies zijn toegenomen en de wijze waarop de besluitvorming plaats vindt verloopt goed. Uitgesproken doelstellingen voor de komende periode zijn o.a.: meer ruimte creëren voor komende ontwikkelingen en de voorziene problematiek breder inzicht krijgen in het aspect financiën beoordelingscyclus met betrekking tot directeur-bestuurder evalueren/opzetten/uitvoeren In het tweede gedeelte van de avond, waarbij de directeur-bestuurder aanwezig was, is met name ingegaan op de doelstellingen en ambities. Procesmatig is vastgesteld dat de huidige wijze van besluitvorming gehandhaafd blijft, dat wezenlijke onderwerpen alleen besproken worden indien alle leden aanwezig zijn en dat ook overleg mogelijk is zonder aanwezigheid van de directeurbestuurder. De verhoudingen met bestuurder, controller, PVT zijn zonder meer goed te noemen. In het overleg met de bestuurder wordt op een open wijze en zakelijke wijze gecommuniceerd. Commissarissen gaan kritische vragen niet uit de weg en datzelfde geldt voor de bestuurder en de controller, wat op zichzelf het vertrouwen over en weer versterkt. Vastgesteld is dat een evaluatie met externe begeleiding een prettige wijze van evalueren was, die ook voldaan heeft aan de verwachtingen.
Werkgeversrol De RvC is verantwoordelijk voor een goed Bestuur, onder meer door benoeming en jaarlijkse evaluatie van het bestuur. In 2014 is de samenstelling van het bestuur ongewijzigd. Na het beschikbaar komen van de realisatie gegevens van 2013 is het functioneren van de bestuurder beoordeeld. De bestuurlijke honorering is conform de arbeidsovereenkomst aangepast per 1 juli 2014. In 2014 bedroegen de totale kosten € 141.888,=.
Governance Code Het onderschrijven van de Governance Code betekent niet dat alle bepalingen nageleefd hoeven te worden. Wel dat vanuit de maatschappelijke verantwoordelijkheid aangegeven wordt welke bepalingen niet nageleefd worden met de daarbij horende motivering. Dit vanuit het bekende principe “pas toe of leg uit”.
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 11
Benoemingsperiode bestuurder Ten tijde van het aanstellen van de bestuurder was dit onderdeel (het benoemen voor een periode van vier jaar)van de Governance Code nog niet nader uitgewerkt. De jaarlijkse beoordeling van de bestuurder, die in hetzelfde artikel vermeld staat, vindt wel plaats. Remuneratierapport In de artikelen II.2.2 – II.2.5 wordt aangegeven dat de RvC een remuneratierapport behoort op te stellen en de eisen die daaraan gesteld worden. In het verslag jaar is er geen remuneratierapport opgesteld. De meest essentiële onderdelen die een dergelijk rapport hoort te bevatten zoals de wijze waarop het beoordelings- en bezoldigingsbeleid in het afgelopen boekjaar in de praktijk is gebracht en de honorering van de bestuurder zijn opgenomen in het jaarverslag. Dit betekent tevens dat deze informatie op de website komt te staan.
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 12
5. Verslag Personeelsvertegenwoordiging (PVT) In 2013 is in overleg met de werknemers de Ondernemingsraad vervangen door een Personeelsvertegenwoordiging. Om te komen tot een goede vertegenwoordiging zijn in november 2013 verkiezingen gehouden. Dit heeft geleid tot de volgende samenstelling, die nog steeds van kracht is: • Ellen Klaassen (Woondiensten) • Joop Wieland (Vastgoed) • Dirk Derksen (Financiën)
Werkwijze De PVT heeft gekozen voor een vaste overlegstructuur deze ziet er als volgt uit: Bijeenkomst met alle medewerkers 2x per jaar Overleg PVT-leden 1x per kwartaal Overleg met Directeur- bestuurder 3x per jaar Overleg met Raad van commissarissen 1x per jaar Onderwerpen In de overleggen met de directeur-bestuurder zijn onder andere de volgende onderwerpen besproken: • Verplicht vrije dagen en dagen waarop het kantoor gesloten is. • Uitwerking Integriteit risicoscan (IRS), privé zaken doen met leveranciers. • Frequentie van overleg • Dag van nationale rouw in verband met de vliegramp • Training omgaan met agressie • Schade aan kleding onder werktijd • Fietsenstalling bij kantoor Samen met de directeur-bestuurder is er op toegezien dat, zoals met elkaar besproken, conform de Wet op de Ondernemingsraden gewerkt is. Dit betekent dat daar waar nodig een voorgenomen besluit ter advies of ter instemming aan de PVT is voorgelegd. Namens de personeelsvertegenwoordiging, Ellen Klaassen Joop Wieland
Dirk Derksen
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 13
6. Ambities vanuit 2013 In 2013 is het niet gelukt om alle doelstellingen te realiseren. De realisatie van de meeste van die doelstellingen zijn verwerkt in de beschrijving van de realisatie van vergelijkbare doelstellingen voor het jaar 2014. Met twee doelstellingen is dat niet gebeurd, gezien de fase van realisatie op het moment van opstellen van het jaarplan 2013. 1. Beschrijven en vaststellen van het Financieel Beleid 2. Het overnemen van aanbevelingen IRS 6.1 Beschrijven en vaststellen Financieel Beleid Nadat we als organisatie gezorgd hebben voor een gezonde basis was het tijd om uitgangspunten, doelstellingen en de te bewandelen routes formeel te beschrijven in “Financieel Beleid”. Uitgangspunt in dit beleid is vanzelfsprekend het voldoen aan de gestelde normen van externe toezichthouders en partijen die direct betrokken zijn bij de uitvoering. Dit betekent dat we partijen als het CFV, WSW en de BNG verzocht hebben om inhoudelijk te reageren op ons concept. Dit heeft geleid tot waardevolle verbeteringen. Met de vaststelling van dit “Financieel Beleid” hebben we duidelijke kaders vastgesteld die borg staan voor een gezonde financiële huishouding en de financiële continuïteit waarborgt. 6.2 Het overnemen van aanbevelingen IRS Eind 2012/begin 2013 is de Integriteit Risico Scan uitgevoerd. Een scan die heeft geleid tot vele aanbevelingen, allen gericht op het vermijden van integriteits-conflicten. Hierbij kan gedacht worden aan: Laten tekenen van een geheimhoudingsbeding bij aanname nieuwe medewerkers Opnemen van een klokkenluidersregeling in een personeelsreglement Toepassen van het 4-ogen-principe in het inkoopproces Roulatie met leveranciers terugdringen van contant geld Inbouwen van controlemechanismen Met de uitvoering van deze scan en het bespreken van de aanbevelingen is het bewustzijn zeker toegenomen. Op diverse niveaus in de organisatie zijn de aanbevelingen opgepakt en omgezet in daadwerkelijke acties. In het eerste kwartaal 2014 is een tussentijds besproken en vastgelegd in een terugkoppeling naar de Raad van Commissarissen. Het bewaken van de integriteit is een doorlopend proces en heeft ook nadrukkelijk de aandacht gehad bij de ingebruikneming van het nieuwe geautomatiseerde systemen in 2014. Te denken valt hierbij aan onderwerpen als gebruik van wachtwoorden, functiescheiding en autorisaties.
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 14
7. Ambities Wonen Vier van de zes taakvelden van het Besluit Beheer Sociale Huisvesting (BBSH) hebben betrekking op het wonen en zullen dus in dit hoofdstuk aan de orde komen. Deze vier zijn: 1. Het passend huisvesten van de primaire doelgroep 2. Het betrekken van bewoners bij beheer en beleid 3. Het tot stand brengen van huisvesting voor personen die zorg en/of begeleiding nodig hebben (wonen en zorg) 4. Het bijdragen aan de leefbaarheid 7.1 Het passend huisvesten van de primaire doelgroep
1. Passend huisvesten rekening houdende met 10% regeling 2. 13 – 17 % van de vrijkomende woningen via loten aanbieden 3. Woningzoekenden beter bereiken 1. Passend huisvesten rekening houdende met de 10% regeling -
In 2014 hebben we te maken gehad met 151 mutaties. Hierbij hebben we voor een “mutatie” de volgende uitgangspunten benoemd: De einddatum van het huurcontract is bepalend voor het jaar waarin de mutatie valt. Een woningruil wordt wel als mutatie beschouwd. De eerste verhuring van een nieuwbouwwoning wordt niet als mutatie beschouwd. Een aangekochte woning wordt niet als mutatie beschouwd. Een verkochte woning wordt niet als mutatie beschouwd. In het verslagjaar zijn er 148 woningen verhuurd. Van de verhuurde woningen zijn er 6 woningen verhuurd aan mensen, waarvan het inkomen te hoog was ten opzichte van de huurprijs. Dit levert een percentage op van 4,1 %. Hiermee blijven we dus ruimschoots binnen de norm van 10 %. Ook in 2014 is diverse malen de resultaten van het toewijzingsbeleid op basis van de huisvestingsverordening gespreksonderwerp geweest. Vandaar dat we ook in dit onderdeel van het jaarverslag uitgebreid ingaan op diverse statistieken rondom het huisvesten. Opzeggingen Over het algemeen begint een mutatie met een opzegging. Onderstaande tabel geeft een beeld hoe het aantal opzegging in 2014 verdeeld was per dorp. Aantal opzeggingen
%
Totaal aantal woningen per dorp
Mutatiegraad per dorp
Tolkamer Spijk Pannerden Aerdt Lobith Herwen
25 14 23 5 73 11
17% 9% 15% 3% 48% 7%
301 90 292 52 631 101
8,3% 15,5% 7,9% 9,6% 11,6% 10,9%
Totaal
151
100%
1467
10,3%
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 15
De mutatiegraad voor het totale woningbezit is 10,3%. Spijk springt er bovenuit met een mutatiegraad van 15,5%. Pannerden en Tolkamer daarentegen hebben een relatief lage mutatiegraad (7,9% en 8,3%). Vertrekkende bewoners Dit jaar hebben we ook gekeken waar de bewoners naar toe zijn vertrokken. Deze cijfers verwerkt in een diagram geven het volgende beeld:
Waarnaar toe verhuist men? Onbekend 14% Overleden Buitenland 8% In Rijnwaard en 40%
2% Verpleeghuis 4% Ontruiming 5%
Buiten Rijnwaarden 27%
Van de huurders die vertrekken, verhuist 40% binnen Rijnwaarden. Van de 27% die buiten Rijnwaarden verhuist, blijft 95% in Gelderland. Er wordt relatief veel verhuisd naar Zevenaar (24%), Arnhem (15%) en Didam (12%).
Onze “nieuwe” huurders De cijfers vanuit het verleden geven aan dat ongeveer 1/3 van de nieuwe huurder komt van buiten Rijnwaarden. Dit blijkt in 2014 niet anders te zijn. Bijna 2/3 (64%) van onze nieuwe huurders is afkomstig uit Rijnwaarden. Iets meer dan 1/3 (34%) komt van buiten Rijnwaarden. Van deze 34% komt 76% uit Gelderland. Van deze 76% is 3 29% afkomstig uit Zevenaar. Rijnwaarden 51 Buiten Rijnwaarden 97
Nog niet verhuurd
Baberich en Arnhem staan op een tweede plaats met 6 %. Dit betekent onder andere dat in 2014 slecht 3 huurcontracten afgesloten zijn met voormalige Arnhemmers.
\
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 16
Een beeld wat door externen in gesprekken geregeld te berde werd gebracht is dat door de toewijzingsmethodiek er sprake is van een aanzienlijke instroom van bijstandsgerechtigden. Wat zeggen de feiten van dit beeld?
Inkomens nieuwe huurders 50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
47% 41% 33% 31% 22% 16%
% uit Rijnwaarden 6%
3%
% Buiten Rijnwaarden
Het beeld dat bij sommigen leeft, dat er vooral huurders van buiten de gemeente komen met een laag inkomen, is dus niet geheel juist. De laagste inkomenscategorie laat zien dat er zelfs iets meer huurders vanuit Rijnwaarden in deze categorie vallen. Opvallend is dat de hogere inkomenscategorieën komen van huurders uit Rijnwaarden en niet van daarbuiten.
Instroom versus uitstroom Bij diverse mensen leeft ook het beeld dat door de nieuwe huurders er in zijn totaliteit een groter beroep wordt gedaan op bijstandsuitkeringen. Om dit te kunnen bepalen moet gekeken worden naar de combinatie van instroom en uitstroom. Dit vergelijk wordt bemoeilijkt omdat wij van 56 % van de vertrekkende huurders beschikken over inkomensgegevens, dus niet van iedereen. Als we met deze kennis het aantal vertrekkers met een bestemming buiten Rijnwaarden extrapoleren naar een totaal beeld en dit vergelijken met de instroomgegevens ontstaat de volgende tabel: Inkomen van vertrokken en nieuwe bewoners Vertrokken Vertrokken Nieuwe bekend totaal (extr) bewoners Inkomenscategorie 9 20 16 < 15.000 5 11 24 15.000 - 25.000 1 2 11 25.000-35.000 8 18 0 > 35.000 23 51 51 totaal
Vertrokken totaal -/-nieuw 4 -/- 13 -/- 9 18 0
Een extrapolatie geeft natuurlijk geen zekerheid aan cijfers. Wel mag de conclusie getrokken worden op basis van deze tabel dat de instroom van nieuwe huurders met een laag inkomen eerder kleiner dan groter is ten opzichte van de uitstroom van vertrekkende huurders met een laag inkomen. Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 17
2. 13 – 17 % van de vrijkomende woningen via loten aanbieden Jaarlijks moet Vryleve 13% – 17% van het vrijgekomen woningaanbod aanbieden via het lotingsmodel. Belangrijkste doelstelling van dit nieuwe onderdeel was en is het bieden van meer
kans op een woning bij starters. De woon-duur speelt hierbij namelijk geen enkele rol. In 2014 zijn 26 woningen (16 %) via loting aangeboden. Afhankelijk van de opgezegde woningen, wordt geprobeerd ieder dorp aan bod te laten komen, evenals verschillende woningtypes. In onderstaande diagram is goed te zien dat woningzoekenden met een korte meet-tijd goed aan bod komen via het lotingsmodel.
Meettijd ingelote kandidaat 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
31% 23%
8% 4%
4%
8% 4%
8%
8%
4% 0%
Daarnaast blijkt uit de cijfers dat jonge woningzoekenden (wat gerelateerd is aan een korte meet-tijd) goed aan bod komen via het lotingsmodel. Ruim de helft van de nieuwe huurders, via loting, is niet ouder dan 25 jaar. We kunnen vaststellen dat de systematiek van loten haar doel heeft bereikt. De kans op een woning is hierdoor voor jongeren zeker toegenomen.
Geboortejaar 1940-1949 1950-1959 1960-1969 1970-1979 1980-1989 1990-1995 Nog onbekend
1 1 2 5 8 7 2
4% 4% 8% 19% 31% 27% 8%
26
100%
3. Woningzoekenden beter bereiken Feiten zijn dat er geen sprake meer is van structurele leegstand en dat we vrijkomende woningen gemiddeld snel weten te verhuren. Daar waar dat nodig is, hetgeen sporadisch voor komt, maken we gebruik van alternatieve manieren (advertenties, andere sites en doelgroepenbenadering) om woningen attent te maken op de beschikbare woningen
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 18
7.2 Het betrekken van bewoners bij beheer en beleid
1. Ondersteunen HBV om te komen tot een nieuw bestuur 2. Meningen/tevredenheid peilen van bewoners op diverse wijzen 3. Verbeteren informatie aan bewoners 1. Ondersteunen HBV om te komen tot een nieuw bestuur Helaas moeten we constateren dat het in 2014 nog niet is gelukt om te komen tot een nieuw bestuur. Wel is, mede na gesprekken met de adviescommissie, een beeld ontstaan hoe deze leemte opgevuld kan worden. Dit beeld is ontstaan o.a. door gesprekken met diverse dorpsraden en he toekomstbeeld wat de adviescommissie geschetst heeft in haar notitie. We hopen dat het in 2015 alsnog gaat lukken om te komen tot een nieuw bestuur van de HBV, mogelijk in een ander “betrokkenheidsmodel”.
2. Meningen/tevredenheid peilen van bewoners op diverse wijzen Het lukt ons steeds beter om inzicht te krijgen in de mening van de bewoners in Rijnwaarden. Dat elk contactmoment benut kan worden om ook een mening te vragen over andere onderwerpen, wordt steeds meer een automatisme. Dit wordt vooral ingezet bij de organisatie van bewonersbijeenkomsten op dorpsniveau en/of bij de voorbereiding van planmatig onderhoud. In het verslagjaar hebben we onder andere een bewonersavond gehouden in Spijk. Duidelijk daaruit bleek wel de behoefte van de bewoners om meer inzicht te hebben in de wijze van toewijzing, de verschillende meningen als het gaat om goed tuinonderhoud en de wens om te kijken naar het onderhoud van de achterpaden. Dit laatste heeft geleid tot een gezamenlijke inspectie met de vertegenwoordigers uit Spijk. In Pannerden is een informatieavond gehouden over de doelstellingen van het project “De Hooiberg”, wat dit zou kunnen betekenen voor het gebouw, welke zorg geleverd zou kunnen worden en waarom deze opzet goed is voor dementerenden. Ook hebben we de bewoners van ons complex Transeedijk betrokken bij de aanpak binnen en buiten het gebouw. Om diverse van onze processen nog verder te verbeteren zijn we in het verslagjaar begonnen met het structureel peilen van de tevredenheid van onze huurders. Begin 2015 zijn de eerste resultaten, op basis van 4 maanden onderzoek, gepresenteerd. Het onderzoek is uitgevoerd op een viertal onderdelen: mutatieprocedure m.b.t. vertrekkende huurder toewijzingsprocedure woningzoekende verhuring aan nieuwe huurder uitvoering reparatieverzoek De respons op de uitgezette formulieren varieerde tussen de 14 % (woningzoekenden) en 68 % (reparatieverzoeken). Gemiddeld genomen voldoende om een duidelijk beeld te krijgen over het betreffende proces. Over het algemeen genomen werd aangegeven dat men tevreden is over de wijze waarop Vryleve communiceert, de informatie die beschikbaar wordt gesteld en werkzaamheden worden uitgevoerd. Gelukkig werden er ook nog enkele aandachtspunten meegegeven, de belangrijkste: vertrekkende huurders kunnen we nog beter informeren dat er veel informatie op de site beschikbaar is misschien kan er minder per brief en meer per mail uitgewisseld worden afhandeling van een verhuring niet aan de balie uitvoeren Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 19
3. Verbeteren informatie aan bewoners Onze (toekomstige) huurders zijn tevreden over de informatie die wij geven c.q. die voor hen beschikbaar is. Dit betekent dat de continue aandacht die wij hieraan geven ook gewaardeerd wordt. In 2014 hebben wij weer enkele verbeteringen doorgevoerd. Zo is de woning-map, die elke nieuwe huurder ontvangt bij het tekenen van de huurovereenkomst, uitgebreid met de van belang zijnde technische informatie van zijn woning. Ook weet de nieuw huurder nu ook welke werkzaamheden in het kader van servicekosten uitgevoerd worden in zijn complex en de frequentie waarmee dit gebeurt.
7.3 Wonen en zorg
1. Sociale problematiek in kaart brengen en bijhouden 2. Gezamenlijk met de zorgpartij zoeken naar een oplossing van problemen ontstaan door scheiding wonen en zorg 1. Sociale problematiek in kaart brengen Vryleve is lid van het Lokale Zorg Netwerk en dat is niet voor niets. Als corporatie worden wij steeds meer betrokken bij sociale problematiek. Vaak komen de eerste signalen bij ons terecht, geregeld door eigen medewerkers. Omdat deze problematiek geen onderdeel uitmaakt van de primaire taken van een corporatie is er ook geen standaard geautomatiseerd systeem beschikbaar om deze problematiek te monitoren. Op een relatief eenvoudige wijze hebben we toch een methode gevonden om snel inzicht te hebben in welke problematiek er speelt en wat de status hiervan is. Natuurlijk is hierbij er wel opgelet dat de privacy van de betreffende huurders gewaarborgd is. Alleen geautoriseerde medewerkers hebbe toegang tot deze informatie.
2. Probleem oplossen ontstaan door scheiding wonen en zorg Helaas is onze verwachting ten tijde van het opstellen van het jaarplan 2014 uitgekomen. In dit geval bleek een zorgpartij, huurder van een deel in het Woonservice centrum in Pannerden, ernstig in de problemen. Deze problemen kwamen begin van de zomer naar buiten en hadden niet alleen te maken met de veranderende regelgeving. Er ontstonden allerlei geruchten naar aanleiding van perspublicaties, die van de zwartste scenario’s uitgingen. Toon de rook opgetrokken was en zeker met de komst van een nieuwe bestuurder begin 2015 kon het herstelplan vastgesteld worden. Onderdeel van dit plan is het verstrekken van een tijdelijke reductie op de huursom. Daarnaast hebben we ons gecommitteerd om in gezamenlijkheid te gaan zorgen dat dit gebouw meer onderdeel gaat uitmaken van het dorp. Een ruimte als het restaurant moet veel meer uren gebruikt gaan worden en niet alleen door de bewoners van De Pannerd.
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 20
7.4 Het bijdragen aan de leefbaarheid
1. Verbeteren van het proces huurachterstanden 2. Zorgen dat ook in 2014 buurtbemideling aanwezig is
1. Verbeteren van het proces huurachterstanden Een belangrijke factor voor het welzijn van de bewoner is haar/zijn financiële situatie. Wij kunnen hier relatief weinig aan doen. Deze wordt voor het grootste gedeelte bepaald door het al dan niet werk hebben en het bestedingspatroon. Wel zijn er op verschillende momenten binnen verscheidene processen mogelijkheden om een positieve bijdrage hierin te kunnen leveren. Daar proberen wij alert op te zijn en daar waar mogelijk verbeteringen in aan te brengen. Zo adviseren we bij het toewijzen over de inkomensverhouding ten opzichte van de huurprijs. We proberen snel te reageren op een eerste huurachterstand en we bieden een breed scala van ondersteuning aan in de vorm van betalingsregelingen, schuldeninventarisatie en budgetcoaching. Daarnaast hebben we het administratieve proces binnen Vryleve duidelijk verbeterd wat tot een veel beter inzicht heeft geleid tot de specificering van de achterstanden en betere afspraken met externe partijen.
Achterstanden in € 300.000 > 3 mnd
200.000
< 3 mnd
100.000
Overige debiteuren
-
Totaal debiteuren
In een jaar waarin het inkomen onder druk staat, de huren toch behoorlijk verhoogd is, kunnen we vaststellen dat de huurachterstand duidelijk is terug gebracht. Van 1,4 % van de jaarhuur in 2013 naar 1,1 % in 2014. Een afname, die zeker niet alleen is verwezenlijkt door de gepleegde afboekingen.
Achterstanden in aantallen 250 200 150 100 50 -
> 3 mnd < 3 mnd Overige debiteuren Totaal debiteuren
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 21
2. Zorgen dat ook in 2014 buurtbemiddeling aanwezig is Deze doelstelling is opgenomen in het jaarplan 2014 omdat bij de opstelling verwacht werd dat de samenwerking tussen de gemeente Rijnwaarden en de andere Liemerse gemeenten op dit vlak in 2014 niet gecontinueerd zou worden. Deze veronderstelling is echter niet uitgekomen. In 2014 is deze samenwerking nog gewoon doorgelopen, waardoor de buurbemiddeling in 2014 op de oude voet is verder gegaan. Een evaluatiemoment tot augustus 2014 geeft aan over welke onderwerpen buurtbemiddeling ging in de gemeente Rijnwaarden: Rijnwaarden Aard van de klacht Geluidsoverlast personen Tuin/grondgeschil Verstoorde relatie Overige Bedreiging/intimidatie/lastig vallen
tot aug. 2014 2 2 2 1 1
Bij overlast wordt vaak gedacht aan jongeren. Wat dat betreft geeft onderstaande tabel wel een heel ander beeld als het gaat om die zaken waarbij buurtbemiddeling een rol speelt. Het betreft hier cijfers op Liemers niveau. Uit deze cijfers blijkt o.a. dat de afgelopen twee jaar meer dan 33 % van de buurtbemiddeling te maken heeft met inwoners ouder dan 60 jaar. 1e partij/leeftijdscategorie Jonger dan 20 Ouder dan 20 en jonger dan 40 Ouder dan 40 en jonger dan 60 Ouder dan 60 Onbekend
tot aug. 2014 tot aug. 2013 tot aug. 2012 0 0 1 13 18 5 21 30 25 22 25 13 2 7 2 58 80 46
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 22
8. Ambities Vastgoed Zowel in het BBSH als de nieuwe woningwet wordt aandacht besteed aan het vastgoed. Simpel gezegd komt dit neer op de volgende taakvelden: 1. Het bouwen, verwerven en verkopen van woningen gericht op de verhuur 2. Het bouwen, verwerven en verkopen van gebouwen met een maatschappelijke gebruiksbestemming 3. Het goed onderhouden van het bezit 4. Herbestemmen bestaand bezit 5. Bouw en verkoop koopwoningen 8.1 Het bouwen, verwerven en verkopen van woningen gericht op de verhuur
1. 2. 3. 4.
Het actualiseren van het Strategisch Voorraad Beleid (SVB) We verkopen 5 woningen uit onze bestaande voorraad We verwachten 5 woningen aan te schaffen/te verkrijgen door inruil t.b.v. verhuur Het realiseren van nieuwbouw in lobith en spijk
1. Het actualiseren van het SVB In 2012 had de laatste actualisatie plaatsgevonden. De woningmarkt heeft daarna bepaald niet stil gestaan. Ons meerjaren onderhoudsprogramma zit beter in elkaar. Daarnaast vonden we dat ons SVB op een lager niveau gebracht mocht worden. Van complex naar subcomplexniveau. Voldoende redenen dus voor een actualisatie in 2014. Belangrijke conclusies die we getrokken hebben na actualisatie van de basisgegevens met betrekking tot demografische prognoses, woningbehoefte en huidig aanbod zijn: • Tot 2021 is er behoefte aan 100 goedkope huurwoningen • We bouwen kleinere grondgebonden woningen in kleinschalige projecten • in 2020 beschikt onze woningvoorraad gemiddeld over het energielabel B • we gaan onderzoeken of ander materiaalgebruik kan leiden tot besparingen De behoefte van 100 woningen is niet verwerkt in onze meerjarenbegroting omdat op het moment van opstellen de gemeente nog niet wist welk aantal er regionaal vastgesteld zouden worden. Daarnaast zou een opname mogelijk ook consequenties hebben voor de gemaakte afspraken met het CFV. Bij de actualisatie van het SVB hebben we ook onderzocht en besproken wat we met ons niet DAEB bezit willen. Dit bestaat voornamelijk uit parkeerplaatsen, appartementen en een enkel bedrijfspand. We zijn tot de conclusie gekomen dat we niet verwachten de appartementen op termijn te kunnen verkopen en dat we de parkeerplaatsen vanzelfsprekend willen handhaven. Indien de kans zich voordoet willen we zeker afscheid nemen van de bedrijfspanden. Van de woon/winkel combinatie gebeurd dat al in 2015, dan blijft er nog één bedrijfspand over. De huidige huurder heeft op dit moment geen interesse in de koop van dit pand.
2. We verkopen 5 woningen uit onze bestaande voorraad In de loop van het jaar werd al snel duidelijk dat we onze doelstelling niet zouden realiseren. Tenminste als we een reële verkoopprijs zouden vragen. Vandaar dat we ons doel terug gebracht hebben naar vier verkopen. Dit aantal hebben we weten te realiseren met dien verstande dat de vierde woning formeel in 2015 is getransporteerd, dus voor de statistieken in 2015 valt. Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 23
3. Aanschaf van 5 woningen Het feit dat we geen 5 woningen uit de bestaande voorraad zouden verkopen heeft ons doen besluiten, om budgettaire redenen, ook de aanschaf van woningen te verminderen van vijf naar vier. Deze vier woningen hebben we ook daadwerkelijk weten te realiseren. Van deze vier hadden twee woningen betrekking op een inruilsituatie. Door het inruilen hebben we twee woningen Vierkenshof weten te verkopen.
4. Het realiseren van nieuwbouw in Lobith en Spijk In Spijk hebben we de nieuwbouw van een viertal grondgebonden goedkope woningen weten te realiseren. De start van dit nieuwbouwplan lag al enige tijd terug bij de totstandkoming van een dorpsplan, waarbij één van de wensen van de bewoners was het eindelijk weer realiseren van nieuwbouw. Via diverse bijeenkomsten, bijgewoond door een steeds selectiever gezelschap, is uiteindelijk gebleken dat er behoefte was aan een viertal huurwoningen. Ook in de verdere uitwerking van de plannen zijn de toekomstige huurders steeds nauw bij betrokken geweest. Het resultaat mag er wezen. Spijk is sinds november 2014 vier mooie goedkope grondgebonden woningen rijker.
8.2 Activiteiten met betrekking tot gebouwen met een maatschappelijke gebruiksbestemming
In 2014 hebben we hier geen doelstellingen voor benoemd
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 24
8.3 Het goed onderhouden van het bezit
1: Processen dagelijks onderhoud onderzoeken en verbeteren 2. Planmatig onderhoud afstemmen met het SVB 1. Processen dagelijks onderhoud onderzoeken en verbeteren Op diverse vlakken is er veel gebeurd in het verslagjaar wat direct te maken heeft met het verbeteren van de werkprocessen/omstandigheden als we het hebben over het dagelijks onderhoud. Nadat de werkplekken op kantoor aan de beurt zijn geweest was het nu de beurt aan het magazijn/werkplaats. In overleg met de direct betrokkenen is een nieuwe inrichting gekozen, waarbij ook ruimte in het ontwerp is opgenomen voor het realiseren van een goed archief. Maar ten behoeve van het onderhoud was natuurlijk de nieuw indeling van de werkplaats en het geheel vernieuwde magazijn hetgeen waarom alles draaide. Het resultaat mag er zijn. De ruimtes zijn nu veel praktischer ingericht en daardoor beter bruikbaar. Door onder andere het nieuw geautomatiseerd systeem is de beschikbare data veel toegankelijker geworden. Dit heeft als voordeel dat het maken van analyses veel eenvoudiger is en daardoor ook sneller gebeurd. Zo ook op het vlak van het onderhoud. Door deze analyses kan makkelijk patronen worden vastgesteld in reparatieverzoeken zowel qua locatie als aard en frequentie. Het resultaat hiervan is dat diverse structurele problemen zijn opgepakt en hersteld en dat langdurig lopen verzoeken alsnog vlot zijn opgepakt. Positief hierbij is de uiteindelijke waardering van de goed geholpen huurder!
2. Planmatig onderhoud afstemmen met het SVB De verdere detaillering in onze planning van het meerjarig-onderhoud was een belangrijk onderdeel in de te maken afwegingen met betrekking tot de levensduurverwachting van de verschillende (deel)complexen voor het SVB. Zo is het niet verstandig om vijf jaar voor einde levensduur in de planning te hebben staan dat de kozijnen vernieuwd moeten worden. Dan kan je beter kiezen voor een wat hoger bedrag voor reparatieonderhoud of naar het alternatief met de kozijnvervanging ook andere werkzaamheden uit te voeren waardoor het deelcomplex weer jaren lang verhuurd kan worden. Dergelijke vraagstukken zijn intern goed besproken, waarbij de financiële consequenties goed zijn afgestemd tussen Financiën en vastgoed. Het resultaat hiervan is verwekt in het geactualiseerde SVB en de nieuwe meerjarenbegroting 2015 -2024.
Dagelijks onderhoud Naast het realiseren van deze twee specifiek benoemde doelstelling was de feitelijke aandacht natuurlijk gericht op het goed uitvoeren van het dagelijks en planmatig onderhoud. Uit het reeds eerder genoemde klanttevredenheidsonderzoek op dit punt blijken onze huurders zeer tevreden te zijn. Vraag: Ja Nee Heeft u ons makkelijk kunnen bereiken voor de storingsmelding? 100% 0% Is er een datum/dagdeel met u afgesproken voor de uitvoering? 95 % 5% Reparatie op afgesproken tijdstip uitgevoerd? 95 % 5% Kwaliteit reparatie goed? 95 % 5% Monteur klantvriendelijk? 100 % 0%
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 25
Het aantal reparatieverzoeken is ten opzichte van 2013 duidelijk afgenomen van gemiddeld 1,54 naar 1,1 per woning. Een deel van deze afname wordt veroorzaakt door het volledig uitbesteden (inclusief de aaname van het reparatieverzoek) van het CV-onderhoud en aan de verbeterde registratiemethode, waardoor het aantal bonnen is afgenomen. Maar uit het feit dat de gemiddelde kosten niet planmatig onderhoud in 2014 met ongeveer 10 % is afgenomen geeft ook aan dat het wel goed zit met de kwaliteit van onze woning en de wijze waarop we ons onderhoud uitvoeren.
Planmatig onderhoud Het jaar 2014 was voor het planmatig onderhoud een saai jaar te noemen waarin geen interessante renovaties op de agenda stonden. Het ging in het verslagjaar louter om standaardwerkzaamheden als het vervangen van Cv-ketels en keukenblokken, schilderwerk en vervanging van platte daken.
8.4 Herbestemmen bestaand bezit
1. HERBESTEMMING TIJDELIJKE HUISVESTING 2. AANPASSEN VOORMALIGE MARECHAUSSEEKAZERNE 1. Herbestemming tijdelijke huisvesting Ook in het verslagjaar hebben we veel tijd en energie gestopt om te komen tot de realisatie van een nieuwe herbestemming van de tijdelijke huisvesting in Pannerden. De beoogde herbestemming staat bekend onder de naam “Hooiberg” een initiatief van de plaatselijke zorgpartij om te komen tot een kleinschalig zorgproject, gescheiden wonen en zorg, volledig passend in de huidige tijdsgeest, voor het huisvesten van dementerenden al dan niet met partner. Tijd en energie om in gesprek te komen met het college, het project op de politieke agenda te krijgen en de omwonenden te voorzien van actuele informatie. In november hebben we een algemene bewonersavond georganiseerd in Pannerden. In deze zeer goed bezochte avond informeerden we de bewoners wat het project “De Hooiberg” zou kunnen betekenen voor het huidige gebouw, welke zorg aan dementerenden verleend zou kunnen worden en waarom dit zorgconcept zo goed is voor zowel de dementeren als de partners. De zeer positieve reacties van de bewoners waren een duidelijk hart onder de riem om met nog meer energie voor dit project te gaan. We waren dan ook blij met het feit dat dit project eind 2014 op de politieke agenda kwam te staan en dat dit begin 2015 ook een onderwerp was van het bestuurlijk overleg tussen het college van B&W en het bestuur van Vryleve. Des te groter was ons ongeloof toen we begin maart opeens een brief ontvingen van dit college waarin zij melden “af te zien van verkenningen van het project Hooiberg aan de Hoogeweg”. Een onderwerp wat dus terug gaat komen in het jaarverslag 2015.
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 26
2. Aanpassen voormalige marechausseekazerne Soms duren trajecten wat langer dan gehoopt, maar wordt dat ruimschoots gecompenseerd door het uiteindelijke resultaat. Dit gaat ook op voor dit gebouw. Ooit neergezet als marechausseekazerne en de laatste jaren dienst gedaan als gedeeltelijke huisvesting van basisschool De Overlaat. Nu is het een gebouw bestaand uit 6 appartementen, 1 dienstwoningen en een groepsruimte. Een indeling die mede is ontstaan door de samenwerkingsovereenkomst tussen een zorginstelling uit Elst en Vryleve om in dit gebouw jongeren te huisvesten die een lichte vorm van begeleiding nodig hebben. Voor dit kleinschalige zorgproject zijn naast de dienstwoning en groepsruimte vooralsnog 5 appartementen. Het zesde appartement gaan we gebruik maken als een “time-outwoning”. Deze woning biedt huisvestingsmogelijkheden om een doelgroep tijdelijk te huisvesten zonder verlies van meettijd. Als overbrugging naar permanente huisvesting. Bijvoorbeeld in een scheidingssituatie of het plotseling nodig hebben van huisvesting. Deze woning wordt gemeubileerd verhuurd. De tijd zal leren of in Rijnwaarden de behoefte is aan een dergelijke woning. Eind volgend jaar kunnen we de balans opmaken of er behoefte is aan een dergelijke woning en hoe groot die behoefte er is. Begin 2015 is het gebouw met een bescheiden feestje opgeleverd en hebben de huurders er direct hun intrek in genomen.
8.5 Bouw en verkoop koopwoningen
1. Twee bestaande nieuwbouwwoningen verkopen We hebben duidelijk kunnen merken dat de koopmarkt weer aantrekt. Een beweging die in het tweede gedeelte van het verslagjaar steeds beter waarneembaar werd. Er kwam meer interesse in de te koop staande woningen. Ondanks de toenemende interesse is de verkoop van de beoogde twee bestaande nieuwbouwwoningen alleen gelukt door inruil van de te verlaten woning. Met deze twee verkopen hebben we nu nog twee woningen uit de nieuwbouw om te verkopen.
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 27
9. Ambities Duurzaamheid 1. Herijken duurzaamheidsbeleid 2. 22 woningen de sprong laten maken van D- naar B-label
1. Herijken duurzaamheidsbeleid Duidelijk was dat de beoogde doelstellingen in het vastgestelde Duurzaamheidsbeleid enerzijds om een stukje concretisering vroeg en dat aan dit beleid ook aandacht geschonken moest worden aan het groen wat in ons bezit is. Op zich geen grootste aanpassing, het feitelijk beleid is ook niet gewijzigd, maar nu is duidelijker geformuleerd wat we willen bereiken en welke stappen we daartoe de komende jaren zullen zetten. Zo is bijvoorbeeld inzichtelijk gemaakt dat we met de voorgenomen activiteiten al bijna gaan voldoen aan het Convenant Energiebesparing Huursector. In dit convenant is afgesproken dat in 2020 een gemiddelde Energie-index van 1,25 (gemiddeld energielabel B) is bereikt voor de totale huurwoningenvoorraad. Door hierop actief te monitoren en mogelijk met enkele kleine bijsturingen gaan wij in 2020 dit doel realiseren.
2. 22 woningen de sprong laten maken van D- naar B-label Met de realisatie van deze doelstelling en de nieuwbouw in Spijk (4 woningen label A) hebben we een goede stap gezet om onze doelstelling te verwezenlijken. Het diagram laat duidelijk zien dat bijna 50 % van de woningen beschikt over minimaal het Blabel. Een diagram wat nog niet uitgaat van de feitelijke situatie per 31 december. De positieve consequenties van een aantal kleinere aanpassingen in ons bezit Energielabel A zijn nog niet doorgerekend en dus Energielabel B niet verwerkt.
Labels woningbezit
Energielabel C Energielabel D Energielabel E Energielabel F
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 28
10. Ambities Financiën 1. Onderzoek naar de juistheid van de WOZ-waarden van ons bezit 2. Lange termijn planning ontwikkelen voor de vennootschapsbelasting
1. Onderzoek naar de juistheid van de WOZ-waarden van ons bezit Een onderwerp wat eens aangepakt moest worden, maar niet de allerhoogste prioriteit had was de waardering door de gemeente van ons bezit. Een waardering die handen en voeten krijgt door de vaststelling van de WOZ-waarde van ons bezit. Wij hadden al jaren het beeld dat de waarde te hoog was ingeschat. Met het gegeven dat deze WOZ-waarde een grondslag is voor de te betalen verhuurderheffing en we de andere onderwerpen op ons prioriteitenlijstje afgerond hadden was het in 2014 tijd om te bepalen of onze inschatting correct was. Een eerste inventarisatie gaf al snel een beeld dat de WOZ-waarde met betrekking tot de appartementen in ons bezit niet in verhouding stonden met de werkelijke waarde. Omdat het ondoenlijk is om in één jaartijd ons gehele bezit te onderzoeken was dit eerste onderzoeksresultaat aanleiding om ons in 2014 te richten op de appartementen Omdat wij geen behoefte hadden aan een formele procedure tegen de gemeente hebben we gelukkig met hen de afspraak kunnen maken om, na de formele bezwaarmaking tegen de waarde vaststelling, te proberen in goed overleg te komen tot een vergelijk. Met ondersteuning van gemaakte taxaties van een erkend taxateur, feitelijke verkoopgegevens en diverse berekeningsmodellen hebben diverse overleggen plaatsgevonden. Eerst op ambtelijk niveau en uiteindelijk in aanwezigheid van de bestuurders. Uiteindelijk heeft dit overleg geresulteerd in een vergelijk over de waarde van de appartementen. De nieuw vastgestelde waarde ligt ongeveer € 15,0 mio lager ten opzichte van de oorspronkelijk door de gemeente vastgestelde waarde.. Deze verlaging zal in twee fasen (2014 en 2015) worden gerealiseerd. In 2015 krijgt dit onderzoek een vervolg, maar nu met betrekking tot de grondgebonden woningen 2. Lange termijn planning ontwikkelen voor de vennootschapsbelasting (vpb) Deze ambitie was in het jaarplan 2014 opgenomen in de veronderstelling dat de gesprekken met de belastingdienst over herziening van de aangiftes vpb vanaf 2008 tijdig zouden zijn afgerond. We kunnen nu vaststellen dat deze veronderstelling onjuist is gebleken. Gezien de bedragen die hiermee gemoeid zijn en dat het ook onderwerpen betreffen die niet alleen van toepassing zijn op Vryleve is het begrijpelijk dat goed de tijd wordt genomen om te komen tot een vergelijk. Een tijd die ook nodig is gezien het detailniveau waarop de belastingdienst de herziene aangiftes beoordeelt. Over veel onderdelen is intussen overeenstemming bereikt, dit betekent dat we verwachten dat in de eerste helft van 2015 de gesprekken afgerond zullen zijn. De consequenties van de herziene aangiftes duidelijk zijn en we alsnog een lange termijn planning op kunnen gaan zetten.
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 29
11. Ambities Bedrijfsvoering 1. Verbetermogelijkheden vanuit het visitatierapport oppakken 2. Afdeling woondiensten gaat reparatieverzoeken inplannen 3. Afspraken worden telefonisch gemaakt i.o.m. klant 4. Onderhoudsdienst gaat efficiënter en effectiever werken 5. Vastleggen van termijnen binnen deelprocessen 6. Opstellen nieuw ondernemingsplan 1. Verbetermogelijkheden vanuit het visitatierapport oppakken In augustus 2014 is het definitieve visitatierapport vastgesteld en gepubliceerd. Het hele proces van visitatie, de wijze van rapportage, de aanbevelingen en de mate van inhoudelijke verspreiding bevestigen ons beeld rondom visitaties. Wel hebben we als positief punt ervaren dat de energie die we als organisatie er in moesten stoppen in het kader van het aanleveren van de gevraagde stukken mee is gevallen. In het rapport worden oordelen gegeven waar we best trots op mogen zijn: “Kortom, Woonstichting Vryleve is onder control en stuurt er goed op dat er financiële middelen zijn, dan wel dat de activiteiten daarop worden afgestemd. De visitatiecommissie is daarvan onder de indruk” “De wethouder was heel lovend over Woonstichting Vryleve, de bestuurder en het team van medewerkers. Ze namen initiatief, hadden daarvoor een duidelijke missie en dat was hem meer dan opgevallen” “Woonstichting Vryleve was één van de maatschappelijke organisaties die hen echt hielpen, niet alleen met geld, maar vooral ook met kennis en eigen initiatieven” In het rapport wordt één duidelijk verbeterpunt genoemd: “het verbeteren van de relatie met de gemeente”. De rapporteurs stellen vast dat deze samenwerking niet goed genoeg is. Ook de wethouder noemt deze weinig productief. Als advies geeft de commissie mee gezamenlijk te komen tot prestatieafspraken. “Wellicht kan het maken van prestatieafspraken ook bijdragen aan een meer transparante en professionele samenwerking”. Dit verbeterpunt heeft ook onze nadrukkelijke aandacht en hebben we ook expliciet opgenomen in het jaarplan 2015:
Een goede samenwerking met de gemeente is nu meer dan ooit voor beide partijen van wezenlijk belang. Als het goed is nemen we onze besluiten op basis van dezelfde vraagstelling “Wat is goed voor de inwoner van Rijnwaarden?” Voldoende reden om vroegtijdig met elkaar om de tafel te gaan zitten en niet pas bij de definitieve besluitvorming. De volgende stap is het in vertrouwen de samenwerking opzoeken. Dit geldt niet alleen voor woningbouw gerelateerde vragen , maar ook bij een actueel onderwerp als de transitie in de zorg.
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 30
2. Afdeling woondiensten gaat reparatieverzoeken inplannen Vanaf medio juli worden de reparatieverzoeken of servicefondsverzoeken door de afdeling Woondiensten direct met de klant ingepland. Huurders krijgen de mogelijkheid om zelf gewenste dagen en tijdsblokken aan te geven, wat veel klantvriendelijker is. Via het digitale planbord is de voortgang van de werkzaamheden inzichtelijk en is ook duidelijk wanneer de onderhoudsdienst nog beschikbaar is c.q. komt. De nu opgedane ervaringen zijn louter positief. De huurder vindt het heel prettig dat zijn agenda leidend is in de te maken afspraak, de onderhoudsdienst komt minder voor een gesloten deur en voor de medewerkers is het fijn om met een tevreden huurder (ondanks het reparatieverzoek) te spreken. 3. Afspraken worden telefonisch gemaakt i.o.m. klant Voorheen werden afspraken ten behoeve van voor- en eindopnames schriftelijk ingepland zonder overleg met de huurder. Intakegesprekken werden soms al wel in overleg met de klant gepland. Tegenwoordig worden ook deze afspraken in rechtstreeks overleg met de huurder gemaakt. Hierdoor kunnen de afspraken op kortere termijn gemaakt worden, het voorkomt dat mensen niet kunnen op de geplande afspraak én het is klantvriendelijker. Aandachtspunt hierbij blijft wel de wijze van handelen als bij het eerste contact de huurder niet bereikt wordt.
4. Onderhoudsdienst gaat efficiënter en effectiever werken Na een analyse van de werkzaamheden van de onderhoudsdienst in 2013 is vastgesteld dat 60 % van de registratie van de werkzaamheden financieel gedekt zijn. Het afgelopen jaar hebben we dit percentage kunnen verhogen naar ongeveer 87 %. Dit hebben we weten te bereiken door werkzaamheden met een laag dekkingspercentage uit te besteden (zoals het plaatsen van keukens), bij indeling van werkzaamheden beter te letten op reistijden, door het rechtstreeks met bewoners maken van afspraken een gesloten dur vermijden en het verbeteren van de registratie van de uren van de onderhoudsdienst. Wat ongetwijfeld ook mee heeft geholpen in het verbeteren van het dekkingspercentage is de invoering van de digitale werkbon 5. Vastleggen van termijnen binnen deelprocessen In onze processen gebruiken we bepaalde tijdsperiodes, we handelen iets af binnen een bepaalde termijn. Denk hierbij aan het beantwoorden van een brief/mail, het terugbellen van een klant. Veel van deze termijnen liggen niet vast. We zijn begonnen met het vastleggen van dergelijke termijnen zoals: • Binnen 2 dagen een afspraak maken ten behoeve van een voor- of eindopname • Binnen één week na opzegging staat de woning op de site • Bij een terugbel notitie wordt dezelfde of uiterlijk de volgende dag terug gebeld 6. Opstellen nieuw ondernemingsplan Met het afsluiten van het jaar 2014 nemen we tegelijkertijd afscheid van het ondernemingsplan "OpMaat naar de toekomst”. Deze gaf richting aan onze activiteiten voor de periode 2009 – 2014. Het nieuwe ondernemingsplan “Samen verder” is een logisch vervolg. We handhaven de in 2009 ingezette koers. We gaan samen met onze klanten, de lokale overheid, instellingen, bedrijven, enz.…. verder werken met als doe goed wonen in Rijnwaarden nu en in de toekomst, waarbij elke klant maatwerk mag verwachten, dat is onze inzet! Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 31
Risicomanagement In het jaarplan 2014 is geen expliciete paragraaf opgenomen met betrekking tot de lopende risico’s in de bedrijfsvoering: Niet omdat deze er niet waren, maar meer omdat daar continu aandacht voor was en is. Het is wel goed om in dit jaarverslag aan te geven hoe het nu staat met de lopende risico’s, zoals die ook genoemd zijn als actuele risico’s in het jaarverslag 2013: • De relatie met de gemeente en met name de afwikkeling van oude dossiers • De derivaten en de financiële consequenties daarvan • De relatief hoge schuldenlast per woning • De consequenties van de scheiding wonen en zorg Wat is nu de actuele stand van deze risico’s en welke risico’s kunnen naar verwachting gaan spelen in de bedrijfsvoering. De relatie met de gemeente Eindelijk is het gelukt om met betrekking tot de oude dossiers tussen Vryleve en de gemeente tot een oplossing te komen. Mede dankzij de inzet en daadkracht van een tijdelijke wethouder hebben constructieve onderhandelingen geleid tot een “package-deal”. Hiermee is één van de grootste (financiële) onzekerheden voor Vryleve verdwenen. In het visitatierapport wordt gesproken van een niet productieve samenwerking. Door zoveel mogelijk rechtstreeks te communiceren en niet via mail of brief proberen wij de samenwerking te verbeteren. We merken dat deze handelswijze op prijs gesteld wordt, soms zijn vruchten afwerpt (overeenstemming WOZ-waarde appartementen), maar nog niet is overgenomen door de gemeente. Met het weer in ere hersteld bestuurlijk overleg en het motto “de aanhouder wint” hopen we dat we tot een productievere samenwerking gaan komen. De derivaten De wijze waarop we onze derivaten managen is goed. De maandelijkse rapportage voldoet en geeft duidelijk inzicht in de positie van de swaps ten opzichte van de leningenportefeuille. Daarin zit dan ook niet het risico. Het risico voor ons is de combinatie van het feit dat onze contractpartij gebruik kan maken van een breakclausule in 2023 en wij totaal geen beeld hebben/krijgen of onze contractpartij daar mogelijk van gebruik zou willen maken. In het verslag jaar hebben we uitvoerig overleg gehad met de bankier in deze over de wijze waarop de renteswap is afgesloten en de consequenties daarvan gezien de inhoud van het contract. Helaas zijn we niet tot een vergelijk gekomen. Dit betekent dat het genoemde risico vooralsnog onverkort blijft bestaan, maar ook dat we blijven werken aan een oplossing. De relatief hoge schuldenlast per woning We zijn een financieel gezonde corporatie met een positieve kasstroom. Het vervelende is dat we door de bouwactiviteiten in de periode 2005 -2010 een behoorlijke schuldenlast opgebouwd hebben. Een totale schuldenlast die uitkomt boven het gemiddelde van wat het CFV als wenselijk beschouwd. Met het CFV hebben we daar overleg over gehad, hetgeen heeft geresulteerd in de vaststelling dat onze meerjarenbegroting 2014 – 2023 als verbeterplan beschouwd mocht worden. Uit deze begroting blijkt dat we met het doorzetten van ons beleid binnen deze periode gaan voldoen aan de norm van het CFV.
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 32
De consequenties van de scheiding wonen en zorg Dat dit een risicofactor is hebben we in 2014 kunnen vaststellen. Dit ondanks het feit dat we, ten opzichte van vele collegae, relatief weinig bezit hebben dat we aan een zorgpartij rechtstreeks verhuren. Halverwege het verslagjaar kwam naar buiten dat een zorgleverancier in deze regio stevig in de problemen kwam, wat voor hen aanleiding was om stevige maatregelen te nemen en hun beleid aan te passen. Met hen zijn we steeds in goed overleg geweest, hetgeen uiteindelijk heeft geresulteerd in een aanvulling op bestaande huurovereenkomst.
Klachtencommissie Een indicatie of onze bedrijfsvoering goed is, of wij werken conform de vastgestelde processen en of onze huurders daarover tevreden zijn, is het aantal klachten wat de klachtencommissie in behandeling heeft (gehad) en waaruit hun aanbevelingen bestaan. In 2014 heeft de klachtencommissie, net als in het jaar 2013, één klacht in behandeling gehad en daarover ook aanbevelingen gedaan. Een bewoner was niet tevreden over de wijze waarop we met hem omgegaan waren in het traject met betrekking tot het plaatsen en afrekenen van een ventilatiewarmtepomp (VWP). Na beide partijen gehoord te hebben is de klachtencommissie met een pragmatisch voorstel gekomen om tot een oplossing in deze zaak te komen. Een voorstel die door beide partijen is geaccepteerd. Dit betekent dat in eerste instantie een nieuwe referentieperiode bemeten wordt, waarna de daaropvolgende meetperiode met gebruik van de VWP het effect van de VWP op het verbruik zal aangeven.
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 33
12. Verklaring van het bestuur Het bestuur van Woonstichting Vryleve verklaart hierbij dat alle middelen in het boekjaar 2014 zijn besteed in het belang van de volkshuisvesting.
Lobith, 22 juni 2015
Bestuur D. Hoogland, directeur/bestuurder __________________________
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 34
Bijlage 1: Samenstelling Raad van Commissarissen tot 31 dec. 2014 Mr. R.H. van de Beeten (voorzitter) Geslacht: Man Leeftijd: 58 Hoofdfunctie: Advocaat maatschap Ross Advocaten Relevante nevenfuncties: Tijdstip benoemingen: ultimo 2009, ultimo 2013 Lopende termijn: 1-1-2014 – 31-12-2017 niet herbenoembaar Vergoeding 2014: € 8.700,= Lidmaatschap kerncommissies: selectiecommissie Lid is onafhankelijk: Bij zijn aantreden als lid van de RvC is afgesproken dat zijn kantoor vrij blijft zaken tegen Woonstichting Vryleve in behandeling te nemen. Wel zal Mr. Van de Beeten deze zaken niet zelf behartigen en zal hij niet deelnemen aan beraad en besluitvorming wanneer zo'n zaak in de Raad aan de orde komt. In 2014 is dit niet voorgekomen. N. Arends Geslacht: vrouw Leeftijd: 63 Hoofdfunctie: Projectleider bij Stichting Welzijn Rijnwaarden Relevante nevenfuncties: geen Tijdstip benoemingen: medio 2007 (tussentijds), ultimo 2010 Lopende termijn: 1-1-2011 – 31-12-2015 aftredend, niet herbenoembaar Vergoeding 2014: € 6.000,= Lidmaatschap kerncommissies: geen Lid is onafhankelijk: ja Ir. M.W. van Daal Geslacht: man Leeftijd: 39 jaar Hoofdfunctie: Architect Relevante nevenfuncties: geen Tijdstip benoemingen: ultimo 2011 Lopende termijn: 1-1-2012 – 31-12-2015, is herbenoembaar Vergoeding 2014: € 6.000,= Lidmaatschap kerncommissies: geen Lid is onafhankelijk: ja T. Hermsen Geslacht: man Leeftijd: 53 Hoofdfunctie: directeur Financiën, HRM en Facilitair bij SHO Relevante nevenfuncties: lid RvC woningstichting Valburg Tijdstip benoemingen: ultimo 2012 Lopende termijn: 1-1-2013 – 31-12-2016, is herbenoembaar Vergoeding 2014: € 6.000,= Lidmaatschap kerncommissies: geen Lid is onafhankelijk: ja Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 35
Drs. W. van Brandenburg Geslacht: man Leeftijd: 46 Hoofdfunctie: zelfstandig ondernemer, eigenaar van EYES Training Coaching Advies Relevante nevenfuncties: geen Tijdstip benoemingen: ultimo 2012 Lopende termijn: 1-1-2013 – 31-12-2016, is herbenoembaar Vergoeding 2014: € 6.000,= Lidmaatschap kerncommissies: geen Lid is onafhankelijk: ja
Begrijpelijk verantwoorden, 1 juni 2015 Pagina 36
Jaarrekening 2014 Woonstichting Vryleve
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -37 -
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -38 -
bedragen x € 1.000,-
17.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31-12-2014 (na resultaatbestemming) ACTIVA
VASTE ACTIVA 1. Materiële vaste activa Sociaal vastgoed in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie (On)roerende zaken ten dienste van de exploitatie
31-12-2014
31-12-2013
PASSIVA
31-12-2014
31-12-2013
€
€
VERMOGEN LANG
€
€
7. Groepsvermogen Aandeel van de rechtspersoon in het groepsvermogen
47.389
46.189
Totaal groepsvermogen
47.389
46.189
78.179 726 1.192
75.520 4.667 1.314
115.440 5.914
115.047 6.387
1.638
1.659
122.992
123.093
5.138 1.216
5.332 1.242
Totaal vastgoedbeleggingen
6.354
6.574
3. Financiële vaste activa
5.808
4.926
135.154
134.593
Totaal materiële vaste activa 2. Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
8. Langlopende schulden 8.1 Leningen kredietinstellingen 8.2 Leningen overheid 8.2 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 8.3 Overige Schulden Totaal langlopende schulden
Totaal vaste activa
Totaal vermogen lang
266
260
80.363
81.761
127.752
127.950
10.102
9.925
10.102
9.925
137.854
137.875
VLOTTENDE ACTIVA VLOTTENDE PASSIVA 4. Voorraden
910
1.610
5. Vorderingen
308
302
1.482
1.370
2.700
3.282
137.854
137.875
6. Liquide middelen Totaal vlottende activa
BALANSTOTAAL
9. Kortlopende schulden
Totaal vlottende passiva
BALANSTOTAAL
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -39 -
bedragen x € 1.000,-
17.2 GECONSOLIDEERDE WINST - EN VERLIESREKENING OVER 2014
1. Bedrijfsopbrengsten 1.1 Huuropbrengsten 1.2 Opbrengsten servicecontracten 1.3 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 1.4 Overige bedrijfsopbrengsten
2014
2013
€
€
9.746 273 199 31
9.332 301 222 6
10.249
9.861
3.527
3.323
490 706 154 171 1.239 24 309 1.906
193 738 139 171 2.304 57 332 1.270
8.526
8.527
1.723
1.334
3.Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
-628
-372
4. Financiële baten en lasten 4.1 Waardeverandering van financiele vaste activa, effecten en van verplichtingen 4.2 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten 4.3 Rentelasten en soortgelijke kosten 4.4 Buitengewone baten en lasten
19 15 -3.758 -
38 25 -3.798 -
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen
-2.629
-2.773
1.045
1.211
-1.584
-1.562
1. Som der bedrijfsopbrengsten
2. Bedrijfslasten 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Afschrijvingen materiele vaste activa en vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen van materiele vaste activa en vastgoedportefeuille Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lasten onderhoud Leefbaarheid Lasten servicecontracten Overige bedrijfslasten
Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat
5.1
Belastingen
Geconsolideerd resultaat na belastingen
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 40 -
bedragen x € 1.000,-
17.3 KASSTROOM OVERZICHT (indirecte methode) geconsolideerde jaarrekening 2014 Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: Afschrijvingen Overige Veranderingen in werkkapitaal - mutatie operationele vorderingen - mutatie voorraden - mutatie operationele schulden
1.723
1.334
3.527
3.323
-6 517 -378
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
2013
159 483 -486 133
156
5.383
4.813
15 -3.783
25 -3.684 -3.768 1.615
Kasstroom uit operationele activiteiten
Investeringen mat. vaste activa Desinvesteringen mat. vaste activa Investeringen in vastgoedbelegging Desinvesteringen in vastgoedbelegging Investeringen in financiele vaste activa Desinvesteringen in financiele vaste activa Kasstroom uit investerings activiteiten
-917 326 -270 163
Mutatie rekening-courantschuld instellingen Ontvangsten uit langlopende schulden Aflossingen van langlopende schulden Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-444 4.000 -4.361
-3.659 1.154
-1.201 469 164 -698
-568
-2.489 6.400 -4.619 -805
-708
112
-122
Verloop liquide middelen: Saldo liquide middelen 01-01: Netto kasstroom Saldo liquide middelen 31-12.:
1.370 112 1.482
1.492 -122 1.370
Liquide middelen volgens balans
1.482
1.370
Netto kasstroom
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 41 -
17.4 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING (alle bedragen x € 1.000) Algemeen Deze jaarrekening heeft betrekking op de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Alle bedragen luiden in euro’s, tenzij anders vermeld. Activiteiten De activiteiten van Woonstichting Vryleve, statutair gevestigd en kantoor houdende te Lobith, gemeente Rijnwaarden, Halve Maan 18, zijn erop gericht mensen te huisvesten. Groepsverhoudingen Woonstichting Vryleve staat aan het hoofd van een groep. Op grond van de artikelen 2:379 en 2:414 BW wordt aangegeven dat deze 100% deelneming in rechtspersoon Woonservice Rijnwaarden B.V, gevestigd te Lobith, is geconsolideerd. De activiteiten van Woonservice betreffen het ontwikkelen en verkopen van onroerend goed evenals service verlening ten behoeve van Woonstichting Vryleve op het gebied van commerciële activiteiten. Grondslagen voor de consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening van Woonstichting Vryleve zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de groep behorende maatschappijen en andere rechtspersonen waarop een overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van Woningcorporatie Vryleve. De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie betrokken rechtspersonen en vennootschappen zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Belangen van derden in het vermogen en in het resultaat van groepsmaatschappijen zijn afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking gebracht. De resultaten van nieuw verworven groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie meegenomen rechtspersonen en vennootschappen worden geconsolideerd vanaf de overnamedatum. Op die datum worden de activa, voorzieningen en schulden gewaardeerd tegen de reële waarden. De resultaten van afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie verwerkt tot het tijdstip waarop de groepsband wordt verbroken
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -42-
Algemene grondslagen voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening De geconsolideerde jaarrekening van Woonstichting Vryleve is opgesteld volgens de bepalingen van het Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh). In dit besluit wordt voorgeschreven Titel 9 Boek 2 BW toe te passen, behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Tevens is deze geconsolideerde jaarrekening opgesteld volgens de door de Raad voor de Jaarverslaggeving uitgegeven Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. Deze richtlijn is in 2011 herzien. Woonstichting Vryleve past deze herziene Richtlijn toe. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Het sociale vastgoed wordt gewaardeerd tegen de bedrijfswaarde en het commerciële vastgoed tegen de marktwaarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Schattingswijziging Woonstichting Vryleve past vanaf het verslagjaar 2012 de herziene Richtlijn voor de jaarverslaggeving 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (2011) toe. Als gevolg hiervan is in 2014 besloten om de componentenmethode aan te scherpen bij de waardering van het vastgoed in exploitatie tegen historische kostprijs. Dit heeft tot gevolg dat deze kostprijs met € 1.216 is toegenomen. Als gevolg van deze toename is de reserve inzake waardeverandering vastgoed per 1 januari 2014 met dit bedrag afgenomen ten gunste van de overige reserves welke met hetzelfde bedrag is toegenomen.
Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de directie van Woonstichting Vryleve zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan.
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -43-
In de toelichting op de onderscheiden posten van de balans wordt de reële waarde van het betreffende instrument toegelicht als die afwijkt van de boekwaarde. Indien het financiële instrument niet in de balans is opgenomen wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de toelichting op de Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen. Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost. Woonstichting Vryleve maakt gebruik van derivaten om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling, past Woonstichting Vryleve met betrekking tot deze derivaten (hedge-instrumenten) kostprijshedge-accounting toe op basis van generieke documentatie. De stichting documenteert de wijze waarop de hedgerelaties passen in de doelstellingen van het risicobeheer, de hedgestrategie en de verwachting aangaande de effectiviteit van de hedge (waarbij de ineffectiviteit in de winst- en verliesrekening wordt geboekt). Renterisico De stichting loopt renterisico over rentedragende vorderingen, liquide middelen en rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder schulden aan kredietinstellingen). Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt de stichting risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt de stichting risico’s over de marktwaarde. Met betrekking tot de vorderingen worden geen financiële derivaten met betreffende renterisico’s gecontracteerd. Met betrekking tot bepaalde variabele rentedragende schulden (schulden aan kredietinstellingen) heeft de stichting renteswaps gecontracteerd, zodat de variabele rente wordt gefixeerd. De rente instrumenten worden toegepast ter verkrijging van een gewenst risicoprofiel in vaste en variabele renteposities. De stichting waardeert de renteswaps die ervoor zorgen dat bepaalde variabele rentedragende schulden worden omgezet in vaste rentende leningen niet op de balans. Jaarlijks wordt de vaste rente in de resultatenrekening verantwoord. Het verschil in marktwaarde van de renteswap als gevolg van de rentestand op dat moment wordt gewaardeerd tegen kostprijs (nihil). Grondslagen voor de waardering van de geconsolideerde activa en passiva Algemeen De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van voorgaand jaar. Materiële vaste activa Sociaal vastgoed in exploitatie Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -44-
huurprijsniveau dat jaarlijks per 1 juli door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Ultimo 2014 bedraagt deze grens € 699,48 (2013: € 681,02). Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerendgoed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijns-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Woonstichting Vryleve kwalificeert het sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel, aangezien Woonstichting Vryleve een beleid heeft dat gericht is op het realiseren van de volkshuisvestelijke taken. Het volkshuisvestelijk beleid staat hierbij centraal. Sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen de actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen van de kasstroomgenererende eenheid uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De indeling naar kasstroomgenererende eenheid is gedefinieerd op complexniveau. Woonstichting Vryleve kiest voor deze indeling van de kasstroomgenererende eenheden omdat deze aansluit bij haar interne bedrijfsvoering en hierbij de basis vormt voor haar vastgoedsturing. De reële waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van de complexen. De reële waarde van de onroerende zaken in exploitatie bestemd voor de verhuur is de bedrijfswaarde. De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De Kasstromen zijn gebaseerd op de in december 2014 vastgestelde begroting en bestrijken een periode van tien jaar. De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjarenonderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente evenals genormeerde lastenniveaus. Periodiek groot onderhoud wordt volgens de componentenbenadering geactiveerd. Hierbij worden de totale uitgaven toegewezen aan de samenstellende delen. De lasten van onderhoud, niet zijnde periodiek groot onderhoud, waaronder renovatie, onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. De lasten van dergelijk onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen. Afschrijvingen worden berekend over de bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde is gesplitst naar de componenten grond en opstal. Over het aandeel van de grond wordt niet afgeschreven. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur per component en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Bij de afschrijving wordt een minimum levensduur van vijftien jaar in acht genomen.
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -45-
De initiële herwaardering van het sociaal vastgoed in exploitatie naar actuele waarde is rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt in de reserve inzake waardeverandering vastgoed. De hierop volgende jaarlijkse waardeveranderingen worden als volgt in de jaarrekening verwerkt: •
Een waardevermeerdering van een complex onder het sociaal vastgoed wordt in beginsel direct ten gunste van de herwaarderingsreserve gebracht. Uitzondering betreft het geval wanneer voor een complex in het verleden een afwaardering ten laste van het resultaat is gebracht. In die situatie worden waardevermeerderingen van ditzelfde complex als positief resultaat in de winsten-verliesrekening verwerkt, voor zover dit een terugname betreft van deze eerdere waardevermindering. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de terugneming nooit hoger is dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingverlies voor het complex zou zijn verantwoord.
•
Een waardevermindering van een complex onder het sociaal vastgoed wordt in beginsel ten laste van het resultaat gebracht. Indien echter een herwaarderingsreserve voor dit complex gevormd is, wordt de waardevermindering direct ten laste van de herwaarderingsreserve gebracht tot het bedrag dat met betrekking tot het desbetreffende complex in de herwaarderingsreserve is opgenomen.
Uitgangspunten Bij de bedrijfswaarde berekening gelden de volgende uitgangspunten: Jaarlijkse huurverhogingen, voor 2015 gemiddeld 2 % , daarna 2 %. Jaarlijkse huurderving 1 % Jaarlijkse stijging van de variabele lasten van 2 % voor de eerste vijf jaar daarna 3 % Jaarlijkse stijging van de onderhoudslasten van 2 % tot en met 2018 daarna 3 %. De norm van de variabele lasten(algemeen beheer, OZB, verzekeringen,verhuurderheffing) is gebaseerd op de overhead welke begroot is in de meerjarenbegroting 2015 en de daaropvolgende negen jaren. Voor latere jaren worden deze lasten trendmatig berekend. Deze kosten worden vervolgens teruggerekend per verhuureenheid in aanmerking genomen. De onderhoudskosten zijn opgenomen conform de meerjaren onderhoudsbegrotingen. Verhuurderheffing op basis van de gepubliceerde percentages van de WOZ-waarde. De tarieven zijn: 0,449% in 2015 tot en met 0,536% in 2017. Voor latere jaren is de verhuurderheffing voor het percentage gelijk aan 2017 opgenomen. De grondslag waarop de verhuurderheffing wordt berekend is jaarlijks geindexeerd met 2%. Bij verkoop wordt de verwachte opbrengstwaarde meegenomen, de verwachtingen van verkoop zijn eveneens voor een periode van 10 jaar meegenomen daarna is geen rekening gehouden met verkoop.
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -46-
Een rekenrente van 5,25% voor alle verhuureenheden, de periode waarover contant gemaakt wordt loopt parallel met de geschatte resterende levensduur van de complexinvestering. De verwachte opbrengstwaarde van woningen geoormerkt voor verkoop wordt gedefinieerd als de contante waarde van het bedrag dat kan worden verkregen bij vrijwillige verkoop binnen een verwachte termijn, onder aftrek van verkoopkosten die niet door de koper worden gedragen. Gegeven het feit dat verkopen hoofdzakelijk worden verricht in het kader van de financiering van toekomstige cashflow worden deze verkopen voor een periode van tien jaar in de waardering betrokken. De bepaling van de restwaarde van de grond opgenomen in de bedrijfswaarde vindt plaats op basis van de huidige vergelijkbare kavel of vierkante meterprijs voor een sociale huurwoning. Deze kavelprijs wordt geïndexeerd naar het einde van de levensduur en verminderd met verwachte sloopkosten en kosten van uitplaatsing. Indien feitelijke dan wel in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan die consequenties hebben voor de bestemming van de grond dan wordt met deze gewijzigde bestemming in de waardering rekening gehouden. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaak in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening op de creditzijde van de balans opgenomen. In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de stichting zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen betreffende toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van het definitief ontwerp en afgeleid daarvan het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden. De aannames gedaan bij de financiële impact van bovengenoemde feitelijke verplichtingen kunnen afwijken bij daadwerkelijke realisatie van de projecten. Planvorming kan onder meer wijzigingen in de tijd ondergaan door bewegingen in het prijsniveau van leveranciers, wettelijke procedures en aanpassingen in de voorgenomen bouwperiode. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen verkrijgingprijs en bijkomende kosten. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -47-
Afschrijving vindt plaats na ingebruikneming van de complexen. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Deze activa zijn gewaardeerd tegen aanschafwaarde, verminderde met afschrijvingen bepaald op basis van de verwachte economische levensduur, eventueel rekening houdend met een verwachte restwaarde. De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur: onroerend goed 40 jaar, verbouwingen 15 jaar, warmtepompen 25 en 15 jaar, inrichting 5 jaar, automatisering 3,5 en 10 jaar en vervoermiddelen 5 jaar. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie Het commercieel vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commercieel vastgoed. Het commercieel vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd op basis van actuele waarde. De actuele waarde (marktwaarde) wordt vastgesteld aan de hand van courante prijzen op een actieve markt voor soortgelijke onroerende zaken op dezelfde locatie en in dezelfde staat. Winsten of verliezen, ontstaan door een wijziging in de actuele waarde van het commercieel vastgoed, worden verantwoord in de winst- en verliesrekening over de periode waarin de wijziging zich voordoet, onder de categorie “Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille”. Daarnaast wordt ten laste van de resultaatbestemming een reserve inzake waardeverandering vastgoed gevormd. Deze reserve betreft het ongerealiseerde positieve verschil tussen de actuele waarde en de historische kostprijs. Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden die zijn gekwalificeerd als een financieringstransactie worden gewaardeerd op basis van actuele waarde. De actuele waarde wordt vastgesteld aan de hand van courante prijzen op een actieve markt voor gelijksoortige onroerende zaken op dezelfde locatie en in dezelfde staat. Winsten of verliezen ontstaan door een wijziging in de actuele waarde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden worden verantwoord in de winst- en verliesrekening over de periode waarin de wijziging zich voordoet, onder de categorie “Niet-gerealiseerde waardeveranderingen commercieel vastgoed v.o.v.”. Daarnaast wordt ten laste van de resultaatbestemming een herwaarderingsreserve gevormd. De herwaarderingsreserve betreft het ongerealiseerde positieve verschil tussen de actuele waarde en de historische kostprijs.
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -48-
Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen in groepsmaatschappijen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde, doch niet lager dan nihil. Deze nettovermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van Woonstichting Vryleve. Er wordt een voorziening deelnemingen getroffen indien sprake is van een negatieve nettovermogenswaarde van deelnemingen, waarbij de stichting zich aansprakelijk heeft gesteld voor de schulden van de deelneming respectievelijk zich stellig heeft voorgenomen de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen. Bij het bepalen van de omvang van deze voorziening wordt rekening gehouden met al op vorderingen op de deelneming in mindering gebrachte voorzieningen voor oninbaarheid. Latente belastingvorderingen Onder de financiële vaste activa zijn actieve belastinglatenties opgenomen, indien en voor zover het waarschijnlijk is dat realisatie van de belastingclaim te zijner tijd zal kunnen plaatsvinden. Deze actieve latenties zijn gewaardeerd tegen contante waarde waarbij discontering plaatsvindt tegen de nettorente en hebben overwegend een langlopend karakter. De nettorente bestaat uit de door Woonstichting Vryleve gemiddeld betaalde rente op de door haar aangetrokken leningen (4,3%) onder aftrek van belasting op basis van het effectieve belastingtarief. De actieve belastinglatentie heeft betrekking op tijdelijke verschillen tussen waardering in de jaarrekening en de fiscale waardering en op de aanwezige compensabele verliezen. Leningen u/g De verstrekte leningen (leningen u/g) worden bij eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen voor mogelijke oninbaarheid. Vlottende activa Voorraad onroerend goed De voorraden onroerend goed (onverkochte woningen en gronden ) worden gewaardeerd op vervaardigingprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. De vervaardigingprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De lagere opbrengstwaarde is de verwachte verkoopprijs onder aftrek van (nog te maken) direct toerekenbare verkoopkosten. Als gevolg van de huidige marktomstandigheden is een voorziening voor verliezen opgenomen. Overige voorraden De overige voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs onder aftrek van eventuele voorziening vanwege lagere netto-opbrengstwaarde danwel vanwege incourantheid van de voorraden. Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -49-
Vorderingen Debiteuren Gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van nodig geachte voorzieningen betreffende vermoedelijke oninbaarheid. De voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde. De voorziening is gevormd op basis geschatte individuele inbaarheid. Liquide middelen De liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien middelen niet ter vrije beschikking staan, dan wordt hiermee bij de waardering rekening gehouden. Langlopende schulden De langlopende leningen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde. De aflossingsverplichting voor het komend jaar is opgenomen onder de kortlopende schulden. Woonstichting Vryleve heeft in het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden een terugkoopverplichting die afhankelijk is van de waardeontwikkeling van de woningen. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd op basis van actuele waarde. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden, is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord. Kortlopende schulden De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde.
Grondslagen voor bepaling van het geconsolideerde resultaat Het resultaat wordt bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. Baten worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd. Lasten worden opgenomen in het jaar waarin zij gerealiseerd zijn, verliezen en verplichtingen als zij voorzienbaar zijn. Opbrengstverantwoording Opbrengsten uit de levering van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -50-
Opbrengsten uit de levering van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Bijzondere posten Bijzondere posten zijn baten of lasten die behoren tot de gewone bedrijfsuitoefening, maar op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter afzonderlijk worden toegelicht, teneinde een goed inzicht te geven in het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening van de stichting en vooral de ontwikkeling daarin. Bijzondere posten worden met het oog op de analyse en de vergelijkbaarheid van de resultaten zoveel als mogelijk naar aard en omvang afzonderlijk en ongesaldeerd toegelicht. Huren De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. Voor het verslagjaar 2014 bedroeg dit maximumpercentage 4%. Indien het inkomen van de huurder hoger is dan een door de overheid vastgestelde grens is een extra huurverhoging van maximaal 2% mogelijk. Vryleve maakt van deze mogelijkheid gebruik. De opbrengsten uit hoofde van huur voortvloeiend uit contracten waar Huurvast geldt worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van opeisbaarheid daar bij tussentijdse beëindiging van het huurcontract geen terugbetalingsverplichting geldt. Vergoedingen Vergoedingen betreffen overeengekomen bijdragen van huurders boven de “kale” huurprijs en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van levering van de goederen en diensten.
Netto resultaat woningverkopen De post Netto resultaat woningverkopen betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde. Opbrengsten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Mogelijke verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Bedrijfslasten Afschrijvingen op materiële vaste activa De afschrijvingen op materiële vaste activa (sociaal vastgoed in exploitatie evenals (on)roerende zaken ten dienste van de exploitatie) worden gebaseerd op de bedrijfswaarde respectievelijk de verkrijging- of vervaardigingprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur eventueel rekening houdend met een restwaarde.
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -51-
Lonen, salarissen en sociale lasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voor zover ze verschuldigd zijn ten behoeve van eigen werknemers. Pensioenen De pensioenregeling wordt gefinancierd door afdrachten aan de pensioenuitvoerder (SPW). De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd volgens de ‘verplichting aan de pensioenuitvoerder’ benadering. In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de winst-en-verliesrekening verantwoord. Aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst wordt beoordeeld of en zo ja welke verplichtingen naast de betaling van de jaarlijkse aan de pensioenuitvoerder verschuldigde premie op balansdatum bestaan. Deze additionele verplichtingen, waar onder eventuele verplichtingen uit herstelplannen van de pensioenuitvoerder, leiden tot lasten voor de stichting en worden in de balans opgenomen in een voorziening. Per eind december 2014 bedraagt de dekkingsgraad van het SPW 114%. De laatst gepubliceerde dekkingsgraad ten tijde van het opmaken van de jaarrekening bedraagt 115% (februari 2015). Lasten onderhoud Onder onderhoudslasten worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden.
Reparatieverzoeken en mutatie onderhoud worden onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, evenals de kosten van het materiaalverbruik. In de winst-en-verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten en pensioen. Overige bedrijfslasten Deze worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Commercieel vastgoed De post niet gerealiseerde waardeveranderingen commercieel vastgoed betreft waardeverhogingen voor zover deze niet betrekking hebben op de terugneming van eerder verantwoorde waardeveranderingen. Deze terugneming wordt via de regel overige waardeveranderingen materiële vaste activa onder de lasten verantwoord. Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden De post niet gerealiseerde waardeveranderingen onroerende zaken verkocht onder voorwaarden betreft waardeverhogingen voor zover deze niet betrekking hebben op de terugneming van eerder Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -52-
verantwoorde waardeveranderingen. Deze terugneming wordt via de regel overige waardeveranderingen materiële vaste activa onder de lasten verantwoord. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Activeren van rentelasten Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. Activering vindt alleen dan plaats als de verwachte toekomstige opbrengstwaarde hoger is dan de totaal berekende kostprijs. Belastingen Algemeen De stichting is belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting met ingang van 1 januari 2008. De geconsolideerde vennootschap is vanaf die datum belastingplichtig. Ten aanzien van de acute belastinglast en belastinglatentie in de jaarrekening heeft de stichting een aantal standpunten ingenomen die eerst bij de afwerking van de aangifte over de verslagjaren 2008 tot en met 2012 door de fiscus zullen worden getoetst. Ten tijde van het opmaken van de jaarrekening zijn de belasting aangiften over de jaren 2008 tot en met 2012 gecontroleerd door de belastingdienst. De correcties uit hoofde van de controle zijn in de fiscale positie van de jaarrekening 2014 verwerkt. Het enige punt waar nog geen overeenstemming over is bereikt betreft de waardering op de openingsbalans van de in 2008 en 2009 gesloopte woningen. Het bedrag wat maximaal niet ten laste van het resultaat gebracht mag worden bedraagt 1,9 miljoen euro. Het daarmee samenhangende geactiveerde belasting bedrag is 0,5 miljoen euro.
Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-enverliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -53-
Sinds 1 januari 2008 vallen de corporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Eind 2008 is er overeenstemming bereikt tussen Aedes en de belastingdienst betreffende de VSO 2. De VSO 1 is eenzijdig in 2008 door de belastingdienst opgezegd. Woonstichting Vryleve heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 1 en VSO 2 de fiscale positie ultimo 2014 en het fiscale resultaat 2014 bepaald. Omdat jurisprudentie betreffende de uitwerking van VSO 1 en VSO 2 voor corporaties nog ontbreekt, kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting over 2014 afwijken van de in de jaarrekening 2014 opgenomen berekening. De stichting vormt sinds 1 januari 2008 een fiscale eenheid voor de winstbelasting met alle in de consolidatie betrokken vennootschappen. Grondslagen voor de opstelling van het geconsolideerd kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het nettoresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (begrepen in het bedrijfsresultaat en verantwoord onder operationele activiteiten). De investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen onder aftrek van de onder overige schulden voorkomende verplichtingen.
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -54-
bedragen x € 1.000,-
17.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS VASTE ACTIVA 1. Materiele vaste activa
31-12-2014
Deze post is als volgt samengesteld: 1.1 Sociaal vastgoed in exploitatie 1.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 1.3 (On)roerende zaken ten dienste van de exploitatie Totaal
31-12-2013
115.440 5.914 1.638
115.047 6.387 1.659
122.992
123.093
Het verloop van deze posten in het boekjaar is als volgt: 1.1 Sociaal vastgoed in exploitatie
31-12-2014
Bedrijfswaarde per 1 januari Reclassificatie Bedrijfswaarde per 1 januari Mutaties in het boekjaar: Investeringen Desinvesteringen bestaand bezit Afschrijvingen Herwaarderingen Saldo mutaties Bedrijfswaarde per 31 december
31-12-2013
115.047 251 115.298
117.450 -207 117.243
899 -178 -3.364 2.785 142
750 -226 -3.206 486 -2.196
115.440
115.047
388 407 104 899
389 361 750
Investeringen Nieuwbouw (2014: 4, 2013: -) Aankoop bestaande bouw (2014: 3, 2013: 3) Naar voorraad Overige investeringen Totaal
de reclassificatie heeft betrekking op per saldo 1 woning welke in het verslag jaar overgegaan is van commercieel vastgoed in exploitatie naar sociaal en op de grond van de nieuwbouw woningen. Zekerheden Op dit moment is geen van deze activa als zekerheid gesteld voor de opgenomen geldleningen. De borgnemer kan echter doordat zij beschikt over een door de Stichting afgegeven volmacht op ieder moment dat zij dat noodzakelijk acht het recht van hypotheek vestigen op alle verhuurde panden of een deel daarvan. Complexindeling Bij de waardering van de materiële vaste activa wordt onderscheid gemaakt naar soorten activa. Het strategisch voorraadbeleid is in 2014 opnieuw vastgesteld. De gemiddelde levensduur van de woningen in exploitatie neemt per saldo toe van 30,1 naar 31,6 jaar. Deze toename ad 1,5 jaar is het gevolg van een toename uit hoofde van herziening van levensduren als gevolg van het herziene Strategisch voorraad beleid met 2,5 jaar en een autonome afname van de levensduur met 1 jaar. Verkoopbeleid De Stichting wil jaarlijks minimaal 4 woningen in exploitatie verkopen aan bestaande huurders en derden. Daarnaast is eenmalig een woon/winkelpand verkocht waarvan de juridische levering in 2015 zal plaats vinden. Deze verkoop is aanvullend opgenomen. Dit beleid is voor tien jaar in de bedrijfswaarde opgenomen. De woningen zijn gewaardeerd op een gemiddelde verkoopwaarde van 127.000 euro. Per 31 december 2014 zijn deze 54 woningen gewaardeerd op 5,8 mio euro. Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde van het totale bezit is per 31 december geactualiseerd met betrekking tot de parameters.
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 55 -
bedragen x € 1.000,-
Parameters De gehanteerde parameters voor de bepaling van de bedrijfs waarde zijn als volgt: -
Huurontwikkeling vanaf 2015 Huurdervingpercentage Variabele lastenstijging 2015 t/m 2019 Variabele lastenstijging 2020 e.v. Onderhoudkostenstijging 2015 t/m 2019 Onderhoudkostenstijging 2020 e.v. Disconteringsvoet Onderhoud woningen Variabele lasten per woning/appartement Verhuurdersheffing Zakelijke lasten Aantal te verkopen woningen per jaar ( periode 10 jaar) Minimale levensduur in jaren Moment van discontering
31-12-2014 2,00% 1,00% 2,00% 3,00% 2,00% 3,00% 5,25% € 900 € 1.088 € 594 € 263 5 15 medio
31-12-2013 2,00% 1,00% 2,00% 3,00% 3,00% 3,00% 5,25% € 961 € 1.147 € 743 € 222 5 15 medio
Verzekering De onroerende en roerende zaken in exploitatie en vastgoedbeleggingen zijn per 31 december 2014 verzekerd op basis van 'uitgebreide gevarenverzekering. De premie en dekking worden jaarlijks bepaald op basis van het aantal vhe's. Onderverzekering is uitgesloten. Actuele waarde De waarde van de woningen en woongebouwen en onroerende zaken niet zijnde woningen bedroeg volgens de aanslag onroerende zaakbelasting in 2014 € 181 mln ten opzichte van 2013 € 200 mln . (waardepeildatum 1 januari 2014)
1.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Boekwaarde per 1 januari : Reclassificatie
31-12-2014
31-12-2013
6.387 -201 6.186
5.805 616 6.421
256 -147 -381
8 -42
-272
-34
Boekwaarde per 31 december
5.914
6.387
Gronden Gebouwen, 2 eenheden
4.975 939 5.914
5.245 1.142 6.387
Mutaties in het boekjaar : Investeringen Desinvesteringen Ten laste voorziening onrendabele investeringen Afboeking onrendabele top
de reclassificatie betreft de tijdelijke huisvesting te Pannerden welke uit exploitatie in ontwikkeling is genomen. 1.3 (On)roerende en roerende zaken t.d.v. de exploitatie Saldo per 1 januari : Aanschaffingswaarde Cumulatieve afschrijvingen inclusief waardeverandering Boekwaarde per 1 januari Mutaties in het boekjaar: Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Afschrijvingen desinvesteringen Saldo
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 56 -
31-12-2014
31-12-2013
2.808
2.667
-1.149
-1.269
1.659
1.398
143 -2 -163 1
401 -260 -117 237
-21
261
bedragen x € 1.000,-
31-12-2014 Saldo per 31 december : Aanschaffingswaarde Cumulatieve afschrijvingen inclusief waardeverandering Boekwaarde per 31 december
31-12-2013
2.949
2.808
-1.311
-1.149
1.638
1.659
In deze activa zijn meerdere koude warmte opslag installaties begrepen welke een exploitatieopbrengst genereren. De totale boekwaarde per 31 december 2014 bedraagt 0.5 mio euro.
2. Vastgoedbeleggingen
31-12-2014
Deze post is als volgt samengesteld: 2.2 Commercieel vastgoed in exploitatie 2.1 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Totaal
2.1 Commercieel vastgoed in exploitatie
5.138 1.216
5.332 1.242
6.354
6.574
31-12-2014
Actuele waarde per 1 januari Reclassificatie
Mutaties in het boekjaar : Investeringen Mutatie actuele waarde 2014
Actuele waarde per 31 december
31-12-2013
31-12-2013
5.332 138 5.470
6.061 -409 5.652
270 -602
-320
-332
-320
5.138
5.332
De bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed in exploitatie berekend op basis van de uitgangspunten van het sociaal vastgoed in exploitatie bedraagt per 31 december 2014 € 6.695 (31 december 2013 € 6.471). De actuele waarde van het commercieel vastgoed in exploitatie is gebaseerd op de marktwaarde per balansdatum. Bij de bepaling van de actuele waarde is uitgegaan van een waardering op basis van een percentage van de WOZ waarde in verband met de waardebepaling in verhuurde staat. de reclassificatie betreft per saldo 1 woning welke is overgegaan naar het sociaal vastgoed en 1 dubbel appartement welke uit verkoop in commerciele verhuur is genomen. 2.2 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Stand per 1 januari Aankopen Overige waardeveranderingen en terugnemingen daarvan Stand per 31 december
31-12-2014
1.242 -26 1.216
31-12-2013
1.294 -52 1.242
Het betreft 11 woningen welke verkocht zijn voor 80% van de marktwaarde op het moment van verkoop. De koper is gerechtigd voor 60% in de waardeverandering van de gehele marktwaarde. In 2015 wordt naar verwachting 1 woning terug in exploitatie genomen. 3. Financiële vaste activa Deze post is als volgt samengesteld Belastinglatentie Lening u/g
31-12-2014
Totaal
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 57 -
31-12-2013
5.742 66
4.697 229
5.808
4.926
bedragen x € 1.000,-
3.1 Belastinglatentie -
31-12-2014
Belastinglatentie ten gunste van het resultaat
Saldo per 31 december
31-12-2013
4.697 1.045
3.483 1.214
5.742
4.697
In verband met een voorwaartse verliescompensatie is omdat het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn, rekening gehouden met een latente belastingvordering van 25 % van het verrekenbare fiscale verlies. De vordering is contant gemaakt tegen een rekenrente van 3,2% Het totaal verrekenbaar fiscaal verlies per 31 december 2014 bedraagt 7,1 mio euro. Als gevolg van verschillen tussen fiscale en commerciele waardering is er daarnaast nog 23,4 mio euro extra fiscaal aftrekbaar. De toename van de fiscale afschrijvingen is met name een gevolg van een herziening van de WOZ waarden. 3.2 Lening u/g -
31-12-2014
Stand per 1 januari Aflossing
Stand per 31 december
31-12-2013
229 -163
393 -164
66
229
VLOTTENDE ACTIVA 4 Voorraden
31-12-2014
Voorraad magazijn goederen Voorraad te verkopen grond Voorraad te verkopen woningen Ontwikkelingskosten
31-12-2013
59 639 392 -
74 639 1.053 45
1.090
1.811
Voorziening wegens lagere opbrengstwaarde
180
201
Saldo per 31 december
910
1.610
De gronden zijn voornamelijk gelegen in de wijk Vierkenshof te Lobith (2014: 3.206 m2 en 2013: 3.206 m2) De voorraad te verkopen woningen bevat 3 woningen en 1 bedrijfsobject in het project Vierkenshof en overig (2014: 5) 31-12-2014 31-12-2013 Het verloop van de voorziening wegens lagere opbrengstwaarde is als volgt: Stand per 1 januari
-
Afgeboekt ten laste van voorziening Ten laste van resultaat 2014
Stand per 31 december
5 Vorderingen
201
253
-38 17
-35 -17
180
201
31-12-2014
Debiteuren Belastingen Overige vorderingen Overlopende activa
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 58 -
31-12-2013
73 1 169 65
97 5 139 61
308
302
bedragen x € 1.000,-
Debiteuren
31-12-2014
31-12-2013
Huurdebiteuren Gemeente Overige debiteuren
110 2
131 1 38
Totaal
112
170
39
73
73
97
73
799
-101 67
-810 84
39
73
Voorziening wegens vermoedelijke oninbaarheid Saldo per 31 december Het verloop van de voorziening wegens vermoedelijke oninbaarheid is als volgt: Saldo per 1 januari -
Afboeking ten laste van voorziening Ten laste van resultaat
Saldo per 31 december
5.1 Huurdebiteuren
31-12-2014
Huurachterstand zittende huurders
110
5.2 Debiteuren Gemeente Rijnwaarden -
31-12-2014
Overig
Totaal
5.3 Overige debiteuren -
Totaal
5.4 Belastingen
Totaal 5.5 Overige vorderingen Overig Totaal
5.6 Overlopende activa -
-
1
Totaal
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 59 -
31-12-2013
2
38
2
38
31-12-2013
1 -
1 4
1
5
170 170
139 139
31-12-2014
Vooruitbetaalde kosten
31-12-2013 1
31-12-2014
Vennootschapsbelasting Omzetbelasting
131
-
31-12-2014
Overige vorderingen
31-12-2013
31-12-2013
65
61
65
61
bedragen x € 1.000,-
6 Liquide middelen 6.1 -
31-12-2014
Direct opvraagbaar: Kas Bankier
31-12-2013
282
2 208
282
210
6.2 uitgezette gelden Spaarrekening
1.200
1.160
Subtotaal
1.200
1.160
1.482
1.370
Subtotaal
Totaal
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 60 -
bedragen x € 1.000,-
VERMOGEN LANG 7. Aandeel van de rechtspersoon in het groepsvermogen Voor een toelichting op het aandeel van de rechtspersoon in het groepsvermogen wordt verwezen naar de toelichting op het eigen vermogen in de enkelvoudige jaarrekening. 8. Schulden op lange termijn 8.1 8.2 8.3 8.4
31-12-2014
Leningen kredietinstellingen Leningen overheid Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Overige schulden
Totaal 8.1 Leningen kredietinstellingen
31-12-2013
78.179 726
75.520 4.667
1.192 266
1.314 260
80.363
81.761
31-12-2014
31-12-2013
Saldo per 1 januari
75.520
72.894
Mutaties in het boekjaar Nieuwe leningen Aflossingsverplichting 2015/2014
4.000 -1.341
6.400 -3.774
2.659
2.626
78.179
75.520
Saldo mutaties Saldo per 31 december
De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen bedraagt ultimo 2014 circa 3,14 % (2013: 3,18 %). De leningen van de kredietinstellingen zijn voornamelijk "fixe" leningen. Het schuldrestant van de leningen met een looptijd korter of gelijk aan 5 jaar bedraagt € 27,7 mln. Voor een totaal bedrag van 79,5 mln aan leningen is borging van het WSW verkregen. 8.2 Leningen overheid
31-12-2014
Saldo per 1 januari
31-12-2013
4.667
5.254
Mutaties in het boekjaar Aflossingsverplichting 2015/2014
-3.941
-587
Saldo mutaties
-3.941
-587
726
4.667
Saldo per 31 december
De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen bedraagt ultimo 2014 circa 1,31% (2013 0,89%). Het schuldrestant van de leningen met een looptijd korter of gelijk aan 5 jaar bedraagt € 4,3 mln. 8.3 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Saldo per 1 januari
31-12-2014
31-12-2013
1.314
1.352
Mutaties in het boekjaar Resultaat 2012 Aankoop 2015
-19 -103
-38 -
Saldo mutaties
-122
-38
1.192
1.314
Saldo per 31 december Naar verwachting wordt in 2015 1 woning teruggekocht. De verplichting is daarom als kortlopend onder de overige schulden verwerkt. 8.4 Overige schulden -
31-12-2014
Waarborgsommen woningen en garages Rente waarborgsommen
Saldo per 31 december De waarborgsom per woning bedraagt € 200,00 en voor garages € 25,00. Over de uitstaande waarborgsommen is de afgelopen jaren rente gereserveerd. In 2014 bedroeg dit perc. 1,5%.
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 61 -
31-12-2013
238 28
230 30
266
260
bedragen x € 1.000,-
9. Kortlopende schulden
31-12-2014
9.1 Schulden aan leveranciers 9.2 Schulden aan kredietinstellingen 9.3 Belastingen en premies sociale volksverzekeringen 9.4 Overige schulden 9.5 Overlopende passiva Totaal
9.2 Schulden aan kredietinstellingen -
221 8.140 113 134 1.494
401 7.663 73 47 1.741
10.102
9.925
31-12-2014
BNG aflossingsverplichting leningen o/g
Totaal
31-12-2013
31-12-2013
2.858 5.282
3.302 4.361
8.140
7.663
Het rekening courant krediet van BNG is in 2015 verlengd voor een periode van drie jaar. Als zekerheid voor voornoemd krediet is voor 10,8 mio hypotheek gevestigd op de voorraad te verkopen woningen en gronden Per 31 december is 2,9 miljoen nog verschuldigd en aflossing vindt plaats middels verkopen en ontvangen huren van panden waarop hypotheek is gevestigd. Nieuwe opnamen zijn niet mogelijk. Daarnaast zijn er rekening courant kredieten door de Rabobank en BNG verstrekt met ieder een maximum van 0,50 mio euro. Voor deze kredieten zijn geen zekerheden afgegeven.
9.3 Belastingen en premies sociale volksverzekeringen -
Loonheffing Omzetbelasting Pensioenpremie
Totaal 9.4 Overige schulden -
grond onroerend goed onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Overige
9.5 Overlopende passiva
53 20
113
73
Totaal
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 62 -
31-12-2013
103 31
7 40
134
47
31-12-2014
Rente Vooruitontvangen huren Overige
31-12-2013
55 38 20
31-12-2014
Totaal
-
31-12-2014
31-12-2013
1.312 71 111
1.337 120 284
1.494
1.741
bedragen x € 1.000,-
Niet in de balans opgenomen verplichtingen. Obligo's. Obligo aan het WSW uit hoofde van een door het WSW geborgde lening, die opeisbaar wordt indien blijkt dat het aan het WSW betaalde disagio en de achtergestelde lening bij elkaar niet voldoende zijn om de aanspraken op het WSW te dekken. Het WSW verwacht conform de actuele meerjaren liquiditeitsprognose voor de komende 5 jaar geen beroep te doen op deze obligo verplichting. De hoogte van deze verplichting per balansdatum bedraagt 3,0 mio euro. Aangegane verplichtingen.
Er zijn rentederivaten afgesloten om de rentepositie op langere termijn vast te leggen. Per 31 december 2014 bezit de stichting IRS renteswaps met een nominale waarde van 22,2 mio euro en een negatieve reele waarde van 10,0 mio euro. Van deze swaps heeft 5,2 mio een looptijd van korter dan vijf jaar en 17 mio een looptijd tot 2035. Deze swap kan door de Stichting dagelijks en door de bank in 2023 worden opgezegd. Bij opzegging moet de Stichting de marktwaarde als deze negatief is voldoen. Ter dekking van deze Swap positie is er door de bank een margin faciliteit ter beschikking gesteld. De corporatie wordt in haar bedrijfsvoering geconfronteerd met diverse regeringsmaatregelen voor de gereguleerde huursector. Deze maatregelen betreffen onder meer de Wet verhuurderheffing en een verruiming van het huurbeleid. Daarnaast wordt de sector geconfronteerd met een door het CFV opgelegde extra heffing voor saneringssteun. De voorgenomen verhuurdersheffing en daarmee samenhangende huurverhogingen naar de kennis van heden is in de bedrijfswaardeberekening opgenomen. Het aandeel in de saneringssteun bedraagt voor 2014 0,3 mio euro. Voor de jaren 2015 tot en met 2018 houden wij rekening met een totale saneringssteun heffing van 0,4 mio euro. Vryleve vormt voor de vennootschapsbelasting sinds 1 januari 2008 een fiscale eenheid voor de winstbelasting met allen in de consolidatie betrokken vennootschappen.
Vryleve kan de verwachte heffingen voldoen. Zij kan daarbij aan de in de sector geldende financiele ratio's blijven voldoen zonder ingrijpende aanpassingen in de bedrijfsvoering te moeten doen. Vryleve zal gebruik maken van de mogelijkheden die de verruiming van het huurbeleid biedt. Er is in de jaarrekening 2014 geen verplichting gevormd voor jubileumuitkeringen omdat de omvang van de verplichting niet materieel is. Er is geen voorziening in de balans opgenomen betreffende het loopbaanontwikkelingsbudget per medewerker waarop iedere medewerker recht heeft conform de vigerende cao omdat de omvang van de verplichting niet materieel is.
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 63 -
bedragen x € 1.000,-
17.6 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING 1. BEDRIJFSOPBRENGSTEN 1.1 1.2 1.3 1.4
2014
Huren Huuropbrengsten Opbrengsten servicecontracten Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Overige bedrijfsopbrengsten
Totaal
1.1 Huuropbrengsten
9.746 273 199 31
9.332 301 222 6
10.249
9.861
2014
Netto huur: - woningen en woongebouwen - Onroerende goederen niet zijnde woningen Af: Huurderving - wegens leegstand Huurkosten tijdelijke huisvesting Totaal
2013
2013
9.724 117 9.841
9.399 108 9.507
95 -
175 -
9.746
9.332
Totaal jaarhuur 2014 Totaal jaarhuur 2013 Toename
9.841 9.507 334
Deze toename is als volgt te verklaren De "netto huur" is t.o.v. het vorig boekjaar gewijzigd als gevolg van : a. de huurverhogingen per 1 juli 2014 en 2013 b. huurverhogingen als gevolg van aangebrachte voorzieningen in 2014 het toepassen van huurharmonisatie bij mutatiewoningen c. aankopen en nieuwbouw in 2014 d. mutaties van 2013 die in 2014 voor het gehele jaar zijn opgenomen e. huur promenadeplan geheel in 2014 f. verkopen in 2014 g. tijdelijke huisvesting pannerden en marechausseekazerne uit verhuur
364 6 12 39 30 -6 -111 334
1.2 Opbrengsten servicecontracten Ontvangen vergoedingen voor leveringen en diensten
2014
2013
273
301
De post vergoedingen betreft bedragen die huurders boven de "kale" huurprijs betalen voor leveringen en diensten. 1.3 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille
-
Opbrengsten Verkoop woningen bestaand (2014: 3, 2013: 4) Verkoop gronden Verkoop woningen nieuw (2014: 2, 2013: 2)
Totaal
-
Kostprijs Woningen bestaand Gronden Woningen nieuw Verkoopkosten
Netto resultaat (per saldo)
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 64 -
2014
2013
397 147 402
488 388
946
876
178 147 383 39
226 377 51
747
654
199
222
bedragen x € 1.000,-
1.4 Overige netto bedrijfsopbrengsten
-
Opbrengsten Contractkosten Keukens Warmtepompen
Totaal
-
Kostprijs Keukens Warmtepompen
Netto resultaat
2014
2013
8 11 204
7 25 196
223
228
192 192
20 202 222
31
6
2. BEDRIJFSLASTEN 2.1 Afschrijving materiele vaste activa en vastgoedportefeuille -
Afschrijving sociaal vastgoed in exploitatie Afschrijving (on)roerende zaken t.d.v. de exploitatie
Totaal
2.2 Overige waardeveranderingen van materiele vaste activa en vastgoedportefeuille
2014
2013
3.364 163
3.206 117
3.527
3.323
2014
2013
490
193
490
193
490 490
193 193
Personeelskosten
2014
2013
2.3 Lonen en salarissen Zwangerschapsuitkeringen en ziekengeld Doorberekende personeelskosten
970 -264 706 154 171
966 -7 -221 738 139 171
1.031
1.048
-
Bijzondere waardeveranderingen
Totaal Bijzondere waardeveranderingen Afboeking onrendabele investeringen geplande nieuwbouwprojecten
2.4 Sociale lasten 2.5 Pensioenpremies Totaal 2.3 Lonen en salarissen -
Bruto salarissen Overige personeelskosten
2.4 Sociale lasten -
Sociale lasten
2.5 Pensioenlasten -
Pensioenlasten
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 65 -
2014
2013
925 45 970
928 38 966
2014
2013
154
139
2014
2013
171
171
bedragen x € 1.000,-
Personele bezetting Dit boekjaar bestond de totale formatie uit 16,9 fte. (2013 17,2 fte)
2014
2013
Algemeen en verkoop Wonen Vastgoed Financieen Faciliteiten
2,6 2,9 6,9 3,3 1,2 16,9
2,6 2,9 7,0 3,4 1,3 17,2
2.6 Lasten onderhoud
2014
2013
De formatie is als volgt te specificeren
-
Onderhoudslasten
Totaal
1.239
2.304
1.239
2.304
2014 -
Reparatieverzoeken Mutatie onderhoud Planmatig onderhoud Servicefonds Totaal onderhoudskosten
325 218 623 73 1.239
2.7 Leefbaarheid -
2014
Leefbaarheid
24 24
2.8 Lasten servicecontracten -
Servicekosten
2.9 Overige bedrijfslasten -
Beheerkosten Heffingen Overige bedrijfslasten
-
Beheerkosten: Algemene beheers- en administratiekosten Automatiseringskosten Communicatie en Pr Bestuurs- en toezichtkosten Huisvestingskosten
-
Heffingen: Gemeentelijke belastingen Saneringssteun Verhuurderheffing Verzekeringen
-
Overige bedrijfslasten: Dotatie dubieuze debiteuren
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 66 -
2013 355 256 1.619 74 2.304 2013 57 57
2014
2013
309 309
332 332
2014
2013
564 1.275 67 1.906
505 681 84 1.270
249 118 86 47 64 564
194 101 70 43 97 505
326 290 643 16 1.275
314 324 27 16 681
67 67
84 84
bedragen x € 1.000,-
3. Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille -
Waardeveranderingen commercieel vastgoed in exploitatie Waardeveranderingen onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
2014
2013
-602
-320
-26 -628
-52 -372
4. FINANCIELE BATEN EN LASTEN 4.1 Waardeveranderingen van financiele vaste activa, van effecten en van verplichtingen 2014 -
Waardeverandering verplichting onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Totaal
2013
19
38
19
38
4.2 Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 2014 -
Rente op liquide middelen en deposito's Vorderingen
Totaal
2013
9 6
16 9
15
25
4.3 Rentelasten en soortgelijke kosten 2014
2013
Lasten -
Rente leningen onder overheidsgarantie Rente waarborgsommen Borgstellingsprovisie Rente rekening courant banken
Totaal
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 67 -
3.698 1 22 37
3.733 4 21 40
3.758
3.798
bedragen x € 1.000,-
5.1 Belastingen
2014
Vennootschapsbelasting 25% van 789.000 Vennootschapsbelasting voorgaande jaren Vennootschapsbelasting fiscale afschrijvingen ten laste van latentie 25% van 891
-197 -
-1 -3
-222 -419 1.464
-193 -197 1.408
1.045
1.211
Vennootschapsbelasting ten gunste van latentie Per saldo ten gunste van het resultaat
Berekening belastbaar bedrag
2014
Commercieel resultaat Vennootschapsbelasting Resultaat voor belastingen BIJ: Commerciele afschrijving Saneringsheffing Waardeveranderingen AF: Investeringsaftrek Fiscale afschrijving onderhanden werk dotatie herinvesteringsreserve Fiscaal hogere onderhoudslasten Fiscaal hogere kostprijs nieuwbouw Fiscale afschrijvingen Fiscaal lagere boekwinst
Fiscaal resultaat
-1.562
1.045
1.211
-2.629
-2.773
3.364 290 1.066 4.720
3.206 324 527 4.057
14 34 23 93 57 891 193 1.305
771 211 1.276
786
8
3
-3 5
789
OVERIGE INFORMATIE Bestuurder en Raad van Commissarissen. De last ter zake van de bezoldiging en pensioenen van de Bestuurders bedraagt: euro 141.888 Per 1 januari 2013 is de Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in werking getreden. Hiermee is de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) komen te vervallen. Binnen de Stichting vallen onderstaande personen onder de WNT Naam Beloning Belastbare waarde vaste en variabele onkostenvergoedingen Functie Duur en omvang van het dienstverband in het boekjaar
D Hoogland 119.441 22.447 Directeur 1 FTE, gehele jaar
De maximale beloning uit hoofde van de wet WNT voor de bestuurder bedraagt € 103.900 per jaar. Ingevolge de wet WNT geldt voor de bestuurder van Vryleve een overgangsregeling welke bezoldiging boven het maximum toestaat. De maximale beloning voor de voorzitter van de raad van toezicht bedraagt € 12.000 per jaar en per lid is er een maximum van € 8.000 per jaar. De last ter zake van de bezoldiging van de Raad van Commissarissen bedraagt in 2014: euro 38.000 Het honorarium van de accountant in het verslagjaar is: Wettelijke controle Bijzondere verantwoordingen Controle omtrent naleving wet- en regelgeving Overige dienstverlening
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 68 -
2013
-1.584
BIJ/AF: afschrijvingen activa tdv exploitatie Belastbaar bedrag 2014/2013
2013
29 7 3 1 40
46 248
bedragen x € 1.000,-
17.7 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 december 2014
ACTIVA
VASTE ACTIVA 1. Materiële vaste activa Sociaal vastgoed in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie (On)roerende zaken t.d.v. de exploitatie
31-12-2014
31-12-2013
PASSIVA
31-12-2014
31-12-2013
€
€
VERMOGEN LANG
€
€
57.354 -8.381 -1.584
54.159 -6.408 -1.562
47.389
46.189
358
311
78.179 726
75.520 4.667
1.192 266
1.313 260
80.363
81.760
128.110
128.260
10.069
9.900
10.069
9.900
138.179
138.160
115.440 5.914
115.047 6.387
1.092
1.095
122.446
122.529
5.138 1.216
5.332 1.242
Totaal vastgoedbeleggingen
6.354
6.574
Financiële vaste activa
5.808
4.926
Totaal materiële vaste activa Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Totaal vaste activa
3. Eigen vermogen Reserve inzake herwaardering vastgoed Overige reserve Resultaat boekjaar
Totaal eigen vermogen 4. Voorzieningen
134.608
5. Langlopende schulden Leningen kredietinstellingen Leningen overheid Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Overige schulden
134.029 Totaal langlopende schulden
VLOTTENDE ACTIVA Totaal vermogen lang Voorraden 2. Vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa
BALANSTOTAAL
910
1.610
1.188
1.151
1.473
1.370
3.571
4.131
138.179
138.160
VLOTTENDE PASSIVA 6. Kortlopende schulden
Totaal vlottende passiva
BALANSTOTAAL
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 69 -
bedragen x € 1.000,-
17.8 ENKELVOUDIGE WINST - EN VERLIESREKENING OVER 2014
Aandeel in resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen Overige baten en lasten na belastingen
Resultaat na belastingen
2014
2013
€
€
-46
-62
-1.538
-1.500
-1.584
-1.562
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 70 -
17.9 Waarderingsgrondslagen enkelvoudige jaarrekening Algemeen Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat verwijzen wij naar paragraaf 17.4 “Waarderingsgrondslagen van de geconsolideerde jaarrekening”. Financiële vaste activa Deelnemingen De deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde, doch niet lager dan nihil.
Voorziening deelnemingen De voorziening deelnemingen betreft de negatieve nettovermogenswaarde van deelnemingen indien de corporatie zich aansprakelijk heeft gesteld voor de schulden van de deelneming respectievelijk zich stellig heeft voorgenomen de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen.
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015
-71-
bedragen x € 1.000,-
17.10 Toelichting op de balans per 31 december 2014 en de winst- en verliesrekening over 2014 De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling voor de vennootschappelijke en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk. Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde in overeenstemming met paragraaf 17.3 in de geconsolideerde jaarrekening. Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt verwezen naar de in paragraaf 17.3 opgenomen toelichting op de geconsolideerde balans en winst/ en verliesrekening. De stichting maakt derhalve gebruik van de vrijstelling op basis van art 2:402 BW. 1. Materiele vaste activa De mutaties in de materiele vaste activa zijn in de navolgende schema´s samengevat Sociaal vastgoed in exploitatie Woningen Niet zijnde woningen Bedrijfswaarde per 1 januari 2014 Reclassificaties Mutaties Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Herwaarderingen Totaal mutaties Bedrijfswaarde 31 december 2014
115.047 251
0
115.047 251
899 -178 -3.364 2.785 393
0 0
899 -178 -3.364 2.785 393
115.440
0
115.440
Onroerende zaken in t.d.v. de ontwikkeling exploitatie Stand per 1 januari 2014 Reclassificatie
Totaal
Totaal
6.387 -201
1.095
7.482 -201
Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Afschrijving desinvesteringen Afboeking onrendabele top Totaal mutaties
256 -147 0
124 -2 -126 1
-381 -473
-3
380 -149 -126 1 -381 -476
Stand per 31 december 2014
5.914
1.092
7.006
Commercieel vastgoed in exploitatie Woningen Niet zijnde Totaal woningen Actuele waarde per 1 januari 2014 Mutaties Investeringen Desinvesteringen Van sociaal vastgoed in exploitatie Mutatie actuele waarde 2014 Totaal mutaties Actuele waarde per 31 december 2014
4.253
1.079
5.332
138 -667 -259
0 65 65
270 0 138 -602 -194
3.994
1.144
5.138
270
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Woningen Niet zijnde Totaal woningen
Stand per 1 januari 2014 In exploitatie 2014 Waardemutatie 2014 Stand per 31 december 2014
1.242 0 -26 1.216
2. Vorderingen
0
31-12-2014
Debiteuren Vorderingen op groepsmaatschappijen Belastingen Overige vorderingen Overlopende activa
68 884 1 169 66 1.188
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 72 -
1.242 0 -26 1.216
31-12-2013 97 849 5 139 61 1.151
bedragen x € 1.000,-
Vorderingen op groepsmaatschappijen Het betreft vorderingen op 100% deelnemingen. Over de vorderingen is 2,6% rente verrekend. 3. Eigen vermogen 31-12-2014
Overige reserve Reserve inzake waardeverandering vastgoed Resultaat boekjaar Totaal
-8.381 57.354 -1.584 47.389
Overige reserve
31-12-2014
Saldo per 1 januari schattingswijziging Aangepast saldo per 1 januari gerealiseerde herwaardering sociaal vastgoed vermindering als gevolg van resultaat boekjaar Saldo per 31 december
Reserve inzake waardeverandering vastgoed
-6.408 54.159 -1.562 46.189
31-12-2013
-6.408 1.216 -5.192 -1.627 -1.562
30.694 -37.865 -7.171 1.935 -1172
-8.381
-6.408
31-12-2014
Saldo per 1 januari schattingswijziging Aangepast saldo per 1 januari Mutatie Saldo per 31 december
31-12-2013
31-12-2013
54.159 -1.216 52.943 4.411
17.601 37.865 55.466 -1.307
57.354
54.159
4. Voorzieningen De voorziening deelneming heeft betrekking op het aandeel van de stichting in de negatieve nettovermogenswaarde van Woonservice Rijnwaarden B.V. te Lobith aangezien door de Stichting een aansprakelijkheidsstelling is afgegeven ten behoeve van voornoemde vennootschap. 31-12-2014 Het verloop in het verslagjaar is als volgt: Overige reserve Aandeel in het negatieve resultaat 2014 Totaal
31-12-2013
311 47 358
249 62 311
5. Langlopende schulden looptijd korter dan vijf jaar
looptijd langer dan vijf jaar
2013 Rentevoet
Totaal
Leningen overheid en kredietinstellingen per 31-12-13
22.877
57.310
80.187
Leningen korter dan vijf jaar
10.108
-10.108
-
-
4.000
4.000
1,3%
-5.282 27.703
51.202
-5.282 78.905
1,3% 3,2%
266
1.192 266
1,5%
51.468
80.363
Nieuwe leningen 2014 Aflossingsverplichting 2015
Verplichting uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Overige schulden Totaal per 31 december 2014
1.192
28.895
6. Kortlopende schulden
31-12-2014
Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Overlopende passiva
8.140 205 117 134 1.473 10.069
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 73 -
3,6%
31-12-2013 7.663 387 73 47 1.730 9.900
bedragen x € 1.000,-
Resultaat deelnemingen
2014
Het betreft het 100% aandeel in het resultaat 2014 van Woonservice Rijnwaarden B.V.
2013
-62
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Voor de niet uit de balans blijkende verplichtingen verwijzen wij U naar de toelichting op de geconsolideerde balans. De stichting heeft een hoofdelijke aansprakelijkheidsverklaring afgegeven jegens haar dochter in verband met de fiscale eenheid van de vennootschapsbelasting. Daarnaast staat zij borg jegens de dochter ten opzichte van derden.
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 74 -
-62
Het bestuur en de raad van commissarissen van Woonstichting Vryleve verklaart hierbij dat alle middelen in het boekjaar 2014 zijn besteed in het belang van de volkshuisvesting.
Lobith, 22 juni 2015
Bestuur D. Hoogland, directeur/bestuurder __________________________
Raad van Commissarissen De heer, Mr. R.H. van de Beeten voorzitter ___________________________
Mevrouw N. Arends, lid
___________________________
De heer drs. W. van Brandenburg ___________________________
De heer ir. M.W. van Daal ___________________________
De heer T. Hermsen ___________________________
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 -75-
17.11 Overige gegevens
1. Resultaatbestemming Wij stellen voor om het netto resultaat 2014 in mindering te brengen op de algemene reserve van de stichting.
2. Gebeurtenissen na balansdatum Na de balansdatum hebben geen gebeurtenissen plaatsgevonden die vermeld moeten worden.
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 76 -
17.12 Controleverklaring
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 77 -
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 78 -
Bijlagen; kengetallen op basis van de geconsolideerde cijfers
Boekjaar van 01-01 t/m 31-12 Gegevens woningbezit Woningen en woongebouwen
2014
2012
2011
2010
2009
1.428 31 1.459 2 3 82 1.546
1.423 30 1.453 2 3 77 1.535
1.422 33 1.455 2 5 70 1.532
1.412 27 1.439 2 3 69 1.513
1.412 24 1.436 2 2 61 1.501
1.443 1.443 2 2 64 1.511
5 4 3 5
3 5 5
30 6 7 -
10 2 6 6
5 4 15 4
114 3 11 -7 7
Het verhuren van woningen Mutatiegraad bestaande woningen Acceptatiegraad bestaande woningen Aantal mutaties bestaand bezit Huurachterstand in % v/d jaarhuur Huurderving in % v/d jaarhuur Gemiddelde nettohuurprijs per maand Nettohuurverhoging per 1 juli
10,3 43,8 151 1,1 1,0 541 4,0
9,0 33,3 131 1,4 1,8 519 4,0
9,7 31,7 138 0,8 1,0 499 2,3
9,3 43,1 135 1,6 0,9 481 1,3
8,6 47,2 123 1,7 1,4 473 1,2
9,6 47,2 129,0 1,1 1,4 461 2,5
Kwaliteit (per woning) Aantal reparatieverzoeken Kosten niet planmatig onderhoud Kosten planmatig onderhoud Totaalkosten onderhoud
1,10 422 427 849
1,54 471 1.113 1.585
1,50 463 793 1.256
1,70 636 703 1.339
1,30 837 659 1.496
1,29 881 472 1.353
33,5 628 57.989 80.877 2.614 3,2% 1,3
33,5 1.380 53.018 77.761 2.677 3,4% 1,3
36,5 90 55.097 80.033 -17 0,0% 0,8
30,0 -15 55.451 78.256 2.731 3,5% -3,6
23,9 133 44.326 71.824 1.821 2,5% -
-
Totaal woningen Overige Vhe's
* Sociaal * Commercieel
2013
* Winkels * Bedrijfspanden * Garages
Totaal vhe's Veranderingen Vhe bezit: Aantal opgeleverd/in exploitatie genomen Aantal aangekocht Aantal verkocht Garages niet apart verhuurd Aantal gesloopt en overig
Financiële continuïteit Solvabiliteit * Cash-flow per VHE Schuld per verhuureenheid Bedrijfswaarde per VHE Rentelasten per VHE Rentelasten per VHE in % Rente dekkingsgraad
34,4 1.235 57.505 80.840 2.576 3,2% 1,4
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 79 -
Jaarrekening 2014, 1 juni 2015 - 80 -