Brussel, 6 februari 2004
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider Sector Beschutte en sociale werkplaatsen
In samenwerking met het Vlaams Instituut voor Vorming en Opleiding in de social profit (VIVO)
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider Sector Beschutte en sociale werkplaatsen
De infobank over beroepenstructuren en beroepsprofielen kan worden geraadpleegd op de SERV-website : www.serv.be, via de link beroepsprofielen. Het copyright over de SERV-beroepsprofielen hoort toe aan de SERV. Gebruik van gegevens en tekst is toegestaan mits een correcte bronvermelding.
WD/2004/4665/1 SERV l Wetstraat 34-36 l 1040 Brussel l Tel: 02.20.90.111 l Fax: 02.21.77.008 l
[email protected] l www.serv.be
2
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Inhoud Inhoud ................................................................................................................................. 3 Inleiding .............................................................................................................................. 5 1. 1.1. 1.1.1 1.1.2 1.2. 1.2.1 1.2.2 1.3. 1.4.
Afbakening en omschrijving..................................................................................... 6 Domein....................................................................................................................... 6 Beschutte werkplaatsen......................................................................................... 7 Sociale werkplaatsen........................................................................................... 10 Afbakening ............................................................................................................... 13 Monitor versus begeleider.................................................................................... 13 Situering van de monitor/begeleider ..................................................................... 17 Beroepsinhoud ......................................................................................................... 21 Doorgroeimogelijkheden ........................................................................................... 29
2. 2.1. 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.1.7 2.1.8 2.1.9 2.2. 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3.
Taken en Competenties .......................................................................................... 30 Uitvoerende taken..................................................................................................... 32 Voorbereiden van de opdrachten ......................................................................... 32 Leiding geven aan de ploeg doelgroepwerknemers .............................................. 33 Begeleiden van de doelgroepwerknemers ............................................................ 33 Instaan voor het productieproces ......................................................................... 38 Onderhouden, instellen en herstellen van materieel.............................................. 41 Instaan voor orde en netheid op de werkplaats..................................................... 42 Werkadministratie doen ....................................................................................... 42 Intern communiceren ........................................................................................... 42 Opbouwen van de eigen deskundigheid ............................................................... 43 Ondersteunende taken.............................................................................................. 44 Kwaliteitszorg ...................................................................................................... 44 Milieu .................................................................................................................. 44 Bevorderen van het welzijn op het werk ............................................................... 45 Beginnende beroepsbeoefenaar................................................................................ 46
3. 3.1. 3.2. 3.3.
Competenties.......................................................................................................... 46 Algemene beroepskennis.......................................................................................... 46 Sleutelvaardigheden ................................................................................................. 51 Specifieke vereisten.................................................................................................. 53
4.
Bijzondere arbeidsomstandigheden....................................................................... 53
5.
Arbeidsorganisatie ................................................................................................. 54
3
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
6.
Knelpunten.............................................................................................................. 55
7. 7.1. 7.2. 7.3.
Toekomstige evoluties............................................................................................ 56 Algemeen ................................................................................................................. 56 Taken....................................................................................................................... 58 Competenties ........................................................................................................... 59
8.
Beroepsfiche........................................................................................................... 61
Lijst van organisaties en bedrijven die deel uitmaakten van de conferenties ‘Monitor/Begeleider’.......................................................................................................... 64 Bronnen – Literatuurlijst................................................................................................... 65
4
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Inleiding
In dit profiel wordt het beroep monitor/begeleider beschutte en sociale werkplaatsen beschreven. Hieronder geven we een kort overzicht van wat in dit beroepsprofiel staat. In een eerste hoofdstuk beschrijven we het domein waarop de monitor/begeleider actief is, namelijk de beschutte en sociale werkplaatsen. Verder bakenen we af wat we in het kader van deze studie wel en niet zullen verstaan onder het beroep monitor/begeleider. Eveneens wordt een toelichting gegeven over het waarom hiervan. We sluiten het hoofdstuk af met het weergeven van de inhoud van het beroep aan de hand van de voornaamste taakgebieden van de monitor/begeleider, een definitie van het beroep en de mogelijkheden die er zijn om door te groeien. In hoofdstuk twee zit de kern van het beroepsprofiel vervat. Er wordt een takenanalyse uitgevoerd, daartoe worden de verschillende taakgebieden in tabellen opgenomen. We sommen de verschillende activiteiten op die onder de omschreven taakgebieden ressorteren. Doelstelling is het opsporen van de competenties die vereist zijn voor het goed functioneren van de monitor/begeleider. We wensen er de aandacht op te vestigen dat dit beroepsprofiel slaat op de doorsnee beroepsuitoefening. Belangrijk hierbij te vermelden is dat bij het opstellen van het beroepsprofiel centraal staat wat de monitor/begeleider in zijn dagdagelijkse realiteit doet en niet wat hij zou moeten doen gezien de ontwikkelingen in de sector. De ontwikkelingen of trends vindt u in een apart punt terug. In de takentabellen wordt tevens aangeduid welke taken een beginnende beroepsbeoefenaar uitvoert en over welke competenties hij moet beschikken na het volgen van een initiële opleiding. Hoofdstuk drie geeft een overzicht van de competenties die vereist zijn voor het beroep van monitor/begeleider. Allereerst wordt een samenvatting gegeven van de beroepskennis die reeds in de takentabellen tot uiting kwam én de kennis die gedurende de volledige beroepsuitoefening vereist is maar niet aan één specifieke taak te linken is. Daarna geven we de voornaamste sleutelvaardigheden (combinatie van beroepshoudingen en vaardigheden) weer. In de daaropvolgende hoofdstukken schetsen we de context waarin de monitor/begeleider werkt. Een vierde hoofdstuk gaat in op de arbeidsomstandigheden die eigen zijn aan het beroep van de monitor/begeleider. De arbeidsorganisatie waarmee hij te maken krijgt bespreken we in hoofdstuk 5.
5
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Hoofdstuk 6 behandelt de knelpunten die voor de beroepsbeoefenaar werden aangetroffen in het werkveld. Tenslotte geven we aan wat tijdens de interviews en op de conferenties is aangegeven als zijnde belangrijke evoluties in het beroep van monitor/begeleider. “In verband met de leesbaarheid van de tekst is er voor gekozen om de mannelijke vorm te gebruiken. Waar hij of hem staat wordt uiteraard ook zij of haar bedoeld.”
1 . Afbak en ing en o ms ch rijv in g 1.1. Domein1 In dit document wordt het beroepsprofiel beschreven van de monitor/begeleider die werkt in beschutte en sociale werkplaatsen. In deze eerste paragraaf willen wij dan ook een overzicht geven van de plaats en de betekenis van beschutte en sociale werkplaatsen in de ruimere maatschappelijke context. Beschutte en sociale werkplaatsen zijn belangrijke actoren in de uitbouw van een meerwaardeneconomie/sociale economie in Vlaanderen en behoren tot de social-profitsector. Onder sociale economie verstaat men ‘de verscheidenheid van bedrijven en initiatieven die in hun doelstellingen de realisatie van bepaalde maatschappelijke meerwaarden voorop stellen en hierbij de volgende basisprincipes respecteren: voorrang van arbeid op kapitaal, democratische besluitvorming, maatschappelijke inbedding, transparantie, kwaliteit en duurzaamheid. Bijzondere aandacht gaat ook naar de kwaliteit van de interne en externe relaties. Zij brengen goederen en diensten op de markt en zetten daarbij hun middelen economisch efficiënt in met de bedoeling, continuïteit en rentabiliteit te verzekeren” (www.vosec.be). De beschutte en sociale werkplaatsen hebben meestal de juridische vorm van een Vereniging Zonder Winstoogmerk.
1
Deze domeinbeschrijving werd overgenomen uit SERV, 2003, Beroepenstructuur beschutte en sociale werkplaatsen.
6
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
1.1.1
Beschutte werkplaatsen
1.1.1.1
Een omschrijving
Eenvoudig gezegd zijn beschutte werkplaatsen bedrijven die als voornaamste doelstelling hebben personen met een handicap tewerk te stellen (www.vlab.be). Momenteel zijn er 68 beschutte werkplaatsen actief binnen de Vlaamse Gemeenschap. Zij stellen samen ongeveer 14.500 werknemers te werk, hetzij 64% van het totaal van tewerkgestelde personen met een handicap in beschutte werkplaatsen in België. Alle Vlaamse beschutte werkplaatsen dienen hun erkenning te bekomen bij het in 1990 opgerichte Vlaams Fonds voor de integratie van personen met een handicap. De reglementering van dit Fonds is van toepassing op alle personen met een handicap onder de 65 jaar die aan bepaalde verblijfsvoorwaarden voldoen en valt onder de bevoegdheid van de Gemeenschapsminister voor welzijn. In het decreet houdende oprichting van het Vlaams Fonds wordt bepaald wie in een beschutte werkplaats terecht kan (B.S. 8.VIII.1990, decreet van 27 juni 1990). Het artikel stelt dat: “…personen met een handicap, die wegens de aard of ernst van hun handicap onder de gewone arbeidsvoorwaarden voorlopig of definitief geen beroepsactiviteiten kunnen uitoefenen, hetzij voltijds, hetzij deeltijds in een beschutte werkplaats tewerkgesteld worden”.
Onder handicap wordt verstaan: “Elke langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie van een persoon ten gevolge van een aantasting van de mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke mogelijkheden.”
Alle personen met een handicap die ingeschreven zijn bij het Vlaams Fonds komen in aanmerking om te werken in een BW. Zijn dienen echter eerst door een provinciale evaluatiecommissie (PEC) toegewezen te worden aan de Beschutte Werkplaatsen. Naast deze personen met een handicap, worden in beschutte werkplaatsen ook andere categorieën van personen met een arbeidshandicap tewerkgesteld via andere tewerkstellingsmaatregelen o.a. MTPW, PTNZ, SINE, Plan Activa,….
7
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Daarnaast zijn er ook nog een aantal andere categorieën van mensen die doorheen de jaren de mogelijkheid hebben gekregen om in een beschutte werkplaats te gaan werken.2 Omdat het in de praktijk moeilijk blijkt om een eenduidige definitie van een beschutte werkplaats te hanteren, heeft de Vlaamse Federatie van de beschutte werkplaatsen een eigen definitie ontwikkeld (VLAB, 2002, p. 4): Een beschutte werkplaats is in de eerste plaats een tewerkstellingsplaats voor alle werkwillige personen met een arbeidshandicap die tijdelijk of definitief niet in het normaal economisch circuit terecht kunnen, waarbij personen met een handicap de prioritaire doelgroep vormen. De beschutte werkplaatsen dienen ernaar te streven om in de eerste plaats de beschikbare arbeidsplaatsen toe te wijzen aan personen met een handicap, met specifieke aandacht voor de zwakke werknemers. Uiteindelijk doel van de beschutte werkplaats is de tewerkstelling van personen met een arbeidshandicap met het oog op hun verbeterde integratie in de maatschappij. De arbeid staat dus centraal.
Beschutte werkplaatsen bieden dus aan meerderjarige personen met een handicap die niet in staat zijn om in het gewone arbeidsmilieu te werken een speciaal op hun noden afgestemd kader waarin zij een beroepsactiviteit kunnen uitoefenen in overeenstemming met hun capaciteiten en waar zij zich eventueel kunnen vervolmaken op professioneel vlak. Dankzij diverse aanpassingen van de werkomgeving, van het werk zelf en van het productieproces kunnen personen met een handicap er een aangepaste beroepsactiviteit uitoefenen.
2
-
-
-
De mensen die vallen onder de bepalingen van CAO 26. Dit zijn de personen met een handicap die verwezen zijn naar het Normaal Economisch Circuit. Werk vinden voor deze mensen is echter geen evidentie. Daarom krijgen CAO-26 ers die vijf jaar werkloos zijn, de mogelijkheid om in een BW ervaring op te doen. Dit kunnen ze echter maar voor de periode van 1 jaar. De categorie van de ‘Moeilijk Te Plaatsen Werklozen (MTWP)’. Dit zijn langdurige werklozen (meer dan vijf jaar inactiviteit). Enkel personen met een handicap (personen die een nummer bij het Vlaams Fonds hebben die erkend zijn als MTPW, mogen komen werken in een beschutte Werkplaats. Zij blijven echter wel ingeschreven bij de RVA. Concreet betekent dit dat de BW deze mensen een volwaardig loon uitbetaalt, maar het stempelgeld van deze mensen int. De categorie van de progressief tewerkgestelden na ziekte (ook RIZIV’s genoemd). Deze mensen zijn officieel ziek, maar hebben de toelating van een dokter om te gaan werken in een beschutte werkplaats. De beschutte werkplaatsen ontvangen voor deze mensen dezelfde subsidies als voor personen met een handicap.
8
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
1.1.1.2
De activiteiten van de beschutte werkplaatsen
De activiteiten in de meeste werkplaatsen kunnen meestal opgesplitst worden in drie soorten:
Activiteiten in onderaanneming. Dit is de meest voorkomende manier van werken. Hierbij worden de grondstoffen en eventueel specifieke machines ter beschikking gesteld door de opdrachtgever. Hier hoort ook het werken in ‘enclaves’ of het ondernemingscontract onder thuis. Hiermee wordt bedoeld dat een aantal werknemers van de beschutte werkplaats in het bedrijf van de opdrachtgever zelf gaan werken. Al deze activiteiten gebeuren onder begeleiding van een monitor van de beschutte werkplaats.
Activiteiten in eigen productie volgens een gegeven opdracht. Enkele beschutte werkplaatsen hebben naast het werk in onderaanneming ook nog een eigen productie waarin de verantwoordelijkheid voor het volledige fabricageproces op zich wordt genomen. Dit kan gaan van de productie van bloembakhaken tot de productie van draadartikelen voor huishouden en industrie.
De activiteiten en diensten (zoals verpakking, mailings) die aangeboden wordt in beschutte werkplaatsen zijn zeer verscheiden en verschillen van werkplaats tot werkplaats. Ook binnen eenzelfde werkplaats wordt bewust gezocht naar een diversiteit van activiteiten. Een verpakkingsafdeling wordt bijvoorbeeld gecombineerd met een houtbewerkingafdeling. Een eerste reden hiervoor is de doelgroep waarvoor en waarmee men werkt. Door een groter aanbod zal de doelgroepwerknemer ook sneller werk vinden dat hem ligt. Door de diversificatie worden ook de tewerkstellingsmogelijkheden beter gewaarborgd. Als er een activiteit wegvalt dan heeft men nog voldoende uitwijkmogelijkheden. In elke beschutte werkplaats probeert men echter wel op zoek te gaan naar activiteiten die kunnen opgesplitst worden in eenvoudige handelingen. Eenvoudige activiteiten zijn nodig om het doel te bereiken, namelijk alle personen met een handicap te werk te stellen. Er is een duidelijke evolutie in het aanbod van activiteiten in de beschutte werkplaatsen merkbaar. Het gaat niet enkel en alleen meer over postzegels plakken of stoelen biezen. Beschutte werkplaatsen worden meer en meer gewone ondernemingen waar professionalisme en kwaliteit hoog in het vaandel worden gedragen. Zoals in alle sectoren zijn ook de beschutte werkplaatsen onderhevig aan concurrentie. Ook hun klanten verwachten een grotere flexibiliteit. Dit heeft als gevolg kortere productietijden, kleinere reeksen, meer omstellingen van de machines.
9
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
De activiteiten in de verschillende beschutte werkplaatsen kunnen algemeen ingedeeld worden in de volgende grote groepen: Activiteitengroep
Verpakking
Percentage BW’s 91%
Drukkerij
75%
Montage
68%
Electro-montage
46%
Textiel
41%
Hout-houtbewerking
36%
Metaal (bewerking)
34%
Groenzorg-tuinbouw
23%
Boekbinderij
20%
Bron: Vlab (2002). Beschutte werkplaatsen in Vlaanderen een profiel. p.11
1.1.2
Sociale werkplaatsen
1.1.2.1
Een omschrijving
De sociale werkplaatsen (www.sst.be) kunnen gesitueerd worden binnen het ruimere kader van de sociale tewerkstelling. Er zijn drie belangrijke types van sociale tewerkstelling in Vlaanderen (Lauwerys, Nicaise & Matheus, 2000)
Werkervaringsbedrijven (of leerwerkbedrijven): bieden aan de doelgroep (+ 2 jaar werklozen met een maximum LSO) een tijdelijke werkervaring, al dan niet gekoppeld aan formele opleiding, met het oog op doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt.
Sociale werkplaatsen: mikken op permanent gesubsidieerde tewerkstelling voor de meest achtergestelde groep van werkzoekenden (+5 jaar inactieven met max. LSO en een cumulatie van achterstellingfactoren) voor wie men op korte termijn geen doorstroming naar reguliere tewerkstelling mogelijk acht.
Invoegbedrijven: bieden permanente tewerkstelling, waarbij in de startfase een (tijdelijke en degressieve) subsidiëring wordt voorzien in afwachting dat de doelgroep (1 jaar ingeschreven als niet-werkende werkzoekende, +2 jaar werklozen met max. HSO) en het bedrijf kunnen concurreren op de gewone (arbeids)markt.
Wij zullen ons enkel focussen op de sociale werkplaatsen.
10
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Onder sociale werkplaatsen dient volgens het decreet van 14 juli 1998 (B.S 2.IX.1998) te worden verstaan de voorzieningen die tot doel hebben werkgelegenheid te verschaffen in een beschermde arbeidsomgeving door het opzetten van een bedrijfsactiviteit. De sociale werkplaatsen vallen onder de bevoegdheid van het Vlaams Ministerie voor Werkgelegenheid en Toerisme. Momenteel zijn er 111 sociale werkplaatsen actief die ongeveer 2007 erkende doelgroepwerknemers tewerkstellen. Maar dit cijfer heeft nog geen volledig beeld aangezien er in een sociale werkplaats ook niet erkende doelgroepwerknemers tewerkgesteld kunnen worden. Bij dit getal moet je ook nog eens het omkaderingspersoneel rekenen wat neerkomt op 1 voltijdse equivalent op 5 doelgroepwerknemers (erkend of niet-erkend). De doelgroep van mensen die kunnen toegeleid en aangeworven worden zijn de ‘zeer moeilijk bemiddelbare werkzoekenden’. Dit zijn volgens het decreet ‘werkzoekenden die door een cumulatie van persoons- en omgevingsgebonden factoren, geen arbeidsplaats in het reguliere arbeidscircuit kunnen verwerven of behouden maar die onder begeleiding in staat zijn tot het verrichten van arbeid op maat’. Het gaat dus om personen die niet onmiddellijk op de reguliere arbeidsmarkt terecht kunnen. De doelgroep onderscheidt zich van die van andere tewerkstellingsmaatregelen door zijn grote afstand tot de arbeidsmarkt. Voor velen onder hen is de tewerkstelling in de sociale werkplaats finaliteittewerkstelling waarbij de arbeid wordt beschouwd als de motor van de reïntegratie van de doelgroep in de samenleving (Administratie Werkgelegenheid, p. 5). Om te behoren tot de doelgroep moeten personen tegelijkertijd aan volgende criteria voldoen: 1. Een fysieke of psychische of sociale beperking hebben; 2. op de dag vóór de indiensttreding ingeschreven zijn bij de VDAB als niet werkende werkzoekende; 3. een begeleidingstraject volgen van de VDAB of een erkende derde of een Vlaamse Openbare Instelling waarmee de VDAB een samenwerkingsovereenkomst gesloten heeft; 4. op de dag vóór de indiensttreding ononderbroken gedurende een periode van minstens 5 jaar inactief zijn; 5. geen hoger diploma behaald hebben dan lager secundair onderwijs. Alle kandidaat-werknemers voor een sociale werkplaats moeten door een toeleidingsinstantie worden toegeleid. Dit is in principe de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB). De toeleiders waken over het juiste profiel van de kandidaten voor een sociale werkplaats. Hierbij maken zij gebruik van een sociaal verslag waaruit de specifieke situatie van de te toe te leiden persoon moet blijken (Administratie Werkgelegenheid, p. 96).
11
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Binnen de sociale werkplaats staat het personeel binnen de omkadering in voor de begeleiding van de doelgroepwerknemers. Heel wat sociale werkplaatsen hebben ook arbeidszorgprojecten3. Door de huidige regelgeving kunnen de sociale werkplaatsen die minstens een erkenning hebben voor 10 voltijdse arbeidsplaatsen een beroep doen op een omkaderingspremie voor de begeleiding van arbeidszorgmedewerkers. Arbeidszorg richt zich tot personen die omwille van persoons- en/of maatschappijgebonden redenen niet (meer) kunnen tewerkgesteld worden in het reguliere of beschermde arbeidscircuit. Door het aan bieden van een continuüm van arbeidsmatige activiteiten binnen een productieve en/of dienstverlenende werkomgeving, wil arbeidszorg het recht op arbeid en de latente voordelen van arbeid waarborgen. Als belangrijkste activiteiten kunnen atelierwerking en begeleid werken onderscheiden worden.
1.1.2.2
Activiteiten in de sociale werkplaatsen
De sociale werkplaatsen kennen een gevarieerd pakket aan activiteiten. Op basis van hun aanbod kunnen ze ingedeeld worden in 9 activiteiten. Deze indeling is gebaseerd op wat de sociale werkplaatsen beschouwen als hun hoofdactiviteit. Ruim 1 op 4 sociale werkplaatsen houdt er echter naast hun hoofdactiviteit ook een of meerdere deelactiviteiten op na. Hiermee wordt aangegeven dat dit soms een vertekend beeld kan geven van alle activiteiten die in de sociale werkplaats voorkomen. Activiteiten in de SW
Percentage SW
Kringloop
32%
Natuur
16%
Productieatelier
11%
Bio-teelt
10%
Confectie
7%
Bouw
7%
Horeca
6%
Onderhoud
5%
Diverse (manège-onderhoud, verhuizingen, marketingopdrachten
4%
Bron: Administratie Werkgelegenheid (s.d.). Evaluatie sociale werkplaatsen. p.13
3
Niet alleen de sociale werkplaatsen zijn bezig met arbeidszorg ook andere sectoren zijn met gelijkaardige initiatieven bezig: de gehandicaptensector, de geestelijke gezondheidszorg, het algemeen welzijnswerk, beschutte werkplaatsen,…
12
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
1.2. Afbakening 1.2.1
Monitor versus begeleider
In de voorgaande paragraaf maakten we het onderscheid tussen enerzijds de beschutte en anderzijds de sociale werkplaatsen. Voor zowel de beschutte als sociale werkplaatsen werd een beroepenstructuur uitgewerkt (SERV, 2003, beroepenstructuur beschutte en sociale werkplaatsen). Wanneer we de twee beroepenstructuren vergelijken, zien we binnen de operationele afdelingen van beide beroepenstructuren telkens eenzelfde beroep terugkomen. In het geval van de beschutte werkplaatsen spreekt men van de monitor. Het kan gaan om een monitor afdeling productie of een monitor afdeling buitendienst. In het geval van de sociale werkplaatsen spreekt men van het beroep begeleider. Het kan gaan om de begeleider afdeling atelier, de begeleider afdeling winkel en de begeleider afdeling buitendienst. Ongeacht de afdeling waarop de monitor of de begeleider werkt en ongeacht of hij in een beschutte dan wel sociale werkplaats werkt, in se is zijn basisopdracht overal gelijk. Hij begeleidt mensen in een arbeidssituatie (mensgerichte aspect van het beroep) en staat tegelijk in voor het vlot verloop van het productieproces of dienstverleningsproces4 (taakgerichte aspect van het beroep). De factoren die de concrete invulling van deze basisopdracht beïnvloeden zijn de doelgroep waarmee men werkt en de activiteiten die uitgevoerd worden binnen de werkplaats. Ook zullen de taken en de bijhorende bevoegdheden en verantwoordelijkheden verschillen vertonen naargelang men in een grote dan wel kleine werkplaats werkt. De grootte van de werkplaats bepaalt immers mee de organisatiestructuur (voor meer informatie zie paragraaf situering van de monitor/begeleider). Doelgroep:
In de beschutte werkplaatsen vormen personen met een handicap de prioritaire doelgroep (cf. supra), het grootste deel van de doelgroepwerknemers zijn mensen met een licht tot matige mentale handicap.
4
In het vervolg van dit profiel zullen we enkel nog van productie of productieproces spreken, ongeacht of de werkplaats nu goederen of diensten produceert.
13
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
De monitor, als lid van een multidisciplinair omkaderingsteam, staat in voor het toegankelijk maken van de arbeid voor deze doelgroepwerknemers. Hij doet dit in de ruime zin van het woord. Bijvoorbeeld door het op maat inrichten van werkposten, mee helpen opsplitsen in deeltaken, aanleren van vaardigheden en attitudes, communiceren op maat van de medewerker, …. De nadruk ligt op het aanbieden van arbeid op maat. Doel is het bestendigen en optimaliseren van de tewerkstelling van de doelgroepwerknemers met het oog op hun verbeterde integratie in de samenleving. Een minderheid van de doelgroepwerknemers werkt slechts voor een jaar in de beschutte werkplaats. Deze tewerkstelling kadert dan in de trajectbegeleiding georganiseerd door Arbeids Traject Begeleiding (ATB) waarbij men streeft naar de doorstroming van de medewerker naar het normaal economisch circuit (NEC) of naar een andere vorm van sociale tewerkstelling. Op de werkvloer hebben deze doelgroepwerknemers nood aan specifieke opvolging door de monitor. Tenslotte valt op te merken dat binnen de beschutte werkplaats de groep doelgroepwerknemers met psychologische problemen of gedragsstoornissen en ook het aandeel expsychiatrische patiënten toenemen. Binnen de begeleiding zal de monitor ook hier rekening mee moeten houden. Kenmerken van de doelgroepwerknemers in de sociale werkplaatsen zijn een beperkte vooropleiding, weinig werkervaring en een achterliggende problematiek, voorbeelden zijn justitieel of instellingsverleden, schulden, alimentatie verplichtingen, lichamelijke of psychische klachten, alcoholisme, druggebruik, …. Verder hebben deze mensen vaak een levenspatroon waarin men weinig structuur aantreft. De begeleider maakt eveneens deel uit van een ruimer omkaderingsteam. Hij staat mee in voor het realiseren van een aangepast tewerkstellingskader dat rekening houdt met de sterke en zwakkere punten van de doelgroepwerknemers. Dit aangepaste kader maakt het functioneren binnen een arbeidssituatie mogelijk en biedt de kans (opnieuw) vaardigheden en attitudes aan te leren. De nadruk ligt op het aanbieden van aangepaste arbeid en zo te voorzien in het sociale grondrecht van het recht op arbeid voor iedereen. Hierdoor draagt men bij tot een verbeterde levenskwaliteit en maatschappelijke integratie van de doelgroep. Voor de minderheid van werknemers die wenst door te stromen naar het NEC staat de werkplaats in voor de voorbereiding op deze tewerkstelling. De begeleider houdt hier uiteraard rekening mee bij het begeleiden.
14
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Verder werken binnen de sociale werkplaats mogelijk ook arbeidszorgwerknemers. Bij deze doelgroepwerknemers zijn dezelfde factoren terug te vinden, maar vaak is de problematiek hier nog sterker aanwezig. Activiteiten: De beschutte en sociale werkplaatsen vormen als sector een verzameling van organisaties met sterk verschillende activiteiten. Dit geldt zowel voor de beschutte werkplaatsen onderling als de sociale werkplaatsen onderling. Toch kunnen we een aantal verschillen tussen beide types werkplaatsen opmerken, waarschijnlijk ingegeven door de uiteenlopende arbeidsbehoeften van beide doelgroepen. Respectievelijk de behoefte aan in diverse eenvoudige deeltaken in te delen arbeid en de behoefte aan arbeid met vele mogelijke aanknopingspunten tot sociale rentegratie. We benadrukken echter dat dit geen absolute wetmatigheid is. In vele beschutte werkplaatsen vinden de activiteiten plaats op een productieafdeling, er is sprake van een productie- en fabricageproces met een sterk bedrijfsmatig karakter. Er is een sterke scheiding tussen het uitdenken en het uitvoeren van het werk ingevoerd. Verder is er een opsplitsing van het werk in deelbewerkingen, die vaak gegroepeerd zijn aan een assemblagelijn. Naar dit opsplitsen in deeltaken, vaak tot een heel elementair niveau, gaat veel aandacht. Het is immers van groot belang taken met een verschillende moeilijkheidsgraad te kunnen aanbieden, opdat ook zwakkere werknemers deel kunnen nemen aan het arbeidsproces. De opsplitsing in deeltaken in de beschutte werkplaats gaat veel verder dan in een gewoon bedrijf en de ploeg bestaat uit doelgroepwerknemers. Toch is het taakgerichte aspect van het beroep van de monitor, namelijk het vlot doen verlopen van het productieproces, in zekere zin verwant aan dit van de ploegbaas. In de sociale werkplaats worden naast landbouwactiviteiten en (ambachtelijke) activiteiten in een atelier voornamelijk dienstverlenende activiteiten opgenomen, bijvoorbeeld kringloopwinkels, groenonderhoud, verbouwingen, horeca, … Deze activiteiten moeten vooreerst voldoen aan het criterium dat het ‘goede’ activiteiten voor de doelgroep zijn. Dit wil zeggen dat er een diversiteit aan activiteiten moet zijn, die aansluiten bij ieders kunnen, handelen, motivatie en interesse. Belangrijk voor motivatie is ook dat de activiteiten het proces van grondstof tot eindproduct beslaan. De activiteiten zijn bij voorkeur sociaal, bijvoorbeeld activiteiten gericht naar mensen met een klein inkomen, gericht op de buurtontwikkeling of gericht op ecologie, … Tenslotte valt op te merken dat vele activiteiten historisch gegroeid zijn uit de werklozenateliers en ten dele ook pragmatisch gekozen werden (weinig investeringskosten).
15
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Een aantal van deze activiteiten vragen het nodige vakmanschap (bijvoorbeeld catering, tuinonderhoud, landbouwactiviteiten, schilderwerken, ….). In die zin is het beroep van de begeleider ten dele vergelijkbaar met dat van de verantwoordelijke vakman, denk bijvoorbeeld aan de verantwoordelijke vakman in de bouw. Naast het eigenlijke technische aspect worden vele van deze activiteiten getypeerd door een sterke interactie met de ruimere omgeving waarbij men bijvoorbeeld buiten werkt of waarbij bezoekers naar de sociale werkplaats toekomen. Grootte van de beschutte versus de sociale werkplaats: De beschutte werkplaatsen zijn vrij grote organisaties, het aantal uiteenlopende beroepen in de omkaderingsfuncties is daardoor vrij groot (SERV, 2003, beroepenstructuur beschutte en sociale werkplaatsen). De monitor legt zich toe op zijn specifiek taakgebied van coördinatie van de productieactiviteit en begeleiding van de doelgroepwerknemers op de werkvloer. Hij werkt met andere woorden vrij gespecialiseerd. Zijn taken met betrekking tot de niet arbeidsgerelateerde begeleiding van de doelgroepwerknemers zijn zeer beperkt. Ook tracht men in de meeste beschutte werkplaatsen de monitor zoveel mogelijk vrij te stellen van aspecten als klantencontacten, werkvoorbereiding, … . Op die manier kan hij zich volledig op zijn basisopdracht concentreren. In dezelfde lijn merken wij op dat in vrij veel werkplaatsen de monitor wel meewerkt om taken voor te doen, om de technisch moeilijkere taken op te nemen en mee te werken in geval van nood (bijvoorbeeld deadline, afwezigheden, ….) maar in wezen vaak vrijgesteld is van het eigenlijke uitvoerende werk. De begeleider in de sociale werkplaats, werkt in een kleine organisatie5. Dit lijkt met zich mee te brengen dat enerzijds de sociale contacten frequenter en intenser zijn waardoor de werkorganisatie ten dele informeler tot stand komt. Anderzijds is de omkadering beperkt waardoor één lid van de omkadering soms uiteenlopende verantwoordelijkheden opneemt. Hierdoor ontstaat er soms een eerder vlakke organisatiestructuur waar het onderscheid tussen de hiërarchische niveaus en de hierbij horende taken minder strikt aanwezig is. De begeleider kan hier dus een bredere actieradius hebben dan enkel de coördinatie van de productie en het arbeidsgericht begeleiden. Voorbeelden zijn meewerken aan het eigenlijke uitvoerende werk, het mogelijk onderhouden van klantencontacten, opnemen van ruimere begeleidingstaken, … .
5
Het aantal arbeidsplaatsen in sociale werkplaatsen zijn beperkt van overheidswege. Het bekomen van extra arbeidsplaatsen is geen evidentie, hierdoor werken sociale werkplaatsen soms noodgedwongen met een beperkt personeelsbestand. Anderzijds zijn er sociale werkplaatsen die er bewust voor kiezen een kleine organisatie te zijn, omdat dat hen beter toelaat maatwerk te bieden.
16
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
De hierboven geschetste verschillen tonen aan dat naargelang de doelgroep (beschutte versus sociale werkplaats) waarmee men werkt maar ook naargelang de activiteiten die in de werkplaats worden uitgevoerd en de grootte van de werkplaats er in de beschrijving van het beroep accenten/nuances kunnen gelegd worden. Deze zullen verder uitgewerkt worden in het vervolg van dit profiel en kunnen eventueel weergave vinden in specifieke takentabellen en bijhorende competenties. De basisopdracht van de monitor en de begeleider is echter overal gemeenschappelijk: het begeleiden van doelgroepwerknemers op de werkvloer alsook het coördineren van de productieactiviteiten. We beschouwen de monitor en begeleider dan ook als één beroep en zullen een grote gemene deler aan taken, competenties en contextgegevens kunnen beschrijven. 1.2.2
Situering van de monitor/begeleider
Wanneer we nagaan welke taken nu wel dan niet tot het takenpakket van de monitor/begeleider behoren, valt dadelijk op dat deze enerzijds enorm divers zijn en anderzijds dat de taken van de monitor/begeleider zich op een “eerstelijns” niveau situeren. De diversiteit van het takenpakket van de monitor/begeleider kunnen we aantonen aan de hand van volgend citaat over de monitor/begeleider in de sociale werkplaats. Dit citaat gaat ons inziens evenzeer op voor de beschutte werkplaats:6 Technische begeleiders in sociale werkplaatsen moeten niet alleen over vaktechnische bekwaamheden beschikken, daarnaast moeten ze deze kennis ook nog kunnen overbrengen, zij moeten leiding kunnen geven en een werkplaats kunnen organiseren en wordt van hen vaak verwacht dat ze oog hebben voor de individuele dan wel collectieve noodsituaties van de deelnemers. Men moet bijna tegelijkertijd vakman zijn, instructeur, ploegbaas en hulpverlener.
Met andere woorden de monitor/begeleider situeert zich op een raakvlak van verschillende disciplines. Toch kunnen we grosso modo het onderscheid maken tussen enerzijds zijn taken met betrekking tot de productie die sterk technisch en organisatorisch georiënteerd zijn en anderzijds de omkadering van de doelgroepwerknemers, welk dan weer sociaal en psychologisch doorzicht vereist.
6
Lescrauwaet Danny (1990). Arbeidszorgen voor morgen: de sociale werkplaats als arbeidsmodel. Koning Boudewijnstichting samenwerkingsverband sociale werkplaatsen vzw.
17
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Wat betreft de technisch organisatorische taken is de monitor/begeleider verantwoordelijk voor het vlot verloop van de eigenlijke productie-uitvoering op de werkvloer door de ploeg doelgroepwerknemers. Deze technisch organisatorische taken kunnen zich in een 3-tal uiteenlopende kaders afspelen zijnde: de productieafdeling of afdeling atelier, de afdeling winkel of de afdeling buitendienst. Wij maken dit onderscheid in navolging van de beroepenstructuur (SERV, 2003, Beroepenstructuur beschutte en sociale werkplaatsen), met dien verstande dat we de productieafdeling en de afdeling atelier samenvoegen. We zullen per categorie een aparte takentabel (cf. volgende paragraaf) opnemen. De coördinatietaken zullen immers verschillen, afhankelijk van het kader waarin men werkt. De monitor/begeleider staat ook in voor de omkadering. Deze omkadering zal in de sociale werkplaats een andere invulling krijgen dan in de beschutte werkplaats. Het gaat immers om twee doelgroepen met een verschillende achterliggende problematiek en hierdoor ook met verschillende noden. We merken echter op dat dezelfde begeleidingsactiviteiten zowel in de beschutte als de sociale werkplaatsen voorkomen, maar dat er binnen deze activiteiten andere klemtonen worden gelegd afhankelijk van het type werkplaats. Omdat het om dezelfde begeleidingsactiviteiten gaat, zijn de takentabellen rond begeleiding zowel van toepassing voor de monitor/begeleider in de beschutte als de sociale werkplaats. De verschillende klemtonen en accenten die gelegd worden laten we aan bod komen binnen de paragraaf rond beroepsinhoud.
Opvolgen en bijsturen van de activiteiten op de productieafdeling of in de afdeling atelier Arbeidsgericht begeleiden van de doelgroepwerknemers beschutte werkplaats Arbeidsgericht begeleiden van doelgroepwerknemers sociale werkplaats
Opvolgen en bijsturen van de afdeling winkel
Opvolgen en bijsturen van de afdeling buitendienst
Monitor/begeleider in een Beschutte Werkplaats Monitor/begeleider in een Sociale Werkplaats
Net omdat het beroep zo ruim is beperken de taken van de monitor/begeleider zich tot het “eerstelijns” niveau. Hiermee bedoelen we dat we de prioritaire taken van de monitor/begeleider betreffende de productie situeren op de afdelingsspecifieke werkvloer (taken die dit niveau overschrijden zoals het optimaliseren van het productieproces, het herindelen van de werkvolgorde en het opsplitsen in deeltaken, de algemene werkvoorbereiding, het onderhoud en de herstelling van machines, het bestellen en aanvoeren van grondstoffen, … rekenen we niet tot het prioritaire takenpakket).
18
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
En dat we de prioritaire taken van de monitor/begeleider betreffende het begeleiden van de doelgroepwerknemers situeren als het arbeidsgericht begeleiden van de doelgroepwerknemers (taken die dit niveau overschrijden zoals het opstellen van begeleidingsplannen, het oplossen van problemen binnen de persoonlijke levenssfeer, … rekenen we eveneens niet tot zijn prioritair takenpakket). Deze laatste taken worden opgevangen op het “tweedelijns” niveau. Hier situeren we dan voor de beschutte werkplaats de verantwoordelijke sociale dienst, de verantwoordelijke opleidingscel en de productieverantwoordelijke. Voor de sociale werkplaats zijn dit de trajectbegeleider, de projectverantwoordelijke of de directeur (zie SERV, 2003, beroepenstructuur beschutte en sociale werkplaatsen). De monitor/begeleider zal dan ook nauw samen werken met sommigen van deze collega’s (voor meer informatie zie hoofdstuk arbeidsorganisatie). Zoals gesteld in de vorige paragraaf is er in sommige sociale werkplaatsen sprake van een eerder vlakke structuur waar het onderscheid tussen de hiërarchische niveaus en de hierbij horende taken minder strikt is. In deze werkplaatsen zien we dat de monitor/begeleider behalve taken op het “eerstelijns” niveau ook een aantal verantwoordelijkheden van het “tweedelijns” niveau gaat opnemen. Naar de productie toe zien we dan bijvoorbeeld dat hij opdrachten aanvaardt, offertes opstelt, grondstoffen aankoopt, werven aflevert, …. In deze sociale werkplaatsen is het beroep van projectverantwoordelijke dan niet aanwezig. Naar het begeleidingsaspect toe bemerken we heel wat meer terughoudendheid. Het oplossen van complexe problemen in de persoonlijke levenssfeer wordt niet aan de monitor/begeleider overgelaten wat begrijpbaar is in het licht van de professionaliteit van de relatie monitor/begeleider – doelgroepwerknemer. Hoewel eerder uitzonderlijk is het wel mogelijk dat de monitor/begeleider verantwoordelijkheden heeft op bijvoorbeeld het domein van de intake, het opstellen van begeleidingsplannen, het opvolgen van het functioneren, … . Wanneer we de kleinere beschutte werkplaatsen bekijken zien we eenzelfde tendens. De monitor/begeleider zal daar bijvoorbeeld meer meewerken in de eigenlijke productie en meer taken opnemen naar algemene werkvoorbereiding. In een kleinere beschutte werkplaats waar geen uitgebouwde dienst opleiding voorhanden is zal de monitor/begeleider ook de werkanalyse en werkopsplitsing op zich nemen en aanpassingen aan de werkposten doorvoeren.
19
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Indien we voor het maken van een beroepsprofiel echter deze uiteenlopende mogelijkheden mee zouden opnemen, zou het resultaat een beschrijving van uiteenlopende functies en specialisaties zijn. Wat niet zou tegemoetkomen aan de uiteindelijke doelstelling van een beroepsprofiel, namelijk het functie- en organisatiespecifieke overschrijden om tot het beschrijven van beroepen en bijhorende competentievereisten te komen. We opteren er dan ook voor het beroep van de monitor/begeleider te situeren op het hierboven geschetste “eerstelijns” niveau, met als belangrijk argument dat in het merendeel van de organisaties deze tweedeling effectief zo terug te vinden is. Dit “eerstelijns” niveau maakt de kern van het beroep uit. In functie van een opleidings-, onderwijs- en HRM-beleid is het noodzakelijk net deze kern, dit ‘zuivere’ beroepsbegrip te hanteren en te beschrijven in het beroepsprofiel. Beroepsprofielen zijn dan abstracties op basis van een complexe realiteit, die bakens of vuurtorens zijn waarop een opleidings-, HRM-beleid, … zich kan richten. Tenslotte wensen wij hier nog even terug te komen op het begeleiden van arbeidszorgmedewerkers in de sociale werkplaatsen (zie supra). In de meeste sociale werkplaatsen is men nog volop bezig aan de opstart van de arbeidszorgwerking. Verder blijkt dat het merendeel van de sociale werkplaatsen deze arbeidszorgwerking duidelijk wenst af te scheiden van de activiteiten in de sociale werkplaatsen. Ook meent men dat de toekomstige arbeidszorgbegeleider een ander takenpakket zal hebben dan zijn collega monitor/begeleider en daardoor ook over andere competenties zal moeten beschikken. De nadruk zal er liggen op het realiseren van een zeer intensieve begeleiding met minder klemtoon op het economische aspect. Omwille van deze redenen nemen wij de begeleiding van arbeidszorgmedewerkers niet mee op in dit beroepsprofiel.
Samenvattend: De monitor/begeleider beschutte en sociale werkplaats staat in voor de coördinatie van de arbeidsactiviteiten in de afdeling productie of atelier, winkel of buitendienst. Hij staat in voor het begeleiden van de doelgroepwerknemers in deze arbeidssituatie. De productiegerichte taken die het niveau van de werkvloer overschrijden en de begeleidingstaken die het arbeidsgerichte overschrijden, behoren echter niet tot zijn prioritaire bevoegdheden.
20
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
1.3. Beroepsinhoud
Voorbereiden van de opdrachten
Binnen de algemene planning doorgekregen van de productieverantwoordelijke of de projectverantwoordelijke, maakt de monitor/begeleider een tijdsplanning op voor de werkzaamheden van de eigen ploeg. Vaak gaat dit om een planning op eerder korte termijn. Hij bepaalt, weer binnen de lijnen van de algemene planning, zeer concreet de werkmethode die men zal volgen om het gewenste product of de gewenste dienst tot stand te brengen. Hij bepaalt welke productiestappen gevolgd worden, welke grondstoffen en materieel gebruikt worden, alsook wie van de werknemers welke taak gaat uitvoeren tijdens deze specifieke opdracht. Verder maakt hij afspraken met zijn collega’s van bijvoorbeeld het magazijn, de technische dienst, … over de benodigde ondersteuning bij de werkzaamheden. Hierna kan de monitor/begeleider starten met het inrichten van de verschillende werkposten (tenminste wanneer de activiteiten plaatsvinden op de afdeling atelier, op de productieafdeling of de afdeling buitendienst).
Leiding geven aan de ploeg7 doelgroepwerknemers
De monitor/begeleider overloopt met de doelgroepwerknemers de planning en geeft opdrachten over wie die dag wat moet doen, rekening houdend met mogelijke afwezigheden. Hij motiveert de doelgroepwerknemers opdat ze de hun toegewezen taken goed zouden uitvoeren. Hierbij besteedt de monitor/begeleider aandacht aan het realiseren van een goede verstandhouding binnen de groep.
Begeleiden van de doelgroepwerknemers
Het lijkt onmogelijk en niet wenselijk om de begeleidingstaken van de monitor/begeleider samen te vatten als een algemeen geldende begeleidingsmethodiek. In elke werkplaats krijgt de begeleiding van de doelgroepwerknemers eigen accenten. Ook binnen één en dezelfde werkplaats worden de verschillende doelgroepwerknemers op een gedifferentieerde manier begeleid. Men vindt het noodzakelijk de begeleiding aan te passen aan de persoonlijkheid van de individuele doelgroepwerknemers. Op basis van de interviews merken we echter wel een aantal algemeenheden op.
7
De huidige wetgeving voorziet 1 monitor/begeleider per 10 doelgroepwerknemers in de beschutte werkplaats en 1 monitor/begeleider per 5 doelgroepwerknemers in de sociale werkplaats.
21
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Ten eerste zien we dat de begeleiding op te delen valt in drie grote categorieën. Er zijn de begeleidingsactiviteiten nodig voor het komen tot en het optimaliseren/bijsturen van de concrete inschakeling van een werknemer in het arbeidsproces. Vervolgens zijn er de dagelijkse begeleidingsactiviteiten op de werkvloer zelf. Tenslotte zijn er de begeleidingsactiviteiten die we kunnen samenvatten onder de noemer training on the job. Ten tweede zien we dat dezelfde begeleidingsactiviteiten zowel in de beschutte als sociale werkplaats voorkomen. Daarom zijn de takentabellen die verder in dit document zijn uitgewerkt zowel van toepassing voor de monitor/begeleider in de beschutte als de sociale werkplaats. Hoewel dezelfde taken terugkomen, zien we dat er verschillende klemtonen gelegd worden. Daarom sluiten wij hieronder de bespreking van elke categorie van begeleidingstaken af met in cursief een vergelijking tussen het begeleiden van de doelgroepwerknemers beschutte dan wel sociale werkplaats.
Begeleidingsactiviteiten nodig voor het inschakelen van de doelgroepwerknemers
Bij indiensttreding van een nieuwe medewerker krijgt de monitor/begeleider basisinformatie8 over het profiel van deze persoon, waaronder een omschrijving van welke arbeid voor de nieuwe medewerker geschikt is. De monitor/begeleider staat daarna in voor het onthaal van de nieuwe doelgroepwerknemer op de werkvloer en het toewijzen van gepaste taken/activiteiten binnen het productieproces. Hij wijst taken toe die aangepast zijn aan het niveau, de persoonlijke interesses, competenties, idee van maatschappelijke aanvaardbaarheid, … en aan de eventuele handicap van de doelgroepwerknemer. De monitor/begeleider legt hierbij de nodige inventiviteit aan de dag. Op de werkvloer zal de monitor/begeleider de analyse van de arbeids- en groeimogelijkheden op een continue manier voort zetten. Dit door constant te observeren en te analyseren hoe de werknemer op de werkvoer functioneert. Verder zal de monitor/begeleider ook op een meer formele wijze het functioneren van de medewerker in kaart brengen.
8
De doelgroepwerknemers worden bij of voor aanwerving reeds gescreend en ingeschat, op basis van deze “basisinformatie” start men met de inschakeling in het arbeidsproces. Doorheen de tewerkstelling zal men meer informatie over het functioneren en de arbeids- en groeimogelijkheden van de werknemer verzamelen en tot een gedetailleerder profiel kunnen komen.
22
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Hij geeft informatie door over het functioneren van de medewerker in de arbeidssituatie, dit in het kader van de begeleidingsplannen9 (waarvan de monitor/begeleider de periodieke begeleidingsgesprekken al dan niet bijwoont). Hij verzamelt en rapporteert deze informatie via het systeem van de werkplaats bestaande uit objectieve schalen en criteria. De begeleidingsgesprekken zijn een belangrijk uitgangspunt om concrete werkpunten voor op de werkvloer vast te leggen. Deze werkpunten hebben als doel het functioneren van de doelgroepwerknemer te verbeteren en zijn groeikansen optimaal te benutten. De werkpunten zelf worden in overleg vastgelegd. De medewerker zelf neemt actief deel aan dit overleg alsook de monitor/begeleider en de persoon die vooraf het begeleidingsgesprek opnam. Voorbeelden van acties kunnen zijn: intensievere training on the job, beter uitleggen van opdrachten, andere beter aangepaste taken, … . Naar ontvangstprocedure, het verzamelen van informatie voor de begeleidingsgesprekken en het vastleggen van concrete werkpunten zien we weinig verschil in de taakinvulling tussen de monitor/begeleider beschutte dan wel sociale werkplaatsen. Een belangrijk gegeven is dat de interactie en communicatie uiteraard afgestemd worden op maat van de doelgroep. Wel zien we dat de monitor/begeleider in de beschutte werkplaats, dit in samenwerking met het multidisciplinaire omkaderingsteam waarvan hij deel uitmaakt, zeer veel aandacht besteedt aan het analyseren van concrete groei- en arbeidsmogelijkheden, aan het zoeken naar gepaste activiteiten, aan het op een creatieve manier aanpassen van de taken, … voor het optimaliseren van de tewerkstelling. Hij houdt hierbij behalve met interesses en competenties uiteraard rekening met de handicap van de medewerker. De monitor/begeleider in de sociale werkplaats zal hierin heel wat vrijer zijn en zich meer kunnen richten naar interesses, opvattingen van de medewerker naar maatschappelijke aanvaardbaarheid, …
Begeleiden van de doelgroepwerknemers tijdens het werk
De monitor/begeleider bouwt een vertrouwensrelatie op met de individuele medewerker. Sociale en beschutte werkplaatsen zijn in eerste instantie tewerkstellingsinitiatieven waar men streeft naar professionaliteit. Toch hecht men er veel belang aan steeds oog te hebben voor de werknemer als persoon.
9
Per individuele werknemer wordt er, na 3 maanden tewerkstelling, een begeleidingsplan opgesteld, zowel voor de beschutte als de sociale werkplaatsen is dit wettelijk vastgelegd. De realisatie van deze begeleidingsplannen wordt in de beschutte werkplaats voornamelijk gestuurd door de sociale dienst. In de sociale werkplaats kan het opstellen van deze plannen in samenwerking met de trajectbegeleider van de VDAB gebeuren door uiteenlopende vertegenwoordigers (directeur, personeelsdienst, projectverantwoordelijke, … ), het lijkt echter zelden een taak van de monitor/begeleider.
23
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
De monitor/begeleider heeft daarom oog (ontvangen en interpreteren van signalen) en oor (luisteren naar de doelgroepwerknemers) voor zowel het persoonlijke welzijn van de doelgroepwerknemer als voor de gezondheids- (bijvoorbeeld eet- en drinkgewoontes) en de hygiënegewoontes (bijvoorbeeld persoonlijke hygiëne, netheid van kleding, …) van de doelgroepmedewerker. De monitor/begeleider zal de ernst van probleemsituaties inschatten en indien nodig signaleren aan de sociale dienst of projectverantwoordelijke. Mogelijk maakt de monitor/begeleider de koppeling naar de begeleidingsactiviteiten voor het aanleren van vaardigheden (zie tabel 2.1.3.3). Verder creëert de monitor/begeleider een tewerkstellingskader met als kenmerken: veiligheid, ondersteuning, opvang en vertrouwen. Doel is dat doelgroepwerknemers zich betrokken voelen, dat zij kunnen groeien in verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en zelfvertrouwen waardoor zij (terug) greep krijgen op het eigen leven en indien nodig kunnen starten met de heropbouw ervan. Een andere belangrijke taak is het structureren van de werkomgeving, welk een belangrijk gegeven is bij het bestendigen van de tewerkstelling en het (opnieuw) aanleren van attitudes. De monitor/begeleider trekt de duidelijke afspraken en regels die op het niveau van de organisatie gemaakt zijn (bijvoorbeeld werkafspraken, arbeidsreglement, huishoudelijk reglement, procedures, gedragscode, voorschriften rond veiligheid gezondheid milieu, … ) rechtlijnig en éénduidig door naar de werkvloer. Hij is zich bewust van de eigen voorbeeld- en controlefunctie. Hij kan het waarom van regels en afspraken motiveren. Hij geeft positieve feedback aan de doelgroepwerknemers, maar maakt de doelgroepwerknemers ook attent op overtredingen of neemt soms maatregelen. Hoewel hij de regels consequent toepast, houdt hij rekening met de achtergrond van de mensen, staat open voor hun problemen en legt de nodige empathie en affiniteit aan de dag. Hij coacht de doelgroepwerknemers tijdens de uitvoering van het werk, hij tracht de kwaliteiten, kennis, vaardigheden, … die in de medewerker aanwezig zijn vrij te maken en maximaal te ontwikkelen. De nadruk bij het coachen ligt op het leren aanpakken van nieuwe situaties en opdrachten. Men streeft zo zowel een optimale ontplooiing van de medewerker binnen als buiten de werkplaats na. Tenslotte heeft de monitor/begeleider voortdurend oog en oor voor de taakgerichte problemen van de doelgroepwerknemers bij de uitvoering van het werk. Hij zal de medewerker helpen door hem tijdelijk bij te springen of de taak in de mate van het mogelijke aan te passen. Als dit nodig is, zal de monitor/begeleider achteraf de terugkoppeling maken naar de begeleidingsactiviteiten voor het inschakelen van de doelgroepwerknemers (zie hierboven punt 3.1).
24
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Op die manier probeert hij te vermijden dat nieuwe taakgerichte problemen zullen opduiken tijdens de uitvoering van het werk. Naar het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de medewerker, het coachen, het oog en oor hebben voor mogelijke persoonlijke dan wel taakgerichte problemen van de werknemer, het realiseren van een aangepast tewerkstellingskader en het aanbieden van duidelijke structuren zien we weinig verschil in de taakinvulling tussen de monitor/begeleider beschutte dan wel sociale werkplaats. Een belangrijk gegeven is dat de interactie en communicatie ook hier weer afgestemd worden op maat van de doelgroep.
Training on the job
De monitor/begeleider leert de doelgroepwerknemers vaktechnische vaardigheden aan door voor te doen, mee te werken, … Dit gebeurt vanuit een zeer praktijkgerichte invalshoek en betreft individuele dan wel collectieve leermomenten. Verder traint hij de sociale vaardigheden en arbeidsattitudes van de doelgroepwerknemers op een voortdurende manier. Indien nodig traint hij bijkomend vaardigheden met betrekking tot gezondheids- en hygiënegewoontes. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het vervullen van een voorbeeldfunctie, het aanspreken op, het alert maken op, …. De monitor/begeleider volgt de vorderingen van de doelgroepwerknemers op. Binnen deze categorie van begeleidingsactiviteiten zien we weinig verschillen in taakinvulling. Een belangrijk gegeven is dat de interactie en communicatie ook hier weer afgestemd worden op maat van de doelgroep.
Instaan voor het productieproces Opvolgen en bijsturen van de activiteiten op de afdeling productie of atelier
De monitor/begeleider moet samen met zijn doelgroepwerknemers tegen een vastgelegde levertermijn een welbepaalde kwantiteit van een welbepaalde productkwaliteit klaar hebben. Daartoe volgt hij de productie op door de werkposten nauwlettend te observeren naar kwantiteit (werktempo) en kwaliteit (ondergaat het product op elke werkpost de juiste handelingen). Indien nodig stuurt hij bij door het geven van instructies aan de doelgroepwerknemers, het bijsturen van machines of gereedschappen of het laten gebruiken van andere grondstoffen. Wat betreft de eigenlijke uitvoering van de productie, springt de monitor/begeleider bij in geval van afwezigheden, drukke periodes, moeilijkheden, ….
25
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Het is afhankelijk van werkplaats tot werkplaats of van afdeling tot afdeling of er kwaliteitscontroles gebeuren, en indien zij gebeuren de welke (bijvoorbeeld eerste stuk controle, productcontrole tussen de verschillende productiestappen door, eindcontrole, …). De monitor/begeleider voert ofwel zelf deze kwaliteitscontroles uit of maakt het mogelijk dat iemand anders ze kan uitvoeren (bijvoorbeeld de kwaliteitsverantwoordelijke). Ten slotte signaleert en analyseert de monitor/begeleider de knelpunten binnen de productieafdeling of het atelier en tracht voorstellen te formuleren ter verbetering. Deze laatste taken gebeuren in samenwerking met het ruimere omkaderingsteam.
Opvolgen en bijsturen van de afdeling winkel
De monitor/begeleider ziet toe op het correcte onthaal van klanten aan de telefoon en de kassa alsook op de verdere correcte bediening van klanten in de winkel. Hij let op de inrichting en aankleding van de winkel, het aanvullen van de winkel, het juist prijzen van de tentoongestelde goederen en het waarborgen van de winkelkwaliteit van de aangeprezen goederen. De monitor/begeleider stuurt de doelgroepwerknemers bij op deze domeinen door het geven van instructies. De monitor/begeleider springt in voor de doelgroepwerknemers in geval van afwezigheden, moeilijkheden of piekperiodes. Ten slotte doet de monitor/begeleider voorstellen om het winkelgebeuren nieuwe impulsen te geven, signaleert en analyseert de knelpunten binnen het winkelgebeuren en tracht voorstellen te formuleren ter verbetering. Deze laatste taken gebeuren in samenwerking met het ruimere omkaderingsteam.
Opvolgen en bijsturen van de afdeling buitendienst
De monitor/begeleider regelt het vervoer van de doelgroepwerknemers naar en van de buitendienst. Hij staat ook in voor het transport van de benodigde grondstoffen en materieel. Hiertoe bestuurt hij soms zelf een wagen. Hij maakt concrete werkafspraken met de klant, bijvoorbeeld met betrekking tot sleutel, elektriciteitsvoorziening, waar afval laten, …. De monitor/begeleider ziet er op toe dat de activiteiten klantgericht en kwaliteitsvol worden uitgevoerd en stuurt de doelgroepwerknemers bij via instructies, het bijsturen van materieel of het gebruik van andere grondstoffen. De monitor/begeleider helpt mee bij de eigenlijke taakuitvoering.
26
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Ten slotte signaleert en analyseert de monitor/begeleider de knelpunten met betrekking tot de buitendienst en tracht voorstellen te formuleren ter verbetering. Deze laatste taken gebeuren in samenwerking met het ruimere omkaderingsteam.
Onderhouden, instellen en herstellen van materieel
De monitor/begeleider staat ten dele in voor het onderhoud, het instellen en herstellen van materieel. Er worden duidelijke afspraken gemaakt in hoeverre hij hier verantwoordelijk voor is en in hoeverre hij beroep kan doen op bijvoorbeeld de technische dienst, de projectverantwoordelijke, externen, … Hoe dan ook, de monitor/begeleider staat zeker in voor de controle van de goede werking, de goede staat en een voldoende aantal van het materieel. Verder ziet hij erop toe dat de doelgroepwerknemers het materieel met orde en zorgzaamheid hanteren. Mogelijk voert hij zelf een aantal beperkte onderhouds-, instellings-, en herstellingswerkzaamheden uit aan het materieel. Hij kan hierbij geassisteerd worden door de doelgroepwerknemers. Verder rapporteert de monitor/begeleider over technische problemen alsook de nood aan nieuwe investeringen in materieel.
Instaan voor orde en netheid op de werkplaats
De monitor/begeleider staat in voor het op orde en net houden van atelier of productieafdeling, winkel en buitendienst.
Werkadministratie doen
De verantwoordelijkheden van de monitor/begeleider betreffende werkadministratie zijn eerder summier. De monitor/begeleider registreert een aantal productiegegevens, bijvoorbeeld: wat werd er gerealiseerd, hoeveel mensen werkten hieraan mee, hoeveel tijd werd hieraan besteed en welke grondstoffen werden verbruikt. Verder registreert hij de aan- en afwezigheden en het aantal gepresteerde uren van de doelgroepwerknemers. Dit kan gebeuren via een software toepassing.
Intern communiceren
Er is sprake van een continue communicatie tussen enerzijds de monitor/begeleider en de productie- of projectverantwoordelijke over technische en productieaangelegenheden alsook tussen de monitor/begeleider en de personeelsdienst, sociale dienst of de projectverantwoordelijke over het begeleiden van de doelgroepwerknemers.
27
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Anderzijds communiceert de monitor/begeleider op voortdurende basis met de doelgroepwerknemers binnen zijn ploeg alsook met zijn collega’s monitor/begeleider. Indien nodig overlegt de monitor/begeleider met collega’s van de technische dienst, het magazijn, de opleidingencel, de kwaliteitsdienst en de dienst preventie en milieu. De monitor/begeleider neemt ook deel aan het formele werkoverleg met de omkadering en organiseert soms zelf een werkoverleg met de eigen ploeg doelgroepwerknemers (dit is voornamelijk het geval in de sociale werkplaatsen).
Opbouwen van de eigen deskundigheid
De monitor/begeleider neemt deel aan vormingscursussen die gericht zijn op het vaktechnische dan wel begeleidingsaspect van zijn beroep. Hij wordt op de hoogte gehouden van relevante sectorale ontwikkelingen en van beleidsmatige evoluties.
Kwaliteitszorg en milieu
De monitor/begeleider realiseert de arbeidsgerichte begeleiding van de doelgroepwerknemers volgens het neergelegde kwaliteitshandboek of volgens de afgesproken gedragscode. Hij coordineert de productie volgens de kwaliteitsrichtlijnen eigen aan de beschutte of sociale werkplaats. Ook houdt hij vast aan de geldende milieuvoorschriften in zoverre zij van toepassing zijn op het takenpakket van de ploeg.
Bevorderen van het welzijn op het werk
De monitor/begeleider heeft een zeer belangrijke verantwoordelijkheid betreffende welzijn op het werk. Hij volgt op een manifeste manier nauwgezet de voorschriften betreffende veiligheid en gezondheid op en is zich bewust van de voorbeeldfunctie die hij voor de doelgroepwerknemers vervult. Hij signaleert de stresscondities binnen de eigen ploeg en de oorzaken ervan. Hij werkt mee aan het ergonomisch inrichten van de werkposten door zelf courante aanpassingen door te voeren en door beroep te doen op de preventieadviseur of de verantwoordelijke opleiding. Tenslotte kijkt de monitor/begeleider streng toe op pesten, geweld of ongewenst seksueel gedrag op het werk en grijpt in of verwijst door waar nodig.
28
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Samenvattend: De monitor/begeleider beschutte en sociale werkplaatsen is, binnen een ruimer omkaderingsteam, rechtstreeks verantwoordelijk voor een ploeg doelgroepwerknemers. Hij staat in voor de coördinatie van de arbeidsactiviteiten van deze ploeg. Hij bereidt de opdrachten van de ploeg voor, staat in voor de opvolging en bijsturing van hun arbeidsactiviteiten en voert een aantal specifieke taken uit betreffende het onderhouden, instellen en herstellen van materieel. Tegelijk staat de monitor/begeleider in voor de begeleiding van de doelgroepwerknemers binnen zijn ploeg. Hij neemt begeleidingsactiviteiten op nodig voor de inschakeling van de doelgroepwerknemers in het arbeidsproces. Hij staat in voor de dagdagelijkse begeleiding van de doelgroepwerknemers op de werkvloer en voor hun training on the job. De monitor/begeleider heeft voortdurend oog voor zowel het persoonlijke welzijn van de individuele doelgroepwerknemers als voor het groepswelzijn van gans de ploeg.
1.4. Doorgroeimogelijkheden Er bestaat geen basisopleiding binnen het dagonderwijs voor het beroep monitor/begeleider. Mensen die in het beroep stappen komen dan ook uit diverse hoeken. Het kan gaan om schoolverlaters of om mensen met ervaring. Vroeger werden voornamelijk mensen aangeworven die hun roots hadden binnen de sociale sector (bijvoorbeeld mensen uit het onderwijs, opvoeders die in een instelling werkten, …). Nu zien we steeds vaker dat mensen vanuit de privé-sector worden aangetrokken, bijvoorbeeld mensen die in een schilders- of tuinbouwbedrijf werkten of mensen die uit de textielindustrie, grafische industrie, … komen. In de sociale werkplaatsen merken we bovendien op dat een aantal doelgroepwerknemers doorgroeiden naar het beroep van monitor/begeleider. Afhankelijk van de bagage die men heeft, biedt men vorming aan. Het is hoe dan ook de bedoeling dat de beginnende monitor/begeleider na één of twee weken van start gaat met zijn ploeg. Hij zal hierbij gecoacht worden door ofwel een collega monitor/begeleider ofwel door de projectverantwoordelijke of de productieverantwoordelijke in samenwerking met de sociale dienst. Het duurt gemiddeld 6 maanden vooraleer de monitor/begeleider het productieproces, de mensen alsook de werkplaatscultuur kent. In dit proces moeten tijd en energie geïnvesteerd worden. Voor de monitor/begeleider zijn er meerdere doorgroeimogelijkheden. Het meest evident blijkt het doorgroeien naar projectverantwoordelijke of naar afdelingsverantwoordelijke/productieverantwoordelijke.10 Het is echter ook mogelijk dat de monitor/begeleider doorgroeit naar het beroep van medewerker of verantwoordelijke personeelsdienst, verantwoordelijke sociale dienst of verantwoordelijke opleidingscel.
10
In het kader van de beroepenstructuur (SERV, 2003, beroepenstructuur beschutte en sociale werkplaatsen) wordt afdelingsverantwoordelijke als onderdeel van het beroep productieverantwoordelijke beschouwd.
29
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Wij merken hierbij op dat de doorgroeimogelijkheden in de grotere werkplaatsen talrijker zijn. Dit maakt dat het loopbaanverloop van de monitor/begeleider er als volgt kan uitzien: monitor/begeleider → projectverantwoordelijke afdelingsverantwoordelijke/productieverantwoordelijke ofwel monitor/begeleider → medewerker of verantwoordelijke personeelsdienst verantwoordelijke sociale dienst of opleidingencel
2 . T ake n en Compe ten ties Het takenpakket wordt telkens ingedeeld in voorbereidende, uitvoerende en ondersteunende taken. De voorbereidende taken zijn dan die taken die voorafgaand aan de uitvoerende taken verricht moeten worden. Het kan onder meer gaan om het plannen van de uit te voeren activiteiten, het klaarzetten van grondstoffen,… . Het gaat dus heel specifiek om taken die verricht worden ter voorbereiding van het eigen werk en niet ter voorbereiding van het werk van anderen. Omdat de monitor/begeleider de opdrachten plant en voorbereidt van een ploeg, zullen we dit als uitvoerende taken beschouwen. We weerhouden geen voorbereidende taken. De uitvoerende taken maken de echte kern van het beroep uit
De ondersteunende taken zijn taken die doorheen het volledige takenpakket moeten worden toegepast en die voor de meeste beroepen gelden. Het gaat ondermeer om het naleven van algemene voorschriften m.b.t. kwaliteitszorg, veiligheid en milieu. Per taak zullen tevens de competenties vermeld worden, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van die welbepaalde taak. Onder competenties verstaan we de reële en individuele capaciteit om kennis (theoretische en praktische kennis), vaardigheden en attitudes in het handelen aan te wenden, in functie van de concrete, dagdagelijkse en veranderende werksituatie en in functie van persoonlijke en maatschappelijke activiteiten. In dit profiel wordt het takenpakket van een ervaren monitor/begeleider toegelicht. Naast de opsomming van taken en competenties van deze ervaren beroepsbeoefenaar wordt eveneens aandacht geschonken aan de taken en competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar. Dit geeft een indicatie van wat iemand moet kennen en kunnen na een basisopleiding.
30
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
De volgende takenclusters kunnen onderscheiden worden: 2. 2.1. 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.1.7 2.1.8 2.1.9 2.2. 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3.
Taken en Competenties .......................................................................................... 30 Uitvoerende taken..................................................................................................... 32 Voorbereiden van de opdrachten ......................................................................... 32 Leiding geven aan de ploeg doelgroepwerknemers .............................................. 33 Begeleiden van de doelgroepwerknemers ............................................................ 33 Instaan voor het productieproces ......................................................................... 38 Onderhouden, instellen en herstellen van materieel.............................................. 41 Instaan voor orde en netheid op de werkplaats..................................................... 42 Werkadministratie doen ....................................................................................... 42 Intern communiceren ........................................................................................... 42 Opbouwen van de eigen deskundigheid ............................................................... 43 Ondersteunende taken ........................................................................................... 44 Kwaliteitszorg ...................................................................................................... 44 Milieu .................................................................................................................. 44 Bevorderen van het welzijn op het werk ............................................................... 45 Beginnende beroepsbeoefenaar................................................................................ 46
31
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
2.1. Uitvoerende taken 2.1.1
V o o r b e r e i d e n v a n d e o p d r a c h t e n 11 Taken
11
Maken van een tijdsplanning voor de werkzaamheden van de eigen ploeg
Bepalen van de concrete werkmethode die men zal volgen om een bepaald product of een bepaalde dienst tot stand te brengen
Bepalen van de personeelsinzet nodig voor een specifieke opdracht
Inrichten van de verschillende arbeidsposten
Competenties
Kennis kunnen nemen van de ruimere algemene planning
Realiteitszin hebben
Kennis van de verschillende stappen voor het realiseren van de opdracht, afhankelijk van de gevraagde kwaliteit van product of dienst
Kennis van de benodigde grondstoffen en materieel
Kennis van de verschillende stappen voor het realiseren van de opdracht, afhankelijk van de gevraagde kwaliteit van product of dienst
Kunnen berekenen van het ideaal aantal doelgroepwerknemers nodig voor de uitvoering van de opdracht
Kennis van de interesses en de vaardigheden van de verschillende doelgroepwerknemers (zie tabel 2.1.3.1)
Kunnen rekening houden met deadlines
In geval van een atelier of productieafdeling: kunnen inrichten van de werkposten door machines, hulpmiddelen, gereedschappen en grondstoffen klaar te zetten
In geval van een buitendienst: kunnen inrichten van een werf door bijvoorbeeld ladders en loopbruggen klaar te zetten, ondergronden af te dekken, ….
Kennis en kunnen toepassen van de geldende veiligheidsvoorschriften bij het inrichten van de werkposten of de werf
Kunnen leggen van de juiste prioriteiten bij normale gang van zaken, storingen of defecten, spoedorders
Kennis van de verschillende stappen voor het realiseren van de opdracht, afhankelijk van de gevraagde kwaliteit van product of dienst
Het plannen van de werkzaamheden en de werkmethode gebeurt steeds binnen de ruimere algemene planning. Het bepalen van personeelsinzet en het inrichten van de werkposten, gebeurt eventueel binnen een gekregen planning. De monitor/begeleider overlegt en kan rekenen op de ondersteuning van verschillende diensten bij het voorbereiden van de opdrachten.
32
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
2.1.2
Leiding geven aan de ploeg doelgroepwerknemers Taken
Geven van taken en opdrachten
Motiveren van de doelgroepwerknemers met het oog op een goede taakuitvoering
Zorgen voor een goede verstandhouding binnen de ploeg
Competenties
Kunnen organiseren van een briefing
Kennis van de verschillende manieren van individueel en collectief motiveren
Kunnen vertrekken vanuit de eigenheid van de doelgroepwerknemers: weten hoe de verschillende doelgroepwerknemers het best te motiveren zijn
Kunnen positief hanteren van het groepsdynamisch gebeuren
Ervoor kunnen zorgen dat ieder individu zich goed voelt in de groep
Kennis conflicthantering: Kunnen inspelen op situaties die uit de hand dreigen te lopen, geen afwachtende houding aannemen
Kunnen geven van informatie op maat van de doelgroepwerknemers
2.1.3
Begeleiden van de doelgroepwerknemers
2.1.3.1
Begeleidingsactiviteiten nodig voor het inschakelen van doelgroepwerknemers Taken
Opvangen van nieuwe doelgroepwerknemers
Competenties
Zich voldoende kunnen informeren over de nieuwe medewerker
Kunnen geruststellen van een nieuwe medewerker
Een rustige en kalme houding kunnen aannemen
Kunnen sturen van de groep naar een positieve houding ten opzichte van nieuwkomers
Kunnen volgen van de voorgeschreven procedure met betrekking tot onthaal: voorstellen, rondleiding, uitleg, …
33
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Zoeken naar gepaste arbeid, die aansluit bij de interesses en mogelijkheden van de medewerker
Op de werkvloer blijvend analyseren van de arbeids- en groeimogelijkheden van de doelgroepwerknemers
Formeel in kaart brengen van het functioneren van de medewerker op de werkvloer, dit in functie van de begeleidingsgesprekken
In overleg werkpunten bepalen met het oog op een optimaal functioneren van de medewerker zoals bijvoorbeeld: • Toekennen van andere taken • Duidelijkere instructie bij opdrachten • Intensieve training on the job
Kunnen inschatten van de moeilijkheidsgraad van de verschillende taken
Kunnen nagaan in hoeverre een taak aansluit bij een medewerker, rekening houdend met bijvoorbeeld: • De interesses en de competenties van de medewerker • De handicap van de medewerker • De perceptie van sociale aanvaarding van de medewerker • Mogelijk bijkomend: epilepsie, medicijngebruik, psychische of gedragsstoornissen
Een taak kunnen aanpassen opdat die beter aansluit bij de medewerker
Kunnen observeren
Kennis van de doelstellingen van begeleidingsplannen en begeleidingsgesprekken
Kennis van de afspraken hier rond binnen de werkplaats, bijvoorbeeld: frequentie, punten die aan bod komen
Kunnen invullen van de geijkte formulieren bijvoorbeeld door het geven van cijfers, het aanduiden op schalen, aanvullen met uitspraken
Discreet zijn
Constructief kunnen meewerken aan het vastleggen van afspraken
Discreet zijn
Kunnen opvangen en interpreteren van signalen Bij de analyse kunnen inbrengen van kennis omtrent het functioneren van personen met een handicap en het functioneren van doelgroepwerknemers
Objectief zijn Verantwoordelijkheidszin hebben In een open gesprek de eigen informatie kunnen voorleggen aan de medewerker maar ook kunnen luisteren naar zijn waarnemingen
Objectief zijn Verantwoordelijkheidszin hebben
34
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
2.1.3.2
Begeleiden van de doelgroepwerknemers tijdens het werk Taken
Opbouwen van een vertrouwensrelatie met de medewerker
Oog en oor hebben voor het persoonlijke welzijn, de gezondheids- alsook de hygiënegewoontes van de doelgroepwerknemer en doorverwijzen indien nodig
Realiseren van een werkkader, waar doelgroepwerknemers betrokken worden en kunnen groeien in verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
Aanbieden van duidelijke structuren
Competenties
Zich kunnen verplaatsen in de leefwereld van de medewerker
Kunnen blijk geven van waardering en respect
Zich persoonlijk betrokken voelen over het welzijn van de doelgroepwerknemers, zonder de daarbij nodige afstand uit het oog te verliezen
Luisterbereidheid tonen
Voor iedere medewerker de meest optimale communicatievorm kunnen zoeken
Alert zijn Kunnen observeren en analyseren Verbanden kunnen leggen tussen situaties Onuitgesproken hulpvragen kunnen onderkennen en aanpakken
Kunnen terugkoppelen naar de begeleidingsactiviteiten rond het aanleren van vaardigheden (zie tabel 2.1.3.3)
Kunnen onderkennen van ernstige probleemsituaties
Kennis van de modaliteiten voor doorverwijzing binnen en buiten de werkplaats
Kennis sociale kaart
Kunnen geven van positieve stimulansen en opbouwende kritiek over het eigen kunnen van de medewerker
Kunnen aanreiken en ondersteunen van concrete groei- en participatiemogelijkheden
Zich voortdurend bewust zijn van de voorbeeldfunctie die men vervult voor het opvolgen van de regels en afspraken binnen de werkplaats
Kennis van de regels en afspraken, alsook de procedures in geval van overtreding
Kunnen motiveren van regels en afspraken
De eigen observaties en interpretaties kunnen meedelen aan bijvoorbeeld de verantwoordelijke sociale dienst of de projectverantwoordelijke
Kunnen controleren op naleving Kunnen geven van positieve feedback Kunnen attent maken op fouten of overtredingen In geval van fouten of overtredingen, kunnen sanctioneren op een verantwoorde wijze
35
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
12
Coachen van de medewerker tijdens het werk
Oog en oor hebben voor de taakgerichte problemen bij de uitvoering van het werk en ingrijpen indien nodig
Kunnen opnemen en vertalen in de begeleiding van de principes van emancipatie en responsabilisering
Kennis van de uitgangspunten van coaching12 en deze kunnen toepassen in de praktijk
Kunnen voeren van leergesprekken
Luisterbereidheid tonen
Kunnen linken van de coaching op de werkplaats aan het streven naar grotere zelfstandigheid, draagkracht en weerbaarheid in andere levensdomeinen Alert zijn Kunnen observeren en analyseren van werkposten en gedrag
Verbanden kunnen leggen tussen situaties
Kunnen onderkennen van ernstige probleemsituaties
Kunnen bijspringen bij de taakuitvoering
Kunnen terugkoppelen naar de begeleidingsactiviteiten nodig voor het inschakelen van doelgroepwerknemers (zie tabel 2.1.3.1)
Onuitgesproken hulpvragen kunnen onderkennen en aanpakken
Een taak kunnen aanpassen opdat zij beter aansluit bij de medewerker
Belangrijke uitgangspunten bij coaching zijn: Het bij de persoon zelf leggen van zelfstandigheid verantwoordelijkheid en initiatief. Het geven van ruimte alsook het stellen van grenzen en kaders. Het ondersteunen bij het nadenken. (Timmer, J.T., 2000)
36
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
2.1.3.3
Training on the job Taken
Competenties
Vervullen van een voorbeeldfunctie
Zich te allen tijde bewust zijn van de voorbeeldfunctie die men vervult zowel voor arbeidsattitudes als vaktechnische en sociale vaardigheden
Aanleren van vaktechnische vaardigheden
Kunnen detecteren, stellen en opvolgen van leerdoelstellingen
Beschikken over de nodige vaktechnische vaardigheden, afhankelijk van het concrete werkplaatsgebeuren
Beschikken over de nodige didactische vaardigheden
Kunnen logisch opbouwen van een leerproces naar chronologie, hoofd- en bijzaken, kadering in een groter geheel, …
Kunnen uitleggen op maat van de medewerker
Beschikken over de nodige didactische vaardigheden
Kunnen dadelijk reageren op probleemgedrag
Kunnen stap voor stap te werk gaan
Aanleren van sociale vaardigheden, vaardigheden met betrekking tot gezondheids- alsook hygiënegewoontes en arbeidsattitudes
Geduldig zijn Kunnen motiveren van mensen Kunnen detecteren, stellen en opvolgen van leerdoelstellingen
Kunnen voeren van een individueel of groepsgesprek: • Kunnen motiveren waarom dit gedrag wel of niet kan • Kunnen duiden op afspraken en op mogelijke gevolgen • Luisterbereidheid tonen Discreet zijn Consequent zijn
37
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
2.1.4
Instaan voor het productieproces
2.1.4.1
Opvolgen en bijsturen van de activiteiten op de afdeling productie of atelier Taken
Opvolgen van de productie met het oog op de vooropgestelde kwantiteit en kwaliteit
Bijsturen van de productie met het oog op de vooropgestelde kwantiteit en kwaliteit: • Instrueren van de doelgroepwerknemers • Bijstellen van machines of gereedschappen • Aanpassen van de te gebruiken grondstoffen
Vlot inspelen op technische incidenten of onvoorziene omstandigheden
Meewerken indien nodig
Zelf controleren of kwaliteitscontrole mogelijk maken van het gerealiseerde product
Problemen analyseren en voorstellen doen ter verbetering van het productieproces
Competenties
Kennis planning en deadlines
Kennis van de kwaliteitsrichtlijnen voor de specifieke afdeling
Kennis normen over hygiëne (Hazard Analysis Critical Control Points (HACCP)) bij het omgaan met voedingsproducten
Kunnen vaststellen op welk domein men dient bij te sturen
Kennis van de werking van de machines of gereedschappen en hun onderdelen in hun relatie tot het eindproduct
Eventueel kunnen beperkt bijstellen van de machines en gereedschappen
Kennis van de verschillende kwaliteiten van de grondstoffen in hun relatie met het eindproduct
Eventueel kunnen beslissen tot de noodzaak op een andere kwaliteit van grondstoffen over te stappen
Op niveau van de werknemer kunnen formuleren hoe hij zijn handelingen moet bijsturen
Kunnen leggen van prioriteiten
Economisch ingesteld zijn
Kennis van de kwaliteitsrichtlijnen voor de specifieke afdeling
Weten hoe kwaliteitscontroles uit te voeren
Kunnen probleemoplossend denken
Kunnen observeren Kennis van methoden voor de uitvoering van gestructureerde controles op diverse werkposten
Kunnen aanpassen van de planning of de werkmethode Creatief zijn Kunnen uitvoeren van al de verschillende handelingen die binnen de afdeling aan bod komen
Kennis van de succesfactoren voor een goede werkplaats-organisatie: kwaliteit, efficiëntie, orde, effectiviteit, netheid, … Kennis van de opvolgingssystemen en – indicatoren gebruikt binnen de werkplaats
38
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
2.1.4.2
Opvolgen en bijsturen van de afdeling winkel Taken
Toezien op een correct onthaal van de klanten en op een correcte bediening in de winkel of aan de kassa, door de doelgroepwerknemers
Toezien op: • Inrichting en aankleding van de winkel • Het aanvullen van de winkel • Het juist prijzen van de tentoongestelde goederen • Het waarborgen van de winkelkwaliteit van de aangeprezen goederen
Competenties
Commercieel ingesteld zijn
Kennis presentatietechnieken voor het uitstallen van goederen
Kunnen uittekenen van een prijsbeleid
Kunnen organiseren en plannen
Klantgericht zijn Kunnen beheersen van conflicten Onderhandelingsvaardig zijn Kennis productengamma Kennis verkoopstechnieken Kennis kassa administratie Kennis werking kassa Ordelijk en net kunnen werken en hiertoe ook de doelgroepwerknemers kunnen motiveren
Basiskennis voorraadbeheer en bijhorende gegevensverwerking Kwaliteitsbewust werken Kennis van de HACCP normen bij het omgaan met voedingsproducten
Bijsturen van de doelgroepwerknemers door het geven van instructies
Op niveau van de werknemer kunnen formuleren hoe hij zijn handelingen moet bijsturen
Vlot inspelen op technische incidenten of onvoorziene omstandigheden
Kunnen leggen van prioriteiten
Economisch ingesteld zijn
Kunnen mee uitbouwen van een relatienetwerk
Mee kunnen uitwerken van nieuwe ideeën om producten te promoten en te verkopen
Kennis van de succesfactoren van het winkelgebeuren: kwaliteit, klantvriendelijkheid, orde en netheid, …
Kunnen probleemoplossend denken
Meewerken indien nodig
Meewerken aan het geven van nieuwe impulsen aan het winkelgebeuren
Problemen analyseren en voorstellen doen ter verbetering
Kunnen aanpassen van de planning of de werkmethode Creatief zijn Kunnen uitvoeren van al de verschillende handelingen die binnen de afdeling winkel aan bod komen In de mate van het mogelijke, kunnen opvolgen van nieuwe initiatieven bij de concurrentie
Kennis van de opvolgingssystemen en – indicatoren gebruikt binnen de werkplaats
39
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
2.1.4.3
Opvolgen en bijsturen van de afdeling buitendienst Taken
Organiseren van transport van en naar de buitendienst van • Doelgroepwerknemers • Grondstoffen en gereedschappen
Maken en nakomen van werkafspraken met de klant
Erop toezien dat de activiteiten klantgericht en kwaliteitsvol worden uitgevoerd
Bijsturen van de afdeling buitendienst met het oog op de vooropgestelde kwantiteit en kwaliteit: • Instrueren van de doelgroepwerknemers • Bijstellen van machines of gereedschappen • Aanpassen van de te gebruiken grondstoffen
Competenties
Kunnen organiseren: kunnen instaan voor een degelijk agendabeheer
Kennis goederentransport: gewicht, breekbaarheid, …
Kennis veilig personenvervoer
Kunnen komen tot voor beide partijen werkbare afspraken.
Klant gericht zijn
Kunnen aan de dag leggen van de nodige discipline
Klantgericht zijn
Kennis planning en deadlines
Kennis van de HACCP normen bij het omgaan met voedingsproducten
Kunnen vaststellen op welk domein men dient bij te sturen
Kennis van de werking van de gereedschappen in relatie tot het eindresultaat
Eventueel kunnen beperkt bijstellen van de gereedschappen
Kennis van de verschillende kwaliteiten van de grondstoffen in hun relatie met het eindresultaat
Eventueel kunnen beslissen tot de noodzaak op een andere kwaliteit van grondstoffen over te stappen
Op niveau van de werknemer kunnen formuleren hoe hij zijn handelingen moet bijsturen
Zelf kunnen besturen van bijvoorbeeld camionette
Onderhandelingsvaardig zijn Communicatief vaardig zijn Kunnen organiseren: kunnen instaan voor een degelijk agendabeheer
Kennis van de kwaliteitsrichtlijnen voor de buitendienstafdeling Kunnen observeren van de uitvoering van de werkzaamheden
40
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Vlot inspelen op technische incidenten of onvoorziene omstandigheden
Meewerken indien nodig
Problemen analyseren en voorstellen doen ter verbetering
2.1.5
Kunnen leggen van prioriteiten
Economisch ingesteld zijn
Kennis van de succesfactoren voor een goede organisatie van de buitendienst: kwaliteit, efficientie en effectiviteit, stiptheid, klantvriendelijkheid, …
Kunnen probleemoplossend denken
Creatief zijn Kunnen uitvoeren van al de verschillende handelingen die binnen de afdeling buitendienst aan bod komen
Kennis van de opvolgingssystemen en – indicatoren gebruikt binnen de werkplaats
Onderhouden, instellen en herstellen van materieel Taken
Kunnen aanpassen van de planning of de werkmethode
Controleren van de goede werking, het juiste aantal en de juiste staat van het materieel
Toezien dat het materieel met orde en zorgzaamheid wordt gehanteerd door de doelgroepwerknemers Indien nodig zelf specifieke werkzaamheden aan het materieel uitvoeren: • Specifieke onderhoudstaken uitvoeren • Instellen en bijregelen • Specifieke herstellingen uitvoeren
Competenties
Kennis van de werkingsprincipes van het materieel
Weten hoeveel materieel de ploeg nodig heeft
Zich ten allen tijde bewust zijn van de voorbeeldfunctie die men vervult
Kunnen motiveren van de gestelde handelingen
Kunnen instellen en bijregelen
Kunnen uitvoeren van specifieke herstellingen
Kunnen lezen van technische voorschriften
Kunnen controleren van de goede staat van het materieel
Kennis van de werking van de machines of gereedschappen en hun onderdelen, in functie van de specifieke werkzaamheden Kennis en kunnen toepassen van specifieke onderhoudsvoorschriften en –werkzaamheden Kunnen gebruik maken van gereedschap (tangen, schroevendraaiers, sleutels, …)
41
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
2.1.6
Instaan voor orde en netheid op de werkplaats Taken
Zorgen voor het op orde en net houden van de werkplaats
2.1.7
Competenties
Competenties
Kunnen raadplegen en zelf aanvullen van een werkorder
Kennis van de basisbegrippen van het softwareprogramma van de werkplaats om basishandelingen binnen het softwareprogramma te kunnen verrichten
Bijhouden van enkele personeelsgegevens van de doelgroepwerknemers, zoals bijvoorbeeld: • Aan- en afwezigheden • Aantal gepresteerde uren
Kunnen gebruiken van het systeem voor de registratie van aan- en afwezigheden, verlofdagen, overuren, recuperaties, …
Kennis van de basisbegrippen van het softwareprogramma van de werkplaats om basishandelingen binnen het softwareprogramma te kunnen verrichten
Intern communiceren Taken
Kunnen visueel markeren van de vaste plaats van een voorwerp
Bijhouden van productie-gegevens, zoals bijvoorbeeld: • Gerealiseerd product of dienst • Aantal mensen die hieraan meewerkten • Hoeveel tijd men hiervoor nodig had • Ongeregeldheden die eventueel zijn voorgevallen
2.1.8
Aandacht hebben voor ordelijk en net werken
Werkadministratie doen Taken
Kennis richtlijnen
Continue communicatie met: • De productie- of projectverantwoordelijke omtrent technische en productie aangelegenheden • De sociale dienst, personeelsdienst of projectverantwoordelijke omtrent de begeleiding van de doelgroepwerknemers • De collega’s monitor/begeleider Continue communicatie met de doelgroepwerknemers
Competenties
Kennis van de modaliteiten voor rapportering en overleg binnen de werkplaats
Kunnen mondeling en schriftelijk (mogelijk via mail) rapporteren
Kunnen gestructureerd bespreken van deze onderwerpen
Kunnen onderscheiden van hoofd- en bijzaken Sociaal en communicatief vaardig zijn Kunnen communiceren op een open en directe manier, afgestemd op het niveau van de medewerker
42
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Waar nodig communicatie over lopende zaken met andere collega’s zoals technische dienst, magazijn, kwaliteitsdienst, preventieadviseur, …
Deelnemen aan het werkoverleg met de omkadering
Zelf organiseren en leiden van een werkoverleg met de ploeg doelgroepwerknemers
2.1.9
Kennis van de modaliteiten voor rapportering en overleg binnen de werkplaats
Kunnen gestructureerd bespreken van lopende zaken
Kunnen op een constructieve manier deelnemen aan vergaderingen
Sociaal en communicatief vaardig zijn
Op een eerlijke manier kunnen praten over problemen en knelpunten
Kunnen meewerken aan het formuleren van nieuwe ideeën en invalshoeken voor de begeleiding in de werkplaats
Het individuele handelen kunnen toetsen en aanpassen aan de visie van de werkplaats, de andere leden van het omkaderingsteam en de doelgroepwerknemers
Kunnen organiseren van en kunnen leiding nemen in overlegsituaties
Sociaal en communicatief vaardig zijn
Opbouwen van de eigen deskundigheid Taken
Kunnen uitwisselen van informatie over het functioneren van de doelgroepwerknemers
Competenties
Deelnemen aan vorming gericht op het vaktechnische dan wel begeleidingsaspect van het beroep
Bereid zijn te leren
Op de hoogte gehouden worden van de relevante sectorale ontwikkelingen alsook van de beleidsmatige evoluties
Kennis missie en visie van de eigen werkplaats
Beschikken over een brede maatschappelijke belangstelling
Kunnen ontwikkelen van een eigen mening en visie omtrent de concrete begeleiding van de doelgroepwerknemers
Kunnen integreren van de verworven competenties in de dagdagelijkse werksituatie Kennis van de kanalen volgens dewelke men op de hoogte kan blijven van de relevante sectorale ontwikkelingen alsook van beleidsmatige evoluties
43
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
2.2. Ondersteunende taken 2.2.1
Kwaliteitszorg Taken
Arbeidsgericht begeleiden van doelgroepwerknemers volgens: • Het individuele begeleidingsplan • Het kwaliteitshandboek • De neergelegde gedragscode
Vervullen van een voorbeeldfunctie voor het toepassen van de kwaliteitsrichtlijnen met betrekking tot het eigenlijke productieproces
2.2.2
Competenties
Kennis van de principes van het kwaliteitshandboek
Kunnen doortrekken van deze principes naar de dagdagelijkse begeleiding
Kennis van de neergelegde gedragscode
Doorheen de dagdagelijks begeleiding kunnen vormgeven aan het individuele begeleidingsplan van de medewerker
Kennis en kunnen toepassen van de kwaliteitsrichtlijnen van de werkplaats, in zoverre deze van toepassing zijn op het eigen takenpakket of dit van de doelgroepwerknemers
Zich ten allen tijde bewust zijn van de voorbeeldfunctie die men vervult
Kunnen motiveren van de gestelde handelingen
Milieu Taken
Kunnen inrichten van de dagdagelijkse begeleiding naar de gedragscode
Vervullen van een voorbeeldfunctie voor het toepassen van de geldende milieuvoorschriften
Vervullen van een voorbeeldfunctie bij het sorteren en opslaan van afval en restproducten
Competenties
Kennis en kunnen toepassen van de geldende milieuvoorschriften, in zoverre deze van toepassing zijn op het eigen takenpakket of dit van de doelgroepwerknemers
Zich ten allen tijde bewust zijn van de voorbeeldfunctie die men vervult
Kunnen motiveren van de gestelde handelingen
Kennis van gevaarlijke en ontvlambare producten en hun opslag
Weten welke grondstoffen in aanmerking komen voor hergebruik
Zich ten allen tijde bewust zijn van de voorbeeldfunctie die men vervult
Kunnen motiveren van de gestelde handelingen
Kennis van de verschillende soorten afval en hun sorteringprincipes
44
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
2.2.3
B e v o r d e r e n v a n h e t w e l z i j n o p h e t w e r k 13 Taken
13
Competenties
Zich ten allen tijde bewust zijn van de voorbeeldfunctie die men vervult
Kennis en kunnen toepassen van de voorschriften in zoverre van toepassing op het eigen takenpakket en dit van de doelgroepwerknemers
Kennis van de risico’s eigen aan grondstoffen en materieel, kennis van hun etikettering en pictogrammen
Kennis en hanteren van de persoonlijke beschermingsmiddelen (bijvoorbeeld brillen, kledij, …) en de collectieve beschermingsmiddelen (bijvoorbeeld blussers, beveiliging hoogtewerkers, …)
Kunnen motiveren van de gestelde handelingen
Kunnen herkennen van stresssignalen: lichamelijke klachten, emotionele signalen, gedragsveranderingen, …
Meewerken aan het ergonomisch inrichten van de werkposten • Zelf kleine aanpassingen doorvoeren • Beroep doen op de dienst opleiding, de preventieadviseur, …
Basiskennis ergonomie
Beschermen van de doelgroepwerknemers tegen pesten, geweld of ongewenst seksueel gedrag op het werk
Kennis van de maatregelen vastgelegd door de werkplaats betreffende de bescherming van werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
Kunnen inspelen op situaties die uit de hand dreigen te lopen, geen afwachtende houding aannemen
Direct regelend kunnen optreden bij extreme uitingen zoals agressie
Vervullen van een voorbeeldfunctie voor het opvolgen van de voorschriften betreffende veiligheid en gezondheid
Signaleren van de stresscondities en hun oorzaken
Kennis van de risico’s die stress kunnen veroorzaken: inhoud van het werk, veranderingen, inrichting werkplek, …
Kunnen installeren van courante ergonomische hulpmiddelen
(B.S. 18.9.1996) Welzijn is het geheel van factoren betreffende de omstandigheden waarin arbeid wordt verricht zijnde: de arbeidsveiligheid, de bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk, de psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, de ergonomie, de arbeidshygiëne, de verfraaiing van de arbeidsplaatsen, de maatregelen van de onderneming inzake leefmilieu wat betreft hun invloed op de vorige factoren en de bescherming van de werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.
45
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
2.3. Beginnende beroepsbeoefenaar De beginnende monitor/begeleider gaat zeer snel van start met een eigen ploeg, hij verricht dus meteen alle taken die een ervaren beroepsbeoefenaar uitvoert. Dit moet echter ten dele genuanceerd worden. De beginnend beroepsbeoefenaar krijgt binnen de organisatie waarin hij tewerkgesteld is coaching van ofwel een collega monitor/begeleider ofwel van de projectverantwoordelijke of de productieverantwoordelijke in samenwerking met de sociale dienst. Dit kan onder de vorm van peter- of meterschap gebeuren. Bovendien wordt aan de beginnende beroepsbeoefenaars vaak een vormingspakket aangeboden. Op die manier krijgt de beginnende monitor/begeleider de kans om te groeien in het beroep en een meer specifieke kennis te verwerven over de doelgroepwerknemers, het productieproces en de organisatie waarin hij werkt.
3 . Compe te nties Onder competenties verstaan we het samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingen, dat aantoonbaar ontleend is aan concrete handelingen en/of taken die voorkomen in de beroepsuitoefening van de monitor/begeleider. In dit hoofdstuk beschrijven we achtereenvolgend de algemene beroepskennis, de sleutelvaardigheden en de specifieke vereisten, waarover de monitor/begeleider moet beschikken.
3.1. Algemene beroepskennis Kennis van principes en uitgangspunten sociale en beschutte tewerkstelling Kennis van de huidige maatschappelijke visies omtrent de zorg voor personen met een handicap en zeer moeilijk bemiddelbare langdurig werkzoekenden. Kennis actuele tendensen van het streven naar zelfbepaling, inclusie, subsidiariteitsbeginsel, emancipatie, … en deze kunnen koppelen aan de dagdagelijkse activiteiten binnen de werkplaats. Kennis van de huidige maatschappelijke visies omtrent sociale en beschutte tewerkstelling. Kennis van de ontstaansgeschiedenis en evolutie van deze werkvormen. Kennis van de belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot beschutte en sociale werkplaatsen op wetgevend vlak.
46
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Basiskennis tewerkstellingsmaatregelen. Kennis van de werking en doelstelling van het Buitengewoon Secundair Onderwijs (BUSO), VDAB en ATB. Kennis van de alternatieve mogelijkheden voor tewerkstelling zoals begeleid werken, arbeidszorg, NEC, … . Kennis van de actuele maatschappelijke problematieken en mechanismes die aan de basis liggen van sociale uitsluiting en achterstelling, kennis van hun oorzaken en hun evoluties. Kennis van de eigen organisatie Kennis van de missie en de visie van de eigen werkplaats. Kennis van de verschillende afdelingen van de werkplaats; weten wie binnen de werkplaats voor wat verantwoordelijk is. Kennis van de chronologie van het productieproces. Kennis van de externe partners. Kennis van de interne samenwerking. Kennis van de modaliteiten voor communicatie, rapportering en overleg. Kennis van de modaliteiten voor doorverwijzing. Kennis van de modaliteiten voor planning van productie en technisch onderhoud. Kennis van de specifieke invulling van de werkplaats naar begeleiding toe. Kennis neergelegde gedragscode en kwaliteitshandboek. Kennis van de interne regels en afspraken (arbeidsreglement, huishoudelijk reglement, procedures, …) en kennis van de maatregelen bij niet naleving ervan. Kennis visie, methode of richtlijnen voor het dagdagelijkse begeleiden van de doelgroepwerknemers. Kennis van leiding geven Kennis werk- en opdrachtenverdeling. Kennis van het geven van bijkomende instructies. Kennis van het opdelen van complexe meervoudige taken in enkelvoudige taken. Kennis van de methodes voor het collectief en individueel motiveren van de doelgroepwerknemers. Kennis van conflicthantering. Kennis van de methodes voor het sturen van een groep. Kennis van de doelgroepwerknemer in de groep en in de werking. Kennis van de relatie tussen de doelgroepwerknemer en de monitor/begeleider, de relatie tussen de groep en de monitor/begeleider. Kennis van het begeleiden van doelgroepwerknemers Kennis van de onthaalprocedure voor nieuwkomers. Kennis van de doelstellingen van individuele begeleidingsplannen en -gesprekken. Kennis van de verschillende elementen van het begeleidingsplan. Kennis van de afspraken hier rond naar frequentie, punten die aan bod komen, …. Kennis van de formulieren die binnen de werkplaats gebruikt worden voor het in kaart brengen van het functioneren van de doelgroepwerknemers op de werkvloer.
Kennis van de uitgangspunten van coachen en motiveren alsook deze kunnen omzetten in de praktijk. Kennis het observeren, analyseren, opvangen van signalen, …
47
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Kennis van het inschatten van de moeilijkheidsgraad van de verschillende taken en kennis van hun aangepastheid aan de doelgroepwerknemer. Kennis van het opdelen van complexe meervoudige taken in enkelvoudige taken. Kennis van kenmerken en aandachtspunten bij epilepsie. Kennis kenmerken en aandachtspunten van courante psychische en gedragsstoornissen, bijvoorbeeld depressie, neurose, psychose en persoonlijkheidsafwijking. Kennis van mogelijke nevenwerkingen van door de doelgroepwerknemers courant gebruikte medicijnen. Kennis van multi-probleemsituaties. Kennis sociale kaart.
Kennis typisch voor het begeleiden van doelgroepwerknemers beschutte werkplaats
Kennis van de verschillende soorten handicaps, bijvoorbeeld mentale, sensoriele, fysieke, psychische, meervoudige, … handicap. Kennis van de sociale leefwereld, het denken en handelen, de mogelijkheden en beperkingen van mensen met een handicap, dit afhankelijk van het soort van handicap. Kennis van de begeleidingsmethodieken en -richtlijnen specifiek voor mensen met een handicap.
Kennis typisch voor het begeleiden van doelgroepwerknemers sociale werkplaats
Kennis van de doelgroep van zeer moeilijk bemiddelbare werkzoekenden. Kennis van de oorzaken en de invloed op economische of maatschappelijke inschakeling van: een beperkte vooropleiding, weinig werkervaring op inschakeling, alcoholisme, druggebruik, schulden, faillissement, instellingsverleden, justitieel verleden, lichamelijke en psychische klachten, ongestructureerd leven …. Kennis van de sociale leefwereld, het denken en handelen, de mogelijkheden en beperkingen van de doelgroepwerknemers, afhankelijk van hun achterliggende problematiek. Kennis van begeleidingsmethodieken en -richtlijnen specifiek voor de doelgroep. Kennis van educatieprocessen Kennis leerprocessen; kunnen inschatten van de vormingsbehoefte, kunnen stellen van duidelijke doelstellingen en deze kunnen opvolgen, kunnen logisch opbouwen van individuele en collectieve leerprocessen (met specifieke aandacht voor de chronologie, hoofd- versus bijzaken en de kadering in het geheel), kunnen werken op niveau van de doelgroepwerknemers. Kennis principes van attitudetraining.
48
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Kennis van productieprocessen Kennis algemene planning en zelf kunnen plannen op niveau van de eigen afdeling. Kennis van prioriteiten bij normale gang van zaken, storingen of defecten, spoedorders. Kennis van de verschillende stappen voor het realiseren van de opdracht en hieruit volgend kennis van de werkmethodes en personeelsinzet. Kennis van de verschillende kwaliteiten van producten of diensten. Kennis van het inrichten van werkposten. Kennis van de methoden voor het toezien op en bijsturen van het proces. Kennis van methoden voor het op orde en net houden van de werkplaats. Kennis van mogelijke opvolgingssystemen en –indicatoren, gebruikt binnen de werkplaats. Kennis probleemoplossend denken.
Kennis typisch voor de afdeling atelier of productie
Kennis werkplaatsorganisatie. Kennis van het inrichten van werkposten: kunnen klaarzetten van machines, gereedschappen, grondstoffen en hulpmiddelen. Kennis van de methoden voor de uitvoering van gestructureerde controles op de diverse werkposten. Kennis van alle administratieve en technische taken, die binnen de afdeling productie of atelier voorkomen. Kennis van de succesfactoren voor de werkplaatsorganisatie: kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit, orde en netheid, …
Kennis typisch voor de afdeling winkel
Kennis verkoopstechnieken en productengamma. Kennis presentatietechnieken. Kennis prijsbeleid en kassabeheer. Kennis voorraadbeheer en goederenbehandeling. Kennis van alle commerciële, administratieve en technische taken, die binnen de afdeling winkel voorkomen. Kennis van de succesfactoren voor het winkelgebeuren: kwaliteit, klantvriendelijkheid, orde en netheid, …
Kennis typisch voor de afdeling buitendienst
Kennis van het inrichten van werkposten: eventueel kunnen inrichten van een werf (klaarzetten ladders en loopbruggen, afdekken van ondergronden, voorzien van elektriciteitstoevoer, …). Kennis goederentransport en veilig personenvervoer. Kennis van alle administratieve en technische taken, die binnen de afdeling buitendienst voorkomen.
49
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Kennis van de succesfactoren voor het proces, bijvoorbeeld kwaliteit, klantvriendelijkheid, efficiëntie en effectiviteit, stiptheid, …
Kennis van het lezen van plannen en technische documenten Kennis van de opbouw en aanvulling van een werkorder. Kennis van het raadplegen van technische voorschriften. Kennis van de opvolgingssystemen en –indicatoren mogelijk gebruikt binnen de werkplaats. Machinekennis en kennis van gereedschappen en hulpmiddelen Kennis van de verschillende types machines, gereedschappen en hulpmiddelen. Kennis van hun doel en mogelijkheden. Kennis van de bediening en de veiligheidsvoorschriften. Kennis van de werking in relatie tot het eindproduct. Indien nodig kennis van specifieke werkzaamheden aan machines, gereedschappen en hulpmiddelen; bijvoorbeeld instellen en bijregelen, maar eventueel ook beperkte onderhoudswerkzaamheden en kleine herstelwerkzaamheden. Kennis van grondstoffen Kennis van de verschillende grondstoffen, eigenschappen, samenstelling, het gebruik en de toepassingsmogelijkheden, die gebruikt worden op de afdeling. Kennis van de verschillende kwaliteiten van de grondstoffen in hun relatie tot het eindproduct. Kennis van kwaliteitszorg Kennis van de kwaliteitsrichtlijnen betreffende de begeleiding van de doelgroepwerknemers; kennis van het kwaliteitshandboek of kennis van de neergelegde gedragscode. Kennis van de kwaliteitsrichtlijnen van de werkplaats betreffende het productieproces. Indien nodig kennis van het uitvoeren van kwaliteitscontroles bijvoorbeeld het uitvoeren van een eerste stuk controle, nemen van steekproeven, …. Kennis in verband met hygiëne Kennis van de gestelde regels ten opzicht van bedrijfs- en persoonlijke hygiëne (HACCP richtlijnen) bij het omgaan met voedingsproducten, in zoverre deze van toepassing zijn op het eigen takenpakket of dit van de doelgroepwerknemers. Kennis in verband met veiligheid Kennis van de geldende veiligheidsvoorschriften, in zoverre deze van toepassing zijn op het eigen takenpakket of dit van de doelgroepwerknemers. Kennis van de risico’s verbonden aan grondstoffen en materieel, kennis van hun etikettering en van pictogrammen. Kennis en gebruik van de individuele en collectieve beschermingsmiddelen.
50
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Kennis in verband met milieu Kennis van de geldende milieuvoorschriften, in zover deze van toepassing zijn op het eigen takenpakket of dit van de doelgroepwerknemers. Kennis van de principes voor het sorteren en opslaan van afval en restproducten. Kennis in verband met gezondheid Kennis van uiteenlopende stressrisico’s: inhoud van het werk, de arbeidsverhoudingen, de arbeidsomstandigheden en werkplek, de arbeidsvoorwaarden, ingrijpende veranderingen, … Kunnen herkennen van stresssignalen. Kennis van een veilige en ergonomisch verantwoorde werkhouding. Kennis van courante ergonomische hulpmiddelen. Kennis maatregelen vastgelegd door de werkplaats betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Kennis van PC-gebruik Basiskennis PC gebruik. Kennis basisbegrippen e-mail en kunnen uitvoeren van eenvoudige handelingen met betrekking tot het zenden en ontvangen van e-mail. Kennis basisbegrippen van het softwareprogramma van de werkplaats voor het bijhouden van productie- en personeelsgegevens, kunnen verrichten van basishandelingen binnen het softwareprogramma
3.2. Sleutelvaardigheden Sleutelvaardigheden verwijzen naar de vaardigheden en attitudes die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het beroep van de monitor/begeleider. Onderstaande sleutelvaardigheden werden reeds als belangrijk voor dit beroep aangeduid. De competenties die tijdens de conferentie gezegd werden de vijf belangrijkste te zijn, werden aangeduid met een sterretje (*). Sleutelvaardigheid
Bereid zijn te leren
Cliënt gericht zijn (*)
Assertief zijn
Beslissingen kunnen nemen
Omschrijving Op een hoffelijke manier durven uitkomen voor de eigen mening, durven stellen van vragen en durven vragen naar ondersteuning. Bereid zijn en in staat zijn de eigen competenties te verbreden en te verdiepen door bijvoorbeeld bijkomende opleiding te volgen. Durven besluiten de activiteiten in een bepaalde richting bij te sturen. Direct regelend kunnen optreden bij situaties die uit de hand dreigen te lopen. Prioriteiten kunnen leggen. Er naar streven de eigenheid van de doelgroepwerknemers te respecteren en te waarderen. Bereid zijn te werken vanuit hun kunnen en hun welzijn na te streven
51
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Communicatief vaardig zijn
Creatief zijn
Didactisch vaardig zijn
Discreet zijn
Economisch ingesteld zijn
Gezondheidsbewust zijn
Handig zijn
Klant gericht zijn
Leiding kunnen geven (*)
Loyaal zijn
Oplettend zijn
Omgaan met stress
Kunnen organiseren (*)
Problemen kunnen oplossen
Imagobewust zijn
Kwaliteitsbewust werken (*)
Nauwkeurig kunnen werken
Ordelijk en net kunnen werken
In staat zijn om in zeer verschillende situaties op een doelgerichte manier te communiceren (zowel schriftelijk als mondeling). Vergelijk: coachen van een medewerker versus rapporteren aan de productieverantwoordelijke. Kunnen afstemmen van de communicatie op niveau van de verschillende doelgroepwerknemers. In staat zijn persoonlijke ideeën en oplossingen te bedenken en uit te voeren naar aanleiding van onvoorziene omstandigheden in het productieproces en naargelang de eigenheid van de medewerker die men begeleidt Kunnen geven van training zowel naar vaktechnische en sociale vaardigheden, vaardigheden met betrekking tot gezondheids- en hygiënegewoontes als arbeidsattitudes. Hierbij op een zeer praktische wijze tewerk gaan, afgestemd op het niveau van de doelgroepwerknemers Bij het bespreken van problemen of knelpunten rond het functioneren van een doelgroepwerknemer de nodige voorzichtigheid aan de dag kunnen leggen Erop gericht zijn rationeel om te springen met de grondstoffen en het materieel van de werkplaats. Erop gericht zijn arbeidstijd zo nuttig mogelijk te besteden. Meewerken aan het ergonomisch inrichten van de werkposten, het tegengaan van stresscondities en het bestrijden van pesten, geweld en ongewenst seksueel gedrag op het werk In staat zijn om op een behendige manier alle vaktechnische activiteiten uit te voeren die binnen de afdeling voorkomen Zich ten allen tijde bewust zijn van zijn voorbeeldfunctie ten opzicht van de doelgroepwerknemers met betrekking tot arbeidsattitudes, sociale vaardigheden, opvolgen richtlijnen veiligheid, gezondheid en milieu, …. In elke situatie gepast kunnen reageren op een vriendelijke, beleefde en rustige manier en handelen met het oog op de tevredenheid van klanten. Streven naar zowel een kwalitatieve begeleiding van de doelgroepwerknemers als naar het coördineren van de productie volgens de voorgeschreven kwaliteitsrichtlijnen Op een vakkundige manier kunnen verdelen van taken en opdrachten. Kunnen motiveren van de doelgroepwerknemers bij de eigenlijke uitvoering ervan. Zich sterk betrokken voelen bij de visie en missie van de werkplaats, bereid zijn de afspraken die er gelden na te leven. Zorgvuldig kunnen werken volgens een vastgelegde werkmethode en planning In staat zijn gedurende gans de werkdag oplettend te zijn op het goede verloop van het productieproces en op het functioneren van de individuele doelgroepwerknemers op de diverse werkposten Kunnen werken onder een zeker niveau van werkdruk, kunnen opvangen van deze werkdruk opdat de doelgroepwerknemers er niet te zwaar door belast worden Erop gericht zijn de productieactiviteiten zodanig te plannen en te coördineren dat zij een vlot verloop kennen Kunnen voorkomen dat de werkvloer wordt ingenomen door afval en bestemmingsloze onderdelen Zich kunnen behelpen in onvoorziene omstandigheden bijvoorbeeld bij afwezigheden, storingen, spoedorders, …
52
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Vlot kunnen omgaan met uiteenlopende mensen. Dit houdt ondermeer in: kunnen luisteren, zich kunnen inleven in de situatie van anderen, behulpzaam zijn zonder hierin te overdrijven, kritiek kunnen geven en nemen, diplomatisch zijn, kunnen onderhandelen, beschikken over emotionele stabiliteit, collegiaal en solidair zijn, … In staat zijn gemeenschappelijk en collegiaal aan eenzelfde doelstelling te werken Vervullen van een voorbeeld- en controlefunctie voor het opvolgen van de veiligheidsvoorschriften
Sociaal vaardig zijn
Teamgericht zijn
Verantwoordelijkheidszin hebben (*)
In staat zijn verantwoordelijkheid op te nemen voor de eigen prestaties én voor deze van de doelgroepwerknemers in zijn ploeg
Zelfstandig kunnen werken
Omdat er met de ploeg op buitendienst gewerkt wordt en men in die zin niet kan terugvallen op de overige omkaderingsleden, moet men in staat zijn lange tijd zonder hulp of toezicht te functioneren en opdrachten af te werken.
Veiligheidsbewust werken
3.3. Specifieke vereisten De monitor/begeleider moet tevens over een aantal specifieke vereisten beschikken voor het uitoefenen van het beroep:
Maturiteit. Beschikken over voldoende volwassenheid en levenswijsheid om zich in de leefwereld van de medewerker te kunnen verplaatsen.
De nodige veerkracht hebben. Van de monitor/begeleider afdeling buitendienst wenst men soms dat hij een rijbewijs B heeft.
4 . Bijz ond e re a rbeid so ms tan d ighed en Met bijzondere arbeidsomstandigheden worden die arbeidsomstandigheden bedoeld, die typisch zijn voor het beroep én de mogelijke risico’s die hiermee verbonden zijn. Typische omstandigheden waarin wordt gewerkt zijn:
Het werken als monitor/begeleider vraagt zeer veel persoonlijke inzet. Enerzijds is er de nooit verslappende aandacht voor de goede uitvoering van de arbeidsactiviteiten door de doelgroepwerknemers. Men moet voortdurend controleren, corrigeren, … en mag hierbij nooit van vanzelfsprekendheden uitgaan. Anderzijds bestaat de ploeg mogelijk uit doelgroepwerknemers met een zware achterliggende problematiek. De monitor/begeleider moet zich ook binnen zulk een ploeg kunnen handhaven.
De monitor/begeleider moet kunnen omgaan met stress. Hij moet er enerzijds in slagen de stress, veroorzaakt door oorzaken zoals hoge klantenverwachtingen, onderbezetting door afwezigheden of doelgroepmedewerkers die uit dienst gaan, deadlines, … zelf op te van-
53
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
gen zonder de doelgroepwerknemers er mee te belasten. Anderzijds moet de monitor/begeleider erin slagen de stress, veroorzaakt door de multi-problematiek van de doelgroepmedewerkers, na de werkuren van zich af te kunnen zetten. Mogelijke oplossingen.
Doelgroepwerknemers kunnen bijkomend door andere instanties of mensen begeleid worden, bijvoorbeeld door artsen, OCMW, …. Deze begeleiding komt vaak ook de tewerkstelling in de werkplaats ten goede. Een belangrijk voorbeeld hiervan is de begeleiding van (ex-) psychiatrische patiënten.
Binnen de werkplaats is het belangrijk dat de monitor/begeleider kan ventileren naar bijvoorbeeld de projectverantwoordelijke of de verantwoordelijke sociale dienst wanneer de samenwerking met een medewerker zeer moeilijk verloopt. Deze kan dan bemiddelen of naar oplossingen zoeken.
5 . Arbe id so rg an isa tie Voor een volledig overzicht van de organisatorische context waarbinnen de monitor/begeleider werkt, verwijzen wij naar de beroepenstructuur beschutte en sociale werkplaatsen (SERV, 2003, Beroepenstructuur beschutte en sociale werkplaatsen). Hierboven werd reeds geschetst dat het beroep monitor/begeleider zeer ruim is. Het houdt zowel het begeleiden van de doelgroepwerknemers tijdens de arbeidsactiviteiten in als het coördineren van deze arbeidsactiviteiten. Anderzijds werd opgemerkt dat de taken van de monitor/begeleider zich tot het “eerstelijns” niveau beperken. In die zin werkt de monitor/begeleider nauw samen met zijn collega’s op het “tweedelijns” niveau. Hieronder schetsen we een aantal belangrijke samenwerkingsverbanden. De monitor/begeleider krijgt zijn werkopdrachten van de afdelingsverantwoordelijke dan wel productieverantwoordelijke (beschutte werkplaats) of van de projectverantwoordelijke (sociale werkplaats). Deze staan in voor de eigenlijke productieorganisatie en –omkadering. Voorbeelden hiervan zijn instaan voor de externe contacten, planning, het bepalen van de werkmethode en personeelsinzet, werkvoorbereiding, het bestellen van grondstoffen en materieel, …. Het is binnen deze krijtlijnen dat de monitor/begeleider de activiteiten binnen de eigen afdeling organiseert en uitvoert. De monitor/begeleider rapporteert aan de afdelingsverantwoordelijke, productieverantwoordelijke of projectverantwoordelijke over de voortgang van de activiteiten en mogelijke problemen hierbij.
54
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Het is veelal via hen dat de monitor/begeleider de hulp van andere diensten inroept, bijvoorbeeld externen, de opleidingencel, de technische dienst, …. Wat betreft het begeleiden van de doelgroepwerknemers, kan de monitor/begeleider terugvallen op de verantwoordelijke sociale dienst (beschutte werkplaats) of op de projectverantwoordelijke dan wel de directeur (sociale werkplaats). Er wordt verwacht dat de monitor/begeleider eventuele conflicten, problemen en vragen binnen zijn afdeling rond arbeidsorganisatie en arbeidsbetrekkingen zelf op een professionele manier oplost. Slechts in tweede instantie is er een tussenkomst van de verantwoordelijke sociale dienst en de projectverantwoordelijke of de directeur. Wanneer het daarentegen gaat om problemen binnen de persoonlijke of familiale levenssfeer van de medewerker valt dit zeer snel buiten de bevoegdheid van de monitor/begeleider en zal hij de medewerker meteen doorverwijzen. Bij complexe of aanhoudende problemen verwijzen de verantwoordelijke sociale dienst en de projectverantwoordelijke of de directeur op hun beurt de medewerker door naar een externe organisatie. Voorbeelden zijn doorverwijzingen naar budgetbegeleiding, ontwenningskliniek, jeugddienst, … . Tenslotte wijzen we er nogmaals op dat dit onderscheid minder duidelijk aanwezig is in de sociale werkplaatsen. Dit zijn vaak kleinere organisaties met een eerder vlakke organisatiecultuur (zie supra).
6 . Kne lp un ten Uit de interviews blijkt dat er over het algemeen vele reacties zijn op een vacature voor het beroep monitor/begeleider. Tussen deze vele kandidaten zitten dikwijls slechts enkele mensen met het juiste profiel. Moeilijkheid bij de aanwerving is het wankele evenwicht tussen de sociale vaardigheden nodig voor te functioneren in het beroep en de nodige technische kwaliteiten. Zoals reeds gezegd, bestaat er geen opleiding binnen het onderwijs voor het beroep. Kandidaten komen hierdoor uit diverse hoeken. Ofwel werft men iemand aan die “sociaal” geschoold is, bijvoorbeeld de opleiding opvoeder, menswetenschappen, sociaal assistent, … volgde. En die tegelijk aanleg en interesse heeft voor het technische aspect van het beroep alsook bereid is zich hierin bij te scholen. Let op, deze oplossing is niet mogelijk wanneer het productieproces een verregaande techniciteit vraagt.
55
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Ofwel werft men iemand aan die technisch geschoold is of technische ervaring heeft en bijkomend “goed” is in sociale vaardigheden alsook bereid is met de doelgroepwerknemers samen te werken. Omdat het bedrijfsmatige en technische alsmaar belangrijker wordt in de werkplaatsen, zien we een tendens in de richting van deze laatste oplossing. De monitor/begeleider volgt in dat geval een cursus gericht op het begeleiden op de werkvloer. De persoon die wordt aangeworven heeft bij voorkeur ervaring in het leidinggeven maar dit is geen must. Ongeacht zijn leeftijd, moet de persoon in kwestie voldoende maturiteit hebben om zich te kunnen inleven in de leefwereld van de doelgroepwerknemers.
7 . T oek omstige e vo luties De evoluties die zich voor de sector van beschutte en sociale werkplaatsen aandienen zijn talrijk. Enerzijds situeren een aantal activiteiten van de werkplaatsen zich binnen de ruimere economische sector en zijn onderhevig aan de verschillende invloeden die daar spelen. Anderzijds zijn zij onderwerp van debat en beleid met betrekking tot tewerkstelling en doelgroepenbeleid, dus binnen de sociale sector. Alle tendensen die er spelen bespreken in dit hoofdstuk zou ons te ver leiden. Wij halen dan ook enkel die evoluties aan die rechtstreeks invloed hebben op het beroep van monitor/begeleider. Vaak is er een rechtstreeks verband met de zeer belangrijke toekomstige uitdaging voor de sector, namelijk de moeilijke evenwichtsoefening tussen enerzijds de sociale en anderzijds de economische aspecten binnen de sociale en beschutte tewerkstelling.
7.1. Algemeen
Beschutte werkplaatsen
Omwille van een aantal factoren (de economische situatie, de druk op de loonkost, …) wordt het creëren van meer toegevoegde waarde in de beschutte werkplaats cruciaal voor haar voortbestaan. Hiervan werden als belangrijkste gevolgen voor de monitor en zijn ploeg op de werkplek genoemd: productieprocessen die steeds bedrijfsmatiger en technischer worden alsook een verhoogde werkdruk. De monitor/begeleider zal in de toekomst nog meer moeten instaan voor een efficiënte werkplaatsorganisatie, zijn technische kennis van het productieproces wordt steeds belangrijker alsook het opvangen van een verhoogde werkdruk. Verder zien we dat het creëren van toegevoegde waarde vertaald wordt naar het trachten zich te onderscheiden op gebied van kwaliteit en het tegemoet komen aan specifieke klan-
56
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
teneisen. Het eerste leidt tot een toenemende aandacht voor kwaliteit tijdens het produceren. Het tweede leidt doorgaans tot een toenemende vraag naar flexibiliteit (bijvoorbeeld aangepaste productielijnen, kortere productietijden, op locatie werken, …) op de werkplek.
Een andere evolutie is de samenstelling van de doelgroeppopulatie die verandert. Het Vlaams Fonds voor Integratie van Personen met een Handicap geeft er de voorkeur aan personen met een handicap binnen het normaal economisch circuit te werk te stellen, indien mogelijk. Het zijn voornamelijk zwakkere werknemers die naar een beschutte werkplaats toe geleid worden. Bijkomend zien we binnen deze groep een stijgend aandeel mensen met een psychische problematiek. Hierdoor zal de begeleiding op de werkvloer intensiever worden en zal de monitor/begeleider veel aandacht moeten besteden aan persoonsgerichte taken.
Sociale werkplaatsen
Het merendeel van de sociale werkplaatsen maakten de voorbije jaren de overstap van pioniersfase naar groei- en/of bestendigingfase. Dit is gepaard gegaan met een groeiende professionaliteit. Deze professionaliteit vertaalt zich in een stijgende complexiteit van regelgeving en voorschriften. Dit is uiteraard voelbaar op administratief en beleidsniveau, maar zet zich ook door naar de werkplek. Denk bijvoorbeeld aan milieu- en veiligheidsvoorschriften, HACCP, … waaraan het werk dat de ploeg aflevert dient te voldoen. Verder verwachten klanten steeds meer op het gebied van de verhouding prijs - kwaliteit. Het zal voor de monitor/begeleider een grote opdracht zijn dit bij te benen met een doelgroep waar net attitudes op die domeinen belangrijke werkpunten zijn. Verder stellen we vast dat ook In het verlengde hiervan zien we dat ook in de sociale werkplaatsen productieprocessen bedrijfsmatiger en technischer worden en er sprake is van een verhoogde werkdruk. De monitor/begeleider zal ook hier in de toekomst nog meer moeten instaan voor een efficiënte werkplaatsorganisatie, ook zijn technische kennis van het productieproces wordt steeds belangrijker alsook het opvangen van een verhoogde werkdruk.
Bijkomend zijn heel wat werkplaatsen van zeer kleine organisaties gegroeid naar een groter personeelsbestand. Taak van de monitor/begeleider is binnen dit grotere kader het individuele maatwerk mee te bewaken.
57
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
7.2. Taken Aan de hand van de bovenstaande takentabellen kunnen voor het beroep van monitor/begeleider de volgende trends in het takenpakket verwacht worden. Trend verwijst hier zowel naar het toenemend als afnemend belang van bepaalde taken in de toekomst. Daarnaast kunnen ook geheel nieuwe taken aan bod komen, deze werden echter niet vermeld voor het beroep monitor/begeleider. Toenemende trend (taak wordt belangrijker in de toekomst)
Begeleidingsactiviteiten nodig voor het inschakelen van doelgroepwerknemers • Zoeken naar gepaste arbeid, die aansluit bij de interesses en mogelijkheden van de medewerker • Formeel in kaart brengen van het functioneren van de medewerker op de werkvloer, dit in functie van de begeleidingsgesprekken • In overleg werkpunten bepalen met het oog op een optimaal functioneren van de medewerker
Training on the job • Aanleren van vaktechnische vaardigheden • Aanleren van sociale vaardigheden, vaardigheden met betrekking tot gezondheids- alsook hygiënegewoontes en arbeidsattitudes
Opvolgen en bijsturen van de activiteiten op de afdeling productie of atelier • Opvolgen van de productie met het oog op de vooropgestelde kwantiteit en kwaliteit • Bijsturen van de productie met het oog op de vooropgestelde kwantiteit en kwaliteit • Vlot inspelen op technische incidenten of onvoorziene omstandigheden • Zelf controleren of kwaliteitscontrole mogelijk maken van het gerealiseerde product • Problemen analyseren en voorstellen doen ter verbetering van het productieproces
Opvolgen en bijsturen van de afdeling winkel • Toezien op een correct onthaal van de klanten en op een correcte bediening in de winkel of aan de kassa, door de doelgroepwerknemers • Toezien op de inrichting en aankleding van de winkel, het aanvullen van de winkel, het juist prijzen van de tentoongestelde goederen en het waarborgen van de winkelkwaliteit van de aangeprezen goederen • Bijsturen van de doelgroepmedewerkers door het geven van instructies • Vlot inspelen op technische incidenten of onvoorziene omstandigheden • Meewerken aan het geven van nieuwe impulsen aan het winkelgebeuren • Problemen analyseren en voorstellen doen ter verbetering van het productieproces
Opvolgen en bijsturen van de afdeling buitendienst • Erop toezien dat de activiteiten klantgericht en kwaliteitsvol worden uitgevoerd • Bijsturen van afdeling buitendienst met het oog op de vooropgestelde kwantiteit en kwaliteit • Vlot inspelen op technische incidenten of onvoorziene omstandigheden • Problemen analyseren en voorstellen doen ter verbetering van het productieproces
Werkadministratie doen: Het registreren van productie- en personeelsgegevens lijkt aan belang toe te nemen, dit onder meer op vraag van de overheid. De eigenlijke workload van deze taken neemt echter af omwille van de informatisering ervan
Deelnemen aan vorming gericht op het vaktechnische dan wel begeleidingsaspect van het beroep
58
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Kwaliteitszorg • Arbeidsgericht begeleiden van doelgroepwerknemers via het individuele begeleidingsplan, het kwaliteitshandboek en/of de neergelegde gedragscode • Vervullen van een voorbeeldfunctie voor het toepassen van de kwaliteitsrichtlijnen met betrekking tot het eigenlijke productieproces
Milieu • Vervullen van een voorbeeldfunctie voor het toepassen van de geldende milieuvoorschriften • Vervullen van een voorbeeldfunctie bij het sorteren en opslaan van afval en restproducten
Bevorderen van het welzijn op het werk • Vervullen van een voorbeeldfunctie voor het opvolgen van de voorschriften betreffende veiligheid en gezondheid • Signaleren van de stresscondities en hun oorzaken • Meewerken aan het ergonomisch inrichten van de werkposten • Beschermen van de doelgroepwerknemers tegen pesten, geweld of ongewenst seksueel gedrag op het werk Afnemende trend (taak wordt minder belangrijker in de toekomst)
Werkadministratie doen: De eigenlijke workload van de taak neemt af omwille van de informatisering ervan. Daartegenover staat echter dat het registreren van productie- en personeelsgegevens aan belang lijkt toe te nemen, dit onder meer op vraag van de overheid.
7.3. Competenties Wat betreft de trend op het vlak van competenties kunnen we het onderstaande verwachten: Toenemende trend (competentie wordt belangrijker in de toekomst)
Kennis van het begeleiden van doelgroepwerknemers • Kennis nodig voor het inschatten van de moeilijkheidsgraad en aangepastheid van verschillende taken alsook kennis nodig voor het aanpassen/opsplitsen van taken • Kennis van de doelstellingen, elementen en afspraken rond begeleidingsplannen en –gesprekken alsook kennis nodig voor het leveren van een actieve bijdrage hieraan zoals bijvoorbeeld het kunnen invullen van geijkte formulieren, het kunnen meewerken aan het vastleggen van afspraken via open gesprek, … Belangrijk hierbij is discreet te zijn, objectief te zijn en verantwoordelijkheidszin te hebben
Kennis van educatieprocessen zowel voor het aanleren van vaktechnische als sociale vaardigheden, vaardigheden met betrekking tot gezondheids- alsook hygiënegewoontes en arbeidsattitudes. Kunnen motiveren van mensen en geduldig zijn
59
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Kennis van productieprocessen • Kennis van de planning en deadlines • Kennis van de methoden voor het observeren en het uitvoeren van gestructureerde controles op de werkposten • Kennis van de werking van de machines of gereedschappen en hun onderdelen in hun relatie tot het eindproduct en kennis van de verschillende kwaliteiten van de grondstoffen in hun relatie met het eindproduct, nodig voor het bijsturen van productieprocessen en de buitendienstactiviteiten. • Op niveau van de doelgroepmedewerker kunnen formuleren hoe de handelingen bij te sturen • Commercieel ingesteld, klantgericht, onderhandelingsvaardig en communicatief vaardig zijn • Kennis van het leggen van prioriteiten en aanpassen van de planning en/of werkmethode bij technische incidenten of onvoorziene omstandigheden. Economisch ingesteld en creatief zijn • Kennis van succesfactoren voor een goede organisatie van de afdeling productie/atelier, winkel of buitendienst en kennis van de gehanteerde opvolgingssystemen en –indicatoren. Kennis probleemoplossend denken
Bereid zijn te leren en kunnen integreren van de verworven competenties in de dagdagelijkse werksituatie
Kennis HACCP-richtlijnen, in zoverre deze van toepassing zijn op het eigen takenpakket of dit van de doelgroepwerknemers
Kennis van de geldende milieuvoorschriften, in zoverre deze van toepassing zijn op het eigen takenpakket of dit van de doelgroepwerknemers en kennis van het sorteren/opslaan van afval en restproducten
Kennis in verband met veiligheid en gezondheid op het werk
Kennis van de kwaliteitsrichtlijnen betreffende de begeleiding van de doelgroepwerknemers en betreffende organisatie van het productieproces (inclusief het eventueel uitvoeren van kwaliteitscontroles)
60
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
8 . Be roe ps fich e MONITOR/BEGELEIDER BESCHUTTE EN SOCIALE WERKPLAATSEN (M/V) OMSCHRIJVING De monitor/begeleider beschutte en sociale werkplaatsen is, binnen een ruimer omkaderingsteam, rechtstreeks verantwoordelijk voor een ploeg doelgroepwerknemers. Hij staat in voor de coördinatie van de arbeidsactiviteiten van deze ploeg. Hij bereidt de opdrachten van de ploeg voor, staat in voor de opvolging en bijsturing van hun arbeidsactiviteiten en voert een aantal specifieke taken uit betreffende het onderhouden, instellen en herstellen van materieel. Tegelijk staat de monitor/begeleider in voor de begeleiding van de doelgroepwerknemers binnen zijn ploeg. Hij neemt begeleidingsactiviteiten op nodig voor de inschakeling van de doelgroepwerknemers in het arbeidsproces. Hij staat in voor de dagdagelijkse begeleiding van de doelgroepwerknemers op de werkvloer en voor hun training on the job. De monitor/begeleider heeft voortdurend oog voor zowel het persoonlijke welzijn van de individuele doelgroepwerknemers als voor het groepswelzijn van gans de ploeg. TAKEN
Binnen de algemene planning, voorbereiden van de opdrachten van de ploeg; maken van een tijdsplanning, bepalen van werkmethode en personeelsinzet alsook inrichten van de werkposten
Leiding geven aan de ploeg doelgroepwerknemers Begeleiden en motiveren van de doelgroepwerknemers • Opnemen van begeleidingsactiviteiten nodig voor de eigenlijke inschakeling van de doelgroepwerknemers in het arbeidsproces • Begeleiden van de doelgroepwerknemers tijdens het werk • Aanleren van vaardigheden aan de doelgroepwerknemers via training on the job
Instaan voor het productieproces door het opvolgen en het bijsturen van de activiteiten op de afdeling productie/atelier, de afdeling buitendienst of de afdeling winkel
Onderhouden, instellen en herstellen van materieel
Bevorderen van het welzijn op het werk
Instaan voor de orde en de netheid op de werkplaats Intern communiceren en functioneren binnen het ruimere omkaderingsteam Opbouwen van de eigen deskundigheid Begeleiden van de doelgroepwerknemers volgens het kwaliteitsboek of de neergelegde gedragscode en coördineren van de productie volgens de milieu- en kwaliteitsrichtlijnen
COMPETENTIES KENNIS
Kennis van de principes en uitgangspunten van sociale en beschutte tewerkstelling
Kennis van leiding geven voor het verdelen van werk, het motiveren, het sturen van een groep, …
Kennis van het begeleiden van de doelgroepwerknemers beschutte en sociale werkplaats
Kennis van de missie, de visie, de structuur, de werking en de invulling van de begeleiding binnen de eigen werkplaats
Kennis van het opbouwen van individuele en collectieve educatieprocessen Kennis van het opstarten, het opvolgen, het bijsturen van en het meewerken aan de productie-
61
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
processen op de afdeling productie/atelier, de afdeling buitendienst of de afdeling winkel
Kennis van de machines, de gereedschappen, de hulpmiddelen en de grondstoffen waarmee op de eigen afdeling gewerkt wordt
Kennis van de kwaliteitsrichtlijnen van de werkplaats
Cliënt gericht zijn
Kennis van de richtlijnen betreffende milieu, hygiëne, veiligheid en gezondheid SLEUTELVAARDIGHEDEN Kwaliteitsbewust werken Leiding kunnen geven Kunnen organiseren
Verantwoordelijkheidszin hebben SPECIFIEKE VEREISTEN
Over voldoende maturiteit en veerkracht beschikken OPLEIDING EN ERVARING
Persoonlijkheid en sleutelvaardigheden zijn van cruciaal belang voor het goed functioneren van de monitor/begeleider
Er bestaat geen schoolse opleiding voor het beroep Ofwel werft men mensen aan die zowel beschikken over de juiste sociale en andere sleutelvaardigheden als over de nodige technische kwaliteiten. Ofwel aanvaardt men mensen die over één van beide soorten vaardigheden beschikken en bereid zijn zich bij te scholen op het andere domein
Ongeacht zijn leeftijd, moet de monitor/begeleider voldoende maturiteit hebben om zicht in te leven in de leefwereld van de doelgroepwerknemers TEWERKSTELLINGSMOGELIJKHEDEN
Het beroep is typisch voor de sector beschutte en sociale werkplaatsen, de monitor/begeleider werkt op de afdeling productie/atelier, de afdeling buitendienst of de afdeling winkel DOORGROEIMOGELIJKHEDEN monitor/begeleider → projectverantwoordelijke, afdelings- of productieverantwoordelijke ofwel monitor/begeleider → medewerker of verantwoordelijke personeelsdienst, verantwoordelijke sociale dienst of opleidingencel ARBEIDSORGANISATIE
De prioritaire taken van de monitor/begeleider betreffende de productie situeren zich op de afdelingsspecifieke werkvloer. Taken die dit niveau overschrijden worden opgevangen door de afdelings- of productieverantwoordelijke (beschutte werkplaats) of projectverantwoordelijke (sociale werkplaats). De prioritaire taken van de monitor/begeleider betreffende het begeleiden van de doelgroepwerknemers situeren we als het arbeidsgericht begeleiden van de doelgroepwerknemers. Taken die dit niveau overschrijden worden op hun beurt opgevangen door de verantwoordelijke sociale dienst (beschutte werkplaats) of door de projectverantwoordelijke dan wel directeur (sociale werkplaats). De monitor/begeleider zal zeer nauw samenwerken met deze collega’s.
62
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
Het werken als monitor/begeleider vraagt veel persoonlijke inzet
De monitor/begeleider moet er enerzijds in slagen de stress, veroorzaakt door hoge klantenverwachtingen, deadlines, … zelf op te vangen zonder de doelgroepwerknemers er mee te belasten. Anderzijds moet de monitor/begeleider erin slagen de stress, veroorzaakt door de multiproblematiek, na de werkuren van zich af te zetten KNELPUNTEN
Moeilijkheid bij aanwerving is het vinden van kandidaten die beschikken over zowel de juiste sociale en andere sleutelvaardigheden als technische vaardigheden, beiden zijn nodig om goed te functioneren in het beroep TOEKOMSTIGE EVOLUTIES
Men verwacht dat het belang van efficiëntie en techniciteit binnen de werkplaatsorganisatie verder zal toenemen
Ook neemt de vraag naar kwaliteit en flexibiliteit toe
Tenslotte merkt men een stijgende complexiteit van regelgeving en voorschriften op
Vooral in de beschutte werkplaats verwacht men een veranderende samenstelling van de doelgroeppopulatie waardoor de nood aan intensieve begeleiding op de werkvloer verder zal toenemen
63
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Lijst van organisaties en bedrijven die deel uitmaakten van de conferenties ‘Monitor/Begeleider’ Blankendale Beschutte Werkplaats LBC SST VIVO VLAB
Mevrouw Chris Coenen De heer Kris De Block Mevrouw Inge Laperre Mevrouw Veerle Noerens Mevrouw Christel Vanroelen
64
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Bronnen – Literatuurlijst Interviews
Mevrouw Sophie De Clerck, Beschutte Werkplaats Asse Mevrouw Marijke Ducatelle, Beschutte Werkplaats ‘t Veer, Menen Mevrouw Chris Coenen, Beschutte Werkplaats Blankendaele, Tienen Mevrouw Tanghe, Beschutte Werkplaats AAROVA, Oudenaarde Mevrouw Ann Mathieu, SBC Groenonderhoud, Maasmechelen De heer Bart Aertgeerts, Kringwinkel De Krinkel, Heist-op-den-Berg De heer Kris Uyttersprot, vzw Labeur, Gent De heer Maurice Veniers, Beschutte Werkplaats Ryhove, Gent Mevrouw Els Beerten, Sociale Werkplaats Delta, Tienen Mevrouw Leen Broeckx, De Sprong, Geel De heer Carl Houtvenne, WOTEPA, Antwerpen De heer Jan Ghijselen, De Loods, Aalst
Documenten
Administratie Werkgelegenheid. (2001). Evaluatie Sociale Werkplaatsen: Een globale analyse van alle erkende sociale werkplaatsen voor boekjaar 2000. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Antwerps Netwerk Arbeidszorg. (1999). Werkboek begeleiders Arbeidszorg. Berchem: ANA. Bureau voor Projectassistentie. (sine dato). Sociale economie: context en inventaris. [online]. Available: http://www.gomantwerpen.be [31 maart 2003]. Decreet van 14 juli 1998 inzake sociale werkplaatsen, B.S. 2.IX.1998. Decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, B.S. 8.VIII.1990, err. 29.VI.1999. Bureau voor Projectassistentie. (sine dato). Sociale economie: context en inventaris. [online]. Available: http://www.gomantwerpen.be [31 maart 2003].
65
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. (2003). Nieuwe inspiratiebronnen: 50 lokale opbouw- en werkgelegenheidsinitiatieven overal in België. Brussel: FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. HIVA. (1996). Een koninklijke weg … ook voor Vlaanderen? Een studie naar de methoden voor de ontwikkeling van functie- en beroepsprofielen. (Een onderzoek in opdracht van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen). Leuven: HIVA. HIVA. (1996). Het opstellen van een beroepsprofiel: Het proces van a tot z. (Een onderzoek in opdracht van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen). Leuven: HIVA. Lauwerys, L., Nicaise, I. (1999). Morfologie van de sociale tewerkstelling in België. Leuven: HIVA. Lescrauwaet, D. (1990). Arbeidszorgen voor morgen: de sociale werkplaats als arbeidsmodel. Koning Boudewijnstichting samenwerkingsverband sociale werkplaatsen vzw. Lauwerys, L., Nicaise, I., Matheus, N. (2000). De sociale tewerkstelling in Vlaanderen: doelgroepbereik, kwaliteit en doelmatigheid. Leuven: HIVA. Samoy, E. (1999). Zwakkere Werknemers in de Beschutte Werkplaats: Onderzoek in opdracht van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap. Leuven: HIVA – K.U. Leuven Samoy, E. (1998). Proefschrift. Ongewenst of ongeschikt? Een halve eeuw arbeidsmarktbeleid voor gehandicapten. Leuven: K.U. Leuven – Departement Sociologie. SERV. (2003). Beroepenstructuur Beschutte en Sociale Werkplaatsen. Brussel: SERV. SERV. (1997). Onderzoek naar de kwalificatiebehoeften voor wever en meestergast in de textielsector: Deel 4: Profiel meestergast. Brussel: SERV. SERV. (2000). Beroepsprofiel Opvoeder/Begeleider. Brussel: SERV. Timmer, J.T., Dekker, K.A., Voortman, H. (2000). Eigen initiatief model: theorie en toepassing. LKNG. [online]. Available: http://members.chello.nl/jttmmer/Inhoud.html. [02/06/2003]. Van Hove, G. (1993). Personen met een lichte mentale handicap. Recente theorievorming met consequenties voor de dagdagelijkse begeleidingspraktijk. TOKK, volume 18, nummer 4, 158172.
66
Beroepsprofiel Monitor/Begeleider
Vlaamse Federatie van Beschutte Werkplaatsen (2002). Beschutte Werkplaatsen in Vlaanderen: een profiel. Tienen. Uiteenlopende functieclassificaties en functiebeschrijvingen
67