beeradvocaten
‘Het is triest dat ik veel dingen lichamelijk niet meer aankan’
Interview met Iris door Angela A.M. van Leeuwen
Iris is een vrouw met lachende ogen en een grote bos krullen. Het is haar niet aan te zien dat zij gebukt gaat onder hevige pijnen. Je merkt het pas als zij in haar gezellige woonkamer aangeeft dat zij haar vaste plek op de bank heeft. Daar heeft zij het minste last van haar rug. Zorgvuldig naar woorden zoekend, vertelt zij haar verhaal.
‘Het was 11 augustus 2004. Ik had vakantie. Die dag ervoor was ik naar het strand geweest. Het was weer een mooie dag. De zon scheen en ik was vrij. Ik stak over op een kruising bij mij in de buurt. Het stoplicht voor de voetgangers was groen. Ineens kreeg ik een tik tegen de zijkant van mijn lichaam en ik viel hard op de grond. ‘Een jongen op een scooter was door het rode licht gereden. Terwijl ik op de grond lag, zag ik dat hij ook bijna viel, maar hij zette een been op de grond en kon nog net zijn evenwicht bewaren. Hij ging er vol gas vandoor. Hij had een klein bromfietsplaatje op zijn scooter. Omdat het plaatje zo klein was, heeft niemand het kunnen lezen. Gelukkig waren er wel drie getuigen van het ongeval. Zo kwam ik bij het Waarborgfonds terecht.’
Iris (nu 48) wachtte keurig tot het stoplicht groen was en stak bij het zebrapad over. Een scooter scheurde door rood, reed haar omver, ging er vol gas vandoor en liet haar gewond op straat achter. Zij kon niet meer overeind komen. Haar lendenwervel bleek bij de val op de tramrails te zijn gescheurd. Die scooterrijder gaf op 11 augustus 2004 het leven van Iris een dramatische wending. Van een actieve dertiger met een leuke baan, werd zij ineens een aan huis gebonden minder valide. Door het ongeval verloor zij haar baan, een groot deel van haar vriendenkring en moet zij nu rondkomen van een uitkering op bijstandsniveau.
Hoe ging het met jou? ‘Ik heb het uitgegild van de pijn. Ik wilde omhoog komen, maar dat ging gewoon niet. Met de ambulance ben ik naar het ziekenhuis vervoerd. Ik kreeg een ct-scan en toen bleek wat er aan de hand was. Ik had mijn L1 gescheurd. Dat is je lendenwervel. Die heeft een scharnierende functie. Ik kan wel bukken maar als ik dat een paar keer doe, schiet het vast in mijn rug.
In eerste instantie heeft Iris geprobeerd zelf de schade te verhalen op het Waarborgfonds. Totdat zij, begin 2006, een kennismakingsgesprek had bij Beer Advocaten. Vanaf dat moment kreeg zij juridische ondersteuning van Veeru Mewa tot het letselschadeproces in juli 2012 was afgerond. p.1 / 5
paar uur werken. Zelf heb ik lang het idee gehad dat het op een gegeven moment wel beter zou gaan. De orthopeed kon niet zeggen of het in de toekomst slechter zou gaan, maar beter werd het zeker niet. ‘Het UWV heeft mij eerst voor 35 procent afgekeurd. Later hebben ze overgenomen wat die orthopeed zei en werd ik voor 72 procent afgekeurd.’
‘Mijn borstbeen was ook beschadigd. Waarschijnlijk komt dat doordat ik op de tramrails ben gevallen. Als ik op mijn knie was gevallen, was het misschien minder erg geweest. Maar het heeft geen zin zo te denken.’ Hoe lang heb je in het ziekenhuis gelegen? ‘Ik heb twee weken in het ziekenhuis gelegen. In het ziekenhuis kreeg ik boomstamverpleging. Dat houdt in dat je plat moet blijven liggen. Je ontlasting en alles moet je in je bed doen. Je voelt je dan erg vies. Ik werd met een teiltje gewassen. Ik wist ineens hoe oude mensen in een verzorgingstehuis zich moesten voelen: afhankelijk en onzelfstandig. ‘Nadat ik naar huis mocht, heb ik nog zeker drie maanden thuis op bed gelegen. Ik heb nog lang thuiszorg nodig gehad.’
‘Ik was en ben heel blij dat ik bij Veeru terechtkwam’ Heb je direct na het ongeval contact opgenomen met een letselschadeadvocaat? ‘Nee, ik deed het eerst zelf. Ik had iemand van slachtofferhulp op bezoek gehad en die zei dat een advocaat mij veel geld zou gaan kosten. Dus heb ik zelf een beroep op het Waarborgfonds gedaan om de schade te verhalen. Daar kom je terecht als je niet weet wie de dader is. ‘Eerst was het Waarborgfonds heel aardig tegen mij. Ik had niet het gevoel dat het Waarborgfonds de tegenpartij was. Ik moest mijn kosten gerelateerd aan het ongeval zoals facturen van de thuiszorg e.d. indienen en die werden keurig vergoed. Ze werden echter steeds onvriendelijker. Toen bedacht ik dat ik echt een advocaat nodig had.’ ‘Bij Beer Advocaten heb ik een kennismakingsgesprek aangevraagd. Ik heb toen gesproken met Veeru Mewa. Die zei meteen: ‘De aansprakelijkheid is erkend en dat betekent dat de advocaatkosten door het Waarborgfonds worden betaald.’ Had ik dat maar eerder geweten! Dan had ik direct een advocaat in de arm genomen. Ik was en ben heel blij dat ik bij Veeru terechtkwam.’
Wanneer ben je weer aan het werk gegaan? ‘Na zeven maanden. De dag na het ongeval kwam mijn baas mij direct in het ziekenhuis opzoeken. Ze hebben best geduld met mij gehad. Ik was accountmanager. Zij hadden mij voor die functie gevraagd en bij een ander bedrijf ‘weggehaald’. Zij zeiden dat ik geknipt was voor die baan. Ik ben een echte commerçant en een mensenmens. Ik kon goed met klanten omgaan. Moeilijke gesprekken en lastige onderhandelingen bracht ik altijd tot een goed eind. Ik zorgde ervoor dat de klant en ik met een goed gevoel weggingen. ‘Het was een drukke baan. Als je plezier in je werk hebt, geeft dat niet. Ik had de pech dat het bedrijf in de verkoop stond, toen mij dit ongeluk overkwam. Het werd overgenomen door een buitenlandse partij. ‘Het ongeluk is in augustus 2004 gebeurd. In maart 2005 ben ik voorzichtig begonnen mijn werk weer op te pakken. Ik had een rugkorset nodig om te kunnen zitten. Ik kon niet langer dan een p.2 / 5
Wat heeft die voor je gedaan? ‘Zij heeft mij geholpen bij de ontslagprocedure. We wilden niet dat het een arbeidsconflict zou worden. Dat zou oorzaak en gevolg vertroebelen. Het is allemaal begonnen door dat ongeluk. Daardoor was ik in die positie terechtgekomen. Ik ging naar mijn werk, daarna naar fysiotherapie, deed thuis een maaltijd in de magnetron en dan was de dag voorbij. Ik redde het echt niet meer. Op een gegeven moment heb ik mij ziek gemeld. ‘Het bedrijf was klein en had geen eigen HR-afdeling, maar huurde daarvoor iemand in. Een vervelende intimiderende man kwam bij mij op bezoek. Hij zei meteen dat ik niets kon. Ik had die man nog nooit gezien en vroeg hoe hij dat kon weten. Mijn arbeidsrechtsadvocate zat er ook bij. Tijdens dat gesprek bleek dat het bedrijf te kleinschalig was om mij een goed alternatief te kunnen bieden. Medio 2008 was mijn ontslag een feit.’
Hoe was de sfeer op je werk? ‘Het nadeel was dat het bedrijf was overgenomen door die buitenlandse firma. De computersystemen waren anders, de klantenbestanden werden veranderd. We hadden ineens andere doelgroepen gekregen. Ik werd over die veranderingen niet geïnformeerd. Alleen de dingen die niet veranderd waren, mocht ik doen. ‘Na twee jaar begonnen zij ineens te klagen. Het mes werd mij op de keel gezet. Ik moest een contract tekenen dat ik binnen een jaar op het vereiste kennisniveau zou zijn. ‘De sfeer werd steeds grimmiger. De collega met wie ik na mijn ongeval een duobaan kreeg, ging weg omdat zij meer tijd aan haar gezin wilde besteden. Daarna werd mij verteld dat ik niet aan het vereiste kennisniveau voldeed en werd mij voorgesteld om bij de receptie te gaan zitten en ordners in het archief op te bergen. Maar ik kon niet op een trappetje gaan staan met zware ordners boven mijn hoofd. Lang zitten aan de receptie ging ook niet. Mijn oude functie als accountmanager verviel gewoon!’
Hoe ging het verder? ‘Vanaf het moment van mijn ongeluk in augustus 2004 heeft mijn werkgever mij twee jaar lang honderd procent uitbetaald. Dat was netjes, want zij hadden ervoor kunnen kiezen om minder te betalen. Na deze twee jaar werd ik voor twintig uur door mijn werkgever betaald en kreeg ik van het UWV een loongerelateerde WIA uitkering. Na mijn ontslag had ik geen recht op WW omdat ik al twee jaar een WIA loongerelateerde uitkering had ontvangen (WIA is oude WAO plus WW). Ik viel terug op een WIA vervolguitkering op bijstandsniveau. Die is bedoeld om je te stimuleren weer aan de slag te gaan. ‘Ik heb het stempel op mijn hoofd dat ik arbeidsongeschikt ben. Het voelt alsof je wordt gestraft voor het feit dat je buiten je schuld je baan bent kwijtgeraakt. Op een gegeven ogenblik, kon ik er niet meer tegen. Als je een handicap hebt wordt het leven alleen maar duurder. Financieel ga je erop achteruit. Als je iedere maand
‘De sfeer werd steeds grimmiger’ Wat gebeurde er toen? ‘Ik werd steeds nerveuzer. Ik had altijd een goede band met mijn baas gehad. Maar als ik in die tijd de parkeergarage binnenkwam en zijn auto zag staan, brak het angstzweet mij uit. Ik voelde gewoon dat het werken mij onmogelijk werd gemaakt. ‘Ik heb een keer gehad dat ik in mijn jogging-kleren voor de deur van mijn werk stond en ineens dacht: wat doe ik hier? Ik moest bij de fysiotherapeut zijn. Ik was helemaal van streek. ‘Dat gaat helemaal de verkeerde kant uit’, zei Veeru. Hij heeft toen, het was inmiddels eind 2007, een arbeidsrechtadvocaat ingeschakeld.’ p.3 / 5
en andere kosten van betalen. ‘Het Waarborgfonds kwam in eerste instantie met een veel te lage schadevergoeding, daar kon ik echt niets mee. Ik had immers te maken met pensioenbreuk, enorm loonverlies en hoge medische kosten. De laatste jaren is het gewoon een strijd om geld geweest.’ ‘Iedere keer krijg je weer een brief. Als je die leest, is het weer teleurstellend. Ik ben iemand die zekerheden nodig heeft. Nou, die heb ik niet meer. Dan moet je ook nog van zo’n lage uitkering leven. Je hoopt dat je iets krijgt, waarmee je de rest van je leven uitkomt. Ze hebben van alles berekend. Bijvoorbeeld dat ik tot mijn zeventigste fysiotherapie nodig heb.
spaargeld moet aanspreken om rond te komen, ben je er snel doorheen. Je wordt dubbel gepakt. Ik zeg dit niet om zielig te doen, maar het zijn gewoon de feiten.’ Wat hebben ze bij het UWV voor je gedaan? ‘Mijn zelfvertrouwen was door dat ontslag zo beschadigd dat ik echt dacht dat ik niets meer kon. Bij het UWV zeiden ze: ‘Je bent bijdehand genoeg en beschikt over diverse diploma’s. Daarom krijg je geen omscholing aangeboden. Kijk wat je wel kunt doen’. Ik ben opgeleid voor kantoorwerk. Maar zittend werk kan ik fysiek niet meer volhouden. ‘Ik wilde me laten omscholen. Een sociaal-pedagogische opleiding doen. Ik had een particuliere mbo-opleiding gevonden. Die kostte zesduizend euro, maar dan kon ik het in anderhalf jaar doen in plaats van vier jaar. Mijn manueel therapeut vond omscholing een nobel streven maar betwijfelde of ik het fysiek vol kon houden. Daarom ben ik er niet aan begonnen. Het is triest dat ik veel dingen lichamelijk niet meer aankan.’
Hoe voelde dat voor jou? ‘Je houdt de hele tijd een soort onrust. Je omgeving gaat dan zeggen: ‘Zou je niet eens stoppen met je advocaat’. Ik heb ze toen uitgelegd dat het zo niet werkt. Als je halverwege een letselschadezaak stopt, heb je helemaal niets. Ik was heel blij met Veeru en had veel contact met hem. Vaak ook per mail. Hij is heel reëel. Hij heeft mij nooit voorgespiegeld wat het bedrag zou worden. We hadden wel een berekening laten maken, maar hij heeft steeds gezegd, dat het toch anders zou kunnen lopen. ‘Hij had wel gedacht dat mijn zaak sneller afgerond zou zijn. Ik heb altijd het volste vertrouwen in Veeru gehad. Uiteindelijk zijn we in 2012 tot een schikking gekomen.’
Hoe verliep de zaak met de tegenpartij? ‘Het Waarborgfonds zei: ‘Mevrouw heeft niet genoeg haar best gedaan, want zij heeft geen WW-uitkering aangevraagd’. Ik had geen recht op WW omdat ik twee jaar in de WIA had gezeten. Veeru heeft wel zes brieven naar het UWV gestuurd of ze hierover een uitspraak wilden doen. Het UWV gaf steeds ontwijkende antwoorden. Ze kenden hun eigen regels niet eens. Als ik achteraf nog een uitkering zou aanvragen, zou ik er volgens hun zeggen ook geen recht op hebben, want de termijn was verstreken.’
‘Ik weet wel dat ik niet meer kan presteren wat ik vroeger kon’
Wanneer kwam er zicht op een oplossing? ‘In 2009 wilde het Waarborgfonds van mijn dossier af. Ik kreeg af en toe een voorschot, daar moest ik onder meer mijn fysiotherapie
Kon je het daarna afsluiten? ‘Nee, ik heb de zaak voor mijzelf niet helemaal afgesloten. Het zit p.4 / 5
Ik wist dat ik dat gewoon moest doen omdat ik anders helemaal niet meer aan het gewone leven kan deelnemen. ‘Ik realiseer me dat ik verlamd had kunnen zijn of dat ik in een een rolstoel of in een verzorgingstehuis terecht had kunnen komen. Ik ben dankbaar dat ik hier nog kan wonen. Ik heb een nieuwe bank gekocht en ben daar blij mee. Ik blijf positief. Ik kijk echt wel naar de dingen die ik wel kan, maar ik ben mij er iedere dag van bewust wat ik niet meer kan.’
me nog dwars dat die jongen is doorgereden. Ik zit zelf heel anders in elkaar. Ik zal altijd mijn verantwoordelijkheid nemen. Hij had bij mij niet op de koffie hoeven te komen, maar hij had moeten stoppen en zijn verantwoordelijkheid moeten nemen. Doorrijden na een ongeval is niet alleen strafbaar, maar vooral ook heel erg laf! ‘Het Waarborgfonds heeft zo moeilijk gedaan. Ze hadden het sneller kunnen afhandelen. Het is verschrikkelijk om dit mee te maken. Het is een slopend proces. Ik ben er jaren samen met Veeru Mewa mee bezig geweest. Ik was heel blij toen het Waarborgfonds in 2009 zei: ‘We willen er van af’. Toen dacht ik, hoera! Toch heeft het nog drie jaar geduurd. In juli 2012 was het eindelijk afgerond. Door deze strijd met het Waarborgfonds heb ik het idee dat ik in een korte tijd tien jaar ouder ben geworden. Op foto’s van voor mijn ongeluk zag ik er veel sprankelender uit.’
AvL
‘Ik realiseer me ook dat ik verlamd had kunnen zijn’ Het ongeluk blijft je leven beïnvloeden? ‘Je wordt er iedere dag aan herinnerd, omdat je dingen niet kunt. Ik heb altijd pijn en ik slik daar spierverslappers en pijnstillers voor. Ik ben al heel blij als ik een nacht vijf uur slaap. Ik heb chronisch slaaptekort. Dat sloopt je. Ik weet dat ik niet meer kan presteren wat ik vroeger kon. Daarin moet ik reëel zijn. Vroeger wist ik alles uit mijn hoofd. Nu ben ik erg vergeetachtig. ‘Ik sta heel anders in het leven dan vroeger. Ik ben zorgelijker geworden, angstiger. Ik heb wel geprobeerd mij daar overheen te zetten. Ik ben met korset en al weer naar dat kruispunt gegaan om het zebrapad over te steken. Ik wilde geen straatvrees krijgen.
Veeru Mewa was de advocaat in deze zaak p.5 / 5