Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
2 4 f e br ua r i 2 0 10 | nr 6 | 2 1s t e j a a r g a ng | w w w. k ul e u v e n . be / c k /
t i jdschrif t va n de k .u.l eu v en
“Dit zijn mijn mooiste jaren” le ven na leuven: pedagoge en journaliste annemie struyf [12]
Afremmer ALS in hogere versnelling Leuvens k andida at-medicijn (© Rob Stevens)
Stolpcontact
In de krokusvakantie kwamen 1.828 laatstejaars uit het middelbaar naar Leuven afgezakt om tijdens de Open Lesweek al even te proeven van het onderwijs aan de universiteit. Scientica, het samenwerkingsverband tussen de wetenschapskringen van de K.U.Leuven, wilde hen ook met de praktische kant van wetenschappen in contact brengen en organiseerde een Maffe Experimentendag. Hier kijken de scholieren geamuseerd toe terwijl stikstof met behulp van een vacuümpomp in enkele minuten van een gas in een vaste stof wordt getransformeerd.
Gedachtelezer kan nu ook woorden spellen Professor Marc Van Hulle en zijn team zijn erin geslaagd een compact draagbaar toestel te ontwikkelen dat hersensignalen omzet in woorden en zinnen: de mind speller. Vandaag krijgt het project de SWIFT Prijs 2009, goed voor een beurs van 50.000 euro. Henk Van Nieuwenhove
raat ook emoties kunnen lezen, bijvoorbeeld via muziek. De toeEen intelligent tekstueel en ver- passing zal in eerste instantie mebaal communicatieapparaat disch zijn. Maar ook de game-wevoor personen met een motori- reld ziet er toekomstmuziek in.” sche beperking, zo luidt de Nederlandse omschrijving van de Diadeem mind speller die op het Laborato- De mind speller is een draagbaar rium voor Neuro- en Psychofysio- apparaat ter grootte van een lucilogie ontwikkeld werd. “Het gaat ferdoosje dat een batterij bevat om een EEG-apparaatje waarvan en verbonden is met een soort de elektronica door IMEC werd badmuts die de elektroden op gemaakt, dat erin slaagt via her- de hoofdhuid aanbrengt. De sigsengolven de gedachten te le- nalen die door het apparaat worzen en karakters te spellen van den opgevangen kunnen via een personen die lijden aan verlam- USB-stick worden overgebracht ming”, verduidelijkt professor op de pc waar ze met een speciVan Hulle. “Ook personen die aal ontwikkeld programma woronderhevig zijn aan spraak- of den gedecodeerd. taalstoornissen kunnen op die “We hebben het systeem getest manier in communicatie treden op een twaalftal patiënten die door een hersenbloeding getrofmet de buitenwereld.” “Het apparaat slaagt erin ka- fen waren en we zijn erin geslaagd rakters te spellen, en kan in een woorden te construeren die hun geavanceerde vorm voorzien zijn gedachten weergeven. We kunvan automatische woordvervol- nen tot zo’n tien karakters per lediging of zinsconstructie. Bij minuut vormen. Voor mensen personen die niet in staat zijn die niet via spraak of bewegingen om woorden te herkennen of te kunnen communiceren, betekent vormen, zou men met dit appa- dit een cruciale doorbraak in hun
Verschijningsdata Campuskrant 2010
streven naar onafhankelijkheid en sociale contacten. Dankzij dit compacte communicatieapparaat kunnen ze in contact treden met anderen, zodat ze opnieuw kunnen integreren in de sociale gemeenschap.” Professor Van Hulle en zijn team werken nu aan de ontwikkeling van een diadeem die de volledige elektronica bevat die nodig is voor de mind speller. De toekenning van de SWIFT Prijs maakt het mogelijk het experiment binnen de twee jaar om te zetten in een marktrijp product. De mind speller kwam tot stand door samenwerking met IMEC, het Lemmensinstituut, Groep T en de neurologische onderzoeksgroepen van de professoren Vincent Thijs en Wim Robberecht en van de Afdeling Experimentele Oto-rino-laryngologie van professor Ann Goeleven. Sinds 1997 bekroont het SWIFT Fonds ieder jaar een Belgisch of Nederlands project dat dankzij een vernieuwend gebruik van technologie mensen dichter bij elkaar brengt.
Nr. 7 – 24 ma a 2010 Nr. 8 – 28 apr 2010
erkend als ‘ weesgeneesmiddel’ [3]
Beeldhouwsters uit de vergeetput doctoraatsonderzoek bekroond [5]
Smakelijker eten uit revolutionair bord ingebouwde chip en elek troden ge ven zuiverste sma akcomponenten vrij [6]
Egyptologen scoren in Boston grafschatten in museum of fine arts [8]
“Ik wil entertainen, niet schofferen” alumnus en comedian bert gabriels treedt op tijdens ‘culture shot’ [13] nr. 9 – 26 mei 2010
nr. 10 – 23 jun 2010 NR. 1 /22 – 22 sep 2010
2 Nieuws colofon Campuskrant Maandelijks tijdschrift van de K.U.Leuven
campuskrant
Ronny Vandenbroele verlaat Dienst Communicatie
Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen
Op 1 maart verlaat Ronny Vandenbroele de Dienst Communicatie. Gedurende bijna tien jaar was hij directeur van onze dienst, een periode waarin hij veel nieuwe initiatieven heeft geleid en begeleid. Hij wordt rectoraal stafmedewerker voor logistieke ondersteuning van solidariteitsacties en ontwikkelingshulp. Wij wensen hem veel geluk in zijn nieuwe functie en we willen hem oprecht bedanken voor de fijne samenwerking. We zullen zijn engagement voor onze dienst missen.
Redactieadres
De collega’s
Redactie
Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven 016 32 40 18,
[email protected]
Adreswijzigingen Alumni Lovanienses Naamsestraat 63 - bus 5601 3000 Leuven
[email protected]
Losse medewerkers Tine Bergen, Nadia Koeck, Ines Minten, Jaak Poot, Rob Stevens, Katrien Steyaert, Els Vandeborght, Henk Van Nieuwenhove, Tim Willekens, Catherine Zenner
Grafisch ontwerp Catapult, Antwerpen
Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen
Fotografie Rob Stevens, Michel Vanneuville
Cartoons Joris Snaet
Reclameregie Wouter Verbeylen T 016 32 41 46 Wouter.Verbeylen@dcom. kuleuven.be
Onderzoek naar zeldzame tumoren
(© Rob Stevens)
Doorbraak in onderzoek naar Parkinson Wetenschappers van de K.U.Leuven en de Campus Kortrijk hebben het onderzoek naar een therapie voor de ziekte van Parkinson een nieuw elan gegeven. De ziekte van Parkinson is een veel voorkomende neurodegeneratieve aandoening met grote gevolgen voor de levenskwaliteit. Vanwege de vergrijzing neemt de socio-economische impact sterk toe. Er is totnogtoe geen therapie die het ziekteproces kan stoppen of omkeren. Onderzoekers van de Afdeling Moleculaire Geneeskunde van de K.U.Leuven en de Afdeling Biochemie van de
K.U.Leuven Campus Kortrijk hebben nu een mogelijk doelwit ontdekt in de zoektocht naar nieuwe geneesmiddelen tegen de ziekte van Parkinson. Het gaat om een enzym dat de aggregatie – samenklontering – van alfa-synucleïne bevordert. Dat eiwit speelt een sleutelrol in de ziekte van Parkinson: tijdens het ziekteproces wordt het onoplosbaar en slaat het neer in de neuronen. In de hersenen van Parkinsonpatiënten vindt men grote hoeveelheden van deze alfasynucleïne aggregaten, ook wel Lewy-lichaampjes genoemd. Dr. Melanie Gérard ontdekte, onder supervisie van professor Veerle Baekelandt, dat een bepaald enzym, het FK506-binding protein 12 of FKBP12, de aggregatie
Joris steekt de draak
Oplage 33.500 ex.
Drukwerk Eco Print Center, Lokeren
van alfa-synucleïne in belangrijke mate versnelt en zo het tempo van het ziekteproces beïnvloedt. Er bestaat reeds een remmer van FKBP-eiwitten, FK506, die wordt gebruikt om afstotingsverschijnselen na weefseltransplantatie tegen te gaan. Nu blijkt deze remmer ook werkzaam te zijn tegen de aggregatie en de toxische effecten van alfa-synucleïne in neuronale cellen, en dit zowel in een proefbuis als in de hersenen van muizen met Parkinsonsymptomen. De resultaten van het onderzoek zijn verschenen in het toonaangevende tijdschrift Journal of Neuroscience. Het onderzoek werd gefinancierd door het FWO, het IWT, het Bijzonder en het Industrieel Onderzoeksfonds van de K.U.Leuven.
Zes onderzoeksprojecten van de K.U.Leuven ontvangen een subsidie van één miljoen euro van de Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK). Het gaat telkens om onderzoek naar zeldzame tumoren. In België lijden zo’n negenduizend patiënten aan een zeldzame vorm van kanker. De VLK wil zich via de Stichting Emmanuel van der Schueren focussen op onderzoek naar deze vormen, waarvoor moeilijk financiering te krijgen is van de overheid of de farmaceutische industrie. Het gaat om projecten van professor Jan Cools (Departement Menselijke Erfelijkheid), professor Peter Carmeliet (Vesalius Research Center, VIB-K.U.Leuven), professor Sandra Nuyts (Departement Radiotherapie), professor Gregor Verhoef (Afdeling Hematologie), professor Eric Legius (Departement Menselijke Erfelijkheid) en professor Koen Norga (Dienst Kinderhematologie en -oncologie), professor Frederic Amant (Dienst Verloskunde – Gynaecologie), professor Jurgen Van Gool (Dienst Kinderhematologie en -oncologie, UZ Leuven) en professor Dieter Lambrechts (Vesalius Research Center, VIB-K.U.Leuven).
Nieuwe voorzitter Onderzoeksraad Professor André Vantomme werd aangesteld als voorzitter van de Onderzoeksraad. Hij volgt in die hoedanigheid professor Karin Sipido op, die werd aangesteld als onderzoeksdirecteur van de Groep Biomedische Wetenschappen.
Virusremmer tegen varkenspest
Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven
Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming. Het volgende nummer verschijnt op 24 maart. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/
Vergeten vrouwelijke beeldhouwers: lees het artikel op pagina 5.
De Afdeling Virologie van het Rega-instituut van de K.U.Leuven heeft samen met het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agronomie (CODA) in Ukkel een selectieve en krachtige remmer van het varkenspestvirus ontwikkeld. Het middel, dat wordt toegediend in het voer, blijkt in staat om de vermenigvuldiging van het virus in besmette varkens bijna volledig te onderdrukken. Bovendien konden behandelde dieren het virus nauwelijks nog verspreiden naar niet-behandelde varkens die in hetzelfde hok verbleven. Het middel zou ook preventief kunnen werken bij gezonde dieren. Vanuit verschillende hoeken bestaat grote interesse om het nieuwe concept verder te ontwikkelen. Daarom werd de technologie overgeheveld naar een recente spin-off van de Afdeling Virologie, Okapi Sciences nv. De ontwikkeling tot volwaardig medicijn zal nog enkele jaren duren.
24 februari 2010
Nieuws 3
Duwtje in de rug voor geneesmiddel tegen ALS Professor Peter Carmeliet deed jarenlang onderzoek naar een kandidaat-medicijn dat de ontwikkeling van de verlammende aandoening ALS mogelijk afremt. “Dankzij de hoopvolle eerste testresultaten erkende het Europees Geneesmiddelenbureau ons medicijn als weesgeneesmiddel. Dat brengt de ontwikkeling van onze behandeling in een hogere versnelling.” Catherine Zenner ALS, voluit amyotrofische laterale sclerose, is een ongeneeslijke aandoening waarbij de zenuwbanen die naar de spieren lopen aftakelen. De ziekte kan jong en oud overkomen, maar treft vooral mensen van middelbare leeftijd. Patiënten verliezen de controle over hun spieren en raken op termijn volledig verlamd, maar blijven wel over hun volledige mentale vermogen beschikken. “En dat maakt de ziekte zo schrijnend. Mensen met ALS begrijpen perfect wat hen aan het overkomen is”, zegt professor Peter Carmeliet van het Vesalius Research Centrum. Samen met het Vlaams Instituut Voor Biotechnologie (VIB) ontdekte Carmeliet dat een tekort aan een bepaald eiwit – VEGF – symptomen van ALS veroorzaakt bij muizen. “De volgende stap was natuurlijk onderzoeken of dat ook van toepassing is op mensen. Toen er aanwijzingen waren dat dit het geval bleek te zijn, wilden we bekijken of het rechtsreeks toedienen van VEGF de ziekte kon afremmen.” Verschillende behandelingen werden onder de loep genomen, maar eentje sprong eruit: “Wanneer we bij ratten VEGF via een pompje aanbrachten in de hersenen, merkten we dat de diertjes minder snel ziek werden en langer bleven leven. Daarmee was onze preklinische evidentie geleverd.”
Hoopvolle resultaten Farmaceutisch
bedrijf
Neuro-
Nova vertoonde inmiddels interesse om de ontwikkeling van de therapie mee op te volgen. Met de firma voerde het Leuvense onderzoeksteam verdere tests uit om de veiligheid van de dosis te garanderen. “Toen de eerste resultaten hoopvol bleken en gevreesde neveneffecten uitbleven, zag ook het Europees Geneesmiddelenbureau de mogelijkheden van de therapie. Daarom erkende het ons kandidaat-geneesmiddel als weesgeneesmiddel, een titel voorbestemd voor veelbelovende stoffen die nog niet in de industrie werden opgenomen. Die erkenning biedt heel wat voordelen: je kan je onderzoek uitvoeren bij minder patiënten, de producent krijgt tien jaar marktexclusiviteit en het bespaart je heel wat administratieve rompslomp.” Op die manier wil de Europese Unie haar steentje bijdragen tot de ontwikkeling van geneesmiddelen voor zeldzame ziekten. Vaak raken die immers zonder financiële of administratieve steun niet op de markt. ALS komt slechts bij één op de twintigduizend mensen voor, in België lijden achthonderd à duizend patiënten aan de ziekte. De klinische testen lopen op dit moment in UZ Leuven, onder leiding van professor Wim Robberecht (VIB, K.U.Leuven). In een volgend stadium worden ook internationaal tests uitgevoerd. “Op dit moment wordt verder gezocht naar een veilige dosis. We hopen dat op termijn onze therapie enig effect zal hebben. Maar je moet
Geciteerd Importpriesters De Morgen, 2.2.2010
“Het kleine aantal priesterwijdingen is een reuzegroot probleem”, zegt Jürgen Mettepenningen van de onderzoekseenheid geschiedenis van Kerk en Theologie. “Veel meer priesters overlijden of gaan op pensioen dan er nieuwe bij komen. Daarenboven blijft de kerk vasthouden aan de bestaande structuur van parochies en probeert ze door schaalvergroting enkel om op korte termijn de eigen problemen in te dijken in plaats van de mensen tot dienst te zijn.” Mettepenningen oppert prompt enkele oplossingen. “Net zoals in Wallonië zou men priesters uit Afrika of het voormalige Oostblok kunnen importeren, en zo tot een soort missiegebied uitgroeien. Het statuut van bezoldigde leken zou ook meer financiële en rechtsgeldige zekerheid moeten bieden dan nu het geval is.”
Pestbestrijding Bodytalk, februari 2010
Peter Carmeliet
(© Rob Stevens)
realistisch zijn. Van de kandidaatgeneesmiddelen haalt minder dan één procent het. Dat is dan bijvoorbeeld omdat een stof meer toxisch blijkt te zijn bij de mens of gewoonweg onvoldoende werkt.”
Ziekte afremmen Hoewel het eiwit VEGF zeer positieve resultaten oplevert, moet duidelijk zijn dat het de ziekte nooit alleen zal kunnen tegenhouden. “ALS kent immers vele oorzaken. Een behandeling zal dus moeten bestaan uit een combinatie van geneesmiddelen. Wel verwachten we dat VEGF een zenuwcel in nood, om welke reden ook, zal bijstaan. We bieden een
geneesmiddel aan dat de zenuwcellen sterker moet maken bij elke patiënt. En daarom is de therapie hoopgevend”, schetst professor Carmeliet. Hij hamert er echter op dat het geneesmiddel mensen met ALS nooit zal kunnen genezen. “We willen geen valse verwachtingen creëren. Wanneer een zenuwcel dood is, is ze dood. Je kan echter wel beletten dat wat er nog is, verder afsterft. Een therapie vinden die ervoor zorgt dat de ziekte niet achteruitgaat zou ideaal zijn, maar is echt wel een utopie op dit moment. Het verloop van de ziekte afremmen met enkele jaren, dat is nu wel een realistisch scenario.”
Crisis! Op 23 februari ging ‘Betalen? Nee!’ van Dario Fo in première, een productie van CampusToneel. Het stuk – over twee vrouwen die voor hun mannen proberen te verbergen dat ze financieel niet rondkomen, en uiteindelijk beginnen te stelen – dateert uit 1974, maar is in tijden van economische crisis nog altijd actueel. Regisseur Wies De Vuyst paste enkele scènes aan die verwezen naar de Italiaanse maatschappij van toen, maar de rest van de tekst bleef grotendeels intact. De toeschouwers krijgen enkele slapstickachtige scènes te zien, maar wie aandachtig kijkt en luistert, vindt ook een serieuze boodschap.
(© Rob Stevens)
Nog op 24, 25 en 26 februari, om 20u, in de kapel van het Zwartzusterscollege http://www.campustoneel.be/
Gie Deboutte, onderzoeker en praktijklector aan het Leuven Instituut voor Criminologie, adviseert scholen in hun antipestbeleid. (…)“ Als er in de klas ruimte is voor dialoog, zal dat de problematiek reduceren. Ontpopt de leerkracht zich niet tot een goede leider, dan komt er een gevoel van meer onveiligheid. Angstige kinderen zullen zich dan terugtrekken en worden daardoor nog meer geviseerd door de pesters, die in deze onstabiele omstandigheden gestimuleerd worden om hun macht te etaleren.” (…) Soms wordt Deboutte verrast door de creativiteit van de scholen. Zo bezocht hij een Londense school waar met vertrouwensleerlingen wordt gewerkt. “Een jongen van 11 slaagde er wonderwel in om op basis van een beperkte training een prachtig ondersteunend gesprek te voeren met iemand die geheel onverwachts kwam aankloppen met een probleem. Dat voorval sterkte mij in de overtuiging dat we de jongelui op onze scholen actiever moeten betrekken bij het hele schoolgebeuren, inclusief de aanpak van pest- en andere omgangsproblemen.”
Licht in de ogen gunnen De Morgen 6.2.2010
Met laserstralen de spelers van de tegenpartij bestoken, het lijkt wel de nieuwste rage onder een deel van de voetbalfans. In de Waalse derby tegen Charleroi werden verschillende spelers van Standard het slachtoffer. De belangrijkste vraag is of het gebruik van laserstralen enkel hinderlijk of ook schadelijk is voor voetballers? Professor Peter Stalmans van UZ Leuven: “In eerste instantie zou ik zeggen dat het alleen maar hinderlijk is. Je moet al minutenlang met een laserpointer in iemands oog schijnen voor het echt schadelijk kan zijn. De intensiteit van die stralen is niet zo hoog. Maar het is verontrustend dat men gewoon op het internet ook laserpointers met een gevaarlijk hoge intensiteit kan kopen. Die zijn wel degelijk illegaal. De schade die daarmee aan het netvlies kan worden berokkend kan desastreuze gevolgen hebben: Er kan een brandwond op het netvlies ontstaan, met een permanente daling van het gezichtsvermogen tot gevolg.”
4 Nieuws
campuskrant
Geassocieerde Faculteit voor Architectuur en Kunsten is een feit Op 25 februari wordt de nieuwe Geassocieerde Faculteit voor Architectuur en Kunsten (F.A.K.) van de Associatie K.U.Leuven plechtig ingehuldigd. Haar ultieme doel is de integratie in de K.U.Leuven van de academische kunst- en architectuuropleidingen van de hogescholen van de Associatie. Nadia Koeck Kersvers decaan Peter De Graeve legt uit waarom de kunsten willen aanschuiven aan het universitair banket en hoe de F.A.K. die uitnodiging wil waarmaken. “De motor van de Faculteit Architectuur en Kunsten zijn de academische hogeschoolopleidingen in de studiegebieden architectuur, audiovisuele en beeldende kunsten en muziek en podiumkunsten van het Lemmensinstituut, Sint-Lucas Architectuur en Sint-Lucas Beeldende Kunst van de Hogeschool voor Wetenschap & Kunst, de Media en Design Academie van de KHLim en de Hogeschool Sint-Lukas Brussel. Zij voeren al jaren samen met
de K.U.Leuven onderzoeksprojecten uit in het Instituut voor Onderzoek in de Kunsten (IvOK) van de Associatie K.U.Leuven. Vorig jaar is er beslist om een stapje verder te gaan en de F.A.K. op te richten.” “Wij zijn een geassocieerde faculteit, wat concreet betekent dat in het Faculteitsbureau en de Faculteitsraad de vertegenwoordigers van de kunst- en architectuurdepartementen samen zetelen met de afgevaardigden van de K.U.Leuven. De F.A.K. zal niet enkel het onderzoek in de kunsten intensifiëren, we gaan ook samenwerken rond onderwijs, internationalisering, infrastructuur en maatschappelijke dienstverlening. Zo wil de
F.A.K. het momentum creëren waardoor de kunst- en architectuuropleidingen van de partnerhogescholen op termijn als volwaardige academische opleidingen kunnen integreren in de universiteit.”
Missing link Daarmee raakt De Graeve een gevoelige snaar in het woelige integratiedebat dat het hoger onderwijs in de ban houdt. Waar het om draait, is de vraag of de academische hogeschoolopleidingen na hun accreditatie – de academiseringstoets waarin ze moeten bewijzen dat ze onderzoeksgericht werken – zullen integreren in de universiteiten of dat ze het label van hogeschoolopleiding behou-
den. De kwestie is onlangs door de zogenaamde discussienota Van Damme op scherp gesteld: die beveelt aan om de academische hogeschoolopleidingen in de universiteit te integreren, behalve … jawel, de kunsten! Peter De Graeve pende zíjn visie neer in zijn essay ‘Geen universiteit zonder kunsten’: hij voert aan dat creativiteit de missing link is om de kennis- en innovatiecultuur te realiseren waarvoor in 1999 het Bolognaproces, de academisering, werd opgestart. De Graeve: “Onze toekomstige kunstenaars, musici en architecten zijn onderzoekers. Niet in de klassieke zin, want de werkruimte van de kunstenaar blijft zijn atelier, zijn piano, zijn te-
kentafel, waar hij met een open, onderzoekende geest creëert. Het creatieve onderzoek van een kunstenaar is niet zomaar gericht op kennis, maar op inventieve processen die leiden tot vernieuwende ontwerpen of artistieke creaties. Denk maar aan Leonardo Da Vinci of de kathedraalbouwers die de vernieuwingen in onze cultuur zichtbaar maakten.” “Het vertrekpunt van de nieuwe Faculteit Architectuur en Kunsten is dat artistiek onderzoek evenwaardig is met andere vormen van academisch onderzoek en dat de academiserende kunst- en architectuuropleidingen daarom hun legitieme plek in de universiteit hebben.”
Onderzoekers ondersteunen artsen bij het typeren van hersentumoren Een snelle en gedetailleerde typering van hersentumoren zonder te moeten opereren. Het is voorlopig nog toekomstmuziek, maar het doctoraatsonderzoek van Jan Luts is alvast een grote stap in de goede richting. Catherine Zenner Onderzoek van hersentumoren gebeurt momenteel door een combinatie van magnetische resonantie beeldvorming (MRI) en weefselonderzoek via biopsie. Hoewel door MRI de grootte van de hersentumor en het effect ervan op het omgevende hersenweefsel op niet-invasieve wijze – zonder te opereren dus – wordt bepaald, is de informatie over het exacte type tumor beperkt. Dat is nochtans erg belangrijk voor een
correcte behandeling. Via een biopsie kan het type wel bepaald worden, maar dat vereist een operatie die niet geheel risicoloos is bij een vaak al verzwakte patiënt. Magnetische resonantie spectroscopie (MRS) is een techniek die sterk aanleunt bij MRI. Daarmee verkrijg je niet-invasief erg precieze gegevens over de chemische samenstelling van weefsel. Dat maakt het mogelijk hersentumoren tot op microscopisch niveau te detecteren. “Grote nadeel is dat er zoveel gegevens uit voort-
vloeien dat het erg tijdrovend en allerminst evident is om ze correct te interpreteren. In een klinische praktijk met weinig handen en beperkte tijd werd de methode daarom tot vandaag weinig gebruikt”, vertelt onderzoeker Jan Luts van het Departement Elektrotechniek. Tijdens zijn doctoraat, waarvoor hij een grootste onderscheiding met felicitaties van de jury mocht ontvangen, ontwikkelde Luts een methode om spectroscopisch onderzoek toegankelijker te maken in de praktijk. “Elke tumor heeft een specifiek profiel dat gekenmerkt wordt door een aantal pieken in de MRS spectra. Gezond weefsel ziet er volledig anders uit dan tumorweefsel, en ook tussen de tumoren bestaan heel wat verschillen. Voor de clinici zijn er gewoonweg te veel spectra om
correct en snel te interpreteren. Ik heb een methode ontwikkeld die de spectra classificeert en zo aangeeft tot welke weefselgroep ze behoren.”
Droom Het onderzoek van Luts kadert in de grote Europese projecten HealthAgents en eTUMOUR. “Om tot classificatie over te gaan heb je heel wat voorbeeldgegevens nodig van hersentumoren. Door de samenwerking met andere Europese onderzoekscentra was het makkelijker die te verzamelen. We werkten er met een multidisciplinair team bestaande uit radiologen, neurochirurgen, pathologen, ingenieurs, chemici, statistici en softwarespecialisten. Binnen die omgeving heb ik op basis van de verzamelde gegevens mijn classificatiemethode
ontwikkeld en geïmplementeerd in de software.“ De volgende stap is de optimalisatie en de verdere validatie van de methode op basis van nieuwe, externe data, waarvoor met Gasthuisberg wordt samengewerkt. Spectroscopie levert mogelijk heel wat voordelen op voor de patiënt: “Tumoren kunnen op basis van een MRI-scan erg gelijkend zijn, maar een heel ander spectroscopisch beeld opleveren. Patiënten zullen dan ook verschillend reageren op eenzelfde behandeling. Door een betere typering kan spectroscopie leiden tot een betere aanpak van de specifieke tumor.” Een stiekeme droom van de succesvolle onderzoeker is dat biopsie op termijn helemaal vervangen wordt door spectroscopie. “Maar ik blijf realistisch, de weg daar naartoe is nog lang.”
Ontdek jezelf. Begin bij de infodagen K.U.Leuven. Zaterdag 6, 20 en 27 maart 2010 Info en inschrijven: www.kuleuven.be/infodag
24 februari 2010
Nieuws 5
Vergeten vrouwen in de beeldhouwkunst Behalve Camille Claudel, leerlinge en minnares van Rodin, zijn er nauwelijks vrouwelijke beeldhouwers uit de negentiende eeuw bekend. Kunsthistorica Marjan Sterckx stelde voor het eerst een inventaris op van het beeldhouwwerk gemaakt door beeldhouwsters in de openbare ruimte in Brussel, Parijs en Londen. Wat bleek: ze waren niet met weinig, en moeten in hun tijd bekender geweest zijn dan Claudel. Alleen vergat de kunstgeschiedenis deze baanbrekende vrouwen op te pikken. Op 5 maart ontvangt Sterckx de Prijs van de Academische Stichting Leuven voor haar onderzoek. Wouter Verbeylen Marjan Sterckx, momenteel werkzaam als docent aan de UGent en de PHLimburg, ontvangt de prijs voor het doctoraat dat ze drie jaar geleden aan de K.U.Leuven verdedigde, en dat eind dit jaar in boekvorm verschijnt onder de titel Het binnenste buiten. Vrouwelijke beeldhouwers en de publieke ruimte (Parijs, Londen, Brussel, ca. 17701953). Sterckx: “Natuurlijk ben ik erg opgetogen met die prijs, zo komen mijn onderzoek, en vooral de vergeten beeldhouwsters en hun kunst nog eens uitgebreid onder de aandacht. Iemand als Camille Claudel kent iedereen – is het niet van haar kunst, dan zeker van haar verhouding met Auguste Rodin. Maar zij heeft nooit beelden voor de openbare ruimte gemaakt. De vrouwen die dat wel deden, moeten in hun tijd bekender zijn geweest dan Claudel.” “Je mag de combinatie beeldhouwen en openbare ruimte niet onderschatten: dat is een dubbele drempel waar die vrouwen over moesten. Het cliché wilde dat beeldhouwen – samen met architectuur – bij uitstek een mannelijke kunstvorm was. Het werd gepercipieerd als zwaar handwerk waar je spieren voor nodig had, en waar vrouwen sowieso te fragiel voor waren. Vandaag nog is het beeld dat we hebben van bijvoorbeeld Rodin er een van een man die in marmer staat te kap-
pen, terwijl hij vooral ook veel in klei gewerkt heeft. Bovendien zag men het publieke domein, zeker in de Victoriaanse periode, als het terrein van de man. De vrouw was baas over het privédomein, het huishouden en de kinderen. Als je dan als vrouw een beeld voor een publieke ruimte mag maken, is dat niet minder dan een huzarenstukje.” Marjan Sterckx onderzocht de periode 1770 tot 1953 in de toonaangevende steden Londen en Parijs, en in Brussel. “Ik heb de figuratieve kunst onderzocht, die liep in de publieke beeldhouwkunst langer door dan in de andere kunsten. Dat is een van de argumenten voor de einddatum 1953. En de vroegste voorbeelden die ik vond, althans in deze steden, situeren zich eind achttiende eeuw. Het ging om vrouwen uit alle lagen van de bevolking, maar wie een beeldhouwer in de familie had, had alvast een voorsprong om toegang te krijgen tot een opleiding in het vak. Vrouwen uit de hogere klassen mochten de stiel niet uitoefenen als beroep, maar enkel met het statuut van amateur. Maar door de tijd zie je daar verandering in komen, ze mochten een opleiding volgen en kregen meer opdrachten. Het feit dat heel wat adellijke vrouwen aan het beeldhouwen sloegen heeft wellicht ook een impact gehad – denk bijvoorbeeld aan onze eigen koningin Elisabeth.”
Mannenkleren Een algemene beschrijving van de vrouwen die voor de beeldhouwkunst kozen kan Sterckx niet geven, daarvoor zijn hun profielen te divers en het domein en de periode te omvangrijk. “Sommigen waren – op hun keuze voor de beeldhouwkunst na – conformistisch, om niemand tegen het hoofd te stoten, anderen waren dan weer heel radicaal voor hun tijd: ze waren lesbisch, ze kozen ervoor geen kinderen te krijgen, ze scheidden van hun man, of ze kozen er na het overlijden van hun man bewust voor om niet te hertrouwen.” “Maar over het algemeen kan je zeker zeggen dat ze allemaal bezig moeten zijn geweest met het zoeken van een evenwicht tussen tonen en verbergen, tussen aanwezig zijn op de kunstscène en tegelijkertijd beantwoorden aan de Victoriaanse eisen, door zich bijvoorbeeld uitgesproken vrouwelijk te kleden. Anderen hulden zich dan weer net in mannenkleren, of kozen een mannelijk pseudoniem om toegang te krijgen tot het wereldje en hun werk bekendheid te geven.” “Werken met naaktmodellen is lange tijd een probleem geweest. Vrouwen kregen simpelweg geen toegang tot de ateliers, en net in de beeldhouwkunst is het leren van de juiste verhoudingen van het menselijk lichaam van cruciaal belang. Toen ze tegen het einde van de negentiende eeuw
dan toch toegelaten werden tot de officiële kunstacademies, werden er soms letterlijk muurtjes opgetrokken tussen de mannen en de vrouwen.” Uiteindelijk vond Marjan Sterckx toch 360 beelden van de hand van vrouwen in de publieke ruimte. “Dat is veel, bij de start van mijn onderzoek had ik op een zeventigtal gerekend. Driekwart trof ik trouwens in Parijs aan, dat was dé place-to-be, onder andere dankzij de grootse urbanisatiewerken van Haussmann. Maar het is weinig als je weet dat het om hooguit drie procent van de totale productie gaat. Bovendien kregen ze hoofdzakelijk plaatsen in de ‘periferie’ van de publieke ruimte, en mochten ze zelden de ‘hoogste’ genres leveren. In de publieke beeldhouwkunst is een ruiterstandbeeld het meest prestigieus, dan volgen de beelden ten voeten uit, dan de bustes, enzovoort. Vrouwen waren vooral in die ‘lager’ gewaardeerde genres actief: ze maakten vele portretten en putti, vrij weinig beelden ten voeten uit, en in de drie steden van mijn onderzoek stond geen enkel ruiterstandbeeld van een vrouw. Dit neemt niet weg dat ze wel konden uitblinken in de genres die ze beoefenden.” “Dit neemt niet weg dat ze wel konden uitblinken in de genres die ze beoefenden, en soms monumentale werken realiseerden, zoals Malvina Hoffmans bijna vijf meter hoge en veertig ton zware stenen beeldengroep Anglo-American Friendship in Londen.” “Die ‘lagere’ beelden kwamen dan ook niet op de pleinen terecht, maar op inferieure plekken in de publieke ruimte, of in de semipublieke ruimte: kerken, begraafplaatsen, scholen, cultuurhuizen, veelal plaatsen waar vrouwen ook los van de kunst actief waren. Vrouwen werkten met de klassieke materialen brons en marmer, maar aan het begin, in de late achttiende eeuw, vooral met was. Er bestond een traditie van werken met was in kloosters, en wie kent niet Madame Tussaud, die met haar rondreizende wassen beelden als een soort voorloper van de fotografie fungeerde. Een grote collectie wassen beelden is nu nog verzameld in Westminster Abbey in Londen, toen een druk bezochte publieke ruimte.”
Kunst op het kerkhof Waren de sculpturen die Sterckx Vrouwen werden lange tijd ‘te fragiel’ gevonden voor beeldhouwkunst. Hier: Malvina Hoffman in 1925 werkend aan haar inventariseerde ook artistiek een Anglo-American Friendship in Londen. (© ingezonden) ontdekking? “Zeer zeker, hoewel
Marjan Sterckx
(© Rob Stevens)
daarom niet alles. Dat zij ontbreken in de kunsthistorische literatuur heeft echter veeleer te maken met het feit dat er vrij weinig sprake is van vernieuwing. Nu was vernieuwing in de negentiende eeuw nog niet zo’n issue, en al helemaal niet in de publieke beeldhouwkunst, die toch vooral moest voldoen aan algemeen aanvaarde criteria en aan de verwachtingen van de opdrachtgevers. Bovendien vielen deze vrouwen op sociaal vlak al uit de toon – als ze dat ook nog artistiek zouden doen, dan werden ze misschien helemaal niet meer gedoogd.” “Toen vernieuwing in de twintigste eeuw wel een belangrijk criterium in de kunst werd, werden die vrouwen dan ook uit de kunstgeschiedenis geschreven. Of beter: ze kwamen er nooit in terecht, aangezien de canon pas in de twintigste eeuw vorm kreeg.” “Dat neemt niet weg dat ik op mijn zoektocht prachtig werk ben tegengekomen. De beelden die vrouwen maakten voor de culturele instellingen in Parijs bijvoorbeeld behoren kwalitatief tot de absolute top. En op de kerkhoven in Parijs heb ik schitterende vergeten staaltjes van funeraire beeldhouwkunst ontdekt. Die maakten de kunstenaressen dikwijls voor overleden familieleden, en daarvoor haalden ze duidelijk alles uit de kast. Het is echt zonde dat die kunstwerken vergeten zijn, en dat ze bijvoorbeeld nog niet of amper in de catalogi of de reisgidsen vermeld worden. Hopelijk komt daar alsnog verandering in.” Marjan Sterckx ontvangt op 5 maart de Prijs van de Academische Stichting Leuven voor Humane Wetenschappen. Voor het programma en inschrijvingen: http://www.kuleuven.be/ onderzoek/por/
De overige laureaten De Prijs van de Onderzoeksraad Biomedische Wetenschappen gaat naar Karel Talavera Pérez, Laboratorium voor Ionenkanaalonderzoek. Dit jaar wordt voor het eerst ook de Prijs van de Onderwijsraad uitgereikt. Laureaten zijn professor Manuel Sintubin en Isaac Berwouts (Afdeling Geologie). Meer in het volgende nummer van Campuskrant. http://www.kuleuven.be/ onderzoek/por
6 Onderzoek
campuskrant
Het revolutionaire bord. De witte streepjes zijn elektroden waarlangs de druppels verplaatst worden.
De ‘proef’-opstelling, gedresseerd door Sergio Herman van Oud Sluis.
(© ingezonden)
Wetenschap verovert gastronomie Professor Jeroen Lammertyn en zijn team ontwikkelden samen met het Nederlandse culinaire fenomeen Sergio Herman van driesterrenrestaurant Oud Sluis revolutionaire borden met ingebouwde chip die draadloos vanuit de keuken kunnen worden bediend om de zuiverste smaakcomponenten op het bord vrij te geven. Henk Van Nieuwenhove Het bord was een van de grote blikvangers tijdens de tweede editie van het culinaire seminarie The Flemish Primitives dat half februari in Brugge plaatsvond. Net de intense samenwerking tussen onderzoekers en koks is het meest specifieke en unieke kenmerk van The Flemish Primitives. Foodwetenschapper Bernard Lahousse, een van de stichtende leden van de Flanders Taste Foundation, is constant op zoek naar technologische en wetenschappelijke innovaties die toepasbaar zijn in de kookkunst, om zo de creativiteit van de grote chefs te ondersteunen, en kwam aankloppen bij de Afdeling MeBioS. Daarbinnen leidt professor Lammertyn een onderzoeksgroep rond biosensoren. Deze sensoren maken het mogelijk om ziektes op te sporen in het bloed, maar kunnen ook worden ingezet in de voedingsdiagnostiek. Bio-ingenieur Nicolas Vergauwe, die een doctoraal proefschrift voorbereidt rond medische en voedingsdiagnostiek, is als onderzoeker sterk betrokken bij die wetenschappelijke zijsprong naar de culinaire sector.
Lab on a chip
we een tartaar van langoustines, met ernaast een structuur van kaviaar, mossel en scheermesjes (een soort schelpdieren – red.). Net voor het opdienen brengt Sergio druppels van smaakmakers – een likje bergamot – aan op de elektroden. Die druppels worden geactiveerd door elektrische pulsjes en gaan vanzelf bewegen. Je ziet ze springen op het bord tot ze bij de langoustines komen en hun zuivere smaak afgeven.” Op de website van de MeBioS onderzoeksgroep is een filmpje te zien van deze dansende druppels.
Zuivere smaakmakers Dat oogt natuurlijk spectaculair, druppels smaakmakers op je bord die vanzelf gaan bewegen en dansen op je bord, maar voegt het ook iets toe aan de smaak? Want daar gaat het tenslotte om in de tempels van de gastronomie. “Daar zit juist de grote kracht van dit concept”, zegt Jeroen Lammertyn. “Tot vandaag moet een druppel altijd van dikkingsmiddel voorzien zijn, zo niet loopt de vloeistof uit op het bord. Dat is zeer frustrerend voor de chefs die hun smaakmakers soms tien jaar laten rijpen. Als ze die uiterst delicate smaken op het bord willen gebruiken, moeten ze die aanlengen met elementen die de smaak uiteraard beïnvloeden. De chip die wij gebruiken is hydrofoob, waterafstotend, zodat de druppels bol gaan staan en wegspringen. Het resultaat is een ongelooflijke zuiverheid van smaak die voordien ondenkbaar was.” “In een latere fase kan dit systeem draadloos worden gestuurd vanuit de keuken. Het moet zelfs mogelijk zijn wanneer we de streepjes van elektroden vervangen door een volledige matrix, om de smaak aan te passen aan de wensen van de klant, wat meer kruiden hier, een beetje meer of minder pikant, een druppel citroen daar...”
project? En als het ooit gecommercialiseerd wordt, zal het dan het privilege blijven van de driesterrenrestaurants? “Het concept is wetenschappelijk beschermd, en zonder obstakels kunnen we over zes maanden al aan productontwikkeling gaan denken”, zegt Lammertyn. “We hebben nu een prototype ontworpen dat verder
delijk ook voor een grote markt ontwikkeld zal worden, blijft voorlopig een open vraag. Maar als een groot serviesmerk er interesse voor heeft, dan kunnen de borden heel snel de weg vinden naar de huiskamer.” Vermelden we nog drie andere wetenschappelijk/culinaire hoogstandjes die in samenwer-
Je ziet de druppels springen op het bord tot ze bij de langoustines komen en hun zuivere smaak afgeven. verfijnd en getest zal worden in Oud Sluis, in samenspraak met Sergio Herman. Ik sluit niet uit dat de klant er anno 2010 al kennis mee kan maken. Of het uitein-
king met de K.U.Leuven ontwikkeld werden en in Brugge werden voorgesteld. Kristof Coppens (Apriori, Haaltert), baanbreker inzake vloeibare stikstof, stelde
– samen met de Afdeling MeBioS – een apparaat voor dat de verdeling van intense koude in voedingsmiddelen optimaliseert. Roger Van Damme, chef van Het Gebaar in Antwerpen, presenteerde een toestel dat stabiele emulsies mogelijk maakt via een magnetisch veld, een procédé dat ook toegepast wordt in de cosmetica. Filip Claeys (De Jonkman, Brugge) en Rudi Van Beylen (Hof ten Damme, Kallo) presenteerden een apparaat dat in de ‘culinaire’ uitvoering nog niet op de markt is. Onder meer in Spanje wordt dit hogedruktoestel – tot 6000 bar – al gebruikt voor de bewaring van hammen van het type serrano. Andere bekende toepassingen zijn de koude pasteurisatie en zelfs het openen van oesters, tot en met het bewaren van de kleur en de geur van guacamole. De hoge druk vernietigt het effect van de enzymen die verkleuring veroorzaken. Het filmpje van het bord kan je bekijken op http://www.biosensors.be
“Een van de trends in de medische en voedingsdiagnostiek is de miniaturisatie”, zegt professor Jeroen Lammertyn. “Door die lab on a chip-technologie, is het mogelijk om kleine vloeistofdruppels aan te wenden voor diagnostische doelstellingen. Wat voor medische doeleinden kan, is ook mogelijk in de gastronomie. Via Lahousse werd ons idee gekoppeld aan Sergio Herman wiens gastronomische benadering het dichtst aanleunt bij dit experiment.” “We hebben een bord ontworpen waarin een chip geïntegreerd is die het mogelijk maakt om vloeistofdruppels in beweging te brengen. Rond het voedsel zijn rijen elektroden aangebracht Escoffier waarop druppels van smaakma- Het systeem is zo revolutionair kers getransporteerd kunnen dat het klinkt als verre toekomstworden. In ons voorbeeld hebben muziek. Hoe realistisch is het Vlnr: professor Jeroen Lammertyn, bio-ingenieur Nicolas Vergauwe en chefkok Sergio Herman.
(© Michel Vanneuville)
24 februari 2010
Studenten 7
Groeiende aandacht voor psychische problemen Het Medisch en Psychotherapeutisch Centrum viert zijn veertigste verjaardag. De opvallendste tendens in die vier decennia hulpverlening is de sterke stijging van hulpvragen bij psychische problemen. Een tendens die met de nodige nuances moet worden bekeken, vooral omdat het Centrum net voor deze problemen sterk aan drempelverlaging werkte. Tine Bergen “In het Medisch en Psychotherapeutisch Centrum (MPTC) kunnen studenten tegen een toegankelijk tarief terecht voor hulp bij medische en psychische problemen. Dit jaar beheert de Raad voor Studentenvoorzieningen het Centrum veertig jaar. Een opvallende tendens is de sterke stijging van het aantal hulpvragen bij psychische problemen. “Waar er in 1970 negentig van die aanmeldingen waren, zijn dat er nu jaarlijks negenhonderd. Maar daaruit kan je niet zomaar afleiden dat er ook effectief meer problemen zijn,” nuanceert Marleen Gheldof, diensthoofd van het MPTC. “Er wordt vandaag op de eerste plaats sneller hulp gezocht bij psychische problemen; het stigma errond is verminderd.” “De tendens weerspiegelt ook een maatschappelijke verandering,” zegt professor Corveleyn, academisch coördinator van het Psychotherapeutisch Centrum. “De maatschappelijke context is veeleisender en complexer geworden, denk maar aan alle nieuwe gezinsvormen. Studenten hebben vandaag vaak al een ‘rugzak vol problemen’. Het is eigen aan de levensfase dat een student zijn identiteit moet vinden of hervinden en zijn plaats moet veroveren in de gemeenschap, maar met een volle rugzak kan dat behoorlijk moeilijk zijn.” “Nog een verklaring is dat de universiteit de laatste tien jaar een gelijkekansenbeleid voerde dat zich onder meer richt op stu-
denten met psychische problemen. Een groep die snel wordt ‘vergeten’ en die wij specifieke steun geven, in samenwerking met de geestelijke gezondheidszorg te velde.”
Mindfulness “Een grote factor in de stijgende vraag is het feit dat we heel bewust met drempelverlaging zijn bezig geweest,” vervolgt dokter Rikka De Roy, verantwoordelijk voor het Medisch Centrum. “Alle eerstejaarsstudenten worden uitgenodigd voor een eenmalig preventief contact met een studentenarts. Zestig procent van de studenten gaat daar ook effectief op in. Onze Vlaamse jeugdgezondheidszorg is vandaag zo efficiënt dat het lichamelijke nog maar een klein luik vormt van dat bezoek. We spitsen ons meer toe op de detectie van mogelijke psychosociale problemen. Zo kunnen we advies op maat geven en ook voor gerichte verwijzingen zorgen. Zelfs als er op dat moment geen acute hulpvraag is, weten studenten dan wel waar ze terechtkunnen.” “Dat doorverwijzen verloopt heel vlot omdat we sterk gewerkt hebben aan het netwerk tussen de verschillende diensten van de universiteit. Alle studentendiensten zijn bovendien geconcentreerd in het Van Dalecollege,” vult vicerector Studentenbeleid professor Baelmans aan. “Niet onbelangrijk is dat we vandaag niet alleen curatief, maar ook preventief te werk gaan. Voornamelijk door het verschuiven van de focus van het eerstejaarson-
Onze fotograaf Rob Stevens begeeft zich in de jungle van het studentenleven en spreekt een wildvreemde aan. AANGESPROKEN WILD! Tijdens omzwervingen in K.U.Leuven-land kom je ze onvermijdelijk tegen: netjes in het pak, scherp van snede: de hosts en hostessen. Ik noem mezelf op onbewaakte momenten, niet gehinderd door enige bescheidenheid, dan ook wel eens een kenner. Blond (“nee, lichtbruin!”), klein, een tikkeltje uitbundig en ten gepaste tijde een blos plaatsend: ze past niet helemaal in dat host-plaatje. Tijd dus voor een diepte-interview met, zo blijkt, Marike. “Ik zit in mijn derde jaar rechten, met de bedoeling later bezig te zijn met mensenrechten in ontwik-
kelingslanden. Ik hou wel van wat uitdaging, ik zit bij de Chiro, ben leidster van avonturenkampen, doe aan klimmen, turnen en trampolinespringen. Toen ik een job zocht, leek de hostgroep me best interessant: ik wou wel eens weten hoe die wereld, waar ik niks van ken, er van dichtbij uit zag. Ik doe het nu twee jaar en het is een boeiende ervaring: je komt allerlei soorten mensen tegen, intussen leer je zelf ook bij, én je kunt zelf je uren kiezen. Ideaal. In mijn laatste jaar wil ik ook nog op erasmus naar Turkije. Maar nu moet ik naar de les.” En zo geschiedt.
derzoek naar het psychosociale. Maar het Psychotherapeutisch Centrum biedt ook stresstraining en cursussen mindfulness aan, voor studenten met beginnende problemen of milde klachten. Uiteindelijk richt de universiteit zich op een totaalzorg voor de studenten op alle vlakken.”
Toename “We zien uiteraard een groot aandeel studiegerelateerde psychische problemen,” vertelt Marleen Gheldof. “Dat gaat dan over faalangst en extreem vermijdingsgedrag. Secundair aan extreem vermijdingsgedrag kunnen ook andere psychische problemen ontstaan. Omdat de student het bijvoorbeeld moeilijk krijgt met zijn studie of met zijn relaties thuis, waar zijn ouders vinden dat hij zijn studies niet au sérieux neemt.” “Er zijn ook de studenten die sociaal angstig zijn, die moeilijk contacten aanknopen, niet naar de les durven gaan …” vervolgt professor Baelmans. “Studenten moeten vandaag sociaal vaardig zijn. Er wordt verwacht dat ze in groep kunnen werken, presentaties houden, assertief mee discussiëren. Het onderwijs legt nu veel meer nadruk op vaardigheden en competenties. De student die enkel college volgt, zijn cursussen blokt en vervolgens examen aflegt, bestaat eigenlijk niet meer. De werkvormen in het onderwijs en de daarbij horende verwachtingen zijn vandaag veel meer gevarieerd waardoor bepaalde problemen ook veel sneller bovenkomen.” Marleen Gheldof: “Daarnaast zien we het hele spectrum van eetstoornissen, depressies, relationele problemen … Tweederde van de hulpvragers zijn meisjes, maar het is algemeen zo dat die makkelijker de stap zetten om hulp te vragen. Jongens moeten al ernstige problemen hebben voor ze komen. We kunnen het niet met onze registratiegegevens staven, maar de klinische indruk is wel dat er een toename is van de psychische problemen – alle kanttekeningen in
acht genomen – en dat die klach- men en wordt de studie even op de achtergrond gezet. Maar dat is ten ook ernstiger worden.” niet altijd de beste oplossing, en Dankbaar het is ook niet altijd de oplossing “We hebben de voorbije decen- die de student verkiest. Wat dat nia een degelijke expertise opge- betreft zorgen wij voor een brugbouwd in de studentenzorg, in functie tussen de medische zorgfunctie van de noden. Ons brede verstrekking en het onderwijs,” aanbod vandaag maakt dat we vertelt professor Baelmans. kort helpen waar korte hulp vol- “Het zoeken van hulp bij psystaat en dat we ook intensievere chische problemen blijft in veel hulp kunnen bieden waar nodig. gevallen nog altijd een lang proHet Medisch Centrum zorgt daar- ces, ondanks de lijdensdruk. Daar bij voor de crisiscoördinatie,” al- moeten we in de toekomst nog dus Rikka De Roy. meer op inspelen, willen we pro“We werken ook nauw samen blemen in een vroeg stadium kunmet de andere diensten in de re- nen aanpakken,” besluit Marleen gio. Als er op spoed of op de psy- Gheldof. “De tendens naar meer chiatrische afdeling van bijvoor- outreaching, de hulp bij de mensen beeld Sint Rafael of Sint Pieter brengen, is er een die zich zeker studenten terechtkomen, wordt zal voortzetten in de geestelijke gehet Centrum onmiddellijk inge- zondheidszorg. Studenten zijn nog schakeld. Niet alleen omdat wij jong en in volle ontwikkeling. Aanstudentspecifieke kennis kun- gepaste hulp op het juiste moment nen leveren, maar ook omdat zo kan zo’n groot verschil maken. In de continuïteit van de zorg kan die zin is dit heel dankbaar werk.” worden gegarandeerd. Soms wor- http://www.kuleuven.be/ den studenten een tijd opgeno- gezondheid/
8 Onderzoek
campuskrant
Onderzoek Egyptologie tentoon in Museum of Fine Arts Boston De Onderzoeksgroep Egyptologie speelt een belangrijke rol in de langstlopende tentoonstelling uit de geschiedenis van het Museum of Fine Arts (MFA) in Boston. The Secrets of Tomb 10A: Egypt 2000 BC toont de schatten uit het graf van een Oud-Egyptische provinciegouverneur. Ines Minten Het toonaangevende MFA bezit de collectie al sinds 1915, maar heeft ze pas voor deze tentoonstelling gerestaureerd. De onderzoeksgroep Egyptologie hielp Boston om het graf beter in kaart te brengen. Een gesprek met professor Harco Willems en postdoctoraal onderzoekster Marleen De Meyer. Vierduizend jaar geleden bracht de Egyptische gouverneur Djehutynakht zijn graftombe in gereedheid. Hij verzamelde er alles wat hem nuttig leek om mee te nemen naar het hiernamaals. In 1915 groef de Amerikaanse archeoloog George Reisner het graf in Dayr al-Barsha (Midden-Egypte) op. Hij trof er prachtige sarcofagen en een uitgebreide collectie grafmonumenten, die hij nauwgezet documenteerde. “Dat is een verschil met de meeste Egyptecollecties van de grote Europese musea”, vertelt Harco Willems. “De Europese collecties zijn opgegraven in de negentiende eeuw. Het gaat vaak om topstukken, maar niemand weet precies waar ze vandaan komen en dus evenmin wat hun precieze beteke-
nis is. De Amerikaanse musea zijn pas in de twintigste eeuw Egyptecollecties beginnen aanleggen. Zij stuurden al goed getrainde archeologen het veld in.” Uit het graf haalde Reisner onder meer de grootste bekende verzameling houten grafmodellen. Er zaten bijvoorbeeld modellen van graanschuren, schepen en mensen bij. Voor de archeoloog waren er echter ook al grafrovers langs geweest. “Die hebben de stukken niet met liefde behandeld”, zegt Harco Willems. “Reisner trof alles dus in chaos. Heel veel was omver gegooid en gebroken.” Al die jaren stonden de schatten in dozen in de kelders van het MFA. “Dozen vol armpjes naast dozen vol rompjes, oren of benen.” Tijd en middelen om ze te ontsluiten en te restaureren waren nog nooit vrijgemaakt. Tot nu. Omdat er in bijna honderd jaar geen medewerkers van het MFA meer op de site waren geweest, vroegen ze de onderzoeksgroep Egyptologie om voor de tentoonstelling met hen samen te werken. Een kleine eeuw na Reisner ging die de stappen van de archeoloog opnieuw minutieus na.
Een aantal modelboten uit het graf van de Egyptische gouverneur Djehutynakht.
Reconstructie anno 2009 Harco Willems doet sinds 1988 onderzoek op de site van Barsha – sinds 2002 voor de K.U.Leuven. Hij en zijn team brengen een gebied van in totaal veertig vierkante kilometer in kaart. Met het oog op de tentoonstelling heeft Marleen De Meyer het graf vorig jaar opnieuw volledig blootgelegd om er architecturale tekeningen en een 3D-reconstructie van te maken. Groot was de verbazing toen bleek dat Reisner iets over het hoofd had gezien. “In een vergeten hoek van de schacht hebben we restanten van voedseloffers gevonden”, legt ze uit. “Daarin zaten niet alleen botten van eenden, wat niet ongewoon is, maar ook van kraanvogels.
Blijkt dat de oude Egyptenaren kraanvogels vetmestten, op ongeveer dezelfde manier zoals wij doen voor onze ganzenlever. Het is mooi dat we die bevindingen nog hebben kunnen toevoegen.” Op de tentoonstelling gaat de meeste aandacht natuurlijk naar de eigen collectie van het MFA. Maar het actuele onderzoek van de K.U.Leuven heeft er ook een volledige ruimte gekregen, compleet met foto’s en video-installaties. “Het is uiteraard fijn om je eigen foto’s levensgroot in zo’n gerenommeerd museum te zien staan”, vertelt Marleen De Meyer enthousiast. “Dankzij een mobiliteitstoelage van het FWO kan ik twee keer zes maanden in Boston onderzoek komen doen. Tijdens
(© ingezonden)
mijn verblijf kan ik de tentoonstelling dus zo vaak bezoeken als ik wil. De reacties van de bezoekers zijn unaniem positief. Er zijn ondertussen ook al meer dan 140.000 mensen over de vloer geweest. Het is mooi dat ons onderzoek zoveel belangstelling krijgt.” “Wij hebben het MFA een goed beeld kunnen geven van hoe Reisner het graf in 1915 moet hebben aangetroffen. Zonder ons onderzoek tastten ze daarover in het duister. Wij hebben op onze beurt een goed inzicht gekregen in hun collectie. Het is een prima wisselwerking”, besluit Harco Willems. De tentoonstelling ‘The Secrets of Tomb 10A: Egypt 2000 BC’ in het MFA Boston loopt nog tot 16 mei. http://www.mfa.org/tomb
Liefde voor het werk in tijden van management “Voortdurende verandering, steeds meer procedures en controles. Ze trekken de zorgverleners weg van hun kerntaak: de patiënt met goede zorgen omringen, tijd voor hem maken”, zegt Marc Desmet, palliatief arts en jezuïet. Hij houdt op 25 februari een lezing in de reeks ‘Geloven in de samenleving’ van de Universitaire Parochie. Jaak Poot “De maatschappij wikkelt ons in spinnenwebben, netwerken waar we geen zicht en vat op hebben. De kernvraag is dan ook: hoe kun je Spiderman zijn in dat systeem en het toch menselijk houden?” Marc Desmet studeerde geneeskunde, deed twee jaar burgerdienst in een ziekenhuis en begon in 1984 aan zijn opleiding tot jezuïet. In 1992 werd hij priester gewijd. Vandaag is hij medisch verantwoordelijke voor de palliatieve eenheid in het Hasseltse Virga-Jesseziekenhuis. Ondertussen publiceerde hij vijf
boeken over spiritualiteit, ethiek en geneeskunde. Hij is ook pastoraal actief in de Universitaire Parochie. Zopas verscheen van hem het boek Liefde voor het werk in tijden van management. “Ik wilde een boek schrijven als zorgverlener en niet-manager die in het ziekenhuis van alles ziet en ervaart, dat hij niet goed begrijpt”, zegt Marc Desmet. “Er is een duidelijke trend om nonprofitorganisaties zoals ziekenhuizen, verzorgingsinstellingen, scholen en universiteiten te leiden als een bedrijf. In het ziekenhuis verschijnen steeds meer kaderleden die niet rechtstreeks in contact komen met de patiënten. De beslissingsmacht verschuift stelselmatig van artsen en verpleegkundigen naar middenmanagement en duur betaalde externe experts.”
Formalisering “Hoe komt dat? Daarbij speelt een heel breed maatschappelijk proces van schaalvergroting, standaardisering en de veranderde houding van patiënten. We moeten efficiënter werken en besparen. Tegelijk worden de mensen veeleisender en stappen ze
veel sneller naar de rechter – dat merk je in de gezondheidszorg, maar ook in het onderwijs. Het leidt tot een sterke formalisering: volgen we de juiste procedures? Zijn we correct ingedekt? Komt ons imago niet in het gedrang? Niet-meetbare maar essentiële dingen zoals oogcontact of empathisch inleven, verschuiven naar de achtergrond.” “De maatschappij van vandaag verdraagt geen imperfectie meer. Een voorbeeld? Alle ramen in ons ziekenhuis kunnen nog maximaal vijf centimeter open. Omdat zich een spijtig voorval voordeed: iemand sprong uit het raam. Dus kwamen er ingrepen om herhaling te verhinderen. Maar álle patiënten krijgen nu wel minder verse lucht. Hoe efficiënt is zo’n zoektocht naar perfectie? Er zijn ook krachten die zorgverleners weghalen van het middelpunt: de patiënt. Ik geef een voorbeeld. Vroeger kwam je als arts op de afdeling en de hoofdverpleegkundige kon je alles vertellen over iedere patiënt. Nu is die verantwoordelijke onzichtbaar: in vergadering, of hij zit weggedoken achter zijn computer om roosters en strategische plannen op te stellen.”
Ontmoedigend “Vier keer per jaar verplicht de overheid verplegers om veertien dagen lang elke activiteit per patiënt te registreren. Heel belangrijk voor het ziekenhuis want daarvan hangt de subsidiëring af. Zorgnet berekende dat dit jaarlijks de inzet van achthonderd voltijdse verpleegkundigen kost. Het is tekenend voor de tendens om ‘zorgvuldig’ te zijn, maar daarmee is er nog geen ‘zorg’. Die wijkt voor voortdurende veranderingen zoals informatisering, verbouwingen, toenemende controle via evaluaties, functioneringsgesprekken, audits … Dat kost veel geld en personeel in tijden waar je moet besparen. Ik noem dat ‘ontmoedigende contradicties’ die leiden tot vervreemding.” “Wat kunnen we daaraan doen? Ik heb er niet meteen een pasklaar antwoord op. Ik wilde het probleem eerst en vooral verwoorden. De punten uit mijn analyse zijn wel meteen ook actiepunten. Er moet een andere houding komen tegenover veranderingen. Laat ons nog eens gewoon ons werk doen. We moeten aan het management én aan de overheid het signaal geven dat er een ver-
Marc Desmet
(© Rob Stevens)
zadigingspunt werd bereikt. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen uitstekende bedoelingen heeft, maar ja, ook ‘de weg naar de hel is geplaveid met goede intenties’. We moeten de storm even laten voor wat hij is en doordringen tot de kern van de cycloon: waar is de bezieling, waar blijft de liefde voor het werk? Daar toon ik mezelf jezuïet: ik ga mee in de evolutie, maar vanuit een kritische houding. Met de vraag: wat is daar nu echt humaniserend in?” Lezing door Marc Desmet, 25 februari, 20u, Maria Theresiacollege, Sint-Michielsstraat 2, Leuven. Marc Desmet, ‘Liefde voor het werk in tijden van management. Open brief van een arts’, Lannoo, 2009.
24 februari 2010
Diversiteit 9
Diversiteitsbeleid gooit nieuwe ankers uit Het diversiteitsbeleid sterker verankeren in alle geledingen van de universiteit, en de vertaling van advies naar maatregel verbeteren: dat is het doel van een nieuwe structuur die de voorbije maanden werd uitgetekend. Reiner Van Hove “Uiteraard was het zeker niet de bedoeling om de inspanningen uit het verleden opzij te schuiven”, zegt professor Tine Baelmans, vicerector bevoegd voor diversiteitsbeleid. “We wilden vooral de taken duidelijker definiëren: wie levert adviezen aan en wie staat in voor de implementatie ervan? In het verleden was het voor de verschillende werkgroepen rond diversiteit bijvoorbeeld niet altijd duidelijk met welke bevoegdheid ze naar de centrale diensten konden stappen om veranderingen te verwezenlijken. Onder meer daarom hebben we een Diversiteitsraad in het leven geroepen: die zal de adviezen van de werkgroepen via het College van Bestuur voorleggen aan de Academische Raad. Nadat de voorstellen in beslissingen zijn omgezet, kunnen de diensten en faculteiten ze in de praktijk brengen.” “De Diversiteitsraad heeft een brede samenstelling: naast de vicerectoren onderwijs- en studentenbeleid en experts uit de werkgroepen zijn ook de centrale diensten, de faculteiten, het bijzonder academisch personeel en de studenten vertegenwoordigd. Samen zullen ze een globale visie op diversiteit ontwikkelen, prioriteiten bepalen, en op basis daarvan de werkgroepen aansturen.
Momenteel zijn er vijf werkgroepen: fysieke toegankelijkheid, digitale toegankelijkheid, gender, multiculturaliteit en werkstudenten. Daar willen we wat meer dynamiek in brengen. Het is best mogelijk dat er in de toekomst werkgroepen bijkomen of verdwijnen, of dat hun samenstelling verandert: ze kunnen zich bijvoorbeeld opsplitsen om bepaalde deelthema’s te onderzoeken.”
Meerwaarde In de faculteiten en diensten zijn al een tiental jaar mainstreamingpromotoren actief: duo’s van personeelsleden die het gelijkekansenbeleid in hun werkomgeving opvolgen en initiatieven nemen om drempels weg te werken. Ze fungeren ook als klankbord voor vragen en klachten van collega’s. Baelmans: “In de nieuwe structuur blijven ze die rol spelen, al hebben we de naam van de functie herdoopt tot ‘diversiteitspromotor’ – de term mainstreaming roept bij veel mensen alleen de beperkte associatie met gender op, terwijl we allang rond meer doelgroepen werken. Met de nieuwe naam geven we bovendien aan dat we niet alleen belemmeringen voor bepaalde groepen willen wegnemen maar dat we diversiteit ook echt als een meerwaarde zien voor de hele universiteit.” “In de diensten willen we nog
meer benadrukken dat de promotoren diversiteit niet alleen moeten bekijken vanuit hun takenpakket. Zo zal een diversiteitspromotor bij een ICTS-dienst er allicht voor willen zorgen dat alle webpagina’s en programma’s toegankelijk zijn voor gebruikers met een visuele beperking. Maar daarnaast moet hij ook oog blijven hebben voor de genderneutraliteit in zijn dienst en voor eventuele hinderpalen die collega’s ervaren.” Net als de werkgroepen ondervonden de mainstreamingpromotoren in het verleden wel eens moeilijkheden om hun voorstellen gerealiseerd te krijgen. Daarom worden ook op dit niveau beleidsmakers ingeschakeld. Baelmans: “In elke dienst en faculteit werd een diversiteitsverantwoordelijke aangeduid – het diensthoofd of een lid van het faculteitsbestuur – die samen met de promotoren specifieke pijnpunten en gevoeligheden bottom up moet signaleren en er omgekeerd voor zal zorgen dat het diversiteitsbeleid decentraal vertaald wordt.” In de faculteiten wordt nog een extra kracht toegevoegd aan dat diversiteitsteam. Baelmans: “Elke faculteit heeft sinds kort een aanspreekpunt voor onderwijsgebonden diversiteitsaspecten. Zij bekijken bijvoorbeeld welke examenfaciliteiten er kunnen toegekend worden aan studenten met
een functiebeperking, zonder dat de kwaliteit van de opleiding of de eindtermen in het gedrang komen.”
Vertrouwen Het mag intussen duidelijk zijn: het netwerk van diversiteitsactoren is stevig uitgebreid. De Dienst Diversiteitsbeleid heeft als taak om het overzicht over alle ontwikkelingen te bewaren en waar nodig ondersteuning te bieden. Baelmans: “Zij organiseren vergaderingen, participeren in de werkgroepen, leveren boordta-
bellen met statistische gegevens aan, en ze volgen ook de evoluties buiten de universiteit op. Met die expertise moeten ze er mee op toekijken dat de diversiteitsinitiatieven hun doel niet voorbij schieten en bestendigd blijven.” “Ik heb de voorbije maanden bijzonder veel geëngageerde mensen ontmoet”, besluit Baelmans. “Soms hebben we stevig gediscussieerd, maar ik merk dat er veel hoop en vertrouwen gesteld is in de aanpak die we, na overleg met heel wat betrokkenen, gekozen hebben.”
Coimbra viert De 25ste verjaardag bracht op 1 februari achttien rectoren en tien burgemeesters van de Coimbragroep naar Leuven. Zij woonden onder meer een studienamiddag bij, met uiteenzettingen over de rol van universiteiten in de regionale ontwikkeling. Professor Anastasios Manthos, rector van de Aristoteles-universiteit in Thessaloniki: “Ik voel me erg verwant met de andere leden van de Coimbra-groep. Het is een belangrijk netwerk van kwaliteitsuniversiteiten, iets waar je bij wil horen. Binnen Coimbra kan je op een vlotte manier van gedachten wisselen en een kader voor samenwerking creëren, wat dan op zijn beurt leidt tot betere modaliteiten bij de uitwisseling van studenten en onderzoekers. Ik heb het dan niet alleen over accidentele samenwerking, maar over een structureel kader. Je voelt dat we gemeenschappelijke waarden hebben, en dat we gelijklopende situaties, mogelijkheden en uitdagingen hebben.” Professor Ferenc Hudecz, rector van de Eötvös Lorànd Universiteit uit Boedapest en voorzitter van de Danube Rectors’ Conference. “Dat is een samenwerkingsver-
(© Rob Stevens)
band tussen zowat vijftig universiteiten, van het Zwarte Woud tot de Zwarte Zee, met wat goede wil een Centraaleuropese versie van Coimbra. In 1991 is mijn universiteit lid geworden van de Coimbragroep, samen met universiteiten
uit Dublin en Praag. Dat was bij wijze van uitzondering, eigenlijk, want zoals je weet groepeert Coimbra universiteiten die niét in een hoofdstad gelegen zijn. We zijn heel trots op ons lidmaatschap. Coimbra heeft nog belang-
rijk werk te doen. Ik wijs bijvoorbeeld op de bijdrage die Coimbra kan leveren tot een grotere participatie aan het hoger onderwijs. In Europa ligt dat rond de vijftig procent, maar in de moslimwereld is dat slechts twintig procent
en in Afrika niet meer dan vijf procent. Via zijn task forces en zijn interne en externe netwerken kan de Coimbra-groep dat percentage mee doen stijgen.” Lees verder op http://dagkrant. kuleuven.be/?q=node/7486
10 Personeel
campuskrant
Patroonsfeest in het teken van het kind Op 2 februari vierde de K.U.Leuven traditiegetrouw haar Patroonsfeest. Zes eredoctoraten werden uitgereikt. Ludo Meyvis
Prinses Astrid in gesprek met eredoctores en promotoren.
De gebroeders Dardenne met rector Waer.
(© Rob Stevens)
(© Rob Stevens)
Het weer wilde niet mee op 2 februari, maar de luister van het Patroonsfeest was er niet minder om. Johan Vanpée ging voor in de eucharistieviering, waarna de stoet der togati zich naar de Promotiezaal begaf voor de plechtige uitreiking van de eredoctoraten, in aanwezigheid van prinses Astrid en de Coïmbra-rectoren. Een filmische impressie over het werk van de eredoctores leidde de zitting in. Professor Jan Wouters sprak vervolgens de laudatio uit voor Radhika Coomaraswamy. Hij belichtte haar academisch werk en haar vele inspanningen als Speciaal Rapporteur van de Verenigde Naties over Geweld tegen Vrouwen en als Onder-Secretaris-Generaal Speciaal Vertegenwoordiger voor Kinderen en Gewapende Conflicten. Zowel in de hoogste politieke kringen als ‘te velde’ verdedigt ze vurig de rechten van kinderen in conflicten en komt ze tussenbeide bij nationale regeringen inzake geweld tegen vrou-
wen. Haar actie heeft geleid tot een verregaande bewustwording bij de leden van de Veiligheidsraad inzake de problematiek van kindsoldaten en van seksueel geweld als oorlogswapen. Rector Waer reikte het eredoctoraat uit aan mevrouw Coomaraswamy, die in haar dankwoord niet naliet op te roepen tot waardering voor de vele naamloze verdedigers en beschermers van de mensenrechten. De laudatio voor professor Christopher Colclough werd uitgesproken door student Bruno Spriet. Hij lichtte toe hoe professor Colclough bij herhaling bewezen heeft dat investeringen in basisonderwijs fundamenteel zijn voor de ontwikkeling van de levensstandaard, en dat afwezig of in gebreke blijvend basisonderwijs niet goedgemaakt kan worden door investeringen aan het einde van de productieketen. Education for all is wel degelijk een realistische doelstelling, mits aangepaste economische strategieën worden ingezet. Christopher Colclough beperkt
Ombudsman Jozef Corveleyn
“Conflicten zijn normaal” Uw baas is natuurlijk de beste mens ter wereld, uw collega’s zijn schatten, u werkt in ideale omstandigheden, en elke beleidsdaad is een godsgeschenk. Maar geloof het of niet: niet iedereen is zo gelukkig. Wat doet u als een situatie of een beslissing in uw werkomgeving als onrechtvaardig aanvoelt? Wat als er heuse conflicten ontstaan? Als de reguliere procedures geen soelaas bieden, is het misschien nuttig om bij de ombudsman aan te kloppen. Ludo Meyvis Begin januari werd professor Jozef Corveleyn ombudsman voor het personeel van onze universiteit. Hij is gewoon hoogleraar in de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, gespecialiseerd in de klinische psychologie en psychotherapie, met een psychoanalytische invalshoek. “Ik ben begonnen als student filosofie. Maar professoren als Vergote, IJsseling en De Waelhens legden toen in het HIW de brug naar de menselijke psyche. Uiteindelijk heb ik mijn weg verdergezet in de psychologie, tot mijn volle tevredenheid. Ik hou van het onderzoek, maar je mag nooit de link met de klinische toepassing vergeten. Dat heb ik al die jaren kunnen doen.”
voorzie dat ik er toch minstens één tot soms allicht wel twee dagen per week mee bezig zal zijn.” “Toen rector Waer me vroeg om ombudsman te worden, heb ik even bedenktijd gevraagd. Ik had mijn deel van administratieve taken immers al op mij genomen als decaan, van 2001 tot 2007, en ik had daarna een aantal projecten op het getouw gezet die juist nu in volle bloei zijn. Ik wilde en wil die natuurlijk niet laten verkommeren. Maar toen ik er eenmaal zeker van was dat ik wat ondersteuning voor mijn onderwijstaken kon krijgen, heb ik toegezegd. Het gaat per slot van rekening om een vertrouwensjob, waarin je, zo hoop ik toch, heel wat mensen opnieuw vrede kunt helpen vinden in hun werksituatie. Dat vind ik niet onbelangrijk.”
Telefoontje
Luisteren
En nu is hij ombudsman. “Enigszins tot mijn eigen verbazing zijn het toch al behoorlijk drukke weken geweest. Heel veel ervaring heb ik natuurlijk nog niet, maar het is duidelijk wel een functie die werk met zich meebrengt. Ik
“De K.U.Leuven is een grote en complexe onderneming. Je moet de bestuurlijke en personele raderwerken behoorlijk goed kennen om op een geloofwaardige manier ombudsman te zijn. Daarom geloof ik ook niet in een
ombudsman van buitenuit: je moet de zaak kennen. Bovendien moet je je voldoende onpartijdig kunnen opstellen in conflicten, waarin per definitie tegengestelde belangen meespelen. Ik huiver van de term ‘fin de carrière’, maar ik heb nu eenmaal wel al een zekere leeftijd. Dat zorgt ervoor dat ik met betrekking tot mijn eigen loopbaan niet veel meer te winnen of te verliezen heb, en dus beter dan een jongere collega mijn nek kan uitsteken. Als ombuds moet je dat ook kùnnen, vind ik.” “Het is geen functie waarin je het beleid mààkt of mee bepaalt, natuurlijk. Als ombuds werk je met concrete mensen in concrete dossiers, niet met beleidslijnen. Je moet goed kunnen luisteren. Je moet mensen aansporen tot interactie – veel problemen ontstaan immers doordat er niet meer gepraat wordt. Je mag ook niets laten aanslepen. Dat zijn een paar vuistregels die mijn voorgangers als ombudspersoon, collega’s Othmar Vanachter en Lieve Vandemeulebroecke, mij meegegeven hebben. Ik zal ze ter harte nemen.”
Jozef Corveleyn
(© Rob Stevens)
“Ik wil ook iedereen ontmoeten die iets aanbrengt. De zaken waar ik mee te maken krijg, handel je niet af met een mailtje of een telefoontje. Het gaat in veel gevallen om gevoelige aangelegenheden, en ik vind dat je alleen in een gesprek goed kunt achterhalen wat mensen echt bezwaart.”
Geen robots “Dat er conflicten zijn, is niet meer dan normaal. Alleen als we robots zouden worden, zou je die echt kunnen wegwerken. Dat is natuurlijk een utopie. In een ingewikkelde werkomgeving als de K.U.Leuven bestaan soms onduidelijke menselijke verhoudingen. Het academisch werk vergt een gezonde dosis ambitie en een grote persoonlijke inzet. Maar soms groeit het ego wat te uitbundig, of worden de ambities wat te groot. En, hoe ‘geleerd’ ook, academici zijn ook maar gewone mensen met soms heel wat kleine kantjes. We zitten ook met een ingewikkelde administratie,
zich niet tot strikt academisch onderzoek, maar werkt in de schoot van de Britse regering, Unicef en Unesco ook aan de concretisering van beter en ruimer verspreid onderwijs. In zijn dankwoord wees professor Colclough op het belang van het stellen van de juiste prioriteiten. De problematiek van toegang tot onderwijs heeft ook duidelijke gender-gerelateerde aspecten.
Dardenne Het werk van de gebroeders Jean-Pierre en Luc Dardenne werd besproken door professor Jan Masschelein. Na hun sociaal geëngageerde documentaires concentreerden ze zich vanaf 1987 op het draaien van fictiefilms. Hun werk heeft een verregaande invloed op moderne cineasten. Ze specialiseerden zich in films waarin een nieuw soort realisme een plaats kreeg, een ‘realisme zonder uitweg’, zonder ironie, zonder afstand. In hun films zoeken personages, vaak adolescenten of kinderen, hun weg in met een complexe personeelsstructuur. Dat kan soms botsingen opleveren. Maar ook uit conflicten kunnen positieve dingen voortkomen.” “Ik heb de afgelopen weken al te maken gehad met een doctorandus die zich door zijn promotor onheus behandeld voelde. Er zijn ook dossiers rond bevorderingsproblemen bij het ATP. Er is ook een geval van vermeend machtsmisbruik. En de dossiers zullen er vast niet minder op worden. Het is niet aan mij om in die zaken te beslissen, natuurlijk. Ik ben geen beleidsmaker of beleidsuitvoerder. Ik zorg er alleen voor dat wrijvingen weggewerkt worden, en ik zoek mee naar een oplossing. Natuurlijk heeft mijn werk wel raakvlakken met het beleid. Ik zetel in de Academische Raad, maar dan als niet-stemgerechtigd lid. Ik neem me ook voor om geregeld een rapport aan de rector te bezorgen. En als er bepaalde beleidsonderdelen zijn waarvan ik merk dat ze meer dan gemiddeld voor problemen zorgen, zal ik niet nalaten die aan te kaarten, uiteraard. Maar in de meeste gevallen zal ik een soort dispatcher zijn, iemand die zoekt naar de beste weg om een probleem op te lossen, wanneer de normale procedures daar blijkbaar niet meer voor kunnen zorgen of wanneer men de juiste weg naar het juiste aanspreekpunt niet vindt.” “Mensen zijn niet perfect. Dus is er partijdigheid, onrechtvaardigheid, vergetelheid, feilbaarheid. Dat is zo, en dat zal zo blijven. Dat is ook niet zo erg. Maar je moet er wel voor zorgen dat de dingen rechtgetrokken worden waar die imperfecties schade veroorzaken. Daar dient een ombudsman voor.”
24 februari 2010
de huidige maatschappelijke omgeving, waarin het verleden zijn gezag verloren heeft en waarin we geconfronteerd worden met ingrijpende sociale veranderingen en toegenomen isolement. Toch zijn hun films niet alleen realistisch en/of hard, maar brengen ze ook een optimistische, pedagogische en uitgesproken humanistische cinema van hoop op menselijkheid, zonder fundament en zonder garantie, maar precies daarom ook een cinema van zuivere hoop. Professor Jean Steyaert en professor Ilse Noens belichtten het werk van Giacomo Rizzolatti en Vittorio Gallese, die gezamenlijk gelauwerd werden voor hun ontdekking van de spiegelneuronen. Daarmee verschaften zij neurofysiologisch inzicht in sociaal-cognitieve processen. Spiegelneuronen spelen niet alleen een rol bij het verrichten van een bepaalde handeling, maar worden ook geactiveerd wanneer we iemand anders diezelfde handeling zien uitvoeren. Deze neuronen dragen fundamenteel bij tot het onmiddellijk en automatisch begrip van het doel van een handeling, nog voor die voltooid is. Ook leren via imitatie is nauw verbonden met de werking van spiegelneuronen. Het bij uitstek interdisciplinaire werk van Rizzolatti en Gallese heeft ingrijpende implicaties in tal van disciplines, van ontwikkelingspsychologie en psychiatrie tot neurolinguïstiek en revalidatiewetenschappen. De ontdekking van het spiegelneuronensysteem als
Personeel 11
Op weg naar de Academische Zitting. Op de eerste rij v.l.n.r. prof. Rizzolatti, Radhika Coomaraswamy en rector Mark Waer.
component van het ‘sociale brein’ heeft onze visie op het leerproces van kinderen en het aanleren van het interactieproces in het algemeen zeer sterk gewijzigd. Ook onze inzichten in autisme zijn erdoor op nieuwe wegen gezet. In zijn dankwoord wees profes-
sor Rizzolatti erop dat autisme aan een opmars bezig is, een fenomeen dat naast neurologische ook belangrijke sociaalwetenschappelijke vragen oproept. Een receptie in de Jubileumzaal in de Universiteitshal rondde het Patroonsfeest 2010 af.
Voor een fotoreportage: http://www.kuleuven.be/ patroonsfeest/2010/fotos/index. html Bekijk het filmpje van het Patroonsfeest op http://www. kuleuven.be/patroonsfeest/2010/ eredoctoraten2010sterda1.mov
(© Rob Stevens)
Gesprekken met de nieuwe eredoctores leest u hier: http://dagkrant.kuleuven.be/?q=node/7290 De toespraken van de sprekers, en een overzicht van de lezingen en workshops vindt u op http://www.kuleuven.be/ patroonsfeest/2010.
Senioren met een missie De niet-academische en niet-medische senioren van de K.U.Leuven, UZ Leuven en Alma verenigen zich al bijna vijftig jaar in een club met als voornaamste missie het zorgen voor contacten. Maar in een moeite door wordt er even goed gezorgd voor vorming, ontspanning en beweging. Tine Bergen “Alle niet-academische en nietmedische gepensioneerden van de K.U.Leuven, UZ Leuven en Alma worden samen met hun partner automatisch lid van de seniorenclub,” begint voorzitter Roger Peeters. “Alles samen tellen we dus meer dan vijfduizend leden. De bedoeling is hen de kans te geven goede contacten te houden met oud-collega’s en natuurlijk ook nieuwe vrienden te maken. Omdat onze leden zo’n diverse achtergrond hebben, proberen we in ons aanbod van activiteiten ook zo divers mogelijk te zijn.” “Een belangrijke peiler daarin zijn de sportieve activiteiten,” vult medevoorzitter Jef Wouters aan. “Er zijn twee wandelclubs en een fietsclub die maandelijks bijeen komen. De ‘stappers’ leggen daarbij de lat wat hoger dan de ‘rustige wandelaars’. Verder hebben we in de COPAL-tuin onze eigen petanquebanen aangelegd waar in de zomer om de twee weken op gespeeld wordt. Nu het winter wordt, gaan we bowlen. Er is aquagym en Nordic walking ...” “We doen er veel aan om onze leden in beweging te brengen en te houden,” benadrukt Roger Peeters. “Maar we vergeten ook de vorming en het culturele luik niet. Er is bijvoorbeeld ook een zangkoor en een leesclub. En we nodigen
professoren uit voor lezingen, bijvoorbeeld over hartziekten. Er zijn concerten, ook in eigen beheer. Pas hebben we met honderdvijftig leden de tentoonstelling van Rogier Vander Weyden in Museum M bezocht. De lezing van professor Top van volkskunde over Kerstmis is ook een jaarlijkse klassieker.”
in verschillende werkgroepen, die verkennen, organiseren en regelen. Zij zorgen ervoor dat het redactieteam elke twee maanden weer een clubblad vol kan schrijven met komende activiteiten, aangevuld met ondermeer sociale informatie en voedingsadvies.” De voornaamste ambitie van
de club is wat er al op poten staat behouden en langzaam verder uitbouwen. “Ik droom ervan de tachtigplussers onder onze leden nog wat meer te bereiken,’ vertelt Roger Peeters. “Door bijvoorbeeld groepjes vrijwilligers samen te brengen die onze leden al eens gaan opzoeken in het rusthuis. En
we willen ook de kleinkinderen niet uit het oog verliezen. We bieden nu al voorstellingen aan bij 30CC voor grootouders en kleinkinderen. Maar bijvoorbeeld een namiddag koken voor grootouders en kleinkinderen, dat moet in de toekomst beslist nog kunnen.” http://www.seniorenkuleuven.be
Drempelverlagend “We organiseren trouwens even goed uitvoeringen en tentoonstellingen rond werk van leden. Zo is er in november de tentoonstelling ‘Kunst in (eigen) huis’ geweest, waarbij amateurkunstenaars aquarellen, schilderijen, beelden … tentoon stelden. Verder zijn er ook de maandelijkse vergaderingen in de Alma, daar komen vooral de oudere senioren naartoe. Het is een kans om samen bij een koffie bij te praten.” “En de daguitstappen mogen we ook niet vergeten,” vervolledigt Jef Wouters. “Een vijftal keer per jaar trekken we er voor een dag op uit, bijvoorbeeld recent naar ’s Hertogenbosch. Die uitstappen betalen de leden zelf, maar gewoonlijk kunnen we toegangskaarten en zo wel aanbieden tegen verminderde prijs.” “We zouden nergens staan zonder de subsidies van onze vroegere werkgevers en de inbreng van een grote groep vrijwilligers. Het zijn die vrijwilligers, onderverdeeld In de zomer spelen de senioren om de twee weken petanque.
(© ingezonden)
12 Leven na Leuven
campuskrant
Pedagoge en journaliste
Annemie Struyf “Ik vond mijn studentenleven een mooie tijd, maar niet de mooiste”, zegt Annemie Struyf, die tegenwoordig hoge ogen gooit met haar reeks In Godsnaam. “Pas na mijn vijfendertigste is mijn leven echt interessant geworden.”
“Morgen kan het gedaan zijn” Katrien Steyaert Nog net binnen het academisch kwartiertje arriveert Annemie Struyf (49) op onze ochtendlijke afspraak, maar ze heeft een goede reden om te laat te komen. “Ik ben nog teruggereden om een fles champagne voor de collega’s. Gisteren (maandag 15 februari – red.) heeft In Godsnaam 1,34 miljoen kijkers gehaald.” Ze glundert. “Als journalist ben je blij als er een debat ontstaat maar uiteindelijk kan je niet zonder kijkcijfers.” Het is een opsteker voor Struyf, die met haar reportages zo veel controverse uitlokt dat haatmails bijna dagelijkse kost geworden zijn. “Nooit eerder werd ik tegelijk zo de hemel in geprezen en zo gehaat. Dat is heel moeilijk om mee om te gaan, ook voor mijn kinderen. Ik laat ze niet meer alles lezen. Mijn omgeving relativeert de giftige reacties door me te wijzen op de enorme appreciatie van het programma, maar soms vreet het aan mijn energie. En het zal niet verbeteren want er komen nog afleveringen waarvoor sommigen me zullen haten.” Maar opgeven ligt niet in Struyfs aard. “Als student overwoog ik elk jaar om te stoppen maar ik deed voort omdat ik altijd goede cijfers had. Ik was zo gedisciplineerd en gewetensvol”, zucht ze. “Ik heb me nooit helemaal laten gaan. Ik had pedagogiek gekozen – toen een modieuze richting voor de gedreven, geëngageerde jongeren die we waren – maar het boeide me niet zo. Ik mag dat toch zeggen?”, vraagt ze onzeker. “Ik vond het niet serieus dat veel proffen louter hun eigen doctoraatsonderzoek onderwezen. Vakken uit andere richtingen, zoals sociologie of sociale psychologie, verruimden mijn blik veel meer. Achteraf gezien ben ik blij met de algemene vorming maar had ik toen geweten dat ik journalist zou worden, ik had Germaanse gestudeerd.”
Openbaring De schittering in haar ogen keert
snel terug bij de herinnering aan het kotleven. “Een eigen kamer! Dat vond ik fantastisch! Na jarenlang met mijn twee zussen op één kamer geslapen te hebben, was het zo’n luxe. Ik droom soms nog over die vrijheid. Mijn ouders geloofden dat ik op Camilo Torres streng in het oog werd gehouden, maar dat viel nogal mee”, glimlacht ze. “Ik deelde de gang met Limburgse meisjes, van wie ik het dialect eerst niet verstond. Maar nu zijn het nog altijd goede vriendinnen, die soms langskomen om jenevertjes te drinken. Tijdens je studies ontmoet je geestesgenoten met dezelfde dromen en ambities, en je neemt ze een heel leven mee.” Haar echtgenoot Luc kent ze nog langer. Ze trouwen snel na Annemies studies en verhuizen weer naar Antwerpen. Maar niet voor lang, want ze krijgt in Leuven een assistentschap bij Historische Pedagogiek aangeboden. Ze wikt opnieuw haar woorden. “Er heerste grote werkloosheid en de job lag in de lijn van mijn verhandeling. Maar na enkele jaren onderzoek naar middelbaar meisjesonderwijs tussen 1890 en 1914 voelde ik me verdorren. De academische taal was niet de mijne, en wie zou mijn werkstuk lezen? Hooguit tien mensen? Ik vind schrijven te intensief om in zo’n beperkte kring gelezen te worden. Ik snakte naar meer variatie en sociaal relevanter werk.” In 1995, op de studiedienst van een sociale organisatie, groeit het idee voor een boek over palliatieve zorg bij kinderen. “Ik schreef Het kleine sterven op basis van de doorleefde verhalen van palliatief begeleidster Lut Celie. Een jaar lang bezochten we samen terminaal zieke kinderen. Dat was kennis die bleef hangen. Toen ik er voor Humo een reeks artikels van mocht maken en die een ruim publiek vonden, was de openbaring compleet. Dat was het: geïnspireerde verhalen vertellen en nieuwe werelden binnengaan.”
(© Rob Stevens)
Hope Struyf is 36 wanneer ze haar journalistieke carrière aftrapt. Ze gaat aan de slag bij Humo en later Weekend Knack, waar ze samen met fotografe Lieve Blancquaert de reportagereeks A la limite maakt. Het intussen geoliede duo maakt zijn opwachting in De
de journalistiek heb ik steeds beter mijn ding gevonden. Het meest trots ben ik nog altijd op Het kleine sterven. Die thematiek duikt regelmatig opnieuw op. Op de rand van leven en dood beleef je de meest intense ervaringen, die me als mens verrijken. Tegen september wil ik een nieuw boek
“Ik vind het moeilijk om voor de camera kleur te bekennen. Toen de zusters in Brecht me naar mijn persoonlijke religieuze zoektocht vroegen, wilde ik dat liever voor mezelf houden.” Laatste Show en brengt succesvolle boeken uit als A la limite, Insjallah mevrouw en Mijn status is positief. Struyf draait Ladies first en De moeder van mijn dochter, waarin ze op zoek gaat naar de roots van Hope, het Afrikaanse meisje dat ze adopteert. “Ik betreur mijn lange professionele zoektocht niet, want die had zijn nut. In
jaren beleef ik nu, tussen mijn veertigste en vijftigste. Veertig worden vond ik verschrikkelijk maar mijn leven wordt steeds interessanter en leuker. Je kampt niet meer met de onzekerheden van een twintiger maar hebt nog genoeg energie. Ik doe mijn job zo graag dat ik nog geen enkele ochtend tegen mijn zin ben opgestaan. Ook mijn gezin maakt me heel gelukkig. Ik krijg het beste van twee werelden.” Ze spreekt heel liefdevol over haar kroost, over Jasper die geografie studeert met een vuur dat ze zelf nooit voelde voor haar studies, over Johanna die via haar studie geschiedenis in de voetsporen van haar moeder hoopt te treden, over Josefien van zeventien die naar taal- en letterkunde lonkt, en over haar twee jongsten: Milan van 12 en Hope van 6. “Hope is een sociaal beest. In een vol huis floreert ze. Het is echt een toffe! Met alle vijf geniet ik elke dag van de zegeningen van het leven. Maar ik besef zeer goed dat het morgen gedaan kan zijn. De kwetsbaarheid van mensen, de vergankelijkheid van de dingen, ze houden me scherp.”
af hebben, en ook dat gaat over afscheid nemen. Het wordt een heel persoonlijk verhaal, maar eerst moet ik In Godsnaam afwerken. Ik moet mezelf verplichten Los van de wereld één iets per keer te doen.” Struyfs gretigheid vermindert Struyfs openheid en positivisme niet. “Wie zegt dat de studen- zijn ook haar handelsmerk als tentijd de mooiste van je leven is, heeft ongelijk. Mijn mooiste pagina 13
24 februari 2010
pagina 12 journalist. “Ik acteer niet, ik ben mezelf. Maar ik vind het moeilijk om voor de camera kleur te bekennen. Toen de trappistinnen in Brecht me naar mijn persoonlijke, religieuze zoektocht vroegen, wilde ik dat liever voor mezelf houden. Ik ben me erg bewust van de impact van het medium.” In haar geval is die impact niet gering. Een jong islamitisch koppel spant de VRT een proces aan omdat In Godsnaam hen in diskrediet zou hebben gebracht in verband met valse papieren. “Ik zal me verdedigen in de rechtszaal, maar ik kan wel zeggen dat ik recht in mijn schoenen sta. Ik had gehoopt dat de organisatie (Al Minara – red.) meer onder vuur was komen te liggen want die werkt niet koosjer, maar het koppel is de schietschijf geworden. En daar zijn sommigen heel gelukkig om.” “Dat het religieuze thema leeft, voelde ik, maar ik had nooit gedacht dat het zo zou resoneren. Ik voel me heel verantwoordelijk. Elke dag kijk ik in mijn ziel en vraag me af of ik fouten gemaakt heb. Ik weeg af of ik het vertrouwen niet beschaam van wie zijn hart en ziel blootlegde zonder dat ik zomaar een spreekbuis word of een promotiefilmpje maak. Naar Bali (en goeroe Ratu Bagus – red.) vertrok ik met een open geest maar daar gebeurden dingen die echt niet kunnen. Het is mijn journalistieke plicht dat te vertellen. Ik zou niet willen dat één zieke Vlaming erheen trekt met het idee er te kunnen genezen. Mijn reportages in Afrika en Afghanistan waren zo gemakkelijk op dat vlak. Het bleef op een afstand. Met deze reeks kan ik niet langer iedereen tevreden stellen. Ik, die altijd naar een consensus zocht en die meestal ook vond.” “Mijn kinderen houden me goed op de grond. Hun kritiek is keihard maar liefdevol. Ik realiseer me ook dat alles tijdelijk is. Hierna ga ik weer schrijven, eenvoudig, alleen in mijn kamertje, ver van alle heisa. Ach, ik recupereer gelukkig snel. En ik tel af naar de paasvakantie. Dan ga ik met mijn man en twee jongsten twee weken naar het ZuidFranse platteland. Los van de wereld.” Thuis gaat ze drie keer per week lopen, en fietst ze mee in een damesploeg. “Ik zou soms liever in mijn zetel blijven zitten”, lacht ze, “maar elk jaar beklim ik de Mont Ventoux (voor de Sporta-campagne ‘Ventourist-Ventousiast’ – red.) Het maakt mijn hoofd leeg.” Ook haar thuis, in Pellenberg, brengt rust. “Ik heb al heel wat plekken in de wereld gezien maar Leuven blijft voor mij één van de aangenaamste. Grootsteden zijn interessant maar niet zo fijn om kinderen groot te brengen. Hier laat ik mijn dochters met een gerust hart uitgaan. Na een drukke werkdag kom ik graag thuis in ons kleine dorp, en anders zijn Leuven, Antwerpen en Brussel vlakbij. Ik ben een heel contente mens.”
Alumni 13 Jurist en stand-upcomedian Bert Gabriëls
“ Lachen is nuttig voor de waarheid” De culturele week van Medica, Culture Shot, brengt op 25 februari Bert Gabriëls naar Leuven. Bert bedenkt en presenteert samen met Henk Rijckaert het satirische programma Zonde van de Zendtijd. Daarnaast toert hij door Vlaanderen met een comedyshow én publiceert hij lijvige boeken. Zijn laatste werk: een commentaar bij de Verblijfswet van 1980. En da’s géén grap. De in Leuven opgeleide jurist is gewoon van vele markten thuis. Els Vandeborght “Ik kijk uit naar Culture Shot. Voor studenten spelen is altijd leuk, want bij dat publiek hoef ik geen onderwerpen uit de weg te gaan. Wat nu ook weer niet wil zeggen dat ik de confrontatie zal opzoeken. Entertainen, da’s mijn doel, niet schofferen. Merk ik dat het publiek aanstoot neemt aan mijn grappen, dan stuur ik bij. Ik heb ondertussen trouwens geleerd dat bijvoorbeeld items over kanker vooral slecht vallen bij familieleden en vrienden van een patiënt en minder bij de zieke zelf. Ik vermoed dat bezorgdheid meespeelt.” “Ik recycleer geen onderwerpen uit Zonde van de Zendtijd in mijn solo-optredens. Het gaat tenslotte over twee andere platformen. Natuurlijk lokt het tvprogramma nieuw publiek naar mijn shows. Da’s mooi meegenomen. Of het meer mensen naar mijn commentaar bij de Verblijfswet doet grijpen, betwijfel ik. Een grappig onderwerp is het niet, maar ik heb me er wel mee geamuseerd, hoor. Verwacht op korte termijn wel geen nieuw juridisch werk van me. Daarvoor heb ik het nu veel te druk met tv en optredens.”
Bezorgdheid “Het is ook daar in de Foyer dat mijn interesse voor vreemdelingenrecht is ontstaan. Minder door mijn studies antropologie – ja, dat heb ik tussendoor ook nog gestudeerd, wel niet afgemaakt, want ik had het toen te druk met mijn toneelopleiding. Eigenlijk ben ik nooit zozeer geïnteresseerd geweest in het Grote Verschil, ik zie overal dezelfde mensen. Wat me wel fascineert, zijn de mechanismen waardoor groepen ontstaan en zich in stand proberen te houden – onder meer door een vijandbeeld te creëren. De onverdraagzaamheid die zo ontstaat, verontrust me wel.” “Dit soort bezorgdheden probeer ik te kanaliseren via mijn humor. Al stel ik vast dat ik de grappen over deze thema’s vaak schrap. Ze wérken gewoon niet altijd even goed. Uiteindelijk wil ik als performer in de eerste plaats entertainen. Als mens vind ik een geweten schoppen dan wel weer belangrijker. Maar het moet gezegd: een sterke grap over een heikel thema is oneindig veel beter dan een grap over het koningshuis bijvoorbeeld.”
“In de filosofie wordt er niet echt veel afgelachen. Toch doen humor en filosofie hetzelfde: allebei nemen ze afstand van het vanzelfsprekende. Ook Nietzsche wees op de band. In Also sprach Zarathustra schrijft hij: ‘Und falsch heiße uns jede Wahr-
“Een sterke grap over een heikel thema is oneindig veel beter dan een grap over het koningshuis.” heit, bei der es nicht ein Gelächter gab!’ Lachen is inderdaad een vorm van kennis, het is in elk geval nuttig voor de waarheid.” http://www.bertgabriels.be http://www.medica.be/cultureshot
Een écht diploma “Op mijn achttiende heb ik voor rechten gekozen, omdat ik een ‘echt’ diploma wou halen. Dat ik aan de K.U.Leuven zou gaan studeren, was vanzelfsprekend. Wie – zoals ik – zijn middelbare studies in het Sint-Theresiacollege van Kapelle-op-den-Bos deed, dàcht er niet aan om naar de VUB of Gent te trekken. En eerlijk gezegd, ik heb hier graag gestudeerd. Ik heb hier ook een visie op religie meegekregen waar ik wat mee kon aanvangen. De lessen van professor Moyaert bij filosofie – ik heb ook nog een kandidaatsdiploma in de wijsbegeerte gehaald – hebben me op dat vlak veel bijgebracht.” “Na mijn rechtenstudies ben ik vrijwilligerswerk gaan doen in het integratiecentrum de Foyer in Brussel. Toen pas ben ik gaan beseffen dat je als jurist ook op een praktische manier zinvol werk kunt verrichten. Zolang ik studeerde, dacht ik dat je als jurist de maatschappij mee moest sturen, dat je ze actief vorm moest geven. Een zware last op jonge schouders. Misschien hadden de proffen destijds wat meer moeten uitleggen wat je als jurist later kunt betekenen in de maatBert Gabriëls schappij.”
(© Rob Stevens)
Telex Alumni
*** In zijn nieuwe boek Vrede zij met u, zuster (De Bezige Bij) vertelt germanist en journalist Chris De Stoop (foto) het verhaal van de Belgische zelfmoordterroriste Muriel Degauque. Hij sprak met betrokkenen, bestudeerde de dossiers en reisde Degauque achterna tot in Bagdad, waar hij het wrak van de bomauto vond. Met zijn vorige boek, Het Complot van België, haalde De Stoop de shortlist van de AKOliteratuurprijs.
*** Die eer is licentiate lichamelijke opvoeding Sonja Kimpen (foto boven) met haar boek Dé 10 principes voor een leven lang slank niet te beurt gevallen, maar sinds begin februari is ze wel te zien in een nieuwe reeks van Je bent wat je eet (VTM, woensdag). Daarin bindt Kimpen als vanouds de strijd aan met ongezonde eetgewoonten en zwaarlijvigheid. Hoe fit ze zelf is, mag ze bewijzen tijdens het vierde seizoen van Sterren op de Dansvloer (vanaf 26 maart op VTM). Kimpen neemt de dansschoen op tegen onder anderen Peter Van den Begin, Laura Lynn en Wouter van Bellingen. De zege zij met u, zuster! De presentatie is trouwens in handen van een andere alumnus: Francesca Vanthielen (foto onder), die in 1995 afstudeerde als licentiaat toegepaste economische wetenschappen en recent naar de aula’s terugkeerde voor een master in de vergelijkende en internationale politiek.
*** Van de dansvloer naar het voetbalveld: oud-student kinesitherapie Georges Leekens doet het momenteel uitstekend als trainer van KV Kortrijk. Bij het ter perse gaan staat Kortrijk op een verrassende vierde plaats, die uitzicht biedt op een plaats in de play-offs met de beste zes teams. Daarin zouden Leekens’ aanvallers weleens op student psychologie en Club Bruggeverdediger Jeroen Simaeys kunnen stuiten. Er loopt trouwens nog een oud-student rond in de Jupiler Pro League: onlangs bezorgde licentiaat lichamelijke opvoeding Joris Van Hout zijn team Westerlo met een kopbal de drie punten in de match tegen Sint-Truiden. Van Hout en zijn ploegmakkers moeten voorlopig wel vrede nemen met een elfde plaats. (rvh)
14 Alumni
campuskrant
Reizen met Alumni
Advocaat en laureaat VRG-Alumniprijs Luc Walleyn
“ Ik ben geen Don Quichote onder de advocaten” “In het advocatenmilieu had ik altijd het gevoel dat anderen mij als een Don Quichote-achtige figuur zagen. Want ik hield me bezig met vreemdelingen en mensenrechten. De Alumniprijs is voor mij daarom heel belangrijk: het eigen milieu erkent mijn inzet en werk”, zegt Luc Walleyn (1949). Het Vlaams Rechtsgenootschap (VRG) bekroont de advocaat voor zijn belangrijke rol in het werk van Advocaten zonder Grenzen én de handhaving en vormgeving van het internationaal strafrecht. Jaak Poot “In oktober 1967 schreef ik me in voor de rechtenstudies. En in januari 1968 zat ik meteen middenin de stakingen voor Leuven Vlaams en een democratische universiteit. 1968, dat was een Copernicaanse revolutie. Mijn moeder was actief in de toenmalige CVP, ik had drie nonkel-paters en was geëngageerd in de katholieke jeugdbeweging. En plots was daar die totale breuk met de oude waarden van de katholieke opvoeding. Voor mij was die periode de start van mijn inzet in de linkse studentenbeweging en later in Amada en de Partij voor de Arbeid. Dat heeft een blijvende invloed gehad op mijn leven en werk, ook al brak ik lang geleden mijn banden met die partij.” “Rechten leek mij een goede, brede studierichting als achttienjarige. Pas later koos ik voor het baliewerk. Dat had ook te maken met mijn linkse engagement: wij wilden de zwakkeren steunen tegen het gerecht, dat we ervaarden als een conservatieve instelling die de democratisering in de weg stond. De vijf jaar aan de K.U.Leuven waren een heel belangrijke periode, mijn leven nam er een bocht. Een man die er een grote indruk op mij maakte was Luc Huyse. Die begon toen als professor in de sociologie en hij boeide me met zijn visie op de samenleving. Zijn lessen broste ik nooit.” “Ik zat toen ook in het studentenmedebeheer van de Sociale Raad. Daar discussieerden we met een stel oude proffen en rectoren over de oprichting en organisatie van het studentenhuis Camillo Torres. Ellenlange discussies waren dat, onder andere over gemengde bewoning in een periode waar samenwonen voor studenten voor de top nog onbespreekbaar was. Als lid van de Alma-beheerraad moest ik als linkse student ook mee de keuze maken tussen hogere lonen voor het personeel of het behoud van lage prijzen voor de studenten. Bijzonder vormend voor een twintigjarige!”
Advocaten zonder Grenzen “Na een jaar als individueel advocaat in Leuven, stond ik mee aan de wieg van het geëngageerd advocatencollectief Blanmailland & Partners in Schaarbeek. In 1994 vaardigde de Raad van de Orde voor Advocaten me af als vertegenwoordiger bij Advocaten zonder Grenzen (AdzG). Ik werd er later voorzitter van en zit nog in de raad van bestuur.” “Een scharniermoment in mijn werk was een AdzG-project in Rwanda, na de genocide in 1994. Er moesten processen komen voor de traditionele rechtbanken, maar die waren volledig ontmanteld. Een aantal juristen en zelfs niet-juristen kregen een spoedopleiding tot rechter, maar er waren geen advocaten, alleen enkele juridische raadgevers. Op 27 december 1996 was ik de eerste buitenlandse advocaat voor zo’n rechtbank, samen met enkele Rwandese collega’s, die alleen onder die voorwaarde wilden tussenkomen. Ze liepen inderdaad grote risico’s. Ik herinner me dat één advocaat tijdens het proces werd ontvoerd, en verdween. Een andere werd later zelf vervolgd.” “Ik was al in Afrika geweest voor een vormingscyclus rond het Arusha-tribunaal. Maar de betrokkenheid bij de nasleep van de genocide was heel confronterend. In een korte periode waren daar vele honderdduizenden, misschien zelfs een miljoen mensen vermoord, inclusief Belgische soldaten. Het is heel vreemd om dan als hun advocaat de wereld van dat soort daders van geweldmisdrijven in te stappen. Je hebt contacten met een cliënt die geen anoniem monster blijft, iemand die ook sympathiek kan zijn, met wie je grapjes maakt. Ik ontmoette daar een jongen, nog geen twintig, maar al jaren in de gevangenis. En dan praat je daarmee en hij vertelt je dat hij eigenhandig minstens driehonderd mensen vermoordde. Ik probeer dat te begrijpen, dat meelopen in die collectieve hysterie.” “Een ander scharniermoment
Advocaat Luc Walleyn
was toen ik in 1998 door Advocaten zonder Grenzen naar Rome werd gestuurd als waarnemer bij de conferentie die het Internationale Strafhof oprichtte. Met een aantal ngo’s ijverden we ervoor dat ook slachtoffers een rol kregen in die procedure. Met succes! De internationale gemeenschap toonde toen een grote bereidheid om die misdaden niet onbestraft te laten. België, dat universele jurisdictie had ingesteld voor oorlogsmisdaden, nam hierin mee het voortouw. Ik verdedigde later slachtoffers van het bloedbad van Sabra en Shatila, onder meer tegen premier Sharon.” “Zo geraakte ik ook betrokken bij de discussies over de Belgische genocidewet. Ik werkte mee aan
Leest u Campuskrant liever online? neem een digitaal abonnement op http://www.kuleuven.be/ck/digitaalal.html
(© Rob Stevens)
twee hervormingen: met een aantal parlementsleden wilden we de essentie van de wet behouden, tegen de sterke druk van Israël en de Verenigde Staten in. Nu pleit ik aan het Internationale Strafhof in Den Haag voor ex-kindsoldaten. Kinderen die als tien-, elfjarige werden ontvoerd naar trainingskampen. Ze verdienen daarom het etiket ‘slachtoffer’, ook al namen ze zelf deel aan moordpartijen. Ik begeleid ze als getuige en vertegenwoordig ze in het proces.” De VRG-Alumniprijs wordt uitgereikt tijdens de VRGAlumnidag op vrijdag 5 maart, 17u, Universiteitshal, Naamsestraat 13, Leuven. http://www.vrgalumni.be/ alumniprijs/
Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
2 7 J A NUA R I 2 0 10 | NR 5 | 2 1S T E J A A R G A NG | W W W. K UL E U V E N .BE / C K /
T I JDSCHRIF T VA N DE K .U.L EU V EN
THEMANUMMER CAMPUS KORTRIJK
“Ik wil het verschil maken” LE VEN NA KORTRIJK EN LEUVEN: JOURNALIST ELS DE TEMMERMAN [14]
(© Rob Stevens)
Creatief met Kortrijk
In december werd in het Innovatie- en Incubatiecentrum Kortrijk (IICK), op de Campus Kortrijk, CREALAB geopend, een unieke creativiteitsruimte die ‘mind expanding’ en ‘out of the box thinking’ stimuleert. Maak uitgebreider kennis met het initiatief op p. 6. Ook Campuskrant gaat ‘out of the box’ en wijdt dit nummer grotendeels aan de Campus Kortrijk. Rector Marc Waer en campusrector Jan Beirlant geven hun visie op de toekomst van de campus, en u leest meer over het studentenleven, onderzoek, onderwijs en internationalisering aan de KULAK. Vaste rubrieken als Aangesproken Wild en De Passie krijgen ook een Kortrijkse invulling. Bekende oud-studenten als Vincent Van Quickenborne en Anne Provoost blikken terug op hun jaren in Kortrijk.
Doorstroomoptie schuift studiekeuze twee jaar op De K.U.Leuven biedt drie nieuwe doorstroomopties aan: communicatiewetenschappen binnen taal- en letterkunde, en politieke wetenschappen binnen geschiedenis en rechten. Ze worden vooral een troef voor Campus Kortrijk, waar het aanbod uitbreidt met vakken uit de Faculteit Sociale Wetenschappen. JAAK POOT “Het is geen nieuw idee. Campus Kortrijk kent al doorstroomopties waar studenten een opleiding wiskunde of fysica combineren met ingenieurswetenschappen, chemie met farmacie of bio-ingenieur, TEW met handelsingenieur en biologie met biochemie of bio-ingenieur”, zegt campusrector Jan Beirlant. Decaan Paul Van Orshoven van de rechtsfaculteit vult aan: “Wij werken al verschillende jaren met minors voor economie en overheidsmanagement. Met succes! We bereiken er elk jaar tussen de 50 en 100 studenten mee.” Het studiepakket bestaat de twee eerste jaren uit 45 studie-
voluit voor de doorstroomoptie binnen rechten. Paul Van Orshoven: “We gebruiken daarvoor de keuzevakkenruimte en we ruilen enkele algemene vakken zoals juridisch schrijven en logica in voor de minor. Het derde jaar rechten is heel sterk gericht op rechtsvakken en komt niet in aanmerking voor een ruiloperatie. Maar dat past perfect in het minor-verhaal waar de student vanaf het derde jaar zijn definitieve pad inslaat.” Studenten met een interesse in geschiedenis én politiek, krijgen vanaf volgend academiejaar op dezelfde manier de kans om zich te verdiepen in geschiedenis en tegelijk de overstap naar politieLogische combinaties ke wetenschappen volledig open Zowel Leuven als Kortrijk gaan te houden. pagina 4
punten voor de major en 15 voor de minor. In het derde jaar kiest de student voor de definitieve richting. “De charme ligt erin dat studenten pas na twee jaar definitief kiezen”, zegt decaan Van Orshoven. “Voor ons is de combinatie met politieke wetenschappen niet echt nieuw. Net zoals vele collega’s combineerde ikzelf de kandidaturen rechten en politieke wetenschappen. Vroeger kon dat perfect: je legde één pakket examens af in juni en het andere in september. Met het nieuwe systeem van semesterproeven, is het pakket in januari onhaalbaar zwaar. Deze optie biedt een nieuwe weg.”
VERSCHIJNINGSDATA CAMPUSKRANT 2009-2010
NR. 6 – 24 FEB 2010
NR. 7 – 24 MA A 2010
Wetenschap baart kunst E XPO ‘PAR ALLELLEPIPEDA’ BRENGT KUNST EN ONDERZOEK SAMEN [3]
Van de Zweetkelder tot ‘t Ver Diep DE HABITAT VAN DE KORTRIJKSE STUDENT [9]
Kortrijk languit ONDERWIJS, ONDERZOEK EN INTERNATIONALISERING AAN DE KULAK [10-11-12]
Viva bama? VIJF JAAR NA DE INVOERING VAN HET BAMASYSTEEM: EEN KIJKJE BIJ CRIMINOLOGIE [18]
“Ieder optreden is een feestje” KORTRIJKSE CAMPUSBIB-MEDE WERKER EN DOLFIJNTJES-GITARIST MARC HOLVOET [20]
NR. 8 – 28 APR 2010
NR. 9 – 26 MEI 2010
NR. 10 – 23 JUN 2010
Oost-Pruisen Van vrijdag 18 juni tot zondag 27 juni 2010 organiseert Alumni Lovanienses een cultuurhistorische reis naar Oost-Pruisen. We bezoeken de Poolse steden Gdansk, Marienburg, Elbing, Olsztyn, Mikolajki, Gizycko, Ketrzyn en Lidzbark Warminski. Ook bezoeken we het kasteel van Mohrungen en de abdij van Wojnowo (Eckertsdorf). In de oblast Kalinningrad plannen we, naast een bezoek aan de stad zelf, een excursie aan onder meer Gvardeysk (Tapiau), Sovjetsk (Tilsit), Ragnit, Zelenogradski (Cranz) en Rybatschi (Rossitten). In Litouwen bezoeken we Klaipeda (Memel). Begeleiding door Nina Igochina (Alumni Lovanienses) en lokale gids. • De richtprijs bedraagt 1.995 euro per persoon (min. 25 personen – supplement éénpersoonskamer 299 euro – aantal beperkt). • http://alum.kuleuven.be/reizen/ Oost-Pruisen.html Napels en omgeving Van 18 tot 24 oktober organiseert Alumni Lovanienses een prachtige cultuur-historische reis naar Napels en omgeving. In Napels brengen we een bezoek aan het historische centrum met het Plebiscito-plein, het San Carlo theater (bezoek buitenzijde), het Maschio Angionino, het Koninklijk Paleis (bezoek buitenzijde), de historische wijk ‘Spaccanapoli’, het San Chiara-klooster, de kerken van Gesù Nuovo en San Lorenzo, de Cappella San Severo en de kathedraal. We bezoeken de sites van Pompeï en Herculaneum. Verder voorzien we een vrije dag in Napels of Capri en een excursie naar Paestum en Velia, de Amalfitaanse kust en Pozzuoli. Begeleiding door Erik Gobin en lokale gids. • De richtprijs bedraagt 1.390 euro per persoon (min. 25 personen – supplement van 299 euro voor éénpersoonskamer, aantal beperkt) – bij 21 personen is de richtprijs 1.410 euro. We overnachten in een viersterrenhotel. • http://alum.kuleuven.be/reizen/ Napels.html Moskou Van 11 tot 18 augustus organiseert Alumni Lovanienses een prachtige cultuurhistorische reis naar Moskou en haar Gouden Ring. In Moskou brengen we een bezoek aan het historische centrum met het Rode Plein, het Kremlin, de metro, kathedralen, kloosters en musea zoals de Tretjakov-galerie. Buiten de hoofdstad zullen we een aantal prachtige historische steden bezoeken – zoals Soezdal, Vladimir, Yaroslavl, … – die bekend staan als de Gouden Ring van Moskou. Begeleiding door Nina Igochina (Alumni Lovanienses) en lokale gids. • De richtprijs bedraagt 1.595 euro per persoon (min. 25 personen – supplement éénpersoonskamer 380 euro – aantal beperkt). We overnachten in viersterrenhotels. • http://alum.kuleuven.be/reizen/ Moskou.html Inschrijven voor deze reizen kan via Avatours nv, (t) 056 21 50 00,
[email protected]
24 februari 2010
Alumni 15
Schrijver en communicatiewetenschapper Ivo Victoria
“ Als je iets maar genoeg tegen jezelf herhaalt, wordt het vanzelf de waarheid” Auteur Ivo Victoria (1971), in de alumnilijsten van de K.U.Leuven makkelijker terug te vinden als Hans Van Rompaey) woont al enkele jaren in Amsterdam. Voor het schrijversparcours van Kulturama zakte hij nog eens af naar Leuven, waar hij als student zijn licentiejaren communicatiewetenschappen sleet. Ines Minten Ivo Victoria’s debuut, Hoe ik nimmer de ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het me spijt), verovert de boekenkasten. Veel heeft te maken met het innemend-irritante hoofdpersonage en de prettige, humoristische stijl. Het personage – ook een Ivo Victoria – is een mythomaan pur sang. Hij vond als kind zijn wereld te grijs en te gewoon en dus verzon hij er zelf de kleuren maar bij. Op volwassen leeftijd wil hij in het reine komen met die ene achteloze leugen die zo hardnekkig is gebleken. En passant probeert hij in het reine te komen met wat zijn leven is geworden. Een leven dat er niet helemaal uitziet zoals hij zich als kind bij elkaar had gedroomd. “Wat me heel erg interesseert, is perceptie”, zegt Ivo Victoria. “De manier waarop mensen naar dingen kijken. Ieder mens is geneigd om zijn eigen versie van de waarheid te construeren. Mensen zien toch vooral wat ze graag willen zien. Of, omgekeerd, dat waar ze bang voor zijn. Wat je ziet en hoe je het interpreteert, zegt dus best veel over wie je bent. En sommige mensen gaan daar erg ver in. Dat fascineert en amuseert me.” “Met dit boek net hetzelfde. Het verhaal speelt zich af in Edegem, waar ik ook ben opgegroeid. Ik beschrijf de gemeente op zo’n manier dat mijn redactri-
ce me vooraf waarschuwde voor negatieve reacties uit die hoek. Maar in Edegem is iedereen er blij mee! Ze zijn blijkbaar vooral tevreden omdat ze in het boek voorkomen. Als je iets maar genoeg tegen jezelf herhaalt, wordt het vanzelf de waarheid.” De Ivo Victoria uit het boek zet deze theorie eigenhandig onder een vergrootglas.
Vinyl en papier “Voor ik het boek schreef, heb ik een boek gelezen van Douwe Draaisma, over de werking van het geheugen. Het geheugen is erg selectief en verdraait je herinneringen. Als je terugkeert naar een plek waar je twintig jaar tevoren een fijne tijd hebt beleeft, lijkt het er gegarandeerd een pak kleiner dan je je herinnert. Door dingen die je je herinnert – iets wat pijn heeft gedaan, bijvoorbeeld – creëer je bepaalde gewoontes. Zo kan het geheugen dus een enorme invloed hebben op hoe je je gedraagt in je verdere leven. Dat is toch een ontzettend fascinerende gedachte? We hebben er waarschijnlijk helemaal niet zoveel vat op.” Ook de schrijver Ivo Victoria speelt blijkbaar graag dat spel met fictie, realiteit en het grijze gebied ertussen. Waarom anders kiest hij dezelfde naam voor zichzelf én zijn personage, terwijl er overduidelijke overeenkomsten én verschillen zijn tussen beide?
“Veel van de personages van Herman Brusselmans heten ook Herman Brusselmans en de lezers weten ondertussen dat niet elk detail uit zijn boeken autobiografisch is”, vertelt de schrijver. “Mijn pseudoniem is niet ontstaan voor dit boek. Ik gebruik het al enkele jaren voor mijn weblog en ik vind het een fijne huid om in te kruipen als ik schrijf. Het boek speelt zich af in het dorp waar ik opgegroeid ben. Er zitten enkele autobiografische elementen in en het gaat over een pathologisch leugenaartje. Dus vond ik het wel aardig dat het personage ook Ivo Victoria zou heten, wat evenmin mijn echte naam is. Het klopte mooi met de inhoud van het boek.” Behalve schrijver is Ivo Victoria ook freelancer in de muziekindustrie. Hij verzorgt projectmanagement, organisatie, marketing en communicatie van, voornamelijk, festivals. “Ook een boeiende job”, vindt hij. “Hoewel ik in de toekomst van plan ben om meer en meer te schrijven. Op zich zijn de literatuur- en de muziekindustrie vergelijkbaar. De boekenwereld is iets conservatiever, maar er zijn parallellen. Met de opkomst van het e-boek doorworstelt de literatuur nu het proces dat de muziek vijftien jaar geleden heeft doorgemaakt en waar ze bijna aan ten onder is gegaan. Ik geloof erg in e-boeken. Voor een industrie die een der-
Schrijver Ivo Victoria
(© Stephan Vanfleteren)
gelijke ontwikkeling ondergaat, is het altijd erg moeilijk om even afstand te nemen van zichzelf en precies te bekijken wat er te gebeuren en te doen staat. Maar als je objectief kijkt en vergelijkt met andere evoluties in diverse sectoren, dan weet je ook dat een bepaalde vorm van e-lezen op een gegeven ogenblik onvermijdelijk de markt zal overnemen. De boekenwereld moet daar nu dus mee aan de slag. Niet zeuren, niet krampachtig de hakken in het zand steken, maar het accepteren en kijken hoe je ermee aan de slag kunt.” “Natuurlijk zal het papieren
boek nooit helemaal verdwijnen. De vinylplaat bestaat tenslotte ook nog en de markt ervoor groeit. Maar het is een piepkleine markt. Zowel voor kranten, tijdschriften als voor boeken zijn er enorm veel nieuwe mogelijkheden. Ook in fictie creëert de digitalisering kansen voor nieuwe vertelvormen. Dat is gewoon boeiend.” Om die reden is Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het me spijt) ook verkrijgbaar als e-boek, zonder kopieerbeveiliging en voor een prijs die de lezer zelf mag kiezen. http://www.ivovictoria.com
• http://alum.kuleuven.be/ farmaleuven/ Inschrijving bevestigen via mail met vermelding van naam en adres. Prijs: 20 euro (leden), 30 euro, storten op rek. 645-1207282-55 van Farmaleuven, O&N2, Herestraat 49-bus 422, 3000 Leuven met vermelding van AP-nr. en/of naam.
• 17 april, Campus Sociale Wetenschappen, Parkstraat 45, 3000 Leuven • De studiedag maakt deel uit van het Feest van de Filosofie (www. feestvandefilosofie.be). Deelname aan de studiedag is gratis; WGL-leden die wensen deel te nemen aan andere activiteiten van het Feest van de Filosofie krijgen hiervoor een flinke korting.
Agenda Alumni VILv Forumavonden: Passiefhuizen: de woningen van de toekomst?, gevolgd door receptie. • 30 maart, 19u30, Auditorium Thermotechnisch Instituut, Kasteelpark Arenberg 41, Heverlee • Info:
[email protected], (t) 016 32 13 94 • http://www.vtk.be/alumni/ activiteiten/forumavonden/ VRG-Alumni Uitreiking Prijs van de VRG-Alumni 2010. De laudatio wordt uitgesproken door professor Stephan Parmentier. • 5 maart, Universiteitshal, Naamsestraat 22, Leuven • Info:
[email protected], (t) 016 499 497 • http://www.vrgalumni.be/ alumniprijs/ Nos iungit Academia Causerie door prof. em. Urbain
Vermeulen: ‘De Islam: actualiteit in historisch perspectief’. • 26 februari, 20u30, Clublokaal, Koning Leopold I-straat 18, 3000 Leuven. • Info: Anne-Marie.Wollants@ telenet.be, (t) 016 25 11 64 • URL: http://www.niaclub.be
jaarlijkse galabal van de Psychologische Kring bij te wonen. • 19 maart, 21u, Gravenhof, Alsembergsesteenweg 676, 1653 Dworp • Info:
[email protected], (t) 0496 62 60 60 • http://ppw.kuleuven.be/lapp/ agenda
LAPP Afterwork: Party. Gratis voor leden en laatstejaarsstudenten Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Niet-leden betalen 7 euro. Iedereen ontvangt bij aankomst een glaasje cava. • 25 februari, 19u-23u, Musicafé, Muntstraat 5, 3000 Leuven. Galabal Pedagogische Wetenschappen. LAPP biedt haar leden de mogelijkheid om het jaarlijkse galabal van de Pedagogische Kring bij te wonen. • 18 maart 2010 om 21u, Musicafé, Muntstraat 5, 3000 Leuven Galabal Psychologie. LAPP biedt haar leden de mogelijkheid om het
LAO Concert ‘LAO groet Sjanghai’. • 1 mei, 20u15, Aula Pieter De Somer, Deberiotstraat 24, 3000 Leuven • Info:
[email protected], (t) 016 32 03 40 • http://www.lao.be Farmaleuven en ALFAGEN Postuniversitaire Farmacologische Dag met thema ‘Nieuwe geneesmiddelen: zijn ze nog te betalen in tijden van crisis?’ • 20 maart, 14u-18u, Gasthuisberg, O&N 2, Herestraat 49, 3000 Leuven, Auditorium BMW 1 • Info: Farmaleuven@pharm. kuleuven.ac.be, (t) 016 32 34 56
Alfagen Ledendag, met lezingen over biodiversiteit, migratie en ziekten en prijsuitreiking ‘Alumnus van het Jaar 2010’. • 5 juni, 9-13u, Herestraat 49, 3000 Leuven • Info: Inge.Moerman@med. kuleuven.be, (t) 016 33 74 76 WGL Jaarlijkse studiedag, met als thema ‘filosofie en literatuur’ en sprekers Geert Van Istendael, Anneleen Masschelein (K.U.Leuven) en Ger Groot (Erasmus Universiteit Rotterdam).
Alumni Lovanienses vzw In de reeks Kennis en Maatschappij geeft prof. Paul De Grauwe een lezing ‘De effecten van de financiële crisis: tijdelijk of langdurig?’ • 25 maart, 19u15, Promotiezaal, Universiteitshal, Naamsestraat 22, 3000 Leuven Deelname kan door 5 euro (leden) of 10 euro over te schrijven op 000-0136526-47 met vermelding van naam en partner • Info:
[email protected]. be, (t) 016 32 40 02 • http://alum.kuleuven.be/Kennis.html
16 Universiteitsfonds
campuskrant
SG Bank en Universiteitsfonds stimuleren mecenaat Société Générale Private Banking en het Universiteitsfonds organiseerden in het Thermotechnisch Instituut een infosessie over schenkingen en legaten. Jaak Poot “Het Universiteitsfonds en wij werken volgens dezelfde normen en vanuit dezelfde filosofie over dienstverlening: persoonlijke aandacht voor de cliënt, oplossingen op maat en klantentevredenheid door feilloze dienstverlening”, zegt Stefan Germeau, directeur van het Leuvense agentschap van SG Bank. “Klanten kunnen bij onze bank terecht voor de structuur van hun vermogen en fiscaal-juridisch advies evenals voor beleggingen op maat en analyses van fondsen, aandelen en obligaties.” “De laatste jaren merken we dat de aandacht voor schenkingen groeit. Mensen denken grondiger na over wat er na hun dood gebeurt met het vermogen dat ze erfden of met eigen inzet hebben verworven. Daarbij speelt natuurlijk mee dat Vlaanderen de voorbije jaren de fiscaliteit rond legaten sterk heeft
uitgebouwd, met onder meer de lagere successierechten bij duolegaten.” “We merken ook dat de aandacht voor de behandeling van ziektes wordt aangescherpt als mensen er in hun familie mee te maken krijgen. Vandaar heel wat schenkingen en leerstoelen in de medische sector.” “Het Universiteitsfonds biedt een aantal mogelijkheden. Omdat we onze cliënten daarover willen informeren, hebben we samen met de K.U.Leuven een avondprogramma opgezet. Algemeen beheerder professor Koenraad Debackere en Annick Haerens, onze verantwoordelijke Patrimoniaal Advies gaven daar toelichting bij de verschillende mogelijkheden en voordelen. We denken eraan deze presentatie binnenkort ook in andere Vlaamse steden waar we een agentschap hebben te houden.” “Voor ons is correcte dienst-
De info-avond in het Thermotechnisch Instituut.
verlening heel belangrijk. We werken met families over de generaties heen. Bank, cliënt en de partij die de schenking ontvangt, moeten elkaar goed kennen. Dat schept wederzijds vertrouwen.
Advertentie
De heer André Decock Voormalig laboratoriummedewerker aan het Laboratorium voor Analytische Chemie, Faculteit Farmaceutische Wetenschappen geboren op 14 februari 1944 en overleden op 22 januari 2010 Professor Karel Roelandts Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Letteren geboren op 6 mei 1919 en overleden op 6 februari 2010
Kort nieuws
Op 9 februari werd de Abbott Chair for Psoriatic Arthritis ingehuldigd (titularis: professor Rik Lories, co-titularis: dr. Kurt De Vlam, schenker: Abbott).
Advertentie
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van:
Wel, dat vertrouwen is er al tussen het Universiteitsfonds van de K.U.Leuven en Société Générale Private Banking. Samen leveren we de service waar de cliënt recht op heeft.”
(© Rob Stevens)
ცStudy in Taiwan!
GEZOCHT Gezonde mannelijke vrijwilligers (niet-rokers tussen 18 en 45 j) voor deelname aan klinische studies met nieuwe geneesmiddelen. Een billijke vergoeding is voorzien. Voor meer informatie en opname in ons gegevensbestand: http://www.ckf.be CENTRUM KLINISCHE FARMACOLOGIE U.Z. GASTHUISBERG Herestraat 49 B-3000 LEUVEN
Welcome to apply degree and Chinese language scholarships. http://www.taiwanembassy.org/be
[email protected]
ცTest of Proficiency – Huayu (TOP) The first-ever Chinese language proficiency test will be taking place in Brussels. Test Information: - Date: March 28, 2010 - Venue: Sun Yat-Sen School Av. d’Auderghem 220, 1040 Brussels http://www.taiwanembassy.org/be
[email protected]
DOC_ADV_KUFKA_2010:DOC_Aff Succes in de VS 4/02/10 17:26 Pagina 1
Ontdek eenvoud, begin bij uw administratie www.kuleuven.be/kufka
24 februari 2010
Erfgoed 17
Een doorsneeverzameling? Professor Johan Billen, die in onze novembereditie al de collectie insecten-op-speldjes voorstelde, heeft ook nog een andere verzameling onder zijn hoede. Eén die meer dan een eeuw oud is, een bombardement en een jarenlange splitsing overleefde en die vandaag wordt beschermd met een testament. Ongetwijfeld wetenschappelijk verantwoord, maar vooral een interessant verhaal, die coupes van Janet. Tim Willekens “Voor mijn doctoraat onderzocht ik met de elektronenmicroscoop op de LUC-campus in Diepenbeek tien verschillende klieren bij vierenzestig mierensoorten. Het onderzoek liep niet meteen van een leien dakje, ik bleek dan ook de eerste te zijn die dat minutieuze werk ooit had ondernomen.” “De techniek om weefsels van insecten in te bedden in hars of paraffine om er coupes van te snijden voor microscopisch onderzoek bestaat natuurlijk wel al langer. De grote pionier op dat vlak was Charles Janet. De Fransman was rond de jaren 1900 actief en bestudeerde vooral wespen en mieren. Over zijn techniek om al in die tijd prachtige coupes te maken is niets bekend, maar zijn tekeningen en publicaties zijn wel bewaard gebleven. Mijn voorloper hier op de universiteit, professor van Boven, had nog enkele originele overdrukken in zijn bibliotheek.” “Janets tekeningen zijn ongelooflijk gedetailleerd. Als we die vergelijken met foto’s van microscopische vergrotingen, sta je verbaasd over de precisie waarmee hij alle structuren al kon weergeven. Met de technieken van toen is hij er ook in geslaagd een lengtedoorsnede van een volledige mier te maken, iets wat zelfs met hedendaagse technologie een huzarenstukje is. Als je weet dat Janet het onderzoek enkel als hobby deed – hij was ingenieur in een borstelfabriek – verbaast dat nog meer. Omdat het destijds niet de gewoonte was om in een artikel over methodiek te schrijven en omdat we ook zijn originele coupes niet kenden, zou het wel altijd bij verwondering voor Janets resultaten moeten blijven.” “In 1988 was ik echter als beginnend entomoloog op een congres in Caracas. Na mijn lezing over de microscopie van mieren werd ik aangesproken door de oude Fransman Pierre Jolivet. Hij vroeg me in het Engels of ik als Belg misschien Frans sprak. Ik zei ja, en dat heb ik me nadien wel beklaagd. In sneltreinvaart begon hij te vertellen, waarbij plots ook Janet ter sprake kwam. Na een tijdje kon ik niet meer volgen en beperkte ik me tot een
Johan Billen, met de doosjes waarin de coupes van Charles Janet bewaard zijn gebleven. (© Rob Stevens)
sporadische ‘oui’ en ‘non’. Tot hij eindigde met ‘Alors, ça vous intéresse?’. Ik dacht dat de man het had over artikels over Janet, die hij enkele maanden later op een bijeenkomst in Brussel voor me zou meebrengen.”
Bombardement “Toen ik hem daar ontmoette, had hij inderdaad wat voor me bij. Geen artikels echter, maar een oud sigarenkistje, met daarin de originele glaasjes met coupes die Janet zo’n kleine eeuw eerder had gemaakt. Terwijl ik ze bekeek, ratelde de man voort over hoe de coupes in zijn bezit waren gekomen. Ik hoorde iets over een bombardement, maar had moeite zijn relaas te volgen. Jolivet vertelde dat het kistje en de glaasjes eigenlijk in een museum thuishoorden. Hij weigerde echter om ze aan de Parijse musea te geven, omdat het personeel daar zo onbehulpzaam was. Hij liet me beloven dat ze daar nooit terecht zouden komen en vertrouwde erop dat ze bij mij in betere han-
den zouden zijn.” “Ik was gevleid, maar wist niet meteen wat ik met de coupes kon doen. Een vijftal jaren geleden sprak ik er echter over met een collega van het KBIN, het Brusselse museum voor natuurwetenschappen. Hij was ervan overtuigd dat de coupes bij hen wel tot hun recht zouden komen. Later gaan ze daar dan ook naartoe. Om daar zeker van te zijn zit in elk doosje een briefje dat de inhoud beschrijft en mijn wil om ze naar het KBIN te laten gaan. Iemand die niet met microscopie vertrouwd is, zou zo’n oud doosje met glaasjes immers argeloos weggooien.” “Ik droomde er al langer van ooit een artikel over de coupes te schrijven. Om ook wat over hun herkomst te weten, ging ik op zoek naar contactgegevens van Jolivet. Omdat ik diens spraakwaterval destijds niet kon volgen wist ik nog maar flarden over een bombardement in 1944. Hoewel ik vreesde dat de man misschien overleden was, vond ik
Een coupe uit 1891.
een e-mailadres en kreeg ik snel antwoord. Hij beschreef hoe de coupes door een microscoopfirma waren gekocht, dan door een priester-leraar, en dat ze na een bombardement tijdens de oorlog in zijn handen waren gekomen. ‘En toen heb ik u de helft gegeven,’ schreef hij.” Er bleek dus nog een helft te zijn. Die was in handen van de vermaarde Harvard-professor Edward O. Wilson, met twee Pulitzerprijzen zowat de paus in de biologie.” “In mijn artikel had ik graag een tekening van Janet vergeleken met een foto van dezelfde coupe. Ik had er echter maar een veertigtal in mijn bezit en vond geen overeenkomsten. Uiteraard zullen er heel wat coupes in het bombardement gebleven zijn, maar dat Wilson er ook nog een vijftigtal had, gaf me hoop. Tijdens een ontmoeting met Wilson op een congres in Washington in 2006 beloofde hij me zijn deel van de historische coupes op te sturen. Mijn idee was om ze te bestuderen en dan terug te geven, maar
(© Rob Stevens)
hij vond dat ze samen hoorden en gaf zijn deel aan mij.” “Met Wilson als co-auteur heb ik het artikel inderdaad geschreven. Jammer genoeg vond ik geen coupe die voor een tekening in zijn publicaties was gebruikt, maar ook dan nog spreken Janets prestaties voor zich. Zo heb ik zijn microscoopglaasjes eens opgemeten: ze zijn waarschijnlijk gewoon gemaakt van vensterglas, met tal van oneffenheden. Ook andere zaken spreken tot de verbeelding. Zo krassen wij vandaag ook vaak nog met een diamant een nummertje en initialen in een glaasje, om het nadien met een stickertje te markeren. Janets markering is echter ware kalligrafie: met mooie krulletters kraste hij er ‘Charles Janet’ in.” “Ook nu nog begin ik mijn presentaties vaak met een honderd jaar oude foto van de besnorde Fransman. Dat sommige collega’s me de Janet van deze tijd noemen, ervaar ik als een hele eer. Ik draag in elk geval met trots zorg voor zijn nalatenschap.”
Een slim brein weet waar het moet zijn. K.U.Leuven masters. Infobeurs Wanaba?! op 3 maart 2010. w w w.k uleu ve n.b e kul18612_banner 256x55mm.indd 1
26/01/10 12:53
18 Onderwijs
campuskrant
Vijf jaar ondersteuning van facultaire administraties Door de start van de bachelor-masterstructuur en het invoeren van SAP voor het verwerken van onderwijs- en studentengegevens kregen de faculteiten steeds meer hooggespecialiseerde taken. Daarom kwam er vijf jaar geleden een ondersteuningsdienst voor de facultaire onderwijs- en studentenadministraties. Jaak Poot “Een administratieve dienst die goed werk levert, is niet zichtbaar”, zegt Jan Raeymaekers van de Dienst Onderwijsbeleid. “Daarom grijpen we de vijfde verjaardag aan om de medewerkers in de kijker te plaatsen die de facultaire administraties al die tijd ondersteunen. Het gaat om twaalf mensen – samen tien voltijdse banen. Elke groep heeft zijn eigen team: een verantwoordelijke en een aantal medewerkers. Ikzelf stuur de ploeg inhoudelijk aan vanuit Onderwijsbeleid.” “Vijf jaar geleden ontstond vanwege het invoeren van SAP Campus Management de nood aan gespecialiseerde kennis binnen de faculteiten. Denk maar aan de omschakeling van de programmagids en andere aanpassingen, zoals de sterk toegenomen flexibilisering van de mogelijkheden voor studenten.” “De academische overheid vond het zinvol om die overschakeling tijdelijk te ondersteunen met een team van gespecialiseerde medewerkers. We verankerden ze in de drie groepen, Wetenschap & Technologie, Humane en Biomedische wetenschappen. Het eerste jaar zat de hele groep samen om aan een gezamenlijke methodiek en expertise te werken. Sindsdien zitten de teams elk op hun eigen campus, maar ze werken nog steeds veel samen. Hun takenpakket breidde geleidelijk aan fors uit, bijvoorbeeld met de invoering
van het Individueel Studieprogramma – kortweg ISP – en de diplomaruimte. De automatisering maakt een heleboel processen gemakkelijker en gebruiksvriendelijker voor studenten en docenten. Maar voor de kleine groep die alles voorbereidt en stuurt, wordt het alsmaar ingewikkelder. Daarom hebben we die ondersteuning ook een permanent karakter gegeven.”
Kwaliteitscontrole “Op dit ogenblik zijn we in de Groep Humane Wetenschappen volop bezig met de invoering van de programmawijzigingen voor volgend academiejaar”, zegt verantwoordelijke Els Maerevoet. “Daarop enten we een resem processen voor de verwerking van het ISP. We werken ook aan een vlotte en correcte verwerking van de examenresultaten. Onze doorlopende zorg is om de kwaliteit van alle gegevens en processen te bewaken, in overleg met de faculteiten.” “Zo voeren wij niet alleen de programmawijzigingen in die de faculteit voorstelt, maar bekijken we ook of ze technisch mogelijk zijn”, zegt Caroline Verboomen, medewerker in de Groep Biomedische Wetenschappen. “Neem nu dat de verschillende faculteiten een aantal opleidingsonderdelen binnen biomedische wetenschappen onderling willen gebruiken. Als bijvoorbeeld het aantal studiepunten voor een opleidingsonderdeel binnen farmacie en geneeskunde verschilt, is dat niet
zomaar uitwisselbaar. We bewaken dus ook de universiteitsbrede afspraken.” “Je moet heel veel weten en kennen”, bevestigt Tom de Roeck, medewerker bij de Groep Wetenschap & Technologie. “Het eerste jaar doorloop je alles in een continu leerproces. Vanaf het tweede jaar ben je volop ingewerkt en functioneer je optimaal. En elk jaar komt er wel weer wat bij. Dat maakt de job zo uitdagend.” “Ik overleg wekelijks met de drie verantwoordelijken, telkens op locatie bij een andere groep”, zegt Jan Raeymaekers. “Dan nemen ook de medewerkers van die groep aan het overleg deel. Zo blijft iedereen betrokken bij de evolutie. Want elk jaar komen er nog nieuwe opdrachten bij en evolueren er een aantal. Twee jaar geleden kwam er een nieuw examensysteem. We bereiden dat dan mee voor, testen de procedures eerst grondig uit en functioneren daarna als helpdesk.” “Nu brengt de invoering van de diplomaruimte een heleboel wijzigingen met zich mee. Steeds meer studenten zweven tussen verschillende jaren in. Dat noopt tot een aantal aanpassingen zoals aan het ISP en de examenverwerking.” Caroline Verboomen: “De diplomaruimte begint nu te lopen. De faculteiten laten hun oude gewoontes los. Het is bijvoorbeeld al een tijd geleden dat iemand me nog vroeg hoeveel studenten er nu in het tweede jaar zitten …”
doctoraten
Approach 25 november - Zita Oravecz Analyzing core affect changes with Godgeleerdheid the hierarchical Ornstein-Uhlenbeck process model 9 december - Bernard De Cock 7 december - Evelien Coppens Aangeraakt tot liefde. Proeve van een theologische antropologie over lichaam The role of the human amygdala in emotional learning and automatic en homoseksualiteit stimulus evaluation: Lesion studies 10 december - Saji Kanayankal Beyond Human Dominion. An Appraisal in patients with a unilateral anterior temporal lobe resection of the Ecological and Ethical Implica8 december - Maarten Demeyer tions of the Sabbath in Reconsidering Catching the Peripheral Glimpse. An the Theology of Creation 15 december - Amala James Minimole experimental study of integration and separation in transsaccadic vision Chacko 11 december - Ilse Smits The Eucharist: The Source and Centre Identity styles in adolescence: Measof the Consecrated Life. A Theological urement and associations with perStudy in Light of Vita Consecrata and ceived parenting, personal well-being, Ecclesia de Eucharistia and interpersonal functioning Hoger Instituut voor 14 december - Pieternella Allewijn Wijsbegeerte Gedeelde opvoeding op het kinderdagverblijf? Een onderzoek naar de 9 november - Matthias Lievens samenwerking en afstemming tussen Spectres of the Political: Uncovering ouders en pedagogisch medewerkers the Metapolitical in Carl Schmitt 15 december - Peter Iwunna Rechtsgeleerdheid The Impact of the Christian Missionary Education on the Educational Develop30 november - David Stevens Toezicht in de elektronische-communi- ment of Nigeria. A Case Study of the catiesector. Constitutionele en institu- Primary School Educational Activities tionele aspecten van de wijzigende rol of the Catholic Mission in Igboland (1925 - 1970) van de overheid 17 december - Lucia De Haene 4 december - Katleen Janssen Attachment security in refugee The EC legal framework for the availfamilies: an analysis of attachmentability of public sector spatial data: an examination of the criteria for applying and trauma-specific representational the directive on access to environmen- sequelae of forced displacement and their narrative assessment tal information, the PSI directive and the INSPIRE directive
Economie en Bedrijfswetenschappen 4 november - Wouter Dutillieux Audit research opportunities in European institutional settings
Sociale Wetenschappen 27 november - Ann Trappers Relations, Reputations, Regulations: An Anthropological Study of the Integration of Romanian Immigrants in Brussels, Lisbon and Stockholm 17 december - Ellen Quintelier Political participation in late adolescence. Political socialization patterns in the Belgian Political Panel Survey
Letteren 3 december - Jan Bleyen Doodgeboren. Een geschiedenis van betekenisgeving 11 december - Katrien Van Haute Jos Léonard en de ontstaansgeschiedenis van het grafisch ontwerp in België (1918-1936) 16 december - Alexander Meeus The History of the Diadochoi in Book XIX of Diodorus Siculus’ Bibliotheca Historica. A Historical and Historiographical Commentary 16 december - Maarten Quanten Muzikale tijd van reeks tot algoritme. Temporele strategieën in het werk van Karlheinz Stockhausen en Gottfried Michael Koenig(1952-1966) 16 december - Heidi Peeters De novellisatie in Vlaanderen (19552008): Een cultuurhistorisch onderzoek van een verloochend intermediaal fenomeen 17 december - Marijke Janssens Collecting historical examples for the prince. Justus Lipsius’ Monita et exempla politica (1605): critical edition, translation, commentary and introductory study
Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 6 november - Gert Jan Bekenkamp De wereld van het wonder. Over griezellust bij kinderen 9 november - Karolien Notebaert How Magnitudes are processed in the Brain: An Imaging and Behavioral
Wetenschappen
23 oktober - Thomas Wyder Split attractor flow trees and black hole entropy in type II string theory 30 oktober - Emmanuel Chané Solar wind and coronal mass ejections: propagation in the interplanetary space and interaction with the Jovian magnetosphere 6 november - Jan Breine Fish assemblages as ecological indicator in estuaries: the Zeeschelde (Belgium) 6 november - Nadège Vilasi Study of reservoir analogues in foreland fold and thrust belts: Sedimentology, diagenesis, deformation and fracturation of Cretaceous-Paleocene carbonate turbidite systems of the Ionian Basin (Southern Albania) 18 november - Bastiaan Notebaert The sensitivity of river systems to human actions and climatic events across different environments: a Holocene perspective 20 november - Bart Smets Characterization of Sch9-dependent signal transduction in Saccharomyces cerevisiae 26 november - Vinh Son Nguyen Computational study of materials for chemical hydrogen storage 27 november - Nikie Planckaert Nuclear Resonant Scattering of Synchrotron Radiation applied to magnetic systems under extreme conditions 7 december - Pieter Penninckx Vastepuntstheorie en coïncidentietheorie voor infra-nilvariëteiten 7 december - Lindsey Schroeven Structure-function relationships of fructosyltransferases in Triticum Aestivum L. and Lolium Perenne L. 10 december - Lieven Desmet Local linear estimation of irregular curves with applications 11 december - Stijn Vranckx Kinetic studies of O3-photolysis and subsequent atmospheric O(1D) reactions. Introducing new highly sensitive O(1D) detection methods 14 december - Sophie Saesen Towards asteroseismology of the young open stellar cluster Chi Persei (NGC 884)
24 februari 2010
Ingenieurswetenschappen 22 oktober - Bjorn Debecker Influence of Planar Heterogeneities on the Fracture Behaviour of Rock 23 oktober - Nelis Boucké Composition and Relations of Architectural Models supported by an Architectural Description Language 26 oktober - Roel Hendrickx The Adequate Measurement of the Workability of Masonry Mortar 28 oktober - Michaël Renaud Piezoelectric Energy Harvesters for Wireless Sensor Networks 30 oktober - Frank Snijkers Effects of Viscoelasticity on Particle Motions in Sheared Suspensions 30 oktober - Kasper Masschaele Gebruik van tweedimensionale suspensies voor fundamentele studies van de dynamica van colloïdale systemen en hun technologische toepassingen 30 oktober - Michael Timmers Cognitive Radio: Distributed Control of Software-Defined Radios using Flexible Spectrum Access 6 november - Kristof Sleurs Fractal Network Traffic Modeling: Bridging the Gap between Mathematical Models and Measurable Parameters 9 november - Mike Matton Distance Measures for Template Based Speech and Pattern Recognition 10 november - Cristina Purcar Railway and Landscape Interaction. A History of the First Transylvanian Railway (1868-2000) (Volume 1 & 2) 10 november - Marc Aoulaiche Bias-Temperature-Instability Effects in MOSFET’s with High K Dielectrics and Metal Gates 10 november - Oscar Mauricio Agudelo Mañozca The Application of Proper Orthogonal Decomposition to the Control of Tubular Reactors 17 november - Tom Sterken Micro-Electromechanical Energy Harvesters 20 november - Ben Lauwens Stochastic Hybrid Simulation with Applications to Wired and Wireless Queueing Networks 23 november - Quan Phan Memory Management for Logic Programming Languages 24 november - Lionel Trojman Charge Carrier Mobility for Advanced High-k/Metal Gate MOSFET in CMOS Technology: An Experimental Study 24 november - Shi Yu Kernel-Based Data Fusion for Machine Learning: Methods and Applications in Bioinformatics and Text Mining 25 november - Tobias Waumans On the Design of High-Speed Miniature Air Bearings: Dynamic Stability, Optimisation and Experimental Validation 27 november - Friedl De Groote Verbeterde analyse van de menselijke beweging door toepassen van Kalman smoothing, convexe optimalisatietechnieken en sensitiviteitsanalyse 30 november - Cindy Bastiaensen Stochastische simulatie in elektrische energietechniek 2 december - Jos Knockaert EMI in Variable Speed Drives: Study of the Parameters Influencing Conducted Emission 3 december - Paschalis Tsiaflakis Resource Management and Optimization in Multi-User DSL Systems 4 december - Jan De Caigny Contributions to the Modeling and Control of Linear Parameter-Varying Systems 10 december - Bert Lagaisse A Comprehensive Integration of AOSD and CBSD Concepts in Middleware 15 december - Thomas Delaet Improving Software and Data Manage-
Ad Valvas 19 ment in Contemporary IT Systems 15 december - Toon Lenaerts Unified Particle Simulation and Interactions in Computer Animation 15 december - Maarten Debucquoy Charge Trapping in Organic FieldEffect Transistors and Applications for Photodetectors and Memory Devices 15 december - Xavier Dutoit Reservoir Computing for Intelligent Mobile Systems
Bio-ingenieurswetenschappen 28 oktober - Metin Bulut Design of zeolite catalysts with concentration gradients 29 oktober - Pieter Heyse Development of an atmospheric pressure plasma for manufacture of bioactive films 3 november - Johan Evers Small things matter! On technoscientific mediation and human agency 3 november - Ben Somers Hyperspectral unmixing for plant production system monitoring 5 november - Pieter Verlooy Synthesis and characterization of ordered silicate materials formed in the presence of cyclic organic amines templates 3 december - Ayenew Melese Endalew Computational Fluid Dynamics (CFD) Modelling of Air and Particle Flow and Deposition on Canopy Structures 10 december - Andrew Chibeu Pseudomonas aeruginosa lytic bacteriophage oKMV receptor analysis
Geneeskunde 14 oktober - Tomasz Rudka The function of the mitochondrial rhomboid 20 oktober - Jurgen Vercauteren The Epidemiology of HIV-1 Drug Resistance 20 oktober - Björn Meijers p-cresol and cardiovascular disease: innocent bystander or silent killer 22 oktober - Kristel Van Calsteren Chemotherapy during Pregnancy: Pharmacokinetics and Impact on Foetal Neurological Development 27 oktober - Lieselot Van Deun Binaural and spatial hearing in children with bilateral cochlear implants 30 oktober - Myles Mc Laughlin Monaural and binaural temporal coding in the auditory brainstem 30 oktober - Johan van Bussel Maternal antenatal orientations and mental health in pregnant and postpartum women 4 november - Sadia Vancauwenbergh Activity regulation and function of protein Ser/Thr kinase Melk 13 november - Ellen Bellon Keeping the zinc fingers on the pulse of genetic networks: SIP1 and deltaEF1 16 november - Helene Piccard Development of novel tools to study neutrophil proteases and the dual roles of neutrophils in cancer 24 november - Wendy Vleugels Characterization of novel CDG-I defects. New insights in dolichol cycle regulation and ER quality control 26 november - Shu Hu Analysis of basic Helix-loop-Helix protein function in nervous system development 27 november - Pascal Sienaert Ultrabrief Electroconvulsive Therapy: From Efficacy and Tolerability to Patient Satisfaction 27 november - Lieve Temmerman Insulin-like Growth Factor-1 Isoforms in the Central Nervous System 30 november - Giovanni Matricali Tibio Talar Autologous Chondrocyte Implantation: Fundamental aspects on a biopsy site in the ankle 30 november - Filip Callewaert Sex steroid signaling in male mice:
Relevance for skeletal sexual dimorphism, optimal bone mass acquisition and mechanical sensitivity of the skeleton 11 december - Ilse Degreef Therapieresistente ziekte van Dupuytren: nieuwe perspectieven in adjuvante therapie 14 december - Federica Zanca Validation of a new strategy to optimize the perception of microcalcifications in digital breast imaging systems
Farmaceutische Wetenschappen 29 oktober - Tong Li Molecular dynamics and computeraided drug design for three enzymes: Type I signal peptidase, AminoacyltRNA synthetase and HCV NS5B polymerase 4 december - Zhiwei Ye Interactions of HIV Protease Inhibitors with Hepatic Drug Transporters 9 december - Franciska Desplenter Exploring the impact of medication information for psychiatric patients at hospital discharge
Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 19 november - Barbara Vincent Role of the alpha-actinin-3 R577X polymorphism in metabolic and contractile properties of skeletal muscle
benoemd of onderscheiden De professoren Patrick Matthys, Paul Proost en Dominique Schols, verbonden aan het Departement Microbiologie en Immunologie, hebben de Stichting Antoine Faes-prijs voor fundamenteel en toegepast immunologisch onderzoek in verband met de humane geneeskunde gekregen voor hun onderzoek ‘Cytokines and chemokines in inflammation, infection and auto-immune diseases’. Professor Patrick Pasture, hoofd van de Onderzoekseenheid Moderniteit en Samenleving 1800-2000 en vice-directeur van het Centre for European Studies, werd door de VLIR aangesteld tot Peter Paul Rubens Chair in the History and Culture of the Low Countries 2010 aan de University of California, Berkeley. Hij zal er van augustus tot december 2010 een college verzorgen en onderzoek verrichten naar de invloed van religie op de samenleving in Europa en NoordAmerika na 1648. Professor Michel Probst, verbonden aan het Departement Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie, werd verkozen tot voorzitter van de International Council of Physiotherapy in Mental Health and Psychiatry. Professor Hendrik Van Brussel, verbonden aan het Departement Werktuigkunde, mocht de GeorgSchlesinger-Preis 2009 in ontvangst nemen. Deze prijs, uitgereikt sedert 1979, is genoemd naar Professor Georg Schlesinger (1874-1949), hoogleraar aan de T.U. Berlijn-Charlottenburg en de grondlegger van het wetenschappelijk onderzoek in de productietechniek en de bedrijfskunde. Met de prijs wordt uitmuntend onderzoek in het gebied van de productietechniek onderscheiden dat ook een maatschappelijke of humanitaire relevantie heeft.
RECHTgezet Is 666 het Getal van het Beest? Reiner Van Hove Toen we aan de kassa van de supermarkt onlangs een rekening van 66,6 euro gepresenteerd kregen, legden we snel nog een pakje kauwgom op de lopende band. Jazeker, hexakosioihexekontahexafobie – angst voor 666, het bijbelse Getal van het Beest – overvalt ons op de meest onverwachte momenten. In het telefoonnummer van bijbelwetenschapper professor Hans Ausloos is gelukkig geen 6 te bespeuren, dus bellen we hem met een gerust hart op voor wat uitleg over de bron van onze fobie. “Het getal staat vermeld in hoofdstuk 13, vers 18 van het boek Openbaring”, vertelt hij. “Dat bouwt voort op het genre van de apocalyptische literatuur: teksten die in een cryptische taal vol symbolen over de strijd tussen goed en kwaad vertellen. Het kwade krijgt in Openbaring onder andere de gedaante van een ‘beest uit de aarde’, dat de hele wereld tot de dienst aan satan wil verleiden. 666 is het getal van dat beest.” “Het boek is waarschijnlijk geschreven in de eerste eeuw na Christus. De herinnering aan de christenvervolging onder keizer Nero was toen nog heel levendig. Daarom gaan veel bijbelwetenschappers ervan uit dat het getal naar hem verwijst. Als je de Griekse titel ‘Kaisar Neron’ omzet in Hebreeuwse tekens en de getalwaardes van die tekens optelt, kom je namelijk uit op 666. Voor ons klinkt dat vergezocht, maar de christenen moesten toen wel dergelijke codes gebruiken om
vervolging te vermijden.” Alleen blijkt niet helemaal vast te staan dat 666 het originele Getal van het Beest was. Ausloos: “We kennen verschillende handschriften van het boek Openbaring, en sommige daarvan vermelden het getal 616. Als je de n in ‘Kaisar Neron’ weglaat, is de som van de getalwaardes 616 – dat zou de verklaring kunnen zijn. Andere theorieën beweren dat 616 voor ‘Kaisar Theos’ – de goddelijke keizer – zou staan of dat het getal naar Caligula zou verwijzen. Dat lijkt me twijfelachtig: Caligula mag dan wel berucht zijn, maar vergeleken met Nero heeft hij een beperkte rol gespeeld in de christenvervolging.” Welk getal in de originele tekst stond, zullen we nooit met zekerheid weten. Ausloos: “Toch lijkt 666 me het meest aannemelijk. In de Sibyllijnse Orakels, een andere bron uit die tijd, duidt het getal 888 Jezus aan. Het getal 7 staat in die symboliek voor volmaaktheid, 8 voor het ‘supervolmaakte’ en 6 voor het onvolmaakte. Het zou dus logisch zijn om drie keer 6 te gebruiken als symbool voor het kwaad.” Het Getal van het Beest blijft trouwens aanleiding geven tot nieuwe theorieën en vormen van bijgeloof. Ausloos: “Ik herinner me voorspellingen dat er op 6 juni 2006 – 6/6/6 – van alles kwalijks zou gaan gebeuren. En je hebt natuurlijk ook mensen die angstvallig een nummerplaat met 666 of buslijn 666 proberen te vermijden. Zelf heb ik geen problemen met het getal, net zomin als met een zwarte kat (lacht).”
[conclusie] Vermijd veiligheidshalve ook buslijn 616.
20 Buitenkant
campuskrant
(© Rob Stevens)
Een dicht tapijt
Met 24.000 bezoekers voor meer dan 150 activiteiten was de editie 2010 van Kulturama een succes. Cultuurcoördinatie K.U.Leuven droeg zoals gewoonlijk een steentje bij, via een samenwerking met Artefact, het prikkelende festival voor mediakunst in Kunstencentrum STUK. In de Centrale Bibliotheek – omgedoopt tot ‘SacredLibrary’ – was er dan weer plaats voor poëzie. Jos Stroobants, stafmedewerker evenementen en PR, declameerde verzen die hij schreef bij de installatie ‘Gedicht Tocht’ van Lieve Matthijs.
“Rampengeneeskunde is iets aparts” Laatstejaarsstudent geneeskunde Lucas Steverlynck reisde vorige maand met het B-Fast-team naar Haïti om er de eerste grote nood te helpen lenigen. Rob Stevens “Ik ben al twee jaar bij B-Fast (de Belgische snelle interventiestructuur voor eerste hulp in rampgebieden – red.), als enige student geneeskunde. Op dit moment heb ik meer tijd om zulke dingen te doen dan over pakweg tien jaar, als ik moet meedraaien in een ploeg met minder omwisselbare werkschema’s. Daarnaast ben ik ook gewoon geboeid door urgentiegeneeskunde. Ik begin volgend jaar ook aan mijn specialisatie in die richting.” “Een ander interessepunt van me is ontwikkelingshulp. Vier jaar geleden reisde ik al alleen naar Burkina Faso om daar in een ziekenhuis te werken, eigenlijk meer om bij te leren dan om bij te dragen. Door die combinatie van urgentiegeneeskunde en ontwikkelingshulp ben ik bij B-Fast terechtgekomen. Mensen in crisismomenten op een efficiënte manier helpen is natuurlijk altijd een beetje een zoektocht, maar dit soort hulpverlening spreekt me toch het meest aan. Om diezelfde reden ben ik trouwens ook bij de vrijwillige brandweer gegaan.”
“De ochtend na de ramp in Haïti kreeg ik een sms met de vraag of ik beschikbaar was. Later die dag kwam er dan het bericht dat ik effectief mee mocht. Toen was het kwestie van zo snel mogelijk naar Kortrijk te treinen, binnen het half uur mijn tas te maken en me naar de legerbasis in Peutie te haasten. Veel tijd om na te denken was er dus niet.” “Bij aankomst in Haïti werd het vliegtuig uitgeladen en gingen we op zoek naar een plaats om het tentenkamp op te zetten. Dat moest een beetje een veilig oord zijn, want er was een zwaar voedsel- en watertekort – ook wij stonden op waterrantsoen – en er was al sprake van plunderende bendes. De eerste vier dagen sliepen we ook telkens op de luchthaven, tot de special forces van het Belgisch leger arriveerden en we permanent in het kamp konden blijven.” “Rampengeneeskunde is een compleet andere manier van werken dan je gewoon bent: je bent zeer beperkt die eerste dagen. De behandeling van een bekkenbreuk was bijvoorbeeld: een handdoek rond het bekken sjorren en pijnstillers en veel vocht toedienen.
Zorgen dus dat het bekken stabiel blijft en er niet teveel bloedverlies is. Daarna stuur je de patiënt naar huis om te rusten – voor zover hij nog een huis heeft – en hoop je dat alles weer min of meer aan elkaar groeit. Meer konden wij op dat moment niet doen. Complexe orthopedische operaties waren niet mogelijk – er was ook geen radiologie, geen mogelijkheid tot bloedanalyse, enzovoort.” “Dat is één aspect van rampengeneeskunde. Uiteraard kun je in een hoop andere gevallen wel levensreddend optreden: in een basic operatiekwartier werden amputaties uitgevoerd en diepe wonden gezuiverd en ontsmet. Zonder die hulp zouden die mensen per definitie sterven. De noodhulp is dus wel degelijk zeer waardevol.” “Wat ik heel graag wil benadrukken: het werk zit er niet op nu de B-Fast-teams terug in België zijn. Het blijft nog een hele tijd nodig om, zowel logistiek als op het vlak van medische nazorg, Haïti niet in de steek te laten.” Wie een financiële bijdrage wil leveren voor Haïti, vindt alle informatie op http://dagkrant. kuleuven.be/?q=node/7405
Geneeskundestudent Lucas Steverlynck
(© Rob Stevens)