Naar een hogere versnelling
Jaarplan 2015 Inclusief terugblik 2014 en vooruitblik 2016 en verder Strategische Board Stedendriehoek 9 februari 2015 (vastgesteld)
De Board
De Strategische Board Stedendriehoek (verder te noemen “de Board”) is een slank en wendbaar samenwerkingsverband van ondernemers, onderwijs-‐ en onderzoeksinstellingen en overheden in onze regio. Een voorspoedige sociaaleconomische ontwikkeling van de regio Stedendriehoek staat voor de Board centraal. Gebaseerd op de regionale economische visie (2008) vertalen we dit in de volgende drie doelstellingen: -‐ vergroten van het concurrentie vermogen van het bedrijfsleven door het bevorderen van innovatie; -‐ realiseren van een vraaggerichte arbeidsmarkt en een duurzaam inzetbare beroepsbevolking; -‐ versterken van het vestigingsklimaat voor ondernemers en het aantrekken van benodigd talent voor onze regio. In 2013 is besloten ook de regionale ambitie tot het realiseren van energieneutraliteit bij de board te beleggen. Energietransitie en innovatie gaan hand in hand in ons jaarplan. Initiatief vanuit de samenleving staat voorop. De Board effent waar mogelijk en nodig het pad naar resultaat. Bovendien faciliteren we de praktische verbinding tussen actieve partijen. Soms door middel van tafels, soms in andere bestaande of zich ontwikkelende verbanden. Daar gaan we pragmatisch mee om. Structuren zijn een middel, de doelen staan centraal. Wij staan open voor verbinding!
De Cleantech Regio
Eind 2013 is het begrip Cleantech verkozen als leidend en verbindend element voor onze regio in brede zin. Cleantech is het verbeteren van een prestatie, product of dienstverlening terwijl kosten, input, verbruik van grondstoffen of energie, afval en milieubelasting verminderen. De profilering als Cleantech Regio wordt gedragen door bewoners, bedrijven, instellingen en overheden. Het sluit aan bij onze werkelijkheid, karakter en (Hanze) cultuur. Maar ook bij actuele opgaven en de urgentie van vraagstukken rond energievoorziening en schaarste van grondstoffen. Het heeft economisch perspectief met een hoge groeipotentie en het sluit aan bij de insteek van provincies, rijk en Europa om maatschappelijke opgaven te kiezen als vertrekpunt voor innovatie en valorisatie.
In 2014 is de Cleantech Regio krachtig van start gegaan met het congres Cleantech Tomorrow. Inmiddels zijn er tal van initiatieven en trajecten in relatie tot de Cleantech Regio. Op 3 februari 2015 presenteert de Board de Cleantech Agenda, een ondernemersgedreven innovatie & transitie agenda met grensverleggende, betekenisvolle business cases, projecten en activiteiten. In dit jaarplan zijn diverse flankerende en faciliterende acties opgenomen die het realiseren van deze agenda vergezellen. Enkele van deze projecten zijn ook als vliegwielproject opgenomen in de concept-‐ Omgevingsagenda voor de Stedendriehoek/Cleantech Regio die is opgesteld samen met de WGR-‐regio Stedendriehoek en de provincie Gelderland.
2
Het jaarplan
De Board publiceert elk jaar een concept jaarplan waarin de inzet en prioriteiten voor het komende jaar worden beschreven. Na consultatie van onze partners (ondernemers, onderwijs-‐ en onderzoeksinstellingen en overheden) stelt de Board het jaarplan vast als coproduct van alle samenwerkingspartners. Ten opzichte van het vorige jaarplan is de strakke indeling in innovatie, energietransitie, arbeidsmarkt en vestigingsklimaat enigszins los gelaten. Het jaarplan leest nu meer als een matrix, waarin deze vier generieke doelen worden afgezet tegen sectorgewijze clusters, met name bezien vanuit het gekozen leidende profiel cleantech. Vertrouwde aandachtsgebieden als maakindustrie en energie maken hier deel van uit. Naast cleantech zijn ook enkele ontwikkelingen in de sectoren zorg en ICT/creatieve economie opgenomen, vanouds twee andere belangwekkende economische zwaartepunten in onze regio. In dit jaarplan 2015 geven we u een doorkijk naar onze ambities voor 2016 tot 2020. Zowel inhoudelijk als qua werkorganisatie en inzet van mensen en middelen. De Board wil in 2015 komen tot meerjarige afspraken met onze partners, zodat onze ambities goed zijn afgestemd op de beschikbare mensen en middelen. Het concept-‐jaarplan wordt uitgebracht eind 2014. Onze partners worden uitgenodigd hun opvattingen over het jaarplan en de begroting 2015 uiterlijk 1 februari 2015 aan de Board bekend te maken. Ten aanzien van de uitgangspunten voor de periode 2016 e.v. worden partners uitgenodigd uiterlijk 1 juli 2015 hun opvattingen kenbaar te maken.
Terugblik 2014 In het voorjaar van 2015 legt de Board inhoudelijk en financieel verantwoording af door middel van een jaarverslag en jaarrekening met accountantsverklaring. Hier volgt een korte terugblik op 2014.
Innovatie
Eind 2013 zijn de stichting Stedendriehoek Onderneemt en de stichting Innovatienetwerk Stedendriehoek samen verder gegaan onder de naam Stedendriehoek Innoveert (verder te noemen “SI”). Onder deze vlag zijn hun activiteiten gebundeld. Zij richten zich op: -‐ makelen en schakelen; (incidentele) netwerken bouwen tussen ondernemers, kennisinstellingen en overheden (RCT-‐functie, gesubsidieerd via de provincie Gelderland); -‐ clustervorming en businesscases; (structurele) samenwerking van bedrijven en kennisinstellingen voor productontwikkeling, leidend tot concrete projecten en betekenisvolle investeringen; -‐ loketfunctie; schakelpunt voor incidentele hulpvragen; -‐ bijdragen aan de regioprofilering als Cleantech Regio. In de periode tot 1 oktober 2014 zijn door SI 140 bedrijven bezocht, 21 innovatievouchers verleend, 29 starters en kleine bedrijven ondersteund en in totaal 1,4 miljoen aan investeringen (gemengd publiek/privaat) gegenereerd bij in totaal 26 projecten/businesscases. SI verantwoord zijn resultaten in een eigen jaarverslag/rapportage. In 2014 zijn op diverse locaties innovatieve netwerken en hot spots rond het thema cleantech ontstaan, waar bedrijven, kennisinstellingen en overheden in participeren, zoals bijvoorbeeld: -‐ Technicampus; naast opleidingen in bouw, installatietechniek, metaal en infra werken zij aan praktische innovatievragen uit het bedrijfsleven; -‐Cleantech Center; waar ondernemers gebruik maken van de kennis en knowhow van talent in het onderwijs door middel van challenges en het begeleiden van cleantech-‐start-‐ups;
3
-‐ Zwitsalterrein/Energiefabriek Apeldoorn; een concept gebaseerd op de nieuwe circulaire economie. Eind 2014 heeft de Board groen licht gegeven voor het opstellen van de Cleantech Agenda. Rond de verschillende cleantech thema’s worden clusters van bedrijven gevormd en innovatieve businesscases verzameld en uitgewerkt.
Arbeidsmarkt
De laagste werkloosheid van Nederland, vacatures snel en kwalitatief vervullen, iedereen een startkwalificatie en ook mensen met afstand tot de arbeidsmarkt actief. Dit zijn de beoogde resultaten van onze inspanning op de arbeidsmarkt. Het in 2013 in onze regio gesloten Akkoord van Beekbergen heeft vleugels gekregen met de toekenning van 7 miljoen Euro subsidie van het ministerie van SZW voor ons sectorplan. Het eerste regionale sectorplan van Nederland. Vanuit het bedrijfsleven worden deze middelen aangevuld tot maar liefst 30 miljoen voor het realiseren van vele leerwerkbanen, werkervaringsplekken, transfervouchers en scholingsvouchers. We werken in dit verband nauw samen met de regio Noord-‐Veluwe en de in beide regio’s aanwezige partners op het snijvlak van werk en scholing. In de relatief korte periode tot 1 oktober 2014 (datum beschikking SZW was 15 april 2014) zijn reeds 151 jongeren geplaatst op een leerwerkplek, 31 startersbeurzen verleend en 10 mobiliteitsvouchers verstrekt.
Zowel de Technicampus (Deventer) als Cleantech Center (Zutphen) zijn na een aanloopperiode in 2014 formeel van start gegaan. De voorbereidingen voor het beoogde derde Topconsortium voor Kennis en Innovatie (TKI) in onze regio, het Center of Excellence for Media Technology (Apeldoorn) zijn in 2014 gestart. 2014 was ook het jaar dat het Techniekpact Stedendriehoek in uitvoering is gekomen. De eerste in Gelderland. Met financiële bijdragen van werkgevers, scholen en provincies kunnen we de instroom in de techniek tot 1e helft 2017 onder jongeren bevorderen. Daarna zullen bedrijven, scholen en gemeenten in de regio het Techniekpact zelf moeten financieren. Met voor onze regio belangrijke branches als de zorg, IT en dienstverlening wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een branchegerichte aanpak. De ontwikkeling begint concrete vormen aan te nemen, welke binnenkort kunnen word vastgelegd in bindende afspraken en mogelijk een nieuw “akkoord”. Samen met werkgeversnetwerken wordt gewerkt aan het realiseren van een transitienetwerk om mensen van werk naar werk te begeleiden. Een win-‐win situatie waarbij we de flexibiliteit voor werkgevers en duurzame inzetbaarheid van werknemers met elkaar combineren.
Vestigingsklimaat
Onder de titel Stedendriehoek Onderscheidt is eind 2013/begin 2014 een tafel gestart waarin bedrijven, instellingen en overheden met elkaar werken aan het herkenbaar neerzetten van onze regio (“branding”) en het verbeteren van het ondernemingsklimaat. Door verschillende omstandigheden is de tafel nog niet goed van de grond gekomen. Zij krijgt een herstart. Desondanks zijn er resultaten te melden, met name op het vlak van regiobranding. Met het congres Cleantech Tomorrow heeft de regio op 3 en 4 februari 2014 een heldere klaroenstoot laten klinken: wij zijn Cleantech Regio Stedendriehoek! Meer dan 800 verschillende bezoekers over 2 dagen, waarvan bijna de helft van buiten de regio. Het congres werd omlijst door een reeks artikelen in de Stentor waarin verschillende cleantech-‐ georiënteerde bedrijven werden gepresenteerd. Op diverse podia en
4
nieuwsmedia is sindsdien het verhaal van de Cleantech Regio gedaan. Van de Open Days in Brussel (hier presenteren regio’s zich aan elkaar en wordt verbinding gezocht tussen de EU-‐agenda en de regionale agenda’s) tot bedrijvenkringen in alle gemeenten. Van een pagina in het Financieel Dagblad tot items over de Cleantech expeditie van drie studenten naar de Zuidpool op regionale en nationale TV. Dit heeft geresulteerd in een aanzienlijk draagvlak binnen en buiten de regio voor het concept Cleantech Regio. In het proces rond de Omgevingsagenda voor de Stedendriehoek zoals geëntameerd vanuit de provincie Gelderland, zijn de Cleantech Regio en de Cleantech Agenda gekozen tot dragers van deze agenda.
Energie
Energieneutraliteit in 2030. Dat is ons lange termijn doel. In 2014 is gewerkt aan: -‐ de ontwikkeling van de routekaart nieuwe energie; -‐ het samenwerkingsverband SOEN (Stedendriehoek Onderneemt Energie Neutraal). De routekaart nieuwe energie is in het voorjaar van 2014 opgeleverd. Het concept energietransitie is door de regio aangemeld als mogelijk onderwerp voor de EO Wijers prijsvraag, een prestigieuze ontwerpwedstrijd voor stedenbouwkundigen, planologen en andere ontwerpers die slechts één maal in de vier jaar wordt gehouden. Onze regio is uitverkozen tot onderwerp van deze prijsvraag. Daarmee mobiliseren we veel denkkracht en creativiteit om deze opgave te kunnen verrichten. Het samenwerkingsverband SOEN heeft in 2014 enkele tientallen projecten begeleid en bijgedragen aan de realisatie van de opgave. Voor zover van toepassing zullen de SOEN-‐projecten in 2015 worden ingebed in de Cleantech Agenda. De voorzichtig opgestarte tafel energie is nog niet echt goed uit de startblokken gekomen. Begin 2015 volgt een herstart.
Tenslotte
De Stedendriehoek Index is als monitor en naslagwerk voor onze regio verder door ontwikkeld. Wist u dat de regio Stedendriehoek de enige regio buiten de Randstad is met een positief migratiesaldo ten opzichte van de Randstad? Of dat in onze regio het grootste aantal zonnepanelen is geïnstalleerd? Een bezoek aan www.stedendriehoekindex.nl is de moeite meer dan waard. Met de provincie Gelderland en de 7 Gelderse regio’s wordt onderzocht of we kunnen komen tot één gezamenlijke “barometer”. Overige projecten zijn nog onder handen of niet gestart.
In een evaluatiesessie heeft de Board eind 2014 terug gekeken op de eerste twee jaar van haar bestaan. Er zijn drie conclusies getrokken: -‐ we moeten blijven werken aan de stip op de horizon (strategie/lange termijn); -‐ de plannen mogen stoutmoedig(er) zijn, dat verlegt de grenzen; -‐ de werkorganisatie moet steviger/robuuster. De eerder voorgenomen herijking van het regionaal economisch beleid in 2014 zal nu plaats vinden in het kader van de behandeling van het jaarplan 2015, in het licht van de ambities voor 2016 en verder.
5
Jaarplan 2015
Maakindustrie
Het jaarplan 2015 heeft een andere opzet dan in 2014. Ons perspectief is nu de indeling van de Cleantech Agenda. Vanuit die invalshoek brengen we matrixgewijs de kansen voor het realiseren van innovatie, energieneutraliteit, een duurzame arbeidsmarkt en een uitnodigend vestigingsklimaat in kaart. Naast de cleantech clusters, worden ook de sectoren zorg en ICT/creatieve industrie in deze matrix betrokken. Daarna volgen enkele paragrafen met generieke instrumenten en projecten. In bijlage B is een eerste impressie opgenomen van de Cleantech Agenda-‐in-‐ wording. Specifieke activiteiten en projecten komen aan bod in: -‐ maakindustrie -‐ materialen/duurzaam bouwen -‐ milieudiensten -‐ water -‐ energie -‐ transport/mobiliteit -‐ agro-‐food -‐ recycling/grondstoffen -‐ zorg -‐ ICT/creatieve industrie Enkele generieke projecten en aspecten komen vervolgens aan bod in de paragrafen: -‐ Innovatie en energietransitie -‐ Arbeidsmarkt -‐ Vestigingsklimaat De Cleantech Agenda wordt gepresenteerd op 3 februari tijdens de 2e editie van Cleantech Tomorrow. De hierna volgende opsomming is nog verre van compleet en zal voortdurend door ontwikkelen. Tenslotte volg een doorkijk van 2015 naar 2016 en verder en een vertaling naar organisatie en financiën
De vraag naar technisch personeel in deze sector zal de komende jaren toenemen. Via de Technicampus en het Techniekpact voorzien we in (een deel van) deze behoefte. We verdiepen de samenwerking met het O-‐NL initiatief Tech-‐your-‐future (Saxion-‐UT-‐Windesheim). Via het sectorplan dragen we leerlingen aan voor BBL-‐trajecten en scholen we oudere medewerkers om. De maakindustrie kan een belangrijk aandeel hebben in onze opgave voor energieneutraliteit. Door het gebruik van restwarmte uit industriële processen en het inzetten van reststromen kan in een fors percentage van onze energiebehoefte worden voorzien. Een tweetal grootschalige voorbeeldprojecten wordt nu ontwikkeld in Deventer en Zutphen. Dat verdient navolging op tal van andere locaties.
Hier liggen volop kansen voor het verbeteren van bedrijfsprocessen en het omarmen van smart industry. Operationele resultaten en dus concurrentiekracht verbeteren daardoor significant. Bedrijven als Coldenhove, DS Smith, Mayr Melnhof, MFE Group, VECO (Eerbeek), VMI (Epe), Ardagh, Auping, Nefit Industrial, Smurfit Kappa Zedek (Deventer), WILA, Safan (Lochem), VDL (Apeldoorn) zijn voorbeelden van bedrijven die al actief zijn op dit front. Samen met Stedendriehoek Innoveert werken we in 2015 aan businesscases en de realisatie van dit cluster. Een aantal van deze cases opteert voor een bijdrage vanuit provinciale, landelijke of EU-‐fondsen.
6
Materialen/duurzaam bouwen
Het grootschalig innoveren in de bouw is een belangrijke opgave voor veel bouw-‐gerelateerde bedrijven in onze regio. Bedrijven als Heijmans en Draisma (Apeldoorn), Van Norel Bouwgroep (Epe), Intermontage (Terwolde), Van Wijnen, Haafkes Veldwachter, De Combi (Deventer), Krepel (Twello) zijn voorbeelden van bedrijven die al actief zijn op dit thema. Stedendriehoek Innoveert ondersteunt de totstandkoming van dit cluster. Ook hier liggen mogelijkheden voor financiële participatie door provincies, rijk of EU. Een goede verbinding naar Twentse en Delftse kenniscentra op dit vlak zijn noodzakelijk. Het grootschalig opwaarderen van het energielabel van bestaande woningen lijkt een opgelegde kans voor het genereren van veel werkgelegenheid. We zien daar nog te weinig van terecht komen. De Board wil daarin initiatieven aanwakkeren, bijvoorbeeld het verkrijgen van een E-‐label in de sociale woningbouw. Projecten als ‘blok-‐voor-‐blok’ in Deventer, energieneutraal Kerschoten in Apeldoorn en het renovatieproject in Warnsveld zijn goede voorbeelden die grootschalig navolging verdienen. Technicampus kan een rol spelen in het opleiden van de benodigde vakkrachten. Als het bovenstaande kan worden gecombineerd en we kunnen het regionale bedrijfsleven hun businesscases laten renderen door onze eigen woningen te laten opwaarderen, dan snijdt het mes aan vier kanten: meer concurrentiekracht voor onze bedrijven, meer mensen aan het werk, behaaglijke huizen zonder torenhoge gasrekeningen en energieneutraliteit op de koop toe!
Milieudiensten
In onze regio zijn kennisintensieve bedrijven rond milieu en geodiensten bovengemiddeld vertegenwoordigd. Zij blazen nationaal en internationaal een flinke partij mee. Bedrijven als Witteveen & Bos, Tauw, Dijkoraad, Goudappel Coffeng, JVZ (Deventer) Bartels en Arcadis (Apeldoorn) zijn toonaangevende bedrijven in deze markt. Stedendriehoek Innoveert ondersteunt dit cluster. Naast een relatie met de kennisinstellingen binnen onze regio zoeken we verbinding met de 3 Technische Universiteiten en de Universiteit van Wageningen.
Kennisintensieve bedrijven als deze kampen vrijwel permanent met een tekort aan hoog opgeleide medewerkers. Voor het merendeel kunnen wij als regio niet zelf voorzien in hun personeelsvraag. Kenniswerkers zijn gelukkig redelijk mobiel qua reizen en verhuizen en het speelveld van deze bedrijven blijft niet beperkt tot onze regio of zelfs Nederland. En onze regio is niet voor niets in trek bij Randstedelingen die een alternatieve woonlocatie zoeken op de Oostflank. Onderzoek wijst uit dat de Stedendriehoek de enige regio is buiten de randstad met een positief migratiesaldo ten opzichte van de randstad. Het Akkoord van Beekbergen voorziet in een traject waarbij we de Cleantech Regio nog nadrukkelijker als een aantrekkelijke vestigingsplaats voor jonge, getalenteerde, hoogopgeleide kenniswerkers positioneren. Dit zal in 2015 ook daadwerkelijk aanvangen met het vormen van Matchpoint, een linking pin tussen bedrijven en instellingen en voor hoger opgeleide stagiaires, afstudeerders, trainees en starters op de arbeidsmarkt.
7
Water
De berichten over een inmiddels haast onomkeerbare klimaatverandering buitelen over elkaar heen. Zeespiegelstijging, verhoogde waterstanden in de rivieren, ongekende hoeveelheden neerslag in korte tijd, op andere momenten perioden van droogte en verdroging. Het zijn majeure opgaven voor de komende decennia. Een groep bedrijven en instellingen waaronder Tauw, Waterschap Groot Salland, (Deventer), Industriewater Eerbeek (Eerbeek), Waterschap Vallei en Veluwe (Apeldoorn) zetten de schouders onder de ontwikkeling van een aantal vernieuwende businesscases. Het veilig stellen van de ongereptheid van de Zuidpool en het spookbeeld van het smelten van de poolkappen bracht Robert Swan en zijn 2041-‐ Foundation er toe om het concept van de E-‐base (Education-‐base) te ontwikkelen. Op elk continent heeft hij er één of soms meerdere gesticht. Een E-‐base is energieneutraal, recyclebaar en belast het milieu niet. Een E-‐ base registreert de veranderingen qua weer, klimaat, waterstanden en dergelijke. Het is een plek waar jongeren samenkomen en waar zij kennis nemen van de snelle veranderingen om ons heen. De eerste E-‐base van Europa zal haar thuisbasis hebben in de IJssel in de Stedendriehoek. De E-‐base draagt bij aan de bewustwording bij jongeren om te kiezen voor een toekomst in de schone technologie. Maar het is ook een promotiemiddel bij uitstek voor de Cleantech Regio dat op diverse plekken in de IJssel, maar ook buiten onze regio kan verschijnen.
Energie
Energie en cleantech zijn geen synoniem, maar zonder schone en hernieuwbare energie geen cleantech. De paden van de routekaart energietransitie lopen dwars door de thema’s als maakindustrie, duurzaam bouwen, agrofood, mobiliteit en nog anderen. In dit onderdeel van het jaarplan gaat het om de primaire energievoorziening in engere zin. Voor bedrijven als Cofely (Arnhem, Deventer), Bredenoord, Remeha, KIWA, Reewoud, (Apeldoorn), CCS, Nefit (Deventer), Tempress (Epe), Attero (Voorst), installateurs en energiefabrieken rondom water (Apeldoorn) en biomassa (Zutphen) is dit core business. Zij vormen een cluster waarin businesscases worden uitgewerkt en straks ook uitgevoerd. De verbinding naar bewoners verenigd in collectieven en energie coöperaties is de volgende stap. SOEN wordt per januari 2015 beëindigd en gaat op in een bredere tafel energietransitie.
Naast bewonersinitiatieven en het grootbedrijf zoeken we ook aansluiting bij het MKB. Per stuk misschien geen grootverbruikers maar samen hebben zij een groot aandeel. Het Europese project MKB-‐Energy Checkup komt uit onze regio en zorgt voor energiebesparing in het MKB. Dat de Stedendriehoek het speelveld is voor de deelnemers aan de EO Wijersprijsvraag is een bonus, ook qua exposure. Honderden creatieve en inventieve geesten gaan zich buigen over de vraag hoe de opgave van energieneutraliteit het best is in te passen in onze regio.
8
Transport/mobiliteit
In deze sector gaat omstreeks 1/3 om van alle energieconsumptie. Het is dus een majeure opgave om mobiliteitspatronen te veranderen en andere modaliteiten aan te bieden. Naast stimulerende maatregelen vanuit de overheid zullen er ook vanuit de markt vernieuwende (disruptieve) concepten aangeboden moeten gaan worden. In onze regio zijn een aantal bedrijven en initiatieven zoals E-‐traction, Chargepoint (Apeldoorn), Luchthaven Teuge (Teuge), Slim Net/Lochem Energie (Lochem) en Stadsdistributie (Deventer/Zutphen) actief. Het streven is hen te verenigen in een cluster en te verbinden aan kennis en financieringsbronnen om hun initiatieven te kunnen opschalen. Wanneer zullen de eerste door waterstof aangedreven bussen in onze regio gaan rijden? Valide businesscases zijn de toetssteen. Naast de “energiewinst” voortvloeiend uit deze projecten zijn er ook arbeidsplaatsen te genereren, bijvoorbeeld via vernieuwende vormen van stadsdistributie.
Agro-‐food
Onze regio kent een aanzienlijk potentieel aan bedrijven in de agro-‐food sector. Bedrijven als Reesink, Agrifirm (Apeldoorn), FOR Farmers, Den Hollander Food, Friesland Campina (Lochem), Agrozone (Loenen), Schooneveld Breeding, Ruitenberg (Twello), Agrovision, Gezondheidsdienst voor Dieren, Stegeman (Deventer), Qlip (Zutphen) en anderen zijn actief op dit thema. Qua ondersteuning kunnen ze rekenen op deskundigheid van het bureau Food Valley waarmee samenwerkingsafspraken zijn gemaakt via Stedendriehoek Innoveert. In de routekaart energietransitie is een aanzienlijke rol weggelegd voor de agrarische sector. Door deelname aan het initiatief BIC-‐ON (Bioeconomy Innovation Cluster Oost NL) kunnen we rekenen op deskundigheid vanuit het kiEMT netwerk. Hier liggen ook relaties met de verwerking van reststromen van bijvoorbeeld de papierindustrie en voedingsindustrie. Grootschalige opwekking van duurzame energie (biomassa, zon, wind) zal voor een groot deel ingepast moeten worden in het fraaie landschap van de Stedendriehoek dat in vele eeuwen onder nijvere handen is ontstaan. Met de inzendingen op de EO Wijersprijsvraag als inspiratie gaan we op zoek naar een verantwoorde inpassing van die nieuwe functies. Economie en ecologie gaan hand in hand in de Cleantech Regio.
9
Recycling/grondstoffen
Het besef dat er van vitale grondstoffen slechts een eindige voorraad beschikbaar is. En het gegeven dat die in veel gevallen ook nog worden gemonopoliseerd door regimes die we zelf niet zouden verkiezen, maakt het zorgvuldig omgaan met grondstoffen een strategisch vraagstuk voor bedrijven en de samenleving als geheel. In een circulaire economie worden grond-‐ en hulpstoffen teruggewonnen. Onder andere door het opwerken van afval tot herbruikbare grondstoffen. In onze regio zijn bedrijven als Circulus (S3H-‐breed), Dusseldorp (Deventer), Van Gerrevink, Tomra (Apeldoorn), GMB (Zutphen), Attero (Twello) werkzaam die zich op dit vlak specialiseren. Wij ondersteunen hun streven om vernieuwende businesscases te ontwikkelen en uit te voeren. De Board steunt de vestiging van een grondstoffenagentschap en een voorgenomen pilot circulaire economie. Het sluiten van de grondstoffenkringloop kan een aanzienlijk hoeveelheid, soms ook hoogwaardige werkgelegenheid genereren. Het vraagt andere vormen van produceren, transporteren, assembleren en weer de-‐ assembleren. In het Cleantech Center worden vraagstukken op alle niveaus (WO, HBO, MBO) op dit vlak getackeld in Cleantech Challenges met als jaarlijks hoogtepunt de Cleantech Battle tijdens het jaarcongres Cleantech Tomorrow. In 2015 is het congresthema “voedsel en grondstoffen”. Het wordt gehouden op 3 februari 2015 in Orpheus te Apeldoorn met een “voorprogramma” op 2 februari op verschillende locaties in en om de regio. Zie voor het programma www.cleantechregio.nl.
10
Zorg
ICT/creatieve economie
Van oudsher is de zorg een belangrijke sector in onze regio. De zorg is niet specifiek cleantech maar veel cleantech-‐aspecten raken wel de zorg: van voedsel en energie tot duurzame en levensloopbestendige bouw en recycling. (Ooit gezien hoeveel afval een ziekenhuis genereert?) Vragen om ondersteuning van specifieke zorginnovaties zullen we koppelen aan de beschikbare kennis in het Gelderse Health Valley netwerk of aan het innovatieloket Kennispark in Twente. De zorgsector is een belangrijke werkgever in de Stedendriehoek (en in de Noord Veluwe). Om die reden werkt de Board aan een branchegerichte aanpak voor het bevorderen van de arbeidsmobiliteit in de zorgsector. Met alle veranderingen en verschuivingen die nu gaande zijn is dat geen overbodige luxe. Een brede coalitie van zorginstellingen, werkgevers, werknemers, overheden en andere betrokken instellingen zijn op weg naar een sociaal akkoord Zorg voor de arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord Veluwe. Ondertekening volgt mogelijk al in januari 2015, waarna diverse projecten in goede samenwerking worden opgepakt.
Van recenter datum is de stormachtige ontwikkeling van de ICT en creatieve sector in onze regio. Met een aandeel van tegen de 5% van de beroepsbevolking ligt dit bijna op het dubbele van het Nederlands gemiddelde. Na Amsterdam en Utrecht zit de Stedendriehoek in de nationale subtop op dit vlak. Tal van toonaangevende ICT bedrijven zijn in onze regio gevestigd. Reden voor Saxion om een brede HBO-‐ICT in de Stedendriehoek op te starten. Naast Technicampus en het Cleantech Center is in 2014 de ontwikkeling van het Center of Excellence of New Media Technology gestart als derde Topconsortium voor Kennis en Innovatie. Het verbindt lokale starters en groeiers aan de kennis en expertise van een internationaal netwerk van mediabedrijven. Het center wordt in 2015 operationeel. Met IT bedrijven vormen we een regionaal platform IT, om samen de knelpunten in de personeelsvoorziening aan te pakken. Saxion, Aventus, de politieacademie en lokale/regionale ondernemers werken in Teuge samen in een kenniscentrum voor duurzame en veilige evenementen. Naast cleantech aspecten als vervoer, afval, energievoorziening en voedsel komen ook high tech aspecten rondom veiligheid en security aan de orde. In Deventer werken de bedrijven Digiwerkt, Topicus en het HCO/Archiefdienst Overijssel nauw samen aan de grootschalige digitalisering van de stroom documenten in dienstverleningsprocessen bij vele tientallen overheden en bedrijven. Het kunnen vervangen van fysieke documenten door hun digitale evenknie luistert nauw in gevoelige processen waar de juridische bewijslast of privacy zwaar wegen. Naast hoogwaardige kenniswerkers worden ook veel mensen met afstand tot de arbeidsmarkt ingezet. Zo snijdt dit mes aan twee kanten: toepassing van hoogwaardige technologie en participatie.
11
Innovatie & energietransitie
De bottom-‐up vorming van een Cleantech Agenda vanuit het bedrijfsleven is de beste garantie voor innovatie voor en door ondernemers. Deze agenda wordt leidend voor de Board en de ondersteunende infrastructuur zoals Stedendriehoek Innoveert, het Cleantech Center en onze kennispartners Saxion en Aventus. De overheid faciliteert waar zij kan de uitvoering van deze agenda, bijvoorbeeld door als launching customer te fungeren of behulpzaam te zijn bij de ontwikkeling van R&D centra. Dat hoeft niet altijd om nieuw geld te gaan: dat kan ook door bestaande investeringsbudgetten gerichter in te zetten op nieuwe technieken en toepassingen uit de Cleantech Regio: innovatief aanbesteden! De vorming van de cleantech clusters en de ondersteuning van de uitwerking van hun plannen is een belangrijk aandachtspunt. Zij kunnen nu slechts voor een deel en slechts incidenteel terugvallen op bestaande hulpstructuren. De Board wil hier in voorzien en zal ook een beroep doen op ondersteuning vanuit de provincies Gelderland en Overijssel in deze. De ontwikkeling van een Cleantech Campus staat hoog op de agenda van de Board. Er wordt gezocht naar locaties nabij de A1 om een R&D locatie voor de cleantech clusters te huisvesten en te ontwikkelen. In 2015 wordt de business case hiervoor ontwikkeld als onderdeel van de Cleantech Agenda. Innovatie vindt plaats voor en door ondernemers. De ondersteuning van innovatie leunt echter zwaar op de inzet van kennisnetwerken rondom ondernemers, kennisinstellingen en uiteindelijk ook vaak op de overheid. De concept Omgevingsagenda signaleert een nog steeds versnipperde en gefragmenteerde inzet op innovatie. De Board wil in 2015 de huidige werkwijze, samenwerking en samenstelling van de facilitering van innovatieprocessen bespreekbaar maken. Bewezen successen uit andere regio’s wijzen uit dat een inniger samenwerking tussen de O’s, ook op het vlak van innovatie, meer vruchten afwerpt. Er moet strakker gestuurd worden op het opsporen, ondersteunen en faciliteren van vernieuwende businesscases en –modellen uit het bedrijfsleven. Ook de wijze van funding en bemensing komt daarbij aan de orde. De vraag is bijvoorbeeld of een deel van de inspanningen niet in rekening gebracht kan worden bij bedrijven. Onder de werktitel “kennisbrug” wordt door Saxion en Stedendriehoek
Innoveert gewerkt aan een concept vergelijkbaar met Kennispark Twente, Kennispoort Zwolle of Brainport Eindhoven: onder aansturing van en met inschakeling van alle O’s (triple helix). In de concept Omgevingsagenda is dit geagendeerd als vliegwielproject Cleantech Development. We moeten de ambitie hebben om te streven naar een adequate facilitering van kansrijke plannen, zeker als die door de markt gedragen worden. Beperkingen vanuit vigerende regelgeving, huidige beleidskaders of lopende subsidiebepalingen zijn daarbij wat ons betreft niet leidend. Zoals wij ons dienstbaar willen maken aan de gestelde doelen vragen wij dat ook van onze partners en medeoverheden.
De Board wil in 2015 nader onderzoeken in hoeverre de instelling van een Cleantech Fund wenselijk en haalbaar is. Vanuit dit fonds kunnen gemeenten en mogelijk ook provincies gezamenlijk meer volume genereren voor betekenisvolle projecten. Het fonds dient als hefboom voor het genereren van cofinanciering vanuit andere overheden (rijk/EU) of bij voorkeur ook private investeerders. Bekende vormen hierbij zijn revolving fund, leningen, garantstellingen of nog andere financiële instrumenten. Het Cleantech Fund geeft invulling aan de rol van (lagere) overheden als launching customer (en mede-‐investeerder) rondom nieuwe technieken en het meefinancieren in faciliteiten die ondersteunend zijn voor een goed vestigingsklimaat. Het Cleantech Fund zou gekoppeld moeten worden aan een effectieve regionale samenwerking voor het binnenhalen van Europese subsidies voor
12
bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Beschikbare kennis en capaciteit bij onze partners willen we bundelen in een subsidienetwerk. Dit wordt in 2015 ter hand genomen. Energie (opwekking, besparing, hergebruik restcapaciteit) is een vaak terugkerend thema dwars door de hele Cleantech Agenda. Het portfolio van de hulpstructuren Stedendriehoek Innoveert en SOEN laten eveneens een grote overlap zien. De Board streeft naar een meer samenhangende aanpak van deze twee thema’s.
Het wegvallen van de Kamer van Koophandel als SOEN-‐partner en de overdracht van het energiedossier van de WGR naar de Board is aanleiding om de aanpak van de energietransitie te heroverwegen. Het is zaak om de bestaande capaciteit en inzet zoveel mogelijk te bundelen. Er is nu een veelheid aan actoren en structuren zonder samenhang werkzaam op dit onderwerp. Velen zien door de bomen het bos niet meer. Een afzonderlijke organisatie voor de energietransitie a la SOEN wordt niet beoogd. SOEN zelf wordt per januari 2015 beëindigd. Eventuele resterende capaciteit of middelen kunnen op het vervolgtraject worden ingezet. Voor het vervolg sluiten we maximaal aan bij de uitwerking van Cleantech Development.
Onze aanpak van de energietransitie voor 2015 wordt: -‐ vorming van een klein en slagvaardig regionaal netwerk resp. actieteam van meest betrokken en deskundige publieke en private spelers en intermediairs; -‐ vorming van een netwerk van 7 lokale aanjaagteams, publiek/privaat, met lokaal maatwerk in vorm, samenstelling en aanpak, die kunnen dienen als antennes om de lokale signalen op dit thema op te vangen (energie coöperaties, wijkinitiatieven ed); -‐ zwaluwstaarten van de routekaart energietransitie met de Cleantech Agenda; zoals blijkt uit dit jaarplan is er een grote mate van overlap en zijn verschillende onderdelen onder een andere titel al in gang gezet; -‐ de tafel Energie wordt omgedoopt tot de tafel Energietransitie; dit sluit beter aan bij de terminologie van de routekaart; eerder betrokken (markt)partijen van de oude tafel energie consulteren we over hun bereidheid om hierin opnieuw een rol te spelen; -‐ opnieuw samenstellen van de tafel Energietransitie, met een duovoorzitterschap (publiek en privaat), betrokken ondernemers, projectleiders van grotere en betekenisvolle (voorbeeld) projecten, lectoren en vertegenwoordigers van gemeenten, provincies en de netwerkbedrijven Liander en Enexis; -‐ aanstelling van een (part time) secretaris annex programmaregisseur energietransitie, welke als informatiespil, verbinder en aanjager kan fungeren tussen de verschillende spelers en velden waar de energietransitie plaats vindt.
13
Arbeidsmarkt-‐generiek
Uiteraard vervolgt de Board de uitvoering van het sectorplan. Dit trekt bestuurlijk en qua ondersteuning al een forse wissel op de beschikbare capaciteit. Na de succesvolle aanvragen in de eerste twee tranches zal de Board in 2015 ook een aanvraag indienen in het kader van de 3e tranche bij het ministerie van Sociale Zaken. In deze aanvraag heeft o.a. de aanpak van de WWB-‐doelgroep prioriteit. Toch zijn er daarnaast enkele andere trajecten die in 2015 aandacht verdienen: -‐ Het regionale werkbedrijf (i.o. werktitel) is verantwoordelijk voor het toeleiden tot werk van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De Board wil met het werkbedrijf heldere afspraken maken over mogelijke synergie en afbakening. In 2014 is de voorbereiding gestart, in 2015 start het regionale werkbedrijf daadwerkelijk met de uitvoering van de participatiewet onder aansturing van gemeenten, UWV, werkgevers en werknemers. -‐ Het transitienetwerk Stedendriehoek/Noord Veluwe (i.o. werktitel) beoogt de duurzame inzetbaarheid van werknemers te vergroten. Dit netwerk wordt gebouwd op de fundamenten van de bestaande HR-‐ netwerken. De Board ziet duurzame inzetbaarheid als een belangrijke generieke opgave voor een gezonde arbeidsmarkt. -‐ De ontwikkeling van Matchpoint (i.o. werktitel); levert concrete diensten aan werkgevers en (jong) talent rondom stages, afstudeerplekken, traineeships, internationaal talent (Connect), bbl-‐plekken en kennisvragen. Dit sluit aan bij de opgave om hoger opgeleiden te boeien en binden aan onze regio.
Vestigingsklimaat -‐ generiek
Bundeling van de gemeentelijke inspanningen voor promotie en acquisitie in een gemeenschappelijke organisatie Cleantech Development vergroot de slagkracht, de professionaliteit, de effectiviteit en efficiency van onze inspanningen op dit vlak. Dit is ook van toepassing voor de lobbyactiviteiten vanuit de regio.
De samenstelling van de Cleantech-‐1000 (voorheen Duurzame 1000), met lokale en regionale ondernemers als ambassadeur naar binnen en naar buiten voor de Cleantech Regio vergroot het draagvlak en identificatie intern en de geloofwaardigheid en het bereik/de uitstraling extern enorm. De Stedendriehoek Index wordt omgedoopt tot de Cleantech Regio Index. De eerder ingestelde tafel Stedendriehoek Onderscheidt krijgt een herstart; hierin krijgen ook de leden van de (tijdelijke) regiegroep Cleantech een plaats. De Board organiseert/faciliteert dat de Cleantech Regio zich door het jaar heen op verschillende podia en media kan manifesteren. We zoeken daarbij nadrukkelijk de samenwerking met andere omliggende regio’s in O-‐ Nederland. Board (en WGR?) manifesteren zich naar buiten als vertegenwoordigers van de Cleantech Regio (tenaamstelling, emailadressen, website, gevoerde logo’s enz.). Partners worden opgeroepen de Cleantech Regio actief uit te dragen. De nieuwe tafel Onderscheidt zal zich met name bezig houden met de vorming van Cleantech Development en enkele lopende projecten van de oude tafel Onderscheidt. Ten aanzien van regiobranding onderhoudt de Board nauwe contacten met de tafel Onderscheidt en de stichting Cleantech Tomorrow, de organisator van het jaarlijkse congres.
14
Doorkijk van 2015 naar 2016 en verder
De Board is opgestart eind 2013. In 2013 en 2014 zijn enkele forse stappen gezet in het vergroten van de economische dynamiek, een gezonde arbeidsmarkt en een attractief vestigingsklimaat. Het direct of indirect door de Board aangeboorde investeringsvolume van de projecten bedraagt over 2014 omstreeks 30 miljoen euro. Hiervan is 3,5 miljoen afkomstig van het rijk, 4 miljoen van provincies en 22,5 miljoen euro van private partijen. Dat volume nemen we hier gemakshalve als maatstaf voor het succes van de Board en zijn partners. Dat volume staat voor succesvolle ondernemers, nieuwe arbeidsplaatsen, groei en vestiging van nieuwe bedrijven. Zijn we dan klaar? Neen. Voor 2015 en volgende jaren heeft de Board de ambitie om hoger te reiken. Opnieuw zal het merendeel van de investeringen afkomstig zijn vanuit de private sector. Zo zullen ondernemers investeren in de businesscases van de Cleantech Agenda. Niet alle clusters zullen de projecten die ze ontwikkelen ook kunnen realiseren. Dat risico is inherent aan innovatie. Misschien dat niet eens alle clusters blijvend gevormd kunnen worden. Clustervorming is een delicaat proces wat zich niet laat dwingen. Desondanks zien we rond de clusters inmiddels een betekenisvol volume ontstaan aan kansrijke projecten. Vanuit de Omgevingsagenda vraagt de Board aan beide provincies om mee te investeren in de ondersteuning van clustervorming en de inrichting van het Cleantech Fund om deze businesscases tot realisatie te brengen. Op het terrein van de arbeidsmarkt zal alleen al de voortzetting van het sectorplan in 2015 opnieuw een volume realiseren van 15 miljoen aan publieke en private investering. Mogelijk dat dit nog groeit na toewijzing van een 3e tranche. Samen met het Werkbedrijf, het Transitienetwerk en het Matchpoint werkt de Board gestaag aan een duurzaam gezonde arbeidsmarkt: de laagste werkloosheid, iedereen een startkwalificatie, vacatures snel vervuld en niemand aan de kant. Ook rond het thema energietransitie zien we betekenisvolle investeringen aan de horizon. De focus van Europese programma’s als EFRO en Interreg is het streven naar een koolstofarme economie. Onze keuze voor cleantech sluit hier naadloos op aan.
Daarnaast wil de Board een aantal voorwaardenscheppende projecten initiëren, waarvan het publiek/private Cleantech Development de belangrijkste is. Alles bij elkaar genomen reikt het verwachte investeringsvolume in de richting van de 40 à 45 miljoen euro voor 2015. Er is echter veel meer mogelijk. Als we de lijnen van de Cleantech Agenda doortrekken, de Energietransitie op stoom krijgen en de arbeidsmarkt echt duurzaam en gezond willen houden dan is er nog veel meer potentieel. Dan zou het mogelijk moeten zijn om de investeringsvolumes (en de bijbehorende spin off) nog verder omhoog te krijgen, richting de 100 miljoen euro per jaar en meer. Als we onze ambities serieus nemen, is dat ook noodzakelijk. Dat kan slagen als de O’s en de bestaande organisaties en infrastructuur zichzelf dienstbaar willen maken aan de gemeenschappelijke doelstellingen: versterken innovatief vermogen, een duurzame en gezonde arbeidsmarkt en een concurrerend vestigingsklimaat in een energie neutrale regio. De partners en de hulpstructuren die we ondersteunen zoals Stedendriehoek Innoveert, Technicampus, het Cleantech Center en Cleantech Tomorrow zouden zichzelf als facilitair bedrijf mogen beschouwen voor de vragen vanuit de tafels en de clusters. In de periode 2014-‐2020 investeert Europa honderden miljarden in juist die doelstellingen die wij centraal hebben gezet. De keuze voor het profiel Cleantech Regio, de energie neutrale regio, de duurzame inzetbaarheid, het zijn precies die maatschappelijke opgaven die ook op nationaal en Europees niveau voorop komen te staan. Met ondernemers gedreven innovatie in de vorm van de Cleantech Agenda en een flankerend pakket aan maatregelen in de vorm van de Omgevingsagenda Stedendriehoek kan de Cleantech Regio een beroep doen op Europese middelen als nooit te voren. Het is nu tijd om stoutmoedig te zijn en een hogere versnelling te kiezen.
15
Organisatie en financiën
De Board heeft in 2014 ondervonden dat zij organisatorisch gezien kwetsbaar is. Het langdurig uitvallen van de secretaris onder het gelijktijdig toenemen van de verantwoordelijkheden, met name door de toekenning van het sectorplan, drukte de Board met de neus op dit feit. Het moeten herstarten van de tafels Onderscheidt en Energie is voor een groot deel terug te voeren op personele wisselingen. Posities zijn enkelvoudig ingevuld, vaak met functionarissen die het er naast of bij doen, kwetsbaar qua continuïteit, kwaliteit en doorlooptijd. Wil de Board haar ambities waar maken, zal de organisatie steviger en robuuster moeten worden ingevuld. De secretaris, de adjunct-‐secretaris en de huidige twee tafelsecretarissen fungeren sinds 2014 in toenemende mate als team, waarbij taken onderling verdeeld worden en in voorkomende gevallen taken van elkaar overgenomen worden. Dit is op zichzelf een verbetering en zal als werkwijze naar de toekomst gehandhaafd blijven. Het biedt echter geen soelaas op langere termijn. Om dit niveau te kunnen handhaven en verder te kunnen groeien in volumes en resultaat is een structurele versterking noodzakelijk. De Board ziet hierin drie routes als uitweg. -‐ meer capaciteit (inzet) van de partners; -‐ synergie Board-‐WGR; -‐ verhogen financiële bijdrage. Op korte termijn doen wij een beroep op onze partners om een groter aandeel te nemen in hun bijdrage in natura. Door meer capaciteit geheel (of gedeeltelijk) om niet ter beschikking te stellen wordt de slagkracht van de Board vergroot. Concreet gaat het om het volgende: -‐ versterking van de functie van secretaris met een adjunct-‐secretaris/co-‐ piloot; de volumes en verantwoordelijkheden veronderstellen deze robuustheid van de organisatie en hiermee ontstaat ook meer ruimte voor projectontwikkeling, als aanjager en verbinder; er wordt een beroep gedaan op de kennisinstellingen om hier capaciteit voor vrij te maken; Aventus heeft hier in aangegeven een aanbod te willen doen; -‐ ondersteuning ontwikkeling kennisbrug; versterking van de innovatiepoot voor business development, waarbij er ruimte komt voor
alle O’s om elk hun rol te kunnen spelen; ondersteuning van de clusterontwikkeling; met name nodigt de Board de kennisinstellingen uit om hier op een bijdrage te leveren; Saxion heeft aangegeven hierin een rol te willen spelen; -‐ versterking van de inzet op het thema arbeidsmarkt (leren en werken) vanuit ondernemersveld; VNO heeft hierin reeds een aanbod gedaan; -‐ beschikbaar stellen capaciteit voor programma’s en projecten inzake het vestigingsklimaat vanuit de overheid; het tafelsecretariaat wordt verzorgd door het secretariaat van de Board; deze vraag ligt voor bij de gemeenten via de WGR; -‐ inzet vanuit alle O’s op het thema energietransitie; -‐ inzet vanuit alle O’s voor ondersteuning van communicatie is reeds toegezegd. Het gaat hierbij niet meer om losse uurtjes per week, maar om substantiële inzet en het feitelijk dragen van een stuk (mede) verantwoordelijkheid voor de werkzaamheden van de Board.
Een tweede mogelijkheid dient zich aan vanaf april 2015. Dan verhuizen WGR en Board naar de gemeente Voorst, locatie gemeentehuis in Twello. Vanaf dat moment wordt het mogelijk om een aantal ondersteunende functies (secretariaat, financiën, communicatie) met elkaar te combineren. Daardoor ontstaat een robuustere ondersteuning. Die is voor de Board nu zo dun ingevuld dat daar nog geen winst te behalen is. Als derde en laatste mogelijkheid ziet de Board zich genoodzaakt om bij gemeenten in de regio en de beide provincies aan te kloppen voor een
16
(hogere) financiële bijdrage. De gemeenten dragen nu € 1,-‐ per inwoner/per jaar bij. Dit genereert een budget van € 412.000 waarmee het afgelopen jaar een investeringsvolume van ruim € 30 miljoen is gegenereerd. De Board wil graag naar een hoger volume toe groeien maar dat is in de huidige condities niet haalbaar. Zelfs het huidige volume is nauwelijks te handhaven onder de huidige voorwaarden. Derhalve verzoekt de Board de regiogemeenten hun financiële bijdrage te verhogen van € 1 naar € 2,-‐ per inwoner/jaar.
Momenteel dragen de provincies jaarlijks bij aan de financiering van Stedendriehoek Innoveert. Daarnaast draagt de provincie Gelderland middelen bij ten behoeve van de POA functie van de Board (Platform Onderwijs Arbeidsmarkt). Met de beide provincies Gelderland en Overijssel zal de Board het gesprek aangaan voor een structurele bijdrage van € 200.000,-‐ per jaar als bijdrage aan de clusterontwikkeling en de energietransitie. Daarnaast wil de Board afspraken maken met de beide provincies om de subsidiestromen voor innovatie en arbeidsmarkt verder te vereenvoudigen en te bundelen via de Board. In totaal gaat het om € 800.000 per jaar, waarvan € 600.000 nu reeds langs verschillende kanalen naar de regio komt. Als in de loop van 2015 geen zicht komt op een structurele verhoging van de bijdrage via de partners (in geld en in natura), dan zal de Board het ambitieniveau en het jaarplan 2016 zeer fors neerwaarts moeten bijstellen.
Belangrijkste resultaten voor 2015 en verder
Het direct of indirect door de Board gegenereerde investeringsvolume van de projecten bedraagt over 2014 omstreeks 30 miljoen euro. Dat volume staat voor succesvolle ondernemers, nieuwe arbeidsplaatsen, groei en vestiging van nieuwe bedrijven. In 2015 mikt de Board op een volume van minimaal 40 miljoen euro, als volgt opgebouwd: Cases Cleantech Agenda (innovatie en transitie) 21 miljoen Projecten Omgevingsagenda 4 miljoen Samen werk maken van werk (sectorplan) 15 miljoen Totaal 40 miljoen In bijlage B is een overzicht opgenomen van projecten en business cases welke mogelijk gaan figureren in de Cleantech Agenda en de Omgevingsagenda. Het merendeel van de investeringen zal – net als in 2014 – afkomstig zijn vanuit het bedrijfsleven. In de loop van 2015 wil de Board de discussie aangaan met partners over de instelling van een Cleantech Fund om het vliegwiel nog een extra zet te kunnen geven, op naar een hogere versnelling. Deze investeringen maken ons bedrijfsleven concurrerender, klaar voor de toekomst en de uitdagingen van morgen. Bovendien genereren zij werkgelegenheid. Voor 2015 kan dat als volgt becijferd worden: Leer-‐werkbanen, werkervaringsplaatsen 1.050 starters-‐ en transfervouchers via het sectorplan PM Cleantech Agenda en de overige projecten 450 (investeringsvolume gedeeld door de EFRO norm van 55.000 euro per fte). Samen 1.500 banen. Onze prestaties op het gebied van duurzaamheid, innovatie, werkgelegenheid en dergelijke worden uiteraard gemeten via de Cleantech Regio Index (voorheen de Stedendriehoek Index).
17
Begroting (bedragen x 1.000) UITGAVEN Secretariaat Materiele lasten Communicatie Administratie Innoveert/clusters Energietransitie Werkt/Leert Onderscheidt Index Onvoorzien Subtotaal uitgaven INKOMSTEN Bijdrage gemeenten Bijdrage provincies Afrekeningen < 2014 Overige inkomsten Uitkomst vorig boekjr Subtotaal inkomsten Resultaat
Begroot 2014
Prognose 2014
Begroot 2015
Opzet 2016
75 24 30 10 150 0 90 95 0 24
100 30 24 8 65 6 92 115 15 61
125 45 30 10 180 70 120 120 11 27
125 50 50 15 750 250 150 175 10 50
498
516
738
1625
420 78 0 0 0
411 68 0 53 7
412 60 207 36 23
825 800 0 0 0
498
539
738
1625
0
23
0
0
Toelichting begroting
Uitgaven: -‐ Kosten secretariaat nemen toe vanwege zwaardere bezetting; slechts 50% van de gemaakte uren worden doorbelast; -‐ Materiele lasten nemen toe omdat een groter aantal medewerkers werkzaam is voor de Board;
-‐ -‐ -‐
Meer projecten en meer resultaten leiden tot meer communicatielasten; Administratie neemt marginaal toe in kosten door uitzetting begroting; Innoveert/clusters omvat twee posten: bijdrage aan Stedendriehoek Innoveert (150.000/jr) en ondersteuning cleantech clusters; op termijn wordt dit gecombineerd in de verdere uitwerking van de kennisbrug/innovatieloket nieuwe stijl; het hoge ambitieniveau vergt een zwaardere investering dan tot nog toe, deels gefund via de provincies; -‐ Werkt/leert ontwikkelt zich verder; duurzame inzetbaarheid en mobiliteit vragen een permanente grote inzet voor projectontwikkeling en ondersteuning; -‐ Onderscheidt; de branding en promotie van Cleantech Regio vraagt een forse inspanning in tijd en geld; deze verloopt voor wat betreft de out of pocket kosten via de Board; daarnaast wordt via de stichting Cleantech Tomorrow een beroep gedaan op sponsoring uit het bedrijfsleven en instellingen; -‐ Energieneutraliteit in 2030 gaat niet vanzelf; deze nieuwe opgave moet zich een plek verwerven in het werkprogramma en de begroting van de Board; met dit bedrag kan de benodigde capaciteit en werkbudget op peil worden gebracht om betekenisvolle resultaten te kunnen boeken; -‐ Onvoorzien moet in verhouding zijn tot het totale volume. Inkomsten: -‐ Bijdrage gemeenten wordt per 2016 voorgesteld te verdubbelen van 1 naar 2 euro per inwoner/jaar; het niveau van 1 euro is reeds vele jaren onveranderd terwijl takenpakket, ambities en resultaat zijn toegenomen; -‐ Bijdrage provincies; geldstromen lopen nu via verschillende kanalen en op verschillende titels; bundeling en intensivering via de Board leidt tot meer focus en resultaat; provincies worden uitgenodigd deel te nemen in de Board, zowel financieel als in de governance; -‐ In 2015 is sprake van een eenmalig voordeel uit de afrekeningen van SOEN, voormalig RPA en de oude regionale Innovatiesubsidieregeling. De partners worden nu gevraagd in te stemmen met de bijdrage voor 2015. Begin 2015 zal de Board het gesprek openen over de bijdrage vanaf 2016. Wij streven er naar deze discussie voor de zomer van 2015 af te ronden, zodat er voor 2016 en volgende jaren een begroting kan worden voorgelegd waarbij ambities, resultaten en gevraagde input met elkaar in overeenstemming zijn.
18
Bijlagen A B C D E F
Overzicht projecten en investeringsvolumes 2014 Groslijst voorgenomen/lopende projecten / activiteiten 2015 e.v Samenstelling Board en tafelvoorzitters Organisatie en contactgegevens Gevraagde ureninzet van partnerorganisaties Ontwikkelingen op het vlak van arbeidsmarkt, innovatie en vestigingsklimaat
19