JAARVERSLAG 2014
JAARVERSLAG 2014
WOORD VAN DE RAAD VAN BESTUUR
4
BEDRIJFSPROFIEL
6
FINANCIËLE KERNCIJFERS
12
ACTIVITEITENVERSLAG
24
INVESTERINGEN
84
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN
92
JAARREKENING
104
BIJLAGEN
112
4
WOORD VAN DE RAAD VAN BESTUUR
Het jaar van de extremen: 2014 zal geboekstaafd staan als het jaar van de extreem kleine tot de gigantisch grote projecten. Van projecten die we uiterst snel moesten opleveren, tot de meest uitgebreide werven. Van heel eenvoudige tot heel complexe projecten. In Egypte baggeren we op amper 10 maanden een tweede Suezkanaal uit. In Noordwest-Australië pasten we de nieuwste technieken toe voor de bescherming van LNG-installaties onder water. We overwonnen de moeilijkheden in Panama, waar het sluizenproject opnieuw vlot getrokken is. En dichter bij huis bouwden we aan een van de grootste missing links, de A11 Brugge-Knokke. Zo’n tien jaar geleden waren de palmeilanden in Dubai een van de mon sterprojecten van het moment. Dubai was extreem en complex, maar het was één groot werk met één grote ploeg. Vandaag werken we aan zo’n tien extreme projecten tegelijk, met elk hun eigen moeilijkheids graad. Werden we vroeger ingeschakeld op standaard verdiepings- of onderhoudsbaggerwerken, dan is vandaag haast geen enkel project nog standaard te noemen. We bouwen havens uit, doen aan landwinning, plaatsen funderingen voor windmolens, leggen kabels tussen de kust en platformen op zee… Dat vraagt inventiviteit, creativiteit, hightech werk en doorgedreven risico-inschattingen. De economische context waarin we die projecten doen, zorgt voor s tevige uitdagingen. Als internationaal bedrijf volgen we de wereldtrend: 85% van onze omzet komt uit het buitenland. Door de groeivertraging en crisis waarin veel landen verzeild zijn geraakt, zien we de opdrachten verschuiven van de overheid naar de privé. Grote investeringen worden
JAARVERSLAG 2014
zeldzamer, maar we zien wel meer en meer vraag komen naar zogenaamde ‘sleutel-op-de-deur’ of EPC-projecten (Engineering, Procurement and Construction). Die komen onder verschillende verschijningsvormen: van Design and Build tot Finance, Maintain and Operate (DBFMO), waarbij wij een project van concept over financiering tot nazorg op ons nemen. Het antwoord dat wij de wereld in deze uitdagende tijden bieden, is flexi biliteit. Een flexibiliteit waaraan we al jaren werken, zonder in te boeten op soliditeit en kwaliteit. Door investeringen in onze vloot – een programma dat we sinds 2007 hebben opgestart – hebben we kunnen anticiperen op de veranderende markt. Dankzij nieuwe, technologisch geavanceerde schepen kunnen we vandaag projecten realiseren die voorheen een droom bleven. Sterker nog: we kunnen nu zelf een aanbod creëren, een antwoord bieden op vragen die nooit eerder werden gesteld. Door te investeren in schepen, onze schepen aan te passen, er nieuwe op maat van klanten te maken, creëren we aanbod, en ontstaan er projecten die voorheen ondenkbaar waren. Waren grootschalige landwinningsprojecten waarbij zand op grote diepte of afstand moest worden gewonnen tot voor kort onbestaand, dan kunnen we nu dankzij nieuwe, grote en p erformantere schepen verder pompen, en landen als Vietnam helpen bij de u itdagingen die een nieuwe economie met zich mee brengt. Door horizontaal kennis te delen, op zoek te gaan naar synergieën op vlak van kennis, worden onze teams alsmaar sterker. Op kantoor zit de civiele afdeling naast de maritieme: zo kunnen ze hun kennis met elkaar dagelijks uitwisselen. Ontwerpers staan in nauw overleg met de c ollega’s
5
die met hun voeten in de operaties staan. Ook die directe wisselwerking leidt tot verdere flexibiliteit. Jan De Nul is al jaren een jong en dynamisch bedrijf, en dat zal zo blijven: de gemiddelde leeftijd van onze mensen is 36. De jonge ingenieurs die vijf jaar geleden bij ons in dienst kwamen, hebben intussen al behoorlijk wat ervaring opgebouwd. Ze groeien, kunnen complexere projecten aan. Ze staan klaar voor de toekomst. Wat die toekomst biedt, is voorlopig nog koffiedik kijken. Wint gas het van olie? Of leven we binnenkort allemaal op windenergie? Door de diversificatie in ons portfolio, met ervaringen in offshore, baggeren, over milieuwerken en landwinning tot civiele bouwwerken, zal Jan De Nul zich altijd verzekerd weten van werk. Het feit dat alles complexer wordt, speelt daarbij enkel in ons voordeel. In dit jaarverslag presenteren we u onze cijfers. U zal zien dat we zelfs in een uitdagende context sterk op koers blijven. U kan in dit verslag lezen op welke projecten we zoal gewerkt hebben, hoe we ze hebben aangepakt, en hoe we als bedrijf op een gedreven, duurzame manier werken aan groei, kwaliteit en consistentie. We hebben er het volste vertrouwen in dat dat zo blijft. Met onze ambitie en zin voor innovatie willen we het ook volgend jaar weer beter doen. We kijken er alvast naar uit u volgend jaar een nieuwe update te geven.
6
BEDRIJFSPROFIEL
JAARVERSLAG 2014
7
8
BAGGER- EN MARITIEME WERKEN
OFFSHORE ACTIVITEITEN VOOR DE MARKT VAN OLIE, GAS EN HERNIEUWBARE ENERGIE
Al meer dan 60 jaar verzorgt Jan De Nul Group verschillende internationale bagger- en landwinningsprojecten van A tot Z: ontwerp, aanleg en onderhoud van havens, verdiepen van kanalen, strandopspuiting en vooroeverbescherming, baggeren in de meest uiteenlopende omstandigheden. Deze baggeractiviteiten zijn vaak onderdeel van een allesomvattend haveninfrastructuurproject dat door de klant aan één partij wordt toevertrouwd. Door de verschillende activiteiten binnen de groep te verenigen, kan Jan De Nul Group deze grootschalige projecten in eigen beheer en binnen de opgelegde bouwperiode uitvoeren.
Jan De Nul Group biedt gespecialiseerde diensten aan voor de installatie van onderzeese structuren voor de olie-, gas en hernieuwbare energiemarkten. De groep voorziet niet alleen in het voorbereiden van de zeebodem en het baggeren van geulen voor de structuren. Ook het stabiliseren en het ballasten ervan behoort tot de activiteiten. Of het nu gaat om onderzeese pijp leidingen, kabels, umbilicals, funderingen of platformen: Jan De Nul Group zorgt ervoor. Daarnaast installeert Jan De Nul Group ook zelf de kabels en umbilicals voor deze drie offshore markten. De diensten worden telkens op maat van de klant aangeboden en dat op een EPC-basis.
(zie ook Activiteitenverslag, Bagger- en maritieme werken)
(zie ook Activiteitenverslag, Offshore activiteiten voor de markt van olie, gas en hernieuwbare energie)
JAARVERSLAG 2014
De markt waarin we werken, is volop aan het evolueren. We verdiepen nog steeds havens en spuiten land op, maar klanten vragen ons eerder om hun probleem op te lossen. Op die manier willen ze budget overruns vermijden en worden complexere projecten mogelijk. We blijven daarbij wel in het verlengde werken van onze core business: marine e ngineering, civiele werken en sanering. Soms ontbreekt een schakel in de oplossing en ontwerpen en bouwen we specifieke installaties of bedenken nieuwe uitvoeringsmethoden. Dat biedt ook steeds vaker mogelijkheden tot cross-selling. Het is belangrijk dat klanten die bij ons aankloppen voor baggerwerken, beseffen dat we ook vervuild slib aankunnen.
“DE COMMUNICATIELIJNEN ZIJN HIER ERG KORT”
MIEKE FORDEYN DIRECTEUR INTERNATIONALE DIVISIE
9
10
Die evolutie heeft gevolgen voor de vloot: Onze schepen zijn ontworpen met voldoende ruimte en vermogen zodat ze belangrijke functionele aanpassingen toelaten. We hebben bijvoorbeeld op onze steenstort schepen een draaitafel voor kabels en een deiningsgecompenseerde kraan gebouwd. Zien we in een aanpassing voldoende marktpotentieel, is het soms interessanter een nieuw schip te bouwen: Er is momenteel een cutter in aanbouw met functionaliteiten die nog niet bestaan. De helft van onze vloot is minder dan 10 jaar oud en dus uitgerust met de laatste technologieën waardoor we kosten en milieu-impact kunnen reduceren. Ook kennisdeling stelt ons voor uitdagingen. We hechten veel belang aan goede communicatie en de juiste opleiding van de mensen op de werf. We brengen elk jaar kapiteins, uitvoerders en projectleiders samen voor specifieke opleidingsdagen. Op die momenten wordt veel ervaring en kennis uitgewisseld in alle richtingen. In een groot bedrijf riskeer je eilandjes te creëren. Niet bij Jan De Nul. Hier zijn de communicatie lijnen erg kort.”
“WE BLIJVEN IN HET VERLENGDE VAN ONZE CORE BUSINESS WERKEN”
JAARVERSLAG 2014
CIVIELE BOUWWERKEN
MILIEUWERKEN EN BROWNFIELDONTWIKKELING
Binnen de civiele divisie mikt Jan De Nul Group op complexe projecten. De groep biedt de klanten daarbij een totaalpakket op maat aan. Van ontwerp tot uitvoering worden alle sleutelactiviteiten door ingenieurs en materieel van de groep uitgevoerd, of het nu gaat om gebouwen, tunnels, bruggen, wegen, sluizen, kaaimuren, waterzuiveringsinstallaties, rioleringen en l eidingen. Bovendien is de firma een belangrijke speler op de markt van grote PPS-projecten. Deze aanpak, gecombineerd met de technische expertise en jarenlange ervaring, maken dat Jan De Nul Group voor civiele werken tot de absolute top in België behoort.
Bij het opbaggeren van verontreinigde sedimenten of het ontgraven van verontreinigde gronden wordt Jan De Nul Group vaak geconfronteerd met specifieke milieuthema’s. Eind de jaren ’90 besloot de groep het milieubedrijf Envisan op te nemen om inhouse de nodige kennis in deze thema’s uit te bouwen. Envisan is gespecialiseerd in de sanering van bodem en grondwater, milieu baggeren, sedimentbehandeling en de verwerking van afval en alternatieve grondstoffen. De milieuactiviteiten van Jan De Nul Group zijn sindsdien sterk gediversifieerd. Door het groeiende belang van brownfieldontwikkeling (het saneren en converteren van historisch vervuilde sites tot moderne bedrijfs terreinen of wooncomplexen), breidde de milieudivisie recent uit met de opname van PSR Brownfield Developers.
(zie ook Activiteitenverslag, Civiele bouwwerken)
(zie ook Activiteitenverslag, Milieuwerken en brownfieldontwikkeling)
11
12
FINANCIËLE KERNCIJFERS
JAARVERSLAG 2014
13
14
KERNCIJFERS Jan De Nul Group realiseerde in 2014 voor de vierde maal op rij een omzet van meer dan 2 miljard euro. De EBITDA-marge bleef hoger dan 20%. De stabiliteit van de groep is vooral te danken aan de aanwezigheid in nieuwe marktsegmenten, de degelijke prestaties van de verschillende divisies, en het investeringsprogramma van de jaren voordien, waardoor de groep over een flexibele en ultramoderne vloot beschikt. De kernratio’s van de balans evolueerden positief met een sterke solvabiliteit van 54%, en een verder versterkte liquiditeit. Voor het eerst sinds de start van het investeringsprogramma in 2007 is de groep opnieuw helemaal netto schuldenvrij met een significante cashpositie van 693 miljoen euro. Het orderboek kende evenwel een lichte terugval tijdens 2014 door de moeilijkere marktomstandigheden wereldwijd.
Suppletie van strand en duinen in Bredene, België
JAARVERSLAG 2014
15
RESULTATENREKENING
BALANS EN KERNRATIO’S
Met een omzet van meer dan 2 miljard euro jaar na jaar sinds 2011, bevestigt de groep opnieuw haar positie aan de top van de sector. De geografische flexibiliteit van de groep en de aanwezigheid in nieuwe markten, in combinatie met de investeringen van de voorbije jaren, liggen aan de basis van dit resultaat.
Het balansprofiel van Jan De Nul Group werd in 2014 nog verder versterkt. Ondanks de huidige marktomstandigheden kon de groep eind 2014 een solvabiliteit voorleggen van 54%. Ook blijft de groep verder investeren, waarbij deze vaste activa quasi volledig met eigen vermogen worden gefinancierd. De vaste activa bestaan overigens voor meer dan 80% uit schepen.
De EBITDA kende een lichte terugval in 2014 tot 419 miljoen euro ten opzichte van 550 miljoen euro in 2013. De EBITDA-marge bleef wel opnieuw hoger dan 20%. Dat is al meer dan 10 jaar op rij het geval. Dankzij de no-dividend-politiek van Jan De Nul Group is de cashflow volledig vrij om binnen het bedrijf te worden aangewend, onder meer voor de financiering van verdere investeringen en, eraan gekoppeld, het afbouwen van de netto schuldgraad. De nettowinst steeg van 123 miljoen euro in 2013 naar 145 miljoen euro in 2014.
De groep is volledig netto schuldenvrij en heeft eind 2014 een cash positie van 693 miljoen euro. Dit creëert flexibiliteit en de mogelijkheid tot verdere investeringen in de toekomst. De meerkosten in het sluizenproject in Panama hadden als gevolg dat de groep in 2013 aanzienlijke provisies heeft aangelegd. Dankzij het vlotte verloop van de werkzaamheden en het feit dat de werken meer dan 90% zijn voltooid, kunnen de provisies in 2014 gedeeltelijk worden aangewend. B ovendien won het GUpC-consortium dat de sluizen bouwt, een eerste claim van 233 miljoen US dollar. Deze sterke balans is te danken aan de mooie winstmarges die door de groep worden gerealiseerd, in combinatie met een volledige winstreser vering. De balans bevat geen goodwill en nauwelijks immateriële activa. Mede door de oplevering van het nieuwe kraanponton Gian Lorenzo Bernini bedraagt de post Plant and Machinery eind 2014 1,9 m iljard euro. De current ratio verstevigt van 1,47 eind 2013 naar 1,58 eind 2014.
16
ANALYSE VAN DE OMZET EVOLUTIE VAN DE OMZET EN EBITDA In de huidige moeilijke economische context wereldwijd is de omzet van meer dan 2 miljard euro een degelijke prestatie die duidt op de sterkte en robuustheid van Jan De Nul Group. Deze prestatie is mede te danken aan de geografische flexibiliteit van de groep, de aanwezigheid in nieuwe markten en de sterke prestatie van de offshore en civiele afdeling, in combinatie met de investeringen van de voorbije jaren. Hiermee bestendigt Jan De Nul Group zijn positie aan de top van de sector. De afschrijvingen evenaren bijna het hoge cijfer van 2013, doordat het hoogtepunt van het investeringsprogramma werd bereikt. De nettowinst steeg van 123 miljoen euro in 2013 naar 145 miljoen euro in 2014.
(bedragen in miljoen euro)
2014
Omzet
2.043
Brutoresultaat
419
Brutoresultaat na afschrijvingen
162
Nettoresultaat
145
Operationele cashflow
352
Suppletie van strand en versterking van de dijk Digue des Alliés in Duinkerke, Frankrijk
JAARVERSLAG 2014
OMZET NAAR ACTIVITEIT De omzet in 2014 kan worden opgedeeld in ongeveer 23% civiele werken, 3% milieuactiviteiten, en 74% bagger- en offshore activiteiten. De verhoudingen blijven vrij stabiel ten opzichte van 2013. De bagger- en maritieme werken blijven de kernactiviteit van Jan De Nul Group.
2014 23% CIVIEL
3%
MILIEU
74%
BAGGER EN OFFSHORE
17
18
2014 2014 9,48% AFRIKA
16,08%
AZIË EN MIDDEN-OOSTEN
22,07% AUSTRALIË
32,60% EUROPA
19,77%
LATIJNS-AMERIKA
JAARVERSLAG 2014
19
REGIONALE VERDELING VAN DE OMZET Stabiliteit en spreiding zijn en blijven de sleutelwoorden voor de geo grafische verdeling van de omzet van Jan De Nul Group. Europa was in 2014 de belangrijkste regio voor de groep, met bijna 33% van de omzet. Dit resultaat is te danken aan de sterke Europese civiele activiteit van Jan De Nul Group en aan een belangrijke toename van offshore activiteiten in de Noordzee. Na Europa volgt Australië met een aandeel van 22% van de omzet. Dit groeiende aandeel in vergelijking met 2013 is te danken aan verschillende offshore opdracht en aan de aanleg van een bijkomende landingsbaan op de luchthaven van Brisbane. Latijns-Amerika vertegenwoordigt 20% van de omzet. Dit werelddeel blijft verder investeren in nieuwe haveninfrastructuur om de economische groei te ondersteunen en te stimuleren. De gemiddelde omvang van de projecten in Latijns-Amerika is evenwel kleiner dan in Azië en Australië. Azië en het Midden-Oosten volgen op de voet met 16% van de omzet, wat hoofdzakelijk te danken is aan het landwinningsproject in Vietnam. Het gewicht van Afrika in de omzet steeg sterk onder invloed van een aantal belangrijke projecten, waaronder de havenuitbreiding van T akoradi in Ghana. In 2013 waren activiteiten in het Afrikaanse continent slechts goed voor 2%, in 2014 is dit gestegen tot 9% van de omzet.
Landwinning voor de aanleg van een nieuwe parallelle landingsbaan in de luchthaven van Brisbane, Australië
20
“In 2000 is de baggermarkt exponentieel gegroeid, van 4 naar 10 à 11 miljard. 40% van die markt is wel gesloten: China en Amerika bijvoorbeeld laten niet toe dat er andere dan Chinese en Amerikaanse maatschappijen meedingen bij aanbestedingen. We zijn dus actief op een markt van 6 à 7 miljard omzet – een kleine markt. De groei die vijf jaar geleden van de BRIC-landen verwacht werd, heeft zich niet doorgezet. China groeit minder dan vroeger, wat dan weer impact heeft op Australië. Ook de schommelende olieprijzen vormen een rem op grote projecten in onze sector. Toch hebben we onze omzet en rendement in 2014 gelijk gehouden. Trafiek blijft belangrijk: er wordt nog altijd geïn vesteerd in havens. We zien ook projecten rond landwinning opduiken. En voorts hebben de investeringen in onze vloot ervoor gezorgd dat we zeer flexibel allerlei projecten kunnen aannemen.
“WIJ MOETEN EEN ETALAGE VOL TAART EN BROOD HEBBEN.” PAUL LIEVENS DIRECTEUR FINANCIËLE EN ADMINISTRATIEVE DIVISIE
JAARVERSLAG 2014
Onze cijfers vallen eenvoudig samen te vatten. 2/2/2: 2 mil jard omzet, 2 miljard vast actief, 2 miljard equity. Er wordt wel eens gezegd dat de baggeraars veel geld verdienen. Maar heel wat equity staat voor investeringen in schepen.
China Inc. Wat we van de Chinezen vinden? Laat één ding duidelijk zijn: je mag een concurrent niet negeren. De Chinezen hebben een enorme thuismarkt, goed voor meer dan 3 miljard, binnen een staatsomgeving. Ze leren de stiel, en k omen steeds meer op de open markt. Op technologisch vlak zijn ze nog niet concurrentieel, maar elke ervaring is een nieuwe. Hun kwaliteit wordt beter. Ze bestellen nu ook schepen in Nederland, voeren projecten uit in Europa. In Afrika waren ze een tijd lang monopolist: ze werden er geapprecieerd, omdat ze grote projecten konden voorfinan cieren. Dat monopolie zie je afnemen, omdat hun groei daalt, en ze dus minder ertsen nodig hebben. Maar dat kan morgen weer keren.
Schoenmaker Qua schepen, productiviteit en knowhow hebben we vandaag geen schrik van de Chinezen. Onze schepen zijn top of the bill in de markt. We investeren heel veel in de opleiding van onze mensen.
Die strategie willen we aanhouden. We gaan verder diversifiëren, groeien in niches, zonder te ver van onze kern af te wijken. Schoenmaker, blijf bij uw leest, is ons motto. Geen groei door overnames ook, maar organische groei, op eigen kracht. Betekent dat gebrek aan groei op de wereldmarkt dat we moeten besparen? Wij geloven niet zo in cost cutting. Af en toe moet je een oude structuur eens goed door elkaar schudden, maar je moet opletten dat je met besparingen niet te veel wegsnijdt. Je moet nog energie over houden om naar buiten te kijken, ruimte om te experimenteren. De eerste keer dat ik Jan Pieter De Nul ontmoette, verraste hij me: “Ik ben zoals een bakker”, zei hij. “Als ik geen brood bak, verkoop ik geen brood. Ik moet een etalage hebben vol met taarten en brood”. Door te investeren in technologie en schepen, creëren we aanbod, en creëren we projecten die niet mogelijk waren. Vroeger kon je geen 8 kilometer ver land opspuiten. Vandaag, dankzij krachtigere pompen en grotere schepen, lukt dat wel. Zo creëer je een alternatief dat economisch interessanter wordt dan grondtransport. Het feit dat we de eerste zijn in bepaalde technieken, creëert mogelijkheden. Soms moet je het antwoord b ouwen en daarna de vraag zoeken.”
21
22
ORDERPORTEFEUILLE Ten opzichte van 2013 kende het totale orderboek voor de verschillende activiteiten in 2014 een lichte daling. Het orderboek sloot uiteindelijk af op 2,7 miljard euro. Dit was een gevolg van de moeilijke economische omstandigheden waardoor klanten wereldwijd grote investeringen tijdelijk uitstellen of slechts gedeeltelijk laten uitvoeren. De baggerdivisie heeft opnieuw zeer uiteenlopende activiteiten in portefeuille: van verdiepings- en onderhoudswerken in havens tot de ontwikkeling van compleet nieuwe havens, van grote klanten uit de olieen gasindustrie tot mijnbouwers, van publieke havenbedrijven tot nieuwe privéondernemingen. Het grootste baggerproject van Jan De Nul Group in 2014 werd in het najaar opgestart in Egypte. Niet minder dan zeven cutterzuigers van Jan De Nul Group dragen op minder dan een jaar tijd bij tot de realisatie van het nieuwe Suezkanaal. De oplevering -van het nieuwe kanaal is voorzien in augustus 2015. De offshore divisie is wereldwijd actief en gezien de steeds uitbreidende vloot strategisch sterk geografisch verspreid. De offshore activiteiten van Jan De Nul Group omvatten baggerwerken op de zeebodem voor de installatie van pijpleidingen en offshore structuren, alsook de m inutieuze plaatsing van stenen op de zeebodem voor de stabilisatie, het ballasten en de afdekking ervan. Daarnaast installeert Jan De Nul Group ook zelf de kabels en umbilicals. Binnen deze groeiende markt speelt de offshore afdeling van de groep een steeds belangrijkere rol. Jan De Nul Group heeft door nieuwe investeringen in 2014 de focus op deze markt nog versterkt, mede door het succes van de reeds gerealiseerde projecten.
De civiele divisie kende ook een sterk jaar. Ze heeft in 2014 twee belang rijke infrastructuurprojecten in uitvoering: de bouw van een tunnel op het traject van de R11 in Deurne en de aanleg van de autosnelweg A11 tussen Brugge en Westkapelle. Het project A11 Brugge is een van de zes missing links in het Vlaamse wegennet en het grootste DBFM-wegenisproject (Design-Build-Finance-Maintain) tot nog toe in Vlaanderen. Het project wordt door het consortium ‘Via Brugge’ uitgevoerd in Publiek- Private Samenwerking (PPS). De bouwperiode hiervoor bedraagt 3,5 jaar. Eind 2013 gingen de bouwwerkzaamheden van start, en een jaar later kent de vooruitgang van de werken reeds een significante voorsprong op de planning. De milieudivisie is een belangrijke speler op de Belgische markt. Een belangrijke Belgische referentie is nog steeds het AMORAS-project in de haven van Antwerpen. Ook in het buitenland is de milieudivisie steeds vaker actief, onder andere in het kader van gecombineerde bagger- en saneringswerken zoals in Noorwegen, of bij in-situ saneringsprojecten zoals in Frankrijk.
JAARVERSLAG 2014
Aanleg van de nieuwe autosnelweg A11 tussen Brugge en Westkapelle, België
23
24
ACTIVITEITENVERSLAG
JAARVERSLAG 2014
25
26
BAGGER- EN MARITIEME WERKEN BENELUX Na een zware storm langsheen de Noordzeekust op 6 december 2013, leden de stranden van Duinkerke tot aan de monding van de Westerschelde een groot verlies aan zand. Jan De Nul Group werd in januari 2014 aangesproken voor noodsuppleties in de zwaarst getroffen zone in Bredene. Over een afstand van 10 km moest de sleephopperzuiger Bartolomeu Dias in recordtempo het veiligheidsniveau van het strand en de duinen herstellen. Om de benodigde 400.000 m³ zand te winnen, werd een zinkerleiding van anderhalve kilometer voor de kust van Bredene afgezonken. In Middelkerke en Oostende voerde Jan De Nul Group strandsuppletiewerken uit die binnen het project Vlaamse Baaien van de Belgische overheid kaderen. Aansluitend op de Belgische strandsuppleties voerde Jan De Nul Group in het najaar ook langsheen de Nederlandse kust twee kustverdedigingsprojecten uit. In totaal pompte de Bartolomeu Dias zo’n 900.000 m³ over een afstand van 5 km op het strand ter hoogte van Cadzand, vanaf het natuurgebied Zwin.
Veel werk in de havens Terwijl de sleephopperzuiger Bartolomeu Dias de kustlijn ophoogde, gingen andere schepen van de groep elders aan de Belgische kust aan het werk. De hopperzuiger Pinta stond in voor 350.000 m³ vooroever suppletie in Mariakerke. In de haven van Zeebrugge baggerde de cutterzuiger Vesalius 800.000 m³ uit het Albert II dok, waarna de specie in een erosieput langsheen de westelijke havendam werd opgespoten.
In de havens van Oostende en Zeebrugge zetten de sleephopperzuiger Alexander von Humboldt, het kraanponton Gian Lorenzo Bernini en de DN97 hun activiteiten verder binnen het lopende contract voor het havenonderhoud. En in Nieuwpoort onderhielden de sleephopperzuiger Pinta en de cutterzuiger Hendrik Geeraert de haven, samen met de splijtbakken Geelvinck en Nijptangh. In de Gentse haven baggerde de DN126 met Hitachi1200 tijdens de zomer de ingang van het Grootdok uit (88.000 m³). De gebaggerde specie werd daarna over de binnenwateren afgevoerd naar het grondver werkingscentrum van de milieudochter Envisan.
Vooruitzichten In 2014 werd een nieuw vijfjarig contract voor het onderhoud van de Westerschelde en Zeeschelde toegekend aan de tijdelijke handels vereniging met Jan De Nul Group. Deze baggerwerken startten in januari 2015. De groep mobiliseert hiervoor voltijds de sleephopperzuiger Sebastiano Caboto. Dit schip is uitermate geschikt voor de klus door zijn geringe diepgang en zijn grote laadcapaciteit. De Sebastiano Caboto zal ook worden ingezet in de dokken van de haven van Antwerpen, waar zijn wendbaarheid een absolute troef is binnen de druk bevaren wateren.
JAARVERSLAG 2014
In de haven van Antwerpen voerde de cutterzuiger Leonardo da V inci in het najaar baggerwerken uit voor de Deurganckdoksluis. Het gebaggerde volume van 1.300.000 m³ werd opgespoten op nabij gelegen haventerreinen voor stockage en later gebruik bij de afwerking van de sluis.
Bouw van de Deurganckdoksluis in Antwerpen, België
27
28
EUROPA In Europa kende Jan De Nul Group een mooie spreiding van diverse projecten. In Turkije vatten de baggerwerken aan voor de bouw van een containerterminal in de haven van Yarimca. In het Middellandse Zee gebied verdiepte de cutterzuiger Niccolò Machiavelli samen met de twee splijtbakken Pinta en Boussole in Malta de containerterminal Malta Freeport. Noordelijker werkte de hopperzuiger Taccola zoals de voorgaande jaren het grootste deel van het jaar op het onderhoud van de vaargeulen naar de Duitse havens van Bremerhaven en Emden. In Hamburg werden op twee verschillende baggerwerken de hopperzuigers Alexander von Humboldt en Bartolomeu Dias ingezet. Ook in 2014 bleef Jan De Nul Group prominent aanwezig op de Franse baggermarkt. In Zuidwest-Frankrijk werkte de sleephopperzuiger Gerardus Mercator aan een volgende fase van de baggerwerken voor de nieuwe pas in de monding van de Gironde. Meer stroomopwaarts voerde de kleine hopperzuiger Pinta op dezelfde rivier een korte onderhoudscampagne uit. In het noorden van Frankrijk, meer bepaald in Duinkerke, versterkte de sleephopperzuiger Bartolomeu Dias het strand met ruim 1 miljoen m³. Met de gunning van twee belangrijke contracten in de loop van 2014, de landwinning van 39 ha in de buitenhaven van Cherbourg en de bouw van een nieuwe ferryhaven in Calais, bestendigt Jan De Nul Group zijn aanwezigheid op de Franse markt voor de volgende jaren.
Baggerwerken en landwinning voor de uitbreiding van de haven van Yarimca, Turkije
JAARVERSLAG 2014
29
30
GHANA
JAARVERSLAG 2014
In de haven van Takoradi, de oudste diepzeehaven van Ghana, voert Jan De Nul Group een groot civiel-maritiem contract uit. Jan De Nul bouwt er een volledig nieuw havenbassin in een periode van drie jaar. Dit design and build-project behelst de verlenging van de bestaande golfbreker met 1,1 kilometer, de verdieping van de haven tot -16 m en de bouw van een nieuwe kademuur van 300 m lang en 16 m diep. Jan De Nul Group maakte in de aanbesteding het verschil door de klant een multidisciplinaire aanpak met een totaaloplossing aan te bieden. De steneninstallatiewerken voor de uitbreiding van de golfbreker gingen eind 2013 van start en werden in september 2014 afgerond. In die p eriode werd maar liefst 2 miljoen ton stenen door dumpers, kabelkranen en graafmachines geïnstalleerd. Simultaan startte Jan De Nul Group met de voorbereidingen en mobilisaties voor de volgende fase van het project. De cutterzuiger Niccolò Machiavelli kwam in januari 2015 aan in Takoradi. Het schip baggert er harde siltsteen en zandsteen. Het civiel-maritieme gedeelte van dit contract betreft de aanleg van eginfrastructuur op de golfbreker en de bouw van de betonnen blokken w kademuur. Met lokale materialen worden de blokken ter plaatse gepre fabriceerd in samenwerking met de lokale bevolking. In 2015 worden de blokken op de voorbereide zeebodem geplaatst en de betonnen baan op de golfbreker geplaatst. Het project zit goed op schema. Einde is voorzien begin 2016. Tien kilometer ten oosten van Takoradi voerde Jan De Nul Group een contract uit in Aboadze. In opdracht van de Koreaanse firma Posco, die er pijpleidingen voor de uitbreiding van een lokale energiecentrale installeerde, baggerde de groep de onderzeese geulen voor vier pijp leidingen. De twee kraanpontons Mimar Sinan en Postnik Yakovlev werden voor deze werken gemobiliseerd uit het Verre Oosten. Begin 2015 dichtte de sleephopperzuiger De Lapérouse de geulen opnieuw.
31
AFRIKA De snijkopzuiger Leonardo da Vinci baggerde 700.000 m³ hard materiaal in de haven van Dakar in Senegal. De baggerdiepte in het toegangskanaal en het havenbassin werd met twee meter verdiept tot -13 m. Diezelfde cutterzuiger werkte in 2014 ook in Congo voor de uitbreiding naar het oosten van de haven van Pointe-Noire. In Marokko voerde Jan De Nul Group twee baggercampagnes uit. In de haven van Tanger baggerde de cutterzuiger N iccolò Machiavelli voor de toekomstige kademuur van Tanger Med. En in Tan Tan, de op één na zuidelijkste haven van Marokko, baggerden de hoppers Pinta en De Bougainville voor het onderhoud van de havendiepte. De sleephopperzuiger De Lapérouse onderhield tussen februari en juni 2014 de haven van Douala in Kameroen. Deze onderhouds- en verdiepingswerken kaderen binnen een langetermijncontract in opdracht van de havenautori teiten.
32
MIDDEN-OOSTEN Jan De Nul Group verdiepte in opdracht van DP World de nieuwe T3- en T4-containerterminals in Dubai. Met dit contract bekrachtigt de groep haar goede relatie met een van de grootste havenbeheerders wereldwijd, Dubai Ports. In opdracht van de Libanese overheid en haveninstanties voerde Jan De Nul Group dan weer met succes uitbreidingsbaggerwerken uit in de haven van Beiroet. In Qatar bracht ‘s werelds grootste cutterzuiger J.F.J. De Nul de baggerwerken voor een nieuwe haven tot een goed einde. Deze haven is de nieuwe uitvalsbasis voor de containerhaven van Doha en de Qatarese Zeemacht. De J.F.J. De Nul baggerde meer dan 10 miljoen m³ harde rots, eigen aan de regio van Qatar.
Baggerwerken voor de nieuwe uitvalsbasis van de Emiri-scheepsmacht in Doha, Qatar
JAARVERSLAG 2014
33
34
In Egypte is Jan De Nul Group in 2014 begonnen aan een race tegen de tijd. Op 10 maanden tijd moet er een nieuw kanaal ten oosten van het bestaande Suezkanaal worden uitgebaggerd. In het land van de piramides zijn ze al wel enkele duizenden jaren vertrouwd met grote bouwwerken die in de hoogte oprijzen, dit keer is het in de diepte. Het Suez-project is een verhaal van strakke organisatie, vlotte communicatie en slimme improvisatie.
W
ie met de taxi vanuit Caïro naar Ismaïlia rijdt, een van de drie grote steden langs het Suezkanaal, ziet het landschap kilometer na kilometer verdorren. De groene Nijldelta maakt plaats voor een eindeloze, geelrode woestenij. In de verte doemen geen piramides, maar militaire wachtposten op. Sinds de Arabische Lente zijn de controles verstrengd. Erachter wacht de blauwe ader die langs de Sinaï-woestijn loopt en de Middellandse Zee met de Rode Zee verbindt. Gelukkig hebben we het juiste pasje op zak en laten ze ons door. “Je moet je wat low profile houden,” vertrouwt Ruddy Vanrolleghem ons toe. “Maar eigenlijk hebben we nog nooit problemen gehad bij controles. Echt onveilig hebben we ons ook nooit gevoeld. Dat kan ook moeilijk, het hele gebied is volledig beschermd door het leger. Dit project is van cruciaal belang voor Egypte en haar nieuwe bewind. Na de start in november, is president al-Sisi hoogstpersoonlijk aan boord van een van onze schepen gekomen.” Het consortium waar Jan De Nul deel van uitmaakt, heeft de opdracht om langs één vijfde van het 163 kilometer lange k anaal een tweede kanaal aan te leggen. Daardoor zullen scheeps konvooien voor het eerst zonder wachttijden in twee richtingen kunnen varen. Op termijn moet dat leiden tot een verdubbeling
“ELKE DAG DAT JE KAN BAGGEREN, IS EEN DAG GEWONNEN.”
JAARVERSLAG 2014
EGYPTE Midden 2014 werd 80% van het contract voor de aanleg van een nieuw Suezkanaal in Egypte toegekend aan een consortium met Jan De Nul Group. Egypte besloot om het huidige kanaal te ontdubbelen door een nieuw kanaal te graven. Zo zullen scheepskonvooien, die vandaag slechts in één richting kunnen doorvaren, voortaan zonder oponthoud in beide richtingen kunnen passeren. Voor dit project mobiliseerde Jan De Nul Group zeven cutter zuigers, waaronder vier van zijn krachtigste. De eerste cutterzuiger arriveerde in november en ging meteen aan de slag. Meer dan 500 collega’s van Jan De Nul Group zullen op dit historische project tewerkgesteld worden. De werken moeten in augustus 2015 worden afgerond. Na afloop is dit zonder twijfel de grootste klus ooit binnen een uitvoeringstermijn van minder dan één jaar dat door cutterzuigers werd uitgevoerd.
35
36
van het aantal schepen op het kanaal. Op 15 oktober 2014 werd het contract getekend. Op 1 augustus 2015 moet het nieuwe kanaal klaar zijn en aan de klant, Suez Canal Authority, overhandigd worden. Op 6 augustus vindt dan de officiële openingsceremonie plaats in aanwezigheid van regeringsleiders die uit alle hoeken van de wereld naar Ismaïlia zullen afzakken. Dat wil zeggen dat op 10 maanden tijd 194 miljoen kubieke meter moet worden uitgebaggerd. Dit prestigeproject is even goed een huzarenstukje. “In november werd het even heel spannend”, vertelt Ruddy Vanrolleghem. “Cutter- en hopperschepen moesten zo snel mogelijk aanrukken uit alle hoeken van de wereld. Op een bepaald moment was onze cutterzuiger Fernão de Magalhães er al, maar haar drijvende leiding om te kunnen pompen nog niet. Een van de partners, NMDC, kon wel een leiding uitlenen, maar die had een diameter van 750 mm, terwijl we er één van 900 mm nodig hadden. We hebben in een lokaal atelier de nodige verloopstukken laten maken. Bij Jan De Nul zijn we dat gewoon: we moeten wel vaker creatief omgaan met de uitdagingen waar we voor komen te staan. Twee weken later is onze eigen leiding toegekomen, NICOLAS BAERT WORKS MANAGER NEW SUEZ CANAL PROJECT
RUDDY VANROLLEGHEM PROJECTDIRECTEUR JDN NEW SUEZ CANAL PROJECT
maar het werk dat we dan al verricht hadden, was ontzettend belangrijk. Elke dag dat je kan baggeren, is een dag gewonnen. Zeker in dit project.” Niet alleen de vloot en het materiaal, ook alle werkkrachten moesten van overal in de wereld gemobiliseerd worden. Nicolas Baert begon vijf jaar geleden als kersvers afgestudeerd ingenieur bij Jan De Nul Group. Wanneer in Egypte het contract met Suez Canal Authority ondertekend wordt, zit Nicolas een ander project af te ronden in Australië.
JAARVERSLAG 2014
“Ik sprong een gat in de lucht toen Ruddy me belde.” Nicolas kan zijn enthousiasme niet verbergen. “Uiteraard was het ook wat beangstigend om in zo’n ambitieus project te stappen, maar het kriebelde om een nieuwe, andere opdracht aan te vatten. En anders was het wel! Ik heb in het begin moeten wennen aan het leven op accommodatieschepen, die verspreid lagen langs het drie kilometer lange werkgebied. Het grote voordeel van deze pontons is dat er geen uren verloren worden door elke ochtend en avond te pendelen tussen het kanaal en een hotel. Op zich wass lapen op een accommodatieschip niet nieuw voor mij, aangezien ik dit al eerder ervaren had in Irak. Je voelt je er wel wat meer afgesneden van de wereld. Maar het gaat natuurlijk om het werk en daarvoor zijn die accommodatieschepen geweldig.” “Het is fantastisch om met gemotiveerde jongelingen zoals Nicolas te kunnen werken”, vertelt Ruddy Vanrolleghem. “Het Suez-project is ambitieus omwille van het korte tijdsbestek, maar langs de andere kant is het ideaal voor hen, omdat de planning daardoor erg strak en duidelijk is. Dat biedt hen ook een houvast. Eenmaal zo’n project vlotjes draait, is het niet meer te stoppen.” Op dit moment pompt het consortium 1,2 miljoen kubieke meter per dag omhoog in de stortgebieden aan de oost- en westkant van het nieuwe kanaal. Dat is alsof je op één dag tijd een heel voetbalveld met 200 meter zou verhogen. Dat kan alleen maar door de vlotte samenwerking met de Egyptenaren en de andere partners. “Ik heb hier al ontzettend veel geleerd,” zegt Nicolas. “Bijvoorbeeld dat je in tijden van drukte beter een meeting
te veel houdt dan te weinig. Alleen zo ben je er zeker van dat opdrachten duidelijk overkomen. In het begin moesten we de lokale werkkrachten op het project alles van naaldje tot draadje uitleggen, aangezien velen onder hen nieuw waren in de baggerwereld. Gelukkig kennen onze lokale safety officers zowel Engels als Arabisch en konden zij onze instructies eenvoudig en duidelijk vertalen naar de crew, zodat er zeker geen fouten gebeuren en alles veilig kan verlopen. Eenmaal die communicatieproblemen waren opgevangen, bleken de Egyptenaren harde werkers.” “Er zijn natuurlijk enkele culturele verschillen waar we rekening mee houden”, vult Ruddy aan. “Zo passen we op vrijdag het uur van onze vergadering aan, in functie van het vrijdaggebed. En in de laatste maand voor oplevering is het ramadan, dat zal toch ook wat aanpassing vragen. Gelukkig zijn we zo goed op schema dat dat zeker in orde komt.”
DE HELDEN VAN SUEZ: J.F.J. De Nul, 27.240 kW (2003) Fernão de Magelhães, 23.520 kW (2011) Zheng He, 23.520 kW (2010) Ibn Battuta, 23.520 kW (2010) Leonardo da Vinci, 20.260 kW (1985) Hondius, 8.330 kW (2007) Kaerius, 8.330 kW (2007)
37
38
OCEANIË In 2014 consolideerde Jan De Nul Group zijn activiteiten in Australië. De aanleg van 360 hectaren nieuw land voor de tweede landingsbaan op de luchthaven van Brisbane verliep dankzij de goede producties van de sleephopperzuiger Charles Darwin zeer vlot. Het schip moest over afstanden van 3,6 tot 7,6 kilometer zand door een land leiding pompen, zonder het gebruik van bijkomende booster pumps. Dat zijn prestaties die slechts weinig schepen kunnen neerzetten. Door het zorgvuldig en continu controleren van de leiding en het totaal voorkomen van lekken werden de opspuitwerken voor de gestelde deadline afgerond, tot groot genoegen van de klant. Voor het derde jaar op rij was Jan De Nul Group aanwezig in Port Hedland, ’s werelds grootste exporthaven van ijzererts. De sleephopperzuiger Sebastiano Caboto voerde er onderhoudsbaggerwerken in opdracht van de haveninstanties uit, alsook bagger- en opspuitwerken voor de bouw van de AP5-aanlegplaats in opdracht van Fortescue Metals Group (FMG). Met die laatste opdracht bestendigt Jan De Nul Group een jarenlange succesvolle samenwerking met FMG.
JAARVERSLAG 2014
Jan De Nul Group ging bijzonder innovatief te werk voor wat betreft het afmeersysteem voor de Charles Darwin op het landwinningsproject in Brisbane. Volgens het contract moest de hopperzuiger fysiek aan de steiger afmeren. Dynamic positioning of ankers mochten niet worden gebruikt. Het team van Jan De Nul kwam daarom met een Moor Masters-vacuümsysteem van Cavotec op de proppen om het 70.000 ton zware schip aan de aanlegplaats vast te ‘zuigen’ zonder afmeertouwen te moeten gebruiken. Dit systeem had als voordeel dat het schip zeer snel kon aanleggen, veilig en zonder risico’s voor menselijke handelingen met de afmeertouwen. Met deze innovatie werd Jan De Nul Group in het najaar van 2014 genomineerd voor de Trends Business Tour Award, een initiatief van Vlaams weekblad Trends om o ndernemingen die uitmunten in innovatie en duurzaamheid, in creativiteit en dynamiek, te huldigen.
39
40
AZIË In het Vietnamese Ha Tinh werkte de vloot van Jan De Nul Group met succes de laatste delen van de bagger- en opspuitwerken in opdracht van Formosa Corporation af. Het nieuwe havenbassin en het toegangskanaal van acht kilometer werden overgedragen aan de klant. In de Filipijnen onderhield de hopperzuiger Juan Sebastián de Elcano het draaibassin en het vijf kilometer lange toegangskanaal van de haven van Manila. En in Indonesië werkten de hoppers Leiv Eiriksson en Cristóbal Colón in twee aparte campagnes verder aan de opspuitwerken voor het 260 hectare grote eiland 2B voor de kust van Pantai Indah Kapuk, een project dat overigens deel uitmaakt van een kustbeschermingsprogramma in de baai van Jakarta. Langsheen de westkust van Taiwan voerde Jan De Nul Group twee baggerprojecten uit met de sleephopperzuiger Juan Sebastián de Elcano. In de haven van Mailiao voerde de hopper onderhoudswerken in het 24 meter diepe toegangskanaal uit. In de haven van Kaohsiung was het schip verantwoordelijk voor het onderhoud van het draai bassin, het baggeren van een geul voor de installatie van caissons en voor de opspuitwerken die kaderen binnen een groter havenuitbreidings programma.
TURKMENISTAN In 2014 haalde Jan De Nul Group zijn eerste project ooit binnen in Turkmenistan. Door zijn locatie was dit project bijzonder uitdagend op logistiek niveau. Het team van Jan De Nul Group zal er het havenbassin verdiepen en vergroten. De internationale zeehaven van Turkmenbashi zal na afloop van de werken het logistieke centrum worden tussen Europa en Azië. Onder de noemer Reviving the Silk Road (De Zijderoute Nieuw Leven Inblazen) wil de regering van Turkmenistan een nieuwe solide basis leggen voor de duurzame ontwikkeling en economische heropleving van de regio.
JAARVERSLAG 2014
De havens rond de Kaspische Zee waren een onontgonnen gebied voor Jan De Nul. Tot het team onder leiding van Area Director voor Azië Philippe Hutse voet aan grond kreeg in Turkmenistan. De uitbreidingswerken aan de haven van Turkmenbashi zijn een mooi eerste project, maar bovendien openen er zich allerlei opties naar de omringende landen: Azerbeidzjan, Rusland, Kazachstan… Eens in de Kaspische Zee kan Jan De Nul Group er best nog even blijven, want het is een hele klus om er te geraken. De enige aanvaarroute loopt over de Wolga rivier en daar ben je overgeleverd aan de grillen van moeder natuur. Een ontdekkingsreis anno 2015.
D
e Kaspische Zee is een endoreïsch bekken: het watert niet af in een zee of oceaan. Het is eigenlijk geen zee, maar het grootste meer ter wereld. Philippe Hutse legde al in 2006 de eerste contacten in Turkmenistan en nu er een opdracht binnen was, was het zaak om een schip van Jan De Nul Group fysiek ter plekke te krijgen. Het werd een calvarietocht die begon in de Middellandse Zee, langs de Bosporus in Turkije en door de Zee van Marmara naar de Zwarte Zee. Vervolgens ging het door de Zee van Azov tot aan de monding van de Don. Daar begon het avontuur pas echt, over het Wolga-Don-kanalencomplex. “Dat kanalencomplex is om te beginnen erg gelimiteerd in af metingen”, vertelt Philippe Hutse. “De schepen van Jan De Nul zijn bijna allemaal te groot. Daarom hebben we cutterzuiger Vesalius gemobiliseerd, maar niet alvorens zijn mobiele kraan te demonteren. Het Wolga-Don-kanaal is op veel plaatsen namelijk niet alleen beperkt in diepte en breedte, maar ook in hoogte, want er staan achttiende-eeuwse poorten op de sluizen. Esthetisch, dat wel, maar we waren gelukkig zo slim om de kraan in België al te demonteren.”
41
42
De overeenkomst met de opdrachtgever werd getekend in juli 2014. Dat gaf Jan De Nul Group een korte mobilisatietijd, want het Wolga-Don- kanaal vriest dicht in de winter. Je moet er voor n ovember door zijn, of je moet wachten tot april. Hutse en zijn team slaagden erin om in september al te vertrekken uit België, maar ook dan probeerde het klimaat roet in het eten te strooien. “Tijdens de zomer zakt de waterstand en de kanalen zijn niet overal even diep. Op een bepaald moment hebben we de sleep een paar dagen moeten stilleggen, tot er opnieuw voldoende water in het kanalen complex was. Wachten kost geld, maar in dit geval moesten we er ook op letten dat we de vrieskou voor bleven. Ik heb nog nooit zo hard gehoopt dat het zou regenen. Twee dagen nadat we uit het Wolga-Don-kanaal waren, is het er beginnen te vriezen.” Toen de Vesalius aankwam in Turkmenbashi, was Project Manager Dennis Veeckman net op tijd ter plaatse. “Ik kwam van een project in Jakarta, Indonesië, een miljoenenstad waar temperaturen altijd schommelen tussen 26 en 30 graden Celsius. Turkmenbashi daarentegen is een veredeld dorp, waar het in de zomer meer dan 40 graden is, maar op het moment dat ik aankwam min 12.” Naast het wennen aan de temperaturen, was het voor de crew van Jan De Nul Group ook aanpassen aan de lokale geplogenheden. “Er moesten heel wat vergunningen en licenties verkregen worden”, vertelt Dennis. “Ik heb geleerd dat je niet genoeg stempels kan hebben
PHILIPPE HUTSE DIRECTEUR REGIO AZIË
JAARVERSLAG 2014
“WE MOETEN WACHTEN OP REGEN, MAAR WEG ZIJN VOOR HET VRIEST. SOMS BEPAALT DE NATUUR JE AGENDA.” in Turkmenistan. We hebben een lokale branche van Jan De Nul Group opgericht en hebben de Vesalius en onze werkboten moeten omvlaggen. Anders kregen we zelfs geen diesel. Deze boten varen nu dus onder Turkmeense vlag.” Zoals in veel landen, krijg je ook in Turkmenistan pas werkvergunningen voor je expats als je een minimum aantal lokale werkkrachten in dienst neemt. Het Turkmeense streefcijfer ligt erg hoog. “Bij het ondertekenen lag dat al op zeven Turkmenen voor drie buitenlanders, maar in 2015 zal de verhouding nog veranderen. Dan zullen we voor twee werkvergunningen acht Turkmenen in dienst moeten nemen. Dat vraagt toch wel wat organisatie en creativiteit om al die mensen nuttig aan het werk te zetten.” Het uitbaggeren van de toegang tot de haven van Turkmenbashi zal tegen eind 2015, begin 2016 beëindigd zijn. Maar dat wil niet zeggen dat Jan De Nul ook weer vertrekt uit de Kaspische zee. Philippe Hutse hoopt alvast van niet: “De weg ernaartoe is zo complex en duur dat je een vrij substantieel project nodig hebt om de kost te kunnen dragen. Nu hadden we zo’n kans en we hebben die gegrepen. Ik hoop dat we een langere periode aanwezig kunnen blijven in deze regio. We weten dat er een markt is, dus het is een kwestie van verschillende projecten binnen te halen, zodat de Vesalius zo lang mogelijk hier kan blijven. Dan hebben we toch niet voor niks dat epische avontuur door het Wolga-Don-kanaal beleefd.”
43
44
AMERIKA Centraal-Amerika en Caraïbisch gebied In Centraal-Amerika was Jan De Nul Group zowel op het vasteland als in het Caraïbische gebied aanwezig. In Panama zorgden het kraanponton Il Principe en de splijtbakken Magellano en Verrazzano voor de verdere verdieping van de draaicirkel en dokken van de Manzanillo International Terminal in Colon. In de Mexicaanse steden Manzanillo en Guaymas aan de Stille Oceaan voerde de sleephopperzuiger James Cook onderhoudsbaggerwerken uit. En in de B ahamas baggerde de cutterzuiger Niccolò Machiavelli een toegangs kanaal naar een terminal voor cruiseschepen op het eiland Bimini. Ongeveer 650.000 m³ kalksteen werd opgebaggerd. Voor dit contract stond het team van Jan De Nul Group voor een logistieke uitdaging, aangezien al het benodigde materieel naar het eiland moest worden getransporteerd en geïnstalleerd met lokaal zeer beperkte middelen.
Zuid-Amerika In Zuid-Amerika was Jan De Nul Group opnieuw traditioneel aanwezig. Vooral onderhoudscampagnes vulden het orderboek van de groep.
Baggerwerken in de haven van Aguadulce, Colombia
JAARVERSLAG 2014
45
In Colombia was de groep zowel aan de westkust in de haven van Buenaventura aanwezig als aan de oostkust in de havens van Cartagena en Barranquilla. In de haven van Buenaventura werkte een vloot van wel vijf baggertuigen het hele jaar door. De hopperzuiger Filippo Brunelleschi en de cutterzuiger Hondius voerden de verdiepingsbaggerwerken in opdracht van SPRBun uit, de grootste containerterminal in de haven. Het kraanponton Il Principe en de splijtbakken Magellano en Verrazzano zorgden voor het onderhoud van de kaaimuur van Compas en aan grenzend gebied. De Filippo Brunelleschi werd eveneens ingezet voor twee onderhoudscampagnes in het toegangskanaal van de haven. En de cutterzuiger Hondius stond in voor de openingsbaggerwerken in het toegangskanaal, in opdracht van de havenautoriteit INVIAS. In Cartagena was er eveneens werk voor vijf baggertuigen. De sleep hopperzuigers Francesco di Giorgio en Pedro Álvarez Cabral, de cutterzuiger Hondius en het kraanponton Il Principe werden ingezet voor het onderhoud en de openingsbaggerwerken in de haven van Mamonal. Il Principe voerde daarnaast ook baggerwerken uit voor de Compas- terminal in de baai van Cartagena. En de cutterzuiger Marco Polo kwam uit Buenaventura over om de hopperzuiger Pedro Álvarez Cabral te ssisteren in de verbreding en verdieping van de toegangsgeul tot de baai a van Cartagena, een lokaal prestigieus project ter hoogte van Bocachica. In 2015 voert de Pedro Álvarez Cabral fase twee van dit project uit, met name het uitdiepen van het toegangskanaal ter hoogte van Manzanillo. Het duo Hondius en Pedro Álvarez Cabral werd verderop in Barranquilla in opdracht van Cormagdalena ingeschakeld om de eerste 22 kilometer van de Magdalenarivier op diepte te brengen. De havenautoriteit van Barranquilla SPRB profiteerde van de aanwezigheid van beide schepen om voor hen enkele kleine hoeveelheden rots in de haventoegang weg te baggeren.
46
Verdiepingsbaggerwerken in de haven van Buenaventura, Colombia
JAARVERSLAG 2014
In het Braziliaanse São Luís onderhield de sleephopperzuiger Galilei 2000 de vier terminals van TMPM en deed de hopperzuiger James Cook hetzelfde voor de klant Vale in het toegangskanaal van Punta da Madeira. De Argentijnse concessiemaatschappij Hidrovia SA, waarin Jan De Nul participeert, voerde onderhoudsbaggerwerken uit met de sleephopperzuigers Alvar Nuñez Cabeça de Vaca, Capitan Nuñez, James Ensor, Niña en Sanderus op de P araná- en La Platarivieren over een afstand van 1.400 kilometer. De Alvar Nuñez Cabeça de Vaca werd ook ingeschakeld voor het onderhoud van Canal Sur en Dock Sud in de Provincie van Buenos Aires. Zuidelijker, in Bahía Blanca, baggerde de DN28 binnen het vijfjarige raamcontract voor het onderhoud van de haven. Jan De Nul Group werd in Peru ingezet voor het baggeren van het toegangskanaal en de zwaaikom in de haven van Salaverry. De sleephopperzuigers Francesco di Giorgio en Filippo Brunelleschi herstelden de diepte van de haven, een ingehuurde cutterzuiger stond in voor het baggeren langsheen de kademuur. De Filippo Brunelleschi werd daarna naar Melchorita gemobiliseerd om er de onderhoudscampagne voor de LNG-terminal uit te voeren. Het laatste Zuid-Amerikaanse land waar Jan De Nul Group in 2014 aan de slag ging, is Uruguay. De sleephopperzuiger Niña en de cutterzuiger Marco Polo baggerden de haven van Nueva Palmira uit en hoogden de terreinen voor de uitbreiding van de Navíos-terminal op.
47
Vooruitzichten Jan De Nul Group wist zijn orderboek voor 2015 te vullen met enkele contracten in Latijns-Amerika: in de Argentijnse haven van Quequén zal de groep onderhoudsbaggerwerken uitvoeren, in Chili haalde Jan De Nul Group het contract voor de baggerwerken in de haven van Angamos in opdracht van Belfi binnen. En in opdracht van de havenautoriteit van Pointe-à-Pitre in Guadeloupe zullen het kraanponton Postnik Yakovlev en de sleephopper Pedro Álvarez Cabral de toegangsgeul en het havenbassin verdiepen.
48
OFFSHORE ACTIVITEITEN VOOR OLIE, GAS EN HERNIEUWBARE ENERGIE UITDAGINGEN IN AUSTRALIË Het grootste offshore contract van Jan De Nul Group in 2014 was in Australië waar een nieuw offshore platform moest worden geïnstalleerd in het Wheatstone-veld. Het platform rust op een stalen fundering (steel gravity structure (SGS)). Jan De Nul Group was hier verantwoordelijk voor de installatie van een nivellerende rotslaag op de zeebodem, voor het ballasten van de SGS en voor de installatie van een beschermende rotslaag rondom de SGS. Voor deze drie toepassingen ontwierpen de ingenieurs van Jan De Nul Group tools op maat aan boord van het valpijpschip Joseph Plateau. Met een grondoppervlakte van 104,4 m bij 76,5 m en een hoogte van 100 m moest de zeebodem perfect uitgevlakt worden om de stabiliteit van de SGS te garanderen. Daarvoor installeerde Jan De Nul Group een nivellerende rotslaag van 1 meter dik, met strikte toleranties van 5 cm tot 10 cm. Om aan deze minimale toleranties te beantwoorden ontwierp en bouwde de groep een onderzeese nivelleringsunit en een sweep beam gemonteerd op de remotely operated vehicule (ROV). Bovenop de SGS werd een speciale structuur gebouwd om de SGS te kunnen ballasten. Jan De Nul Group ontwierp een systeem om de koppeling te maken tussen ballastcompartimen ten van de SGS en de ballastunits aan boord van het schip. Maar compartimenten in de SGS kunnen het ballastproces h inderen.
JAARVERSLAG 2014
49
Plaatsing van erosiebescherming en kabelinstallatiewerken voor het Belwind-demoproject van Alstom, België
50
Daarom werden vooraf testen op een schaal van 1:6 uitgevoerd om het juiste ballastmateriaal te selecteren. De testen moesten ook de ideale vulmethode uitwijzen. Om het ballastmateriaal in de SGS te pompen, werd op het achterdek van de Joseph Plateau een mix- en pompinstallatie geïnstalleerd. Ook op deze installatie en op het ballastmateriaal zelf werden vooraf testen op ware grootte uitgevoerd. Om de SGS tegen de werking van de zee te beschermen moest Jan De Nul Group een stenen laag en betonnen matrassen aanbrengen rondom de SGS-structuur. De stenen werden geïnstalleerd door middel van een valpijp en de betonnen matrassen werden geïnstalleerd ter hoogte van de J-tubes. Speciaal hiervoor werd een kraan met hydraulische deiningscompensator aan boord van de Joseph Plateau geïnstalleerd. Een workclass ROV werd gebruikt om de correcte plaatsing van de matrassen onderzee op te volgen. Voor het Wheatstone-pijpleidingproject in Australië dichtte Jan De Nul Group in 2014 de geul die de groep in 2013 had gebaggerd voor de installatie van de Wheatstone-pijpleiding. In totaal werd 1 miljoen m³ zand en 500.000 ton rots in de geul geïnstalleerd. Voor dit werk mobiliseerde Jan De Nul Group de sleephopperzuigers Sebastiano Caboto en Vitus Bering, en de valpijpschepen La Boudeuse en Joseph Plateau. De stenen werden aangekocht bij de steengroeve WA Limestone en werden in Dampier aan boord van de valpijpschepen gebracht.
Peter De Pooter en Sven Cras vormen het perfecte voorbeeld van de natuurlijke synergiëen zo typisch voor Jan De Nul Group. Twee verschillende generaties, twee verschillende afdelingen, maar ook twee handen op één buik. Peter is 49 jaar en senior project manager bij de offshore diensten van Jan De Nul Group. Sven is er 29 en maakt deel uit van het team Marine Environmental Department (MARED). Voor het Wheatstone-Ballasting Project in Australië hebben ze hun complementaire talenten bij elkaar gelegd om dit project succesvol af te ronden.
JAARVERSLAG 2014
Z
PETER DE POOTER MANAGER OFFSHORE RENEWABLES
o’n 120 zeemijl voor de kust van Dampier, in West- Australië, wou Chevron een nieuw platform voor gas winning installeren, het Wheatstone Platform. Dit kustgebied is gekenmerkt door een uitzonderlijk divers ecosysteem met koraal, schildpadden en bultrugwalvissen. Naast deze prachtige natuur, staat de streek ook bekend voor haar tropische cyclonen, met windsnelheden tot 250 kilometer per uur.
Bij het plaatsen van het platform moest uiteraard rekening worden gehouden met al deze randvoorwaarden. Alvorens het platform kon geplaatst worden, moest Jan De Nul Group met grote nauwkeurigheid een stabiele funderingslaag met rots aanleggen. Vervolgens moest het projectteam van Peter De Pooter de pijlers van het platform vullen met zwaar ijzerertsmate riaal. Daar waren echter risico’s aan verbonden. “Zo bestond de vrees erin dat er tijdens het vullen langs de wateropeningen een te hoge concentratie fijne deeltjes ijzererts zou vrijkomen,” legt Peter uit. “We wilden absoluut voorkomen dat er zich in dit fragiele ecosysteem een grijze stofwolk zou vormen en afzetten. Daarom hebben we samen met MARED een testprogramma opgezet om de impact te berekenen en die tot een absoluut minimum te beperken.”
SVEN CRAS PROJECT ENGINEER OFFSHORE
51
52
“ALS HET NOG NIET BESTAAT, VINDEN WE HET WEL UIT.” “Het Wheatstone Ballasting Project was een grote uitdaging,” vertelt Sven van het MARED-team, “omdat de Australische milieuregelgeving ontzettend streng is. Maar ook bij Jan De Nul Group vinden we het milieu erg belangrijk. Chevron wou een product mengen met het ijzerertsmateriaal als bescherming tegen interne corrosie van het platform, maar we hebben hen dat afgeraden. Het product zelf was ontzettend toxisch met mogelijke gevolgen op het milieu. Uiteindelijk is het product niet toegepast.” Peter vult aan: “We staan als Jan De Nul Group bekend voor ons pro actief meedenken in probleemsituaties. De klant vindt ons flexibel van aanpak en apprecieert het dat we zelf met oplossingen komen. Bovendien weten onze klanten dat we niet terugdeinzen om nieuwe methodes te ontwikkelen.” Op het Wheatstone Ballasting Project zijn meerdere nieuwe technieken ontwikkeld en toegepast. Op zich is het plaatsen van een rotsfunderings laag onder water niets nieuws voor Jan De Nul Group. Maar voor dit project moest op een waterdiepte van 70 meter de funderingslaag geplaatst worden met een nauwkeurigheid van 50 millimeter. Peter legt uit dat daarvoor nieuwe tools zijn ontwikkeld. “Een eerste was de installatie van een sweep beam aan de ROV van ons rotsinstallatieschip Joseph Plateau. In combinatie met een nivellerings tool, een werktuig met nivelleringsbalk dat door de ROV over de rotslaag kan worden getrokken, hebben we de rotsfunderingslaag zelfs kunnen
aanbrengen met een grotere nauwkeurigheid dan vereist. Uiteraard hebben we dat allemaal eerst uitgebreid getest, zowel op het droge als onder water. De projectteams bij Jan De Nul Group worden vaak opnieuw samen gesteld per project. Dat zorgt telkens voor de nodige inloopperiode, maar ook dat iedereen weer met een frisse geest start, zodat i nnovatieve ideeën de nodige ruimte krijgen. “Bovendien werken we met heel wat jonge mensen,” vertelt Peter, “en dat is een ontzettende meerwaarde. Je merkt dat zij minder gebonden zijn aan oplossingen uit het verleden en vaak verder durven te denken. Als je dan ook nog dienstoverschrijdend kan werken met de andere afdelingen, zoals in dit geval met MARED, dan is dat een extra meerwaarde voor het projectteam.” “Ik zat dan wel op de milieuafdeling in dit project,” vertelt Sven, “maar ik wist perfect waar engineering mee bezig was, en omgekeerd. Iedereen komt met andere ideeën, je gooit die samen en uiteindelijk komt daar de oplossing uit.” Voor Jan De Nul Group zal het Wheatstone-Ballasting Project project er in 2015 volledig opzitten, en Sven en Peter zijn al weer elders aan de slag. Sven is zelfs van afdeling veranderd en werkt nu samen met Peter op de nieuwe afdeling Offshore Renewables. Het beste bewijs dat er bij Jan De Nul Group geen muren bestaan tussen de verschillende divisies.
JAARVERSLAG 2014
53
Installatie van stenen, ballast en bescherming tegen erosie rondom het Wheatstone-platform, Australië
54
Installatie van onderzeese kabels tussen Ras Laffan en het Halul-eiland, Qatar
JAARVERSLAG 2014
55
INVENTIVITEIT ELDERS IN DE WERELD In Qatar installeerde het kabellegschip Willem de Vlamingh met succes de eerste van de twee 132 kV hoogspanningskabels tussen Ras Laffan en het eiland Halul. Voor dit contract was Jan De Nul Group verantwoor delijk voor de gehele studie, de installatie en het aan land trekken van de kabel aan beide uiteinden. Over de totale afstand van 100 kilometer moest de kabel wel 26 onderzeese pijpleidingen en kabels overbruggen. Hiervoor werd de kabel voorzien van extra speciale bescherming op plaatsen waar hij andere kabels of pijpleidingen kruist. De installatie werken en de overbruggingen werden met een workclass ROV nauw gezet opgevolgd.
De klant Pemex kon echter enkele olieplatformen niet tijdig afwerken, waardoor Jan De Nul Group niet alle kabeluiteinden kon aansluiten. Daarom werden die kabeluiteinden tijdelijk onder water veilig op de zeebodem geborgen in afwachting van de aansluiting op het platform. Begin 2015 zijn alle platformen van Pemex opgeleverd en heeft de Simon Stevin die laatste kabeluiteinden kunnen aansluiten.
In de eerste helft van 2014 installeerde Jan De Nul Group in Mexico over een afstand van meer dan 80 km onderzeese hoogspanningskabels tussen verschillende offshore olieplatformen van Pemex in het Ayatsilveld in de Golf van Mexico. Deze kabels werden in Duitsland aan boord van het kabellegschip Willem de Vlamingh geladen.
Op dit project moest Jan De Nul Group bijzonder inventief zijn, gezien de harde grondsoort. De te baggeren bodem was zeer harde tot harde klei, vaak met grote blokken klei. Door de zeer afgelegen projectlocatie moest het Jan De Nul team bijzonder spitsvondig omgaan met de vloot ter plaatse. De sleephoppers werden met enkele innovatieve systemen uitgerust. De sleepkoppen werden bijvoorbeeld voorzien van een net om de grotere kleiblokken aanwezig in de bodem mee te trekken. Ook werden speciale tanden op de sleepkop gemonteerd om de harde ondergrond eerst los te breken. Naast het baggeren van de geul stond Jan De Nul Group ook in voor de installatie van 1,2 kilometer kabel.
De kabel moest over een totale lengte van 65 kilometer worden inge graven in de zeebodem. Een speciale trencher type CMROV3 zorgde ervoor dat de kabel in een geul werd ingegraven. Op sommige plaatsen was de zeebodem echter te hard om erin te baggeren, en op andere plaatsen moest de kabel een andere kabel of pijpleiding dwarsen. Daar werd dan een kleine rotslaag geïnstalleerd door het valpijpschip Simon Stevin waarop de kabel werd gelegd. In 2015 zal de Simon Stevin dit afwerken met een afdekkende rotslaag op de kabel. In totaal zal dan een 150.000 ton aan steven worden geïnstalleerd.
In Argentinië baggerde Jan De Nul Group een 9 kilometer lange geul voor het project Vega Pleyade. Hiervoor gingen twee sleephopperzuigers en de graafmachine Starfish aan de slag.
56
CIVIELE BOUWWERKEN TRANSPORTINFRASTRUCTUUR Infrastructuurwerken in België Begin 2014 werd het traject van deelproject Geel-Kasterlee van het design, build and maintain-project Noord-Zuid Kempen officieel geopend. Enkele maanden later volgde het deelproject Geel-West, met als blikvanger de tuibrug over het Albertkanaal. De bouwwerken werden opgeleverd en de 30 jaar durende onderhoudsfase werd opgestart. In Brussel loopt de bouw van de spoortunnel Schuman-Josaphat op zijn einde. In 2014 werden de ruwbouwwerken grotendeels afgerond, met als huzarenstuk het inschuiven van de spoorbakken over de metro van de Wetstraat. Ook de rails werden aangelegd, zodat de afwerking van het station konden worden opgestart. Eind 2015 zal de spoortunnel in dienst worden genomen. In het station van Mechelen bouwt Jan De Nul in tijdelijke vereniging een nieuwe spoorbypass. Deze nieuwe spoorlijn zal zorgen voor de nood zakelijke capaciteitsuitbreiding van het treinstation. In 2014voltooide Jan De Nul het merendeel van de funderingstechnieken. De bouw van verschillende bruggen en tunnels werd opgestart en is in volle uitvoering. In november werd een 1.900 ton zwaar brugdek onder de spoorlijn Mechelen-Leuven geschoven met behulp van Self Propelled Modular Transporters (SPMT). In 2014 voerde de tijdelijke vereniging met Jan De Nul de Leiewerken in Kortrijk uit. Net zoals de sluis van Harelbeke kadert dit project binnen het grotere Seine-Scheldeproject. De Leie in Kortrijk werd verbreed, ver diept en op verschillende plaatsen rechtgetrokken, waarbij er verschillende grote infrastructuurwerken werden uitgevoerd, zoals de bouw van kaaimuren en bruggen. Dankzij deze ingreep is de Leie voortaan in beide
richtingen bevaarbaar voor (container)schepen tot 1.350 ton, alternerend zelfs tot 4.400 ton. Het Waalse Gewest is op het vlak van infrastructuurwerken gevoelig minder gaan investeren, waardoor de civiele bouwmarkt gekrompen is. Maar door voorafgaande investeringen wist Jan De Nul in 2014 zijn positie in deze sector te handhaven. De groep stond in voor de bouw van de nieuwe bruggen in Harchies over het kanaal Nimy-Blaton; en de brug van Haccourt over de Maas en de E25, met directe toegang tot het multi modale platform van Trilogiport aan het Albertkanaal, ten noorden van Luik.
De Fehmarn Belt-verbinding tussen Denemarken en Duitsland Jan De Nul Group prekwalificeerde zich in 2013 voor drie contracten voor de bouw van een 17,6 km lange tunnel in de zee-engte tussen Denemarken en Duitsland, een design and build-project van Femern A/S, onderdeel van het Deense ministerie van Transport. De gunning van dit project is voorzien voor eind 2015, begin 2016. De twee tunnelcontracten die Jan De Nul Group als leider van een consortium aanbesteedt, zijn momenteel in de derde fase van het aanbestedingsproces beland. Het project omvat de bouw van tijdelijke pre fabricatiehallen en haveninfrastructuur; de geïndustrialiseerde bouw van tunnelelementen van meer dan 200 meter lang; het opdrijven, weg slepen en afzinken van deze tunnelelementen; het onder- en aanvullen van deze elementen in een vooraf gebaggerde sleuf; en het waterdicht afwerken en ballasten van de binnenkant van de tunnel.
JAARVERSLAG 2014
57
Aanleg van stationsparking en spoorbypass in Mechelen, België
58
Twee strategisch belangrijke infrastructuurprojecten in Vlaanderen In 2014 startten enkele strategisch belangrijke projecten, zoals het PPS-project A11 Brugge en het DB-project R11 Deurne. Met deze infrastructuurprojecten en de grote sluizenbouwprojecten bestendigt Jan De Nul Group zijn positie als marktleider in België voor grote infra structuur projecten en in het bijzonder voor Design/Build/Finance/ Maintenance-projecten. Deze expertise op de thuismarkt is van cruciaal belang voor aanbestedingen van PPS-projecten in het buitenland.
Aanleiding voor de werken was de invoering van nieuwe veiligheidsvoorschriften door de ICAO (Internationale Burgerluchtvaartorganisatie) waardoor veiligheidszones (RESA’s) in het verlengde van de baan vereist zijn. Dat was enkel mogelijk als de gewestweg R11 ondertunneld werd. De te realiseren tunnel heeft een lengte van 420 meter met aansluitende toegangs hellingen.
In maart 2014 startte Jan De Nul, als lid van het consortium Via Brugge NV, met de aanleg van het PPS-project A11 Brugge, een van de missing links in het Vlaamse wegennet. Die nieuwe autosnelweg zal twee belangrijke verkeeraders met elkaar verbinden: de N31 in Brugge en de N49 in Westkapelle.
Voor de aanbesteding werd gekozen voor een design and build- opdracht waarbij rekening gehouden moest worden met de nabijheid van de luchthaven, die tijdens de werken in exploitatie blijft. De ondertunneling ter plaatse van de genoemde RESA-zone diende tussen april en september 2014 gerealiseerd te worden. Dat werd met succes volbracht.
De A11, met een totale lengte van 12 kilometer, zal zorgen voor een vlotte verbinding van de haven van Zeebrugge met het binnenland. De werken namen in 2014 meteen een vliegende start en verlopen volgens schema. Paradepaardje van het project is de bouw van het 1.500 meter lange viaduct met een innovatief concept dat weinig onderhoud vergt. Het project geniet internationaal bijzondere aandacht vanwege de wijze waarop het wordt gefinancierd. Naast de eigen inbreng van de private en publieke partners, wordt het project gefinancierd via projectobligaties met een publieke notering, die genieten van de innovatieve Project Bond Credit Enhancement (PBCE). Dat systeem werd door de Europese Investeringsbank en de Europese Commissie in het leven geroepen. Het project A11 Brugge is het eerste waarbij zowel de bouw als de operationele fase geniet van dit PBCE-systeem. Jan De Nul is dan ook trots deze financiering afgerond te kunnen hebben in maart 2014. In januari 2014 startte het design and build-project R11 Deurne. De werken situeren zich op de gewestweg R11 en bevinden zich net achter de start- en landingsbaan van de luchthaven van Antwerpen.
JAARVERSLAG 2014
59
Dirk Van Rompaey en Jo Roelants hebben voor Jan De Nul Group al over de hele wereld civiele werken uitgevoerd, maar 2014 was voor hen het jaar van de grote projecten in België. Sant in eigen land. De aanleg van de A11, een snelweg die de haven van Zeebrugge met het binnenland verbindt, is het grootste project in de Vlaamse weginfrastructuur sinds de aanleg van snel wegen in de jaren ’80. En in de Waaslandhaven sneuvelde zelfs een heus wereldrecord, met de bouw van de Deurganckdoksluis.
H DIRK VAN ROMPAEY DIRECTEUR NATIONALE DIVISIE
JO ROELANTS AFDELINGSHOOFD INFRASTRUCTUURWERKEN
“BELGIË IS DAN WEL PIEPKLEIN, SINDS 2014 HEEFT HET DE GROOTSTE SLUIS TER WERELD.”
et A11-project is op allerlei vlakken uniek te noemen. Van de zogenaamde missing links, de ontbrekende stukken autosnelweg in ons land, is het veruit de grootste. Het gaat om 12 kilometer tussen de N31 in Brugge en de N49 in Westkapelle. Jan De Nul is als
penvoerder in het project voornamelijk verantwoordelijk voor de realisatie van 70 kunstwerken. Daarbij staat functionali teit voorop, maar wie ter plekke gaat kijken, zal m eteen enkele architecturale kunstgrepen opmerken. “Een van die bruggen is een duurzaam viaduct van anderhalve kilometer dat semi-integraal wordt gerealiseerd”, vertelt Jo Roelants trots. “Dat wil zeggen dat het over heel die lengte amper voegen en oplegtoestellen bevat. Als je vanop een afstand gaat kijken, zal je een erg slanke constructie zien. Het is alsof we een dunne en abstracte lijn over het landschap trekken. Ja, daar wordt een mens lyrisch van.” Zo’n innovatieve brug is duur in uitvoering, maar erg onderhoudsarm. Naast de esthetiek, primeerde hier dus ook de kostprijs op langere termijn. De keuze voor dat viaduct is immers ingegeven door het feit dat het consortium waar
60
Jan De Nul deel van uit maakt, 30 jaar lang verantwoordelijk is voor het onderhoud van de A11. Het project is momenteel de grootste publiek-private samenwerking in Vlaanderen onder de noemer DBFM: Design, Build, Finance, Maintain. “Elk van die onderdelen hebben we met de partners in het consortium ingevuld,” legt Dirk Van Rompaey uit. “Voor het financieringsdeel is een systeem van projectobligaties gebruikt dat uniek is in Europa. Om de obligatie te ondersteunen heeft de European Investment Bank bovendien een garantie gegeven, waardoor het voor fondsen iets comfortabeler werd om in te stappen. Deze ervaring bij de A11 moet het mogelijk maken om ook in het buitenland dergelijke DBFM-projecten te realiseren.” Jan De Nul kan haar Belgische ervaring in het buitenland gebruiken, maar ook het omgekeerde is steeds vaker waar. Al sinds 2009 is Jan De Nul aan de slag met sluizen voor het Panamakanaal. Een prestigieus project dat hen een competitief voordeel gaf voor het project van de Deurganckdoksluis. “Sluizenbouw is ontzettend actueel, dus het is goed om dit soort projecten binnen te halen”, zegt Dirk Van Rompaey. “In de Benelux, maar ook in Nicaragua, Panama… ja, in de hele wereld zijn er op dit moment infrastructuurwerken met sluizen. Jan De Nul Group is zonder twijfel een van de meest ervaren sluizenbouwers van de laatste tien jaar. Dat komt omdat er heel wat verschillende disciplines in samenkomen: burgerlijke bouwkunde, maar ook baggerwerken en elektromechanica.” “In tegenstelling tot veel andere bedrijven, is het bij Jan De Nul Group geen probleem om samen te werken met ingenieurs of technici uit andere afdelingen”, vult Jo Roelants aan. “Wij zijn geen conglomeraat van acquisities, maar erg
centraal georganiseerd en dat is onze sterkte. Qua elektromechanica en hydraulische technieken kan je een sluis beschouwen als een groot schip. Je begrijpt dat de e xpertise van collega’s uit de scheepsbouw dan meer dan welkom is.” Enkele collega’s die in Panama hebben gewerkt, zijn ook aan de slag gegaan in de Waaslandhaven. Toch zijn er ook grote verschillen tussen de twee projecten. In Panama gaat het om zes sluiskamers, in de Waaslandhaven om één hele grote. De Deurganckdoksluis is 500 meter lang en 68 meter breed. Ook al is ze even groot als de Berendrechtsluis, ze heeft iets meer waterdiepte en daardoor heeft ze een nieuw wereldrecord gevestigd. “We zijn in november 2011 gestart met de werken,” vertelt Dirk Van Rompaey en eind 2014 hadden we er al 80% van beëindigd. In maart 2016 zal het volledige project al afgerond zijn. Dan heeft dit piepkleine landje de grootste sluis ter wereld.” Niet alleen in Vlaanderen, ook in Wallonië is het transport over water ontzettend toegenomen de afgelopen jaren en dus zijn ook daar vernieuwingen nodig. De nieuwe sluis in Ivoz-Ramet, ten zuidwesten van Luik, is een knap staaltje bouwkunde op erg moeilijk bereikbare werf in het midden van de Maas. Het zal begin 2015 afgewerkt zijn. Dirk Van Rompaey besluit: “Het was vrij uniek dat we het afgelopen jaar op zoveel grote Belgische projecten zaten. Dat maakte het een interessant jaar, omdat we sterk gegroeid zijn en veel jonge mensen hebben aangeworven. Ook in 2015 is het orderboek goed gevuld met Belgische projecten. Ik kijk al uit naar de afwerking van de Schuman-tunnel en het Résidence Palace in Brussel, want ook daar kunnen we trots op zijn.”
JAARVERSLAG 2014
Aanleg van de nieuwe autosnelweg A11 tussen Brugge en Westkapelle, België
61
62
WATERBOUW Grote sluizenbouwprojecten in België In de haven van Antwerpen gingen de bouwwerkzaamheden aan de Deurganckdok sluis in 2014 verder. De betonwerken werden grotendeels afgerond. Jan De Nul Group vatte eveneens de baggerwerken aan om de sluis in de loop van 2015 vrij te baggeren en onder water te kunnen zetten. Na de onderwaterzetting zullen de sluisdeuren worden ingevaren en achtereenvolgens worden gemonteerd. Tot slot moeten de elektro mechanische installaties van de sluis worden afgewerkt alvorens de sluis in dienst te kunnen nemen. In Harelbeke ontwerpt en bouwt Jan De Nul in tijdelijke vereniging de nieuwe sluis, kaaimuren en bruggen op en over de Leie. Dit design and build-project kadert binnen het omvangrijkere Seine-Scheldeproject waarbij Frankrijk, Wallonië en Vlaanderen de handen in elkaar hebben geslagen om de verbinding tussen de Seine en de Schelde te verbeteren. Met de bouw van deze sluis zal het voortaan voor schepen tot 4.500 ton mogelijk zijn om door te varen. Voorheen was de vaarweg slechts toegankelijk voor schepen tot 1.350 ton. Ten zuidwesten van Luik liepen de bouwwerken voor de nieuwe sluis van Ivoz-Ramet in 2014 door. De sluis werd verder uitgegraven en de betonwerken verliepen volgens schema.
Waterbouwprojecten buiten Europa In Panama is ondertussen de eindsprint ingezet voor de bouw van de twee nieuwe sluizencomplexen in het Panamakanaal. Eind 2014 werd het merendeel van de 5 miljoen m³ beton gestort. Midden 2015 wordt een nieuwe mijlpaal in het project bereikt met de onderwaterzetting van beide complexen. Daarna resten nog de afwerking van de gebouwen, de baggerwerken en de elektromechanische werken. De ambitieuze doelstelling is om begin 2016 het verbrede Panamakanaal in dienst te nemen. In de tweede helft van 2012 ondertekende Jan De Nul Group het contract met de haven autoriteiten in Ghana voor de uitbreiding van de haven van Takoradi, de oudste diepzeehaven van het land. (Zie ook Bagger- en Maritieme Werken, Afrika - pagina 30)
JAARVERSLAG 2014
Bouw van een nieuwe sluis in Ivoz-Ramet, België
63
64
GEBOUWEN Voor het tweede jaar op rij kende de afdeling Gebouwen een stijging in omzet. Daarbij is het aantal openbare opdrachten in balans met het aantal private. Voor de eerste keer nemen die laatste zelfs de bovenhand.
Ervaren in kantorencomplexen Zowel voor de private als voor de publieke sector stond Jan De Nul in 2014 in voor de bouw van kantoorgebouwen. De voorlopig laatste fase van het complex SkylinE40 in Erembodegem werd opgeleverd. In B russel werd het prachtige Résidence Palace, de nieuwe zetel van de Europese Raad en President verder afgewerkt.
Vooruitstrevend in de gezondheidszorg Jan De Nul is vooruitstrevend in projecten voor de gezondheidszorg, met in bijzonder ervaring in het bouwen van rust- en verzorgingstehuizen (RVT) en ziekenhuizen, zowel voor de private als voor de publieke sector. In 2014 startte Jan De Nul Group de bouw op van zeven woon- en zorgcentra voor Senior Assist in Rumbeke, Grobbendonk, Londerzeel, Aalst, Brussel en Lodelinsart, alsook van drie rusthuizen voor andere private investeerders in Erembodegem, St-Pieters-Leeuw en Diegem. Voor de openbare sector bouwde Jan De Nul Group rusthuizen in Lede, Erembode gem en Balen en ziekenhuizen in Luik, Tielt, Aalst en Wetteren. De grootste contracten zijn de ziekenhuisbouwprojecten in Roeselare en Kortrijk. In 2014 bouwde Jan De Nul Group verder aan respectievelijk AZ Delta en AZ Groeninge. In Kortrijk werd de ruwbouw van AZ Groeninge afgerond en zal verdere afwerking in de loop van 2015 zorgen voor conti nuïteit.
In Wallonië werd de bouw van het rust- en verzorgingstehuis in L odelinsart opgeleverd. Daar staan bovendien al nieuwe gelijkaardige bouwprojecten op stapel. In 2014 haalde Jan De Nul in tijdelijke vereniging de bouw binnen van RVT’s in Maurage, Ransart, Vedrin en M oignelée. De bouwaanvragen worden in de loop van 2015 ingediend om in 2016 te kunnen starten met de bouwwerken.
Bouwen aan de Scholen van Morgen In de loop van 2014 werden heel wat eerstesteenleggingen georganiseerd binnen het DBFM-programma Scholen van Morgen. Jan De Nul heeft in tijdelijke vereniging de bouw en het 30 jaar durende onderhoud van 22 scholen gewonnen. Beide partners van de THV staan elk in voor 11 scholen. Zo startte Jan De Nul in 2014 de bouw van de scholen in Aalter, Erpe-Mere, Rupelmonde, Wilsele en Lovendegem op. 2015 zal in teken staan van de verdere afwerking van deze en van de opstart van de overige scholen.
Lancering op de huisvestingsmarkt Jan De Nul Group heeft zich in 2014 op de huisvestingsmarkt gelanceerd. De groep behoort tot één van de twee consortia die bieden voor de herinrichting van de site Coronmeuse in Luik tot een ecologische wijk met meer dan 1200 woningen en appartementen, diensten en handelsruimten. Dit project is een PPS-contract. Ook werd Jan De Nul gepre kwalificeerd voor de bouw van woningen in de Leopoldstraat in Luik.
JAARVERSLAG 2014
65
Gesloten ruwbouw van het ziekenhuis AZ Delta in Roeselare, België
66
LEIDING- EN WATERZUIVERINGSINFRASTRUCTUUR Hoewel Wallonië de investeringen in waterzuivering aan het afbouwen is, kon de groep nog zes nieuwe middelgrote waterzuiveringsstations bouwen (Fleurjoux, Walcourt, Saint-Hubert, Godarville, Hennuyères, Villeroux), alsook verschillende collectoren (Walcourt, Estinnes, G aurain, Etalle). Toch kunnen we met zekerheid stellen dat de activiteiten in deze sector fors zullen verminderen in de toekomst.
JAARVERSLAG 2014
67
Bouw van een collector en bezinkingsbekken in Walcourt, België
68
MILIEUWERKEN EN BROWNFIELDONTWIKKELING ENVISAN BODEM- EN GRONDWATERSANERING Allnex Envisan werd half 2014 aangesteld om de bodem op het terrein van de chemische fabriek Allnex in Schoonaarde te saneren, een werk dat minstens vijf jaar in beslag zal nemen. Bodem en grondwater zijn er sterk verontreinigd met polycyclische aromatische koolwaterstoffen, oliën en solventen tot een diepte van 16 m. Door een omliggende, sterk doorlatende grindlaag heeft de verontreiniging zich ook in de breedte verspreid. In een eerste fase werden pompputten tot een diepte van 16 m geplaatst om het pure product met zo weinig mogelijk grondwater aan de grond te onttrekken. In een volgende fase worden bijkomende onttrekkingsputten geïnstalleerd om de opgeloste verontreiniging in het grondwater op en rond de site aan te pakken en een verdere verspreiding te voorkomen.
Assa Abloy Het grondwater op de site van deurenfabrikant Assa Abloy in Nieuwpoort is verontreinigd met gechloreerde koolwaterstoffen. Door het grote sprei dingsrisico naar omliggende percelen was een sanering noodzakelijk. Envisan vatte de werken aan begin 2014 en plant het project te kunnen opleveren tegen eind 2016. Voor deze sanering wendt Envisan een techniek aan waarbij het verontreinigde grondwater wordt opgepompt, aangelengd met voedingsstoffen
op basis van koolstof en opnieuw in de bodem wordt geïnjecteerd. De koolstof zorgt ervoor dat de in de bodem aanwezige bacteriën worden geactiveerd en gestimuleerd om de gechloreerde koolwaterstoffen af te breken tot onschadelijke stoffen. Met deze techniek wordt de volledige verontreinigingspluim doorspoeld en aangepakt.
Shell In september 2014 startte Envisan met het in-situ saneringsproject op de voormalige site van Shell in Petit-Couronne, nabij Rouen (Frankrijk). Het project omvat de installatie en aankoppeling van 145 skimmer pompen die elk 500 tot 1.000 liter per week pure olie uit de bodem oppompen. Envisan staat in voor de civieltechnische werken en de pomp installaties. Doordat de olieraffinaderij op de site opnieuw in exploitatie gaat, gelden strenge veiligheidsvoorschriften. De civieltechnische werken omvatten gestuurde boringen, installatie van grote, ondergrondse kabelgoten en het graven en aanvullen van 3 km sleuven. De verontreinigde grond wordt gesaneerd in een biologische zuiveringsinstallatie. Het opgepompte pure olieproduct ondergaat een ontwatering en wordt vervolgens terug op de markt gebracht. De werken worden in fases uitgevoerd, waarbij in de volgende jaren vermoedelijk extra zones zullen worden voorzien van een gelijkaardig pompsysteem.
JAARVERSLAG 2014
69
Electrabel In het najaar van 2014 voerde Envisan de bodemsaneringswerken uit op het voormalige brandstoffendepot van Electrabel in Aalst. Tot 2008 was dit terrein een stortplaats voor vliegassen en een stockageruimte voor zware pitch oil die als brandstof werd gebruikt in de vroegere elektriciteitscentrale. Hierdoor raakte de bodem verontreinigd met zware minerale olie en zink. Envisan paste hiervoor een selectieve ontgraving met thermische verwerking toe. De opdrachtgever zag er nauw op toe dat enkel de sterkst verontreinigde zones werden ontgraven en afgevoerd. Tijdens de ontgravingswerken werd bijzondere aandacht besteed aan stabiliteit. De slechte ondergrond, in combinatie met de onmiddellijke nabijheid van de spoorlijn Gent-Brussel, verplichtte Envisan ertoe om de bemaling nauw op te volgen en de grond tot vijf meter diep en gefaseerd te ontgraven.
Bodemsaneringswerken op het voormalige brandstoffendepot van Electrabel in Aalst, België
70
Bouw van een ringdijk in Vlassenbroek met gebaggerde sedimenten uit de Zeeschelde, België
JAARVERSLAG 2014
71
MILIEUBAGGEREN EN SEDIMENTBEHANDELING Vaste waarde in Vlaanderen
Oude en nieuwe projecten in Wallonië
Het sedimentverwerkingscentrum AMORAS in de haven van Antwerpen verwerkte in 2014 bijna 1 miljoen ton droge stof onderhoudsbagger specie uit de haven van Antwerpen. Hiervoor werd de volledige productie capaciteit van de installatie benut, zeven dagen op zeven, met een bezetting van meer dan 100 werknemers. Omdat het zandgehalte van de baggersedimenten systematisch hoger bleek te zijn dan destijds in aanbestedingsfase voorzien, werd in 2014 gestart met de ombouw van de bestaande ontzandingsinstallatie aan de kade tot een installatie met grotere zandverwijderingscapaciteit. Daardoor zal de AMORAS-installatie vanaf midden 2015 ook specie met een hoger zandgehalte kunnen verwerken.
Op de Waalse waterwegen werden in de loop van 2014 opnieuw vervuilde sedimenten gebaggerd, dit keer ter hoogte van Antoing. 95% van de 70.000 m³ gebaggerde sedimenten werd op het water zelf in de mobiele slibverwerkingsunit behandeld. De resterende 5% werd verwerkt in de vaste verwerkingscentra van Envisan in Hulsdonk en Moen (Sedival).
In Vlassenbroek kreeg de tijdelijke vereniging Jan De Nul-Envisan na de oplevering van de eerste compartimenteringsdijk de bouw van de r ingdijk voor het toekomstig gecontroleerde overstromingsgebied toegekend. De werken zullen in 2015 worden afgerond. De vaste Envisan-centra RC&Top Hulsdonk in Gent en Sedival in Moen verwerkten in 2014 de baggersedimenten afkomstig van de onderhouds baggerwerken in het Kanaal Gent-Terneuzen, afkomstig van de onderhoudsbaggerwerken enerzijds en van de baggerwerken in de maritieme toegang van de Schelde anderzijds. Die laatste werken werden uitgevoerd door de baggerafdeling van de groep en leverden een r ecordaanvoer van 45.000 m³ naar het centrum Sedival op.
Envisan kreeg in 2014 het contract toegewezen voor de exploitatie van het laguneringscentrum in Laplaigne, nabij Doornik. De 40.000 ton gela guneerd slib werd afgevoerd en nuttig hergebruikt op de werf Trilogiport in Luik. Nadien werden de lagunes opnieuw gevuld met nieuw aangevoerde baggersedimenten.
72
Grondverwerkingscentra In de loop van het voorbije jaar werden in de vaste centra van Envisan licht stijgende hoeveelheden afvalstoffen, voornamelijk gronden en sedi menten, aangevoerd en verwerkt. Deze lichte stijging is te danken aan een optimalisatie van de kosten en het aanboren van nieuwe markten, zoals Noord-Frankrijk. In Wallonië is er een verschuiving in de wetgeving waarbij meer en meer de nadruk wordt gelegd op het verwerken van vervuilde gronden dan op het storten ervan. Dat opent nieuwe perspectieven voor Envisan. Om die reden besloot de milieuafdeling in 2014 om het grondverwerkings centrum Sol&Val in Saint-Ghislain uit te breiden met 1,7 hectare, een verdubbeling van het terrein. In Luik nam Envisan een nieuw terrein op Ile Monsin in concessie. Het concept tot reconversie van dit terrein in een verwerkingscentrum voor gronden en andere minerale afvalstoffen werd uitgewerkt en de nodige vergunningsaanvragen werden ingediend. In opdracht van SPW bouwde Jan De Nul in 2014 een nieuw sedimentverwerkingscentrum aan de oevers van de Maas in Ampsin. In Frankrijk startte Envisan in het najaar met de bouw van het nieuwe verwerkingscentrum CPEM (Centre de Production d’Eco-Matériaux) in La Seyne-sur-Mer, nabij Toulon. Dit verwerkingscentrum voor gronden en baggerspecie, het eerste van zijn soort in Zuid-Frankrijk, zal in het n ajaar van 2015 operationeel worden. (zie ook Investeringen, Droog materieel - pagina 90)
Bouw van een sediment- en grondverwerkingscentrum in La Seyne-sur-Mer, Frankrijk
JAARVERSLAG 2014
73
Vooruitzichten Het stadsbestuur en het havenbedrijf van Trondheim in Noorwegen kenden eind 2014 het contract voor de sanering van het havenbassin toe aan Envisan. Met dit contract wil de stad Trondheim de haven terug op gewenste diepte brengen en tevens de verspreiding van verontreinigde sedimenten stoppen. Het project staat met hoge prioriteit aangestipt bij de Noorse milieuoverheid. Envisan zal voor dit contract een baggerponton mobiliseren om 65.000 m³ sedimenten in het verontreinigde havenbassin uit te b aggeren. De ge baggerde sedimenten zullen deels in een onderwatercel g eplaatst w orden en deels voor landuitbreiding worden aangewend. De gebaggerde zones zullen tot slot met een laag steenslag worden afgedekt, zodat verdere verspreiding van de restverontreiniging wordt voorkomen. De werken starten in het voorjaar van 2015 en duren een jaar.
74
SPECIFIEKE AFVALSTOFFEN EN ALTERNATIEVE GRONDSTOFFEN Eind 2013 werd de installatie van het zonnepanelenpark Terranova Solar, het grootste zonnepanelenpark park van de Benelux, op de voormalige Kuhlmann-brownfieldsite in het Gentse havengebied afgerond en kon de productie van zonne-energie van start gaan. In 2014 heeft het park haar eerste jaar productie achter de rug en het project stelt het uitstekend, want de productie is hoger dan verwacht. De 55.000 panelen produceren dagelijks stroom voor minstens 4.000 gezinnen. Tijdens de Inter Solar beurs in München werd Terranova Solar verkozen tot beste Europese zonneproject van 2014. Intussen vorderden de werken aan de stortplaats zelf goed: in 2014 werd 58.000 m² talud afgedekt en werd er 900.000 ton afdek- en s tortmateriaal aangevoerd. Op de fabriekssite werden de oude gebouwen gesloopt en werd de herontwikkeling tot nieuw bedrijventerrein voorbereid. In Pardies, een gemeente in het zuiden van Frankrijk saneerde Envisan met innovatieve technieken een drie hectare groot chemisch stort met koolstofafval. Het weinig draagkrachtige stortmateriaal werd in eerste instantie ontdaan van vegetatie en genivelleerd met een moeraskraan. Door deze aanpak konden de werken op een veilige en efficiënte manier worden uitgevoerd. Na de voorbereidende werken werd het oude stort vakkundig ‘herin gepakt’, zodat verdere verspreiding van de verontreiniging niet meer mogelijk was. Door de aanwezigheid van kwik en andere zware metalen werden de werken uitgevoerd volgens de allerhoogste veiligheidsnormen.
JAARVERSLAG 2014
Het zonnepanelenproject Terranova Solar in Evergem/Zelzate, België
75
76
De werkzaamheden aan de site van de Oude Gasfabriek in Lier zijn een typevoorbeeld van de integrale aanpak waarmee Jan De Nul Group verschillende afdelingen laat samenwerken. Dat is overigens een model dat het bedrijf op internationaal vlak competitief voordeel biedt. Walter De Jonghe van milieutak Envisan en Johan Geeroms van PSR Brownfield Developers vertellen over de uitdagingen en voordelen die de samenwerkingen in Lier met zich meebrachten.
L
ierenaars met gevoel voor romantiek konden enkele jaren geleden aan de rand van de stad wegdromen bij een vervallen gasfabriek uit het begin van de t wintigste eeuw, enkele vijvers en een statige directeurswoning. Een prachtig stukje natuur leek het, vlak langs de kleine Nete, in de schaduw van de Zimmertoren. In werkelijkheid was de directeurswoning door jarenlange leegstand volledig aangetast en had de gasfabriek de omliggende terreinen zwaar vervuild. Jan De Nul Group kreeg de opdracht om een totaaloplossing te bedenken, zodat deze geblokkeerde site opnieuw kon worden benut. Walter De Jonghe legt uit: “Je denkt een mooie groene omgeving te zien, maar bodemstalen deden anders vermoeden. De bodem en het grondwater waren onder andere verontreinigd met teer en cyanides van de voormalige gasfabriek. Een probleem dat zich in verschillende Vlaamse steden stelt, want in heel veel stadskernen stond in het begin van de twintigste eeuw zo’n gasfabriek.” De ideale ligging van de Oude Gasfabriek zorgde ervoor dat deze onderbenutte site of ‘brownfield’ ná sanering en herontwikkeling ruimte bood voor een nieuwe residentiële bestemming van 134 wooneenheden. PSR Brownfield Developers kon het vastgoed en de verontreinigde gronden aankopen van de stad Lier mits overname van de sanerings
plicht. Tijdens het herontwikkelingstraject was er nauw over leg tussen de milieu- en civiele afdeling voor het afstemmen van de sanering op het bouwproject. “Het combineren van sanerings- en bouwwerken in plaats en tijd zorgde voor een kortere realisatietermijn en optimalisatie van grondverzetkost”, vertelt Johan. “Zo werd in het project de ondergrondse parking maximaal ingepland op de plaats waar volgens het bodemsaneringsproject de verontreinigde gronden dienden te worden ontgraven.” De nog aanwezige gebouwen van de gasfabriek en de s tatige directeurswoning waren opgenomen in de Inventaris Bouwkundig Erfgoed. Hoewel ze geen wettelijke bescherming genoten als monument, werd binnen Jan De Nul Group afge wogen wat de haalbaarheid was voor geheel of gedeeltelijk behoud als renovatieproject. Maar de vermoedens werden bevestigd: de gebouwen hadden tientallen j aren leeggestaan en waren zwaar aangetast door huiszwam. Bovendien ken den ze verzakkingen, waterinsijpeling en structurele stabiliteitsgebreken. “Een woning zou bij renovatie op de site 2,28 maal duurder zijn dan de prijs van een vergelijk bare nieuwe wooneenheid in Lier. Economisch onhaalbaar dus”, zegt Johan. “Er zat niets anders op dan het gebouw af te breken”, besluit Walter.
JAARVERSLAG 2014
Naast de interne samenwerking tussen milieu, o ntwikkeling en civiel, was er ook veel overleg met de stad Lier en de buurtbewoners. De gasfabriek en omliggende terreinen staan immers in het midden van een woonzone. De buren hadden veel bezorgdheden over de verandering van hun leefomgeving. Het team van Jan De Nul Group begreep dat zij de vijvers achter de gasfabriek als hun achtertuin beschouwden en maakte daarom duidelijke afspraken. “Ondanks de appartementsblokken zorgen we ervoor dat het zicht behouden blijft”, legt Johan uit. “Van de vervuilde grond en vijvers hebben we een park gemaakt, dat de be woners vanuit hun tuin kunnen binnenwandelen. Nu wonen ze echt in een groene oase.” In 2015 zal dit project, dat ontstond door samenwerkingen tussen verschillende afdelingen, publieke actoren en buurt bewoners, worden opgeleverd. Jan De Nul Group zal dan enkel nog aanwezig zijn in de bouwopvolging. Ook in het buitenland zorgt de toenemende samenwerking tussen de verschillende afdelingen van Jan De Nul Group voor een competitief voordeel bij aanbestedingen. “Hoewel onze milieupoot relatief klein is, is onze expertise op dit vlak in een aantal gevallen al een cruciale factor gebleken om projecten binnen te halen. Bij sommige b aggerprojecten
WALTER DE JONGHE DIRECTEUR ENVISAN
77
78
JOHAN GEEROMS DIRECTEUR PSR BROWNFIELD DEVELOPERS
“JE WAANDE JE IN EEN GROEN PARADIJS, MAAR BODEMSTALEN BRACHTEN ZWARE VERONTREINIGING AAN HET LICHT. HET WAS TIJD OM IN ACTIE TE KOMEN.”
bijvoorbeeld is er een civiel of milieuluik en of omgekeerd, bij milieuprojecten een civiel en baggerluik, en niet alle concurrenten kunnen die interne synergiën van civiel, bagger en milieu zoals wij aanbieden,” legt Walter uit. Een van de mooie projecten die Jan De Nul Group zo binnenhaalde is dat in de Noorse havenstad Trondheim. Jan De Nul Group is er verantwoordelijk voor het saneren en de verdere uitbouw van het havengebied. Ook hier werken de baggerafdeling en de milieutak van Jan De Nul Group nauw samen om efficiënt en duurzaam te saneren. Walter vertelt: “We saneren er het sterk verontreinigde havengebied door gericht verontreinigde sedimenten te baggeren en te verwerken, en ook hier tonen we onze efficiëntie waar we bekend om staan. We gebruiken het gebaggerde materiaal om de haveninfrastructuur uit te breiden. Zo moet er geen zuivere grond worden aan gevoerd.” Het einde van de werken in Trondheim is voorzien voor april 2016. Hun ervaringen van de afgelopen jaren passen in een duidelijke visie. De komende jaren gaan Walter en Johan voor Envisan en PSR Brownfield Developers dan ook niet op zoek naar projecten die enkel hun afdeling ten goede komen, maar naar nieuwe kruisbestuivingen met de civiele en baggerafdeling. “We gaan niet kriskras op aanbestedingen inschrijven, maar echt kijken waar we een competitief voordeel hebben. Het model van Lier moeten we op heel wat plaatsen kunnen herhalen. Het heeft in het verleden vruchten afgeworpen en dat zal in de toekomst niet anders zijn.”
JAARVERSLAG 2014
LIER De Oude Gasfabriek in Lier is een residentiële herontwikkeling van een 42.000 m² groot terrein waar zich tot in het begin van de 20ste eeuw een oude gasfabriek bevond. Het project omvat de bouw van vier woonvolumes, met 134 appartementen en assistentiewoningen, winkelruimtes en een ondergrondse parking. De vier gebouwen worden met elkaar verbonden door een wandel- en fietspad en zijn gelegen te midden van een groen binnengebied met park en vijvers. 2014 stond in het teken van de lopende bouwwerken en de n odige bodemsanering. De wooneenheden werden in verkoop gebracht. Al meer dan 95% van de panden is verkocht.
79
80
PSR BROWNFIELD DEVELOPERS ONTWIKKELING VAN LOPENDE BROWNFIELDPROJECTEN 2014 stond voornamelijk in het teken van de verdere ontwikkeling van de lopende brownfieldprojecten. Na het vaak tijdsintensieve voortraject (onder meer op het vlak van ruimtelijke ordening, bodemonderzoek en -sanering, concept- en planontwikkeling), bereikten diverse projecten een verdere uitvoerings-, bouw- en commercialisatiefase. Deze p rojecten getuigen van de multidisciplinaire aanpak van Jan De Nul Group: de combinatie van brownfieldontwikkeling, civiele bouwwerken en sane ringswerken kan geheel intern worden gedragen en gemanaged.
Boom
Kortrijk
Gent Noord
De herontwikkeling van de voormalige Barco-site in Kortrijk houdt de bouw van drie bouwblokken in, met in totaal 81 appartementen, en van 49 woningen rond een publieke groene binnenruimte. Begin 2014 ging de commercialisatie van Park 1302 van start. Doordat het terrein gesaneerd en bouwrijp was gemaakt door PSR, kon de bouw van het grootste bouwblok Residentie Theodoor, bestaande uit 52 appartementen, en van de eerste woningen worden aangevat. Intussen zette Envisan de behandeling en monitoring van het verontreinigde grondwater verder. Voorzien wordt om deze grondwatersaneringswerken in 2019 af te ronden.
In de loop van 2014 werd het garagecomplex voor autobedrijf Mahy, concessiehouder Renault en Dacia, gebouwd en opgeleverd. Deze realisatie is fase 2 van de ontwikkeling van een duurzaam bedrijventerrein in het Gentse havengebied waar vroeger een teerfabriek (de voormalige Lummerzheim & Co site) werd geëxploiteerd. De commercialisatie en ontwikkeling van fase 3 is lopende.
Het brownfieldconvenant voor Residentie Quercus, een voormalige brand weerkazerne in Boom, werd met succes beëindigd. Het terrein werd volledig gesaneerd en bouwrijp gemaakt. Envisan leverde de bodem sanering van het 2.595 m² grote terrein op. De residentie met 34 wooneenheden rond een groen binnengebied kwam op de immobiliënmarkt. De meeste appartementen werden verkocht nog vóór de oplevering in het eerste kwartaal van 2015.
JAARVERSLAG 2014
Brownfieldontwikkeling van de oude brandweerkazerne site naar residentieel bouwproject in Boom, België
81
82
VILVOORDE
Brownfield, sanerings- en stedelijk herontwikkelingsproject 4 Fonteinen in Vilvoorde, België
JAARVERSLAG 2014
Vilvoorde
83
VOORUITZICHTEN
Het grootschalige brownfield- en stadsvernieuwingsproject 4 Fonteinen (projectgebied De Molens-De Vaert) maakt deel uit van het ruimere Watersiteproject, een oud industrieel gebied langs het zeekanaal in Vilvoorde. Het project 4 Fonteinen voorziet in 950 wooneenheden, 13.500 m² kantoorruimte, 10.000 m² retailruimte en 4.300 m² ruimte voor publieke diensten op een terrein van 13 hectare.
Projecten in voortraject
In de loop van 2014 werden gecoördineerd voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd om begin 2015 te kunnen starten met de bouw van ’t Sas, een residentiële blok met 138 appartementen, parkeergarage en commerciële ruimte, waarvan de commercialisatie lopende is. Het Euroblan-gebouw werd gesloopt, waardoor Envisan kon starten met de sanering. Waterwegen en Zeekanaal NV bouwde een nieuwe brug over de Zenne en startte met de aanleg van het nieuwe buurtplein.
PSR is steeds op zoek naar diverse nieuwe potentiële brownfielddossiers. De aandacht gaat daarbij uit naar locaties met potentieel voor herontwikkeling en waar de multidisciplinaire aanpak binnen Jan De Nul Group een meerwaarde kan bieden. Het voorbije jaar werd meegedongen met de belangrijkste publieke aanbestedingen met betrekking tot brownfield- en gebiedsontwikkeling.
Bijzonder aan dit project is het initiatief om de bestaande gebouwen in afwachting van de beoogde herontwikkeling tijdelijk anders te gaan bestemmen. De tijdelijke vereniging met PSR startte in samenwerking met de stad Vilvoorde in de leegstaande WDP-gebouwen het vernieu wende concept De Kruitfabriek op, met als doel een tijdelijke ontmoe tingsplek en creatief centrum te worden. Hierdoor worden de gebouwen zinvol benut in afwachting van hun definitieve ontwikkeling. Bovendien moet De Kruitfabriek het pad effenen voor dit toekomstige dynamische
Daarnaast heeft PSR zich gericht op vastgoedeigenaars en bedrijven die hun milieu- en ontwikkelingsrisico’s wensen uit te besteden aan een gespecialiseerde partij. Er wordt hard ingezet op de instroom van nieuwe brownfielddossiers. In functie daarvan werden meerdere concrete dossiers bestudeerd.
stadsdeel door middel van een gevarieerd aanbod aan vrijetijdsactiviteiten. De Kruitfabriek is op dit vlak zonder twijfel een referentiecase voor Vlaanderen.
In 2014 werkte PSR verder op diverse brownfielddossiers in voortrajectfase, zoals de voormalige Dacar-site in Izegem, de oude Decor Oyenbrug-site in Vilvoorde en de ex-Castrol-site in Haren.
Prospectie en intake van nieuwe brownfields
84
INVESTERINGEN
JAARVERSLAG 2014
85
86
VLOOT Na de uitzonderlijk drukke scheepsbouwjaren van 2007 tot en met 2013 kwam er in 2014 slechts één nieuw schip in de vloot bij: het kraanponton Gian Lorenzo Bernini. Dit vaartuig is uitgerust met een Liebherr P995 graafkraan, met een vermogen van 1.750 kW.
NIEUWE BESTELLINGEN In maart 2014 ondertekende Jan De Nul Group een contract met de scheepswerf Uljanik Brodogradiliste uit Pula (Kroatië) voor de bouw van een zeer grote zelfvarende cutterzuiger. Het in-house teken- en studie bureau heeft het ontwerp van dit vaartuig gemaakt. Met zeven grote zelfvarende cutterzuigers in de vloot heeft Jan De Nul Group veel ervaring in het baggeren van rots en in het baggeren in open zee. Deze kennis vormt de basis van het concept van de nieuwe cutterzuiger. Het geïnstalleerd dieselvermogen is meer dan 40.000 kW. Dat is ongeveer 50% meer dan de krachtigste cutterzuiger op dit moment, de J.F.J. De Nul. De cutter heeft een vermogen van 8.500 kW en de cutterladder weegt ongeveer 2.000 ton. Dat zijn ongeëvenaarde cijfers en m aken van dit schip het ultieme werktuig voor het baggeren van harde rots. 2014 was ook het jaar waarin enkele andere projecten wereld opgestart. Een daarvan was de aanloop naar de bestelling van twee 6.000 ton steneninstallatieschepen begin 2015 bij de scheepswerf AVIC Weihai in China.
De twee schepen zullen worden ingezet voor de installatie van rotsen en van kabels op de zeebodem. Ze worden uitgerust met een flexibele valpijp geschikt voor het nauwkeurig plaatsen van rots tot waterdieptes van ongeveer 600 m. Daarnaast is nog een vaste valpijp geplaatst, waardoor rots kan worden geïnstalleerd op plaatsen die moeilijk bereikbaar zijn, zoals tussen of rondom funderingen van windturbines op zee. Rots installatiewerken zijn noodzakelijk om dergelijke structuren te beschermen tegen erosie of om ze te ballasten. Naast het installeren van rots, kunnen de schepen ook worden ingezet voor de installatie van kabels op de zeebodem. Een trencher kan aan boord geplaatst worden, waarmee kabels op de zeebodem ingegraven worden. Om al deze functies mogelijk te maken wordt het schip dieselelektrisch en met een DP2-systeem aangedreven. Aan boord is er accommodatie voorzien voor 60 personen, met kantoren, sport- en ontspannings ruimtes,... wat een ideale werk- en leefwereld biedt aan de bemannings leden, gespecialiseerd personeel en vertegenwoordigers van de klant. Het schip voldoet aan de IMO-code voor Special Purpose Ships. Oplevering van beide schepen is voorzien in 2017.
JAARVERSLAG 2014
Baggerwerken aan de zuidelijke kaaimuur in het Albert II-dok in Zeebrugge, België
87
88
JAARVERSLAG 2014
89
BOUW VAN ISAAC NEWTON Het multipurpose-schip Isaac Newton werd in de loop van 2014 verder afgewerkt. De gespecialiseerde kabellegonderdelen aan boord werden in-house ontworpen en worden geproduceerd door de scheepswerf en verschillende scheepsateliers wereldwijd. De onderdelen worden aan boord geïnstalleerd en opgeleverd in 2015.
TRENCHER Ter ondersteuning van onze offshore activiteiten kocht Jan De Nul Group een onderzeese trencher met bijbehorend materiaal aan. De trencher heeft een totaal vermogen van 1.000 kW en een gewicht van ongeveer 35 ton. Hij kan een geul baggeren door middel van waterjets of een kettingfrees. Het volledige systeem is modulair en kan aan boord van o.a. de Isaac Newton, de Pompeï of de nieuw bestelde schepen uit China worden geïnstalleerd.
Het nieuwe multipurpose schip Isaac Newton
90
DROOG MATERIEEL Ter ondersteuning van de baggerprojecten en offshore projecten, maar ook van de civiele bouwwerken en milieuactiviteiten, bezit en beheert Jan De Nul Group een uitgebreid machinepark. Om ook hier competitief te blijven wordt continu geïnvesteerd, uitgebreid, omgebouwd en vernieuwd. Ook in 2014 was dat het geval.
HET MACHINEPARK EIND 2014:
x
123
dumpers met nuttig laadvermogen van 25 tot 100 ton
x
103
hydraulische graafmachines met eigen gewicht van 20 tot 250 ton
x
18
x
66 bulldozers en x 43 wielladers
x
27
x
44
x
38
torenkranen
heavy-duty rupskabelkranen van 50 tot 200 ton
hydraulische telescoopkranen
verreikers
JAARVERSLAG 2014
91
Roemenië De milieuafdeling van de Technische Divisie s tartte eind 2013 met de ombouw van de thermische verwerkingssite in Roemenië. Het jaar 2014 stond hele maal in het teken van deze verbouwings werken. De thermische installatie wordt een flexibele Waste to Energy-fabriek (W2E) die zowel biomassa als een uitgebreider gamma aan afvalstromen zal kunnen verwerken. Een p erformantere stoomturbine van 5 megawatt elektrisch v ermogen, goed om 12.500 gezinnen van groene stroom te voorzien, werd eveneens in de fabriek geïnstalleerd.
Frankrijk In het Franse Toulon startte Jan De Nul Group in 2014 met de bouw van een nieuw grond- en sedimentverwerkingscentrum. Envisan is een pionier op de Franse markt, aangezien dit het eerste der gelijke centrum in Frankrijk is. Vervuilde gronden en baggersedimenten zullen er worden behandeld en herverwerkt tot bouwstoffen. Dankzij deze doelgerichte investeringen, net zoals in Antwerpen met de A MORAS-installatie, profiteert Jan De Nul Group van de booming trend om vervuilde producten die vroeger als afvalstoffen werden behandeld, te gaan verwerken en hergebruiken als g rondstoffen. (zie ook Activiteitenverslag, Milieubaggeren en sedimentbehandeling - pagina 72)
Bouw van het derde sluizencomplex in het Panamakanaal, Panama
92
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN
JAARVERSLAG 2014
93
94
KWALITEIT, GEZONDHEID, VEILIGHEID, BEVEILIGING EN MILIEU (QHSSE) Jan De Nul Group voerde in 2014 de Systems Implementation Checklist in, een vorm van interne audit gericht op de naleving van de belangrijke elementen van de managementsystemen binnen Jan De Nul Group. Een vernuftig systeem van controlepunten gekoppeld aan rekenformules leidt tot een appreciatie van het QHSSE-uitvoeringsniveau van de aangenomen werken. Iedere werf krijgt met andere woorden een QHSSE-score. De introductie van deze nieuwe vorm van interne audit levert intussen de eerste resultaten op. Geen enkele werf wil degra deren, dus de strijd om de grootste vooruitgang ligt open. En uiteindelijk draait alles hierrond: vooruitgaan en beter worden op een maatschappelijk verantwoorde wijze.
JAARVERSLAG 2014
95
Christophe Leroy en Kris Keymeulen van de kwaliteits- en veiligheidsdienst van Jan De Nul Group zijn ervan overtuigd dat veiligheid niet alleen belangrijk is voor de werknemers, maar ook helpt om efficiënt te werken en opdrachten binnen te halen. De dalende trend in de ongevallenstatistieken toont aan dat de inspanningen lonen, maar toch is er de komende jaren een nieuwe aanpak gepland.
I
n 2014 daalden de ongevallenstatistieken bij Jan De Nul Group opnieuw gevoelig: het resultaat van een jarenlange doorgedreven focus op systemen en procedures. “Per werkactiviteit voerden we een grondige studie naar de risico’s uit en de resultaten daarvan toonden ons hoe we veiliger konden werken”, zegt Christophe. “Vervolgens organiseerden we trai ningen en we hebben gemerkt dat er vooral een afname zit in het aantal minder ernstige incidenten.” Jan De Nul heeft een hele weg afgelegd op het gebied van veiligheid. In Australië, een land dat hoge veiligheidseisen stelt, kreeg Jan De Nul
CHRISTOPHE LEROY QHSSE-MANAGER
enkele jaren geen opdrachten toegewezen. “Dat is gelukkig al even verleden tijd. Ondertussen hebben we veelvuldig bewezen dat we aan de allerhoogste klanteneisen en Australische wetgeving kunnen voldoen met als resultaat dat we sinds een vijftal jaar tot dé voorkeur partner zijn uitgegroeid”, vertelt Christophe trots. Meer en meer landen en klanten stellen steeds strengere veiligheids- en milieueisen, maar Jan De Nul probeert één lijn te volgen. “Voor ons zijn strenge regels onze norm. Bij elk p roject moeten we hieraan kunnen voldoen, onafhanke
lijk wat de klant ons vraagt”, zegt Christophe. “We kunnen het niet maken dat we bij één project onveilig werken, omdat dat land toevallig een minder strenge regelgeving heeft.” Ook inspanningen op het vlak van CO2 helpen om opdrachten in de wacht te slepen. “In Nederland is er een wetgeving die CO2-inspan ningen beloont met virtuele kortingen bij aanbestedingen”, zegt Kris. Jan De Nul NV werd in 2014 op de CO2-prestatieladder gecertificeerd.
“Dat we een certificaat kregen, wil niet zeggen dat de inspanningen voor een lagere e cologische voetafdruk hier stoppen. We blijven ons op het milieu focussen”, zegt Kris. Strenge eisen op het gebied van veiligheid en ecologische voetafdruk zijn niet alleen belangrijk om aan de regels van verschillende landen te voldoen, ze kunnen Jan De Nul wel meer tot voordeel strekken. “Veiliger werken, betekent meestal ook efficiënter werken”, vertelt Kris. “Dat hebben we bewezen bij de bouw van Résidence Palace in Brussel.” Jan De Nul kreeg de taak om een stalen dakconstructie te plaatsen; een zeer gevaarlijke en in het oog springende opdracht in het midden van de Europese wijk en vlakbij een drukke verkeers as. Het dak moest in één keer door middel van
96
Trends internationale projecten Jan De Nul Group (resultaten 2014 t.o.v. resultaten 2012)
In 2014 is het aantal gerapporteerde incidenten (arbeidsongevallen en werkgerelateerde ziektemeldingen) met
Die daling zien we hoofdzakelijk in het aantal medische interventies:
gedaald ten opzichte van 2012.
minder medische interventies dan in 2012.
Daarnaast werden minder arbeidsongevallen met werkverlet gemeld binnen de groep. We stellen een verlaging van
Ook het aantal EHBO-meldingen is de voorbije 2 jaar met
in het aantal lost time injuries vast.
39% sterk afgenomen.
De dalende tendens in het aantal meldingen zet zich ook door in het aantal milieu-incidenten. Zo mogen we in 2014 een terugval van
Onze inspanningen kennen bovendien een verlagend effect op het aantal schadegevallen.
noteren.
minder schadegevallen vertaalt zich in een daling van de schadekosten en minder productieverlies.
41% 34% 21%
53%
31%
JAARVERSLAG 2014
een duolift met twee torenkranen geplaatst worden. In samen werking met de andere diensten werd deze kritische projectfase in detail geanalyseerd, geoptimaliseerd en met succes uitgevoerd. “Door op voorhand voldoende in te calculeren en het dak er vervolgens in één stuk op te plaatsen, wonnen we veel tijd”, vertelt Kris. “Op die manier is de veiligste manier vaak ook de meest efficiënte. Bij dit soort projecten is veiligheid soms een doorslaggevend e lement om projecten binnen te halen.” Het duo merkt dat naast het dalend aantal ongevallen ook het bewustzijn aan boord van baggerschepen verbetert. “De tijd van de korte broek is voorbij,” lacht Christophe. “Iedereen draagt nu met trots een JDN-overall en helm. De verandering in mentaliteit heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat onze schepen hoogtechno logische pronkstukken zijn geworden. Het personeel aan boord behandelt ze met respect.” Kris is het ermee eens: “De vooruitgang is zelfs zo groot dat andere sectoren nu k omen kijken hoe de stoere jongens van de baggerafdeling de veiligheid aanpakken.” Die veranderende mindset wil Jan De Nul verder stimuleren. “Nu onze procedures geoptimaliseerd zijn, veranderen we in 2015 onze focus van systemen naar mensen,” vertelt Christophe. Het doel is om elke werknemer, van CEO tot onderaannemer, bewust te maken van het belang van veiligheid en de voordelen ervan, bijvoorbeeld voor efficiëntie. “Safety first mag geen holle slogan zijn, je moet het vooral doen”, besluit Kris.
KRIS KEYMEULEN QHSSE-MANAGER CIVIELE WERKEN
“DE TIJD VAN DE KORTE BROEK IS VOORBIJ, IEDEREEN DRAAGT NU MET TROTS ZIJN JDN-OVERALL EN HELM.”
97
98
CO2-PRESTATIELADDER Jan De Nul is sinds 2013 gecertificeerd volgens CO2-prestatie ladder niveau 3. Dit Nederlandse instrument, dat bedrijven helpt bij het reduceren van de uitstoot, steunt op vier pijlers in vier fasen: inzicht, reductie, transparantie en samenwerking.
Inzicht Meten is weten. Om je uitstoot te beperken, moet je eerst weten hoe hoog die precies is. In 2014 werden de inzichten verder verfijnd voor scope 1 (uitstoot eigen locaties) en scope 2 (geen eigen uitstoot, maar wel rechtstreekse verantwoordelijkheid). In 2015 staat de uitbreiding ingepland met scope 3 ( onrechtstreekse verantwoordelijkheid).
Reductie Een tweede stap in deze oefening is de afname van ons energiegebruik. Het algemene energie- en CO2-beleid stoelt op vier
regels. Een eerste regel doelt op het vergroenen van de energie door bijvoorbeeld de installatie van een windturbine of van zonnepanelen. De drie overige regels hebben elk als doel het energieverbruik effectief te reduceren door middel van bijvoor beeld technische aanpassingen, organisatorische maatregelen of sensibilisering.
Transparantie Eens alles in kaart is gebracht en er concrete plannen zijn gemaakt om te reduceren, rest ons die plannen te communi ceren. Dat moet er voor zorgen dat alle neuzen in dezelfde richting staan en zowel werknemers als externe partners een duidelijk zicht hebben op de doelstelling. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het intranet, de nieuwsbrief en de website, maar ook de toolboxmeetings spelen een belangrijke rol. Deze meetings moeten de toehoorders aanzetten tot nadenken en tot een gedragsverandering.
Samenwerking Om naar deze fase van de prestatieladder door te groeien moet er een duidelijke samenwerking met externe partners in verband met de CO2-uitstoot op poten worden gezet. Jan De Nul zal zich in 2015 toeleggen op de samenwerking met de Vereniging voor Belgische Aannemers van Grote Bouwwerken (VBA) voor de Belgische civiele werven, net als met de European Dredging Association (EuDA) en International Association of Dredging Companies (IADC) voor wat de wereldwijde baggerwerken betreft.
JAARVERSLAG 2014
CO2 -PRESTATIELADDER
99
100
ONZE MEDEWERKERS In 2014 groeide het personeelsbestand van Jan De Nul Group opnieuw aan. De groep wierf opnieuw zeevarenden en stafleden aan om de internationale baggerprojecten te bemannen. Vooral de opstart van het project voor de bouw van het nieuwe Suezkanaal in Egypte in het najaar van 2014 gaf een boost aan het personeelsbestand.
Bouw van het derde sluizencomplex in het Panamakanaal, Panama
2014: 5.990 medewerkers
380 zeevarenden
Aantal aanwervingen in 2014
122
66
bedienden voor de kantoren
bouwvakkers voor
en projecten wereldwijd
de civiele werven
JAARVERSLAG 2014
101
DUURZAME OPLEIDINGEN OP MAAT Doordat Jan De Nul Group zich de voorbije jaren is gaan toeleggen op nieuwe markten voor de offshore industrie van olie, gas en h ernieuwbare energie, krijgen onze bemannings- en stafleden nieuwe opportuniteiten voorgeschoteld. Ze krijgen de kans om zich te herscholen in een nieuw vak. Met veel enthousiasme werken staf en bemanning in samenspraak nieuwe creatieve en vindingrijke ideeën uit. Deze gedrevenheid is ook onze offshore klanten niet ontgaan: ze ontdekken medewerkers die voor alles een oplossing hebben en steeds klaar staan voor alweer een n ieuwe uitdaging. Jan De Nul Group zet sinds vele jaren maximaal in op de opleiding van zijn mensen. De nieuwe schepen, nieuwe markten en nieuwe expertise verplichten de groep er ook toe om continu bij te scholen.
Simulatoren en opleiding aan boord Voor de zeevarenden betekent dat een degelijke opleiding op maat, eerst in de simulatoren op kantoor, nadien aan boord onder begeleiding van de ervaren bemanningsleden. De simulatoren worden het hele jaar door bezet voor startersopleidingen, herhalingscursussen voor doorwinterde baggeraars en projectgerichte trainingen toegespitst op de specifieke parameters waarmee de bemanning zou te maken krijgen. Aan boord wordt de expertise met het nodige enthousiasme doorgegeven aan de collega’s. Opleiding en teamwork staan voorop. Deze aanpak werpt zijn vruchten af, want een degelijk opgeleide bemanning aan boord leidt tot het welslagen van het project.
Training voor offshore werken De offshore industrie vergt een heel andere expertise en normen. Het is van groot belang dat onze mensen ook daarin worden bijgeschoold. Doordat Jan De Nul Group meer en meer offshore contracten binnenhaalt en het nieuwe kabellegschip Isaac Newton in het najaar van 2015 in de vaart komt, werden in de loop van 2014 zeer specifieke offshore opleidingen gegeven. Zo werden tientallen stuurmannen getraind om te werken met DP-systemen (Dynamic Positioning).
Nieuw e-learningsysteem Het is niet altijd haalbaar om bemannings- en stafleden naar kantoor te laten reizen voor een opleiding. Daarom besliste Jan De Nul Group om een nieuw e-learningsysteem op te starten. Zo kunnen onze mensen zich ook tijdens hun verblijf in het buitenland of aan boord bijscholen. Via dit systeem kunnen ze op ieder moment informatie opzoeken en trainingen downloaden. Hierbij focust de groep in eerste instantie vooral op veiligheidstrainingen. Op termijn zal het aanbod worden uitgebreid en zullen ook technische opleidingen op deze manier kunnen worden gevolgd.
Interne opleidingsdagen In de loop van 2014 werden de interne opleidingsdagen op het hoofd kantoor in Luxemburg verder uitgebouwd en verbeterd. De doelgroepen werden uitgebreid en het aantal dagen op kantoor werd opgetrokken. De HR-afdeling maakt van de aanwezigheid gebruik om de mensen te scholen in leidinggeven. Voor de kapiteins, werktuigkundigen, uitvoerders en veiligheidsverantwoordelijken is het ondertussen een jaarlijkse traditie om elkaar in Capellen te treffen. Voor andere groepen was het in 2014 de eerste editie. Dankzij deze opleidingsdagen krijgen werknemers die wereldwijd worden tewerkgesteld de kans om elkaar te ontmoeten, en kennis en ervaringen uit te wisselen. Thema’s zoals veiligheid, efficiëntie en productiviteit komen aan bod. Deze interne cursusdagen maken deel uit van het opleidingsbeleid van Jan De Nul Group: een beleid dat niet alleen aandacht besteedt aan geroutineerde werkkrachten, maar ook aan nieuwe werknemers. Vanaf de eerste werkdag doorlopen werknemers bij de groep een aangepast opleidingstraject.
102
TEAMBUILDING In augustus 2014 nam Jan De Nul Group voor de eerste keer deel aan Climbing For Life, een sportief evenement georganiseerd door Golazo. De directie koos voor de beklimming per fiets of al lopend van de Col du Tourmalet in Zuid-Frankrijk, een bergpas van formaat die vooral bekend is van de Ronde van Frankrijk. De directie besloot hieraan deel te nemen om twee redenen: enerzijds om het goede doel (concrete projecten rond astma, muco en andere longaandoeningen) te sponsoren, anderzijds om collega’s aan te zetten tot een sportieve activiteit samen. Ook hier stond teamwork en teambuilding centraal. De redactie van een speciale nieuwsbrief voor dit evenement, Tourmaletter genaamd, een Facebookpagina Jan De Nul Climbs For Life en tussentijdse berichtgevingen op het Intranet moesten de collega’s warm maken voor dit evenement. En met succes: wel honderd collega’s fietsten of liepen samen naar de top. Speciaal voor onze deelname liet Jan De Nul Group in samenwerking met Bioracer Speedwear, fabrikant van sportkledij, een nieuwe op vallende fluogele wielertenue ontwerpen. De tenue droeg bij aan de teamspirit. Jan De Nul Group heeft de Tourmalet alvast niet onopgemerkt getrotseerd. Naast Climbing For Life nam Jan De Nul Group in 2014 opnieuw deel aan de drakenbootraces in de haven van Antwerpen, het baggerzeilweekend in Nederland en de Ekiden-wedloop in Brussel. Mens sana in corpore sano: daar hecht de firma groot belang aan.
JAARVERSLAG 2014
103
104
JAARREKENING
JAARVERSLAG 2014
105
106
Verslag betreffende de geconsolideerde jaarrekening Overeenkomstig onze aanstelling door de algemene vergadering van aandeelhouders, hebben wij de controle uitgevoerd van de bijgevoegde geconsolideerde jaarrekening van JAN DE NUL GROEP*. Deze geconsolideerde jaarrekening omvat de geconsolideerde balans op 31 december 2014, de geconsolideerde winst-en-verliesrekening voor het boekjaar en dan eindigend de samenvatting van de voornaamste waarderingsregels en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de raad van bestuur van de geconsolideerde jaarrekening De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van deze geconsolideerde jaarrekening in overeenstemming met de wettelijke en reglementaire voorschriften van Luxemburg voor de opstelling van geconsolideerde jaarrekeningen. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, het implementeren en het in stand houden van een interne controle met betrekking tot de samenstelling en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening, zonder afwij kingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten; alsook het kiezen en toepassen van geschikte boekhoud principes; en het m aken van boekhoudkundige ramingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de erkende bedrijfsrevisor Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel te geven over deze ge consolideerde jaarrekening op basis van onze audit. Wij hebben onze
JAARVERSLAG 2014
audit uitgevoerd overeenkomstig de internationale standaarden voor accountantscontrole zoals die voor Luxemburg werden goedgekeurd door de Commission de Surveillance du Secteur Financier. Deze controle normen vereisen dat wij voldoen aan de geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter staving van de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en inlichtin gen. De keuze van de uitgevoerde werkzaamheden is afhankelijk van de beoordeling van de erkende bedrijfsrevisor en van de inschatting van het risico op materiële afwijkingen in de geconsolideerde jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen houdt de erkende bedrijfsrevisor rekening met de interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van de entiteit, om controleprocedures vast te leggen die geschikt zijn in de gegeven omstandigheden, maar niet om een oordeel te geven over de doeltreffendheid van de interne controle van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte boekhoudkundige principes en van de redelijkheid van de door het bestuur gemaakte boekhoudkundige ramingen, evenals een evaluatie van het algehele beeld van de geconsolideerde jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een redelijke basis te vormen voor het uitbrengen van ons oordeel.
107
Oordeel Wij zijn van oordeel dat de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2014 een getrouw beeld geeft van de financiële situatie van JAN DE NUL GROEP*, evenals van de resultaten van de activiteiten voor het boekjaar dan eindigend, in overeenstemming met de wettelijke en reglementaire voorschriften van Luxemburg voor de opstelling van geconsolideerde jaarrekeningen. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Het geconsolideerde beheersverslag, dat de verantwoordelijkheid is van de raad van bestuur, is verenigbaar met de geconsolideerde jaarrekening.
Luxemburg, 26 mei 2015
Thierry REMACLE Réviseur d’Entreprises Agréé Grant Thornton Lux Audit S.A.
Grant Thornton Lux Audit S.A. | 89A, Pafebruch | L-8308 Capellen Luxemburg | Tel.: +352 40 12 99 | Fax: +352 40 05 98 | www.grantthornton.lu
108
GECONSOLIDEERDE BALANS OP 31 DECEMBER 2014 Jan De Nul GROUP * Maatschappelijke zetel: Luxemburg - H.R. Luxembourg: B 73.723 ACTIVA Vaste activa
2014
2013
2.091.800.825,23
2.204.826.838,41
Immateriële vaste activa
6.955.511,11
3.346.359,66
Concessies, octrooien, licenties, handelsmerken & gelijkaardige rechten
2.438.770,71
3.159.088,89
2.438.770,71
3.159.088,89
verworven door de vennootschap Goodwill Materiële vaste activa Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting
4.516.740,40
187.270,77
2.043.297.987,83
2.179.288.609,93
65.961.910,81
61.572.471,80
1.903.257.912,80
2.059.948.795,98
Overige materiële vaste activa
19.579.162,12
21.249.896,04
Vooruitbetalingen en materiële vaste activa in ontwikkeling
54.499.002,10
36.517.446,11
Financiële vaste activa
40.609.905,72
22.151.886,08
Vorderingen op ondernemingen waarmede een deelnemingsverhouding bestaat
18.910.946,96
0,00
1.514.224,79
1.507.219,54
20.184.733,97
20.644.666,54
937.420,57
39.982,74
2.077.155.519,68
1.635.311.656,74
Effecten aangehouden als vaste activa Andere leningen Vennootschappen geconsolideerd volgens de netto vermogensmethode Vlottende activa Inventarissen
652.488.398,64
506.258.376,14
Grond- en verbruiksstoffen
174.660.937,03
195.057.324,16
Werken in uitvoering
474.505.042,22
307.356.590,31
Vooruitbetalingen
3.322.419,39
3.844.461,67
Vorderingen
671.841.432,64
610.092.680,52
Handelsvorderingen
573.932.941,50
498.641.498,98
op ten hoogste 1 jaar
571.312.469,49
495.744.288,39
op meer dan 1 jaar Vorderingen op ondernemingen waarmede een deelnemingsverhouding bestaat
2.620.472,01
2.897.210,59
22.904.603,81
18.581.984,07
op ten hoogste 1 jaar
22.904.603,81
18.581.984,07
Overige vorderingen
75.003.887,33
92.869.197,47
op ten hoogste 1 jaar
75.003.887,33
92.575.868,14
op meer dan 1 jaar
0,00
293.329,33
Verhandelbare effecten
60.000.000,00
60.000.001,00
Eigen aandelen
60.000.000,00
60.000.000,00
Andere verhandelbare effecten Liquide bankmiddelen Overlopende rekeningen TOTALE ACTIVA De bijgevoegde toelichtingen zijn een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekeningen. *JAN DE NUL GROUP is de handelsbenaming voor Sofidra S.A.
0,00
1.00
692.825.688,40
458.960.599,08
16.202.503,89
19.091.633,24
4.185.158.848,80
3.859.230.128,39 (Uitgedrukt in euro)
JAARVERSLAG 2014
109
GECONSOLIDEERDE BALANS OP 31 DECEMBER 2014 Jan De Nul GROUP * Maatschappelijke zetel: Luxemburg - H.R. Luxembourg: B 73.723 PASSIVA Eigen vermogen Geplaatst kapitaal Uitgiftepremies Reserves Wettelijke reserve Consolidatiereserve Overgedragen resultaat Resultaat van het boekjaar Subsidie voor kapitaalinvesteringen
2014
2013
2.279.758.997,06
2.138.252.461,36
538.400.000,00
450.000.000,00
20.343.906,33
19.080.411,00
(12.633.404,48)
(17.161.515,22)
35.222.491,58
27.316.583,36
(47.855.896,06)
(44.478.098,58)
1.764.368.789,12
1.650.605.392,66
144.571.649,73
123.301.974,94
79.111,37
117.934,32
16.669.521,45
109.218.695,70
(192.040.576,46)
(196.910.432,04)
Achtergestelde schulden
112.667.884,00
112.667.884,00
Voorzieningen voor risico’s en kosten
181.523.492,29
200.532.374,91
Minderheidsparticipatie Translatieverschillen
Pensioenvoorzieningen Voorziening voor belasting Andere voorzieningen Schulden
2.834.348,53
908.895,48
47.865.413,08
15.869.540,78
130.823.730,68
183.753.938,65
1.509.525.762,27
1.292.806.049,61
Bedragen verschuldigd aan kredietinstellingen
465.189.633,10
511.325.223,54
op ten hoogste 1 jaar
197.439.536,24
206.592.974,24
op meer dan 1 jaar
267.750.096,86
304.732.249,30
Betalingen ontvangen op rekening voor zover zij niet afzonderlijk op de voorraden in mindering worden gebracht
525.010.445,64
396.129.414,10
op ten hoogste 1 jaar
525.010.445,64
396.129.414,10
Handelsschulden/schulden op aankoop en voorziening van diensten
315.292.282,84
276.277.521,42
op ten hoogste 1 jaar
315.292.282,84
275.159.532,62
0,00
1.117.988,80
Vorderingen op ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat
8.433.671,41
0,00
op ten hoogste 1 jaar
8.433.671,41
0,00
Schulden met betrekking tot belastingen en sociale lasten
60.705.167,70
37.294.611,88
Schulden met betrekking tot belastingen
54.844.122,60
32.004.243,81
op meer dan 1 jaar
Schulden met betrekking tot sociale lasten
5.861.045,10
5.290.368,07
134.894.561,58
71.779.278,67
op ten hoogste 1 jaar
80.702.496,01
50.788.099,30
op meer dan 1 jaar
54.192.065,57
20.991.179,37
101.682.713,18
114.971.358,51
4.185.158.848,80
3.859.230.128,39
Andere schulden
Overlopende rekeningen TOTALE PASSIVA
(Uitgedrukt in euro)
110
GECONSOLIDEERDE WINST-EN VERLIESREKENING VOOR HET BOEKJAAR E INDIGEND OP 31 DECEMBER 2014 Jan De Nul GROUP * Maatschappelijke zetel: Luxemburg - H.R. Luxembourg: B 73.723 KOSTEN
2014
2013
Handelsgoederen, grond-en hulpstoffen
961.504.600,42
839.720.169,92
Andere externe kosten
534.841.188,34
504.230.248,63
Personeelskosten
317.439.737,79
347.437.251,25
Bezoldigingen
228.662.630,58
250.040.602,40
Sociale lasten met betrekking tot bezoldigingen
55.829.986,42
64.424.754,91
Andere personeelskosten
32.947.120,79
32.971.893,94
Afschrijvingen en waardeverminderingen
256.481.017,97
310.563.338,88
op oprichtingskosten en op materiële en immateriële vaste activa
245.096.151,00
250.205.664,66
Bedrijfskosten
op vlottende activa
11.384.866,97
60.357.674,22
Andere bedrijfskosten
39.499.774,50
58.514.067,91
Financiële kosten Waardecorrecties op financiële vaste activa
27.897.087,38
4.318.621,20
Betaalde interesten en gelijkaardige kosten
35.346.838,28
154.804.427,69
andere te betalen interesten en kosten
35.346.838,28
154.804.427,69
Uitzonderlijke kosten en belastingen Uitzonderlijke kosten
4.338.008,03
8.637.212,23
Inkomstenbelasting
57.072.044,49
12.311.477,47
Andere belastingen niet vermeld in bovenstaande items
15.983.255,63
11.200.584,27
Verlies van de geconsolideerde vennootschappen berekend volgens de netto vermogensmutatiemethode Aandeel van de minderheidsparticipaties in de jaarlijkse winst
3.994.47
0,00
1.253.052,32
6.578.344,32
Resultaat Winst over het boekjaar TOTAAL KOSTEN
144.571.649,73
123.301.974,94
2.396.232.249,35
2.381.617.718,71
JAARVERSLAG 2014
111
GECONSOLIDEERDE WINST-EN VERLIESREKENING VOOR HET BOEKJAAR EINDIGEND OP 31 DECEMBER 2014 OPBRENGST
2014
2013
2.043.124.126,98
2.123.853.739,06
123.537.118,43
97.121.738,77
Bedrijfsopbrengsten Netto omzet Eigen werk gekapitaliseerd Toename in de voorraad goederen in bewerking en gereed product en in de bestellingen in uitvoering
19.777.835,02
10.327,36
Andere bedrijfsopbrengsten
85.723.897,78
79.386.201,94
Opbrengsten uit participaties
18.019,10
8,99
andere participaties
18.019,10
8,99
2.500.020,00
661.860,41
Financiële opbrengsten
Opbrengsten uit financiële vlottende activa overige opbrengsten
2.500.020,00
661.860,41
Andere ontvangen interesten en gelijkaardige opbrengsten
112.508.357,72
76.606.075,02
andere ontvangen interesten en gelijkaardige opbrengsten
112.508.357,72
76.606.075,02
Uitzonderlijke opbrengsten en belastingen Uitzonderlijke opbrengsten
9.042.874,32
3.810.406,55
Winst van vennootschappen geconsolideerd volgens de nettovermogensmutatiemethode
0,00
167.360,61
Aandeel van de minderheidsparticipaties in het jaarlijkse verlies
0,00
0,00
2.396.232.249,35
2.381.617.718,71
Resultaat TOTAAL OPBRENGSTEN
(Uitgedrukt in euro) De bijgevoegde toelichtingen zijn een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekeningen. *JAN DE NUL GROUP is de handelsbenaming voor Sofidra S.A.
112
BIJLAGEN
JAARVERSLAG 2014
113
114
VLOOT
x
SLEEPHOPPERZUIGER BEUNINHOUD
28
BEUNINHOUD
CRISTÓBAL COLÓN - 2009
46.000 m³
DE LAPÉROUSE - 2010
3.700 m³
LEIV EIRIKSSON - 2010
46.000 m³
JAMES ENSOR - 1980
3.600 m³
VASCO DA GAMA - 2000
33.000 m³
AMERIGO VESPUCCI - 1985
3.500 m³
CHARLES DARWIN - 2011
30.500 m³
ALVAR NUÑEZ CABEÇA DE VACA - 2011
3.400 m³
GERARDUS MERCATOR - 1997
18.000 m³
SEBASTIANO CABOTO - 2011
3.400 m³
JUAN SEBASTIÁN DE ELCANO - 2002
16.500 m³
PINTA - 1997
3.400 m³
PEDRO ÁLVARES CABRAL - 2012
14.000 m³
NIÑA - 1997
3.400 m³
BARTOLOMEU DIAS - 2013
14.000 m³
GALILEI 2000 - 1979
2.320 m³
JAMES COOK - 1992
11.750 m³
FILIPPO BRUNELLESCHI - 2003
11.300 m³
FRANCIS BEAUFORT - 2003
11.300 m³
ALEXANDER VON HUMBOLDT - 1998
9.000 m³
AL-IDRISI - 2012
7.500 m³
VITUS BERING - 2012
7.500 m³
CAPITAN NUÑEZ - 1977/1998
6.000 m³
SANDERUS - 1967
5.300 m³
FRANCESCO DI GIORGIO - 2003
4.400 m³
TACCOLA - 2003
4.400 m³
MANZANILLO II - 1988
4.000 m³
DE BOUGAINVILLE - 2006
3.700 m³
JAARVERSLAG 2014
CUTTERZUIGER
x
15
KRAANPONTON
TOTAAL GEÏNSTALLEERD DIESELVERMOGEN
x
115
6
TOTAAL GEÏNSTALLEERD DIESELVERMOGEN
JDN8096 - 2017
40.975 kW
POSTNIK YAKOVLEV - 2009 / 2013
3.700 kW
J.F.J. DE NUL - 2003
27.240 kW
MIMAR SINAN - 2008 / 2013
3.700 kW
IBN BATTUTA - 2010
23.520 kW
VITRUVIUS - 2007
3.700 kW
ZHENG HE - 2010
23.520 kW
IL PRINCIPE - 2005
1.800 kW 2.150 kW
FERNÃO DE MAGALHÃES - 2011
23.520 kW
GIAN LORENZO BERNINI - 2014
NICCOLÒ MACHIAVELLI - 2011
23.520 kW
JEROMMEKE - 1994 / 2012
LEONARDO DA VINCI - 1985
20.260 kW
MARCO POLO - 1979
16.115 kW
VESALIUS - 1980
9.260 kW
KAERIUS - 2007
8.330 kW
HONDIUS - 2007
8.330 kW
ORTELIUS - 1965 / 1978
5.140 kW
DIRK MARTENS - 1972
2.370 kW
PETRUS PLANCIUS - 2008
1.300 kW
HENDRIK GEERAERT - 2006
350 kW
993 kW
116
VLOOT
SPLIJTBAK
x
20
SCHIP VOOR INSTALLATIE VAN KABELS EN UMBILICALS
BEUNINHOUD
x
7
DRAAGVERMOGEN
L’AIGLE - 2005
3.700 m³
JOSEPH PLATEAU - 2013
36.000 ton
LA BOUDEUSE - 2005
3.700 m³
SIMON STEVIN - 2010
36.000 ton
L’ÉTOILE - 2006
3.700 m³
ISAAC NEWTON - 2015
12.500 ton
LE GUERRIER - 2007
3.700 m³
WILLEM DE VLAMINGH - 2011
6.500 ton
LE SPHINX - 2007
3.700 m³
JDN8625 - 2017
6.200 ton
ASTROLABE - 2010
3.700 m³
JDN8619 - 2017
6.200 ton
BOUSSOLE - 2011
3.700 m³
ARENT - 2011
POMPEI - 1988
1.850 ton
3.700 m³
LEEUW - 2012
3.700 m³
MARQUIS DE PRIÉ - 2012
3.700 m³
TIGER - 2012
3.700 m³
VERRAZZANO - 1979
2.000 m³
MAGELLANO - 1979
2.000 m³
CONCEPCIÓN - 2009
1.800 m³
SANTIAGO - 2010
1.800 m³
TRINIDAD - 2010
1.800 m³
VICTORIA - 2010
1.800 m³
GEELVINCK - 1974
1.800 m³
NIJPTANGH - 1974
1.800 m³
WESELTJE - 1974
1.800 m³
JAARVERSLAG 2014
ROTSINSTALLATIESCHIP
x
9
KRAANSCHIP
DRAAGVERMOGEN
x
117
2
HIJSVERMOGEN
JOSEPH PLATEAU - 2013
36.000 ton
RAMBIZ 4000 - 2016
4.000 ton
SIMON STEVIN - 2010
36.000 ton
RAMBIZ - 1995
3.300 ton
ISAAC NEWTON - 2015
12.500 ton
WILLEM DE VLAMINGH - 2011
6.500 ton
LA BOUDEUSE - 2005
6.310 ton
TIGER - 2012
6.310 ton
JDN8625 - 2017
6.200 ton
JDN8619 - 2017
6.200 ton
POMPEI - 1988
1.850 ton
118
PROJECTEN 2014 BAGGER- EN MARITIEME WERKEN EUROPA Benelux 1.
Havens van Oostende en Zeebrugge: Onderhoudsbaggerweken in de Noordzee, de maritieme toegang en de havens. 2. Belgische kust: Onderhoudsbaggeren in de kusthavens van Nieuwpoort en Blankenberge en in de jachthavendokken van Oostende en Zeebrugge. 3. Nieuwpoort: Onderhoudsbaggerwerken in de kustjachthaven. 4. Schelde: Onderhouds- en verdiepingsbaggerwerken in de Westerschelde en de Zeeschelde tussen Vlissingen en de nieuwe zeesluis in Wintam. 5. Zeebrugge: Baggerwerken aan de Bastenakenkaai en nivellering in de zuidelijke binnenhaven. 6. Middelkerke-Mariakerke: Strandwinning. 7. Bredene-Zeebrugge: Suppletie van strand en duinen van Bredene tot Zeebrugge. 8. Oostende: Strand- en voorkustwinning. 9. Zeebrugge: Baggerwerken aan de zuidelijke kaaimuur in het Albert II-dok. 10. Zelzate: Baggerwerken in de maritieme toegang en in het kanaal Gent-Terneuzen, inclusief sedimentbehandeling. 11. Antwerpen: Baggerwerken voor de uitbreiding van de haven ter hoogte van de Deurganckdoksluis. 12. Nederlandse kust: Strandwinning voor het Nederlandse kustbeschermingsprogramma.
Frankrijk 13. Bordeaux: Baggeren van de nieuwe westelijke doorgang naar de haven. 14. Duinkerke: Versterking van de dijk ‘Digue des Alliés’ en strandsuppletiewerken. 15. Pauillac: Onderhoudsbaggeren van het haventoegangskanaal.
Duitsland 16. Bremerhaven: Onderhoudsbaggerwerken in de Weser. 17. Hamburg: Onderhoudsbaggerwerken in de haven. 18. Wedel: Onderhoudsbaggerwerken in de slibvang nabij de stad Wedel.
Malta 19. Malta Port: Onderhoudsbaggerwerken.
Verenigd Koninkrijk 20. North Wales: Strandwinning voor het Waterfront Project in Colwyn Bay.
Turkije 21. Yarimca: Baggerwerken en landwinning voor de uitbreiding van de haven, bouw van een nieuwe containerterminal.
AFRIKA Angola 22. Ambriz: Onderhoudsbaggerwerken in het havenkanaal.
JAARVERSLAG 2014
Egypte
Sierra Leone
23. Suezkanaal: Baggerwerken voor de aanleg van het nieuwe Suezkanaal (Lot 2, 3, 4 en 5).
32. Pepel Island: Baggerwerken in de zwaaikom en voor de bouw van een nieuwe steiger.
Kameroen
MIDDEN-OOSTEN
24. Douala: Baggerwerken in het haventoegangskanaal.
Congo 25. Pointe-Noire: Baggerwerken in het toegangskanaal en het havenbekken. 26. Pointe-Noire: Aanleg van een milieuberm en baggerwerken voor de oostelijke uitbreiding van de haven.
Libanon 33. Beiroet: Rotsbaggeren in de haven.
Qatar 34. Doha: Baggerwerken voor de nieuwe uitvalsbasis van de Emiri-scheepsmacht.
Ghana
Verenigde Arabische Emiraten
27. Port of Takoradi Infrastructure Development Project: Uitbreiding van de bestaande haveninfrastructuur in opdracht van Ghana Harbour and Ports Authority. 28. Takoradi T2 Expansion Project (Deel 1 en 2) (Aboadze): Baggeren van onderzeese geulen voor vier pijpleidingen.
35. Dubai: Zandaanvoer voor de bouw van een slibwand voor de T3-Q10-containerterminal. 36. Dubai: Baggerwerken voor de bouw van T3-Q10containerterminal. 37. Abu Dhabi: Aanleg van vier offshore eilanden voor het Upper Zakum Project.
Marokko 29. Tanger: Fase 2 van het contract Tanger Mediterrannée II, baggerwerken in het havenbassin en de vaargeul. 30. Tan Tan: Verdiepingsbaggeren in de haven van Tan Tan om dichtslibbing tegen te gaan.
Senegal 31. Dakar: Baggeren in het toegangskanaal.
LATIJNS-AMERIKA Argentinië 38. Buenos Aires: Concessie voor het onderhoud van de Río Paraná en de Río de la Plata. 39. Bahía Blanca: Verdiepingsbaggerwerken in het toegangskanaal. 40. Dock Sud: Onderhoudsbaggeren in het havendok en –kanaal.
119
120
Bahamas
Guadeloupe
41. Bimini Bay: Baggerwerken in het toegangskanaal naar de nieuwe cruiseterminal in het kader van het Resorts World Ferry TerminalProject.
55. Baggeren van het toegangskanaal en geulbaggeren voor de bouw van een dijk.
Brazilië
56. Guaymas: Onderhouds- en verdiepingsbaggerwerken in het toegangskanaal en de zwaaikom.
42. São Luís (Maranhão): Onderhoudsbaggerwerken in de terminal Ponta da Madeira in opdracht van Vale. 43. Río Grande: Onderhoudsbaggeren in de toegangskanalen van de haven. 44. Itajaí: Baggerwerken van de eerste aanlegplaats in de APMTerminal. 45. San Marco Bay: - 5-jaarlijkse onderhoudsbaggercampagne in het toegangskanaal naar de Terminal Portuario of Ponta da Madeira.
Colombia 46. Buenaventura: Baggerwerken in het toegangskanaal en de zwaaikom van de haven ter hoogte van de TCBuencontainerterminal . 47. Buenaventura: Verdiepingsbaggerwerken. 48. Aguadulce: Baggerwerken in het toegangskanaal en zwaaikom van de nieuwe SPIA-containerterminal en aangrenzende BOSCOAL-terminal. 49. Barranquilla: Onderhoud en verdieping van het navigatiekanaal van de Magdalena-Rivier. 50. Cartagena Puerto Mamonal: Verdiepingsbaggerwerken van het nieuwe noordelijke toegangskanaal, onderhoudsbaggerwerken in het zuidelijke toegangskanaal. 51. Buenaventura: Dringende onderhoudsbaggerwerken in het publieke toegangskanaal. 52. Bocachica en Manzanillo: Verdiepen en verbreden van het toegangskanaal in de Baai van Cartagena. 53. Buenaventura: Baggerwerken in de dokken en het aangrenzende gebied van de COMPAS-Terminal. 54. Buenaventura: Onderhoudsbaggeren in het toegangskanaal.
Mexico
Panama 57. Panamakanaal: Ontwerp en bouw van het derde sluizencomplex. 58. Colon: Onderhouds- en verdiepingsbaggerwerken in de zwaaikom en ter hoogte van de aanlegplaatsen van de MIT-terminal.
Peru 59. Salaverry: Baggerwerken in de haven, het toegangskanaal, de zwaaikom en de aanlegplaatsen.
Trinidad en Tobago 60. Galeota: Baggerwerken en landwinning voor de bouw van een nieuwe haven.
Uruguay 61. Nueva Palmira: Bagger- en landwinningswerken nabij de Navios-Terminal.
OCEANIË Australië 62. Brisbane: Landwinningsproject voor de aanleg van een nieuwe parallelle landingsbaan in de luchthaven. 63. Port Hedland: Onderhoudscampagne voor aanlegbekkens, havendok en toegangskanaal. 64. Port Hedland: Verdiepingsbaggerwerken en landwinning voor de constructie van aanlegplaats AP5.
JAARVERSLAG 2014
AZIË Hong Kong 65. Ontvangst, transport en aanvulling van gronden afkomstig van civiele uitgravingswerken.
Indonesië 66. Kapuk Naga: Landwinning voor de aanleg van Eiland 2B en baggerwerken in het havenkanaal.
Taiwan 67. Mailiao: Onderhoudsbaggerwerken in de haven. 68. Kaohsiung: Baggerwerken in het toegangskanaal en havenbassin, landwinning van gebaggerd materiaal over een afstand van 3 km.
Turkmenistan 69. Turkmenbashi: Verdiepen en vergroten van het havenbassin in Turkmenbashi.
Vietnam 70. Ha Tinh: Bagger- en landwinningswerken voor de bouw van een staalfabriekcomplex.
121
122
GESPECIALISEERDE DIENSTEN VOOR DE OFFSHORE INDUSTRIE VAN OLIE, GAS EN HERNIEUWBARE ENERGIE EUROPA Benelux 1. 2. 3.
Northwind Project: Installatie van een 245 kV-exportkabel voor het offshore Northwind windturbinepark. Belwind-demoproject: Plaatsing van erosiebescherming en kabelinstallatiewerken voor het Belwind-demoproject van Alstom. Amstel-Sierra-Orca-project: Steneninstallatiewerken met valpijpschepen Simon Stevin en Tiger.
Denemarken 4. 5.
Dong Hejre Project: Steneninstallatiewerken in opdracht van Dong Energy Tyra East & Southeast B Project: Steneninstallatiewerken.
Verenigd Koninkrijk 10. Clair Ridge Project: Steneninstallatiewerken. 11. Perenco Project: Steneninstallatiewerken. 12. Gunfleet Sands Project: Steneninstallatiewerken ter bescherming van de funderingen van het offshore windturbinepark Gunfleet Sands. 13. Moray Offshore Project: Onderzeese steneninstallatiewerken.
MIDDEN-OOSTEN Qatar 14. Ras Laffan - Halul-eiland: Installatie van onderzeese kabels.
Saudi-Arabië 15. Abu Ali Power Supply Project: Transport van te installeren kabels van Europa naar Midden-Oosten, baggeren van aanlanding en geul voor de kabels, dichten van de geul.
AMERIKA
Duitsland
Canada
6.
16. Hebron Bundwall Removal Project: Openingsbaggeren voor transport GBS-fundering, verwijderen van dam door middel van cutterzuiger.
7.
Butendiek: Steneninstallatiewerken ter bescherming van de funderingen van het offshore windturbinepark Butendiek. Global Tech One: Onderzeese steneninstallatiewerken.
Malta-Italië 8.
Malta-Sicilië Kabelproject: Steneninstallatiewerken ter bescherming van onderzeese kabel tussen Malta en Sicilië.
Noorwegen 9.
Knarr Development Project: Steneninstallatiewerken.
LATIJNS-AMERIKA Argentinië 17. Vega Pleyade: Trenching en aanlanding van offshore pijpleiding.
Mexico 18. Ayatsil Offshore Project: Transport, installatie en afdekken van 10 stroomkabels ter verbinding van olieplatformen.
JAARVERSLAG 2014
OCEANIË Australië 19. Gorgon Project: Onderzeese steneninstallatiewerken voor de Gorgon-pijpleidingen en verbindingsroutes ter hoogte van de westkust van Barrow Island in waterdieptes van -12 m tot -60 m LAT. 20. Wheatstone-gasveld: Onderzeese stabilisatie van verbindingslijnen en pijpleidingen door middel van geulbaggeren, zandopvulwerken en steneninstallatie. 21. Wheatstone-gasveld: Installatie van stenen, ballast en bescherming tegen erosie.
AZIË Indonesië 22. Java-Bali Circuit 3&4 Project: Steneninstallatiewerken ter bescherming van onderzeese kabels.
Rusland 23. Sakhalin SEIC Project: Steneninstallatiewerken.
123
124
CIVIELE BOUWWERKEN INFRASTRUCTUURWERKEN
WATERBOUW
1. 2. 3. 4.
18. Kortrijk: Bouw van kaaimuren en bruggen in het kader van project Doortocht Leie. 19. Evergem: Bouwen van kaaimuren. 20. Ivoz-Ramet: Bouw van een nieuwe sluis. 21. Antwerpen: Bouw van de Deurganckdoksluis. 22. Luik: Bouw van een multimodaal platform ‘Trilogiport I’ en bijkomende wegenis- en infrastructuurwerken. 23. Antwerpen: Uitbreiding aanmeerfaciliteiten westzijde Verrebroekdok. 24. Auvelais: Vervanging van de bovenbouw van een stuwdam over de Samber te Auvelais. 25. Prosperpolder: Inrichting van een intergetijdengebied langsheen de Schelde, derde fase Waterkeringsproject. 26. Panama: Ontwerp en bouw van het derde Sluizencomplex in het Panamakanaal.
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Nimy-Blaton: Bouw van een nieuwe brug in Harchies. Charleroi: Herstelling van bestaande passerelle Sart Culpart. Saint-Hubert: Bouw van een waterzuiveringsstation. Godarville/Hennuyères: Bouw van de waterzuiveringsstations van Godarville en Hennuyeres. Genk: Renovatie van een waterzuiveringsstation. Ampsin/Tihange: Bouw van een centrum voor baggerslib. Geel: Realisatie van de Kempense Noord-Zuidverbinding. Gaurain: Grondwerk voor Italcimenti. Brussel: Bouw van tunnel en station voor de spoorverbinding Schuman-Josaphat. Brussel: Installatie van de spoorbakken voor de verbinding Schuman-Josaphat. Brussel: Aanleg van de bedding voor 2 extra sporen tussen Watermaal en Bosvoorde in het kader van het GEN-project (Fase 1). Mechelen: Aanleg van stationsparking en spoorbypass. Deurne: Bouw van de ondertunneling van de gewestweg R11. Luik: Bouw van een noodbrug en realisatie van een wegverbinding tussen de N618 en de E25. Brugge: Aanleg van de nieuwe autosnelweg A11 tussen de N31 Brugge en de N49 Westkapelle. Luik: Bouw van een loopbrug tussen de sites van Guillemins en La Boverie. Montlégia: Bouw van een brug en toegangswegen.
WATERZUIVERINGS- EN LEIDINGINFRASTRUCTUUR 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35.
Hoei: Bouw van een pompstation. Estinnes: Bouw van een collector. Haaltert: Bouw van collector Wildebeek. Etalle: Plaatsen van collectoren voor afvalwater (sanering van de rivier Chevratte). Jemeppe sur Meuse: Aanleg van collectoren. Chatelet: Bouw van een collector. Tienen: Uitvoeren van rioleringswerken en bijhorende wegeniswerken. Walcourt: Bouw van zuiveringsstation. Walcourt: Bouw van een collector en realisatie van een bezinkingsbekken.
JAARVERSLAG 2014
36. 37. 38. 39.
Villeroux: Bouw van een zuiveringsstation. Fleurjoux: Bouw van een waterzuiveringsinstallatie. Auvelais: Bouw van een collector. Gaurain: Installatie van collectoren.
GEBOUWEN 40. Brussel: Herstructurering, uitbreiding, renovatie en restauratie van Résidence Palace (blok A). 41. Lede: Bouw van woon- en zorgcentrum. 42. Wingene: Bouw en renovatie van De Zande, een instelling voor bijzondere jeugdzorg. 43. Jambes: Renovatie van een kantoorgebouw. 44. Kortrijk: Afwerking van het ziekenhuis AZ Groeninge. 45. Aalst: Bouw van woon- en zorgcentrum De Mouterij. 46. Aalst: Bouw van woon- en zorgcentrum De Couverture. 47. Sint-Lambrechts-Woluwe: Bouw van woon- en zorgcentrum De Pleiade. 48. Lodelinsart: Uitbreiding van een rusthuis MRS. 49. Erembodegem: Bouw van woon- en zorgcentrum Hopperank met 96 woongelegenheden. 50. Lier: Bouw van serviceflats. 51. Roeselare: Gesloten ruwbouw van het nieuwbouwziekenhuis AZ Delta. 52. Diegem: Bouw van 108 seniorenflats ‘Zilverhof’. 53. Aalst: Grondwaterpeilverlaging en renovatie kelderappartement aan het Astridpark.
54. Erembodegem: Sloop van twee gebouwen en nieuwbouw commerciële ruimte met 5 appartementen en 5 overdekte garages. 55. Erpe-Mere: Bouw van basisschool De Brug in het kader van het project Scholen van Morgen. 56. Rupelmonde: Bouw van kleuter- en basisschool in het kader van het project Scholen van Morgen. 57. Veurne: Bouw van het Vrij Technisch Instituut in het kader van het project Scholen van Morgen. 58. Lovendegem: Bouw van basisschool De Triangel in het kader van het project Scholen van Morgen. 59. Aalter: Bouw van het Emmaüsinstituut in het kader van het project Scholen van Morgen. 60. Liège: Uitbreiding van het universitair ziekenhuis van Luik op de site van Sart Tilman. 61. Erembodegem: Bouw van het woon- en zorgcentrum De Gerstjens. 62. Grobbendonk: Bouw van woon- en zorgcentrum. 63. Aalst: Bouw van een appartementsblok ‘Capucien’ met ondergrondse parking. 64. Erembodegem: Bouw van appartementsblok ‘Hogeweg’ met ondergrondse parking. 65. Rumbeke: Bouw van rust- en verzorgingstehuis De Nieuwe Seigneurie. 66. Aalst: Ruwbouw van een meergezinswoning en 19 appartementen en ondergrondse parking. 67. Wetteren: Bouw van een tijdelijk mobiel operatiekwartier en renovatie van het bestaande voor het ziekenhuis ASZ.
125
126
MILIEUWERKEN BELGIË 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
10. 11. 12.
13. 14. 15. 16. 17.
RC&TOP Hulsdonk: Exploitatie van verwerkingscentrum voor baggerspecie, verontreinigde gronden en minerale afvalstromen (13 ha) en laguneringsvelden in de haven van Gent. TOP Brussel: Tijdelijke opslagplaats voor grond en niet-gevaarlijk afval. Zelzate: VFT sanering van teerfabriek. Bodem- en grondwatersanering van verschillende Belgacom sites. Mol: Bodem- en grondwatersanering van de Glaverbel glasfabriek. Brussel: Grondwatersanering en -beheersing op de voormalige Carcoke-site. Saint-Ghislain: Exploitatie van het grondverwerkingscentrum Sol&Val. Anderlues: Sanering van een tankstation (Bofas)/ Kortrijk: Bodem- en grondwatersanering van de voormalige Barco-site en herontwikkeling ervan naar residentiële bestemming (PSR). Antwerpen: Mechanische ontwatering, recyclage en aanbrengen van baggerspecie, project AMORAS. Wallonië: Onderhoudsbaggeren van de Waalse bevaarbare binnenwateren. Wallonië: Ontwatering en verwerking van verontreinigde sedimenten afkomstig van de Waalse bevaarbare binnenwateren (Boue B Traitement). Schoten: Grondwatersanering en -beheersing OVAM Alesa. Zelzate: Saneringswerken en exploitatie van de gipsstortplaats in Evergem/Zelzate. Zonnepanelenproject Terranova Solar in Evergem/Zelzate. Erembodegem: Bodem- en grondwatersanering, inclusief extractie van verontreinigde bodemdampen. Aalst: Bodem- en grondwatersanering van Garage Energy.
18. Zeebrugge: Bodem- en grondwatersanering van de voormalige cokesfabriek. 19. Honelles: Sanering van een tankstation Petroltech; waterzuivering en civieltechnische werken. 20. Vraimont: Valorisatie van ontwaterde sedimenten. 21. Gent: Baggeren van het kanaal Gent-Terneuzen en verwerking van baggerspecie. 22. Vlassenbroek: Bouw van een ringdijk in Vlassenbroek met sedi menten gebaggerd uit de Zeeschelde tussen Gentbrugge en Melle. 23. Heppignies: Bodem- en grondwatersanering op een voormalig farmaceutisch bedrijfsterrein (WDP). 24. Tihange: Bouw van een recyclagecentrum voor baggerspecie. 25. Zwevegem/Moen: Exploitatie van verwerkingscentrum Sedival voor baggerspecie op een voormalige stortplaats. 26. Exploitatie van een mobiele drijvende verwerkingsinstallatie voor verontreinigde baggerspecie afkomstig van bevaarbare waterlopen in Wallonië. 27. Machelen: Proefproject OVAM Biochim 2 met bodemopwarming door middel van radiogolven en multifasenextractie. 28. Auderghem: Bodemsanering, plaatsen van secanspalen, collector- en wegeniswerken ter voorbereiding van de bouw van een ziekenhuis op de Delta Auderghem-site. 29. Auderghem: Sanering van een stookolieverontreiniging Les Hirondelles. 30. Nieuwpoort: Bodemsanering via Enhanced Reductive Dechlorina tion (ERD), alsook in situ grondwatersanering via ERD voor een volledige biologische afbraak van gechloreerde ethenen en ethanen. 31. Vilvoorde: Brownfield, sanerings- en stedelijk herontwikkelingsproject ’4 Fonteinen’. 32. Hamond-Achel: Exploitatie van een grondwaterbeheersing en -zuivering. 33. Gent: Exploitatie van een grondwatersanering op motorenfabrikant ABC.
JAARVERSLAG 2014
34. Hofstade - OVAM: Gedeeltelijke isolatie en gedeeltelijke afgraving van verontreinigde grond met asbest. 35. Gent: OVAM-pilootproject voor sanering van gechloreerde solventen. 36. Menen – Luxefoam: Grondwatersanering met pompinstallaties. 37. Wevelgem – DKW: Bodem- en grondwatersanering via ontgraving en tweefasige onttrekking, zuivering in een hal. 38. Veurne: Bodemsaneringswerken voor de Veurnse brandstoffen centrale. 39. Gent: Vergisting en valorisatie van organisch afval en slib. 40. Gent: Sanering en herontwikkeling van de brownfieldsite van Lummerzeim & Co naar een regionaal bedrijvenpark (PSR). 41. Jette – Shurgard: Meerfasige extractie door 25 waterwinningsputten in 8 clusters. 42. Laplaigne: Ontwatering en valorisatie van baggerspecie. 43. Kortenberg – D’Ieteren: Drijflaagverwijdering door een actief en passief skimmersysteem. 44. Pittem – Devoldere: Ontgraving en grondwatersanering via hoogvacuümextractie. 45. Gent: Verlagen van grondwaterpeil via grondwateronttrekking en -zuivering op de site La Floridienne. 46. Dentergem – Vandipaint Wakken: Grondwatersanering. 47. Mechelen – Du Pont de Nemours: Drijflaagverwijdering met skimmers. 48. Brugge – Aswebo/Vandamme-Madoe: Ontgraving met stabiliteitsmaatregelen van ondergrondse tanks en vervuilde grond in twee zones. 49. Flint Lessines: Ontgraving met stabiliteitsmaatregelen. 50. Haren – Castrol: Drijflaagverwijdering in twee fasen (brownfield). 51. Wihogne – Immoto: Installatie van een ventilator voor grondverwerking door ontluchting. 52. Hofstade – De Somer: Bodem- en grondwatersanering. 53. Saint-Ghislain – Saint-Joseph Saint-Ghislain Instituut: Bodem- en grondwatersanering.
54. Overkoepelend OVAM-pilootproject voor de duurzame valorisatie van materialen en energie uit een stortplaats met maximalisatie van materiaalrecyclage en optimale energieproductie. 55. Wilsele – Boogaerts: Ontgraving, afvoer en verwerking van verontreinigde grond. 56. Antwerpen: Sanering van de Vopak Terminal in de haven van Antwerpen. 57. Luik – Mamac: Zeving en transport van vervuilde grond behandelingsinstallatie. 58. Aalst – Electrabel: Ontgraving en scheiding van vervuilde gronden in functie van de verwerkingsmethode. 59. Herstal – Delhaize: Sanering van de oude olieopslagplaats. 60. Eupen – ERM: Sanering van een voormalig industrieterrein. 61. Molenbeek – Bouygues: Bodem- en grondwatersanering. 62. Doornik – Lousse: Ontgraving van vervuilde grond. 63. Oedelem – Vlabotex: Pilootproef biologische in-situ sanering. 64. Waregem – Damman: Bodemsanering dmv ontgraving. 65. Evere – TucRail: Sloopwerken en bodemsanering voormalige gasoliebevoorradingsstand. 66. Wilsele – Boogaerts: Bodemsanering stookolieverontreiniging. 67. KBC-raamcontract: Diverse saneringen naar aanleiding van schadegevallen. 68. Mehaigne – TEC: Sanering van een stelplaats. 69. Mons – LGP3: Bodem- en grondwatersanering. 70. Schoonaarde – Allnex: Langdurige grondwatersanering en -beheersing van een DNAPL (zaklaag). 71. Lille – Théolaur: Bodem- en grondwatersanering van een stookolieverontreiniging. 72. Boom: Brownfieldontwikkeling van de oude brandweerkazerne site naar residentieel bouwproject (PSR). 73. Lier: Brownfieldontwikkeling van de oude gasfabrieksite naar residentieel bouwproject (PSR). 74. Izegem: Brownfieldontwikkeling van de voormalige Dacar site naar residentieel bouwproject (PSR).
127
128
FRANKRIJK 75. Parijs: Saneringswerken in het kader van de herontwikkeling van ‘ZAC Bernard’; afvoer en behandeling van verontreinigde grond. 76. URS-Rouen: Drijflaagverwijdering op een Shell-depot. 77. Calais: Ontgraving, afvoer en biologische behandeling van met olie verontreinigde grond. 78. Saint-André-lez-Lille: Bodemsanering en civieltechnische werken in het kader van nieuwbouw. 79. Pardies: Saneren en afdekken van koolstofputten. 80. Toulon: Bouw van sediment- en grondverwerkingscentrum in La Seyne-sur-Mer.
ROEMENIË 81. Pitesti: Ombouw bestaande verwerkingscentrum tot multifunctionele Waste2Energy-installatie.
JAARVERSLAG 2014
129
130
BELGIË Jan De Nul NV Tragel 60, 9308 Hofstade-Aalst I België T Nat. Divisie: +32 53 73 15 11 Int. Divisie: +32 53 73 17 11 F +32 53 78 17 60 +32 53 77 28 55
[email protected]
LUXEMBURG Dredging and Maritime Management SA 34-36, Parc d’Activités Capellen L-8308 Capellen Luxemburg T +352 39 89 11 F +352 39 96 43
[email protected]
MAURITIUS Jan De Nul Dredging Ltd. 14th Floor, Hennessy Tower 23B Pope Hennessy Street Port Louis I Mauritius T +230 210 69 97 F +230 210 66 61
[email protected]
ARGENTINIË Hidrovia SA Corrientes 316, Piso 2 (C1043AAQ) Buenos Aires I Argentinië T +54 11 43 20 69 00 F +54 11 43 20 69 11
[email protected] [email protected]
FRANKRIJK Sodraco International SAS 28, rue de Dunkerque, Lot A03, rez-de-chaussée 59280 Armentières I Frankrijk T +33 3 20 18 82 70 F +33 3 20 46 49 07
[email protected]
NEDERLAND Dredging and Contracting Rotterdam BV P.O. Box 18024, 4601 ZA Bergen op Zoom Zuid-Oostsingel 24H, 4611 BB Bergen op Zoom Nederland T +31 164 26 61 44 F +31 164 26 04 54
[email protected]
AUSTRALIË Jan De Nul Australia Pty. Ltd. Level 3, 9 Colin Street, West Perth, WA 6005 P.O. Box 142, West Perth, WA 6872 I Australië T +61 8 9226 1882 F +61 8 9481 5922
[email protected] BRAZILIË Jan De Nul do Brasil Dragagem Ltda. Av. Das Americas 700, Bloco 1, sala 201 22640-100 Barra da Tijuca, Rio de Janeiro, RJ Brazilië T +55 21 2025 18 50 F +55 21 2025 18 70
[email protected] DUITSLAND Jan De Nul Nassbaggerei und Wasserbau GmbH Hauptstraße 68, 28865 Lilienthal I Duitsland T +49 4298 9564 264
[email protected] FILIPPIJNEN Jan De Nul NV Philippine Branch The Excelsior Building, rm 303 161, Roxas Boulevard, Baclaran Parañaque, Metro Manila I Filippijnen T +63 2 879 80 42 F +63 2 879 82 39
[email protected]
GROOT-BRITTANNIË Jan De Nul (UK) Ltd. Richmond House, High Street Ascot Berks SL5 7HG I Groot-Brittannië T +44 1344 627 010 F +44 1344 627 139
[email protected] INDIA Jan De Nul Dredging India Pvt. Ltd. Flat No 7, Door No 7, Vijay Apartments 1st, Main Road, CIT Colony, Mylapore 600004 I India T +91 44 2499 23 50 / 51 F +91 44 2499 23 52
[email protected] ITALIË Jan De Nul (Italia) S.p.A. Via Carlo Matteucci 38/F, 56124 Pisa I Italië T +39 050 54 24 35 F +39 050 97 39 03
[email protected] MEXICO Mexicana De Dragados SA de CV Paseo de las Palmas 405 – Desp. 1104 Colonia Lomas de Chapultepec Delegación Miguel Hidalgo C.P. 11000, México Distrito Federal I Mexico T +52 55 53 95 59 60 F +52 55 53 95 58 75
[email protected]
RUSLAND Jan De Nul NV Russian Branch BC “Lotte”, 65, Profsoyuznaya str., bld. 1, office 704 117342 Moscow I Rusland T +7 495 280 15 51 F +7 495 280 15 85
[email protected] SAUDI-ARABIË Jan De Nul Saudi Arabia Co. Ltd. P.O. Box 76616, Al-Khobar-31952 Saudi-Arabië T +966 13 887 72 35 F +966 13 887 72 53
[email protected] SINGAPORE Jan De Nul (Singapore) Pte. Ltd. 400, Orchard Road, # 18-06 Orchard Towers 238875 Singapore T +65 6 235 27 90 F +65 6 235 27 91
[email protected] VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN Jan De Nul Dredging Ltd. Dubai Branch Office 116, Sultan Business Center P.O.Box 28805, Bur Dubai, Dubai I V.A.E. T +971 4 335 55 47 F +971 4 335 53 56
[email protected] [email protected]
JAARVERSLAG 2014
131
Jan De Nul Group (Sofidra SA) Luxemburg
[email protected] www.jandenul.com
Raad van Bestuur J.P.J. De Nul, Dirk De Nul, Julie De Nul
Jeannot Krecké, Paul Lievens, Johan Van Boxstael
This report is also available in English. Ce rapport est également disponible en français. Este informe también está disponible en español. Contact: voor verduidelijking omtrent de gegevens in dit jaarverslag kan men zich wenden tot Paul Lievens - Financiële Dienst -
[email protected] Verantwoordelijke uitgever: Jan De Nul Group Maatschappelijke zetel: 34-36, Parc d’Activités Capellen, 8308 Capellen, Luxembourg
V2015-2
6
1
44 10
44 47
36 47
4
8
12 13 14
Bagger- en maritieme werken (70) Offshore diensten (23)