Bedrijfsoverdracht in Vlaanderen Onderzoek over de planning van de bedrijfsoverdracht uitgevoerd met de steun van Agentschap Ondernemen
Prof. dr. Tensie Steijvers drs. Ine Umans
Prof. dr. Eddy Laveren drs. Robin Deman
Universiteit Hasselt RCEF - Research Center for Entrepreneurship and Family Firms
Antwerp Management School
Inhoud 1.
2.
Opzet voor de dataverzameling .......................................................................................... 3 1.1.
Samenstelling van de steekproef voor de postenquête ................................................ 3
1.2.
Samenstelling van de steekproef voor de tweede online bevraging ............................ 3
Kenmerken van de bevraagde bedrijven ............................................................................. 4 2.1. Kenmerken van de bedrijfsleider ..................................................................................... 4 2.2. Algemene bedrijfskenmerken .......................................................................................... 4
3.
Overdracht van de positie van bedrijfsleider ...................................................................... 7 3.1. Overdracht van leiding: termijn en leeftijd...................................................................... 7 3.2. Mate van planning van de overdracht van leiding ........................................................... 8 3.3. Bespreking van de overdracht van leiding .................................................................... 13 3.4. Redenen voor uitstel van planning van overdracht van leiding..................................... 14 3.5. Stimuli die een bedrijf aanzetten tot planning van overdracht van leiding ................... 15 3.6. Geplande tijdsbesteding door de bedrijfsleider na overdracht van leiding ................... 17 3.7. Overdracht van leiding: een continu proces .................................................................. 18
4.
Overdracht van eigendom ................................................................................................. 18 4.1. Overdracht van leiding: termijn en leeftijd.................................................................... 18 4.2. Mate van planning van de overdracht van eigendom .................................................... 19 4.3. Redenen voor uitstel van planning van overdracht van eigendom ................................ 22 4.4. Familiale overdracht, externe verkoop of liquidatie? .................................................... 22 4.5. Bespreking van de overdracht van eigendom ................................................................ 25 4.6. Overdracht van eigendom: een continu proces? ............................................................ 27 4.7. Overdracht van eigendom en leiding als één proces?.................................................... 27
5.
Mate van informatieverzameling omtrent bedrijfsoverdracht .......................................... 28
Executive summary .................................................................................................................. 31 Bijlagen .................................................................................................................................... 36 Bijlage 1: Stellingen betreffende de planning van overdracht van de positie van bedrijfsleider ......................................................................................................................... 36 Bijlage 2: Postenquête .......................................................................................................... 37
2
1.
Opzet voor de dataverzameling
1.1. Samenstelling van de steekproef voor de postenquête De eerste enquête werd naar een selectie van postadressen verstuurd. Deze selectie is gebeurd op basis van een databestand getrokken uit de VKBO (Verrijkte Kruispuntbank van Ondernemingen). Uit het databestand werden ondernemingen geselecteerd waarin één of meerdere personen, die ouder zijn dan 50 jaar, actief zijn in het bestuur van deze ondernemingen. Na het ontdubbelen van de gegevens, werden de ondernemingen geselecteerd die ouder zijn dan 20 jaar en beantwoorden aan de rechtsvorm BVBA of NV. Daarna werd een gestratificeerde lukrake selectie gemaakt van ongeveer 5000 adressen verdeeld volgens de ondernemingsgrootte (micro-, kleine of middelgrote ondernemingen). Via het Agentschap Ondernemen werden vervolgens namen toegevoegd van bestuurders die ouder zijn dan 50 jaar. Vermits niet voor alle ondernemingen namen konden worden toegevoegd, werd de uiteindelijke steekproef gereduceerd tot 4100 adressen. De volgende aantallen werden in de maanden mei-juli bevraagd: 2000 adressen van microondernemingen, 1140 adressen van kleine ondernemingen, en 960 adressen van middelgrote ondernemingen. Twee bevragingsrondes later werden uiteindelijk 590 enquêtes ontvangen, wat resulteert in een algemeen antwoordpercentage van 14,39%. Na het schrappen van 46 enquêtes (4 ondernemingen zonder werknemers, 34 grote ondernemingen, en 8 enquêtes die laattijdig werden ontvangen), worden in dit onderzoeksrapport 544 enquêtes weerhouden voor verdere analyse. In tabel 1.1. wordt een uitsplitsing gemaakt overeenkomstig de grootte van de onderneming. Hieruit kunnen we afleiden dat de finale steekproef van respondenten 259 microondernemingen en 285 kleine- of middelgrote ondernemingen (KMO’s) bevat. Tabel 1.1. : Grootte1 Aantal 259 285 544
Micro-onderneming KMO Totaal
Procentueel 47,6% 52,4% 100%
1.2. Samenstelling van de steekproef voor de tweede online bevraging In de vragenlijst, die tijdens de eerste schriftelijke bevraging werd gebruikt, werd een emailadres gevraagd van een (familiale) eigenaar die een tweede vragenlijst met vragen omtrent belemmeringen inzake de bedrijfsoverdracht zou willen beantwoorden. Een vragenlijst werd opgemaakt in ‘Qualtrics’ en diende online te worden ingevuld door 380 mogelijke respondenten. Na twee rappels hebben 187 personen deze e-mail beantwoord, doch 32 personen hebben slechts enkele vragen ingevuld of de vragenlijst te laat beantwoord zodat deze 32 antwoorden werden geweerd. In totaal hebben 155 personen de tweede vragenlijst volledig ingevuld. Als we deze respondenten indelen in leeftijdscategorieën, naar analogie 1
Selectie gemaakt op basis van aantal werknemers (in voltijdse equivalenten): minder dan 10 werknemers = micro-onderneming; van 10 tot 250 werknemers = KMO.
3
met tabel 2.1. (zie verder), stellen we vast dat de procentuele verdeling over de leeftijdscategorieën analoog is aan deze op basis van de postenquête. De resultaten die in dit rapport besproken worden, hebben betrekking op de postenquête tenzij anders aangegeven. Dan zal verwezen worden naar de ‘online bevraging’. 2.
Kenmerken van de bevraagde bedrijven
2.1. Kenmerken van de bedrijfsleider De leeftijd van de bedrijfsleiders van de bedrijven vertegenwoordigd in onze dataset2 wordt weergegeven in tabel 2.1. Hieruit blijkt dat 84,9% van de bedrijfsleiders ouder is dan 55 jaar; 14,4% is zelfs ouder dan 65 jaar. Bovendien blijkt dat de huidige bedrijfsleider gemiddeld 28 jaar actief is als bedrijfsleider van zijn/haar huidig bedrijf. Tabel 2.1. : Leeftijd bedrijfsleider Aantal Jonger dan 51 jaar 45 51 - 55 jaar 35 56 - 60 jaar 220 61 - 65 jaar 152 Ouder dan 65 jaar 76 Totaal 528
Procentueel 8,5% 6,6% 41,7% 28,8% 14,4% 100%
Tabel 2.2. geeft een overzicht van het percentage aandelen dat in handen is van de bedrijfsleider. Hieruit blijkt dat slechts 11,4% van de bedrijfsleiders geen aandelen bezit. De meerderheid (58,4%) van de bedrijfsleiders bezit meer dan 50% van de aandelen; 26,6% van de bedrijfsleiders is zelfs de enige aandeelhouder. Tabel 2.2. : Percentage aandelen in handen van de bedrijfsleider Aantal Procentueel 0% 59 11,4% 1% - 50% 157 30,2% 51% - 99% 165 31,8% 100% 138 26,6% Totaal 519 100%
2.2. Algemene bedrijfskenmerken Tabel 2.3. geeft aan dat de totale dataset 259 bedrijven omvat met minder dan 10 werknemers. Deze bedrijven worden beschouwd als micro-ondernemingen. Daarnaast telt de dataset 198 kleine ondernemingen en 87 middelgrote ondernemingen, wat resulteert in 285 KMO’s. In tabel 2.4. wordt de dataset opgesplitst naar omzet. Wat betreft de sectorverdeling, stellen we op basis van tabel 2.5. een ruime vertegenwoordiging van elke sector vast. Vermits slechts 6
2
Vermits de respondenten niet elke vraag in de enquête beantwoord hebben, varieert het aantal bedrijven per gerapporteerde tabel.
4
landbouwbedrijven de enquête beantwoord hebben, werden deze samengevoegd met de sector ‘industrie’. Tabel 2.3. : Aantal werknemers, einde boekjaar 2014 Aantal 259 198 87 544
Minder dan 10 werknemers Tussen 10 en 49 werknemers Tussen 50 en 249 werknemers Totaal
Procentueel 47,6% 36,4% 16,0% 100%
Tabel 2.4. : Omzet tijdens boekjaar 2014 Aantal 158 91 165 119 533
Minder dan 1 miljoen euro Tussen 1 en 2 miljoen euro Tussen 2 en 10 miljoen euro Meer dan 10 miljoen euro Totaal
Procentueel 29,6% 17,1% 31,0% 22,3% 100%
Tabel 2.5. : Sectorverdeling Aantal 114 88 165 135 502
Industrie en landbouw Bouw Handel en horeca Diensten Totaal
Procentueel 22,7% 17,5% 32,9% 26,9% 100%
Aangezien de meerderheid van de Vlaamse bedrijven familiebedrijven zijn, verwachten we deze trend ook in de dataset. Een familiebedrijf wordt gedefinieerd als een bedrijf waar a) meer dan 50% van de eigendom in handen is van één familie of b) het bedrijf als een familiebedrijf beschouwd wordt door de respondent. Op basis van deze definitie geeft tabel 2.6. aan dat 85,8% van onze steekproef bestaat uit familiebedrijven. Tabel 2.6. : Aantal familiebedrijven Familiebedrijven Niet familiebedrijven Totaal
Aantal 458 76 534
Procentueel 85,8% 14,2% 100%
Vertrekkende van deze subgroep van familiebedrijven, stellen we vast dat in 95% van de familiebedrijven de leiding in handen is van een familielid. In de enquête werd eveneens bevraagd welke generatie de eigendom en leiding in handen heeft in deze bedrijven. Indien meerdere generaties de leiding/eigendom in handen heeft, wordt enkel de ‘hoogste’ generatie weerhouden. In tabel 2.7. constateren we dat in 58% van de familiebedrijven een tweede of latere generatie (een deel van) de eigendom in handen heeft. Wat betreft het management zien we min of meer gelijkaardige cijfers: 48,9% van de familiebedrijven wordt (deels) geleid door de tweede of latere generatie.
5
Tabel 2.7. : Generatie in bezit van de eigendom van het familiebedrijf Aantal 1e generatie 187 2e generatie 167 3e generatie of hoger 92 Totaal 446
Procentueel 42,0% 37,4% 20,6% 100%
Tabel 2.8. : Generatie in bezit van het management van het familiebedrijf Aantal Procentueel e 1 generatie 205 51,1% 2e generatie 128 31,9% 3e generatie of hoger 68 17% Totaal 401 100%
Wat betreft de aandeelhoudersstructuur merken we een zeer geconcentreerd aandeelhouderschap op: 96% van de bedrijven telt tussen één en vijf aandeelhouders. Tabel 2.9. geeft een meer gedetailleerd beeld van deze bedrijven die maximum 5 aandeelhouders tellen. Hieruit blijkt dat 21,9 % van deze bedrijven slechts 1 aandeelhouder telt en 48,1% van de bedrijven telt 2 aandeelhouders. Bovendien blijkt uit tabel 2.10. dat één aandeelhouder in meer dan 60% van de gevallen meer dan de helft van de aandelen in handen heeft. Slechts in 6,7% van de bedrijven zijn 3 of meer aandeelhouders vereist om tot een meerderheid van de aandelen te komen. Tabel 2.9. : Aantal aandeelhouders 1 aandeelhouder 2 aandeelhouders 3 aandeelhouders 4 aandeelhouders 5 aandeelhouders Totaal
Aantal 101 222 74 42 22 461
Procentueel 21,9% 48,1% 16,1% 9,1% 4,8% 100%
Tabel 2.10. : Aantal aandeelhouders die samen meer dan 50% van de aandelen bezitten Aantal Procentueel 1 aandeelhouder 279 60,5% 2 aandeelhouders 151 32,8% 3 of meer aandeelhouders 31 6,7% Totaal 461 100%
Tabel 2.11. en 2.12. geven informatie over de governance van de bedrijven. In 67% van de bedrijven is een Raad van Bestuur of Raad van Advies aanwezig (tabel 2.11.). Volgens tabel 2.12. zetelen in 65% van de Raden van Bestuur of Raden van Advies van de bevraagde familiebedrijven enkel familieleden; in 20,7% van de bedrijven gaat het om een mix van familie- en niet-familieleden en in 14,3% zijn geen familieleden aanwezig in de Raad van Bestuur/Advies.
6
Tabel 2.11. : Aanwezigheid van een Raad van Bestuur of een Raad van Advies Aantal Procentueel Aanwezigheid van Raad van Bestuur/Advies 354 67,0% Geen Raad van Bestuur/Advies 174 33,0% Totaal 528 100%
Tabel 2.12. : Familiale invloed in de Raad van Bestuur of Raad van Advies Aantal Geen familieleden 47 Minder dan 50% familieleden 31 Tussen 51% en 99% familieleden 37 100% familieleden 214 Totaal 329
3.
Procentueel 14,3% 9,4% 11,3% 65,0% 100%
Overdracht van de positie van bedrijfsleider
3.1. Overdracht van leiding: termijn en leeftijd In deze sectie zal de dataset beperkt worden tot 493 bedrijven waar de bedrijfsleider ouder is dan 50 jaar, vermits hier de problematiek van overdracht van de positie van bedrijfsleider speelt. Uit tabel 3.1. blijkt dat 54,2% van de bedrijven een terugtreding van de bedrijfsleider verwacht binnen een termijn van vijf jaren. Ongeveer 17% verwacht zelfs een terugtreding binnen een termijn van twee jaren. De problematiek inzake overdracht speelt dus sterk in de bedrijven geleid door een 50-plusser. Daarenboven heeft 11,9% van de bedrijfsleiders nog geen idee wanneer hij/zij de positie van bedrijfsleider zal overdragen. Tabel 3.1. : Verwachte termijn overdracht positie als bedrijfsleider Aantal Procentueel 0-2 jaar 83 17,3% 3-5 jaar 177 36,9% 6-10 jaar 140 29,2% >10 jaar 23 4,8% Onbekend 57 11,9% Totaal 480 100%
Als we aan de bedrijfsleider vragen tot wanneer hij/zij de leiding over het bedrijf wil behouden (tabel 3.2.), verwachten de meeste bedrijfsleiders (42%) het bedrijf te blijven leiden tot ze een leeftijd tussen 61 en 65 jaar bereikt hebben. Toch zien we dat bijna één op vier bedrijfsleiders deze functie langer wenst op te nemen: 19,7% wil tussen de leeftijd van 66 en 70 jaar de leiding overdragen; bijna 4% wil zelfs doorgaan tot na zijn/haar 70e levensjaar. Ook opvallend is dat 14,7% nog geen idee heeft tot welke leeftijd hij/zij de leiding zal behouden over het bedrijf. Nochtans is 59,4% (40,6% + 18,8%) van deze bedrijfsleiders 60-plusser (tabel 3.3.). Daarnaast zijn er ook bedrijfsleiders die geen leeftijd voor ogen hebben, maar verwachten bedrijfsleider te blijven tot een bepaalde gebeurtenis zich voordoet (11,3%) zoals het vinden van een koper, ziekte, het klaar staan van de volgende generatie, enzovoort.
7
Tabel 3.2. : Behoud van positie als bedrijfsleider Aantal Jonger dan 60 jaar 26 Tussen 61 en 65 jaar 196 Tussen 66 en 70 jaar 92 Ouder dan 70 jaar 18 Voor de rest van mijn leven 13 Tot een bepaalde gebeurtenis zich voordoet 53 Geen idee 69 Totaal 467
Procentueel 5,6% 42,0% 19,7% 3,9% 2,8% 11,3% 14,7% 100%
Tabel 3.3. : Bedrijfsleiders die geen idee hebben tot wanneer ze de positie als bedrijfsleider willen behouden (uitdieping tabel 3.2.) Leeftijd van bedrijfsleider: 50-55 jaar 56-60 jaar 61-65 jaar Ouder dan 65 jaar Totaal Behoud van positie als N % N % N % N % N % bedrijfsleider tot: Geen idee 2 2,9% 26 37,7% 28 40,6% 13 18,8% 69 100%
Uit tabel 3.4. blijkt, zoals verwacht, dat 77,8% (37,5% + 40,3%) van de bedrijfsleiders ouder dan 65 jaar verwacht om binnen een termijn van 5 jaar terug te treden als bedrijfsleider. Ook bij de categorie ‘bedrijfsleider tussen 61 en 65 jaar’ zien we dat 69,8% (25,5% + 44,3%) verwacht terug te treden binnen een termijn van 5 jaar. Opvallend is dat 16,7% van de bedrijfsleiders ouder dan 65 jaar nog geen idee heeft binnen welke termijn ze de leiding zullen overlaten. Tabel 3.4. : Leeftijd bedrijfsleider en termijn van terugtreding Termijn van terugtreding van bedrijfsleider: N = 470 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar onbekend Totaal Leeftijd N % N % N % N % N % N % bedrijfsleider: 50-55 jaar 1 2,9% 3 8,6% 15 42,9% 11 31,4% 5 14,3% 35 100% 56-60 jaar 17 7,9% 79 36,9% 89 41,6% 7 3,3% 22 10,3% 214 100% 61-65 jaar 38 25,5% 66 44,3% 29 19,5% 1 0,7% 15 10,1% 149 100% Ouder dan 65 jaar 27 37,5% 29 40,3% 4 5,6% 0 0% 12 16,7% 72 100%
3.2. Mate van planning van de overdracht van leiding Gezien het feit dat meer dan de helft van de bedrijfsleiders hun functie van bedrijfsleider binnen een termijn van 5 jaar wilt overlaten aan een opvolger (tabel 3.1.), stelt zich de vraag in welke mate zij bezig zijn met het plannen van deze opvolging. Om te meten in welke mate bedrijven deze overdracht van leiding plannen, maken we gebruik van een schaal ontwikkeld 3 door Sharma et al. (2003) . Deze schaal bestaat uit 12 stellingen die peilen naar de mate van planning van opvolging (te raadplegen in bijlage 1). De respondent van elk bedrijf heeft elke stelling beantwoord op een schaal van 1 tot 5 (1 = nog niet mee bezig; 2 = eerste aanzet gegeven; 3 = volop ermee bezig; 4 = in verre mate gevorderd; 5 = volledig voltooid). Een 3
Sharma, P., Chrisman, J., Chua, J. (2003). Succession planning as planned behavior: Some empirical results. Family business review, 16(1), p. 1-14.
8
bedrijf wordt verondersteld ‘nog niet bezig’ te zijn met het plannen van overdracht van leiding indien ze op elke stelling 1 heeft geantwoord. Indien ze op alle stellingen 1 of 2 heeft geantwoord, is de ‘eerste aanzet gegeven’. Als bedrijven op alle stellingen 5 hebben aangeduid, is de planning ‘volledig voltooid’. Alle andere combinaties worden gecategoriseerd als zijnde ‘volop ermee bezig’. Tabel 3.5. geeft aan in welke mate de door ons bevraagde bedrijven bezig zijn met het plannen van de opvolging. Tabel 3.5. : Mate van planning van overdracht van leiding Aantal Nog niet ermee bezig 122 Eerste aanzet is gegeven 63 Volop ermee bezig 217 Volledig voltooid 14 Totaal 416
Procentueel 29,3% 15,1% 52,2% 3,4% 100%
Wat betreft het plannen van de overdracht van de positie van bedrijfsleider zien we dat 52,2% er volop mee bezig is. Opvallend is echter ook dat bijna 1 op 2 bedrijven er niet of nauwelijks mee bezig is: 29,3% van de bedrijven geleid door een 50-plusser is er nog helemaal niet mee bezig; in 15,1% van de bedrijven werd slechts een eerste aanzet gegeven. Als we dit koppelen aan de vragen die gesteld werden in de online enquête rond het formaliseren van strategie, stellen we vast dat 65,2% van de respondenten (101 van de 155 respondenten) de strategie slechts informeel evalueert. In 113 van de 155 bedrijven (72,9%) geeft de respondent aan dat men niet beschikt over een geschreven strategisch plan. Dit gebrek aan formalisering kan mee verklaren waarom bedrijven nog niet of nauwelijks bezig zijn met de voorbereiding van de overdracht. In tabel 3.6. stellen we vast dat micro-ondernemingen minder bezig zijn met het plannen van de overdracht van leiding dan KMO’s: 41,8% van de micro-ondernemingen is nog niet bezig met het plannen van de overdracht; bij KMO’s daalt dit aantal tot 18,9%. Bijkomend zien we ook dat 63% van de KMO’s volop bezig is met het plannen van de overdracht, terwijl slechts 39,2% van de micro ondernemingen er volop mee bezig is. Tabel 3.6. : Mate van planning van overdracht van leiding en bedrijfsgrootte Bedrijfsgrootte: Micro-onderneming KMO Planning van overdracht leiding: N % N % Nog niet mee bezig 79 41,8% 43 18,9% Eerste aanzet gegeven 30 15,9% 33 14,5% Volop ermee bezig 74 39,2% 143 63,0% Volledig voltooid 6 3,2% 8 3,5% N = 416 189 100% 227 100%
Of dit niet of nauwelijks bezig zijn met de overdracht van leiding problematisch is, hangt af van de termijn waarbinnen de huidige bedrijfsleider wenst af te treden. Uit tabel 3.7. blijkt dat men in 9,8% van de bedrijven waar de bedrijfsleider binnen een termijn van 2 jaar wenst terug te treden, nog niet bezig is met het plannen van de opvolging. Indien de bedrijfsleider wenst terug te treden binnen een termijn van 3 tot 5 jaar is zelfs 22,5% nog niet bezig met de opvolgingsplanning. Als we die bedrijven waar binnen een termijn van 5 jaar de bedrijfsleider
9
wenst af te treden samen bekijken, is bijna één op vijf dus nog niet bezig met de planning ervan ((6 + 34)/(61 + 151) = 18,9%). 11,3% van deze groep heeft reeds een eerste aanzet gegeven. Deze planning bestaat uit heel wat componenten en kan vaak jaren in beslag nemen, waardoor tijdig plannen essentieel is. De meerderheid van de bedrijven, respectievelijk 72,1% en 62,3%, is alvast volop bezig met het plannen van de overdracht van leiding indien de bedrijfsleider binnen een termijn van respectievelijk 0 tot 2 jaar en 3 tot 5 jaar wenst terug te treden. Wanneer de bedrijfsleider nog geen idee heeft binnen welke termijn hij/zij het bedrijf wenst over te dragen, dan zal hij/zij in bijna 50% van de gevallen niet starten met enige vorm van planning. Tabel 3.7. : Mate van planning van overdracht van leiding en de termijn van terugtreding Termijn van terugtreding van bedrijfsleider: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar onbekend Planning van N % N % N % N % N % overdracht leiding: Nog niet mee bezig 6 9,8% 34 22,5% 49 38% 7 33,3% 24 49% Eerste aanzet gegeven 5 8,2% 19 12,6% 25 19,4% 6 28,6% 6 12,2% Volop ermee bezig 44 72,1% 94 62,3% 53 41,1% 8 38,1% 17 34,7% Volledig voltooid 6 9,8% 4 2,6% 2 1,6% 0 0% 2 4,1% N = 411 61 100% 151 100% 129 100% 21 100% 49 100%
In tabel 3.8. bekijken we enkel de groep van bedrijven die binnen een termijn van 5 jaar een overdracht van leiding verwachten. We stellen vast dat 42,2% (33,3% + 8,9%) van de bedrijven uit de bouwsector niet of nauwelijks bezig zijn met de planning van de overdracht, respectievelijk 31,7% van de bedrijven uit de sectoren ‘handel en horeca’, 23,3% in de dienstensector, en 19,5% in de sectoren ‘industrie en landbouw’. Vooral bedrijven uit de sectoren ‘industrie en landbouw’ (78,3%) en ‘diensten’ (74,4%) zijn volop bezig met de planning van opvolging. Het procentueel aandeel van bedrijven uit de bouwsector en de sectoren ‘handel en horeca’ die volop bezig zijn met planning van opvolging ligt lager, namelijk 53,3% voor de bouwsector en 60% voor de sectoren ‘handel en horeca’. Tabel 3.8. : Plannen van overdracht van leiding en sector (Subgroep: Bedrijven die een overdracht van leiding verwachten binnen een termijn van 5 jaar) Sector: Industrie en Bouw Handel en Diensten landbouw horeca Planning van overdracht leiding: N % N % N % N % Nog niet mee bezig 3 6,5% 15 33,3% 13 21,7% 7 16,3% Eerste aanzet gegeven 6 13,0% 4 8,9% 6 10,0% 3 7,0% Volop ermee bezig 36 78,3% 24 53,3% 36 60,0% 32 74,4% Volledig voltooid 1 2,2% 2 4,4% 5 8,3% 1 2,3% N = 194 46 100% 45 100% 60 100% 43 100%
Als we binnen deze groep van bedrijven die een opvolging verwachten binnen een termijn van 5 jaar een opsplitsing maken naar bedrijfsgrootte, zien we in tabel 3.9. dat er binnen de groep van micro ondernemingen veel minder aan planning van opvolging wordt gedaan: 46,2% (31,9% + 14,3%) is niet of nauwelijks bezig met de planning ervan. Bij KMO’s is dit slechts het geval voor 18,2% (9,1% + 9,1%) van de bedrijven. Ook zien we dat 76% van de
10
KMO’s volop bezig is met de planning van opvolging tegenover 50,5% van de micro ondernemingen. Tabel 3.9. : Mate van planning van overdracht van leiding en bedrijfsgrootte (Subgroep: Bedrijven die een overdracht van leiding verwachten binnen een termijn van 5 jaar) Bedrijfsgrootte: Micro-onderneming KMO Planning van overdracht leiding: N % N % Nog niet mee bezig 29 31,9% 11 9,1% Eerste aanzet gegeven 13 14,3% 11 9,1% Volop ermee bezig 46 50,5% 92 76% Volledig voltooid 3 3,3% 7 5,8% N = 212 91 100% 121 100%
Uit onze data (tabel 3.10.) blijkt bovendien dat ondernemers die aangeven te wachten op een bepaalde gebeurtenis (volgende generatie is er klaar voor, ziekte, …) in 26,1% van de gevallen nog niet en in 15,2% van de gevallen nauwelijks bezig zijn met het plannen van de opvolging. Tabel 3.10. : Mate van planning van overdracht van leiding voor zij die de leiding willen behouden tot een bepaalde gebeurtenis zich voordoet Aantal Procentueel Nog niet ermee bezig 12 26,1% Eerste aanzet is gegeven 7 15,2% Volop ermee bezig 26 56,5% Volledig voltooid 1 2,2% Totaal 46 100%
Tabel 3.11. vereenvoudigt het plannen van de opvolging tot de vraag of al dan niet is afgesproken wie de opvolger wordt. Hieruit blijkt dat in 32,9% van de bedrijven waar binnen een termijn van 2 jaar de bedrijfsleider verwacht terug te treden nog niet werd afgesproken wie de opvolger zal worden. Verdere analyse van deze groep van bedrijven waar men nog niet weet wie de opvolger wordt, geeft aan dat deze groep vooral bestaat uit micro ondernemingen (65,4%). Tabel 3.11. : Bepaling opvolger en de termijn van terugtreding Termijn van terugtreding van bedrijfsleider: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar onbekend Opvolger werd bepaald: N % N % N % N % N % Neen 26 32,9% 89 52,7% 99 70,7% 18 78,3% 41 74,5% Ja 53 67,1% 80 47,3% 41 29,3% 5 21,7% 14 25,5% N = 466 79 100% 169 100% 140 100% 23 100% 55 100%
Indien we de mate van planning van opvolging bekijken in functie van de leeftijd van de bedrijfsleider (tabel 3.12.), is het zorgwekkend dat 26,3% van de bedrijven geleid door een 65-plusser nog niet bezig is (17,5%) of nog maar een eerste aanzet gegeven heeft (8,8%) wat betreft de planning van opvolging. Ook bij de bedrijven die geleid worden door een bedrijfsleider met een leeftijd tussen 61 en 65 jaar stellen we vast dat nog maar weinig van de
11
opvolging gepland wordt: in 38,6% van deze bedrijven is men nog niet bezig met (24,4%) of heeft men slechts een eerste aanzet gegeven tot (14,2%) de planning van de opvolging. Tabel 3.12. : Plannen van overdracht van leiding en leeftijd van bedrijfsleider Leeftijd van bedrijfsleider: 50-55 jaar 56-60 jaar 61-65 jaar Ouder dan 65 jaar Planning van N % N % N % N % overdracht leiding: Nog niet mee bezig 18 41,9% 63 33,3% 31 24,4% 10 17,5% Eerste aanzet gegeven 10 23,3% 30 15,9% 18 14,2% 5 8,8% Volop ermee bezig 15 34,9% 94 49,7% 73 57,5% 35 61,4% Volledig voltooid 0 0% 2 1,1% 5 3,9% 7 12,3% N = 416 43 100% 189 100% 127 100% 57 100%
Tabel 3.13. geeft meer inzicht in de diverse aspecten van planning van opvolging. De 12 stellingen waarvan gebruik gemaakt werd om de mate van planning van opvolging na te gaan, kunnen opgesplitst worden in 4 componenten: a) selectie en training van de opvolger; b) communicatie van de opvolgingsbeslissing; c) bedrijfsstrategie na de overdracht van leiding; en d) de rol van de overdrager na de overdracht (zie bijlage 1). Tabel 3.13. geeft aan waar zich vooral de problemen situeren wat betreft het gebrek aan planning. Om de overzichtelijkheid te bevorderen, beperken we de tabel tot de categorieën ‘nog niet bezig met planning‘ en ‘eerste aanzet gegeven’. Tabel 3.13. : Mate van planning van overdracht van leiding (componenten) en de termijn van terugtreding Termijn van terugtreding van bedrijfsleider: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar Onbekend Planning overdracht van leiding: Selectie en Nog niet mee bezig 9 41 57 8 26 training 12,9% 25,9% 43,5% 38,1% 49,1% opvolger Eerste aanzet 6 27 31 7 8 (N = 433) gegeven 8,6% 17,1% 23,7% 33,3% 15,1% Totaal 70 158 131 21 53 100% 100% 100% 100% 100% Communicatie Nog niet mee bezig 17 69 85 15 32 van de beslissing 26,2% 43,4% 63,9% 71,4% 60,4% omtrent overdracht Eerste aanzet 3 17 8 1 6 (N = 431) gegeven 4,6% 10,7% 6,0% 4,8% 11,3% Totaal 65 159 133 21 53 100% 100% 100% 100% 100% Bedrijfsstrategie Nog niet mee bezig 12 61 75 13 32 na overdracht 17,4% 38,6% 56,0% 61,9% 59,3% (N = 436) Eerste aanzet 7 21 30 4 8 gegeven 10,1% 13,3% 22,4% 19,0% 14,8% Totaal 69 158 134 21 54 100% 100% 100% 100% 100% Rol overdrager Nog niet mee bezig 15 75 78 14 32 na overdracht 21,7% 47,5% 58,2% 66,7% 60,4% (N = 435) Eerste aanzet 8 28 30 4 11 gegeven 11,6% 17,7% 22,4% 19,0% 20,8% Totaal 69 158 134 21 53 100% 100% 100% 100% 100%
12
Opvallend in tabel 3.13. is dat 21,5% van zij die verwachten terug te treden binnen 2 jaar nog niet bezig is (12,9%) of slechts een eerste aanzet heeft gegeven (8,6%) met betrekking tot de selectie en training van de opvolger, wat als eerste stap in het planningsproces wordt gezien. Voor bedrijven die binnen een termijn van 0 tot 5 jaar een terugtreding van de huidige bedrijfsleider verwachten, is zelfs 36,4% ((9 + 41 + 6 + 27)/(70 + 158)) nog niet of nauwelijks bezig met de selectie en training van de opvolger. Deze percentages inzake niet of nauwelijks bezig zijn met de opvolging nemen verder toe voor wat betreft de andere componenten van planning. 3.3. Bespreking van de overdracht van leiding Uit tabel 3.14. blijkt dat 71,2% van de bedrijfsleiders ouder dan 50 jaar de overdracht van leiding met minstens één iemand besproken heeft. In tabel 3.15. wordt nagegaan voor deze groep van bedrijfsleiders ouder dan 50 jaar die de overdracht van leiding reeds met iemand besproken hebben (zijnde 351 bedrijven) met wie ze precies gesproken hebben. Hieruit blijkt dat er vooral gesproken wordt met familieleden die aandeelhouder zijn, de boekhouder/accountant, en adviseurs inzake bedrijfsoverdracht. Wanneer we nagaan met wie de opvolging ‘in detail’ wordt besproken, is dit vooral met diezelfde partijen. Opvallend is dat slechts in 10,3% van de bedrijven de opvolging reeds in detail werd besproken met de potentiële opvolger of overnemer. Onder de categorie ‘anderen’ worden vooral banken, het management en de notaris vermeld. Tabel 3.14. : Bespreking van overdracht van leiding Aantal 351 142 493
Werd besproken met iemand Nog nooit besproken met iemand Totaal
Procentueel 71,2% 28,8% 100 %
Tabel 3.15. : Bespreking van overdracht van leiding met diverse partijen N = 351 Kwam ter In detail sprake besproken N % N % met familieleden die aandeelhouder zijn 131 37,3% 92 26,2% met familieleden die geen aandeelhouder zijn 77 21,9% 43 12,3% met andere aandeelhouders buiten de familie 30 8,6% 12 3,4% met potentiële opvolgers of overnemers 84 23,9% 36 10,3% met boekhouder/ accountant 148 42,2% 100 28,4% met adviseurs inzake bedrijfsoverdracht 75 21,4% 69 19,7% met collega ondernemers 78 22,2% 13 3,7% met anderen 19 5,4% 4 1,1%
Besproken (totaal) N % 223 63,5% 120 34,2% 42 12,0% 120 34,2% 248 70,7% 144 41,0% 91 25,9% 23 6,6%
In tabel 3.15. koppelen we deze informatieverzameling aan de verwachte termijn van terugtreding. We zien dat 21,7% van de bedrijfsleiders die verwachten terug te treden binnen 2 jaar de overdracht van leiding nog met niemand besproken heeft. Ook indien de bedrijfsleider binnen een termijn van 3 tot 5 jaar verwacht terug te treden, is deze overdracht in 20,9% van de bedrijven nog met niemand besproken.
13
Tabel 3.16. : Bespreken van overdracht van leiding en de termijn van terugtreding Termijn van terugtreding van bedrijfsleider: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar Overdracht van leiding: N % N % N % N % Niet besproken 18 21,7% 37 20,9% 46 32,9% 12 52,2% Wel besproken 65 78,3% 140 79,1% 94 67,1% 11 47,8% N = 480 83 100% 177 100% 140 100% 23 100%
onbekend N % 22 38,6% 35 61,4% 57 100%
In tabel 3.17. gaan we na of de opvolging al besproken werd met de potentiële opvolger, waarbij het vooral belangrijk is om te kijken naar de categorie van bedrijven waar de bedrijfsleider binnen een termijn van 0 tot 5 jaar wenst terug te treden. In deze categorie van bedrijven merken we op dat 42,3% ((14 + 38)/(38 + 85)) van hen de opvolging nog niet besproken heeft met een potentiële opvolger. Dit kan betekenen dat men nog geen idee heeft van wie hen zou kunnen opvolgen of dat men een gesprek over opvolging met de potentiële opvolger(s) uitstelt. In bedrijven waar een overdracht voorzien is binnen een termijn van 2 jaar geven slechts 63% van de bedrijven aan de overdracht te hebben besproken met de potentiële opvolger of overnemer. Tabel 3.17. : Bespreking met potentiële opvolgers en de termijn van terugtreding Termijn van terugtreding van bedrijfsleider: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar Overdracht van leiding N % N % N % N % besproken met potentiële opvolgers: Niet besproken 14 36,8% 38 44,7% 44 53,7% 7 70,0% Kwam reeds ter sprake 10 26,3% 34 40,0% 30 36,6% 2 20,0% In detail besproken 14 36,8% 13 15,3% 8 9,8% 1 10,0% N = 239 38 100% 85 100% 82 100% 10 100%
onbekend N %
16 8 0 24
66,7% 33,3% 0% 100%
3.4. Redenen voor uitstel van planning van overdracht van leiding De vraag die we ons kunnen stellen is waarom bedrijven het plannen van de overdracht van leiding uitstellen. In tabel 3.18. focussen we ons enkel op bedrijven waar de bedrijfsleider verwacht om binnen een termijn van 5 jaar de leiding over te dragen, aangezien het voor deze groep belangrijk is reeds bezig te zijn met de opvolgingsplanning. Deze tabel geeft aan of ‘moeite met het loslaten van het bedrijf’ gerelateerd is aan de mate van planning van opvolging van leiding. Het al dan niet moeite hebben met het loslaten van het bedrijf wordt bevraagd aan de hand van 2 stellingen: a) Ik heb moeite om het leiderschap als bedrijfsleider over dit bedrijf los te laten; en b) Ik heb het gevoel dat mijn aanwezigheid in het bedrijf noodzakelijk is voor het succes van het bedrijf. De respondent dient een score tussen 1 en 5 te geven per stelling waarbij 1 staat voor ‘helemaal niet akkoord’ en 5 voor ‘helemaal akkoord’. De antwoorden worden gesommeerd over de twee stellingen: een waarde tussen 2 en 4 definiëren we als ‘niet moeilijk’ om los te laten; een waarde tussen 5 en 7 als ‘gemiddeld’ moeilijk om los te laten; en een waarde tussen 8 en 10 als ‘zeer moeilijk’ om los te laten. Uit tabel 3.18. kunnen we afleiden dat een bedrijfsleider die het zeer moeilijk heeft met het loslaten van het bedrijf vaker (35,3%) nog niet bezig is met het plannen van de overdracht. Indien hij het helemaal niet moeilijk heeft met loslaten, is het bedrijf slechts in 17% van de 14
gevallen niet bezig met het plannen van de opvolging. De omgekeerde redenering is van toepassing op de ondernemingen die volop bezig zijn met het plannen van de overdracht. Indien de bedrijfsleider het niet moeilijk heeft met het loslaten van het bedrijf, is het bedrijf in 64,2% van de gevallen volop bezig met de opvolgingsplanning. Daarentegen is het bedrijf slechts in 54,9% van de gevallen volop bezig met het plannen van de opvolging als de bedrijfsleider het zeer moeilijk heeft met loslaten. Tabel 3.18: Mate van planning van overdracht van leiding en moeite om bedrijf los te laten (Subgroep: Verwachte termijn van terugtreding van bedrijfsleider tussen 0 en 5 jaar) Moeite met het loslaten van het bedrijf: Niet moeilijk Gemiddeld Zeer moeilijk Planning van overdracht leiding: N % N % N % Nog niet mee bezig 9 17,0% 18 17,8% 18 35,3% Eerste aanzet gegeven 6 11,3% 17 16,8% 4 7,8% Volop ermee bezig 34 64,2% 63 62,4% 28 54,9% Volledig voltooid 4 7,5% 3 3,0% 1 2,0% N = 205 53 100% 101 100% 51 100%
In de online bevraging werd via een open vraag gepeild naar de belangrijkste elementen die de respondent belemmert bij het plannen van de overdracht van de positie van bedrijfsleider. De antwoorden vatten we samen in een aantal categorieën, hieronder vermeld in volgorde van belangrijkheid (d.w.z. categorie 1 werd het meest aangehaald): 1. Familiale redenen (o.a. te jonge kinderen, verdeeld eigenaarschap, moeilijke erfenisverdeling, familiaal evenwicht, kinderen geen interesse, gelijke berechtiging van kinderen, opvolger nog voorbereiden) 2. Economische en financiële redenen (o.a. onvoldoende rendabiliteit, geldtekort, onvoldoende financiering, slecht ondernemingsklimaat, onzekere toekomst, ongunstige marktomstandigheden) 3. Huidige bedrijfsleider wenst roer niet over te geven of nog geen overdracht gepland 4. Ontbrekende kennis bij de betrokken partijen inzake overdrachtsproces 5. Zware administratie en tijdsgebrek (o.a. administratieve rompslomp, wettelijk kader is ingewikkeld, tijdsinvestering) 6. Moeilijk om een geschikte kandidaat te vinden 7. Opvolgers hebben nog niet voldoende ervaring 3.5. Stimuli die een bedrijf aanzetten tot planning van overdracht van leiding Naast belemmeringen kunnen ook bepaalde stimuli aanwezig zijn in een bedrijf die aanzetten tot planning van opvolging. Uit onderstaande tabel 3.19. blijkt het nut van een actieve Raad van Bestuur of Raad van Advies wat betreft de opvolgingsproblematiek. In de enquête diende de respondent aan te geven op een schaal van 1 tot 5 of bepaalde taken zeer weinig (waarde 1) of zeer veel (waarde 5) worden uitgevoerd door de Raad van Bestuur/Advies. De twee taken met betrekking tot opvolging die we hier bestuderen, zijn: a) problemen m.b.t. de opvolging rapporteren en oplossen; en b) plannen van de opvolging van de bedrijfsleider. De quotering op beide stellingen wordt gesommeerd wat resulteert in een score op 10. Indien deze score tussen 2 en 4 ligt, is de Raad van Bestuur/Advies ‘weinig’ bezig met opvolging; indien de
15
score tussen 5 en 7 ligt, is de Raad van Bestuur/Advies er ‘gemiddeld’ mee bezig; indien de score 8 of meer bedraagt, is ze er ‘veel’ mee bezig. Van de bedrijven waar de Raad van Bestuur/Advies weinig bezig is met de uitvoering van deze specifieke taken inzake opvolging is 40% niet bezig met de planning van opvolging. In bedrijven waar de Raad van Bestuur/Advies veel bezig is met deze taken is slechts 15,8% niet bezig met de planning van opvolging. Tabel 3.19. : Mate van planning van overdracht van leiding en het bezig zijn met opvolging in de Raad van Bestuur/Advies Uitvoering van taken inzake opvolging door Raad van Bestuur/Advies: Weinig Gemiddeld Veel Planning van overdracht leiding: N % N % N % Nog niet mee bezig 30 40,0% 15 16,5% 15 15,8% Eerste aanzet gegeven 12 16,0% 14 15,4% 11 11,6% Volop ermee bezig 33 44,0% 60 65,9% 66 69,5% Volledig voltooid 0 0% 2 2,2% 3 3,2% N = 261 75 100% 91 100% 95 100%
Naast de rol van de Raad van Bestuur/Advies kunnen bij familiebedrijven ook de lange termijn doelstellingen een belangrijke rol spelen. Van familiebedrijven die een succesvolle overdracht naar de volgende generatie als belangrijke doel voor ogen hebben, zouden we verwachten dat ze de opvolging sneller plannen. We vroegen daarom aan de respondenten om op een schaal van 1 tot 5 aan te geven in welke mate ze akkoord zijn met volgende stelling: ‘Succesvolle overdracht naar de volgende generatie is een belangrijk doel voor het familiebedrijf’. Een score van 1 of 2 definiëren we als ‘niet akkoord’, 3 als ‘neutraal’, en 4 of 5 als ‘akkoord’. Tabel 3.20. geeft aan dat 72,6% van de familiebedrijven die een succesvolle overdracht naar de volgende generatie belangrijk vinden volop bezig zijn met de opvolgingsplanning (68,9%) of deze reeds voltooid hebben (3,7%). Ter vergelijking: Slechts 20,9% van de familiebedrijven die de overdracht naar de volgende generatie niet belangrijk vinden, zijn volop bezig met de planning van opvolging. Maar liefst 58.2% van deze bedrijven zijn nog niet bezig met de planning van de overdracht. Tabel 3.20. : Mate van planning van overdracht van leiding in familiebedrijven Succesvolle overdracht naar de volgende generatie is een belangrijk doel: Niet akkoord Neutraal Akkoord Planning van N % N % N % overdracht leiding: Nog niet mee bezig 39 58,2% 9 23,7% 24 12,6% Eerste aanzet gegeven 14 20,9% 6 15,8% 28 14,7% Volop ermee bezig 14 20,9% 21 55,3% 131 68,9% Volledig voltooid 0 0% 2 5,3% 7 3,7% N = 295 67 100% 38 100% 190 100%
Indien we deze analyse herhalen voor familiebedrijven waar men verwacht dat de huidige bedrijfsleider binnen een termijn van 5 jaar zal terugtreden, zijn de bevindingen analoog. 16
Tabel 3.21. geeft aan dat de overgrote meerderheid van de familiebedrijven die een succesvolle overdracht naar de volgende generatie belangrijk vinden of volop bezig zijn met de opvolgingsplanning (75,9%) of deze reeds voltooid hebben (4,3%). Bij de familiebedrijven die de overdracht naar de volgende generatie niet belangrijk vinden, is slechts 40% volop bezig met de opvolgingsplanning. Bovendien is 40% van deze familiebedrijven er zelfs helemaal niet mee bezig, hoewel toch binnen 5 jaar een terugtreding van de bedrijfsleider verwacht wordt. Tabel 3.21. : Mate van planning van overdracht van leiding in familiebedrijven (Subgroep: Termijn van terugtreding van bedrijfsleider binnen 5 jaar) Succesvolle overdracht naar de volgende generatie is een belangrijk doel: Niet akkoord Neutraal Akkoord Planning van N % N % N % overdracht leiding: Nog niet mee bezig 12 40% 5 22,7% 11 9,5% Eerste aanzet gegeven 6 20% 4 18,2% 12 10,3% Volop ermee bezig 12 40% 11 50,0% 88 75,9% Volledig voltooid 0 0% 2 9,1% 5 4,3% N = 168 30 100% 22 100% 116 100%
Tot slot blijkt uit de online bevraging dat die bedrijven die bezig zijn het plannen van de overdracht van leiding een positief beeld hebben over de toekomst van hun bedrijf en over de toekomstige winstgevendheid. 3.6. Geplande tijdsbesteding door de bedrijfsleider na overdracht van leiding Tabel 3.22. geeft weer of de bedrijfsleiders al een idee hebben hoe ze hun vrijgekomen tijd zullen spenderen, eens de leiding over het bedrijf is overgedragen aan een nieuwe bedrijfsleider. De 469 bedrijfsleiders die deze vraag beantwoord hebben, mochten meerdere antwoorden aanduiden in de lijst in tabel 3.22. Deze tabel toont aan dat heel wat bedrijfsleiders beroepsmatig actief willen blijven na het overdragen van de bedrijfsleiderspositie, vaak zelfs in het eigen bedrijf. Maar liefst 47,1% wil het bedrijf blijven adviseren, 17% wil een PR functie opnemen in het bedrijf, en 10% wil een mentorrol opnemen. We kunnen concluderen (tabel 3.23.) dat 60,7% van de bedrijfsleiders nog minstens één beroepsmatige activiteit wenst uit te voeren na het overdragen van de positie van bedrijfsleider. Slechts 12,7% wenst enkel meer vrije tijd op te nemen. Tabel 3.22. : Tijdsbesteding na overdracht van leiding N = 469 Nieuwe onderneming opstarten/kopen Mentorrol opnemen Het bedrijf adviseren PR functie opnemen in het bedrijf Meer vrije tijd opnemen, meer reizen, … Lesgeven/consultant worden voor andere bedrijven Zetelen in de raad van bestuur van het bedrijf/andere bedrijven Elders als bedrijfsleider/manager aan de slag gaan Ik weet het (nog) niet
17
Aantal 18 47 221 80 223 32 75 4 153
Procentueel 3,8% 10% 47,1% 17,1% 47,5% 6,8% 16% 0,9% 32,6%
Tabel 3.23. : Tijdsbesteding na overdracht van leiding: beroepsmatig actief blijven? Aantal Procentueel Minstens één beroepsmatige activiteit 276 60,7% Enkel meer vrije tijd opnemen 58 12,7% Nog geen idee 121 26,6% Totaal 455 100%
3.7. Overdracht van leiding: een continu proces Uit de volgende tabellen blijkt tenslotte dat planning van overdracht van leiding voor heel wat bedrijven een nagenoeg continu proces is. Hoewel in 17,8% van de bedrijven reeds een overdracht van leiding heeft plaatsgevonden tijdens de voorbije 10 jaar (tabel 3.24.), wordt in 60% van deze bedrijven een nieuwe overdracht van leiding verwacht binnen een termijn van 5 jaar (28,2% binnen 2 jaar en 31,8% tussen 3 en 5 jaar, zie tabel 3.25.). Tabel 3.24. : Nieuwe bedrijfsleider aangesteld gedurende laatste 10 jaar? Aantal Procentueel Ja 87 17,8% Neen 402 82,2% Totaal 489 100%
Tabel 3.25. : Termijn van terugtreding van huidige bedrijfsleider N = 87 (uit tabel 3.22.) Aantal 0-2 jaar 24 3-5 jaar 27 >6 jaar 23 Onbekend 11 Totaal 85
4.
Procentueel 28,2% 31,8% 27,1% 12,9% 100%
Overdracht van eigendom
4.1. Overdracht van leiding: termijn en leeftijd Naast de problematiek van de overdracht van de positie van bedrijfsleider speelt tevens de problematiek van overdracht van eigendom. In deze sectie wordt de dataset beperkt tot 525 bedrijven waar minstens één van de aandeelhouders ouder is dan 50 jaar4. Uit tabel 4.1. blijkt dat 35,8% van deze bedrijven verwacht dat binnen een termijn van 5 jaar meer dan 50% van de aandelen wordt overgedragen. 13,5% verwacht reeds een overdracht binnen een termijn van 2 jaar. De problematiek inzake overdracht van aandelen speelt duidelijk in de bedrijven waar minstens één aandeelhouder ouder is dan 50 jaar.
4
Indien enkel de bedrijven worden geselecteerd waarvan de aandeelhouder ouder dan 50 jaar meer dan 50% van de aandelen in handen heeft, wordt de dataset beperkt tot 316 cases. Vermits de resultaten gelijkaardig zijn aan de analyses gedaan op de gegevens waarbij geen rekening gehouden werd met het percentage aan aandelen, wordt ervoor gekozen om de meest uitgebreide dataset te gebruiken (525 cases).
18
Tabel 4.1. : Verwachte termijn overdracht van meer dan 50% van de aandelen Aantal Procentueel 0-2 jaar 65 13,5% 3-5 jaar 107 22,3% 6-10 jaar 86 17,9% >10 jaar 27 5,6% Onbekend 195 40,6% Totaal 480 100%
Wanneer de cijfers uit tabel 4.1. vergeleken worden met de cijfers uit tabel 3.1. valt op dat 40,6% geen idee heeft binnen welke termijn er een overdracht van meer dan 50% van de aandelen zal plaatsvinden, terwijl slechts 11,9% geen idee heeft over de termijn van overdracht van leiding. Er bestaat dus meer onzekerheid met betrekking tot de verwachte termijn van de overdracht van eigendom ten opzichte van de verwachte termijn van overdracht van leiding. Uit tabel 4.2. blijkt 29,6% van de ondernemers geen idee heeft tot welke leeftijd hij/zij de eigendom over het bedrijf wil behouden. Daarnaast denkt 28,5% de eigendom te behouden tot een leeftijd bereikt wordt tussen 61 en 65 jaar; 16,5% wil de eigendom behouden tot een leeftijd van ouder dan 65 jaar. 5,7% zou graag de eigendom behouden voor de rest van zijn/haar leven. Dit betekent dus dat 22,2% (12,7% + 3,8% + 5,7%) van de ondernemers de eigendom over het bedrijf willen behouden tot na de leeftijd van 65 jaar. Ongeveer 13% van de ondernemers wil de eigendom behouden tot een bepaalde gebeurtenis zich voordoet, zoals pensioen, overname, de volgende generatie die klaar is, enzovoort. Opnieuw blijkt, volgens tabel 4.2. vergeleken met tabel 3.2., dat meer onzekerheid bestaat over de leeftijd waarop eigendom wordt overgedragen dan over de leeftijd waarop de leiding wordt overgedragen. Tabel 4.2. : Behoud van eigendom over het bedrijf Aantal Jonger dan 60 jaar 29 Tussen 61 en 65 jaar 126 Tussen 66 en 70 jaar 56 Ouder dan 70 jaar 17 Voor de rest van mijn leven 25 Tot een bepaalde gebeurtenis zich voordoet 58 Geen idee 131 Totaal 442
Procentueel 6,6% 28,5% 12,7% 3,8% 5,7% 13,1% 29,6% 100%
4.2. Mate van planning van de overdracht van eigendom Gezien het feit dat in meer dan een derde van de bedrijven een overdracht van een meerderheid van de aandelen verwacht wordt binnen de 5 jaar, is het belangrijk te weten in welke mate deze bedrijven bezig zijn met het plannen van de overdracht van eigendom. Vooreerst wordt de voorbereiding van de overdracht van eigendom voor alle bedrijven bekeken waar één aandeelhouder ouder is dan 50 jaar. Uit tabel 4.3. blijkt dat ongeveer een kwart van de bedrijven (26,7%) op korte termijn zal starten met de voorbereidingen en 15,8% beseft dat ze moet beginnen met plannen maar weet niet hoe eraan te beginnen. De meeste
19
bedrijfsleiders (40.8%) zien het nut er nog niet van in en zijn nog niet bezig met het plannen van de overdracht van eigendom, terwijl 16,7% de voorbereidingen volledig voltooid heeft. Tabel 4.3. : Mate van voorbereiding van overdracht van eigendom Aantal 196 76 128 80 480
Nog niet ermee bezig Besef is er, maar geen idee hoe eraan te beginnen Starten op korte termijn met de voorbereidingen Volledig voltooid Totaal
Procentueel 40,8 % 15.8 % 26,7 % 16,7 % 100%
Om een beter beeld te kunnen vormen over de groep die nog niet bezig is met de voorbereidingen voor de overdracht van eigendom, linken we tabel 4.3. aan de termijn waarbinnen de bedrijven verwachten de eigendom over te dragen. Tabel 4.4. toont aan dat ongeveer een vierde (namelijk 27% = (5 + 18 + 3 + 19)/(63 + 104)) van de bedrijven die de meerderheid van de aandelen wensen over te dragen binnen een termijn van 5 jaar nog niet bezig is met de planning van overdracht. Enerzijds omdat niet beseft wordt dat het tijd is om eraan te beginnen of anderzijds omdat niet geweten is hoe eraan te beginnen. Daarnaast zien we dat de meerderheid van de bedrijven die binnen twee jaar meer dan 50% van de aandelen wensen over te dragen, namelijk 42,9%, de voorbereiding voor de overdracht van eigendom reeds volledig voltooid hebben. Voorts zal respectievelijk 44,4% en 50% binnenkort starten met de voorbereidingen indien de meerderheid van de aandelen wordt overgedragen binnen een termijn van respectievelijk 0-2 jaar en 3-5 jaar. Tabel 4.4. : Mate van voorbereiding van overdracht van eigendom en termijn van overdracht Termijn overdracht van meer dan 50% van de aandelen: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar onbekend Voorbereiding overdracht N % N % N % N % N % eigendom: Nog niet ermee bezig 5 7,9% 18 17,3% 32 37,6% 11 40,7% 119 66,5% Besef is er, maar geen idee hoe 3 4,8% 19 18,3% 22 25,9% 7 25,9% 21 11,7% eraan te beginnen Starten op korte termijn met de 28 44,4% 52 50% 22 25,9% 7 25,9% 17 9,5% voorbereidingen Volledig voltooid 27 42,9% 15 14,4% 9 10,6% 2 7,4% 22 12,3% N = 458 63 100% 104 100% 85 100% 27 100% 179 100%
Het is tevens interessant om de bedrijfskenmerken ‘grootte’ en ‘familiaal karakter’ aan de voorbereiding van de overdracht van eigendom te relateren. Wat betreft bedrijfsgrootte (tabel 4.5.) staan KMO’s over het algemeen verder met de voorbereidingen van de overdracht van eigendom dan micro-ondernemingen: 20,2% van de KMO’s heeft de voorbereiding volledig voltooid, terwijl 13,1% van de micro-ondernemingen de voorbereiding volledig achter de rug heeft. Ook zien we dat 63,7% van de micro-ondernemingen nog niet bezig is met de planning van eigendomsoverdracht (46%) of niet weet hoe eraan te beginnen (17,7%). Bij KMO’s gaat het hier ‘slechts’ om 49,8% van de bedrijven.
20
Tabel 4.5. : Mate van voorbereiding overdracht van eigendom en bedrijfsgrootte Bedrijfsgrootte: Micro-onderneming KMO Voorbereiding overdracht van eigendom: N % N % Nog niet ermee bezig 109 46% 87 35,8% Besef is er, maar geen idee hoe eraan te beginnen 42 17,7% 34 14% Starten op korte termijn met de voorbereidingen 55 23,2% 73 30% Volledig voltooid 31 13,1% 49 20,2% N = 480 237 100% 243 100%
Tabel 4.6. toont aan dat familiebedrijven verder staan met de voorbereidingen betreffende de overdracht van eigendom dan niet-familiebedrijven. Zo’n 46% van de familiebedrijven zal binnenkort starten met de voorbereidingen (28,9%) of heeft de overdrachtsplanning reeds voltooid (17,4%); voor niet familiebedrijven gaat het slechts om 36%. Ongeveer 37% van de familiebedrijven geven aan nog niet bezig te zijn met de planning van de overdracht van eigendom; ongeveer de helft van de niet-familiebedrijven is nog niet bezig met de voorbereidingen hieromtrent. Tabel 4.6. : Mate van voorbereiding overdracht van eigendom en familiaal karakter Familiaal karakter: Familiebedrijf Niet-familiebedrijf Voorbereiding overdracht van eigendom: N % N % Nog niet ermee bezig 126 37,2% 70 49,6% Besef is er, maar geen idee hoe eraan te beginnen 56 16,5% 20 14,2% Starten op korte termijn met de voorbereidingen 98 28,9% 30 21,3% Volledig voltooid 59 17,4% 21 14,9% N = 480 339 100% 141 100%
In tabel 4.7. zien we dat wanneer succesvolle overdracht naar de volgende generatie een belangrijk doel is voor het familiebedrijf, 33,3% op korte termijn wil starten met de voorbereidingen om de eigendom over te dragen en 26,1% die voorbereiding reeds volledig afgerond heeft. Bij familiebedrijven die niet akkoord gaan met deze stelling gaat het hier respectievelijk slechts om 12,5% en 7,5%. Meer dan de helft van zij die niet akkoord gaan met de stelling (53,8%) is nog niet bezig met de planning van de eigendomsoverdracht. Tabel 4.7. : Voorbereiding overdracht van eigendom en doel succesvolle overdracht Succesvolle overdracht naar de volgende generatie is een belangrijk doel voor het familiebedrijf: Niet akkoord Neutraal Akkoord Voorbereiding overdracht van eigendom: N % N % N % Nog niet ermee bezig 43 53,8% 22 48,9% 63 26,9% Besef is er, maar geen idee hoe eraan te beginnen 21 26,3% 9 20% 32 13,7% Starten op korte termijn met de voorbereidingen 10 12,5% 12 26,7% 78 33,3% Volledig voltooid 6 7,5% 2 4,4% 61 26,1% N = 359 80 100% 45 100% 234 100%
21
4.3. Redenen voor uitstel van planning van overdracht van eigendom In de online bevraging werd via een open vraag gepeild naar de belangrijkste elementen die de eigenaars belemmeren om de overdracht van eigendom te plannen. De antwoorden vatten we samen in een aantal categorieën, hieronder vermeld in volgorde van belangrijkheid (d.w.z. categorie 1 werd het meest aangehaald): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Financiële redenen (o.a. banken, erfenisrechten, hoge overnameprijs, zaakvoerder is niet verzekerd, te duur, doorgaan omwille van geldnood, prijs is te hoog) Nog niet aan de orde of nog niet willen stoppen Familiale redenen (o.a. erfenisregeling, kinderen komen niet overeen, inkomen willen behouden, opvolger nog niet klaar, jonge leeftijd kinderen, gelijkberechtiging) Ongunstige financiële en marktomstandigheden (o.a. slecht ondernemersklimaat, toekomst is onzeker) Zorgen voor een geschikte opvolger/overnemer Bedrijf klaarmaken voor overdracht (o.a. zorgen voor groei en rendabiliteit, fiscaal herstructureren, organisatie aanpassen, inventaris maken) Ontbrekende kennis inzake bedrijfsoverdracht Administratieve redenen
Financiële redenen blijken dus zeer belangrijk te zijn. Uit de online bevraging blijkt bovendien dat bijna 1 op 5 bedrijven (18,8%) problemen verwacht bij het financiële luik als het bedrijf wordt overgedragen aan één of meerdere kinderen waarbij andere kinderen moeten uitgekocht worden. Daarnaast geeft 1 op 5 (18,9%) van de bedrijven aan dat ze problemen verwacht bij het financiële luik van de bedrijfsoverdracht omdat successiebelasting betaald moet worden. Deze vaststellingen geven de indruk dat een aantal familiebedrijven onvoldoende op de hoogte zijn van de gunstige schenkings- en erfbelastingregelingen die recent werden ingevoerd. 4.4. Familiale overdracht, externe verkoop of liquidatie? Tabel 4.8. geeft een indicatie aan wie de overdracht van de meerderheid van de aandelen zal gebeuren. Uit de lijst opgesomd in panel A van tabel 4.8. mocht de respondent meerdere antwoorden aanduiden. De meeste bedrijven (36,9%) verwachten dat enkel de actieve kinderen het eigenaarschap zullen overnemen, 28,7% verwacht een verkoop aan derden, en voor 21,7% is nog niet duidelijk wie het eigenaarschap zal verwerven. Voor de bedrijven die reeds een idee hebben aan wie ze meer dan 50% van de aandelen zullen overdragen, maken we in panel B van tabel 4.8. een onderscheid tussen een familiale overdracht, een externe verkoop, of een liquidatie. De volgende overdrachtsmogelijkheden beschouwen we als familiaal: ‘Ik verwacht dat enkel de ‘actieve’ kinderen het eigenaarschap zullen overnemen’, ‘Ik verwacht dat alle kinderen gezamenlijk het eigenaarschap overnemen’, en ‘Ik verwacht dat andere familieleden het eigenaarschap zullen overnemen’. De volgende overdrachtsmogelijkheden definiëren we als extern: ‘Ik verwacht een verkoop aan derden’ en ‘Ik verwacht een verkoop aan werknemers/managers’. Voor zij die optie 1 (geen kinderen) of optie 2 (verwacht niet dat de kinderen het eigenaarschap willen overnemen) hebben
22
aangeduid, wordt nagegaan zij nog andere opties hebben aangeduid omdat optie 1 en 2 moeilijk te classificeren zijn. Indien zij geen andere optie(s) aangeduid hebben, worden zij niet opgenomen in panel B. Tabel 4.8. : Toekomstige overdracht van meer dan 50% van de aandelen Panel A N = 487 Aantal Procentueel Er zijn geen kinderen 19 3,9% Ik verwacht niet dat de kinderen het eigenaarschap willen overnemen 82 16,8% Ik verwacht dat enkel de ‘actieve’ kinderen het eigenaarschap zullen 180 36,9% overnemen Ik verwacht dat alle kinderen gezamenlijk het eigenaarschap overnemen 75 15,4% Ik verwacht dat andere familieleden het eigenaarschap zullen overnemen 10 2% Ik verwacht een verkoop aan derden 140 28,7% Ik verwacht een verkoop aan werknemers/managers 26 5,3% Ik verwacht een liquidatie van het bedrijf 34 7% Er is nog geen duidelijkheid 106 21,7% Panel B: Selectie van bedrijven die aangeven dat ze wie de overdracht van meer dan 50% van de aandelen zal gebeuren N = 396 Aantal Procentueel Familiale overdracht 223 56,3% Externe verkoop 139 35,1% Liquidatie 34 8,6% Totaal 396 100%
Uit panel B van tabel 4.8. blijkt dat 56,3% van de bedrijven een familiale overdracht verwacht, 35,1% een externe verkoop, en 8,6% een liquidatie. Bij verdere analyse van de data blijkt dat 25 bedrijven enkel aangeven ‘er zijn geen kinderen’ of ‘ik verwacht niet dat de kinderen het eigenaarschap willen overnemen’. Deze mogelijkheden werden, zoals eerder aangehaald, niet opgenomen in panel B van tabel 4.8. vermits ze niet onder te brengen zijn onder externe verkoop, familiale overdracht, of liquidatie. Bij deze bedrijven is de kans echter reëel dat een externe verkoop zal plaatsvinden. Indien we deze bedrijven optellen bij de bedrijven in panel B die effectief aangeven een externe verkoop te verwachten, resulteert dit in volgende cijfers: 39% ((139 + 25)/(396 + 25)) verwacht een externe verkoop; 53% een familiale overdracht; en 8% een liquidatie. Tevens is het interessant na te gaan of er overdrachtsverschillen bestaan wat betreft sector en grootte. We zien in tabel 4.9. dat liquidatie vooral verwacht wordt in de bouw- en dienstensector met respectievelijk 14,1% en 11,5% van de bedrijven. In de industrie- en landbouwsector verwacht 66,3% een familiale overdracht. Externe verkoop wordt het minst verwacht in de industriesector en het meest in de dienstensector en in ‘handel en horeca’. Uit tabel 4.10. blijkt dat in micro-ondernemingen eerder gedacht wordt aan liquidatie (15,4%) dan in KMO’s (1,9%). Familiale overdracht wordt in 63,3% van de KMO’s verwacht; slechts 49,2% van de micro-ondernemingen verwacht een familiale overdracht. De percentages wat betreft een verwachte externe verkoop zijn gelijkaardig voor beide groottes van ondernemingen.
23
Tabel 4.9. : Overdracht van eigendom (familiaal, externe verkoop, liquidatie) en sector Sector: Industrie en landbouwa Bouw Handel en horeca Diensten Overdracht van eigendom: N % N % N % N % Familiale overdracht 53 66,3% 38 53,5% 69 58,5% 52 50% Externe verkoop 21 26,3% 23 32,4% 43 36,4% 40 38,5% Liquidatie 6 7,5% 10 14,1% 6 5,1% 12 11,5% N = 373 80 100% 71 100% 118 100% 104 100% a
Deze categorie omvat slechts 4 landbouwbedrijven
Tabel 4.10.: Overdracht van eigendom (familiaal, externe verkoop, liquidatie) en bedrijfsgrootte Bedrijfsgrootte: Micro-onderneming KMO Overdracht van eigendom: N % N % Familiale overdracht 96 49,2% 131 63,3% Externe verkoop 69 35,4% 72 34,8% Liquidatie 30 15,4% 4 1,9% N = 402 195 100% 207 100%
40 van 155 respondenten (25,8%) uit de online enquête geven aan dat de meerderheid van de aandelen in de toekomst overgedragen zal worden door een verkoop aan derden, werknemers, of managers. De voornaamste motieven die zij hiervoor geven, zijn:
Ik wil het financieel rendement van mijn jarenlange inzet verkrijgen door verkoop van het bedrijf (57,5%); kinderen/familie zijn niet gemotiveerd om het bedrijf over te nemen (32,5%); kinderen/familie kunnen het bedrijf niet overnemen omwille van de kostprijs verbonden aan de overname (17,5%); ik wil het bedrijf niet overlaten aan de kinderen/familie (17,5%); en kinderen/familie kunnen het bedrijf niet overnemen wegens gebrek aan capaciteiten (12,5%).
Bijna 4 op 10 van alle respondenten gaan akkoord met de stelling dat het moeilijk is om een geschikte koper te vinden. Voor ondernemingen die een externe verkoop overwegen is dit zelfs 71,8%. In het kader van het zoeken naar een geschikte overnemer kan gebruik worden gemaakt van een van de bestaande matchingplatformen zoals ‘overnamemarkt’, ‘overname web’, of ‘bedrijven te koop’. Ongeveer de helft van de respondenten (52,5%) geeft aan al gehoord te hebben van één van deze matchingplatformen, doch slechts 5,9% van de respondenten heeft effectief gebruik gemaakt van de diensten van een matchingplatform. In de toekomst verwacht 9,7% van de respondenten een matchingplatform te consulteren. Wanneer enkel de bedrijven worden geselecteerd die aangeven een externe verkoop te overwegen (i.c. 40 respondenten), verwacht 22,5% van deze bedrijven beroep te doen op een van de bestaande matchingplatformen. In het kader van overnametransacties komt het frequent voor dat de verkoper te hoge prijsverwachtingen heeft. In de online bevraging werd gepeild of de respondent enig idee heeft van de waarde van zijn/haar bedrijf. Uit de cijfers blijkt dat 40% van de respondenten de
24
waarde van het bedrijf ongeveer kent; 19,4% heeft geen idee van de waarde van het bedrijf; 18,1% heeft recent een waardebepaling laten uitvoeren door hun eigen boekhouder, accountant, of bedrijfsrevisor; 18,7% heeft hiervoor extern professioneel advies gezocht. 4.5. Bespreking van de overdracht van eigendom Wanneer de overdracht van aandelen reeds met iemand besproken is, heeft de ondernemer ook al nagedacht over de overdracht. Uit de gegevens blijkt dat 62,3% van de bedrijven reeds met iemand de overdracht van aandelen besproken heeft (tabel 4.11.). Tabel 4.12. omvat enkel de 327 bedrijven die de overdracht van eigendom reeds met iemand besproken hebben. Uit tabel 4.12. blijkt dat 71,6% van de ondernemers die al met iemand gesproken hebben, met de boekhouder gesproken hebben over de overdracht van eigendom. Ook familieleden die aandeelhouder zijn worden vaak betrokken bij het overdrachtsproces: 64,8% van de ondernemers geeft aan de overdracht van eigendom te hebben besproken met familieleden die aandeelhouder zijn. Bijna een derde geeft aan de overdracht met een potentiële opvolger te bespreken. Onder ‘anderen’ wordt vaak een bankier, notaris, of het management vermeld. Tabel 4.11. : Bespreking van overdracht van eigendom Aantal 327 198 525
Werd besproken met iemand Nog nooit besproken met iemand Totaal
Tabel 4.12. : Bespreking van overdracht van eigendom met diverse partijen N = 327 Kwam ter sprake In detail besproken N % N % familieleden die aandeelhouder zijn 126 38,5% 86 26,3% familieleden die geen aandeelhouder zijn 70 21,4% 37 11,3% andere aandeelhouders buiten de familie 28 8,6% 11 3,4% potentiële opvolgers of overnemers 74 22,6% 31 9,5% boekhouder/ accountant 134 41% 100 30,6% adviseurs inzake bedrijfsoverdracht 75 22,9% 69 21,1% collega ondernemers 65 19,9% 9 2,8% anderen 20 6,1% 4 1,2%
Procentueel 62,3% 37,7% 100%
Besproken (totaal) N 212 107 39 105 234 144 74 24
% 64,8% 32,7% 11,9% 32,1% 71,6% 44% 22,6% 7,3%
Wanneer we de link maken met de verwachte termijn van overdracht van meer dan 50% van de aandelen, blijkt uit tabel 4.13. dat een tiende van de ondernemers die verwachten binnen twee jaar over te dragen de overdracht nog niet besproken hebben. Dat percentage ligt lager in vergelijking met de overdracht van leiding waar in 1 op 5 bedrijven waar binnen een termijn van 2 jaar de bedrijfsleider wenst terug te treden de overdracht nog met niemand besproken werd. Van de ondernemers die binnen drie tot vijf jaar de eigendom willen doorgeven, heeft een vijfde met geen enkele partij hierover gesproken. Dit is analoog met de overdracht van leiding.
25
Tabel 4.13. : Bespreking overdracht van eigendom en de termijn van overdracht Termijn overdracht van meer dan 50% van de aandelen: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar onbekend Overdracht van eigendom: N % N % N % N % N % Niet besproken 7 10,8% 21 19,6% 24 27,9% 9 33,3% 104 53,3% Wel besproken 58 89,2% 86 80,4% 62 72,1% 18 66,7% 91 46,7% N = 480 65 100% 107 100% 86 100% 27 100% 195 100%
Als we enkel kijken naar het bespreken van de eigendomsoverdracht met de potentiële overnemers (tabel 4.14) stellen we vast dat 37.2% ((9 + 23)/(34 + 52)) van de bedrijven die binnen een termijn van 5 jaar een overdracht van de meerderheid van de aandelen verwachten, nog niet heeft gesproken met een potentiële overnemer. Voor 1 op 3 van de bedrijven is de termijn waarbinnen men een overdracht van aandelen voorziet in onderstaande tabel nog onbekend. Het onzekere aspect van overdracht maakt ook dat ongeveer 3 op 4 van deze bedrijven nog niets besproken hebben met potentiële overnemers. Tabel 4.14. : Bespreking met potentiële opvolgers en de termijn van overdracht Termijn overdracht van meer dan 50% van de aandelen: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar Onbekend Overdracht van aandelen besproken N % N % N % N % N % met potentiële opvolgers: Niet besproken 9 26,5% 23 44,2% 29 58,0% 10 66,7% 55 73,3% Kwam reeds ter sprake 11 32,4% 23 44,2% 18 36,0% 4 26,7% 18 24,0% In detail besproken 14 41,2% 6 11,5% 3 6,0% 1 6,7% 2 2,7% N = 226 34 100% 52 100% 50 100% 15 100% 75 100%
In onderstaande tabellen bekijken we het gebruik van aandeelhoudersovereenkomsten. Uit tabel 4.15. blijkt dat een kwart van de bedrijven een aandeelhoudersovereenkomst opgesteld heeft. Deze tabel toont aan dat vooral de bedrijven met 3 of meer aandeelhouders beschikken over een aandeelhoudersovereenkomst. Toch blijft dit ook in deze groep van bedrijven beperkt tot 41,7%. Uit tabel 4.16. blijkt dat bedrijven die nog niet bezig zijn met de voorbereiding of wel beseffen dat ze zouden moeten plannen maar niet weten hoe, vooral bedrijven zijn die geen aandeelhoudersovereenkomst hebben (ongeveer 82% in beide situaties). Een aandeelhoudersovereenkomst lijkt de voorbereiding van de overdracht van eigendom dus te faciliteren. Tabel 4.15. : Aandeelhoudersovereenkomst en aantal aandeelhouders Aantal aandeelhouders: 1 2 3 of meer Heeft het bedrijf een aandeelhoudersN % N % N % overeenkomst opgesteld? Ja 11 12.9% 35 17.7% 55 41.7% Nee 74 87.1% 163 82.3% 77 58.3% N = 415 85 100% 198 100% 132 100%
26
N
Totaal %
101 314 415
24.3% 75.7% 100%
Tabel 4.16. : Voorbereiding overdracht van eigendom en aandeelhoudersovereenkomsten Aandeelhoudersovereenkomst: Neen Ja Totaal Voorbereiding overdracht van eigendom: N % N % N % Nog niet ermee bezig 159 82% 35 18% 194 100% Besef is er, maar geen idee hoe eraan te beginnen 63 82,9% 13 17,1% 76 100% Starten op korte termijn met de voorbereidingen 90 71,4% 36 28,6% 126 100% Volledig voltooid 40 51,9% 37 48,1% 77 100% N = 473 352 100% 121 100% 473 100%
4.6. Overdracht van eigendom: een continu proces? Tabel 4.17. toont aan dat 35,9% van de bedrijven reeds een overdracht van aandelen ervaren heeft in de afgelopen 10 jaar. In 43,1% van de gevallen betrof dit een overdracht van meer dan 50% van de aandelen. Uit tabel 4.18. blijkt dat hoewel een overdracht reeds gebeurd is tijdens de voorbije 10 jaar, de verwachte termijn van overdracht (van meer dan 50% van de aandelen) zich in 32,3% van de gevallen opnieuw binnen de 5 jaar situeert. Dat maakt dat heel wat bedrijven vaak geconfronteerd worden met het plannen van de eigendomsoverdracht. Tabel 4.17. : Overdracht van de aandelen gedurende de laatste 10 jaar Aantal Procentueel Neen 323 64,1% Ja 181 35,9% Totaal 504 100%
Tabel 4.18. : Overdracht van aandelen gedurende de laatste 10 jaar en termijn overdracht van eigendom Termijn overdracht van meer dan 50% van de aandelen: 0-2 jaar 3-5 jaar > 6 jaar onbekend N = 162 Overdracht van aandelen gedurende N % N % N % N % N % de laatste 10 jaar: Neen 10 10,6% 24 25,5% 31 33% 29 30,9% 94 100% Ja
10 14,7% 12 17,6% 14 20,6% 32 47,1% 68 100%
4.7. Overdracht van eigendom en leiding als één proces? Hoewel de overdracht van eigendom en de overdracht van leiding vaak hand in hand gaan, kan dit uiteraard ook niet het geval zijn. Tabel 4.19. toont aan dat bij de meerderheid (56,4%) van de ondernemingen de overdracht van leiding en de overdracht van eigendom niet plaats vonden de afgelopen 10 jaren. In 15,2% van de ondernemingen werd een minderheid van de aandelen reeds overgedragen. Wanneer we de verwachtingen voor de toekomst in beschouwing nemen (tabel 4.20.), verwacht meer dan de helft van de ondernemingen de leiding en de eigendom gezamenlijk over te dragen. 36,2% verwacht eerst terug te treden als bedrijfsleider en pas later de meerderheid van de aandelen over te dragen.
27
Tabel 4.19. : Leiding en/of eigendom overgedragen gedurende de voorbije 10 jaren Aantal Procentueel Leiding en eigendom > 50% 51 9,9% Leiding en eigendom < 50% 20 3,9% Leiding, maar eigendom niet 36 7% Leiding niet, eigendom > 50% 39 7,6% Leiding niet, eigendom < 50% 78 15,2% Leiding niet, eigendom niet 290 56,4% Totaal 514 100%
Tabel 4.20. : Verwachte termijn terugtreding als bedrijfsleider en verwachte termijn overdracht van de meerderheid van de aandelen Aantal Procentueel Eerder terugtreden als bedrijfsleider dan meerderheid aandelen overdragen 176 36,2% Termijn terugtreding als bedrijfsleider = termijn overdracht meerderheid 263 54,1% aandelen Eerder de meerderheid van de aandelen overdragen dan terugtreden als 47 9,7% bedrijfsleider Totaal 486 100%
5.
Mate van informatieverzameling omtrent bedrijfsoverdracht
Ondernemers kunnen zich op heel wat manieren informeren rond het topic van bedrijfsoverdracht. In tabel 5.2. wordt de lijst weergegeven waarop respondenten dienden aan te kruisen welke initiatieven ze geraadpleegd hebben of aan welke ze hebben deelgenomen. Tabel 5.1. geeft aan dat driekwart van de bevraagde ondernemers, zijnde 329 bedrijven, minstens één informatiebron geraadpleegd heeft (of aan minstens één deelgenomen heeft). Tabel 5.1. : Mate van informatieverzameling 0 vormen van informatieverzameling geraadpleegd/deelgenomen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Totaal
Aantal 112 90 72 41 39 35 17 12 6 5 7 5 441
Procentueel 25,4% 20,4% 16,3% 9,3% 8,8% 7,9% 3,9% 2,7% 1,4% 1,1% 1,6% 1,1% 100%
Wanneer we het informatieverzamelingsgedrag van deze groep van ondernemers verder bekijken in tabel 5.2., valt op dat infosessies en workshops, brochures en boeken, informele gesprekken met collega-ondernemers, en advies en coaching zonder subsidie het meest geraadpleegd/gevoerd worden. Wanneer we kijken naar het gepercipieerde nut door de
28
deelnemers, dan worden banken, boekhouders, notarissen, en fiscaal experts, zijnde ‘professionals’, als meest nuttig aanzien. Deze professionals werden door de respondenten zelf ingevuld onder de categorie ‘anderen’. Ook advies en coaching (met en zonder subsidie), opleidingen en specifieke financieringsmaatregelen worden als zeer nuttig aanzien. Daarentegen worden formele samenkomsten met collega-ondernemers, informatieve websites, en een checklist/scan vaker als ‘niet nuttig’ ervaren. Tabel 5.2. : Informatieverzameling inzake bedrijfsoverdracht N = 329 Geraadpleegd/ deelgenomen aan Niet nuttig N % N % Informatieve websites 110 33,4% 46 39,7% Brochures en boeken 150 45,6% 35 23% Checklist/scan 60 18,2% 23 32,9% Infosessies en workshops 152 46,2% 25 16% Opleidingen 66 20,1% 22 29,3% Advies en coaching (zonder subsidie) 144 43,8% 23 16,3% Advies en coaching (met subsidie) 59 17,9% 21 30,9% Formele samenkomsten met collega73 22,2% 28 35,9% ondernemers voor ervaringsuitwisseling Informele gesprekken met collega147 44,7% 37 27,2% ondernemers Specifieke financieringsmaatregelen 71 21,6% 24 29,3% Andere 60 18,2% 10 17,9%
Nut Gemiddeld N % 52 44,8% 70 46,1% 23 32,9% 65 41,7% 14 18,7% 29 20,6% 10 14,7% 26 33,3%
Nuttig N % 18 15,5% 47 30,9% 24 34,3% 66 42,3% 39 52% 89 63,1% 37 54,4% 24 30,8%
50 36,8% 49 36% 20 24,2% 38 46,3% 9 16,1% 37 66,1%
Om meer inzicht te krijgen in het informatieverzamelingsgedrag van de ondernemers die binnen 5 jaar verwachten terug te treden als bedrijfsleider of binnen die termijn de meerderheid van de aandelen wensen over te dragen, worden de verwachte termijnen gelinkt aan de mate van informatieverzameling. Deze laatste variabele wordt als volgt gedefinieerd: lager dan gemiddeld = 1 of 2 initiatieven geraadpleegd, hoger dan gemiddeld = 3 of meer initiatieven geraadpleegd. Uit tabel 5.3. leiden we af dat ongeveer 8% ((3 + 10)/(56 + 98)) van de ondernemers die de meerderheid van de aandelen wenst over te dragen binnen 5 jaar nog geen informatie verzameld heeft met betrekking tot de bedrijfsoverdracht. De overgrote meerderheid heeft zich dus wel geïnformeerd. Tabel 5.4. toont aan dat 16% ((7 + 29)/(67 + 158)) van de bedrijfsleiders die wensen terug te treden binnen 5 jaar zich nog niet geïnformeerd heeft inzake bedrijfsoverdracht. Tabel 5.3. : Mate van informatieverzameling en de termijn van overdracht van eigendom Termijn overdracht van meer dan 50% van de aandelen: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar onbekend Mate van informatieverzameling: N % N % N % N % N % Geen 3 5,4% 10 10,2% 18 22,5% 7 25,9% 69 44,8% Lager dan gemiddeld 22 39,3% 40 40,8% 30 37,5% 9 33,3% 47 30,5% Hoger dan gemiddeld 31 55,4% 48 49% 32 40% 11 40,7% 38 24,7% N = 415 56 100% 98 100% 80 100% 27 100% 154 100%
29
Tabel 5.4. : Mate van informatieverzameling en de termijn van terugtreding van bedrijfsleider Termijn van terugtreding van bedrijfsleider: 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar >10 jaar onbekend Mate van informatieverzameling: N % N % N % N % N % Geen 7 10,4% 29 18,4% 40 32,3% 8 29,6% 27 45,8% Lager dan gemiddeld 27 40,3% 63 39,9% 38 30,6% 11 40,7% 19 32,2% Hoger dan gemiddeld 33 49,3% 66 41,8% 46 37,1% 8 29,6% 13 22% N = 435 67 100% 158 100% 124 100% 27 100% 59 100%
Een opvallend gegeven uit tabel 5.5. is dat 1 op 4 ((31 + 15)/(122 + 65)) van de 60-plussers nog geen informatie verzameld heeft inzake de bedrijfsoverdracht. Wanneer we in tabel 5.6. deze subgroep van bedrijven geleid door een 60-plusser bestuderen en de opsplitsing maken naar sectoren, stellen we vast dat vooral in de bouwsector (73%) en in de ‘handel en horeca’ (72,6%) geen of weinig informatie verzameld wordt omtrent bedrijfsoverdracht. De sectoren ‘industrie en landbouw’ en ‘diensten’ raadplegen meer informatiekanalen: 63,9% van de bedrijven in de industrie- of landbouwsector maakt gebruik van 3 of meer informatievormen; in de dienstensector gaat het om 42,2%. Wanneer we de opsplitsing naar bedrijfsgrootte maken (tabel 5.7.), stellen we vast dat vooral KMO’s meer informatie verzamelen: 45,5% van de KMO’s geleid door een 60-plusser heeft 3 of meer informatiebronnen geraadpleegd. Bij micro-ondernemingen gaat het hier slechts om 28,4% van de bedrijven. Tabel 5.5. : Mate van informatieverzameling en leeftijdscategorie bedrijfsleider Leeftijdscategorie bedrijfsleider: < = 50 51 - 55 56 – 60 61 - 65 Mate van informatieverzameling: N % N % N % N % Geen 16 47,1% 3 10,7% 47 25,4% 31 25,4% Lager dan gemiddeld 11 32,4% 11 39,3% 66 35,7% 42 34,4% Hoger dan gemiddeld 7 20,6% 14 50% 72 38,9% 49 40,2% N = 434 34 100% 28 100% 185 100% 122 100%
> 65 N % 15 23,1% 29 44,6% 21 32,3% 65 100%
Tabel 5.6. : Informatieverzameling en sector (Subgroep: Bedrijven geleid door een 60-plusser) Sector: Industrie en Handel en landbouw Bouw horeca Diensten Mate van informatieverzameling: N % N % N % N % Geen 6 16,7% 10 27,0% 11 21,6% 10 22,2% Lager dan gemiddeld 7 19,4% 17 46,0% 26 51,0% 16 35,6% Hoger dan gemiddeld 23 63,9% 10 27,0% 14 27,4% 19 42,2% N = 169 36 100% 37 100% 51 100% 45 100%
Tabel 5.7. : Informatieverzameling en grootte (Subgroep: Bedrijven geleid door een 60-plusser) Bedrijfsgrootte: Micro-onderneming KMO Overdracht van eigendom: N % N % Geen 26 29.5% 20 20.2% Lager dan gemiddeld 37 42.0% 34 34.3% Hoger dan gemiddeld 25 28.4% 45 45.5% N = 187 88 100% 99 100%
30
Executive summary Voorstelling van de respondenten In het onderzoeksrapport worden de resultaten voorgesteld van een schriftelijke enquête bij 544 ondernemingen, waarvan 259 micro-ondernemingen (d.w.z. ondernemingen met minder dan 10 werknemers) en 285 KMO’s (d.w.z. ondernemingen met meer dan 10 en minder dan 250 werknemers). Bijkomend worden ook de resultaten besproken van een online bevraging bij 155 ondernemingen die de schriftelijke enquête reeds hadden ingevuld. Bijna 85% van de bedrijfsleiders is ouder dan 55 jaar; 14,4% is zelfs ouder dan 65 jaar. Slechts 11,4% van de bedrijfsleiders bezit geen aandelen; De meerderheid van de bedrijfsleiders (58,4%) bezit meer dan 50% van de aandelen. Een ruime meerderheid van de respondenten (85,8%) kan beschouwd worden als een familiebedrijf, waarbij de eigendom in 42% van de familiebedrijven in handen is van de eerste generatie, in 37,4% (deels) in handen van de tweede generatie en in 20,6% (deels) in handen van de derde of een hogere generatie. In 6 op de 10 bedrijven heeft één aandeelhouder de meerderheid van de aandelen in handen. In twee derde van de bedrijven is een Raad van Bestuur of een Raad van Advies aanwezig. In het onderzoeksrapport worden enkel de bedrijven weerhouden waar de bedrijfsleider of aandeelhouder ouder is dan 50 jaar, aangezien hier de problematiek van bedrijfsoverdracht op korte of middellange termijn aan bod zal komen. Overdracht van leiding De problematiek van overdracht van leiding is sterk aanwezig in de bedrijven geleid door een 50-plusser. De meeste bedrijfsleiders (42%) wensen de leiding te behouden tot zij een leeftijd tussen 61 en 65 jaar bereikt hebben. Een kwart van de bedrijfsleiders wensen hun functie langer op te nemen. Van de bedrijfsleiders die nog geen idee hebben tot welke leeftijd zij de leiding wensen te behouden (14,7%) zijn zes op de tien bedrijfsleiders ouder dan 60 jaar en bijna twee op de tien zelfs ouder dan 65 jaar. Een meerderheid van de bedrijven (54,2%) verwacht een terugtreding van de bedrijfsleider binnen een termijn van vijf jaar. Ongeveer één op zes bedrijven (17,3%) voorziet zelfs een terugtreding binnen een termijn van twee jaar. Daarenboven heeft 11,9% nog geen idee omtrent de termijn van overdracht. Enerzijds wordt vastgesteld dat 55,6% van de respondenten aangeven bezig te zijn met het plannen van de overdracht van leiding. Anderzijds stellen we vast dat nog heel wat bedrijven die binnen een korte of middellange termijn een overdracht van leiding voorzien onvoldoende bezig zijn met het plannen van de overdracht. In 18% van de bedrijven waar de bedrijfsleider binnen een termijn van 2 jaar wenst terug te treden, is men nog niet bezig met het plannen van de overdracht (9,8%) of werd nog maar een eerste aanzet gegeven (8,2%). In 30% van de
31
bedrijven waar de bedrijfsleider binnen een termijn van 5 jaar wenst terug te treden is men nog niet bezig met het plannen van de overdracht (19%) of werd slechts een eerste aanzet gegeven (11%). In deze bedrijven geeft bijna vier op de tien bedrijven (36,4%) aan nog niet of nauwelijks bezig te zijn met de eerste component van planning, d.w.z. selectie en training van de opvolger. Voor wat betreft andere componenten van planning zijn de percentages nog hoger. In bijna een derde van de bedrijven waar een overdracht binnen 2 jaar wordt voorzien is de opvolger nog niet bekend; in de bedrijven waar een overdracht binnen een termijn van 5 jaar wordt voorzien is dit bijna de helft van de bedrijven. Het is opmerkelijk dat 26,3% van de bedrijven geleid door een bedrijfsleider ouder dan 65 jaar nog niet bezig is met planning van opvolging (17,5%) of dat nog maar een eerste aanzet werd gegeven (8,8%). In bedrijven geleid door een bedrijfsleider tussen 61 en 65 jaar is vier op tien bedrijven nog niet of nauwelijks bezig met deze planning. In bijna 73% van de bedrijven geeft men aan dat er geen geschreven strategisch plan wordt opgemaakt. Dit gebrek aan formele (strategische) planning kan mee verklaren waarom bedrijven te laat starten met de voorbereiding van de overdracht. Micro-ondernemingen zijn veel minder bezig met het plannen van de overdracht dan KMO’s. In bedrijven waar de bedrijfsleider aangeeft dat het zeer moeilijk is om het bedrijf los te laten, is men vaker nog niet bezig met plannen van de overdracht van leiding. In familiebedrijven die een succesvolle overdracht naar de volgende generatie belangrijk vinden, is 72,6% van de bedrijven volop bezig met planning. In bedrijven waar de Raad van Bestuur of Advies veel aandacht besteedt aan de opvolgingsproblematiek is men vaker bezig met planning. De planning van de overdracht van leiding is voor heel wat bedrijven een continu proces. In 60% van de bedrijven die in de voorbije 10 jaren een overdracht van leiding hebben doorgevoerd, zal binnen een termijn van 5 jaar opnieuw een overdracht plaatsvinden. De belangrijkste belemmeringen bij het plannen van de overdracht van leiding zijn: familiale redenen (bv. kinderen geen interesse, moeilijke erfenisverdeling, te jonge kinderen), economische en financiële redenen (bv. onzekere toekomst, ongunstige marktomstandigheden, onvoldoende liquiditeit en rendabiliteit), de huidige bedrijfsleider wenst het roer niet over te geven, en ontbrekende kennis inzake het overdrachtsproces. Ongeveer zeven op de tien bedrijven geven aan de overdracht van leiding te hebben besproken met minstens één iemand, waarbij vooral gesproken wordt met boekhouders en accountants, met familieleden die aandeelhouder zijn of met adviseurs inzake bedrijfsoverdracht. Slechts een op drie bedrijven geeft aan dat de overdracht van leiding werd besproken met potentiële opvolgers of overnemers. In bedrijven waar een overdracht is voorzien binnen een termijn van 2 jaar geven 63% van de bedrijven aan de overdracht te hebben besproken met de potentiële opvolger of overnemer. 32
Zo’n 60% van de bedrijfsleiders geeft aan beroepsmatig actief te willen blijven na het overdragen van de leiding. 47% van de bedrijfsleiders wil het bedrijf verder blijven adviseren. Overdracht van eigendom Ook de problematiek van overdracht van eigendom is sterk aanwezig in de bedrijven geleid door een 50-plusser. Er bestaat meer onzekerheid over de leeftijd waarop de eigendom zal worden overgedragen dan over de leeftijd waarop de leiding wordt overgedragen. Immers, drie op tien bedrijfsleiders (29,6% t.o.v. 14,7% in geval van overdracht van leiding) heeft nog geen idee tot welke leeftijd hij/zij de eigendom over het bedrijf wensen te behouden. Bijna drie op tien bedrijfsleiders (28,5%) wensen de leiding te behouden tot zij een leeftijd tussen 61 en 65 jaar bereikt hebben en een vijfde van de bedrijfsleiders wensen hun eigendom langer te behouden. Er bestaat ook meer onzekerheid met betrekking tot de verwachte termijn van de overdracht van eigendom in vergelijking met de verwachte termijn van overdracht van leiding. In vier van de tien bedrijven (40,6%) heeft men nog geen idee omtrent de verwachte termijn van overdracht van een meerderheidspakket van aandelen (11,9% bij overdracht van leiding). Bijna vier op tien bedrijven verwacht meer dan 50% van de aandelen over te dragen binnen een termijn van 5 jaar; 13,5% voorziet een overdracht binnen een termijn van 2 jaar. In de meeste bedrijven (40,8%) is men nog niet bezig met de voorbereiding van een overdracht van eigendom; 15,8% van de bedrijven beseft dat zij moeten beginnen maar weten niet hoe eraan te beginnen. Daarnaast geeft een kwart van de bedrijven (26,7%) aan op korte termijn te gaan starten met de planning. Zo’n 16,7% heeft de planning volledig voltooid. In 12,7% van de bedrijven waar een eigendomsoverdracht binnen een termijn van 2 jaar wordt voorzien is men nog niet bezig met het plannen van de overdracht of heeft men geen idee hoe eraan te beginnen. In de bedrijven waar een eigendomsoverdracht binnen een termijn van 5 jaar wordt voorzien, is dit cijfer 27%. Daarnaast geven in deze groep van bedrijven bijna een op twee (48%) aan op korte termijn te beginnen met de voorbereidingen van een eigendomsoverdracht. In 63,7% van de micro-ondernemingen is men nog niet bezig met de planning van eigendomsoverdracht of weet men niet hoe eraan te beginnen, terwijl dit cijfer voor KMO’s 49,8% bedraagt. Er wordt ook vastgesteld dat men in familiebedrijven in sterkere mate bezig is met de voorbereidingen betreffende de overdracht van eigendom dan in nietfamiliebedrijven. Het zijn vooral de familiebedrijven die van een succesvolle overdracht naar de volgende generatie een belangrijke doelstelling maken die sterker bezig zijn met de planning van de eigendomsoverdracht. Financiële redenen (bv. te hoge overnameprijs, gebrek aan financiering) zijn de belangrijkste belemmeringen bij het plannen van een eigendomsoverdracht. Daarnaast willen heel wat eigenaars nog verder doorgaan. Andere redenen die de eigenaars belemmeren om de overdracht van eigendom te plannen zijn: familiale redenen (bv. kinderen komen niet overeen, 33
gelijkberechtiging van de kinderen, moeilijke erfenisverdeling, te jonge kinderen), ongunstige financiële en marktomstandigheden (bv. toekomst is onzeker), het zoeken van een gepaste opvolger/overnemer, het bedrijf klaarmaken voor een overdracht (bv. fiscaal herstructureren, organisatie aanpassen, zorgen voor groei en winstgevendheid), en ontbrekende kennis inzake het overdrachtsproces. Bijna een op de vijf bedrijven geven in de online enquête aan dat men problemen verwacht bij het financiële luik van de bedrijfsoverdracht (bv. problemen met het uitkopen van andere kinderen, problemen inzake successiebelasting). Deze vaststellingen geven de indruk dat een aantal familiebedrijven onvoldoende op de hoogte zijn van de gunstige schenkings-en erfbelastingregelingen die recent werden ingevoerd. Op de vraag aan wie de overdracht van meer dan 50% van de aandelen zal gebeuren geven de 396 bedrijven die reeds een idee hebben omtrent de eigendomsoverdracht aan dat in 56,3% van deze bedrijven een familiale overdracht wordt voorzien en dat in 35,1% van de bedrijven een externe verkoop wordt gepland. Daarnaast zegt 8,6% een liquidatie te overwegen. In de industriesector en in de handel en horecasector worden meer familiale overdrachten voorzien dan in de bouw- en dienstensector. In de bouw- en dienstensector worden echter relatief meer liquidaties voorzien. Externe verkoop wordt vaker gepland in de sectoren handel en horeca en in de dienstensector. Opmerkelijk is ook dat in micro-ondernemingen in vergelijking met KMO’s meer liquidaties worden voorzien (15,4% t.o.v. 1,9%). In KMO’s worden in vergelijking met micro-ondernemingen meer familiale overdrachten gepland (63% t.o.v. 49,2%). In de online bevraging geven ongeveer zes op tien bedrijven die een externe verkoop verwachten aan dat de eigenaar door de verkoop van het bedrijf het financieel rendement van een jarenlange inzet wil verkrijgen. In een derde van de bedrijven die een externe verkoop verwachten (32,5%) zijn de kinderen niet gemotiveerd om het bedrijf over te nemen. In 30% van de bedrijven komen de kinderen niet in aanmerking omwille van een gebrek aan financiële middelen of een gebrek aan capaciteiten. Bijna vier op tien respondenten gaan akkoord met de stelling dat het moeilijk is om een geschikte koper te vinden. Voor bedrijven die een externe verkoop overwegen is dit zelfs 71,8%. Ongeveer de helft van de respondenten geeft aan al gehoord te hebben van één van de bestaande matchingplatformen om aanbieders en vragers van een overname in contact te brengen, doch het gebruik hiervan is alsnog beperkt. Toch geeft ruim een vijfde van de bedrijven die een externe verkoop overwegen aan in de toekomst gebruik te willen maken van een matchingplatform. In het kader van overnametransacties komt het frequent voor dat de verkoper te hoge prijsverwachtingen heeft. In 40% van de bedrijven wordt aangegeven dat men een idee heeft van de waarde van het bedrijf, doch 19,4% van de bedrijven zeggen geen idee te hebben hiervan. Voor de waardering werd door 36,8% van de bedrijven een beroep gedaan op de huidige boekhouder, accountant of bedrijfsrevisor, of werd extern professioneel advies gezocht.
34
Ongeveer zes op tien bedrijven geeft aan de overdracht van eigendom te hebben besproken met minstens één iemand, waarbij vooral gesproken wordt met boekhouders en accountants, met familieleden die aandeelhouder zijn of met adviseurs inzake bedrijfsoverdracht. In bijna negen op tien bedrijven waar een overdracht van eigendom is voorzien binnen een termijn van 2 jaar geven de bedrijven aan de overdracht te hebben besproken met minstens één iemand. In 73,5% van deze bedrijven werd de overdracht van eigendom besproken met potentiële opvolgers of overnemers. De resultaten geven aan dat de overdracht van eigendom frequenter wordt besproken met een andere partij dan de overdracht van leiding. In ongeveer vier op tien bedrijven die 3 of meer aandeelhouders hebben wordt gebruik gemaakt van een aandeelhoudershouderovereenkomst. In bedrijven met een aandeelhoudersovereenkomst stellen we vast dat de mate van planning van een bedrijfsoverdracht sterker is dan in bedrijven zonder een aandeelhouderovereenkomst. In ongeveer een derde van de bedrijven vond in de afgelopen 10 jaar een overdracht van meer dan 50% van de aandelen plaats. In een derde van deze bedrijven wordt binnen een termijn van 5 jaar opnieuw een overdracht voorzien. Drie vierde van de bedrijven geven aan minstens één informatiebron inzake bedrijfsoverdracht geraadpleegd te hebben. Infosessies en workshops, brochures en boeken, informele gesprekken met collega-ondernemers en advies en coaching werden het meest geraadpleegd. Gesprekken met professionals (bv. banken, notarissen, en boekhoudkundige en fiscale expertise), advies en coaching, opleidingen, en specifieke financieringsmaatregelen worden als zeer nuttig ervaren. Ongeveer 16% van de bedrijven die een overdracht van leiding plannen binnen een termijn van 5 jaar, hebben zich nog niet geïnformeerd inzake de bedrijfsoverdracht. Dit cijfer zakt tot 8% in geval van een overdracht van eigendom. Bijna de helft van de KMO’s geleid door een 60-plusser (45,5%) heeft 3 of meer verschillende informatiebronnen geraadpleegd. Bij microondernemingen daalt dit percentage tot 28,4%.
35
Bijlagen Bijlage 1: Stellingen betreffende de planning van overdracht van de positie van bedrijfsleider Selectie en training opvolger - Er werd al een lijst met potentiële bedrijfsleider-opvolgers opgesteld. - Voor het identificeren van de geschikte bedrijfsleider-opvolger werden reeds gepaste criteria vooropgesteld. - Er werden al enkele maatregelen getroffen teneinde de mogelijke bedrijfsleider-opvolgers voor te bereiden op hun toekomstige rol in het bedrijf. - Er werd voor de overdracht reeds speciale aandacht geschonken aan het vertrouwd maken van de mogelijke bedrijfsleider-opvolgers met de werking van het bedrijf. - Er werd voor de overdracht al speciale aandacht geschonken aan het vertrouwd maken van de mogelijke bedrijfsleider-opvolgers met de medewerkers actief in het bedrijf. Communicatie van de opvolgingsbeslissing - De keuze van de bedrijfsleider-opvolger werd duidelijk gecommuniceerd naar de actieve aandeelhouders binnen het bedrijf. - De keuze van de bedrijfsleider-opvolger werd duidelijk gecommuniceerd naar de overige managers van het bedrijf. Bedrijfsstrategie na overdracht - Er werd al een beeld gevormd van wat de bedrijfsstrategie zal zijn wanneer het leiderschap wordt overgedragen aan de bedrijfsleider-opvolger. - Er is al een concreet plan voor het bedrijf, na de overdracht. Rol overdrager na overdracht - Er werd al een ongeschreven plan opgesteld waarin duidelijk de rol en de verantwoordelijkheden van de huidige bedrijfsleider-overdrager binnen de overgedragen onderneming worden vastgelegd. - Er werd al een formeel plan opgesteld waarin duidelijk de rol en de verantwoordelijkheden van de huidige bedrijfsleider-overdrager binnen de overgedragen onderneming worden vastgelegd. - Er werd al een regeling op papier gezet omtrent de (bijkomende) financiële tegemoetkoming (vb. aanvullend pensioen, ontslagpremie) van de huidige bedrijfsleider-overdrager.
Uit Sharma, P., Chrisman, J., & Chua, J. (2003). Succession planning as planned behavior: Some empirical results. Family Business Review, 16(1), p. 1-15.
36
Bijlage 2: Postenquête Enquête Bedrijfsoverdracht 2015 (in opdracht van minister Muyters) Uw onderneming werd geselecteerd om deel te nemen aan een schriftelijke enquête inzake de intenties m.b.t. de bedrijfsoverdracht. Bedankt ingeval u deze enquête reeds hebt ingevuld. De resultaten zullen mede worden gebruikt bij het bepalen van het toekomstig beleid inzake opvolging en overname van ondernemingen. Indien u op de hoogte wil blijven van de resultaten van deze enquête, noteer dan hierna uw e-mail adres (in DRUKLETTERS a.u.b.): ………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…
Gelieve de enquête voor 9 juni 2015 terug te bezorgen per voorgefrankeerde briefomslag of per fax op het nr. 03/265 40 64. Universiteit Antwerpen, t.a.v. Prof. Eddy Laveren, Prinsstraat 13, 2000 Antwerpen.
Ondernemingsnummer: ……………..………………………. Naam respondent (facultatief) : …………………..
Tel. (facultatief): ………………………
Functie van de respondent : ………………………. Kenmerken van de bedrijfsleider (of CEO) Leeftijd bedrijfsleider : ……………………. % aandelen in handen van de bedrijfsleider: 0 0% Hoeveel jaren bent u als bedrijfsleider al actief? In deze onderneming: …… jaren
0 1-10%
0 11-20% 0 21-50%
In deze functie:
0 51-99%
0 100%
…… jaren
Bedrijfskenmerken en aandeelhoudersstructuur Hoeveel omzet heeft uw bedrijf tijdens het boekjaar 2014 gerealiseerd? 0 minder dan 1 miljoen euro 0 tussen 1 miljoen en 2 miljoen euro 0 tussen 2 miljoen en 10 miljoen euro 0 meer dan 10 miljoen euro Hoeveel werknemers (FTE) werden in uw bedrijf tewerkgesteld eind 2014? …………………………. werknemers Gelieve aan te kruisen welke criteria van toepassing zijn op het bedrijf (meerdere antwoorden mogelijk): (een familie wordt beschouwd als mensen die door bloedverwantschap of het huwelijk met elkaar verbonden zijn) 0 meer dan 50% van de eigendom is in handen van één familie 0 één familie heeft beslissende invloed op de bedrijfsstrategie of op de opvolgingsbeslissingen 0 een meerderheid of ten minste twee leden van het management zijn afkomstig uit één familie 0 het bedrijf wordt als een familiebedrijf beschouwd 0 geen van bovenstaande antwoorden zijn van toepassing Hoe ziet de aandeelhoudersstructuur van het bedrijf eruit? Alle aandelen zijn in het bezit van de bedrijfsleider(s) Alle aandelen zijn in het bezit van familieleden Meer de 50% van de aandelen in het bezit van familieleden Minder dan 50% van de aandelen in het bezit van familieleden Geen van bovenstaande antwoorden zijn van toepassing Hoeveel aandeelhouders telt het bedrijf? 1-5 6-10 10-20
meer dan 20
Vul onderstaande tabel aan voor de aandeelhouders (indien het bedrijf meer dan 5 aandeelhouders telt, beperk de tabel dan tot de 5 grootste aandeelhouders) Natuurlijk persoon of % aandelen in Leeftijd van de Voor personen: maakt deel uit vennootschap? handen persoon van de familie die het bedrijf grotendeels bezit? (Ja/Nee) Aandeelhouder 1 Persoon O Venn O Ja O Nee O Aandeelhouder 2 Persoon O Venn O Ja O Nee O Aandeelhouder 3 Persoon O Venn O Ja O Nee O Aandeelhouder 4 Persoon O Venn O Ja O Nee O Aandeelhouder 5 Persoon O Venn O Ja O Nee O
Indien u hebt aangegeven een familiebedrijf te zijn: Welke generatie heeft momenteel de eigendom in handen? (meerdere antwoorden zijn mogelijk) 0 1ste generatie 0 2e generatie 0 3e generatie 0 4e generatie 0 5e of meer generatie Welke generatie heeft momenteel het management in handen? (meerdere antwoorden zijn mogelijk) 0 1ste generatie 0 2e generatie 0 3e generatie 0 4e generatie 0 5e of meer generatie Maakt u als bedrijfsleider deel uit van de familie? Nee 0
Ja 0 Zo ja, welke generatie: …………………..
Governance van het bedrijf Heeft uw bedrijf een Raad van Bestuur? Indien ja, gelieve onderstaande tabel te vervolledigen:
Ja 0
Nee 0
aantal Totaal aantal bestuurders waarvan familieleden waarvan externe onafhankelijke bestuurders waarvan interne niet-familieleden Heeft uw bedrijf een Raad van Advies (RvA)? Ja 0 Indien ja, gelieve onderstaande tabel te vervolledigen: aantal Totaal aantal bestuurders waarvan familieleden waarvan externe onafhankelijke bestuurders waarvan interne niet-familieleden Is de voorzitter van de Raad van Bestuur een familielid? Is de voorzitter van de Raad van Bestuur ook bedrijfsleider?
Ja 0 Ja 0
Nee 0
Nee 0 Nee 0
Hieronder worden mogelijke controle- en adviestaken opgesomd. Indien uw bedrijf een Raad van Bestuur of een Raad van Advies heeft, gelieve in de 1e kolom aan te geven in welke mate u deze taken belangrijk vindt voor uw Raad van Bestuur/Advies. Duidt nadien in de 2e kolom aan in welke mate de Raad van Bestuur/Advies in uw bedrijf deze taken uitvoert. (Vervolledig de tabel voor het meest actieve bestuursorgaan). Mate waarin u deze taak belangrijk Mate waarin het actieve vindt bestuursorgaan deze taak uitvoert 1= zeer weinig; 5= zeer veel 1= zeer weinig; 5= zeer veel Opbouwen van de bedrijfsreputatie 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 Recruteren van nieuwe managers 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 Bepalen van het verloningsbeleid van het 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 management Evalueren en controleren van de 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 prestaties van het management Maximaliseren van de 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 aandeelhouderswaarde Formuleren en goedkeuren van 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 bedrijfsstrategie Plannen van de opvolging van de CEO 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 Problemen m.b.t. de opvolging 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 rapporteren en oplossen Zorgen voor toegang tot extra middelen 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 (kapitaal, human resources…) Adviseren van management 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 Bepalen van verantwoordelijkheden van 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 het management Netwerking en onderhouden van relaties 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5
38
Hoeveel leden telt het beslissingsorgaan of managementteam dat zich met de operationele, dagdagelijkse activiteiten bezighoudt (inclusief de bedrijfsleider en alle managers die rechtstreeks rapporteren aan de bedrijfsleider)? 0 Aantal familieleden in managementteam: …………..
0 Aantal niet-familieleden in managementteam ………
Opvolging van leiding: overdracht van de positie van bedrijfsleider Werd er gedurende de laatste 10 jaar in het bedrijf een nieuwe bedrijfsleider aangesteld? Nee 0 Ja 0 Indien ja, wanneer? ………………………… Binnen welke termijn verwacht u dat u als bedrijfsleider zal terugtreden uit het bedrijf? 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar meer dan 10 jaar onbekend Kruis aan tot wanneer u als bedrijfsleider de leiding over het bedrijf wil behouden: 0 tot ik de leeftijd van ……………………. bereikt heb 0 totdat (gelieve voorwaarde/gebeurtenis te specifiëren):……………………….. 0 voor de rest van mijn leven 0 geen idee Is er al afgesproken wie uw opvolger als bedrijfsleider zal worden? Nee 0
Ja 0
Geef op een schaal van 1 tot 5 aan in welke mate men in het bedrijf reeds bezig is met volgende stappen in het plannen van de overdracht van de positie van bedrijfsleider (1= nog niet mee bezig; 2= eerste aanzet gegeven; 3= volop ermee bezig; 4= in verre mate gevorderd; 5= volledig voltooid) Er werd al een lijst met potentiële bedrijfsleider-opvolgers opgesteld. Voor het identificeren van de geschikte bedrijfsleider-opvolger werden reeds gepaste criteria vooropgesteld. Er werden al enkele maatregelen getroffen teneinde de mogelijke bedrijfsleider-opvolgers voor te bereiden op hun toekomstige rol in het bedrijf. Er werd voor de overdracht reeds speciale aandacht geschonken aan het vertrouwd maken van de mogelijke bedrijfsleider-opvolgers met de werking van het bedrijf. Er werd voor de overdracht al speciale aandacht geschonken aan het vertrouwd maken van de mogelijke bedrijfsleider-opvolgers met de medewerkers actief in het bedrijf. De keuze van de bedrijfsleider-opvolger werd duidelijk gecommuniceerd naar de actieve aandeelhouders binnen het bedrijf. De keuze van de bedrijfsleider-opvolger werd duidelijk gecommuniceerd naar de overige managers van het bedrijf. Er werd al een beeld gevormd van wat de bedrijfsstrategie zal zijn wanneer het leiderschap wordt overgedragen aan de bedrijfsleideropvolger. Er is al een concreet plan voor het bedrijf, na de overdracht. Er werd al een ongeschreven plan opgesteld waarin duidelijk de rol en de verantwoordelijkheden van de huidige bedrijfsleideroverdrager binnen de overgedragen onderneming worden vastgelegd. Er werd al een formeel plan opgesteld waarin duidelijk de rol en de verantwoordelijkheden van de huidige bedrijfsleider-overdrager binnen de overgedragen onderneming worden vastgelegd. Er werd al een regeling op papier gezet omtrent de (bijkomende) financiële tegemoetkoming (vb. aanvullend pensioen, ontslagpremie) van de huidige bedrijfsleider-overdrager.
39
1 1
2 2
3 3
4 4
5 5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1 1
2 2
3 3
4 4
5 5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
Eens de leiding over het bedrijf is overgedragen aan een nieuwe bedrijfsleider, creëert dit voor u een aantal opportuniteiten. Hoe zou u de vrijgekomen tijd spenderen? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. 0 Ik weet het (nog) niet. 0 Ik ben van plan een nieuwe onderneming op te starten/te kopen. 0 Ik ben van plan om een mentor te zijn van iemand. 0 Ik ben van plan om het bedrijf te adviseren. 0 Ik ben van plan een soort PR functie op te nemen in het bedrijf. 0 Ik ben van plan om meer vrije tijd op te nemen, meer te reizen, …. 0 Ik ben van plan om les te geven/consultant te worden voor andere bedrijven. 0 Ik ben van plan om te zetelen in de raad van bestuur van het bedrijf/van andere ondernemingen.. 0 Ik ben van plan elders als bedrijfsleider of manager aan de slag te gaan.
Overdracht van eigendom Heeft er gedurende de laatste 10 jaar in het bedrijf een overdracht van aandelen plaatsgevonden? Nee 0 Ja 0 Indien ja, Wanneer? ………………….. Werd toen meer dan 50% van de aandelen van het bedrijf overgedragen? Nee 0 Ja 0 Binnen welke termijn verwacht u dat er een (volgende) overdracht van meer dan 50% van de aandelen zal zijn? 0-2 jaar 3-5 jaar 6-10 jaar meer dan 10 jaar onbekend Aan wie verwacht u dat deze meerderheid van de aandelen in de toekomst zal overgedragen worden? (meerdere antwoorden zijn mogelijk) 0 Er zijn geen kinderen 0 Ik verwacht niet dat de kinderen het eigenaarschap willen overnemen 0 Ik verwacht dat enkel de kinderen die nu al een actieve rol spelen in het bedrijf het eigenaarschap zullen overnemen 0 Ik verwacht dat alle kinderen gezamenlijk het eigenaarschap overnemen, ongeacht hun betrokkenheid bij het bedrijf. 0 Ik verwacht dat andere familieleden het eigenaarschap zullen overnemen 0 ik verwacht een verkoop aan derden 0 ik verwacht een verkoop aan werknemers/managers 0 Ik verwacht geen overname maar een liquidatie van het bedrijf 0 Er is nog helemaal geen duidelijkheid hieromtrent In welke mate zijn de plannen al concreet om de eigendom van het bedrijf over te dragen? 0 de eigenaars zijn totaal nog niet bezig met een overdracht van het bedrijf aan de opvolger of overnemer 0 de eigenaars beseffen dat ze zich zouden moeten beginnen voorbereiden op de overdacht van eigendom, maar weten niet goed hoe eraan te beginnen 0 de eigenaars zullen op korte termijn starten met het plannen van de overdracht van eigendom 0 de voorbereiding van de overdracht van de eigendom is reeds volledig gebeurd 0 er is nog geen duidelijkheid hieromtrent Heeft uw bedrijf een aandeelhoudersovereenkomst opgesteld? Nee 0 Ja 0 Indien ja, welke van onderstaande elementen worden hierin opgenomen? 0 de gevallen waarin de overdracht van aandelen aan geen enkele beperking is onderworpen 0 de beperkingen die aan de overdraagbaarheid van aandelen worden gesteld zoals goedkeurings- en voorkoopclausules 0 de prijs die ingeval van uitoefening van het voorkooprecht voor de aandelen zal moeten worden betaald, of het mechanisme voor de bepaling van de prijs 0 de overige modaliteiten waaronder het voorkooprecht kan worden uitgeoefend 0 bepalingen inzake de samenstelling van de raad van bestuur De volgende vragen dient u als bedrijfsleider enkel in te vullen indien u ook aandeelhouder bent van het bedrijf In welke mate bent u akkoord met volgende uitspraken? (1= helemaal niet akkoord; 5= helemaal akkoord) Ik heb moeite om het leiderschap als bedrijfsleider over 1 2 3 4 5 dit bedrijf los te laten. Ik heb het gevoel dat mijn aanwezigheid in het bedrijf 1 2 3 4 5 noodzakelijk is voor het succes van het bedrijf.
40
Kruis aan tot wanneer u uw aandelen van deze onderneming wil behouden: 0 tot ik de leeftijd van …………….. bereikt heb 0 totdat (gelieve voorwaarde/gebeurtenis te specifiëren):…… 0 voor de rest van mijn leven 0 geen idee Kruis in onderstaande tabel aan in welke mate je de toekomstige overdracht van leiding enerzijds en aandelen (zijnde een meerderheid van de aandelen) anderzijds van dit bedrijf reeds besproken hebt met volgende partijen ? OVERDRACHT VAN LEIDING OVERDRACHT VAN Niet van AANDELEN toepassing niet kwam reeds In detail niet kwam reeds In detail besproken ter sprake besproken besproken ter sprake besproken met familieleden die ook aandeelhouder zijn met familieleden die geen aandeelhouder zijn met andere aandeelhouders buiten de familie met potentiële opvolgers of overnemers met boekhouder/ accountant met adviseurs inzake bedrijfsoverdracht met collega ondernemers met anderen: ….. Op welke manier hebt u zich reeds geïnformeerd inzake bedrijfsoverdracht? initiatieven Deelgenomen/ Hoe nuttig was dit op een schaal van 1 tot 5? geraadpleegd (1= helemaal niet nuttig; 5=zeer nuttig) Websites met informatie over Ja / nee 1 2 3 4 bedrijfsoverdracht Brochures en boeken inzake Ja / nee 1 2 3 4 bedrijfsoverdracht Checklist/scan voor bedrijfsoverdracht Ja / nee 1 2 3 4 Infosessies en workshops omtrent Ja / nee 1 2 3 4 bedrijfsoverdracht Opleidingen over bedrijfsoverdracht Ja / nee 1 2 3 4 Advies en coaching (zonder subsidie) Ja / nee 1 2 3 4 Advies en coaching (met subsidie bv. Ja / nee 1 2 3 4 KMO portefeuille) Formele samenkomsten met collega- Ja / nee 1 2 3 4 ondernemers voor ervaringsuitwisseling Informele gesprekken met collega- Ja / nee 1 2 3 4 ondernemers Specifieke financieringsmaatregelen voor Ja / nee 1 2 3 4 bedrijfsoverdracht Andere: …… Ja / nee 1 2 3 4
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
Familiale governance (enkel te beantwoorden indien u bedrijfsleider bent van een familiebedrijf): Heeft uw bedrijf een familieforum ingesteld? Ja 0 Nee 0 In oprichting 0 (Het familieforum dient als platform voor communicatie, informatie en consultatie voor de familiale aandeelhouders in verband met het familiebedrijf) Heeft uw bedrijf een familiecharter ingesteld? Ja 0 Nee 0 In oprichting 0 (Een familiaal charter is een geschreven document waarin regels m.b.t. familiale waarden, carrières in het familiebedrijf, conflictregelingen… vastgelegd zijn waaraan de familieleden zich kunnen houden.)
41
Kruis aan welke items worden besproken in het familieforum, familiaal charter en informele familiale bijeenkomsten. Familieforum Familiaal charter Informele familiale bijeenkomsten Eigendom van het familiebedrijf Leiding van het familiebedrijf Het oplossen van familiale conflicten Het behouden van de familiale harmonie Carrières in het familiebedrijf Opleiding en training voor familieleden Opvolging in het familiebedrijf Governance van het familiebedrijf en de familie De rol van niet-familieleden in het familiebedrijf De volgende beweringen kunnen al dan niet van toepassing zijn op de familieleden die betrokken zijn bij het bedrijf. Gelieve aan te duiden in welke mate u het er al dan niet mee eens bent (1= helemaal niet akkoord; 5= helemaal akkoord) De familieleden, die betrokken zijn bij het familiebedrijf, bepalen in 1 2 3 4 5 belangrijke mate de strategische richting die het bedrijf zal uitgaan. In dit bedrijf is het essentieel om familiale controle en onafhankelijkheid 1 2 3 4 5 van het familiebedrijf te bewaren. De familieleden, die bij het familiebedrijf betrokken zijn, hebben een sterke 1 2 3 4 5 verbondenheid met het bedrijf. Familieleden vertellen met trots dat ze deel uitmaken van het familiebedrijf. 1 2 3 4 5 Niet-familieleden, actief in het familiebedrijf, worden behandeld als deel 1 2 3 4 5 van de familie. Wederzijds vertrouwen is de basis van het zaken doen met leveranciers, 1 2 3 4 5 klanten… in het familiebedrijf. Het familiebedrijf is actief in het promoten van sociale activiteiten op 1 2 3 4 5 samenlevingsniveau. Het is essentieel dat het de familieleden, die betrokken zijn bij het 1 2 3 4 5 familiebedrijf, goed gaat. De emotionele banden tussen familieleden in het bedrijf zijn zeer sterk. 1 2 3 4 5 Familiale eigenaars zien hun investering in het familiebedrijf als een lange 1 2 3 4 5 termijn investering. Succesvolle overdracht naar de volgende generatie is een belangrijk doel 1 2 3 4 5 voor het familiebedrijf. Het behouden van het familie-erfgoed en tradities is een belangrijke 1 2 3 4 5 doelstelling voor het familiebedrijf. In een tweede bevraging zal bij een of meerdere (familiale) eigenaars meer diepgaand gepeild worden naar de motieven voor overdracht, intenties na de overdracht, belemmeringen en knelpunten. De resultaten van deze tweede bevraging zullen eveneens worden gebruikt om beleidsaanbe-velingen te formuleren voor het beleid inzake opvolging en overname van ondernemingen. Gelieve de naam en het emailadres van de persoon te vermelden die kan gecontacteerd worden voor een tweede, aanvullende bevraging (in DRUKLETTERS a.u.b.) (meerdere namen zijn mogelijk): Naam+ Voornaam: …………………………………………………………………………………….… Emailadres:
.……………………………………………………………………………………………
In naam van Minister Philippe Muyters, Vlaams minister van economie, en het Stakeholdersplatform Overname en opvolging van het Agentschap Ondernemen wensen we u hartelijk te bedanken voor uw deelname. (Prof. Eddy Laveren, Antwerp Management School & Prof. Tensie Steijvers, Universiteit Hasselt)
42