Basisschool Catharina Labouré
Minkenbergstraat 5 6191 BJ Beek 046-4280873
[email protected] www.bscatharinalaboure-beek.nl
Minkenbergstraat 5 6191 BJ Beek
1
Een woord vooraf Beste ouders, verzorgers en belangstellenden,
Een kind brengt heel wat uren door op de basisschool, wordt een groot deel van de dag aan onze zorg toevertrouwd. Vanzelfsprekend is het voor u van belang zich goed te informeren waar de school van uw kind voor staat. Met deze schoolgids willen we een indruk geven van wat Basisschool Catharina Labouré te bieden heeft. We willen u aangeven wat u van ons als school kunt verwachten, en tegelijkertijd wat wij van ouders en verzorgers verwachten. We willen u een kijkje in de keuken geven van onze school, over onze visie, waarden en normen en kwaliteit. Nieuwe ouders heten we vanaf deze plaats van harte welkom. Hopelijk bent u na het lezen van deze schoolgids nieuwsgierig naar onze school en maakt u een afspraak voor een oriënterend gesprek en een rondleiding. Voor de ouders die hun kind(eren) al aan onze zorg hebben toevertrouwd is deze gids een handig naslagwerk. Naast deze schoolgids verschijnt ook ieder jaar de schoolkalender, met specifieke informatie over het komende schooljaar. We sturen ook met regelmaat een “Actueeltje”, onze nieuwsbrief, via de mail naar iedereen die zich daarvoor heeft aangemeld. Misschien heeft u tijdens of na het lezen nog vragen, opmerkingen of suggesties. Voel u vrij ons hierover te informeren. We vinden het erg prettig uw reactie te horen. Immers; ouders en school werken samen in het belang van de kinderen. En steeds weer blijkt: hoe beter we samenwerken, hoe beter het met uw kind gaat!
Namens het hele team van Bs Catharina Labouré,
Daniëlle Stassen-Kicken Locatiedirecteur
[email protected] 046-4280873
Beste ouders, verzorgers en belangstellenden,
Een kind brengt heel wat uren door op de basisschool, is een groot deel van de dag aan
2
Inhoudsopgave Een woord vooraf 1. De school
6. De ouders
1.1 Onze school
4
6.1 Communicatie ouders en school
31
1.2 Stichting KINDANTE, leren leren, leren leven
4
6.2 De Oudervereniging
31
2. Het onderwijs
5
6.3 De Medezeggenschapsraad
32
2.1 Onze missie
5
6.4 De Tussenschoolse Opvang
33
2.2 Onze visie
5
6.5 Informatieplicht
35
2.3 Onze kernwaarden
6
6.6 Verzekeringen
36
2.4 Ons schoolprofiel
7
6.7 Klachtenprocedure
37
2.5 Veiligheid
8
2.6 Sociaal Emotionele Ontwikkeling
9
3. De organisatie 3.1 De organisatie van de school
10
3.2 Het onderwijs
10
3.3 Het gebruik van de leertijd
15
3.4 Bijzondere activiteiten 3.5 De resultaten
7. Praktische zaken 7.1 Schooltijden
39 39
15
7.2 Voorkoming en bestrijding van schoolverzuim 7.3 Vrijstelling van bepaalde onderwijsactiviteiten 7.4 Vakanties en vrije dagen
19
7.5 Leerplicht en verlof
40
7.6 Contact met de leerkracht
42
7.7 Foto’s en video’s maken
42
4. De zorg
40 40
4.1 Inschrijving, overgang en doorstroom van leerlingen 4.2 Het volgen van de leerling
21
7.8 Preventie hoofdluis
42
21
7.9 Toelating, schorsing en verwijdering
43
4.3 Speciale zorg
24
7.10 Buitenschoolse opvang (BSO)
44
4.4 Begeleiding van leerlingen naar het Voortgezet Onderwijs 4.5 Onderwijs aan zieke leerlingen
24
45
25
7.11 Jeugdgezondheidszorg GGD ZuidLimburg 7.12 Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
4.6 Aanpak pestgedrag
26
7.13 Verwijsindex
46
4.7 Passend Onderwijs
26
7.14 Sponsoring
47
4.8 De zorg voor kwaliteit
28
5. Het team
45
8. Bijlagen
5.1 Taken en functies
30
8.1 Plattegrond
48
5.2 Wanneer de leerkracht niet aanwezig is
30
8.2 Namen en adressen
50
5.3 Scholing
30
(De tekeningen in deze schoolgids zijn gemaakt door de kinderen van groep 8 in 2014-2015)
3
De school 1.1 Onze school Basisschool Catharina Labouré is een katholieke school voor basisonderwijs, en is gelegen in de wijk Proosdijveld in Beek. In 2012 hebben we ons 50-jarig bestaan gevierd. De leerlingen zijn uit de hele kern van Beek afkomstig, en we ontvangen leerlingen uit omliggende dorpen. Het leerlingaantal van onze school schommelt rond de 150 leerlingen. Van oudsher was het leerlingaantal groter, vandaar dat we qua gebouw in een ruim jasje zitten. We hebben het komend schooljaar zes lokalen in gebruik als klaslokaal, en gebruiken daarnaast drie lokalen als extra werkruimte. Twee lokalen worden verhuurd. We hebben een eigen speelzaal, en ook een gymzaal is aan onze speelplaats gelegen. We hebben een groot schoolplein, omgeven door groenaanplant. Onze school vormt een scholenkoppel met Basisschool St. Martinus, ook in Beek, dat wordt aangestuurd door een meerscholendirecteur. Op Catharina Labouré is een locatiedirecteur verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken. Het vaste team op Catharina Labouré bestaat uit 12 personeelsleden. Er zijn 8 leerkrachten. De coördinatie van de hulp aan leerlingen die extra zorg nodig hebben, is in handen van de Intern Begeleider. Daarnaast zijn er nog een managementassistente en een conciërge werkzaam.
1.2 Stichting Kindante, leren leren, leren leven Stichting Kindante bestuurt 40 scholen voor basisonderwijs in de gemeenten Beek, Echt-Susteren, SittardGeleen, Schinnen, Stein en Maasgouw. Verder ressorteren onder het bestuur 3 SBO scholen en 2 SO scholen (ZMOK en ZMLK). De scholen van stichting Kindante zijn katholiek, protestants-christelijk, algemeen bijzonder of openbaar op een manier die bij onze tijd past. Binnen de scholen van Kindante staat het kind voorop. Ieder kind is uniek en heeft talenten. Kindante is een onderwijskundige organisatie waar alle talenten in onze scholen kansen krijgen, groot kunnen en mogen worden, waar een ieder ongeacht achtergrond of afkomst zich welkom, gekend en erkend weet in authenticiteit en autonomie. We bieden een omgeving die zich kenmerkt door veiligheid, uitdaging, plezier en transparantie en onderwijs dat boeit en uitdaagt en uit kinderen wil halen wat er in zit. Daar waar het moet en waar het ook kan, bieden we onderwijs op maat. Binnen ons onderwijs wordt het kind in staat gesteld zich te ontwikkelen tot een kansrijke medeburger welke zelfbewust en maatschappelijk betrokken deelneemt aan de samenleving”. Leren ‘leren’ en leren ‘leven’ is hierbij het motto. We willen niet alleen de kinderen maar ook hun ouders leren kennen omdat ze onze belangrijkste educatieve partners zijn. Binnen het bestuurlijk concept van Kindante is het belangrijk dat iedere school binnen de wijk waarin de school gelegen is, tezamen met ouders vorm geeft aan het eigen schoolprofiel. Naast dat eigen gezicht van iedere school worden binnen Kindante onderwijskundige ontwikkelingen in gang gezet, waaraan alle scholen op een eigen manier en kijkend naar de schoolpopulatie vormgeven. Kindante-scholen willen kwaliteitsscholen zijn, waar de kinderen geprikkeld worden zich optimaal te ontwikkelen en nadrukkelijk ook de mogelijkheid krijgen zich veelzijdig en harmonisch te ontwikkelen. Over de bereikte resultaten en de mate waarin we hierin succesvol zijn leggen we intern en extern verantwoording af.
4
Onze collectieve ambitie 2.1 Onze missie Op de Catharina Labouré tel je mee! 2.2 Onze visie Identiteit
Op onze school staat samen leren en samen leven centraal. We gaan op basis van gelijkwaardigheid en respect met elkaar om. Onze kernwaarden zijn: Geborgenheid, Respect, Persoonlijke ontwikkeling, Communicatie, Zelfvertrouwen. Bij de beslissingen die we nemen bekijken we of we daarmee een positieve invulling geven aan deze waarden. De christelijke waarden en normen zijn leidend voor ons handelen. Belangrijke waarden daarbij zijn: “goed zorgen voor jezelf, voor de ander, en voor de omgeving”. Dit brengen wij zelf in de praktijk opdat we het goede voorbeeld geven. Daarnaast houden we deze waarden en normen levend door er regelmatig met de leerlingen over in gesprek te gaan.
Schoolklimaat (pedagogisch handelen)
Wij vinden het belangrijk dat leerlingen en teamleden met plezier naar school komen en een grote mate van welbevinden en geborgenheid ervaren, zich veilig en op hun gemak voelen. We bouwen aan een vertrouwensrelatie, werken aan het ontwikkelen van empatisch vermogen, het ontwikkelen van een realistisch zelfbeeld en zelfrespect, het vergroten van zelfstandigheid en het stimuleren van een goede omgang met elkaar.
Didactisch handelen en leerlingenzorg
We streven naar effectief onderwijs met een hoog rendement, gaan daarbij uit van hoge verwachtingen, maken gebruik van het effectieve lesmodel en leren kinderen zelfstandig en creatief te zijn en eigenaar te zijn van hun eigen ontwikkeling. We maken gebruik van klassikale instructie, en gebruiken daarnaast verschillende (coöperatieve) werkvormen. We houden rekening met verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen, waarbij ze individueel of samen met anderen werken en leren. Daarbij staan de basisbehoeften van leerling en leerkracht centraal: relatie, autonomie en competentie. De zorg voor de leerlingen is met name gericht op het voorkomen van problemen door vroegtijdige signalering en afstemming op dat wat kinderen al kennen en kunnen.
Leerstofaanbod
Ons onderwijsaanbod kenmerkt zich doordat naast de cognitieve ontwikkeling (hoofd, weten, kennen) ook de sociaal emotionele (hart, voelen, willen) en de creatief musische (handen, doen, kunnen) ontwikkeling ondersteund en bevorderd wordt. We maken gebruik van nieuwe methodieken en van informatie- en communicatietechnologie. We informeren ons steeds over nieuwe inzichten. We zorgen bij onze lessen ervoor dat de 21e eeuwse vaardigheden (probleemoplossend en kritisch denken, informatieverwerking, reflecteren, communiceren, samenwerken, ICT-geletterdheid) een plek krijgen.
5
Professionele rol
Dit alles vraagt van ons een lerende houding en een actieve betrokkenheid, niet alleen bij de ontwikkeling van de leerlingen, maar ook bij de eigen ontwikkeling van onszelf als professional en bij de ontwikkeling van onze organisatie als geheel. We bouwen daarom structureel tijd in om te reflecteren en ons handelen kritisch te bekijken en met elkaar te bespreken en stellen ons transparant en open op.
Contacten met de omgeving
We houden rekening met de verwachtingen van de leerlingen, ouders en de steeds veranderende maatschappij. De samenwerking met externe partners is primair gericht op de meerwaarde voor de leerlingen. Wij beschouwen de ouders als partners, wij zijn professioneel relatiegericht.
2.3 Onze kernwaarden Onze kernwaarden vormen het uitgangspunt voor alles dat we doen, en we verwachten van iedereen binnen onze school respect daarvoor, dat wil zeggen van kinderen, het team, de ouders en externen die onze school bezoeken. We stellen vanaf schooljaar 2015-2016 elke twee maanden een nieuwe kernwaarde centraal, en geven daar extra aandacht aan.
6
2.4 Ons schoolprofiel
7
2.5 Veiligheid We vinden het belangrijk dat door de hele school heen de regels op elkaar zijn afgestemd en deze gelden voor kinderen, leerkrachten, ouders en bezoekers. Onze belangrijkste regels zijn:
Zorg goed voor jezelf… …voor de ander…
…en voor je omgeving.
Via deze regels werken we aan een veilig schoolklimaat. Mocht er ondanks alle aandacht voor een veilig klimaat onverhoopt toch pestgedrag ontstaan, dan hanteren we methodieken die verder uitgewerkt zijn in ons pestprotocol. Dit protocol maakt deel uit van het Schoolveiligheidsplan. Dit plan heeft vooral betrekking op de thema´s agressie & geweld, seksuele intimidatie en discriminatie. Op dit moment werken we aan een update van dit plan.
Voordeurbeveiliging De ingang is niet van buitenaf te openen. Bij de deur is een bel met intercom geplaatst. Als daar op gedrukt wordt, gaat in school de telefoon. Als die wordt opgenomen kan er met de bezoeker worden gesproken. Via de telefoon kan ook het signaal worden gegeven om de deur te openen. Als u onder of na schooltijd naar binnen wilt, zult u de ingangsdeuren gesloten aantreffen. U dient dan te bellen en via de intercom aan te geven wie u bent en wat de reden van uw bezoek is. Als de deur wordt geopend, kunt u naar binnen. Wilt u er dan voor zorgen dat de deur ook weer gesloten wordt? Dat geldt natuurlijk ook als u de school verlaat. Met uw hulp en medewerking zorgen we er zo samen voor dat onze school veilig is en blijft.
Internetprotocol Ons schoolbestuur, Stichting Kindante, heeft een Gedragscode ICT. In dit document is vastgelegd hoe er, in welke situatie, omgegaan moet worden met:
het gebruik van de e-mail en internetfaciliteit op de computers in het netwerk van Kindante het gebruik van vaste telefonie in de organisatie van Kindante en het gebruik van mobiele telefonie in de organisatie van Kindante; hoe er, in welke situatie, beveiligingscontroles worden uitgevoerd op bovenstaand gebruik.
Bij het gebruik van internet maken we vooraf afspraken met de kinderen over de te gebruiken websites. Internet wordt op school alleen gebruikt voor educatieve doeleinden. De leerkracht draagt zorg voor een omgeving
8
waarin kinderen open kunnen vertellen wanneer zij op een ongewenste, onbedoelde site komen. Regels en wetten over copyright worden uiteraard in acht genomen. Informatie die terug te voeren is op leerlingen mag niet op het openbare deel van het net terechtkomen.
Risico Inventarisatie en Evaluatie De school is in het bezit van een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE) die in 2015 is gehouden. Dit is een verplichting vanuit de ARBO-wet. Onze preventiemedewerker ziet erop toe dat de aandachtspunten opgelost worden.
2.6 Sociaal Emotionele Ontwikkeling Sociaal-Emotionele Ontwikkeling is een speerpunt voor onze school. Omdat we ons realiseren dat kinderen zich alleen kunnen ontwikkelen in een veilige situatie, hebben we veel aandacht voor de sfeer binnen onze school. We vinden dat kinderen zich moeten kunnen ontwikkelen tot verantwoorde burgers, en hechten daarom waarde aan onze drie regels; zorg voor jezelf, voor de ander en voor je omgeving. Vanuit onze kernwaarden geven we hier verder vorm aan. We geven het goede voorbeeld, en verlangen ook dat alle betrokkenen binnen de school zich hieraan conformeren. De ontwikkeling van het kind en van de groep als geheel wordt door leerkrachten besproken en gemonitord door de Interne Begeleider en de gedragsspecialist. Ons uitgangspunt is: “Alle kinderen worden sterren als we ze laten stralen”. De kinderen kunnen bij verschillende zaken met sterren beloond worden, waarmee een groepsbeloning verdiend kan worden. Elke week is een leerling “Ster van de week”. Dit kind staat centraal en krijgt van zijn of haar medeleerlingen complimenten mee.
We vinden het belangrijk dat leerlingen goed met zichzelf en met anderen (dichtbij en ver weg) kunnen omgaan. Leerkrachten creëren daartoe een veilig en gestructureerd klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen, en gesteund worden in hun basisbehoeften:
9
De organisatie 3.1 De organisatie van de school Op Catharina Labouré werken we volgens het leerstofjaarklassensysteem. Dit houdt in, dat we de leerlingen over de groepen verdelen op basis van hun leeftijd. Daarnaast bieden we in principe aan alle leerlingen van de groep op hetzelfde moment dezelfde leerstof aan. Echter de capaciteiten, interesses, motivatie, taakgerichtheid en concentratie van de leerlingen zijn heel verschillend. Dit heeft tot gevolg dat elk kind het leerproces op persoonlijke wijze doormaakt: door tempoverschillen ontplooit elk kind zich op unieke wijze. Om rekening te kunnen houden met deze persoonlijke verschillen, werken we binnen onze methodieken met verrijkings-, verdiepingsen verbredingsstof. Daarnaast worden kinderen met een duidelijke ontwikkelingsachterstand individueel geholpen. Dit gebeurt overwegend in de groep (terwijl de andere kinderen op dat moment zelfstandig aan het werk zijn). Sinds de invoering van de Wet Primair Onderwijs worden vanuit de basisscholen steeds minder leerlingen naar scholen voor Speciaal Basisonderwijs verwezen. Dit betekent voor ons dat het aantal leerlingen dat extra zorg behoeft, zal stijgen. Gezien de nieuwe wet op Passend Onderwijs zal dit in de toekomst alleen nog maar meer het geval zijn. In onze school staat de komende jaren daarom verder vormgeven aan adaptief onderwijs (onder meer het omgaan met verschillen en de behoeften van de kinderen) en meer nadruk op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen centraal.
3.2 Het onderwijs In ons onderwijs proberen wij een goed evenwicht te vinden tussen het verwerven van kennis, het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling en het optimaliseren van de praktische vaardigheden.
Kleuters In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt met thema’s. Jaarlijks keert een aantal thema’s terug, zoals Sinterklaas, Kerstmis, carnaval, Pasen en worden wisselende thema’s toegevoegd. Het verloop van zo’n thema duurt drie à vier weken. Binnen elk thema wordt aandacht besteed aan beginnende geletterdheid, taal en gesprek, rekenen/wiskunde, onderzoek, spel, constructie en creatieve vorming.
Ontwikkelingsmaterialen Het werken met deze materialen is erop gericht om de ontwikkeling van de kinderen te stimuleren, zodat de voorwaarden die nodig zijn om te leren lezen en rekenen geoptimaliseerd worden. De oefeningen zijn aangepast aan het ontwikkelingsniveau van elk kind. Tijdens deze ‘werklessen’ zijn de kleuters alleen of in groepjes bezig. Het initiatief kan bij de juf, maar ook bij het kind liggen. Wij maken hierbij gebruik van een planbord waarop de kleuter zelf zijn werkopdracht kan aflezen. Daarnaast vinden er diverse hoekactiviteiten plaats, die aangepast worden aan het thema waar we op dat moment mee bezig zijn. Zo hebben we een poppenhoek, bouwhoek, schilderhoek, luisterhoek, taalhoek, leeshoek, computerhoek, zandtafelhoek en watertafelhoek. In de hoeken wordt ook aandacht besteed aan het sociaal aspect: de kleuters leren er samen werken en samen spelen.
Volgen en begeleiden van kleuters Voor het volgen van de ontwikkeling van de kinderen van groep 1 en 2 gebruiken wij als leidraad de registratieformulieren van Kleuterplein. Dit pakket gaat uit van de ontwikkeling die kleuters gemiddeld doormaken en biedt de leerkracht de gelegenheid observaties te verzamelen over de ontwikkeling van kinderen. Het geeft ook aanwijzingen om kinderen die opvallen, gericht te begeleiden.
10
Beginnende geletterdheid Wanneer u groep 1 of 2 binnenstapt zult u ontdekken, dat er veel kaartjes met geschreven taal in het lokaal hangen. Op deze manier laten wij de kinderen zinvol kennis maken met de begrippen letter, woord en zin en leren de kinderen op een speelse manier de letters herkennen. Er wordt voorgelezen uit prentenboeken. In groep 2 worden de kinderen met gerichte oefeningen voorbereid op het leren lezen, waarmee in groep 3 officieel gestart wordt. Kleuterplein voor groep 1 en 2 is een compleet en flexibel pakket waarmee we de kinderen spelenderwijs met taal en lezen in aanraking willen brengen. Deze methode sluit aan bij de nieuwste ontwikkelingen en inzichten in het taalleesonderwijs, zoals ontwikkelingsgericht leren, interactief taalleesonderwijs en de tussendoelen voor beginnende geletterdheid. Met behulp van tien aansprekende thema's zijn de kinderen bezig met mondelinge communicatie, woordenschat en beginnende geletterdheid. In de groepen 1 en 2 is het rekenonderwijs erop gericht de voorwaarden, die nodig zijn om met het echte rekenonderwijs te kunnen starten, te optimaliseren.
Nederlandse taal Een kleuter is de hele dag met taal bezig. Wij spelen daarop in door met name in de kring veel gerichte taalactiviteiten aan te bieden: versjes aanleren, een gesprekje voeren over een bepaald onderwerp, een verhaal voorlezen of vertellen, poppenspel, drama, spelletjes en luisteroefeningen. Verder volgen we allerlei schooltelevisie-uitzendingen die met taal te maken hebben. Voor de taal- leesontwikkeling in groep 3 gebruiken we de methode Veilig Leren Lezen. In de groepen 4 t/m 8 werken we met de methode Taal Actief.
Lezen In de kleutergroepen wordt veel voorgelezen. De kleuters krijgen boeken van de bibliotheek in een ‘leeskoffer’. Zij gaan vier keer per jaar naar de openbare bibliotheek We werken met de leesmethode Veilig Leren Lezen. Volgens een vast tijdschema worden in groep 3 woordjes aangeleerd, die daarna ontleed worden tot letters. Met deze letterkennis worden kinderen al heel vroeg in staat gesteld zelf woordjes te maken. De leerlingen gebruiken ook het computerprogramma behorende bij deze methode. In het voorjaar beginnen we in groep 3 met groepslezen; in kleine groepjes lezen de kinderen hardop onder begeleiding van de leerkracht of een ouder. Naast het technisch lezen besteden we ook veel aandacht aan het begrijpend lezen: in een zo vroeg mogelijk stadium wordt het kunnen lezen gecombineerd met het leren begrijpen van de tekst. We gebruiken daarvoor de methode Tekst verwerken. Deze methode bevat leuke, boeiende teksten en is aantrekkelijk vormgegeven. Er is steeds één centraal leerdoel per les en er is een verlengde instructie voor de zwakke lezer. Daarnaast maken we op een aanvullende manier gebruik van Nieuwsbegrip. Deze webbased methode biedt actuele teksten aan op diverse niveaus. In de groepen 4 t/m 8 wordt voor voortgezet technisch lezen gewerkt met de methode: Lekker lezen. In de hogere groepen komt de nadruk steeds meer op het begrijpend, studerend en recreatief lezen te liggen. Elke groep heeft een klassenbibliotheek waaruit kinderen boeken kunnen lezen. De groepen 1, 2 en 3 bezoeken diverse malen de bibliotheek. Groep 4 t/m 8 maken van de diensten van de bibliotheek gebruik via een wisselabonnement.
Schrijven We gebruiken de methode Pennenstreken. De kinderen ontvangen in groep 4 een rollerbalpen, waarvan op dit moment door deskundigen wordt gezegd dat dit materiaal het beste geschikt is voor het leren schrijven. We verwachten dat de kinderen de rest van de schoolloopbaan op deze school deze pen blijven gebruiken. Groep 6,7, en 8 schrijven met hun gekregen schoolvulpen, of met een zelf gekochte vulpen of rollerbal. De leerlingen gebruiken de op school gekregen pennendoos om hun spullen in te bewaren.
11
Rekenen en Wiskunde In groep 3 staat het getalbegrip centraal, hetgeen de basis is voor de bewerkingen die in de hogere leerjaren aan de orde komen. Het uiteindelijk doel van het rekenonderwijs is het oplossen van praktische rekenproblemen uit het dagelijkse leven. De manier waarop de leerlingen tot een oplossing komen mag verschillen. Wanneer u met uw kind over rekenen praat, houd er dan rekening mee dat ze het vermenigvuldigen en delen tegenwoordig anders leren dan u van vroeger gewend bent. Onze methode De Wereld in Getallen is een moderne methode voor realistisch rekenen. Dit betekent onder meer, dat situaties en verschijnselen uit de alledaagse realiteit als uitgangspunt voor activiteiten worden gebruikt. Ook gaat er veel aandacht uit naar automatiseren, en de eigen aanpakken en ideeën van de leerlingen die ze ontwikkelen bij het oplossen van allerlei problemen.
Godsdienstige vorming De school heeft een katholieke identiteit, maar staat open voor kinderen uit gezinnen met welke levensovertuiging dan ook. Er wordt gebruik gemaakt van de methode Reis van je Leven. De lessen worden gegeven door de groepsleerkracht.
Engels In groep 7 en 8 wordt Engels gegeven. Kinderen leren eenvoudige gesprekjes te voeren over allerlei dagelijkse onderwerpen. Het praten met elkaar is het belangrijkste. We gebruiken daarvoor de moderne methode Take it easy.
Kennisgebieden We praten vaak met de kinderen over de wereld om ons heen en we brengen hen kennis bij over het heden en het verleden van de aarde. Het gaat hierbij niet alleen om feitenkennis maar ook om het aanleren van een juiste houding ten opzichte van de natuur, volkeren in andere landen en met respect voor onze voorouders. Dit gebeurt in aparte vakken aan de hand van een boek, maar vaak ook in samenhang door middel van klassengesprekken, spreekbeurten, gastdocenten, schooltelevisie, werkstukjes enzovoort. We gebruiken de methoden Wijzer door de tijd, Wijzer door de wereld en Wijzer door de natuur en techniek. Hierbij wordt ICT veelvuldig ingezet, vanwege het feit dat de methode een digitale versie op het SMART board kan projecteren met daarin onder andere allerlei toepasselijke filmpjes en extra opdrachten voor de kinderen. In de groepen 3 en 4 maken we voor deze kennisgebieden gebruik van de methode Leefwereld. Voor verkeer gebruiken we in de kleutergroepen Rondje Verkeer en in de overige groepen de verkeerskrantjes (Op voeten en fietsen en Jeugdverkeerskrant) van Veilig Verkeer Nederland.
Expressievakken Expressieactiviteiten vormen geen aparte categorie in de onderbouw. Deze activiteiten zijn verweven binnen elk thema. Tekenen en handvaardigheid staan bij de andere groepen ieder minimaal één keer per week op het rooster. We gebruiken de methode Moet je doen. Bij handvaardigheid wordt op sommige momenten in diverse groepen van ouderhulp gebruik gemaakt. Aandacht voor dramatische expressie is er o.a. bij het instuderen en opvoeren van kerstof afscheidsmusical.
Lichamelijke oefening Tijdens de gymlessen komen allerlei bewegingsvormen aan de orde: rennen, lopen, hinkelen, kruipen, rollen, klauteren, zwaaien, springen, buitelen, huppelen enz. Deze lessen worden met of zonder materialen gegeven. In de spellessen bestaat er een afwisseling van in- en ontspanning. Tijdens de gymlessen is er ook ruimte voor vrij spelen met en zonder materiaal. Ook hierbij wordt aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling.
12
In de kleutergroepen staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. Zij maken hierbij gebruik van ons inpandig speellokaal, het schoolplein en de gymzaal bij school. De groepen 3 t/m 8 krijgen gymles in de gymzaal. Deze groepen hebben wekelijks minimaal tweemaal drie kwartier gymles. De leerkrachten halen de lesstof uit Vakwerkplan Bewegingsonderwijs. Tijdens de toestellessen worden de groepen in twee of drie kleinere groepen verdeeld. Deze groepen krijgen verschillende opdrachten c.q. oefeningen, zodat de volledige gymlestijd door de kinderen wordt benut en er zo weinig mogelijk momenten zijn, dat de kinderen moet wachten op elkaar. Met het oog op de hygiëne is het verplicht dat de kinderen vanaf groep 3 aparte kleding dragen bij het sporten; bij voorkeur een rode sportbroek en een wit T-shirt. De gymschoenen moeten schoon zijn en mogen geen zwarte zool hebben (deze laten zwarte strepen achter in de gymzaal). De kleuters laten de gymschoenen op school. Vanaf groep 3 gaat de gymtas elke keer mee naar huis. Het merken van gymkleding is geen overbodige luxe. Wilt u ervoor zorgen, dat uw kind sieraden op de dagen dat er gymles is zoveel mogelijk thuis laat? Van het rooster van gymlessen wordt u aan het einde van het schooljaar in een Actueeltje op de hoogte gesteld.
Sociaal-emotionele ontwikkeling Tijdens de SEO-lessen maken we gebruik van SOEMO-kaarten, waaraan ook situaties die de leerlingen daadwerkelijk hebben meegemaakt, gekoppeld kunnen worden. Verder worden ook de volgende materialen regelmatig ingezet: Energize, Silly, sports en goofy-games (beide gericht op groepsvorming), Babbelspel, Een doos vol gevoelens, Een huis vol gevoelens en Axen in actie (kidztraining). Als leidraad gebruiken we onze kernwaarden en de schoolregels.
Studievaardigheden Studievaardigheden worden voor kinderen steeds belangrijker. Informatie is overal te vinden, zeker op internet. Maar hoe zoek je gericht? En waar vind je de juiste informatie en hoe verwerk je die? Tijdens deze lessen leren de kinderen het lezen, begrijpen en verwerken van allerlei informatiebronnen, via de vier onderdelen van studievaardigheden: ‘studieteksten’, ‘informatiebronnen’, ‘kaarten’ en ‘schema’s, tabellen en grafieken’. Wij gebruiken hiervoor de methode Blits.
ICT Informatie- en communicatietechnologie speelt in het onderwijs een steeds grotere rol. ICT neemt ook binnen adaptief onderwijzen en zorg voor de leerlingen een belangrijke plaats in. We maken steeds meer gebruik van de computer en het digitale schoolbord om leerlingen op maat te onderwijzen. ICT krijgt daarmee een wezenlijke betekenis in het proces van leren en onderwijzen. ICT biedt veel kansen om doelen te bereiken zoals zelfstandig leren, verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leren enz. ICT geeft de leerkracht meer mogelijkheden om zijn onderwijs aantrekkelijker en flexibeler te maken. De leerkracht speelt niet meer de hoofdrol bij het presenteren van de inhoud van het onderwijs. Hij is wel verantwoordelijk, maar de leerling krijgt steeds meer inspraak. Daarmee wordt de leerkracht een onderwijsbegeleider en coach van het onderwijsleerproces. Hij bewaakt het leerproces en stuurt de leerlingen waar nodig bij. Hij zet ICT in zijn onderwijs in om informatie te zoeken op internet en kennis uit te wisselen met collega’s binnen en buiten de school. Ook de communicatie met collega’s of leerlingen gaat gedeeltelijk via ICT. Bovendien werken we met het programma Kurzweil. Dit programma is vooral bedoeld ter ondersteuning van het lezen voor en door de kinderen met dyslexie. Teksten uit de methodes worden klaargemaakt zodat de computer de tekst voorleest. De kinderen kunnen meelezen en meekijken op het scherm. Bovendien zal in overleg met de IB-er meer software gebruikt gaan worden
13
voor onze sterkere en zwakkere leerlingen op gebied van rekenen, spelling en taal. We proberen hiermee zo adaptief mogelijk te zijn. Het programma ACADIN wordt ingezet voor uitdagende opdrachten voor de meerbegaafde leerlingen.
21e eeuwse vaardigheden De wereld om ons heen verandert, vooral voor jongeren, in een razend tempo. Technologische ontwikkelingen hebben een enorme invloed op onze samenleving. Vrijwel iedereen heeft nu een smartphone met mobiel internet waarmee je waar en wanneer je maar wil zaken kunt opzoeken, kunt werken en kunt communiceren. Hierdoor raakt alles in een stroomversnelling en is de impact op het dagelijks leven enorm. De beroepen van vandaag, zijn wellicht niet meer de beroepen van morgen. We leiden de kinderen op voor beroepen die op dit moment nog niet eens bestaan. De impact op het dagelijks leven is enorm. Het vraagt om heel andere accenten; de vaardigheden van de 21e eeuw. Verschillende onderzoeken hebben al aangetoond dat met name zeven vaardigheden bepalend zijn voor succes: samenwerken, probleemoplossend vermogen, ICT-geletterdheid, creativiteit, kritisch denken, communiceren en sociale en culturele vaardigheden. Een bepaald niveau van taal en rekenen is een basisvoorwaarde, maar daarmee zijn we er nog niet. Vaardigheden als kritisch denken en creativiteit (vooral in de zin van innovatieve oplossingen bedenken voor problemen) worden in de 21e eeuw steeds belangrijker. Tegenwoordig zijn de bronnen van informatie vrijwel onuitputtelijk waardoor het echt noodzakelijk is de waarde van die bronnen kritisch te kunnen beoordelen. Daarbij aansluitend is samenwerking ook zo'n belangrijke vaardigheid: je moet gebruik maken van je netwerk, vrijuit informatie en deskundigheid met elkaar delen, alleen kom je er niet meer uit in deze complexer wordende samenleving. Aan ons de taak om de 21e eeuwse vaardigheden in het onderwijs te verweven, niet als losstaand vak, maar verweven in alle andere gebieden.
14
3.3 Gebruik van de leertijd Op onze school willen we de leertijd effectief besteden omdat we beseffen dat leertijd een belangrijke factor is voor het leren van onze leerlingen. We proberen daarom verlies van leertijd te voorkomen. Ook willen we zde leerlingen voldoende leertijd geven om zich het leerstofaanbod eigen te maken. De bel gaat vijf minuten voor de lesdag begint, zodat we op tijd kunnen beginnen. We werken vanuit een lessentabel, een weekoverzicht en een dag voorbereiding. In principe trachten we alle leerlingen in acht jaar de einddoelen basisonderwijs te laten halen. In de lessentabel (zie bijlage) wordt globaal weergegeven hoeveel tijd we gemiddeld per week aan de verschillende vakken besteden. Het minimum aantal uren voor de groepen 1 t/m 4 is 3520 uur per 4 jaar en voor de groepen 5 t/m 8 minimaal 4000 uur per 4 jaar.
3.4 Bijzondere activiteiten Het schoolreisje Het schoolreisje zien wij als een groepsvormende activiteit. Daarom organiseren we dit aan het begin van het schooljaar. Een gezellig dagje uit met z’n allen. Een werkgroep van leden van de oudervereniging en een leerkracht bepaalt de bestemming van de schoolreis en regelt wie van de aangemelde ouders mee mag als begeleiding. We vragen aan de ouders een bijdrage in de entreekosten; de oudervereniging betaalt de vervoerskosten.
Excursies In het kader van projecten, onderwerpen uit de les of de actualiteit gaan we met de kinderen op stap: de natuur in met het IVN en naar Plinthos, of naar een bedrijf of instelling. Voorbeelden zijn de herfstwandeling, een bezoek aan DSM bij het thema ‘Jeugd en Chemie’, een bezoek aan een museum, een bezoek aan een techniekmanifestatie. Een leerzame en leuke onderbreking van het weekprogramma of stof voor een spreekbeurt. Voor het vervoeren van kinderen bij excursies door andere ouders geeft u bij aanmelding van uw kind wel of geen toestemming. Hierbij geldt, dat de kinderen alleen op de wettelijk voorgeschreven wijze worden vervoerd. Ons schoolbestuur, KINDANTE, heeft voor alle leerlingen een inzittendenverzekering afgesloten.
15
De midweektref Eens in de twee tot drie weken komen we aan het einde van de woensdagochtend met de hele schoolgemeenschap bij elkaar in de aula om samen te genieten van een stukje ontspanning met zang, dans, muziek of toneel. Kinderen van de groepen 1 t/m 8 mogen beurtelings optreden en doen dit met veel enthousiasme. Tevens worden onze jarigen door de school toegezongen! De ouders van optredende kinderen zijn van harte welkom bij de midweektref. De data en optredende groepen zijn terug te vinden in de schoolkalender en op onze website. Het is overigens alleen toegestaan foto’s of video-opnames te maken voor privégebruik.
Sinterklaas ‘Vol verwachting klopt ons hart’. Elk jaar worden de kinderen van de onderbouw ‘s ochtends met een bezoek van Sint en z’n Pieten vereerd. Dit feest organiseren we samen met de oudervereniging. De kinderen van de bovenbouw vieren het feest op hun manier en houden een surprisemiddag, waarbij de kinderen voor elkaar een surprise voorbereiden met een presentje ter waarde van 5,-.
Kerstmis Wie je ook bent of wat je gelooft, niemand gaat aan dit feest voorbij. Ook de school niet. De school wordt sfeervol versierd en in de voorbereiding komen de kerstverhalen aan bod. Op elk niveau wordt dieper ingegaan op de betekenis van Kerstmis. We organiseren steeds een gezamenlijke kerstactiviteit voor kinderen en ouders.
Carnaval Dit folkloristisch feest hoort bij een Limburgse school. Elk jaar wordt tijdens een speciale bijeenkomst de prins en prinses van de school uitgeroepen. Op vrijdagochtend voor carnaval mogen de kinderen van de onderbouw zich verkleden en wordt er gehost en gesprongen in de aula.
16
Sinds enkele jaren organiseert de ’Baeker Jeugdpottentoate’ het scholencarnaval in Beek. Op vrijdagmiddag komen de groepen 5 t/m 8 van de Beekse scholen bij elkaar om samen te feesten. Afhankelijk van het programma en de beschikbare lokaliteit wordt de wijze van deelname per jaar bekeken.
Witte Donderdag en Goede Vrijdag Op Witte Donderdag verzorgt de oudervereniging een paasontbijt voor alle groepen. Voor de kleuters zijn er workshops met speciale paasactiviteiten. De kinderen van de groepen 4 t/m 8 hebben aandacht voor het lijdensverhaal van Christus. De leerkrachten van de groepen 1 t/m 3 besteden op gepaste wijze aandacht aan Pasen.
Eerste Heilige Communie Op Hemelvaartsdag kunnen de kinderen van groep 4 de Eerste H. Communie ontvangen. Dit gebeurt samen met de communicanten van Bs St-Martinus en OBS De Kring. De voorbereiding wordt verzorgd door de parochie en ouders in samenwerking met de groepsleerkrachten. Tijdens de speciale bijeenkomst in september wordt een taakverdeling gemaakt en worden alle activiteiten besproken. Van de ouders wordt een eigen bijdrage in de kosten gevraagd.
Toediening van het Vormsel Bij kinderen van groep 8 kan het Vormsel worden toegediend. Via een vormselproject van het bisdom worden de kinderen voorbereid op het ontvangen van dit sacrament. In de loop van het schooljaar wordt u hierover geïnformeerd.
Kleuterfeest Tegen het eind van het schooljaar vieren we samen met onze jongste leerlingen het kleuterfeest. Enkele weken van tevoren overleggen de groepsleerkrachten, leden van de oudervereniging en ouders met elkaar over de keuze van het thema. Het circus, verkeer, kabouter Plop, Disneyfiguren, sprookjes en ridders en Olympische spelen waren al van de partij. Daarna starten de voorbereidingen en als de weergoden ons gunstig gezind zijn, is succes verzekerd. Deze schooldag wordt onderbroken voor een heerlijke kleuterlunch. De kinderen van groep 8 verzorgen deze dag de spellen voor de kleuters.
Bivak groep 7 De kinderen van groep 7 gaan samen op bivak, op kamp. Tijdens deze dagen is er onder andere aandacht voor cultuur, creativiteit, sport en spel. Verder is het uiteraard ook van groot belang, dat alle kinderen deze drie dagen als geweldig ervaren en er wordt gewerkt aan de groepsvorming om vervolgens samen het laatste jaar van de basisschool in te gaan. Aan de ouders wordt een bijdrage in de kosten gevraagd, dat is rond de €70,- per kind.
Schoolverlatersactiviteiten Voor groep 8 geldt ‘last but not least’. Langzaam ontgroeien de leerlingen het basisonderwijs. Ter afsluiting van de basisschoolperiode maken ze in de laatste schoolweek diverse uitstapjes naar pretpark, museum, zwembad, enz. In de laatste maanden van het schooljaar is er aandacht voor het instuderen van de afscheidsmusical. De leerlingen van groep 8 voeren die musical traditiegetrouw op voor alle leerlingen van de school. ’s Avonds is er een uitvoering voor hun ouders en genodigden. De afscheidsfuif na het uitvoeren van de musical of revue hoort erbij en is echt ‘het einde’!
Burgerschap In het kader van de preventie van de jeugdcriminaliteit nemen de groepen 7 en 8 dit schooljaar deel aan het project “It’s Your Choice”. Tijdens dit project komen maatschappelijke thema’s aan de orde, zoals: alcohol, verkeer, drugs, vuurwerk, diefstal, pesten, internet, vandalisme, geweld etc. Dit project wordt verzorgd door dhr. Frank Esser (www.training4kidz.nl).
17
Naschoolse activiteiten Kinderen zijn en blijven ook na school leergierig. Mad Science komt ze daarin tegemoet met haar wetenschapsclub voor de basisschool. De wetenschapsclub is erop gericht om kinderen op een leuke manier te laten leren, door ze zelf te laten ontdekken. Met de wetenschapsclub krijgen kinderen te zien hoe ‘cool’ wetenschap en techniek kunnen zijn! De naschoolse wetenschapsclub bestaat meestal uit 8 bijeenkomsten verspreid over een aantal weken en vindt plaats in school. Alle bijeenkomsten hebben een ander thema rondom wetenschap en techniek en duren 1 uur. Mad Science start een kwartiertje nadat de school uit is. Een Mad Scientist komt dan naar school met een box vol materialen. Een uur lang krijgen de kinderen vanaf groep 3 demonstraties, experimenteren zij zelf met materialen en werken ze bijna iedere les aan iets dat ze mee naar huis mogen nemen. Informatie over kosten en wijze van aanmelden ontvangt u in het begin van het schooljaar.
N-Joy Op alle Beekse basisscholen worden in het kader van een tijdelijke stimuleringsregeling Buurt Onderwijs en Sport van het ministerie van VWS activiteiten voor alle leerlingen van de basisscholen in Beek op het terrein van gezondheid, welzijn, cultuur, onderwijs en opvoeding, georganiseerd. Deze activiteiten worden onder de naam N-Joy zowel buitenschools als tijdens de schooluren aangeboden. Zo zijn er bijvoorbeeld judo-, handbal- en tafeltennislessen tijdens de gymlessen en kunstzinnige activiteiten tijdens de creatieve vakken.
Acties Deelname aan acties wordt steeds kritisch bekeken. Inmiddels is de Unicefloop als vaste actie in ons schoolprogramma opgenomen. Vorig schooljaar hebben we voor het eerst meegedaan aan Jantje Beton.
18
3.5 De resultaten In de waardering van het gedrag en de prestaties willen we tot uitdrukking brengen of het kind het gestelde leerdoel heeft bereikt. Maar we doen er meer mee. We kunnen de behaalde resultaten ook vergelijken met de gemiddelde resultaten van de leerlingen van andere basisscholen in ons land. Daardoor kunnen we zien of ons onderwijs de kwaliteit heeft die wij willen bieden. Naast de toetsen die bij de methoden horen die we op school gebruiken, hanteren we ook een toetskalender voor de Cito taal-, lees- en rekentoetsen en speciale toetsen voor kleuters.
Resultaten vergeleken met de landelijke norm Als de kinderen op school een toets voor lezen of spelling maken, dan zijn de resultaten verschillend. We vergelijken deze scores met de landelijke norm. De kinderen kunnen een I, II, III, IV of V-resultaat halen. De kinderen met een I-score hebben het hoogste resultaat behaald en de kinderen met een V-score het laagste. We weten dat in ons land gemiddeld 20% van de schoolkinderen in de I-groep komt. 20% komt in II, 20% in III, 20% in IV en 20% in V. Tijdens de 10-minutengesprekken kunnen de leerkrachten u informeren over de scores van uw kind. De meest recente gegevens van de landelijk genormeerde toetsen uit het leerlingvolgsysteem voegen we in tabel- en grafiekvorm toe aan de rapporten van onze leerlingen.
De schoolscore - Opbrengsten Op basis van de gegevens van de laatste drie jaren van de Eindtoets Basisonderwijs van het Cito komt de onderwijsinspectie tot de conclusie, dat de resultaten rond het niveau liggen dat verwacht mag worden. Bij het beoordelen van de prestaties van de leerlingen gedurende de schoolperiode beoordeelt de inspectie de resultaten op landelijk genormeerde toetsen. De inspectie komt tot de conclusie dat de prestaties gedurende de schoolperiode van voldoende niveau zijn. De doorstroom van de leerlingen in de basisschoolperiode laat weinig doubleurs zien, maar wel wat meer leerlingen met een verlenging van de kleuterperiode of met een afbuigende leerlijn. Het beleid voor zowel het verlengen van de kleuterperiode als het invoeren van een afbuigende leerlijn is vastgelegd in ons zorgplan.
Centrale eindtoets Primair Onderwijs Vanaf het schooljaar 2014 - 2015 is het voor alle leerlingen van groep 8 in het reguliere basisonderwijs verplicht om een eindtoets te maken. De overheid stelt hiervoor aan scholen de ‘Centrale eindtoets PO’ beschikbaar. Deze toets zal onze school dan ook afnemen. Vanaf 2015 mogen scholen voor voortgezet onderwijs de toelating van leerlingen niet meer laten afhangen van het resultaat van de eindtoets. Het schooladvies gaat het zwaarst wegen. De centrale eindtoets bestaat uit twee onderdelen: Nederlandse taal en Rekenen. Deze twee onderdelen zijn verplicht. Daarnaast kiest onze school ook voor de eindtoets Wereldoriëntatie. De centrale eindtoets neemt drie dagdelen in beslag. De centrale eindtoets Taal en Rekenen is er op twee niveaus: eindtoets B (Basis) en eindtoets N (Niveau). Beide versies bevatten dezelfde onderdelen en opgavenrubrieken en hetzelfde aantal opgaven. De eindtoets N is bestemd voor leerlingen van wie verwacht wordt dat ze het beste passen in een brugklastype basisberoepsgerichte leerweg of kader beroepsgerichte leerweg. De eindtoets B is bestemd voor leerlingen voor wie het verwachte vervolgadvies brugklastype gemengde/theoretische leerweg of hoger zal zijn. Het onderdeel Wereldoriëntatie is in principe geschikt voor alle leerlingen en wordt op één niveau afgenomen. Leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften zijn volgens de wet niet uitgezonderd van deelname aan de eindtoets PO. Met bepaalde aanpassingen zijn ook deze leerlingen in staat de eindtoets PO te maken. De school heeft de plicht om vooraf te onderzoeken wat leerlingen nodig hebben aan speciale ondersteuning. De eisen van de centrale eindtoets zijn hetzelfde als voor andere leerlingen. De vorm waarin de toets wordt aangeboden kan (gedeeltelijk) anders zijn. Bij de centrale eindtoets worden de volgende aangepaste versies aangeboden:
19
Een braille-versie: voor leerlingen met een visuele beperking; Een audio-versie: onder andere voor leerlingen met een leesbeperking (dyslexie) of een visuele beperking; Een pdf geschikt voor tekst-naar-spraak-software: onder andere voor leerlingen met dyslexie of een visuele beperking; Een vergrote versie (A3 en zwart-wit): onder andere voor leerlingen met dyslexie of een visuele beperking; Een zwart-wit-versie op normale grootte: voor kleurenblinde leerlingen. Daarnaast bestaat er nog de mogelijkheid om rekening te houden met de speciale behoeften van deze leerlingen, bijvoorbeeld door tijdverlenging. De beslissing of een leerling speciale ondersteuning nodig heeft, is aan de school. Vier weken na afname van de centrale eindtoets is er voor iedere leerling een leerlingrapport op papier beschikbaar. In het leerlingrapport worden de resultaten per onderdeel weergegeven. Het rapport bevat ook de totaalscore van de leerling en een toelichting daarop ten behoeve van het advies voor het best passende type voortgezet onderwijs. De centrale eindtoets zal worden afgenomen in de periode tussen 15 april en 15 mei. U kunt ieder schooljaar in onze schoolkalender zien, wanneer de toets in het betreffende schooljaar wordt afgenomen.
Naar welke school gaan onze leerlingen? Onze school houdt eveneens bij naar welke scholen voor voortgezet onderwijs onze leerlingen na groep 8 gaan en vooral hoe ze het daar doen. U kunt uit het volgende grafiekje aflezen, naar welke richting de leerlingen van onze school gaan:
Advies Voortgezet Onderwijs 2014-2015 12
Aantal leerlingen
10 8
6
Advies
4 2 0 VMBO B
VMBO KL VMBO TL Havo Vorm Voortgezet Onderwijs
VWO
20
De Zorg 4.1 De inschrijving, overgang en doorstroom van leerlingen Inschrijving Vanaf de leeftijd van vier jaar mag de leerling onze school bezoeken. Een leerling kan op elk moment in het jaar ingeschreven worden, minimaal 10 weken voordat het kind vier jaar wordt. Voor de school is het voor het maken van de planning praktisch wanneer we een half jaar van te voren op de hoogte zijn. Wanneer ouders overwegen hun kind op onze school aan te melden, kunnen zij een afspraak maken met onze locatiedirecteur, voor een intakegesprek en een rondleiding. De inschrijfdatum is de dag dat de leerling vier jaar wordt. De leerling mag in de twee weken voorafgaand aan de vierde verjaardag vijf dagdelen meelopen. Hierover kunnen afspraken gemaakt worden met de leerkracht van groep 1. Wanneer kinderen bij ons op school komen, verwachten we dat ze zindelijk zijn. De leerkracht kan immers niet met één kind naar het toilet en de rest van de groep zonder toezicht laten. Zelfstandigheid wat betreft het aantrekken van schoenen en de jas wordt erg op prijs gesteld.
Doubleren Na verzamelen van alle gegevens wordt bekeken of een leerling door kan stromen naar de volgende groep. Wanneer blijkt dat een kind een te grote achterstand heeft en in het volgende leerjaar voor onoverkomelijke problemen komt te staan die een verdere ontwikkeling belemmeren, wordt na overleg met de ouders bepaald of het kind het schooljaar moet doubleren. Hierbij spelen sociaal emotionele kenmerken ook een grote rol.
Vertrek leerling naar een andere basisschool Wanneer een leerling tussentijds naar een andere basisschool vertrekt wordt door de leerkracht voor de nieuwe school een onderwijskundig rapport ingevuld. Het betreft de volgende gegevens:
Personalia, gegevens van de ouders en de schoolloopbaan. Gehanteerde methodes en/of bereikt niveau bij de activiteiten. Bijzonderheden, contacten, belangstelling enz. Schoolgegevens, groepsindeling, benadering kinderen, evaluatie en rapportage. Speciale begeleiding indien van toepassing. Toetsgegevens vanuit het leerlingvolgsysteem. Rapportgegevens. Deze gegevens worden aan de ontvangende school gestuurd en aan de ouders.
4.2 Het volgen van de leerling Kinderen verschillen in de manier waarop en in het tempo waarin ze leren. Om hierop met ons lesprogramma te kunnen inspelen is het voor ons belangrijk regelmatig ieder kind te toetsen. Hiervoor gebruiken we niet alleen toetsen die bij de methodes horen, maar ook methodeonafhankelijke toetsen. Daarvoor gebruiken we voornamelijk de LVS-toetsen van Cito. Deze toetsgegevens, gecombineerd met de algemene indruk die we van ieder kind hebben, bieden ons de mogelijkheid elk kind te vergelijken met zichzelf (is hij/zij vooruit gegaan), met klasgenoten (niveau van de school) en met leeftijdsgenoten (in het hele land). In ons onderwijs houden we rekening met hetgeen wel en nog niet beheerst wordt door ieder kind. We maken indien nodig individuele- of groepshandelingsplannen.
Handelingsgericht werken (HGW) Op onze school wordt sinds schooljaar 2011-2012 ons onderwijsaanbod ondersteund door Handelings Gericht Werken. In de cyclus Handelingsgericht werken zet de leerkracht zes stappen.
21
1. Het starten van het groepsplan: verzamelen van leerlinggegevens in een (digitaal) groepsoverzicht In het groepsoverzicht worden gegevens verzameld uit methodeonafhankelijke en methodegebonden toetsen, uit analyse van toetsresultaten, uit observaties en uit gesprekken die met de kinderen en ouders gevoerd zijn. Daarnaast wordt geëvalueerd of de in het groepsplan gestelde doelen bereikt zijn en welke aanpassingen de komende periode in het aanbod of de aanpak nodig zijn. De leerkracht reflecteert over haar aanbod de afgelopen periode en de resultaten daarvan. 2. Het signaleren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften De leerkracht signaleert op basis van de verzamelde gegevens welke leerlingen de komende periode extra aandacht nodig hebben. Door leerlingen die achterblijven vroegtijdig te signaleren en adequaat te begeleiden, kunnen achterstanden voorkomen worden. Het betreft niet alleen leerlingen met een achterstand. Ook hoogbegaafde leerlingen en leerlingen met een eigen leerstijl hebben specifieke onderwijsbehoeften. Tevens kan de leerkracht vooruit kijken naar de komende periode en aangeven welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben bij de cruciale leermomenten in de leerlijn of methode die aan bod komen. 3. Het benoemen van de onderwijsbehoeften van leerlingen Op basis van de verzamelde gegevens benoemt de leerkracht de onderwijsbehoeften van de leerlingen en geeft daarbij aan welk(e) doel(en) zij de komende periode voor elke leerling nastreeft en wat elke leerling (extra) nodig heeft om die doelen te bereiken. 4. Het clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften Nadat de onderwijsbehoeften in kaart gebracht zijn, onderzoekt de leerkracht hoe zij op een haalbare en effectieve wijze leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften kan clusteren zodat de leerlingen een optimale instructie ontvangen en van en met elkaar leren. De clustering is tijdelijk en flexibel van aard en wordt in elke groepsbespreking opnieuw bekeken en heroverwogen. Op schoolniveau vindt reflectie plaats op de differentievormen die in het betreffende vakgebied gehanteerd worden. 5. Het opstellen van het (digitaal) groepsplan Op basis van de onderwijsbehoeften en gekozen clustering stelt de leerkracht doelgericht het groepsplan op. De inhoud en aanpak zijn afgestemd op de doelen. Tevens geeft de leerkracht aan hoe zij het werken met (instructie)groepjes in de groep organiseert. 6. Het uitvoeren van het groepsplan Het groepsplan wordt vooraf met de intern begeleider besproken. Vervolgens wordt het plan in de afgesproken periode uitgevoerd. In de dag- of weekplanning geeft de leerkracht aan wat zij uit het groepsplan uitvoert en wat de resultaten daarvan zijn. Het groepsplan dient een werkdocument te zijn. Tussentijds wordt het groepsplan bijgesteld. Na afloop van de periode wordt het groepsplan geëvalueerd en start de cyclus opnieuw.
Toetsschema Voor elk leerjaar bestaat er ten aanzien van de niet-methodegebonden toetsen een jaarplan: volgens een vast schema wordt er getoetst. Aan het begin van het schooljaar ontvangt u deze toetskalender. De toetsresultaten worden met behulp van een computerprogramma verwerkt: er ontstaat een toetsverslag per leerling en per groep. De individuele toetsgegevens van elk kind worden gedurende de gehele schoolloopbaan bewaard. De leerlingdossiers zijn voor de betreffende ouders steeds ter inzage. Vijf jaar nadat de leerling de school verlaten heeft, worden de dossiers vernietigd.
Intern Begeleider De coördinatie van alle extra onderwijsactiviteiten voor zorgleerlingen - kinderen die voor korte of langere tijd aangewezen zijn op extra begeleiding - gebeurt door de Intern Begeleider. De taken van deze IB-er bestaan onder meer uit: signaleren, diagnosticeren, observeren, remediëren, evalueren, opzetten en bijhouden van het leerlingvolgsysteem, bijhouden en uitbreiden van de orthotheek, coachen van leerkrachten, geven van informatie aan het team, geven van informatie aan ouders, onderhouden van externe contacten,
22
verantwoording afleggen over de uitgevoerde leerlingenzorg in een jaarverslag. Ook biedt zij de groepsleerkrachten hulp bij het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van de extra ondersteuning.
Groeps- en leerlingbespreking Ieder schooljaar vindt er drie keer een groepsbespreking plaats. De groep als geheel wordt dan besproken. Bij de groepsbespreking zijn de Intern Begeleider en de groepsleerkracht(en) aanwezig. Aandachtspunten zijn de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. Indien er bij de leerkracht behoefte bestaat om individuele leerlingen te bespreken, wordt een afspraak gemaakt voor een leerlingbespreking. Voor het eind van het schooljaar vindt er in alle groepen een leerlingbespreking plaats.
Volginstrument voor sociaal-emotionele ontwikkeling Om een helder en betrouwbaar beeld van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen te krijgen hanteren we, net als bij de cognitieve ontwikkeling, het volginstrument van Rovict. Dit instrument heet SCOL en het bestaat uit twee digitale vragenlijsten: een voor de leraar en vanaf eind groep 5 een voor leerlingen. De lijsten worden twee keer per schooljaar ingevuld. Zoals gebruikelijk binnen het LeerlingVolgSysteem kent SCOL de fasen signaleren, analyseren en handelen. Het signaleren gebeurt door het invullen van een vragenlijst. De resultaten daarvan worden weergegeven in niveaus I tot en met V, waarbij IV en V respectievelijk aandacht- en risicogebied zijn. Valt de score van een leerling in deze gebieden, dan wordt deze in de rapportage nader toegelicht en vindt er in ieder geval een nadere analyse plaats. Leerkrachten die een opleiding hebben gevolgd tot specialist in diverse gedragsproblematieken worden ingezet bij de begeleiding en coaching van collega’s op dit vlak.
Oudergesprekken Twee keer per schooljaar vinden er 10-minutengesprekken met de ouders plaats. Vanaf schooljaar 2015-2016 plannen we in de eerste paar weken van het schooljaar een kennismakingsgesprek plannen, met de ouder. Kinderen uit groep 4 t/m 8 sluiten ook aan. Zo leren we elkaar al gelijk aan het begin van het schooljaar goed kennen, en kunnen er al afspraken gemaakt worden over waar de komende tijd aan gewerkt gaat worden. Het volgende 10-minutengesprek vindt plaats na de afnames van de toetsen uit het leerlingvolgsysteem, begin maart. Ook bij dit gesprek zal de leerling uit groep 4 t/m 8 aanwezig zijn. Wanneer een leerling in groep 1 t/m 3 zit, hebben we het gesprek alleen met de ouders. Tevens kennen de groepen kijkochtenden: de ouders worden in de gelegenheid gesteld op afspraak de groep waarin hun kind zit, gedurende een deel van de ochtend te bezoeken. Uiteraard bestaat steeds de mogelijkheid de ontwikkelingen van uw kind met de groepsleerkracht te bespreken. Dit bij voorkeur volgens afspraak.
Rapporten De rapporten voor de kinderen van de groepen 1 t/m 8 zijn een verkorte weergave over vorderingen, scores en vaardigheden. In de wijze waarop wij omgaan met evalueren en rapporteren proberen we eenduidig te zijn en de waarderingen aan te passen aan recente inzichten met betrekking tot deze materie. We werken aan een nieuw rapport, waarbij we uitgaan van een overzichtelijk en transparant verslag van de resultaten.
Logopedie De gemeente Beek subsidieert het Maatschappelijk Medisch Centrum inzake logopedie. Jammer genoeg moet de logopediste zich in verband met door bezuinigingen sterk verminderde financiële faciliteiten beperken tot het doen van onderzoek naar mogelijke taal- en spraakafwijking op indicatie van de leerkracht. Aansluitend aan zo’n onderzoek ontvangen de ouders een rapportje hierover. Soms verwijst ze een kind naar een externe logopedist. De kosten van behandeling komen in veel gevallen voor rekening van de ziektekostenverzekeraar.
23
4.3 Speciale zorg We willen zoveel mogelijk leerlingen binnen onze school op kunnen vangen. Soms is nader onderzoek nodig om inzicht te krijgen in specifieke ontwikkelingsproblemen van een kind. Met toestemming van de ouders of op hun verzoek kan door een van de regionale bureaus voor geestelijke gezondheidszorg onderzoek worden gedaan naar bijvoorbeeld dyslexie. Uiteraard worden uitkomsten van het onderzoek en de handelingsadviezen met de ouders besproken. Wanneer een leerling ondanks extra ondersteuning het jaarprogramma (tijdelijk) in een groep niet kan volgen, kan, steeds na overleg en met instemming van de ouders, ertoe besloten worden het kind een schooljaar over te laten doen. Ook kan er een moment ontstaan dat wij ondanks veel extra inspanningen (samen met externe ondersteuners en begeleiders) concluderen, dat de middelen die ons ten dienste staan ontoereikend zijn bij het begeleiden van een individuele leerling. Op dat moment zal een trajectbegeleider vanuit het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Westelijke Mijnstreek bij het traject betrokken worden. In gezamenlijkheid wordt dan bekeken of het proces goed doorlopen is en of de vier niveaus van zorg goed gevuld zijn. Blijkt dit het geval te zijn, dan zal bij het Samenwerkingsverband PO WM een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) worden aangevraagd. Met deze verklaring kan de leerling worden verwezen naar een S(B)O. Deze verwijzing kan tijdelijk of permanent zijn. Zeer begaafde leerlingen die het regulier onderwijsprogramma erg snel doorlopen, worden in staat gesteld om extra leerstof door te werken. Soms komt het voor dat een leerling op het niveau van een hogere of lagere groep onderwijs ontvangt. Dit kan alleen als er voldaan is aan een aantal strikte voorwaarden die we hanteren bij het ontwikkelen van een afbuigende leerlijn. Deze voorwaarden zijn vastgelegd in het protocol ‘Afbuigende leerlijn’.
4.4 Begeleiding van leerlingen naar het Voortgezet Onderwijs Op de ontwikkeling van uw kind is, naast de kwaliteit van de basisschool, ook de interesse, motivatie en aanleg van het kind van invloed. Zoals hierboven beschreven proberen we met onderwijs op maat het maximale uit ieder kind te halen en er zo voor te zorgen dat uw kind in de voor hem of haar meest geschikte vorm van het voortgezet onderwijs terechtkomt. Deze zorg start in groep 6 waar de groepsleerkracht een uitstroomprofiel van de leerling maakt en met ouders bespreekt. In dit profiel wordt het verwachte vervolgonderwijs weergegeven. In groep 7 wordt dit uitstroomprofiel wederom met ouders besproken na afname van de Entreetoets van Cito. De specifieke voorbereiding op het voortgezet onderwijs gebeurt in groep 8. De leerlingen krijgen van de leerkracht informatie over de verschillende mogelijkheden van voortgezet onderwijs die er zijn. Tevens organiseren scholen voor voortgezet onderwijs elk jaar open dagen of avonden die u samen met uw kind kunt bezoeken. In maart wordt het advies van de school opgesteld en met u besproken, waarna u uw kind bij een school aanmeldt.
24
Schooladvies Elke leerling in groep 8 krijgt van onze school rond 1 maart een schriftelijk schooladvies. Hierin staat welk type voortgezet onderwijs het beste bij de leerling past. We kijken daarvoor onder andere naar leerprestaties, aanleg, ontwikkeling tijdens de hele basisschoolperiode en de leerlingkenmerken: zijn of haar persoonlijkheid, de zin in studeren, de wil om zich ergens voor in te zetten en de behoefte aan hobby’s en vrije tijd. Naast dit schooladvies komt er, door de invoering van de verplichte eindtoets PO, voor alle leerlingen in Nederland een zogenoemd ‘objectief tweede gegeven’ bij, in de vorm van een resultaat op de centrale eindtoets PO. Het schooladvies is vanaf 2015 leidend bij de plaatsing van leerlingen in het voortgezet onderwijs.
Heroverweging schooladvies Als een leerling de eindtoets PO beter maakt dan verwacht, moet de basisschool het schooladvies heroverwegen. De basisschool is verantwoordelijk voor deze heroverweging, in overleg met de ouders/verzorgers. De heroverweging kan leiden tot een wijziging in het schooladvies, maar er kan ook besloten worden dat wordt afgeweken van het resultaat van de eindtoets PO. Soms is het resultaat van de eindtoets PO minder goed dan verwacht. In dat geval mag de basisschool het schooladvies niet aanpassen.
Contacten VO en BO na plaatsing De scholen van het voortgezet onderwijs houden de basisscholen op de hoogte van de resultaten van de leerlingen. Elk trimester worden de rapportpunten van alle leerlingen aan de basisscholen doorgegeven en tevens wordt aan het einde van elk schooljaar vermeld wie geslaagd is, moet doubleren, naar een ander schooltype overstapt of de school verlaat.
4.5 Onderwijs aan zieke kinderen Scholen zijn vanaf 1 augustus 1999 zelf verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs aan zieke leerlingen. Het gaat hierbij met name om kinderen die langdurig ziek zijn of in het ziekenhuis zijn opgenomen. Wij bekijken de mogelijkheden en kunnen daarbij ondersteuning door een consulent onderwijs aan zieke leerlingen krijgen en we maken afspraken over inhoud en wijze van ondersteuning. De consulent kan ook praktisch ondersteunen bij het verzorgen van onderwijs aan de zieke leerling. Ook kan de school advies vragen bij het opstellen van een zorgplan of algemene informatie krijgen over een ziektebeeld waarmee de school te maken krijgt. De consulent geeft voorlichting over de omgang met kinderen die lijden aan een specifieke ziekte, zowel van lichamelijke als psychische aard. De ondersteuning door een consulent is kosteloos.
4.6 Aanpak pestgedrag Pesten kan een ingrijpend en hardnekkig probleem zijn op school. Gelukkig is er allerlei materiaal ontwikkeld om daadwerkelijke actie tegen pestproblemen te ondersteunen. Wij hebben daartoe een protocol ontwikkeld. In dit protocol wordt aangegeven hoe van het bestaande materiaal gebruik wordt gemaakt. Het accent ligt daarbij op het voorkomen van pestproblemen, bijvoorbeeld in groep 3 met ‘Een doos vol gevoelens’ en in de overige groepen met ‘Een huis vol gevoelens’. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de ‘SOEMO-kaarten’. Ook wordt een concreet stappenplan gehanteerd voor de aanpak van bestaand pestgedrag. De uitgangspunten daarbij zijn: De school kiest voor een teamgerichte aanpak; De school kiest voor een structurele en systematische aanpak; De te ondernemen acties zijn goed te realiseren in de dagelijkse onderwijspraktijk. De Pestcoördinator zal de sociale veiligheid op onze school blijven monitoren en een coördinerende rol hebben in de (preventieve) aanpak rondom pesten.
25
4.7 Passend Onderwijs Passend primair onderwijs in Zuid Limburg Schoolbesturen voor primair onderwijs hebben met ingang van schooljaar 2014-2015 de opdracht om voor alle leerlingen passend onderwijs te organiseren. De schoolbesturen werken samen om invulling te geven aan de zorgplicht. Elk kind heeft recht op passend onderwijs, ongeacht niveau van leren en ontwikkeling. Schoolbesturen en scholen geven vorm aan passend onderwijs in het ondersteuningscontinuüm: hoogwaardige basisondersteuning en extra ondersteuning. Uitvoering vindt plaats in afstemming met ketenpartners, zoveel mogelijk regulier en thuisnabij in één integraal plan binnen de beschikbare middelen. Hiertoe werken schoolbesturen samen in het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband is faciliterend bij het vormgeven van deze collectieve verantwoordelijkheid. In Zuid Limburg zijn drie samenwerkingsverbanden primair onderwijs: Regio Westelijke Mijnstreek: Beek, Schinnen, Sittard-Geleen en Stein. Regio Maastricht-Heuvelland: Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul Regio Heerlen eo: Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal. Deze drie samenwerkingsverbanden in Zuid Limburg werken nauw samen op zowel beleidsmatig als uitvoeringsvlak. Informatie over de samenwerkingsverbanden kunt u terugvinden op de website: www.passendonderwijszuid.nl
Dekkend aanbod Het samenwerkingsverband organiseert een dekkend aanbod, waarin alle leerlingen een passende plek vinden. Voor alle leerlingen met een ondersteuningsbehoefte wordt zo passend mogelijk onderwijs gerealiseerd. Daartoe werken de scholen in het samenwerkingsverband samen. Op Zuid Limburgs-niveau ontstaat een ondersteuningscontinuüm van reguliere tot zware ondersteuning binnen de samenwerkingsverbanden passend onderwijs.
Ondersteuningscontinuüm Het ondersteuningscontinuüm bestaat uit 5 niveau ’s: Ondersteuningsniveau 1: Onderwijs in de groep Ondersteuningsniveau 2: Ondersteuning in de groep Ondersteuningsniveau 3: Ondersteuning op school met interne deskundigen Ondersteuningsniveau 4: Ondersteuning op school met externe specialisten Ondersteuningsniveau 5: Extra ondersteuning speciaal (basis)onderwijs In het samenwerkingsverband wordt een onderscheid gemaakt tussen basisondersteuning en extra ondersteuning. Alle basisscholen bieden de basisondersteuning (ondersteuningsniveau 1 tot en met 4). Dit doen zij autonoom of met behulp van netwerkpartners. Ondersteuningsniveau 5 is extra ondersteuning op het speciaal (basis)onderwijs. Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel: dit is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die ondersteuning nodig hebben. Het schoolondersteuningsprofiel geeft een beeld van de wijze waarop scholen het ondersteuningscontinuüm vorm geven. Het schoolondersteuningsprofiel kunt u terugvinden op de website van de school.
Aanmelding, zorgplicht en toelaatbaarheid tot speciaal (basis) onderwijs Ouders melden hun kind schriftelijk, minimaal 10 weken voorafgaand aan de gewenste plaatsing, aan bij de school van voorkeur. De verantwoordelijkheid voor tijdig plaatsen begint dus op het moment dat de leerling
26
schriftelijk wordt aangemeld bij een school in het samenwerkingsverband. Aanmelding betekent niet automatisch plaatsen. Ouders stellen de school op de hoogte als zij vermoeden dat hun kind ondersteuning nodig heeft. Bij de eerste aanmelding in het primair onderwijs is die informatie, eventueel aangevuld met informatie van een voorschoolse voorziening, de belangrijkste basis voor de school van voorkeur om vast te stellen wat (welke ondersteuning) het kind nodig heeft. Er is geen voorgeschreven of uniform aanmeld-/inschrijfformulier vanuit het samenwerkingsverband. Besturen en scholen gebruiken hun eigen formulieren voor aanmelding. Deze aanmeldformulieren staan altijd op de website van de school. Aan een verzoek tot aanmelding geeft een school gehoor, waarbij de afspraak geldt dat niet mondeling wordt doorverwezen. De school beslist, binnen zes weken na aanmelding, of de leerling kan worden toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd. Als een school de leerling niet kan plaatsen binnen de basisondersteuning, zoekt de school (of het schoolbestuur) een passende onderwijsplek op een andere school. Dat kan een reguliere school zijn of een school voor speciaal (basis)onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen. Als extra ondersteuning in het speciaal (basis)onderwijs nodig is, dan wordt een toelaatbaarheidstraject gestart. Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling toelaatbaar is tot het speciaal (basis)onderwijs. Ook stelt het samenwerkingsverband het beleid en de procedure vast met betrekking tot de terugplaatsing of overplaatsing van leerlingen voor wie de periode waarop de toelaatbaarheidsverklaring betrekking heeft, is verstreken. Meer informatie over de toelaatbaarheid tot speciaal (basis)onderwijs kunt u terug vinden op de website www.passendonderwijszuid.nl
Contactinformatie Samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek Adres: Eloystraat 1a 6166 XM Geleen Directeur: Tiny Meijers-Troquet Telefoon: 085 - 488 12 80 E-mail:
[email protected]
Schoolondersteuningsprofielen Iedere school maakt een schoolondersteuningsprofiel. In het profiel wordt aangegeven welke ondersteuning de school kan bieden en welke ambities de school heeft voor de toekomst. Op basis van het profiel inventariseert de school welke expertise eventueel moet worden ontwikkeld en wat dat betekent voor de (scholing van) leraren. In het schoolondersteuningsprofiel dient ook beschreven te staan welke extra mogelijkheden de school heeft om een ondersteuningsaanbod aan te bieden aan leerlingen met bepaalde specifieke onderwijsbehoeften. Die kunnen liggen op het gebied van leer- en ontwikkelingsondersteuning, sociaal-emotionele en gedragsondersteuning, fysiek-medische ondersteuning en/of ondersteuning in de thuissituatie. Als school hebben wij de ambitie om extra ondersteuning te kunnen bieden aan leerlingen met ernstige lees- en taalproblemen en faalangst. Daar zullen we echter in de komende jaren nog flink in moeten investeren. Het schoolondersteuningsprofiel geeft ook aan hoe de school haar grenzen hanteert als het om de ondersteuningsmogelijkheden gaat. Natuurlijk zijn er aan de mogelijkheden van reguliere basisscholen grenzen als het gaat om de aanname van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, zoals dat genoemd wordt. Vandaar dat wij als school nagedacht hebben over de grenzen van onze mogelijkheden en over de manier waarop we die grenzen gaan bewaken en handhaven. In het belang van de individuele leerling en de overige leerlingen, want die belangen staan voorop. Het is namelijk, volgens ons, niet in het belang van een leerling om op onze school geplaatst te worden of op onze school gehandhaafd te worden, terwijl wij niet (meer) aan de onderwijsbehoeften van die leerling kunnen voldoen. Omdat elk kind uniek is, zijn daar echter geen algemeen geldende maatstaven voor op te stellen.
27
Ondersteuning op elke basisschool In deze regio kunnen de scholen van Kindante, maar ook scholen van andere besturen, hun ondersteuningsvragen neerleggen bij KindanteKwadrant. Vanuit multi -disciplinair overleg wordt er een expert vanuit een brede deskundigpool aan de vragende school gekoppeld. Deze deskundigenpool bestaat uit generalisten en specialisten waaronder een orthopedagoog en psycholoog, specialisten uit het SO, SBO en de reguliere basisscholen. KindanteKwadrant werkt samen met het ondersteuningsteam Echt en omstreken.
Aanmelding Ouders melden hun kind tenminste tien weken voor het begin van het schooljaar aan bij de school van hun keuze. Van ouders wordt verwacht dat zij bij de aanmelding aangeven of hun kind naar verwachting extra ondersteuning c.q. zorg nodig zal hebben. Na aanmelding heeft de school zes weken de tijd om te beslissen over de toelating van de leerling. Deze periode kan eenmaal met vier weken worden verlengd. In die periode doet de school onderzoek en kijken ze of ze de benodigde ondersteuning c.q. zorg kunnen bieden. Heeft de directie na tien weken nog geen besluit genomen, dan heeft de leerling recht op tijdelijke plaatsing op de school van aanmelding tot de school wel een goede plek heeft gevonden. Als ouders het niet eens zijn met de toelatingsbeslissing van de school kunnen ouders terecht bij de landelijke geschillencommissie passend onderwijs.
4.8 De zorg voor kwaliteit Kwaliteit is een subjectief en relatief begrip, maar mag geen toeval zijn. We vinden het belangrijk systematisch aan de kwaliteit van de school te werken. Dat betekent: het juiste beleid formuleren, de juiste handelingen verrichten en op de juiste manier evalueren of bereikt is wat we willen bereiken. De kwaliteitszorg in onze school is te herleiden tot vijf vragen:
De kwaliteit die we nastreven wordt bepaald door ons schoolconcept, de visie, de doelen en de uitgangspunten die wij gezamenlijk hebben ontwikkeld en in ons schoolplan uitgebreid hebben omschreven. Het schoolplan is ons beleidsplan voor de komende vier schooljaren. In de jaarplannen worden de beleidsvoornemens concreter gemaakt per schooljaar, en aan het eind van het schooljaar geëvalueerd.
28
We gebruiken bij onze evaluaties instrumenten als inspectierapporten, de schoolscores bij de eindtoets, de uitslag ouderenquête, de uitstroomgegevens, gesprekken met schoolverlaters en de Kwaliteitsmeter. Daarnaast gebruiken we ook inzichten verkregen uit leerlingbesprekingen, groepsbesprekingen, teambijeenkomsten, werkgroepoverleg, klassenconsultaties en managementoverleg. We gaan steeds meer werken in Professionele Leergemeenschappen, waarin leerkrachten zich buigen over hoe resultaten op alle gebieden verbeterd kunnen worden.
29
Het team 5.1 Het team Catharina Labouré heeft:
Een meerscholendirecteur, eindverantwoordelijk voor de school. Een locatiedirecteur, die verantwoordelijk is voor de leiding van de school. Ze is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken, het onderwijskundig management, het materieel en financieel beheer en het personeelsbeleid. Een Interne Begeleider (IB-er), verantwoordelijk voor de zorg binnen de school. Groepsleerkrachten Groepsleerkrachten met een speciale taak, zoals o.a. de Taalcoördinator, Leescoördinator, Gedragsspecialist, VEBO-coördinator (verkeerseducatie) , ICT-er, Vertrouwenspersoon, Pestcoördinator Een management-assistente Een conciërge
De meeste leerkrachten zijn belast met groepstaken in één, en soms in meerdere klassen. Naast hun groepsgebonden taken hebben ze ook de verantwoordelijkheid voor een aantal niet groepsgebonden taken. Binnen het taakbelastingbeleid zijn deze extra taken evenredig verdeeld. Zo dragen leerkrachten zorg voor bijvoorbeeld de aanschaf van nieuwe methoden, de aankleding van de school, het organiseren van schoolactiviteiten, lidmaatschap van de medezeggenschapsraad of het coördineren van de activiteiten m.b.t. cultuureducatie enz.Daarnaast zijn er groepsoverstijgende taken die met taakuren worden gefaciliteerd.
5.2 Wanneer de leerkracht niet aanwezig is Bij afwezigheid van de leerkracht door ziekte, scholing of anderszins, komt er een vervanger voor de groep. Deze vervanger wordt door Kindante geregeld. Wanneer dit mogelijk is wordt voor meerdere dagen dezelfde leerkracht aangesteld, maar dit lukt niet altijd. Indien het helemaal niet lukt een vervanging te krijgen, treedt er een noodscenario in werking. De leerlingen van de groep worden de eerste dag binnen de school opgevangen. Indien blijkt dat er voor de volgende dag ook nog geen vervanging beschikbaar is, worden de ouders/verzorgers er schriftelijk van in kennis gesteld, dat de betreffende leerlingen tot nader order thuis moeten blijven. Kindante en de locatiedirecteur zullen blijven proberen vervanging te krijgen. Voor de ouders die beslist geen opvang kunnen regelen, biedt de school de mogelijkheid tot opvang. Er wordt echter geen onderwijs verzorgd. Mocht blijken dat de vervanging alsnog geregeld kan worden, dan worden de betreffende ouders hiervan telefonisch op de hoogte gesteld en komen de leerlingen de daaropvolgende dag weer naar school.
5.3 Scholing Nascholing van leerkrachten gebeurt bij ons zowel individueel als teamgericht. Op basis van het schoolplan stellen we jaarlijks een ondersteuningsplan op waarin de activiteiten op het gebied van scholing en begeleiding worden vastgelegd. Stagiaires van de opleiding voor onderwijs- of klassenassistent evenals van de lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding lopen bij ons stage. Enerzijds ervaren we het als onze plicht om aankomende leerkrachten de gelegenheid te geven zich op de praktijk van het onderwijs voor te bereiden, anderzijds profiteren we zo van nieuwe ideeën en inzichten én een helpende hand in de groep.
30
De ouders 6.1 Communicatie tussen ouders en school Een geregeld contact met de ouders vinden we op Catharina Labouré heel belangrijk. We informeren u niet alleen regelmatig over alle belangrijke gebeurtenissen in school, maar ook over het wel en wee van uw kind. Wij stellen het op prijs wanneer u ons, wanneer dat belangrijk is voor ons contact met uw kind, van belangrijke gebeurtenissen thuis op de hoogte houdt. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden van een kind en optimaliseert zo zijn ontwikkeling. We verzoeken u uw mailadres aan ons door te geven, en ook bij wijzigingen eraan te denken ons deze tijdig door te geven. We sturen u allerlei informatie via dit mailadres. Via de schoolgids, de schoolkalender en ons periodiek “Actueeltje” houden we u schriftelijk op de hoogte van het reilen en zeilen binnen onze school. Op de website van de school geven we aanvullende informatie over activiteiten op school. Het adres van onze website is www.bscatharinalaboure-beek.nl
Ouderparticipatie Wij prijzen ons gelukkig in ons onderwijs reeds jaren gebruik te kunnen maken van de ondersteuning door ouders op het gebied van meeleven en meehelpen in de school. Ieder jaar doen we, en gelukkig nooit tevergeefs, een beroep op ouders om ons bij onderwijsactiviteiten te ondersteunen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij kleuteractiviteiten, excursies, lezen in groepjes, als extra handen bij de handvaardigheidles, bij de computerles, enzovoort. Er zijn ook ouders die helpen bij onze verkeers- of natuuractiviteiten, of helpen bij de hoofdluisbestrijding. De leerkracht blijft natuurlijk te allen tijde verantwoordelijk.
Oudergesprekken Per jaar plannen we twee keer een 10-minutengesprek met ouders, en vanaf groep 4 met ouders én het kind. Daarnaast zijn er uiteraard meer gesprekken mogelijk, op úw verzoek, of op verzoek van de leerkracht (zie hoofdstuk 5). Een handige manier om contact op te nemen met de leerkracht is via de mail. U vindt de mailadressen op de website en in de schoolkalender.
6.2 De Oudervereniging Wij zijn heel blij met de vele actieve ouders in onze oudervereniging. Ze ondersteunen ons bij het organiseren van o.a. het Sinterklaasfeest, het paasfeest, carnaval, het kleuterfeest en het bivak. Ook organiseren ze incidenteel acties waarbij de opbrengsten ten goede komen aan onze leerlingen.
Ouderbijdrage De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage die door de oudervereniging aan de ouders/verzorgers wordt gevraagd, zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat. Ouders worden lid van de oudervereniging en betalen contributie die ook wel “vrijwillige ouderbijdrage” wordt genoemd. Lid worden van een vereniging is vrijwillig, maar wie lid wordt moet wel de contributie betalen, net als bij de voetbal- of tennisvereniging. De ouderbijdrage is bedoeld voor extra uitgaven die het schoolbestuur niet vergoed krijgt door de overheid. Zo worden we door deze vrijwillige ouderbijdrage ieder jaar weer in staat gesteld om met de hele school op schoolreis te gaan (de oudervereniging betaalt het vervoer) en ontvangen de leerlingen traktaties tijdens de school-evenementen. Ook worden de kinderen tijdens de sinterklaasviering verrast met een cadeau. Deze activiteiten dragen allemaal bij aan de sfeer, gezelligheid en de saamhorigheid op school. De oudervereniging organiseert ook ieder jaar een schoolfeest, met de opbrengst kan de ouderbijdrage laag gehouden worden.
31
De hoogte van de ouderbijdrage en de besteding van dit geld wordt door de oudervereniging vastgesteld tijdens de algemene jaarvergadering. De ouderbijdrage wordt normaliter geïnd aan het begin van het schooljaar. De hoogte van de ouderbijdrage voor het komende schooljaar is vastgesteld op € 15,- per leerling.
Lid worden? De oudervereniging werkt met actieve vrijwilligers enthousiast en met veel plezier aan het realiseren van hun activiteiten. Als ouder kunt u ook lid worden van de oudervereniging. Dit kan door uw interesse kenbaar te maken bij één van de huidige leden of door een mail te sturen naar
[email protected].
6.3 De Medezeggenschapsraad Ouders en personeel kunnen via de medezeggenschapsraad (MR) invloed uitoefenen op het beleid van de school. Elke school heeft verplicht een medezeggenschapsraad. In de scholen van Kindante bestaat de medezeggenschapsraad alleen uit ouders en personeel. De raad dient uit minimaal 4 personen te bestaan. Verkiezingen bepalen wie er mag meepraten en meebeslissen in de medezeggenschapsraad. Het bevoegd gezag stelt een medezeggenschapsreglement op. Hierin staat hoe de verkiezingen plaatsvinden.
Taken medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad praat mee over alles wat met de school te maken heeft. Het schoolbestuur moet ieder belangrijk besluit voorleggen aan de raad. De medezeggenschapsraad kan ook ongevraagd een standpunt kenbaar maken aan het bestuur van de school. Alle rechten van de medezeggenschapsraad staan in de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS). De medezeggenschapsraad heeft zowel instemmingsrecht als adviesrecht.
Instemmingsrecht onderwijs Zowel de vertegenwoordigers van de ouders als de vertegenwoordigers van het personeel hebben instemmingsrecht over zaken die voor hen van wezenlijk belang zijn. Ouders en personeel moeten bijvoorbeeld gezamenlijk instemmen met het schoolplan, de schoolgids en het schoolreglement. Ouders hebben ook instemmingsrecht over de besteding van de vrijwillige ouderbijdrage.
Adviesrecht onderwijs In een aantal gevallen moeten het schoolbestuur en de directie advies vragen aan de medezeggenschapsraad over hun plannen met de school. Bijvoorbeeld over fusieplannen en het aanstellingsbeleid en het ontslagbeleid van het personeel. De directie moet serieus reageren op ieder advies dat de medezeggenschapsraad geeft, maar hoeft de adviezen niet over te nemen.
Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad en GMR-platform Omdat een aantal zaken voor alle scholen van toepassing zijn, hebben de afzonderlijke MR-en een aantal taken en bevoegdheden overgedragen aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De leden van de GMR worden gekozen door de leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden en zijn als personeelslid in dienst van Kindante of ouders die een kind hebben op één van onze Kindante-scholen. Het aantal ouders en personeelsleden binnen de GMR is gelijk. De GMR is het formele overlegorgaan met het College van Bestuur. Naast de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van de scholen bestaat er binnen Kindante ook een GMRplatform. De GMR voert overleg met het GMR-platform om zodoende de betrokkenheid en inspraakmogelijkheid vanuit alle MR-en te vergroten. Het GMR-platform bestaat uit afgevaardigden van de MRen van de afzonderlijke scholen. In het GMR-platform zitten van elke school twee personen waarvan één namens de ouders en één namens het personeel.
Contact De medezeggenschapsraad van onze school kunt u bereiken via
[email protected].
32
6.4 De Tussenschoolse Opvang De verantwoordelijkheid voor de tussenschoolse opvang ligt vanaf 1 augustus 2006 geheel bij de school. In het gewijzigde Art. 45 van de WPO staat dat de scholen leerlingen de gelegenheid moeten geven om onder toezicht de middagpauze in het schoolgebouw en op het schoolterrein door te brengen. De tussenschoolse opvang noemen we meestal ’het overblijven’ of ook wel ’de overblijf’. De uitvoering kan worden uitbesteed aan instellingen die eveneens zorg dragen voor de voor- en naschoolse opvang. De kosten voor het overblijven komen voor rekening van ouders, voogden of verzorgers. Het schoolbestuur blijft verantwoordelijk voor de gang van zaken tijdens het overblijven. Zowel de kinderen als de overblijfkrachten zijn opgenomen in de ongevallenen aansprakelijkheidsverzekering van Kindante. Op onze school kiezen we er vooralsnog voor de tussenschoolse opvang te blijven regelen met behulp van ouders. De coördinatie van het overblijven is in handen van twee coördinatoren en de uitvoering ligt bij een aantal vrijwilligers. De overblijfkrachten hebben affiniteit met de kinderen en zijn in staat activiteiten aan te bieden en te begeleiden. De overblijfregeling is vastgelegd in een protocol. Dit bevat onder andere belangrijkste regels en afspraken met betrekking tot het overblijven.
Overblijfdagen en overblijftijden Kinderen kunnen op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag tussen 12.00 uur en 12.45 uur overblijven.
Aanmelden/afmelden overblijven Voor de overblijfcommissie is het van groot belang, dat het aantal kinderen dat overblijft bekend is. Afhankelijk van het aantal kinderen zal immers bekeken moeten worden of die dag extra ouderhulp nodig is. Het aanmelden van vaste overblijvers gebeurt één maal per jaar. Voor het aanmelden van incidentele overblijvers en voor het afmelden bij ziekte enz. kunnen ouders desbetreffende dag vóór 11.00 uur een smsbericht (met daarin: naam kind, groep, overblijfdag en ‘aan-‘ of ‘afmelding’) sturen naar:
06-13604819 Kosten Deze zijn vastgesteld op € 1,25 per kind per overblijfdag. De overblijvers krijgen per maand een nota achteraf. De incidentele overblijvers kunnen op de dag zelf contant te betalen. De ontvangen gelden worden gebruikt om spelmaterialen voor kinderen aan te schaffen en de overblijfkrachten een vergoeding te geven.
Eten en drinken De ouders zorgen zelf voor het eten en drinken van hun kind. Dat is bij voorkeur een of meer boterhammen en een pakje of beker drinken. Kinderen nemen geen limonade of snoep mee. De overblijfouders zien er op toe dat
33
de kinderen drinken en tenminste een boterham opeten. Het is belangrijk dat u de overblijfouders informeert over evt. voedselallergieën, medicijngebruik of te volgen dieet.
Gang van zaken tijdens het overblijven Om 12.00 uur worden de kleuters naar het overblijflokaal gebracht. Zo nodig gaan ze eerst naar het toilet en wassen hun handen; De overblijfkrachten controleren de presentielijst en de kinderen kunnen gaan eten; Na het eten gaan ze onder begeleiding buiten spelen; De kinderen van de groepen 3 t/m 8 leggen eerst hun tas op de tafel van hun groep en gaan tot 12.15 uur buiten spelen; Alle kinderen gaan tot 12.45 uur buiten spelen onder toezicht van de overblijfkrachten. Daarna nemen de leerkrachten het toezicht over; Bij slecht weer blijven de kinderen binnen en spelen gezelschapsspellen.
Toezicht en begeleiding Per 15 kinderen is één overblijfkracht aanwezig. Er is zowel binnen als buiten steeds toezicht door minimaal 2 personen.
Regels Als kinderen zich regelmatig niet aan de gemaakte afspraken houden, wordt dat geregistreerd en worden de ouders middels een brief op de hoogte gesteld. We rekenen erop, dat met uw steun de problemen opgelost kunnen worden. Blijven dezelfde problemen voortduren, dan kan in bepaalde gevallen in overleg met de schooldirectie besloten worden betreffende leerlingen voor bepaalde tijd uit te sluiten van het overblijven. Voor de kinderen geldt:
We blijven tijdens het eten op onze plaatsen zitten; We blijven van andermans spullen af; We letten op goede tafelmanieren; We respecteren elkaar, luisteren naar elkaar, maken geen ruzie, schelden niet enz.; We letten op ons taalgebruik en we houden het rustig; We lopen in school; Bij slecht weer spelen we op het verharde gedeelte van de speelplaats en dus niet tussen de struiken en bomen of achter het fietsenrek.
Veiligheid De school stelt de overblijfkrachten op de hoogte van de inhoud van de bedrijfshulpverlening en betrekt hen bij ontruimingsoefeningen.
Scholing De kwaliteit van het overblijven op een basisschool wordt verhoogd door de overblijfkrachten te scholen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de subsidieregeling die reeds enkele jaren bestaat. Alle overblijfkrachten hebben de scholing voor overblijfouders gevolgd. Ze zullen verdere bijscholing volgen. Hierin staat het pedagogisch handelen en de relatie tussen het overblijfteam en de school centraal.
6.5 Informatieplicht Onze school wil graag alle ouders goed informeren over hun kind(eren). Ouders hebben in principe recht op informatie over hun kind op school; dat is ook het uitgangspunt van onze school. Dit geldt ook voor ouders die gescheiden zijn. Welke informatie beide ouders ontvangen is afhankelijk van de wettelijke hoedanigheid waarin de ouders verkeren.
34
Ouders die met elkaar getrouwd zijn of samenwonen en die het gezag over hun kinderen hebben krijgen steeds alle informatie over hun kind. Deze verstrekte informatie is in alle gevallen voor beide ouders bestemd. Voor ouders die gescheiden zijn, die niet meer bij elkaar wonen en die wel het gezag hebben, ligt het niet anders. Zij hebben allebei recht op alle informatie over hun kind. De informatie wordt aan één van hen of aan beide ouders gegeven maar is in alle gevallen voor beide ouders bestemd. Voorwaarde is wel dat beide ouders zelf hun verschillende adressen kenbaar maken aan de directeur. Aan beide ouders wordt dan in elk geval de volgende informatie verstrekt: de schoolgids, het rapport en de uitnodiging voor de ouderavonden. Deze informatie wordt in tweevoud aan het kind meegegeven. Als één van de ouders dit anders wil, kan hij of zij contact opnemen met de directeur. Hierbij wordt aangetekend, dat voor een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Alle informatie die redelijkerwijs alleen praktisch belang heeft voor de ouder bij wie het kind woont, wordt aan het kind in enkelvoud meegegeven. Op verzoek wordt de overige informatie ook aan de ouder verstrekt waar het kind op dat moment niet woont. Een verzoek om gegevens over het kind te verstrekken aan derden wordt altijd aan beide ouders gedaan. Ouders die geen gezag (meer) hebben over het kind, hebben ook recht op informatie over hun kind. De ouder zal daar echter wel zelf om moeten vragen. De school hoeft uit zichzelf geen informatie te geven aan deze ouders. De ouder die geen gezag meer heeft over het kind heeft een beperkt recht op informatie over hun kind. Het betreft alleen belangrijke feiten en omstandigheden, dus informatie over schoolvorderingen en eventueel sociaal-pedagogische ontwikkelingen op school. En als het belang van het kind zich tegen informatieverstrekking verzet, dan hebben deze ouders ook geen recht op informatie. Dit kan het geval zijn indien een rechter of psycholoog heeft geoordeeld dat het geven van informatie aan een ouder het kind zal schaden.
35
6.6 Verzekeringen Stichting Kindante heeft voor alle leerlingen van al haar scholen een aantal Collectieve verzekeringen afgesloten, die we hieronder graag nader toelichten.
De Aansprakelijkheidsverzekering Stichting Kindante heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten voor die situaties dat zij verantwoordelijk wordt gehouden voor het doen of laten van haar leerlingen en personeelsleden (*), zolang zij onder toezicht staan van de school. Onder toezicht staan van de school betekent dus, tijdens schooluren, schoolreizen en excursies. Maar bijvoorbeeld niet op weg van huis naar school en terug. Omdat deze polis dus de aansprakelijkheid van Stichting Kindante dekt in de zin van nalatig handelen dan wel verwijtbaar handelen voor het doen of laten van haar leerlingen en personeelsleden (*), kan het onder bepaalde omstandigheden voorkomen dat een schade niet onder de schoolpolis thuishoort, maar gemeld moet worden bij de eigen aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren van de leerling c.q. van zijn/haar ouders. In die gevallen zal door de verzekeraar van Stichting Kindante een en ander met de ouders verder worden afgestemd. (*) Leerlingen en personeelsleden zijn alle bij Stichting Kindante ingeschreven studerenden, personeel van Stichting Kindante alsmede vrijwilligers en stagiaires gedurende de tijd dat zij werkzaamheden uitvoeren ten behoeve van Stichting Kindante.
De Collectieve Ongevallenverzekering Alle leerlingen en personeelsleden (*) van de scholen, zoals deze vallen onder Stichting Kindante, zijn automatisch verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen. Deze Ongevallenpolis is geldig gedurende alle schoolactiviteiten, dus ook tijdens reizen en excursies en ook tijdens het stagelopen, maar ook tijdens het gaan van school naar huis en omgekeerd gedurende ten hoogste één uur vóór en één uur ná het verlaten van de school. Voor zover deze afstand niet binnen één uur af te leggen is, geldt de verzekering gedurende de tijdsduur, waarbinnen de afstand redelijkerwijze wel af te leggen is. De verzekering ziet er verder als volgt uit: 1. Blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval 2. Bij overlijden als gevolg van een ongeval 3. Geneeskundige kosten als gevolg van een ongeval in aanvulling op de eigen zorgverzekering
€ 50.000,€ 5.000,€ 2.500,-
4. Tandheelkundige kosten als gevolg van een ongeval in aanvulling op de eigen zorgverzekering
€ 2.500,-
5. Materiële dekking schade aan bril, kleding, eigen studiemateriaal als gevolg van een ongeval
€
125,-.
De rubriek "Ongevallen met blijvende invaliditeit" is voor iedere leerling heel belangrijk, omdat jongeren bij een blijvende invaliditeit alleen maar aanspraak kunnen maken op de (beperkte) voorzieningen uit hoofde van de WAJONG-regeling (WAO voor Jongeren). Bij rubriek 3), 4) en 5) gaat het om een aanvullende dekking, wat betekent dat geen vergoeding wordt verleend wanneer deze schade op een andere polis verhaald kan worden. Vanzelfsprekend is onze verzekeringsmakelaar, Meeús Assurantiën BV, bereid hierbij de helpende hand te bieden. Essentieel bij alle genoemde elementen is de definitie wanneer er sprake is van een ongeval: “Een gebeurtenis waarbij een verzekerde plotseling wordt getroffen door een van buiten af op hem inwerkend geweld, waardoor hem in één ogenblik lichamelijk letsel wordt toegebracht, mits aard en plaats van het letsel geneeskundig zijn vast te stellen.” Ouders die deze verzekerde bedragen te laag vinden of de voorkeur geven aan een 24-uurs dekking, gedurende 7 dagen per week, kunnen tegen een speciaal tarief bij onze schoolverzekeraar een aanvullende verzekering afsluiten. Daarvoor zijn op school speciale aanvraagformulieren te verkrijgen.
36
(*) Leerlingen en personeelsleden zijn bij Stichting Kindante ingeschreven studerenden, personeel van Stichting Kindante alsmede vrijwilligers en stagiaires gedurende de tijd dat zij onder autoriteit respectievelijk verantwoordelijkheid van de directie van Stichting Kindante op reis respectievelijk met excursie gaan.
Naast deze Collectieve Ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering heeft Stichting Kindante ook gezorgd voor een verzekering van de bagage tijdens door school georganiseerde reizen en excursies. Onder die verzekering is de bagage van iedere deelnemer verzekerd, alsmede een extra dekking voor ziektekosten en kosten van repatriëring. Ook terugreiskosten voor de leerling bij een onverhoopt ernstige situatie thuis, zijn eveneens onder deze polis meeverzekerd.
Tussenschoolse opvang In die gevallen dat het overblijven wordt verzorgd (toezicht en begeleiding) door de school, berust de verantwoordelijkheid alsdan ook bij de school. De genoemde Kindante-verzekeringen “Aansprakelijkheid” en “Collectieve Ongevallenverzekering” zijn dan van toepassing.
Meer informatie De toelichting in dit schrijven is natuurlijk een uittreksel van de belangrijkste gegevens en hier kunnen dan ook geen rechten aan worden ontleend. Wie precies de voorwaarden en verdere regels wil weten, kan daarvoor binnen de school inzage krijgen in de betreffende polisvoorwaarden, maar bellen met de schoolverzekeraar kan natuurlijk ook: Meeús Assurantiën te Den Haag ( 070-3028544). U kunt dan vragen naar de relatiebeheerder Robert Jan Donker of de accountmanager Saskia Knegtmans.
6.7 De klachtenprocedure Klachten en klachtenprocedure In het kader van de Kwaliteitswet heeft stichting Kindante een klachtenregeling vastgesteld, die op iedere school ter inzage ligt. Op basis van deze regeling kunnen ouders en leerlingen klachten indienen over gedragingen en beslissingen – of het nalaten daarvan – van bijvoorbeeld het bestuur en het personeel. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs, inclusief de randvoorwaarden. Door de klachtenregeling ontvangt het College van Bestuur van Kindante en de school signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op school.
Interne klachtenprocedure Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze kunnen worden afgehandeld. Over het algemeen is het wenselijk dat men een probleem eerst bespreekt met de eigen leerkracht. Als dit niet mogelijk is of onvoldoende oplossing heeft gegeven, is een gesprek met de directie bij voorkeur de volgende stap. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling. Dit houdt in dat men de klacht in eerste instantie ter sprake kan brengen bij de interne vertrouwenspersoon van de school en als dit niet lukt bij een van de externe vertrouwenspersonen die door Kindante zijn aangesteld. De interne vertrouwenspersonen zijn op de hoogte van de mogelijke stappen die ondernomen kunnen worden om de ouder of leerling met een klacht te ondersteunen bij het zoeken naar een oplossing. De interne vertrouwenspersonen beschikken over contactadressen en kunnen desgewenst begeleiding bieden of doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon. De klachten worden vertrouwelijk en zorgvuldig behandeld. Elke school van Kindante heeft een eigen vertrouwenspersoon, ook kent Kindante een bovenschoolse interne vertrouwenspersoon. Deze is bereikbaar via het bureau van Kindante: tel. 046-4363366.
37
Externe klachtenprocedure Indien de klager dit wenst, begeleidt de externe vertrouwenspersoon hem/haar bij het indienen van de op schrift gestelde klacht bij het College van Bestuur van Kindante of bij de Landelijke Klachtencommissie. Wordt een klacht ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie dan ontvangt Kindante hiervan altijd een kopie. De interne vertrouwenspersonen zijn: Mw. Wendy Meens – Crijns 046-4280873 (school)
[email protected]
Mw. Petra Paumen-Sangen 046-4280873 (school)
[email protected]
De externe vertrouwenspersonen zijn: Dhr. Math Haenen Burgemeester Luytenstraat 38 6151 GG Munstergeleen 06-55182856
[email protected]
Dhr. Paul Baggen Poolsterstraat 19 6133 VP Sittard 046-4431020
[email protected]
Bereikbaarheid externe vertrouwenspersonen Indien een vertrouwenspersoon gedurende meerdere dagen telefonisch niet bereikbaar is, verzoeken wij u contact op te nemen met het bureau van Kindante, tel. 046-4363366, waar u wordt doorverwezen naar een van de andere vertrouwenspersonen, die de waarneming op zich heeft genomen.
Adres Landelijke Klachtencommissie: Kindante heeft zich voor alle geschillenregelingen aangesloten bij de Stichting Onderwijsgeschillen. Hieronder valt ook de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. Het adres van de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs is: Landelijke klachtencommissie Postbus 85191 3508 AD Utrecht 030-2809590
[email protected] www.onderwijsgeschillen.nl
Meldpunt Vertrouwensinspecteur: Bij de onderwijsinspectie zijn eveneens vertrouwensinspecteurs aangesteld. De vertrouwensinspecteur vervult een klankbordfunctie voor leerlingen en personeelsleden die slachtoffer zijn van seksuele intimidatie of die worden geconfronteerd met seksuele intimidatie jegens andere leerlingen of personeelsleden. De vertrouwensinspecteur is te bereiken bij het Landelijk Meldpunt Vertrouwensinspectie. Landelijk Meldpunt Vertrouwensinspectie: 0900-1113111
38
Praktische zaken 7.1 Schooltijden Maandag Groep 1 Groep 2 t/m 4 Groep 5 t/m 8
Dinsdag
08.30 - 12.00 uur
08.30 - 12.00 uur
13.00 - 15.00 uur
13.00 - 15.00 uur
08.30 - 12.00 uur
08.30 - 12.00 uur
13.00 - 15.00 uur
13.00 - 15.00 uur
08.30 - 12.00 uur
08.30 - 12.00 uur
13.00 - 15.00 uur
13.00 - 15.00 uur
Woensdag
Donderdag
08.30 - 12.30 uur
08.30 - 12.00 uur
Vrijdag Vrij
Vrij 08.30 - 12.30 uur Vrij 08.30 - 12.30 uur Vrij
13.00 - 15.00 uur 08.30 - 12.00 uur 13.00 - 15.00 uur
08.30 - 12.00 uur Vrij
08.30 - 12.00 uur
08.30 - 12.00 uur
13.00 - 15.00 uur
13.00 - 15.00 uur
De ochtendpauze is voor alle groepen van 10.15 - 10.30 uur, de middagpauze van 12.00 - 13.00 uur.
Wij verzoeken de ouders hun kinderen op tijd naar school te sturen, echter niet vóór een kwartier voor aanvang van de lessen: vanaf 08.15 uur en 12.45 uur is er toezicht op de speelplaats. Bij regenweer gaan de leerlingen direct naar hun eigen lokaal en houdt de groepsleerkracht toezicht. Om ervoor te zorgen dat de lessen op tijd kunnen beginnen, gaan onze leerlingen onder begeleiding van de groepsleerkracht op het eerste belsignaal om 08.25 uur naar hun lokaal. Op het tweede signaal om 08.30 uur starten de lessen. ’s Middags gaat de eerste bel om 12.55 uur en de tweede om 13.00 uur. Ouders die de groepsleerkracht willen spreken doen dat bij voorkeur na school. De toegang tot de speelplaats en school ligt aan de Olterdissenstraat; de ingang aan de Minkenbergstraat mag niet worden gebruikt.
7.2 Voorkoming en bestrijding van schoolverzuim
Ziekteverzuim dient u ‘s morgens tussen 8.00 - 8.25 uur telefonisch of via e-mail te melden. Wanneer kinderen tijdens hun verblijf op school ziek worden of geblesseerd raken, wordt met de ouders contact opgenomen. In overleg wordt dan besloten wat te doen; Wanneer uw kind om geldige redenen moet verzuimen, verzoeken wij u ons daarvan op tijd in kennis te stellen. Zo ontvangen wij aanvragen voor verlof, uiteraard wanneer mogelijk, liefst minstens een week van tevoren, voor de toetsing van de verlofaanvraag. Kinderen worden nooit zonder de ouders te waarschuwen naar huis gestuurd. Alleen kinderen van de bovenbouw mogen (na schriftelijk verzoek van de ouders) onder schooltijd alleen de school verlaten t.b.v. tandartsbezoek of bij ziekte. In de regel streven we ernaar uw kind direct na afloop van de lessen naar huis te sturen. Het kan echter voorkomen dat uw kind iets later is, omdat de leerkracht een gesprek met uw kind voert of omdat uw kind de opruimbeurt heeft.
39
7.3 Vrijstelling van bepaalde onderwijsactiviteiten Met de ondertekening van het inschrijfformulier heeft u verklaard te zullen voldoen aan de bepalingen uit de Leerplichtwet. Tevens heeft u de doelstellingen van de school onderschreven. Dat betekent, dat uw kind vanaf dat moment verplicht is deel te nemen aan alle activiteiten volgens het activiteitenplan van de groep waarin uw kind is geplaatst. Als u voor uw kind vrijstelling wenst te verkrijgen voor bepaalde activiteiten, te denken valt aan catechese of lessen lichamelijke oefening, dan kan dat alleen door een schriftelijk verzoek met opgaaf van de reden van het verzoek aan de locatiedirecteur. Uw kind krijgt tijdens de vrijstelling op school onder toezicht andere onderwijsactiviteiten te doen.
7.4 Vakanties en vrije dagen Zie voor de vakanties, vrije dagen en studiemiddagen onze jaarkalender.
7.5 Leerplicht en verlof Het doel van de leerplicht is om zoveel mogelijk kinderen gebruik te laten maken van hun recht op onderwijs. Omdat deze leerplicht zo belangrijk wordt gevonden is dat in een wet vastgelegd namelijk de leerplichtwet. In de leerplichtwet zijn regels opgenomen waaraan ouders, leerlingen maar ook scholen aan moeten voldoen. De leerplichtwet kent dus een aantal verplichtingen. In de eerste plaats richt de wet zich tot de ouders/verzorgers en legt aan iedere ouder/verzorger twee verplichtingen op : 1. De verplichting om te zorgen, dat een jongere als leerling van een school is ingeschreven; deze begint op de eerste schooldag van de maand volgend op die waarin de jongere de leeftijd van vijf jaar bereikt. 2. De verplichting, er na inschrijving voor te zorgen dat de leerling de school ook geregeld bezoekt, deze begint op de dag waarop de leerling op die school kan plaats nemen. De leerplichtwet richt zich ook tot de jongeren. Jongeren vanaf 12 jaar zijn ook zelf verplicht zorg te dragen voor een correct schoolbezoek.
Volledige leerplicht Het kind is volledig leerplichtig tot aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan het kind ten minste twaalf volledige schooljaren een of meer scholen heeft bezocht. Indien dit niet kan worden vastgesteld dan geldt als regel dat het kind geen volledige leerplicht meer heeft na het einde van het schooljaar waarin het kind de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt. Voor een leerling die een groep op de basisschool overslaat telt zijn basisschooltijd voor de berekening van de leerplichtperiode toch voor acht jaar.
Kwalificatieplicht Na de volledige leerplicht geldt de kwalificatieplicht. Dit betekent, dat het kind naar school moet tot zijn/haar 18e verjaardag. Het kind hoeft dan niet meer alle dagen naar school, maar kan ook gedeeltelijk werken en gedeeltelijk naar school gaan. Als het kind eerder dan zijn/haar 18e verjaardag een diploma HAVO, VWO of MBO niveau 2 haalt, heeft hij/zij een startkwalificatie en is hij/zij niet meer verplicht om naar school te gaan. Het mag natuurlijk nog wel. Het kan voorkomen dat een kind de school niet kan bezoeken, dat is b.v. het geval bij ziekte, schoolsluiting of het vervullen van plichten die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging. Ook kent de wet vrijstelling wegens gewichtige omstandigheden en bestaan er duidelijke regels voor extra vakantieverlof.
40
Verlof wegens gewichtige omstandigheden: In geval van gewichtige omstandigheden kan verlof worden verleend. Ouders moeten hiervoor een aanvraag indienen bij de directeur van de school. Onder gewichtige omstandigheden worden omstandigheden verstaan waarop leerling en ouders geen invloed hebben, zoals bijvoorbeeld: Het voldoen aan een wettelijke verplichting; Begrafenis; Huwelijk; Een 25-,40- en 50-jarig ambtsjubileum van ouders; Een aanvraag om verlof wegens gewichtige omstandigheden tot en met 10 dagen is ter beoordeling van de directeur. Een aanvraag om verlof wegens gewichtige omstandigheden langer dan 10 schooldagen is ter beoordeling van de leerplichtambtenaar. Extra vakantie wordt niet als gewichtige omstandigheid aangemerkt. Indien geen verlof wordt verleend door de directeur of de leerplichtambtenaar kunt u een bezwaarschrift indienen.
Vakantieverlof: Buiten de schoolvakantie mag geen (extra) vakantieverlof verleend worden, tenzij de specifieke aard van het beroep ouders ertoe dwingt buiten alle schoolvakanties op vakantie te gaan. Deze specifieke aard van het beroep moet kunnen worden aangetoond. Daarnaast gelden de volgende voorwaarden:
Het verlof mag niet vallen in de eerste twee weken van het schooljaar en mag niet langer duren dan 10 schooldagen; Het verlof kan slecht één keer per schooljaar worden verleend; De aanvraag moet ten minste acht weken van te voren bij de directeur worden ingediend.
Ook hierbij geldt dat indien geen verlof wordt verleend door de locatiedirecteur u een bezwaarschrift kunt indienen. Ouders/verzorgers kunnen hun vierjarig kind op een basisschool laten inschrijven. Zij zijn dan vervolgens verplicht ervoor te zorgen dat het kind de school regelmatig bezoekt zodra het op de basisschool kan plaats nemen. M.a.w. ze zijn niet verplicht het kind te laten inschrijven maar als het kind voor het vijfde jaar is ingeschreven is het wel de bedoeling dat ze ervoor zorgen dat het de school ook regelmatig bezoekt. De directeur van de school is verplicht ongeoorloofd schoolverzuim te melden aan de leerplichtambtenaar. Ook als een kind de school voortijdig verlaat dient de leerplichtambtenaar daarvan in kennis gesteld te worden. Het toezicht op de naleving van de leerplichtwet door ouders/verzorgers en leerlingen is opgedragen aan Burgemeesters en Wethouders. Zij wijzen één of meerdere leerplichtambtenaren aan die dit toezicht uitvoeren. Wanneer ouders/verzorgers en jongeren vanaf 12 jaar, de leerplichtwet niet naleven, kan de leerplichtambtenaar vanuit zijn bevoegdheid als buitengewoon opsporingsambtenaar een proces-verbaal opmaken. Het niet nakomen van de verplichtingen is strafbaar gesteld. Het toezicht op de naleving van de leerplichtwet door de scholen is opgedragen aan de Inspectie voor het Onderwijs, die hierin vaak samenwerken met leerplichtambtenaren.
Melding afwezigheid: Ouders hebben de plicht om afwezigheid van hun kind te melden bij de school. Indien ouders hierbij in gebreke blijven wordt dit aangemerkt als ongeoorloofd schoolverzuim.
Meer informatie Wanneer u vragen hebt over de leerplicht kunt u informatie inwinnen bij de ambtenaar leerplichtzaken:
41
Regionaal Bureau Leerplicht / RMC Westelijke Mijnstreek 046-4777492 www.springplankvoorjetoekomst.nl
7.6 Contact met de leerkracht Wij streven naar een open en direct contact tussen allen die betrokken zijn bij ons onderwijs. Wij zijn daarom steeds bereid u te woord te staan bij vragen en onduidelijkheden over onze school of ons onderwijs. Om deze contacten zo goed mogelijk te laten verlopen, zijn de volgende afspraken gemaakt:
Wanneer u een groepsleerkracht wenst te spreken, verzoeken wij u telefonisch of via e-mail een afspraak te maken; Een afspraak met de groepsleerkracht is enkel na schooltijd mogelijk; Mocht u de groepsleerkracht iets hebben te vragen of mede te delen, dan verzoeken wij u dit vóór 08.25 uur, tussen 12.45 uur en 12.55 uur of ná 15.00 uur te doen. U kunt ook een mail sturen of uw kind een briefje meegeven. Wanneer het groepsaangelegenheden betreft, verwachten wij dat u altijd in eerste instantie met de groepsleerkracht contact opneemt. Wanneer u daarna een gesprek wenst met de locatiedirecteur, kunt u daarvoor een afspraak maken. Voor dringende gevallen staat de deur van de directiekamer steeds voor u open.
7.7 Foto’s en video’s maken Het komt nogal regelmatig voor dat ouders tijdens schoolse aangelegenheden foto’s maken van hun kind(eren). Aangezien de kans groot is, dat er meerdere kinderen op deze foto staan, is het belangrijk rekening te houden met het volgende. Het is niet toegestaan om foto’s of filmpjes die gemaakt zijn tijdens schoolse aangelegenheden (denk hierbij aan de Midweektref, bivak, excursies etc.) te plaatsen op een ‘social mediaplatform’ (bijvoorbeeld Facebook, YouTube en Twitter) zonder de expliciete toestemming van de ouder/verzorger van desbetreffende kinderen. Niet iedere ouder/verzorger is er van gediend dat zijn of haar kind met een foto bijvoorbeeld op Facebook is te zien. Dit dient gerespecteerd te worden! Om deze reden kunnen ouders/verzorgers bij het inschrijven van hun zoon of dochter op onze school aangeven, dat hun kind niet op foto’s op de website van school geplaatst mag worden. Ieder jaar maakt een schoolfotograaf portretfoto’s van de kinderen en een groepsfoto, die u kunt aanschaffen.
7.8 Preventie van hoofdluis Wij zijn van mening, dat zowel de school als de ouders de verantwoordelijkheid dragen voor de bestrijding van hoofdluis. De school neemt een aantal voorzorgmaatregelen waardoor de verspreiding van hoofdluis zoveel mogelijk wordt beperkt. Een voorbeeld hiervan zijn de groene luizenzakken die ieder kind tot zijn of haar beschikking heeft. Alle kinderen hangen hun jas hierin op. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders om de kinderen te controleren op hoofdluis en zo nodig te behandelen en eventueel de GGD in te schakelen. Om het hoofdluisprobleem onder controle te houden is op onze school gekozen voor een systematische aanpak. Er bestaat een ouderwerkgroep, die door de locatiedirecteur en coördinator is aangesteld. De ouders die in de werkgroep zitten krijgen ondersteuning van de GGD Westelijke Mijnstreek. Deze werkgroep heeft als taak om op een aantal vaste tijdstippen alle leerlingen op school te controleren op hoofdluis, steeds op de woensdag na een vakantie. (Zie ook de schoolkalender) Tevens kan de werkgroep extra ingeschakeld worden in periodes dat het hoofdluisprobleem weer wat actueler is. Wanneer er bij een controle
42
hoofdluis bij een kind geconstateerd wordt, zal dit niet aan het kind zelf meegedeeld worden, maar zal de coördinator van de werkgroep telefonisch contact met de ouder(s)/verzorger(s) van het kind opnemen. Wanneer u vragen hebt over deze werkgroep, kunt u contact opnemen met de coördinator van de werkgroep, Mw. Peggy Palmen (
[email protected]).
7.9 Toelating, schorsing en verwijdering Uitgangspunt van de scholen van Kindante is de keuzevrijheid van de ouders. Zij zoeken de school die het beste aansluit bij hun kind en bij hun eigen opvattingen.
Toelating van leerlingen Onze school behoort tot Stichting Kindante en is een katholieke school waarbij de katholieke geloofsovertuiging ten grondslag ligt aan het aangeboden onderwijs. Bij de toelating van leerlingen zal in principe geen onderscheid worden gemaakt op grond van godsdienst of levensbeschouwing. Onze school voert een open toelatingsbeleid ten aanzien van de richting. Met andere woorden worden zowel katholieke kinderen als kinderen met een andere godsdienstige of levensbeschouwelijke achtergrond toegelaten. Voorwaarde is wel dat ouders bij toelating aangeven, dat zij de grondslag zullen respecteren. Indien ouders de grondslag van de school niet kunnen respecteren, heeft de school het recht om een leerling te weigeren op grond van godsdienstige gezindheid of levensbeschouwing, indien binnen redelijke afstand van de woning van de leerling gelegenheid bestaat tot het volgen van openbaar onderwijs. Vanaf 1 augustus 2014 wordt de Wet Passend Onderwijs van kracht. Ingaande deze datum heeft elke school/bestuur een zorgplicht. Indien de school bij aanmelding niet de noodzakelijke ondersteuning kan geven op basis van de hulpvragen van het kind is de school/bestuur verplicht een andere passende plek te zoeken. Bij aanmelding hebben de ouders wel de plicht om alle relevante en juiste informatie te verstrekken of dienen ouders toestemming te geven dat de school informatie kan opvragen aan derden. Daarnaast kan de school ten behoeve van het vaststellen van de onderwijsbehoeften van het kind de ouders verzoeken eerst aanvullend onderzoek te laten verrichten. Bij de invoering van Passend Onderwijs dienen alle kinderen een passende plek te krijgen binnen de totale zorgstructuur van het Samenwerkingsverband in de regio. Voorkomen moet worden, dat de leerling nergens terecht kan en thuis komt te zitten. De school dient het besluit om een leerling niet toe te laten schriftelijk met redenen omkleed aan de ouders mee te delen. De ouders kunnen tegen dat besluit bij het bevoegd gezag schriftelijk bezwaar indienen, binnen zes weken na de beslissing. Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen en moet binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift beslissen. Daarna zouden de ouders nog een beroep kunnen doen op de burgerlijke rechter. De toelating mag niet afhankelijk worden gesteld van een geldelijke bijdrage van de ouders. De inschrijving van leerlingen op onze school gebeurt door het ondertekenen van een inschrijfformulier. De ouders van leerplichtige kinderen verklaren, dat hun kind niet staat ingeschreven bij een andere school. De toelating van leerlingen afkomstig van een andere school vindt plaats na ontvangst van een bewijs van uitschrijving.
Schorsing van leerlingen Schorsing valt onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. De volgende zorgvuldigheidseisen zijn belangrijk: 1. Het bevoegd gezag kan de leerling voor een beperkte periode schorsen, nooit voor onbepaalde tijd (maximaal 5 dagen); 2. De schorsing vindt eerst plaats na overleg met de leerling, ouders en groepsleerkracht;
43
3. Het bevoegd gezag deelt het gemotiveerd besluit tot schorsing schriftelijk aan de ouders mee, alsook eventuele andere maatregelen. De directeur is gemandateerd namens het bevoegd gezag deze brief te ondertekenen, nadat hierover overleg heeft plaatsgevonden met het domein ‘Onderwijs’; 4. De school stelt de leerling in staat, door het opgeven van huiswerk, de leerstof bij te houden en zo te voorkomen dat deze achterstand oploopt; 5. Voordat de leerling terugkeert naar school vindt altijd een gesprek plaats met de ouders en zo mogelijk de leerling. Na afloop van dit gesprek worden gemaakte afspraken schriftelijk vastgelegd; 6. Het bevoegd gezag stelt de inspectie van het onderwijs en de leerplichtambtenaar in kennis van de schorsing en de redenen daarvoor. Zo nodig wordt ook de jeugdzorg geïnformeerd.
Verwijdering van leerlingen van de basisschool Het bevoegd gezag kan overgaan tot verwijdering als: De school niet aan de zorgbehoefte van de leerling kan voldoen; Er sprake is van ernstig wangedrag van de leerling en/of de ouders. De beslissing over verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. Voordat tot verwijdering wordt besloten, hoort het bevoegd gezag de betrokken groepsleerkracht en directeur van de school. De school heeft de plicht gedurende 8 weken te zoeken naar een andere school, die bereid is de leerling toe te laten. Onderstaande procedureregels zijn van toepassing: 1. De ouders worden gehoord over het voornemen tot verwijdering; 2. Het bevoegd gezag deelt het gemotiveerd besluit tot verwijdering schriftelijk aan de ouders mee, alsook eventuele andere maatregelen. Er moet een gemotiveerd schriftelijk besluit zijn waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om bezwaar in te dienen bij het bevoegd gezag; 3. De ouders kunnen binnen 6 weken een bezwaarschrift indienen; 4. Het bevoegd gezag is verplicht om de ouders te horen over het bezwaarschrift; 5. Het bevoegd gezag moet binnen 4 weken na de ontvangst van het bezwaarschrift beslissen; 6. Het bevoegd gezag meldt het besluit tot verwijdering van de leerling terstond aan de Inspectie van het onderwijs en de leerplichtambtenaar. Zo nodig wordt ook Jeugdzorg geïnformeerd.
7.10 De Buitenschoolse Opvang De buitenschoolse opvang aan onze school wordt verzorgd door BSO De Bron. De buitenschoolse opvang is een vorm van kinderopvang, waar kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar gebruik van kunnen maken. Dit kan vanaf 07.00 uur totdat de school begint, zij worden dan door een van de leid(st)ers naar school gebracht. Na schooltijd is dit vanaf dat de school uit is tot 18.00 uur. Op woensdag- en vrijdagmiddag worden de kinderen na school opgehaald en opgevangen in Neerbeek. In de schoolvakanties of op roostervrije dagen kunnen de kinderen de hele dag naar de BSO komen van 07.00 tot 18.00 uur. Ook dan vindt de opvang in Neerbeek plaats. De buitenschoolse opvang biedt de kinderen de mogelijkheid om na een vermoeiende schooldag, in een sfeer van gezelligheid en ontspanning uit te rusten. Tegelijk biedt de BSO de mogelijkheid om allerlei activiteiten te ondernemen, zoals het maken van huiswerk, spelletjes doen, knutselactiviteiten, computeren en buiten spelen. In vakantieperiodes maken de kinderen uitstapjes naar het bos, de speeltuin enz. De regeling met betrekking tot de BSO is vastgelegd in een protocol. Voor informatie en aanmelding kunt u contact opnemen met Mw. J. Kersten ( 046-4379917 of
[email protected]).
44
7.11 Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid-Limburg (tekst aangeleverd door GGD)
De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid-Limburg volgt de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van alle kinderen van 4 tot 19 jaar. Wij nodigen uw kind regelmatig uit voor een gezondheidsonderzoek of een inenting. Ook met vragen over opgroeien en opvoeden of zorgen om uw kind kunt u altijd bij ons terecht. Het team JGZ werkt nauw samen school en met andere organisaties in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).
Gezondheidsonderzoek Uw kind wordt uitgenodigd voor een onderzoek rond de leeftijd van 5 en 10 jaar. Tijdens het onderzoek kijken we bijvoorbeeld naar groei, motoriek, spraak en sociaal-emotionele ontwikkeling. Door uw kind goed te volgen probeert de GGD eventuele problemen op tijd op te sporen en te helpen voorkomen. Als blijkt dat uw kind extra hulp of zorg nodig heeft, kijken we samen wat daarvoor nodig is. We werken hierin nauw samen met andere organisaties binnen het CJG. De onderzoeken vinden plaats in het CJG, op school of bij de GGD Zuid Limburg.
Uw informatie is erg belangrijk U, als ouder/verzorger, kent uw kind vaak het beste. Om te weten of er dingen zijn waar we extra op moeten letten, vragen we u om van tevoren een vragenlijst in te vullen. Hierin komen allerlei gezondheidsaspecten aan bod. Uiteraard gaan we zorgvuldig om met alle persoonsgegevens van u en uw kind.
Inentingen In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het de laatste twee inentingen tegen DTP (difterie, tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen, rodehond). Meisjes krijgen in het jaar dat ze 13 jaar worden bovendien de HPVvaccinatie tegen baarmoederhalskanker. U ontvangt een oproep voor de gratis prikken. Deelname is niet verplicht.
Vragen of zorgen? Heeft u vragen over de ontwikkeling of het gedrag van uw kind. Is er sprake van leerproblemen of andere problemen. Maakt u zich zorgen? Neem dan contact op met het Team JGZ. Wij helpen u graag!
Contact Team JGZ Mw. Willy Govaerts (jeugdarts) Mw. Mabelle de Vries (jeugdverpleegkundige) Mw. Brigitte Knops(doktersassistente) 046-8506694
[email protected] www.ggdzl.nl/burgers/jeugd-en-gezondheid
7.12 Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) (tekst aangeleverd door CJG)
Onzekerheid, pesten, problemen op school of met vriendjes, belonen en straffen… Vragen over opgroeien of opvoeden? Kom naar het Centrum voor Jeugd en Gezin! Je kindertijd is de mooiste tijd van je leven zeggen ze. Dat kan best waar zijn, maar toch is het zelfs voor kinderen niet altijd rozengeur en maneschijn. En ook ouders komen onvermijdelijk te staan voor vragen die te maken hebben met het opgroeien en opvoeden van hun kinderen. Bij het Centrum voor Jeugd en Gezin Westelijke Mijnstreek kunnen jongeren en ouders terecht met alle kleine en grote vragen die spelen in een gezin.
45
Kinderen en jongeren tot en met 23 jaar Volwassenen lijken soms te vergeten dat je als kind onzeker kunt zijn over je uiterlijk, over je gedrag, over verliefdheid of pesten en noem maar op. Dat je met vragen zit die je aan vriendjes, ouders of onderwijzers niet durft stellen. Dat je ook heel praktische vragen kunt hebben, bijvoorbeeld over de regels thuis of over zakgeld. Met al die vragen kun je terecht in het CJG bij jou in de buurt. Er is ook een wisselend programma van trainingen en cursussen waar je iets aan kunt hebben, bijvoorbeeld Weerbaarheid of Sociale Vaardigheden.
Ouders Als je vragen hebt over het opgroeien en opvoeden van je kind kan het CJG helpen. Denk aan vragen over problemen op school of met vriendjes, pesten, belonen en straffen, zakgeld, pubergedrag en álle andere onderwerpen waar gezinnen mee te maken kunnen krijgen. Het is de normaalste zaak van de wereld dat je met zulke vragen naar het CJG gaat. Je wilt immers dat je kind opgroeit tot een gezonde en evenwichtige volwassene en het CJG kan je daarbij ondersteunen. Het CJG is de spil in het uitgebreide netwerk van instellingen die zich bezighouden met de opvoeding, de gezondheid en het welzijn van je kind. Er is bovendien een uitgebreid programma van activiteiten als themabijeenkomsten en cursussen.
Goed advies en snelle hulp In het CJG Westelijke Mijnstreek bundelen we de krachten van deskundigen op het gebied van opvoeden en opgroeien in jeugdgebiedsteams bestaande uit professionals als de jeugdarts. Sociaal pedagogisch medewerker, maatschappelijk werk en MEE-consulent. De andere functies kunt u op onze website terugvinden onder gebiedsteams. Het gebiedsgericht werken is een methodiek waarbij we gezamenlijk willen zorgen voor korte lijnen en snelle antwoorden op uw hulpvraag. U, als gezin, bent leidend in uw eigen hulpvraag en onze professionals gaan u ondersteunen hier zelf en eventueel met behulp van uw omgeving mee om te gaan. Het CJG Westelijke Mijnstreek is een netwerkorganisatie waarin de GGD Zuid-Limburg, Partners in Welzijn, MEE Zuid-Limburg, Bureau Jeugdzorg Limburg en Orbis Jeugdgezondheidszorg samenwerken. Verder werkt het CJG samen met het onderwijs, Veiligheidshuis, specialiseerde zorg, zelfstandige zorgaanbieders, de gemeente en andere netwerkpartners. Door de intensieve samenwerking is het mogelijk om snel gepaste en samenhangende hulp te bieden. Er is altijd een CJG in de buurt. Ouders, verzorgers, kinderen en jongeren tot en met 23 jaar kunnen zonder afspraak binnen lopen. Daarnaast is het CJG ook een adviescentrum voor alle professionals en vrijwilligers die betrokken zijn bij opvoeden, opgroeien en ontplooien. Je bent welkom zonder afspraak, maar wil je zeker zijn dat er iemand is die je direct te woord kan staan, neem dan eerst even telefonisch of via de mail contact op. Zie voor adressen: www.cjg-wm.nl. Vanaf nu kun je ook voor al je vragen terecht op onze website (www.cjg-wm.nl) waar onze digitale assistente je helpt met je vragen, je direct je vraag kunt opzoeken en contact kunt leggen met de juiste hulpverlener. Ook kun je onze gratis opvoedapp op de gsm installeren (zoek op CJG Westelijke Mijnstreek in de store). Wij kijken samen mee naar de beste aanpak voor je vraag.
7.13 Verwijsindex Met ingang van 1 augustus 2010 zijn de Nederlandse gemeenten wettelijk verplicht om aan te sluiten op de landelijke Verwijsindex risicojongeren (VIR). De VIR brengt risicosignalen van professionals, zowel binnen gemeenten als over gemeentegrenzen heen, bij elkaar en informeert meldende professionals onderling over hun betrokkenheid bij jeugdigen in de leeftijd van 0-23 jaar. Met behulp van de VIR blijft de jongere in beeld, kunnen professionals signalen afgeven en hun activiteiten op elkaar afstemmen. De VIR wordt gevoed door regionale Verwijsindexen. Alle basisscholen in de Westelijke Mijnstreek zijn sinds kort aangesloten. De Verwijsindex is een online hulpmiddel voor hulpverleners om snel met elkaar in contact te komen. Hulpverleners geven in de verwijsindex een signaal af wanneer zij vaststellen dat het opgroeien van het kind met enige zorg verloopt. Dit gebeurt aan de hand van landelijk bepaalde criteria. Het gaat enkel over het bericht DAT er zorgen zijn, in de verwijsindex
46
staat niet WAT de zorg is. Als blijkt dat er minimaal nog een signaal over hetzelfde kind is afgegeven, dan ontstaat er een match tussen de meldende organisaties. Deze organisaties nemen contact met elkaar op ten behoeve van de gesignaleerde jeugdige. Doel van de Verwijsindex is door tijdig de hobbels in ontwikkeling naar volwassenheid te signaleren, eerder de betrokkenen in beeld te hebben en sneller eenduidigheid in handelen na te streven. Een sluitende aanpak, en niet langs elkaar heen werken, begint bij het van elkaar weten en vervolgens vooral samenwerken. De Verwijsindex is daarmee niets meer dan een ondersteunend instrument voor professionals om bij zorgen gemakkelijk met elkaar in contact te komen en onderling afspraken te maken betreffende de hulpverlening. Als de school een melding doet, wordt dat altijd met de ouders besproken. Andere instanties die aan de Verwijsindex meedoen zijn onder andere GGD, Orbis-JGZ, huisartsen, Maatschappelijk Werk, voortgezet onderwijs, peuterspeelzalen, Bureau Jeugdzorg, Centrum voor Jeugd en Gezin. Op de website www.verwijsindex.tv/ouders vindt u meer informatie.
7.14 Sponsoring Binnen het onderwijs is sponsoring geen onbekend verschijnsel waar het gaat om het hoger onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Echter sponsoring is ook binnen het primair onderwijs waargenomen. Uitgangspunt is, dat alle betrokkenen bij de school op een verantwoorde en zorgvuldige manier met sponsoring omgaan. Daarbij dient te worden bedacht, dat de overheid zorgt voor de reguliere bekostiging van scholen. Verder is van belang, dat er uitsluitend sprake is van sponsoring als de sponsor een tegenprestatie verlangt waarmee leerlingen in schoolverband zullen worden geconfronteerd. Schenkingen vallen dus niet onder het begrip sponsoring. De gehele medezeggenschapsraad van onze school is betrokken bij de afwegingen die op het punt van sponsoractiviteiten worden gemaakt.
47
Bijlagen 8.1 Schoolplattegrond Begane grond:
5b 5a
1 02 03 04 05a 05b 06 07 30 31 32 33 34
Speellokaal BSO De Bron BSO De Bron Klaslokaal Directieruimte IB-ruimte Klaslokaal Extra klaslokaal Hal hoofdingang Centrale hal Aula Hal ingang personeel C.V.-ruimte
35 36 36a 37 37a 38 39 40 41 42 43 Br
Keukentje Buitenberging Meterkast: gas/water Berging Meterkast: elektra Toiletten kleuters Toiletten jongens Berging poetsmaterialen Garderobe Toilet personeel Berging Brandslang
48
Bovenverdieping:
08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Klaslokaal Flexibele ruimte Klaslokaal Klaslokaal Flexibele ruimte/opslagruimte Klaslokaal Berging Berging Flexibele ruimte Spreek-/werkruimte Brandkast Trappenhuis
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 B2 Bt
Berging poetsmaterialen Toilet personeel Docentenkamer Keuken Gang Hal/computereiland Trappenhuis Toilet meisjes Toilet jongens Reproruimte Brandslang Brandtrap
49
8.2 Namen en adressen Catharina Labouré
[email protected]
Mw. Daniëlle Stassen-Kicken Locatie-directeur
[email protected] 046-4280873 (Catharina Labouré)
Mw. Marie-Louise Schnackers-Eussen IB-er en waarnemend locatiedirecteur
[email protected]
Mw. Christine van den Langenberg-Mertens Meerscholendirecteur
[email protected] 046-4280500 (St. Martinus)
Zie voor de mailadressen van de leerkrachten onze jaarkalender.
Schoolbestuur Stichting KINDANTE - Leren leren, leren leven Het College van Bestuur van Kindante bestaat uit: De voorzitter van de Raad van Toezicht is:
drs. Y. Prince en dhr. P. Lemmens Mw. C. Langen
Het college van bestuur en het bureau Kindante zijn gehuisvest op onderstaand adres: Arendstraat 10 6135 KT Sittard 046-4363366
[email protected] www.kindante.nl Het postadres is: Stichting Kindante, Postbus 5156, 6130 PD Sittard
Medezeggenschapsraad (MR) Voorzitter:
Mw. L. Jongen (ouder)
Leden:
Mw. C. Brouwers (ouder) Mw. E. Hendriks-Boonen (leerkracht) Mw. M. Schnackers-Eussen (leerkracht)
Adviseur oudergeleding
Mw. I. Hendriks-Janssen (ouder)
De medezeggenschapsraad is te bereiken via
[email protected].
Oudervereniging (OV) Voorzitter:
Dhr. G. Hoezen
Secretaris:
Dhr. M. Diederen
Penningmeester:
Mw. M. Bosma
Leden:
Mw. R. de Bruyn, Dhr. H. van den Essen, Mw. B. Florax, Mw. J. Groneschild, Mw. G. Kuypers, Dhr. M. Evers, Dhr. M. Muermans, Mw. S. Stevens
De oudervereniging is te bereiken via
[email protected].
Overblijven U kunt via SMS contact opnemen met: 06-13604819
50
Externe personen en instanties Postbus 51 (vragen over het onderwijs)
0800-8051 (gratis)
Onderwijsinspectie
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl
Mw. Annelies Canton Laathofstraat 24 6191 GE Beek
046-4378606
Regionaal Bureau Leerplicht
Markt 1 6161 GE Geleen
046-4777492
[email protected] www.springplankvoorjetoekomst.nl
Schoolarts
Mw. W. Govaerts GGD Zuid-Limburg Afd. Jeugdgezondheidszorg Postbus 2022 6160 HA Geleen
046-8506694
[email protected] www.ggdzl.nl/burgers/jeugd-en-gezondheid
Bureau Jeugdzorg
Bureau Jeugdzorg Sittard Bergerweg 100 6135 KD Sittard (Postbus 5118, 6130 PC Sittard)
088-0072940
[email protected] www.bjzlimburg.nl
Centrum voor Jeugd en Gezin
Van Sonsbeecklaan 3 6191 JL Beek
046-8506910 www.cjg-wm.nl
Consulent onderwijs aan zieke kinderen
Mw. M. Hassing Stationstraat 6411NK Heerlen 46 (Postbus 149, 6400 AC Heerlen)
045-8504500
Landelijke bezwaren-, geschillen- en klachtencommissie
Postbus 85191 3508 AD Utrecht
030-2809590
[email protected]
Logopedist
[email protected]
0800-2000 (24 uur per dag) www.eenveiligthuis.nl
Meldpunt kindermishandeling: Veilig Thuis Meldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld
Meldpunt vertrouwensinspecteurs:
0900-1113111 (lokaal tarief)
Samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek
Eloystraat 1a 6166 XM Geleen Directeur: Tiny Meijers-Troquet
085-488 12 80
[email protected]
51