BAS Samenwerkend Leren Vastgesteld mei 2009
De Overstap
DE OVERSTAP BAS-project Ontwikkelingslijn: Samenwerken Ontwikkelingsveld: Coöperatief leren/Tandemleren Vastgesteld: mei 2009
BAS
Doel: Door middel van directe interactie tussen leerlingen in een groepje, leerwinst behalen, door middel van het uitwisselen van gedachten, ideeën en opvattingen. Toepassingsgebied: Deze procedure heeft betrekking op de samenwerkingsvormen waarin het coöperatief leren het middel is om bovenstaand doel te bereiken. Algemeen: Bij coöperatief leren werken goede en minder goede leerlingen (bewust) samen in tweetallen of kleine groepjes. De kinderen; • helpen elkaar • ondersteunen elkaar • zoeken samen naar oplossingen voor problemen Zwakke leerlingen profiteren van de aanmoediging, hulp en uitleg van medeleerlingen. Ook goede leerlingen profiteren van het samenwerken in een heterogene groep. Door anderen te helpen tillen ook zij hun stofbeheersing naar een hoger niveau. Tevens neemt de effectieve leertijd toe. De leerkracht maakt immers gebruik van het vermogen van leerlingen om elkaar te helpen. Coöperatief leren is een middel waarmee de leerlingen op zowel cognitief als sociaal vlak zich sterk ontwikkelen. Om dit te kunnen bereiken dienen de volgende zes sleutels in het coöperatieve slot te worden gestoken: Sleutel 1 : Teams • werken in groepjes (viertallen/tweetallen) • heterogeen in niveau • heterogeen in samenstelling • groepjes wisselen meerdere malen per jaar qua samenstelling Sleutel 2: Klassenmanagement • Cel “Structuur en inrichting” • Cel “Effectieve instructie” • Cel “Regels en Routines” • Stiltesignaal Sleutel 3 : Wil • De wil om samen te werken moet aanwezig zijn. • Cel “Groepsvorming” Sleutel 4: Samenwerken • Samenwerken moet aangeleerd worden. Het oproepen van kennis en de sociale communicatie zijn de twee peilers waarop het coöperatieve leren rust. De leerkracht dient zich hiervan bewust te zijn.
Sleutel 5: Basisprincipes • Gelijkwaardige samenwerking • Individuele verantwoordelijkheid • Gezamenlijke verantwoordelijkheid • Gelijkmatige input Sleutel 6: Structuren • Kaders aanbieden waarbinnen de leerlingen coöperatief leren. (zie succesindicatoren) Succesindicatoren: Gelet op het bovenstaande, achten wij als team de volgende succesindicatoren met betrekking tot het geven van effectieve instructie van belang: Gedurende het schooljaar zullen de in de bijlage genoemde ‘kaders’ worden aangeboden. Aan het eind van ieder schooljaar zullen hier nieuwe afspraken over worden gemaakt. Toetsing • Tijdens de onderwijsinhoudelijke teamvergaderingen • Tijdens het groepsbezoek van de directie • Nabespreking groepsbezoek • Tijdens het functioneringsgesprek • BAS-stuurgroep • Zorgvergaderingen RB 11-05-2009
Coöperatieve leerwerkvormen in groep 1/2 • • • •
Tweespraak Tafelrondje Koppelen van oudste aan jongste kleuter tijdens activiteiten Binnen het thematisch leerstofaanbod zijn er veel samenwerkingsvormen.
Coöperatieve leerwerkvormen in groep 3/4 • • • • • • • • • • • • • • • •
Rondpraat Tweepraat Tafelrondje Denken-delen-doen (begrijpend lezen) Drama-activiteiten (bijvoorbeeld tableau aanvullen en doorspelen) Rekenraadsels/ taalraadsels Deel en vergelijk (begrijpend lezen o.a.) Placemat Lees- en rekenspelletjes Associatieoefeningen Woordveld/woordspin maken Breiverhaal Met sprongen vooruit (bijvoorbeeld getallenreeksen lopen) Lessen evalueren Met elkaar muzikaal verhaal spelen Samenwerkingsopdrachten Taalverhaal en Pluspunt.
Coöperatief leren in groep 5/6 : Binnenkring en buitenkring : Binnenkring stelt en vraag , buitenkring geeft antwoord Binnenkring coacht of prijst Ruilen van rol Binnenkring draait met de klok mee. Toepassen : taal, geschiedenis, rekenen Tweespraak : Kinderen lopen op muziek door het lokaal. Muziek stopt. Tweetallen tegenover elkaar. Praten over een onderwerp dat aangegeven wordt door de leerkracht. Toepassen : gesprek, rekenen ( bv. Tafels), Tafelrondje : Tafelgroepjes schrijven antwoord op. Dan overleg met schoudermaatje, evt. aanvullen. Dan overleg met hele tafelgroepje. Groepsantwoorden worden met de hele klas besproken. Toepassen : taal en begrijpend lezen Rondpraat : Kinderen in een groepje. Iedereen heeft een taak bijv. schrijver, tijdbewaker, iemand die oplet of iedereen aan de beurt komt, iemand die het aan de klas vertelt. Toepassen : taal en begrijpend lezen,geschiedenis.
Placemat : N.a.v. een opdracht schrijft ieder kind uit het groepje zijn resultaten op een kant van het papier. Daarna krijgt het groepje een gezamenlijke opdracht die in het verlengde ligt van de eerste. Nu bedenken ze met het groepje de resultaten en die worden in het midden van het papier geschreven. Toepassen : taal, rekenen, geschiedenis Werken in tweetallen : Leerlingen maken samen een verwerking. Goede leerling gekoppeld aan zwakke leerling. Toepassen : rekenen, taal, geschiedenis, aardrijkskunde,n
Coöperatief leren in groep 7/8 : Lln. helpen elkaar tijdens werk a.d.h.v. vooraf gemaakte opdrachten Taal: eerste les van een hoofdstuk/werken in groepjes van 3 of 4 Werken met een voorzitter/notulist/tijdwaarnemer Spreekbeurten: interactie tussen groep en ‘spreekbeurthouder’
Lln werken in 2 tallen aan geschiedenis/aardrijkskunde/engels Groep7 en 8 door door elkaar/met elkaar. Leerkracht stelt over het algemeen de groepjes samen. Dit voorkomt dat dezelfde lln. steeds geen groepje hebben. Tafelrondje Tweepraat Kringgesprek op maandagmorgen: Lln reageren op elkaar Discussieonderwerpen in de kring/luisteren/reageren op elkaar/vragen stellen Naar elkaar luisteren tijdens kring/boekenbeurt/spreekbeurt Tutor lezen Maatjes lezen Toneelspel/weeksluiting/drama Projecten opzetten