bAlgemeenBestuurBestuursorganenBestuursondersteuningB&WBurgerzakenBestuurlijkesamenwe rkingBestuursondersteuningRaad&RekenkamerOpenbareorde&veiligheidBrandweer&Rampenbes trijdingOpenbareordeenveiligheidOpsporing&ruimingconventioneleexplosievenVerkeervervoerenw aterstaatWegenstraten&pleinenVerkeersmaatregelenOpenbaarvervoerParkerenBinnenhavensenwa terwegenEconomischeZakenHandelenambachtIndustrieNutsbedrijvenOnderwijsOpenbareBasiso nderwijsHuisvestingOnderwijsBijzonderSpeciaalOnderwijsGemeenschappelijkeBaten&Lastenvanhet OnderwijsVolwasseneneducatieCultuurenRecreatieOpenbarebibliotheekVormingswerkenOntwikkel ingswerkSportGroeneSportvelden&terreinenKunstOudheidkunde&MuseaNatuurbeschermingOpenba arGroen&OpenluchtrecreatieOverigerecreatievevoorzieningenSocialeVoorzieningen&maatschap pelijkeDienstverleningBijstandsverleningWerkgelegenheidInkomensvoorzieningMinimabeleidMaat schappelijkebegeleiding&adviesVreemdelingenHuishoudelijkeverzorgingParticipatiebudgetSociaalcul tureelwerkKinderopvangVoorzieningenVolksgezondheid&MilieuOpenbaregezondheidszorgJeugdg ezondheidszorg(Uniformdeel)Jeugdgezondheidszorg(WMOdeel)Afvalverwijdering&afvalverwerkingRi olering&WaterzuiveringMilieubeheerLijkbezorgingRuimtelijkeordening&volkshuisvestingRuimtel ijkeordeningWoningexploitatiewoningbouwStads&dorpsvernieuwingOverigevolkshuisvestingBouwgr ondexploitatieFinanciering&AlgemenedekkingsmiddelenOverigeFinanciëlemiddelenGeldlening& uitzetting>=1jrAlgemeneuitkeringGemeentefondsAlgemenebaten&lastenUitvoeringWetWOZOnroere ndezaakbelastingenToeristenbelastingHondenbelastingPrecariobelastingLastenheffingeninvordering gemeentelijkebelastingenAlgemeenBestuurBestuursorganenBestuursondersteuningB&WBurgerza kenBestuurlijkesamenwerkingBestuursondersteuningRaad&RekenkamerOpenbareorde&veilighei dBrandweer&RampenbestrijdingOpenbareordeenveiligheidOpsporing&ruimingconventioneleexplosie venVerkeervervoerenwaterstaatWegenstraten&pleinenVerkeersmaatregelenOpenbaarvervoerPa rkerenBinnenhavensenwaterwegenEconomischeZakenHandelenambachtIndustrieNutsbedrijvenO nderwijsOpenbareBasisonderwijsHuisvestingOnderwijsBijzonderSpeciaalOnderwijsGemeenschappe lijkeBaten&LastenvanhetOnderwijsVolwasseneneducatieCultuurenRecreatieOpenbarebibliotheekV ormingswerkenOntwikkelingswerkSportGroeneSportvelden&terreinenKunstOudheidkunde&MuseaNa tuurbeschermingOpenbaarGroen&OpenluchtrecreatieOverigerecreatievevoorzieningenSocialeVoor zieningen&maatschappelijkeDienstverleningBijstandsverleningWerkgelegenheidInkomensvoor zieningMinimabeleidMaatschappelijkebegeleiding&adviesVreemdelingenHuishoudelijkeverzorgingPar ticipatiebudgetSociaalcultureelwerkKinderopvangVoorzieningenVolksgezondheid&MilieuOpenbar egezondheidszorgJeugdgezondheidszorg(Uniformdeel)Jeugdgezondheidszorg(WMOdeel)Afvalverwij dering&afvalverwerkingRiolering&WaterzuiveringMilieubeheerLijkbezorgingRuimtelijkeordening& volkshuisvestingRuimtelijkeordeningWoningexploitatiewoningbouwStads&dorpsvernieuwingOveri gevolkshuisvestingBouwgrondexploitatieFinanciering&AlgemenedekkingsmiddelenOverigeFina nciëlemiddelenGeldlening&uitzetting>=1jrAlgemeneuitkeringGemeentefondsAlgemenebaten&lasten UitvoeringWetWOZOnroerendezaakbelastingenToeristenbelastingHondenbelastingPrecariobelastingL astenheffingeninvorderinggemeentelijkebelastingenAlgemeenBestuurBestuursorganenBestuurson dersteuningB&WBurgerzakenBestuurlijkesamenwerkingBestuursondersteuningRaad&RekenkamerO penbareorde&veiligheidBrandweer&RampenbestrijdingOpenbareordeenveiligheidOpsporing&ruim ingconventioneleexplosievenVerkeervervoerenwaterstaatWegenstraten&pleinenVerkeersmaatre gelenOpenbaarvervoerParkerenBinnenhavensenwaterwegenEconomischeZakenHandelenambacht IndustrieNutsbedrijvenOnderwijsOpenbareBasisonderwijsHuisvestingOnderwijsBijzonderSpeciaalO nderwijsGemeenschappelijkeBaten&LastenvanhetOnderwijsVolwasseneneducatieCultuurenRecrea tieOpenbarebibliotheekVormingswerkenOntwikkelingswerkSportGroeneSportvelden&terreinenKunst Oudheidkunde&MuseaNatuurbeschermingOpenbaarGroen&OpenluchtrecreatieOverigerecreatievevo orzieningenSocialeVoorzieningen&maatschappelijkeDienstverleningBijstandsverleningWerkg elegenheidInkomensvoorzieningMinimabeleidMaatschappelijkebegeleiding&adviesVreemdelingenHui shoudelijkeverzorgingParticipatiebudgetSociaalcultureelwerkKinderopvangVoorzieningenVolksgezo ndheid&MilieuOpenbaregezondheidszorgJeugdgezondheidszorg(Uniformdeel)Jeugdgezondheidszo rg(WMOdeel)Afvalverwijdering&afvalverwerkingRiolering&WaterzuiveringMilieubeheerLijkbezorging Ruimtelijkeordening&volkshuisvestingRuimtelijkeordeningWoningexploitatiewoningbouwStads &dorpsvernieuwingOverigevolkshuisvestingBouwgrondexploitatieFinanciering&Algemenedekkin gsmiddelenOverigeFinanciëlemiddelenGeldlening&uitzetting>=1jrAlgemeneuitkeringGemeentefon dsAlgemenebaten&lastenUitvoeringWetWOZOnroerendezaakbelastingenToeristenbelastingHondenb elastingPrecariobelastingLastenheffingeninvorderinggemeentelijkebelastingenAlgemeenBestuurBe stuursorganenBestuursondersteuningB&WBurgerzakenBestuurlijkesamenwerkingBestuursondersteu ningRaad&RekenkamerOpenbareorde&veiligheidBrandweer&RampenbestrijdingOpenbareordeen veiligheidOpsporing&ruimingconventioneleexplosievenVerkeervervoerenwaterstaatWegenstrate n&pleinenVerkeersmaatregelenOpenbaarvervoerParkerenBinnenhavensenwaterwegenEconomisch eZakenHandelenambachtIndustrieNutsbedrijvenOnderwijsOpenbareBasisonderwijsHuisvestingOn
1
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
INHOUDSOPGAVE BELEIDSBEGROTING
A
Algemeen
1. Inleiding
4
2. Leeswijzer
5
3. Raadsvoorstel en ontwerp-raadsbesluit
6
4. De financiën van de gemeente Hengelo 4.1. Meerjarenperspectief 2014-2017 4.2. Grondslagen voor de ramingen bestaand beleid 4.3. Financiële positie 4.4. Gemeentefonds
10 10 15 16 16
B Programmabegroting 5. Het programmaplan
17
5.1. Beleidsprogramma’s nieuwe stijl 5.1.1. Programmasturing 5.1.2. Programmasturing blijft leidend sturingsprincipe 5.1.3. Evaluatie programmaregie 5.1.4. Opgave gericht werken helpt bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken 5.2. Programma’s 5.2.1. Prog.1 : Werk verbindt 5.2.2. Prog.2 : Zorg voor de mens 5.2.3. Prog.3 : Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid 5.2.4. Prog.4 : Naar een aantrekkelijke binnenstad 5.2.5. Prog.5 : Toekomstbestendige stad met focus op Zuid 5.2.6. agenda : Duurzaamheid 5.2.7. agenda : Participatie 5.3. Hoofdfuncties 5.3.1. H0: Algemeen Bestuur 5.3.2. H1: Openbare orde en veiligheid 5.3.3. H2: Verkeer, vervoer en waterstaat 5.3.4. H3: Economische zaken 5.3.5. H4: Onderwijs 5.3.6. H5: Cultuur en recreatie 5.3.7. H6: Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening 5.3.8. H7: Volksgezondheid en milieu 5.3.9. H8: Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 5.3.10. H9: Financiering en algemene dekkingsmiddelen
2
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
18 18 18 19 20 23 23 30 38 45 51 57 62 67 67 74 77 81 84 89 99 108 116 121
versie 01-10-2013
6. Paragrafen 6.1. Lokale heffingen 6.2. Weerstandsvermogen & risico’s 6.3. Onderhoud kapitaalgoederen 6.4. Grondbeleid 6.5. Financiering 6.6. Verbonden partijen 6.7. Bedrijfsvoering 6.7.1. Organisatie 6.7.2. Arbeidsvoorwaarden 6.7.3. Personeel 6.7.4. Informatievoorziening /-technologie 6.7.5. Control en auditing 6.7.6. Inkopen van diensten, leveringen en diensten 6.8. Investeringen
125 126 132 136 139 142 146 166 166 166 167 167 168 169 170
7. Financiële toelichting 7.1. Recapitulatie lasten en baten per hoofdfunctie 7.2. De financiële toelichting per hoofdfunctie 7.3. Overzicht algemene dekkingsmiddelen
172 173 197
171
C Bijlagen 8. Bijlagen en Overzichten 8.1. Reserves & voorzieningen 8.1.1. De mutaties in de reserves 8.1.2. Aard en reden reserves 8.1.3. De mutaties in de voorzieningen 8.1.4. Aard en reden voorzieningen 8.2. Saldi (sub)functie per hoofdfunctie 8.3. Financiering (EMU-saldo) 8.4. Overzicht van incidentele baten en lasten 8.5. Overzicht van structurele toevoegingen en onttrekkingen reserves 8.6. Overzicht van verbonden partijen (zie ook paragraaf 6.6) 8.7. Kadernota 2014-2017 8.8. Raadsbrief “Actualisering financieel perspectief Kadernota 2014-2017/ Meicirculaire 2013 gemeentefonds
3
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
199 200 201 203 203 204 208 209 210 211 213 249
versie 01-10-2013
1:
Inleiding
Deze Beleidsbegroting 2014-2017 geeft een actueel financieel beeld van het bestaand beleid plus de ingevulde bezuinigingsmaatregelen uit de Kadernota 2014-2017. Zoals u in de Kadernota heeft kunnen lezen was er een meerjarig tekort dat globaal in tweeën is te splitsen. De eerste twee jaren, 2014 en 2015, beweegt het tekort zich rond de € 3 miljoen. In de twee jaren daarna, 2016 en 2017, zien we op z’n minst een verdubbeling van het tekort en vanaf 2017 zelfs meer dan dat. Deze tweedeling in de opgave is alleen al aanleiding voor een twee-sporen-aanpak. De samenleving en de gemeente veranderen Los van deze financiële reden zien we dat onze samenleving en de rol van de gemeentelijke overheid daarin stevig en steeds sneller aan het veranderen is. De netwerksamenleving krijgt steeds meer vorm. Dat betekent de komende jaren een verandering van rol voor ons als gemeentelijke overheid. Ook de overdracht van taken van het Rijk naar de gemeenten (de zogeheten decentralisaties) betekent dat er veel zal veranderen in vormgeving en wijze van werken van onze gemeente, waarbij ook de financiële implicaties voorlopig schimmig blijven. Demografische ontwikkelingen als vergrijzing, ontgroening en krimp laten hun sporen na. Ook de veranderende verhoudingen in Nederland, de groeiende focus op Europa als partner en de ‘global shift’ in de wereld hebben hun invloed op Hengelo. Rijksbeleid is risico voor ons financieel beleid De grilligheid van het (financiële) rijksbeleid maakt ook dat wij in steeds beperktere mate kunnen uitgaan van een stabiel gemeentefonds en van voorspelbare doeluitkeringen als inkomstenbronnen van de gemeente. Sterker nog, in materiële zin is het rijksbeleid het grootste risico voor ons financieel beleid. Tot slot zien wij ook dat binnen de planningshorizon van deze meerjarenbegroting wij overgaan naar een volgende raadsperiode. Sluitende begroting voor 2014-2015 Al deze ontwikkelingen en dimensies maken dat ons college er nog steeds van overtuigd is, dat een twee-sporen-beleid het meest recht doet aan de complexe werkelijkheid van dit moment. Het eerste spoor hield in dat we, gelet op een bestendig solide financieel beleid en met inachtneming van het provinciaal toezichtkader, voor de jaren 2014 en 2015 een structureel sluitende begroting aanbieden. De vaststelling van de Kadernota 2014-2017, in juli 2013, heeft geleid tot een structurele ombuigingstaakstelling van ongeveer € 3 miljoen in 2015. Grondige voorbereiding voor nieuwe raad Ons college is zich zeer bewust van de verantwoordelijkheid voor een solide meerjarig financieel beleid. Tegelijkertijd realiseren we ons, gezien alle ontwikkelingen zoals wij die hierboven beschreven, dat we niet over ons ‘eigen graf heen moeten regeren’ door nu voortijdig onomkeerbare bezuinigingsmaatregelen te nemen. Wij zijn dan ook van plan om, in verbinding met uw raad, een grondig proces voor te bereiden en uit te lijnen waarmee de nieuwe raad en het nieuwe college, de bezuinigingsopgave voor de jaren 2016 en 2017 kunnen invullen. Dit betreft, zoals het er nu voorstaat, een extra structurele taakstelling oplopend tot ruim € 5,2 miljoen in 2017. Deze komt dus boven op de eerder genoemde taakstelling in 2015. Welke rol heeft de gemeente Hengelo in de toekomst? Dit bezuinigingsproces zou volgens ons zo moeten zijn ingericht dat het tegemoet komt aan de opgaven waar de gemeentelijke overheid de komende jaren voor staat. Een proces dat dus niet alleen een financieel probleem oplost. Maar ook, en allereerst een antwoord geeft op vragen die gaan over de rol van de gemeente Hengelo in de toekomst. De financiële kaders zijn daarbij randvoorwaarden, zij het van zeer dwingende aard. Het college is blij dat ondanks deze financieel moeilijke tijden we er toch weer in zijn geslaagd om voor de eerste twee jaren een sluitende begroting te presenteren, waarbij zelfs de totale lastendruk voor de burger onder de inflatiecorrectie uitkomt. Deze beleidsbegroting maakt onderdeel uit van de raadsbehandeling op 5 november 2013. Hengelo, 24 september 2013 Burgemeester en wethouders van Hengelo
4
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
2:
Leeswijzer
Na de inleiding en deze leeswijzer treft u in hoofdstuk 3 het raadsvoorstel, de overwegingen en het daarbij behorende ontwerp-raadsbesluit aan. Hoofdstuk 4 is gewijd aan de financiële positie van de gemeente Hengelo. Hierin staat het financieel meerjarenperspectief 2014-2017 centraal. In hoofdstuk 5 Deel A worden de beleidsprogramma’s en de daarbij behorende programmasturing toegelicht. Relevante ontwikkelingen uit de actualiteit worden in de onderscheiden programma’s beschreven. In hoofdstuk 5 Deel B worden de traditionele hoofdfuncties toegelicht. Hoofdstuk 6 bevat de “paragrafen” van de begroting. Hierin wordt o.a. aandacht besteed aan de lokale heffingen, risico’s en het weerstandsvermogen, aan het onderhoud van de duurzame kapitaalgoederen, het grondbeleid, de financiering, de verbonden partijen, de interne bedrijfsvoering en de ARI-investeringen. Hoofdstuk 7 betreft de financiële toelichting over ‘uitkomsten’ weergegeven in de samenvatting van baten en lasten. Naast de gebruikelijke bijlagen zijn de “Kadernota 2014-2017” en de raadsbrief “Actualisering financieel perspectief Kadernota 2014-2017/Meicirculaire 2013 gemeentefonds” als bijlagen opgenomen.
5
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
3:
Raadsvoorstel en ontwerp-raadsbesluit
ZAAKNUMMER
BEHANDELEND
SECTOR
PORT. HOUDER
PF-FB
Wieger Mulder
AMBTENAAR
1006429
Horck, Marianne
ONDERWERP
Beleidsbegroting 2014-2017
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
Overige
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Op grond van de artikelen 190 en 191 van de Gemeentewet biedt het college van burgemeester en wethouders jaarlijks, tijdig voor 15 november voor aanvang van het begrotingsjaar, een ontwerpbegroting en meerjarenramingen ter vaststelling aan. De Beleidsbegroting 2014-2017 behelst de financiële actualisering van het bestaand beleid en de ingevulde bezuinigingsmaatregelen uit de Kadernota 2014-2017. Zoals u in het geactualiseerd financieel perspectief van de Kadernota 2014-2017 heeft kunnen zien was er meerjarig een tekort dat globaal te verdelen is in twee ordes van grootte. De eerste twee jaren, 2014 en 2015, beweegt het tekort zich rond de € 3 miljoen. In de twee jaren van de planningshorizon daarna, 2016 en 2017, zien we op z’n minst een verdubbeling van het tekort en vanaf 2017 zelfs meer dan dat. Deze tweedeling in de opgave was alleen al aanleiding voor een twee-sporen-aanpak. Het eerste spoor hield in dat we, gelet op een bestendig solide financieel beleid en met inachtneming van het provinciaal toezichtkader, voor de jaren 2014 en 2015 momenteel een structureel sluitende begroting aanbieden. De vaststelling van de Kadernota 2014-2017, in juli 2013, heeft geleid tot een structurele ombuigingstaakstelling van ongeveer € 3 miljoen in 2015. Ons college is zich zeer bewust van de verantwoordelijkheid voor een solide meerjarig financieel beleid. En tegelijkertijd realiseren we ons, dat we niet over ons “eigen graf heen moeten (willen) regeren” door nu voortijdig definitief onomkeerbare bezuinigingsmaatregelen te nemen. Het tweede spoor combineert deze twee dimensies van onze bestuurlijke verantwoordelijkheid. Wij zijn van plan om, in verbinding met uw raad, een grondig proces voor te bereiden en uit te lijnen, waarmee de nieuwe raad en het nieuwe college, de bezuinigingsopgave voor de jaren 2016 en 2017 kunnen invullen. Dit betreft, zoals het er nu voorstaat, een extra structurele taakstelling oplopend tot € 5,2 miljoen in 2017. Deze komt dus boven op de eerder genoemde taakstelling in 2015. Dit bezuinigingsproces zou volgens ons zo moeten zijn ingericht dat het tegemoet komt aan de opgaven waar de gemeentelijke overheid de komende jaren voor staat. Een proces dat dus niet alleen een financieel probleem oplost. Maar ook, of beter geformuleerd, allereerst een antwoord geeft op vragen die gaan over de rol van de gemeente Hengelo in de toekomst. De financiële kaders zijn daarbij randvoorwaarden, zij het van zeer dwingende aard.
6
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
INHOUD VAN HET VOORSTEL
De Beleidsbegroting 2014-2017 sluit met de volgende saldi (* € 1.000): 2014: Positief resultaat na bestemming: 232
2015: 0
20161): 158
20171): 51
1)
Voor de jaren 2016 en 2017 zijn taakstellende stelposten opgenomen voor het “2e spoor bezuinigen”. Zie hiervoor de uitgebreide toelichting.
Voor een analyse van de noemenswaardige verschillen ten opzichte van de Kadernota 2014-2017 en de grondslagen, waarop de ramingen zijn gebaseerd, wordt verwezen naar hoofdstuk 4 van de Beleidsbegroting. ARI-investeringen De ARI-investeringen (Centraal Station Twente/Laan Hart van Zuid en Inrichting openbare ruimte Esrein (=Herinrichting Industriestraat)) staan nog voor de komende tijd op de rol. Voor het Centraal Station/Laan Hart van Zuid is binnen ARI een investeringsbedrag van € 3 miljoen gereserveerd voor 2015; voor de inrichting van de openbare ruimte Esrein € 1,45 miljoen. In het ARI-berekeningsmodel was er vanuit gegaan om deze twee investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut af te schrijven. Door de verdere uitfasering van een aantal investeringen, zoals het Stadskantoor, is het nu mogelijk om deze investeringen in een keer af te schrijven. Na afronding van deze betreffende projecten en de nog lopende projecten voor de binnenstad, 30 km zones en het stadhuis/stadskantoor zullen wij u te zijner tijd adviseren om deze reserve op te heffen. Alle lasten zijn op dat moment verdisconteerd in de begroting. De lasten van de reeds beschikbaar gestelde investeringskredieten uit ARI zijn al op productniveau geraamd in de voorliggende begroting. De kapitaallasten, die voortvloeiden uit deze investeringen, zijn al in mindering gebracht op de jaarlijkse toevoeging aan de reserve ARI in de begroting. Wij stellen u voor in te stemmen met de voorgestelde constructie om de ARI-investeringen Centraal Station Twente/Laan Hart van Zuid en inrichting openbare ruimte Esrein in een keer af te schrijven (na ingebruikname). Communicatie: Een persbericht volgt bij het definitieve besluit. Vervolgtraject: Na de vaststelling door de raad zal de Beleidsbegroting 2014-2017, aangevuld met eventuele amendementen en/of moties, worden gedrukt. Deze begroting wordt in het kader van het financieel toezicht aan het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel aangeboden.
BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
1) 2) 3)
4) 5)
7
De Beleidsbegroting 2014-2017 vast te stellen; Het programmaplan, bestaande uit de politieke programma’s en de hoofdfuncties, als beleidsinhoudelijk kader vast te stellen; Het college van burgemeester en wethouders voor het jaar 2014 te machtigen tot het uitvoeren van het programmaplan als opgenomen in hoofdstuk 5 van de Beleidsbegroting 2014-2017; Voor het jaar 2014 de lasten en baten per hoofdfunctie, inclusief de geraamde mutaties van de reserves binnen de hoofdfuncties, als financieel kader vast te stellen; De ARI-investeringen, Centraal Station Twente/Laan Hart van Zuid en Inrichting openbare ruimte Esrein, in een keer af te schrijven (na ingebruikname)
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
FINANCIËLE ASPECTEN
De samenvatting van de noemenswaardige financiële mutaties ten opzichte van de Kadernota 20142017 zijn verwoord in hoofdstuk 4 van de Beleidsbegroting 2014-2017.
HEEFT DE RAAD NOG MEER INFORMATIE NODIG OM TOT EEN AFGEWOGEN BESLUIT TE KUNNEN KOMEN?
De Kadernota 2014-2017 en de raadsbrief “Actualisering financieel perspectief Kadernota 20142017/Meicirculaire 2013 gemeentefonds” van 18 juni jl. zijn als bijlagen toegevoegd aan de Beleidsbegroting 2014-2017 (resp. bijlage 8.7 en 8.8)
BIJLAGE(N)
Beleidsbegroting 2014-2017
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
8
De burgemeester
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
CONCEPT-RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1006429
Horck, Marianne
PF-FB
Wieger Mulder
ONDERWERP
Beleidsbegroting 2014-2017
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
1) De Beleidsbegroting 2014-2017 vast te stellen; 2) Het programmaplan, bestaande uit de politieke programma’s en de hoofdfuncties, als beleidsinhoudelijk kader vast te stellen; 3) Het college van burgemeester en wethouders voor het jaar 2014 te machtigen tot het uitvoeren van het programmaplan als opgenomen in hoofdstuk 5 van de Beleidsbegroting 2014-2017; 4) Voor het jaar 2014 de lasten en baten per hoofdfunctie, inclusief de geraamde mutaties van de reserves binnen de hoofdfuncties, als financieel kader vast te stellen; 5) De ARI-investeringen, Centraal Station Twente/Laan Hart van Zuid en Inrichting openbare ruimte Esrein, in een keer af te schrijven (na ingebruikname)
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
9
DATUM
5-11-2013
De voorzitter
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
4: De financiën van de gemeente Hengelo
4.1 Meerjarenperspectief 2014-2017 2014 een financieel “bewogen” (tussen)jaar… Het begrotingsjaar 2014 zal in financiële zin een bewogen jaar worden. De exacte financiële impact van de transities zal gestalte krijgen. De financiële consequenties als gevolg van de herverdeling van het gemeentefonds, met ingang van 2015, worden helder. Het is onzeker of we de komende jaren nog meer rijksbezuinigingen kunnen verwachten. Al deze onderdelen leiden er toe dat we in 2014 “aan de vooravond” staan van het 2e spoor van bezuinigingen. Dit spoor zal door de nieuwe gemeenteraad worden ingevuld. Meerjarenperspectief Op dit moment geeft deze begroting inzicht in de huidige stand van zaken met betrekking tot het financieel perspectief 2014-2017. Medio september 2013 bestaat er, bij het opstellen van deze voorliggende beleidsbegroting, nog geen zicht op de definitieve invulling van de aanvullende rijksbezuinigingen van € 6 miljard. Dit houdt in dat de exacte doorwerking daarvan nog niet is vertaald in deze begroting. Wij verwachten wel dat we in de Kadernota 2014-2017 hierop voldoende hebben geanticipeerd. Er is rekening gehouden met een tegenvallend accres in het gemeentefonds van structureel € 1,0 miljoen. Daar boven op hebben we door de grilligheid van het rijksbeleid in de afgelopen jaren nog een stelpost voor onvoorziene tegenvallers opgenomen van bijna € 1,5 miljoen in 2014. Zoals we ook al bij de Kadernota hebben voorgesteld geldt nog steeds de noodzaak en de wenselijkheid van het, gezien de dynamiek, regelmatig actualiseren van het financieel perspectief. Wanneer er nieuwe inzichten ontstaan, dan zullen wij uw raad wederom informeren. In de Kadernota 2014-2017 zijn de financiële hoofdlijnen beschreven voor de komende jaren. De Kadernota was het startpunt voor dit begrotingsproces. In goede tijden gaf deze nota de koers aan voor de beleidsintensiveringen e.d., maar de laatste jaren zijn we door het rijksbeleid genoodzaakt om in te steken op bezuinigingsmaatregelen. Zoals we ook al in onze raadsbrief van 12 februari jl. hebben aangegeven, waren we met name door rijksbezuinigingen, als uitvloeisel van het regeerakkoord, wederom genoodzaakt om een nieuwe bezuinigingsronde te starten. In het dekkingsplan begroting 2014-2017, als onderdeel van de Kadernota, treft u de voorgestelde maatregelen van deze nieuwe bezuinigingsronde aan. De Kadernota 2014-2017 en de raadsbrief “Actualisering financieel perspectief Kadernota 2014-2017/Meicirculaire 2013 gemeentefonds” van 18 juni jl. zijn als bijlagen toegevoegd in deze begroting (respectievelijk bijlage 8.7 en 8.8). Verwerking maatregelen Kadernota 2014-2017 Alle maatregelen, die genoemd zijn in de Kadernota 2014-2017, zijn al verwerkt in de nu voorliggende begroting (inclusief de stelposten 2e spoor bezuinigen). In het dekkingsplan 20142017, als onderdeel van de Kadernota, was voor de jaren 2016-2017 een taakstellende invulling gegeven op de verschillende domeinen. Deze benaderingswijze hebben we de afgelopen jaren bij de bezuinigingsoperaties gehanteerd. De taakstellingen, voor dit 2e bezuinigingsspoor, behelzen voor de jaren 2016 en 2017 respectievelijk € 2,9 en ruim € 5,2 miljoen. Deze taakstellingen zijn als stelposten verwerkt in de begroting. Daarnaast zijn we inmiddels, tussen de vaststelling van de Kadernota begin juli 2013 en medio september 2013, ingehaald door het feit dat de begrotingen 2014 van de Regio Twente/ Netwerkstad en de Veiligheidsregio Twente inmiddels zijn vastgesteld, waardoor we voor deze organisaties voor verplichte uitgaven in 2014 staan. Tevens is het restant van de “oude” bezuinigingstaakstelling “Druk- en publicatiekosten bestemmingsplannen” niet meer realiseerbaar. De nu voorliggende begroting is gestoeld op de actualisatie van het meerjarenperspectief 20142017 op detailniveau. De definitieve uitwerking leidt tot het volgend financieel meerjarenperspectief voor de komende jaren:
10
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Meerjarenperspectief 2014-2017:
Vertrekpunt Kadernota 2014-2017 (incl. bijgesteld financieel perspectief juni 2013) Bijstandsverlening inkomensdeel/gemeentefonds Uitbreiding formatie ivm uitbreiding WWB cliënten Minimabeleid
bedragen (* € 1.000) 2014:
2015:
2016:
2017:
566
64
0
0
295
314
758
752
0
-119
-183
-183
-80
-80
-80
-80
Onderuitputting kapitaallasten
0
0
-100
-200
Invloed verlagen omslagrente op algemene dienst (GREX)
0
12
-134
-50
Diverse verschillen
-124
-269
-103
-188
Subtotaal begroting 2014-2017 (incl. verwerking Kadernota2014-2017)
657
-78
158
51
Regio Twente/Netwerkstad
-326
0
0
0
Veiligheidsregio Twente
-100
0
0
0
-90
-90
-90
-90
90
168
90
90
231
0
1581)
511)
Niet gerealiseerde bezuinigingen:
Druk- en publicatiekosten bestemmingsplannen Onvoorziene tegenvallers:
Begrotingssaldo 2014-2017: 1)
Voor de jaren 2016 en 2017 zijn taakstellende stelposten opgenomen voor het “2e spoor bezuinigen”.
Op basis van het bovenstaand meerjarenperspectief kunnen we concluderen dat we nagenoeg op koers liggen, zoals we ook in de Kadernota 2014-2017 hebben geschetst (zie regel: Subtotaal begroting 2014-2017 (incl. verwerking Kadernota 2014-2017). In het dekkingsplan 2014-2017, als onderdeel van de Kadernota, was voor de jaren 2016-2017 een taakstellende invulling gegeven op de verschillende domeinen. Deze benaderingswijze hebben we de afgelopen jaren bij de bezuinigingsoperaties gehanteerd. Wij voorzien op dit moment voor die jaren tekorten van respectievelijk € 2,9 en ruim € 5,2 miljoen. Door met name de grilligheid van het huidige rijksbeleid kunnen deze voorspellingen er volgend jaar heel anders uitzien. Dan wordt opnieuw de balans opgemaakt en is de nieuwe gemeenteraad aan zet om fundamentele keuzes te maken. De taakstellingen, voor dit 2e bezuinigingsspoor, zijn als stelposten verwerkt in de begroting. Ten opzichte van de Kadernota 2014-2017 zijn er nog noemenswaardige verschillen. Deze worden hieronder toegelicht. Noemenswaardige verschillen Bijstandsverlening inkomensdeel/gemeentefonds Ten opzichte van de Kadernota 2014-2017 is de verwachte autonome groei van het aantal uitkeringen verder toegenomen. Er is met een groeipercentage gerekend van 8,5% eind 2014 ten opzichte van de prognose voor eind 2013. Door extra maatregelen in het kader van “strenger aan de poort” kunnen naar verwachting de uitgaven enigszins worden beperkt. Naast deze volume-ontwikkeling is de gemiddelde prijs per uitkering verhoogd, met name als gevolg van de Wet uniformering loonbegrip en een verwachte prijsstijging van 1,5% stijgt de gemiddelde prijs van een uitkering van € 14.533 (geraamd 2013) naar € 14.800 (prognose). De nader voorlopige rijksbijdrage van circa € 29,1 miljoen is met 5% verhoogd. Bij de huidige systematiek volgt de rijksbijdrage met enige vertraging de landelijke volume- en prijswijzigingen. De uitkeringen algemene bijstand stijgen in 2014 naar ruim € 32,5 miljoen, terwijl de verwachte rijksbijdrage uitzet naar ruim € 30,5 miljoen. Vanaf 2014 wordt in de begroting rekening gehouden met een bedrag van € 300.000 voor het project Trajecten PostNL, zoals ook in de Kadernota was 11
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
verwoord. De uitgaven voor starters Bbz en de terugontvangsten blijven naar verwachting gelijk ten opzichte van de begroting 2013. Per saldo leidt het onderdeel bijstandsverlening inkomensdeel voor de jaarschijf 2014 ten opzichte van de Kadernota tot een positief effect van circa € 114.000. Deze ontwikkelingen werken ook door in de gemeentefondsuitkering, de formatieve bezetting en het minimabeleid. Door de volumemutaties stijgt de gemeentefondsuitkering in 2014 met € 181.000. Uitbreiding formatie i.v.m. uitbreiding WWB cliënten De formatie van de klantmanagers is gekoppeld aan het aantal cliënten. Door de verwachte ontwikkeling van het aantal cliënten zal de formatie toenemen. Deze uitvoeringskosten worden vergoed door de toegenomen gemeentefondsuitkering. Minimabeleid Door een autonome toename van het klantenbestand wordt verwacht dat het aantal huishoudens dat een beroep zal doen op een langdurigheidstoeslag en verstrekkingen bijzondere bijstand met 5% stijgt. Dit levert een lastenstijging van € 80.000 op. Onderuitputting kapitaallasten De afgelopen jaren was er steeds sprake van het achterblijven van de uitvoering van investeringsvoorstellen ten opzichte van de eerdere begrotingsramingen. Dit heeft tot gevolg dat er jaarlijks sprake is van onderuitputting op de kapitaallasten. Dit houdt in dat de (geraamde) kapitaallasten, die voortvloeien uit het investeringswerk in werkelijkheid (op rekeningbasis), niet meer ten laste komen van het betreffend (begrotings)jaar. Dit leidt dus tot een voordeel op de kapitaallasten. Daarom hebben we de laatste jaren een reguliere post geraamd voor onderuitputting kapitaallasten van € 800.000. Deze post is ook telkens in werkelijkheid gerealiseerd. Wij beseffen dat deze post, gelet op het investeringsvolume, op termijn niet op het huidige niveau haalbaar is en hebben daarom deze post voor de jaren 2016 en 2017 neerwaarts bijgesteld met respectievelijk € 100.000 en € 200.000. Invloed verlagen omslagrente op algemene dienst (GREX) De gemeenteraad heeft op 10 september jongstleden ingestemd met het raadsvoorstel “Verlagen omslagrente”. Het aanpassen van de omslagrente bij de grondexploitaties heeft ook gevolgen voor de “algemene dienst” (de reguliere exploitatie). Door het verlagen van de omslagrente in 2014 is een nadeel van € 456.000 ontstaan binnen de algemene dienst. Om dit nadeel op te vangen is een deel van de in de Kadernota 2014-2017 gereserveerde € 2 miljoen voor de risico’s binnen het grondbedrijf ingezet, zodat dit voor de jaarschijf 2014 budgettair neutraal uitpakt. De gevolgen voor de meerjarenramingen 2015-2017 zijn hiervoor geschetst in het geactualiseerde financieel perspectief. Diverse verschillen Met name veroorzaakt, doordat: • de aanschaf van vervangingsinvesteringen is uitgesteld en/of de looptijd ervan in het verleden is verlengd (door de eerder vastgestelde afschrijvingstermijnen door de uw gemeenteraad); • verschuiving van uren van kostendekkende producten naar de algemene dienst. Niet gerealiseerde bezuinigingen Zoals uit de actualisatie van de stand van zaken bij de 2e Beleidsrapportage 2013 zal blijken, zijn nagenoeg alle bezuinigingstaakstellingen onder schot. Daar mogen we met z’n allen best trots op zijn, gelet op de grote bezuinigingsopgaves waar we de afgelopen jaren voor stonden. Echter één taakstelling is op structureel niveau grotendeels niet te concretiseren. Dat betreft de druk- en publicatiekosten van bestemmingsplannen. Daarnaast heeft de Regioraad op 3 juli 2013 de begrotingen 2014 van de Regio Twente en de Veiligheidsregio vastgesteld en deze zijn daardoor verbindend geworden. Regio Twente/Netwerkstad/Veiligheidsregio Twente Weliswaar worden door een extra bezuiniging de loon- en prijsstijgingen gecompenseerd in de regiobegroting, maar desondanks is nog steeds sprake van een hogere bijdrage ad € 325.000 aan de regio Twente ten opzichte van de begroting 2013. Toch zijn wij van mening dat deze taakstelling wel in de meerjarenramingen gehandhaafd dient te blijven. Onze bestendige gedachte en gedragslijn is, dat ook samenwerkingsverbanden van gemeenten moeten meedoen met de algehele trend van verlaging van budgetten bij individuele gemeenten. Bestuurlijk dient er fors op ingezet te worden om de bezuiniging vanaf 2015 wel te realiseren. 12
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Veiligheidsregio Twente Uit de vastgestelde begroting van de Veiligheidsregio Twente blijkt dat de opgelegde taakstelling van € 100.000 in 2014 niet wordt gehaald. Deze taakstelling loopt vanaf 2016 op tot een structureel niveau van € 370.000. Ook deze taakstelling handhaven wij in de meerjarenramingen. De niet te realiseren bedragen 2014 voor de regio Twente/Netwerkstad en de Veiligheidsregio Twente zijn in mindering gebracht op het begrotingssaldo 2014. Druk- en publicatiekosten bestemmingsplannen Daarnaast kwam bij de actualisering van de stand van zaken, zoals hiervoor al geschetst, van reeds in gang gezette bezuinigingen een tot zover niet geheel te realiseren bezuiniging naar voren. Dit betreft de stelpost druk- en publicatiekosten bestemmingsplannen. Een wijziging van het bestemmingsplan kent 2 aanleidingen: 1. actualisatieplicht: de gemeente is zelf initiatiefnemer en neemt de kosten in de algemene dienst. 2. ontwikkeling in het kader van gemeentelijke projecten dan wel in opdracht van derden: de kosten van het bestemmingsplan worden doorbelast aan de grondexploitaties dan wel derden. De kosten van een bestemmingsplan bestaan uit personeelskosten en feitelijke druk- en publicatiekosten. De raad heeft met de betreffende maatregel willen bezuinigen op de druk- en publicatiekosten (€ 100.000). De kosten van het opstellen van de plannen c.q. het maken van de inhoud verminderen niet. De personele lasten blijven gelijk. De begrotingspost binnen de algemene dienst in relatie tot bestemmingsplannen kan als gevolg van de bedoelde maatregel dan ook niet gekort worden. Door minder papieren versies beschikbaar te stellen aan de raad is een bezuiniging op drukkosten mogelijk. Die bezuiniging is ook doorgevoerd (er wordt nu 1 exemplaar per fractie verstrekt). Deze drukkosten worden gemaakt bij het gemeentelijk Grafisch Service Centrum en zijn € 5.000 lager. De verlaging van de drukkosten leiden bijna altijd tot lagere lasten in de grondexploitaties dan wel bij derden in rekening gebrachte kosten. Het grootste deel van de taakstelling, € 90.000 wordt niet gerealiseerd, € 10.000 is gerealiseerd door een verlaging van het budget voor drukkosten (€ 5.000) en deels is een ander budget van de sector Ruimte (€ 5.000) ingezet. Onvoorziene tegenvallers Het niet gerealiseerde bezuinigingsbedrag voor druk- en publicatiekosten bestemmingsplannen van € 90.000 is gedekt uit de stelpost post onvoorziene tegenvallers. Deze stelpost was naast de effecten van de aanvullende rijksbezuinigingen bestempeld voor het niet realiseren van reeds eerder genomen bezuinigingstaakstellingen. Tevens vangen we het nadelig saldo 2015 op, door de inzet van een deel van deze stelpost. Voor onvoorziene tegenvallers resteert dan nog bijna € 2,4 miljoen in 2014, ruim € 1,8 miljoen in 2015 oplopend tot ruim € 3 miljoen in 2017. Overige ontwikkelingen/risico’s Lokale lastendruk Wij zijn van mening dat in deze (crisis)tijd een duidelijke lastenverzwaring voor de burger moet worden vermeden. Hierbij gaat het om de totale gemeentelijke woonlasten, voor wat betreft de onroerende-zaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing. De OZB is gecorrigeerd voor 1,75% inflatie-correctie en de 1% extra op basis van het vorig jaar vastgestelde Dekkingsplan 2013-2016 onder de noemer “Koersvast in krappe tijden”. Het vaste tarief voor Diftar kan wederom omlaag onder gelijktijdige stijging van het variabel tarief voor de restcontainers en verlaging van het tarief voor de GFT-containers. In het afzonderlijke raadsvoorstel Belastingtarieven 2014 wordt deze aanpassing nader toegelicht. Dit raadsvoorstel wordt tegelijkertijd met deze voorliggende begroting aan de gemeenteraad aangeboden, ter behandeling in de raadsvergadering van 5 november 2013. De rioolheffing blijft op hetzelfde niveau dan 2013. Onderstaande tabel laat de tarieven voor 2013 en de effecten van de voorgestelde belastingtarieven 2014 zien bij een gemiddelde WOZ-waarde, een gemiddeld tarief afvalstoffenheffing (op basis van het gemiddeld aanbodgedrag) en gelijkblijvend tarief voor rioolheffing:
13
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
OZB (o.b.v. de gemiddelde woningwaarde) Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totale woonlasten:
2013: 232,67 250,69 187,20 670,56
2014: 239,90 248,18 187,20 675,28
Voor 2014 gaat het, voor een eigenaar van een woning, in totaliteit om een stijging van 0,7% aan totale gemeentelijke woonlasten ten opzichte van 2013. Gelet op de gehanteerde inflatiecorrectie van 1,75% bij de algemene dekkingsmiddelen blijft dit ruimschoots binnen de marge. Voor een huurder van een woning is er sprake van een geringe daling van de (gemiddelde) gemeentelijke woonlasten. Parkeren Zoals toegezegd bij de behandeling van de Kadernota 2014-2017, zal in de begroting aandacht worden geschonken aan de ontwikkeling van de parkeeropbrengsten. We verwachten dat het aantal parkeeruren in de stad waarschijnlijk een dalende trend blijft vertonen. De oorzaken hiervoor zijn te vinden in de crisis, de toenemende internetverkoop en het toenemend gebruik van elektrische fietsen. Als deze trend zich doorzet dan zal de geprognosticeerde daling uitkomen op waarschijnlijk 3-4 % (circa € 40.000) per jaar, op basis van de gemiddelde trend van de afgelopen (crisis)jaren. Als Lange Wemen doorgaat, vervallen bovendien de best renderende parkeerplaatsen van de binnenstad en kan er nog een extra daling van de geraamde inkomsten binnen de parkeerbegroting worden verwacht. In het najaar van 2013 vindt bovendien een draagvlakonderzoek plaats onder bewoners over de blauwe zones. Als deze niet gehandhaafd blijven, zullen de inkomsten uit parkeren in de binnenstad nog verder kunnen teruglopen. Toch beginnen zich de eerste signalen van economisch herstel af te tekenen, waardoor het consumentenvertrouwen zal toenemen en naar verwachting ook het bezoek aan de binnenstad. Vooralsnog ondernemen we geen acties, omdat nog niet duidelijk is of de gesignaleerde trend zich in structurele vorm zal doorzetten. Wel willen we de opbrengsten voortdurend blijven monitoren. Bij de Beleidsrapportages zal worden bekeken of alsnog bijstelling noodzakelijk is. Warmtenet Naar verwachting zal eind 2013 of begin 2014 groen licht worden gegeven ten aanzien van het staatssteundossier. Groen licht zou inhouden dat, naar het oordeel van de Europese Commissie, in de opstartfase van Warmtenet door de gemeente Hengelo geen ontoelaatbare (staats)steun heeft plaatsgevonden. Inmiddels zijn er verkenningen gaande naar een mogelijke samenwerking met het Enschedese Warmtenet. Als het staatssteundossier is afgerond kan de verzelfstandiging van Warmtenet haar beslag krijgen. Dit zal inhouden dat Warmtenet niet langer onderdeel van de gemeente Hengelo is, maar dat samen met een of meer externe partners een nieuwe rechtspersoon in het leven wordt geroepen. Over de actuele ontwikkelingen inzake Warmtenet zullen wij uw raad regelmatig informeren. Grondexploitaties De risico’s bij het grondbedrijf lijken het afgelopen jaar te zijn toegenomen door verslechterende economische omstandigheden. Het grondbedrijf heeft echter al een aantal maatregelen genomen en verwerkt in de herzieningen van de grondexploitaties per 1-1-2013. De verwachte afzet is bijvoorbeeld naar beneden bijgesteld. Daarmee heeft het grondbedrijf het verlies al genomen in de voorzieningensfeer en vervallen er risico’s. Daarom nemen op dit moment de risico’s voor het grondbedrijf in financiële zin nog niet toe. ARI-investeringen (Centraal Station Twente/Laan Hart van Zuid en Inrichting openbare ruimte Esrein). De ARI-investeringen Centraal Station Twente/Laan Hart van Zuid en inrichting openbare ruimte Esrein (=Herinrichting Industriestraat) staan nog voor de komende tijd op de rol. Voor het Centraal Station/Laan Hart van Zuid is binnen ARI een investeringsbedrag van € 3 miljoen gere-serveerd voor 2015; voor de inrichting van de openbare ruimte Esrein € 1,45 miljoen. In het ARIberekeningsmodel was er vanuit gegaan om deze twee investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut af te schrijven. Door de verdere uitfasering van een aantal investe-ringen, zoals het Stadskantoor, is het nu mogelijk om deze investeringen in een keer af te schrijven.
14
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Na afronding van deze betreffende projecten en de nog lopende projecten voor de binnenstad, 30 km zones en het stadhuis/stadskantoor zullen wij u te zijner tijd adviseren om deze reserve op te heffen. Alle lasten zijn op dat moment verdiscon-teerd in de begroting. De lasten van de reeds beschikbaar gestelde investeringskredieten uit ARI zijn al op productniveau geraamd in de begroting. De kapitaallasten, die voortvloeiden uit deze investeringen, zijn al in mindering gebracht op de jaarlijkse toevoeging aan de reserve ARI in de begroting. Wij stellen u voor in te stemmen met de voorgestelde constructie om de ARI-investeringen Centraal Station Twente/Laan Hart van Zuid en inrichting openbare ruimte Esrein in een keer af te schrijven. 4.2 Grondslagen voor de ramingen bestaand beleid Voor de ramingen bestaand beleid zijn in de begroting 2014-2017 de volgende grondslagen van toepassing. Looncompensatie De looptijd van de huidige CAO-gemeenten liep tot en met 31 december 2012. Voor het begrotingsjaar 2013 e.v. waren we in de beleidsbegroting 2013-2016 uitgegaan van de nullijn. Op basis van het “Oranje-akkoord” (maart 2013) had het kabinet de nullijn voor de rijksambtenaren doorgetrokken naar 2014 en als zodanig ingeboekt op de rijksbegroting. Door de vaststelling van het Sociaal Akkoord is deze bezuinigingsmaatregel weer teniet gedaan. In augustus jl. is bekend geworden dat het kabinet (als nog) moet bezuinigen. Vooralsnog is er nog geen zicht op een nieuwe CAO voor gemeente-ambtenaren en op de exacte invulling van de rijksbezuinigingen. In de begroting 2014-2017 blijven we dan vooralsnog uitgaan van de nullijn en zal geen stelpost voor looncompensatie worden opgenomen. Prijscompensatie Gelet op de nog steeds onzekere tijden en de (nieuwe) rijksbezuinigingen, die leiden tot een lagere gemeentefondsuitkering, is er voor gekozen om de prijzen niet met een bepaald percentage te verhogen in deze begroting. Constante lonen en prijzen In de meerjarenramingen wordt, zoals gebruikelijk uitgegaan van constante lonen en prijzen. Omslagrente De omslagrente is met ingang van de begroting 2014 aangepast van 5,5 % naar 4,5 %. De effecten daarvan zijn in de afzonderlijke notitie “Verlagen omslagrente” uitgebreid toegelicht. In de raadsvergadering van 10 september 2013 heeft de gemeenteraad conform het raadsvoorstel besloten. Tarieven en subsidies Op basis van het voorgaande komen de tarieven en subsidies in principe uit op de nullijn, mits ze geen onderdeel uitmaken van de bezuinigingsmaatregelen genoemd in de Kadernota 2014-2017. Navenant zullen de ontvangen huurbedragen niet stijgen voor de inflatiecorrectie. Wel kunnen er andere afspraken met verenigingen, instellingen etc. zijn gemaakt over huurverhogingen buiten de prijscompensatie om. Belastingen en heffingen In het coalitieakkoord is het uitgangspunt geformuleerd: “totale gemeentelijke lasten voor de Hengelose burger stijgen niet, behalve dan de met een inflatiecorrectie. Als het echt niet anders kan accepteren wij tijdelijke maatregelen om de begroting sluitend te maken.” De tijden zijn sinds het opstellen van het coalitieakkoord veranderd. Het rijk heeft aanzienlijke bezuinigingen op gemeenten afgewenteld. Desondanks zijn we er in geslaagd de lasten voor de burger niet te laten stijgen boven de inflatiecorrectie. Bij de algemene dekkingsmiddelen is conform de Kadernota uitgegaan van een inflatiecorrectie (indexering) van 1,75 % met ingang van 2014. Voor de toeristenbelasting gelden nieuwe gedifferentieerde tarieven. In de begroting 2014-2017 is zoals gebruikelijk ook gekeken naar het totaalpakket aan belastingmaatregelen. Op basis van het geactualiseerd verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2013-2017 stellen wij voor om de rioolheffing, net als in 2013, ook in 2014 niet te verhogen. Bij de afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van 100 % kostendekkendheid. 15
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Gemeentefondsuitkering De gemeentefondsuitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2013 van het gemeentefonds. De taakmutaties in het gemeentefonds, op grond van de meicirculaire 2013, zijn expliciet in beeld gebracht in de raadsbrief “Actualisering financieel perspectief Kadernota 2014-2017/Meicirculaire 2013 gemeentefonds” van 18 juni jl. en verwerkt in de nu voorliggende begroting. Daarna heeft er nog een actualisering van de autonome groei van het aantal uitkeringsgerechtigden plaatsgevonden en het effect daarvan is tevens verwerkt in de geraamde gemeentefondsuitkering. Onvoorzien/kleine opties nieuw beleid In de begroting 2014-2017 wordt een jaarlijks bedrag van € 166.000 geraamd voor de post onvoorzien. Ook wordt jaarlijks een structurele post van € 25.000 opgenomen voor kleine opties nieuw beleid. Investeringen Op investeringen is de nota Activabeleid van toepassing, die begin 2012 is vastgesteld in de raad. De afschrijving en de berekening van de rentelasten start op 1 januari van het jaar ná ingebruikname van een goed c.q. na afronding van een investering. Dit betekent dat er niet wordt afgeschreven en dat er vooralsnog geen rentelasten worden berekend in het jaar van afronding c.q. ingebruikname van een investering. De rente wordt berekend over de boekwaarde per 1 januari. Mede naar aanleiding van de jaarrekening 2012 zal worden bezien of de beleidsregels omtrent de rentetoerekening aan investeringen aanpassing behoeven. Wij zullen op korte termijn met een voorstel komen. Vervangingsinvesteringen maken onderdeel uit van het bestaand beleid. Autonome ontwikkelingen/volumemutaties arealen Onder autonome ontwikkelingen verstaan wij ontwikkelingen die door ons niet te sturen of te beïnvloeden omstandigheden zijn en hebben tot onvermijdbare lasten- en of batenmutaties in de begroting 2014-2017 geleid. De onderhoudsbudgetten voor wegen, groen en riolering zijn aangepast voor volumemutaties conform de Areaalnota. De kostenuitzetting voor rioleringen verloopt budgettair neutraal voor de begroting. Uitgangspunt bij rioleringen is 100% kostendekkendheid. 4.3 Financiële positie Vorig jaar hebben we in de notitie “Koersvast in krappe tijden” aandacht geschonken aan de versterking van de algemene reserve. De eerder vastgestelde beleidsregel luidde dat de komende jaren de algemene reserve zal groeien naar een gewenst niveau van 50% van het risicoprofiel. Op basis van de jaarrekening 2012 is de stand van de algemene reserve per 31 december 2012 bijna € 7,4 miljoen. Daarnaast heeft uw raad begin dit jaar de nota ”Tot op bot” vastgesteld, waardoor de algemene reserve met nog eens ruim € 1,5 miljoen toenam. Rekening houdend met de overige mutaties (waarover reeds besluitvorming in uw raad heeft plaatsgevonden) wordt er naar huidig inzicht een stand per 31 december 2017 verwacht van bijna € 14,8 miljoen. Op basis van de meest recente berekening is de benodigde weerstandscapaciteit € 28,2 miljoen. Uitgaand van 50 % van het risicoprofiel, is het gewenste niveau aan algemene reserve momenteel € 14,1 miljoen. We kunnen dus concluderen dat we met deze ingezette koers ons doel halen. Toch verwachten we de door de maatschappelijke ontwikkelingen en de nieuwe taken, die op gemeenten afkomen vanaf 2015, dat het risicoprofiel nog steeds geen hard gegeven is, maar juist aan schommelingen onderhevig kan zijn. Daarnaast is een stijging van de algemene reserve grondexploitatie voorzien: van € 0,7 miljoen per 1 januari 2014 oplopend tot bijna € 3,8 miljoen ultimo 2017. Voor een uitgebreide toelichting wordt hierbij verwezen naar paragraaf 6.4 Grondbeleid. 4.4 Gemeentefonds Financieel effect meicirculaire 2013 van het gemeentefonds en overige ontwikkelingen In de raadsbrief “Actualisering financieel perspectief Kadernota 2014-2017/Meicirculaire 2013 gemeentefonds” van 18 juni jl. zijn de financiële consequenties uitgebreid beschreven. Deze brief is als bijlage 8.8 bijgevoegd.
16
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
5
17
Programmaplan
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
5.1: Beleidsprogramma’s nieuwe stijl
5.1.1. Programmasturing Definitie Programma: verzameling tijdelijke samenhangende en dynamische doelen, inspanningen en middelen in een integrale aanpak; teneinde complexiteit aan te kunnen en effectiviteit te vergroten. Programmeren is het benoemen van: • Doelen: wat willen we bereiken? • Inspanningen: wat gaan we daarvoor concreet doen (projecten, maatregelen,acties)? • Welke middelen zetten we in? • Resultaten: wat brengen we tot stand (contract, oplevering, voorziening)? • Effecten: welke maatschappelijke verbetering levert dit op?
5.1.2. Programmasturing blijft leidend sturingsprincipe Programmasturing is een hulpstructuur waarmee beleid zich richt op de strategische veranderdoelen voor Hengelo. Programmasturing is een aanvulling op de sturingsvormen die we al hebben in de gemeente, namelijk lijnsturing en projectsturing. Met programmasturing sturen we op de samenhang in onze activiteiten om de strategische doelen te realiseren. De nieuwe beleidsprogramma’s moeten helpen de noodzakelijke focus aan te brengen. De programma’s worden nadrukkelijker dan tot nu toe onderdeel van de bestuurlijke dialoog. Het ambtelijke programmamanagement wordt in Hengelo gevormd door de programmaregisseurs. De programmaregisseurs zijn het ‘geweten’ van het programma. Hoewel we op tal van punten nog zoekende zijn merken we dat de programma’s helpen in onze opzet om meer focus en samenhang te krijgen. Ook het resultaat voor de samenleving komt nu beter voor het voetlicht. Kijken volgens de principes van programmaregie levert ook meer inzicht op over de samenhang in ons beleid, bijvoorbeeld rondom de bezuinigopdrachten of de samenwerking met Welbions. In deze begroting worden de programma’s minder uitgebreid toegelicht. De reden hiervoor is dat we nog scherper willen; het tastbare resultaat voor onze inwoners staat voorop. Bij de invoering van het dualisme is ook het programmatisch werken ingevoerd, onder meer in samenhang met de versterking van de (kaderstellende) rol van de gemeenteraad. De eerste Hengelose begroting die gebaseerd was op het principe van programmasturing was de begroting 2004-2007. Bij de reorganisatie in 2006 (met een overgang van dienstenmodel naar directiemodel) is herbevestigd dat programmasturing het leidend sturingsprincipe in Hengelo is. Eind 2010 is geconcludeerd dat voor effectieve programmasturing andersoortige programma’s nodig zijn dan die we tot nu toe hadden. In januari 2011 heeft de raad daarom ingestemd met een nieuwe begrotingsopzet. Achtergrond voor het voorstel tot wijziging van de opzet was dat zeven jaar werken met de programmabegroting had geleerd dat de destijds gekozen programma’s niet tot de gewenste focus op de politieke essentie hadden geleid. Ook werd duidelijk dat het financiële inzicht voor raadsleden niet erg groot was, doordat zowel het autorisatie- als informatieniveau lag bij hele grote programmatotalen. In samenhang daarmee bleek echte politieke sturing lastig.
18
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
De essentie van de huidige opzet is dat de beleidsbegroting is opgesplitst in twee elementen: de reguliere beleidsbegroting volgens de aloude functionele indeling en een programmaplan met daarin een beperkt aantal op verandering gerichte politieke programma’s. Ook de reguliere begroting kenmerkt zich nog steeds door een rijke beleidsinhoud, maar niet direct gericht op verandering. De wezenlijke kenmerken van de politieke programma’s zijn juist de focus op verandering en de daarbij horende flexibiliteit. Het aanbrengen van focus in de dialoog tussen gemeenteraad en college op de politiek essentiële veranderingen in de samenleving is een uitdaging die overal speelt. Ook in Hengelo houden wij nog wel eens ‘te veel ballen in de lucht’ en steken we verhoudingsgewijs veel tijd en energie in uitvoeringszaken en details. Wij hadden en hebben de ambitie om samen met de raad de noodzakelijke focus aan te brengen. Een belangrijk hulpmiddel daarvoor zijn en blijven de programma’s. 5.1.3. Evaluatie programmaregie Als doel van de evaluatie was geformuleerd om te komen tot: 1. Verbetering van de programmaregie als organisatorische voorziening; 2. Formalisering van de programmaregie (organisatorische ophanging & personele invulling). Begin dit jaar hebben evaluatiegesprekken plaatsgevonden met wethouders, afdelingshoofden, programmaregisseurs, programmahouders en de directie. Wat was de inzet van het programmatisch werken nieuwe stijl: • • • • • • • • •
Meer focus op te bereiken maatschappelijke effecten. Intensievere dialoog over de zin en onzin van de in te zetten middelen. Bewuster managen van de politieke veranderagenda. Het permanent monitoren van succes en falen van programma’s. Het actief sturen van de programma’s met de waarden vertrouwen, verbinden en verschil maken. Het verbinden van de collegeleden en de MT leden op een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid (de programma’s als teamtaak). Een leerschool ‘sturen zonder macht’ (geen geld geen positie). Verbinden van de lijnorganisatie met politieke doelstellingen. Meer politieke rust op de cyclische uitvoeringstaken.
Samenvattend uitgangspunt: Met de programma’s maken we in de dialoog met de raad politieke focus op belangrijke zaken, die zijn gericht op verandering en vaak portefeuille- en sectoroverstijgend zijn. Dat vraagt om sturing op externe en interne samenhang. Het uitgangspunt staat nog recht overeind. De organisatie moet doordrongen zijn van de prioriteiten van het bestuur. Daar waar het vooropstellen met een thema als bezuinigen wel lukt, lukt dat met de programma’s niet dan wel minder. Ook is er nog geen echt gesprek over de politieke programma’s op gang gekomen tussen college en raad. Dat betekent dat er meer zendingswerk en communicatie nodig is. Het werken met programma’s en met een vorm van programmaregie staat niet ter discussie. Wij zien wel een splitsing tot aan de verkiezingen (KT) en na de verkiezingen (LT). Bedoeling is en blijft dat de programma’s nadrukkelijk onderdeel worden van de politieke agenda. Lange termijn (na de verkiezingen) De programma’s zoals ze nu gedefinieerd zijn, zijn niet allemaal in dezelfde mate gericht op een grote verandering. Het aanbrengen van focus door middel van de bestuurlijke programma’s vraagt om terughoudendheid, zowel wat betreft het aantal programma’s als wat betreft de omvang of reikwijdte van de programma’s. In het Ambtelijk Memorandum zullen we daar adviezen over meegeven voor het nieuw te vormen college. We moeten in de volgende periode beter afspreken wat programma’s volgens onze behoefte zijn. Echter, ongeacht de definiëring van een programma
19
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
vanuit een (systeem) theoretische benadering hebben we te maken met een politieke werkelijkheid. Uiteindelijk wordt de keuze voor de programma’s politiek bepaald en ingekleurd. Korte termijn (tot de verkiezingen) Ons streven is wel om de bedoeling van programmaregie steeds helderder te maken. Dat betekent dus dat we doorgaan met de ontwikkeling van de huidige programma’s en de rol van de participanten hierbinnen. We blijven investeren in de ontwikkeling (van de rollen) van de programmaregisseurs, programmahouders en andere participanten. Hierbij hoort wat ons betreft ook doorgaan met de werkplaatsen in de programma’s, en het MT beter inzetten bij de besturing van de programma’s. Waarom? Omdat programmaregie helpt op weg naar resultaten. Wij denken voor de duur van de huidige collegeperiode om aandacht te geven aan: a.
De transities (programma 2); in een samenwerkingsverband binnen de lijnorganisatie en zet er een zware opdrachtgever op. Hou de ingezette lijn richting raad, college en MT vast. De transitie uit programma 2 is in zijn omvang geen geschikte opgave voor programmaregie. De doelen zijn redelijk meetbaar en er is goed te sturen op de realisatie er van. Blijf wel vasthouden aan de ingezette lijn van programmabegroting en programmaverantwoording. Verder moet uiteraard wel gestuurd blijven worden op integrale samenhang met het geheel en op de samenhang met de programma’s 1 en 3 in het bijzonder. Ook hier zou de systematiek van werkplaatsen een rol kunnen hebben.
b.
De programmabegroting en verantwoording; bekijk situationeel welke inzet deze programma’s in het vervolg van deze collegeperiode vergen en ga versterkt verder met de werkplaatsen. Houd vast aan de ingezette lijn van veranderbeweging, door binnen de programma’s te sturen op beeldbepalende projecten en realiseer die in het komende, laatste jaar van dit college (programma 1, 3, 4, 5 en de beide agenda’s).
Vooral in het laatste jaar van het college is het passend om inzichtelijk te maken wat we echt kunnen / gaan bereiken. Voor de resterende beleidsperiode hebben de programmahouders als collectief – met input van de koppels programmahouder – programmaregisseur - een voorstel voor een actieplan voor de restant collegeperiode gemaakt. Het nu voorliggende programma is daarom ook anders en biedt reeds een ‘indikking’. Afrondend In 2011 hebben we extra kracht gezet op de besturing van de programma’s door de programma’s niet meer alomvattend voor de hele gemeentebegroting te laten zijn en capaciteit uit de organisatie te verbijzonderen voor de regisseursfunctie. Dit is gelet op de input uit de evaluatiegesprekken achteraf bezien een goede keuze geweest. Programmaregie helpt en ontzorgt in het college. Bovendien zien we een positief effect op de door ons gewenste cultuuromslag binnen de organisatie naar meer integraal denken en werken. Er is meer aandacht gekomen voor de programma’s, maar ook wordt duidelijk uit de evaluatie dat we er nog niet zijn. We gaan de volgende collegeperiode proberen college en raad ervan te overtuigen om nog meer focus aan te brengen in programma’s. Afhankelijk van de keuze voor de nieuwe politieke programma’s zal vervolgens de concrete invulling en inrichting van programmaregie plaatsvinden. 5.1.4. Opgave gericht werken helpt bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Dit is een trend die sterk aan betekenis wint. Ontstaan in het werkgebied van wijkgericht werken maakt het nu snel opgang omdat het goed past bij de veranderde rol van de overheid. De trend naar de bescheiden overheid, meer resultaatgerichtheid en meer ruimte voor co-productie.
20
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Opgave gericht werken komt oorspronkelijk uit het wijkgericht werken. Daarbij was veel vanzelfsprekender om de buurt of de corporatie te vragen om als mede-probleemeigenaar en staand dichtbij de problemen ook aan de slag te gaan met het vinden van oplossingen. Oplossingen waar de gemeente om heel veel redenen minder geneigd was om de handen uit de mouwen te steken. Oplossingen uit de leefwereld waren welkom. Oplossingen uit de systeemwereld van de overheid voldeden vaak niet. Vaak ook wilde de gemeente even niet omdat men bang was dat men ook voor de hele oplossing moet zorgen plus alle beleidsreflexen die daar nog een boven op komen. “Zorgen dat” werd het nieuwe principe. Inmiddels is opgavegericht werken ontdekt als een goed antwoord op het vinden van oplossingen voor maatschappelijke problemen. Met name de resultaatgerichtheid (het resultaat op straat) spreekt aan. Maar er is meer aan de hand. De komende jaren komen er bij gemeenten verschillende bezuinigingen samen. Tijdelijke middelen en projecten worden stopgezet en ook op structurele middelen wordt fors bezuinigd. Drie veranderingen staan hierbij centraal: • Keuzes maken. Gemeenten komen niet meer weg met ‘alles een beetje minder’ of ‘individuele projecten uitstellen’. Fundamentele keuzes zijn nodig: welke problemen zijn het belangrijkst? welke (integrale) projecten blijven we doen en welke vaste (sectorale) uitgaven stoppen we dan? Hoe verdelen we beperkte structurele middelen effectief over wijken en doelgroepen? • Samenwerking. Een steeds kleiner deel van de middelen om ontwikkelingen te realiseren, zit bij gemeenten. De gemeente is daarom niet meer bepalend -en vaak zelfs geen ‘regisseur’- maar is één van de spelers in het bepalen en oplossen van opgaven. Op basis van gezamenlijke én individuele belangen (gewenste effecten, kosten en inkomsten) moeten die spelers afwegingen maken en coalities smeden. • Minder beleid meer actie. We hebben steeds minder tijd en geld om problemen aan te pakken via een traditionele aanpak. Met visiedocumenten, nota’s en stedelijke modellen en convenanten schiet het niet op. We moeten terug naar de vindplaatsen van de problemen en ruimte bieden aan professionals om daar oplossingen te bedenken en gelijk uit te voeren. Dat vormt wel grondstof voor beleid, maar hoeft er gelukkig niet op te wachten. Het oplossen van de meest urgente opgaven in de stad staat niet op zichzelf. In de context spelen vragen over hoe strategische kwaliteit te behouden én tegelijk ook te bezuinigingen. De doelstelling is ook samenwerking met partners en bewoners te organiseren aan de hand van concrete opgaven om redenen van strategisch belang (omdat het er toe doet). De Opgave Centraal. Er is een verschuiving gaande van ‘grote veranderbewegingen’, rondom een brede vaak ook vage en ambitieuze doelomschrijving naar ‘opgaven’. Opgaven zijn compacter, hebben een duidelijk eigenaarschap (vaak ook gedeeld) en meer gevoel van urgentie.
21
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Kaders geven richting aan de uitvoering maar laten ruimte voor maatwerk en onorthodoxe oplossingen rond specifieke opgaven. Beleid is gericht op noodzakelijke ondersteuning van de ‘frontlijn’, niet op papier en visies. Harde en meetbare doelen met flexibele financiering afhankelijk van opgaven staan hierbij centraal. Dit vraagt een ander proces (bepalen en geregeld herijken van opgaven) en een andere rol van management, college en raad. Uitvoerders werken samen aan opgaven in de frontlinie: in de wijken of op andere belangrijke vindplaatsen van problemen. Op basis van de opgaven wordt het meest effectieve oplossingsniveau gekozen (huishouden-, straat-, buurt-, stads- of regioniveau). Partners hebben een grotere rol in het bepalen en oplossen van opgaven. Gelijkwaardige samenwerking in meedenken en –doen staat hierbij centraal: wat vinden bewoners belangrijk? Wat kunnen bewoners zelf? Wat willen bewoners dat de gemeente doet? Dit vraagt constante afweging en bemiddeling van belangen en nieuwe manieren van (zakelijke) samenwerking, bijvoorbeeld aan de hand van maatschappelijke kosten-batenanalyses. Het opschonen van de vele (bestuurlijke) overlegvormen, initiatieven en proefprojecten draagt bij aan effectievere en efficiëntere organisatie en samenwerking. Samenhang met programmasturing We zien dat dat opgavegericht werken een belangrijke aanvulling binnen programmasturing kan worden door: -
22
het concretere karakter t.o.v. veel globale doelomschrijvingen minder neiging om uit te dijen in projecten en maatregelen meer focus op resultaat en samenwerking meer gedeeld eigenaarschap in de projecten/maatregelen (niet langer hoofdproducent) minder beleidsreflexen (visies, nota’s en convenanten) meer van onderop meer loslaten, verbinden en vertrouwen minder bureaucratische karakter.
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Programma 1
5.2.1:
Werk Verbindt
Programmahouder bestuurlijk Programmahouder ambtelijk Programmaregisseur
Wethouder ten Heuw Pieter Kistemaker Jessica Kloppers-Gras
5.2.1.1. Globale doelomschrijving van het programma Een meer duurzame (toekomstbestendig, passend en flexibel) arbeidsmarkt met een verhoogde participatie via werk (inclusief ondernemerschap). Ons college heeft de ambitie zoveel mogelijk Hengelo-ers te laten participeren in de samenleving via werk. Het verbeteren van de arbeidsmarkt is prioriteit. De overheid is speler op de arbeidsmarkt maar er zijn vele andere partners, waarmee samen opgetrokken wordt. Deze leiden allemaal tot het einddoel, meer mensen aan het werk.
5.2.1.2. Context en achtergrond: Wat speelt er op dit moment? Landelijke trends We begeven ons in een tijd van wereldwijde economische crisis. In Nederland merken we dat het aantal vacatures daalt, minder nieuwe bedrijven starten en meer mensen hun baan verliezen en een WW of WWB uitkering aanvragen. Dit vraagt om nieuwe oplossingen, met een veranderende rol van de overheid en bedrijfsleven. Voor de individuele werkende mens is de rol veranderend in de samenleving. Er is sprake van individualisering en digitalisering en deze trends leiden tot andere vormen van werk. Ook flexibilisering van de arbeidsmarkt speelt een rol en mede hierdoor is een toegenomen belangstelling voor het zelfstandig ondernemerschap ontstaan. Er zijn andere koopstromen ontstaan met de internetverkoop, waardoor minder gekocht wordt in de winkels in de stadscentra. Dit verandert de traditionele werkgelegenheid en biedt ook kansen voor nieuwe. Demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing en ontgroening leiden tot vragen als; a. Zijn er voldoende mensen (in de werkzame leeftijd) om al het benodigde werk te verrichten? Is er voldoende en geschikt werk voor de Hengelo-ers gedurende hun werkzame leven? b. Kunnen we het aandeel jongeren en hoger opgeleiden in de Hengelose samenleving op peil houden door ze aan de stad binden via het bieden van een aantrekkelijk woon-, werk- en leefklimaat? c. De hogere eisen aan het werk maakt de noodzaak tot (start)kwalificatie voor iedereen groter. Werk wordt ingewikkelder. Het vereiste niveau van een medewerker wordt hoger. Terwijl het aanwezige niveau van schoolverlaters niet automatisch meestijgt. Dit veroorzaakt frictie.
Regionale ontwikkelingen Het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW) in Hengelo is in juni 2013 gestegen ten opzicht van juni 2012. Het aantal is gestegen van 2.798 naar 3.477, een stijging van 24,3% tegen 5,2% een jaar eerder. Ook de jeugdwerkloosheid (NWW) is evenals in het voorgaande jaar gestegen van 270 in juni 2012 naar 427 in juni 2013, een stijging van 58,1%. In 2014 blijven we op dit terrein, ook in regionaal verband (Twente), onverminderd inzetten. Het aantal WWB en Ioaw/z klanten is gestegen van 1.979 in juli 2012 naar 2.076 in 2013, een stijging van 4,9% tegen 4,1% een jaar eerder. De ontwikkeling van dit bestand loopt altijd wat achter bij de economische ontwikkeling. Deze Hengelose cijfers wijken niet noemenswaardig af van het Twents gemiddelde.
23
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
In 2014 blijven we volop inzetten op het beperken van de instroom in de WWB en het bevorderen van de uitstroom. De economische structuur van Hengelo heeft zich de afgelopen decennia gunstig ontwikkeld. Het hoge aandeel van industrie met stuwende werkgelegenheidseffecten naar de andere sectoren is een sterk punt. Ook de strategische ligging aan de A1, de doorgaande internationale spoorlijn en de aansluiting via het Twentekanaal op het landelijke vaarwegennet, het relatief hoge opleidingsniveau, de uitgebreide kennisinfrastructuur in Twente en de begeleiding van potentiële starters zijn sterke punten voor het ondernemingsklimaat in Hengelo. De laatste jaren zijn de bedrijventerreinen in het reguliere segment zowel kwantitatief als kwalitatief op peil gebracht. Om economische groei te stimuleren zal de gemeente moeten samenwerken met partijen om participatie van werkzoekenden te realiseren. Landelijk zijn hiervoor afspraken gemaakt in het Zorgpact en het Techniekpact. De 14 Twentse gemeenten zoeken naar manieren om aanjager te zijn voor economische ontwikkeling. Van belang is om hiervoor een gezamenlijk perspectief te hebben. In producten als de ‘Economische motor van Twente’ hebben gemeenten en partners (de 4 O’s; ondernemers, overheid, onderwijs en onderzoek) samen een plan gemaakt om de economie aan te jagen. Gestelde doelen: groei van de werkgelegenheid naar tenminste landelijk niveau arbeidsperspectief voor iedereen groei van de welvaart (bruto regionaal product) naar tenminste landelijk niveau groei van welzijn (levensgeluk): in Twente is het geweldig wonen! een sterkere verbinding tussen onderwijs en ondernemingen Hengelo heeft zich 100% achter dit plan gesteld en deze doelen zijn overgenomen. Regionaal is ook het 'Twents Arbeidsmarktperspectief 2020' is tot stand gekomen. Gemeenten en partners werken aan het Uitvoeringsprogramma 2013-2016. Hieronder valt ook de Human Capital Agenda. Op ruimtelijk gebied is in 2013 gestart met de Ontwikkelagenda Netwerkstad. Hierin worden afspraken gemaakt over; welke stad heeft welk profiel en hoe verhouden zich de ruimtes voor winkels, bedrijventerreinen, wonen, zorg en dergelijke. Hierover meer in Programma 5, toekomstbestendige stad.
Participatiewet transformatie De Participatiewet voegt de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong samen. De wet is nog niet helemaal uitgewerkt, maar in een landelijke sociaal akkoord is een aantal afspraken vastgelegd. Een aantal gevolgen van de Participatiewet: • • •
24
mensen die bij herkeuring van de Wajong met een gedeeltelijke arbeidsongeschikt worden zijn straks aangewezen op een bijstandsuitkering van gemeenten geen nieuwe instroom in de Sociale werkvoorziening (WSW) meer mensen met een arbeidshandicap aan het werk; Werkgevers zijn bereid in totaal 100.000 mensen met een arbeidsbeperking aan een baan helpen. Ook is afgesproken dat de overheid 25.000 mensen extra aan het werk helpt. Worden de jaarlijkse aantallen niet gehaald, dan komt er een quotumregeling.
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
De transities van de AWBZ-gefinancierde taken en de decentralisatie van de jeugdzorg die in Programma 2 centraal staan, vragen ook intergemeentelijke samenwerking en samenwerking met partners. De afstemming tussen de 3 transities is van groot belang. Daarom wordt er samengewerkt aan één-loket voor de aanvraag van een uitkering en zorg. De intergemeentelijk samenwerking krijgt gestalte door de fusie van sociale dienst Borne en Hengelo. Ook van de gezamenlijke werkgeversbenadering van gemeenten, ons SW-bedrijf en UWV/Werkbedrijf verwachten wij in goede resultaten.
5.2.1.3. Programmalijnen Hoe komen we nu tot het gewenste maatschappelijke effect van een duurzamere arbeidsmarkt met meer participatie via werk? Lopende processen zorgen voor stapsgewijze maatregelen tot het einddoel. Is het mogelijk om ook nieuw initiatieven te nemen die versneld leiden tot het einddoel? Welke schaalvoordelen kunnen we behalen door regionaal samen te werken? Hiervoor zijn al veel ideeën en afspraken, die in 2014 gaan leiden tot verbeteringen.
Programmalijn 1: Het behouden en uitbreiden van werkgelegenheid Om een duurzame arbeidsmarkt te bereiken streven we naar het behouden van bestaande en creëren van nieuwe werkgelegenheid. We hebben het voornamelijk over een regionale arbeidsmarkt, waar samenwerking noodzakelijk is tussen gemeenten. Bij de doelstelling om die vraag op peil te brengen, zijn vanuit gemeentelijk perspectief alle drie de beleidsvelden essentieel. Economische zaken staat voor het realiseren van een flexibele en gevarieerde economische structuur die leidt tot duurzaam werk voor alle lagen van de bevolking van Hengelo (en de regio). Sociale zaken investeert in innovatieve en creatieve oplossingen op terreinen als gesubsidieerde arbeid, sociale economie en bij de bevordering van ondernemerschap. Via onderwijs werken we aan passend arbeidspotentieel. Zoals eerder gesteld is dit voor bedrijven een voorwaarde voor bedrijven om hier te blijven, dan wel zich hier te vestigen.’ Gewenste veranderbeweging: Werken aan een toekomstbestendige duurzame economie met de focus op kansrijke sectoren Acties en maatregelen die bijdragen aan deze programmalijn zijn: -
-
-
-
Stimuleren van regionale impulsen voor werkgelegenheid. Hieronder vallen de initiatieven die per sector worden opgepakt, zoals de kansrijke sectoren logistiek en HTSM (High Tech Systems en Materials) waarin een groot deel van de industriële sector vertegenwoordigd is. Voorbeelden zijn de samenwerking binnen Port of Twente voor versterking van de logistieke sector en de samenwerking van bedrijven binnen het energiecluster met ondersteuning door het WTC Twente. In de Ontwikkelagenda Netwerkstad zijn afspraken gemaakt over het strategisch programmeren van bedrijven- en kantorenlocaties, met aandacht voor kwantiteit én kwaliteit, en profilering van onder andere de binnenstad. Hierover meer in Programma 5, toekomstbestendige stad. Uitvoering geven aan projecten vanuit de Innovatieroute met betrekking tot de thema’s Human Capital, regiobranding, acquisitie van bedrijven, innovatie binnen speerpuntsectoren en onderliggende subsidieprogramma’s. Revitalisering van bedrijventerreinen Twentekanaal (ontwikkeling van Thaleslocatie tot High Tech Campus) en Westermaat-Expo, om groei van bedrijven te stimuleren. Ontwikkeling nieuwe bedrijvigheid (en werkgelegenheid) in met name het starterssegment door ROZ
Programmalijn 2: Het aansluiten van vraag en aanbod aan de onderkant van de arbeidsmarkt
25
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Veranderbeweging beperken mismatch onderkant arbeidsmarkt Knelpunten op de arbeidsmarkt zijn enerzijds het dreigend tekort aan hoogopgeleide mensen (o.a. technici) waardoor bedrijven niet het juiste personeel kunnen vinden om te groeien. Anderzijds de problemen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Hier wordt werk ingewikkelder en het arbeidspotentieel ontwikkelt niet vanzelf mee. De mensen die hierdoor niet kunnen werken, komen vaker in een WWB uitkering terecht. Een ideale aansluiting van vraag en aanbod is niet te bereiken, maar het deel waar gemeentelijke beleidsvelden bij betrokken zijn, daar kunnen we wel verbeteringen realiseren. We moeten samenwerken met partners in en om de stad (met het vooruitzicht van de Participatiewet) om toe te werken naar goede begeleiding voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Bedrijven verleiden mensen uit de WWB/SWB aan te nemen om de participatie via werk te vergroten. Van belang hiervoor is goede samenwerking met partners in en om de stad zoals, ondernemers, SWB, ROZ en UWV om integraal de kansen op te pakken. Acties en maatregelen die bijdragen aan deze programmalijn zijn: a.
b. c. d. e.
f. g. h.
i.
Uitbouwen relatiebeheer tussen gemeentelijke partijen (gemeente, SWB,UWV) en ondernemers, om mensen vanuit de uitkering te re-integreren naar werk. Resultaten vanuit gezamenlijke werkgeversbenadering behalen. De betrokkenheid van Hengelose bedrijven uitbouwen via het Sociaal Partnerschap en Pact Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (Pact MVO). Stimuleringsmaatregelen vanuit ‘sociale economie’: bevordering van social return on investment (SROI) en sociale ondernemingen. Dienstverlening aan starters en ondernemers via ROZ vraaggericht doorontwikkelen en versterken. Ook richting zzp-ers en wijkeconomie en bestaande en nieuwe partners Aansluiten bij het Uitvoeringsprogramma 2013-2016 van het Twents Arbeidsmarktperspectief 2020. Tevens aansluiten bij de uitvoering van acties van de Human Capital Agenda (gaat niet alleen over de onderkant van de arbeidsmarkt). Meedoen aan het actieplan Jeugdwerkloosheid. Betrokken zijn bij de sectorconvenanten, waarbij werkgeversverenigingen actie opnemen om de economie aan te jagen. In 2014 wordt gewerkt aan een centrale toegang voor aanvragen WMO en WWB, een samenwerking tussen klantmanagers en zorgloket. Dit als onderdeel van de transities om klantgericht en vanuit de één-loket gedachte te werken. Vernieuwing van de SWB, meer detacheringen bij bedrijven en gemeenschappelijke werkgeversbenadering met partijen
Programmalijn 3: Het bevorderen van wederzijdse inspanningen voor een optimale aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt Veranderbeweging: Naar een goede afstemming onderwijs- arbeidsmarkt passend in de veranderende economie Een goede afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt dient een tweeledig doel. Enerzijds is het van belang dat bedrijven kunnen bestaan en groeien met het juiste personeel. Anderszijds is van belang te voorkomen dat mensen na hun opleiding niet aan het werk kunnen. Een onvoorspelbare en flexibele arbeidsmarkt maakt dat de aansluiting altijd aandacht behoeft, omdat onderwijsinstellingen niet altijd zo snel kunnen anticiperen op de ontwikkelingen. In eerste instantie lijkt het alsof de overheid langs de zijlijn staat bij deze afstemming, maar een groeiende economie en het risico dat mensen in een uitkering belanden maakt dat de (gemeentelijk) overheid zeker partij is. Dit wordt opgepakt in een faciliterende en coördinerende rol. Op sommige terreinen is er sprake van een wettelijke en/of financiële betrokkenheid (bijvoorbeeld bij leerplicht, maatschappelijke stages, huisvesting).
26
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Acties en maatregelen die bijdragen aan deze programmalijn zijn: a.
b.
c.
d.
Gemeente, onderwijsinstellingen en ondernemers ontmoeten elkaar in het POWI. Hier wordt op regionale schaal uitgewisseld wat trends en ontwikkelingen zijn om ieders eigen beleid hierop aan te passen. Er komen ook projecten uit voort. Intensieve samenwerking faciliteren met onderwijsinstellingen zoals SMEOT, STODT, ROC en de aansluiting vanuit VMBO hierop. Ook de onderlinge samenwerking en positionering versterken. Dit gebeurt met het opstarten van het CIV (Centrum voor Innovatief Vakmanschap) en het opstellen van een convenant waarbij partijen gebruik kunnen maken van elkaars faciliteiten. Aandacht voor passend onderwijs en aansluiting van deze leerlingen bij huidig beroepsonderwijs (ROC). Met de invoering van niveau 2F bij het ROC wordt het toelatingsniveau verhoogd en valt er een grotere groep uit. De startkwalificatie is niet voor iedereen haalbaar. In plaats van de nadruk op het halen hiervan te leggen, gaat het veel meer om een levenlang leren. Wij zetten ons in om aandacht te hebben voor alternatieve leerwegen, zoals leer-werkvoorzieningen van bijv. de Kapstok. Echter deze voorziening staat onder financiële druk. Tevens komt vanuit de Wajong een groep jongeren onder de (financiële) verantwoordelijkheid van de gemeente te vallen. Voor deze groepen zal gekeken moeten worden welke mogelijkheden er zijn. Wenselijk is om dit op te pakken met onderwijs en ondernemers. Bij de nieuwbouw van het Hengelose VMBO in 2014 is de gemeente financiële partner. Tevens is het streven om te faciliteren het VMBO in aanraking te brengen met ondernemers voor een goede aansluiting en mogelijk inrichting van de technische lokalen. Jongeren informeren over de mogelijkheden voor onderwijs en kans van slagen op de arbeidsmarkt. Dit gebeurt onder andere in het leerwerkloket in het ROC, dat gevestigd is in het Werkplein waar arbeidsmarkt informatie over bijv. vacatures aanwezig is. Ook het stimuleren van jongeren om voor een technische opleiding te kiezen faciliteren we daar en met projecten als ‘Hengelo goes techno’ en een technieklokaal bij het Heim.
5.2.1.4. Relaties In dit hoofdstuk gaan we in op de omgeving van het programma en de manier waarop we met die omgeving willen verkeren om samen de maatschappelijke effecten binnen het programma te bereiken.
Relatie met andere programma’s Programma 2: Zorg voor de mens
Programma 3: Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid
Programma 4: Een aantrekkelijke binnenstad
Transitie participatiewet, ontwikkelingen één loket. Overlap van doelgroep vraagt om efficiënte samenwerking. Bij het programmeren van activiteiten in wijken voor mensen vanuit de doelgroepen WMO en AWBZ, is er een overlap met mensen die ook een WWB uitkering hebben. De ondernemers in de binnenstad hebben economische waarde voor werkgelegenheid.
Programma 5 Toekomstbestendige stad met focus op Zuid
Ontwikkelagenda netwerkstad en provincie.
Agenda Duurzaamheid
Maatschappelijk Verantwoord ondernemen, sociale economie. Aansluiting op het warmtenet. Acties voor verhogen participatie van mensen via werk, hebben meer resultaat als bij projecten de participatie van bedrijven beter ruimte krijgt.
Agenda Participatie
27
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Partnerrelaties De arbeidsmarkt is geen lokale maar vooral een regionale aangelegenheid. Dit geldt ook voor veel onderwijsaspecten en voor processen in het sociale domein. Bij alle plannen om participatie via werk te realiseren werkt de gemeente samen met andere partijen, zoals; Overheid; andere Twentse gemeenten, Regio Twente, POWI, UWV Onderwijs; ROC, UT, Saxion, STODT, SMEOT Ondernemers; vooral lokale ondernemers, maar ook vertegenwoordigers als Zorgselect, Ondernemersverenigingen Onderzoeksinstellingen; UT, Kenteq
o o o o
28
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
5.2.1.5. Indicatoren Als hulpmiddel voor het monitoren van dit programma is een goede set van indicatoren van belang. Daarbij geldt een belangrijke beperkend element dat te maken heeft met de rol van de gemeentelijke overheid op de arbeidsmarkt. Eerder hebben wij die rol geduid en met name de relativiteit van de invloed aangegeven. Andere, veelal externe, factoren bepalen in veel grotere mate de werking van de arbeidsmarkt. De relatieve maakbaarheid is hier evident. Dat maakt ook de kwantificeerbaarheid van de doelstellingen lastig. Met deze notie moeten we rekening houden als wij dit programma monitoren en daarbij indicatoren ontwerpen. Voor dit programma willen we meer gebruik maken van benchmarks, een weergave van de ‘mismatch’, de doorstroming in de keten en de invloed/samenhang met de regio (gebruik van maandelijkse arbeidsmarktmonitor voor Twente).
Indicatoren programma 1 historisch
KERNINDICATOREN Sociaal-economische index 1)
E
Aantal startende ondernemingen
Bron
doc
AvG
KvK
Arbeidsplaatsen in drie speerpuntsectoren 2) ICT Logistiek Techniek totaal Nieuwe arbeidsplaatsen 3)
Biro
Biro
MIJLPALEN Programmalijn 1 Implementatie ruimtelijke ontwikkeling agenda, vanuit economische motor
2008
2009
2010
2011
2012
2013
historisch BB2013 BB2014
32
34
28
25
26
26 <25
historisch BB2013 BB2014
492
historisch historisch historisch historisch historisch BB2013 BB2014
1.047 1.403 9.969 12.419 786
533
1.135 1.320 9.311 11.766 -653
563
1.101 1.221 8.508 10.830 -936
555
1.269 1.170 8.710 11.149 319
554
1.305 1.181 8.536 11.022 -127
n.n.b. 550
n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. -
<25 <25
<25
550 >550
550 >550
550 >550
>550
-
-
-
-
streefdatum 2e helft 2014
tot begin 2015
vermoedelijke ingangsdatum. In afstemming met andere transities
2015
opstart in 2013, tot resultaten komen vanaf 2014
Strategie verbetering keten sociale dienst en SW bedrijf
2014
Programmalijn 3 Nieuwbouw VMBO
zomer 2014
participatie van bedrijven bij ontwikkeling lesprogramma en lokalen
75,0%
74,7%
72,0%
71,6%
70,1
n.n.b.
275
323
344
345
390
n.n.b.
1.899
1.832
1.776
1.849
1.867
1.987
Aantal arbeidsplaatsen per sector landbouw (A) industrie (BCDE) bouwnijverheid (F) handel en horeca (GI) vervoer en communicatie (HJ) zakelijke dienstverlening (KLMO) overige diensverlening (OPQRS) totaal
11 10.380 2.523 11.063 2.235 6.493 12.768 45.473
5 9.780 2.330 10.956 2.159 6.954 13.296 45.480
280 8.880 2.962 10.670 2.104 7.000 13.664 45.560
261 9.092 2.740 11.344 2.089 7.027 13.928 46.481
194 8.941 2.725 11.226 2.189 6.212 14.659 46.146
n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
Aandeel techniek binnen VMBO-onderwijs
36%
28%
27%
31%
35%
n.n.b.
Aantal cliënten WWB per 1 januari 4) uitstroom naar werk w.v. als zelfstandige instroom
2) 3) 4)
<25 <25
Ontwikkeling sociaal partnerschap
Aantal startende ondernemingen dat na drie jaar nog actief is ICT KTA KTA KTA
2017
<25 <25
Programmalijn 2 voorbereidingen implementatie participatiebeleid
CIJFERBLAD Bruto arbeidsmarktparticipatie
1)
streefwaarden 2014 2015 2016
1 = hoogste positie, 50 = laagste positie. Index bestaat uit bijstand, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, armoede, % laagopgeleiden, participatie vrouwen, banen, percentage groeisectoren. De speerpuntsectoren zijn: haven, ICT, logistiek en techniek (=industrie, auto-, afval- en civiel techniek). Toename t.o.v. vorige jaar. Aantal WWB'ers vanaf juni 2009 exclusief 65+'ers.
29
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Programma 2
5.2.2:
Zorg voor de Mens
Programmahouder bestuurlijk
Wethouder Oude Alink
Programmahouder ambtelijk
Katja Boerrigter
Programmaregisseur
--------
5.2.2.1. Globale doelomschrijving van dit programma. Het realiseren van een duurzame (zorg) structuur voor kwetsbare groepen, ouderen en jeugdigen waarbij eigen kracht van mensen optimaal wordt benut. De noodzakelijke zorg wordt zo effectief en efficiënt mogelijk ingezet De gemeente Hengelo wil samen met haar burgers en (zorg)instellingen bereiken dat: Hengelo beschikt over een kwantitatief en kwalitatief sterk welzijns-, (aangepast) werk- en zorgaanbod voor: jeugdigen chronisch zieken; mensen met een beperking; ouderen. Hengelo beschikt over een toegankelijk en laagdrempelig aanbod op maat (wijk/buurt) dat is ingericht voor optimale benutting van de eigen kracht en zelfredzaamheid van de burger. Hengelo, verspreid over de stad, beschikt over Woonservicegebieden waarin zorgpartijen zelf verantwoordelijkheid nemen voor het aanbod.
Aanpassing van de (zorg)stelsels komen op ons af. Het rijk decentraliseert zorgtaken (AWBZ begeleiding en de Jeugdzorg) naar gemeenten. De gemeente Hengelo neemt haar verantwoordelijkheid voor het inbedden van de taken. Dit programma beschrijft, coördineert, bewaakt deze transities. Daarnaast richt dit programma zich op de realisatie van woonservice gebieden. De gemeente wil samen met de maatschappelijke partners voldoende voorzieningen en ondersteuning organiseren, waardoor burgers actief aan de samenleving deel kunnen (blijven) nemen. Als basis voor ontwikkelingen geldt de sociale visie 2020. Daar waar verstandig (effectief en efficiënt) wordt in Twente regionaal samengewerkt. Om de veranderbeweging te maken zetten we in op: versterken van het eigen oplossend vermogen van de burger (eigen kracht); optimale benutting eigen (sociale) netwerk van de burger (waar nodig aangevuld met professionele hulp); creëren van een betere balans: meer informele zorg, minder geïndiceerde (formele) zorg; ontwikkeling van professional ‘nieuwe stijl’: generalisten die zich richten op preventie en presentie en op het gehele systeem rondom de zorgvrager; ontschotting en verbinden met welzijn, jeugd, werken naar vermogen.
30
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
5.2.2.2. Context en achtergrond: Wat speelt er op dit moment? Medio 2013 hebben we de beleidsbrief Hervorming langdurige zorg: naar een waardevolle toekomst ontvangen. Het kabinet verzacht daarin diverse aangekondigde bezuinigingen in de langdurige zorg. Desondanks blijven een aantal zeer forse structurele bezuinigingen vanaf 2015 overeind. Er is nog steeds € 600 miljoen minder voor de huishoudelijke hulp, € 550 miljoen minder voor inkomensondersteuning voor chronisch zieken en gehandicapten en 25% minder voor begeleiding en verzorging. Keuzes zijn daarom onontkoombaar om zorg en ondersteuning terecht te laten komen bij mensen die daarop zijn aangewezen. Hoewel de beleidsbrief nog niet alles duidelijk maakt en ook de wetgeving nog op zich laat wachten, zullen we begin 2014 een beleidsplan vaststellen op grond waarvan een verordening zal worden geschreven en een aanbestedings- en/of subsidieprocedure zal worden gestart. Onderdeel van de hervormingen zijn de veranderingen in de zorgzwaartepakketten (ZZP’s) en de scheiding van wonen met zorg. Het scheiden van wonen en zorg is al zo’n 20 jaar bezig, maar de snelheid van invoering is verhoogd en de aard en omvang van de maatregel zijn ook veranderd. Sinds dit jaar komen mensen met een lichte zorgvraag niet meer in aanmerking voor een verblijf in een zorginstelling. De komende jaren zullen ook mensen met een zwaardere zorgvraag thuis moeten blijven wonen en zullen zij onder verantwoordelijkheid van de gemeente komen te vallen (Wmo). De indicatie voor een zorgzwaartepakket (ZZP) 1 t/m 4 vervalt. Dit geldt niet alleen voor ouderen (ZZP VV) maar ook voor mensen met een verstandelijke beperking (ZZP VG) en/of psychische beperking (ZZP GGZ). De randvoorwaarden voor deze groep mensen om zelfstandig te kunnen blijven functioneren verschillen onderling sterk. Met betrekking tot de transitie jeugdzorg kan worden gemeld dat de concept Jeugdwet naar verwachting op 1 januari 2014 wordt gepubliceerd in het Staatsblad. We worden verantwoordelijk voor alle jeugdzorgtaken. Naar schatting maken daar nu 1250 Hengelose jeugdigen gebruik van. Het geschatte budget wat wordt overgeheveld betreft € 18 miljoen (meicirculaire 2013 gemeentefonds). Dit betekent dat 2014 intensief jaar zal worden om beleid vast te stellen en organisatorische voorbereidingen te treffen voor de daadwerkelijke Transitie Jeugdzorg op 1 januari 2015. Ook hier moeten we een verordening maken en de aanbestedings- en/of subsidieprocedure opstarten. De transitie jeugdzorg en die van de AWBZ/Wmo staan niet los van elkaar en ook de ontwikkelingen ten aanzien van de participatiewet staan hiermee in verband. Dit zal in de verdere ontwikkeling van het beleid ook tot uiting komen. Heel concreet zien we dit al terug in de totstandkoming van de ene centrale toegang, of dit nu gaat om de toegang tot huishoudelijke hulp, hulpmiddelen, begeleiding of werk en inkomen. Dit zal in 2014 verder uitgewerkt worden. Voor zowel de jeugdzorg als de AWBZ/Wmo geldt dat we ook in 2014 helder willen communiceren naar en met (vertegenwoordigers van) cliënten, (zorg)aanbieders, programmaraden, gemeenteraad en ambtenaren; -
Website Bijeenkomsten Krant Nieuwsbrief
We nemen voor beide transities deel aan verschillende regionale werkgroepen over decentralisaties Regio Twente. Hengelo vervult een coördinerende rol. We zorgen voor een goede aansluiting met ons lokale transitietraject en zorgen voor tijdige terugkoppeling van informatie.
31
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Tot slot proberen we via de G32 en de VNG (de wethouder participeert in beide) ook landelijk informatie te brengen en te halen. Waar mogelijk proberen we, in gezamenlijkheid met andere gemeenten (en maatschappelijke partners), de landelijke politiek te stimuleren te komen met uitvoerbare wetgeving.
5.2.2.3. Programmalijnen Programmalijn 1: Decentralisatie van begeleiding en dagbesteding van de AWBZ naar de WMO Doel: Het is van groot belang dat meer mensen “mee kunnen doen” in de samenleving. Daarbij staat de eigen verantwoordelijkheid en de eigen kracht van de burger en zijn of haar omgeving voorop. Tegelijkertijd is het wenselijk dat de burger, daar waar dat noodzakelijk is, adequaat ondersteund wordt om zolang mogelijk zelfstandig te blijven participeren. De begeleiding moet daartoe dicht bij de burger, op het lokale niveau, door maatwerk georganiseerd worden. Om die redenen heeft het Rijk besloten de functie begeleiding uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) te schrappen en de met de extramurale AWBZ-begeleiding te bereiken resultaten onder de reikwijdte van de compensatieplicht van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) te brengen. Resultaten en activiteiten 2014 Opstellen beleidsplan In aanvulling op ons MO-beleidsplan (vastgesteld oktober 2012) zullen we begin 2014 een plan vaststellen met nadere keuzes. Hoewel we daarbij zo veel mogelijk aansluiten op de regionale uitgangspunten en keuzes die gemaakt worden, maken we lokale afwegingen over: PGB beleid uitwerken van de maatwerkvoorziening bundeling van vervoersstromen (ook met leerlingvervoer) ten behoeve van inkoop van zorg en ondersteuning naast aanbesteding (2B) ook subsidiëring onderzoeken ontwikkeling en implementatie sociale wijkteams Daaropvolgend zullen we een verordening maken en de subsidie- en/of inkoopprocedure starten.
Eén centrale toegang Zoals hierboven al aangegeven zijn we bezig met de ontwikkeling van één centrale toegang, of dit nu gaat om de toegang tot huishoudelijke hulp, hulpmiddelen, begeleiding of werk en inkomen. Met het vaststellen van het MO-beleidsplan is besloten om te kijken of het zorgloket hiertoe kan worden uitgebreid. In 2013 is begonnen met een eerste verkenning hiervan en dit zal worden voortgezet in 2014. Zo zitten een aantal mensen van Bureau Jeugdzorg bij het zorgloket om samen aanvragen te beoordelen voor de jeugdzorg. En in samenwerking met Sociale zaken zullen Wmoconsulenten aanvragen integraal beoordelen en zullen ze soms bijvoorbeeld samen op huisbezoek gaan. Doorontwikkeling Wmo-cliëntenraad De decentralisatie van taken (extramurale individuele en groepsbegeleiding) vanuit de AWBZ naar de Wmo heeft ook gevolgen voor de wijze waarop de belangenbehartiging van cliënten/burgers geregeld is. Naar aanleiding van een advies van de Wmo-cliëntenraad heeft het college besloten de cliëntenraad om te bouwen tot een Wmo adviesraad. Afgesproken is in 2014 toe te werken naar en zo breed mogelijke vertegenwoordiging van de verschillende doelgroepen in de adviesraad. Waarbij aandacht voor nieuwe competentieprofielen, de positie van de adviesraad en de zichtbaarheid en bekendheid van de adviesraad. 32
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Programmalijn 2: Transitie Jeugdzorg Doel: Gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering van de gehele zorg voor kinderen, jongeren en hun opvoeders. Doordat de verschillende onderdelen van de jeugdzorg bij elkaar worden gebracht op en rond plaatsen waar jeugdigen en gezinnen vaak komen en onder verantwoordelijkheid van de gemeenten worden gebracht zal integrale ondersteuning en zorg dicht bij huis makkelijker tot stand komen. Het gaat niet alleen om het verleggen van verantwoordelijkheid maar vooral ook om een nieuwe opbouw van een inhoudelijk fundament van de ondersteuning en zorg voor jeugdigen en/of hun opvoeders. Het systeem kan veel simpeler en moet prikkels bevatten om de nadruk te leggen op (collectieve) preventie en ondersteuning in een vroegtijdig stadium. Het is een uitdaging aansluiting te zoeken bij de mogelijkheden en de kracht van jeugdigen en hun opvoeders en deze te helpen versterken. Dit betekent dus een andere werkwijze van alle betrokken partijen. Resultaten en activiteiten 2014 Experimenteren vanuit jeugdprogramma ‘Zelf Doen!’ Binnen het jeugdprogramma ‘Zelf Doen!’ werken we aan de transformatie. Om handen en voeten te geven aan vernieuwingen in de jeugdzorg wordt de mogelijkheid geboden om te experimenteren met nieuwe werkwijzen en ervaringen op te doen. Het wetsvoorstel voor de centra voor jeugd en gezin bevat een voorstel voor een experimenteerartikel. Voorafgaand aan de eerste decentralisatie van taken is er dus sprake van een periode waarin onder voorwaarden geëxperimenteerd kan worden. De provincie Overijssel biedt de gemeente nu de mogelijkheid om tot 2015 op meerdere gebieden te experimenteren. Hengelo heeft hiervoor inmiddels een (concept) projectplan opgesteld. Het plan beschrijft meerdere (deel)projecten: Project
deelproject
Toegang tot ondersteuning en zorg
Doorontwikkeling LOES Informatie en advies aan jongeren Aansluiting jeugdexpertise bij het ene loket
Doorontwikkeling Wrap Around Care
Ontwikkeling Grip-Ligt aanpak Doorontwikkeling Grip multi probleem gezinnen Verkenning gedwongen kader/toezicht ten opzichte van ondersteuning/zorg vanuit Wrap Around Care
33
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Jeugdzorg in relatie tot Passend onderwijs (zorg in en om school)
Stroomlijnen ondersteuning en zorg voor het jonge kind Stroomlijnen ondersteuning en zorg in en om school PO Ondersteuning en zorg in en om school VO Ondersteuning en zorg in en om school ROC (m.n. doelgroep 18+) Onderwijszorgarrangementen (SBO/SO)
De toegang tot ondersteuning en zorg is direct gekoppeld aan de onder programmalijn 1 genoemde centrale toegang waar we naar toe werken. Opstellen beleidsplan In de concept jeugdwet staat dat gemeenten een beleidsplan jeugdzorg vaststellen. Ook dit in aanvulling op ons MO-beleidsplan (vastgesteld oktober 2012) en in aansluiting op de regionale uitgangspunten en keuzes die gemaakt worden. Evenals bij de Wmo, zullen we aansluitend een verordening maken en de subsidie- en/of inkoopprocedure starten.
Programmalijn 3: Woonservicegebieden Op 12 april 2011 heeft het college ingestemd met het beleidsprogramma Thuis in de Buurt, dat de ontwikkeling van Woonservicegebieden in Hengelo beschrijft. Het doel is om in de komende periode tot 2014: In Beckum
een woonzorgcomplex op te leveren;
in de Belfo-Es
50 wooneenheden beschermd wonen voor ouderen op te leveren;
in de Binnenstad
50 wooneenheden beschermd wonen voor ouderen op te leveren;
in de Binnenstad
een gezondheidscentrum te hebben gerealiseerd;
in Veldwijk Noord
een MFA/Brede School op te leveren en de openbare ruimte, het winkelcentrum en de MFA toegankelijk te hebben voor alle burgers.
Om de doelen te bereiken hebben we vijf programmalijnen uitgewerkt: • • • • •
informatie en advies welzijn wonen met zorg zorg toegankelijkheid
Voor de uitwerking en doelomschrijving van elk van de programmalijnen verwijzen we graag naar het beleidsprogramma Thuis in de buurt.
34
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Resultaten en activiteiten 2014 De resultaten en activiteiten voor 2014 zijn verwoord in het aan het beleidsprogramma gekoppelde uitvoeringsprogramma Thuis in de buurt. Een aantal ervan worden hieronder benoemd. Toegang en uniforme werkprocessen Vanuit het project ‘samen werken door samenwerken’ zal in een integrale toegang en uniformiteit in werkprocessen worden gerealiseerd met betrekking tot het aanbod van mantelzorg, vrijwilligerswerk, sociaal cultureel werk, ouderenwerk, thuisbegeleiding en maatschappelijk werk. Doel van het project is dat de werkprocessen van de betrokken organisaties zo zijn georganiseerd dat de klantvraag zo snel mogelijk, zo licht mogelijk en zo dichtbij mogelijk wordt beantwoord. Dit project dient daarmee meerdere programmalijnen van het project Thuis in de Buurt. Geluksroute Doorbreken sociaal isolement/kandidaten minder beroep doen op reguliere zorg. Instrument met minimale financiële middelen (max. €450) met maximaal resultaat. Zet in op welzijn om minder gebruik te maken van zorg. Doelgroep: chronisch zieken en gehandicapten en overbelaste mantelzorgers Welzijnsprogrammering Inventariseren van de (locatiegebonden) zorg- en welzijnsprogramma’s in de wijken en de ruimtes die beschikbaar zijn voor de programma’s. Is onderdeel van het politieke programma 3: “Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid”. Eigen Kracht Conferenties voor ouderen Een pilot met 3 ouderenadviseurs in Hengelo, die met 6 tot 10 ouderen een Eigen Kracht Conferentie light (keukentafelgesprek) gaan houden. De ervaringen en opbrengsten van deze pilot worden gemonitord en beschreven. Onderzocht wordt welke meerwaarde het keukentafelgesprek heeft in het kader van de kanteling. Kan met deze gesprekken het eigen netwerk van de ouderen effectiever ingezet worden, met het doel de mantelzorger te ontlasten en minder een beroep te doen op de hulpverlening? Samenwerking maatschappelijke dienstverlening en opvang Het stimuleren van instelling overstijgende samenwerking tussen organisaties in de maatschappelijke dienstverlening en opvang. Onder het project MEEDOEN hebben RIBW, Tactus, Mediant en Humanitas onder dak de intentie uitgesproken om deze samenwerking daadwerkelijk te vormen, waarbij ook andere organisaties kunnen aanhaken. Thema’s zijn: 1.
Inloop, opvang, bemoeizorg, (woon) begeleiding, bescherming en zelfstandigheid’; Hulpverlening met vrijwilligers/ervaringsdeskundigen; sociale activering en arbeid
2. 3.
Wonen met zorg We zetten provinciale subsidie in om onze partners te stimuleren in de bouw van wonen met zorg. De subsidie zal ingezet worden op realisatie van beschermd en verzorgd wonen voor ouderen. Scheiden wonen met zorg In 2014 zullen we samen met Welbions, diverse zorgaanbieders en waar mogelijk ook cliënten een vervolg geven aan het in kaart brengen van de problematiek. Daarnaast zullen we deelnemen aan
35
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
een landelijke leerkring wonen en zorg en trekken we de regionale werkgroep ZZP’s. Dit levert veel relevante informatie op om beleidskeuzes te maken.
5.2.2.4. Relaties Relatie met andere programma’s Het programma heeft vooral raakvlakken met de programma’s: -
Werk verbindt Ontmoeting en betrokkenheid” Facetagenda participatie
De onderwerpen die een innige relatie hebben de facetagenda Participatie betreffen in ieder geval: het communicatieplan Transities AWBZ en jeugdzorg belangenbehartiging in Hengelo, nu en in de toekomst (onderdeel programmalijn 1 van programma 2)
Partnerrelaties Er wordt regionaal samengewerkt op het gebied van de Transities AWBZ-Wmo en Jeugdzorg. Hiervoor zijn ambtelijke en bestuurlijke overleggen ingesteld. Hengelo is samen met Enschede, Hellendoorn en Twenterand bestuurlijk trekker van deze dossiers. De Wmo-cliëntenraad is net als de programmaraden (externe partners) actief betrokken bij de beleidsontwikkeling. Daarnaast wordt overlegd en samengewerkt met partners en (vertegenwoordigers van) doelgroepen. De cliëntenraad WMO wordt periodiek bijgepraat over de Transities. Tijdens vergaderingen van de programmaraad Wonen, Welzijn Zorg (WWZ) en programmaraad CJG staan de ontwikkelingen op het gebied van zorg en gezondheid en in het bijzonder ontwikkelingen rondom de Transities AWBZ-WMO en jeugdzorg op de agenda. Op die manier betrekken we onze partners in het proces. Samen met onze partners bespreken we vraagstukken, werken we oplossingsrichtingen uit ontwikkelen we innovatieve toepassingen en structuren. Deze partners laten een proactieve houding zien.
36
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
5.2.2.5. Indicatoren Als hulpmiddel voor het monitoren van dit programma is een goede set van indicatoren van belang. Andere, veelal externe, factoren bepalen in veel grotere mate de werking van de zorg. De relatieve invloed is hier evident. Dat maakt ook de kwantificeerbaarheid van de doelstellingen lastig. Met deze notie moeten we rekening houden als wij dit programma monitoren en daarbij indicatoren ontwerpen. Voor dit programma willen we meer gebruik maken van benchmarks, de doorstroming in de keten en de invloed/samenhang met de regio.
Indicatoren programma 2 historisch Bron
doc,
HengeloPanel
historisch BB2013 BB2014
2008
2009
2010
2011
2012
2013
54,5%
n.n.b. 55
streefwaarden 2014 2015
2016
2017
KERNINDICATOREN Programmalijn 1 % mantelzorgers dat ondersteuning krijgt
% personen dat zegt dat WMO-hulpmiddel bijdraagt aan zelfstandig wonen
Programmalijn 2 Positie op de ranglijst van gemeenten van 'Kinderen in Tel' 1)
WMOhistorisch benchmark BB2013 BB2014
78%
84
94
70%
93
79%
n.b.
80%
VerweyJonker In.
historisch BB2013 BB2014
% bekend met Centrum voor Jeugd en Gezin/Loes bij ouders, mede-opvoeders en jeugdigen
HengeloPanel
historisch BB2013 BB2014
72%
Gebruik van CJG (inclusief JGZ) / LOES in aantallen Aantal vragen voor informatie en advies via website/e-mail, telefoon en balie/loket 2)
CJG/LOES CJG/LOES
historisch historisch BB2013 BB2014
n.n.b. 444
Programmalijn 3 Zelfstandig wonende ouderen (75+) per 01/01
BGI
historisch BB2013 BB2013
% van de bevolking dat woont in een Woonservicegebied (WSG) 3) 4)
MO
historisch BB2013 BB2014
MIJLPALEN Programmalijn 1 Alle clienten met een begeleidingsvraag worden ondersteund
205
93,5%
93,3%
93,2%
93,4%
20%
80
93,5%
n.n.b.
n.n.b. -
n.n.b. >80
n.n.b. -
n.n.b. n.n.b. -
57 57
59 59
60 60
61
-
-
-
-
>80 >80
>80 >80
>80 >80
>80
100% 100%
100% 100%
100% 100%
100%
-
-
-
-
93,6% ≥ 93,5% ≥ 93,6% ≥ 93,6% ≥ 93,6% ≥ 93,6% ≥ 93,6% ≥ 93,6% ≥ 93,6% n.n.b. -
-
50% -
50% -
-
streefdatum 31 dec. 2015
Één centrale toegang geregeld
31 dec. 2014
Ombouwen Wmo-cliëntenraad naar Wmo-adviesraad
31 dec. 2014
Dagbesteding maakt deel uit van de welzijnsprogrammering
31 dec. 2015
Programmalijn 2 Continuering en uitbouw Grip aanpak
31 dec. 2014
Preventieve aanpak Grip-light in werkproces inbouwen (i.r.t. centrale toegang)
31 dec. 2014
CIJFERBLAD Programmalijn 1 % personen dat mantelzorg krijgt 5) Tevredenheid met WMO-hulpmiddelen (rapportcijfer) % inwoners met WMO-hulpmiddel(en) % personen dat zegt dat WMO-hulpmiddel bijdraagt aan meedoen in de maatschappij
WMO-Benchmark WMO-Benchmark WMO-Benchmark WMO-Benchmark
2008
2009
2010
2011
2012
2013
7,6 6,6%
28% 7,3 6,4% 72%
41% 7,1 6,5% 63%
46% 7,4 6,6% 75%
n.n.b. 7,5 n.n.b. 74%
n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
1) De slechtst scorende gemeente krijgt rangnummer 1, de best scorende rangnummer 431. 2) Ook verwijst Loes ouders regelmatig naar relevante websites. En heeft zij adviesgesprekken met ouders (bv. op 10 minuten gesprekken op school of open dagen bso/kdv). Deze adviesgesprekken zijn niet geregistreerd en dus niet in dit aantal vragen opgenomen. 3) Een woonservicegebied bestaat uit een goed toegankelijke en veilige woonomgeving, waar mensen met beperkingen kunnen beschikken over een aangepaste woning in combinatie met passende zorg en diensten. Die kunnen zij aan huis of in een nabij gelegen multifunctioneel centrum ontvangen. Het woonservicegebied bevindt zich binnen de vitale wijk: het zijn kleinere gebieden, vaak met een straal van ongeveer 200 meter, waar een woon-zorgcomplex of een cluster van groepswoningen in de wijk is verweven met gewone woningen. Er is zorginfrastructuur zichtbaar, namelijk het zorg- en dienstencentrum of een zorgsteunpunt waar de zorgwoningen omheen zijn gebouwd. 4) Het percentage van de bevolking dat in een woonservicegebied woont is momenteel een schatting van de beleidsmedewerker. 5) Het gaat hier om het percentage WMO-cliënten dat mantelzorg ontvangt.
37
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Programma 3
5.2.3:
Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid
Programmahouder bestuurlijk
Wethouder Lievers
Programmahouder ambtelijk
Robert Kruese
Programmaregisseur
Brenda Folbert
5.2.3.1. Globale doelomschrijving van het programma
Het behouden van de sterke sociale samenhang binnen de Hengelose samenleving door een vernieuwing van ontmoeting en betrokkenheid in stad en wijk met een beroep op burgers, professionals en verenigingen. De essentiële veranderbeweging zit in het aanpassen van voorzieningenstructuur op een manier die is toegesneden op de veranderende wereld, maar die tegelijk de essentie van betrokkenheid en ontmoeting overeind houdt. Het preventief inzetten op eigen kracht van mensen en op collectieve welzijnsdiensten, om duurdere individuele inzet te voorkomen of uit te stellen dat is de bedoeling. Het gaat om het organiseren van het aanbod rekening houdend met het gebruik van sport-, cultuur-, zorg- en welzijnsvoorzieningen en het koppelen van opgaven. Voor het realiseren van een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid binnen de Hengelose samenleving, zijn o.a. de volgende aspecten relevant; -
de uitkomsten van de transities (werk, Awbz/Wmo). de verhouding tussen uitvoering politieke programma’s en bezuinigingen.
5.2.3.2. Context: wat speelt er op dit moment? Er is sprake van verkokering in het maatschappelijke domein (ook binnen de organisaties). Dit leidt tot niet of te weinig stellen van vragen over de verbinding (ook wel samenloop van doelgroepen) of het benoemen van witte vlekken (in het aanbod). Een wijkgerichte coördinatie op arrangementen of de programmering is vrijwel niet aanwezig. Het verhaal van een brede transformatie ontbreekt. De decentralisaties in het sociale domein gaat gelijk op met een dubbele bezuiniging nl. meer taken voor een groter doelgroep en met minder geld/middelen. De noodzaak om het ingrijpend anders te gaan doen is urgent, nl. het borgen van de samenhang met doorbreken schotten (interne opgave). Van zelfuitvoerende gemeente naar ”voorwaarde scheppende” gemeente. Aanbod koppelen aan de behoeften in de wijken. Het benutten van het netwerk in de wijk, het stimuleren van de samenwerking tussen partijen in de wijk. Meer vertrouwen hebben in de burgers en partners en deze ook de ruimte geven voor eigen initiatieven.
38
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Welzijn kan een belangrijke rol vervullen bij het stimuleren van zelfstandigheid en participatie van mensen die uit de zorg of maatschappelijke opvang komen. Het preventief inzetten van welzijnsinspanningen voorkomt dat later duurdere inzet in de hogere prestatievelden van de Wmo. Niet alleen met de overheveling van begeleiding naar de Wmo, maar ook met de totstandkoming van de Participatiewet, verwachten we een grote druk op de (wijk)welzijnsactiviteiten en voorzieningen.
5.2.3.3. Programmalijnen De veranderbeweging willen we bereiken met de volgende programmalijnen:
Programmalijn 1: We gaan de sociale kracht versterken en vernieuwen van vraag- en aanbodstructuren door programmering dicht bij de burgers Opgave gericht werken De gemeente moet haar schaarse middelen slimmer verdelen en focust zich op items waaraan deze middelen besteed moeten worden. De gemeente definieert opgaven en stelt prioriteiten. Het instrument wat hiervoor wordt ontwikkeld is Buurtsignalering Hengelo. Buurtsignaleringssysteem Hengelo is een belangrijk instrument om te kunnen bepalen in welke delen van Hengelo acties moet worden ondernomen (focus ) en wat de resultaten zijn van de acties (monitoring). Hierbij zal vooral de eigen kracht en verantwoordelijkheid gestimuleerd moeten worden en de relatie van de gemeente met de inwoners van de wijken verbeterd moeten worden (burgerparticipatie). Zoals het betrekken van de bewoners en partners bij de wijkprogrammering op sociaal en fysiek vlak. In Beckum-Oele wordt er samen met verschillende werkgroepen (wijkbewoners) en de gemeente gewerkt aan het uitvoeringsprogramma behorend bij het dorpsplan. Alle werkgroepen hebben een goede start doorgemaakt. Er is op onderdelen veel werk verzet en er zijn aanmerkelijke resultaten geboekt. Voor de wijk Noord zijn de opgaven vastgesteld. Het wijkprogramma is besproken en vastgesteld in een bijeenkomst met bewonersorganisaties, professionals uit de wijk en raadsleden. Programmering, vernieuwend welzijnswerk en opgave gericht werken, het zijn onderwerpen die raken aan de kern van dit programma namelijk nieuwe vormen van ontmoeting in wijken. Ook dragen de onderstaande beschreven projecten/onderwerpen bij aan het doel van dit programma, nl. het vasthouden van de saamhorigheid, noaberschap, verenigingsleven en vrijwilligerswerk binnen de Hengelose samenleving. Door ontwikkelen van buurtbonnensystematiek Het verder door ontwikkelen van buurtbonnen draagt bij dat de burgers en verenigingen in wijken vooral ook zelf verantwoordelijkheid nemen, het activeren van moeilijk bereikbare doelgroepen en meedoen in de vernieuwingsopgave. Hierdoor kan er een beroep gedaan worden op de kracht van de Hengelose samenleving. Er wordt uitgegaan van de eigen kracht van de sociale netwerken, die door deze systematiek alleen maar groter wordt. Bewoners gaan elkaar opzoeken en het is een manier om meer contact in de wijk te bevorderen. Ook wordt er een breder netwerk aangeboord dan alleen de bewonersorganisatie. De buurtbonnen zijn ook een middel om opgaven in een wijk te realiseren.
39
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Bestuursopdracht “Maatschappelijke participatie “ Maatschappelijke participatie is het voorkomen van sociaal isolement en is op veel mensen en doelgroepen van belang. In 2013 is er projectplan opgesteld, dat een werkende organisatie beschrijft om te komen tot maatschappelijke participatie van in eerste instantie uitkeringsgerechtigden met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt (trede 1 en 2 van de zgn. Participatieladder). Samen met partners in de stad en betrokkenen willen we zelf activiteiten aanbieden om sociaal isolement te voorkomen. Maatschappelijke participatie past in de doelstellingen van de WMO en de drie komende transities. Dat betekent dat maatschappelijke participatie het beleidsterrein van Sociale Zaken overstijgt en dat er raakvlakken zijn met de beleidsterreinen van de afdeling Maatschappelijke Ontwikkelingen. Daar waar voorheen voor deze groep soms individuele trajecten sociale activering werden aangeboden, wordt nu ingezet op deelname aan of bij reguliere activiteiten van o.m. welzijnsorganisaties, zorginstellingen en sportclubs. (Van specifiek naar generiek). Doelstelling is om eind 2013 40% van de doelgroep WWB-klanten op trede 1 en 2 van de participatieladder (totaal 130 mensen) deel te laten nemen aan of bij activiteiten die de participatie bevorderen. Met ingang van 2014 breidt zich dit uit tot andere doelgroepen. Om de uitvoering in goede banen te leiden is tijdelijke een kwartiermaker aangesteld die het contact gaat onderhouden tussen klanten, klantmanagers en instellingen. In de toekomst kunnen deze taken onderdeel worden in de bestaande infrastructuur, zoals die nu aanwezig is in de samenleving. In het projectplan staan de rollen van de klantmanagers, de kwartiermaker en de deelnemende organisaties beschreven. Taalpunt Menthol Het Taalpunt Menthol is voor anderstaligen die de Nederlandse taal willen leren, maar ook voor Nederlanders die beter willen leren lezen en schrijven. Het Taalpunt Menthol heeft zich gevestigd in de bibliotheek. De bibliotheek neemt een centrale plaats in het sociale leven in de stad. De bibliotheek heeft een publieke functie en biedt inwoners een plek om in ontspannen sfeer mensen te ontmoeten en informatie te zoeken. Daarnaast beschikt de bibliotheek al over diverse materialen en methodieken in haar collectie voor het leren van de Nederlandse taal en biedt zij in haar ‘lees en schrijfpunt’ voor laaggeletterden specifieke materialen aan. Het Taalpunt Menthol is een samenwerking tussen gemeente Hengelo, de bibliotheek, Stichting Lezen & Schrijven, Carintreggeland en Scala. Dat de samenwerking zich op zowel anderstaligen als laaggeletterden richt, is uniek. Een combinatie van het aanbod voor deze twee doelgroepen zorgt voor een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid. Project Samenwerken door samenwerken De Stichting Informele Zorg Twente, Scala Welzijn, Stichting Welzijn Ouderen Hengelo en Carintreggeland Maatschappelijke Ontwikkeling hebben een project gestart dat leidt tot meer integrale samenwerking. Het ontwikkelen van praktische samenwerkingsvormen op het gebied van o.a. toegang, vrijwilligers, mantelzorgers en integrale wijkteams. Van deze integrale samenwerking, waarbij mensgericht gewerkt is en niet organisatiegericht is het rapport “Samen sterk” opgesteld. Er zijn integrale wijkteams georganiseerd dat de klantvraag zo vroeg mogelijk en dichtbij mogelijk (in de eigen omgeving) wordt beantwoord. De voorstellen komen van de klanten en medewerkers van betrokken organisaties.
40
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Vrijwilligersbeleid Vrijwilligerswerk is in onze samenleving niet meer weg te denken. Door vrijwilligerswerk kan de burger weer actief deel nemen aan de samenleving, het krijgen van nieuwe contacten, nieuwe ervaringen en interesses. Dit bevordert de zelfredzaamheid van de mens. Het Servicepunt Vrijwilligers Hengelo (SVH), dat onderdeel is van Scala, houdt zich bezig met het werven en bemiddelen van vrijwilligers, het ondersteunen van vrijwilligers, het afstemmen van vraag- en aanbod van vrijwilligers en het aanbieden van scholing voor de Hengelose vrijwilligers. Met medewerking van de gemeente organiseert SVH een jaarlijkse vrijwilligersfeest, waar de vrijwilligersprijs wordt uitgereikt. In de toekomst zal integraal vorm gegeven worden aan een kwalitatief sterke begeleiding aan vrijwilligers. Hierbij kan gedacht worden aan één ingang, één proces en één plek voor vrijwilligers, een duidelijk proces voor vraag en aanbod realiseren en het beschrijven van werkprocessen (o.a. scholing en ondersteuning van vrijwilligers). Nieuwe Noaber Onze samenleving is aan het veranderen. Er is een 'voorzichtige' overgang te zien van een individualistische samenleving naar een samenleving waar saamhorigheid belangrijk is. Stichting Welzijn Ouderen (SWOH) heeft er voor gezorgd dat zowel via een website als in wijkcentra of ontmoetingsruimten in Hengelo mogelijkheden zijn om vraag of aanbod kenbaar te kunnen maken. Er zijn spelregels opgesteld hoe Nieuw Noaberschap ingevuld wordt. Voortzetten van het geluksbudget Geluksgericht werken is een methode om mensen die in een sociaal isolement zitten op te sporen en over de eerste moeilijke drempel weet te trekken. Een methode die zorgt dat mensen prettig kunnen leven. Gezien de ervaringen van het geluksgericht werken en de landelijke ontwikkelingen (overheveling van de begeleiding vanuit de AwbZ naar de gemeente) wordt het geluksbudget voorgezet. De mogelijkheid bestaat dat er mensen door de genoemde overheveling en bijbehorende bezuiniging begeleiding kwijtraken en daardoor wellicht in sociaal isolement komen. Verder zorgt deze werkwijze er ook voor dat duidelijk wordt wat de burger zelf wil en niet uitgaan van het aanbod van voorzieningen. Bewonersbedrijf Berflo BV Bewonersbedrijven zijn van, voor en haar bewoners. Binnen Hengelo, in de Berflo Es, zijn bewoners bezig een onderneming op te zetten, die tot doel heeft hun buurt economisch, fysiek en sociaal te helpen ontwikkelen. Er is een start gemaakt van het opstellen van een bedrijfsplan en zodra deze is goedgekeurd krijgt men een startkapitaal van LSA. (Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken) MFA- Brede school De multifunctionele accommodatie (MFA) Brede school wordt medio 2014 opgeleverd. Bij de brede school hebben we geïnvesteerd in de coördinatie van activiteiten en de onderlinge samenwerking tussen onderwijs, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang. Bewust zijn alle disciplines zoals sport, cultuur, onderwijs en welzijn bijeengebracht om activiteiten van kinderen af te stemmen. Hier is vanuit de uitvoering gestuurd. De MFA/Brede school wordt een ontmoetingsplek voor de hele wijk: voor jong en oud. Programma 5 “Toekomstbestendige stad met focus op Zuid” ondersteunt het realiseren van de MFA-Brede school.
41
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Sport Hengelo sport heeft het hele jaar door verschillende activiteiten en evenementen op het programma staan. Dit zijn activiteiten voor kinderen en jongeren tussen 0 en 23 jaar uit Hengelo. Hengelo Sport gebruikt sport als middel. Sport als middel om bijvoorbeeld meer bewegen te stimuleren, sport te zien als zinvolle vrijetijdsbesteding en het bevorderen van sociale vaardigheden. Hengelo Sport heeft een overeenkomst met het ROC Sport en Bewegen voor stagiaires.(samenhang met programma 1 Werk verbindt) De gemeente Hengelo organiseert sportthema’s voor sportverenigingen in het kader van verenigingsondersteuning.
Programmalijn 2: Totstandkoming gemeenschappelijk werkgeversinstituut Een belangrijk onderdeel van dit programma is de vernieuwing in het werkgeverschap rond welzijnswerk. In januari 2012 is het werkgeversinstituut (wgi) opgericht bij SWB Fitis. Ook is er een de clustervorming gerealiseerd (Noord, Midden en Zuid) van de gemeentelijke wijkcentra en het aanstellen van drie zakelijke leiders. Door de veranderde werkwijze binnen het wijkwelzijnswerk was er behoefte aan het maken en vastleggen van de nieuwe structuur. Door de gemeente een stedelijk facilitair wijkwelzijnsoverleg opgezet, waarin de zakelijk leiders van de wijkwelzijnsvoorzieningen, het wgi en de gemeente deelnemen. Gezamenlijk is hier een notitie “samen in verscheidenheid” opgesteld. Hierbij staat de programmering centraal (stedelijk, wijkgericht en commercieel) . In de notitie zijn de verschillende rollen, taken en verantwoordelijkheden beschreven. De bezuinigingen, in combinatie met de stedelijke programmering vragen om nieuwe keuzes. In 2014 zullen de aanloopproblemen van het wgi en facilitair overleg zijn opgelost, die we in 2013 constateren. Deze worden meegenomen met de evaluatie van de notitie “samen in verscheidenheid“.
Programmalijn 3: Totstandkoming gemeentelijk vastgoedbeheerbedrijf Het vastgoedbeheerbedrijf heeft haar rol opgepakt in verschillende projecten en is belast met een bezuinigingsopdracht. Deze bevat o.a. het sluiten van (wijk)-accommodatie(s). Door het noodgedwongen sluiten van (wijk)-accommodatie(s) kunnen zich nieuwe vormen van ontmoeting en betrokkenheid creëren. Namelijk door verschillende groepen mensen (qua leeftijd, etniciteit enz.) en verschillende disciplines te combineren en elkaar te laten ontmoeten. Met betrekking tot circa 15 panden zijn er gesprekken gaande inzake verkoop. Tot op heden heeft dit geresulteerd in één verkoopovereenkomst en één mondelinge overeenstemming. Momenteel heeft het vastgoedbedrijf een grote rol in de gemeentelijke organisatie voor het maatschappelijk vastgoed. Ook zal het gemeentelijk vastgoedbedrijf betrokken moeten worden bij het vestigen van maatschappelijke activiteiten elders dan onze eigen accommodaties, zoals b.v. in maatschappelijk vastgoed in eigendom van andere partners zoals b.v. Welbions, sportverenigingen en zorginstellingen. Naast het gemeentelijke vastgoed zijn er ook besluiten genomen over het realiseren van sportaccommodaties, zoals TVO, Tubantia en BWO.
42
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
5.2.3.4. Relaties
Relatie met andere programma’s Zoals reeds is beschreven heeft dit programma raakvlakken met programma 1 en 2. De verschuiving van de doelgroepen. De vraag naar nieuwe arrangementen in wijken. Het vernieuwen van de welzijnsfuncties en de programmering vallen op deze wijze samen. Waar mogelijk willen we dit als concrete wijkgebonden opgaven in 2014 gaan uit ontwikkelen. Uiteraard heeft burgerparticipatie een relatie met dit programma. De eigen kracht en verantwoordelijkheid zal gestimuleerd moeten worden en de relatie van de gemeente met de inwoners van de wijken zal verbeterd moeten worden. Partnerrelaties Veelal vindt de uitvoering van projecten in samenwerking met (semi-)private partijen plaats, zoals b.v. Welbions, sportvereningen en zorginstellingen. Een goede relatie met deze partijen is dan ook van groot belang. De rol van de gemeente in deze samenwerking varieert naar gelang het project, die van (mede-)opdrachtgever, die van regisseur alleen faciliterend. Het college zet in op burgerparticipatie, partnerschap met daarbij duidelijke afspraken.
5.2.3.5. Indicatoren Als hulpmiddel voor het monitoren van dit programma is een goede set van indicatoren van belang. Daarbij geldt een belangrijk beperkend element dat te maken heeft met de aard van het onderwerp welke niet altijd cijfermatig is te benaderen. Bij sociale cohesie gaat het om de mate waarin burgers vinden dat zij zelf en anderen betrokken zijn bij hun woonbuurt. In de integrale Veiligheidsmonitor zijn aan de respondenten 4 stellingen voorgelegd over sociale cohesie. Namelijk ‘de mensen gaan in deze buurt met een prettige manier met elkaar om’, ‘ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen’, ‘ik woon in een gezellige buurt waar veel saamhorigheid is’ en ‘de mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks’. Streefwaarde voor 2015 is 6,5, dit is boven het landelijke gemiddelde. Uit deze 4 stellingen wordt de schaalscore 'sociale cohesie' berekend. Percentage inwoners dat vrijwilligerswerk doet was in 2012 35%. De streefwaarde voor 2014 is 38%.
43
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Indicatoren programma 3 historisch Bron
Doc.
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Sociale kwaliteit woonomgeving (score cohesie) 1)
IVM
historisch BB2013 BB2014
-
6,2
-
6,2
-
n.n.b. 6,3
% inwoners dat het afgelopen jaar actief is geweest om hun buurt te verbeteren
IVM
historisch BB2013 BB2014
-
historisch BB2013 BB2014
-
streefwaarden 2014 2015 2016
2017
KERNINDICATOREN
% inwoners dat vrijwilligerswerk doet
HengeloPanel
18%
-
-
-
19%
-
-
35%
-
6,5 6,5
-
6,7
-
21% 21%
-
23%
38% 38%
-
40%
-
2014
2015
2016
2017
n.n.b. 20%
-
MIJLPALEN Programmalijn 1 Inventarisatie gebruik accommodaties en activiteiten gemeentelijke wijken buurtcentra
Streefdatum 1e kwartaal 2014
Eerste resultaten presenteren van het buurtsignaleringssysteem
1e kwartaal 2014
De ervaringen presenteren van doelgroep 1 en 2 uit de participatiewet wat betreft maatschappelijke participatie
1e kwartaal 2014
Programmalijn 2 Financiele risico's op gebouw- en portefeuilleniveau zijn beheerst
2014
Subsidievoorwaarden voor het wijkwelzijnswerk zijn geherformuleerd
medio 2014
2008
CIJFERBLAD Sociale kwaliteit woonomgeving (score cohesie) per wijk Binnenstad (wijk 0) IVM Hengelose Es (wijk 1) Noord (wijk 2) Hasseler Es (wijk 3) Groot Driene (wijk 4) Berflo Es (wijk 5) Wilderinkshoek (wijk 6) Woolde (wijk 7) Slangenbeek (wijk 8) Buitengebied (wijk 9) % inwoners dat het afgelopen jaar actief is geweest om hun buurt te verbeteren per wijk Binnenstad (wijk 0) IVM Hengelose Es (wijk 1) Noord (wijk 2) Hasseler Es (wijk 3) Groot Driene (wijk 4) Berflo Es (wijk 5) Wilderinkshoek (wijk 6) Woolde (wijk 7) Slangenbeek (wijk 8) Buitengebied (wijk 9) % inwoners dat vrijwilligerswerk doet voor: Sport Cultuur Hobby School Religie en levensbeschouwing Zorg, welzijn en gezondheid Wijk / buurt en wonen Jeugdwerk Vakbond, beroepsorganisatie Politieke of ideële organisatie Natuur en milieu Ontwikkelingswerk Andere organisatie of instelling
HengeloPanel
Bezettingspercentage gemeentelijke wijk- en buurtcentra MO & BP
2009
2010
2011
2012
2013
5,7 6,2 5,8 6,2 6,0 5,5 6,5 6,1 6,5 7,7
6,3 6,0 6,1 6,2 5,9 6,0 6,3 6,4 6,6 7,7
n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
25% 23% 15% 11% 20% 15% 20% 15% 24% 27%
20% 17% 18% 13% 18% 23% 18% 21% 28% 32%
n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
10% 6% 2% 4% 6% 10% 4% 1% 2% 2% 2% 1% 3% 14%-28%
1) Schaalscore van 0 - 10; hoe hoger de score, hoe beter.
44
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Programma 4
5.2.4:
Naar een aantrekkelijke binnenstad
Programmahouder bestuurlijk
Wethouder Mulder
Programmahouder ambtelijk
Martin Fleer
Programmaregisseur
Cees Dalenoord
5.2.4.1. Globale doelomschrijving van het programma Het creëren van een economisch en cultureel vitale Binnenstad, waar Hengeloërs zich thuis voelen en waartoe ook de inwoners van de ons omringende gemeenten en toeristische bezoekers zich aangetrokken voelen. De veranderbeweging gaat over het transformeren van de binnenstad in termen van vergroten van aantrekkelijkheid van voorzieningen- aanbod, evenementen, openbare ruimte, winkelaanbod en nog veel meer. De veranderbeweging zal moeten leiden tot een toename van bezoekers aan de Hengelose binnenstad, die er langer verblijven en meer uitgeven. We gaan samen met onze burgers en partners in de binnenstad zorgen dat de afstemming van wensen en belangen wordt verbeterd.
5.2.4.2. Context en achtergrond: wat speelt er op dit moment? In het afgelopen jaar zijn de gevolgen van de economische crisis pijnlijk duidelijk geworden in de binnenstad. We zien dat door veranderend consumentengedrag de werkelijke vierkante meters detailhandel en horeca afnemen. De leegstand is daardoor onrustbarend toegenomen en we hebben als betrokken overheid de oplossingen daarvoor niet in handen. Wel is klip en klaar dat we terug moeten in onze ambities aangaande de binnenstad. Er zijn in het afgelopen jaar door de Stichting Centrummanagement en de gemeente bijeenkomsten georganiseerd rondom de vraag hoe voorkom je leegstand, en wat is de toekomst van onze binnenstad. Hierover hebben bijvoorbeeld het Trendbureau Overijssel en andere deskundigen hun licht laten schijnen. Een van de conclusies is dat de binnenstad in zijn huidige vorm “verdwijnt” en dat door toevoeging van geheel andere functies waarde creatie kan plaatsvinden. Deze problematiek speelt in alle binnensteden van Nederland. Dit is mede de reden dat een verdiepingsslag binnensteden is toegevoegd aan de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente. In het ontwikkelingsperspectief 2040: Vitaal en Innovatief wordt de urgentie om de economische situatie van de binnensteden te versterken, scherp neergezet. Een veranderende detailhandel en demografische ontwikkelingen maken dat er nieuwe, gerichte investeringen nodig zijn om de binnensteden toekomstklaar te maken. Die investeringen dienen samen te gebeuren, op basis van een gedeelde visie. Herstructurering en kwaliteitsverbetering zijn nodig, evenals functiemenging en nieuwe formules. Het belangrijkste is dat onderlinge concurrentie wordt voorkomen door samen te werken aan complementaire diversiteit als gezamenlijk kracht. Focus op wat er onderscheidend is, en gebruik maken van je kracht is hierbij leidraad. Het beeld van de binnenstad bepaalt immers in grote mate ook het imago van de stad als geheel. Er wordt veel geïnvesteerd in de binnensteden.
45
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Door de gemeenten, corporaties, particuliere vastgoedeigenaren, ontwikkelaars en ook de provincie. De nu voorliggende vraag is draagt dat bij aan het gewenste onderscheid? In het ontwikkelingsperspectief is afgesproken dat al het beschikbare programma, van wonen, werken en voorzieningen, zo goed als mogelijk worden geconcentreerd in de Twentse binnensteden. Op basis van complementariteit kan de Netwerkstad een volledig en duidelijk profiel aanbieden aan nieuwe bedrijven en inwoners, en aan bezoekers van deze mooie regio. De vijf steden hebben afgesproken dat zij elkaar helpen bij het versterken van het eigen profiel, en dat deze profielen de kaders vormen voor toekomstige keuzes met betrekking tot acties en investeringen. Deze gezamenlijke vraagstukken worden in de toekomst dan ook bij voorkeur in samenhang en samenwerking met maatschappelijke partners opgepakt. Naast deze feiten is zorgen dat het overleg rondom de binnenstad goed blijft lopen onze continue prioriteit. De komende jaren zullen met name de opgaven rond het Centraal Station Twente, het Stadhuis en de Bataafse Kamp de nodige dynamiek kennen: netwerken kunnen worden geschakeld, nieuwe functies ontwikkeld, de gebieden zullen veel intensiever worden benut. Dit brengt kansen met zich mee voor de binnenstad van Hengelo: nieuwe typen binnenstadsbezoek dienen zich aan. Hengelo wil een stadscentrum voor (zakelijke) ontmoetingen realiseren met het accent op: 1
economisch ontmoetingspunt met de belangrijkste pleinen bij het Centraal Station Twente
2
de markt, als middelpunt van het kernwinkelapparaat en
3
het bestuurscentrum en horeca op het Burgemeester Jansenplein
Relevante stedelijke beleidskaders De integrale ontwikkelingsvisie Een Binnenstad voor ontmoetingen is als beleidsdocument in het verlengde van de Structuurvisie Hengelo 2030 opgesteld. De raad heeft in januari 2010 de integrale ontwikkelingsvisie als toetsingskader voor verdere plannen en ontwikkelingen vastgesteld. De Burgervisie Hengelo, we zitten op goud is het resultaat van het in 2008 gevoerde Binnenstadsdebat. De centrale aanbevelingen betreffen concrete maatregelen op het gebied van ‘sfeer, groen en markt(plein)’ en het opstellen van een samenhangende lange termijn visie voor de Binnenstad (gerealiseerd en vastgesteld in de raadsvergadering van januari 2010). Relevante stedelijke beleidskaders Jaar
Opmerking
Horecavisie
2005
wordt herzien
Detailhandelvisie
2012
Kunst- en cultuurvisie 2010
2007
Burgervisie ‘Hengelo, we zitten op goud’
2008
Autoparkeren 2008-2012
2010
Sociale Visie Hengelo 2020
2010
Evaluatie Structuurvisie Hengelo 2030
2011
Nota vrijetijdseconomie
2011
Woonvisie
2012
46
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
wordt geactualiseerd
wordt geactualiseerd
versie 01-10-2013
5.2.4.3. Programmalijnen
Programmalijn 1: Economie, winkel- en horeca-aanbod, evenementen en activiteiten en promotie
Subdoelen: -
We vergroten de functionele kwaliteit van de Hengelose Binnenstad en verhogen de bestedingen door een aansprekend aanbod aan voorzieningen.
-
We verlengen de verblijfsduur van -, en verhogen de aantallen van bezoekers van de Binnenstad door het organiseren van aansprekende evenementen, en een goede promotie.
Het college werkt hieraan door uitvoering te geven aan zowel de nieuwe detailhandelsvisie als ook de (te actualiseren) horecavisie. Bijzondere aandacht is er voor de markt, zowel als plein als voor het houden van de wekelijkse markten op woensdag en zaterdag. De relatie met ondernemende partners in de Binnenstad is de succesfactor voor het binnenstadsprogramma. Ons doel is om Hengelo als aantrekkelijke woon-, werk- en verblijfplaats te promoten. Daarvoor wordt een samenhangend programma aangeboden van campagnes, activiteiten en evenementen. Het in 2012 opgerichte Bureau Hengelo is verantwoordelijk voor het aanjagen van een aantrekkelijk evenementen- en activiteitenprogramma. Een goede afstemming en spreiding over het jaar is onderdeel hiervan. Daar waar wij als gemeente partij zijn in de organisatie van evenementen of activiteiten, willen we dat efficiënt en effectief doen. Goede afspraken zijn de basis, regels bepalen de kaders. De volgende maatregelen vinden wij cruciaal om mensen zo enthousiast te krijgen dat ze in onze winkels kopen, onze evenementen, theaters en musea bezoeken, in onze parken verblijven en op onze terrassen en in onze horeca wat eten en drinken: 1. In samenwerking met de Binnenstadspartners werken aan het ondernemersklimaat door o.a. o o o o o
structureel overleg met de partners waar mogelijk gemeenschappelijke communicatie gezamenlijke besteding van het geoormerkte Binnenstadsbudget het faciliteren van de Stichting Centrummanagement betrokkenheid van de partners bij het beleid voor de Binnenstad (terrassenbeleid, horecavisie, detailhandelsvisie, veiligheid bij uitgaan).
2. Het organiseren van een aansprekend aanbod van evenementen en activiteiten door o.a. o o o
47
Een goed gespreid, evenwichtig jaarprogramma van evenementen en activiteiten Invulling geven aan het uitvoeringsplan van de nota Vrijetijdseconomie Uitvoeren plan citymarketing (door Stichting VVV & Stadspromotie/Hengelo Marketing)
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Programmalijn 2: Verhogen van de verblijfskwaliteit, kwaliteit openbare ruimten
Subdoelen: -
Het verhogen van de publieke waardering door verbetering van de fysieke (ruimtelijke) kwaliteit. Wonen in de Binnenstad; in de Binnenstad gaan meer mensen wonen die zich aangetrokken voelen door de verbeterde kwaliteit, de levendigheid en het voorzieningen aanbod. De openbare ruimte als warme jas: mensen voelen zich plezierig, ontspannen en veilig op de verschillende huiskamerplekken in de binnenstad; mensen komen en verblijven graag in de openbare ruimte.
Door het uitvoeren van een groot aantal projecten willen we op korte termijn zowel de verblijfskwaliteit als ook de waardering van de Binnenstad verbeteren. Met als resultaat dat inwoners en bezoekers het centrum als gezelliger, levendiger ervaren. Dat was uiteindelijk ook de uitkomst van het Binnenstadsdebat. Voor de lange termijn willen we een Binnenstad met een goede, toekomstbestendige ruimtelijke kwaliteit. Met name programma 5 draagt daaraan ook bij. In het binnenstadsprogramma toetsen wij deze opgave aan die andere opgave: er moet reuring komen in de Binnenstad en inwoners en bezoekers moeten zich er nu ook goed bij voelen. De spanning tussen ruimtelijke kwaliteit en verblijfskwaliteit moet in de Binnenstad worden opgelost. Nadat we 2013 de herinrichting van het Stationsplein en de Markt gerealiseerd hebben ligt in 2014 de focus op de volgende maatregelen: 1. Afronding van de pleinen door verder te werken aan de realisering van een goed functionerend horecaplein als onlosmakelijk onderdeel van het plan Lange Wemen; o Het ophalen van informatie en verwerken van reacties van ondernemers, belangengroepen en inwoners voor de inrichting van het horecaplein en de openbare ruimte (= provinciaal ‘sociaal flankerend beleid’) o Meer concentratie van dag- en avondhoreca rond het Burgemeester Jansenplein, waar mogelijk door het verplaatsen van horecaondernemers.
2. Markeren en zichtbaar maken van de verbindingsroutes tussen de pleinen o Plaatsen van groen o Met St. Centrummanagement keuzes maken betreffende de “hoofd”routes
3. Het markeren van de hoofdentrees van de Binnenstad, het Stationsplein Noord en park Bataafse kamp - Prins Bernhardplantsoen o Bewegwijzering naar het centrum vanaf de snelweg o Een passend ontwerp van de openbare ruimte rondom Lange Wemen, die de entrees via de Wemenstraat en Langestraat, van het centrum van de noord- en westzijde markeert; o Duidelijke inrichting en bewegwijzering van en vanaf het Stationsplein naar het Centrum, zodat het Centraal Station Twente een duidelijke relatie met het centrum krijgt; o Het maken van een uitnodigend ontwerp voor beide parken, waarin aandacht voor de groenkwaliteit van de Binnenstad, kleinschalige evenementen en activiteiten en een markante entree van het centrum aan de oostzijde.
48
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
4. Het maken o o o o
van afspraken en regels voor Een nieuw bestemmingsplan Een handhavingsplan Een nieuwe APV Inzetten van het puienfonds voor markante panden in de Binnenstad.
5. Wonen in de binnenstad o Woningbouw Lange Wemen, o Project Wonen Boven Winkels o Planning en programmering overige nieuwbouwprojecten (invulling voormalige sloopgebieden o.a. B 3, Drienerstraat etc.)
5.2.3.4. Relaties Relatie met andere programma’s Het programma binnenstad heeft raakvlakken door de hele organisatie en komt in verschillende programma’s en hoofdfuncties terug. De verdere invulling van dit programma zal ook in samenwerking met bewoners, organisaties en bedrijven tot stand komen en heeft daardoor nauwe relaties met de facetagenda Participatie. -
Invulling skatevoorziening met jongeren in de binnenstad. Invulling afvalbeheer in de binnenstad samen met partners. Binnen de detailhandelvisie met partners kijken naar minder energieverbruik in de detailhandel. Horecavisie opstellen met advies belanghebbenden. Ontwikkeling plein Lange Wemen: in samenwerking met partners de vormgeving invullen.
Partnerrelaties Zoals al genoemd is de relatie met ondernemende partners in de Binnenstad dè succesfactor voor het binnenstadsprogramma. De ontwikkeling van afspraken over dit onderwerp was hét speerpunt van de Task Force Binnenstad. Er zijn inmiddels grote stappen gezet, maar er moet nog veel gebeuren om het relatienetwerk intern en extern goed op orde te krijgen. Zoals gezegd is het college van mening dat we de transformatie naar een aantrekkelijke Binnenstad niet alleen kunnen realiseren, maar in samenwerking met andere partijen. Hiervan is de Stichting Centrummanagement genoemd. Maar ook Bureau Hengelo is zo’n partner, evenals de marktbond, Horeca Nederland afd. Hengelo, winkeliersverenigingen, Stichting Winters Hengelo, bewoners van de Binnenstad en nog vele andere ‘stakeholders’. De samenwerking met deze partijen krijgt steeds meer vorm in overlegstructuren op ambtelijk en bestuurlijk niveau. Hiervoor blijven we kritisch kijken naar bestaande overlegvormen en voegen die, waar mogelijk, samen of passen ze aan.
5.2.4.5. Indicatoren Als hulpmiddel voor het monitoren van dit programma is een goede set van indicatoren van belang. Daarbij geldt een belangrijke beperkend element dat te maken heeft met de aard van het onderwerp welke niet altijd cijfermatig is te benaderen.
49
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Indicatoren programma 4 historisch Bron
Doc.
2008
2009
2010
2011
2012
Aantal weekbezoekers binnenstad
Locatus
historisch BB2013 BB2014
83.600
82.200
83.600
98.100
98.500
Waardering sfeer en gezelligheid in het centrum door binnenstadsbezoekers (rapportcijfer)
BGI
historisch BB2013 BB2014
6,8
6,6
6,3
6,5
6,4
Aantal bezoekers Centrale Bibliotheek per jaar Aantal bezoekers Poppodium Metropool per jaar Aantal bezoekers Cinema Hengelo per jaar 1)
Bibliotheek Hengelo Poppodium Metropool Cinema Hengelo
329.967 381.015 383.197 379.776 383.576 16.706 20.106 35.040 40.274 43.491 0 69.635 95.150 90.550 n.n.b.
Aantal bezoekers Rabotheater Hengelo per jaar 2)
Rabotheater Hengelo
07/08 08/09 115.041 107.652
Bezettingspercentage winkels in het kernwinkelgebied per 1 april (buurt 00 / Binnenstad Centrum)
Locatus
streefwaarden 2014 2015 2016
2017
70.200 99.000 100.000 105.000 110.000 80.000 85.000 90.000
95.000
2013
KERNINDICATOREN
historisch BB2013 BB2014
92%
92%
6,5 6,5
6,6 6,6
6,7 6,7
6,8 6,8
13/14 -
14/15 -
15/16 -
84%
85%
87%
90%
2014
2015
2016
2017
7,0
-
09/10 91.845
10/11 90.857
11/12 66.758
12/13 -
89%
87%
84%
82% -
MIJLPALEN streefdatum 2014 -2015
Programmalijn 1 Horecaplein en woningbouw Lange Wemen Programmalijn 2 Aanpak Marktstraat
Begin 2014
Visie op wonen in de Binnenstad
Begin 2014
2008
CIJFERBLAD
2009
2010
2011
2012
n.b. n.b. 34 42
n.b. n.b. 34 n.b.
2013
Marktaandeel van het centrum voor - Aankoop van dagelijkse artikelen - Aankoop van niet- dagelijkse artikelen
KSO
Omzet detailhandel Hengelo Centrum - Dagelijkse artikelen (in milj. euro's) - Niet-dagelijkse artikelen (in milj. euro's)
KSO
Positie op de ranglijst van de 50 grootste gemeenten in Nederland voor wat betreft: - Aantal restaurants - Aantal cafés - Culinaire kwaliteit - Culinaire diversiteit
Atlas voor gemeenten
% inwoners van de wijk Binnenstad, dat het er (helemaal) mee eens is, dat het buiten in de buurt goed is verlicht 3)
IVM
76%
73%
n.n.b.
Sociale kwaliteit woonomgeving (score cohesie) in de wijk Binnenstad 4)
IVM
5,7
6,3
n.n.b.
Gemiddeld rapportcijfer eigen woonomgeving Gemiddeld rapportcijfer leefbaarheid in de buurt Gemiddeld rapportcijfer veiligheid in de buurt
IVM IVM IVM
7,1 6,9 6,4
7,0 7,0 6,4
n.n.b. n.n.b. n.n.b.
% inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt
IVM
29%
29%
n.n.b.
Score fysieke verloedering 5)
IVM
15% 34%
106 31
36 n.b. 36 n.b.
35 n.b. 35 n.b.
35 22 38 42
3,9
n.n.b.
4,2
1.082
1.089
983
1.062
881
13 700 193 176
3 738 203 145
9 587 220 167
5 691 185 181
6 511 187 177
Aantal gepleegde misdrijven met betrekking tot BPS / BVH leefbaarheid in de buurt Binnenstad Centrum per jaar (totaal) - Waarvan vernieling / zaakbeschadiging openbare ruimte - Waarvan winkeldiefstal en diefstal / inbraak bedrijven en instellingen - Waarvan overige leefbaarheid
215
222
158
211
215
90 104 21
74 130 18
64 82 12
89 99 23
68 126 21
Aantal inwoners in de buurt Binnenstad Centrum per 1 januari
BGI
755
783
785
783
770
816
Absoluut aantal bewoonde woningen in de buurt Binnenstad Centrum per 1 januari
BGI
430
441
437
438
437
459
Tevredenheid van binnenstadbezoekers over de bereikbaarheid van het centrum met de auto (percentage goed tot zeer goed)
BGI
37%
44%
46%
54%
43%
56%
Aantal gepleegde misdrijven met betrekking tot BPS / BVH veiligheid in de buurt Binnenstad Centrum per jaar (totaal) 6) - Waarvan diefstal thuis - Waarvan diefstal straat - Waarvan lichamelijke integriteit - Waarvan overige veiligheid
1) 2) 3) 4) 5)
Vanaf 1 april 2009 bioscoop 'Cinema Hengelo'. Leegstand in 2007 en 2008. Cijfers Rabotheater zijn per seizoen van 1 juli tot 30 juni. Tot 2009 betreft het het percentage dat (zeer) tevreden is over de straatverlichting. Schaalscore van 0 - 10; hoe hoger de score, hoe beter. Schaalscore (0 = komt niet voor, 10 = komt vaak voor). Hoe lager de score, hoe beter.
50
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Programma 5
5.2.5:
Toekomstbestendige stad met focus op Zuid
Programmahouder bestuurlijk
Wethouder Bron
Programmahouder ambtelijk
Ruud Molenkamp
Programmaregisseur
Marianne Lavèn
5.2.5.1. Globale doelomschrijving van het programma Samen met onze partners werken aan de transformatie naar een toekomstbestendige stad door de samenhang tussen de economische, sociale en fysieke maatregelen en kwaliteit verder te vergroten. De focus hierbij ligt op de transitie in Zuid als motor voor de gewenste veranderingsrichting
Met onze stadsvisie (Hengelo 2030 en Sociale Visie 2020) hebben wij de kaders geschapen voor een toekomstbestendige stad. Hengelo kiest voor een duurzame stedelijke ontwikkeling. Als belangrijkste impuls benoemt de stadsvisie prioritaire gebieden. Drie ervan vallen in dit programma: Hart van Zuid met Centraal Station Twente en WTC Twente (onderdeel van de Innovatiedriehoek), de herstructurering van Berflo Es en het Twentekanaal. De focus van dit programma ligt dan ook op de transitie in Zuid. Het gaat om een complexe herstructureringsopgave met een combinatie van sociale met fysieke maatregelen, alle met een maatschappelijke betekenis. Daarmee is het een programma met dwarsverbanden met alle andere programma’s. We willen samen met onze partners ervoor zorgen dat Hengelo voor nu en morgen: o een krachtige economie heeft, die zorgt dat er voldoende banen zijn voor haar inwoners als ook voor burgers uit Twente (werken in Hengelo); o lokaal, regionaal en landelijk goed bereikbaar en verbonden is (komen naar/verplaatsen in Hengelo); o een adequaat woonmilieu kent, zodat de werknemers en inwoners passende huisvesting vinden in Hengelo met bijbehorende voorzieningen (wonen en leven in Hengelo); o een aantrekkelijk en duurzaam leefmilieu kent (goede ruimtelijke en functionele kwaliteit in Hengelo). Hieruit volgen de vier programmalijnen van dit programma.
5.2.5.2. Context en achtergrond: wat speelt er op dit moment? De voortdurende economische en financiële crisis en de grote bezuinigingen zorgen ook komend jaar voor extra druk op de projecten die een directe relatie hebben met dit programma. Landelijke ontwikkelingen als complexer wordende ruimtelijke opgaven, toenemende internationalisering en concurrentie, vastzittende vastgoedmarkt, met onder andere het veranderde rijksbeleid voor corporaties en de veranderende rol van de overheden hebben effect op de ontwikkelingen op weg naar de toekomst. Het blijft nodig om de prioriteiten scherp te hebben, daar waar nodig het tempo en de omvang aan te passen, dwarsverbanden te stimuleren en activiteiten slim aan elkaar te verbinden. Kansen pakken die er liggen om onze ambities te realiseren, belemmeringen daar waar mogelijk wegnemen. Inspelen op deze ontwikkelingen en kansen vraagt om duidelijke afspraken over de
51
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
programmering (wat gaan we doen), het (tijdig) inzetten van subsidies en de dekking vanuit de gemeentelijke middelen. Dat vraagt om een goed samenspel met onze partners. Door de toenemende regionale samenwerking met Netwerksteden, regiogemeenten en provincie ontstaan er kansen om onze (economische) slagkracht te verbeteren. Afgelopen jaar is met de netwerksteden en de provincie de Ontwikkelagenda Netwerkstad 2040 opgesteld. Gezamenlijk zijn hierin de toekomstbepalende keuzes gemaakt om de ontwikkeling van Twente als innovatieve kennisregio te ondersteunen. Hieruit vloeien grote opgaven in de Netwerkstad voor langere termijn. Deze opgaven zijn vertaald in een agenda voor de komende 5 jaar met samenwerkingsen uitvoeringsafspraken. Belangrijke opgave in de Ontwikkelagenda is Strategisch programmeren: het opstellen van een gezamenlijk programma (zowel voor bedrijven als voor woningen) voor de periode t/m 2020. Samen willen we er voor zorgen dat het juiste programma op de juiste plek landt. De Ontwikkelagenda zet daarbij primair in op herstructurering en/of transformatie van het bestaande stedelijk gebied met de focus op de binnensteden, die van groot belang zijn voor het imago, vitaliteit en economische positie van de Netwerkstad. Een krachtige stimulans voor toekomstbestendig Hengelo en Twente bieden de in voorgaande jaren toegekende provinciale middelen voor het Hengelose aandeel van de Innovatiedriehoek (I3H). Deze middelen maken de verdere doortrekking van de Laan Hart van Zuid (inclusief 2e Boekelosebrug) mogelijk, verplaatsing van Stork naar de Kanaalzone, het Verenigingsgebouw, de 1e fase huisvesting World Trade Center Twente en verbindingszone Hengelo – Enschede. Door de ondertekening van de package-deal tussen de provincie Overijssel, gemeente Hengelo, projectbureau Hart van Zuid, Van Wijnen en Stork Thermeq van afgelopen jaar, kan een flinke stap voorwaarts worden gemaakt in Hart van Zuid. Ruim twee jaar is intensief onderhandeld over de verwerving van gronden voor de doortrekking van de Laan Hart van Zuid en de verplaatsing van Stork Thermeq naar de Kanaalzone in Hart van Zuid. Hiermee wordt een belangrijke impuls gegeven aan de tweede fase van Hart van Zuid.
5.2.5.3. Programmalijnen Programmalijn 1: Versterking van de (eu)regionale en lokale economie door aantrekkelijke vestigingsplekken te creëren voor innovatieve, internationale en duurzame bedrijvigheid ondersteund door beroepsgericht onderwijs De juiste vestigingsmilieus en randvoorwaarden op de juiste plek creëren; dat is van groot belang voor een toekomstbestendige economie. Een economie, die niet zozeer lokaal bepaald wordt, maar juist kracht heeft als deel van de regionale economische structuur. De opgave voor Hengelo is om onze kansen in deze regionale context te benutten. Dit doen we door in te zetten op onze specialisaties op “plaatsgebonden economische complexen” zoals Hart van Zuid met WTC, de High Tech Campus (Thales) en het bedrijventerrein Twentekanaal met onder andere de haven. Ook komend jaar gaan we door op de ingeslagen weg; we positioneren Hengelo met Hart van Zuid met CST en het WTC als essentieel deel van de Innovatiedriehoek en met onze specialisaties op het gebied van High Tech (met specialisaties in de milieu- en energietechnologie) en logistiek. We werken voortvarend verder aan de projecten waarvoor vanuit het investeringsbudget Innovatiedriehoek door de provincie subsidie is toegekend: de doortrekking van de Laan Hart van Zuid (inclusief 2e Boekelosebrug), de realisatie van de Kanaalzone ten behoeve van de verplaatsing Stork Technical Services (STS), het Verenigingsgebouw, de 1e fase nieuwbouw World Trade Center en de Verbindingszone Hengelo-Enschede.
52
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
We geven uitvoering aan de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente en de daarin gemaakte samenwerkings- en uitvoeringsafspraken (strategisch programmeren, versterken economisch klimaat, verbeteren stedelijke kwaliteit, binden van talent, excellente overheid). We zetten in op de ontwikkeling van de High Tech Campus, waarbij Thales een belangrijke initiërende rol heeft. De nieuwbouw van Thales is het ‘startsein’ voor de ontwikkeling tot High Tech Campus; hiermee wordt ruimte geboden voor high tech bedrijven.
Programmalijn 2: Verbeteren en versterken van de bereikbaarheid van Hengelo Voor een duurzame ontwikkeling van de stad is de huidige goede bereikbaarheid van grote waarde. Behoud en versterking ervan is essentiële randvoorwaarde voor de economische en sociale ontwikkeling van Hengelo, en daarmee van belang voor alle programma’s. Het maakt het wonen, werken, leren en ontspannen toegankelijk. In regioverband zetten we in op een robuust en betrouwbaar netwerk van externe en interne verbindingen, in alle modaliteiten (Regionaal Mobiliteitsplan Twente en de Wegenvisie Twente). In de regionale bereikbaarheid heeft Hengelo een belangrijke multimodale positie met een strategische ligging aan de A1, de A35 en de Berlijnlijn, Centraal Station Twente en één van de grotere binnenhavens van Nederland met een moderne watergebonden combiterminal. We zetten in op die strategische projecten die onze bereikbaarheid verbeteren en versterken. De bereikbaarheid van de stationsomgeving van Hart van Zuid is daar een belangrijke van en onderdeel van de Innovatiedriehoek. Om deze bereikbaarheid te verbeteren zetten wij in op het Centraal Station Twente (CST) met de P&R-garage en de Laan Hart van Zuid als één van de stadsassen binnen de Innovatiedriehoek. De doortrekking van de Laan Hart van Zuid (inclusief de aanleg van de 2e Boekelosebrug) is dichterbij gekomen nu de provincie uit het programma I3H hiervoor middelen ter beschikking heeft gesteld (zie programmalijn 1). Komende periode werken wij verder aan de verdere aanleg van de Laan Hart van Zuid en de stationsomgeving met de ontwikkeling van de fietsflat en de P&R-garage. Bijzondere aandacht bij het CST gaat uit naar de gevolgen van het landelijke Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) en het Basisnet Spoor voor gevaarlijke goederen. Beide zijn van invloed op de ontwikkelmogelijkheden van het CST, de Berlijnlijn, het agglonet en ook de spoorzones. Samen met de regiogemeenten en de provincie blijven we in het besluitvormingsproces hierover invloed uitoefenen en aandacht vragen voor onze belangen. Met de provincie Overijssel en Regio Twente brengen we de Twentse bereikbaarheidsproblematiek op de (MIRT)rijkstafel om erkend te worden en mogelijk voor de volgende kabinetsperiode of voor de verdere toekomst een bijdrage te kunnen krijgen. Hiervoor lopen via Regio Twente verschillende onderzoeken naar de bereikbaarheid van de Innovatiedriehoek (I3H). Ook via de Ontwikkelagenda zetten we in op verbetering van onze bereikbaarheid. Naast een goede aansluiting via de Laan Hart van Zuid (stadsas) op de A35, is verbetering van stadsas Enschedesestraat (inclusief reconstructie kruispunt Kuipersdijk) van belang voor de regionale bereikbaarheid. Met beide stadsassen wordt niet alleen de bereikbaarheid van de Innovatiedriehoek verbeterd, maar ook de verbinding met en ruimtelijke kwaliteit van de binnenstad. Daarnaast sturen we op de bereikbaarheid per water: de trimodale ontsluiting van de Kanaalzone op Twentekanaal is van bovenregionale betekenis, zowel qua bereikbaarheid als qua belangrijke economische groeisector (logistiek) en neemt een belangrijke positie in in de Economische Motor en de Ontwikkelagenda Netwerkstad.
53
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Programmalijn 3: Versterken van woon/leefmilieu door realisatie van gedifferentieerd woningaanbod en een hoogwaardig voorzieningenaanbod Mensen die hier werken, moeten hier kunnen en willen wonen. Een goed aanbod van woonmilieus is een essentiële basisvoorwaarde om werknemers te binden en aan te trekken en een evenwichtige sociale structuur te bewerkstelligen. Hengelo zet daarbij in op het realiseren van woningen in verschillende soorten woonmilieus en een hoogwaardig voorzieningenniveau. Een groot deel van onze woningbouwontwikkeling zit in het zuidelijk stadsdeel met de herstructurering Berflo Es, het Brouwerijterrein en de woningbouwopgave in Hart van Zuid. Programmering en samenhang binnen dit gebied is essentieel, als ook met de rest van Hengelo. Gelet op de crisis in de woningmarkt en de veranderende woonwensen (o.a. op gebied van duurzaamheid, levensloopgeschiktheid, wooneisen en/of algemene bouweisen) ligt het accent op het realiseren van de juiste woningen op de juiste plek en het toekomstbestendig maken van de bestaande woningvoorraad. Deze opgave speelt op lokaal niveau, als ook in relatie tot de omliggende gemeenten. Op netwerkstadniveau wordt in het kader van de opgave Strategisch Programmeren uit de Ontwikkelagenda gewerkt aan een gezamenlijk woningbouwprogramma voor de periode tot en met 2020. Hengelo zal daarvoor, evenals de andere netwerksteden, zorgvuldig nagaan welke projecten wel/geen bijdrage leveren aan het woningbouwprogramma en aan verbetering van woonmilieus o.a. op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid en sociale kwaliteit. Daarmee kan gezamenlijk worden ingezet op de juiste woningen op de juiste plek. Dit kan ook leiden tot uitfaseren of afwaarderen van minder kansrijke woningbouwlocaties. Voor de financiële gevolgen hiervan worden samen met de netwerksteden en provincie mogelijke oplossingen onderzocht (provinciaal grondfonds). De woningbouwprogrammering op Netwerkstadniveau is input voor de Regionale woonvisie Twente, aan welk proces we volgend jaar verder werken. Samen met Welbions werken we komend jaar aan de uitvoering van het vorig jaar vastgestelde convenant en prestatieafspraken. Naast het woningbouw-/renovatieprogramma voor de periode tot en met 2017 is, o.a. onderdeel van het convenant het samen met onze partners werken aan woonservicegebieden, nu een verdergaande scheiding van wonen en zorg nodig die zal leiden tot het meer levensloopbestendig maken van bestaande woningen en woonomgevingen. Een ander belangrijk onderdeel is de doorstroming op de woningmarkt. Een goed voorzieningenniveau is van belang voor de vitaliteit van een wijk. MFA, Watertorenpark, buurtwinkelcentrum, woonzorgzone en FBK stadion met haar activiteiten, zijn projecten die de vitaliteit stimuleren. Hiervoor werken we komende periode onder andere verder aan het winkelcentrum Esrein, verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van omgeving van het FBK stadion en onderzoeken de gebruiksmogelijkheden van het FBK-stadion.
Programmalijn 4: Verbeteren van de ruimtelijke en functionele kwaliteit Mensen die hier wonen en werken moeten daar trots op zijn. Hengelo moet mooi en aantrekkelijk zijn en wil dat ook. We sturen op kansen om de ruimtelijke en functionele kwaliteit te verbeteren. We gaan door op de ingeslagen weg van onze structuurvisie, ‘van kwantiteit naar kwaliteit’. We sturen op de realisatie van vervangende nieuwbouw op braakliggende woningbouwlocaties. We gaan door met hergebruik van industrieel erfgoed. Daar waar de ontwikkeling nog op zich laat wachten zetten we in op ‘Wijlanden’; tijdelijke invulling van braakliggende terreinen, bestemd voor een nieuwe ontwikkeling. Mede door de lastige
54
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
marktsituatie liggen er steeds vaker terreinen braak. De verwachting is dat dit in de toekomst alleen maar toeneemt. Samen met partners zoeken we actief naar manieren om initiatieven te ontwikkelen voor tijdelijk gebruik, zodat de terreinen bijdragen aan de beleving en toegankelijkheid van het gebied. Hierbij ligt een nauwe relatie met de facetagenda’s participatie en duurzaamheid. Ook in netwerkstadverband is dit onze koers. De Ontwikkelagenda Netwerkstad 2040 zet primair in op herstructurering en/of transformatie van het bestaande stedelijke gebied. Hierbij is de focus gericht op de binnensteden: ruimtelijke ontwikkelingen concentreren zich zoveel mogelijk in de binnensteden. Gezamenlijk wordt gezocht naar mogelijke manieren om proactief, ‘op maat’ met de partners knelpunten in de binnensteden aan te pakken. Daarbij bieden we ruimte aan kleinschalige (en eventueel tijdelijke) initiatieven: de ‘spontane stad’. Komende periode geven we uitvoering aan deze samenwerkings- en uitvoeringsafspraken van de Ontwikkelagenda om daarmee de binnenstad te versterken. Belangrijke katalysator voor de binnenstad is het project Lange Wemen. Programma 4 is hierbij sturend. We werken aan de uitvoering van het project verbindingszone Hengelo – Enschede met behulp van het toegekende investeringsbudget van de provincie. Deze belangrijke stadsrand en verbindingszone binnen de Innovatiedriehoek richten we duurzaam in. Een nauwe relatie is hierbij met het facetprogramma duurzaamheid
5.2.5.4. Relaties Relatie met andere programma’s Het programma Toekomstbestendige stad heeft een bijzondere verhouding met alle andere programma’s. Dit programma is ‘dienstbaar’ aan de andere omdat het ruimte en kwaliteit wil bieden voor de vele functies in de stad. Transformatie en innovatie kunnen zo hand in hand gaan. Programma 1: Werk verbindt
Ontwikkelagenda Netwerkstad 2040
Programma 2: Zorg voor de mens
Woonzorgzone Berflo Es
Programma 3: Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid Programma 4: Een aantrekkelijke binnenstad Agenda Duurzaamheid
Agenda Burgerparticipatie
Realisatie MFA/Brede school
Ontwikkelagenda Netwerkstad 2040 Versterken binnenstad Lange Wemen Toekomstbestendige en duurzame woningvoorraad Duurzaam bedrijventerrein Twentekanaal Duurzame stedenbouw Kwaliteit van de leefomgeving Mobiliteit Speerpunt energiecluster bedrijven Speerpunt verbindingszone Hengelo-Enschede Wij-landen CPO als middel om de keuzevrijheid te bevorderen voor woonconsumenten.
Partnerrelaties Veelal vindt de uitvoering van projecten in samenwerking met (semi-) private partijen plaats. Een goede relatie met deze partijen is dan ook van groot belang. De rol van de gemeente in deze samenwerking varieert naar gelang het project, die van (mede-)opdrachtgever, die van regisseur alleen faciliterend.
55
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Het college zet in op burgerparticipatie, partnerschap met daarbij duidelijke afspraken. Daarnaast gaat het college voor daadkracht in de samenwerking met de buurgemeenten, Netwerkstadpartners, Regio Twente en de provincie.
5.2.5.5. Indicatoren Bij het monitoren van programma’s kunnen indicatoren een goed hulpmiddel zijn. Een belangrijk beperkend element is echter dat het moeilijk is te meten of het doel – toekomstbestendige stad – dichterbij is gekomen. Indicatoren hiervoor zijn (nog) niet aanwezig. Daarom monitoren we de voortgang van dit programma vooral aan de hand van mijlpalen: concrete resultaten binnen het programma. Dit kan zijn de stand van zaken van de fysieke projecten of de voortgang in de samenwerking tussen partijen. Rapportage hierover is vooral ook daarom interessant omdat het binnen dit programma vooral gaat om katalysatoren, die stimulerend werken voor de toekomst.
Indicatoren programma 5 historisch bron
2008
2009
2010
2011
2012
2013
streefwaarden 2014 2015 2016
2017
2013
2014
2017
888
1.110
480
600
408
510
KERNINDICATOREN n.v.t. , de resultaten van dit programma worden gemonitord binnen de overige programma's
MIJLPALEN Programmalijn 1 Positionering van Hengelo in de Ontwikkelagenda
streefdatum 2013/2014
realisatie (1e fase) WTC-huisvesting
2014
Duurzame bedrijventerreinen realisatie Kanaalzone
2015
Ontwikkeling High Tech Campus Thales oplevering nieuwbouw Thales
2014
Programmalijn 2 aanleggen 2e fase Laan Hart van Zuid
2014
ontwerpfase Boekelosebrug
2014
realisatie P&R-Garage
2014
Programmalijn 3 en 4 herinrichting stadionsgebied/Sports Centre Hengelo
2014
onderzoek gebruiksmogelijkheden stadion (ook i.v.m. bezuinigingsopdracht)
2014
realisatie winkelcentrum Esrein
2014
realisatie Watertorenpark
2014
realisatie cultuurelips
2013/2014
start bouw Lange Wemen
2014
CIJFERBLAD
2008
2009
2010
2011
2012
Aantal gereedgekomen woningen totaal
BGI
historisch
229
236
91
415
231
Aantal gereedgekomen woningen naar locatie uitleglocaties binnenstedelijk w.v. -transformatie w.v. -herstructurering
BAG/BGI BAG/BGI BAG/BGI BAG/BGI
historisch historisch historisch historisch
109 120
72 173
27 64 16 48
86 329 176 153
10 210 23 187
64 222 16 120 48 102
393 444 192 240 201 204
603 666 215 360 388 306
ISVIII-doelstellingen binnenstedelijke woningproductie, cumulatief sinds 2010 totaal binnenstedelijk (ISV-3) BAG/BGI historisch doelstelling w.v. -transformatie (ISV-3) BAG/BGI historisch doelstelling w.v. -herstructurering (ISV-3+restant GSB-3) BAG/BGI historisch doelstelling
56
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
2015
2016
versie 01-10-2013
Facetagenda
5.2.6:
Duurzaamheid
Programmahouder bestuurlijk
Wethouder Oude Alink
Programmahouder ambtelijk
Henkjan Tromp
Programmaregisseur
----
5.2.6.1.
Globale doelomschrijving van de facetagenda
Het creëren van een duurzame en toekomstbestendige stad, die aansluit op de behoeften van het heden, zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien of hun eigen welbevinden in gevaar te brengen Ook lokale overheden, bedrijven en burgers hebben in het bereiken van een duurzame samenleving een belangrijke rol. De invulling van deze agenda moet leiden tot een essentiële veranderbeweging voor de komende jaren. Hierbij is het onze gezamenlijke opgave is te zoeken naar maatregelen die ervoor zorgen dat het systeem van de stad vitaal (profit) blijft en nadelige gevolgen voor het grote systeem van lucht, water en grond(stoffen) (planet) worden beperkt. Geredeneerd vanuit het uitgangspunt dat een duurzame en toekomstbestendige stad a. het vermogen heeft om ook toekomstige generaties in hun eigen behoeften te laten voorzien. b. een leefomgeving biedt die het welbevinden van de toekomstige generaties borgt.
5.2.6.2. Context en achtergrond: wat speelt er op dit moment? De wereldbevolking is in de 20e eeuw 34 keer meer materialen, 27 keer meer mineralen, 12 keer meer fossiele brandstoffen en 3,6 keer meer biomassa gaan gebruiken. De belangrijkste redenen van deze stijgende consumptie zijn een stijging van de wereldbevolking en een toenemende welvaart en opkomende economieën. Deze ontwikkeling gaat door naar verwachting door. is dat dit doorzet. De wereldbevolking blijft groeien en passeert de 9 miljard omtrent 2050. Een verdrievoudiging van het mondiale materiaalgebruik in 2050 is een reële verwachting. De grondstoffen die daarvoor nodig zijn kunnen niet meer door traditionele grondstoffenwinning worden gevonden. Voor niet-hernieuwbare materialen, zoals metalen, mineralen of fossiele brandstoffen, krijgen we te maken met toenemende schaarstevraagstukken. Met de duurzame en toekomstbestendige stad als uitgangspunt zien we daarom 3 grote opgaven: 1. We moeten op den duur, stap voor stap, naar een sluitend systeem van grondstoffen. 2. We moeten naar een systeem naar een systeem waarin we wonen, werken, recreëren en mobiliteit hebben ingevuld door verantwoord gebruikt te maken van energie en hernieuwbare energiebronnen. 3. We moeten naar een toekomstbestendige leefomgeving, die bijdraagt aan welzijn en, klimaatverbetering en waarin het gebruik van die leefomgeving in balans is met het ecologisch systeem. De uitdaging zit in het leggen van verbindingen. En als we dit op een slimme manier doen, zijn er geen grenzen, maar biedt een duurzame leefstijl met mogelijkheden tot groei en ontwikkeling. We moeten durven om op lange termijn te denken. Ook als dat betekent investeren op de korte termijn. 57
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
5.2.6.3. Programmalijnen De korte termijn strategie is gericht op concrete projecten en gebaseerd op afspraken in onze organisatie en met partners in de stad, burgers en bedrijven. De concrete projecten die op dit moment zijn geformuleerd in de korte termijnagenda zijn te vinden in onderstaand overzicht.
Programmalijn 1: Voorkomen van schaarste en schade Project
Omschrijving
Afvalloze maatschappij Van afval naar grondstof
Om de grondstoffenrotonde te realiseren stellen we samen met de Twentse gemeenten en onze afvalinzamelaars en afvalverwerker Twence een regionale afvalvisie op. Wij stellen een visie Afvalloos Hengelo 2030 op en starten wij met projecten die daaruit voortvloeien. Daarin zetten wij in op optimalisatie van inzameling, intensivering van recycling, herstel en demontage en op innovaties in behandeling van afvalstoffen.
Energie Energieactieplan
In 2007 heeft Hengelo het klimaatakkoord met het rijk onderschreven. Uitgangspunt daarin is 30% minder CO2 uitstoot en 20% meer groene energie in 2020. In 2014 wordt het energie-actieplan ter besluitvorming aangeboden. In 2013 is daarvoor samen met Twence een energiescan uitgevoerd.
Uitbouw Warmtenet
Nadat de besluitvorming over de aanleg van de hoofdinfrastuctuur van het Warmtenet is afgerond starten we in 2014 met de aanleg ervan. Door gebruikmaking van restwarmte van AkzoNobel kunnen nieuwe gebouwen en de maar ook reeds aangesloten gebouwen en woningen in het gebied van duurzame warmte worden voorzien.
Toekomstbestendigde woningvoorraad
Met de corporatie hebben we afspraken gemaakt over het terugdringen van het energieverbruik in de woningen. In 2014 staat de concretisering en uitvoering daarvan centraal. Dat vindt zijn weerslag in het hiervoor bedoelde energie-actieplan. Naast minder CO2-uitstoot en vermindering van de woonlasten, dragen de investeringen ook bij aan waardeontwikkeling, vitale wijken en werkgelegenheid in de bouwsector.
Openbare verlichting
Nu het uitvoeringsplan voor de openbare verlichting is opgesteld wordt gestart met de uitvoering daarvan in de komende jaren
Programmalijn 2: Duurzaam produceren en consumeren Duurzaam consumeren Mobiliteit: alternatieve brandstoffen
Naast de traditionele brandstoffen, zijn er ook duurzame alternatieven op de markt. Dit project is specifiek gericht op stimulering van e-mobiliteit en wordt uitgevoerd in samenhang met de Twentse duurzaamheidsagenda.
Duurzaam produceren Duurzaam bedrijventerrein Twentekanaal
Belangenvereniging Bedrijvenpark Twentekanaal (BIT) heeft samen met de gemeente een visie op de verduurzaming van het industrieterrein ontwikkeld met doelstellingen tot 2030. Waar nodig en mogelijk ondersteunen wij initiatieven van het BIT.
58
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
MVO
Doel: inspireren, kennisuitwisseling en elkaar aanspreken op doelstellingen op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Pact Mvo organiseert daartoe bijeenkomsten.
Energiebesparing bij supermarkten
Dit project komt voort uit landelijke afspraken, geregeld via een convenant. Tot 2015 hebben bedrijven tijd om aanpassingen te doen.
Eigen organisatie voorbeeldfunctie Duurzame nieuwbouw / Lange Wemen
In 2012 zijn de (sloop-)werkzaamheden voor Lange Wemen in het centrum van Hengelo gestart. Een nieuw stadskantoor, waar alle medewerkers worden gehuisvest, maakt onderdeel uit van dit bouwproject. In het bijbehorende programma van eisen is vastgelegd dat dit pand volgens de C2C-principes gaat worden gebouwd. Als ‘groot-inkoper’ kan de gemeente Hengelo invloed uitoefenen op de markt. In het inkoopbeleid zijn de minimale eisen voor Duurzaamheid en Social Return On Investment vastgelegd. D.m.v. (pilot-)projecten willen we een duurzaam inkoopbeleid verstevigen. Realisatie duurzaam gebouwde MFA Berflo Es Concretisering duurzaamheidsdoelstellingen in relatie tot onderhoud, renovatie en nieuwbouw.
Inkoopbeleid
Duurzame onderwijshuisvesting
Programmalijn 3: Kwaliteit van de leefomgeving Uitvoering Groenplan
Uitvoering GRP
Weusthagpark
59
╗ ║
De in 2013 vastgestelde hoofdgroenstructuur zal worden versterkt door gerichte beheers- en onderhoudsmaatregelen. Daarnaast gaat Hengelo samen met 17 gemeenten, die samenwerken als platform Natuur Overijsselse gemeenten, kennis en capaciteit bundelen op gebied van natuurwetgeving en biodiversiteit zodat door de gezamenlijke aanpak dier- en plantensoorten beter beschermd kunnen worden. Beperking van de milieubelasting, o.a. door afkoppelen van verhard oppervlak een deel van de Noordelijke Spoorzone en door afkoppeling van de omgeving Wielwaalstraat. Klimaatbestendige inrichting door vergroting van de afvoercapaciteit o.a. bij de Westtangent, de Deurningerstraat en de Mozartlaan. inrichten van 15 stuwgebieden en zichtbaar maken en herinrichten van beken conform het waterplan. Uitvoering van beekherstelprojecten, o.a. Berflobeek omgeving Rudolfstraat en in Veldwijk Zuid en verder de inrichting van de nieuwe beek in Veldwijk Noord en de herinrichting van de omloopleiding. Doorontwikkeling van het Weusthag in samenwerking met de bestuur van de Vereniging Vrienden van het Weusthag.
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Programmalijn 4: Investeren in bewustwording Leren & inspireren
Verleiden & stimuleren
Scholen voor Duurzaamheid
Als vervolg op het samenwerkingsprogramma WET! (Water Energie Twente) start in 2014 een samenwerkingsproject op het gebied van water en afval en afkoppeling. We gaan verder met het energieloket. Het energieloket (digitaal en fysiek) adviseert, informeert, verstrekt (voor bepaalde maatregelen) subsidie en geeft informatie over financieringsmogelijkheden voor maatregelen die bijdragen aan de toekomstbestendige woningvoorraad. Scholen voor Duurzaamheid is bedoeld voor leerlingen van het voortgezet onderwijs en staat voor educatie met een hoge kwaliteit en samenhang tussen vakken. Activerende didactische werkvormen roepen bij de leerlingen grote betrokkenheid op en dagen hen uit tot het leveren van eigen inbreng. Vanuit authentieke bronnen en contacten met echte experts ontstaat bij jongeren een onderzoekende houding ten aanzien van Duurzaamheid.
Relatie met andere programma’s De duurzaamheidsagenda heeft raakvlakken door de hele organisatie en door verschillende programma’s en hoofdfuncties heen. De verdere invulling van de duurzaamheidsagenda zal ook in samenwerking met bewoners, organisaties en bedrijven tot stand komen en heeft daardoor nauwe relaties met de facetagenda Participatie. Belangrijke onderwerpen in relatie tot het thema duurzaamheid in andere programma’s zijn: Programma 1: Werk verbindt
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Duurzame onderwijshuisvesting Social Return on Investment
Programma 2: Zorg voor de mens Programma 3: Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid
Openbare ruimte
Programma 4: Een aantrekkelijke binnenstad Programma 5: Transformatie naar een toekomstbestendige stad met focus op zuid
Agenda Burgerparticipatie
60
╗ ║
Toekomstbestendige en duurzame woningvoorraad Duurzame stedenbouw Kwaliteit van de leefomgeving Duurzaam bedrijventerrein Twentekanaal Mobiliteit Ondersteunen Fairtrade groep: burgerinitiatief vanuit de samenleving. Ondersteunen van 4 burgerinitiatieven, voortgekomen uit het symposium Met duurzame partners naar een duurzame stad.
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
5.2.6.4. Indicatoren
Als hulpmiddel voor het monitoren van dit programma is een goede set van indicatoren van belang. Daarbij geldt een belangrijk beperkend element dat te maken heeft met de aard van het onderwerp welke niet altijd cijfermatig is te benaderen.
Indicatoren agenda duurzaamheid historisch E/P Bron
doc.
2008
2009
2010
2011
2012
2013
80
189
n.n.b.
88 58 136 234% 100%
375 247 217 115,7% 100%
210 117 111 90,1% 100%
n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. 100%
155% 55-70%
76% 55-70%
69% 55-70%
55-70%
486 0,85
69% 494 n.n.b.
n.n.b. n.n.b.
KERNINDICATOREN Energiezuinigheid in en om de woning Aantal verstrekte isolatie-subsidies 'Dikke Jas' Warmtenet (indicatoren i.v.m. ISV-3) 1) (A) gereedgekomen woningen binnenstedelijk (B) gereedgekomen woningen binnen leveringsgebied (C) op Warmtenet aangesloten woningen naar bouwjaar % warmtenet binnen leveringsgebied (C/B*100%) % warmtenet binnen binnenst. nieuwbouw (C/A*100%)
historisch
historisch, cum. sinds 2010 ISV-3 afspraken historisch, cum. sinds 2010 ISV-3 afspraken
% Hengeloërs op de fiets naar het werk in Hengelo HengeloPanel historisch Aantal personenauto's per 1.000 inwoners CO2-uitstoot wegverkeer Hengelo, tonnen per inwoner Duurzaamheid, eigen organisatie % groene energie
IF
historisch
BA BB2013 BB2014
historisch
% (zeer) tevreden over groenvoorzieningen (in de eigen buurt) 3)
IVM
historisch BB2013 BB2014
afgekoppeld verhard oppervlak (in ha.)
WGW WGW
% nuttige toepassing huishoudelijk afval 2)
MIJLPALEN Programmalijn 1
173 74 0
70% 464 0,70
475 0,79
n.b. 477 0,82
48%
50%
51%
50%
50%
60%
67% 63%
historisch GRP 2009-2013 BB2014
60%
3,6 21,4
64% 67%
65% 68%
69%
2017
70%
64,0% 60%
3,8 17,8
streefwaarden 2014 2015 2016
4,0 25,4
0,2 25,6 45,0
0,0 25,6 52,5
60,0
-
60,0 -
60% 60%
60%
-
-
streefdatumStand van zaken (najaar 2013)
Start aanleg hoofdinfrastructuur Warmtenet
1e helft 2014
Energieactieplan Programmalijn 3 Actualisatie GRP
CIJFERBLAD CO2 uitstoot woningen per inwoner Aantal woningen met minimaal B-label
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Klimaatmonitor.databank.nl 2,13 Klimaatmonitor.databank.nl11,2%
2,13 13,8%
2,12 14,2%
2,06% 14,2%
n.n.b. 16,2%
n.n.b. 18,4%
2014
2015
2016
2017
1) Inclusief bijzondere woonruimten. 2) In juli 2011 is het nieuwe Milieupark in gebruik genomen 3) Sinds 2009: % (helemaal) mee eens met de stelling: 'In de buurt zijn perken, plantsoenen en parken goed onderhouden'.
61
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Facetagenda
5.2.7:
Participatie
Programmahouder bestuurlijk
Burgemeester Schelberg
Programmahouder ambtelijk
Roel de Ruiter
Programmaregisseur
Hilde Spek
5.2.7.1. Globale doelomschrijving van de facetagenda Meer mogelijkheden geven aan inwoners, bedrijven en organisaties om mee te doen met het realiseren van publieke opgaven en door middel van samenwerking beleid te maken, uit te voeren of te evalueren. We gaan meer toe naar een samenleving waarin inwoners1 zelf maatschappelijke problemen en opgaven oplossen en bepalen. Aan inwoners wordt gevraagd om meer gebruik te maken van hun eigen kracht (oplossing met hulp van de omgeving). Hier krijgen zij ook meer ruimte voor. En inwoners willen ook steeds meer zelf bepalen en meedoen met de overheid. Participatie gaat over (strategisch) samenwerken en allianties; over loslaten en lef hebben. Onze samenleving vraagt erom en als gemeente hebben wij de kennis en kunde van de samenleving nodig. Via participatie willen we samen met de inwoners zorgen voor een prettige en leefbare stad. Participatie kan verschillende doelen dienen: 1) Beter (beleids)proces en product. Inwoners hebben vaak meer praktische kennis van de problematiek en kunnen oplossingen aandragen die nog niet zijn overwogen 2) Meer ruimte geven aan de eigen kracht van inwoners 3) Verbeteren relatie tussen inwoners en bestuur 4) Nieuwe balans vinden tussen algemeen en individueel belang 5) Meer betrokkenheid en partnerschap van inwoners. Wanneer inwoners het gevoel hebben betrokken te zijn, kan dit zorgen voor meer draagvlak en vermindering van hindermacht. In dit geval kunnen publieke opgaven sneller worden uitgevoerd. 6) Meer gevoel van democratische besluitvorming. Wanneer inwoners meer invloed en bevoegdheden krijgen, voelen zij zich vaak meer verantwoordelijk voor publieke opgaven. In dit geval is participatie een democratisch element in een lokale samenleving. 7) Legitimatie van besluitvorming
5.2.7.2. Context en achtergrond: wat speelt er op dit moment? Sinds de opkomst van nieuwe digitale media gaat communicatie in een hoog tempo. De samenleving wordt steeds complexer en verandert snel. Kennis is heel toegankelijk en ‘expertise’ ligt daardoor bij een grote groep. De overheid moet sneller meegaan in deze veranderingen. De overheid hoeft niet meer alles te bepalen voor haar burgers en is te gewend geraakt aan het oppakken van problemen zonder de kracht van de samenleving in te zetten om deze zelf op te lossen. Er zit veel energie, kennis en ideeën in de samenleving waar wij als gemeente nog onvoldoende gebruik van maken. 1
Waar inwoner(s) staat worden ook bedrijven, instellingen, organisaties, partners etc. bedoeld 62
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Binnen het politieke stelsel is er ook veel veranderd. De legitimiteit moet als het ware steeds opnieuw per onderwerp worden “verdiend”. De kiezer van nu geeft de vertegenwoordigers in de politieke partijen hooguit een voorlopige richting. De samenwerking met partners en bewoners wordt in de toekomst vaker georganiseerd aan de hand van concrete opgaven. Kaders geven richting, maar laten ruimte voor maatwerk en onorthodoxe oplossingen. Participatie van bewoners is geen doel, maar een middel om maximaal in te zetten op de eigen kracht van onze inwoners. Gelijkwaardige samenwerking in meedenken en – doen staat hierbij centraal: wat vinden bewoners belangrijk? Wat kunnen bewoners zelf? Wat willen bewoners dat de gemeente doet? Om besluitvorming en sturing te faciliteren gaan we van aannames en belangen naar ‘fact based’ werken. Noodzakelijke informatie uitwisselen tussen de lijn en partners waarbij onderzoek kennis slim wordt gecombineerd met beleidskennis en praktijkkennis.
5.2.7.3. Programmalijnen Binnen de agenda participatie staat het resultaat (op straat) voorop. Het resultaat is niet altijd fysiek zichtbaar, maar zit soms simpelweg in het proces. Echte grote veranderingen worden pas op de lange termijn verwacht; het gaat hier om een verandering in houding en gedrag. Omdat participatie gaat over projecten en maatregelen over de volle breedte van ons beleid heeft het de status van facetagenda gekregen. De resultaten van deze facetagenda dragen dus bij aan de resultaten binnen de andere programma’s. Er zijn twee grote programmalijnen te onderscheiden: een interne opgave rondom participatie binnen de gemeentelijke organisatie zelf, en een externe opgave. Programmalijn 1: Interne opgave De investering in de interne opgave is een belangrijke voorwaarde om externe participatie trajecten goed te laten verlopen. Programmalijn 2: Externe opgave Bij de externe opgave wordt participatie concreet gemaakt bij het maken, evalueren en/of uitvoeren van beleid, projecten en overige acties.
Programmalijn 1: Interne opgave Open gemeente 2.0
Het internet en nieuwe (digitale) communicatiemiddelen bieden nieuwe participatie mogelijkheden. Als gemeente willen we open zijn over plannen, beleid en actie die van belang zijn voor burgers. Die openheid gaan we organiseren door de interne en externe communicatie helder neer te zetten. Meer werken en denken vanuit de burger, gemeente als ambassadeur (rol burgemeester). Successen vieren en laten zien: De participatie etalage.
Verankeren kennis binnen organisatie
Investeren in kennis en ervaring van ambtenaren, het college en de gemeenteraad op het gebied van participatie door middel van de volgende acties en/of projecten: -Participatie is onderdeel van de cursussen voor beleidsmedewerkers die de Hengelo Academie organiseert
Burgers hebben invloed op de gemeenteraad
63
╗ ║
De participatieve en representatieve democratie versterken. De gemeenteraad speelt een actieve rol. Eerste doorkijk naar een andere opzet van het adviesstelsel en mogelijkheden tot inspraak en participatie van inwoners.
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Programmalijn 2: Externe opgave
Programma 1: Werk verbindt
Doel participatie: Een verhoogde participatie in de samenleving via werk.
Programma 2: Zorg voor de mens
-
Samenwerken met partners in en om de stad om (met het vooruitzicht van de Participatiewet) toe te werken naar goede begeleiding voor de onderkant van de arbeidsmarkt.
-
De betrokkenheid van Hengelose bedrijven uitbouwen via een Sociaal akkoord en Pact Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (Pact MvO).
Doel participatie: Invloed en beslissingsmacht teruggeven aan burgers en instellingen. Hiermee ook de eigen kracht van bewoners versterken.
Programma 3: Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid
-
Toekomst WMO cliëntenraad schetsen, samen met de WMO cliëntenraad.
-
Project “Samenwerken door samenwerken”.
Doel participatie: Het behouden van een sterke sociale samenhang binnen de Hengelose samenleving (Hengelo blijven). Hierbij vooral de eigen kracht en verantwoordelijkheid stimuleren en de relatie van de gemeente met de inwoners van de wijken verbeteren.
Programma 4: Een aantrekkelijke binnenstad
-
Bewoners en partners betrekken bij de wijkprogrammering op sociaal en fysiek vlak.
-
Versterken burgerinitiatieven via doorontwikkeling buurtbonnen systematiek.
-
Opgavegericht Werken via wijkplannen
-
Aanspreken moeilijk bereikbare doelgroepen via uitvoering jeugdbuurtbonnen.
Doel participatie: Naar een levendige binnenstad. Dit kan niet alleen door de gemeente worden ontwikkeld, maar dit moet met samenwerkende partijen zoals ondernemers, gebruikers, bewoners en stakeholders. -
Programma 5: Transformatie naar een toekomstbestendige stad met focus op zuid
Agenda Duurzaamheid
64
╗ ║
Horecavisie opstellen met advies belanghebbenden
Doel participatie: Samen met partners werken aan de transformatie naar een toekomstbestendige stad. Bewoners en gebruikers betrekken en invloed geven op hun leefomgeving. -
CPO als middel om de keuzevrijheid te bevorderen voor woonconsumenten. I.s.m. partners het concept uitwerken (coproductie) met aansluitend een voorbeeldproject in Zuid (participatie).
-
Start inrichting van het Watertorenpark samen met bewoners: voorjaar 2014
Doel participatie binnen duurzaamheid: Signalen en ideeën vanuit de samenleving ophalen rondom duurzaamheid. De gemeente wil partijen met elkaar in contact brengen via bestaande en nieuw op te zetten netwerken en samenwerkingsverbanden. Waar mogelijk faciliteren met geld, kennis en capaciteit. Bewoners en bedrijven worden
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
medeverantwoordelijk voor duurzaamheid.
Agenda Participatie
-
Uitvoering van acties en projecten met bewoners vanuit het groenplan
-
Wijlanden: Participatieve invulling van braakliggende terreinen via het Pact MVO. Inwoners bepalen gezamenlijk de invulling en doen realisatie. Invulling veranderende rol van de overheid.
-
Inrichting speelvoorzieningen in overleg met bewoners
-
Weusthagpark; inrichting, onderhoud en relatiebeheer
5.2.7.4. Relaties De regie op participatie gaat over zeer veel relaties die de gemeente heeft met burgers en instellingen. Het gaat te ver deze allemaal te benoemen. Wat wel mag worden gezegd is dat het hebben van deze relaties, van eenvoudig tot complex, nog veel te weinig worden gezien als een succesfactor voor de beleidsmatige antwoorden, die gemeente vaak laat zien. We zien nog veel traditionele beleidsreflexen. Het bekendste voorbeeld is een weigering uit angst van precedentwerking. Dit is een voorbeeld van een juridische denktrant. Aan de ander kant is juist het unieke en het vinden van een passend antwoord iets wat vanuit de praktijk van alle dag beter werkt.
65
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
5.2.7.5. Indicatoren
Als hulpmiddel voor het monitoren van dit programma is een goede set van indicatoren van belang. Daarbij geldt een belangrijke beperkend element dat te maken heeft met de aard van het onderwerp welke niet altijd cijfermatig is te benaderen.
Indicatoren agenda duurzaamheid historisch E/P Bron
doc.
2008
2009
2010
2011
2012
2013
80
189
n.n.b.
88 58 136 234% 100%
375 247 217 115,7% 100%
210 117 111 90,1% 100%
n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. 100%
155% 55-70%
76% 55-70%
69% 55-70%
55-70%
486 0,85
69% 494 n.n.b.
n.n.b. n.n.b.
KERNINDICATOREN Energiezuinigheid in en om de woning Aantal verstrekte isolatie-subsidies 'Dikke Jas' Warmtenet (indicatoren i.v.m. ISV-3) 1) (A) gereedgekomen woningen binnenstedelijk (B) gereedgekomen woningen binnen leveringsgebied (C) op Warmtenet aangesloten woningen naar bouwjaar % warmtenet binnen leveringsgebied (C/B*100%) % warmtenet binnen binnenst. nieuwbouw (C/A*100%)
historisch
historisch, cum. sinds 2010 ISV-3 afspraken historisch, cum. sinds 2010 ISV-3 afspraken
% Hengeloërs op de fiets naar het werk in Hengelo HengeloPanel historisch Aantal personenauto's per 1.000 inwoners CO2-uitstoot wegverkeer Hengelo, tonnen per inwoner Duurzaamheid, eigen organisatie % groene energie % nuttige toepassing huishoudelijk afval 2)
% (zeer) tevreden over groenvoorzieningen (in de eigen buurt) 3)
afgekoppeld verhard oppervlak (in ha.)
MIJLPALEN Programmalijn 1
173 74 0
70% 464 0,70
475 0,79
n.b. 477 0,82
48%
50%
51%
IF
historisch
BA BB2013 BB2014
historisch
IVM
historisch BB2013 BB2014
60%
3,8 historisch 17,8 GRP 2009-2013 BB2014
3,6 21,4
WGW WGW
50%
50%
60%
67% 63%
streefwaarden 2014 2015 2016
64% 67%
65% 68%
69%
2017
70%
64,0% 60%
4,0 25,4
0,2 25,6 45,0
0,0 25,6 52,5
60,0
-
60,0 -
60% 60%
60%
-
-
streefdatumStand van zaken (najaar 2013)
Start aanleg hoofdinfrastructuur Warmtenet Energieactieplan Programmalijn 3 Actualisatie GRP
CIJFERBLAD CO2 uitstoot woningen per inwoner Aantal woningen met minimaal B-label
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Klimaatmonitor.databank.nl 2,13 Klimaatmonitor.databank.nl11,2%
2,13 13,8%
2,12 14,2%
2,06% 14,2%
n.n.b. 16,2%
n.n.b. 18,4%
2014
2015
2016
2017
1) Inclusief bijzondere woonruimten. 2) In juli 2011 is het nieuwe Milieupark in gebruik genomen 3) Sinds 2009: % (helemaal) mee eens met de stelling: 'In de buurt zijn perken, plantsoenen en parken goed onderhouden'.
66
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
5.3: Hoofdfuncties
Hoofdfunctie 0: Algemeen bestuur Commissie(s)
Bestuur, Sociaal, Fysiek
Sector
Ruimte, Samenleving, Personeel en Financiën, Publieksdiensten en Sociale Zaken, Informatie en Faciliteiten, Wijkzaken, Veiligheid en Leefomgeving, Stedelijk Beheer, Staf en Griffie.
Missie De gemeente Hengelo wil dat inwoners, bedrijven, organisaties en overige partners de gemeente ervaren als: betrouwbaar, transparant en helder; makkelijk te benaderen en responsief; relatief veilig; uitnodigend en op participatie gericht; dienstverlenend en burgergericht. PARTICIPATIE Participatie is een belangrijk speerpunt van ons coalitieakkoord. Wij vinden het belangrijk om burgers en instellingen zo vroeg mogelijk te betrekken bij zowel beleidsvorming als beleidsuitvoering. In de gemaakte afweging rond de nieuw te vormen programma’s in 2011 heeft uw raad besloten dat participatie als een facetagenda wordt ingevuld. In de begroting in Hoofdstuk 5.2.7. is de facetagenda weergegeven.
COMMUNICATIE Gemeenteraad en college hebben het goed communiceren met en het goed betrekken van de inwoners van Hengelo bij het gemeentelijk beleid hoge prioriteit gegeven. Gemeentelijke communicatie heeft zich ontwikkeld tot een beleidsinstrument om houding en gedrag te beïnvloeden en tot een instrument dat bestuurders en ambtenaren inzetten om samen met partijen te werken aan de toekomst van de stad Hengelo. De moderne samenleving met haar mondige en kritische burgers vraagt om een communicatieve opstelling van bestuur en ambtenaren. Communicatie komt daarmee in het hart van het beleidsproces. Onze organisatie communiceert op tal van manieren met haar doelgroepen. Elementen als betrouwbaarheid, duidelijkheid, daadkracht, aandacht voor wat de mensen vinden en zeggen bepalen mede het beeld van en over onze organisatie.
PROFILERING HENGELO We willen Hengelo eenduidig, herkenbaar en met een onderscheidend profiel op de kaart zetten richting bewoners, bedrijven en bezoekers. Doel is een economisch krachtige stad te zijn met voldoende voorzieningen voor onze bewoners. De kernwaarden van Hengelo zijn daarvoor de basis: aangenaam, bereikbaar en vernieuwend. 'Hengelo beter op de kaart zetten', dat is het doel van het college. Niet zozeer bij toeristen en bezoekers, maar vooral bij onze eigen inwoners. Want hoewel de meeste Hengeloërs met veel plezier hier wonen, mag de trots op de stad nog wel wat meer uitgedragen worden. Eén van de dingen die we moeten doen, is de Hengeloër beter te laten weten en ervaren wat onze stad te bieden heeft. DIENSTVERLENING De kwaliteit van onze dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen staat al geruime tijd hoog in ons vaandel. Via elk kanaal (balie, telefoon, website, e-mail, post) moeten onze klanten op een eenvoudige manier een begrijpelijk en betrouwbaar antwoord krijgen op hun vragen. Het digitale kanaal is 24 uur per dag beschikbaar en bovendien het meest kostenefficiënte kanaal. Daarom proberen we onze klanten, waar mogelijk, te stimuleren om gebruik te maken van dit kanaal. Voorwaarde is dat de informatie op www.hengelo.nl steeds actueel, beschikbaar, begrijpelijk en vindbaar is. Hierin zijn wij duidelijk op de goede weg. In landelijke vergelijkingen scoren we goed. In het onderzoek van UNITiD (100gemeenten.nl) eindigden we zelfs als 7e van Nederland en als hoogste gemeente in Overijssel. We scoren ruim boven het gemiddelde als het gaat om gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid. En we staan aan de top als het gaat om vindbaarheid van informatie en het zelf kunnen regelen van zaken. Vanzelfsprekend doen we er alles aan om deze hoge positie te behouden. De resultaten van de uitgevoerde klantvraaganalyses kunnen daarbij behulpzaam zijn.
67
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Onze digitale dienstverlening zal ook in 2014 verder worden uitgebreid. Zo zetten we bijvoorbeeld in op volledige digitale afhandeling van parkeervergunningen en –ontheffingen. BESTUUR De maatschappij ontwikkelt zich meer en meer tot een netwerksamenleving waarin bestaande, ‘statische’ en hiërarchische constituties, waaronder overheidsorganisaties, een minder prominente rol zullen innemen. Verbanden tussen mensen en organisaties worden meer horizontale, dynamische en vaak tijdelijke ‘coalities’ met een gedeeld belang. Het continue werken met dynamische coalities van mensen en organisaties is voor Hengelo dé wijze om als gemeentelijke overheid maatschappelijke effecten te bereiken in de netwerksamenleving. Een bestuurskrachtige gemeente vraagt om samenwerking met andere gemeenten en partners in onze omgeving. We blijven inzetten op de samenwerking in (eu)regionaal en internationaal verband en een gecoördineerde lobby (ondermeer voor externe subsidieverwerving).
Kaderstellende beleidsnota’s: • • • •
Politiek testament raad (2010) en tussenevaluatie van de raad; Kadernota 2014-2017; Samenwerkingskoers Hengelo: coalitions of the willing 2.0; Beleidskader Verbonden partijen Hengelo 2013;
Productcombinaties:
Doen ?
Bereiken ? Bestuursorganen (P-001) Het versterken van de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad
•
• Een bestuurskrachtige gemeente
•
•
Burgers en bestuur dichter bij elkaar brengen
68
╗ ║
•
Samen met uw raad hebben we in 2011 een traject doorlopen om te komen tot een programma/beleidsbegroting die meer recht doet aan de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad. Een belangrijke notie daarbij is het onderscheid tussen ontwikkeldoelen aan de ene kant, geduid in échte politieke beleidsprogramma’s en aan de andere kant de meer op uitvoering en beheer gerichte ‘going-concern’-taken. Deze taken komen tot uitdrukking in de functionele beleidsbegroting. In 2013 is een nieuw format voor de raadsvoorstellen geintroduceerd. Om de bestuurskracht in Twente te behouden is samenwerking, ook voor Hengelo, noodzakelijk. Wat Hengelo betreft is, als het gaat om de vormgeving van samenwerking, een bestuurlijke samenvoeging (zoals Twentestad) als stip aan de horizon niet aan de orde. Onze samenwerkingsplaat, die de huidige stand van de dialoog verbeeldt, maakt duidelijk wat onze houding t.a.v. samenwerking is: Hengelo is, qua fysieke ligging en zeker ook cultureel/mentaal, de centrale plaats in het daily-urban-system Twente. Daarin ligt de kiem van onze genuanceerde kijk op samenwerking: een ontspannen kijk met de blik op heel Twente, modulair, nieuwsgierig, vanuit de inhoud redenerend, verbindend en balans zoekend tussen de kracht van de samenwerkende steden en de onlosmakelijke band met de omliggende plattelandsgemeenten. Vanuit deze houding werken we continue aan de samenwerking in Twente ter vergroting van de bestuurskracht. Het organiseren van bijvoorbeeld werkbezoeken van het college en het ondersteunen van trefpuntbijeenkomsten. Zie verder facetagenda participatie.
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Nieuwe bestuursperiode
• •
Ter voorbereiding op de nieuwe bestuursperiode wordt een ambtelijk memorandum en een overdrachtsdocument van het college voorbereid. Na de verkiezingen van 19 maart 2014 werken we aan de vorming van een nieuw college en een nieuw collegeprogramma. Uw raad heeft op voorstel van het college in het kader van het bezuinigingspakket ‘Koersvast in krappe tijden’ besloten tot het uitgangspunt van compact bestuur, waarbij sprake is van maximaal vier fte wethouders in de collegeperiode 2014-2018.
Ontwikkelingen • Bij het rijk staat de bestuurlijke organisatie van Nederland nadrukkelijk op de agenda. Na een stevige inzet met de structuurdiscussie over 100.000+ gemeenten begin 2013 legt de Minister inmiddels de nadruk meer op congruente samenwerkings-constructen en initiatieven van onderop.
Doen ?
Bereiken ?
Bestuursondersteuning (P-002) Kernwaarden Hengelo staan lokaal en regionaal op de kaart.
•
Gemeentelijke beleidsdoelen realiseren met externe subsidies
•
Er is een notitie over de kernwaarden. Deze is referentie voor onze citymarketing. Deze wordt heel concreet gevormd door het overzicht van evenementen en flankerende activiteiten van Bureau Hengelo. Op basis van de nieuwe subsidienota zijn de gemiddelde jaarresultaten vastgesteld. Deze resultaten worden in 2014 gehaald.
Ontwikkelingen Bureau Hengelo heeft sinds 2011 in opdracht van de gemeenteraad een coördinerende rol op het gebied van evenementen/toerisme/stadspromotie. In 2013 zijn de marketing- en communicatieactiviteiten verder uitgebreid. Vanuit de gemeente is een communicatieadviseur anderhalve dag per week gedetacheerd om de communicatiecomponent goed te kunnen invullen. Ook fungeert zij als liaison naar de rest van de organisatie. Eind maart is het eerste nummer van huis-aan-huisblad H&gelo verschenen. In 2013 verschijnen in totaal zes edities. In april is het concept ‘Een dagje Hengelo’ gelanceerd. Doel is toeristen die Twente bezoeken ook een dagje Hengelo te laten doen. Voor hen én voor de inwoners is de app Dagje Hengelo ontwikkeld, evenals de website Eendagjehengelo.nl. De laatste sluit aan bij de Twentse toeristische campagne ‘Beleef Twente’. Afgelopen zomer heeft Bureau Hengelo een vernieuwd sponsorconcept gelanceerd: de Hengelo 500. Bedoeling is dat uiteindelijk 500 bedrijven zich in ruil voor 500 euro per jaar aansluiten bij dit netwerk. Bureau Hengelo wil zich ook maatschappelijk inzetten voor de stad. Zo heeft het het initiatief voor het Wij-land Lange Wemen genomen. Ook ontwikkelt Bureau Hengelo in samenspraak met Stichting Centrummanagamente Hengelo en de actie Weet waar je koopt/Hart voor je stad een marketingprogramma. Onderdeel hiervan is een loyalty app, waarmee consumenten punten kunnen sparen voor culturele activiteiten.
69
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ? Burgerzaken (P-003) Deregulering
•
Uitvoering geven aan het actieprogramma deregulering.
Vermindering van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven
• •
Het doorlichten en saneren van gemeentelijke regelgeving. Kritisch beoordelen van processen, procedures en nieuw op te stellen regelgeving. Digitalisering dienstverlening. Digitalisering dienstverlening. Naleving actieplan normenkader.
Verbeteren dienstverlening bij vergunningverlening
• • •
Uitvoeren van gecoördineerd toezicht en handhaving
• • • • • •
Gemeente als dienstverlener
• • •
Inspectie planningen op elkaar afstemmen. Uitvoeren van multidisciplinaire projecten. Daar waar mogelijk taken van elkaar overnemen. Oog –en oorfunctie voor elkaar. Digitalisering toezicht. Uitvoering steeds meer in regionaal verband en regionale afstemming (RUD). Verhogen kwaliteit KCC en verbeteren afstemming met vakafdelingen. Promoten, verbeteren en uitbreiden digitale kanaal. Verhogen risicobewustzijn en bestrijden fraude.
Ontwikkelingen DEREGULERING Deregulering is bedoeld om het werken met de gemeente voor burgers en bedrijven gemakkelijker te maken. Veelal ligt bij deregulering de nadruk op bedrijven; wij kiezen ervoor ook richting burger zwaar in te zetten op deregulering. Uw raad nam hierover medio 2010 een motie aan om te bekijken waar Hengelo zich nog kan verbeteren. Dit paste uitstekend bij onze inzet om via een actieprogramma hierop gericht resultaten te halen, hoewel Hengelo overigens in het algemeen op dit punt niet slecht scoort. Ons onderzoek naar overbodige of tegenstrijdige regels is een continu proces en zal ook in 2014 een speerpunt zijn. Daarnaast zal de digitalisering van de dienstverlening worden doorgezet met als beoogd doel snellere en efficiëntere afhandeling van aanvragen tegen lagere kosten en meer transparantie voor de aanvragers. Ondertussen werkt het rijk verder aan een nieuwe Omgevingswet waarin verschillende wetten op het gebied van het gebruik van de openbare ruimte worden geïntegreerd. Een actualisatie van de bestemmingsplannen wordt gestart. Ook hierbij wordt onderzocht in hoeverre regels kunnen worden verruimd of versoepeld zonder afbreuk te doen aan de stedenbouwkundige kwaliteit van de openbare ruimte. Privatisering bouw en woningtoezicht Een discussie die wij in het licht van deregulering kritisch volgen is het voornemen van de rijksoverheid om de vergunningverlenende en toezichthoudende taken voor bouw- en woningtoezicht te privatiseren. Wij willen hierbij betogen dat privatisering niet leidt tot een verhoging van administratieve lasten voor burgers en bedrijven en dat hoogwaardige kwaliteit in de bouw gewaarborgd zal zijn. DIENSTVERLENING Ons streven blijft gericht op een zo goed mogelijke dienstverlening tegen aanvaardbare kosten. De verdere doorontwikkeling van het klantcontactcentrum (KCC) speelt daarbij een belangrijke rol. Wij richten ons in 2014 o.a. op het verhogen van de kwaliteit van het KCC. Een (nog) betere afstemming met de vakafdelingen is daarbij cruciaal. Daarnaast hopen wij, met behulp van het onlangs ingevoerde zaaksysteem en verdere digitalisering van onze dienstverlening, zaken sneller, goedkoper en transparanter af te kunnen handelen. Het digitale kanaal is het meest kostenefficiënt. We blijven onze klanten actief stimuleren of verleiden om gebruik te maken van dit kanaal. Dat doen we o.a. met behulp van de resultaten van klantvraaganalyses, maar ook met prijsdifferentiatie. Daarbij willen wij het menselijk aspect niet uit het oog verliezen. Voor mensen die 70
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
moeite hebben met het gebruik van de elektronische overheid proberen we passende oplossingen te vinden. Zo bieden we bijvoorbeeld, in samenwerking met Novay en Seniorweb, de cursus ‘Werken met de e-overheid’ aan. En, op verzoek van een meerderheid van de raad, kan een melding openbare ruimte ook weer telefonisch worden gedaan. Wij verwachten van onze medewerkers een grote mate van betrokkenheid. Helaas ontvangen wij steeds meer signalen over fraude met identiteiten, documenten, aangiftes en adressen. Ook in Hengelo worden wij hiermee geconfronteerd. Deze vormen van fraude kosten de samenleving veel geld en nietsvermoedende burgers en instellingen worden er slachtoffer van. Een goede dienstverlening vergt dus meer dan vriendelijke en begripvolle medewerkers. Een zekere alertheid (‘professioneel wantrouwen’) is geen overbodige luxe. Wij werken al geruime tijd aan verhoging van het risicobewustzijn en het verbeteren van beveiligingsprocedures en –instructies. Dat blijven wij ook in 2014 doen. Verder nemen wij deel aan een landelijke pilot over fraudebestrijding op het gebied van brondocumenten en willen wij de samenwerking met andere gemeenten en ketenpartners (zoals de politie) intensiveren. In de eerste helft van 2014 staan er twee verkiezingen op de agenda (gemeenteraad op 19 maart en Europees Parlement op 22 mei). De organisatie van deze verkiezingen heeft absolute prioriteit en legt een aanzienlijk beslag op de beschikbare capaciteit van de afdeling Burgerzaken. De samenhang tussen de verschillende projecten die bijdragen aan een betere gemeentelijke dienstverlening wordt bewaakt binnen het ambtelijke domeinoverleg dienstverlening. VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING Binnen vergunningen en handhaving spelen een aantal ontwikkelingen die erop gericht zijn de huidige kwaliteit van de dienstverlening in stand te houden of te verbeteren. Digitalisering en verbetering dienstverlening aan horecabedrijven. Bijzondere aandacht zal er zijn voor vergunningverlening bij Horecagelegenheden en evenementenvergunningen. Het aanvragen van vergunningen zal door middel van digitale aanvraagformulieren worden versneld en vereenvoudigd. Door daarnaast het veelvoud aan vereiste vergunningen, ontheffingen en meldingen in samenhang af te handelen zal de dienstverlening aan horecaondernemers worden verbeterd en de administratieve lasten worden teruggedrongen. Gecoördineerd toezicht en handhaving Mede als gevolg van de invoering van de WABO worden toezicht en handhaving sterk gecoördineerd uitgevoerd. Planningen van inspecties worden op elkaar afgestemd, en de verschillende disciplines werken meer samen. Daar waar mogelijk worden taken van elkaar overgenomen en de inspecteurs vervullen voor elkaar een oog- en oorfunctie. Het aantal afzonderlijke bezoeken/controles wordt op deze manier zo veel mogelijk beperkt. Onder de vlag van de RUD zal in steeds verdergaande mate regionaal worden afgestemd en samengewerkt.
71
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ?
Bestuurlijke samenwerking (P-005) Hengelo/Netwerkstad Twente internationaal positioneren als toonaangevende kennisregio.
•
•
•
•
•
• •
Regionale samenwerking
•
•
72
╗ ║
Samen met de EUREGIO, de Regio Twente en Netwerkstad Twente werken we aan de uitvoering van de Internationale Agenda van Twente. Namens de Netwerkstad participeert Hengelo in het Social Affairs Forum, het Economic Development Forum en het Mobility Forum van Eurocities, het Europese netwerk van grote steden. Via deze kanalen lobbyen we o.a. voor de bereikbaarheid van Twente (zie hierna) en voor de bevordering van onze - creatieve economie. Met Duitse, Finse, Baltische en andere Europese partners versterken we de positie van de North Sea Baltic Corridor, onderdeel van het Transeuropese Netwerk voor Transport TEN-T. Deze corridor loopt van Helsinki/Baltische Staten via Warschau en Berlijn via Twente naar de Noordzee-havens. In 2014 leiden de inspanningen tot een omvangrijke EU-subsidieaanvraag, bedoeld om de Euregionale knelpunten in de corridor op te lossen. Voor Twente ligt daarbij de nadruk bij de Twentekanalen, verbreding A1 (hoewel daarvoor geen EU-mi ddelen beschikbaar zijn), en mitigerende maatregelen voor de spoorlijn. Deze en andere elementen dienen opgenomen te worden in het corridorprogramma, dat in 2014 o.l.v. een hoge EU-coördinator wordt opgesteld. Onze lobby is daarop gericht. Op het terrein van participatie is Hengelo partner geworden in het programma “Citizens for Europe” waarin 14 Europese steden samenwerken. Het doel van dit tweejarig programma is het vergroten van de actieve participatie en co-creatie van burgers bij stedelijke ontwikkelingen. Daarnaast participeert Hengelo/Twente actief in netwerken m.b.t. de creatieve economie. Doel in 2014 is creatieve hotspots zoals de Creatieve Fabriek (Hengelo Hazemeijer) en CeeCee in Enschede te koppelen aan andere creatieve locaties in Europa. Het gaat om programma- en kennisuitwisseling en het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid. Via het WTC verkennen we in 2014 de mogelijkheden tot intensievere economische samenwerking met bestaande stedenrelaties Pilsen (CZ) en Ogre (LV). Het WTC heeft een trekkersrol bij het creëren van een gunstig klimaat voor expats, als onderdeel van de Twentse Human Capital Agenda. In de jaren ’90 onderhielden we contacten met de Chinese stad Kaifeng. Deze stad heeft zich opnieuw gemeld; met het WTC en het Twentse bedrijfsleven onderzoeken we in 2014, of er voldoende animo is voor economische samenwerking. In 2014 zetten we de pogingen voort om het initiatief van de Yozgatse gemeenschap in Hengelo voor een drinkfontein (Cesme) in de binnenstad naar Turks voorbeeld, te helpen realiseren. In 2014 intensiveren we samen met de EUREGIO de samenwerking met Münster en Osnabrück (MONT), o.a. op milieu- en energiegebied. Ook besteden we op gepaste wijze aandacht aan het 25-jarig bestaan van deze informele samenwerking. Ook in 2014 werken we verder aan samenwerking. Daarbij hebben we onze Samenwerkingskoers Hengelo: coalitions of the willing 2.0 als leidraad (zie de passages bij ‘Bestuursorganen’ P-001 ‘een bestuurskrachtige gemeente’). Ontwikkelingen binnen Shared Service Netwerk Twente en de Netwerkstad zullen ook in 2014 aandacht vragen. Bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen - zoals de Regio Twente - en aan samenwerkingsverbanden - zoals de Netwerkstad Twente – staan in tijden van teruglopende budgetten bij de gemeentelijke overheid onder druk. Wij zijn van mening dat begrotingen van gemeenschappelijke regelingen bewegen mee met gemeentelijke begrotingen (samen-trap-op-trap-af systematiek).
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
•
We hebben op diverse samenwerkingsverbanden een behoorlijke bezuinigingsopdracht in onze begroting opgenomen. Om deze te realiseren zijn we in overleg met de Regio, de Netewerkstad en de Veiligheidsregio en de dertien (of vier) andere deelnemende gemeenten. Voor wat betreft de samenwerking binnen Netwerkstad zijn wij inhoudelijk zeer positief, maar zijn wij terughoudend op het bestuurlijke concept dat in de loop der jaren gegroeid is. In plaats van een jaarlijkse structurele bijdrage willen wij toe naar een financiering op projectmatige basis.
Ontwikkelingen Internationaal Hengelo als lid van de Netwerkstad Twente werkt aan de toekomst. De horizon reikt daarbij verder dan de regio. We oriënteren ons in gezamenlijkheid op de het nieuwe beleid van de Europese Unie, dat vanaf 2014 een nieuwe budgetperiode ingaat. In 2012 heeft de Regio het werkdocument ‘Europe 2020: Powered by Twente’ vastgesteld. Daarin is de agenda van de Regio en Netwerkstad gekoppeld aan de nieuwe Europese doelen (smart, sustainable and inclusive). De nieuwe EU-budgetperiode 2014-2020 biedt nieuwe kansen voor EUsubsidiëring. Leidraad daarbij is het nieuwe OP (operationeel programma) voor Oost-Nederland i.h.k.v. de nieuwe EFRO periode, alsmede het Slimme Specialisatie Strategie (S3)-document. Daarin ligt het Twentse HTSM-speerpunt (high tech systems and materials) stevig verankerd. Dit document geeft aan waarin OostNederland en Twente zich specifiek onderscheiden van andere regio’s en op welke manier dit verder uitgebouwd wordt om te komen tot een van de toptechnologische kennisregio’s van Europa. In 2014 zetten we nog sterker in op internationaal samenwerken waar kansen liggen en waar de energie zit. Zien en gezien worden op internationaal niveau vraagt om een volhardende en consistente inzet. We bouwen strategische allianties om met enige kans van slagen te lobbyen en EU-subsidies te verwerven. Dat is een zaak van lange adem waarin we - ondanks de bezuinigingen – tijd en energie in blijven investeren. Regionaal Onder meer n.a.v. de afschaffing van de + in de Wgr, zijn de deelnemende gemeenten in Regio Twente bezig met een heroriëntatie op de regionale samenwerking. In het voorjaar van 2014 zou dit kunnen leiden tot een nieuwe vorm van ‘met elkaar verkeren’ in Twente. Ondertussen groeit het aantal samenwerkingsinitiatieven tussen twee (of meer) gemeenten gestaag. Soms op een inhoudelijk domein, soms op het gebied van bedrijfsvoering. De vraag dringt zich op óf voor dit bonte palet van samenwerking een vorm van ‘governance’ nodig is. En zo ja, hoe?
Doen ?
Bereiken ?
Bestuursondersteuning Raad en Rekenkamer (P-006) Functioneren raad
• •
•
•
73
╗ ║
In februari 2013 heeft de raad besloten tot het doorvoeren van niet majeure aanpassingen in de werkwijze van de raad. Eind 2013/ begin 2014 volgt een deeladvies over de wenselijkheid tot het al dan niet aanpassen van de vergaderstructuur van de raad (de raadscommissies). Dit met het oog op de aankomende nieuwe raad, na de verkiezingen van maart 2014. Het digitaliseringsprogramma van de raad wordt verder uitgevoerd, waardoor het raadswerk steeds minder papier zal vergen. Het kost meer tijd om de noodzakelijke digitale oplossingen te bedenken om documenten vanuit het gemeentelijke zaaksysteem eenvoudig en klantvriendelijk te publiceren op internet en extranet via een passend Raads Informatie Systeem (RIS). Daardoor duurt het langer voordat de griffie kan besparen op de capaciteit die gevraagd wordt van de afdeling secretariaat en flexpool. De rekenkamercommissie heeft in 2012 een herstart gemaakt. In 2013 heeft de rekenkamercommissie diverse onderzoeken op gedegen wijze afgerond die ook ter besluitvorming aan de raad zijn voorgelegd.
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Hoofdfunctie 1: Openbare orde en veiligheid Commissie(s)
Bestuur, Sociaal, Fysiek
Sector
Wijkzaken, Veiligheid en Leefomgeving, Publieksdiensten en Sociale Zaken, Personeel en Financiën
Missie INTEGRALE VEILIGHEID De centrale doelstelling is het bevorderen van de samenwerking met interne en externe partners m.b.t. de uitvoering van het veiligheidsbeleid in de gemeente Hengelo. Door het verankeren van bestaande processen en nieuwe ontwikkelingen zoals het veiligheidshuis wordt gepoogd om Hengelo als een van de veiligste en meest leefbare grotere steden van Nederland te behouden. Burgers moeten het prettig vinden te wonen, werken en recreëren in Hengelo. Doelstelling is ook dat ondernemers zich graag willen vestigen en gevestigd willen blijven in Hengelo vanwege het veilige ondernemersklimaat. BRANDWEER De brandweer maakt sinds 1 januari 2013 onderdeel uit van de veiligheidsregio Twente. Het algemeen bestuur van de veiligheidsregio stelt de programmabegroting vast. De gemeente Hengelo heeft een taakstelling aan de veiligheidsregio opgelegd.
Kaderstellende beleidsnota’s • •
Integraal veiligheidsbeleid Hengelo 2013-2016 (september 2012); Samenwerkingsconvenant Toezicht & Handhaving Openbare Ruimte Regio Twente.
Productcombinaties
Doen ?
Bereiken ?
Brandweer en Rampenbestrijding (P-120) Voor de activiteiten van de brandweer wordt verwezen naar de programmabegroting van de Veiligheidsregio Twente 2014. Deze programmabegroting is vastgesteld door het Algemeen Bestuur van juli 2013.
74
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ?
Openbare orde en Veiligheid (P-140) Hengelo top 3 veiligste stad in 2014
•
•
Verder profesionaliseren stadstoezicht
• •
• •
•
Uitvoering geven aan het veiligheidsbeleid 2013-2016. Hierin zijn de volgende speerpunten benoemd 1. Doorontwikkeling van het veiligheidshuis en daarmee inzet op de aanpak van veelplegers, huiselijk geweld, aanpak jeugdcriminelen, nazorg voor ex-gedetineerden, multiprobleemgezinnen en gebiedsgerichte aanpak; 2. Veilige en leefbare wijken: door opgave gericht te werken, wordt focus aangebracht en inzet gepleegd daar waar dat nodig is. Er is bijzondere aandacht voor de binnenstad met inzet voor veilig uitgaan en cameratoezicht, veilig ondernemen en vermindering aantal diefstallen; 3. Integraal toezicht en handhaving; het samen met partners scherp toezien op gevaarlijke en onwenselijke situaties. Echter ook het goed borgen van nieuwe toezicht- en handhaving taken en bevoegdheden Stadstoezicht. 4. Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit; overlast en onveilige situaties zijn vaak effecten van zware criminaliteit zoals illegale hennepteelt en witwaspraktijken. Inzet is om de problemen bij de wortel aan te pakken. Medio 2014 worden de uitkomsten van de veiligheidsmonitor 2013 en de wijkscans van de politie bekend. Samen met de resultaten van de inspanningen van de eerste twee jaar, wordt een voortgansbericht opgesteld.De speerpunten worden in deze rapportage getoetst. Indien nodig worden voorstellen gedaan voor bijstelling. Stadstoezicht gaat effectief inspringen op de dagelijkse ontwikkelingen in de openbare ruimte, zoals op de geconstateerde toename overlastmedlingen openbare ruimte. Implementeren en uitvoeren van nieuwe taken zoals DHW (landelijke ontwikkeling), aanpak jeugdoverlast, illegale dumpingen, toezicht & handhaving m.b.t. APV overtredingen, Wet Mulder en Fiscaal. Start van het biketeam Stadstoezicht. Er gaat op meer onregelmatige tijden worden gewerkt (’s nachts en in het weekend). Voor de samenwerking met politie en justitie worden afspraken gemaakt binnen de lokale driehoek.
Ontwikkelingen Integrale veiligheid Voor de periode 2013-2016 is een nieuw integraal veiligheidsbeleid opgesteld. Hierbij is aandacht voor bestaande speerpunten en nieuwe ontwikkelingen. Op basis van nieuwe gegevens zoals de veiligheidsmonitor en wijkscans van politie wordt in een voortgangsrapportage een terugblik en vooruitblik verzorgd. Hierbij worden indien nodig voorstellen gedaan voor het bijstellen van de prioriteiten. Actuele ontwikkelingen waar aandacht voor is, zijn de veiligheidsregio, inclusief de versterking van de gemeentelijke crisisbeheersingsorganisatie, de transities, daar waar raakvlakken liggen met veiligheid. De vorming van de nationale politie en het veranderen van de gerechtelijke kaart, de professionalisering van de BOA openbare ruimte en de afdeling Stadstoezicht, alsmede het aanpassen van de Gemeentewet, geven de gemeenteraad en de burgemeester met de driehoek een belangrijkere rol in het opstellen en uitvoeren van het lokaal veiligheidsbeleid. PV vergoeding wordt met 1 jaar verlengd. In 2014 gaat deze gewoon door. Onderwijl wordt gezocht naar een alternatief.
75
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Gemeentelijke crisisbeheersing De ontwikkeling van de veiligheidsregio heeft gevolgen voor zowel de gemeentelijke kolom als ook voor de brandweer en de relatie tussen de brandweer en de gemeente. De ontvlechting van de brandweer en het organiseren van een goede samenwerking is een belangrijk onderdeel van het veiligheidsbeleid. Hierover zijn goede samenwerkingsafspraken gemaakt. De samenwerking met de Veiligheidsregio is met de ‘detachering’ van de AOV-er sterker geworden. Parallel daaraan vond de transitie van een lokale naar een regionale crisisorganisatie plaats die inmiddels is afgerond.
Ontwikkelingen De vergoedingsregeling omtrent het opsporen van niet gesprongen explosieven (NGE) is gewijzigd. Dat houdt in dat de gemeente Hengelo jaarlijks een bedrag via het gemeentefonds ontvangt welke in principe bedoeld zijn om te gebruiken voor activiteiten rondom het opsporen van NGE’s. Deze middelen worden niet gereserveerd voor het opsporen van NGE’s. Per project zal een separate dekkingsvraag in procedure worden gebracht.
76
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Hoofdfunctie 2: Verkeer, vervoer en waterstaat Commissie(s)
Fysiek
Sector
Stedelijk Beheer, Wijkzaken, Veiligheid en Leefomgeving, Ruimte
Missie Het in stand houden en waar mogelijk verbeteren van de toegankelijkheid, bereikbaarheid en verkeersveiligheid van Hengelo, alsmede de verkeersituatie voor fiets, auto en openbaar vervoer en daarmee tevens een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Speerpunten 2014 • Verdere inzet op toename fietsgebruik en gebruik openbaar vervoer • Verbetering en verfijning van het fietsnetwerk met als belangrijk project F35 • Kritisch volgen en inspelen op ontwikkelingen PHS • Regionale bereikbaarheid van Hengelo in relatie tot Innovatiedriehoek • Actualiseren van het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • •
Structuurvisie Hengelo 2030 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP, 2003) Waterplan (2006) Actualisatie Nota autoparkeren binnenstad Hengelo 2008 Uitvoeringsnota Fietsen 2003-2006 (2003) Nota Duurzaam Veilig (2001- verkeersveilige infra en educatie en voorlichting) Evaluatie Parkeernota 2010
Productcombinaties
Doen ?
Bereiken ?
Wegen straten en pleinen (P-210) Heel en veilig houden van infrastructuur, straatmeubilair en verlichting.
• • • • • •
77
╗ ║
Opstellen van het Meerjaren onderhoudsprogramma (MJOP) 20152018. Uitvoeren van het Meerjaren onderhoudsprogramma (MJOP) 20142017, en onderliggende onderhoudsprogramma’s. Het schoonhouden van de stad door vegen, ledigen van prullebaken, ruimen van zwerfvuil. Onkruidbestrijding op verharding. Onderhouden van hondenvoorzieningen. Verhelpen van kleine schades aan straten en trottoirs en afdoen van meldingen hierover.
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ?
Verkeersmaatregelen (P-211) Door het opstellen van beleid en ontwerpen zorg dragen voor een verkeerssituatie waarin de verschillende verkeersmodaliteiten voldoende kunnen doorstromen, het parkeren van de auto’s en fietsen ruimtelijk is ingepast en voldoende is gereguleerd, en de verkeersveiligheid voldoende gewaarborgd is.
•
• • •
•
•
•
Aandacht blijft ook in 2014 noodzakelijk voor de bereikbaarheid van Hengelo. Om een duurzame ontwikkeling verder door te voeren is het waarborgen en waar nodig verbeteren van bereikbaarheid, een essentiële randvoorwaarde voor bijvoorbeeld economische en sociale ontwikkeling. Lokaal, maar ook regionaal en landelijk, goed bereikbaar en verbonden blijven. Zo wordt de bereikbaarheid en verkeersveiligheid aan de westkant van de stad verbeterd door de reconstructie van de Westtangent, bestaande uit de Weideweg, Oelerweg en Geerdinksweg. Aan de zuidzijde van het station (bij de oude MTS locatie) wordt een parkeergarage gerealiseerd. Intern moet er aandacht zijn voor de bereikbaarheid van de centrumring met grote projecten als Lange Wemen, stationsomgeving en Hart van Zuid. Een belangrijke opgave hierin is het maken van een gemeentelijk mobiliteitsplan ter actualisatie en vervanging van het huidige gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (GVVP). Aan de oostkant wordt de bereikbaarheid en veiligheid verbeterd met een verbeterde ontsluiting van het FBK gebied en Veldwijk Zuid en zal het kruispunt Enschedestraat – Kuipersdijk worden aangepast en verbeterd. In de regionale bereikbaarheid heeft Hengelo een multimodale positie met een strategische ligging aan de rijkswegen A1 en A35, een belangrijke binnenhaven (één van de grootste van Nederland) en een spoorwegknooppunt. Strategische projecten ter verbetering en versterking van onze positie zijn Hart van Zuid, Innovatiedriehoek, verbreding en verdieping Twentekanaal, 2e Boekelosebrug en het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS). Voor de fiets verder inzetten op aanpak van knelpunten en verbetering en verfijning van het fietsnetwerk. Belangrijk project hierin is de doortrekking van de F35 Enschede – Hengelo door het Watertorenpark. Ook wordt de bewaakte fietsenstalling op het stationsplein gebouwd. Punt van aandacht blijft de investering in educatieve verkeersveiligheid.
Ontwikkelingen In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte zijn de de beleidsterreinen mobiliteit en ruimtelijke ordening samengevoegd. Op het gebied van mobiliteit geeft de visie de hoofdlijnen van het nationale verkeers- en vervoersbeleid voor de komende decennia aan. Centraal staan: mobiliteit, een noodzakelijke voorwaarde voor economische en sociale ontwikkeling en een goed functionerend systeem voor personen- en goederenvervoer en een betrouwbare bereikbaarheid om de economie en de internationale concurrentiepositie van Nederland te versterken. Het Kabinetsbesluit Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) heeft tot doel het frequenter laten rijden van personentreinen op drukbereden routes in de Randstad en naar Eindhoven en Arnhem. Om hiervoor capaciteit vrij te maken moet goederenvervoer worden omgeleid naar minder druk bereden routes. Voor het transport naar Noordoost Europa is dat de route Elst - Oldenzaal. Verwacht wordt een sterke groei van het goederenvervoer. In opdracht van de minister is nader onderzoek verricht naar het voorkeurstraject (via Deventer of via Goor) en de milieugevolgen (o.a. geluid en trillingen) en andere consequenties (o.a. voor het personenvervoer) van de verschillende varianten. Samen met de regiogemeenten en de provincie participeert Hengelo in deze onderzoeken en wordt invloed uitgeoefend op de besluitvorming. Het Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan (GVVP) fungeert als beleidskader voor het totale verkeers- en vervoersbeleid binnen de gemeente Hengelo. De nota uit 2003 is als beleidskader nog bruikbaar maar is wel toe aan een actualisatie danwel vervanging. Met name de ontwikkelingen in de regio (zoals de bereikbaarheid van de Innovatiedriehoek) nopen tot een actualisatie van het GVVP. Overigens is het ook een wettelijke taak om een actueel mobiliteitsplan te hebben.
78
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Een optimale interne en externe ontsluiting van de Netwerkstad is een essentiële randvoorwaarde voor de economische structuurversterking van de regio. Niet alleen de A1 en A35 maar ook de bereikbaarheid per spoor en water zijn van groot belang. In Hengelo is de bereikbaarheid van het gebied Hart van Zuid, zijnde de Hengelose deelname aan het Innovatiedriehoek, van groot belang. In het project de Logistieke Draaischijf worden de verschillende verkeersmodaliteiten vanuit het economische belang met elkaar verbonden. Het F35-trace (belangrijke fietsschakel kennispark en Hart van Zuid/CST) is aangelegd tot de Kuipersdijk. Het deel tot het CST wordt door het Watertorenpark aangelegd en aangesloten op de Watertorenlaan. De Enschedesestraat tot het kruispunt Kuipersdijk is heringericht maar het deel vanaf de Kuipersdijk tot het CST wacht nog op herinrichting. In regionaal verband loopt het project Twente Mobiel. Hoofddoel is een betere benutting van het beschikbare (hoofd-)wegennet in Twente. Hengelo doet mee met zes projecten om met name de doorstroming op onze hoofdwegen en op de aansluitingen met de rijksweg A1 en A35 te verbeteren. De meeste ingrepen zijn uitgevoerd in 2012/2013. Voor 2014 staat monitoring van de genomen maatregelen en investering gepland. Om een betere benutting van het wegennet niet alleen van de fysieke kant te benaderen en te stimuleren, is er door de Regio Twente samen met de Kamer van Koophandel en ANWB aansluiting gezocht bij het landelijke Taskforce Mobiliteit Management (TFMM). Gelijktijdig met het TFMM heeft de gemeente Hengelo in 2009, samen met Regio Twente en het lokale bedrijfsleven op Westermaat, een uitvoeringsconvenant ondertekend. Welke bijdrage de partijen (gemeente en bedrijven) gaan leveren om het gebied bereikbaar te houden zal in het op te stellen mobiliteitsplan worden opgenomen.
Doen ?
Bereiken ? Openbaar Vervoer (P-212) Beperking van de groei van de automobiliteit door verhoging van het gebruik van openbaar vervoer.
•
Verder verbeteren toegankelijkheid resterende haltes waaronder zo veel mogelijk haltes van blindengeleidelijnen voorzien. Versterken station Hengelo als "centraal station van Twente".
Ontwikkelingen Op grond van artikel 20 van de Wet Personenvervoer 2000 is de Regio Twente als vervoersautoriteit bevoegd tot het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor het openbaar vervoer per regionale bus of trein. Dit houdt in dat binnen Twente de Regio Twente de opdrachtgever en aanbestedende overheid is voor het openbaar vervoer. Vanuit die verantwoordelijkheid ontwikkelt de Regio Twente het beleid ten aanzien van het openbaar vervoer. Het openbaar vervoer in de regio is opnieuw aanbesteed. Syntus is de nieuwe concessiehouder geworden. In december 2013 gaat Syntus dan ook openbaar vervoer in Hengelo rijden, tegelijkertijd met het ingaan van de nieuwe (en gewijzigde) dienstregeling. Zo gaat bijvoorbeeld lijn 12 in 2 richtingen rijden en komt er een nieuwe buslijn van en naar Borne bij. Met Syntus is overeenstemming bereikt om ook in 2014 gratis openbaar vervoer voor 70-plussers aan te bieden.
79
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ? Parkeren (P-214)
•
Een gezonde verhouding tussen parkeer vraag en aanbod. Parkeeroverlast in de binnenstad en schilgebieden beperken.
Met ingang van 2013 is uitvoering gegeven aan de maatregelen voor een betere kosten-baten verhouding, zoals door tijden, aantallen en tarieven aan te passen. Het parkeerbeleid wordt voortdurend herzien t.a.v. het van toepassing zijnde regime.
Ontwikkelingen De afgelopen maanden is er meerdere malen ingebroken in parkeerautomaten. Door de herstelwerkzaamheden en extra beveiligingsmaatregelen worden de begrote uitgaven overschreden. Daarnaast versterkt dit de gedachte om de implementatie van digitalisering en digitale betaling te versnellen en verder te stimuleren en faciliteren. Invoering van kenteken parkeren, pin only automaten en een frontoffice parkeren (digitale aanvraag parkeervergunningen) zijn hier voorbeelden van.
Doen ?
Bereiken ?
Binnenhavens en waterwegen (P-221) Vergroten van de binnenvaart en inzetten op goedfunctionerende binnenhavens
•
• •
80
╗ ║
Momenteel vindt er op verzoek van de Regio Twente een onderzoek plaats om infrastructurele knelpunten weg te werken en regionale faciliteiten voor op- en overslag van goederen in de Twentse havens te ontwikkelen. Bedrijfsleven en overheden hebben gezamenlijk een binnenhavenvisie opgesteld waarin uitvoeringsprojecten zijn genoemd die moeten leiden tot het optimaliseren van het gebruik van het vervoer over water. Onder regie van de regio Twente en in samenwerking met Buck Consultants International wordt de mogelijkheid tot professionalisering verkend. Er is een werkgroep benoemd om te kijken naar de mogelijkheden om een regionaal havenbedrijf te realiseren. De havenkade wordt uitgebreid met 300 strekkende meters. Dit i.v.m. de ontwikkeling van o.a. Stork Thermeq.
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Hoofdfunctie 3: Economische zaken Commissie(s)
Fysiek, Sociaal
Sector
Wijkzaken, Veiligheid en Leefomgeving, Publieksdiensten en Sociale Zaken, Ruimte, Stedelijk Beheer
Missie Het realiseren van een flexibele en gevarieerde economische structuur die leidt tot duurzaam werk voor alle lagen van de bevolking van Hengelo (en de regio); Speerpunten 2014 • Uitwerken van de kantorenvisie Netwerkstad Twente door middel van een uitvoeringsprogramma op stedelijk niveau met bijzondere aandacht voor het terugdringen van leegstand • Herstructurering bedrijventerreinen incl. de actualisatie van de economische profielen • Versterken van de kracht van de binnenstad als economisch gebied, onder meer door samenwerking met partners om een actieplan voor de binnenstad op te stellen • Opstellen en uitvoeren actieplan horecavisie • Promotie Hengelo (bedrijven, winkels, onderwijs, vestigingslocaties) • Nadere uitwerking van de Economische Motor Twente (acquisitie en accountmanagement, innovatieagenda, human capital agenda, regiobranding) • Uitwerken en uitvoeren speerpunten ontwikkelagenda (strategisch programmeren bedrijven- en kantoorlocaties, versterken economische klimaat, verbeteren stedelijke kwaliteit, binden van talent excellente overheid)
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • • •
81
Structuurvisie Hengelo 2030 Nota Economisch beleid (2004) Actualisatie masterplan ‘Verbetering Bedrijventerrein Twentekanaal’ (2010) Convenant ‘Verbetering dienstverlening en vermindering regeldruk voor ondernemers (2009) ondertekend met het ministerie van Economische Zaken en MKB Nederland. Horecavisie (2013) Detailhandelsvisie (2012) Nota Wijkeconomie (2011) Nota Vrijetijdseconomie (2011) Evaluatie Bedrijventerreinenvisie (2013) Kantorenvisie (2012) Economische Motor Twente (2012)
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Productcombinaties
Doen ?
Bereiken ?
Handel en Ambacht (P-310) Het vernieuwen en versterken van de stedelijke economie
Het versterken van de voorwaarden voor Bedrijvigheid De versterking van de Binnenstad
• • • • • • • • • • • • •
Programmering van kantoren- en bedrijvenlocaties, waaronder het uitfaseren van de planvoorraad kantoren en aanpak leegstand; Herontwikkelen bedrijventerreinen Twentekanaal en Westermaat Expo waaronder de ontwikkeling van Thalesterrein tot High Tech Campus; Profilering binnenhaven Twentekanaal. Ontwikkeling (ruimtelijke) randvoorwaarden wijkeconomie i.s.m. ROZ; Verbeteren dienstverlening aan ondernemers; Verlaging regeldruk. Uitvoeren actieprogramma detailhandel; Opstellen en uitvoeren actieplan horecavisie; Faciliteren BIZ Binnenstad; Ondersteunen van kansrijke initiatieven van ondernemers (bijvoorbeeld Drienerstraat en Marktstraat); Bevorderen wonen boven winkels (stimuleringsfonds); Uitvoeren acties uitvoeringsprogramma vrijetijdseconomie; Toekomstbestendige binnenstad, onder meer onderzoeken van functieprofiel binnenstad.
Ontwikkelingen Positief is dat de economische structuur van de stad zich de afgelopen decennia gunstig heeft ontwikkeld. Het hoge aandeel van industrie met stuwende werkgelegenheidseffecten naar de andere sectoren is een sterk punt. Ook de strategische ligging aan de A1, de doorgaande internationale spoorlijn en de aansluiting via het Twentekanaal op het landelijke vaarwegennet, het relatief hoge opleidingsniveau, de uitgebreide kennisinfrastructuur in Twente en de begeleiding van potentiële starters zijn sterke punten voor het ondernemingsklimaat in Hengelo. De laatste jaren zijn de bedrijventerreinen in het reguliere segment zowel kwantitatief als kwalitatief op peil gebracht. Kansen doen zich vooral voor op het vlak van versterking van de watergebonden bedrijvigheid en op het vlak van verbreding en vernieuwing van de kennisintensieve industrie. Verschillende kennisintensieve bedrijven zijn gevestigd in de stad. Een bijzonder speerpunt daarin vormen de bedrijven die toeleveren aan de internationale milieu- en energietechnologie. Een aantal kennisintensieve bedrijven is gevestigd in het gebied Hart van Zuid alwaar ook het WTC Twente gehuisvest is. De internationalisering van het Hengelose bedrijfsleven gaat onverminderd door. De komst van steeds meer expats naar de stad is van grote meerwaarde voor Hengelo. Inmiddels heeft het WTC een regionaal opererend expatcentre opgezet. De herontwikkeling van het binnenstedelijke, voormalige Stork-terrein (Hart van Zuid) tot een multifunctioneel stadsdeel met ruimte voor wonen, werken en (onderwijs)voorzieningen biedt prima kansen voor versterking en diversificatie van de stedelijke economie. Daarmee is dit een sterke pijler in de Innovatiedriehoek. De situatie op de kantorenmarkt vraagt om een ingreep. Op basis van de Kantorenvisie die in Netwerkstadverband is vastgesteld zullen ingrepen worden uitgewerkt en voorgelegd om de kantorenmarkt te verbeteren (waaronder transformatie van leegstaande kantoren). Ook de versterking van speerpuntsectoren als zakelijke dienstverlening, (detail)handel, gezondheidszorg en toerisme biedt kansen voor de economische ontwikkeling van Hengelo.
82
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ? Industrie (P-320) Het bevorderen van het economisch vestigingsklimaat van Hengelo, resulterend in de vestiging van nieuwe bedrijven (acquisitie, starters), alsmede het behoud en verdere ontwikkeling van het al gevestigde bedrijfsleven.
• •
• •
Onderhouden website Ondernemen in Hengelo, digitale nieuwsbrief en update brochure “Hengelo, helemaal iets voor u” in samenwerking met bedrijven; Intensiveren relatiemanagement (organiseren bedrijfsbezoeken/bijeenkomsten rondom thema’ als innovatie, internationalisering, human capital) en acquisitie (in samenwerking met netwerkstadpartners); Ontwikkeling en uitvoering deelplannen op bedrijventerrein Twentekanaal (Kanaalzone, Thales-locatie) en Westermaatzuidwest; Focus op kantoorontwikkeling concentratiegebieden Hart van Zuid en Westermaat.
Ontwikkelingen Na jaren van voorbereiding zal in 2014 verdergaand zichtbaar zijn dat er een grote slag gemaakt is in de herontwikkeling van bedrijventerreinen. Op Twentekanaal Zuid worden ontwikkelingen gerealiseerd op het terrein van Thales. Er wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling van de High Tech Campus op deze locatie. Thales heeft daarin een belangrijke initiërende rol die door de gemeente Hengelo wordt ondersteund. Behalve de fysieke gebiedsontwikkeling is het ook van belang de verbinding met de Universiteit Twente te leggen in het kader van de innovatiebevordering. Het Expo-terrein zal met de invulling door een datacenter en het hoofdkantoor van de Odin-groep een nieuwe invulling krijgen. De nieuwe terreinen hebben daar geen nadelige gevolgen van. Hoewel de economische crisis hieraan niet voorbij gaat is er toch belangstelling voor vestiging op de terreinen Veldkamp, Oosterveld en Campus.
Doen ?
Bereiken ? Nutsbedrijven (P-330) Het aanleggen van een warmtenet in Hengelo en daarbuiten, gevoed vanuit duurzame energiebronnen, voor de levering van warmte en koude aan woningen en niet-woningen, bestemd voor de verwarming of koeling van ruimtes en de verwarming van tapwater
• • • • •
• •
•
Aanleg deel primair leidingnet tussen AkzoNobel door Hart van Zuid naar Stork/Siemens en mogelijk naar Thales. Verduurzaming van bestaande aansluitingen door inzet restwarmte Verdere uitrol warmtenet in Hart van Zuid, Gezondheidspark en andere gebieden. Aansluiting Eaton en verdere verkenning haalbaarheid aansluiting Westermaat en Kanaalzone Zuid. Na aansluiting houtketel bij Twentebad verdere realisering decentrale duurzame energievoorzieningen, waaronder een WKK in Hart van Zuid en een pyrolyse WKK op een nog nader te bepalen locatie. Ontwikkelen ‘warmtestrategie’ samen met Enschede en de provincie en verkenning mogelijkheid samenvoeging. Verzelfstandiging tot BV na akkoord Brussel op staatsteunmelding Het vinden van meer participanten.
Ontwikkelingen Er is een toenemende interesse voor aansluiting op het warmtenet. Dat geldt voor grote bedrijven in de Kanaalzone, bedrijven in Hart van Zuid en op de Westermaat. Het wachten is op de realisering van gebruikmaking van restwarmte van AkzoNobel. Na besluitvorming in de raad zal de aanleg zo veel mogelijk parallel verlopen met de aanleg van de Laan Hart van Zuid, zodat optimaal kan worden geprofiteerd van “werk met werk”. Naar verwachting zal in het najaar van 2013 of het voorjaar van 2014 van uit Brussel groen licht worden gegeven ten aanzien van het staatssteundossier. Groen licht zou inhouden dat, naar het oordeel van de Europese Commissie, in de opstartfase van Warmtenet door gemeente Hengelo geen ontoelaatbare (staats)steun heeft plaatsgevonden. Inmiddels zijn er verkenningen gaande naar mogelijke samenwerking met het Enschedese warmtenet. Als het staatssteundossier is afgerond kan de verzelfstandiging van Warmtenet haar beslag krijgen. Dit zal inhouden dat Warmtenet niet langer onderdeel van de gemeentelijke organisatie is, maar dat samen met één of meer externe partners een nieuwe rechtspersoon in het leven wordt geroepen. In verband daarmee wordt in de laatste twee jaarschijven van deze meerjarenbegroting rekening gehouden met een lager (aandeel in het) aanloopverlies. 83
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Hoofdfunctie 4: Onderwijs Commissie(s)
Sociaal
Sector
Samenleving
Missie De jeugd in Hengelo groeit positief op. Het opvoeden van jeugdigen doen ouders op eigen kracht in een omgeving waar zij samen met professionele opvoeders optrekken. Een situatie creëren waarbij volwassenen in staat worden gesteld zich te verbeteren in hun sociaal economische situatie (SES). Speerpunten 2014 Bewaken afspraken met Primato en de OSG en uitvoeren van het convenant met Primato; Realisatie MFA/Brede School in de Berflo Es; Realisatie nieuwbouw van het VMBO, een gezamenlijk initiatief van de Carmel en OSG; Uitvoering geven aan de nieuwe Jeugdnota/Jeugdprogramma 2014-2018; Uitvoering geven aan IKC 0-12 en bredere inzet jeugdprogrammering 12+; Inzet van combinatiefunctionarissen op samenhang sport, cultuur en onderwijs (zie ook hoofdfunctie 5). In nauwe relatie het met onderwijs, bijdragen aan de uitvoering van Passend Onderwijs (hoofdtaak onderwijs, zie ook hoofdfunctie 7) Resultaatafspraken VVE 2015 gerealiseerd en vervolgplan opgesteld
Kaderstellende beleidsnota’s Verordening onderwijshuisvesting Integraal huisvestingplan primair onderwijs Neuwe jeugdnota/jeugdprogramma 2014-2018 Nota IKC (najaar 2013) Jeugdmonitor
84
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Productcombinaties
Doen?
Bereiken?
Openbare basisonderwijs (P-420) Uitvoering geven aan de wettelijke taak, zoals omschreven in de Wet op het Primair Onderwijs en Wet op het Voortgezet Onderwijs. Aanbieden van begroting en jaarrekening aan de Raad. Uitvoering geven aan het convenant zoals dat is afgesproken met Primato
•
Het jaarlijks aanbieden van begroting en jaarrekening aan de Raad van de OSG en Primato
• •
Bewaken afspraken met Primato en uitvoeren convenant. In gezamenlijk overleg komen tot nieuwe bestuurlijke organisatie.
Doen?
Bereiken?
Huisvesting onderwijs (P-421) Voorzien in adequate huisvesting voor alle onderwijsinstellingen voor primair, speciaal en voortgezet onderwijs.
• • • •
•
• •
85
╗ ║
In 2014 wordt de nieuwbouw voor de basisscholen Paus Johannes, Wingerd en Waarbeekschool opgeleverd in de vorm van een Multifunctionele Accommodatie (MFA) in de Berflo Es. Er zal uitvoering worden gegeven aan het raadsbesluit van 2011 om een gezamenlijk VMBO te realiseren, met als doel de nieuwbouw in 2015 gerealiseerd te hebben. Daarnaast zal een start worden gemaakt met de voorbereiding voor de bouw van een nieuw schoolgebouw voor havo/vwo voor scholengemeenschap Twickel, conform raadsbesluit 2011. Voor wat betreft het speciaal onderwijs (so) hebben t Mozaïek en de Stiepel in 2013 van schoolgebouw geruild. Door naast de leerlingen van ’t Mozaïek ook de so-leerlingen van Onder de kap op deze locatie te huisvesten ontstaat er één locatie voor speciaal onderwijs van ’t Mozaïek en Onder de Kap. Door de samenvoeging van deze leerlingen op één locatie kunnen leerlingenschommelingen goed worden opgevangen. Mocht het aantal leerlingen dalen in het kader van passend onderwijs, dan bestaat de mogelijkheid om ook leerlingen van de Zevensprong op deze locatie te huisvesten. De leerlingen voortgezet speciaal onderwijs (vso) van Onder de Kap blijven op de oude locatie achter. Er wordt onderzocht of dit geschikt te maken is als vso-locatie voor zowel vso Onder de Kap als vso ’t Mozaïek. Door de realisering van één vso-locatie kunnen praktijklokalen efficiënter worden gebruikt. Op deze wijze komt bovendien de huur van onderwijsruimte voor vso ’t Mozaïek te vervallen. In 2014 zullen voorbereidingen worden getroffen voor de overheveling van de onderhoudstaak naar het primair onderwijs. Er zal onderzocht worden of gezamenlijke huisvesting van het speciaal basisonderwijs haalbaar is.
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Bereiken?
Doen?
Gemeenschappelijke baten & lasten van het onderwijs (P-480) •
Schoolbegeleiding en middelen Brede School/IKC worden ingezet conform de programmalijnen van de Brede School/Jeugdprogramma. Daarnaast zal de jeugdmonitor bepalend zijn voor de specifieke inzet op de gebieden van taal en rekenen in het kader van opbrengst gericht werken. • Vanuit het jeugdprogramma/de jeugdzorg draagt de gemeente bij aan een optimale verwevenheid van zorg in en zorg om de school. Medio 2014 start de uitvoering van Passend Onderwijs. • De resultaatafsprken VVE 2011-2015 met het rijk zijn eind 2014 gerealiseerd en een vervolgplan wordt opgesteld ten aanzien van opbrengstgericht werken en kwaliteitszorg VVE. • De minister van onderwijs wil het leerlingenvervoer voor het De bekostiging van het voortgezet speciaal onderwijs per 1 augustus 2014 gelijkstellen leerlingenvervoer. aan het regulier voortgezet onderwijs. Gemeenten hoeven dan alleen het vervoer te bekostigen als leerlingen door hun beperking niet zelfstandig kunnen reizen met het openbaar vervoer. De maatregel is een onderdeel van de stelselwijziging Passend Onderwijs. • Voor leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs (vso), uitstroomprofiel arbeidsmarkt, wordt met ingang van 1 augustus 2013 een stage verplicht. Dit heeft een kostenhogend effect op het leerlingenvervoer. • Met ingang van het schooljaar 2013-2014 zijn de afstandscriteria in de Verordening Leerlingenvervoer voor het speciaal en speciaal basisonderwijs verhoogd van 2 naar 4 kilometer. Daarnaast geldt nu voor leerlingen speciaal basisonderwijs dat alleen op grond van de beperking aangepast vervoer kan worden toegekend. Er is een overgangsregeling voor leerlingen die in schooljaar 20122013 aangepast vervoer toegekend hebben gekregen. Deze leerlingen kunnen maximaal nog één jaar aangepast vervoer op grond van de oude regeling krijgen. • Met de scholen voor speciaal en speciaal basisonderwijs is een convenant leerlingenvervoer afgesloten met als doel het terugdringen van de overschrijding op het budget leerlingenvervoer. • De stelselwijziging passend onderwijs start op 1 augustus 2014. Schoolbesturen zijn de eerst Gemeenten voeren in 2014 lokaal en/of regionaal verantwoordelijken voor het Overeenstemming Gericht Overleg Onderwijs hierover met de bieden van kwalitatief goed Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs in onze regio. Het onderwijs aan leerlingen. De onderwijs moet alle leerlingen passende gemeente heeft een aantal onderwijszorgarrangementen kunnen bieden. De rol van het faciliterende taken ten aanzien regulier onderwijs zal hierin groter moeten worden. Vanuit de van onderwijs: overheid wordt de komende jaren ingestoken op een gelijke de agenda die we samen verdeling van onderwijszorgmiddelen over de regio’s in het land. voeren met onderwijs (PO, VO, Voor Twente betekent dit een inkrimping van het huidige budget. ROC en SO) en aanverwante Daarnaast heeft het onderwijs te maken met een afname van partners ons stedelijke Brede haar eigen budgetten. Ook is er sprake van dalende school programma leerlingaantallen, wat nieuwe vraagstukken over financiering en huisvesting op tafel legt. Voor behoud van de kwaliteit van het onderwijs is het raadzaam in de faciliterende zin en vanuit het maatschappelijk belang van het onderwijs als gemeente het De doelstellingen, die in het onderwijs te blijven ondersteunen. jeugdprogramma 'Zelf Doen!, • De komende jaren kunnen we het aantal positief opvoeden en combinatiefunctionarissen uitbreiden tot 16,8 fte in 2016. In opgroeien' onderscheiden 2014 wordt vanuit onderwijs, cultuur en sport samen met het worden uiterlijk 2014 veld uitgewerkt hoe de uitbreiding wordt weggezet. Het gerealiseerd hebben. werkgeverschap en de cofinanciering (60%) van de combinatiefunctionarissen komt bij derden te liggen. De overige 40% financiering komt vanuit de Brede Impuls Combinatiefuncties van het Ministerie van VWS. Zie ook 650: Kinderopvang, 630 Sociaal cultureel werk (jeugd- en jongerenwerk) en 530 sport. ╗ 86 ║ Beleidsbegroting 2014 – 2017 versie 01-10-2013 Een bijdrage leveren aan verandering/verbetering van voorschoolse voorzieningen het basisonderwijs/voortgezet onderwijs in al haar aspecten, zowel gericht op leerkrachten als kinderen/leerlingen.
Ontwikkelingen Eind 2013 moet de gemeente in het kader van de Transitie Jeugdzorg een conceptnota voor haar Jeugdbeleid klaar hebben. De taken en uitvoering van het beleid voor Opgroeien en Ontwikkelen (eerder programmapijler Brede School) maken hier onderdeel van uit. Daarnaast omvat het de velden Opvoeden en Ondersteuning van de jeugd, waaronder ook de nieuwe jeugdzorgtaken vallen (zie hoofdfunctie 7). Aan het jeugdbeleid wordt met partners invulling aan de uitvoering gegeven via de overlegstructuur, die bestaat uit een Jeugdberaad en twee programmaraden. Jaarlijks worden de resultaten van het jeugdbeleid in beeld gebracht in de Hengelose jeugdmonitor. De IKC (Integrale Kindcentra) ontwikkeling volgt de Hengelose Brede School aanpak op. In 2013 is gekeken hoe de partners in de Brede School voor 0-12 jarigen zelf meer eigenaar en stuurder op de Brede School kunnen worden. Het accent ligt op de concrete invulling in de wijken met daadwerkelijk doorgaande lijnen tussen kinderopvang, peuterwerk en onderwijs. De relatie Voorschoolse instellingen en basisonderwijs wordt versterkt door de uitwerking van de bestuursafspraken VVE met het rijk 2011-2015. Verbindingen tussen school, sport, cultuur en welzijn worden verder geïntensiveerd en krijgen een gezicht via Jeugd Plein Hengelo voor de Hengelose jeugd, hun ouders en andere betrokkenen. De combinatiefuncties zijn daarbij een belangrijk middel. Daarnaast wordt verkend hoe de Brede School voor 12+ kan worden ingevuld, waarbij jeugdprogrammering voor 12+ de leidraad is. Passend onderwijs is een belangrijk aandachtspunt in de relatie tussen het gemeentelijk jeugdbeleid en het onderwijsbeleid aangestuurd vanuit het onderwijs zelf. De talentontwikkeling van de gehele jeugd in Hengelo staat voorop. De verdere ontwikkeling van de IKC’s speelt hierbij een belangrijke rol. Talentontwikkeling voor alle kinderen ongeacht de leeftijd zal een steeds grote rol gaan spelen. Dit begint al in de leeftijd van 0-4 jaar. Samenwerking tussen kinderdagverblijven en peuterspeelzalen is hierbij van belang. Dit is ook opgenomen in de wet OKE. Inzet is dat alle kinderen en hun ouders een goede start en optimale ontwikkelingskansen krijgen. Streven is een samenhangend aanbod van activiteiten. De positie van de gemeente en de uitvoerende organisaties in het lokaal onderwijs- en jeugdbeleid is veranderd en zal de komende jaren nog verder veranderen. Terecht vragen onderwijs- en zorginstellingen aan de gemeente een regisserende en faciliterende rol. Voor een deel wordt dit beantwoord door het Integraal Huisvestings Plan (IHP). Belangrijk onderdeel binnen het Onderwijshuisvestingsbeleid is de nieuwbouw VMBO en de nieuwbouw van de Brede School Berflo Es. Die regisserende rol wordt ook gevraagd als het gaat om de buitenschoolse activiteiten en dagarrangementen. Van de gemeente wordt een initiërende en regisserende rol verwacht bij de ontwikkeling van concepten die naar dagindeling kijken, onder andere naar andere tijden in onderwijs en opvang. Daarnaast is de gemeente samen met de partners actief in het Jeugdplein Hengelo, waar gezamenlijk gewerkt wordt aan activiteiten tijdens schooltijd en na schooltijd. In schooljaar 2013-2014 is gestart met het technieklokaal voor het basisonderwijs, een gezamenlijke inspanning van de gemeente, onderwijs en het bedrijfsleven. Specifieke aandacht wordt in dit kader ook gevraagd voor de aansluiting naar de arbeidsmarkt voor het techniekonderwijs in het nieuwe VMBO. Met vertegenwoordigers van werkgevers zal gekeken worden naar het ontwikkelen van een curriculum en uitrusting van de lokalen gericht op het stimuleren dat jongeren gaan kiezen voor een baan in de techniek. De gemeente speelt hierin een regisserende rol; brengt de partijen bij elkaar en faciliteert de samenwerking. Het tegengaan van voortijdig schoolverlaten heeft veel aandacht van het Rijk. Een bijzonder punt van aandacht vraagt de gewijzigde verhoudingen tussen onderwijsinspectie, gemeenten en schoolbesturen bij het naleven van de leerplichtwet door onderwijsinstellingen. De wetgever verwacht een nauwe samenwerking tussen genoemde partijen. Het Rijk stuurt op een kwaliteit impuls voor het VMBO en het MBO. De eindexameneisen gaan flink omhoog. Voor een groot aantal leerlingen geen probleem, echter er dreigt een groep leerlingen in het VMBO en ook in het MBO buiten de boot te gaan vallen. Met alle betrokken instellingen zal gezocht worden naar het ontwikkelen van een sluitend netwerk met als doel zoveel mogelijk jongeren naar de arbeidsmarkt te geleiden. De insteek wordt: voorkomen dat leerlingen uitvallen in het reguliere onderwijs en dus op tijd alternatieve leerroutes aanbieden. Een ander punt van aandacht is het feit dat onze samenleving, die zich moet gaan ontwikkelen tot een kenniseconomie nog steeds laaggeletterden telt. In Hengelo gaat het naar schatting om 7000 mensen vanaf 15 jaar. De rijksoverheid en ook de provincie vinden het belangrijk dat gemeenten actie ondernemen om laaggeletterdheid terug te dringen.
87
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen?
Bereiken?
Volwasseneneducatie (P-482) Volwasseneneducatie richt zich op burgers in een maatschappelijke achterstandpositie. Het doel is de persoonlijke ontplooiing en het maatschappelijk functioneren van volwassenen te bevorderderen door de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en houding op een manier die aansluit bij hun behoeften en mogelijkheden en bij maatschappelijke behoeften.
Het cursusaanbod wordt aangeboden door het ROC sector Educatie en het NIVON Hengelo. Voor wat betreft het cursusaanbod door het ROC geldt dat veel deelnemers een achtergrond in het voortgezet speciaal onderwijs hebben. Het reguliere cursus- en onderwijsaanbod is voor deze doelgroep niet of minder goed toegankelijk. Het niveau of het tempo liggen te hoog of de deelnemers hebben behoefte aan een veilige, meer beschermde leeromgeving dan in het reguliere cursusaanbod geboden kan worden. In 2014 worden door het ROC cursussen nederlands, engels, rekenen en digitale vaardigheden aangeboden. Net als in voorgaande jaren wordt door het ROC eveneens gestart met de cursus muzikale vaardigheden, maar er wordt tijdens het seizoen een mogelijke overdracht van deze cursus naar de Muziekschool Hengelo onderzocht.
Ontwikkelingen Er wordt onderzocht of de cursus Muzikale Vaardigheden overgedragen kan worden naar de Muziekschool. De Muziekschool heeft een cursusaanbod voor mensen met een verstandelijke beperking. Wel moet vooraf een goede afstemming plaatsvinden over frequentie en inhoud van de cursus, die mogelijk anders zal zijn dan de deelnemers thans gewend zijn. Omdat het een kwetsbare groep betreft is zorgvuldigheid geboden.
Subsidieparagraaf bij Hoofdfunctie 4 Onderwijs De genoemde subsidieplafonds in deze subsidieparagraaf kunnen door bezuinigingsmaatregelen nog worden aangepast. De volgende onderdelen worden binnen deze hoofdfunctie gesubsidieerd. • Leerlingenvervoer: is gebaseerd op wettelijk kader vervat in art. 4 van de Wet op de expertisecentra, artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs en art. 127 van de Wet op het voortgezet onderwijs. Voor dit onderdeel is een bedrag van € 912.730 opgenomen in de begroting 2014. Overigens betreft het een open eind regeling. • Onderwijsbegeleiding: gebaseerd op convenant tussen schoolbesturen en gemeente, voorheen wettelijk kader vervat in artikelen 113 van de Wet op het basisonderwijs en 108a van de Interim-wet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet regeling schoolbegeleiding. Plafond 2014 € 265.000. • Subsidie Voorschool en school (VVE vanaf 2012 een geoormerkte uitkering). Doelstelling is: voorkomen dat kinderen achterstanden in hun ontwikkeling oplopen. Middelen vloeien voort uit de wet OKE € 1.425.000. • Subsidieprogramma Brede School. Doelstelling is: De jeugd in Hengelo groeit positief op. Het opvoeden van jeugdigen doen ouders op eigen kracht in een omgeving waar zij samen met professioneel opvoeders optrekken. Plafond 2014 € 63.000 voor Brede School coördinatie. • Subsidieprogramma Jongerenwerk. Ambitie voor het jongerenwerk is het verbeteren van de ontwikkelingskansen voor jongeren in de vrije tijd. Plafond 2014 € 893.000. • Educatie: is gebaseerd op het wettelijk kader vervat in de Wet educatie en Beroepsonderwijs. Plafond 2014 € 170.000. • Onderwijshuisvesting: is gebaseerd op het wettelijk kader vervat in art. 102 van de Wet op het primair onderwijs, art. 100 van de Wet op de expertisecentra en de artikelen 76m en 217 van de Wet op het voortgezet onderwijs. Voor dit onderdeel is een bedrag van € 6.422.000 opgenomen in de begroting 2014. • Beleid en uitvoering voortijdig schoolverlaten is gebaseerd op de RMC wet, jaarlijks ontvangt de gemeente Hengelo middelen van het Rijk ten behoeve van de uitvoering van de regionale functie voortijdig schoolverlaters. Over de inzet van deze middelen dient jaarlijks een accountantsverklaring te worden overlegd.
88
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Hoofdfunctie 5: Cultuur en recreatie Commissie(s)
Sociaal, Fysiek
Sector
Samenleving, Stedelijk Beheer, Publieksdiensten en Sociale Zaken, Wijkzaken, Veiligheid en Leefomgeving, Ruimte
Missie Hengelo streeft naar een sociaal-maatschappelijke structuur die voldoende waarborgen kent voor een volwaardige deelname van alle burgers aan de Hengelose samenleving. Het in stand houden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte. Voorwaarden scheppen om kunst en cultuur in de samenleving mogelijk te maken. Speerpunten 2014 • • • • • • • •
Uitwerkingsprogramma nota kunst- en cultuurbeleid Hengelo 2014-2020 Bezuinigingstaakstelling cultuur Invulling Cultuureducatie met Kwaliteit Inzet van combinatiefunctionarissen op samenhang sport, cultuur en onderwijs (zie ook hoofdfunctie 4) Extra aandacht gaat uit naar het stimuleren van sporten en bewegen onder de jeugd Invulling Sports Centre Hengelo Handhaven kwaliteit bomen in de openbare ruimte Opstellen van een Meerjaren Onderhoudsplan 2014 -2017
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • • • • • • • • •
89
Nota Kunst- en cultuurbeleid Hengelo 2014-2020 (nog vast te stellen) Erfgoednotitie Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo Programma Cultuureducatie met Kwaliteit (2013-2016) Programma Cultuur aan de basis, cultuureducatie (2014-2016) Nieuwe jeugdnota/jeugdprogramma 2014-2018 Sociale Visie 2020 Nota Vrijetijdseconomie Hengelo 2011 - 2021 Plan van aanpak Eigen Kracht Hengelo (nog te ontwikkelen) Nota ruimte voor beweging en sport 2004-2010; Notitie Stedelijk Niveau IBOR; Uitvoeringsregelingen CultuurLokaal, Culturele Instellingen, Amateurkunst 2014 Uitvoeringsregeling Sport en Bewegen 2010 – 2014; Nota lokaal gezondheidsbeleid 2009-2012 'Gezond leven in Hengelo' Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 (juni 2013) Groenplan Hengelo met Hoofdgroenstructuur (april 2013) Beleidsplan Openbare Verlichting Speelnota
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Productcombinaties
Doen ?
Bereiken ? Openbare bibliotheek (P-510) Voor de Bibliotheek gelden de volgende specifieke doelen: • het samenstellen van en zorg dragen voor een kwalitatief goede, actuele en brede mediacollectie ten behoeve van de uitleen
De subsidierelatie met de bibliotheek, die deel uitmaakt van de Uitvoeringsregeling Culturele Instellingen, wordt verder uitgewerkt in relatie tot de nieuwe beleidsuitgangspunten van de Nota Kunst- en cultuurbeleid 2014-2020 en de bezuinigingstaakstelling op cultuur.
• het bereikbaar en toegankelijk maken van de mediacollectie voor de Hengelose bevolking • het - zowel fysiek als digitaal beschikbaar stellen van informatie op het gebied van cultuur, welzijn, educatie en recreatie • het scheppen van mogelijkheden voor en het stimuleren van de Hengelose bevolking om kennis te nemen van en deel te nemen aan cultuur, met het accent op literatuur en leesbevordering
Doen ?
Bereiken ?
Vormings- en ontwikkelingswerk (P-511) Voor de Muziekschool gelden de volgende specifieke doelen: • programmering en marketing van cursusaanbod op het gebied van algemene muzikale vorming
De subsidierelatie met de muziekschool, die deel uitmaakt van de Uitvoeringsregeling Culturele Instellingen, wordt verder uitgewerkt in relatie tot de nieuwe beleidsuitgangspunten van de Nota Kunsten cultuurbeleid 2014-2020 en de bezuinigingstaakstelling op cultuur.
• het bevorderen van samenspel door de vorming van leerlingenensembles • het aanbieden van cursussen tegen gereduceerd tarief in het kader van de HaFa-regeling • het ondersteunen van Hengelose amateurkunstinitiatieven op het gebied van vocale en instrumentale muziek • het scheppen van mogelijkheden voor en het stimuleren van de Hengelose bevolking om kennis te nemen van en deel te nemen aan cultuur, met het accent op klassieke en lichte muziek
90
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Voor CREA gelden de volgende specifieke doelen: • programmering en marketing van cursusaanbod op het gebied van algemene kunstzinnige vorming, waaronder beeldende kunst en vormgeving, dans en toneel
De subsidierelatie met CREA, die deel uitmaakt van de Uitvoeringsregeling Culturele Instellingen, wordt verder uitgewerkt in relatie tot de nieuwe beleidsuitgangspunten van de Nota Kunsten cultuurbeleid 2014-2020 en de bezuinigingstaakstelling op cultuur.
• het onderhouden van contacten met Hengelose amateurkunstinitiatieven op het gebied van beeldende kunst, dans en toneel • het scheppen van mogelijkheden voor en het stimuleren van de Hengelose bevolking om kennis te nemen van en deel te nemen aan cultuur, met het accent beeldende kunst en vormgeving, dans en toneel • een kunsteducatie-programma dat zich richt op ‘leren zien’ en ‘leren doen’ Laagdrempelige kennismaking met culturele activiteiten verhoogt de kans dat kinderen op latere leeftijd ook deel blijven nemen aan cultuur
•
Waarborgen dat iedere burger gelijke kansen krijgt zodat iedereen zijn of haar eigen emancipatie optimaal kan realiseren.
•
•
•
Zo mogelijk uitbreiden van het aantal combinatiefuncties op het gebied van Cultuur en verstevigen van het cultuuraanbod binnen het Jeugdplein Hengelo. De komende jaren kunnen we het aantal combinatiefunctionarissen uitbreiden naar 16,8 fte in 2016. In 2014 wordt vanuit onderwijs, cultuur en sport samen met het veld uitgewerkt hoe de uitbreiding wordt weggezet. Het werkgeverschap en de cofinanciering (60%) van de combinatiefunctionarissen komt bij derden te liggen. De overige 40% financiering komt vanuit de Brede Impuls Combinatiefuncties van het Ministerie van VWS. Voortzetting van de uitvoeringsregeling op het terrein van minderhedenbeleid (ten behoeve van allochtonenorganisaties). Uitvoering geven aan de afspraken met het Rijk om in de periode 2012 - 2014 minimaal 450 laagopgeleide Hengelose vrouwen zonder uitkering en werk (nuggers) te laten deelnemen aan het programma Eigen Kracht. Waar mogelijk in combinatie met activiteiten die resteren na prioritering bij en voortzetting van ROZA.
Ontwikkelingen Aan gemeenten de taak te waarborgen dat iedere burger gelijke kansen krijgt zodat iedereen zijn of haar eigen emancipatie optimaal kan realiseren. Eigen kracht van de burgers speelt hierbij een belangrijke rol. Tegen deze achtergrond krijgt onder meer het diversiteitbeleid van de gemeenten gestalte, met als ambitie dat (met een verschuiving van middelen soms) meer Hengeloërs mee doen in de samenleving, zich er thuis voelen en zich gehoord weten.
91
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen?
Bereiken? Sport (P-530) Het realiseren van een kwalitatief goed sportbeleid. Gezondheid en vrije tijd worden steeds belangrijker. Een goede sportinfrastructuur is essentieel om burgers aan te zetten tot een gezonde leefstijl. Om dit te bereiken ondersteunen we verenigingen en bieden we voldoende laagdrempelige voorzieningen en activiteiten. Extra aandacht gaat uit naar het stimuleren van sporten en bewegen onder de jeugd.
• •
• • •
• • • • •
Kwalitatief en kwantitatief hoogwaardige (multifunctionele)
• •
In 2014 ligt er een geactualiseerde sportnota. Hierin wordt duidelijk een koppeling gemaakt met gezondheidsbeleid. Eind 2014 loopt de projectperiode van het 4-jarige Nationaal Actieplan Sport en Bewegen af. In dit kader zijn er waardevolle projecten en activiteiten geinitieerd in samenwerking met Hengelo Sport. In 2014 gaan we de opgedane ervaringen evalueren en zo mogelijk borgen binnen bestaande werkzaamheden van onder andere Hengelo Sport. Hengelo Sport continueert haar werkzaamheden op de basisscholen met ondersteuning van sportverenigingen. Daarbij zal er ook aandacht zijn voor de groepen 1 en 2. Hengelo Sport gaat docenten in het basisonderwijs middels een nog aan te schaffen methode ondersteunen bij het geven van kwalitatief goede gymlessen. De komende jaren kunnen we het aantal combinatiefunctionarissen uitbreiden tot 16,8 fte in 2016. We zijn in gesprek met betrokken partijen – waaronder het voorgezet onderwijs - hoe de uitbreiding wordt weggezet. Eind 2016 moeten we 16,8 fte gerealiseerd hebben. Het werkgeverschap en de cofinanciering (60%) van de combinatiefunctionarissen/buurtsportcoaches komt bij derden te liggen. De overige 40% financiering komt vanuit de Brede Impuls Combinatiefuncties van het Ministerie van VWS. Er worden themabijeenkomsten georganiseerd voor sportverenigingen in het kader van verenigingsondersteuning. In 2014 brengen we een structurele samenwerking tussen sport verenigingen en het voortgezet onderwijs tot stand (vanuit incidentele provinciale middelen). In 2014 ondersteunen we sportverenigingen, zodat zij extra breedtesportactiviteiten kunnen aanbieden (vanuit incidentele provinciale middelen). In 2014 is de extra schoolgym beter afgestemd met andere projecten en initiatieven binnen het sportbeleid. In 2014 wordt de eerder vastgestelde bezuiniging op het FBKstadion gerealiseerd. Het realiseren van besparingen en/of extra inkomsten op de FBK-games/ het FBK stadion. Het onderhouden van vijf sporthallen. Het beheren, onderhouden en exploiteren van het Twentebad voor nu en in de toekomst. Innovatief, duurzaam en klantgericht.
sportaccommodaties
Ontwikkelingen Er ligt nog een bezuinigingstaak van € 281.000 op (de exploitatie van) het FBK-stadion. Eind 2013 moet de gemeenteraad beslissen wat er in de toekomst met het FBK-stadion gaat gebeuren; het blijft een atletiekstadion of het wordt een voetbalstadion. Welk besluit er ook genomen wordt; de uitwerking zal ongetwijfeld in 2014 verder moeten worden uitgewerkt door de gemeente in overleg met betrokkenen. Gezondheid en vrije tijd worden steeds belangrijker. Binnen de sportnota zal ook de nadruk komen te liggen op het bevorderen van een gezonde leefstijl. We zullen - gezien alle bezuinigingen - er naar streven om de beschikbare middelen zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten om toch bepaalde doelen te kunnen bereiken. Daarbij zal met nadruk ook de inzet van belangrijke partners - zoals sportverenigingen, onderwijs, Sportservice Overijssel, welzijn en zorg - worden gevraagd. De incidentele provinciale breedtesportregeling 2013-2014 biedt mogelijkheden om een aantal extra stimulerende activiteiten te kunnen (laten) uitvoeren. Daarover zijn we in gesprek met betrokkenen.
92
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
De uitbreiding van de combinatiefunctieregeling/buurtsportcoachregeling biedt kansen. We zijn onder andere in gesprek met het voortgezet onderwijs om te komen tot een of meerdere combinatiefuncties op het gebied van sport. Hengelo Sport heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld als een zeer waardevolle en betrouwbare sportpartner voor het (basis)onderwijs en de sportverenigingen. Alle basisscholen maken gebruik van hun uitgebreide sportactiviteitenaanbod waarin het bevorderen van een gezonde leefstijl en het stimuleren van fair play verankerd is. De ontwikkelingen staan echter niet stil. We blijven – binnen de grenzen van de mogelijkheden – werken aan het optimaliseren en verbeteren van het activiteitenaanbod en de relatie met betrokkenen. Vanuit het sportbeleid worden kansen, middelen en mogelijkheden onderzocht en relevante verbindingen gelegd. Er wordt onder andere gewerkt aan een betere afstemming en samenwerking met Scoren in de wijk, extra schoolgym en het Jeugdplein Hengelo. Daarnaast zal er (meer) aandacht worden besteed aan het bevorderen van een gezonde leefstijl. Themabijeenkomsten Sport blijken een goede manier om sportverenigingen met elkaar, de gemeente en eventuele andere betrokkenen in contact te laten komen. Het uitwisselen van kennis en ervaring, bijpraten en meepraten over sportbeleid en het bespreken van interessante thema's maakt dat betrokkenen een duidelijke meerwaarde zien van deze themabijeenkomsten. We willen de komende jaren dan ook blijven investeren in deze themabijeenkomsten die zo'n 2 a 3 keer per jaar plaatsvinden. In het kader van optimaler gebruik van (maatschappelijk) vastgoed zal gekeken worden naar de mogelijkheden om sportkantines (meer) multifunctioneel te gebruiken, zodat ook derden deze ruimte(n) kunnen gebruiken op tijden dat de sportvereniging deze niet gebruikt.
Doen?
Bereiken?
Groene sportvelden & terreinen (P-531) Extra laagdrempelige mogelijkheden om sporten en bewegen te stimuleren
•
De voetbalmuren zijn gerealiseerd. Voor 2014 staat op het programma: trimbaantje middelste eiland Vossenbelt, natuurlijk spelen Weusthagpark, plaatsen vaste doeltjes op 5 trapvelden en spelen en bewegen project Bornse Beek (i.s.m. het Waterschap)
De Berflo Es een sportieve wijk waar bewoners bewegen, recreëren en waar aandacht is voor een gezonde leefstijl
•
Kwalitatief en kwantitatief
•
Uitvoering geven aan de maatregelen, die tot doel hebben de herkenbaarheid van Sports Centre Hengelo te verbeteren. Nadere invulling geven aan de 2e fase betreffende de (her)inrichting van Sports Centre Hengelo met o.m. bouw van het Sportleercentrum, herhuisvesting van Sportservice en verbetering van de exploitatie van het FBK-stadion. Behoud van topsportaccommodaties, o.a. FBK stadion en trainingsaccommodatie FC Twente. Mede in samenhang met herontwikkelingsplannen sportpark Veldwijk en omgeving. Onderhouden alle velden (kunstgras en natuurgras) van FC Twente op het trainingscomplex in Hengelo. Het onderhouden en beheren van negen sportparken. Hierbinnen worden de minimale grenzen van de ISA normen opgezocht i.v.m. versoberen i.h.k.v. de bezuinigingen. Renoveren van natuurgrasvelden volgens ISA normering. Vervanging beregeningsinstallaties en pompen op de sportparken.
hoogwaardige (multifunctionele) sportaccommodaties
•
• • • •
93
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen?
Bereiken? Kunst (P-540) Voor het Rabotheater gelden de volgende specifieke doelen: • programmering en marketing van aanbod op het gebied van professionele podiumkunsten, waaronder toneel
De subsidierelatie met het Rabotheater, die deel uitmaakt van de Uitvoeringsregeling Culturele Instellingen, wordt verder uitgewerkt in relatie tot de nieuwe beleidsuitgangspunten van de Nota Kunsten cultuurbeleid 2014-2020 en de bezuinigingstaakstelling op cultuur.
(klassiek en modern), dans (klassiek en modern), jeugdtheater, cabaret, musical, opera en klassieke muziek • programmering van schoolvoorstellingen • planning van amateurkunstvoorstellingen en verhuring tegen gereduceerde tarieven van zalen en bijbehorende faciliteiten aan Hengelose amateurkunstorganisaties en scholen • samenwerking met de Filmliga ten behoeve van de programmering en marketing van filmvoorstellingen en het beschikbaar stellen van de filmzaal ten behoeve van de Filmliga • samenwerking met derden ten behoeve van de programmering en marketing van kamermuzieken jazzconcerten • het scheppen van mogelijkheden voor en het stimuleren van de Hengelose bevolking om kennis te nemen van en deel te nemen aan cultuur, met het accent op theater Voor Metropool gelden de volgende specifieke doelen: • programmering en marketing van aanbod op het gebied van hedendaagse muziek(vormen), waaronder pop,
De subsidierelatie met Metropool, die deel uitmaakt van de Uitvoeringsregeling Culturele Instellingen, wordt verder uitgewerkt in relatie tot de nieuwe beleidsuitgangspunten van de Nota Kunsten cultuurbeleid 2014-2020 en de bezuinigingstaakstelling op cultuur.
rock, dance, niet-westerse muziek en cross-overs • het verhuren van oefenruimten en het bieden van een podium aan amateur-musici, in samenwerking met de Vereniging Popbelang Hengelo • het scheppen van mogelijkheden voor en het stimuleren van de Hengelose bevolking om kennis te nemen van en deel te nemen aan kunst en cultuur, met het accent op hedendaagse muziek(vormen)
94
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Voor de aanvullende culturele voorzieningen (muziekprogrammering) gelden de volgende specifieke doelen:
Subsidiëring van de aanvullende culturele voorzieningen op het gebied van muziekprogrammering is opgenomen in de Uitvoeringsregeling Culturele Instellingen.
• Programmering en marketing van aanbod op het gebied van verschillende muziekstijlen Voor de aanvullende culturele voorzieningen (beeldende kunstprogrammering) gelden de volgende specifieke doelen:
Subsidiëring van de aanvullende culturele voorzieningen op het gebied van beeldende kunstprogrammering is opgenomen in de Uitvoeringsregeling culturele voorzieningen
• Programmering en marketing van aanbod op het gebied van beeldende kunst en vormgeving. Het realiseren van een samenhangend beleid op het gebied van cultuureducatie in het basisonderwijs.
In samenwerking met het basisonderwijs en het culturele veld komen tot een doorgaande leerlijn cultuureducatie in de periode 2013-2016 (als uitvoering van het bestuurlijk kader Cultuureducatie met Kwaliteit en het provinciale programma Cultuur aan de Basis Cultuureducatie))
Ontwikkelingen De nieuwe nota Kunst- en cultuurbeleid Hengelo 2014-2020 moet verder worden uitgewerkt. De bezuinigingstaakstelling op Cultuur moet verder worden ingevuld.
Doen?
Bereiken?
Oudheidkunde & musea (P-541) Voor het HEIM gelden de volgende specifieke doelen: • het conserveren en onderzoeken van de industriële cultuurhistorische geschiedenis van Hengelo
De subsidierelatie met Techniekmuseum HEIM en van de aanvullende erfgoedvoorzieningen is opgenomen in de Uitvoeringsregeling Culturele Instellingen. De subsidierelatie met het Techniekmuseum wordt verder uitgewerkt in relatie tot de nieuwe beleidsuitgangspunten van de Nota Kunst- en cultuurbeleid 2014-2020 en de bezuinigingstaakstelling op cultuur.
• programmering en publiciteit van permanente, wisselende en tijdelijke exposities op het gebied van het industrieel cultureel erfgoed van Hengelo • het bij een breed publiek bewustmaken van de industriële en cultuurhistorische ontwikkeling van Hengelo, via daarop gerichte educatieve projecten - voor de aanvullende erfgoedvoorzieningen gelden de volgende specifieke doelen: • beheren, collectioneren, conserveren en onderzoeken van materiële en immateriële getuigenissen uit het verleden van Hengelo
95
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ?
Natuurbescherming (P-550) Informeren en stimuleren van Hengelose burgers met als doel een basis te leggen voor duurzaam handelen en uitvoering geven aan de Duurzaamheidsagenda
Vanwege de bezuinigingen bij het Team Duurzaamheid zijn eerder geformuleerde acties en maatregelen (ambities?), met name op het gebied van educatie, niet in de voorgestelde wijze en mate mogelijk. Om deze ambities (deels) te kunnen realiseren wordt aansluiting gezocht bij inkooptrajecten en projecten en bij netwerken zoals Provincie en Waterschap.
Bereiken ?
Doen ?
Openbaar groen & openluchtrecreatie (P-560) Duurzaam beheerde openbare groenvoorzieningen in de gemeente Hengelo
• • • • • •
• •
Schone straten, plantsoenen en waterlopen in de gemeente Hengelo
Een gezond leefklimaat voor inwoners, bedrijven en bezoekers van de gemeente Hengelo
• • • •
• • • •
• •
•
60% van de Hengelose bevolking is tevreden over de speelmogelijkheden in Hengelo
96
╗ ║
• • •
Uitvoeren beheer openbare ruimte volgens de IBOR systematiek (Instrument Beheer Openbare Ruimte). BO gemeente - SWB gezamenlijk onderhoud openbare ruimte Uitvoeren wijkbestekken volgens IBOR systematiek Uitvoeren Bomenbeheerplan. Implementatie Groenplan. Burgerinitiatief stedelijke skatevoorziening begeleiden. Opstellen MeerJarenOnderhoudsProgramma (MJOP) 2014-2017. Uitvoeren nota Snippergroen. Het schoonhouden van de stad door te vegen en ledigen prullenbakken. Terugdringen zwerfafval en illegale dumpingen. Uitvoeren bladcampagne. Uitvoeren en ondersteunen diverse netheids- en opschoonacties, vaak geïnitieerd door bewoners en bedrijven zoals de zakgeldprojecten in Groot Driene, Hengelose Es en Hasseler Es, en BIT Twentekanaal. Actualiseren nota hondenbeleid. Extra handhaven op afvaldump (zie hoofdfunctie 7/DIFTAR). Opstellen MeerJarenOnderhoudsProgramma (MJOP) 2014-2017. Versterking van voorlichting, regulering, toezicht houden op en handhaven van de juiste naleving van de regels op zaken als hondenpoep, loslopende honden, parkeeroverlast, zwerfvuil en afvaldump, veilige evenementen, terrassen en uitstallingen. Er wordt zoveel mogelijk projectmatig gehandhaafd. Stadstoezicht doet dit in samenwerking met interne en externe partners. Een positieve leefbaarheid zorgt voor een veilige Stad. Er wordt steeds meer een beroep gedaan op de burgers zelf, bijv. door eerst in gesprek te gaan met de buren of degene die de overlast veroorzaakt. Daarmee wordt de capaciteit van Stadstoezicht beter ingezet voor de zwaardere meldingen als illegale dumpingen, handhaven tijdens evenementen, en het innen van precario, haven en marktgelden. De professionalisering van de afdeling Stadstoezicht door de verplichte her- en bijscholing en regionale samenwerking tussen Twentse gemeenten. De nadruk zal wederom o.a. liggen op het bestrijden van afvaldump bij de ondergrondse contrainers. Daarnaast de uitwisseling van personeel bij evenementen tussen de bij het regionale convenant aangesloten gemeenten. Zie ook hoofdfunctie 7. Herziening nota Spelen. Beheer, onderhoud en vervanging speelvoorzieningen. Nader uitwerken inrichting stedelijke skatevoorziening na raadsbesluit d.d. 9 oktober 2012.
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Ontwikkelingen Deze functie richt zich op de directe leefomgeving van de Hengelose inwoner. Hierbij streven we naar gezonde, veilige en leefbare wijken. Het is de taak van de gemeente om een wijk leefbaar te maken én te houden, maar daarbij kan ze niet zonder de (ideeën van) wijkbewoners. Interactieve beleidsvorming - tussen de gemeente en de Hengelose inwoner - staat hoog op de agenda. Vaak gaat het hierbij om informeren, maar ook meedenken en meebeslissen (zie ook hoofdfunctie 6) behoort tot de mogelijkheden. Hiervoor zullen ook steeds meer de digitale mogelijkheden voor worden ingezet. Openbaar groen is een van de dragers van de stad en zorgt voor een gezonde leefomgeving. Behoud van het ondehoudsniveau is dan ook een van de speerpunten. Met alle bezuinigingen wordt dat echter een steeds moeilijkere opgave. Tevens wordt gewerkt aan een Bestuurlijke Opdracht gezamenlijk beheer openbare ruimte gemeente en SWB Deze zich richt op versterken en verbeteren van de samenwerking op het gebied van onderhoud van de openbare ruimte. Aan de ene kant richt zich dit op de kwaliteit van de openbare ruimte aan de andere kant de taak van de gemeente om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen. Verwachting is dat er in 2014 voor een definitieve samenwerkingsvorm gekozen zal worden. In 2014 wordt weer een MeerJarenOnderhoudsProgramma (MJOP) opgesteld. Het MJOP integreert de planning van afzonderlijke onderhoudsprogramma’s in zogenaamde clusters. Denk aan programma’s voor riool, openbare verlichting, wegen en kunstwerken. Ook derden kunnen aansluiten op het MJOP en hun onderhoudsprogramma’s mee laten draaien bij de clustervorming. Denk aan kabels en leidingen en de projecten van woningbouwverenigingen. Een dergelijke clustering leidt niet alleen tot efficiencyvoordelen, maar is tevens een belangrijk instrument voor de communicatie van onderhoudswerkzaamheden naar wijk- en buurtbewoners. Het MJOP wordt ook gebruikt als input bij het opstellen van wijkprogramma’s. Het MJOP is een voortschrijdend meerjarenplan met een looptijd van vier jaren, dat jaarlijks wordt geactualiseerd. In het Groenplan is de visie op het stedelijk groen geformuleerd. Het Groenplan is de integrale benadering van het groen in Hengelo in relatie tot water, duurzaamheid en ecologie, met strategische afwegingen op het gebied van beheersbaarheid en investeringen. Het Groenplan vormt het kader voor inrichting, beheer en onderhoud van het groen in Hengelo. De Kadernota Spelen is in 2008 vastgesteld. De visie en plannen voor aanleg en beheer van speelvoorzieningen zijn verwoord in het Speelprogramma 2008-2012. In 2013 wordt het speelbeleid geactualiseerd en in 2014 wordt gestart met de implementatie. Hondeneigenaren zijn verplicht de hond aangelijnd te houden en de hondenpoep op te ruimen (behalve op de daartoe aangewezen uitlaat- en losloopterreinen). De afdeling Stadstoezicht handhaaft projectmatig onder andere op basis van het aantal meldingen. Er wordt elke twee weken in een andere wijk/buurt actief gehandhaafd. In 2013 wordt gestart met de herziening van het hondenbeleid. De uitkomsten van de enquête van het Hengelo Panel van oktober 2012 worden hierin meegenomen.
Doen ?
Bereiken ?
Overige recreatieve voorzieningen (P-580) Voor de stichting Lokale Omroep Hengelo geldende de volgende specifieke doelen:
Subsidiëring van de stichting Lokale Omroep Hengelo is opgenomen in de Uitvoeringsregeling culturele voorzieningen.
• het zorgdragen voor lokale radio en televisie • het samenstellen en uitzenden van een omroepprogramma voor radio en televisie, dat bestemd is voor de gemeente Hengelo en dat representatief is voor de gehele Hengelose gemeenschap Subsidieparagraaf bij Hoofdfunctie 5 Cultuur en recreatie! De genoemde subsidieplafonds in deze subsidieparagraaf kunnen door bezuinigingsmaatregelen nog worden aangepast. Eén van de instrumenten die de gemeente ter beschikking staat ter uitvoering van het voorgenomen beleid is het subsidie-instrument. In deze paragraaf staan de Uitvoeringsregeling benoemd die de gemeente hanteert. 97
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
De beschreven doelstelling per Uitvoeringsregeling of onderdeel ervan (subsidieregeling) geeft de juridische grondslag voor de verstrekking van subsidie door het college. In een bijlage bij de algemene subsidieverordening staat een limitatieve opsomming van de doelstellingen/juridische grondslagen van subsidieverlening Uitvoeringsregeling Sport en bewegen 2010-2014 (afhankelijk van bezuinigingsopdracht sport) Hierin zijn opgenomen de volgende regelingen: • jeugdsportsubsidie en mindervalide sport; • velden in eigen beheer; • promotionele activiteiten op het gebied van sport en recreatie; • onbebouwde terreinen; • opleiding technisch kader. Jeugdsportsubsidie: doel is de sportbeoefening door jongeren te stimuleren door de toegankelijkheid van sportverenigingen en door het organiseren van nevenactiviteiten voor jongeren te bevorderen. Het aan een sportvereniging jaarlijks toe te kennen subsidiebedrag wordt berekend naar het aantal contributie betalende jeugdleden. Minder validen: doel is de toegankelijkheid te bevorderen voor minder validen van invalidensportverenigingen en afdelingen voor mindervaliden binnen sportverenigingen. Het aan een sportvereniging jaarlijks toe te kennen subsidiebedrag wordt berekend naar het aantal actief sportende minder valide leden, woonachtig in de gemeente Hengelo. Subsidieplafond voor subsidie jeugdsport en mindervalide samen: € 63.710. Velden in eigen beheer: doel is de sportverenigingen met basissportvoorzieningen in eigen beheer in een ongeveer gelijke situatie te brengen met sportverenigingen die een soortgelijke gemeentelijke accommodatie huren. Het moet daarbij gaan om accommodaties die een functie vervullen passend in het gemeentelijk sportbeleid; subsidieplafond € 17.140. Promotionele activiteiten op het gebied van sport en recreatie: doel is het bevorderen van het organiseren van promotionele activiteiten op het gebied van sport en recreatie. Het evenement moet een extra dimensie toevoegen aan het activiteitenpakket binnen de gemeente; subsidieplafond € 5.000. Opleiding technisch kader: stimuleren dat de kwaliteit van het technisch kader (trainers, hulptrainers, instructeurs) van de Hengelose sportverenigingen wordt verhoogd zodat op een zinvolle en meer verantwoorde wijze opleiding en begeleiding van de (jeugdige) sporters plaatsvindt. Subsidieplafond € 6.420. Uitvoeringsregelingen CULTUURLOKAAL 2014. Daaronder vallen de volgende uitvoeringsregelingen: • culturele initiatieven • podiumbudget Het doel van subsidiëring is: het scheppen van mogelijkheden voor, en het stimuleren van, de Hengelose bevolking om kennis te nemen van, deel te kunnen nemen aan en geschoold en gevormd te worden in de diverse kunst- en cultuurdisciplines. Plafond: € 31.470. Uitvoeringsregelingen CULTURELE INSTELLINGEN 2014 Hierin wordt een overzicht gegeven van de structurele subsidies die worden verstrekt aan de culturele instellingen. Grondslag voor subsidiëring van beeldende kunst en vormgeving, podiumkunsten, cultureel erfgoed, buitenschoolse kunst- en cultuureducatie en overige is: • het scheppen van mogelijkheden voor, en het stimuleren van, de Hengelose bevolking om kennis te nemen van, deel te nemen aan en geschoold en gevormd te worden in de diverse kunst- en cultuurdisciplines. Plafond: € 3.987.430. In aanvulling daarop geldt als grondslag voor het bibliotheekwerk: • zorg dragen voor een vindplaats voor Hengelose burgers van algemeen toegankelijke informatie in de meest brede zin. Plafond: € 2.441.070. en voor de gemeentelijk musea: • het conserveren, exposeren en onderzoeken van de (industriële) cultuurhistorische geschiedenis van Hengelo. Plafond: € 276.350 en voor de lokale omroep: • zorg dragen voor lokale radio en televisie. Plafond: € 40.050. Uitvoeringsregelingen AMATEURKUNST 2014 Grondslag voor subsidiëring van culturele amateurverenigingen is het scheppen van mogelijkheden voor, en het stimuleren van, de Hengelose bevolking om deel te nemen aan en geschoold en gevormd te worden in de diverse kunst- en cultuurdisciplines. Het Instrumentenfonds is per 2013 opgeheven. Plafond € 114.250. UITVOERINGSREGELING DIVERSITEIT De Uitvoeringsregeling Diversiteit (voorheen subsidie programma allochtonenorganisaties) heeft een plafond van € 74.700. Voor deze Uitvoeringsregeling geldt de volgende doelstelling: bevorderen dat toegang tot volwaardige deelname aan de samenleving voor alle burgers van Hengelo in gelijke mate aanwezig is. Buiten de Uitvoeringsregeling Diversiteit verlenen wij ook subsidie aan Art. 1 Overijssel (Anti Discriminatie Bureau) en het SVH (Servicepunt Vrijwilligers Hengelo). Ook wordt subsidie gegeven aan mondiaal beleid (geen aparte Uitvoeringsregeling). De doelstelling daarvan is: ondersteuning van particuliere initiatieven op het terrein van ontwikkelingssamenwerking.
98
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Hoofdfunctie 6: Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Commissie(s)
Sociaal
Sector
Publieksdiensten en Sociale Zaken, Samenleving, Wijkzaken, Veiligheid en Leefomgeving
Missie Hoofddoelstelling van deze hoofdfunctie is zoveel mogelijk burgers werkgelegenheid te bieden door enerzijds het scheppen van voorwaarden voor de vestiging van bedrijven, anderzijds individuele begeleiding te bieden voor mensen bij de toeleiding naar werk en/of participatie. Speerpunten 2014 • • • • • •
•
• • • • • •
99
Implementeren conclusies evaluatie armoedebeleid Aandacht voor kinderarmoede Voorbereiden op inwerkingtreding Participatiewet Stroomlijnen en afstemmen met de andere transities Optimaliseren inzet huidige P-budget icm andere budgetten Doorontwikkeling Werkplein Twente locatie Gieterij Implementeren van het beleidsplan schuldhulpverlening Uitbreiding mogelijkheden voor maatschappelijke participatie Doorontwikkeling samenwerking WMO-WWB (o.a. wijkleerbedrijf) Verdere doorontwikkeling en versterking van dienstverlening aan starters, ondernemers en MKB, onder meer via inzet op wijkeconomie Samenwerking Sociale Zaken met Borne optimaliseren en waar mogelijk uitbreiden met andere gemeenten Aandacht voor jeugdwerkloosheid in regionaal Twents verband Beperking toename aantal WWB-klanten door o.m. continuering project controle aan de poort Samenwerking peuterspeelzalen kinderdagverblijven in licht van de gewijzigde regelgeving binnen de Rijksoverheid Investeren in de zelfredzaamheid en eigen kracht van burgers; Voorbereiden op de transitie AWBZ-WMO en streven naar een integrale aanpak met de verandering op terrein van jeugdzorg en sociale zekerheid; Inspelen op de impact van de transities op het vrijwilligerswerk en de mantelzorgondersteuning Opvangen gevolgen extramuralisering Realisatie van één centrale toegang voor huishoudelijke hulp, hulpmiddelen, begeleiding, jeugdzorg en/of werk en inkomen; Kanteling en het nieuwe welzijn krijgen vorm (in relatie tot transities); Vormgeven aan een doorontwikkeling van cliëntondersteuning en belangenbehartiging; Handhaven van het preventiebeleid (en zo mogelijk versterken) en afspraken maken met partners in de zorg
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • • •
•
• • • • • •
Sociale Visie 2020 (2010). Sterker aan het Werk, herijking re-integratiebeleid (november 2011) Nota startersbeleid (2007) Bestuursakkoord Rijk en Gemeenten (2007) Nota armoedebeleid 2012 - 2015 Beleidsplan schuldhulpverlening Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid (2009) Nota wijkeconomie (2011) Beleidsnota 'Sterk Profiel, een goede start II' Actieplan voorkomen voortijdig schoolverlaten 2010-2014 Nota Vrijwilligersbeleid (2009). Jeugdprogramma Zelf Doen! Positief opgroeien en opvoeden in Hengelo 2011- 2014 Nota Integraal Kind Centrum (najaar 2013) Jeugdmonitor Notitie Vervolg Voor- en Vroegschoolse Educatie in Hengelo Notitie professioneel jongerenwerk Kadernota spelen 2008-2012 Beleidsprogramma Thuis in de buurt (2012) Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning (2012-2015)
Productcombinaties
Bereiken ?
Doen ?
Bijstandsverlening (P-610) In het kader van inkomensondersteuning een nieuw dienstverleningsconcept verder uitbouwen d.m.v. verdere ontbureaucratisering en verbeterde klantgerichtheid.
• • • • • • • • •
Uitbouwen sociaal partnerschap Implementeren van het verbeterplan naar aanleiding van de aanvraag MAU Klanten van Mediant en Avelijn gebruik laten maken van faciliteiten van de SWB Voorbereiden op Participatiewet Uitvoeren BO Maatschappelijke Participatie (obv. M26) binnen klantenbestand sociale zaken, inclusief het opstellen van prestatieafspraken. Pilots samenwerking tussen bijvoorbeeld arbeidsmatige dagbesteding, beschut werken en leerwerkomgevingen Uitbouwen en optimaliseren werkplein Twente locatie Gieterij met aandacht voor werkgeversbenadering, professionalisering en samenwerking met anderen. Vanuit klantgericht dienstverleningsconcept waar mogelijk blijven uitgaan van een zo beperkt mogelijke uitvraag. Uitgangspunt blijft vertrouwen.
Ontwikkelingen (heeft betrekking op meerdere onderdelen in hoofdfunctie 6) Verbeterplan MAU In 2013 hebben we als gevolg van tekorten op de uitvoering van de WWB een Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) aangevraagd bij het ministerie SZW. Op basis van deze aanvraag hebben wij in 2013 een verbeterplan opgesteld. De verbeterpunten zijn deels al in 2013 geïmplementeerd en zullen deels deels in 2014 worden geïmplementeerd. De resultaten van de verbeterpunten zullen in 2014 worden gemonitord en gerapporteerd. ╗ 100 ║ Beleidsbegroting 2014 – 2017 versie 01-10-2013
Paricipatiewet. De onzekerheid over de vorm waarin de voorgenomen decentralisaties in het sociale domein worden doorgevoerd is medio 2013 nog steeds groot. De verwachting is wel dat de wet op 1 januari 2015 van kracht is. Wij volgen de ontwikkelingen nauwlettend en bereiden ons waar mogelijk voor op de implementatie Werkgeverbenadering. Binnen het vertrekpunt in de SUWI-wetgeving de werkgeversbenadering regionaal te organiseren in 35 arbeidsmarktregio’s hebben wij binnen het regionale Platform Onderwijs Werk en Inkomen (POWI) afspraken gemaakt. Volgend daarop hebben wij met de gemeenten Hof van Twente en Borne, het UWV, het ROC en de SWB het werkplein Twente vorm gegeven. In 2014 zullen wij dit, op basis van een korte evaluatie, doorontwikkelen. Daarbij blijft met name een afgestemde werkgeversbenadering van groot belang. Daarbij gaat het zowel om het uitgangspunt: één aanspreekpunt per werkgever als om de instrumenten dat aan een werkgever wordt aangeboden. Om duidelijk te maken dat ook inspanningen van werkgevers worden verwacht (o.a in het kader van de Participatiewet) hebben wij in 2013 een sociaal akkoord gesloten met een aantal bedrijven. In 2014 bouwen wij dit verder uit. Wet sociale werkvoorziening Met de komst van het ‘kabinet Rutte – Asscher’ sneuvelde de eerder aangekondigde Wet Werken naar Vermogen. Hiervoor in de plaats is de Participatiewet aangekondigd. Met de Participatiewet wordt een nieuwe stap gezet in de vormgeving van de sociale zekerheid. Aparte voorzieningen worden zoveel mogelijk afgebouwd en mensen moeten zoveel mogelijk aan de slag bij gewone werkgevers. Met het Sociaal Akkoord hebben werkgevers en werknemers toegezegd dat ze 125.000 garantiebanen gaan realiseren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het streven van het kabinet is om de Participatiewet per 1 januari 2015 in te voeren. Vanaf dat moment is het niet meer mogelijk om in te stromen in de sociale werkvoorziening. Wel moeten gemeenten een voorziening beschut werken voor uiteindelijk landelijk 30.000 mensen realiseren. We bereiden ons in 2014 voor op deze ingrijpende wijzigingen die grote gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering van ons sociaal werkleerbedrijf SWB. Zeker ook omdat de wijzigingen gepaard gaan met forse bezuinigingen. Re-integratie richten op resultaat Door de –overigens los van de Participatie staande- forse kortingen op het P-budget (het participatiebudget waarmee de gemeente re-integratieactiviteiten voor WWB-ers kan financieren) moeten wij deze middelen selectief inzetten. Daarbij is gekozen voor het werken met de zogenaamde participatieladder. Mensen die hoog op deze ladder staan kunnen snel re-integreren naar werk. Mensen die op de laagste sporten staan zijn in eerste instantie aangewezen op maatschappelijke participatieactiviteiten. In 2012 zijn wij gestart met het invoeren van interne en externe prestatieafspraken. De afspraken zijn gericht op uitstroom naar werk of scholing. Voor de re-integratie richting werk zijn prestatieafspraken gemaakt met SWB, ROZ en onze eigen klantmanagers. Deze zijn onderdeel van de gezamenlijke (regionale) prestatieafspraken op het Werkplein. In 2013 zijn wij gestart met een vernieuwde aanpak maatschappelijk participatie. Doelstelling is om in 2014 nogmaals rond 150 uitkeringsgerechtigden te plaatsen op plekken waar men maatschappelijk nuttige activiteiten kan verrichten. De inspanning moet dan leiden tot het stijgen van enkele treden op de participatieladder. Voor de maatschappelijke participatie zoeken we hoe langer hoe meer activiteiten, plaatsen en samenwerking met de instellingen die zich richten op onder meer het welzijn in de stad. Daartoe is intern een kwartiermaker aangesteld. Samenwerking in het sociale domein De aangekondigde transities zijn reeds mede aanleiding geweest om vanuit de vraag en behoefte van de burger ook intern meer de samenwerking te zoeken. Zo willen wij in 2014 verder met het verkennen van de mogelijkheden in samenwerking tussen bijvoorbeeld arbeidsmatige dagbesteding, beschut werken en leerwerkomgevingen. De nieuwe acenten die door het sociaal accoord in de Participatiewet gelegd zijn, maken deze combinatie lastiger. Wij zoeken daarbij ook de verbinding met het onderwijs. Door het opschroeven van de eisen voor de Entree-opleiding MBO dreigen vanaf het schooljaar 2014 meer leerlingen uit te vallen. Wij vinden het van belang dat zoveel mogelijk jongeren een startkwalificatie halen. Als dat niet mogelijk is willen wij meewerken aan een werk-leeraanbod dat minimaal een arbeidsmarktkwalificatie oplevert. Een voorbeeld van samenwerking tussen onderwijs, sociale zaken, WMO-loket en zorginstellingen is het project “Helpende handen”. In dit wijkleerbedrijf vervullen leerlingen van zowel ROC van Twente (BOL) als van SWB (BBL) praktijkstages bij instellingen en particuliere huishoudens in de wijk (niet –geïndiceerde zorg). Deelnemende zorginstellingen hebben een baangarantie op niveau 1 afgegeven. In 2014 willen we deze aanpak- na evaluatieverder uitrollen in samenwerking met de deelnemende organisaties danwel verbreden naar andere terreinen/branches.
101
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ? Werkgelegenheid (P-611) Het realiseren van een flexibele en gevarieerde economische structuur die leidt tot behoud van bestaande en creatie van nieuwe werkgelegenheid in Hengelo (en de regio).
Relatie onderwijs-arbeidsmarkt (promotie van techniek) Inzet infrastructuur voor starters en ondernemersadvies Stimuleren en faciliteren van wijkeconomie, onder meer via dienstverlening aan zzp’ers.
Ontwikkelingen Hengelo is van oudsher een stad met veel industriële/technische bedrijven. Uit verschillende bedrijfsbezoeken en publicaties blijkt dat deze bedrijven voor de komende jaren een personeelstekort voorzien. Als gevolg van de vergrijzing verlaten veel medewerkers het bedrijf en de instroom door jongere medewerkers is onvoldoende om dat vertrek te compenseren. Er wordt door jongeren te weinig gekozen voor een technische opleiding. De economische ontwikkeling van het technische bedrijfsleven wordt daardoor geschaad. Door middel van verschillende initiatieven wordt een bijdrage geleverd aan de oplossing daarvan. In 2013 is in het kader van Social Return on Investment een convenant gesloten met de stichting Infra-werkt. In 2014 worden mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt opgeleid met als doel duurzaam werk bij grond- weg- en waterbouwbedrijven, omdat men ook in deze sector een personeelstekort verwacht. Voor de economische ontwikkeling van de stad en daarmee voor de werkgelegenheid is een goed startersbeleid van groot belang. De economie van de stad groeit meer door toename van het aantal bedrijven van binnenuit dan door acquisitie van buiten. Door het bieden van een goede starters- en ondernemersadvies infrastructuur worden de kansen op succesvol ondernemen beduidend vergroot en wordt daarmee bijgedragen aan de economische ontwikkeling van de stad. Voorts is de advisering gericht op het ontmoedigen van het starten op basis van weinig goede toekomstperspectieven en/of gebrek aan ondernemerskwaliteiten. In samenwerking met het ROZ is de nota Wijkeconomie en een bijbehorend uitvoeringsprogramma opgesteld. Daarin gaat specifieke aandacht uit naar het ondersteunen en stimuleren van ondernemerschap onder zzp’ers, onder meer via de dienstverlening van het ROZ en het faciliteren van netwerkvorming door zzp’ers. In de combinatie wonen/werken vormt deze groep een specifiek aspect van wijkeconomie. Goed voor de ontwikkeling van economie en werkgelegenheid maar zeker ook stimulerend voor een gewenste functiemenging in wijken.
Doen ?
Bereiken ? Minimabeleid (P-614) • • • •
Armoedebeleid heeft een drieledige doelstelling: Het verbeteren van de financiële positie van mensen met een laag inkomen; Het bestrijden en voorkomen van maatschappelijk isolement; Het bestrijden van nietgebruik van voorzieningen.
• • • •
Deelname collectieve zorgverzekering bevorderen Gebruik van regelingen stimuleren Participatie bevorderen Schuldhulpverlening aanbieden
Ontwikkelingen Deelname collectieve zorgverzekering bevorderen De deelname aan de collectieve zorgverzekering van Menzis heeft continu onze aandacht. In 2014 proberen we de dekking verder uit te breiden o.a. met een vergoeding voor medische reiskosten. Gebruik regelingen stimuleren Bij het bevorderen van het gebruik van regelingen maken wij gebruik van de site van ‘Berekenuwrecht’. Deze site wordt periodiek onder de aandacht gebracht van zowel de inwoners als het maatschappelijk middenveld. 102
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Daarnaast blijven we de gebruikelijke acties (automatisch toekennen van regelingen en koppelen van bestanden) ondernemen om het gebruik van regelingen te stimuleren. Participatie bevorderen In 2014 gaan wij een visie ontwikkelen voor een integrale aanpak van armoede onder kinderen. Wij gaan daarom een overzicht opstellen van wat er is of nodig is in de verschillende leefgebieden waarop kinderen ondersteuning nodig hebben. Dit zal zijn op de gebieden van bijvoorbeeld financiële ondersteuning, schuldpreventie, participatiebevordering, gezondheid, voeding, sport, cultuur en onderwijs. We monitoren in 2014 hoeveel gebruik gemaakt wordt van de vergoedingsmogelijkheid voor maatschappelijke en educatieve activiteiten. Dit gekoppeld aan de mogelijkheden om mensen op trede 1 en 2 meer te laten deelnemen aan de samenleving. Schuldhulpverlening In nauw overleg met de Stadsbank Oost Nederland wordt in 2014 de intake schuldhulpverlening uitgevoerd door de gemeente, team BudgetAlert. Dit gebeurt in de vorm van een tijdelijk project om ervaring op te doen met deze knip in het schuldhulpverleningsproces: de gemeente heeft de regie en voert de intake uit, waarbij de Stadsbank de financieel-technische onderdelen uitvoert. Deze werkwijze wordt medio 2014 beoordeeld, tezamen met verschillende tijdelijke projecten bij andere gemeenten binnen de gemeenschappelijke regeling. De resultaten worden meegenomen in beleidskeuzes binnen de Stadsbank.
Doen ?
Bereiken ?
Maatschappelijke begeleiding & advies (P-620) Hengelo wil een aantrekkelijke stad zijn voor de huidige en toekomstige inwoners. Hengelo wil een aantrekkelijk klimaat bieden, met vitale, gemeleerde wijken, een rijk cultureel en sportief aanbod, hoogwaardige werkgelegenheid en een actief verenigingsleven! (uit sociale visie). We doen een beroep op de kracht van de Hengelose samenleving. We willen een duurzaam leefbare stad, waar bewoners zich thuis voelen. De voorzieningen zijn afgestemd op de behoefte van de bewoners
•
Ook in 2014 zal het accent liggen op de voorbereiding op de transities in de jeugdzorg en de AWBZ-begeleiding en de daarmee gepaard gaande taakuitbreiding voor de gemeente. We gaan op dit moment uit van invoering per 1 januari 2015. • We gaan door met de ontwikkeling van één centrale toegang voor hulp bij het huishouden, hulpmiddelen, begeleiding, jeugdzorg, werk en inkomen. Zie ook tekst programma 2. • De vernieuwing van het welzijnswerk blijft noodzakelijk om aansluiting te vinden bij de ondersteuningsbehoefte van kwetsbare burgers. • We participeren in de regionale voorbereiding en visie-ontwikkelingen op de transities. • We maken een lokaal beleidsplan en verordening ter voorbereiding op de overgang van taken vanuit de AWBZ naar de Wmo (in aanvulling op het al bestaande MO-beleidsplan). Daarbij rekening houdend met regionale keuzes die gemaakt worden. Daarnaast zal in 2014 uitvoering gegeven worden aan het uitvoeringsprogramma van Thuis in de buurt. Waaronder: • Zoals in programma 2 ook al aangegeven zullen we samen met Welbions, diverse zorgaanbieders en waar mogelijk ook cliënten een vervolg geven aan het in kaart brengen van de gevolgen van de veranderingen in de zorgzwaartepakketten (ZZP’s). • We stimuleren en financieren de inzet Eigenkracht methodiek bij ouderenadviseurs (door SWOH) • We stimuleren collectieve GGZ-preventie. Preventieprogramma's omvatten een keten van activiteiten, van universeel tot en met geïndiceerde preventie. • Vanuit het project Samen werken door samenwerken van Carint, Scala en SIZT zal uitvoering gegeven worden aan integrale wijkgerichte samenwerking met aandacht voor afstemming van werkzaamheden van thuisbegeleiders, maatschappelijk werkers en sociaal cultureel werkers. Maar ook innovaties, toegang, vrijwilligers en mantelzorgers. Meer hierover bij P630 (sociaal cultureel werk).
Ontwikkelingen Zowel in het zorgakkoord als in de beleidsbrief hervorming langdurige zorg van staatssecretaris Van Rijn worden verzachtingen van de bezuinigingen uit het regeerakkoord genoemd. Desalniettemin moet er fors bezuinigd worden op zorg en ondersteuning op het moment dat de gemeente de uitvoering overneemt. We hebben het dan over begeleiding, persoonlijke verzorging, hulp bij het huishouden, inkomenssteun voor chronisch zieken en gehandicapten en jeugdzorg. Duidelijkheid komt pas bij de definitieve besluitvormig over de wettekst Jeugd en de nieuwe Wmo en de daarbij behorende financiele middelen. 103
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ? Vreemdelingen (P-621 Waarborgen dat iedere burger gelijke kansen krijgt zodat iedereen zijn of haar eigen emancipatie optimaal kan realiseren.
• •
Voortzetting van de uitvoeringsregeling op het terrein van minderhedenbeleid (ten behoeve van allochtonenorganisaties). Implementeren van keuzes rondom het takenpakket van voormalig Roza binnen de setting van een vrijwilligersorganisatie.
Ontwikkelingen De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) gaat uit van een zekere eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en keuzevrijheid van burgers. De basisgedachte is: iedereen moet kunnen meedoen. In de brief van van Rijn is een bezuiniging aangekondigd op huishoudelijke hulp van 40%. We zullen in 2014 onderzoeken of er combinatiemogelijkheden zijn met voorliggende (welzijns)voorzieningen en de persoonlijke verzorging.
Doen ?
Bereiken ? Participatiebudget (P-623) Inburgering Eind 2013 hebben inwoners van Hengelo die hun beheersing van de Nederlandse taal willen verbeteren hiervoor hun weg kunnen vinden. Inburgeraars die bezig zijn met inburgeren kunnen waar nodig maatschappelijke begeleiding krijgen. De inburgeraars die gestart zijn met een inburgeringstraject hebben begeleiding en coaching gekregen. De verplichte inburgeraars die nog niet hebben voldaan aan hun inburgeringsplicht zijn gehandhaafd.
•
Educatie is gericht op de bevordering van de persoonlijke ontplooiing ten dienste van het maatschappelijk funtioneren van volwassenen door de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen op een manier die aansluit bij hun behoeften, mogelijkheden en ervaringen, alsmede bij maatschappelijke behoeften.
•
104
╗ ║
• • •
Het optimaliseren van Taalpunt Menthol met een aanbod voor elke inwoner die zijn beheersing van de Nederlandse taal wil verbeteren. Het uitbouwen en coördineren van een vrijwilligersorganisatie die het Taalpunt Menthol en het Taalcafé bemensen. Het implementeren van het eind 2012 vast te stellen herijkte inburgeringsbeleid. Het afronden van het ex-AMV-project.
Educatie richt zich in 2014 specifiek op drie aandachtsvelden: VAVO (Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs), NT2 (Nederlands als 2e Taal)) en Basiseducatie. Met de VAVO wordt actief bijgedragen aan het terugdringen van het aantal Hengelose schoolverlaters dat zonder startkwalificatie het voortgezet onderwijs verlaat. Met NT2 trajecten wordt de basis gelegd voor een goede integratie in de Hengelose samenleving. Basiseducatie richt zich met diverse programma's op laaggeletterden. In 2014 wordt verder gewerkt aan integraal beleid rond de inzet van het Participatiebudget, waar dit rijksbudget voor Educatie deel van uitmaakt.
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Ontwikkelingen Met ingang van 2014 is het Inburgeringsbeleid ingrijpend gewijzigd. De bemoeienis van de gemeentelijke overheid eindigt voor een groot deel. Ook de budgetten zijn zo goed als naar 0 terggebracht. De verantwoordelijkheid voor de inburgering komt grotendeels bij de inburgeraar zelf te liggen. De vraag is of dit in alle gevallen verantwoord is. Om nieuwe inburgeraars toch zoveel mogelijk te steunen bij hun inburgering is samen met vrijwilligers, organisaties en welzijnsinstellingen in de stad in 2013 het Taalpunt Menthol opgericht in de Bibliotheek. Een plek waar inburgeraars informatie en advies over betaalbare inburgering- en taaltrajecten kunnen vinden. Een plek waar zij ondersteuning en mogelijkheden om het Nederlands te oefenen kunnen vinden in de vorm van een taalcoach, in de materialenbank en bij de activiteiten van het Taalcafé. Met vooral collectieve voorzieningen in de wijk waar nodig en op stedelijk niveau waar mogelijk. Daarbij maken wij een verbinding met het aanbod voor laaggeletterden. Het Taalpunt Menthol staat open voor alle inwoners van Hengelo die hun beheersing van de Nederlandse taal willen verbeteren. Dit taalpunt bouwen wij in 2014 verder uit. De educatiemiddelen vormen samen met de re-integratiemiddelen vanaf 2013 nog het enige budget om te investeren in de geletterdheid van zowel autochtonen als allochtonen. Juist omdat taal zo’n belangrijke voorwaarde is om te kunnen slagen op de arbeidsmarkt en in de samenleving zetten wij de educatiemiddelen met voorrang in voor de mensen die uit moeten stromen naar de arbeidsmarkt.
Doen ?
Bereiken ?
Sociaal-cultureel werk (P-630) Het bevorderen van de zelfredzaamheid en de zelfwerkzaamheid van vrijwilligers en wijkbewoners. Naast door en voor buurt- en wijkbewoners georganiseerde activiteiten wordt er een aanbod door professionele organisaties in de zorg en welzijn mogelijk gemaakt.
•
In 2014 willen we vorm geven aan een nieuwe manier van programmeren waarbij vraag en aanbod op elkaar afgestemd wordt. Leidend zal de maatschappelijke vraag zijn. Sleutel ligt in het slim programmeren en integreren van diverse thema’s binnen het sociale domein. Ook op het gebied van accommodaties kunnen slimmere combinaties gemaakt worden. Hierover is overleg met verschillende maatschappelijke partners.
De jeugd in Hengelo groeit positief op. Het opvoeden van jeugdigen doen ouders op eigen kracht in een omgeving waar zij samen met professioneel opvoeders optrekken. Jaarlijks biedt het jeugd- en jongerenwerk een breed activiteitenaanbod aan kinderen en jongeren in de leeftijd van 6-23 jaar
•
Vrijwilligerswerk/Servicepunt Vrijwilligers: het werven en bemiddelen van vrijwilligers voor de uitvoering van vrijwilligerswerk; het ondersteunen van vrijwilligers en door vrijwilligers bestuurde organisaties bij de uitvoering van hun werkzaamheden; het verzorgen van cursorische activiteiten t.b.v. het vrijwilligerswerk
•
Stimuleren van Eigen Kracht Conferenties. In de subsidieafspraken met partners wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de mogelijkheid gebruik te maken van Eigen Kracht Conferenties. Zo ook met moedercentrum Donna. Ten einde te komen tot een samenhangend programma voor jeugden jongerenwerk en de te behalen bezuiniging daarop, zal verdere uitwerking gegeven worden aan de invulling van het professioneel jongerenwerk (doelstelling, rol, werkwijze). Centraal daarin staat de samenwerking met Carint, het onderwijs, de wijkwelzijnsvoorzieningen (jongerensoos), Metropool en overige partners. Het gaat dan om inhoudelijke samenwerking als ook het gebruik maken van elkaars faciliteiten. Vanuit het project Samen werken door samenwerken van Carint, Scala en SIZT zal uitvoering gegeven worden aan: o Één ingang, één proces en één plek voor vrijwilligers en mantelzorgers o Een duidelijk proces voor vraag en aanbod beschreven en gerealiseerd. o Beschreven werkprocessen (o.a. scholing en ondersteuning van vrijwilligers) o Aanbevelingen/adviezen over vrijwilligers- en mantelzorgbeleid t.b.v. college en raad.
105
╗ ║
•
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Het opbouwwerk verbindt de maatschappelijke wensen en vragen uit de wijk aan het zelfoplossend vermogen van de burger. Het opbouwwerk maakt deel uit van de wijkteams van Scala welzijn
•
Vanuit het project Samen werken door samenwerken van Carint, Scala en SIZT zal uitvoering gegeven worden aan integrale wijkgerichte samenwerking Een implementatieplan voor een samenwerkingsvorm (procesbeschrijving) waarin beschreven: o de juiste omgang met klantvragen o voor- en nadelen o kosten- en batenanalyse o overige consequenties o samenwerking met vrijwilligers/mantelzorgers o rollen van de professionals o verbinding tussen voorliggende voorzieningen (welzijn), maatschappelijke dienstverlening en zorg Integrale wijkteams met afstemming van werkzaamheden, waarin sociaal cultureel werkers, thuisbegeleiders, maatschappelijk werkers inhoudelijk samenwerken met één gezamenlijk aanbod en binnen één werkproces. Er wordt aanvullend gewerkt op het zorgloket van de gemeente Hengelo, deels vorm gegeven op basis van bovenstaand implementatieplan.
•
•
Ontwikkelingen In deze hoofdfunctie wordt ook invulling gegeven aan prestatieveld 1 uit de WMO, namelijk het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. Wijkgericht werken is een subtiel samenspel met stedelijk beleid en is door alle hoofdfuncties verweven. Het is een manier van werken voor alle medewerkers en betekent vooral dat er oog is voor de rol van bewoners en zichtbaar is hoe we met participatie van bewoners wordt omgegaan. Het wijkgericht werken speelt hierbij een centrale positie met als vertrekpunt bewonersparticipatie, samenlevingsopbouw en wijkwelzijn. Een belangrijke rol hierbij hebben onze wijkwelzijnsvoorzieningen. De verdere doorontwikkeling van het beheer en de exploitatie van wijkwelzijnsvoorzieningen is daarbij een middel. Hierover zijn in 2013 afspraken gemaakt tussen wijkwelzijnsvoorzieningen en de gemeenten die in 2014 verder ontwikkeld moeten worden. Voorbeeld hiervan is de start van het Werkgeversinstituut (Wgi) en de afspraken die zijn gemaakt over ieders rol en positie (notitie Samen in verscheidenheid).
Doen ?
Bereiken ? Kinderopvang (P-650) Het creëren van optimale ontwikkelingskansen voor kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar door het aanbieden van veelzijdige en passende speelmogelijkheden. Dit door te werken aan ontwikkelingsstimulering, volgen en signaleren en vormgeven doorgaande ontwikkelingslijn.
• • •
Na de scholing in de pedagogische programma’s te hebben afgerond wordt in 2014 ingezet op het opbrengstgericht werken en zorg binnen de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk Verder zullen er wederom 200 VVE plaatsen gerealiseerd worden en deze plaatsen kunnen ingevuld worden op elke peuterspeelzaal. In 2014 zal verder invulling gegeven worden aan de Integrale Kindcentra.
Ontwikkelingen De IKC (Integrale Kindcentra) ontwikkeling volgt de Hengelose Brede School aanpak op. In 2013 is gekeken hoe de partners in de Brede School voor 0-12 jarigen zelf meer eigenaar en stuurder op de Brede School kunnen worden. Het accent ligt op de concrete invulling in de wijken met daadwerkelijk doorgaande lijnen tussen kinderopvang, peuterwerk en onderwijs. De relatie Voorschoolse instellingen en basisonderwijs wordt versterkt door de uitwerking van de bestuursafspraken VVE met het rijk 2011-2015. Verbindingen tussen school, sport, cultuur en welzijn worden verder geïntensiveerd en krijgen een gezicht via Jeugd Plein Hengelo voor de Hengelose jeugd, hun ouders en andere betrokkenen. De combinatiefuncties zijn daarbij een belangrijk middel. Daarnaast wordt verkend hoe de Brede School voor 12+ kan worden ingevuld, waarbij jeugdprogrammering voor 12+ de leidraad is. Zie hiervoor ook hoofdfunctie 4
106
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Ontwikkelingen De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) gaat uit van een zekere eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en keuzevrijheid van burgers. De basisgedachte is: iedereen moet kunnen meedoen. De gemeente voelt zich verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning en wil burgers, van welke leeftijd dan ook, gehandicapt en niet gehandicapt, met en zonder problemen, volwaardig aan de samenleving laten deelnemen. Aandachtspunt blijft ook de komende jaren nog de opvang van de effecten van de bezuinigingen in de AWBZ zorg. Er wordt een toenemend beroep op de gemeentelijke voorzieningen gedaan. Kansen zijn er wanneer de gemeente daadwerkelijk de spil kan worden in de extramurale zorg en er ingezet kan worden op preventie. In het college-akkoord geven we ook aan dat we het preventiebeleid willen handhaven (en zo mogelijk versterken) en dat we vanuit onze regierol in willen zetten op het maken van afspraken met het veld.
Subsidieparagraaf Hoofdfunctie 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening De genoemde subsidieplafonds in deze subsidieparagraaf kunnen door bezuinigingsmaatregelen nog worden aangepast. Eén van de instrumenten die de gemeente ter beschikking staat ter uitvoering van het voorgenomen beleid, zoals beschreven in de bovenstaande beleidslijnen, is het subsidie-instrument. In deze paragraaf staan de subsidies benoemd binnen hoofdfunctie 6. De beschreven doelstelling per subsidieprogramma of onderdeel ervan (uitvoeringsregeling) geeft de juridische grondslag voor de verstrekking van subsidie door het college. In een bijlage bij de algemene subsidieverordening staat een limitatieve opsomming van de doelstellingen/juridische grondslagen van subsidieverlening. MAATSCHAPPELIJKE BEGELEIDING EN ADVIES De subsidie-uitvoeringsregelingen 2014 geven een overzicht van de enkelvoudige subsidierelaties én van de subsidieregelingen op de terreinen cultuur, sport, diversiteit, jeugdwerk, wijkwelzijnswerk, maatschappelijke opvang en Thuis in de buurt. Voor maatschappelijke opvang, begeleiding en bemoeizorg zijn er drie plafonds: Inloop maatschappelijke opvang € 280.000. Bemoeizorg en begeleiding € 164.034. Begeleiding door vrijwilligers € 48.546. Voor Thuis in de buurt is het subsidieplafond € 49.590. De overige wmo subsidies staan niet in een uitvoeringsregeling bij een. Het gaat hier o.a. om activiteiten voor verstandelijke gehandicapten, huiselijk geweld, informele/mantelzorg, Zorgbelang Overijssel, cliëntenparticipatie. WIJKWELZIJN Uitvoeringsregeling wijkwelzijnsvoorzieningen. Plafond 2014 € 2.164.000. Hiervoor geldt de volgende doelstelling: stimuleren en bevorderen dat bewoners verantwoordelijkheid nemen voor leefbaarheid en veiligheid, integratie en sociale cohesie in hun eigen leefomgeving.
107
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Hoofdfunctie 7: Volksgezondheid en milieu Commissie(s)
Sociaal, Fysiek
Sector
Samenleving, Wijkzaken, Veiligheid en Leefomgeving, Stedelijk Beheer
Missie Hengelo streeft naar volwaardig burgerschap voor al haar inwoners. Hengelo heeft daarbij oog voor de verscheidenheid van de samenleving. Hengelo brengt de sociaal economische gezondheidsverschillen terug door specifieke inzet bij groepen die in een achterstandssituatie verkeren. De stad versterkt de toegankelijkheid van het zorgaanbod om een volwaardige maatschappelijke participatie te waarborgen. Bij het onderdeel milieu gaat het om het realiseren van een duurzaam evenwicht tussen milieubelastende activiteiten en milieugevoelige functies, zoals wonen, flora en fauna. Speerpunten 2014 • Handhaven van het preventiebeleid (en zo mogelijk versterken) en afspraken maken met partners in de zorg • Doorontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), zowel lokaal als regionaal in relatie tot de Transitie jeugdzorg en Passend Onderwijs • Experimenteren in voorbereiding op de Transitie Jeugdzorg • Organisatorisch voorbereidingen op de Transitie Jeugdzorg • Adequate oplossingen zoeken binnen de WMO als gevolg van de wijzigingen in de AWBZ; het is nog steeds niet duidelijk wat de gevolgen van de wijzigingen zijn en wie buiten de boot valt of dreigt te vallen • Uitwerken van de thema’s benoemd in de regionale gezondheidsnotitie Vitale coalities • Aandacht voor het veranderende zorglandschap, scheiden wonen met zorg en de transities • Uitvoering gebiedsgericht grondwaterbeheer • Ontwikkeling integraal beleid voor de ondergrond • Starten met uitvoering grondstoffenprogramma 2012 - 2017 • Uitvoeringsprogramma duurzaamheid • Gevolgen Programma Hoogfrequent Spoor • Professionalisering Stadstoezicht door verplichte her- en bijscholing en regionale samenwerking in het convenant tussen Twentse gemeenten • Vergroten van de afvoercapaciteit van het rioolstelsel (rioolverzwaringen Westtangent, Deurningerstraat en Mozartlaan) • realiseren tijdelijke waterberging in de openbare ruimte • Inrichten van stuwgebieden • Uitvoeren van diverse beekherstelprojecten Berflobeek 2e fase en Omloopleiding • Voorbereiden invoering eigenarenheffing en aanpassen belastingverordening (rioolheffing)
Kaderstellende beleidsnota’s Jeugdprogramma Zelf Doen! Positief opgroeien en opvoeden in Hengelo 2011- 2014 Beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning Hengelo 2012-2015 Visienota: Transformatie Jeugdzorg Twente (januari 2013) Notitie: Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente (juni 2013) Beleidsprogramma Thuis in de buurt (2012) Nota Gezond leven in Hengelo, lokaal gezondheidsbeleid 2009-2012 Regionale gezondheidsnotitie Vitale coalities (december 2012) • Landelijk Afvalbeheerplan 2 (2009 - 2021) • Grondstoffenprogramma 2012 - 2017 • Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 • Gemeentelijk Waterplan (2006) • Gemeentelijk Grondwaterplan • Grondwaterkwaliteitsplan (2007) • Gecoördineerd handhavingbeleid 2010/2011 • Bodembeleidsplan (2003) • Nota bodembeheer gemeente Hengelo ‘Twents beleid veur oale groond’ (2011) • Bodemkwaliteitskaart gemeente Hengelo (2011) • Visie op de grondwaterkwaliteit (2006) • Bodemsaneringsprogramma 2010 t/m 2014 (2010) • Verdeelbesluit bodemsaneringsmiddelen 2010 t/m 2014 (2010) • Beleidsplan Ondergrond (2012) • Beleidsplan Duurzame Ontwikkeling 2006-2010 (2006) • Beleid Externe Veiligheid gemeente Hengelo (2006) ╗ 108 ║ Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
• • • • •
Plan Uitvoeringsbeleid Bouwregelgeving (PUB) (integraal beleidsplan bouw, brandweer en handhaving) Nota geluid (2009) Actieplan omgevingslawaai 2013-2018 Nota Duurzaam Bouwen Beleidsplan Openbare Verlichting
In voorbereiding zijnde beleidsnota’s • Geactualiseerd Beleid Externe Veiligheid gemeente Hengelo
Productcombinaties
Doen ?
Bereiken ?
Openbare gezondheidszorg (P-714) Hengelo wil behoudt van aanbod voor groepen die nergens anders terecht kunnen (rekening houdend met de effecten die keuzes kunnen hebben in de zorgstructuur), waarbij de voorzieningen voor jeugd zoveel mogelijk ontzien worden. Het handhaven en/of bevorderen van een optimale gezondheid voor de inwoners van Hengelo. Binnen het gezondheidsbeleid wordt specifiek aandacht gegeven aan (groepen) mensen die zich in een sociaal zwakke positie bevinden.
•
• •
•
Uitvoering geven aan de in 2012 vastgestelde uitvoeringsregelingen voor maatschappelijke opvang, bemoeizorg en begeleiding. Vanwege verschillende ontwikkelingen zal ook voor 2014 een afweging worden gemaakt worden van de beschikbare middelen binnen de uitvoeringsregelingen. De ontwikkelingen in de jeugdzorg en AWBZ-zorg zijn daarbij van groot belang. Afhankelijk van de ontwikkelingen Lange Wemen kan (tijdelijke) herhuisvesting voor AC bij de Toren aan de orde zijn. De regionale notitie Vitale coalities zal begin 2014 een lokale vertaling krijgen, met aandacht voor de thema’s: bewegen en voeding, doegroen (inrichten openbare ruimte), collectieve preventie GGZ en verbinden 0e en 1e lijn. We vertalen dit in een lokaal plan. En we gaan door met de activiteiten die we daarin al doen (zoals Smaaklessen, Gezonde schoolkantine, Happy Fris e.a.), maar zullen ook kijken welke nieuwe of andere inzet nodig is. Daarin is de relatie met sport en bewegen en de ontwikkelingen in de gezondheidszorg breed (waaronder transities) van groot belang.
Ontwikkelingen Medio 2013 hebben we de beleidsbrief ‘Hervorming langdurige zorg: naar een waardevolle toekomst’ ontvangen. Het kabinet verzacht daarin diverse aangekondigde bezuinigingen in de langdurige zorg. Desondanks blijven een aantal zeer forse structurele bezuinigingen vanaf 2015 overeind. De maatregelen hebben niet alleen betrekking op de huishoudelijke hulp, begeleiding en persoonlijke verzorging, maar ook op inkomensondersteuning voor chronisch zieken en gehandicapten en op de zorgzwaartepakketten (ZZP’s). Meer hierover bij programma 2.
109
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ?
Jeugdgezondheidszorg (Uniform deel) (P-715) De Jeugdgezondheidszorg (Jgz) draagt zorg voor het volgen en signaleren van en het adviseren over de fysieke, sociale, psychische en cognitieve ontwikkeling van alle kinderen en jeugdigen van -9 maanden naar 23 jaar in Twente, gericht op een gezonde en veilige ontwikkeling van deze kinderen en jeugdigen. Dit gebeurt door uitvoering van het basistakenpakket 0-19 door de GGD-JGZ.
•
•
De GGD geeft uitvoering aan de JGZ. In 2014 wordt invulling gegeven aan het extra contactmoment adolescenten. Dit is een uitbreiding van het basistakenpakket. Hiervoor zijn extra middelen toegekend vanuit het Rijk. In 2013 is het rapport van commissie De Winter verschenen. Dit is een evaluatie van het basistakenpakket JGZ en er is tevens advies uitgebracht over een nieuw basistakenpakket. Dit advies is overgenomen door staatssecretaris Van Rijn. Vraagstuk voor 2014 is de positionering en het takenpakket van de JGZ (zoals belegd in de wet PG) in relatie tot de Transitie Jeugdzorg.
Doen ?
Bereiken ?
Jeugdgezondheidzorg (WMO deel) (P-716) In onze visie is het Centrum voor Jeugd en Gezin een goed bereikbare laagdrempelige voorziening van waaruit verschillende organisaties in onderlinge samenhang opvoedondersteuning en zorg aanbieden voor ouders en jeugd in Hengelo. O.b.v. het jeugdprogramma 'Zelf Doen!, positief opvoeden en opgroeien' zullen de daarin geformuleerde doelstellingen voor 2014 worden nagestreefd.
•
•
Eén van de uitgangspunten van de nieuwe (concept) Jeugdwet is preventie, uitgaan van eigen kracht van jeugdigen, ouders en het sociaal netwerk. Dit sluit naadloos aan bij onze lokale uitgangspunten met betrekking tot het CJG. Begin 2014 zullen we een nieuw jeugdprogramma/ beleidsplan vaststellen op grond waarvan vermoedelijk een verordening wordt geschreven en een aanbestedingsprocedure zal worden gestart. In 2014 blijven we experimenteren met subsidie van de provincie in het kader van de Transitie Jeugdzorg
Ontwikkelingen De concept Jeugdwet wordt naar verwachting op 1 januari 2014 gepubliceerd in het Staatsblad. Dit betekent dat 2014 intensief jaar zal worden om beleid vast te stellen en organisatorische voorbereidingen te treffen voor de daadwerkelijke Transitie Jeugdzorg op 1 januari 2015. We worden verantwoordelijk voor alle jeugdzorgtaken. Naar schatting maken daar nu 1.250 Hengelose jeugdigen gebruik van. Het geschatte budget wat wordt overgeheveld betreft € 18 miljoen (meicirculaire 2013 gemeentefonds). Meer hierover bij programma 2.
110
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ?
Afvalverwijdering & - verwerking (P-721) Realiseren Twentse doelstelling 2030 (90% afvalscheiding).
•
Verkeerd aanbieden en dumpen van afval terugdringen.
• •
Verlagen gemiddelde kosten per aansluiting.
• •
Bij het nieuwe milieupark enkele logistieke bewegingen verbeteren. Opstellen en uitvoering geven van beleidstuk ‘Afvalloos Hengelo 2030’. Aanpassing diftartarieven in 2014. Verbetering/uitbreiding milieueilandjes. Start realisatie ondergrondse afvalcontainers voor alle huishoudens. Handhaving op orde houden. Projectmatig handhaven op illegale dump en verkeerd aanbiedgedrag. Projecten gedragsbeïnvloeding uitvoeren. Blijvend monitoren aanbiedgedrag, kosten en baten. Wijzigen diftartarieven.
De afval-inzamelstructuur functioneert als een stelsel van communicerende vaten. Er is sprake van meerdimensionale en samenhangende doelstellingen. Dit houdt in dat de uit te voeren projecten in onderlinge samenhang leiden tot het realiseren van de doelstellingen. Uitgangspunt hierbij is dat er in 2030 geen afval meer is (slechts 30 tot 50 kg restafval per inwoner) en dat we alleen nog praten over grondstoffen, hergebruik en recycling. Hiervoor wordt een o.a. meerjareninvesteringprogramma ontwikkeld. Ontwikkelingen Circulaire economie: Volgens de doelstellingen van de staatssecretaris Mansveld (brief aan 2e Kamer in juni 2013) dienen we zo snel mogelijk de ‘circulaire economie’ te omarmen. Dat betekent het streven naar volledig hergebruik van producten en materialen. De aangepaste doelstellingen uit LAP2 (Landelijk Afvalbeheerplan 2, periode 2009 -2021) zijn in 2013 gehaald. (in 2015 65% van al het vrijgekomen huishoudelijk afval nuttig te worden toegepast. De voorkeursvolgorde voor nuttige toepassing in afvalbeheer is: 1) preventie 2) producthergebruik; 3) materiaalhergebruik; 4) hoofdgebruik als brandstof of voor een andere wijze van energieopwekking. Met de besluitvorming over de invoering van Diftar per 1 januari 2012, alsmede door de ingebruikname van het nieuwe milieupark, de milieueilandjes en de gescheiden inzameling van plastic verpakkingen en oud papier, is de taakstelling uit LAP 2 in 2012 reeds gehaald. Het bereiken van de volgende doelstelling is te komen tot een afvalloze samenleving in 2030. Er is dan alleen nog maar sprake van grondstoffen. Hiervoor wordt in 2013 een grondstoffenprogramma 2013 – 2017 opgesteld met een investeringsprogramma. Hieraan ligt de Twentse notitie ‘Naar een afvalloos Twente in 2030’ en ‘Afvalloos Hengelo 2030’ aan ten grondslag.
111
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ?
Riolering & waterzuivering (P-722) Voorkomen van wateroverlast
Beperking van de milieubelasting
Effectief beheren van het rioolstelsel
Zichtbaar maken en herinrichten van de beken
• • • • • • • • • • • • • •
Afkoppelen van verhard oppervlak. Oplossen van structurele grondwateroverlast. Vergroten van de afvoercapaciteit van het rioolstelsel (rioolverzwaringen Westtangent, Deurningerstraat en Mozartlaan). Realiseren tijdelijke waterberging in de openbare ruimte. Inrichten van stuwgebieden. Afkoppelen van verhard oppervlak. Renovatie/vervanging van lekke rioolbuizen. Inrichten van stuwgebieden. Opheffen van foutieve rioolaansluitingen. Reinigen en inspecteren van het rioolstelsel. Reinigen van trottoirs- en straatkolken. Reinigen en inspecteren van rioolgemalen en bergbezinkbassins. Up to date houden van het geautomatiseerd rioolbeheersysteem. Uitvoeren van diverse beekherstelprojecten zoals benoemd in het vGRP 2013-2017.
Ontwikkelingen De Waterwet die per 22 december 2009 van kracht is geworden stelt gemeenten in staat een betere bijdrage te leveren aan de aanpak van watervraagstukken in bebouwd gebied. De gemeente heeft nu naast de zorgplicht voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater via twee nieuwe zorgplichten het instrumentarium in handen om stedelijke grondwaterproblemen en de afvoer van (afgekoppeld) hemelwater te regelen. Maatregelen die uit deze zorgplichten volgen kunnen worden bekostigd met de nieuwe verbrede rioolheffing. Het gemeentelijk beleid hiervoor is verwoord in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2013 – 2017. Dit vGRP is in juni 2013 door de gemeenteraad vastgesteld. Het gemeentelijk grondwaterplan en het gemeentelijk waterplan maken integraal onderdeel uit van het vGRP. Het KNMI heeft recentelijk het klimaat in Nederland geëvalueerd en in de nota “Klimaat in de 21-ste eeuw, vier klimaatscenario’s voor Nederland” gepubliceerd. Voor alle vier de scenario’s is vastgesteld dat de gemiddelde neerslaghoeveelheid op dagen met veel regen toeneemt door intensievere regenbuien. Voor gemeenten is het dus belangrijk te weten wat er gebeurt wanneer rioolstelsels zwaarder worden belast dan de zogenaamde ontwerpbui. In het kader van het vGRP is met behulp van een rioleringsmodel en GIS kaarten een wateroverlastlandschapskaart (WOLK) opgesteld. Op deze kaart zijn locaties aangegeven die risico lopen op wateroverlast. Voor deze locaties worden oplossingen aangedragen zoals bijvoorbeeld het inrichten van groenstroken voor tijdelijke waterberging. In het Gemeentelijk Waterplan (2006) is beschreven hoe de gemeente de komende 25 jaar samen met het waterschap haar verantwoordelijkheid neemt in het regionale watersysteem en richting geeft aan de ontwikkeling van stedelijk water in Hengelo. Het waterplan onderscheidt 3 sporen: 1. Het herstel van de Hengelose beken; 2. Het gescheiden houden van vuile en schone waterstromen (afkoppelen); 3. Het oplossen van grondwateroverlast. Het Gemeentelijk Waterplan maakt integraal onderdeel uit van het vGRP 2013-2017. Op 10 april 2011 is het Bestuursaccoord Water (BW) ondertekend door het Rijk, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen. Belangrijke doelen van het BW zijn: kostenbesparing, verbetering van de kwaliteit van de afvalwaterketen en vermindering van de kwetsbaarheid hiervan. In 2012 is als regionale uitwerking van het BW een samenwerkingsovereenkomst getekend met het waterschap en de Twentse gemeenten. Het doel is o.a. om te komen tot meer efficiency en kostenbesparing in de waterketen in Twente. Dit proces krijgt de komende jaren zijn beslag.
112
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ? Milieubeheer (P-723) Vergunningverlening Naleving milieuregelgeving door bedrijven.
• • • • •
Toezicht en handhaving Waarborgen van de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid in de leefomgeving.
• • • • •
V.w.b. geluidhinder een zo goed mogelijk evenwicht tussen enerzijds woon- en leefklimaat en anderzijds nodige (geluid)ruimte voor sociale, culturele en economische activiteiten
Ter plaatse van gevoelige bestemmingen geen overschrijdingen van wettelijke luchtkwaliteitsnormen.
•
• • • • • • •
Afhandeling vergunningaanvragen binnen de wettelijke termijnen. Kwalitatief goede vergunningen (conform landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria). Invoeren vooroverleg en vergunningmanagement om bedrijven goed over regelgeving te informeren. Doorontwikkeling regionale uitvoeringsdienst (RUD) waarbij infrastructuur voor een Wabobrede RUD gereed is in 2014. Maatwerkvoorschriften opgesteld voor alle horeca in de binnenstad van Hengelo. Uitvoeren van toezicht en handhaving middels inspecties. Uitvoeren van multidisciplinaire projecten gericht op beperking van risico’s en knelpunten in de leefomgeving. Geven van voorlichting en informatie aan burgers en bedrijven over het doel van regelgeving, wijzigende regelgeving en het belang van handhaving en toezicht. Tijdige en burgergerichte afhandeling van milieuklachten en handhavingverzoeken. Jaarlijks vaststellen van een gecoördineerd handhavingprogramma en handhavingverslag. Als gevolg van het actieplan omgevingslawaai 2013-2018 wordt de Westtangent voorzien van geluidreducerend asfalt. Gelijktijdig wordt onderzoek gestart naar resterende geluidbelasting en worden woningen zonodig gesaneerd. Bewaken wettelijke zones industrielawaai. Toetsen van ruimelijke ontwikkelingen, vergunningen en ontheffeningen aan wetgeving en gemeentelijk geluidbeleid. Actualiseren verkeersmilieukaart. (Wettelijke) sanering hoogbelaste woningen. Volgen ontwikkelingen hoogfrequent spoor. Aanleveren data voor rapportage luchtkwaliteit in 2013. Motiveren van effecten van en/of gevolgen voor de luchtkwaliteit in ruimtelijke plannen.
Het gebiedsgericht grondwaterbeheer uitvoeren.
•
De verontreinigingen die, na afkoop, in het gebiedsgerichte grondwaterbeheer zijn opgenomen, worden volgens het Gebiedsbeheerplan voor het centrumgebied van Hengelo aangepakt.
Ontwikkelen beleid voor de ondergrond.
•
Integrale benadering van ondergrond en ruimte vormgeven.
Het verder in beeld brengen van verspreidingsrisico’s en ecologische risico’s.
•
Het uitvoeren van bodemonderzoeken op spoedlocaties tot aan het niveau dat beschikking ernst en spoedeisendheid verleend kan worden. Dit zal volgens het bodemconvenant voor 31-12-2015 moeten gebeuren.
Het externe veiligheidsrisico (het groepsrisico) in woongebieden in Hengelo zo beperkt mogelijk houden
•
Vaststellen en uitvoeren van het geactualiseerd beleid externe veiligheid 2014 Ruimtelijke plannen toetsen aan het externe veiligheidsbeleid.
•
Ontwikkelingen Regionale Uitvoering Diensten (RUD) Per 1 januari 2013 zijn de gemeenten verplicht om de VROM-taken (handhaving milieu) in een Regionale Uitvoerings Dienst uit te voeren. In Overijssel gebeurt dat in netwerk verband. Daarvoor zijn er twee RUD's in ontwikkeling: Twente en Ijsselland. Deze RUD's hebben als extra ambitie dit voor Wabo-brede taken te gaan doen. Op 1 januari 2013 is gestart met de milieutaken. Streven is per 2014 de infrastructuur voor een 113
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Wabobrede RUD gereed te hebben. Per 2015 moet worden voldaan aan de kwaliteitscriteria en moet een Wabobrede RUD een feit zijn. Bodem In 2013 zijn de grootschalige grondwaterverontreiniging waarvoor de gemeente verantwoordelijk is in de gebiedsgerichte aanpak ondergebracht. Hiervoor is dezelfde afkoopstrategie gebruikt als voor derden. De afkoopsommen voor deze locaties zijn afkomstig uit de reserve bodemsanering. Daarnaast zijn in 2013 de werkzaamheden met betrekking tot het monitoringsnetwerk aanbesteed. Vanaf 2014 zullen er monitoringrapportages worden verstuurd aan de betrokken overheden en Vitens. Naar aanleiding van de in 2012 uitgevoerde inventarisatie van voormalige stortplaatsen, is er in 2013 bodemonderzoek verricht om humane risico’s uit te sluiten. Voor de overige locaties is geen aanpak voorzien. Op landelijk niveau is aangekaart dat beleid voor voormalige stortplaatsen wordt gemist en dit wordt door andere overheden bevestigd. Verwacht wordt dat dit vraagstuk in de volgende beleidsperiode (2015-2019) tot de landelijke werkvoorraad wordt gerekend en mogelijk worden er dan financiële middelen beschikbaar gesteld. Op 1 juli 2013 is het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen in werking getreden. De gemeente heeft hiermee nieuwe taken gekregen. Deze taken liggen op het gebied van vergunningverlening en handhaving met betrekking tot de aanleg van gesloten bodemenergiesystemen. Het is niet nodig om hiervoor beleidsregels op te stellen. Gezien de beperkte mogelijkheden voor open bodemenergiesystemen in Hengelo wordt verwacht dat er weinig sprake zal zijn van interferentie tussen bodemenergiesystemen. Sturing op de aanleg van bodemenergiesystemen lijkt vooralsnog niet nodig. Bij de besluitvorming over het Beleidsplan Ondergrond in 2012 is aangegeven dat dit beleidsplan zal worden uitgebreid met andere onderwerpen, zodat er uiteindelijk een integraal beleid voor de ondergrond bestaat. Vanwege bovenstaande ontwikkelingen heeft er in 2013 geen uitbreiding plaatsgevonden. Met het oog op de ‘transitie van de ondergrond’ is er in regionaal samenwerkingsverband uitvoering gegeven aan de Impuls Lokaal Bodembeheer (ILB2). Het eindproduct van dit project betreft de website www.gatotdebodem.nl. Met deze website worden medewerkers van gemeenten en provincies bewust gemaakt van de voordelen die het gebruik van de ondergrond kan opleveren in verschillende soorten projecten. Hiermee wordt geprobeerd de ambtelijke organisatie voor te bereiden op de integrale benadering van de ondergrond en de ruimte bovengronds. In 2013 wordt een interne workshop georganiseerd waarin afspraken zullen worden gemaakt voor het vervolg in 2014. In het kader van de aanpak van de spoedlocaties zijn er in 2013 bodemonderzoeken uitgevoerd. Alle locaties waarvoor de gemeente het onderzoek zou uitvoeren zijn inmiddels in beeld gebracht. Er zijn geen locaties waar zich ecologische risico’s voordoen. In 2014 moet er nog een beperkt aantal bodemonderzoeken worden aangeleverd door bedrijven, zodat alle locaties waar zich verspreidingsrisico’s voordoen voor het einde van 2015 zijn vastgelegd in een beschikking ernst en spoedeisendheid. Medio 2013 is er aan het Uitvoeringsprogramma Bodemconvenant gerapporteerd over de voortgang van de aanpak van de spoedlocaties. In 2014 vindt eveneens een rapportage plaats. Externe veiligheid Externe veiligheid omvat het beheersen van de risico's voor de omgeving door de productie, de opslag en het gebruik van gevaarlijke stoffen (binnen bedrijven) en door het transport van gevaarlijke stoffen (via wegen, waterwegen, spoorwegen en buisleidingen). Begin 2014 wordt een actualisatie van het externe veiligheidsbeleid voorgelegd aan de raad. Hengelo heeft zich verbonden aan het Meerjaren Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid Overijssel 2011-2014 van de provincie Overijssel. Op grond hiervan wordt jaarlijks subsidie beschikbaar gesteld (goed voor ca. 0,6 fte) ter bevordering en ondersteuning van de gemeentelijke externe veiligheidstaken. Het is nog onduidelijk of de financiële middelen ook na 2014 beschikbaar blijven.
Gevolgen Programma Hoogfrequent Spoor Het Kabinetsbesluit Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) heeft tot doel het frequenter laten rijden van personentreinen op drukbereden routes in de Randstad en naar Eindhoven en Arnhem. Om hiervoor capaciteit vrij te maken, moet goederenvervoer worden omgeleid naar minder drukbereden routes. Voor het transport naar Noordoost Europa is dat de route Elst - Oldenzaal. Verwacht wordt een sterke groei van het goederenvervoer: tot ca. 70 goederentreinen per etmaal in 2030. Hengelo heeft samen met andere gemeenten en provincies aangedrongen op spoedig verder onderzoek naar de milieu-effecten van het goederenvervoer en naar maatregelen om effecten tegen te gaan. Als de staatssecretaris hieraan gevolg geeft, zullen de resultaten van het onderzoek naar verwachting in 2014 bekend worden en zal hierop commentaar worden geleverd. Geluid In 2010 is Hengelo, als onderdeel van de agglomeratie Enschede, Hengelo, Almelo met meer dan 100.000 inwoners, aangewezen als gemeente die een geluidsbelastingkaart moet opstellen (een verplichting die voortvloeit uit EU-regelgeving). In 2012 is, in overleg met Almelo en Enschede, een geluidbelastingkaart vastgesteld. Op grond hiervan is in 2013 een actieplan omgevingslawaai vastgesteld. Er is de wettelijke verplichting de kaart en het actieplan elke vijf jaar te actualiseren. Dat betekent dat in 2017 een geactualiseerde geluidbalastingskaart moet worden vastgesteld en dat de voorbereidingen daarvoor starten in 2016. Het ministerie had financiën beschikbaar voor de eerste vaststelling; de vaststellingen daarna zijn voor rekening van de gemeente. 114
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Als gevolg van het actieplan omgevingslawaai worden drie van de elf zogenoemde hotspots tussen 2013 en 2018 aangepakt. Zo wordt de komende tijd de eerste hotspot, de Westtangent, voorzien van geluidreducerend asfalt. Gelijktijdig hiermee wordt onderzoek uitgevoerd naar de resterende geluidbelasting en worden woningen die niet voldoen aan de wettelijke grenswaarden gesaneerd. Het ministerie stelt subsidies beschikbaar waarmee het onderzoek en de sanering kunnen worden gefinancierd.
Doen ?
Bereiken ? Lijkbezorging (P-724) Uitvoering geven aan de Wet op de lijkbezorging via een tweetal algemene begraafplaatsen.
•
• •
De Wet op de lijkbezorging heeft als doel te regelen wat er met een menselijk lichaam moet gebeuren na dood te zijn geboren of na te zijn overleden. Voor de gemeente Hengelo is dit een wettelijke taak. Binnen de gemeente Hengelo behoort het begraven worden, of het kiezen van een asbestemming tot de mogelijkheden op twee algemene begraafplaatsen. Daarnaast is het onderhoud van de begraafplaatsen een taak van de gemeente Hengelo.
Subsidieparagraaf bij Hoofdfunctie 7 Volksgezondheid en milieu
De genoemde subsidieplafonds in deze subsidieparagraaf kunnen door bezuinigingsmaatregelen nog worden aangepast. Binnen deze hoofdfunctie worden de volgende onderdelen gesubsidieerd. • Subsidieprogramma CJG. Doelstelling is: voorkomen dat kinderen en jongeren uitvallen en stimuleren dat ze volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Plafond 2014 Jeugdgezondheidszorg € 2.569.810. • Subsidieprogramma Voorzieningen specifieke doelgroepen. Doelstelling is: het bieden van ondersteuning aan jonge moeders. Plafond 2014 jonge moeders € 56.400.
115
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Hoofdfunctie 8: Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Commissie(s)
Fysiek
Sector
Ruimte, Personeel en Financiën, Wijkzaken, Veiligheid en Leefomgeving
Missie Het realiseren van een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van de stad en het buitengebied binnen de Netwerkstad Twente gezien vanuit (inter)nationaal perspectief. Binnen die opgave zorgen voor complete wijken met voldoende kwalitatief goede woningen in een ruime keuze voor de (toekomstige) bewoners van Hengelo. Speerpunten 2014 • Actualisatie bestemmingsplan Centrum • Actieplan binnenstad • Uitvoering geven aan het nieuwe convenant en prestatieafspraken met Welbions o Uitvoering Pilot wonen boven winkels centrum o Uitvoering Pilot energieleverende nieuwbouw Medaillon o Planontwikkeling voor de herstructurering Hengelose Es Noord o Bevorderen van doorstroming tbv slaagkansen van actief woningzoekenden • Uitvoering stimuleringsregeling woonservicegebieden (gericht op geschikt en verzorgd wonen) • Realisatie woonservicegebied Klein Driene • Het bevorderen van bovenlokale samenwerking en afstemming (Netwerkstad/Regio Twente) waaronder een gezamenlijke woningbouwprogrammering • De transformatie van de wijk Berflo Es in combinatie met Hart van Zuid • Experimenteren met flexibiliteit in planvoorschriften van nieuwe bestemmingsplannen • Realiseren grondverkopen van de vastgestelde herzieningen voor 2013 • Een vrij besteedbaar deel van de algemene reserve grondexploitatie van minimaal € 3 miljoen realiseren • Realiseer de reeds in gang gezette projecten. Voeg geen nieuw programma, nieuwe projecten toe • De gemeentelijke boekwaarde van het grondbedrijf maximaal € 100 miljoen laten bedragen.
Kaderstellende beleidsnota’s • Omgevingsvisie Overijssel (2009) • Welstandnota (2013) • Nota duurzaam bouwen/duurzaamheidsagenda • Ontheffingenbeleid artikel 3.23 WRO • Structuurvisie Hengelo 2030 (2010) • Woonvisie 2011-2016 (2011) • Nota thuis in de buurt • Notitie behorende bij de prioriteitenlijst voor woningbouwlocaties 2012-2016 • Herziening grondexploitaties per 1 januari 2013 (zoals vastgesteld per 11 juni 2013) • Gedragslijn BBV en grondbedrijf (zoals vastgesteld per 20 maart 2007) • Toe te passen grondslagen bij de herzieningen van de grondexploitaties per 1 januari 2013 (zoals vastgesteld per 29 januari 2013) • Nota weerstandsvermogen (zoals vastgesteld in de Nota zicht op risico’s per 16 december 2008) • Grondprijsnotitie 2013 (zoals vastgesteld op 19 maart 2013) • Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente (2013).
116
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Productcombinaties:
Doen ?
Bereiken ?
Ruimtelijke ordening (P-810) Beïnvloeden, vormgeven en adviseren over alle ruimtelijke gevolgen van het grondgebruik via structuurplannen
Het juridisch vastleggen van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Hengelo in actuele bestemmingsplannen.
Monitoren Structuurvisie Hengelo 2030. Samen met de netwerksteden uitvoering geven aan de Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente en de daarin gemaakte samenwerkings- en uitvoeringsafspraken. Innovatiedriehoek Verbindingszone Enschede - Hengelo. Actualisatie van de bestemmingsplannen Centrum, Hengelo Zuid-Oost, Bedrijventerrein Twentekanaal, Wilderinkshoek, Woolder Es, Vooroorlogse Wijken, Tuindorp ’t Lansink.
Ontwikkelingen Op bovenlokaal niveau zijn rijk, provincie en regio belangrijke spelers voor de ruimtelijk fysieke ontwikkeling van de stad. Het beleid van deze medeoverheden werkt door op lokaal niveau. Daarnaast maakt Hengelo deel uit van de Netwerkstad Twente. Om de ontwikkeling van Twente als innovatieve kennisregio te ondersteunen is een toekomstbestendige ruimtelijke hoofdstructuur nodig. Daarom hebben de Twentse netwerksteden: Almelo, Borne, Enschede, Hengelo, Oldenzaal (Netwerkstad Twente) en de provincie samen een 'Ontwikkelagenda Netwerkstad Twente' opgesteld. In de ontwikkelagenda worden de mogelijke toekomstbeelden voor Netwerkstad Twente verkend. Vanuit de grote opgaven in de Netwerkstad Twente voor de langere termijn (2040), is een agenda voor de komende vijf jaar opgesteld. Hierin staan concrete samenwerkings- en uitvoeringsafspraken. De gewenste ruimtelijke ontwikkelingsrichting voor de stad Hengelo is vastgelegd in de structuurvisie Hengelo 2030. De structuurvisie is in 2007 vastgesteld en in 2010 geactualiseerd en is het kader voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling van Hengelo. In de structuurvisie Hengelo 2030 is een samenhangende en integrale uitwerking van de koers naar 2030 neergezet. De keuzes die daarbij zijn gemaakt zijn het inzetten op de sterke punten van de stad en te gaan van groei naar kwaliteit. In Hengelo 2030 zijn 4 prioritaire ontwikkelingsgebieden benoemd: Hart van Zuid/Centraal Station Twente (onderdeel van de innovatiedriehoek), de herstructurering in de Berflo Es, het Twentekanaal en de Binnenstad. De aanpak van deze gebieden dienen als belangrijkste impuls voor de ontwikkeling van Hengelo. De komende jaren zullen onze inspanningen vooral in deze gebieden plaatsvinden waarbij naast de fysieke ingrepen de sociale en maatschappelijke programma’s een belangrijke rol spelen. Naast de projecten binnen het bestaand stedelijk gebied wordt geïnvesteerd in de stadsranden om het omringende landschap te versterken en voor de toekomst te behouden. Dit zal zijn doorwerking krijgen in flexibele en globale bestemmingsplannen en een meer begeleidende rol van de gemeente bij planontwikkeling. De geprioriteerde projecten worden integraal, gebiedsgericht en in overleg met belanghebbenden aangepakt. Veelal vindt de uitvoering van projecten in samenwerking met (semi-) private partijen plaats. Het is van belang voorafgaand aan een project met deze partijen te komen tot goede afspraken over o.a. toedeling van kosten, programma, realisatietempo. De rol van de gemeente in deze samenwerking varieert naar gelang het project, die van (mede-)opdrachtgever, die van regisseur of alleen faciliterend. Uit de Wet ruimtelijke ordening volgt de verplichting dat de gemeente voor haar gehele grondgebied bestemmingsplannen heeft. Deze moeten bovendien periodiek te worden geactualiseerd. Vanuit deze wet volgt ook de verplichting tot het opstellen van één of meerdere structuurvisies. Net als voor bestemmingsplannen geldt dat deze digitaal dienen te worden opgesteld.
117
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ?
Woningexploitatie en -bouw (P-820) Het stimuleren van woningbouw en exploitatie d.m.v. subsidies in huur –en koopwoningen; meestal betreft dit sociale huurwoningen van corporaties.
De regeling Woninggebonden subsidies is door het Rijk afgekocht en inmiddels gesloten. De starterslening van SVn kan vanaf 2013 en in 2014 ook worden afgesloten voor goedkope nieuwbouwwoningen en CPO projecten (max. v.o.n. prijs van € 175.000).
Het stimuleren van particuliere initiatieven in de woningvoorraad of nieuwbouw die bijdragen aan kwaliteitsverbetering voor woonconsumenten en het wonen in Hengelo in brede zin.
De starterslening van SVn (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten) is momenteel in uitvoering. Voor 2014 kunnen er ca. 40 leningen worden verstrekt voor woningen met een maximale verwervingssom van € 175.000. De provinciale subsidie voor het realiseren van woonservicegebieden zal in 2013 en 2014 ingezet worden in concrete nieuwbouwprojecten gericht op verhogen van de toegankelijkheid voor het langer zelfstandig thuis wonen. De provinciale energiepremie regeling zal worden uitgevoerd voor het terugdringen van energieverbruik in bestaande particuliere woningen.
Ontwikkelingen In de afgelopen 2 jaren zijn vanuit de Rijksoverheid en de Provinciale overheid veel middelen beschikbaar geweest voor de stimulering van de woningbouw. Deze inzet heeft bijgedragen aan een goede woningbouwproductie en ook de verkoop van de bestaande woningvoorraad is gestimuleerd. Inmiddels zijn de middelen vrijwel uitgeput. Door de aangescherpe hypotheekvoorwaarden en de rijksmaatregelen om scheefwonen in de sociale huursector tegen te gaan (toewijzingsregels en huurverhoging) is er voor 2013 en 2014 budget beschikbaar gesteld voor startersleningen om koopwoningen bereikbaar te maken voor starters met een laag tot midden-inkomen (maximaal inkomen € 43.000). Er zullen voorlopig stimuleringsinstrumenten nodig blijven om de woningmarkt in beweging te krijgen. Uiteraard kan dit niet allemaal op het bordje liggen van de gemeente. We zullen meer met andere partijen creatief moeten samenwerken om een stimuleringsprogramma te financieren.
Doen ?
Bereiken ?
Stads- en dorpsvernieuwing (P-821) Het waarborgen van een goed woon, werk en leefmilieu in de stad, onder meer door verbetering en behoud, alsmede, indien nodig, herindeling en sanering van de stad of delen van de stad.
Voortgang Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV) monitoren. Uitvoering wordt gegeven aan de gemeentelijke Subsidieregeling cultuurhistorisch erfgoed, waaronder het zogenaamde "Gevelfonds".
Ontwikkelingen Het ISV-budget is toebedeeld aan verschillende bestemmingen. De besteding wordt gevolgd, zowel t.a.v. het tempo van besteding om onderuitputting te voorkomen als t.a.v. het doel van de besteding. Onderdeel van de Subsidieregeling cultuurhistorisch erfgoed is de zogenaamde Puienregeling of Gevelfonds. Dat is in 2013 nogmaals gevoed met een bijdrage uit het ISV-budget. Er is sprake van een goede kwaliteitsimpuls in de ruimtelijke kwaliteit van de binnenstad door de combinatie van private investeringen, daarin gestimuleerd door een gemeentelijke bijdrage. Er is ook voor 2013 veel belangstelling van pandeigenaren voor een bijdrage uit deze regeling. Er wordt een inspanning gedaan ook voor 2014 nieuw budget te vinden bij o.a. de provincie.
118
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ?
Overige volkshuisvesting (P-822) Zorg dragen voor een eerlijke verdeling van schaarse sociale huurwoningen en het realiseren van een evenwichtige woningvoorraad.
Zorgen voor complete wijken met voldoende kwalitatief goede woningen en een ruime keuze voor iedereen die met betrokkenheid in Hengelo wil wonen.
•
•
Over de systematiek van woonruimteverdeling zijn met Welbions en Carint afspraken gemaakt. De uitvoering is in handen van Welbions. In het kader van het convenant tussen Welbions en de gemeente is afgesproken dat de slaagkansen van actief woningzoekenden per segment jaarlijks worden gemonitord. Indien nodig worden maatregelen getroffen om deze positief te beinvloeden. Met Welbions is in het kader van het convenant o.a. het volgende afgesproken: o een woningbouw-/renovatieprogramma voor de periode t/m 2017 vastgesteld met een projectenlijst voor 2013 en 2014. o Kwantitiatieve ontwikkeling van de sociale woningvoorraad t/m 2020 o Concrete samenwerking opzetten met zorginstellingen voor de realisatie van woonservicegebieden. Op Netwerkstadniveau wordt in het kader van de opgave strategisch prgrammeren gewerkt aan een gezamenlijk woningbouwprogramma voor de periode t/m 2020.
Ontwikkelingen In de Structuurvisie Hengelo 2030 is gevarieerd wonen als een kernkwaliteit van Hengelo benoemd. Als gevolg daarvan wordt ingezet op een verdere intensivering van woningbouw binnen bestaand bebouwd gebied, rekening houdend met de omvorming van naoorlogse wijken naar moderne groenstedelijke woonmilieus, maar ook het wonen in de binnenstad. Taak en rol van de gemeente in het woonbeleid bestaat uit stimuleren, faciliteren en committeren. Sturen kan de gemeente enkel op een paar min of meer repressieve taken (bouwregelgeving, huisvestingswet). In het woonbeleid ligt het accent op realiseren van nieuwe woningen op de juiste plek en het toekomstbestendig maken van de bestaande woningvoorraad. Met de gevolgen van de crisis in de woningmarkt is dit een ingewikkelde opgave. De gemeente wil met haar woningbouwprogramma inzetten op het realiseren van woningen in verschillende soorten woonmilieus. Binnen het woningbouwprogramma wil de gemeente ruimte geven aan (nieuwe) initiatieven vanuit de markt. Dit kunnen ook particulieren zijn. Binnen het woningbouwprogramma blijft er aandacht nodig voor de ontwikkeling en realisatie van belangrijke herstructurering-/transformatielocaties voor de kwaliteit van de stad resp. Netwerkstad. De gemeente zal in haar projectenlijst zorgvuldig nagaan welke projecten wel/geen bijdrage leveren aan het woningbouwprogramma en aan de kwaliteitsverbetering van de stad. Projecten die geen bijdrage leveren aan het programma (omdat er bijv. teveel woningen in dit type woonmilieu zijn geprogrammeerd) worden uitgesteld na 2020 of mogelijk definitief afgevoerd. Voor de financiële gevolgen van uitfaseren of afwaarderen van woningbouwprojecten kunnen wellicht de komende periode afspraken worden gemaakt met de provincie. Met marktpartijen zullen de komende periode afspraken gemaakt worden over de planning, voortgang en oplevering van de projecten. Op basis van het in 2013 vastgestelde convenant en prestatieafspraken zullen met Welbions volkshuisvestelijke afspraken worden uitgevoerd en gemonitord. De gemeente spant zich in voor een eerlijke en rechtszekere verdeling van de beschikbare voorraad (sociale) huurwoningen en voor voldoende kavels voor de uitgifte aan particulieren.
119
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ?
Bouwgrondexploitatie (P-830) Het beheersen van financiële risico’s op gebouw- en portefeuilleniveau en het doorberekenen van kosten aan de eindgebruiker
Het beheren van accommodaties, landbouwgronden en volkstuinen.
Het gezond houden van het grondbedrijf
Boekwaarde van het grondbedrijf inclusief verrekening voorziening grondexploitaties op middellange termijn onder de € 100 miljoen krijgen. Voorkomen dat het vrij besteedbaar deel van de reserve grondexploitaties negatief wordt. Op middellange termijn een vrij besteedbaar deel van de reserve grondexploitaties realiseren die hoger is dan € 3 miljoen. Op lange termijn een vrij besteedbaar deel van de reserve realiseren die gelijk is aan de risico’s die het grondbedrijf loopt. Geen toevoeging van projecten.
Het beheersen van financiële risico’s
Risico’s en kansen van de nog niet in exploitatie genomen gronden nader in beeld brengen. Het bestuur inzicht geven in verschillende financiële scenario’s. Nadere afstemming vraag en aanbod bouwgrond. Stimuleren van verkopen.
Stimuleren grondverkopen
Ontwikkelingen De herzieningen van de grondexploitatie voor 2013 zijn vastgesteld en worden gebruikt als input voor de begroting. In de herzieningen wordt ingegaan op de maatregelen die de gemeente Hengelo heeft getroffen om het hoofd boven water te houden in deze crisistijden. Ook in 2013 zijn maatregelen getroffen om een positief saldo van de reserve te kunnen realiseren (als gevolg van de Kadernota 2014-2017 en het raadsbesluit m.b.t. de verlaging van het omslagrentepercentage). In paragraaf 6.4 Grondbeleid is een extra kolom opgenomen wat de stand van de reserve wordt indien deze maatregelen worden geëffectueerd.
120
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Hoofdfunctie 9: Financiering en algemene dekkingsmiddelen Commissie(s)
Bestuur , Fysiek
Sector
Personeel en Financiën, Wijkzaken, Veiligheid en Leefomgeving
Algemeen Vanwege de overlap met een aantal paragrafen (belastingen met paragraaf 1 lokale heffingen; rente met paragraaf 5 financiering) en het gemeentefonds met hoofdstuk 4 “De financiën van de gemeente Hengelo” neemt hoofdfunctie 9 in de beleidsbegroting een bijzondere plaats in. Productcombinaties
Ontwikkelingen De Tweede Kamer heeft besloten dat decentrale overheden vanaf 1 januari 2014 moeten gaan schatkistbankieren zonder leenfaciliteit. Schatkistbankieren houdt in dat publieke instellingen al hun ‘overtollige’ liquide middelen verplicht aanhouden bij de Nederlandse schatkist. Beleggingen van lagere overheden komen op de staatsbalans te staan en mogen van ‘Europa’ van de staatsschuld worden afgetrokken. De Nederlandse staat zal minder geld hoeven te lenen op de financiële markten. De staatsschuld zal (althans boekhoudkundig) dalen. Schatkistbankieren wordt ingevoerd voor gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen. Fondsvorming buiten de schatkist om ten behoeve van specifieke ontwikkelingen als regionale ontwikkeling is niet toegestaan. Het uit hoofde van de publieke taak verstrekken van eigen vermogen (kapitaal) en vreemd vermogen (een lening) door een gemeente aan derden blijft vooralsnog mogelijk. Hoe gaat het technisch in zijn werk? Een gemeente moet verplicht een rekening openen bij de huisbank ten behoeve van het ministerie van Financiën. Wijzigingen in positieve saldi op de rekening moeten verplicht via deze rekening worden afgewikkeld. Aan het eind van de dag beschikt het ministerie automatisch over deze rekening en wordt het saldo overgeheveld naar ’s rijks schatkist. De volgende morgen wordt deze transactie in omgekeerde richting herhaald. Het rijk betaalt hierover een dagrente die gelijk is aan de rente die het rijk zelf moet betalen voor een dergelijke transactie. Deze bedraagt in oktober 2013 0%. Wat betekent dit financieel? Een sterk verminderde autonomie voor gemeente om overtollig geld uit te zetten. Bovendien een financieel nadeel: het is de afgelopen jaren gebleken dat gemeenten tegen een hogere rente ‘Fido-proof’ geld kunnen uitzetten dan de tarieven die het Ministerie van Financiën hanteert.
121
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Daarnaast verwachten wij een stijging van de kosten voor betalingsverkeer, hogere rentelasten dan wel lagere rentebaten en (op termijn) het wegvallen van dividendbaten van onze huisbank BNG.
Wet HOF Nederland heeft recente Europese afspraken ten aanzien van begrotingsdiscipline opgenomen in de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof). De Wet HOF stelt voor het beheersen van de schuldontwikkeling van gemeenten een plafond aan het tekort dat gemeenten gezamenlijk mogen hebben. Dat bedraagt voor 2014 0,38% van het Bruto Nationaal Product (ongeveer 2,3 miljard euro) Doelstellingen Het wetvoorstel bepaalt dat niet alleen het Rijk, maar ook de decentrale overheden zich moeten houden aan de doelstellingen uit het aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact. Ook gemeenten, provincies en waterschappen moeten bijdragen aan het begrotingstekort van de collectieve sector. Kasbasis Anders dan het rijk moeten gemeenten al jaren begrotingsevenwicht nastreven, althans op basis van het stelsel van baten en lasten. Hierdoor worden de lasten van investeringen over een aantal jaren gespreid. Daardoor kan het ook voorkomen dat gemeenten die een sluitende begroting hebben op baten- en lasten-basis op kasbasis een begrotingstekort hebben. EMU-saldo Nu kom je in de lastige positie dat gemeenten investeringen willen doen die passen binnen hun beleidsdoelstellingen, waarvoor voldoende ruimte (op baten- en lastenbasis) is in hun begroting, maar dat ze toch niet mogen doen vanwege de impact op het EMU-saldo (op kasbasis). Dit kan de economische groei schaden, zowel lokaal, regionaal als landelijk. Niet verwonderlijk dat de VNG en het IPO aan de bel hebben getrokken bij het ministerie. Met enig resultaat: de scherpe randjes zijn uit de oorspronkelijke voorstellen gehaald. Gemeenten worden niet meer individueel op een incidenteel tekort op kasbasis afgerekend en het kabinet heeft aan de Tweede Kamer toegezegd dat de Wet Hof niet mag leiden tot uitstel dan wel afstel van noodzakelijke investeringen van decentrale overheden in deze barre tijden. Het rijk behoudt zich weliswaar het recht voor om extra kortingen te doen op de algemene uitkering indien het tekort op kasbasis van gemeenten de 0,38% overschrijdt, maar zal vooralsnog terughoudend zijn in het gebruik van deze bevoegdheid. Verwachting Vanwege de aanpassingen in wet- en regelgeving en vanwege de (naar verwachting) aanhoudend lage tarieven voor met name geldleningen met een korte looptijd zal ook in 2014 zoveel mogelijk met kort geld worden gefinancierd. Dat wil zeggen dat het aantrekken van (relatief duurder, maar nog steeds goedkoop) lang geld tot het minimum zal worden beperkt. Ook de gevolgen van het schatkistbankieren worden dan geminimaliseerd, hoewel het ministerie meer rente zal vragen dan ‘de markt’. Beslissingen om lang geld aan te trekken zullen steeds een afweging zijn van de rentevisie, de ruimte die de Wet Fido biedt en de liquiditeitenprognose gezamenlijk. Op korte termijn zal het Treasurybesluit worden aangepast aan de nieuwe financiële werkelijkheid.
Dividenden Diverse verbonden partijen, waarvan de Gemeente Hengelo aandelen bezit hebben aangekondigd hun dividendbeleid bij te zullen stellen of hebben dit al gedaan. De BNG bank heeft om te kunnen voldoen aan de nieuwste Basel 3 richtlijnen het uitkeringspercentage van de winst bijgesteld naar 25%. Voorheen was dat 50%. Ook Enexis en Crematoria Twente BV verwachten in de komende jaren lagere winstuitkeringen te kunnen doen, vanwege aangekondigde grote investeringen. Hiermee is in de begroting 2014 rekening gehouden.
122
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Doen ?
Bereiken ?
Algemene uitkering gemeentefonds (P-921) Het tijdig inzicht bieden in de (meerjarige)ontwikkeling van de gemeentefondsuitkering.
•
•
•
Binnen 2 weken c.q. 4 weken, na het verschijnen van de mei- en septembercirculaire in het betreffende jaar, het college van B & W c.q. de gemeenteraad informeren over de belangrijkste ontwikkelingen in het gemeentefonds en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties voor het budgettair financieel perspectief. Taakinkrimpingen (kortingen/efficiencytaakstellingen e.d.) worden in principe 1 op 1 doorgevoerd. Dit betekent dat de korting op de algemene uitkering als ombuigingstaakstelling wordt doorvertaald op het programma/product waarop het betrekking heeft. Indien van gemeentewege eerder autonome taakstellingen zijn doorgevoerd op de betreffende taak dan dient er een heroverweging plaats te vinden om alsnog verder in te krimpen. Taakuitbreidingen (> € 10.000) waarvoor in de algemene uitkering extra middelen beschikbaar worden gesteld, worden in principe als stelpost in de begroting opgenomen. Indien van gemeentewege eerder autonome middelen beschikbaar zijn gesteld voor de taak dient een heroverweging plaats te vinden om alsnog extra middelen beschikbaar te stellen.
Ontwikkelingen Door rijksbezuinigingen zal het gemeentefonds steeds verder onder druk komen te staan. Dit kan er toe leiden dat decentralisatie-uitkeringen in het gemeentefonds worden verlaagd dan wel stopgezet, maar ook dat er verder gesneden wordt in de algemene uitkering van het gemeentefonds. Dit leidt er toe dat keuzes worden gemaakt met betrekking tot de inzet van de dan nog beschikbare middelen of dat een beroep moet worden gedaan op eigen gemeentelijke middelen.
Doen ?
Bereiken ?
Algemene baten en lasten (P-922) Algemene stelposten kunnen alleen worden aangewend met onderbouwd voorstel
Een algemene stelpost kan middels een onderbouwd voorstel worden aangewend voor de betreffende taak, mits er instemming is van de gemeenteraad (i.v.m. budgetrecht). In de bijbehorende begrotingswijziging wordt de stelpost afgeraamd en de last c.q. baat op het betreffende programma/product geraamd.
Ontwikkelingen Sinds enkele jaren is de uitvoering van de Wet WOZ uit handen gegeven aan het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente (GBT). Deze functioneert naar wens. De aanloopkosten zijn inmiddels terugverdiend en gemeenten als Losser (2011), Haaksbergen (2012), Almelo (2013) en Oldenzaal (2013) hebben zich inmiddels aangesloten. De begroting 2014 van het GBT houdt rekening met een vermindering van de uitvoeringskosten, vanwege de gerealiseerde efficiencyvoordelen. Het GBT wordt aangestuurd door een Dagelijks Bestuur en een Algemeen Bestuur, waarin de gemeente Hengelo als één van de ‘founding fathers’ in is vertegenwoordigd.
123
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Ontwikkelingen Door middel van regelmatige rapportages worden de betrokken bestuurders en medewerkers op de hoogte gehouden van de stand van zaken met betrekking tot inning, invordering en het aantal bezwaren. Het is wel zo dat de raad verantwoordelijk is en blijft voor de vaststelling van de hoogte van de belastingen, tarieven en retributies. De uitvoering van de heffing en invordering wordt weliswaar uit handen gegeven, de beleidsverantwoordelijkheid en –controle blijft onverkort in gemeentelijke handen. In de Kadernota 2014 is besloten de toeristenbelasting te verhogen en een gedifferentieerd tarief per soort overnachting in te voeren. Hiermee is in de begroting 2014 rekening gehouden.
124
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
6
125
Paragrafen
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
6.1: Lokale heffingen
Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt van haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen dient door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening te geschieden. De definitieve vaststelling van de tarieven voor 2014 door de gemeenteraad vindt plaats in het najaar van 2013. Lokale heffingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op beide. Ongebonden lokale heffingen (OZB, hondenbelasting en precariobelasting) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. De paragraaf Lokale Heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en de consequenties daarvan voor de inwoners van Hengelo en is als volgt opgebouwd: • Ontwikkelingen; • Tariefsaanpassingen; • Geraamde inkomsten; • Woonlasten (lokale lastendruk), uitgangspunten en een vergelijking met steden met een vergelijkbare omvang en met de regio. • Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.
1. Ontwikkelingen Hieronder worden in hoofdlijnen de belangrijkste ontwikkelingen benoemd voor de belastingdruk voor 2014 en volgende jaren.
1.1 Macronorm Hiermee wordt de grens bedoeld van de jaarlijkse stijging van de totale opbrengst OZB voor alle gemeenten bij elkaar. De macronorm voor het begrotingsjaar 2014 is 3% 2. Minister Plasterk heeft gemeend de landelijke overschrijding in 2012 en 2013 (37,8 miljoen euro) van de Macronorm te moeten verrekenen met de Macronorm 2014. De reële macronorm, rekening houdend met de vermindering, bedraagt 2,45% De landelijke marktontwikkeling tussen 1-1-2012 en 1-1-2013 bij woningen wordt, op basis van informatie die de Waarderingskamer heeft verzameld, geschat op -5,7%. Voor niet-woningen wordt de waardeontwikkeling over dezelfde periode geschat op -4,4%. De inflatie (pNB) in die periode bedraagt volgens de ramingen van het CPB 1,8%. Het rekentarief voor eigenaren van woningen in 2014 komt dan uit op 0,1085%, voor OZB niet-woningen gebruikers op 0,1153% en voor OZB niet-woningen eigenaren op 0,1430%. Voor de duidelijkheid: met deze tarieven wordt de algemene uitkering voor gemeenten gekort op basis van de waarde van de onroerende zaken. Als gevolg van verschillen in de waarde van onroerende zaken loopt de belastingcapaciteit uiteen tussen de gemeenten. Dus hoe hoger de OZB-waarde van woningen en bedrijfspanden, hoe groter de korting op de algemene uitkering. De systematiek van de macronorm is onlangs geëvalueerd. Het streven is om in de septembercirculaire 2013 van het gemeentefonds uitsluitsel te geven over de uitkomsten van de evaluatie van de macronorm als instrument om lokale lasten beheersbaar te houden.
1.2 WOZ-waarde woningen openbaar De WOZ-waarde is nu in beginsel niet openbaar. Toch is het in beperkte mate mogelijk om de WOZ-waarde van andere woningen of panden op te vragen. Dit kan wanneer de aanvrager een gerechtvaardigd belang heeft. Eind maart 2013 heeft het parlement een wet aangenomen betreffende de verruiming van de openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen, de regeling van de landelijke voorziening WOZ bij het Kadaster en het schrappen van de zogenoemde Fierensmarge (waarde werd na bezwaar niet verlaagd, als de verlaging binnen een bepaalde 2
Junicirculaire 2013 van het gemeentefonds 126
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
brandbreedte bleef). Vermoedelijk met ingang van 1 juli 2014 is de WOZ-waarde van alle woningen openbaar. Al deze onderwerpen hangen met elkaar samen en dragen door die onderlinge samenhang bij aan een verbetering van het WOZ-stelsel als geheel. Zo wordt het door openbaarheid van de WOZwaarde mogelijk om de WOZ-waarde van een woning op te vragen. Een transparantere WOZwaarde verbetert de kwaliteit van die WOZ-waarde. Met de realisatie van een landelijke voorziening WOZ kunnen burgers eenvoudig en laagdrempelig de WOZ-waarde opvragen bij één centraal punt. Zij kunnen dan de WOZ-waarde van hun woning vergelijken met de WOZ-waarde van zelf gekozen woningen, zonder dat dit leidt tot een grotere uitvraag en daarmee tot hogere kosten voor gemeenten.
1.3
Hondenbelasting
Het Hof ’s-Hertogenbosch oordeelde in januari dat de hondenbelasting in strijd is met het gelijkheidsbeginsel als de gemeente niet kan aantonen dat het geld wordt besteed aan hondenbeleid. De gemeente Sittard-Geleen tekende tegen dit oordeel beroep in cassatie aan bij de Hoge Raad. De Advocaat-generaal (A-G) heeft op 18 juli 2013 advies uitgebracht aan de Hoge Raad. De Hoge Raad is niet verplicht deze adviezen over te nemen. De A-G vindt dat houders van een hond en degenen die geen hond hebben geen gelijke gevallen zijn. Volgens hem moet de rechter toetsen aan het evenredigheidsbeginsel. De A-G vindt dat in dit geval geen sprake is van onevenredige behandeling. Ook vindt de A-G het geen probleem dat de gemeente niet heeft aangetoond dat de opbrengst voor hondenbeleid is. De hondenbelasting is geen bestemmingsbelasting, de gemeente is vrij in de besteding van de opbrengsten. Op welke termijn de Hoge Raad beslist is niet bekend, maar naar verwachting zal voor het einde van dit jaar arrest worden gewezen.
1.4
GBT
Sinds enkele jaren wordt de belasting aanslagoplegging en –inning namens de gemeente Hengelo verzorgd door het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente (GBT). Na een korte aanloopperiode mag worden geconstateerd dat het GBT goed functioneert. Er treden regelmatig gemeenten toe (2011 Losser, 2012 Haaksbergen, 2013 Almelo en Oldenzaal) waardoor steeds goedkoper kan worden gewerkt, vooralsnog zonder dat het afbreuk doet aan de kwaliteit van de dienstverlening.
2.
Tariefsaanpassingen
Conform de Kadernota 2014-2017 wordt voor 2014 bij de algemene dekkingsmiddelen uitgegaan van een inflatiecorrectie (indexering) van 1,75 % met uitzondering van de toeristenbelasting. Een tweede uitgangspunt is dat de tarieven voor reinigingsrechten/ afvalstoffenheffing en rioolheffing kostendekkend zijn.
2.1 Onroerende-zaakbelastingen Met ingang van 1 januari 2009 vindt een jaarlijks hertaxatie plaats van de onroerende zaken. Voor 2014 geldt als waardepeildatum 1 januari 2013. De marktontwikkelingen geven over 2012 een verlaging van de waarde aan. Sinds jaren geldt het principe dat waardemutaties niet tot verhoging of verlaging van de belastingopbrengst OZB mag leiden. Nu er sprake is van een verlaging van de waarde moeten de tarieven evenredig stijgen om dezelfde opbrengst te verkrijgen. De waardemutaties verschillen echter per soort object en soms ook per buurt. Daardoor treden elk jaar lichte lastenverschuivingen op. Door het vervallen van de limitering van de onroerende-zaakbelastingen per 1 januari 2008 is het mogelijk de tarieven op gemeentelijk niveau met meer dan de inflatiecorrectie te verhogen. De (landelijke) macronorm gaat uit van 2,45%.
2.2 Afvalstoffenheffing Diftar is met succes ingevoerd. De doelstellingen in 2013 worden meer dan gehaald, ook financieel. Voor het afvalbeleid zal eerst door uw raad de koers worden bepaald aan de hand van de notitie “Naar een afvalloos Hengelo”.
2.3 Rioolheffing Op basis van het geactualiseerd verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2013-2017 is vastgesteld om het tarief voor de rioolheffing, net als in 2013, ook in 2014 niet te verhogen. Bij het rioolheffing is het noodzakelijk dat de kosten van het gemeentelijke rioleringsstelsel voor 100% door de rioolheffing worden gedekt. 127
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
2.4 Toeristenbelasting De toeristenbelasting is in 2005 in Hengelo ingevoerd. Het tarief per overnachting is destijds vastgesteld op € 0,55. Het tarief is in de loop der jaren uitsluitend gecorrigeerd voor inflatie (gemiddeld 1% per jaar). Ruim 90% van de opbrengst komt voort uit overnachtingen in hotels. In 2013 was het tarief per persoon voor de toeristenbelasting nog € 0,61 per overnachting. In de nieuwe Verordening toeristenbelasting zal worden voorgesteld om de volgende tariefsdifferentiatie aan te brengen met ingang van 2014: Categorie 1: Hotels € 1,00 Categorie 2: Chaletverhuur, pensions, bed- en breakfast € 0,85 Categorie 3: Campings € 0,70 De verhoging van de toeristenbelasting leidt tot een structureel voordeel van € 50.000.
2.5 Leges In principe alleen verhoogd met de inflatie (1,75%) Maximering leges rijbewijzen In maart 2009 hebben de minister van Verkeer en Waterstaat en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties afgesproken dat er een maximumtarief voor de rijbewijsleges moet komen. Aanleiding is de bestaande tariefverschillen tussen gemeenten, variërend van circa € 20 tot ruim € 60. Inmiddels is bekend geworden dat de leges rijbewijzen maximaal € 38,48 mogen bedragen. Dat betekent dat wij het tarief voor de rijbewijsleges naar beneden moeten bijstellen, indien het wetgevingstraject is afgerond. Dan vindt officiële publicatie van het maximumtarief plaats en moet de Legesverordening op dit onderdeel worden gewijzigd. Indien de financiële consequenties duidelijk zijn, dan komen we hierop terug.
2.6 Overige heffingen De overige heffingen worden geraamd op basis van het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt gestreefd naar 100% kostendekking.
3. Geraamde inkomsten Overzicht lokale lasten (x 1000 euro)
Omschrijving lokale lasten Afvalstoffenheffing
Raming 2013
Raming 2014
Kostendekking
8.864
8.386
Begraafrechten
518
518
59%
Havengelden
292
292
95%
Hondenbelasting Marktgelden
474 107
474 109
N.v.t. 74%
18.244
18.838
N.v.t.
Parkeren bij meters-automaten Parkeren vergunningen Parkeren naheffingsaanslagen Precariobelasting
1.248 137 239 385
1.248 137 239 385
N.v.t. N.v.t. 48% N.v.t.
Rioolheffing
7.547
7.564
100%
74
124
N.v.t.
OZB
Toeristenbelasting
128
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
100%
versie 01-10-2013
4. Woonlastenontwikkeling 4.1 Lokale lastendruk Wij zijn van mening dat in deze (crisis)tijd een duidelijke lastenverzwaring voor de burger moet worden vermeden. Hierbij gaat het om de totale woonlasten, voor wat betreft de onroerendezaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing. De OZB is gecorrigeerd voor 1,75 % inflatiecorrectie en de 1% extra op basis van het vorig jaar vastgestelde Dekkingsplan 2013-2016 onder de noemer “Koersvast in krappe tijden”. Het vaste tarief voor Diftar kan wederom omlaag onder gelijktijdige stijging van het variabel tarief voor de restcontainers en verlaging van de gftcontainers. In het afzonderlijk raadsvoorstel Belastingtarieven 2014 wordt deze aanpassing nader toegelicht. Dit raadsvoorstel wordt tegelijkertijd met deze voorliggende begroting aan de gemeente-raad aangeboden, ter behandeling in de raadsvergadering van 5 november 2013. De rioolheffing blijft op hetzelfde niveau dan 2013. Onderstaande tabel laat de tarieven voor 2013 en de effecten van de voorgestelde belastingtarieven 2014 zien bij een gemiddelde WOZ-waarde, een gemiddeld tarief afvalstoffenheffing (op basis van het gemiddeld aanbodgedrag) en gelijkblijvend tarief voor rioolheffing: 2013: 2014: OZB (o.b.v. de gemiddelde woningwaarde) 232,67 239,90 Afvalstoffenheffing 250,69 248,18 Rioolheffing 187,20 187,20 Totale woonlasten: 670,56 675,28 Voor 2014 gaat het, voor een eigenaar van een woning, in totaliteit om een stijging van 0,7 % aan totale woonlasten ten opzichte van 2013. Gelet op de gehanteerde inflatiecorrectie van 1,75 % bij de algemene dekkingsmiddelen blijft dit ruimschoots binnen de marge. Voor een huurder van een woning is er sprake van een geringe daling van de (gemiddelde) woonlasten, omdat geen OZB wordt betaald. 4.2 Uitkomsten 2013 vergelijkingen De hoogte van de gemeentelijke woonlasten krijgt regelmatig aandacht in de media. www.coelo.nl bevat vergelijkingen van Hengelo met andere gemeenten op basis van de cijfers van 2013. Wat zijn gemeentelijke woonlasten? Onder woonlasten verstaan we: onroerende-zaakbelastingen, reinigingsrechten/ afvalstoffenheffing en rioolheffing. Het zijn belastingen en tarieven waarmee ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt. Uitkomsten vergelijkingen Hengelo iets boven het landelijk gemiddelde Het COELO heeft een rangorde gemaakt voor gemeenten en deelgemeenten. Nummer 1 heeft de laagste woonlasten. Uitgaande van gemiddelde waarden van woningen en van een meerpersoonshuishouden heeft de gemeente Hengelo rangordecijfer 183 (2012: 175).
129
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Rangorde van 10 gemeenten naar hoogte van de gemeentelijke woonlasten, uitgaande van gemiddelde waarden van woningen 3*) Niet rekening houdend met compensatie voor lage belastingcapaciteit
Wel rekening houdend met compensatie voor lage belastingcapaciteit
Zwolle 63 Zwolle Oldenzaal 144 Oldenzaal Hengelo 183 Hengelo Almelo 192 Dinkelland Haaksbergen 266 Almelo Dinkelland 273 Haaksbergen Borne 285 Borne Enschede 278 Deventer Deventer 303 Hof van Twente Hof van Twente 335 Enschede *) Bron: COELO, Atlas van lokale lasten 2013, zie ook: www.coelo.nl
79 166 234 266 282 292 309 333 338 354
Vergelijkingen op basis van standaard huishoudtypen In eerdere publicaties van de gemeente Hengelo werden woonlastenvergelijkingen getoond aan de hand van standaard huishoudens. Daarom worden in onderstaande tabel de gemeentelijke woonlasten weergegeven voor de Twentse gemeenten voor de volgende zes standaard huishoudtypen: 1. meerpersoonshuishouden met een eigen woning van € 125.000 2. meerpersoonshuishouden met een eigen woning van € 250.000 3. eenpersoonshuishouden met een eigen woning € 125.000 4. eenpersoonshuishouden met een eigen woning € 250.000 5. meerpersoonshuishouden met een huurwoning 6. eenpersoonshuishouden met een huurwoning Bij de typen 5 en 6 zijn de woonlasten niet afhankelijk van de waarde van de woning, omdat deze huishoudens geen onroerendezaakbelasting betalen. Tabel 1 Gemeentelijke woonlasten van 14 Twentse gemeenten voor zes huishoudenstypen, op basis van standaardwaarden. 1 € 644 € 616 € 564 € 682 € 659 € 593 € 600 € 658 € 623 € 577 € 531 € 487 € 580 € 609 € 602 € 583
Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden gemiddeld landelijk
3
2 € 814 € 787 € 722 € 875 € 793 € 733 € 762 € 787 € 805 € 714 € 651 € 626 € 716 € 724 € 751 € 720
Huishoudtype 3 4 € 644 € 814 € 616 € 787 € 504 € 662 € 648 € 841 € 567 € 701 € 551 € 691 € 566 € 728 € 606 € 736 € 571 € 754 € 516 € 653 € 480 € 600 € 487 € 626 € 540 € 677 € 556 € 671 € 561 € 710 € 516 € 653
5 € 284 € 445 € 405 € 489 € 525 € 453 € 438 € 528 € 229 € 359 € 411 € 182 € 443 € 494 € 406 € 447
6 € 284 € 445 € 345 € 456 € 433 € 411 € 404 € 476 € 178 € 298 € 360 € 182 € 403 € 442 € 366 € 380
1 = LAAGSTE WOONLASTEN, 408= HOOGSTE WOONLASTEN.
130
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Toelichting: De groene cellen geven de woonlasten aan van gemeenten die meer dan 10% goedkoper zijn dan het landelijk gemiddelde. Bij lichtoranje zijn de woonlasten van de gemeente 10 - 20% hoger. De donkeroranje cellen betreffen de duurste gemeenten, die meer dan 20% hogere woonlasten hebben dan het landelijk gemiddelde. € € € € €
Dalfsen Deventer Hardenberg Raalte Zwartewaterland
439 627 572 500 599
€ € € € €
560 785 684 633 729
€ € € € €
400 581 532 454 518
€ € € € €
520 739 645 586 648
€ € € € €
191 470 459 367 468
€ € € € €
152 424 420 321 388
Conclusies: a. De lastenstijging in 2013 blijft achter bij het landelijk gemiddelde. b. Hengelo verbetert zich op de rangorde voor woonlasten.
5. Kwijtscheldingsmogelijkheden Voor de riool- en voor de afvalstoffenheffing is volledige kwijtschelding mogelijk, waardoor minima geen woonlasten betalen. Met ingang van 2013 is de kwijtschelding voor hondenbelasting afgeschaft. Voor 2014 worden per heffing de volgende bedragen geraamd: Afvalstoffenheffing Onderhoud grafrechten Onroerende-zaakbelastingen Rioolheffing
700.000 3.130 2.000 575.000
Dit ligt iets hoger als in 2013. Dat is het gevolg van het grotere aantal mensen dat voor kwijtschelding in aanmerking komt.
131
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
6.2: Weerstandsvermogen & risico’s
INLEIDING De gemeente Hengelo hecht aan het bewust omgaan met risico’s. Dat is ook een wettelijke verplichting die voortkomt uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Die wettelijke verplichting heeft als achtergrond dat de financiële positie van de gemeente voor het gemeentebestuur (en burgerij) inzichtelijk dient te zijn. De maatschappij verwacht van gemeenten dat bestuurders tijdig inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen en dat zij de hiermee gepaard gaande risico’s beheersen. De gemeenteraad heeft tot taak om erop toe te zien dat deze verantwoordelijkheid in voldoende mate wordt ingevuld. De begroting en de jaarrekening dienen om die reden een paragraaf Weerstandsvermogen te bevatten, met daarin een overzicht van de aard en omvang van risico’s die de gemeente loopt. Daarnaast dient er een kwantitatief inzicht te zijn in de weerstandscapaciteit waarmee de risico’s opgevangen kunnen worden. Tenslotte dient de gemeente een risicobeleid te formuleren en de normatieve criteria op te stellen voor de mate van interne beheersing die wordt nagestreefd. Dit risicobeleid strekt zich ook uit tot de maatschappelijke partners. Het uitgangspunt is om nader te bepalen kwaliteitseisen te verbinden aan de rapportage over de risicoparagraaf bij de verbonden partijen. Voor goed risicomanagement is van belang dat er sprake is van een leercylus en een organisatiecultuur waarin de kritische dialoog normaal wordt gevonden. De bijdrage van goed risicomanagement is dat de organisatie op een effectieve en efficiënte wijze heeft leren omgaan met een onzekere toekomst.
BELEIDSNOTITIES Titel De Raad heeft het risicobeleid van de gemeente Hengelo recent in het voorjaar van 2013 geactualiseerd in de Nota “Scherper aan de wind”. De nota risicomanagement beleid voor de periode 2013 – 2017 is bedoeld om een bijdrage te leveren aan de toekomstbestendige organisatie die wij graag willen zijn. De nota beschrijft zowel de wijze waarop de Gemeente Hengelo het eigen DNA bewaakt en op koers blijft door de risico’s te identificeren, in kaart te brengen en te beheersen, als de wijze waarop het bedrag wordt berekend dat de gemeente achter de hand wil houden om de gevolgen van de financiële tegenvallers op te vangen die de potentie hebben om het beleid van de Gemeente Hengelo duurzaam te ontwrichten. De raad heeft ingestemd met: 1. De vaststelling van de streefnorm voor voldoende weerstandsvermogen op de ratiowaarden tussen 1,0 en 1,4 met ratiowaarde 0,8 als ondergrens 2. Een proces van automatische stabilisatie door eventuele batige saldi van het jaarresultaat verplicht te doteren aan de algemene reserve tot dat de minimaal gewenste streefwaarde van 1,0 bereikt is 3. Informatieverstrekking bij begroting en jaarrekening over tenminste 60% van het totale risicoprofiel van zowel de beleidsvelden, de grote projecten als de grondexploitaties. De top 20 van de belangrijkste risico's worden bovendien expliciet genoemd en maken onderdeel uit van de verplichte paragraaf weerstandsvermogen in begroting en jaarrekening 4. Invulling van de actieve informatieplicht door de majeure risico's tijdig kenbaar te maken en door in de Bestuur rapportages de Raad te informeren over de belangrijkste wijzigingen in het risicoprofiel. 5. Vertrouwelijke informatie verstrekking bij publicatie van risico's waar gemeentelijke belangen een rol van betekenis spelen.
DOELEN Bereiken?
Doen?
Inzichtelijk maken van de financiële positie van de gemeente
•
132
╗ ║
In beleidsrapportages wordt het risicoprofiel geactualiseerd en wordt verslag gedaan van de uitgevoerde maatregelen voor risicobeheersing en -reductie.
Stand van zaken In het jaar 2014 wordt de organisatie, evenals in het jaar 2013, actief bij het proces van risicomanagement betrokken. Alle afdelinghoofden en projectleiders worden twee keer per jaar geïnterviewd, met als doel dat de risicoprofielen naar de meest recente inzichten geactualiseerd worden. Daarbij zal ook aandacht besteed worden aan nieuwe ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld het project Lange Wemen, Warmtenet, de drie transities in het sociaal domein in de herziene exploitaties van het grondbedrijf in hart van Zuid. Risicomanagement is tevens bedoeld om managers, voorafgaand aan bestuurlijke besluitvorming inzicht te geven in de mogelijke financiële impact van belangrijke voorgenomen activiteiten en projecten. Vooral de risicovolle projecten worden vooraf zorgvuldig getoets op haalbaarheid. De laatste interviews ten behoeve van de procedure 2013 hebben in vergelijking
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Overzicht houden op de bekende risico’s
met het jaarverslag 2012 geen aanzienlijke wijzigingen in de risicoprofielen aan het licht gebracht. Wel is er meer zicht ontstaan op de risico’s bij de transities in de jeugdzorg en de AWBZ. Op een enkele uitzondering na is door geen van de sectoren melding gemaakt van majeure nieuwe risico’s. De interne beheersing van risico’s is de afgelopen jaren stelselmatig verbeterd, waardoor de benodigde weerstandscapaciteit kon dalen. Deze trend heeft zich ook in 2013 voortgezet. De raad beslist over het gewenste niveau van het weerstandsvermogen en de raad moet dan ook tijdig worden ingelicht (de actieve informatieplicht), als er zich zaken voordoen waardoor het niveau van het weerstandsvermogen verandert. Dat is het geval bij alle bestuurlijke voorstellen en optredende nieuwe risico’s waarbij in een noodscenario de eigen begrotingsruimte van de afdeling niet meer toereikend is. Het weerstandsvermogen van de gemeente moet dan worden aangesproken en de raad moet dat weten om bij de besluitvorming een eigen afweging te kunnen maken. • Actueel houden van de database met onderkende risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen uit het NARIS pakket. Uitvoeren van simulaties om te bepalen welk buffervermogen nodig is bij de beleidsmatig bepaalde grens van 90%-zekerheid. Stand van zaken De Monte Carlo risicosimulatie, op basis van de beleidsmatig bepaalde grens van 90% zekerheid, berekent een benodigde gemeentelijke weerstandscapaciteit van € 31,5 miljoen voor het netto risicoprofiel. Conform het in de vorige beleidsbegroting vastgestelde beleid dienen risico’s met een laag risicoprofiel (score van 7 of lager op een schaal van 25 en een geldgevolg kleiner dan € 1,0 miljoen) binnen de huidige eigen budgetten van de afdelingen te worden opgevangen. De benodigde weerstandscapaciteit welke dient te worden gedekt door de algemene reserve en de bestemmingsreserves bedraagt vervolgens: Totale benodigde weerstandscapaciteit: € 31,5 miljoen Ten laste van afdelingsbudgetten: € 3,3 miljoen Herrekende benodigde weerstandscapaciteit: € 28,2 miljoen
Inzichtelijk maken van risico’s bij grote investeringen en grondexploitaties
Dit is vergeleken met de € 28,8 miljoen opgenomen in de beleidsbegroting 2013 – 2016 een daling van € 0,6 miljoen. De financiële gevolgen van de kredietcrisis zijn goed in beeld, de bestaande ombuigingsoperaties liggen op schema, evenals de nieuwe € 3 miljoen bezuinigingsopdracht voor de beleidsbegroting 2014-2017 • Nieuwe investeringen en grondexploitaties gaan vergezeld van een risicoanalyse en worden getoetst aan het weerstandsvermogen. Stand van zaken Het weerstandsvermogen van het grondbedrijf kan als volgt worden weergegeven: Totale benodigde weerstandcapaciteit: € 10,9 miljoen (totaal grex risico’s) Totale beschikbare weerstandscapaciteit: € 0,7 miljoen (alg. reserve grex) Tekort: € 10,2 miljoen Het weerstandsvermogen van het grondbedrijf is dus ontoereikend, zodat dit gecompenseerd dient te worden door de overige beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente. Hierbij dient te worden opgemerkt dat door het grondbedrijf wel voorzieningen zijn gevormd voor tekortexploitaties van € 40,8 miljoen en van € 12,1 miljoen voor “nog niet in exploitatie genomen gronden”. De hoogte van deze voorzieningen is berekend op basis van de voorgestelde 4,5% renteomslag. In overeenstemming met de BBV systematiek, is bij het grondbedrijf eveneens geen rekening is gehouden met nog niet gerealiseerde toekomstige exploitatiewinsten, stille reserves en met specifieke eigen bijdragen en stortingen. In de herzieningen grondexploitaties 2013 zijn onder invloed van de kredietcrisis zowel de opbrengsten als de kosten verder in de tijd naar achteren geschoven. Daarmee hebben enerzijds de verkoopdoelstellingen aan realiteitszin gewonnen, maar is anderzijds het draagvlak afgenomen voor kosten doorbelastingen vanuit de algemene dienst. De effecten van de besluitvorming in het project Hart van Zuid is in de cijfers verwerkt.
133
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
INDICATOREN Indicator
Waarde
Begrotingssaldo
Tenminste een sluitende begroting. Stand van zaken De begroting 2014 toont een positief begrotingssaldo van € 231.000 (na correctie van de niet gerealiseerde bezuinigingen). Post onvoorzien is ongeveer € 2 per inwoner. Post kleine opties nieuw beleid tenminste € 25.000 per jaar, met een maximum van € 5.000 per voorstel.
Vrij aanwendbare begrotingsruimte
Stand van zaken Uitgaande van een bevolking van ongeveer 80.000 is de omvang van de post onvoorzien bepaald op afgerond € 166.000. Jaarlijks wordt nieuwe structurele ruimte aangeboden tot een bedrag van € 25.000 voor kleine opties nieuw beleid, tot een maximum per voorstel van € 5.000. Kostendekkendheid tarieven Stand van zaken Voor alle retributies en bestemmingsheffingen geldt het beleidsuitgangspunt van volledige kostendekkendheid, op basis van het principe dat de veroorzaker betaald Voor de overige belastingen, waaronder de OZB, geldt geen limiet. Deze kunnen dus in principe (mits er geen onredelijke / willekeurige belastingheffing plaatsvindt) onbeperkt worden verhoogd. In de nieuwe ronde ombuigingsvoorstellen worden deze mogelijkheden thans nader onderzocht. P.M. Stand van zaken De stille reserves van de gemeente zijn conform het beleid niet in beeld gebracht.
Beschikbare belastingcapaciteit
Stille reserves
Het huidige beleid is om de stille reserves niet bij de weerstandscapaciteit te betrekken, omdat: - deze reserves meestal niet op korte termijn liquide kunnen worden gemaakt; - dit vanuit beleidsmatig oogpunt vaak ook niet gewenst is; - de weerstandscapaciteit is gedefinieerd als de middelen die op korte termijn kunnen worden ingezet om tegenvallers in de exploitatie op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van andere taken. Weerstandscapaciteit (de beschikbare weerstandscapaciteit in relatie tot de benodigde weerstandscapaciteit
Streefcijfer is classificatie. Klasse A B C D E F
1,0 (= voldoende). Het bureau NAR hanteert de volgende Ratio > 2,0 1,4 – 2,0 1,0 – 1,4 0,8 – 1,0 0,6 – 0,8 < 0,6
Betekenis Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Stand van zaken De beschikbare weerstandcapaciteit op basis van de gegevens van de begroting per 1-1 2014 kan als volgt worden bepaald. Algemene reserve : € 9,9 Bestemming reserves : € 33,3 Totaal reserves : € 43,2 miljoen In mindering komen de volgende niet vrij aanwendbare reserves: Onderwijshuisvesting : € 8,5 Grote investeringen : € 0,0 Volkshuisvestingfonds : € 0,1 Totaal niet vrij aanwendbaar : € 8,6 miljoen Minus 1 jaar rentelasten : € 1,6 (tegen 4.5% omslagrente) Netto weerstandscapaciteit : € 33,0 miljoen De benodigde netto weerstandscapaciteit is € 28,2 miljoen en de beschikbare weerstandscapaciteit is € 33,0 miljoen. Dit levert vervolgens een ratio op van afgerond 1,2 (= voldoende). Het weerstandsvermogen voor 2013 valt daarmee binnen de streefwaarden van de nota “Zicht op risico’s”. Zonder interne maatregelen zou de score 0,8 bedragen. Dit onderstreept het belang van een goede interne beheersing.
134
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Overzicht van de belangrijkste risico’s
Nr.
135
Risicogebeurtenis
Gevolgen
Invloed (%)
Exploitatie van multifunctionele ruimten en culturele kernvoorzieningen valt tegen door afnemende bezoekers en dalende sponsorbijdragen
Tegenvallende opbrengsten
8.1%
De gronduitgifte prijzen komen onder druk te staan Klimaatverandering en de gevolgen daarvan
Dreigende vorming van verliesvoorzieningen
6.7%
Zwaardere buien en wateroverlast door overbelasting van het rioolstelsel
5.6%
Warmtenet: Rendementsrisico's over de totale looptijd Warmtenet project Europese Commissie geeft geen toestemming voor oprichting van Warmtenet BV. De markt voor grondverkopen verslechtert.
Structureel onrendabel project
5.2%
Geïnvesteerd vermogen kan niet langer tegen going concern waarde gewaardeerd worden.
3.4%
Grondexploitaties zijn niet langer financieel sluitend te maken.
3.4%
Eigen risicodragerschap van gemeente als de kosten van begeleiden van diverse doelgroepen niet kostendekkend blijkt te zijn Prestatie afspraken met ontwikkeling partners blijken niet of moeilijk afdwingbaar
Hogere kosten van de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
2,8%
Imagoschade door niet realiseren van maatschappelijke doelen en gederfde inkomsten De transities op de jeugdzorg en de AWBZ De kosten zijn structureel hoger dan de baten leiden er toe dat Hengelo kwalificeert als een waardoor extra ombuigingen noodzakelijk nadeelgemeente worden Trajecten van uitkeringsgerechtigden leiden Hogere uitkeringslasten dan voorzien. niet tot uitstroom uit de uitkering,
3.2%
Extreme klimaatverschijnselen, zoals hevige stormen
Extra kosten voor het beheer van de openbare ruimte.
2.4%
Economische situatie leidt tot aanspreken van risicocapaciteit gemeente op het I- deel
Overschrijding van begroting
2.0%
Ontbreken realisatiekracht partners bij locatie ontwikkeling
Financieel nadeel gemeente
1.6%
Beoordeling constructieve veiligheid bouwwerken staat onder druk
Letselschade / claims
1.6%
Gemeentelijke belangen in samenwerking verbanden blijken onvoldoende geborgd
Risico’s en financiële gevolgen daarvan verschuiven naar de gemeente
1.6%
Huisvesting van AC bij de Toren voor ambulante verslavingszorg leidt tot claim
Afkoopregeling
1.6%
Beschikte subsidies worden niet volledig verkregen omdat niet aan alle voorwaarden kan worden voldaan Vandalisme
Reeds gemaakte kosten blijken niet subsidiabel meer te zijn
1.6%
Extra kosten beheer openbare ruimte
1.4%
Het verdienmodel van het WTC is niet rendabel te maken Toepassing van de nieuwe sanering regels voor asbestverontreiniging Invoering wet bijzondere flora en fauna
De verstrekte lening kan niet worden terugbetaald Niet geraamde kosten
1.3%
Hogere beheerskosten
1.2%
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
2.5% 2.4%
1.3%
versie 01-10-2013
6.3: Onderhoud kapitaalgoederen
INLEIDING; KAPITAALGOEDEREN IN DE BELEIDSPROGRAMMA’S De wet en de financiële beheersverordening schrijven voor dat in deze paragraaf wordt ingegaan op: • de gestelde kaders ten aanzien van het onderhoud aan de kapitaalgoederen; • de financiële gevolgen die uit deze kaders voortkomen; • de vertaling van de financiële gevolgen in de beleidsbegroting. Onderstaand overzicht geeft voor de voornaamste kapitaalgoederen aan waaruit het beleidskader bestaat ten aanzien van het onderhoud, alsmede wat de financiële consequenties zijn die uit genoemd beleidskader voortkomen. Na het overzicht volgt per kapitaalgoederencategorie de vertaling van het beleidskader in de begroting, en nadere toelichting.
KapitaalBeleidskader Goederen: Gemeentelijk Verkeer- en vervoerplan Wegen 2003
Instrument beheer openbare Ruimte (IBOR) en Meerjarig onderhoudsprgramma (MJOP)
Riolering
Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2013-2017 Verordening Rioolheffing (jaarlijks)
Water
Gemeentelijk Waterplan
Groen
Bomenverordening en nota van uitvoering IBOR en MJOP
Gebouwen
136
karakteristiek
Totaal 495 kilometer straten, doorgaande wegen, etc.
33.000 woningen; totale lengte riool 540 km
╗ ║
In het raadsbesluit Stedelijk Niveau IBOR is voor alle weg- en straatverhardingen het beheerniveau vastgelegd. Het MJOP geeft de financiële gevolgen weer
Langjarige prognoses van: -inkomsten (rioolheffing) -investeringen -verloop voorziening riolering
kosten van het onderhoud van waterlopen
34.600 bomen; 3,5 miljoen m2 gras en gazon 815.000 m2 plantsoen /houtwal
170 gebouwen (incl. Grondexploitaties) Herbouwwaarde € 229 miljoen.
Geen
Consequenties volgend uit het beleidskader
Beleidsbegroting 2014 – 2017
In het raadsbesluit Stedelijk Niveau IBOR is voor alle gemeentelijk groen het beheerniveau vastgelegd. Het MJOP geeft de financiële gevolgen weer.
Geen eenduidig beheer; Efficiency door vastgoedbedrijf
versie 01-10-2013
Wegen Het beheerniveau van de wegen en straten is door de raad vastgesteld in de notitie Stedelijk Niveau. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het Instrument Beheer Openbare Ruimte (IBOR), waarin drie verschillende beheerniveaus (laag, basis en hoog) met behulp van beelden en beschrijvingen zijn gedefinieerd. Het beleidskader bestaat verder uit het Meerjaren Onderhoudsprogramma (MJOP) voor de openbare ruimte. Aan de hand van het MJOP worden ingrepen in de openbare ruimte gepland. Ook zorgt het voor coördinatie en communicatie bijvoorbeeld wanneer zowel werkzaamheden aan de weg als aan de riolering noodzakelijk zijn. Tot slot vindt met dit MJOP financiële afstemming plaats met de beleidsbegroting plaats. Hierdoor komt, in financiële termen, de jaarschijf 2014 van het MJOP overeen met die de voorliggende beleidsbegroting. Door noodzakelijke bezuinigingen is het geplande beheerniveau omlaag gebracht; echter niet zodanig dat op lange termijn hogere kosten van onderhoud en herstel ontstaan. De verwachte uitgaven voor 2014 om het onderhoud te realiseren bedragen € 5,6 miljoen. Riolering De voornemens ten aanzien van het onderhoud aan het Hengeloos rioleringsstelsel zijn vastgelegd in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Deze is in 2013 vastgesteld en ‘werkt door’ tot en met 2017. Belangrijk onderdeel van dit GRP is het ambitieniveau van het Hengelose rioleringsstelsel. Dit ambitieniveau bevat meer aspecten dan het voor de hand liggende ‘voorkomen van overlast’ en ‘voldoen aan de basisinspanning’. Toekomstbestendigheid is eveneens een vereiste; bijvoorbeeld door rekening te houden met hogere piekbelastingen van het riool als gevolg van veranderende klimatologische omstandigheden. Het gaat bij deze grote projecten overigens vaak om meer dan alleen onderhoud, dus ook om aanpassingen en investeringen. In het kader van bezuinigingen – en vooruitlopend op een nieuw GRP- zijn enige concessies gedaan aan piekbelasting en klimaatbestendigheid. Uitgangspunt is dat de kapitaallasten van de investeringen en de onderhoudskosten worden gedekt door een aan de gebruikers op te leggen belasting: de gemeentelijke rioolheffing. Voor 2014 is in deze begroting circa € 1,4 miljoen opgenomen aan kosten voor dagelijks onderhoud en voor circa €1,8 miljoen aan kosten in verband met gedane investeringen. Water Voor een deel vindt het beheer van de waterlopen in Hengelo plaats door het waterschap. Daardoor beperkt het gemeentelijk onderhoud zich tot het incidenteel uitbaggeren van een vijver en het bijhouden van sloten en slootkanten zoals verwijderen van riet. Het onderhoud vindt plaats binnen de al genoemde kaders van IBOR en MJOP. Daarnaast is het onderhoud aan de Haven. De uitgaven voor 2014 om het onderhoud in overeenstemming met het ambitieniveau te realiseren bedragen ongeveer € 490.000. Groen Het onderhoud vindt plaats binnen de al genoemde kaders van IBOR en MJOP. Met dit MJOP vindt financiële afstemming plaats met de beleidsbegroting. In financiële termen komt de jaarschijf 2014 van het MJOP daardoor overeen met de bedragen in de voorliggende beleidsbegroting. Het ambitieniveau van het openbaar groen is onderdeel van de IBOR systematiek die bovenstaand is uiteengezet. Als uitwerking van noodzakelijke bezuinigingen wordt, waar dit mogelijk is, het beheerniveau verlaagd. Ook vindt omvorming plaats van “intensief” openbaar groen naar “extensief” groen. De verwachte uitgaven voor 2014 bedragen rond € 5,2 miljoen. Gebouwen Het gemeentelijk bezit aan gebouwen bestaat onder andere uit scholen, sporthallen, buurthuizen en aankopen in het kader van grondverwerving. Als gevolg van deze diversiteit zijn de gemeentelijke gebouwen onderdeel van verschillende beleidsprogramma’s en sectoren. Het ligt voor de hand dat de eisen die gesteld worden aan de (onderhouds-)kwaliteit van een gebouw met de status van monument, afwijken dan die welke gelden voor bijvoorbeeld scholen. Richtlijnen hiervoor in de vorm van ambitieniveaus voor de kwaliteit van de verschillende gemeentelijke gebouwen zijn echter niet door de raad vastgesteld. De bedragen die verband houden met onderhoud aan vastgoed zijn verspreid over veel plaatsen in de begroting opgenomen.
137
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
In 2012 is een vastgoed bedrijf in het leven geroepen. De voornaamste gevolgen zijn dat alle vastgoed vanuit één plaats op eenduidige wijze wordt beheerd. Daarnaast wordt kritisch gekeken naar de noodzaak sommige gebouwen in eigendom te hebben / houden. Uitgebreide informatie over het vastgoedbedrijf treft u aan in programmalijn 3 “Totstandkoming gemeentelijk vastgoedbedrijf”van Programma 3 “Een nieuwe vorm van ontmoeting en betrokkenheid”. Bezuinigingen Binnen de planningshorizon van deze meerjarenbegroting zijn bezuinigingen opgenomen die welke ook gevolgen hebben voor de gemeentelijke kapitaalgoederen en de wijze waarop deze worden beheerd. Gezocht wordt onder andere naar innovatiemogelijkheden. Het is voor alle categorieën kapitaalgoederen noodzakelijk gebleken, concessies aan het beheerniveau te doen. Vanzelfsprekend wordt nooit zover gegaan dat de veiligheid in gevaar komt.
138
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
6.4: Grondbeleid
DOELSTELLING GRONDBEDRIJF De centrale doelstelling van het grondbeleid zoals dat door de Gemeente Hengelo wordt gevoerd is: het tijdig realiseren van gewenste veranderingen in het grondgebruik, zodanig dat dit past in de doelstellingen die de gemeente geformuleerd heeft in het kader van de ruimtelijke ordening. Grondbeleid is een voorwaarde voor het te voeren ruimtelijk beleid. Het geeft aan op welke wijze de instrumenten worden ingezet om doelstellingen met betrekking tot de ruimtelijke ordening, de volkshuisvesting en het economische beleid te realiseren. Het is hierbij een absolute noodzaak dat gewaarborgd wordt dat het totale grondbedrijf als financieel gezond kan worden aangemerkt. Om uitvoering te geven aan het grondbeleid wordt de grondexploitatie als instrumentarium gebruikt. Onder het begrip grondexploitatie wordt verstaan de financiële vertaling van het productieproces dat (ruwe) grond omzet in grond voor een (andere) gewenste bestemming. Iedere exploitatieopzet wordt jaarlijks herzien en door de gemeenteraad vastgesteld. Dit gebeurt bij de Herzieningen van de grondexploitaties. De herziening van een grondexploitatie houdt in dat het voorgecalculeerde resultaat van iedere exploitatieberekening – na verwerking van de meest recente rekeningcijfers en de herziening van de nog te realiseren kosten, bijdragen en opbrengsten – geactualiseerd wordt.
RELATIE MET DOELSTELLINGEN BINNEN ANDERE PROGRAMMA’S Primair zijn de activiteiten inzake het grondbeleid ondergebracht in hoofdfunctie 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Echter ook andere hoofdfuncties kennen doelstellingen, die een relatie hebben met het grondbeleid, zoals:
Hoofdfunctie 2 verkeer, vervoer en waterstaat: Realisatie Laan Hart van Zuid (fase 2).
Hoofdfunctie 3 economische zaken: Aanbod kwalitatief hoogwaardige bedrijventerreinen: de uitvoering van de bedrijventerreinen Campus, 't Oosterveld en De Veldkamp. In stand houden en vernieuwen van bestaande bedrijventerreinen: Revitalisering Twentekanaal Zuid.
Hoofdfunctie 5 cultuur en recreatie: Een stad in het groen: Stadspark Weusthag met als belangrijkste elementen bos en natuur, een nieuw landgoed en schoner water.
Hoofdfunctie 7 volksgezondheid en milieu: Milieubeheer: De opname van ramingen voor bodemsaneringen in diverse grondexploitaties.
UITVOERING VAN HET GRONDBELEID De uitvoering van het grondbeleid komt het beste tot uitdrukking in de voortgang van de te onderscheiden projecten, zoals verantwoord in de grondexploitaties. De meest actuele herzieningen van de grondexploitaties zijn opgesteld op prijspeil 1 januari 2013 en zijn op 11 juni 2013 door de gemeenteraad vastgesteld. Op basis van de herziene grondexploitaties is eveneens een actuele stand van zaken weergegeven van de daarmee samenhangende meerjarenraming van de reserve van het grondbedrijf, alsmede de meerjarenramingen van de bestemmingsreserves en de voorzieningen.
139
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Teneinde te voldoen aan de begrotingsvoorschriften heeft een splitsing van de reserve plaatsgevonden in een reserve grondexploitatie en een voorziening grondexploitatie. Deze laatste vermogenscomponent is bedoeld voor afdekking van voorzienbare verliezen, terwijl de reserve beschouwd dient te worden als weerstandsvermogen voor de risico’s van de grondexploitatie. Relatie reserves en risico’s voor grondzaken. Voor de risico's van het grondbedrijf wordt verwezen naar paragraaf 6.2. DOELEN De volgende doelen kunnen worden geformuleerd om een financieel gezond grondbedrijf te waarborgen.
Het waarborgen van een financieel gezond grondbedrijf
Versie herzieningen 2013 inclusief besluitvorming over rente (4,5% en activering Weusthagpark) en Kadernota.
Bereiken?
Doen?
Doen?
Het treffen van een voorziening voor door de raad vastgestelde tekortexploitaties. Conform Besluit Begroting en Verantwoording en “gedragslijn BBV en grondbedrijf”, raadsbesluit d.d. 20.03.2007. Het treffen van een voorziening voor nog niet in exploitatie genomen gronden waarvan de boekwaarde hoger is dan de verkeerswaarde. Conform Besluit Begroting en Verantwoording, artikel 65. Het vrij besteedbare deel van de reserve grondbedrijf dient minimaal € 3,0 miljoen te bedragen. Conform raadsbesluit bij de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2009.
De totale gemeentelijke boekwaarde van het grondbedrijf mag maximaal € 100 miljoen bedragen. Conform raadsbesluit bij de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2008.
Zie pagina 36 van deel Ia van de herziening grondexploitaties per 01.01.2013. 2014: € 39,9 miljoen 2015: € 41,9 miljoen 2016: € 42,7 miljoen 2017: € 45,0 miljoen
Grondexploitaties per 01.01.2013. 2014: € 40,8 miljoen 2015: € 42,5 miljoen 2016: € 42,9 miljoen 2017: € 44,8 miljoen
Zie pagina 36 van deel Ia van de herziening grondexploitaties per 01.01.2013. 2014: € 14,0 miljoen 2015: € 15,0 miljoen 2016: € 15,6 miljoen 2017: € 16,2 miljoen
Grondexploitaties per 01.01.2013. 2014: € 12,1 miljoen 2015: € 12,8 miljoen 2016: € 13,4 miljoen 2017: € 14,0 miljoen
Zie pagina 36 van deel Ia van de herziening grondexploitaties per 01.01.2013. 2014: -/- € 0,2 miljoen 2015: -/- € 0,8 miljoen 2016: -/- € 0,1 miljoen 2017: € 0,3 miljoen Hieruit blijkt dat verwacht wordt dat deze doelstelling niet voor 2018 gerealiseerd wordt. Het is de verwachting dat de doelstelling in 2021 gerealiseerd wordt.
Grondexploitaties per 01.01.2013. 2014: € 0,7 miljoen 2015: € 1,8 miljoen 2016: € 1,8 miljoen 2017: € 2,6 miljoen 2018: € 3,8 miljoen Hieruit blijkt dat verwacht wordt dat deze doelstelling niet voor 2017 gerealiseerd wordt. Het is de verwachting dat de doelstelling in 2018 gerealiseerd wordt.
Deze boekwaarde is inclusief de tweede fase Hart van Zuid. Exclusief voorziening Inclusief voorziening 2013: € 165,7 miljoen € 111,6 miljoen 2014: € 156,5 miljoen € 99,4 miljoen 2015: € 160,8 miljoen € 102,3 miljoen 2016: € 141,2 miljoen € 79,7 miljoen Hieruit blijkt dat verwacht wordt dat deze doelstelling - inclusief de voorziening- in 2014 en in 2016 behaald wordt .
140
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Beleidsnotitie’s
Titel
Vastgesteld / streefdatum vaststelling
Nota grondbeleid
08-11-2011
Gedragslijn BBV en grondbedrijf
20-03-2007.
Toe te passen grondslagen bij de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2013.
29-01-2013.
Herziening exploitatieopzetten
Jaarlijks; 03-07-2007 24-06-2008 01-07-2009 01-06-2010 01-06-2011 22-05-2012 11-06-2013
141
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
vastgesteld vastgesteld vastgesteld vastgesteld vastgesteld vastgesteld vastgesteld
per per per per per per per
01-01-2007; 01-01-2008; 01-01-2009; 01-01-2010; 01-01-2011; 01-01-2012; 01-01-2013.
versie 01-10-2013
6.5: Financiering
Inleiding De paragraaf financiering beschrijft de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Meer dan voor de andere paragrafen is op dit gebied het nodige wettelijk verankerd, met name in de Wet Fido en de Ruddo, de uitvoeringsregeling van de (aangescherpte) Wet Fido, laatstelijk aangepast in 2009. In 2011 is voorts de Handreiking Treasury van het ministerie van BZK verschenen, die ook weer nadere informatie geeft.
Wat willen we bereiken De doelstellingen van het treasurybeleid zijn vastgelegd in de verordening financieel beheer (Verordening ex artikel 213 GemeenteWet, artikel 11) en in het treasurybesluit.
Schatkistbankieren Per 1 januari 2014 wordt het verplicht schatkistbankieren van lagere overheden bij het rijk definitief ingevoerd. Dit heeft gevolgen voor het treasurybeleid. Tegoeden worden dagelijks ‘afgeroomd’, op een aparte rekening bij huisbank BNG gestort en bij het rijk belegd. Op dit moment wordt hierover geen rente vergoed. Voor debetsaldi, “rood staan”, verandert er weinig. Dit kan op de gebruikelijke wijze worden afgedekt door daggeld- of kasgeldleningen. Schatkistbankieren leidt tot extra inspanningen op treasurygebied. De kasgeldstromen zullen nauwgezet moeten worden bewaakt. Onnodige creditstanden moeten worden voorkomen. Gemeentefinanciering: Bij de financiering van de gemeentelijke activiteiten wordt de gemeente als één geheel beschouwd. Dat houdt in dat bij het bepalen van de financieringsbehoefte alle inkomsten en uitgaven betrokken worden. Er wordt, conform het genomen raadsbesluit, in 2014 gerekend met een omslagrente van 4,5%. In 2013 werd nog een rekenrente gehanteerd van 5,5%. Rekening houdend met de huidige marktrente en de verwachte ontwikkeling in de ‘lange’ rente is ervoor gekozen de omslagrente te verlagen. Door de verlaging van de omslagrente ontstaan ‘weglekeffecten’, met name bij kapitaallasten voor afvalstoffenheffing, rioolhefing, grondexploitaties en onderwijshuisvesting. Hierdoor ontstaat een extra druk op het saldo van de gemeentebegroting. Om dit “effect” tot een minimum te beperken zijn diverse maatregelen genomen. Door deze "totaalfinanciering" worden de rentekosten geminimaliseerd. Leningen worden op de meest optimale momenten aangetrokken, rekening houdend met de door het college vastgestelde, gemeentelijke rentevisie en de Wet Fido, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Twee keer per jaar wordt een rentevisie opgesteld ten behoeve van het college, als regel in december en in juni. Deze rentevisie is samengesteld op basis van rentevisies van de toonaangevende banken en financiële media in Nederland. De laatste rentevisie gaat uit van een stabiele tot licht stijgende korte rente en lange rente. Het verschil tussen korte en lange rente is relatief groot. In de afgelopen jaren is in sterke mate geprofiteerd van de daling van zowel de korte als de lange rente. Het begrote renteresultaat is echter gebaseerd op een (vrijwel) volledige uitvoering van de voorgenomen investeringen. In de praktijk blijkt echter dat deze investeringen niet volledig in het jaar worden gerealiseerd waardoor de toerekening van rente, op grond van de huidige systematiek, nog niet plaatsvindt. Hierdoor kunnen kredieten nog niet worden afgesloten, terwijl de financiering van een (groot) gedeelte van de investeringen reeds heeft plaatsgevonden. Dat betekent dat investeringen worden voorgefinancierd ten laste van het renteresultaat. En dat is ook de oorzaak dat het renteresultaat vaak lager uitvalt dan geraamd. Hiervoor gaan we nog aanvullende maatregelen treffen en zullen deze op korte termijn verwoorden in een afzonderlijk voorstel. Nu het verplichte schatkistbankieren per 1 januari 2014 wordt ingevoerd zal zoveel mogelijk de kasgeldlimiet worden opgezocht. Treasurybeslissingen zullen nu het gevolg zijn van de liquiditeitenplanning, de rentestand, de verwachte rentestand (rentevisie) en het risico van overliquiditeit.
142
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Voor de treasurer wordt de uitdaging alleen maar groter om zo goedkoop mogelijk de gemeente van liquiditeiten te voorzien. Hierbij wordt zoveel mogelijk de samenwerking gezocht met andere Twentse gemeenten. Ervaringen worden uitgewisseld met andere gemeenten in de grootteklasse. Door de onzekerheden op de kapitaalmarkt, de stagnerende grondverkopen en door grote terughoudendheid bij de financiering door de grote banken, gecombineerde met forse renteopslagen is de boekwaarde van de grondcomplexen in de afgelopen jaren fors gestegen. Stagnatie van verkopen, maar ook het weer aantrekken daarvan heeft een zeer grote invloed op het renteresultaat van de gemeente. Het maakt het inschatten van de financieringsbehoefte in de komende jaren bijzonder moeilijk.
Kasgeldlimiet en renterisiconorm: Ook in 2014 zal ernaar worden gestreefd de kasgeldlimiet niet langdurig te overschrijden, dit binnen het kader van de (herziene) Wet Fido. Daarbij moet worden opgemerkt dat overschrijding van de kasgeldlimiet gedurende een kortere tijd in afwachting van inkomsten en in het vooruitzicht van een lagere rente niet in strijd is met de wet Fido en het vigerende treasurybesluit, en bij een aanhoudend lage korte rente zelfs aanbevelenswaardig is. De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal, ofwel bijna € 21 miljoen. Samengevat is financiering met kort geld is nog steeds zeer interessant, gelet op de zeer lage korte rente. De renterisiconorm bedraagt ongeveer € 49 miljoen (20% van het begrotingstotaal). Hij zal niet worden overschreden. De financieringsbehoefte bedraagt ongeveer (* miljoen): Rekeningsaldo zonder mutaties reserves: Rente aangetrokken geldleningen: Aflossing aangetrokken geldleningen: Rente verstrekte geldleningen: Aflossing verstrekte geldleningen: Mutatie boekwaarde grondexploitatie Investeringen Financieringsbehoefte: Reeds aangetrokken in 2014:
- 10,1 27,8 23,4 20,4 12,0 - 9,2 6,2 5,7 -
Rentevisie Als gevolg van de nog steeds slechte financiële vooruitzichten en de schuldencrisis wordt voor de komende periode een relatief lage lange rente verwacht. Ook verwachten wij dat de banken de rentemarges hoog zullen houden, zelfs voor risicovrije instellingen als gemeenten. De verwachting is dat het verschil tussen korte en lange rente ook in 2014 groot zal blijven. Met andere woorden: in de huidige financiële markten is de gemeente gebaat bij zolang mogelijk ‘kort’ financieren. Uiteraard moet wel tijdig geconsolideerd worden wanneer de ‘lange’ rente blijft stijgen.
Wet Hof Nederland heeft recente Europese afspraken ten aanzien van begrotingsdiscipline opgenomen in de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF). Deze gaat per 1 januari 2014 van kracht. De belangrijkste uitgangspunten en randvoorwaarden van het Nederlandse budgettaire beleid (zoals de begrotingsregels) zijn onderdeel van het wetsvoorstel.
Doelstellingen Het wetvoorstel bepaalt dat niet alleen het Rijk, maar ook de decentrale overheden zich moeten houden aan de doelstellingen uit het aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact. Ook gemeenten, provincies en waterschappen moeten bijdragen aan het begrotingstekort van de collectieve sector. 143
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Gemeenten mochten in eerste instantie slechts een gezamenlijk tekort hebben van 0,38% van het BBP. Dat betekent voor Hengelo een bedrag van € 11,4 mln (bron: septembercirculaire 2012). Over de wet is veel te doen geweest bij provincies, gemeenten en waterschappen. Gevreesd werd dat deze wet de investeringen van de lagere overheden op slot zou zetten. Dat zou in deze barre economische tijden een ramp zijn. Na overleg is de wet ingrijpend aangepast. De wet HOF regelt in essentie twee zaken die voortvloeien uit Europese verplichtingen. De eerste is dat het nationale systeem van begrotingsvoorbereiding en de toepassing van vaste uitgavenkaders wettelijk worden vastgelegd. Ten tweede worden lagere overheden gebonden aan een maximaal begrotingstekort op kasbasis. In eerste instantie wilde het Rijk elke individuele gemeente of provincie dwingen tot een maximaal tekort op kasbasis, dat bovendien structureel terug naar nul moest. Lagere overheden werken echter niet met begrotingen op kasbasis. Lagere overheden hanteren de ‘gulden financieringsregel’, die zegt dat lopende uitgaven moeten worden gedekt door lopende inkomsten, maar waarbij voor investeringen mag worden geleend. Op die investeringen wordt vervolgens geleidelijk afgeschreven. Dit systeem heeft tot gevolg dat de begroting op kasbasis van jaar tot jaar flink kan variëren. In tijden dat er wordt geïnvesteerd zijn er op kasbasis grote tekorten en in jaren waarin wordt afgeschreven is sprake van overschotten. Voormalig minister van Financiën De Jager zag al in dat die zogenoemde ‘micro-normering’ onwerkbaar was. Na bestuurlijk overleg is gekozen voor een groot aantal versoepelingen. De macronorm is aanzienlijk opgerekt. Wordt de norm toch overschreden, dan volgen tot 2017 geen sancties of boetes. Volgens het bestuursakkoord dat minister van Financiën Dijsselbloem heeft afgesloten met VNG, IPO en de Unie van waterschappen mogen de lagere overheden een tekort hebben van 0,5% in de jaren 2013, 2014 en 2015, 0,4% in 2016 en 0,3% in 2017. Bij elkaar gaat het om zo’n 12 miljard aan extra investeringsruimte. Daarnaast is een motie in de Tweede Kamer aangenomen met de strekking dat het kabinet moet voorkomen dat de Wet Hof leidt tot uitstel en afstel van investeringen. Hiermee lijken de grootste risico’s van de Wet Hof van de baan.
Kasbasis Anders dan het rijk moeten gemeenten al jaren begrotingsevenwicht nastreven, althans op basis van het stelsel van baten en lasten. Hierdoor worden de lasten van investeringen over een aantal jaren gespreid. Daardoor kan het ook voorkomen dat gemeenten die een sluitende begroting hebben op baten en lasten basis op kasbasis een begrotingstekort hebben. Om dat in kaart te brengen moeten gemeenten sinds jaar en dag in de begroting het EMU-saldo invullen. Dat is feitelijk een herberekening van de begroting van lasten en baten naar kasbasis.
Vuistregels Wat vuistregels voor de omvang van het EMU-saldo: Investeringen hoger dan afschrijvingen betekent een negatief effect op het EMU-saldo Investeringen in grond hoger dan verkopen bouwgrond betekent een negatief effect op het EMU-saldo Verkoop aandelen betekent een positief effect op het EMU-saldo Het vormen van reserves en voorzieningen betekent een positief effect op het EMU-saldo Het dekken van uitgaven uit een voorziening betekent een negatief effect op het EMU-saldo Een ontvangen subsidie van een andere overheid betekent een positief effect op het EMUsaldo Aantrekken en uitzetten van geld heeft géén invloed op het EMU-saldo
Wat gaan we doen Bij het aantrekken van geldleningen zal, als altijd, rekening worden gehouden met de liquiditeitenprognose, gekoppeld aan de rentestand en met name de rentevisie. Het Treasurycomité, bestaande uit het sectorhoofd PF, het afdelingshoofd FB en het afdelingshoofd Grondzaken, zal gedurende het jaar toezicht blijven houden op de uitvoering van het treasurybeleid. De gemeente Hengelo is één van de weinige gemeenten die nog zelf leningen aantrekt en doorverstrekt ten behoeve van woningcorporaties in Hengelo. Daarbij wordt nauwlettend gecontroleerd of het hier gaat om projecten voor sociale woningbouw, zodat geen sprake is van ontoelaatbare staatssteun. De voorkeur gaat nog steeds uit naar deze vorm van leningverstrekking. De leningenportefeuille wordt gedekt door een recht van eerste hypotheek, dat jaarlijks gecontroleerd wordt en nog steeds een aanzienlijke mate van overdekking kent. Daarnaast is sprake van een vergoeding voor kosten en risico’s, die als dekkingsmiddel in de begroting wordt 144
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
ingezet. Bovendien is zowel Welbions als de gemeente ongevoelig voor de ontwikkelingen bij slecht draaiende en/of speculerende corporaties, omdat men niet is aangesloten bij de WSW. De vraag is of wij dit bij het aangescherpte rijksbeleid nog wel vol kunnen houden. Hierover zal nog nader worden geadviseerd.
Verstrekking van geldleningen Omdat de banken terughoudend zijn en blijven bij de verstrekking van geldleningen wordt steeds vaker gekeken naar de gemeente. Uitgangspunt is en blijft dat de gemeente geen bankier is en dat ook niet moet worden om het bedrijfs- en verenigingsleven overeind te houden. De Wet Fido en de daaraan gekoppelde Ruddo dichten de gemeente slechts een bancaire rol toe wanneer sprake is van een ‘maatschappelijk belang’. Datzelfde geldt voor het verlenen van gemeentegaranties. Het mag niet zo zijn dat een projectontwikkelaar het risico naar een gemeente afschuift en/of de gemeente verder laat financieren als hun geldbron is opgedroogd en/of de onderneming zijn vleugels wil uitslaan naar nieuwe projecten. Daarenboven heeft de gemeente te maken met steeds verdergaande regelgeving in het kader van staatssteun. Verstrekking of garantie van een lening tegen een relatief lage rente aan een CV/BV zal al heel gauw worden gezien door de Europese Commissie als ontoelaatbare staatssteun. En de gemeente zal daarop worden aangesproken! Grote terughoudendheid is derhalve nog steeds het parool. Verdere aanscherping van het beleid is in voorbereiding.
Netwerkstad Gesproken wordt over een nauwere samenwerking van de treasuryfunctie in Netwerkstadverband. Dit zal naar verwachting niet betekenen dat de treasuryfunctie uit Hengelo zal verdwijnen, maar wel dat er altijd achtervang zal zijn bij het (tijdelijk) wegvallen van een treasurer. De bedoeling is dat kennis zal worden gebundeld en verder verspreid.
Het komende jaar: 2014 wordt, net als de vorige jaren, bijzonder onzeker. Het treasurycomité zal nadrukkelijk de vinger aan de pols houden.
Ontwikkeling leningportefeuille Verwachte stand per 01.01.2014: Aangetrokken leningen Verstrekte leningen - tbv sociale woningbouw - tbv derden
145
╗ ║
€ 682,9 mln € 426,1 mln € 59,0 mln
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
6.6: Verbonden partijen
INLEIDING Voor de uitvoering van een aantal taken heeft de gemeente zich verbonden met andere partijen. Tot de verbonden partijen worden volgens het Besluit Begroting en Verantwoording die partijen gerekend, waarmee de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Van een bestuurlijk belang is sprake wanneer de gemeente in de derde partij een zetel in het bestuur heeft, dan wel stemrecht in besluitvormende vergaderingen kan uitoefenen. Van financieel belang is sprake wanneer de gemeente financieel risico loopt bij faillissement of liquidatie van de derde partij. De beleidskaders rondom verbonden partijen liggen vast in de nota “Geboeid door verbonden partijen”, door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld op 2 oktober 2007. Op 23 april 2013 is een nieuwe Nota Verbonden Partijen vastgesteld, die het beleidskader nader aanscherpt.
WAT WILLEN WE BEREIKEN Er zijn uiteenlopende redenen waarom een gemeentelijke taak niet door de gemeente zelf maar door een derde rechtspersoon wordt uitgevoerd. Veelal gaat het daarbij om schaalvoordelen, soms gaat het om de noodzaak slagvaardig te handelen. Ook de vorm waarin de samenwerking wordt gegoten – gemeenschappelijke regeling of publiek-private samenwerking – is afhankelijk van de aard van de uitbestede taak. Het op afstand plaatsen van de uitvoering van deze taken brengt het risico met zich mee dat de democratische controle niet optimaal is. Wij willen daarvoor een verbeterde standaardopzet hanteren, die meer dynamisch is en meer (stuur)informatie bevat zodat de raad beter op de hoogte kan blijven van de actuele ontwikkelingen bij een verbonden partij, waarbij het accent meer komt te liggen op informatie over de prestaties, kansen en risico’s en voortgang van verbonden partijen. Het ontwikkelen van een dergelijke meer systematische informatievoorziening is een dynamisch proces waarbij de gemeente wel afhankelijk is van de kwaliteit van de planning en control producten van de verbonden partij. Wij willen vanaf nu uitgaan van de navolgende standaardopzet:
Verbonden partij
Informatie
1. Rechtsvorm 2. Doel 3. Partijen
Gemeenschappelijke regeling, privaatrechtelijke rechtspersoon of anderszins Doel van de samenwerking, statutaire doelstelling, Wie zijn de deelnemende gemeenten, publieke of private partijen binnen de verbonden partij? Op welke wijze wordt deelgenomen (en wordt er zeggenschap uitgeoefend) in Algemeen bestuur, in Dagelijks bestuur, in Raad van Toezicht, in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, in directie, in Raad van Commissarissen? Wat is de bijdrage van de gemeente in de begroting van de verbonden partij, wat is de bijdrage aan het eigen vermogen/aandelenkapitaal, welke financiële afspraken gelden er? Aanduiding prestaties. Inzicht in prestaties en effecten voor zover het nieuwe beleidsontwikkelingen betreft (domein raad, gemeentebegroting) Realiseert de verbonden partij haar aandeel in het onderdeel uit de gemeentebegroting (voor zover dit van toepassing is)?. Doet zij dit binnen de financiële kaders? Welke risico’s en kansen kunnen zich voordoen? Welke majeure ontwikkelingen doen zich voor (nationaal, regionaal of lokaal)?
4. Bestuurlijk belang
5. Financieel belang
6. Prestaties – effecten 7. Voortgang
8. Risico’s en kansen 9. Ontwikkelingen
In de paragraaf Verbonden Partijen moeten wij rekening houden met de volgende wet- en regelgeving, die wordt ingevoerd vanaf de begroting 2014: BBV: De paragraaf betreffende de verbonden partijen bevat ten minste: a. De visie op verbonden partijen in relatie tot de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; b. De beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen; c. De lijst van verbonden partijen (artikel 67 BBV) ╗ 146 ║ Beleidsbegroting 2014 – 2017 versie 01-10-2013
Artikel 69: In de lijst van verbonden partijen wordt ten minste de volgende informatie verstrekt over verbonden partijen: a. de naam en de vestigingsplaats; b. het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt; c. de veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang dat de gemeente onderscheidenlijk provincie in de verbonden partij heeft; d. het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar; e. het resultaat van de verbonden partij. Verordening op het financiële beleid en beheer van de gemeente Hengelo Artikel 11 Onderdeel F Verbonden Partijen 1. In de Beleidsbegroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen ingegaan op nieuwe participaties, het beëindigen van bestaande participaties, het wijzigen van bestaande belangen en het aanwezig zijn van problemen bij bestaande participaties. Van elk van de verbonden partijen wordt bij de beleidsbegroting en de jaarstukken een opgave verstrekt van: het openbaar belang, het eigen en vreemd vermogen, de omzet en het resultaat, het financieel belang en de zeggenschap.
Gemeenschappelijke Regelingen: De gemeente Hengelo neemt deel aan de volgende gemeenschappelijke regelingen:
1a
Regio Twente (gevestigd te Enschede):
Aan deze regeling nemen 14 Twentse gemeenten deel. De taken liggen hoofdzakelijk op het terrein van gezondheid, mobiliteit, recreatie en veiligheid. Na de verkiezingen van maart 2010 heeft de heer De Winter (PvdA) namens de raad zitting genomen in het Algemeen Bestuur, de heer Horsthuis (VVD) is zijn plaatsvervanger. Wethouder Bron is, naast AB-lid bovendien lid van het Dagelijks Bestuur en vice-voorzitter. Daarnaast participeren diverse wethouders in afstemmingsberaden en portefeuillehouders overleggen binnen hun aandachtsgebied Binnen de Regiogemeenten leeft breed de gedachte dat ook de Regio Twente haar evenredige deel zou moeten leveren aan de bezuinigingen die de lagere overheden hard hebben getroffen en nog zullen treffen. Er lijkt zich een brede steun af te tekenen binnen de regiogemeenten om het Dagelijks Bestuur van de Regio op te dragen om een evenredig deel te leveren in de kortingen op het budget, die gemeenten zich moeten getroosten. Dat betekent dat een discussie zal ontbranden welke taken en in welke mate de Regio in de toekomst zal uitvoeren. Beoordeling financiële positie4: weerstandsvermogen schuldpositie reservepositie voorzieningen gespaard voor onderhoud garantstellingen rentelasten begroting 2014
4
groen = gunstig; ; geel = neutraal; oranje = matig; rood = slecht; wit = niet van toepassing/geen informatie
147
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Regio Twente behartiging belang gemeente 9 8 7 6
dienstverlening gemeente
5 4
beleidsrijk
3 2 1 0
dienstverlening burger
Regio Twente
fin belang/risico
fin winst
1b
Bestuurscommissie Netwerkstad Twente (gevestigd te Enschede):
Dit is een regeling waarin de gemeenten Enschede, Hengelo, Almelo, Oldenzaal en Borne participeren. De Bestuurscommissie kent geen eigen begroting. Deze loopt via de Regio Twente. Wethouder Bron vertegenwoordigt de gemeente Hengelo. Daarnaast participeren diverse wethouders in afstemmingsberaden en portefeuillehouders overleggen binnen hun aandachtsgebied; De bestuurscommissie heeft geen aparte begroting. Deze is opgenomen in de begroting van de Regio Twente
1c
Veiligheidsregio Twente (gevestigd in Enschede):
In de Veiligheidsregio Twente (VRT) werken de brandweer, de geneeskundige hulpverlening (GHOR), de politie en de 14 Twentse gemeenten samen aan een veilige regio Twente. De VRT zet zich in voor effectieve voorbereiding op en bestrijding van crises en rampen. De VRT regelt de aanpak van grote ongelukken, rampen en crises zoals overstromingen, uitbraak van besmettelijke ziektes en terrorisme. De gemeenten worden vertegenwoordigd door de burgemeester, vanwege diens specifieke taken op het gebied van openbare orde en veiligheid. De VRT heeft tegen boekwaarde alle activa overgenomen van de gemeenten die betrekking hebben op brandweerzaken, alsmede het personeel. De overhead die bij het personeel hoort blijft echter bij de gemeente achter. Het begrotingssaldo is voor het dienstjaar 2014 geraamd op 40,8 mln. euro. Dat is een stijging van 0,3 mln. ter opzichte van 2013. Dat ondanks het structurele rentevoordeel van € 720.000 dat bij de herfinanciering van de overgenomen brandweeractiva is gerealiseerd. Daar komt nog eens bij dat de solidariteitsbijdrage voor de gemeenten ten opzichte van 2013 is gehalveerd. Belangrijke oorzaken daarvan: de CPB-stijging over de loon- en prijsontwikkeling in 2014 is in de ramingen meegenomen. Dit terwijl diverse gemeentes al jaren op de nullijn zitten. Het begrotingskader is als gevolg hiervan met ongeveer 2% gestegen. De loonstijging bedraagt 0,75% voor 2013 en 2% in 2014. De prijsstijging bedraagt 0,75% voor 2014. De looncompensatie bedraagt voor 2015 en 2016 2%, de prijscompensatie voor deze jaren 1,75%. Gelijk aan de procedure met de regiobegroting is het op zich geen bezwaar om deze stijgingen in de begroting mee te nemen. Er zal dan wel een taakstelling voor dit bedrag moeten worden opgenomen. 148
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Daarenboven heeft de gemeente Hengelo in haar begrotingsperspectief 2013-2016 rekening gehouden met een lagere bijdrage van € 50.000 in 2013 en daarna structureel € 100.000 vanaf 2014. Het bedrag over 2013 is niet gerealiseerd, volgens deze begroting zou daarvan in 2014 ook geen sprake zijn. Beoordeling financiële positie: weerstandsvermogen schuldpositie reservepositie voorzieningen gespaard voor onderhoud garantstellingen rentelasten begroting 2014 financiële situatie
Veiligheidsregio Twente behartiging belang gemeente 8 7 6 5
dienstverlening gemeente
4
beleidsrijk
3 2 1 0
dienstverlening burger
SWB
fin belang/risico
fin winst
149
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
2. Euregio (gevestigd in Gronau) Een gemeenschappelijke regeling waarin gemeenten zowel aan de Duitse als aan de Nederlandse kant van de grens participeren. Doel is grensoverschrijdende samenwerking entameren en bevorderen en daarvoor de nodige subsidiegelden aantrekken. De bijdrage aan de Euregio bedraagt € 0,35 per inwoner . De Euregio is een financieel zeer gezond bestuursorgaan met een riante reservepositie;
weerstandsvermogen schuldpositie reservepositie voorzieningen gespaard voor onderhoud garantstellingen rentelasten begroting 2014 financiële situatie
Euregio behartiging belang gemeente 8 7 6 5
dienstverlening gemeente
4
beleidsrijk
3 2 1 0
dienstverlening burger
Euregio
fin belang/risico
fin winst
3. Sociaal Werkleerbedrijf (SWB), gevestigd in Hengelo Verzorgt de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening. Het budget blijft in de komende jaren gelijk. Wel nemen de risico’s van het WSW toe als gevolg van steeds verdergaande bezuinigingen door het rijk en een lagere toegevoegde waarde als gevolg van verslechtering van de economie. Het versterken van de werkgeversbenadering kan leiden tot hogere marges.
150
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
4. Stadsbank Oost Nederland (vestiging in Hengelo) Taken: Kredietverstrekking, Schuldsanering, Uitvoering Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, Bevorderen van spaarzin, Geven van voorlichting en advies. Als gevolg van de economische situatie wordt steeds vaker een beroep gedaan door burgers op deze instelling. Dat leidt tot een hogere gemeentelijke bijdrage (gebaseerd op het aantal cliënten afkomstig van een gemeente). Wethouder Ten Heuw heeft zitting in het dagelijks bestuur; Vanwege het toenemende aantal cliënten met betalingsproblemen lijkt het erop dat de SON zich in een groeimarkt beweegt. Door bijstellingen van beleid van diverse gemeenten is toch het aantal aanvragen iets gedaald. De SON kan zich verheugen op een goede reservepositie en weerstandsvermogen. Desondanks wordt in de begroting 2014 van de SON gepleit voor verdere versterking van het weerstandsvermogen. In 2014 valt het resultaat incidenteel lager uit omdat een dotatie aan de reserve wordt gedaan van € 544.000 ten behoeve van het algemeen bestuur. Een extern onderzoek naar de bedrijfsvoering en aansturing van de SON heeft geleid tot aanpassingen van de samenstelling van het management. Dit brengt extra éénmalige kosten met zich mee. Een blik op de meerjarenbegroting leert dat de personeelskosten blijven stijgen met gemiddeld 3,2% per jaar. Van Hengelo wordt een bijdrage verwacht van € 743.291. In 2013 was nog een bedrag opgenomen in de begroting van € 680.920. De gemeente Hengelo stuurt aan op minimaal handhaving van de nullijn. Weerstandsvermogen Schuldpositie Reservepositie Voorzieningen gespaard voor onderhoud Garantstellingen Rentelasten begroting 2014 financiële situatie
Stadsbank Oost Nederland behartiging belang gemeente 9 8 7 6
dienstverlening gemeente
5 4
beleidsrijk
3 2 1 0
dienstverlening burger
Stadsbank Oost Nederland
fin belang/risico
fin winst
151
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
5. Openbaar Lichaam Crematoria Twente (vestigingen in Usselo en Almelo) Taken: Het openbaar lichaam bezit de aandelen van Crematoria Twente/Oost Nederland B.V. De B.V. heeft tot taak het in stand houden en exploiteren van de crematoria in de regio. Gemeenten dragen niet bij in de exploitatie, ontvangen wel een dividend. Hengelo maakt géén deel uit van het Dagelijks Bestuur, wèl van het AB. Het OLCT is enig aandeelhouder van Crematoria Twente BV. Jaarlijks keert Crematoria Twente BV de jaarwinst uit aan het OLCT. Deze doet vervolgens op basis van het aantal cliënten/crematies een voorschot aan de aangesloten gemeenten en een nabetaling in het jaar erop. Wethouder Mulder vertegenwoordigt de gemeente Hengelo in het AB van dit openbaar lichaam. In de komende jaren zal het uit te keren bedrag verminderen, vanwege de verwachte opening in 2015 van de nieuwe vestiging in Oldenzaal en de omvangrijke investeringen in de vestigingen van Enschede en Almelo. In juni 2012 is door het AB een strategisch beleidsplan vastgesteld dat in deze vervangingsinvesteringen voorziet. Daarnaast wordt overwogen een nieuwe vestiging te bouwen in of in de omgeving van Hengelo. Doel hiervan is het weren van toetreders. Bij toetreding in deze ‘markt’ is de kans groot dat de bedrijfsvoering onrendabel wordt. De meest recente meerjarenbegroting laat zien dat als gevolg van de te verrichten investeringen de resultaten op korte termijn veel lager zullen uitpakken. Op de middellange termijn herstellen de winsten zich weer. Dat zou kunnen betekenen dat in de komende jaren geen of veel minder dividend zal worden uitgekeerd door CTON BV aan het OLCT. Weerstandsvermogen Schuldpositie reservepositie voorzieningen gespaard voor onderhoud garantstellingen rentelasten begroting 2014 financiële situatie
OLCT behartiging belang gemeente 8 7 6 5
dienstverlening gemeente
4
beleidsrijk
3 2 1 0
dienstverlening burger
OLCT
fin belang/risico
fin winst
152
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
6. Openbaar Lichaam Regionaal Bedrijventerrein Twente (gevestigd in Almelo) Gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Almelo, Borne, Enschede en Hengelo (de partners van Netwerkstad Twente) en de provincie Overijssel met als doel samen het XL Businesspark te ontwikkelen, te exploiteren en te beheren. De laatst herziene exploitatieopzet blijft ruim binnen de vastgestelde marges. Alle partijen dragen voor 23% risico, met uitzondering van de gemeente Borne, die voor 8% deelneemt . De herziene grondexploitatiebegroting sluit met een verwacht tekort (op basis van netto contante waarde) van 8,8 miljoen euro. Voornaamste oorzaak: verkoop van percelen duurt langer dan verwacht en daardoor lopen de rentekosten op. Het DB van het OL RBT doet er alles aan om de vooruitzichten te verbeteren, onder meer door de aanleg van een haven en de verlaging van de omslagrente als gevolg van verbeterde omstandigheden op de geld- en kapitaalmarkt. Doch dit heeft niet geleid tot een verbetering van het financiële perspectief. Er zijn nog steeds aanmerkelijke risico’s in de verdere ontwikkeling en exploitatie. Financiële situatie Het geïnvesteerd vermogen (boekwaarde) bedraagt 77,7 miljoen euro per 31.12.12. Netto contant gemaakt (teruggerekend tegen een rente van 4,13%) bedraagt het tekort 11,3 miljoen euro. De gemeente Hengelo draait voor 23% van dit tekort op. Hiervoor is een voorziening getroffen. De rekenrente bedraagt 3,64% tot 2014 en 4,25% rente erna. Dit is krap, maar in de huidige situatie op de kapitaalmarkt haalbaar. Risico-analyse De volgende risico’s worden geformuleerd: > Civieltechnische kosten > verwervingskosten > uitgiftefasering > uitgifteprijs > plankosten > rentelasten
reëel begroot relatief hoog begroot relatief optimistisch conservatief relatief optimistisch risico kan worden gedrukt door te consolideren
weerstandsvermogen Schuldpositie Reservepositie Voorzieningen gespaard voor onderhoud Garantstellingen Rentelasten begroting 2014 financiële situatie
153
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
OL RBT
XL Businesspark behartiging belang gemeente 9 8 7 6
dienstverlening gemeente
5 4
beleidsrijk
3 2 1 0
dienstverlening burger
XL Businesspark
fin belang/risico
fin winst
154
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
7. Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente (GBT), gevestigd in Hengelo: Gemeenschappelijke regeling, officieel van start gegaan op 1 januari 2009, die tot doel heeft de gemeentelijke belastingaanslagen, heffingen en retributies op te leggen en te innen voor de gemeenten Borne, Hengelo en Enschede. Het GBT is gevestigd op het Stadskantoor in Hengelo. Het GBT functioneert na een korte aanloopperiode naar wens. Aanloopproblemen zijn adequaat opgevangen. De aanloopkosten zijn inmiddels terugverdiend. De gemeente Losser is per 1 januari 2011 toegetreden, de gemeente Haaksbergen per 1 januari 2012, Almelo per 1 januari 2013, Oldenzaal per 1 juli 2013. Hierdoor is het ook noodzakelijk geworden om de gemeenschappelijke regeling aan te passen, met name op het gebied van zeggenschap. Dit heeft inmiddels plaatsgevonden. Verdere uitbreidingen worden niet uitgesloten. De toetreding leidt tot efficiencyvoordelen, die op zich weer leiden tot lagere lasten voor de gemeenten. Hengelo maakt deel uit van het DB van het GBT, in de persoon van wethouder Mulder. weerstandsvermogen schuldpositie reservepositie voorzieningen gespaard voor onderhoud garantstellingen rentelasten begroting 2014 financiële situatie
GBT behartiging belang gemeente 9 8 7 6
dienstverlening gemeente
5 4
beleidsrijk
3 2 1 0
dienstverlening burger
GBT
fin belang/risico
fin winst
8. Bestuursovereenkomst Samenwerking Handhaving Overijssel Wethouder Lievers vertegenwoordigt de belangen van de gemeente Hengelo. Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen te melden.
155
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
B.
Verbonden partijen Verenigingen:
1.
VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten)
De begroting wordt jaarlijks vastgesteld door de Algemene Vergadering. Bijdrage bestaat uit de jaarlijkse contributie (een bedrag per inwoner). Als gevolg van de aankomende bezuinigingen is de bijdrage van gemeenten aan de VNG bevroren op het huidige niveau. De VNG heeft de tering naar de nering gezet, maar kent nog steeds een gezonde reservepositie. weerstandsvermogen schuldpositie reservepositie voorzieningen gespaard voor onderhoud garantstellingen rentelasten begroting 2014 financiële situatie
VNG behartiging belang gemeente 9 8 7 6
dienstverlening gemeente
5 4
beleidsrijk
3 2 1 0
Reeks1
fin belang/risico
dienstverlening burger
fin winst
2. VEGANN (Vereniging gemeentelijke aandeelhouders Noord Nederland) Wethouder Mulder heeft vanuit de VNG-Overijssel zitting in het bestuur, en neemt vanuit die rol zitting in de aandeelhouderscommissie van Enexis NV. In februari 2010 zijn de statuten gewijzigd vanwege de verkoop van aandelen Essent aan RWE. De Vegann functioneert als vertegenwoordiger van de belangen van de aandeelhouders van onder meer Enexis NV, Attero NV en EPZ NV. Er is ook in 2014 geen contributie verschuldigd.
156
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
C
Publiek-private samenwerking
Samenwerkingsovereenkomst Hart van Zuid In de vergadering van 26 maart 2003 besloot de raad in te stemmen met de samenwerkingsovereenkomst Hart van Zuid met (onder meer) de Van Wijnen Groep NV. Deze SOK regelt de randvoorwaarden, uitgangspunten en besluitvormingsprocessen, waaronder een langjarige samenwerking, die aangegaan kan worden voor de locatieontwikkeling, de vastgoedontwikkeling en de vastgoedrealisatie van het exploitatiegebied Hart van Zuid.
D
Deelnemingen in vennootschappen
1. NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank) Net als andere banken heeft de Bank Nederlandse Gemeenten te kampen gehad met de gevolgen van de kredietcrisis. Dit heeft geleid tot een winststijging, hoe paradoxaal dat ook klinkt, vanwege hogere rentemarges die kunnen worden gevraagd. De gemeente Hengelo bezit enkele tienden van procenten van de aandelen BNG. In 2012 hebben de aandeelhouders besloten om het dividend te maximeren op 25% van de nettowinst. Dit om het de BNG mogelijk te maken om te voldoen aan de strengere Basel 3-normen. De vooruitzichten voor de winstmarges in de komende jaren zijn redelijk goed. Dit is aanleiding geweest om de dividendraming iets naar boven bij te stellen. De Basel 3 richtlijnen vereisen een eigen vermogen van minimaal 3% van het uitgezette leningbedrag. Indien het verminderen van de winstuitkering niet voldoende is om aan de richtlijnen te voldoen wordt overwogen om achtergesteld eigen vermogen uit te geven. De komende jaren zal de BNG naar verwachting de gevolgen ondervinden van de invoering van de Bankenbelasting. Over 2012 moest die voor het eerst worden afgedragen aan de fiscus. Bovendien valt een deel van de markt weg door het verplichte schatkistbankieren, dat vanaf 1 januari 2014 aan de gemeenten wordt opgelegd. De BNG geniet nog steeds een AAA-rating, hoewel de rating-agencies een negatieve outlook hanteren. Maar dat geldt ook voor de Staat der Nederlanden. De BNG blijft derhalve een uiterst solide bank.
BNG behartiging belang gemeente 9 8 7 6
dienstverlening gemeente
5 4
beleidsrijk
3 2 1 0
dienstverlening burger
BNG
fin belang/risico
fin winst
157
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
weerstandsvermogen schuldpositie reservepositie voorzieningen gespaard voor onderhoud garantstellingen rentelasten begroting 2014 financiële situatie
2a. Enexis N.V., gevestigd in Rosmalen Enexis NV is in 2009 op grond van de Splitsingswet losgekoppeld van voormalig moederbedrijf Essent NV. Dat betekent ook dat Enexis NV separaat gefinancierd moest worden. Dit heeft, in overleg met en met toestemming van de aandeelhouders (waaronder de gemeente Hengelo) en het Ministerie van BZK in de vorm van een viertal geldleningen met een looptijd van 3 tot 10 jaar en een rente van gemiddeld 4,65%. Voor Hengelo gaat het om een bedrag van € 3,8 miljoen. Inmiddels heeft vervroegde aflossing van de eerste en de tweede geldlening plaatsgevonden. Daarnaast bezit Hengelo 0,216% van de aandelen Enexis NV. De jaarrekening van Enexis over 2012 laat zien dat het resultaat is gestabiliseerd op (2011: 229 mln). Enexis blijft een zeer gezond bedrijf met een solvabiliteit van bijna 50%. De dividenduitkering in de komende jaren bedraagt 50% van de nettowinst. Dat betekent voor Hengelo een dividend van € 250.000,- (afgerond, gebaseerd op 323.314 aandelen). Vanwege een verlaging van de winstdoelstellingen in de komende jaren moet echter in de begroting worden rekening gehouden met een dividend van ongeveer € 170.000,-. Wethouder Mulder heeft vanaf najaar 2012 zitting in de aandeelhouderscommissie van Enexis NV. weerstandsvermogen schuldpositie reservepositie voorzieningen gespaard voor onderhoud garantstellingen rentelasten begroting 2014 financiële situatie 2b
Attero NV
De aandelen Attero (de gemeente Hengelo bezit er ruim 323.000) zouden eerst separaat verkocht worden, maar vanwege het uitblijven van een goed bod is besloten de aandelen vooralsnog aan te houden en onder te brengen in een aparte NV. De verkrijgingswaarde van deze aandelen is op nihil gewaardeerd, geheel in lijn met de aanwijzingen van de provincie en de accountant. De afvalmarkt kent een behoorlijke overcapaciteit. Dit heeft tot gevolg dat zowel omzet als resultaat tegenvallen. Dus ook het dividend. Dat wordt als volgt uitgekeerd: 30% van de nettowinst als de solvabiliteit lager is dan 35% 50% van de nettowinst in andere gevallen Steeds met een minimum van 7,5 mln De solvabiliteit bedraagt minder dan 30%, maar dankzij het minimum is 7,5 mln aan dividend uitgekeerd, zijnde € 0,0508 per aandeel, ofwel € 16.000,-. Met dit dividend zal ook in de komende jaren rekening worden gehouden. Het afgelopen jaar is Attero een aantal klanten kwijtgeraakt, omdat afvalcontracten elders werden afgesloten. Dit zal waarschijnlijk gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering in de komende jaren. Het bedrijf staat in de etalage, Delta heeft belangstelling getoond, maar een concreet bod is er nog niet geweest. weerstandsvermogen schuldpositie reservepositie 158
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
voorzieningen gespaard voor onderhoud garantstellingen rentelasten begroting 2014 financiële situatie
2c
CBL Vennootschap BV:
Betreft de BV, die zich bezighoudt met het afwikkelen van de Cross Border Lease contracten, die als gevolg van de fusie en veranderde wetgeving moeten worden afgewikkeld. Er is sprake van een negatief resultaat, met name als gevolg van management en bedrijfskosten en een klein renteverschil. Het negatief resultaat kan ten laste van het eigen vermogen worden gebracht. Hiervoor kan het bij de overname gevormde escrow-fonds worden gebruikt.
2d
Verkoop Vennootschap BV.
Op 31 maart 2011 is het eerste deel van de Escrow vrijgevallen. De komende jaren zal het restant fonds vrijvallen. Hiermee is in de begroting geen rekening gehouden, omdat het tijdstip nog niet kan worden aangegeven.
2e
Claim Staat Vennootschap BV:
Er worden geen ontwikkelingen verwacht in 2014. Het betreft hier een BV die bedoeld is om de claims naar aanleiding van de verkoop aan de Essent aandelen af te handelen. Het financiële belang is minimaal;
2g
Vordering op Enexis BV.
Betreft de BV, die de vorderingen heeft geregistreerd en toezicht houdt op rentebetaling en aflossing op de leningen die door de aandeelhouders zijn verstrekt aan Enexis NV.
Enexis behartiging belang gemeente 8 7 6 5
dienstverlening gemeente
4
beleidsrijk
3 2 1 0
dienstverlening burger
Enexis
fin belang/risico
fin winst
159
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
3.
Vitens
De gemeente Hengelo bezit 46.329 aandelen, ongeveer 0,81%. Omzet en winst ontwikkelen zich volgens verwachting. Vitens heeft enkele aanpassingen aan op het gebied van financieel beleid gedaan, en dan met name het dividendbeleid. Tot op heden is dit (zoals hierboven aangegeven) gekoppeld aan het eigen vermogen. Nu heeft de AVA besloten het dividend te koppelen aan het netto resultaat en een percentage aan dividend uit te betalen tussen de 40% en 75%. In 2012 bedraagt het dividend € 2,57 per aandeel, bijna € 120.000,- op basis van 46.329 aandelen. Dat is conform de raming. Het nettoresultaat over 2012 bedraagt 29 mln positief (2011: 36 mln). De solvabiliteit is 23%. Het eigen vermogen daalt (!) als gevolg van een daling van de waarde van de derivaten (renteswaps) die zijn aangetrokken om de rentelasten te drukken. De begroting houdt rekening met een stabiel dividend. Vitens zal het drinkwatertarief de komende jaren gelijk houden. weerstandsvermogen schuldpositie reservepositie voorzieningen gespaard voor onderhoud garantstellingen rentelasten begroting 2014 financiële situatie
Vitens behartiging belang gemeente 9 8 7 6
dienstverlening gemeente
5 4
beleidsrijk
3 2 1 0
dienstverlening burger
Vitens
fin belang/risico
fin winst
160
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
4. Twente Milieu (vestigingen in Almelo, Enschede en Hengelo) Betreft een samensmelting van gemeentelijke reinigingsdiensten uit Almelo, Enschede, Hengelo en Oldenzaal. In 1997 is het bedrijf opgericht, waarbij deze gemeenten aandeelhouder werden. Op 1 januari 1998 traden de Hof van Twente-gemeenten toe, en in 2013 de gemeente Borne, waardoor het bedrijf op dit moment zes gemeentelijke aandeelhouders kent. In 2013 heeft een statutenwijziging plaatsgevonden, waardoor de machtsverhoudingen verschuiven van de aandeelhouders naar de Raad van Commissarissen. Een en ander is het gevolg van aangescherpte (Europese) wetgeving. Er wordt geen dividend ontvangen uit deze participatie. Dat komt omdat de aandeelhouders hebben besloten eerst de solvabiliteit om een gewenst niveau van minimaal 30% te brengen. Indien de solvabiliteit de 30% overschrijdt wordt in eerste instantie gestreefd naar tariefsverlaging. Twente Milieu zet efficiëncy, lage tarieven en vooral milieubesparende maatregelen voorop ten koste van de winstdoelstellingen. Dat betekent dat fors geïnvesteerd wordt in afvalinzameling volgens de ‘ladder van Lansink’. weerstandsvermogen schuldpositie reservepositie voorzieningen gespaard voor onderhoud garantstellingen rentelasten begroting 2014 financiële situatie
Twente Milieu behartiging belang gemeente 9 8 7 6
dienstverlening gemeente
5 4
beleidsrijk
3 2 1 0
dienstverlening burger
Twente Milieu
fin belang/risico
fin winst
161
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
5. Twence Holding BV In oktober 2009 heeft de regioraad van de Regio Twente besloten tot overdracht van de aandelen Twence aan de Twentse gemeenten. Het dividend van Twence is in twee delen geknipt. Het eerste deel, de algemene winstuitkering, geraamd op 2,5 miljoen euro (ongeveer 3 ton voor Hengelo) zal naar rato van het aantal inwoners worden uitgekeerd aan de aandeelhouders. Het bijzondere deel, groot 8 miljoen, blijft gedurende minimaal 10 jaar beschikbaar voor de Regio Twente ten behoeve van uitvoering van de Agenda van Twente. Daarbij is afgesproken dat Twence het recht heeft op aanlevering van al het restafval tegen een vastgelegd relatief hoog tarief. Daarnaast kan Twence beschikken over het recyclebare afval, mits een marktconform tarief wordt geboden. De winst over 2012 was voldoende om de bijdrage aan de Agenda van Twente te kunnen voldoen én om het reguliere dividend aan de aandeelhouders te kunnen betalen. Ook voor 2013 en verder wordt rekening gehouden met een succesvol jaar, waarin voldoende winst wordt gegenereerd. Hiermee is ook in de begroting 2014 rekening gehouden. Inmiddels heeft de daadwerkelijke overgang van de aandelen naar de gemeenten plaatsgevonden. Het dividend voor de Agenda van Twente voor de regio wordt gewaarborgd door een cumulatief preferent aandeel. Overigens is en blijft 15% van de aandelen in bezit van Attero NV. Twence heeft inmiddels stappen ondernomen om de winstgevendheid voor de toekomst veilig te stellen. Dit in de vorm van een strategisch beleidsplan. In het plan wordt ernaar gestreefd om de mogelijkheden tot productie van duurzame energie voor Twence te vergroten. weerstandsvermogen schuldpositie reservepositie voorzieningen gespaard voor onderhoud garantstellingen rentelasten begroting 2014 financiële situatie
Twence behartiging belang gemeente 9 8 7 6
dienstverlening gemeente
5 4
beleidsrijk
3 2 1 0
dienstverlening burger
Twence
fin belang/risico
fin winst
162
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
E
Overige verbonden partijen
1.
NV Wonen Boven Winkels:
Deze NV is na een raadsbesluit van 11 maart 2008 opgericht door Woningstichting Welbions en de gemeente Hengelo en heeft tot doel het wonen boven winkels te stimuleren om daarmee een verbetering van de kwalitatieve uitstraling en de leefbaarheid van de binnenstad te bewerkstelligen. Er is een startkapitaal van € 1.300.000,-, waarvan de helft van de gemeente Hengelo, met een gemeentelijke bijdrage van € 650.000,- uit de GSB-middelen. Wethouder Bron vervult vanaf april 2010 de rol van aandeelhouder (artikel 2 Aandeelhoudersovereenkomst 2008).
2.
Warmtenet BV i.o. (gevestigd in Hengelo)
De BV is nog steeds in oprichting. De raad heeft (in juni 2009) de bereidheid uitgesproken om voor een bedrag van 3,57 miljoen euro aandelen aan te houden in de BV. Besprekingen over de omzetting van een reeds verstrekte achtergestelde lening van 1,8 mln. euro naar een deelname in aandelen van de Provincie zijn nog in volle gang, maar de uitkomst is sterk afhankelijk van een uitspraak van de Europese Commissie of al dan niet sprake is van ontoelaatbare staatssteun. De uitspraak wordt pas in 2014 verwacht. Intussen gaan de voorbereidingen voor de oprichting van de BV onverminderd door. Daarnaast wordt naarstig gezocht naar een derde partij, die risicodragend wil participeren. In het herziene businessplan wordt rekening gehouden met een relatief somber economisch scenario. Het aantal nieuwe aansluitingen is beperkt, evenals de verwachte stijging van de energieprijzen. Desondanks kan het Warmtenet minimaal kostendekkend worden geëxploiteerd, zo blijkt ook uit een contra-expertise van Ernst & Young. In mei 2012 heeft de gemeenteraad dan ook besloten om in te stemmen met het bedrijfsplan Warmtenet 2012- 2041 en een vervolg-raamkrediet beschikbaar te stellen van 13,9 miljoen euro bruto, op te delen in tranches, die ieder voor zich een nieuw raadsbesluit vragen. Als gevolg van dit besluit stijgt het bedrag aan noodzakelijk weerstandsvermogen met 0,6 miljoen euro. weerstandsvermogen schuldpositie reservepositie voorzieningen gespaard voor onderhoud garantstellingen rentelasten begroting 2014 financiële situatie
Warmtenet Hengelo BV behartiging belang gemeente 9 8 7 6
dienstverlening gemeente
5 4
beleidsrijk
3 2 1 0
dienstverlening burger
Warmtenet Hengelo BV
fin belang/risico
fin winst
163
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
3.
WTC (Stichting World Trade Center Twente, gevestigd in Hengelo)
Voor het uitvoeren van activiteiten in het kader van het WTC heeft de raad in maart 2008 besloten een lening van € 500.000,- te verstrekken. De lening is in 2009 gestort. Voor co-financiering heeft de Regioraad in 2008 besloten een bijdrage te verlenen van eveneens € 500.000,-, te verstrekken in vier termijnen. De missie van het World Trade Center (WTC) Twente is het bevorderen van internationale activiteiten in haar werkgebied; de Euregio. Datzelfde geldt voor uitwisselen van kennis en ervaring met het internationaal zakendoen tussen ondernemers, overheden en kennisinstellingen in haar werkgebied. De Stichting WTC zou ingaande 2014 gaan terugbetalen op de verstrekte lening omdat volgens verwachting er dan een gebouw zou zijn met een verdienmodel. Het gebouw laat op zich wachten omdat de ontwikkeling van het kantoren business district niet echt op gang komt. Door de recente uitspraak in hoger beroep van de rechter inzake het huisvestingsconflict over De Bolder is de financiële situatie van het WTC plotseling verslechterd. Dat heeft geleid tot een substantiële kostenreductie, waaronder ook het salaris van de directeur maar leidt er ook toe dat er een nieuw perspectief voor de afspraken tussen gemeente en WTC moeten worden gemaakt. Sommige betalingen zijn nu ook even opgeschort. Het lijkt er op dat nu de gemeente 50.000 bijdraagt als Founding Father en ook nog 10.000 voor de licentie ook de Provincie en de Regio ieder 60.000 per jaar zullen bijdragen. Dan kan het WTC weer aan zijn verplichtingen voldoen en ook gaan bouwen aan de toekomst. weerstandsvermogen schuldpositie reservepositie voorzieningen gespaard voor onderhoud garantstellingen rentelasten begroting 2014 financiële situatie
164
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
WTC Twente behartiging belang gemeente 8 7 6 5
dienstverlening gemeente
beleidsrijk
4 3 2 1 0
WTC Twente
dienstverlening burger
fin belang/risico
fin winst
Dividenden:
aantal aandelen:
raming 2014
werk. 2012
BNG NV Enexis NV CBL Vennootschap BV Verkoop Vennootschap BV Vordering Enexis BV PBE BV Verkoop PBE Attero Vitens Twence BV (basis)
174.486 323.314
250.000 200.000 0 0 0 0 15.000 120.000 300.000
200.000 248.952 0 10.800 2.400 909 0 17.718 124.161 304.470
96.000
138.180
26.329
OL Crematoria Twente
165
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
6.7: Bedrijfsvoering
6.7.1
Organisatie
Onze organisatie zit middenin een periode van tegelijkertijd afbouw door bezuinigingen en opbouw van de organisatie door nieuwe taken en ontwikkelingen. We bezuinigen op personeel maar weten ook dat we over een paar jaar te maken krijgen met schaarste op de arbeidsmarkt. We hebben taken geschrapt en formatie opgeheven. Maar we zullen daarnaast ook moeten anticiperen op de verdere vergrijzing en ontgroening van onze organisatie. De opgave waar we voor staan is: bezuinigen en ontwikkelen. Dit heeft de afgelopen periode veel inzet op P&O-gebied gevraagd en dat zal ook in 2014 het geval zijn. Achter elk doel voor 2014 staat een globale beschrijving van de manier waarop we de doelen willen bereiken.
DOELEN Te bereiken
Te doen
Een resultaatgerichte, effectieve en efficiënte organisatie
Een flexibele organisatie met een grote mate van mobiliteit
Benutten van samenwerkingsmogelijkheden in Netwerkstad Twente en de Regio
6.7.2
Optimaliseren van de bedrijfsvoering en realiseren van samenhangende sturing m.b.v. strategische personeelsplanning en resultaatgerichte afspraken, rekening houdend met een krimpende organisatie. Het vergroten van de inzetbaarheid en mobiliteit van medewerkers en het stimuleren van een lerend klimaat. Aanwezige capaciteit en competenties in kaart brengen als onderdeel van strategische personeelsplanning. Werken voor de Twentse overheid: Twentse cao. Regionaal mobiliteits- en opleidingscentrum. Profileren als één Twentse werkgever op de arbeidsmarkt.
Arbeidsvoorwaarden
Goed en aantrekkelijk werkgeverschap vraagt onder meer om een modern arbeidsvoorwaardenbeleid. De uitgangspunten van de CAO geven daarbij de richting aan. In 2014 wordt de nieuwe cao verwacht, waarin onder andere het hoofdstuk over beloning wordt vereenvoudigd en gemoderniseerd. Regionaal wordt gestreefd naar één Twentse cao, waarbij de arbeidsvoorwaarden van de verschillende Twentse gemeenten geharmoniseerd worden.
Doelen
Te bereiken
Te doen
Implementatie nieuwe cao Eén Twentse cao
Uitwerken afspraken. In overleg met de betrokken partijen de arbeidsvoorwaarden harmoniseren. In overleg met de medezeggenschap een passend pakket aan arbeidsvoorwaarden samenstellen waarin het streven naar goed en aantrekkelijk werkgeverschap tot uiting komt.
Passend arbeidsvoorwaardenbeleid
166
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
6.7.3
Personeel
Veranderingen in de organisatie en de wijze waarop het personeelsbeleid wordt vormgegeven en uitgevoerd moeten goed op elkaar aansluiten. Een modern personeelsbeleid dat aansluit bij de wensen van werknemers en de organisatiedoelstellingen is een voorwaarde voor een goed presterende organisatie. Goed werkgeverschap houdt ook in dat het personeelsbeleid een cultuur van leren en vernieuwen ondersteunt. Het gaat hierbij om meer dan het optimaal benutten en inzetten van de aanwezige competenties en kwaliteiten van medewerkers. Het moet uitnodigen tot ontwikkelen en leren, tot veranderen en verbreden van de inzetbaarheid. Dat laatste is juist in tijden van bezuinigingen, waarin ook ontgroening en vergrijzing optreden, van groot belang.
DOELEN
Te bereiken
Te doen
Modern en aantrekkelijk werkgeverschap
Zorgdragen voor een prettig werkklimaat, ruime ontwikkelmogelijkheden voor medewerkers en aandacht voor talentontwikkeling. Daarnaast een modern arbeidsvoorwaardenbeleid ontwikkelen. Diverse activiteiten en programma’s binnen de Hengelo Academie, waar mogelijk in regionaal verband Stimulerende maatregelen en adequate begeleiding vanuit het Hengelose Ontwikkel Plein, waar mogelijk in regionaal verband. Opzetten van een programma gericht op talentontwikkeling en professionalisering binnen de Hengelo Academie. Onderhouden van maatregelen gericht op fysiek en mentaal gezonde medewerkers. Aandacht voor de rol van leidinggevenden bij (langdurig) verzuim.
Vergroten leervermogen en verbreden inzetbaarheid
Vergroten van mobiliteit
Optimaal benutten van talenten
Goede arbeidsomstandigheden (veiligheid, gezondheid en welzijn). Een verlaging van het ziekteverzuim naar maximaal 5%.
6.7.4. Informatievoorziening /-technologie
Inleiding. De organisatie blijft sterk inzetten op het verhogen van de efficiency van de bedrijfsvoering. De samenwerking met andere gemeenten in de regio op het terrein van ICT zal de komende jaren concreet van de grond komen. Uitgangspunt blijft dat we een goede dienstverlening willen bieden aan onze burgers. Het belang van van ICT als middel om dit te bereiken neemt nog steeds toe.
Te bereiken
Te doen
Zakensysteem operationeel
Digitaal zaakgericht werken is een procesgerichte manier van werken waarbij informatie is geordend op basis van de werkprocessen van de organisatie. Door informatie te koppelen aan een zaak wordt deze informatie in samenhang weergegeven. In 2014 wordt gewerkt aan de koppeling met back-office systemen. invoering klantencontactsysteem binnen het zaaksysteem. optimaliseren bestuurlijke informatie-voorziening
Adequate basisinfrastructuur
Een moderne en robuuste ICT- infrastructuur wordt gerealiseerd in het programma “Roadmap ICT”. Dit programma loopt tot 2016, het moment dat het nieuwe stadskantoor in gebruik genomen zal worden. In de nieuwe infrastructuur zullen twee rekencentra opgenomen zijn. Deze twee rekencentra ondersteunen de werkplekken van de gemeente Hengelo en Oldenzaal. In 2014 zal een start worden gemaakt met het uitrollen van een nieuw communicatie platform.
Samenwerking in Twente verstevigen en uitbouwen
De samenwerking met Oldenzaal is in 2013 geformaliseerd. Per 1 juli is Hengelo verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de A in Oldenzaal. In 2014 zal de samenwerking op het terrein van ICT verdere vorm krijgen door het samenvoegen van de netwerken.
167
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Binnen het 'Shared Services Netwerk Twente' werken de Twentse gemeenten, Regio Twente, Waterschap Regge & Dinkel en de Veiligheidsregio Twente samen op het terrein van bedrijfsvoering. ICT is een van die terreinen waarop de samenwerking wordt gezocht. Hengelo neemt hier actief in deel. Een van de eerste onderwerpen is het samenwerken op het terrein van informatie beveiliging. Sinds enige tijd loopt al de gezamenlijke invoering van een Personeelsinformatie- en salarissysteem. Ook wordt in een regionaal samenwerkingsverband de basisregistratie Grootschalige Topografie geïmplementeerd. (Informatie) voorwaarden scheppen voor invoering decentralisaties
De decentralisatie van de AWBZ, Jeugdzorg en de uitvoering van de Participatiewet zal de komende jaren een forse inzet op en I en A capaciteit van de gemeente vergen. De gemeenten worden verantwoordelijk voor deze taakvelden en zullen naast beleid ook de bedrijfsvoering ervan gaan oppakken.
Modernisering geografische informatievoorziening
In 2014 zal in de gemeente Hengelo als uitvoering van het “GEO-beleidsplan” een nieuwe geo omgeving operationeel maken. Deze omgeving bestaat uit een geo gegevensmagazijn en een oplossing voor een efficiënte en effectieve ontsluiting van administratieve en geografische gegevens. Met behulp van deze omgeving zal de ontsluiting van de geografische data zowel intern als extern kunnen worden gefaciliteerd en kunnen medewerkers hun eigen analyses maken.
6.7.5. Control en auditing DOELSTELLING Concerncontrol en auditing dienen een bijdrage te leveren aan de verbetering van de besturing en de beheersing van de gemeentelijke organisatie. Daarvoor is nodig dat: - Beleidsvoornemens, planningen en normen voldoende toetsbaar zijn - Besluiten in overeenstemming met geldende wet en regelgeving worden genomen - Planning en control instrumenten er voor zorgen dat producten en diensten op norm en conform verwachtingen worden geleverd - Tussentijdse rapportages zo zijn ingericht dat zelfsturend en lerend vermogen van de ambtelijke organisatie wordt gestimuleerd - Het bestuur verantwoording af kan leggen over gekozen doelen, gemaakte keuzes, getroffen maatregelen, wijze van uitvoering en gerealiseerde prestaties in de jaarverslagen. Een organisatie die aan deze voorwaarden voldoet is “In Control”
DOELEN Te bereiken
Te doen
Toetsbare beleidsvoornemens
-
Rechtmatigheid (compliance)
-
Stuurbare sectorjaarplannen
-
-
Betrouwbare management informatie
168
╗ ║
-
Beleidsbegroting 2014 – 2017
Evaluatie door multidisciplinaire leesteams van account functionarissen Vaststellen dat de verbeterpunten in de plannen en beleidsvoornemens zichtbaar zijn. Opstellen, uitvoeren en verbeteren van het Jaarlijks Intern Controle Plan. Inzicht in de uitvoering van de begroting door tussentijdse voortgang rapportages. Toezien op Smart geformuleerde beleidsvoornemens, logica, interne consistentie, betrouwbaarheid en relevantie. Toezien op betrouwbaarheid van niet financiële indicatoren als bijvoorbeeld de dienstverlening prestaties. Beheersafspraken vastleggen van alle centrale informatiesystemen. versie 01-10-2013
Transparante verslaggeving
-
Versterking van het leervermogen
-
Organisatie In Control
-
Ontsluiten van de centrale informatiesystemen via Cognos10 in overleg met het management Opstellen van standaard rapporten in Cognos10 Toetsing van de Maraps door account functionarissen Kennis bevorderen in samenwerking met Hengelo Academy Aandacht voor risico identificatie Kennis bevorderen via de opleidingsplannen van de sectoren. Doorontwikkelen van risicomanagement bij verbonden partijen Uitvoeren van proces-audits Vaststellen dat bij kritische processen de interne beheersmaatregelen aantoonbaar effectief zijn
6.7.6 Inkopen van diensten, leveringen en werken Het Hengelose inkoopvolume (± 80 mln) wordt uitgegeven binnen een groot aantal wettelijke kaders (Europees en Nationaal). Maar Hengelo voert ook een eigen inkoopbeleid. Belangrijke doelen binnen dat beleid zijn, naast het streven naar een goede prijs-kwaliteitverhouding en rechtmatigheid, ook duurzaamheid, Social Return on Investment, innovatiebevordering en lokaal ondernemerschap. In 2013 is er voor het eerst een nationale aanbestedingswet van kracht geworden die de jaren van deze beleidbegroting vruchten moet gaan afwerpen. Deze wet zal afdwingen dat de hierboven genoemde doelen ook daadwerkelijk binnen inkooptrajecten nagestreefd moeten worden. In samenwerking met de 14 andere Twentse gemeenten wordt eind 2013 een gezamenlijk inkoopbeleid vastgesteld. Ook Hengelo zal binnen deze nieuwe kaders gaan inkopen in de periode 2014-2017. Beleidsmatig verschilt het regionale inkoopbeleid nauwelijks van het huidige. Bovendien wordt door de nieuwe aanbestedingswet al veel sturing gegeven. Het belangrijkste voordeel van het gezamenlijke beleid is de regionale uniformiteit, een grote wens van met name het (Twentse) bedrijfsleven.
Inkoopontwikkelingen Waar vroeger het beïnvloedbare inkoopvolume van de fysieke werken de overhand had, zal in de toekomst vooral de inkoop van zorg het grootste deel van de inkoopbegroting in beslag nemen. Indien alle transities doorgang vinden wordt dit meer dan 50% zelfs. En dat terwijl de impact van deze inkoopprocessen enorm kan zijn voor een aanzienlijk deel van het meest kwetsbare deel van de Hengelose bevolking. Een groot deel van de inkoopaandacht zal hier dan ook naar toe moeten binnen de organisatie. Er is inmiddels een ambtelijke werkgroep “Inkoop/Subsidiëren & Juridische zaken” bezig met dit thema.
Te bereiken:
Te doen:
Regionale samenwerking
-
Samenwerking Netwerkstad verder uitbouwen Uniformeren beleid en voorwaarden Het regionale inkoopbeleid implementeren
WMO-transities
-
Adviseren organisatie over zorginkoop Continueren van ambtelijke werkgroep Inkoop/Subsidiëren & Juridische zaken”.
Doorontwikkeling inkoopfunctie
-
Management ondersteunen met inkoopdiagnoses via het dashboard Realiseren contractmanagement Adviseren organisatie over gevolgen nieuwe aanbestedingswet
-
169
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
6.8: Investeringen
Algemene Reserve Investeringen (ARI) Met de vaststelling van de begroting 2009 is de Algemene Reserve Investeringen (ARI) ingesteld. In de Kadernota 2009-2012 is de eerste inventarisatie van via ARI te dekken investeringen gemaakt. Deze inventarisatie is naderhand geactualiseerd, mede naar aanleiding van de maatregelen in het kader van Herontwerp. Deze betreffen: • de versoberingsmaatregelen, die zijn vastgesteld bij de begrotingsbehandeling 2011; • de maatregelen op basis van “Vernieuwen en bezuinigen”, die zijn vastgesteld bij de begrotingsbehandeling 2012; Daarnaast is in de begroting 2014-2017, door de verlaging van het rente-omslagpercentage van 5,5 % naar 4,5 %, de toevoeging aan de reserve ARI verlaagd. Deze maatregelen leiden tot het volgend bijgesteld overzicht van de ARI-investeringen:
Netttoinvesteringsbedrag
gewijzigd gereed
looptijd
2015
30
2010 e.v.
divers
2015
divers
2013 e.v.
30
60.000
2013
n.v.t.
Weusthagpark 7 km fietspad
0
n.v.t.
n.v.t.
Weusthagpark 5 km wandelpad
0
n.v.t.
n.v.t.
3.880.000
2015
30
HOV Enschede centrum – Hengelo Centrum overig deel
0
n.v.t.
n.v.t.
Toegankelijkheid bushaltes
0
n.v.t.
n.v.t.
Omschrijving Centraal Station Twente
3.000.000
Uitvoering n.a.v. Binnenstadsdebat
647.100
Stadskantoor/Stadhuis fase 1 (t.l.v. algemene middelen)
22.161.100
Winkelcentrum Esrein-Hart van Zuid, Inrichting openbare ruimte
1.450.000
Evaluatie 30 km/uur gebieden (kleine aanpassingen)
HOV Kruispunt Kuipersdijk
Totaal
31.198.200
In de begroting 2014-2017 is, conform eerdere besluitvorming, rekening gehouden met de volgende toevoegingen aan de reserve ARI (* € 1.000):
170
2014:
2015:
2016:
2017:
€ 1.407
€ 1.245
-
-
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
7
171
Financiële toelichting
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
7.1 Recapitulatie baten en lasten per hoofdfunctie
172
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
7.2: De financiële toelichting per hoofdfunctie
Inleiding In deze paragraaf worden verschillen van de begroting 2014 ten opzichte van de begroting 2013 toegelicht. Tussen haakjes staat de afwijking van de begroting 2014 t.o.v. 2013 (+ = voordeel; - = nadeel). Bij de financiële analyses worden zoals gebruikelijk de verschillen boven de € 50.000 dan wel een afwijking die groter is dan 10 % van het budget toegelicht. Dit is een ander soort toelichting dan wordt gegeven in hoofdstuk 4 “De financiën van de gemeente Hengelo”. In hoofdstuk 4 vindt een vergelijking plaats tussen dezelfde jaarschijven van de Kadernota 2014 -2017 en de nu voorliggende begroting 2014-2017. Na de Kadernota is de begroting op detailniveau geactualiseerd. Dit heeft o.a. geleid tot een opwaartse aanpassing van het aantal bijstandsontvangers voor de komende jaren. De cijfers uit deze twee verschillende onderdelen kunnen dus niet zonder meer met elkaar worden vergeleken.
173
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Analyse hoofdfunctie 0 – Algemeen bestuur
P001 Bestuursorganen (+ 152.000) Als gevolg van een lagere rekenrente wordt een hogere noodzakelijke dotatie aan de voorziening pensioenen wethouders verwacht (- 27.000). Naar verwachting zullen er in 2014 ten opzichte van 2013 minder wachtgeldverplichtingen aan voormalige bestuurders zijn (+ 88.000). In de loop van 2014 zal het nieuwe college van Burgemeester en wethouders, op basis van de bezuinigingsronde “Koersvast in krappe tijden”, door een wethouder minder worden vertegenwoordigd (- 75.000). Op basis van de vastgestelde Kadernota 2014-2017 zal de gemeenteraad nog een bezuinigingstaakstelling van € 30.000 invullen. Daarnaast zijn de ramingen voor raadsvergoedingen en de salariskosten voor collegeleden naar het actuele niveau aangepast.
P002 Bestuursondersteuning (+ 93.000) Er zijn minder uren geraamd op Bestuursondersteuning algemeen als gevolg van de bedrijfsvoeringstaakstelling. De formatieve bezetting van de afdeling Stafondersteuning is verlaagd. Er wordt een hogere ureninzet verwacht op met name de strategische lobby. Per saldo resulteert dit in een voordeel van € 78.000. Tevens heeft de bezuinigingstaakstelling bedrijfsvoering o.a. geleid tot een vermindering van de formatie van de afdeling Communicatie. Hierdoor vertoont de doorbelasting aan het product Communicatie een structureel voordelig resultaat ten opzichte van de begroting 2013 (+ 95.000). Verder is de taakstelling verwerkt vanuit de Kadernota 2014-2017 (vermindering advertentiekosten en kosten externe betrekkingen, totaal € 12.500). Naar aanleiding van de aangenomen motie “telefonische meldingenlijn openbare ruimte, tijdens de behandeling van de Kadernota 2014-2015, is een bedrag van € 6.500 geraamd ten laste van de post “Onvoorziene tegenvallers”. Op basis van dekkingsplan 2013-2016 is de bijdrage aan de VNG met ingang van 2014 neerwaarts bijgesteld (+ 9.000). Daarnaast is de premie voor de aansprakelijkheidsverzekering verhoogd (- 75.000), zoals dat ook al was aangekondigd in het bijgesteld financieel perspectief Kadernota 2014-2017 (verwoord in de raadsbrief van medio juni 2013). Tenslotte is de toevoeging aan de voorziening FPU op niveau gebracht (-20.000).
174
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
P003 Burgerzaken (- 37.000) Voor de jaarschijf 2014 staan er verkiezingen gepland voor de gemeenteraad en het Europees parlement. Voor 2013 waren er geen verkiezingen in de begroting opgenomen. Uitgaand van een bedrag per verkiezing voor kosten derden ad € 85.700 betekent dit voor 2014 een incidenteel nadelig resultaat van circa € 171.000. In deze raming is reeds verwerkt de in de Kadernota 20142017 opgenomen bezuinigingstaakstelling van € 20.000 per verkiezing. De geplande verkiezingen voor de volgende jaren zijn: in 2015 Provinciale Staten, in 2016 geen en in 2017 de Tweede Kamer. Als gevolg van de vermindering van de formatie en een verlaging van het sectortarief wordt een voordelig resultaat t.o.v. 2013 bereikt van afgerond € 101.000 in de doorbelasting aan dit product. Tenslotte zijn er nog enkele kleinere positieve mutaties ten opzichte van de begroting 2013.
P005 Bestuurlijke samenwerking (- 48.000) In de Kadernota 2014-2017 en het Dekkingsplan 2013-2016 is uitgesproken dat de verbonden partijen, zoals de Regio Twente, een evenredige inbreng zal moeten leveren in de bezuinigingen. Daarom zijn in de meerjarenramingen 2015-2017 hiervoor taakstellingen opgenomen, hetgeen moet leiden tot lagere bijdragen. Echter is door de vaststelling van de begroting van de Regio Twente de bezuiniging in 2014 niet haalbaar. Ten opzichte van de begrotingsraming 2013 gaat het om een nadelig effect van € 46.000 op het algemene deel van de gevraagde regiobijdrage. Vanwege het aflopen van de derde fase van het Grote Steden beleid (GSB III) valt ook de eigen gemeentelijke bijdrage aan de diverse instituten, zoals KISS, NICIS en G32, weg (+ 40.000). Het jaar 2014 is laatste jaar met een restantbudget van € 19.800. Dit zal via een begrotingswijziging worden opgenomen. Daarnaast is er een hogere inzet van uren geraamd.
175
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Analyse hoofdfunctie 1 – Openbare orde en veiligheid
P120 Brandweer en rampenbestrijding (- 99.000) De gemeentelijke brandweer is per 1 januari 2013 overgegaan naar de Veiligheidsregio Twente. Sindsdien zijn de gemeentelijke lasten op dit product vervangen door een bijdrage aan de Veiligheidsregio. Door de vaststelling van de begroting 2014 van de Veiligheidsregio zijn wij verplicht om de verhoogde bijdrage voor 2014 te betalen, waardoor niet kan worden voldaan aan onze eerder opgelegde taakstelling. De taakstelling blijft in 2015 onverkort gehandhaafd. Naast deze bijdrage worden in 2014 nog de FLO-kosten (FLO=Functioneel leeftijdsontslag) van het voormalig brandweerpersoneel (€ 46.000) geraamd en een budget voor onderhoud en beheer brandkranen (structureel € 58.000).
P140 Openbare orde en veiligheid (- 41.000) Al meerdere jaren zijn de werkelijke bestedingen voor lijkschouwingen circa € 30.000 hoger dan geraamd. Hierover is zowel in eerdere beleidsrapportages als ook bij de jaarrekening 2012 gerapporteerd. In de Kadernota 2014-2017 is om die reden rekening gehouden met een autonome uitzetting van € 30.000 aan structurele lasten. Daarnaast is op basis van de Kadernota een voordeel van € 25.000 geraamd als gevolg van het beperken van kosten en het doorberekenen van kosten in de leges, m.b.t. APV en bijzondere wetten, zoals evenementenvergunningen. Resteert een hogere ureninzet op met name integrale veiligheid.
176
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Analyse hoofdfunctie 2 – Verkeer, vervoer en waterstaat
P210 Wegen, straten en pleinen (- 276.000) Er zijn, conform het eerder bijgesteld financieel perspectief van de Kadernota, diverse bedragen opgenomen voor areaaluitbreidingen: onderhoud wegen € 115.000, straatvegen e.d. € 15.000 en straatmeubilair inclusief afvalbakken € 15.000. Daarnaast zijn met ingang van deze begroting tevens de voorheen doorberekende kosten voor de haven, ad. € 50.000, direct ten laste van het product Haven opgenomen (Zie ook P 221 Binnenhavens en waterwegen). Er is in 2013 een incidentele bijdrage voor de investering West-Tangent (af)geraamd (- 332.000). Tevens zijn enkele bezuinigingen conform de Kadernota 2014-2017 op dit onderdeel verwerkt. Het betreft de taakstelling op het onderhoud van wegen (+ 100.000). Het bezuinigingsvoorstel om de kosten vanuit dit product (+ 60.000) door te belasten naar Riolering (P722). Deze laatste taakstelling komt boven op de eerdere identieke bezuiniging in het kader van Herontwerp zoekrichting F27/F33 (+ 50.000). Ook is de bezuiniging op het personeel van derden uit de bezuinigingsronde Herontwerp vernieuwen & bezuinigen 2012, voor een bedrag van € 25.000 verwerkt. De herverdeling van uren tussen diverse producten leidt tot een nadelig effect van circa € 65.000 op dit product. Het restant heeft met name te maken met de hogere kapitaallasten in verband met eerder uitgestelde vervangingsinvesteringen voor het schoonhouden van wegen en lagere kapitaallasten in verband met de verlaging van het omslagrentepercentage (per saldo - 18.000).
P211 Verkeersmaatregelen (+ 629.000) De grote verschillen worden hieronder opgesomd. Op dit onderdeel zijn de bezuinigingsmaatregelen “minder uitvoeringsmaatregelen op straat, verlaging advertentiekosten verkeersbesluiten en minder verkeersborden”, zoals genoemd in de Kadernota 2014-2017, verwerkt (+ 69.000). Daarnaast zijn door de verlaging van het omslagrentepercentage van 5,5 naar 4,5% en het uitstellen van het aanschaffen van een tractiemiddel de kapitaallasten verminderd met € 36.000. Een incidenteel voordeel van € 457.000 heeft betrekking op de in 2013 verwachte verrekeningen met diverse kredieten (F35 en Kiss & Ride). Er staan onttrekkingen uit de Reserve Duurzaam Veilig/fietspadenplan tegenover (zie ook P980), hetgeen een budgettair neutraal effect op de begroting heeft. In het kader van de areaaluitbreiding is voor o.a. verkeersregelinstallaties de begroting met ingang van 2014 verhoogd met € 13.000. De herverdeling van uren leidt tot een voordelig effect van circa € 87.000 op dit onderdeel. 177
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
P212 Openbaar vervoer (- 53.000) Door de uitbreiding van het aantal bollards (toegangscontrole voor bussen) en de daarmee gepaard gaande onderhoudskosten nemen de lasten met € 27.000 toe. Tevens zijn de geraamde kapitaallasten voor het Hoogwaardig Openbaar Vervoer hoger op dit product. In 2013 was deze extra last (als correctie op een stelpost) in hoofdfunctie 9 geraamd.
P214 Parkeren (- 200.000) In 2014 loopt het 10-jarig exploitatie-contract met P1 Parking Hengelo Centre BV af. Op basis van dit contract is de gemeente een afkoopsom verschuldigd van € 250.000. Er is begroot dat op de exploitatie van deze parkeergarage vanaf 2015 € 100.000 kan worden bespaard. Dit houdt verband met de garantieregeling, welke vervalt. De doorberekende apparaatskosten zijn in 2014 € 40.000 lager. Daarnaast vallen de kapitaallasten mee als gevolg van de verlaging van het renteomslagpercentage.
P221 Binnenhavens en waterwegen (- 75.000) Aan de haven worden meer lasten direct toegerekend (- 50.000). Zie ook de toelichting bij P 210. De herverdeling van uren tussen diverse producten leidt tot een nadelig effect van circa € 25.000 op dit product.
178
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Analyse hoofdfunctie 3 – Economische zaken
P310 Handel en ambacht (+ 337.000) In 2013 zijn incidentele lasten geraamd t.b.v. Breedband-activiteiten voor een bedrag van € 215.000. Echter hiertegenover stond een onttrekking uit de Reserve Communicatiebeleid (P980). De komende jaren wordt een hogere opbrengst verwacht in de vorm van de terugbetaling van de rentelast van de lening aan het WTC. In 2014 bedraagt deze € 28.000. In verband met bezuinigingstaakstellingen op het personele vlak worden minder uren geraamd, hetgeen resulteert in lagere personeelslasten (+ 95.000).
P320 Bedrijventerreinen (+ 66.000) In de sfeer van de personele lasten zijn er twee effecten te zien op dit product. Enerzijds zijn er door een bezuinigingstaakstelling lagere structurele lasten (+ 20.000) met ingang van 2014. Anderzijds waren er in 2013 incidentele personele lasten geraamd op dit product (+ 40.000), die dus in 2014 vervallen. Daarnaast zijn, door de verlaging van het omslagrentepercentage, de kapitaallasten verminderd.
P330 Warmtenet (+ 92.000) Als gevolg van het raadsbesluit omtrent het verlagen van het omslagrentepercentage vindt er een extra onttrekking uit de reserve Warmtenet plaats.
179
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Analyse hoofdfunctie 4 – Onderwijs
P420 Openbaar onderwijs (0) De Stichting Scholengroep Primato heeft voor het onderhoud € 200.000 geraamd in 2014. Dit is een verhoging van de uitgaven met € 66.000. Deze lasten worden volledig doorberekend aan het schoolbestuur.
P421 Onderwijshuisvesting (+ 817.000) Tegenover de lagere onttrekking ( - 1.118.000) uit de reserve onderwijshuisvesting staat voor hetzelfde bedrag een verlaging van de uitgaven ten opzichte van de raming in 2013. Binnen het product Onderwijshuisvesting zijn de kapitaallasten in totaliteit verlaagd met € 635.000; door een aanpassing van het omslagrentepercentage naar 4,5 % (+ 531.000) en de vrijval van kapitaallasten (+ 104.000). De glasverzekering voor onderwijsgebouwen is opgezegd (+ 51.000) en de uitgaven voor OZB zijn aangepast aan de werkelijke uitgaven (- 38.000). De incidentele (onderhouds)lasten van 2013 op basis van het programma Onderwijshuisvesting zijn, zoals gebruikelijk, via een begrotingswijziging geraamd (+ 435.000). Op basis van het Dekkingsplan 2013-2016 zijn de opbrengsten voor het avondgebruik van de gymlokalen met ingang van 2014 verhoogd (+17.000). Daarnaast zijn de uren (+ 44.000) voor onderhoud via Bouwservice en Faciliteiten en de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling door een herschikking van de ureninzet verlaagd. De dotatie aan de reserve onderwijshuisvesting wordt door de aanpassing van het rente-omslagpercentage naar 4,5% verlaagd met € 531.000), en door een gebruikelijke (her)berekening van de gemeentefondsuitkering verhoogd met € 90.000. Door de verlaging van het aantal leerlingen uit Enschede, die in 2013 nog meetellen in de berekening voor Hengelo, wordt de dotatie aan de onderwijshuisvestingsreserve verlaagd (+ 350.000).
P432 Bijzonder speciaal onderwijs (+ 16.000) De gemeentelijke bijdrage aan het verzorgingsgedeelte van de Schutte’s Bosschool wordt beëindigd conform de Kadernota 2014-2017 (S01.1).
180
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
P480 Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs (+ 263.000) Op basis van het Dekkingsplan 2013-2016 is de totale subsidie voor het leerlingenvervoer verlaagd door het afstandscriterium aan te passen (+ 75.000). Er wordt een besparing van € 100.000 (Kadernota 2014-2017: S01.3) gerealiseerd door intensievere samenwerking met een voorschoolse partner in het kader van de Brede School en het stopzetten van het Jeugd Plein Hengelo. Door het inzetten van combifunctionarissen bij het extra schoolgymnastiek kan er € 5.000 worden bezuinigd (Kadernota 2014-2017: S01.2). De onderwijskrant wordt 1 keer per drie jaar opnieuw gemaakt, de overige jaren is een update voldoende (- 7.000). De kapitaallasten van de MFA Brede School in de Berflo Es (- 314.000) worden o.a. gedekt door de voor dit project geraamde “oude” kadernota-gelden Brede School (+ 81.000). Daarnaast wordt er een huuropbrengst van € 148.000 verwacht. Er is een structureel voordeel als gevolg van minder toegerekende uren. Het betreft hier een herschikking van de ureninzet binnen de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling (+ 174.000) voor 2014, onder andere als gevolg van de invoering transities Jeugdzorg en AWBZ/WMO.
181
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Analyse hoofdfunctie 5 – Cultuur en recreatie
P511 Vormings- en ontwikkelingswerk (+ 211.000) Op basis van het vastgestelde Dekkingsplan 2013-2016 is de subsidie voor de muziekschool verlaagd, waardoor er ten opzichte van 2013 een voordeel van € 200.000 ontstaat. Tevens is er een voordeel in de kapitaallasten (+ 6.000) en de personeelslasten (+ 5.000).
P530 Sport (+ 392.000) Sporthallen (+ 41.000) Met name lagere kapitaallasten als gevolg van uitgestelde investeringen en het lagere renteomslagpercentage. Zwembaden (+132.000) In de Kadernota 2014 – 2017 is op dit product een bezuinigingsvoorstel opgenomen voor een bedrag van € 20.000. Door te investeren in LED-verlichting zal het energieverbruik afnemen. Door de herverdeling van uren tussen diverse producten is er op dit product een nadelig effect ontstaan van circa € 21.000. De kapitaallasten zijn € 132.000 lager, deels door de verlaging van de omslagrente (+ 52.000) en deels als gevolg van uitgestelde investeringen (+ 80.000). Sportsubsidies en overige Sport (+220.000) Het betreft een structureel voordeel als gevolg van een lagere urentoerekening (+ 210.000). Dit wordt met name veroorzaakt door een herschikking van ureninzet binnen de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling, als gevolg van de transities Jeugdzorg en AWBZ. Dit geldt ook voor andere beleidsvelden. Daarnaast een voordeel in de kapitaallasten door de wijziging van het renteomslagpercentage (+ 10.000).
P531 Sportparken (+ 399.000) Een deel van het voordelig resultaat heeft betrekking op de kapitaallasten (+ 196.000), door de: - verlaging van de omslagrente (+ 91.000); - uitgestelde investeringen (+ 50.000); - verlaging van de investeringen op FBK-stadion i.v.m. BTW-teruggave; met als gevolg lagere kapitaallasten (+ 45.000); - bezuiniging i.v.m. schrappen van een investeringsbedrag van € 100.000 op tractiemiddelen in 2013, hetgeen leidt tot € 11.000 voordeel op de kapitaallasten. Het resterend bedrag aan voordeel, circa € 233.000, komt enerzijds door de bezuiniging op de bedrijfsvoering en anderzijds door de bezuiniging het Dekkingsplan 2013-2016. De voordelen die in deze bezuinigingen zijn voorgesteld betreffen: minder urendoorbelasting, bezuiniging op het FBK182
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
stadion door het uitbesteden van beheer en onderhoud. Dit laatste betreft een verhoging van de eerdere taakstelling met € 100.000. Laatst te benoemen voordeel zou behaald moeten worden door versoberen op het onderhoud van de velden na een eenmalige investering. Daarnaast zijn de opbrengsten met € 30.000 neerwaarts bijgesteld.
P540 Kunst (+ 286.000) Er is een incidenteel voordeel ontstaan als gevolg van eenmalige afschrijving “kunstopdracht Huys Hengelo” in 2013 (+ 193.000). Verder is er sprake van een voordeel in de kapitaallasten ad € 55.000. Het betreft deels de vrijval van kapitaallasten bij Metropool en deels de verlaging van het omslagrentepercentage. Het budget voor kunstaankopen wordt in 2014 en 2015 jaarlijks gereduceerd tot nihil en wordt voor de jaren daarna vervolgens betrokken bij de afweging van de nieuwe gemeenteraad, conform Kadernota 2014-2017 (+ 34.000). Restant betreft de herschikking van ureninzet.
P560 Openbaar groen en openlucht recreatie (+ 241.000) Openbaar groen/groenbeleid (- 66.000) Door areaaluitbreidingen is het budget met € 90.000 verhoogd. Hiermee was in het geactualiseerd financieel perspectief van juni 2013 reeds rekening gehouden. De herverdeling van uren tussen diverse producten leidt tot een nadelig effect ongeveer € 99.000. Verder zijn er de volgende voordelen op dit product ontstaan. De verlaging van de omslagrente leidde tot een voordeel van circa € 25.000. Door het schrappen van de stelpost intensivering groenonderhoud is er een voordeel ontstaan van € 33.000. In de Kadernota 2014–2017 is een bezuinigingsvoorstel opgenomen voor een bedrag van € 40.000 om de kosten vanuit dit product door te belasten naar het product riolering (P722). Er is een opbrengst stortkosten groen geraamd (+ 10.000). Laatste voordeel betreft een voorstel m.b.t. het bezuinigen op kosten derden uit de bezuiniging Herontwerp vernieuwen & bezuinigen 2012, voor een bedrag van € 15.000. Regionale samenwerking (+ 2.000) Op basis van het Dekkingsplan 2013-2016 is een gefaseerde taakstelling bij de Regio Twente opgelegd, maar kan in 2014 niet volledig worden gerealiseerd door de vaststelling van de regiobegroting 2014. Speeltoestellen (+ 78.000) In het kader van Herontwerp 2012 is er een gefaseerde taakstelling op het onderdeel Speeltoestellen opgelegd (+ 35.000). Rest betreft minder doorbelaste uren (+ 43.000) Kinderboerderij (+ 229.000) Betreft lagere dan in 2013 geraamde personele lasten bij de Kinderboerderij van circa € 225.000 in verband met de bezuinigingstaakstellingen op het personele vlak.
P580 Overige recreatieve voorzieningen (+ 217.000) Door de herschikking van de bedrijfsvoering bij de culturele instellingen wordt er in 2014 voor een bedrag van € 150.000 bezuinigd en dit zal vanaf 2015 structureel € 300.000 zijn. De exacte invulling wordt voor een flink deel overgelaten aan de grote culturele instellingen zelf. Zie de Kadernota 2014-2017 (S04.1). Daarnaast is er nog sprake van een resterende taakstelling van € 100.000 in 2014 en oplopend tot € 200.000 vanaf 2015 op basis van Herontwerp 2012 (zoekrichting 17). Dit betreft de gefaseerde ophoging van de taakstelling over de periode 20122015 e.v.. Tenslotte ontstaat er een structureel nadeel (€ 33.000) op grond van een hogere toerekening van uren. Het betreft hier een herschikking van de ureninzet binnen de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling.
183
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Analyse hoofdfunctie 6 – Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening
P610 Bijstandsverlening (+ 715.000) In de primitieve begroting 2013 was een bedrag van ruim € 30,6 miljoen opgenomen voor uitkeringen algemene bijstand. Het Dekkingsplan 2013–2016 voorzag in een aantal maatregelen, waardoor deze raming is verlaagd met € 0,5 miljoen naar ruim € 30,1 miljoen. De rijksbijdrage 2013 was begroot op bijna € 26,9 miljoen. De uitgaven voor starters Bbz waren begroot op € 400.000. Er werd rekening gehouden met terugontvangsten voor een bedrag van ruim € 1,2 miljoen. De post uitkeringen algemene bijstand stijgt in 2014 naar ruim € 32,5 miljoen, terwijl de verwachte rijksbijdrage uitzet naar ruim € 30,5 miljoen. Vanaf 2014 wordt in de begroting rekening gehouden met een bedrag van € 300.000 voor het project Trajecten PostNL De uitgaven voor starters Bbz en de terugontvangsten blijven naar verwachting gelijk. Ontwikkelingen bijstandsverlening 2014 ten opzichte van 2013: • Een verwachte autonome groei van het aantal uitkeringen met 8,5% eind 2014 ten opzichte van de prognose voor eind 2013 (zonder extra maatregelen door de gemeente). • Met extra maatregelen in het kader van “strenger aan de poort” kunnen naar verwachting de uitgaven met structureel 48 uitkeringen à € 14.800 worden beperkt. • Met name als gevolg van de Wet uniformering loonbegrip en een verwachte prijsstijging van 1,5% stijgt de gemiddelde prijs van een uitkering van € 14.533 (geraamd 2013) naar € 14.800 (prognose realisatie 2013). • Voor het project PostNL wordt structureel € 300.000 beschikbaar gesteld. Het gaat hierbij om de nettolasten. De kosten worden gemaakt ten behoeve van mensen in een re-integratietraject naar werk die na 2 maanden werken met behoud van uitkering, vervolgens 10 maanden in loondienst gaan bij de SWB. • Aan de batenkant wordt de nader voorlopige rijksbijdrage van circa € 29,1 miljoen verhoogd met 5% tot een bedrag van ruim € 30,5 miljoen. Bij de huidige systematiek volgt de rijksbijdrage met enige vertraging de landelijke volume- en prijswijzigingen. In 2013 is nog een bedrag van € 120.000 begroot voor inhuur derden (incidenteel). Dit bedrag komt in 2014 te vervallen als gevolg van het besluit om structurele inhuur te vervangen door structurele formatie. In de Kadernota 2014–2017 is voor het ROZ een taakstelling van € 200.000 opgenomen welke een voordeel moet opleveren binnen het product Bijstandsverlening.
184
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Samengevat kan het voordelig saldo als volgt worden verklaard (* € 1.000): Stijging uitkeringen WWB/IOAW/IOAZ - 3.051 PostNL 300 Stijging rijksbijdrage + 3.671 Inhuur derden + 120 Uren PSZ + 75 ROZ + 200 ---------+ 715
P611 Werkloosheidsbeleid (- 189.000) In de beleidsbegroting 2012-2015 is aangegeven dat “Voor de afbouw van het P-budget geldt dat deze binnen het taakveld moet worden opgevangen”. Uitzondering is daarbij gemaakt voor de Fitis stadsbanen en een deel van de sectorkosten, zoals deze tot nu toe aan het P-budget werden toegerekend. Uiteindelijk is besloten tot een bedrag ad 2 miljoen de grove wijzigingen uit het Pbudget in de begroting op te vangen. Het totale bedrag was als volgt in de meerjarenbegroting verwerkt: 2012: sectorkosten € 250.000 stadsbanen € 500.000; 2013: sectorkosten € 500.000 stadsbanen € 1.000.000; 2014: sectorkosten € 750.000 stadsbanen € 1.275.000; 2015: sectorkosten € 1.000.000 stadsbanen € 1.000.000. In 2013 zijn n.a.v. het Dekkingsplan begroting 2013-2016 de incentives uit het P-budget geschrapt (€ 200.000). Daarnaast is sociale activering uit het P-budget gehaald (€ 258.000). Beide besparingen moeten uiteindelijk ten gunste komen van de algemene middelen en buiten het P-budget blijven. Deze twee bedragen zijn daarom structureel in mindering gebracht op het budget voor stadsbanen binnen het product Werkgelegenheid. Hierdoor zijn de bedragen voor stadsbanen verlaagd naar respectievelijk € 541.000 in 2013 en € 816.000 in 2014. In 2015 vindt vervolgens de laatste stap plaats naar het structureel niveau van € 541.000. Daarnaast wordt op basis van de Kadernota 2014–2017 op het onderdeel “vernieuwend arbeidsmarktbeleid” structureel een bedrag van € 90.000 bezuinigd, hetgeen ten opzichte van 2013 een voordeel betekent. Tenslotte is er vanaf 2014 uit bestaande budgetten Wijkzaken een structureel bedrag van ongeveer € 25.000 voor sociale activering Berflo Es toegevoegd aan dit product. Tenslotte worden er minder apparaatskosten toegerekend als gevolg van een lager sectoruurtarief en minder uren ten opzichte van 2013 (+ 22.000).
P614 Minimabeleid (+ 72.000) Er is ten opzichte van 2013 een voordeel van € 116.000 als gevolg van een lager sectoruurtarief en minder toegerekende uren. Daarnaast blijkt uit 2012 en eerste helft 2013 dat de verstrekkingen voor een langdurigheidstoeslag dalen. Op basis daarvan schatten we het benodigde bedrag € 35.000 lager. Door een autonome toename van het klantenbestand wordt verwacht dat het aantal huishoudens dat een beroep zal doen op een langdurigheidstoeslag en verstrekkingen bijzondere bijstand met 5% stijgt. Dit levert een lastenstijging van € 80.000 op.
P620 Maatschappelijke begeleiding en advies (- 117.000) Op basis van de Kadernota 2014-2017 zijn op dit onderdeel twee bezuinigingstaak-stellingen verwerkt. Dit betreft de samenwerking Carint, SWOH, Scala, St Informele Zorg (+ 18.000) en Thuis in de buurt (+ 25.000). De overige voordelen zijn ontstaan door een incidentele last in 2013 m.b.t. budgetoverheveling AC bij de Toren (+ 55.000) en Herontwerp zoekrichting 20 (+ 6.000). Daarnaast hebben op basis van de nota “Tot op het bot” in 2013 onttrekkingen plaatsgevonden uit de reserves ouderenbeleid en gehandicaptenbeleid (totaal: 95.000). 185
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Per saldo is er een structureel nadeel als gevolg van meer toegerekende uren (- 117.000). Enerzijds gaat het om een hogere inzet in het kader van de transities, anderzijds betreft het een bezuiniging op formatie (vermindering beleidscapaciteit Sociaal Domein; Dekkingsplan 2013-2016).
P621 Vreemdelingen (+ 46.000) Op basis van de Kadernota 2014-2017 wordt er bezuinigd op de subsidie voor Artikel 1 gerelateerde activiteiten (+ 36.000). Daarnaast is er een lagere toerekening van uren aan dit product (+ 10.000).
P622 Huishoudelijke verzorging (+ 225.000) Een structureel nadeel op de uren wordt veroorzaakt door een verschuiving van de ureninzet binnen de afdeling WMO en een hoger sectoruurtarief (- 156.000). Op P652 staat hier een voordeel tegenover. De landelijke korting van € 89 miljoen in het gemeentefonds op het budget voor de huishoudelijke hulp (uitwerking onderdeel uit het regeerakkoord in de meicirculaire 2013 van het gemeentefonds) is doorvertaald in lagere lasten huishoudelijke zorg (+ 495.000). Daarnaast is het budget voor huishoudelijk hulp voor Hengelo verhoogd met € 363.000, op basis van de dezelfde circulaire, als gevolg van met name de extramuralisering van lage zorgzwaartepakketten. Hier staat ook een navenante verhoging van de algemene uitkering tegenover (P921). Daarnaast is er een structureel voordeel door de invulling van de bedrijfsvoeringstaakstelling (+ 150.000). Een structureel voordeel ontstaat door de raming van terugvordering (+ 100.000). Vanaf 2015 wordt de terugvordering jaarlijks begroot op € 50.000. Voor 2015 blijkt uit de Kadernota 2014-2017 een structureel nadeel van € 1 miljoen door minder inkomsten uit eigen bijdragen. Daarnaast is de begrote opbrengst eigen bijdrage, op grond van vermogensinkomensbijtelling, structureel neerwaarts bijgesteld met € 170.000. De lasten zullen, mede door de verwachte opgelegde kortingen in het gemeentefonds, ruim € 3 miljoen lager zijn. Vanaf 2016 wordt verwacht dat de structurele korting op het WMO-budget huishoudelijke hulp voor de gemeente Hengelo € 4 miljoen zal bedragen.
P623 Participatiebudget (- 45.000) In de Kadernota 2014 – 2017 is een versoberingsvoorstel ROZ voor € 200.000 opgenomen. Binnen het Participatiebudget is daartoe het budget voor het onderdeel “sociale ondernemingen” verlaagd met € 100.000. Om dit voordeel ten gunste te laten komen van de algemene middelen is de ingroei van sectorkosten in de algemene middelen met € 100.000 verlaagd. In 2013 is uit de bestemmingsreserve opvang nieuwkomers een incidentele vrijval van € 70.000 geraamd ten gunste van de algemene middelen. De reserve is daarmee na 2013 uitgeput. In 2014 zullen nog lopende inburgeringstrajecten en maatschappelijke begeleiding moeten worden betaald. Het rijk stelt hiervoor vooralsnog geen middelen ter beschikking en de meeneemreserve participatiebudget is na 2013 uitgeput. Voor 2014 is in het Participatiebudget per saldo een bedrag van € 175.000 geraamd voor inburgering. Hiermee zal in het verdeelvoorstel Participatiebudget rekening worden gehouden. Op basis van de gewijzigde begroting 2013 was er nog sprake van een incidenteel voordeel in 2013 van € 45.000.
186
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
P630 Sociaal cultureel werk (+ 631.000) Algemeen Sociaal Cultureel Werk (+ 10.000) Een structureel voordeel als gevolg van minder toegerekende uren (+ 10.000). Het betreft hier een herschikking van ureninzet binnen de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling. Wijkwelzijnswerk (+ 136.000) De kapitaallasten van de nieuwbouw van de MFA Brede School in de Berflo Es worden o.a. gedekt door de voor dit project geraamde kadernota gelden (+ 81.000). De vrijval van kapitaalasten is € 47.000. Daarnaast zijn de uren voor onderhoud via Bouwservice en Faciliteiten (- 20.000) en de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling (+ 28.000) door een herschikking van de ureninzet aangepast. Jeugd- en jongerenwerk (+ 253.000) Door een verdere samenwerking tussen Carintreggeland, Scala en Stichting Informele Zorg Twente (Kadernota 2014-2017 S03.1) wordt er in 2014 € 7.500 en vanaf 2015 structureel € 15.000 bezuinigd. De bezuiniging op Donna, als instituut, betekent in de huidige situatie een bezuiniging van € 150.000 op het totaalaanbod van Carint AMW (conform de Kadernota 2014-2017: S03.3). Verder is er sprake van een verlaging van de subsidie op jeugd- en jongerenwerk (+ 60.000) vanuit het Dekkingsplan 2013-2016. Door een herschikking van het budget Centrum Jeugd en Gezin (P716) is hier een voordeel ontstaan (+ 50.000). Dit bedrag is een nadeel op P716. Een structureel voordeel als gevolg van minder toegerekende uren (+ 16.000). Het betreft hier een herschikking van ureninzet binnen de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling. De doorberekening vanuit het Twentebad in het kader van de Combifuncties is € 45.000 nadeliger. Samenlevingsopbouw (+ 19.000) Betreft met name de beëindiging van de collectieve vrijwilligersverzekering (Kadernota 20142017). Sociale vernieuwing/wijkaanpak (+ 213.000) Als gevolg van de bezuinigingen is de formatie, waarvoor dit product werd belast, met 2,4 fte gereduceerd. Dit leidt in 2014 tot een kostenreductie van € 173.000. Daarnaast vervalt een tweetal incidentele budgetten uit 2013 voor burgerinitiatieven en inhuur derden (totaal + 40.000).
P650 Kinderopvang (- 201.000) In 2013 is bij de doorlichting reserves en voorzieningen (nota Tot op het bot) de bestemmingsreserve kinderopvang (ad € 292.000) vrijgevallen ten gunste van de algemene middelen. Aangezien deze onttrekking als incidentele bate via dit product verloopt, ontstaat er ten opzichte van 2014 een incidentele afwijking (nadeel) maar is overigens zonder betekenis. De sectorkosten nemen in 2014 per saldo met € 13.000 toe, met name door het toezicht op de peuterspeelzalen. Het Dekkingsplan 2013 – 2016 voorziet voor 2014 nog in een extra structurele bezuiniging van € 16.000. Op grond van Dekkingsplan 2012-2015 is een bezuiniging doorgevoerd van € 88.000 op de bijdragen aan de peuterspeelzalen.
P652 WMO voorzieningen (+ 372.000) Een structureel voordeel als gevolg van minder toegerekende uren (+ 156.000). Op Huishoudelijke verzorging (P 622) staat hier een nadeel tegenover. Daarnaast een voordeel ten gevolge van minder formatie. Het betreft hier de invulling van een eerdere bedrijfsvoeringstaakstelling (+ 222.000). In 2013 was er nog sprake van een incidentele onttrekking uit de bestemmingsreserve WVG verstrekkingen (- 6.000).
187
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Analyse hoofdfunctie 7 – Volksgezondheid en milieu
P714 Openbare gezondheidszorg (+ 110.000) Als gevolg van minder toegerekende uren (+ 146.000) ontstaat een structureel voordeel. Het betreft enerzijds een bezuiniging op formatie (vermindering beleidscapaciteit Sociaal Domein op basis van het Dekkingsplan 2013-2016) en anderzijds een herschikking van ureninzet binnen de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling. Daarnaast is door de vaststelling van de regiobegroting 2014 een verplichte hogere bijdrage voor 2014 geraamd. De taakstelling vanaf 2015 blijft onverkort gehandhaafd.
P715 Jeugdgezondheidszorg uniform deel (- 86.000) Als gevolg van een herschikking van uren, mede in het kader van de transities, is op dit product een structureel voordeel (+ 42.000) ontstaan. Daarnaast is door de vaststelling van de regiobegroting 2014 een verplichte hogere bijdrage voor 2014 geraamd. De taakstelling vanaf 2015 blijft onverkort gehandhaafd.
P716 Jeugdgezondheidszorg maatwerkdeel (- 214.000) Een structureel nadeel ontstaat door meer toegerekende uren in het kader van de transities Jeugdzorg (- 157.000) en door een herschikking van het CJG-budget (- 50.000). Tegenover dit bedrag staat een voordeel op P630. Door een verlaging van de gemeentefondsuitkering, op grond van de meicirculaire 2013, zijn ook de lasten op dit onderdeel neerwaarts bijgesteld (- 7.000).
P721 Afvalverwijdering en -verwerking (+ 122.000) Per saldo is dit voordeel als volgt te specificeren: • lagere inschatting kosten voor inzameling en verwerking afval (+ 269.000) Binnen deze kosten is een bezuinigingstaakstelling “efficiency-korting Twente Milieu” verwerkt van € 100.000. Hiertegenover staat dat er € 100.000 extra BTW aan de afvalbegroting is toegerekend, waardoor dit per saldo leidt tot € 100.000 voordeel op de gemeentelijke exploitatie. • hogere inkomsten uit verkoop grondstoffen (+ 154.000) • wegvallen mogelijkheid tot gratis omruil van minicontainers (+ 152.000) • bij bezuinigingsrondes doorgevoerde bezuiniging van 2 fte op personeel ten laste van de afvalbegroting (+ 230.000) • hogere kosten voor kwijtschelding (- 40.000) • overig (+ 25.000) 188
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
•
•
lagere begrote baten uit de afvalstoffenheffing (- 246.000). De geraamde inkomsten zijn in principe de resultante van een kostendekkende afvalbegroting. Ten opzichte van de primitieve begroting 2013 dalen de inkomsten in 2014 met € 478.000. De begrote inkomsten 2013 zijn als gevolg van motie “verrekening onterechte afvalbelasting” echter met € 232.000 neerwaarts bijgesteld, omdat dit bedrag bij de definitieve afrekening afvalstoffenheffing 2013 aan de burger dient te worden teruggegeven. minder inkomsten voor de afvalbegroting door een lagere onttrekking aan de reserve afvalverwerking (- 422.000). De onttrekking aan de reserve was in 2013 hoger vanwege genoemde terugbetaling aan de Hengelose burger, een tegemoetkoming in de kosten van medisch afval en de gratis omwisseling van mini-containers.
Naast de geraamde kosten op dit product worden de betreffende perceptiekosten van het GBT en de toe te rekenen BTW aan de afvalbegroting verdisconteerd in de afvalstoffenheffing. Ingaande 2015 dalen de kosten verder met € 231.000. Voor het overgrote deel wordt dit veroorzaakt door het wegvallen van 2 handhavers, welke voor een termijn van 3 jaar extra zijn ingezet in verband met de introductie van Diftar.
P722 Riolering (+ 292.000) Het voordelig saldo wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een voordeel op de kapitaallasten van € 412.000, waarvan € 331.000 door de verlaging van de omslagrente. Het overige deel van dit voordeel op kapitaallasten komt door uitgestelde investeringen. Een ander voordeel op dit onderdeel is veroorzaakt door lagere urenraming (+ 31.000). Verder hebben de volgende belangrijke mutaties plaatsgevonden: • hogere raming voor kwijtscheldingen (- 25.000) • bedrag voor de areaaluitbreidingen (- 8.000) • met ingang van 2013 is in het kader van het nieuwe Gemeentelijke Rioleringsplan 20132017 een lastenverhoging van € 114.000 opgenomen voor hydrologische maatregelen en maatregelen m.b.t. het grondwaterplan en –standen. Deze mutatie zal ook nog in de begroting 2013 worden gewijzigd • extra doorbelasting van lasten vanaf 2014 vanuit de algemene dienst naar dit product, totaal € 150.000. Voor een bedrag van € 100.000, conform het bezuinigingsvoorstel uit de Kadernota 2014 – 2017 en € 50.000 naar aanleiding van de bezuinigingen in het Kader van Herontwerp, zoekrichting F27/F33 (ophoging jaarschijf 2014). De rioolheffing zal circa €17.000 hoger zijn in verband met de groei van het aantal huisaansluitingen. Al deze mutaties/maatregelen hebben er toe geleid dat er € 130.000 minder wordt toegevoegd aan de voorziening riolering.
P723 Milieubeheer (+ 102.000) Voor de periode 2010-2015 ontvangt de gemeente middelen in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). In deze middelen is voor deze periode € 414.000 inbegrepen voor geluidsanering. Er is besloten om deze middelen in te zetten voor geluidsanering van 22 Alijst woningen aan de Weideweg/Woolderesweg. Tot en met 2013 zijn de beschikbaar gekomen ISV- middelen jaarlijks gestort in de reserve decentralisatie-uitkeringen. De bedoeling is om in 2014 te starten met de sanering, aangezien dan de benodigde financiële middelen zijn gespaard. Dit leidt tot een lastenstijging in 2014 van € 414.000. Tegenover deze kostenstijging staan per saldo in 2014 € 516.000 lagere kosten, welke voor een bedrag van € 479.000 worden veroorzaakt door minder toegerekende uren. Voor een bedrag van € 177.000 houdt dit verband met de overgang van een 3-tal brandpreventisten naar Brandweer Twente. Een voordeel van € 111.000 is te verklaren doordat de medewerker projectsecretaris RUD in 2014 niet meer formatief begroot is. Een voordeel van € 52.000 is het gevolg van inkrimping van de formatie. Het resterende verschil in uren houdt verband met verschuivingen in de geprognosticeerde urentoerekening richting andere producten. Het restant-verschil is het gevolg van incidentele mutaties in de reserve bodemsanering en de voorziening onderhoud gebouwen.
189
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Analyse hoofdfunctie 8 – Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
P810 Ruimtelijke ordening (+ 453.000) Conform de Kadernota 2014-2017 is een structureel bedrag van € 24.000 bezuinigd op het Architectuurcentrum. Op basis van de versoberingsmaatregelen 2011 i.v.m. de taakstelling “F12 nieuwe initiatieven” is een bedrag van € 100.000 in mindering gebracht. De bezuinigingstaakstelling met betrekking tot de beeldkwaliteitsplannen (- 125.000) is binnen de betreffende sector opgelost. De inbedding in de welstandsnota heeft geen resultaten opgeleverd. De opdracht is blijven staan en is omgezet in een bedrijfsvoeringstaakstelling binnen de sector Ruimte. Deze wordt deels gerealiseerd door het detacheren van een aantal medewerkers aan o.a. Regio Twente. Er is sprake van lagere personeelslasten, € 453.000, door onder andere bezuinigingstaakstellingen op het gebied van personeel en gewijzigde inzichten met betrekking tot de ambtelijke inzet (=herschikking van de ambtelijke inzet).
P820 Woningexploitatie/-bouw (+ 214.000) Het verschil wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de daling van de omslagrente van 5,5% naar 4,5%. Op dit product wordt het renteverschil verantwoord tussen de aan (destijds) St. Joseph in 1997 verstrekte lening voor de aankoop van het gemeentelijke woningbedrijf (rente 7,75%, destijds de marktrente) en de omslagrente. Door het dalen van de omslagrente wordt het toegerekende renteverschil groter. Daarnaast is sprake van een beperkte stijging van het renteresultaat vanwege een iets hogere vergoeding voor de aan Welbions verstrekte leningen.
P821 Stads- en dorpsvernieuwing (+ 430.000) Betreft lagere dan in 2013 geraamde lasten van € 430.000, waarvan € 220.000 lagere personeelslasten. Laatstgenoemd bedrag is enerzijds het gevolg van een bezuinigingstaakstelling op het gebied van personeel en anderzijds gewijzigde inzichten met betrekking tot de ambtelijke inzet. Daarnaast werden in 2013 diverse incidentele budgetten geraamd tot een bedrag van € 210.000 (Pandwanden, Gevelfonds en Prairies). Deze lasten zijn budgettair neutraal aan te merken, want hier tegenover staan onttrekkingen uit de bestemmingsreserve decentralisatieuitkeringen (onderdeel ISV-middelen) op P980.
190
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
P822 Overige volkshuisvesting (+ 243.000) Volkshuisvesting (+ 252.000) Op basis van de Kadernota 2014-2017 is de structurele bezuinigingstaakstelling Herstructurering Berflo Es (+ 161.000) op dit product ingevuld. Tevens zijn de geraamde personeelslasten lager (+ 29.000) als gevolg van een bezuinigingstaakstelling op het gebied van personeel. Tevens werd in 2013 incidenteel een bedrag van € 13.000 als vrijval uit de reserve Volkshuisvesting geraamd, naar aanleiding van de doorlichting van reserves en voorzieningen in de Nota “Tot op het Bot”. Op basis van de vastgestelde herzieningen grondexploitaties per 1-1-2013 vinden er de komende jaren geen toevoegingen meer plaats aan de reserve volkshuisvesting (+76.000). Vergunningverlening bouwen (- 108.000) Er worden op dit product meer uren verwacht (- 34.000) en minder op het product "Handhaving bouwen". Aangezien de geraamde inkomsten uit omgevingsvergunningen gebaseerd dienen te zijn op een kostendekkend tarief, zijn deze de resultante van de aan dit product toegerekende lasten. Voor 2014 betekent dit een inkomstendaling van bijna € 75.000. Overig: Bouw- en woningtoezicht, Uitvoering Woningwet en Handhaving bouwen (+ 99.000) Er worden per saldo minder uren aan deze producten toegerekend en meer uren aan o.a. “Vergunningverlening bouwen”.
P830 Bouwgrondexploitatie: effect op algemene middelen (+ 160.000) Nog niet in exploitatie genomen gronden (+ 89.000) In 2013 is een incidenteel budget van € 1.000.000 geraamd voor de inrichting van de openbare ruimte Lange Wemen. Dit bedrag is ten laste gebracht van de reserve decentralisatie-uitkeringen (onderdeel ISV). Tevens werd er in 2013 € 1,2 miljoen aan incidentele boekwinst m.b.t. het oude stadskantoor begroot. De taakstelling Verlichting exploitatie door fondsen ad € 500.000 (in 2013 op basis van Dekkingsplan 2013-2016) verloopt met ingang van 2014 niet meer via een onttrekking aan de reserve grondexploitatie (geraamde onttrekking in 2014 in de begroting 2013-2016 was € 360.000). Er wordt een bijdrage geraamd op dit onderdeel (ten gunste van de algemene dienst). Ter compensatie hiervan zullen binnen de grondexploitatie-projecten bezuinigingen worden doorgevoerd. Daarnaast wordt de opbrengst snippergroen (€ 100.000) vanaf 2014 geraamd op dit product. In 2013 stond deze opbrengst nog als algemene stelpost in hoofdfunctie 9 begroot. De netto-opbrengst (€ 25.000) uit de verkoop van braakliggende (landbouw)grond is overgeheveld naar de taakstelling van het vastgoedbedrijf (P830). Vanaf 2014 is er structureel € 50.000 geraamd voor de promotie van grondverkopen, deze uitgaven worden gedekt uit de reserve grondexploitaties. Het overige verschil betreft met name lage kapitaallasten (+ 73.000) en personeelslasten e.d. (-169.000). Accommodatiebeleid (+ 70.000) Als gevolg van de nieuwe garage voor Twente Milieu stijgen de kapitaallasten met € 175.000. Hier staan hogere huuropbrengsten van Twente Milieu van ruim € 105.000 tegenover. Conform de gefaseerde bezuinigingstaakstelling op maatschappelijk vastgoed (14b) is het taakstellende bedrag in 2014 met € 100.000 verhoogd ten opzichte van 2013. Tenslotte wordt er voor ruim € 40.000 minder uren toegerekend aan dit product. Grondexploitaties De vergelijking tussen de ramingen van 2013 en 2014 van de lasten en baten van de eigen grondexploitaties ziet er samenvattend als volgt uit (bedragen in miljoen euro):
Lasten Baten
2013:
2014:
Verschil:
45,1 29,5
31,5 30,7
- 13,6 + 1,2
De basis voor de ramingen van de lasten en baten zijn de vastgestelde herzieningen van de grondexploitaties per 1 januari 2013. 191
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Lasten De totale begrote lasten liggen € 13,6 miljoen lager dan in 2013. In 2014 worden lagere lasten (€ 7 miljoen) begroot voor bouw- en woonrijpmaken. Deze lasten, met name het bouwrijpmaken, kenden een piek in 2013 voor de op te starten complexen (zoals de Kanaalzone Hart van Zuid). Daarnaast heeft er in 2013 een afrekening plaatsgevonden in het kader van de samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot Berflo Es Zuid en Veldwijk Zuid tot een bedrag van € 5 miljoen. Baten De begrote baten liggen in de begroting 2014 ruim € 1 miljoen hoger dan in 2013. Er worden, ten opzichte van 2013, circa € 3 miljoen minder bijdragen/subsidies ontvangen in 2014. De verkopen liggen in de begroting 2014 ongeveer € 4 miljoen hoger dan in 2013. Dit wordt met name veroorzaakt door een verwachte stijging in de verkoop van bedrijventerreinen.
192
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Analyse hoofdfunctie 9 – Financiering en algemene dekkingsmiddelen
P914 Geldleningen en uitzettingen (- 4.180.000) Het resultaat op dit product is aanmerkelijk lager als gevolg van de daling van de omslagrente van 5,5% naar 4,5%. Daar staat echter tegenover dat de producten waar activa zijn ondergebracht en de grondexploitatie minder zwaar worden belast. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de door de raad onlangs vastgestelde notitie "Verlagen omslagrente".
P 921 Algemene uitkering gemeentefonds (+ 1.015.000) De afgelopen jaren is uw gemeenteraad regelmatig geïnformeerd over de ontwikkelingen op het gebied van het gemeentefonds. In raadsbrieven zijn de budgettaire ontwikkelingen als gevolg van de gemeentefondscirculaires op de gemeentelijke begroting uitgebreid toegelicht. Dit betreffen dan zowel de mutaties in de gemeentefondsbate (gemeentefondsuitkering sec) dan wel de hieruit voortvloeiende gevolgen voor de lasten en baten in de gemeentelijke begroting. Het geraamde begrotingsbedrag op de algemene uitkering bestaat uit 2 onderdelen: a) Het bedrag aan algemene uitkering sec op basis van de meicirculaire 2013; inclusief de maatregelen genoemd in de Kadernota 2014-2017: buitenonderhoud scholen onderwijshuisvesting, nieuwe rijksmiddelen armoedebeleid en verwachte meerjarige aanpassing van de integratie-uitkering WMO huishoudelijke hulp; tevens is het aantal bijstandsontvangers geactualiseerd ten opzichte van de Kadernota 2014-2017 (o.b.v. nieuwe berekeningen in september 2013). Deze actualisering leidt tot een verhoging van de algemene uitkering met € 181.000; b) De zogenaamde overige risico’s/problematiek: • het “Accres gemeentefonds ” (uitgestelde nieuwe rijksbezuinigingen; nullijn rijksambtenaren – zgn. “Oranje-akkoord”) • “Onvoorziene tegenvallers” (incl. septembercirculaire 2013), zoals genoemd in het “Geactualiseerd financieel perspectief Kadernota 2014-2017 (medio juni 2013)” in de raadsbrief 18 juni 2013. Ad a) Algemene uitkering “sec” De algemene uitkering 2014 “sec” ten opzichte van 2013 is circa € 2,4 miljoen hoger. Dit heeft met name te maken met het erg hoge accres 2014 op basis van de normeringsmethodiek ofwel ”samen de trap op-samen de trap af-systematiek”. Met de aankondiging van de nieuwe rijksbezuinigingen ter grootte van € 6 miljard, is het maar de vraag of een dergelijk hoog accres uiteindelijk houdbaar zal blijven. Vandaar dat we in deze begroting bij de raming van de gemeentefondsuitkering rekening hebben gehouden met de overige risico’s/problematiek. 193
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
De risicoraming (onderdeel b hiervoor benoemd) is circa € 1,4 miljoen nadeliger ten opzichte van 2013. Vermeldenswaardig is het grote verloop in de algemene uitkering tussen het jaar 2015 en 2014. De verwachting is dat de gemeente Hengelo in 2015 € 9,4 miljoen minder aan algemene uitkering ontvangt. Dit betreffen: • de verlaagde uitkeringsfactor (- 5,2 miljoen); deze verlaging wordt veroorzaakt door het veel lagere accres in 2015 ten opzichte van 2014 en de algemene kortingen op het gemeentefonds als gevolg van het regeerakkoord. De algemene korting houdt verband met het BTW compensatiefonds, de lagere apparaatskosten door opschaling, onderwijshuisvesting, hergebruik scootmobielen en de afschaffing van de maatschappelijke stages. Deze items zijn ook al genoemd in het “Geactualiseerd financieel perspectief Kadernota 20142017” (raadsbrief medio juni 2013). • de vervallen decentralisatie-uitkering ISV (- 1,0 miljoen); was vorig jaar ook al bekend; • de vervallen decentralisatie-uitkering Bodemsanering (- 0,4 miljoen); was vorig jaar ook al bekend; • de verwachte vervallen bijdrage in het buitenonderhoud basisscholen (- 0,8 miljoen) op basis van de Kadernota 2014-2017; • de verwachte (extra) korting op de Integratie-uitkering WMO (- 1,8 miljoen) op basis van de Kadernota 2014-2017; • Overige kleine mutaties (- 0,2 miljoen) Ad b) Overige risico’s/problematiek Accres Gemeentefonds/Onvoorziene tegenvallers Wat niet is verwerkt in de meicirculaire 2013 zijn de eventuele consequenties van het zogenaamde “Oranje-akkoord”, met een netto bezuinigingsbedrag van € 4,3 miljard (Hengelo’s aandeel werd in maart 2013 ingeschat op € 1 miljoen). Medio september 2013 wordt verwacht dat het rijk € 6 miljard gaat bezuinigen. We gaan er vanuit dat het om een structureel effect gaat. Door het huidige rijksbeleid hebben we daarom op voorhand een post voor onvoorziene tegenvallers opgenomen. Hiertoe voelden wij ons genoodzaakt door de onvoorspelbaarheid van het rijksbeleid in de afgelopen periode. De financiële consequenties die voortvloeien uit septembercirculaire 2013 van het gemeentefonds, en de daarin nog aan te kondigen hogere nieuwe rijksbezuinigingen, zijn nog niet helder. De post onvoorziene tegenvallers is inmiddels ingezet ter dekking van de niet te realiseren taakstelling op druk- en publicatiekosten bestemmingsplannen (€ 90.000) en de telefonische meldingenlijn openbare ruimte (€ 6.500). Dit laatste onderdeel is de financiële vertaling van de aangenomen motie tijdens de behandeling van de Kadernota 2014-2017.
P922 Algemene baten en lasten (+ 622.000) Stelposten gemeentefonds (- 276.000) In de begroting 2013 zijn stelposten (€ 150.000) opgenomen voor o.a. invoeringskosten transities. In de begroting 2014 zijn structurele stelposten geraamd voor de inzet van de nieuwe rijksmiddelen in het kader van het armoedebeleid (€ 175.000) en de nog te besteden middelen voor de maatwerkvoorziening WMO (bijna € 251.000) op basis van de meicirculaire 2013 van het gemeentefonds. Algemene stelposten (+ 798.000) In 2013 waren nog veel stelposten op deze hoofdfunctie geraamd. Met ingang van 2014 zijn de niet algemene stelposten, d.w.z. specifiek toe te wijzen stelposten, op product- of sectorniveau ingevuld. Dit verklaard het grote verschil op dit onderdeel. De stelpost druk- en publicatiekosten kan voor een bedrag van € 90.000 niet worden gerealiseerd, zoals ook uitgebreid in hoofdstuk 4 is aangegeven. Dit bedrag wordt gedekt uit de stelpost onvoorziene tegenvallers. Reclamegelden (+ 100.000) Aan de taakstelling uit Herontwerp 2012 – 2015 (zoekrichting 27) om ingaande 2014 € 100.000 extra reclame-baten te verwerven is met de gerealiseerde aanbestedingsresultaten op reclame voldaan.
194
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
P930 Uitvoering Wet WOZ/P940 Lasten heffing en invordering belastingen (+ 155.000) Het voordeel op dit product wordt veroorzaakt door een lagere raming als gevolg van efficiëntere bedrijfsvoering bij het GBT. Gemeenten als Almelo en Oldenzaal zijn toegetreden en de gevolgen daarvan worden zichtbaar.
P931 Onroerende zaakbelastingen (+ 594.000) De hogere opbrengst is het gevolg van areaaluitbreiding, de eerder vastgestelde maatregel uit "Koersvast in krappe tijden" en de toepassing van de inflatiecorrectie (indexering) voor de algemene dekkingsmiddelen (conform de Kadernota 2014-2017).
P936 Toeristenbelasting (+ 50.000) Naar aanleiding van de behandeling van de Kadernota 2014-2017 wordt het tarief voor de toeristenbelasting met ingang van 2014 verhoogd tot een gedifferentieerd tarief van € 0,70 per persoon per overnachting op een camping, € 0,85 voor chaletverhuur, pensions, bed- en breakfast en € 1 voor een hotelovernachting. Dit leidt tot een hogere opbrengst van € 50.000 aan toeristenbelasting.
P980 Reserves (- 3.334.000) Per saldo is er ten opzichte van de begroting 2013 sprake van een nadeel van ruim € 3,3 miljoen. De belangrijkste afwijkingen (* € 1.000) zijn mutaties in de: 1) Algemene reserve grondexploitaties - 2.423 2) Algemene reserve investeringen (ARI) +1.244 3) Bestemmingsreserve grote investeringen - 907 4) Bestemmingsreserve decentralisatie-uitkeringen - 886 5) Bestemmingsreserve fietspadenplan - 556 6) Algemene reserve + 468 7) Overig mutaties - 274 Totaal - 3.334 Ad1) Algemene reserve grondexploitaties Conform de Kadernota 2014-2017 vindt een incidentele storting in de algemene reserve grondexploitatie plaats van € 2 miljoen in 2014. Ook voor de jaren 2016 en 2017 vindt een jaarlijkse eenmalige storting plaats van € 1 miljoen. Daarnaast heeft het aanpassen van de omslagrente bij de grondexploitaties ook gevolgen voor de “algemene dienst” (de reguliere exploitatie), zoals uitgebreid is toegelicht in het afzonderlijke raadsvoorstel “Verlagen omslagrente”. Inmiddels heeft de raad op 10 september jl. conform het voorstel besloten. Voor 2014 gaat het om een nadelig effect van circa € 456.000 voor de algemene dienst, waarmee de storting in de reserve grondexploitatie is verlaagd. Doordat de omslagrente wordt verlaagd en de extra rente-compensatie van de algemene dienst niet meer wordt vergoed ontstaat er een voordeel van € 521.000 (maakte ook onderdeel uit van het raadsvoorstel “Verlagen omslagrente”). Tevens vindt er op basis van de Eindrapportage Herontwerp – Vernieuwen en bezuinigen (beleidsbegroting 2012-2015) met ingang van 2014 een extra storting in de reserve grondexploitatie van € 1 miljoen plaats om de boekwaarden van nog niet in exploitatie opgenomen gronden niet verder op te laten lopen. Daarmee wordt voorkomen dat de boekwaarde en de verkeerswaarde van deze gronden niet verder uiteen gaan lopen. Conform de vastgestelde herzieningen grondexploitaties per 1-1-2013 worden de promotiekosten grondverkopen (€ 50.000) en personeelslasten (€ 50.000) onttrokken uit de reserve. Daarnaast verloopt de taakstelling Verlichting exploitatie door fondsen ad € 500.000 (in 2013 op basis van Dekkingsplan 2013-2016) met ingang van 2014 niet meer via een onttrekking aan de reserve grondexploitatie (geraamde onttrekking in 2014 in de begroting 2013-2016 was € 360.000). Er wordt een bijdrage geraamd op Grondexploitatie algemeen (ten gunste van de algemene dienst). Ter compensatie hiervan zullen binnen de grondexploitatie-projecten bezuinigingen worden doorgevoerd.
195
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Ad 2) Algemene reserve investeringen (ARI) In 2013 is een eenmalig bedrag van € 1,2 miljoen toegevoegd aan de reserve ARI (boekwinst oude stadskantoor), conform de eerdere besluitvorming inzake het stadskantoor/stadhuis. Het overige verschil wordt met name veroorzaakt door de verlaging van de omslagrente. Dit heeft tot gevolg dat er minder middelen in de reserve ARI worden gestort met ingang van 2014. Ad 3) Bestemmingsreserve grote investeringen Door de Nota “Tot op het bot” is de algemene reserve in 2013 met ruim € 1,52 miljoen extra gevoed door o.a. het opheffen van de reserve grote investeringen (€ 907.000) Ad 4) Reserve decentralisatie-uitkeringen In de begroting 2014 zijn de volgende toevoegingen aan de reserve decentralisatie-uitkeringen geraamd voor de onderdelen (* € 1.000): • Nationale gebiedsontwikkelingen * 160 • ISV * 1.022 • Invoeringskosten Jeugdzorg 32 • Invoeringskosten AWBZ/WMO 154 • Zichtbare schakels 120 Totaal 1.488 Daarnaast zijn de volgende onttrekkingen geraamd in 2014: • Nationaal actieplan Sport en bewegen * • Eigen kracht * • ISV Geluidssanering Weideweg * • Zichtbare Schakels (t.g.v. het project; zie ook P 714.2) Totaal
68 50 414 120 652
* Deze bedragen waren op basis van de begroting 2013-2016 al geraamd in de meerjarenschijf 2014. Daarnaast is er in 2013 per saldo ongeveer € 50.000 meer incidenteel onttrokken uit deze reserve dan toegevoegd. Ad 5) Bestemmingsreserve fietspadenplan Op basis van de Kadernota 2014-2017 wordt er in 2014 incidenteel € 17.000 onttrokken uit deze reserve. In 2013 is deze reserve ingezet voor het verhogen van de algemene reserve (€ 116.000), de fietssnelweg F35 (€ 412.000) en de Kiss & ride-voorziening in de Laurastraat (€ 45.000). Ad 6) Algemene reserve Ten opzichte van de raming 2013 heeft er in 2014 een hogere toevoeging plaatsgevonden van € 1.050.000 op basis van de notitie “”Koersvast in krappe tijden”. Door de verlaging van de omslagrente is de rentetoevoeging aan de algemene reserve ook verlaagd met € 50.000. In 2013 is door de “Nota tot op het bot” de algemene reserve met ruim € 1,5 miljoen extra gevoed. Daarnaast is er door de budgetoverheveling van 2012 naar 2013 € 55.000 in 2013 onttrokken uit de algemene reserve.
196
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
7.3: Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Het overzicht van algemene dekkingsmiddelen ; Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen Algemene uitkeringen Dividend Saldo van de financieringsfunctie Overige alg. dekkingsmiddelen Totaal
197
╗ ║
Raming 2014
Bedragen x € 1.000 Raming 2015 Raming 2016 Raming 2017
19.821 88.218 981 -8.058 6.683
20.046 78.818 947 -8.595 6.616
20.314 78.556 960 -10.395 6.627
20.317 77.558 960 -10.401 6.533
107.646
97.832
96.062
94.967
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
198
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
8
199
Bijlagen
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
200
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Bijlage 8.1.2
Aard en reden reserves
Algemene reserve Gevormd vanuit resultaten van algemene middelen zonder directe bestemming, nodig t.b.v. het weerstandsvermogen van de gemeente (o.a. voor calamiteiten). In de Beleidsbegroting 2014-2017 is de claim voor de Kanaalzone Hart van Zuid (bijna € 1,3 miljoen) nog niet verwerkt. Op korte termijn zal worden voorgesteld deze middelen via een incidentele begrotingswijziging beschikbaar te stellen. Algemene reserve grondexploitatie Buffer ter afdekking van de risico’s vanuit grondexploitatie. De bedragen, vanuit de herziening grondexploitaties per 1-1-2013, de maatregelen uit de Kadernota 2014-2017 en het raadsbesluit m.b.t. het verlagen van de omslagrente, zijn hierin verwerkt Reserve Centraal Opleidingsbudget Niet bestede middelen van het centraal opleidingsbudget worden hierin gedoteerd als buffer voor tegenvallers in reguliere opleidingsbudgetten. Reserve communicatiebeleid Reservering bij verkoop van St. Kabeltevee Hengelo met doel deze te besteden ter dekking van kapitaallasten van investeringen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie. Besteding dient plaats te vinden t.b.v. de burgers van de gemeente Hengelo conform de oorspronkelijke doelstellingen van de stichting. Reserve secundaire arbeidsvoorwaarden Bestemd voor de uitvoering lokale arbeidsvoorwaarden. Reserve Warmtenet Bestemd om aanloopverliezen van het Warmtenet i.o. te dekken. Reserve Preventiepakket Berflo Es Bestemd voor Programma Berflo Es kansen scheppen, stappen maken. Wacht op definitieve uitvoering van met name SportLeercentrum Reserve egalisatie accommodaties Ter dekking van (groot) onderhoud van gebouwen, welke niet direct meer in gemeentelijk gebruik zijn, maar nog wel eigendom van de gemeente.
Reserve fietspadenplan Als correctie op de negatieve boekwaarde van cpl. 42 Fietspadenplan/Duurzaam Veilig is de vermogenstoename ondergebracht in deze reserve. Reserve bovenwijkse voorzieningen Middelen bestemd voor de realisatie van bovenwijkse infrastructurele voorzieningen. Betreft een continu proces zonder gebonden en duidelijk bestedingsplan en is niet tijdgebonden. Reserve Twentehaven Bestemd voor toekomstig incidenteel groot onderhoud van de haven. Reserve bodemsanering Middelen ter dekking van lasten bodemsaneringen, waarvoor binnen de beschikbare ISV-gelden geen ruimte is. Reserve Volkshuisvesting Ingesteld met doel een bedrag beschikbaar te hebben voor sociale woningbouw. Reserve Mobiliteit Afgezonderde middelen, primair bestemd voor de financiering van parkeervoorzieningen en voor het treffen van flankerende maatregelen voor het parkeerbeleid (vooral gericht op het verhogen van het gebruik van de fiets en openbaar vervoer ten koste van de automobiliteit). Reserve afvalverwerking Reserve vanuit toevallige meevallers product afvalverwerking/-verwijdering ten behoeve van egalisatie mogelijk toekomstige tegenvallers. Reserve WMO-verstrekkingen Egaliseren kosten WMO-verstrekkingen Reserve WMO-Woonvoorzieningen Egaliseren kosten WMO-woonvoorzieningen Reserve WMO maatschappelijke dienstverlening Ten behoeve van het flankerend beleid. Reserve onderwijshuisvesting Vanuit de algemene uitkering afgezonderde middelen ter dekking van uitgaven binnen het meerjaren- investeringsprogramma onderwijshuisvesting.
Reserve duurzaamheid Bestemd voor dekking van interne duurzaamheid.
201
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Reserve decentralisatie-uitkeringen Vanuit de algemene uitkering afgezonderde middelen ter dekking van uitgaven die gemoeid zijn met decentralisatie-uitkeringen. Het gaat om incidentele middelen voor een beperkte periode. Reserve organisatie-ontwikkeling Bestemd voor de transitie van meer mobiliteit in de organisatie naar een flexibele organisatie met de juiste medewerker op de juiste plek, zoals verwoord in de notitie “Koersvast in krappe tijden”. Reserve lening schouwburg Reservering als tegenhanger van de aan de schouwburg verstrekte lening, welke na 40 jaar aan elkaar gelijk zijn. Vast staat dat de lening niet zal worden terugbetaald. De lening is aan
202
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
te merken als een bijdrage aan een actief in eigendom van derden. De jaarlijkse afschrijving van het actief is feitelijk de jaarlijkse dotatie aan de reserve. Reserve lopende projecten Reservering van middelen om de exploitatie te belasten op het moment waarmee in de beheersplanning rekening is gehouden. De verrekening kan plaatsvinden op of na het moment van realisatie, ter voorkoming van een negatieve boekwaarde van activa. Reserve onderhoud buurtcentra Doel: meerjarig onderhoud van buurtcentra. Reserve ARI Bestemd ter dekking van toekomstige lasten die voortvloeien uit de ARI-investeringen.
versie 01-10-2013
Bijlage 8.1.4
Aard en reden voorzieningen
Voorziening pensioen wethouders Te verwachten verplichtingen jegens de pensioenen wethouders, waarvan de omvang redelijkerwijs in te schatten is. Voorziening FPU-59+ Vermogensafzondering ter dekking van voorzienbare financiële verplichtingen jegens ABP t.b.v. arrangementskosten van vetrokken medewerkers in kader van 59-jarigen maatregel. Voorziening rioolrenovatie Bestemd voor het in stand en op peil houden van het rioolstelsel alsmede egalisatie van de tarieven rioolheffing. Voorziening groot onderhoud stadhuis/stadskantoor T.b.v. groot onderhoud stadhuis en stadskantoor op basis van een meerjarige onderhoudsplanning. Voorziening onderhoud gebouwen Ter dekking van groot onderhoud van gebouwen. Aan de voorziening ligt een meerjarig onderhoudsplan ten grondslag. 203
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
Voorziening Waterstaatskerk Ter dekking van toekomstig onderhoud van de in 2005 overgenomen Waterstaatskerk. Voorziening renovatie sportvelden T.b.v. het toekomstig groot onderhoud van sportvelden afgezonderde middelen. Aan de voorziening ligt een onderhoudsplan ten grondslag. Voorziening gebouwen en installaties sport T.b.v. het toekomstig groot onderhoud voor gebouwen en installaties op de sportparken afgezonderde middelen. Aan de voorziening ligt een onderhoudsplan ten grondslag. Voorziening onderhoud buurt-wijkcentra Ter dekking van het onderhoud van buurtwijkcentra. Voorziening onderhoud Metropool Ter dekking van het onderhoud voor Metropool. Voorziening gebiedsgericht grondbeleid Ter dekking van grondwaterverontreiniging in centrumgebied. versie 01-10-2013
Bijlage 8.2 Saldi (Sub-)functie per hoofdfunctie Functie 001
SubFunctie Omschrijving 001.1 raad en raadscommissies 001.2 college van burgemeester en wethouders
Totaal 001 002 002.1 002.2 002.3 002.4 002.7 Totaal 002 003 003.1 003.3 Totaal 003 004 004.1 Totaal 004 005 005.1 005.2 Totaal 005 006 006.1 Totaal 006 120 120.2 120.5 Totaal 120 140 140.1 140.5 140.2 140.3 Totaal 140 210 210.1 210.2 210.3 210.4 210.5 210.6 210.3 Totaal 210 160 160.1 Totaal 160 211 211.1 211.2 Totaal 211 212 212.1 Totaal 212 214 214.1 Totaal 214 215 215.1 Totaal 215 221 221.1 221.2 Totaal 221 310 310.1 310.2 310.3 Totaal 310 311 311.1 Totaal 311 320 320.1 Totaal 320
204
╗ ║
bestuursondersteuning algemeen Externe subsidie verwerving algemene personele aangelegenheden Communicatie lidmaatschap VNG Burgerzaken Kadaster leges burgerzaken bestuurlijke samenw stedendriehoek Reg / intern samenwerking bestuursondersteuning raad en raadscommissies repressieve taken regionale brandweer opvang zwerfdieren handhaving openbare ruimte Lijkschouwing integrale veiligheid onderhoud wegen stedelijk niveau schoonhouden wegen wijkniveau onderhoud wegen wijkniveau openbare verlichting schoonhouden wegen stedelijk niveau wegen civiel techn. begeleiding onderhoud wegen wijkniveau bommenregeling verkeersmaatregelen beleid verkeersmaatregelen uitvoering openbaar vervoer Parkeren baten parkeerbelasting Haven overige waterlopen Markt Schuldbemiddeling economische aangelegenheden Marktgelden Bedrijventerreinen
Beleidsbegroting 2014 – 2017
Eindtotaal 925.170 1.274.680 2.199.850 1.845.710 -8.800 1.073.090 823.390 96.800 3.830.190 2.633.590 290.590 2.924.180 -939.440 -939.440 714.570 159.670 874.240 431.640 431.640 104.090 5.874.270 5.978.360 193.450 1.430.740 36.630 553.040 2.213.860 2.199.540 1.793.920 932.080 740.540 461.040 41.670 229.930 6.398.720 0 0 828.990 406.340 1.235.330 455.590 455.590 1.515.770 1.515.770 -1.624.000 -1.624.000 -18.480 158.590 140.110 167.980 1.480.250 379.920 2.028.150 -109.140 -109.140 306.250 306.250
versie 01-10-2013
330 Totaal 420 Totaal 421 Totaal 423 Totaal 432 Totaal 433 Totaal 441 Totaal 443 Totaal 480
330.7
Warmtenet
420.9
ambtelijke onderst openbaar ondersteuning
421.2
huisvesting openbaar basisonderwijs
423.2
huisvesting bijzonder basisonderwijs
432.4
schutte’s bosschool
433.2
huisvesting bijz speciaal onderwijs
441.2
huisvest openb scholen gem. onderwijs
443.2
huisvest bijz scholengemeenschappen
480.1 480.2 480.4 480.6
Schoolbegeleidingsdienst Leerlingenvervoer Gymnastieklokalen overige gemeenschappelijke uitgaven
330 420 421 423 432 433 441 443
Totaal 480 482 482.1 Totaal 482 510 510.1 Totaal 510 511 511.1 511.2 511.3 Totaal 511 530 530.2 530.3 530.4 530.5 530.6 Totaal 530 531 531.1 Totaal 531 540 540.1 540.2 540.6 Totaal 540 541 541.1 541.2 Totaal 541 550 550.1 Totaal 550 560 560.1 560.2 560.3 560.5 560.6 560.7 560.8 560.9 Totaal 560 580 580.1 580.3 Totaal 580 610 610.1 Totaal 610 611 611.1 611.2 611.4 Totaal 611 205
╗ ║
Volwasseneneducatie openbaar bibliotheekwerk Muziekschool Creativiteitscentra Emancipatie Sporthallen Zwembaden overige accommodaties Subsidies overige sport Sportparken Schouwburg amateur.kunstbeoef. en beeldende kunst overige kunst Musea monumenten en monumentenzorg natuur- en milieueducatie openbaar groen wijkniveau regionale samenwerking Kermis Vvv hoofdinfra groen stedelijk niveau Speeltoestellen Groenbeleid Kinderboerderij plaatselijke radio en tv overige cultuur en recreatie Bijstandsverlening Werkgelegenheid wet sociale werkvoorziening Werkloosheidsbeleid
Beleidsbegroting 2014 – 2017
1.243.170 1.243.170 -50 -50 554.790 554.790 1.939.040 1.939.040 0 0 1.226.600 1.226.600 852.100 852.100 781.570 781.570 265.000 1.004.250 636.180 1.864.500 3.769.930 94.950 94.950 2.506.320 2.506.320 1.413.180 498.740 66.320 1.978.240 550.220 1.761.260 98.960 165.700 215.490 2.791.630 2.049.250 2.049.250 2.100.750 533.700 91.830 2.726.280 466.850 6.610 473.460 0 0 3.936.830 219.520 -42.870 438.510 1.273.040 611.210 47.010 904.570 7.387.820 40.050 -187.080 -147.030 9.570.970 9.570.970 135.720 335.300 959.290 1.430.310 versie 01-10-2013
614
614.1 614.2 614.3
Totaal 614 620 620.1 620.2 620.3 620.6 Totaal 620 621 621.1 Totaal 621 622 622.1 Totaal 622 623 623.1 623.2 623.3 Totaal 623 630 630.1 630.2 630.3 630.4 630.5 Totaal 630 650 650.1 650.2 Totaal 650 652 652.2 Totaal 652 714 714.1 714.2 Totaal 714 715 715.1 Totaal 715 716 716.1 Totaal 716 721 721.1 Totaal 721 722 722.1 722.2 722.3 Totaal 722 723 723.1 723.2 723.3 723.5 723.7 723.8 723.9 Totaal 723 724 724.1 Totaal 724 725 725.1 Totaal 725 726 726.1 Totaal 726 732 732.1 Totaal 732 810 810.1 810.2 810.7 810.8 Totaal 810 820 820.2 820.5 206
╗ ║
Minimabeleid kwijtscheldingen inzake minima bijzondere bijstand maatschappelijke dienstverlening wmo subsidieregelingen Ouderenbeleid overig maatschappelijk werk lokale minderheden huishoudelijke verzorging WWB trajecten Inburgering Educatie soc.cult.werk/buurthuizen Wijkwelzijnswerk jeugd en jongerenwerk Samenlevingsopbouw sociale vernieuwing/wijkaanpak Kinderdagopvang Peuterspeelzaalwerk voorziening gehandicapten Drugsverslaafden overige gezondheidszorg basistakenpakket uniform deel jeugdgezondheidszorg maatwerkdeel afvalverwijdering en –verwerking riolering beleid riolering dagelijks onderhoud Rioolbeheerssystemen Milieu Geluid Bodem openbare toiletten vergunningverlening milieu handhaving milieu handhaving bodem Lijkbezorging baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing baten rioolheffing Begraafplaatsrechten structuurplannen algemeen bestemmingsplannen voorber. plannen&projec. adviezen ruimtelijke ordening renteverschil woningexploitaties woninggebonden subsidies
Beleidsbegroting 2014 – 2017
716.060 1.278.430 2.680.020 4.674.510 1.708.640 608.980 726.130 97.050 3.140.800 98.970 98.970 8.940.440 8.940.440 -175.000 175.000 0 0 32.360 2.148.000 1.794.690 315.350 758.210 5.048.610 422.370 869.300 1.291.670 4.906.030 4.906.030 4.050 740.540 744.590 1.787.480 1.787.480 1.342.180 1.342.180 6.797.660 6.797.660 4.806.230 1.353.100 140.650 6.299.980 14.530 695.970 492.870 91.450 481.610 618.980 364.810 2.760.220 880.250 880.250 -8.386.100 -8.386.100 -7.564.520 -7.564.520 -518.150 -518.150 518.620 394.240 382.390 510.070 1.805.320 -1.139.500 -11.720 versie 01-10-2013
820.6 Totaal 820 821 821.1 821.2 Totaal 821 822 822.1 822.2 822.4 822.5 822.6 Totaal 822 823 823.1 Totaal 823 830 830.1 830.3 830.4 830.5 830.6 830.7 830.8 Totaal 830 913 913.2 Totaal 913 914 914.1 Totaal 914 921 921.1 Totaal 921 922 922.1 922.4 922.5 922.9 Totaal 922 930 930.1 Totaal 930 931 931.1 Totaal 931 932 932.1 Totaal 932 936 936.1 Totaal 936 937 937.1 Totaal 937 939 939.1 Totaal 939 940 940.1 Totaal 940 960 960.0 Totaal 960 980 980.0 Totaal 980 990 990.1 Totaal 990 Eindtotaal
207
╗ ║
regeling woonconsumenten Stadsvernieuwingsfonds stadsvernieuwingsactiviteiten bouw- woning- en welstandstoezicht uitvoering woningwet Volkshuisvesting vergunningverlening bouwen handhaving bouwen leges bouwvergunningen nog niet in exploitatie genomen gronden woningbouwcomplexen in exploitatie bedrijfscomplexen in exploitatie Fondscomplexen verrekening boekwaarde Accommodatiebeleid Erfpachten Deelnemingen rente interne financiering algemene uitkering onvoorziene uitgaven nog in te vullen ombuigingen begrotingstechnische correctie Reclame uitvoering wet WOZ baten OZB gebruikers baten OZB eigenaren baten toeristenbelasting baten hondenbelasting baten precariobelasting lasten heffing en invord gem.belastingen saldo kostenplaatsen mutaties reserves saldo baten en lasten na bestemming
Beleidsbegroting 2014 – 2017
115.980 -1.035.240 380 228.750 229.130 170.240 11.720 255.380 1.819.680 626.820 2.883.840 -1.997.130 -1.997.130 601.940 4.982.840 -9.237.180 1.856.390 883.190 -347.690 0 -1.260.510 -946.410 -946.410 -5.493.340 -5.493.340 -85.837.800 -85.837.800 191.000 -76.000 -534.400 -578.850 -998.250 891.860 891.860 -3.995.000 -3.995.000 -14.843.000 -14.843.000 -124.000 -124.000 -473.790 -473.790 -385.380 -385.380 880.140 880.140 0 0 9.134.470 9.134.470 0 0 -231.460
versie 01-10-2013
Bijlage 8.3 Financiering (EMU) saldo
208
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Bijlage 8.4 - Overzicht van incidentele baten en lasten 2014-2017 (bedragen groter of gelijk aan € 100.000; bedragen * € 1.000)
Productcombinatie 003
Omschrijving incidentele bate/last Verkiezingen
- = nadeel
2014: -171
2015: -86
2016: 0
2017: -86
-171
-86
0
-86
0 -250
0
0
0
-250 1.336
0 1.300
0
0
Totaal hoofdfunctie 3:
1.336
1.300
0
0
Totaal hoofdfunctie 4:
0
0
0
0
Totaal hoofdfunctie 5:
0
0
0
0
0 -120 -214 250 -414 -898 898
0
0
0
Totaal hoofdfunctie 0: Totaal hoofdfunctie 1: 214 Afkoop parkeergarage B.P. Hofstedestraat Totaal hoofdfunctie 2: 330 Reserve Warmtenet
Totaal hoofdfunctie 6: 714 Zichtbare Schakel 721 2 Fte extra toezichthouders t.l.v. reserve afvalverw erking 723 Onttrekking uit de reserve bodemsanering 723 Geluidsanering 723 Werkzaamheden bodem (tlv GSB middelen) 723 Rijksbijdrage w erkzaamheden bodem (GSB middelen) Storting in reserve bodemsanering/lasten bodemsanering 723 Totaal hoofdfunctie 7: 830
Incidentele lasten grondexploitaties
Totaal hoofdfunctie 8: Algemene uitkering (DU ISV) 921 921 Algemene uitkering (DU bodemsanering) 921 Algemene uitkering (DU nationale gebiedsontw ikkelingen) 921 Algemene uitkering (DU Zichtbare Schakels) 960 Leasebedrag Stadskantoor Hazenw eg tot 1 april 2016 960 Extra storting in onderhoudsfonds stadskantoor/stadhuis 960 Loonbetalingen en sociale lasten diverse sectoren 980 Onttrekking uit de reserve afvalverwerking Onttrekking uit de reserve decentralisatie-uitkeringen 980 (Zichtbare schakel) Onttrekking uit de reserve decentralisatie-uitkeringen (geluidsanering) 980 Toevoeging aan reserve decentralisatie-uitkeringen (ISV, 980 nationale gebiedsontw ikkelingen, Zichtbare Schakels e.d.) Toevoeging aan de algemene reserve 980 980 Toevoeging aan reserve ARI Toevoeging aan algemene reserve grondexploitatie (Kadernota 2014-2017) 980 Ontrekking algemene reserve grondexploitatie i.v.m. verlagen omslagrente 980 Toevoeging alg. reserve grondexploitatie (w instnemingen op 980 complexen)
-616 616
-407 -905
0
0
0
-1.420
-260
-544
-50
-1.420 1.022 407 160 119
-260
-544
-50
160 -341 -229 -247
0
0
-1.488 -1.398 -1.407
-160 -989 -1.245
0 -1.899 0
0 -1.899 0
-2.000
0
-1.000
-1.000
456
0
0
0
206
1.470
0
1.070
2.306
1.006
2.527
1.576
1.420
260
544
50
Totaal hoofdfunctie 9:
-1.633
26
-169
-203
TOTAAL
-3.043
980
-713
-339
980 980 980
209
Onttrekking uit op complexen) Onttrekking uit (voorzieningen Onttrekking uit onttrekkingen)
╗ ║
-1.437 214 120 414
-747
algemene reserve grondexploitatie (verliezen algemene reserve grondexploitatie grex) algemene reserve grondexploitatie (specifieke
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
210
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Bijlage 8.6 Overzicht van verbonden partijen Naam: Gemeenschappelijke regelingen: Regio Twente Regioraad (Algemeen Bestuur) Dagelijks Bestuur Bestuurscommissie Openbare Gezondheidszorg (OGZ) OGZ, subcommissie Jeugdgezondheidszorg Portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit Portefeuillehoudersoverleg RO & Volkshuisvesting Portefeuillehoudersoverleg Economische zaken Portefeuillehoudersoverleg Sociale Zaken Portefeuillehoudersoverleg Financiën Portefeuillehoudersoverleg Afval Portefeuilleh. overleg Informatie Service Punt (ISP) Milieu Portefeuillehoudersoverleg Sport Bestuurscommissie Recreatie/ Toerisme Commissie grens Twente Platform onderwijs, werk en inkomen
A 1a
a aa c d e f g h i j k l
1b a b
c e f g h 1c
Bestuurscommissie Netwerkstad Twente Bestuurscommissie Netwerkstad Bestuurlijk afstemmingsberaad (BAB) Sociaal cluster cultuur cluster sport platform onderwijs, werk en inkomen (vml. RPA) cluster zorg cluster onderwijs en jeugd Bestuurlijk Afstemmingsberaad (BAB) R-E-G Portefeuillehouders overleg grondzaken Portefeuillehouders overleg financiën Eurocities; Social Affairs Forum Agendacommissie radencommissie Netwerkstad Veiligheidsregio Twente Bestuurscommissie Veiligheid (Veiligheidsberaad) Regionaal college Politie Twente Brandweer Twente GHOR (Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie Regio) algemeen
Vertegenwoordiging:
Wethouder Wethouder Wethouder Wethouder Wethouder Wethouder Wethouder Wethouder Wethouder Wethouder Wethouder Wethouder Wethouder
Bron en dhr. W.A. Winter Bron Oude Alink Oude Alink Bron Bron Ten Heuw Ten Heuw Mulder Oude Alink Oude Alink Lievers Lievers
Wethouder Ten Heuw
Wethouder Bron Weth. Ten Heuw en Lievers
Weth. Bron, Ten Heuw, Mulder Wethouder Mulder Wethouder Mulder Burgemeester Schelberg
Burgemeester Schelberg Burgemeester Schelberg Burgemeester Schelberg Wethouder Oude Alink Burgemeester Schelberg
2 Euregio Dagelijksbestuur Euregioraad Euregioraad; werkgroep onderwijs
Burgemeester Schelberg Hr. Fens, hr. W. Jager Hr. Fens (voorzitter)
3 Sociaal werkleerbedrijf Midden Twente Algemeen Bestuur Dagelijks Bestuur
Weth. Ten Heuw en Mulder Wethouder Ten Heuw
4 Stadsbank Oost Nederland Algemeen Bestuur Dagelijks bestuur
Wethouder Ten Heuw Wethouder Ten Heuw
5 Openbaar lichaam Crematoria Twente Algemeen bestuur
211
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
Wethouder Mulder (plv. weth. Oude Alink)
versie 01-10-2013
Openbaar lichaam Regionaal Bedrijventerrein 6 Twente (Businesspark XL, ) Algemeen bestuur Dagelijks bestuur
Wethouders Mulder en Ten Heuw Wethouder Mulder
7 Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente Algemeen bestuur Dagelijks bestuur
Wethouders Mulder en Ten Heuw Wethouder Ten Heuw
8 Bestuursovereenkomst Samenwerking handhaving Overijssel B
Verenigingen 1 Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG, ) College van Arbeidszaken Gezondheid en Welzijn Werk en Inkomen
Wethouder Lievers
Wethouder Lievers Wethouder Oude Alink Wethouder Ten Heuw
2 Vereniging van Gemeenten Aandeelhouders N- Ned. Wethouder Mulder (uit VNG- Ov.), tevens lid DB VEGANN
(VEGANN, ) C
Publiek/ Private samenwerking 1 Samenwerkingsovereenkomst Hart van Zuid
D
Wethouder Bron
Deelnemingen in vennootschappen
1 N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
Wethouder Mulder\ambtelijk met volmacht
2 Essent N.V. a. Enexis NV b. Attero NV c. Publiek belang Electriciteitsproductie BV d. Verkoop vennootschap BV e. Claim Staat Vennotschap BV g. Vordering op Enexis BV
Wethouder Mulder\ambtelijk volmacht Wethouder Mulder\ambtelijk volmacht verkocht in 2011 aan RWE Wethouder Mulder\ambtelijk volmacht Wethouder Mulder\ambtelijk volmacht Wethouder Mulder\ambtelijk volmacht
met met
met met met
3 Vitens N.V.
Wethouder Mulder\ambtelijk met volmacht
4 Twente Milieu N.V.
Wethouder Mulder/ Oude Alink
5 Twence BV
Wethouder Mulder
F
Overige verbonden partijen 1 NV Wonen Boven Winkels 50% gemeenten Hengelo, 50% Welbions, AVA
Wethouder Bron
2 Toekomstig: Warmtenet BV (3.6.3)
Wethouder Oude Alink, fin. aspecten i.o.m. Mulder
3 Stichting World Trade Center Hengelo
Wethouder Ten Heuw
212
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
8.7 Kadernota 2014-2017
213
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Inhoudsopgave: Pag.: Inleiding
215
Hoofdstuk 1 – Financieel perspectief 2014-2017 1.1 Financieel perspectief 1.1.1 Overzicht financieel meerjarenperspectief 1.1.2 Toelichting financieel meerjarenperspectief 1.2 Dynamisch perspectief/ontwikkelingen/risico’s 1.3 Ontwikkeling algemene reserve
216 216 217 218 223 224
Hoofdstuk 2 – Dekkingsplan begroting 2014-2017 2.1 Aanpak en achtergronden van de opgave 2.2 Maatregelenpakket dekkingsplan 2014-2017 2.2.1 Overzicht voorstellen en bedragen 2.2.2 Voorstellen in het algemeen bestuurlijke domein 2.2.3 Voorstellen in het fysieke domein 2.2.4 Voorstellen in het sociale domein 2.2.5 Voorstellen in de sfeer van inkomsten 2.2.6 Bedrijfsvoeringstaakstelling 2.2.7 Investeringen 2.2.8 Bezuinigingen - tweede spoor
225 225 227 227 228 231 234 239 240 240 241
Hoofdstuk 3 – Financiële uitgangspunten en ramingen bestaand beleid
242
Bijlage 1 – Overzicht van maatregelen Sociaal Akkoord
244
214
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Inleiding
De Kadernota is het startpunt voor een komend begrotingsproces. In goede tijden gaf deze nota de koers aan voor de beleidsintensiveringen e.d., maar de laatste jaren zijn we door het rijksbeleid genoodzaakt om in te steken op bezuinigingsmaatregelen als gevolg van de sombere financiële perspectieven. Zoals we ook al in onze raadsbrief van 12 februari jl. hebben aangegeven, waren we met name door aanvullende rijksbezuinigingen (door o.a. het regeerakkoord) wederom genoodzaakt om een nieuwe bezuinigingsronde op te starten. In het dekkingsplan begroting 2014-2017, als onderdeel van deze Kadernota, treft u de voorgestelde bezuinigingsmaatregelen van deze nieuwe ronde aan. De afgelopen jaren heeft de gemeente Hengelo al aanzienlijke bezuinigingen doorgevoerd, zoals de bezuinigingsoperaties in het kader van Herontwerp (€ 15 miljoen) naast het oplossen van de gemaakte beleidskeuzes binnen het eigen domein (o.a. Participatiebudget; periode 2010-2013: bijna € 6 miljoen), Koersvast in krappe tijden (€ 10 miljoen). Opnieuw worden we door de opgelegde (efficiency)kortingen van rijkswege genoodzaakt om verder te snijden op de te besteden middelen.
Indeling Allereerst schetsen wij in hoofdstuk 1 in het kort het geactualiseerde financieel perspectief dat de noodzaak illustreert van de nieuwe bezuinigingsopgave(s). Tevens zal worden ingegaan op het Sociaal - en het Zorgakkoord. Vervolgens willen we stilstaan bij de dynamiek van het financieel perspectief en de risico’s, waarbij aandacht zal worden besteed aan de transities. Daarnaast wordt de ontwikkeling van de algemene reserve geschetst. In hoofdstuk 2 wordt stilgestaan bij de achtergronden van de wijze waarop en de fasering waarmee we de bezuinigingsopgave(s) hebben aangepakt. Daarna volgen de voorgestelde maatregelen uit het dekkingsplan voor de begroting 2014-2017. Dit als onderdeel van het proces om te komen tot een sluitende begroting in november van dit jaar. Tenslotte wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de voorgestelde uitzettingspercentages, die zullen worden gehanteerd in de Beleidsbegroting 2014-2017. Voorstel Wij stellen u voor: 1. kennis te nemen van het (financieel) meerjarenperspectief; 2. in te stemmen met de noodzaak en de wenselijkheid van het, gezien de dynamiek, regelmatig actualiseren van het financieel meerjarenperspectief; 3. in te stemmen met de maatregelen genoemd in het dekkingsplan 2014-2017; 4. de financiële uitgangspunten voor de ramingen van bestaand beleid voor de begroting 2014-2017 vast te stellen met uitzondering van het rentepercentage. Vervolg Op 23 april jl. hebben wij het ontwerp-dekkingsplan 2014-2017 vastgesteld. Vanaf die datum hebben een aantal betrokken instellingen, belangengroeperingen e.d. gereageerd op de ontwerp-voorstellen aan uw raad. Deze reacties zijn betrokken bij de vaststelling van ons definitieve dekkingsvoorstel (hoofdstuk 2), als onderdeel van deze Kadernota. De voorliggende Kadernota is in ons college van 28 mei jl. vastgesteld. De behandeling zal in uw raad plaatsvinden op 2 en 3 juli 2013. Daaraan voorafgaand is door het presidium het raadstraject tussen 28 mei en 2 en 3 juli vastgesteld. Onderdeel daarvan is een commissievergadering op 12 juni a.s., waarin belanghebbenden kunnen inspreken, en een gezamenlijke commissiebespreking van de Kadernota op 20 juni a.s. De besluitvorming door uw raad is op 2 en 3 juli a.s. De individuele maatregelen waartoe uw raad besluit, worden verwerkt in de meerjarenbegroting 2014-2017 die u in november vaststelt.
215
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Hoofdstuk 1 - Financieel perspectief 2014-2017
1.1
Financieel perspectief
Het financieel perspectief is nog steeds met de nodige voorzichtigheid te interpreteren. We hebben het dan ook liever over een globaal financieel perspectief. Dit heeft te maken met het feit dat de meeste rijksmaatregelen op diverse beleidsterreinen uit het Regeerakkoord en de Startnota nog niet volledig zijn vertaald in (definitieve) weten regelgeving. Ook de financiële consequenties naar aanleiding van het Sociaal – en Zorgakkoord zijn nog niet helder voor gemeenten. Daarom kunnen we op dit moment niet anders dan op een aantal items een zo goed mogelijke inschatting maken van de financiële consequenties, zoals deze nu zijn geschetst in het financieel perspectief. Vooralsnog handhaven wij ons standpunt dat de "gekorte" rijksbudgetten uitgangspunt zijn voor de transities Werk/Participatie, AWBZ/WMO en Jeugdzorg. Dat wil zeggen dat de in- en uitvoering van de transities in principe binnen de overgehevelde rijksbudgetten moet plaatsvinden. Toch baart dit ons zorgen, omdat we op dit moment nog geen duidelijk totaalbeeld hebben van de effecten op de samenleving en de risico’s van stapeling van financiële effecten. De uitkomsten van de decentralisatie-onderzoeken, gearrangeerd door het rijk en de VNG, zijn momenteel nog niet bekend. Voor het zomerreces van de Tweede Kamer, moet het Centraal Planbureau (CPB) in een eerste rapportage (op hoofdlijnen) de financiële risico’s inventariseren. Tevens dient het CPB de gevolgen van de afspraken uit het Sociaal - en het Zorgakkoord mee te nemen in deze risico-inventarisatie. Het verdere onderzoek door het CPB loopt door tot eind 2014, in afwachting van de wetgeving voor de transities. In aanvulling op de CPB-onderzoeken gaan het rijk en de VNG de voortgang van de transitiefase monitoren. Hierbij wordt met name aandacht besteed aan de uitvoeringsrisico’s. Voor eind 2013 zal de eerste rapportage worden opgeleverd, waarin ook aandacht wordt besteed aan de voortgang, best practices en innovatieve aanpakken voor integrale beleidsvorming. Mede door bovenstaande ontwikkelingen en de aanhoudende crisis zijn de uitgaven in de sfeer van de bijstand moeilijk in te schatten. Wanneer er weer nieuwe inzichten ontstaan dan wordt het financieel perspectief bijgesteld. Ook nieuwe inzichten in de wet- en regelgeving ten aanzien van de transities kunnen aanleiding zijn tot bijstelling van ons huidige standpunt. We blijven de komende periode dan ook uitgaan van een dynamisch financieel perspectief.
216
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
1.1.1 Overzicht financieel meerjarenperspectief
Het verwachte financieel perspectief voor de jaren 2014-2017 ziet er als volgt uit:
bedragen (* 1.000)
2014:
2015:
2016:
2017:
1.609
1.386
1.217
1.217
1.449 0
934 -32
-557 -27
-2.498 -27
-870
-2.410
-2.410
-2.410
Lagere apparaatskosten (opschaling)
0
-300
-600
-900
Algemene korting onderwijshuisvesting gemeentefonds
0
-1.280
-1.280
-1.280
Scootmobielen
0
-75
-125
-250
-445 445
-2.325 2.325 -1.000 1.000 -170
-3.000 3.000 -1.000 1.000 -170
-3.000 3.000 -1.000 1.000 -170
-66
-66
-66
-66
p.m. p.m. p.m.
p.m. p.m. p.m.
p.m. p.m. p.m.
p.m. p.m. p.m.
-2.000 128 p.m. -500 p.m.
0 204 p.m. -500 p.m.
-1.000 201 p.m. -500 p.m.
-1.000 201 p.m. -500 p.m.
-1.000 318 -1.000
p.m. 318 -1.000
p.m. 318 -1.000
p.m. 318 -1.000
-1.932
-2.991
-5.999
-8.365
Begrotingsruimte o.b.v. septembercirc. 2012 Mutaties decembercirculaire 2012: Accres Startnota tov bijgesteld accres sept.circ. 2012: Vermindering raadsleden/dualiseringskorting
Overige genoemde maatregelen o.b.v. regeerakkoord, maar niet concreet verwerkt in de decembercirculaire 2012: Korting gemeentefonds BTW compensatiefonds
WMO gemeentefonds Uitgavenverlaging WMO-budget Eigen bijdragen (inkomensafhankelijk) Uitgavenverlaging WMO-budget Eigen bijdragen (vermogensinkomensbijtelling) Maatschappelijke stages Transities: Participatiewet Jeugdzorg AWBZ/WMO Overige risico's/problematiek: Extra storting in reserve grondexploitatie Effecten WWB/IOAW/IOAZ - gemeentefonds Rente Structurele effecten jaarrekening 2012/1e berap 2013 Herverdeling gemeentefonds Accres gemeentefonds (o.a. doorwerking nullijn rijksambtenaren - nieuwe rijksbezuinigingen na regeerakkoord; zgn. "Oranje-akkoord") Inflatiecorrectie algemene dekkingsmiddelen Onvoorziene tegenvallers (incl. mei-/sept.circ. 2013) Totaal verwacht tekort 2014-2017; handhaving BTW compensatiefonds:
217
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
1.1.2 Toelichting financieel meerjarenperspectief
De items uit het overzicht financieel meerjarenperspectief worden achtereenvolgens toegelicht: Begrotingsruimte o.b.v. septembercirculaire 2012 gemeentefonds In de raadsbrief (en memo) “Financiële consequenties septembercirculaire 2012 gemeentefonds” bent u uitgebreid geïnformeerd over de mutaties op basis van de septembercirculaire 2012. De begrotingsruimte in het financieel meerjarenperspectief sluit aan met de cijfers uit dit memo voor de betreffende jaren 2014-2016 (aanname bedrag 2017= 2016). Mutaties decembercirculaire 2012 gemeentefonds Voor het meerjarenperspectief 2014-2017 hebben we de budgettaire consequenties uit de decembercirculaire 2012 van het gemeentefonds gelicht. Taakmutaties e.d., die budgettair neutraal verlopen, zijn buiten beschouwing gelaten. Accres Startnota In de Startnota van het rijk zijn de effecten van het regeerakkoord op de normeringsmethodiek, “samen de trap op, samen de trap af” nagerekend en vertaald in de decembercirculaire 2012 van het gemeentefonds. Vermindering raadsleden/dualiseringskorting Het kabinet Rutte II acht de voorziene vermindering van het aantal raadsleden te hoog en stelt het bij tot de aantallen van voor de dualisering. In de begroting leidt dit vanaf 2015 tot een structureel nadelig effect van bijna € 30.000. Overige maatregelen uit het regeerakkoord, die nog niet nader zijn uitgewerkt in de circulaire (zijn vooralsnog berekend op 1/200 aandeel voor de gemeente Hengelo): BTW-compensatiefonds (BCF) De financiële consequenties bij handhaving van het BCF zijn: • Met ingang van 2014 zullen de gemeenten de BTW-verhoging van 19 naar 21% per 1 oktober 2012 zelf moeten betalen (macro € 239 miljoen). Ook de correctie in 2013 wegens dubbele compensatie ad € 65 miljoen wordt teruggedraaid in 2014. Deze 2 maatregelen tezamen behelzen een structurele netto-korting van € 870.000 vanaf 2014. • Met ingang van 2015 legt het rijk zonder meer een extra korting in het gemeente- en provinciefonds op van € 350 miljoen macro. Voor de gemeente Hengelo gaat het dan om een extra kortingsbedrag van € 1,54 miljoen vanaf 2015, boven op de € 870.000. Lagere apparaatskosten (opschaling) Onbekend is op welke wijze deze korting wordt toegepast. Bovendien is niet duidelijk voor welke gemeenten een eventuele korting van toepassing is, betreft het een generieke korting of treft het alleen gemeenten onder de 100.000 inwoners die kiezen voor verregaande samenwerking dan wel herindeling. Bij opschaling krijgen gemeenten in eerste instantie te maken met desintegratiekosten, maar dat laat het rijk onverlet aan zich voorbij gaan. Onderwijshuisvesting In het regeerakkoord is aangekondigd dat er een uitname uit het gemeentefonds zal plaatsvinden voor onderwijshuisvesting van € 256 miljoen vanaf 2015. Deze uitname zou worden gekoppeld aan de overheveling van het buitenonderhoud primair onderwijs naar de schoolbesturen. Echter in de decembercirculaire 2012 van het gemeentefonds staat dat de uitname niet verbonden is aan een gemeentelijke taakwijziging - zoals in verband met het buitenonderhoud primair onderwijs. Het betreft een algemene korting die door het rijk wordt aangewend voor versterking van het primair onderwijs. De algemene korting behelst een structureel nadeel van bijna € 1,3 miljoen voor Hengelo. Daar boven op zal er nog een uitname uit het gemeentefonds plaatsvinden ten aanzien van de taakwijziging buitenonderhoud. De verantwoordelijkheid voor buitenonderhoud wordt overgedragen van gemeenten naar de schoolbesturen per 1 januari 2015. Met andere woorden, als de Wet op het Primair Onderwijs per 1 januari 2015 wordt gewijzigd, zal de zorgplicht voor buitenonderhoud van de gemeente vervallen. De gemeente zal dan alleen nog verantwoordelijk 218
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
blijven voor nieuwbouw. De taakwijziging voor het buitenonderhoud maakt onderdeel uit van bezuinigingsmaatregel S01 Onderwijs, genoemd in het dekkingsplan (hoofdstuk 2). Verplicht hergebruik scootmobielen/rolstoelen etc. De gemeentefondskorting is niet door te voeren op de uitgavenkant in de begroting. Het gemeentelijk beleid is al in een eerder stadium aangepast, waardoor het nu voorgestelde rijksbeleid niet meer in financiële zin kan worden geëffectueerd. WMO gemeentefonds –Huishoudelijke hulp De gemeenten houden 60 % van het budget voor de huishoudelijke hulp in plaats van de in het regeerakkoord aangekondigde 25 %. Dit is een van de afspraken die op basis van het Zorgakkoord zijn gemaakt. De verwachting van het rijk is dat het werkgelegenheidsverlies hiermee substantieel wordt verzacht. Ons oorspronkelijk financieel perspectief in de raadsbrief van 12 februari jl. was nog gestoeld op de uitgangspunten in het regeerakkoord. In deze Kadernota is dit perspectief nu bijgesteld op basis van deze nieuwe informatie. Voor ons is het overblijvend budget voor huishoudelijke hulp bepalend. Geconcludeerd wordt dat met ingang van 2016 de structurele korting op het WMO-budget voor de gemeente Hengelo ongeveer € 3,0 miljoen zal bedragen. Bij deze verlaging van het WMO-budget wordt nog een extra kortingsbedrag opgeteld van circa € 1,0 miljoen, omdat de inkomsten uit de eigen bijdragen af zullen nemen. Huishoudelijke hulp voor nieuwe cliënten blijft beschikbaar in 2014, maar de gemeenten dragen bij in de dekking hiervan. Welke keuzemogelijkheden de gemeente hierin heeft, is afhankelijk van de (nieuwe) wet- en regelgeving. Dit vraagt om een nadere uitwerking voor wat betreft o.a. de inkomenstoets, indicatiestellingen. Overeind blijft dat hulp bij het huishouden met 40% wordt gekort en dat het alleen is voor diegenen die zelf niet financieel kunnen voorzien. Deze groep betaalt verhoudingsgewijs een lagere eigen bijdrage dan diegenen die nu wel in aanmerking komen voor hulp bij het huishouden. Grofweg kan worden gesteld dat de inkomsten uit de eigen bijdragen met ongeveer 50-60% af zal nemen. Daarnaast zijn in de begroting 2013-2016 extra opbrengsten (€ 170.000) geraamd voor eigen bijdragen op grond van de vermogensinkomensbijtelling. Ons inziens kan de opbrengst aan vermogensinkomensbijtelling (€ 170.000) niet leiden tot een verlaging van het WMO-budget, want de hogere inkomens moeten zelf de voorziening regelen en maken dus geen onderdeel uit van het dan ontvangen rijksbudget. Maatschappelijke stages De verwachte korting in het gemeentefonds is circa € 100.000. In de meerjarenbegroting 2013-2016 zijn de structurele uitgaven circa € 34.000. Transities De decembercirculaire 2012 van het gemeentefonds gaat niet in op de voorgenomen decentralisaties in het sociaal domein. Dit zal pas in afwachting van nadere besluitvorming plaatsvinden. Vooralsnog gaan we er vanuit dat de "gekorte" rijksbudgetten uitgangspunt zijn voor de transities Werk/Participatie, AWBZ/WMO en Jeugdzorg. Toch baart dit ons zorgen, omdat we op dit moment nog geen duidelijk totaalbeeld hebben van de effecten op de samenleving en de financiële risico’s (mede door de stapeling van effecten door de rijksbezuinigingen). Werk (Participatiewet) Leidend voor het rijk is dat de financiële kaders uit het regeerakkoord en de eerste brief van het kabinet aan de Tweede Kamer met betrekking tot het Sociaal Akkoord worden gehaald. In deze brief wordt het standpunt van het kabinet verwoord inzake het Sociaal Akkoord en het vormt de basis voor de uitvoering van het Sociaal Akkoord. In bijlage 1 vindt u een uitgebreid overzicht van de maatregelen uit het Sociaal Akkoord. De voorstellen zullen verder worden uitgewerkt in wetgeving. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid streeft er naar om de behandeling van alle benodigde regelgeving omtrent de Participatie(wet) voor het eind van dit jaar afgerond te hebben, zodat de wet met ingang van 2015 (is een jaar opgeschoven) van kracht wordt.
219
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Gemeenten krijgen fors minder geld om een groeiende groep mensen aan het werk te helpen. De VNG vindt de financiële kaderstelling zorgelijk. Zij gaat er dan ook vanuit dat "als de financiële kaders niet toereikend zijn, dan zullen gemeenten de ambities bijstellen". De risico’s, die de gemeente loopt, zijn met name: • de effecten als gevolg van de herkeuring van de Wajongers; dit kan leiden tot een mogelijke forse toename van de bijstandspopulatie; • de operationele kosten van de Werkbedrijven; • de loonkosten van de mensen, die via de (helpende) Werkbedrijven aan de slag gaan (CAO gemeenten!); • de financiering van de “beschut werken” plekken; • de onverminderde korting op de WSW-budgetten, leidend tot een tekort op het subsidieresultaat (verschil ontvangen budget en salariskosten WSW); • de forse kortingen op het P-budget, terwijl meer mensen moeten worden begeleid. Jeugdzorg College en raad hebben in respectievelijk februari en maart jl. de regionale visienota Transformatie jeugdzorg Twente vastgesteld. In deze nota staat de inhoudelijke Twentse visie op de decentralisatie van de jeugdzorg centraal. Er worden inhoudelijke en organisatorische bouwstenen geformuleerd, als kader voor verder te formuleren beleid en te maken afspraken. Daarnaast spreken gemeenten met het vaststellen van de visienota af intensief samen te werken. Niet alleen op de onderdelen van de jeugdzorg waarvoor dat verplicht is (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), jeugdbescherming, jeugdreclassering en gesloten jeugdzorg), maar mogelijk ook bij andere vormen van ondersteuning aan kinderen, jongeren en hun opvoeders waar mogelijk efficiencyvoordelen te behalen zijn. Daarbij is de stelregel: hoe gespecialiseerder het aanbod, hoe logischer het is bovenlokaal samen te werken. Naar aanleiding van deze Twentse visienota is vanuit de regio een onderzoek gestart naar de mogelijke besturingsmodellen, die de regio zou kunnen hanteren voor de jeugdzorg. De verwachting is dat deze rond de zomer gereed zijn, om ze vervolgens met de raad te kunnen doornemen. Daarnaast wordt in regionaal verband gekeken naar de beantwoording van de brief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (d.d. 15 maart 2013) over de vormgeving van samenwerkingsverbanden. Deels gebeurt dit door via de VNG aangeleverde formats. Lokaal zijn we eveneens druk met ons voor te bereiden op de jeugdzorgtaken. Hierover hebben we nadere afspraken gemaakt met de Provincie Overijssel. De provincie wil het voor gemeenten mogelijk maken tot 1-12015 zich met pilots en experimenteren voor te bereiden en concrete ervaring op te doen met de huidige provinciale jeugdzorg en de gewenste samenhang met andere (zorg) domeinen. Hiervoor is door de provincie voor de periode april 2012 tot eind 2014 extra autonoom budget beschikbaar gesteld. Gemeenten kunnen via de subsidieregeling ‘Transitie Jeugdzorg Overijssel’ hier een beroep op doen. Vanuit Hengelo zetten we in op: Deelproject 1: Toegang tot ondersteuning & Zorg (LOES op school, Jongerensite vervolg geven, Integrale toegang- inclusief jeugdzorgexpertise) Deelproject 2: Doorontwikkeling Wrap Around Care aanpak (bij lichtere problematiek, doorontwikkeling multiproblematiek en in gedwongen kader) Deelproject 3: Jeugdzorg in relatie tot Passend Onderwijs en zorg in en om school (Stroomlijnen zorg jonge kind, primair onderwijs, voortgezet onderwijs, regionaal opleidingscentrum en onderwijszorgarrangementen Speciaal Onderwijs/Jeugdzorg) Daarnaast wordt het project Eigen Kracht conferenties in CJG voortgezet in Eigen Kracht Twente, niet alleen insteek op inzet conferenties, ook cultuurverandering (= regie ligt bij burger zelf, kracht van eigen netwerk is vaak groot en effectief). Ervaringen uit deze experimenten en pilots kunnen voeding zijn voor (nieuwe) inhoudelijke en organisatorische visies, maar ook inzicht geven in de risico’s, de noodzakelijke schaalgrootte voor kwaliteit of dekking van risico’s en wat dat moet betekenen voor de gewenste inrichting en financiering van zorg, de samenwerking met andere gemeenten, ontbureaucratisering, etc. Gedurende de looptijd van de pilots worden regelmatige voortgangsgesprekken gevoerd. Bij al deze pilots en experimenten staat ‘leren van elkaar’ centraal. 220
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Langdurige zorg Op 25 april jl. hebben we van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de beleidsbrief ontvangen over de ‘Hervorming langdurige zorg: naar een waardevolle toekomst’. Het kabinet verzacht diverse aangekondigde bezuinigingen in de langdurige zorg. Desondanks blijven een aantal zeer forse structurele bezuinigingen vanaf 2015 overeind. Er is nog steeds € 600 miljoen minder voor de huishoudelijke hulp, € 550 miljoen minder voor inkomensondersteuning voor chronisch zieken en gehandicapten en 25% minder voor begeleiding en verzorging. Keuzes zijn daarom onontkoombaar. We zullen de raad hierover zo spoedig mogelijk informeren en de noodzakelijke keuzes in de loop van het jaar voorleggen. Ook wat dit onderwerp betreft hebben we niet stil gezeten en zijn we ondanks de onduidelijkheden vanuit het Rijk bezig ons voor te bereiden op de veranderingen. Op 28 februari 2013 heeft wethouder Oude Alink het eindrapport, Samen sterk! genaamd, namens het college in ontvangst genomen. Het college geeft met dit besluit een reactie op de aanbeve-lingen uit het rapport en een voorstel om onderdelen uit het rapport verder uit te werken. Het college begint echter met het uitspreken van haar waardering aan de organisaties, dat zij over de grenzen van de eigen organisatie hebben durven kijken, zowel op management als uitvoerend niveau. Zij realiseert zich dat dit project slechts een start is, maar is verheugd te zien wat dit in de praktijk al heeft opgeleverd. Het college kan zich goed vinden in de door de partners geformuleerde visie. Deze sluit onder andere aan bij het door de raad vastgestelde “Beleidsplan maatschappelijke ondersteuning Hengelo 2012-2015”. Het college stemt in met het zogenaamde zandloper model voor toegang tot zorg, zoals in het eindrapport benoemd. Zij zal deze verder uitwerken in een notitie over toegang. De definities en basisfuncties voor vrijwilligerswerk en mantelzorg die in het eindrapport worden benoemd, vormen voor het college de basis voor een verdere discussie met partners en raad over de benodigde ondersteuning aan vrijwilligers en mantelzorgers. Tot slot neemt het college kennis van de integrale wijkgerichte samenwerking en de in gang gezette (of nog in gang te zetten) innovaties. Waar nodig zal het college de organisaties hiervoor faciliteren. Daarnaast bereiden we ons voor op de scheiding wonen en zorg. Dit onderwerp is voor ons als gemeente om twee redenen van belang. In de eerste plaats is er de hypothese dat burgers met beperkingen weliswaar veel baat kunnen hebben bij het niet intramuraal (hoeven te) wonen, maar dat de kwaliteit van leven van extramuraal wonende mensen met beperkingen wel afhankelijk is van de context waarin zij verkeren. De tweede reden is van financiële aard. Gemeenten vrezen dat extramuralisering in de AWBZ leidt tot hoge kosten, waarvoor zij geen of te weinig dekking ontvangen. Dan gaat het om kosten in de WMO, maar ook op het terrein van bijvoorbeeld Sociale Werkgelegenheid en veiligheid. Er is inmiddels een werkgroep geformeerd met de partners om de gevolgen in kaart te brengen om hierop in te kunnen spelen. Overige (lokale) risico's/problematiek: Extra storting in reserve grondexploitatie Op basis van de voorlopige jaarrekening 2012, ter behandeling in uw raad van 11 juni 2013, blijkt dat de reserve grondexploitatie eind 2013 een negatief saldo vertoont van € 227.000, oplopend tot € 750.000 negatief ultimo 2014. Als gevolg van verslechterde marktomstandigheden laat het jaar 2012 o.a. zien dat de werkelijke verkoopcijfers (€ 9,8 miljoen) achterblijven bij de geprognosticeerde opbrengst (€ 22,5 miljoen). Dit betekent dat de betreffende grondexploitaties in de herzieningen per 1-1-2013 zijn uitgefaseerd. Dit heeft geleid tot nadeliger tekortexploitaties, waardoor de voorzieningen grondexploitaties weer op peil zijn gebracht, ten laste van de reserve grondexploitatie. Op basis van de nieuwe herzieningen en de daarmee gepaard gaande ontwikkeling van de algemene reserve grondexploitatie vinden wij het raadzaam om in 2014 deze reserve extra te voeden met € 2 miljoen in plaats van de eerder genoemde € 1 miljoen in de raadsbrief van 12 februari jl.
221
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Effecten WWB/IOAW/IOAZ - gemeentefonds In het financieel perspectief in de raadsbrief van 12 februari jl. was de bijstand nog als p.m. post geraamd. De ontwikkelingen op dit terrein geven het volgende beeld: • Verstrekkingen WWB, IOAW,IOAZ: in 2014 € 95.000 nadelig; vanaf 2015 jaarlijks 417.000 nadelig. In de meerjarenbegroting 2013-2016 was de ontwikkeling van het aantal WWB-gerechtigden per januari 2014 2.054 cliënten (na toepassing van het “strenger aan de poort”-beleid) en liep op tot 2.082 cliënten in december 2014. Op basis van recentere cijfers en de extrapolatie daarvan verwachten we de volgende ontwikkeling: 1.985 cliënten per januari 2014 oplopend naar 2.084 ultimo 2014. Vooralsnog gaan we vanaf 2015 jaarlijks uit van dit laatstgenoemd aantal. Daarnaast is de gemiddelde uitkeringsprijs met circa € 20 neerwaarts bijgesteld. In de meerjarenramingen van de begroting 2013-2016 was het aantal cliënten IOAW/IOAZ voor de jaarschijf 2014 constant geraamd op 97; in de nieuwe ramingen gaan we per januari 2014 uit van 110 cliënten oplopend tot 132 in december 2014. Vooralsnog gaan we vanaf 2015 jaarlijks uit van dit laatstgenoemd aantal. Daarnaast is de begrote gemiddelde uitkeringsprijs bijgesteld. • I-deel rijksbijdrage; de procentuele stijging van de meerjarenbegroting 2014 t.o.v. 2013 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is doorgetrokken op de Hengelose begroting. Dit houdt voor de jaarschijf 2014 een voordeel in van ruim € 1 miljoen en vanaf jaarschijf 2015 ruim € 0,8 miljoen. Op basis van de huidige conjunctuur is deze stijging aannemelijk; • WWB terugvordering: Door het “strenger aan de poort”-beleid worden lagere inkomsten uit de terugvordering verwacht (€100.000); • Saldo Post NL: Gemiddeld 30 uitkeringsklanten zijn op jaarbasis aan het werk bij PostNL. De jaarlijkse netto-kosten hiervoor zijn € 300.000. De eerste twee maanden behouden deze uitkeringsklanten de uitkering, de overige 10 maanden levert het dus een besparing op het I-deel op; • Gemeentefonds: de aanpassing van de aantallen heeft ook effect op de gemeentefonds-uitkering. Voor 2014 gaat het om een nadelig effect van bijna € 400.000 en vanaf 2015 gaat het om een jaarlijks positief effect van ruim € 200.000. Rente We zijn voornemens om de gehanteerde renteomslag te verlagen. Dit is ook een wens die eerder door uw raad naar voren is gebracht. In een afzonderlijke notitie zult u hierover binnenkort worden geïnformeerd. Hierin wordt ook aandacht besteed aan de nadelige (weglek)effecten voor het begrotingsaldo (ten gunste van de grondexploitatie, kostendekkende tarieven e.d.) en de mogelijke oplossingen daarvoor. Structurele effecten o.b.v. jaarrekening 2012/1e Bestuursrapportage 2013 Uit de jaarrekening 2012 blijken een aantal structurele effecten die nu zijn meegenomen in het meerjarenperspectief 2014-2017 en voor zover deze nog niet zijn vertaald in de huidige begroting 2013-2016. Wij zien op dit moment geen aanleiding om de oorspronkelijk opgenomen stelpost van € 0,5 miljoen aan te passen. Herverdeling gemeentefonds Zoals het er nu naar uitziet, zal de herverdeling/herijking van het gemeentefonds met ingang van 2015 gestalte krijgen. De herverdeling zal gepaard gaan met herverdeeleffecten. Per jaar kan de gemeente er maximaal € 15 per inwoner er op achteruit c.q. vooruit gaan. Accres gemeentefonds Het Centraal Planbureau heeft in februari van dit jaar de economische ontwikkeling van ons land doorgerekend. Voor zowel 2013 als 2014 werd de 3%-norm van het begrotingstekort over-schreden. Het kabinet kondigde daarop - bovenop het regeerakkoord - een pakket maatregelen af ter waarde van € 4,3 miljard netto voor het jaar 2014, dat zou leiden tot het in de wandelgangen genoemde “Oranje-akkoord”. In het financieel perspectief voor gemeente Hengelo hebben we daar op geanticipeerd door € 1 miljoen taakstelling op te nemen voor 2014. Vanaf 2015 hebben we een p.m. post geraamd. Medio april 2013 is vervolgens het Sociaal Akkoord (zgn. “Mondriaan-akkoord”) gesloten tussen de sociale partners en het kabinet. Het pakket maatregelen kost € 600 miljoen. Deze maatregelen hebben geen effect op de “trap-op/trap-af-systematiek” van het gemeentefonds, omdat ze vallen in het domein van de sociale zekerheid. Dit domein is uitgezonderd op basis van eerdere afspraken. Dit geldt ook voor de zorg.
222
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Inmiddels neemt het kabinet lichte tekenen van economisch herstel waar, met name op het gebied van de export. Hierdoor is de eerder opgenomen extra bezuinigingstaakstelling van het rijk ad € 4,3 miljard uitgesteld tot augustus 2013, zoals op basis van het Mondriaan-akkoord is afgesproken. Deze bezuinigingsmaatregelen zullen nog niet worden verwerkt in de meicirculaire 2013. In het kader van het provinciaal toezicht is deze circulaire leidend voor de gemeentebegroting 2014. Het Mondriaan-akkoord heeft vooral als doel vertrouwen te herstellen, zodat Nederland weer gaat investeren en consumeren. Crisisteams van de sociale partners en het kabinet gaan aan de slag om op korte termijn werkgelegenheid te scheppen. In augustus a.s. wordt bekeken wat het effect is op de economie. De 3% norm is nog steeds het uitgangspunt op de rijksbegroting 2014. Het kabinet zal dan alsnog aanvullende maatregelen treffen, wellicht in aangepaste vorm, indien de MEV (Macro-Economische-Verkenning)-raming van het Centraal Planbureau gegeven het saldodoel 2014 daartoe aanleiding geeft. Wij verwachten niet dat slechts in vier maanden tijd het tij dusdanig keert, dat het tekort in de rijksbegroting 2014 onder de 3%-norm komt c.q. blijft. Vanuit oogpunt van gedegen financieel beleid blijven we momenteel dan ook vasthouden aan het financieel perspectief/tekort, zoals in de raadsbrief van 23 april jl. is verwoord. We verwachten dat het rijk in de septembercirculaire 2013 alsnog met aanvullende bezuinigingsmaatregelen zal komen. Inflatiecorrectie algemene dekkingsmiddelen Zoals in de begrotingsuitgangspunten voor bestaand beleid (hoofdstuk 3) is verwoord hanteren we voor 2014 de inflatiecorrectie voor de algemene dekkingsmiddelen. Dat is niets anders dan de indexering van de betreffende tarieven. Onvoorziene tegenvallers Door het huidige rijksbeleid willen we toch op voorhand een post voor onvoorziene tegenvallers opnemen. Wij voelen ons hiertoe genoodzaakt door de onvoorspelbaarheid van het rijksbeleid in de afgelopen periode. De financiële consequenties die voortvloeien uit de mei- en de september-circulaire 2013 van het gemeentefonds zijn nog niet helder. Tevens dienen we rekening te houden met eventueel de onmogelijke realiseerbaarheid van de “oude bezuinigingen” als gevolg van externe factoren.
1.2 Dynamisch perspectief/ontwikkelingen/risico’s Gelet op de onzekere en dynamische financieel-economische periode hebben we op dit moment een zo goed mogelijke inschatting gemaakt van de financiële consequenties op een aantal items, zoals deze zijn geschetst in het financieel perspectief. De ontwikkelingen op het gebied van de gemeentefinanciën zijn turbulent, met name door de gevarieerde koers van het rijksbeleid. De kaders op diverse beleidsterreinen zijn nog steeds erg aan verandering onderhevig. Ook de invoeringdata van verschillende maatregelen veranderen met de regelmaat van de klok. Dit maakt dat we nog steeds uitgaan van een dynamisch perspectief. Met name worden er meerjarig risico’s gelopen op de transities. Echter zolang er nog geen duidelijkheid is over de concrete invulling van de wet- en regelgeving, gaan we voorlopig uit van een budgettair neutrale operatie. Naast de bezuinigingsopgave loopt de gemeente Hengelo mogelijk nieuwe c.q. een toenemende kans op risico’s op, die nog niet in de risicoparagraaf van de begroting 2013-2016 staan. Hierbij gaat het om o.a. de stapeling van effecten door de rijksbezuinigingen en, als gevolg van de aanhoudende crisis, in toenemende mate mogelijke liquiditeitsproblemen bij door de gemeente gefinancierde instellingen en een mogelijk forse toename van de bijstandspopulatie. Vooralsnog zal het voorliggend financieel perspectief in deze Kadernota als basis dienen voor de meerjarenbegroting 2014-2017.
223
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
1.3 Ontwikkeling algemene reserve Vorig jaar hebben we in de notitie “Koersvast in krappe tijden” aandacht geschonken aan de versterking van de algemene reserve. De eerder vastgestelde beleidsregel luidde dat de komende jaren de algemene reserve zal groeien naar een gewenst niveau van 50 % van het risicoprofiel. Op basis van de jaarrekening 2012 is de stand van de algemene reserve per 31 december 2012 bijna € 7,4 miljoen. Daarnaast heeft uw raad begin dit jaar de nota ”Tot op bot” vastgesteld, waardoor de algemene reserve met nog eens ruim € 1,5 miljoen toenam. Rekening houdend met de overige mutaties (waarover reeds besluitvorming in uw raad heeft plaatsgevonden) en ons voorstel om het tekort van de jaarrekening 2012 (€ 268.000) af te dekken, wordt er naar huidig inzicht zonder toekomstige nieuwe uitnames uit deze reserve een stand per 31 december 2017 verwacht van ruim € 14,9 miljoen. Op basis van de meest recente berekening is de benodigde weerstandscapaciteit € 27,6 miljoen. Uitgaand van 50 % van het risicoprofiel, dan is het gewenste niveau aan algemene reserve momenteel € 13,8 miljoen. Toch verwachten we de door de maatschappelijke ontwikkelingen en de nieuwe taken, die op gemeenten afkomen vanaf 2015, dat het risicoprofiel nog steeds geen hard gegeven is, maar juist aan schommelingen onderhevig kan zijn.
224
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Hoofdstuk 2 – Dekkingsplan begroting 2014-2017
2.1 Aanpak en achtergronden van de opgave Wij gaven in onze brieven van 12 februari en 23 april 2013 aan dat wij de opgave tegemoet willen treden met een twee-sporen-aanpak. Daarvoor zijn verschillende redenen. Zoals u in het financieel perspectief heeft kunnen zien is er meerjarig een tekort dat globaal te verdelen is in twee ordes van grootte. De eerste twee jaren, 2014 en 2015, beweegt het nu te voorziene tekort zich rond de € 3 miljoen. In de twee jaren van de planningshorizon daarna, 2016 en 2017, zien we op z’n minst een verdubbeling van het tekort en v.a. 2017 zelfs meer dan dat. Deze tweedeling in de opgave is alleen al aanleiding voor een twee-sporen-aanpak. Los van deze financiële reden zien we dat onze samenleving en de rol van de gemeentelijke overheid daarin stevig aan het veranderen is. En wij voorzien daarin nog een versnelling de komende jaren. De netwerksamenleving krijgt steeds meer vorm, waarbij vaste instituties als gemeenten in een heel andere verhouding komen te staan tot de inwoners van de stad. Meer als gelijkwaardige partners in wisselende coalities en minder in vaste hiërarchische verhoudingen van overheid en burger. Dat betekent in de komende jaren een verandering van rol voor ons als gemeentelijke overheid. Ook de overdracht van taken van het Rijk naar de gemeenten (de zogeheten decentralisaties) betekent dat er veel zal veranderen in vormgeving en wijze van werken van onze gemeente, waarbij ook de financiële implicaties voorlopig schimmig blijven. Demografische ontwikkelingen als vergrijzing, ontgroening en krimp laten hun sporen na. En ook de veranderende verhoudingen in Nederland, de groeiende focus op Europa als partner en de “global shift” in de wereld hebben hun invloed op Hengelo. De grilligheid van het (financiële) Rijksbeleid maakt ook dat wij in steeds beperktere mate kunnen uitgaan van een stabiel gemeentefonds en van voorspelbare doeluitkeringen als inkomstenbronnen van de gemeente. Sterker nog, in materiële zin is het rijksbeleid het grootste risico voor ons financieel beleid. Tot slot zien wij ook dat binnen de planningshorizon van deze meerjarenbegroting wij overgaan naar een volgende raadsperiode. Al deze ontwikkelingen en dimensies maken dat ons college er van overtuigd is, dat een twee-sporen-beleid het meest recht doet aan de complexe werkelijkheid van dit moment. Het eerste spoor houdt in dat we, gelet op een bestendig solide financieel beleid en met inachtneming van het provinciaal toezichtkader, voor de jaren 2014 en 2015 een structureel sluitende begroting willen aanbieden. Op grond van het huidige financieel perspectief stellen we voor om in te steken op een structurele ombuigingstaakstelling van afgerond € 3 miljoen in 2015, zijnde het afgeronde tekort 2015. Ons college is zich zeer bewust van de verantwoordelijkheid voor een solide meerjarig financieel beleid. En tegelijkertijd realiseren we ons, gezien alle ontwikkelingen zoals wij die hierboven beschreven, dat we niet over ons “eigen graf heen moeten (willen) regeren” door nu voortijdig definitief onomkeerbare bezuinigingsmaatregelen voor te stellen. Het tweede spoor combineert deze twee dimensies van onze bestuurlijke verantwoordelijkheid. Wij zijn van plan om, in verbinding met uw raad, een grondig proces voor te bereiden en uit te lijnen, waarmee de nieuwe raad en het nieuwe college, de bezuinigingsopgave voor de jaren 2016 en 2017 kunnen invullen. Dit betreft, zoals het er nu voorstaat, een extra structurele taakstelling oplopend tot ruim € 5,2 miljoen in 2017. Deze komt dus boven op de eerder genoemde taakstelling in 2015. Dit bezuinigingsproces zou volgens ons zo moeten zijn ingericht dat het tegemoet komt aan de opgaven waar de gemeentelijke overheid de komende jaren voor staat. Een proces dat dus niet alleen een financieel probleem oplost. Maar ook, of beter geformuleerd, allereerst een antwoord geeft op vragen die gaan over de rol van de gemeente Hengelo in de toekomst. De financiële kaders zijn daarbij randvoorwaarden, zij het van zeer dwingende aard. Wij zullen gezamenlijk in het najaar een proces uitlijnen dat u als raad, samen met ons college, het komende voorjaar aan de nieuwe raad aanbiedt. In de volgende paragraaf gaan wij nader in op het eerste spoor, een structurele bezuinigings-opgave van € 3 miljoen in 2015, uitmondend in het dekkingsplan.
225
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Wij hebben hiervoor beschreven dat wij voor de jaren 2014 en 2015 bij u zouden komen met voorstellen die de begroting voor die jaren structureel zouden laten sluiten. Op basis van het huidige financieel perspectief gaat het om een structurele opgave van € 3 miljoen. Met uw raad is afgesproken dat ons college het pakket als concreet voorstel tot het benodigde bedrag aan uw raad zou voorleggen, dus zonder keuzepalet. Alle hiervoor genoemde omstandigheden maken het ons college onmogelijk voor dit eerste spoor te komen met ruimte voor keuzemogelijkheden. In het dekkingsplan treft u de individuele maatregelen aan. In de recapitulatie hieronder ziet u dat de opgave is verdeeld in taken gerelateerde maatregelen en een afgeleide, bijbehorende bedrijfsvoeringstaakstelling. Voor de jaren 2016-2017 is een taakstellende invulling gegeven op de diverse domeinen, zoals we die de afgelopen jaren ook hebben gehanteerd bij de bezuinigingsoperaties. We hebben daarbij rekening gehouden met een percentage van de beïnvloedbare lasten per domein. In het dekkingsplan leest u meer over de aard van de individuele maatregelen. Hier willen wij volstaan met nog een korte toelichting op ons zoekproces. De opeenvolgende noodzakelijke bezuinigingsrondes van de afgelopen jaren hebben er voor gezorgd dat er geen eenvoudige maatregelen meer zijn. Alle opties die er nu nog zijn, doen pijn. In de stad en in de organisatie, door vermindering van gemeentelijke bijdragen, beschikbare budgetten of gemeentelijke aandacht. Wij hebben er bewust voor gekozen om de pijn niet te veel te concentreren. Wij zijn, om de redenen die wij hierboven uitvoerig hebben beschreven, van mening dat het proces met fundamentele keuzes onmiddellijk gestart moet worden na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014. Leidraad en noodzakelijk doel in ons zoekproces is dus geweest, een pakket samen te stellen dat in zekere zin evenwichtig is binnen en tussen de verschillende domeinen. Hieronder vindt u het overzicht van het nieuwe financieel perspectief, wanneer het maatregelenpakket van het dekkingsplan door uw raad wordt vastgesteld. bedragen (* 1.000)
Totaal verwacht tekort 2014-2017 Totaal ombuiging op taken
2014:
2015:
2016:
2017:
-1.932
-2.991
-5.999
-8.365
1.881
2.439
2.485
2.505
Taakstelling bedrijfsvoering
480
480
480
480
Investeringen
137
136
142
144
2.892
5.236
0
0
Tweede spoor bezuinigingen Verwacht begrotingssaldo
226
╗ ║
566
Beleidsbegroting 2014 – 2017
64
versie 01-10-2013
2.2 Maatregelenpakket dekkingsplan 2014-2017
2.2.1 Overzicht voorstellen en bedragen
Nr
Voorstel
2014
2015
2016
2017
A01 Raad
30
30
30
30
A02 Gemeenschappelijke regelingen
82
302
402
402
113
93
73
93
225
425
505
525
F01 Beheer openbare ruimte
386
369
369
369
F02 Overig fysiek domein
185
185
185
185
571
554
554
554
S01 Onderwijs
121
321
321
321
S02 Minimabeleid/werkgelegenheid Maatschappelijke begeleiding/sociaal-cultureel S03 werk
465
465
465
465
220
245
245
245
S04 Cultuur
184
334
300
300
20
20
20
20
1.010
1.385
1.351
1.351
75
75
75
75
75
75
75
75
1.881
2.439
2.485
2.505
Bedrijfsvoeringstaakstelling
480
480
480
480
Investeringen
137
136
142
144
0
0
2.892
5.236
2.498
3.055
5.999
8.365
A03 Overig algemeen domein Subtotaal domein Algemeen bestuurlijk
Subtotaal domein Fysiek
S05 Sport Subtotaal domein Sociaal T01 Inkomsten - Belastingen en leges Subtotaal domein Inkomsten
Totaal domeinen
Tweede spoor bezuinigingen
Totaal voorstellen
227
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
2.2.2 Voorstellen in het algemeen bestuurlijke domein
Inleiding In het algemeen bestuurlijke domein hebben we qua bezuinigingsmogelijkheden eerst gekeken naar onze bestuursorganen c.q. samenwerkingsverbanden. Tevens is daarbij gelet op het efficiënter organiseren van taken. Door de verdergaande digitalisering zien we ook mogelijkheden om verder te bezuinigen op verschillende communicatiemiddelen. Ook op het gebied van verkiezingen zien we nog een uitdaging in de voorgestelde maatregelen. Tevens wordt voorgesteld om het subsidie aan Artikel 1, voor het organiseren van allerlei preventieen voorlichtings-activiteiten voor gelijke behandeling/anti-discriminatie, stop te zetten.
Nr
Voorstel
A01
Raad
2014
2015
2016
2017
30
30
30
30
In overleg met het politiek beraad zal de invulling van de taakstelling nader worden uitgewerkt.
Nr
Voorstel
A02
Gemeenschappelijke regelingen
2014
2015
2016
2017
82
302
402
402
1) Samen de trap af systematiek toepassen bij Regio Twente (vanaf 2015 € 50.000) Onze bestendige gedachte en gedragslijn is (zie bezuinigingsronde 2012 ‘Koersvast in krappe tijden’) dat ook samenwerkingsverbanden van gemeenten moeten meedoen met de algehele trend van verlaging van budgetten bij individuele gemeenten. Dan gaat het om bijvoorbeeld GR-en als Regio Twente en om belangenverenigingen als de VNG. Deze gedachte is bij de vorige bezuinigingsronde vertaald in een korting op het lidmaatschapsgeld van de VNG, Euregio en op de algemene bijdrage van Regio Twente en Netwerkstad Twente. Ons voorstel is hier om op de gemeentelijke bijdrage aan Regio Twente, aansluitend op de huidige discussie binnen deze GR over bezuinigingen, een taakstellende korting toe te passen van € 50.000. Op dit moment kan nog niet worden ingeschat of de opbrengst van de takendiscussie die nu loopt zodanig is dat er ruimte is voor een aanvullende bezuiniging van € 50.000. Zo niet, dan zal volgens ons college een uitspraak van de regioraad moeten worden bevorderd om een nieuwe bezuinigingsronde volgens de “samentrap-af”-systematiek te bewerkstelligen. Want ook nu realiseert ons college zich dat een dergelijke versobering niet eigenstandig kan worden opgelegd. . In de besprekingen in de verschillende gemeenschappelijke gremia blijkt in ieder geval dat alle partijen, zowel de overige deelnemende gemeenten, als het bestuur van Regio Twente zelf, de noodzaak en urgentie van versobering zien. 2) Netwerkstad inbedden in Regio Twente (€ 82.000) In de vorige bezuinigingsronde (Koersvast in krappe tijden) is de helft van de gemeentelijke bijdrage aan Netwerkstad Twente gekort (€ 83.000 vanaf 2013 ). De gedachte daarbij was dat we meer dan voorheen willen gaan inzetten op Regio Twente (met z'n veertienen) en minder met z'n vijven. Toen is al aangegeven dat we terughoudend zijn op het bestuurlijke construct van Netwerkstad Twente. Nu is onze overweging om deze lijn door te zetten. Wat ons betreft zetten we, in lijn met de recent vastgestelde "samenwerkingsplaat" in op samenwerking volgens "coalitions of the willing". Daarbij zoeken wij de samenwerking op de schaal van Twente waar dat kan en binnen de Netwerkstad waar de gebundelde kracht van de steden meerwaarde heeft. Die meerwaarde zien wij vooral op economisch en ruimtelijk gebied, met de netwerkstad als de motor voor ontwikkelingen in heel Twente. Wij blijven onverkort, op projectmatige basis en met per project te bepalen incidentele bijdragen, onze inhoudelijke en financiële inzet leveren op de inhoudelijke dossiers binnen de Netwerkstad. Ook blijft de algemene ambtelijke capaciteit (1 fte) die wij "in natura" leveren aan de Netwerkstad en Regio overeind, evenals de inzet op "lobby en "internationaal". Zoals eerder al aangegeven zijn wij terughoudend waar
228
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
het gaat om het specifieke bestuurlijke construct van de Netwerkstad en willen wij af van de structurele, jaarlijkse algemene bijdrage zonder goed zicht op de besteding er van. Samenvattend vinden wij dat de algemene geldelijke bijdrage aan het bestuurlijk construct Netwerkstad Twente in z'n geheel worden geschrapt. Wij zijn in gesprek met onze netwerkstadpartners over - de wijze van - effectuering van dit voornemen. 3) Regionale brandweer/Veiligheidsregio Twente (VRT) (vanaf 2016 € 100.000) De gedachte is dat ook de samenwerkingsverbanden van gemeenten moeten meedelen in de verlaging van budgetten. Door de verdergaande rijksbezuinigingen zijn we wederom genoodzaakt om deze budgetten ook tegen het licht te houden. Per 2016 zal opnieuw de verdeelsystematiek binnen de Veiligheidsregio Twente aan de orde zijn. Wij zetten in op een verdeelsystematiek die een naar onze mening rechtvaardiger verdeling over de gemeenten (met een voordeel voor Hengelo) oplevert. Dat biedt de mogelijkheid om minimaal een structureel bedrag van € 100.000 vrij te spelen. Eigenlijk verwachten we dat dit bedrag nog hoger kan uitvallen, maar daar gaan we vooralsnog niet van uit. Dit zal opnieuw worden bezien in het kader van het 2e spoor van bezuinigingen (2016-2017). De nieuwe verdeelsystematiek zullen we in samenspraak met de 14 andere gemeenten moeten arrangeren om uiteindelijk de begroting vast te laten stellen door het Algemeen Bestuur van de VRT. Hierbij dient in ogenschouw te worden genomen dat we als gemeenten de taken blijven uitvoeren die vallen binnen de kaders van de wet op de Veiligheidsregio’s en het veiligheidsniveau gegarandeerd blijft na de bezuiniging. 4) Taken preventie, toezicht/handhaving op het gebied van bouw- en milieutoezicht (vanaf 2015 € 170.000) Het voornemen is om de taken voor brandpreventie, toezicht en handhaving met ingang van 2015 neer te leggen bij het onderdeel bouw- en milieutoezicht van de gemeente (3 fte preventie-medewerkers) in plaats van deze af te nemen van de brandweer Twente. De betreffende taken zijn relatief eenvoudig en nauw verweven met de andere bouw- en milieutoezicht taken. Alleen het specialistisch advies zal dan nog op incidentele basis worden ingewonnen bij de brandweer. Daarnaast wordt op dit moment bij bouwvergunningen advies bij de brandweer gevraagd. Deze kennis en kunde heeft de gemeentelijke afdeling echter ook zelf in huis, waardoor een besparing kan worden gerealiseerd van € 25.000. Deze komt boven op de besparing van de 3 fte preventiemedewerkers. Uiteindelijk levert de concretisering van dit voorstel efficiencyvoordelen op en verlichting van de inspectiedruk voor bedrijven, instellingen e.d.. De structurele bijdrage aan de brandweer Twente kan daardoor met ingang van 2015 worden verminderd met € 170.000.
Nr
Voorstel
A03
Overig algemeen domein
2014
2015
2016
2017
113
93
73
93
1) Verkiezingen (€ 20.000 per verkiezing) Voorgesteld wordt om per verkiezing € 20.000 te bezuinigen op het budget. Dit kan worden gevonden door: a) het extra budget, dat gemoeid is voor de extra uren van de medewerkers van de afdeling Burgerzaken ten tijde van de verkiezingen en welke niet standaard is opgenomen in de formatie, te schrappen en te compenseren met het principe van “tijd voor tijd” (€ 10.000); het gevolg is dat de wachttijden aan de balie en telefoon iets kunnen oplopen; b) de kosten van verkiezingsborden door te berekenen aan politieke partijen. Voorafgaand aan de verkiezingen plaatst de gemeente verkiezingsborden. Dat biedt politieke partijen de mogelijkheid om posters te plakken. De kosten van het plaatsen van de borden, het plakken van posters en het verwijderen van borden en posters bedragen € 8.500 per verkiezing. Wij stellen voor om de kosten door te berekenen aan de politieke partijen. c) het meer dan nu toe (onbezoldigd) en verplicht inzetten van ambtenaren op stembureau’s (€ 1.500). Elk stembureau wordt bezet door 4 stembureauleden. Dit zijn voornamelijk vrijwilligers (burgers). Zij 229
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
ontvangen voor hun inzet een presentiegeld van € 100. Wij willen niet overgaan tot een volledige inzet van ambtenaren, omdat dan sprake is van een te groot verlies aan ervaring, motivatie en kwaliteit van de huidige stembureauleden en daardoor ernstig afbreuk kan worden gedaan aan het verkiezingsproces. Ook is er sprake van een behoorlijk productiviteitsverlies, indien alleen ambtenaren worden ingezet. 2) Heffing leges (€ 25.000) De werkzaamheden, die het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT) voor ons verricht, zullen steeds kritisch worden bezien op basis van een kosten-/batenanalyse. Er zijn nog veel vergunningen die worden betaald op basis van een aanslag of nota. Door de, ten opzichte van de andere belastingkohieren, geringe aantallen is deze activiteit relatief kostbaar. We gaan alternatieve wegen bewandelen om de kosten te drukken, bijvoorbeeld via de pin-/internetbetaling. Mede door de groei van het GBT zien we ook dat de kosten verder worden gedrukt. Uiteindelijk verwachten we dat de totale bijdrage aan het GBT met € 25.000 kan worden verminderd. 3) Externe betrekkingen (€ 5.000) Door nog kritischer te letten op de uitgaven wordt op het budget voor externe betrekkingen structureel € 5.000 bespaard. Het totale budget is circa € 13.600. Het budget wordt ingezet om zaken te bekostigen rondom o.a. de woonbeurs, het scholierendebat, veteranendag, de introductie van de UT-studenten en enkele kosten van de nieuwjaarsbijeenkomst voor de stad. Juist in tijden van ingrijpende bezuinigingen moeten we contact blijven houden met de Hengelose inwoners en bedrijven en het “Hengeloos” gezicht blijven maken in de stad. Er moet ruimte zijn om de pijnlijke maatregelen toe te lichten, en ook om op een positieve manier als gemeente naar buiten te treden. Er moeten nu juist meer momenten gecreëerd worden waarbij bestuurders en ambtenaren de inwoners ontmoeten. De nieuwjaarsbijeenkomst voor de stad is daar inmiddels een goed voorbeeld van. De nieuwe opzet daarvan was goedkoper, maar zorgde wel voor een positief contact tussen raad, college en de burger. Voor het imago van onze gemeente is het ook belangrijk om een positief beeld neer te zetten door bijvoorbeeld evenementen. 4) Advertentiekosten (€ 7.500) Gelet op de afgelopen jaren is het mogelijk om structureel € 7.500 te besparen op de advertentiekosten. In werkelijkheid gebeurde dit de afgelopen jaren al. Het oorspronkelijke budget van circa € 36.700 was bedoeld voor de wekelijkse gemeenteadvertentie (Gemeentenieuws) in het Hengelo’s Weekblad, plus jaarlijks circa 20 extra pagina’s met informatie over Diftar, de raad of het college. De kosten van het wekelijkse Gemeentenieuws worden niet alleen gedragen door dit budget van de afdeling Communicatie, maar worden ook procentueel verdeeld over de afdelingen, die veel wettelijke bekendmakingen plaatsen. Voor het Gemeentenieuws heeft de gemeente nu een contract waarbij we wekelijks circa 1,5 pagina plaatsen in het Hengelo’s Weekblad (sinds maart 2012 na gemeentelijke bezuiniging). Het huidige contract eindigt op 31-122013. Daarom zijn we nu aan het nadenken over de toekomst van het Gemeentenieuws en hebben we dit inmiddels in een projectvorm opgepakt. Er verandert namelijk veel op dit gebied, zowel in de wetgeving (wat is nog verplicht om op papier te publiceren?), als in de mogelijkheden om met de doelgroep te communiceren. Voorop staat dat we juist in tijden van ingrijpende bezuinigingen moeten blijven communiceren met de stad. Dat kan onder meer door evenementen, maar zeker ook met de overige communicatie-uitingen. 5) Diversiteit (art. 1) (€ 36.000) Het voorstel behelst het stopzetten van een subsidie aan Art. 1 bedoeld voor het organiseren van allerlei preventie- en voorlichtingsactiviteiten voor gelijke behandeling/anti-discriminatie. Deze activiteiten zijn met name bedoeld voor kinderen en jongeren, zoals de week voor de ontmoeting voor basisschoolkinderen en het project FC vooroordelen. Deze taken (niet wettelijk) voert Art.1 uit naast en in aanvulling op haar wettelijke taak op het terrein van onderzoek en behandeling van klachten (Wet gemeentelijke antidiscriminatie voorziening (Wga). De subsidie voor de wettelijke taak handhaven we. Vanwege de landelijke campagnes betreffende gelijke behandeling en anti-discriminatie (bijv. SIRE) wordt het stopzetten van de niet-wettelijke taken voorgesteld; dit resulteert in een structurele besparing van € 36.000.
230
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
2.2.3 Voorstellen in het fysieke domein Inleiding De begroting behelst voor een groot deel beïnvloedbare kosten in het fysieke domein. In deze nieuwe bezuinigingsronde ontkomen we er niet aan om toch weer maatregelen te treffen in dit domein. Hierbij is kritisch gekeken naar de mogelijkheden van (de)regulering, het kwaliteitsniveau, efficiency en subsidiestromen.
Nr
Voorstel
F01
Beheer openbare ruimte
2014
2015
2016
2017
386
369
369
369
1) Minder verkeersborden (o.a. deregulering) (€ 13.000) Als gevolg van deregulering wordt voorgesteld om minder verkeersborden te plaatsen of te vervangen. Invulling zal geschieden door uiteindelijk 50% minder verkeersborden aan te schaffen. Het terugbrengen van bebording is mogelijk als het gaat om aanvullende of informatieve bebordingen. Herhalingsborden en borden, die geen wettelijke verplichtingen hebben, kunnen ook worden verminderd. Er zal bewuster gekeken worden naar bebordingen, die gebreken vertonen of die verdwenen zijn of deze vervangen moeten worden. Dit zal resulteren in een structurele bezuiniging van € 13.000. Deregulering van verkeersborden betekent zo min mogelijk ge- en verboden en/of het plaatsen van bebording. Verkeersborden worden alleen ge- of herplaatst als het echt niet anders kan. Daarbij is dan het uitgangspunt dat gebruik wordt gemaakt van de officiële bebording en dat aanvullende informatieborden (de zogenaamde APVborden) worden uitgevoerd overeenkomstig de Richtlijn Bewegwijzering en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens. Wel dient de gemeente op het gebied van het beheer en onderhoud van bebordingen de wettelijke verplichting in ogenschouw te nemen. Bebordingen dienen wel te voldoen aan de landelijk geldende normen. Verkeersborden en -tekens kunnen namelijk gevolgen hebben voor de weggebruikers. Verkeersborden hebben tot doel de weggebruiker alert te maken voor gevaar of veranderende wegsituaties en informatie te verschaffen over wat toegelaten is en wat niet. Doel is verwarring en conflictsituaties zoveel mogelijk te vermijden. Tevens zal bij de overweging van het wel of niet plaatsen van borden c.q. bewegwijzering aandacht worden besteed aan mogelijke aansprakelijkheidstellingen. Toch heeft men in den lande al de nodige ervaring opgedaan met het plaatsen van minder verkeersborden. Veelal wordt, door het terugbrengen van de hoeveelheid aan bebordingen, het overzichtelijker voor de weggebruiker en/of wordt het (verkeers)gedrag aangepast. Voor de burgers c.q. weggebruikers zal deze maatregel nog wel enige gewenning vergen. In het begin verwachten we dat we meer meldingen over de onderhoudstoestand van verkeersborden en bewegwijzeringen zullen gaan ontvangen. 2) Uitvoeringsmaatregelen op straat (€ 50.000) Voorgesteld wordt de middelen voor uitvoeringsmaatregelen op straat te beperken met € 50.000. Het budget is de afgelopen jaren niet volledig gebruikt. Het budget wordt aangewend voor maatregelen, die veelal voortkomen uit klachten c.q. vragen van burgers. Een voorbeeld van zo’n maatregel is bijvoorbeeld het verwijderen van een verkeersdrempel in een bepaalde straat, op verzoek van aanwonenden. Tevens worden op basis van overwegingen van gemeentezijde maatregelen uit dit budget getroffen. Het risico bestaat dat niet meer adequaat gereageerd kan worden op meldingen/klachten van burgers of op onveilige/ongewenste situaties. Toch blijkt dat het budget, na bezuiniging, op basis van de ervaringscijfers van de afgelopen jaren voldoende was. 3) Reserve duurzaam veilig (€ 17.000 in 2014) In de Reserve Duurzaam Veilig zijn budgetten opgenomen voor de realisatie van verkeersingrepen. Onderdeel daarvan is een budget voor fietsparkeren binnenstad. Fietsparkeren leidt in de binnenstad vaak tot problemen dan wel ergernissen. Voor het oplossen daarvan wordt samengewerkt met verschillende partijen. Bijvoorbeeld 231
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Stadstoezicht en NS voor wat betreft het verwijderen van fietswezen en -wrakken. Ook worden allerhande fysieke maatregelen genomen zoals het plaatsen van fietsrekken, aanbrengen van markering/belijning/picto’s. Daarnaast is er ook een budget voor diverse fietsprojecten. De afgelopen tijd is gebleken dat dit budget voldoende is om de voorkomende projecten uit te voeren. In 2005 is een budget beschikbaar gesteld van € 35.000. Dat budget was bedoeld voor allerhande grote en kleine investeringen in de openbare ruimte als fietsklemmen, fietsparkeerconstructies etc. Ook is uit dit budget een opschoonactie van fietswrakken bekostigd. Er resteert nog een incidenteel bedrag van ruim € 17.000, dat kan worden bezuinigd. Met het verdwijnen van dit budget is het niet meer mogelijk een omvangrijke fietswrakkenactie uit te voeren op bijvoorbeeld het Stationsplein. Inmiddels is het regulier opruimen van fietswrakken en weesfietsen opgenomen in het takenpakket van de afdelingen Stadstoezicht en Wijkbeheer. Dit hangt samen met het overhevelen van politietaken (inname gevonden voorwerpen) van de politie aan Stadstoezicht. Het opruimen van de fietsparkeergarage is een opgave van Prorail als eigenaar van de voorziening. 4) Advertentiekosten verkeersbesluiten (€ 6.000) Het budget voor de advertentiekosten van verkeersbesluiten kan met € 6.000 worden verminderd tot € 10.300. Het budget werd de afgelopen tijd niet ten volle besteed. 5) Beheer Openbare Ruimte – riolering (€ 100.000) De gemeente heeft drie wettelijke zorgplichten op het gebied van water, namelijk die voor afvalwater, hemelwater en grondwater. In het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 (vGRP) wordt vastgelegd (juni 2013) hoe invulling wordt gegeven aan deze zorgplichten. In 2014 wordt dit vGRP voor het eerst geactualiseerd. Bij deze actualisatie willen we een aanvullende bezuiniging van € 100.000 per jaar realiseren. Daarbij wordt een koppeling met de algemene middelen gelegd. Een gedeelte van de personeelslasten voor medewerkers, waarvan een deel van de taken gerelateerd zijn aan riolering en waterhuishouding, worden toegerekend aan de riolering. Het totaalbedrag dat de afgelopen jaren op de riolering is bezuinigd komt hiermee op ruim € 1,64 miljoen per jaar. Voor de eerdere € 1,54 miljoen is de dekking gerealiseerd. De bovengenoemde extra bezuinigingsopgave van € 100.000 (structureel) per jaar, kan worden gevonden door bijvoorbeeld: 1. het (deels) afschaffen van de afkoppelsubsidie; hiervoor in de plaats dient een afkoppel-verordening te worden opgesteld, waarbij afkoppelen van hemelwater in bepaalde gevallen verplicht kan worden opgelegd; 2. het verlagen van de geraamde (investerings)lasten voor waterberging in de openbare ruimte; 3. meer riolen relinen i.p.v. vervangen. Bij de actualisatie zullen de exacte bedragen en verdeling worden bepaald. De voorgestelde bezuiniging zal effect hebben op de duurzaamheidsambities. De inspanningen t.b.v. klimaatadaptatie worden vertraagd. De burger zal in de toekomst mogelijk eerder en vaker wateroverlast moeten accepteren. 6) Onderhoud wegen (€ 100.000) Het voorstel is om (wederom) te bezuinigen op het onderhoud van wegen (structureel € 100.000). De taakstelling wordt ingevuld door het soberder uitvoeren van de onderhoudsplannen op wegen. Hierbij moet geaccepteerd worden dat er een langere afhandeltermijn voor reparaties en herstel van meldingen en schades gehanteerd wordt. Er zullen minder wegen herbestraat worden en het vervangen van asfaltdeklagen zal gedeeltelijk worden uitgesteld. Op het gebied van het beheer en onderhoud van wegen heeft de gemeente een wettelijke verplichting. Wegen dienen te blijven voldoen aan de landelijk geldende normen. Er moet voor gezorgd worden dat niet de onderlagen en de funderingslagen in onderhoudstoestanden achteruit gaan. Dit zou een aantasting zijn van het kapitaal wegen. Bij minder onderhoud aan klinkerwegen en trottoirs ten opzichte van asfaltverhardingen is het risico op degeneratie van de wegconstructie het minst. 7) Efficiency korting Twentemilieu (€ 100.000) We stellen voor Twente Milieu een taakstellende opdracht te verstrekken om te komen tot een bezuiniging in de bedrijfsvoering ter grootte van € 100.000.
232
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Dit zal tot een voordeel op de afvalbegroting leiden, maar dat effect wordt direct genivelleerd door een hogere toegestane toerekening van BTW aan de afvalbegroting, en indirect dus de afvaltarieven. Uiteindelijk leidt dit tot een structureel voordeel van € 100.000 op het begrotingssaldo. Twente Milieu kent een kostprijs-plus systematiek voor uurtarieven. Dit is bedoeld om de solvabiliteit van Twente Milieu op ca. 30% te brengen. Dit is in 2011 reeds gerealiseerd. De 5 aandeelhouders van Twente Milieu willen graag dat Twente Milieu marktconform haar werkzaamheden uitvoert. Ten behoeve hiervan heeft een extern bureau de opdracht gekregen Twente Milieu door te lichten. Dit moet leiden tot een herijking van het kostprijssysteem. De inschatting is dat dit in de bedrijfsvoering minimaal € 100.000 besparing oplevert voor de gemeente Hengelo. Om dit te bereiken is op basis van het rapport van het externe bureau overleg noodzakelijk tussen de aandeelhoudershouders. Dit zijn de bestuurders van Losser, Enschede, Hengelo, Oldenzaal en Almelo.
Nr
Voorstel
F02
Overig fysiek domein
2014
2015
2016
2017
185
185
185
185
1) Architectuurcentrum (€ 24.000) We subsidiëren het Architectuurcentrum Twente (ACT) met een bedrag van € 24.000 per jaar. Er is geen wettelijke verplichting tot subsidiëring. De subsidie staat op zichzelf en het afbouwen daarvan heeft weinig invloed op de werkzaamheden binnen de gemeente. Vandaar dat we ook voorstellen om met ingang van 2014 de subsidie stop te zetten. Voor de projectmatige inschakeling van het Architectuurcentrum zijn andere budgetten beschikbaar. De subsidie is niet gebaseerd op een omschrijving van prestaties, maar is een soort van instandhoudingssubsidie. Het ACT zet zich in voor de bewustwording van ruimtelijke kwaliteit bij de bevolking van Twente. Daarvoor worden verschillende activiteiten georganiseerd voor burgers (tentoonstellingen, debatten etc.), maar ook voor professionals. Het ACT vindt het van belang dat burgers de gelegenheid krijgen om hun mening te vormen over actuele, ruimtelijke vraagstukken in de directe woon- en/of werkomgeving en zich daarover kunnen uitspreken. De activiteiten van het ACT vinden plaats op verschillende plekken in Twente. De steden Almelo, Hengelo en Enschede zijn jaren geleden gevraagd en bereid gevonden om deze activiteiten financieel te ondersteunen. Daar is geen specifieke tegenprestatie over afgesproken. 2)
Herstructurering Berflo Es (€ 161.000)
Het budget Herstructurering Berflo Es komt voort uit de Kadernota 2007 en is opgenomen als bijdrage aan de grondexploitaties voor de kosten van de herstructurering van de Berflo Es. Inmiddels zijn de mogelijkheden onderzocht om op het structurele budget van € 265.000 te bezuinigen. In gezamenlijk overleg met o.a. de accountant is besloten om dit budget deels over te hevelen naar de discipline onderwijs. Oorspronkelijk zou per 2014 een bedrag van € 1,3 miljoen als bijdrage in het krediet voor de Multifunctionele accommodatie (MFA) worden verstrekt Dit wordt, na het overleg, nu omgeslagen in kapitaallasten, uitgaande van een lineaire afschrijving en een looptijd van 40 jaar. Door deze gewijzigde (BBV-technische) constructie kan met ingang van 2014 een structureel bedrag van € 161.000 vrijvallen en een bedrag van € 104.000 wordt dan overgeheveld naar de discipline Onderwijs (ter dekking van de kapitaallasten van de MFA).
233
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
2.2.4 Voorstellen in het sociale domein Inleiding In deze tijden ontkomen we ook niet aan besparingen in het sociale domein. Wij zijn van mening dat de onderstaande besparingen niet onacceptabel zullen zijn, maar we beseffen ons wel dat het bij de betrokken doelgroepen pijn zal doen. Toch zijn we van mening dat we met de genoemde maatregelen ons sociale gezicht als gemeente kunnen blijven behouden, ook al is dit vertaald in “minder meer”.
Nr
Voorstel
S01
Onderwijs
2014
2015
2016
2017
121
321
321
321
1) St. Edukint (€ 16.000) Deze maatregel behelst het beëindigen van de gemeentelijke bijdrage aan het verzorgingsgedeelte van de Schutte’s Bosschool in Enschede. Dit is een school voor speciaal onderwijs aan langdurige zieke kinderen. Zij geven les aan kinderen uit de gehele regio. Gezien de bijzondere leerlingen zijn er extra voorzieningen op deze school zoals een warme maaltijd, gelegenheid tot rusten en een verpleegkundige. Omdat de school in haar bekostiging hiervoor geen middelen ontvangt is er in 1985 afgesproken tussen alle gemeenten in de regio dat zij een bijdrage leveren aan dit verzorgingsgedeelte. Deze bijdrage wordt berekend door het tekort in de exploitatie te delen door het totaal aantal leerlingen; elke gemeente draagt bij op basis van het aantal leerlingen uit haar gemeente. Er is echter geen wettelijke verplichting om deze bijdrage te betalen. De afspraken dateren uit 1985. Wij zijn van mening dat deze afspraken aan de huidige tijd aangepast kunnen worden, ook in het licht van alle veranderingen en ontwikkelingen op het terrein van de zorg. Wij zijn er over in gesprek met Attendiz, het schoolbestuur waar deze school onder valt. Mogelijk heeft dit tot gevolg dat van ouders een hogere bijdrage gevraagd wordt om de voorzieningen in stand te kunnen houden. 2) Extra schoolgymnastiek (door combinatiefunctionaris) (€ 5.000) In onze gemeente kunnen kinderen met motorische achterstanden door de leerkracht of schoolarts worden opgegeven voor extra schoolgym. Binnen deze extra schoolgym wordt in kleine groepjes gewerkt aan de motoriek en bewegingsvaardigheid, aansluitend op het eigen niveau van het kind. In 2012 is afgesproken om ook kinderen met overgewicht deel te laten nemen aan de extra schoolgym. In gesprekken met ouders wordt aandacht besteed aan een gezonde(re) leefstijl. Schoolgym wordt gegeven in het regulier onderwijs en in het speciaal onderwijs. Het gaat om drie docenten (1 voor regulier onderwijs en twee docenten voor SBO). Deze docenten zijn niet in dienst van de gemeente Hengelo, maar zijn in vaste dienst van Primato. Zij werken echter schooloverstijgend (dus voor alle scholen en niet alleen het openbaar onderwijs). Daarover zijn afspraken gemaakt met Primato. Primato declareert elk jaar de kosten van de docenten bij de gemeente Hengelo. In totaal gaat het hierbij om circa € 18.000. Wij hechten belang aan het bevorderen van een gezonde leefstijl voor kinderen met (beweeg)achterstanden, en houden deze extra gymlessen graag in stand. Maar er zijn wellicht mogelijkheden om de ureninzet voor de extra gymlessen onder te brengen in een zogenaamde combinatiefunctie. Als dit lukt, kan hier maximaal € 5.424 op worden bezuinigd. Dit is alleen de inzet van de vakdocent LO van het reguliere onderwijs, de ureninzet van de docenten SBO is zeer gering. Hierover moeten we in gesprek de huidige werkgever Primato, omdat dit consequenties kan hebben voor het dienstverband van de betrokken medewerker. 3) Brede school/jeugdplein (€ 100.000) In het jeugdprogramma Hengelo zijn 4 programmalijnen opgenomen onder de pijler Brede School. Voor dit bezuinigingsvoorstel is gekeken in programmalijn 1 (opbrengstgericht onderwijs) en programmalijn 2 (brede school- breed ontwikkelingsprogramma) of er door meer samenhang aan te brengen in de onderdelen uit de programmalijnen, een bezuiniging te bewerkstellingen is. 234
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Uit de gesprekken die gevoerd zijn met de kernpartners Brede School komt naar voren dat scholen (1 op 1, of in kleine groepen) een intensievere samenwerking met een voorschoolse partner aan willen gaan, zonder dat hier externe coördinatie tussen zit. Alle kernpartners erkennen dat het goed is dat hiervoor de lead bij het onderwijs ligt. Als gemeente kunnen wij hierin een stap terug doen. Voorstel vanuit het onderwijs is dat de coördinatie per brede school cluster niet apart bekostigd gaat worden, maar dat in het werkproces van schooldirecteuren, interne begeleiders en leidsters het vanzelfsprekend wordt zorg te dragen voor de doorgaande lijn van 2-6 jarigen. Daardoor kunnen de middelen voor de brede school met € 32.000 naar beneden worden bijgesteld. Daarnaast stoppen we met het Jeugd Plein Hengelo, van waaruit een breed ontwikkelprogramma voor kinderen in het onderwijs en de voorschoolse voorzieningen werd ontwikkeld. Door het onderwijs en de voorschoolse voorzieningen nu zelf verantwoordelijk te maken voor de realisatie hiervan, kan een budget van € 68.000 worden bespaard. 4) Jaarlijkse storting onderwijshuisvestingsreserve (vanaf 2015 € 200.000) Er ligt een wetsvoorstel waarmee de schoolbesturen de vergoeding voor buitenonderhoud van de schoolgebouwen basisonderwijs rechtstreeks van de minister van OCW ontvangen. Als deze wetswijziging op 1 januari 2015 in werking treedt, vervalt de gemeentelijke zorgplicht. Op basis van de gemeentelijke zorgplicht nemen wij momenteel elk jaar in ons onderwijshuisvestingsplan een bedrag van € 1 miljoen op voor buitenonderhoud en aanpassing. Op basis van de eerste berekeningen lijkt het dat door de overheveling van de taken, de gemeente € 800.000 minder uit het gemeentefonds ontvangt. Indien het wetsvoorstel wordt aangenomen is er geen sprake meer van een taak van de gemeente voor het uitvoeren van onderhoud. De schoolbesturen ontvangen hiervoor dan zelf de middelen en zullen voortaan zelf beoordelen of groot onderhoud noodzakelijk is. De gemeente kan hierin op verzoek van de scholen een rol blijven spelen. Op grond van bovenstaande wordt voorgesteld om jaarlijks vanaf 2015 € 200.000 minder te reserveren uit de middelen voor onderwijshuisvesting. Het jaarlijkse programma onderwijshuisvesting van de gemeente zal alleen nog voorzieningen als nieuwbouw, uitbreiding, huurvergoedingen, onderwijsleerpakket en meubilair, ozb, verzekeringen en prognosekosten opnemen.
Nr
Voorstel
S02
Minimabeleid/werkgelegenheid
2014
2015
2016
2017
465
465
465
465
Voorstel S02 behelst een aantal maatregelen op het terrein van Werk & Inkomen. De gemeente Hengelo heeft, met name op dit domein, een stevig profiel. Dat fundament staat nog steeds. Ook met deze maatregelen, die wij verantwoord vinden in het licht van de totale bezuinigingsnoodzaak. De aard van de maatregelen is er op gericht dat zo weinig mogelijk afbreuk wordt gedaan aan het huidige voorzieningenniveau van de individuele cliënt. Wel is er sprake van “minder meer”, minder geld voor vernieuwing en experimenteren en een versobering van de ROZ organisatie. 1) Nieuwe rijksmiddelen armoedebeleid (€ 175.000) Het rijk voegt met ingang van 2014 € 100 miljoen toe aan het budget voor armoedebeleid. Als het volledige bedrag rechtstreeks naar de gemeenten gaat betekent dat voor Hengelo een toevoeging van circa € 700.000. Wij verwachten dat een deel van het extra geld wordt afgezonderd voor het landelijke Jeugdsportfonds. Wij houden er rekening mee dat slechts 50 % rechtstreeks naar de gemeenten gaat. In het regeerakkoord is een aanzet gegeven voor de voorzieningen die wij daarvoor zouden moeten leveren. Het gaat veelal om voorzieningen en taken die wij in Hengelo de afgelopen jaren weloverwogen in stand hebben gehouden met bekostiging uit de algemene middelen en niet, zoals veel andere gemeenten, hebben wegbezuinigd. Daarom achten wij het verantwoord dat de helft van de te ontvangen rijksbijdrage nu ingezet wordt voor het sluitend maken van de begroting. Weliswaar betekent dit dat wij minder nieuw beleid op het gebied van armoedebeleid kunnen ontwikkelen, maar wij vinden dat verdedigbaar omdat Hengelo al jaren een uitstekend armoedebeleid heeft.
235
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Wel moet worden bedacht het armoedebeleid een open-einde-regeling is. Dit vereist, in het bijzonder bij het huidige economisch tij, een stevige monitoring van de ontwikkeling van het beroep op deze regeling. 2) Vernieuwend arbeidsmarktbeleid (€ 90.000) Voorgesteld wordt de post vernieuwend arbeidsmarktbeleid met € 90.000 te verlagen. Er resteert dan nog ca. € 70.000. Dit budget is de afgelopen jaren niet volledig gebruikt. De verlaging betekent dat er minder middelen zijn om bijvoorbeeld de invoering van de participatiewet te ondersteunen met experimenten die geld kosten. We verwachten dit met de nodige creativiteit, samenwerking en een beroep op partners op te kunnen vangen. 3) Versoberingstaakstelling ROZ (€ 200.000) Op grond van een collegebesluit uit 2009 en het Coalitieakkoord 2010 is gekoerst op verzelfstandiging van het ROZ. Nu de verzelfstandiging van de baan is oriënteren we ons op de positie van het ROZ binnen onze eigen gemeentelijke organisatie. In die context zijn wij van mening dat het binnen het ROZ haalbaar is om € 200.000 aan versoberingsmaatregelen door te voeren, ook gelet op het totale beschikbare budget. In de begroting 2013 zijn de totale lasten en baten ROZ respectievelijk € 4,2 en € 3,4 miljoen. Het nadelig saldo ad circa € 0,8 miljoen zal dus met € 200.000 worden teruggebracht.
Nr S03
Voorstel Maatschappelijke begeleiding/ sociaal-cultureel werk
2014
2015
2016
2017
220
245
245
245
Dit voorstel S03 behelst een aantal deelmaatregelen op het gebied van maatschappelijke zorg en sociaal-cultureel werk tot een bedrag van in totaal € 245.000 structureel. De door uw raad vastgestelde sociale visie is een leidraad geweest bij het vormgeven van de bijdrage van dit domein aan de totale bezuinigingsopgave. Dan gaat het om noties als ‘activiteiten zijn leidend, organisaties en gebouwen volgen’, eigen kracht en collectieve voorzieningen gaan vóór individuele. 1) Samenwerking SCALA-SWOH-St Informele Zorg (in 2014 € 25.000; vanaf 2015 € 50.000) Het voorstel is om door middel van verdere samenwerking tussen Carintreggeland, inclusief Stichting Welzijn Ouderen Hengelo (SWOH), Scala welzijnswerk en Stichting Informele Zorg Twente (SIZT) structureel € 50.000 te bezuinigen, waarvan € 25.000 vanaf 2014 op de organisaties en nog eens € 25.000 vanaf 2015, waarbij gekeken wordt naar het budget voor de WMO-voorzieningen. De organisaties hebben ons laten weten ervan doordrongen te zijn dat intensievere samenwerking zal leiden tot grotere efficiëntie en betere afstemming. Zij hebben dit geconcretiseerd in het project ‘Samen werken door samenwerken’, met een looptijd van 1 januari 2012 t/m 31 december 2013. Op 28 februari 2013 heeft het college de eindrapportage van dit project in ontvangst genomen, ‘Samen sterk!’ genaamd. Doelstelling van het project is de werkprocessen van de betrokken organisaties zo te organiseren dat de klantvraag zo snel mogelijk, zo licht mogelijk en zo dichtbij mogelijk wordt beantwoord. Het college is op dit moment bezig met de formulering van een inhoudelijke reactie op de aanbevelingen uit het rapport en met een voorstel om onderdelen uit het rapport verder uit te werken. Vooruitlopend op deze inhoudelijke uitwerking, ziet het college mogelijkheden om deze samenwerking te vertalen in een korting van € 25.000 structureel op de bijdrage aan deze organisaties. De subsidies die verstrekt worden aan Carintreggeland, inclusief Stichting Welzijn Ouderen Hengelo (SWOH), Scala welzijnswerk en Stichting Informele Zorg Twente (SIZT) kennen op dit moment geen wettelijke grondslag. Met het oog op de transities leveren deze organisaties diensten die straks wel tot een wettelijke taak zullen behoren. De bezuiniging wordt evenals de vorige keer naar rato van de subsidie, die elke instelling van de gemeente ontvangt verdeeld. Voor de aanvullende € 25.000 wordt naar de WMO-voorzieningen gekeken. 2) Thuis in de buurt (€ 25.000) Deze maatregel betreft een versobering van het budget voor het programma ‘Thuis in de buurt’ met € 25.000. In de begroting staat nu een jaarlijks te besteden budget van € 74.500 opgenomen ten behoeve van projecten die 236
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
bijdragen aan de doelstelling van het programma Thuis in de Buurt. Het programma is erop gericht burgers een beter en zo gewoon mogelijk leven te laten leiden en te laten deelnemen aan de samenleving, ondanks beperkingen door ouderdom of handicap. Kijkend naar de nu ingediende projecten en de plannen voor het resterende jaar komen we tot de conclusie dat een verdere vermindering van het budget met € 25.000 haalbaar is. Een aantal huidige projecten wordt afgesloten. We zullen nog kritischer moeten kijken naar de projecten en hun haalbaarheid. Er moeten keuzes gemaakt worden in de projecten. Welke zijn effectief gelet op bovengenoemde doelstelling en waar leggen wij onze prioriteiten (welke doelgroepen?, welke buurten? en/of welke activiteiten?) Verwachting is nu dat een budget van € 50.000 voldoende is voor deze initiatieven. 3) Jeugd- en jongerenwerk: Subsidie Donna (€ 150.000) We stellen voor, op het terrein van maatschappelijke zorg, een bezuiniging van € 150.000 te realiseren door de subsidiëring aan Donna/Atlas/Cocon te stoppen. Er resteert dan nog € 50.000 (van het oorspronkelijke budget van € 200.000) om in te zetten voor stimulering van de eigen kracht, mede in het licht van de transities. Een bezuiniging op Donna, als instituut, betekent in de huidige situatie een bezuiniging van € 150.000 op het totaalaanbod van Carint AMW. Een bezuiniging van dergelijke omvang noopt tot het maken van keuzes en het stellen van prioriteiten. In 2013 zullen gesprekken worden gevoerd met Carint over een effectieve inzet van het budget aan de hand van de door uw raad en ons college gemaakte keuzes. Uitgangspunt bij de gesprekken over 2014 zal zijn om zo veel mogelijk de zorg en veiligheid van alle doelgroepen, waaronder de doelgroep van Donna, te waarborgen. Door een bezuiniging van € 150.000 op de totale subsidie (€ 1.364.000) toe te passen, wordt bijgedragen aan de bezuiniging binnen deze opdracht. 4) Collectieve vrijwilligersverzekering (€ 20.000) Het voorstel omvat het beëindigen van de Hengelose Vrijwilligersverzekering per 1 januari 2014. Gezien de beperkte meerwaarde van een dergelijke verzekering achten wij deze maatregel verantwoord. Op 29 januari 2009 is de Rijksoverheid met de VNG een convenant overeengekomen inzake de bevordering van het afsluiten van een lokale vrijwilligersverzekering. Het betreft geen wettelijke verplichting. Het is qua effect vrijwel een neutrale maatregel: weinig Hengelose vrijwilligers hebben aanspraak gemaakt op de vrijwilligersverzekering. De verzekering is voor het eerst voor alle Hengelose ingezetenen die vrijwilligerswerk doen afgesloten per 1 januari 2010. Dat jaar is er 1 keer beroep gedaan op de verzekering. In 2011: 3 keer en in 2012: 7 keer. Het gaat om kleine schadegevallen, zoals het vallen van de fiets diefstal van of schade aan mobiele telefoons.
Nr
Voorstel
S04
Cultuur
2014
2015
2016
2017
184
334
300
300
Voorstel S04 behelst een tweetal voorstellen op het terrein van cultuur, waarbij de herschikking van een aantal culturele instellingen het meest verstrekkend is. Verder wordt voorgesteld op een innovatieve manier om te gaan met de wijze van gemeentelijke kunstaankopen. 1) Herschikking culturele instellingen (bedrijfsvoering) (in 2014 € 150.000; vanaf 2015 € 300.000) Dit voorstel behelst een versobering van het cultuurbudget met € 300.000 door herschikking van (de bedrijfsvoering van) de culturele instellingen. De exacte invulling wordt, gedreven door een motie van uw raad, voor een flink deel overgelaten aan de grote culturele instellingen zelf, uiteraard onder voorwaarden die voortkomen uit de door uw raad nog vast te stellen herijking van de cultuurnota.
237
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
In 2012 is er in tijdens de begrotingsraad gesproken over de bezuinigingen op cultuur. Uw raad heeft een motie aangenomen, waarin de culturele instellingen worden opgeroepen om gezamenlijk met voorstellen te komen over de toekomst voor het culturele veld in Hengelo. Daarnaast wordt er op dit moment gewerkt aan een herijking van de cultuurnota. We hebben de culturele instellingen gevraagd om gezamenlijk te kijken naar bezuinigings-mogelijkheden binnen cultuur. Hierbij zal ook gekeken worden naar de bedrijfsvoering van de verschillende instellingen. Waar zal het mogelijk zijn om instellingen samen te brengen onder 1 management, gezamenlijke huisvesting en het delen van diensten. In de herijking van de cultuurnota wordt de focus gelegd op de basis binnen de vier verschillende programmalijnen, leren, produceren, presenteren en interesseren. Hierbij hebben we het dan over de functies die minimaal behouden moeten blijven binnen de cultuur in Hengelo. Basis in leren en produceren zijn hierbij van grootste belang. Daarnaast loopt er de pijler van de huisvesting, waarbij nadrukkelijk gekeken wordt naar de huidige accommodaties en het gemeentelijk vastgoed. Deze beide lijnen lopen samen op en zullen leiden tot bespreking door uw raad van een nieuwe cultuurnota waarbij de budgettaire beperkingen een aandachtspunt zullen zijn. 2) Kunstaankopen (in 2014-2015: jaarlijks € 34.000) Het budget voor kunstaankopen wordt aangewend voor de aanschaf van kunstwerken van Hengelose kunstenaars. Met dit budget is het mogelijk om van de gemeentelijke kunstcollectie een dynamische collectie te maken, met een mix van hedendaagse en oudere werken. Bovendien worden de Hengelose kunstenaars ondersteund door de aankoop van hun werk. Het bezuinigingsvoorstel houdt in dat het budget voor kunstaankopen voor 2 jaar wordt gereduceerd tot € 0 en vervolgens wordt betrokken bij de afweging van de nieuwe gemeenteraad. Het gevolg is dat de gemeentelijke collectie een statisch karakter krijgt. Bij verkoop van werken uit de collectie zonder dat er een aankoopmogelijkheid bestaat, zal de gemeentelijke collectie geen representatief beeld meer geven van de Hengelose beeldende kunst. Verkoop van de kunstcollectie zou ook budget kunnen betekenen voor aankoop van werken, maar dit maakt, zoals gesteld, onderdeel uit van de afweging van de nieuwe raad.
Nr
Voorstel
S05
Sport
2014
2015
2016
2017
20
20
20
20
Energieverbruik Twentebad (€ 20.000) Bij het Twentebad willen we de energierekening verder terugbrengen. Het verminderen van energieverbruik gaan we realiseren door te investeren in LED-verlichting i.p.v. traditionele verlichting (groeilampen, oude armaturen en TL-verlichting). LED lampen hebben een lager energieverbruik en zijn duurzamer. Met name dit laatste aspect is een bewuste keuze als millennium gemeente. Deze zomer wordt bijvoorbeeld de oude verlichting in het instructiebad vervangen en recentelijk zijn de lampen boven de glijbanen vervangen door LED-verlichting.
238
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
2.2.5 Voorstellen in de sfeer van inkomsten Inleiding Naast de maatregelen in de algemene, fysieke en sociale domeinen, is ook kritisch gekeken naar de inkomsten. De onderstaande maatregelen zullen naar onze mening niet leiden tot onoverbrugbare voorstellen. Het gaat om het beperken van de kosten en het doorberekenen van de kosten in de leges e.d. en het verhogen van de toeristenbelasting. De verhoging van deze belasting sluit aan bij het niveau van de Twentse gemeenten.
Nr
Voorstel
T01
Inkomsten - Belastingen en leges
2014
2015
2016
2017
75
75
75
75
1) Beperken van kosten en het doorberekenen van kosten in de leges, m.b.t. APV en bijzondere wetten (€ 25.000) Enerzijds gaat het bij dit voorstel om kosten te beperken en anderzijds om de doorberekening van de kosten in de leges. Gelet op het feit dat dit item betrekking heeft op meerdere domeinen (algemeen en fysiek) en inkomsten (leges) komt het hier aan de orde. Aan de voorkant willen we eerst bezien of de kosten in het kader van evenementenvergunningen verder kunnen worden gereduceerd, zodat we minder kosten kunnen doorberekenen. Daarnaast willen we het doorberekenen van kosten, gemaakt door gemeentelijke afdelingen, consequenter doorvoeren. De leges voor evenementenvergunningen zijn momenteel niet kostendekkend. Door voor commerciële evenementen de leges meer kostendekkend te maken en facilitaire kosten bij evenementen (schoonmaken, afzettingen etc.) door te berekenen. Door de kostenreductie en de consequente doorrekening van kosten in de leges levert in totaliteit een besparing op van € 25.000. Tevens wordt onderzocht of een deel van de kosten voor toezicht en handhaving kan worden toegerekend aan de leges voor vergunningen (bijzondere wetten en APV). Voor de commerciële organisatoren ontstaat een ‘level playing field’. Iedere organisator krijgt te maken met dezelfde doorberekening van kosten, hetzij via leges of via toerekening van kosten van dienstverlening. Dat zal met zich meebrengen, dat er een natuurlijke selectie van evenementen en (horeca)bedrijven plaatsvindt. Organisatoren worden min of meer gedwongen om een evenement écht budgettair rond te krijgen. Zwakke evenementen halen het niet, de betere blijven over. Er ontstaan weer kansen voor ondernemers om het beter te doen. Inmiddels is gestart met de inventarisatie van alle kosten die door gemeentelijke afdelingen worden gemaakt bij de organisatie van evenementen. Ook is het nieuwe evenementenhandboek in concept gereed. Het evenementenhandboek bevat richtlijnen voor de organisatie van evenementen en daarin kan ook de toepassing van tarifering en doorberekening van kosten worden meegenomen. Dit zal ook nadrukkelijk in overleg en samenspraak met Bureau Hengelo gebeuren, waarbij wordt bekeken of er op enige wijze aansluiting kan worden gezocht bij de systematiek van subsidietoekenning. 2) Toeristenbelasting (€ 50.000) Voorgesteld wordt het tarief per overnachting voor de toeristenbelasting te verhogen van € 0,61 tot € 1,00. De toeristenbelasting is in 2005 in Hengelo ingevoerd. Het tarief per overnachting is destijds vastgesteld op € 0,55 per overnachting. Het tarief is in de loop der jaren uitsluitend gecorrigeerd voor inflatie (gemiddeld 1% per jaar). Ruim 90% van de opbrengst komt voort uit overnachtingen in hotels.
239
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Gelet op het feit dat de toeristenbelasting nog niet eerder onderwerp van de bezuinigingen is geweest en in Twente een minimaal tarief van € 1 per overnachting wordt gehanteerd, mag niet worden verwacht dat de stijging van het tarief met € 0,39 per nacht gevolgen heeft voor het aantal overnachtingen. De verblijfsbieders (hotels, campings, Bed- & Breakfast’s) moeten tijdig op de hoogte worden gesteld om folders, websites e.d. voor het nieuwe seizoen 2014 aan te kunnen passen. De verhoging van de toeristenbelasting leidt tot een structureel voordeel van € 50.000.
2.2.6 Bedrijfsvoeringstaakstelling De bedrijfsvoering deelt ook mee in de bezuinigingsopgave. Op basis van het Berenschot-rapport zijn wij van mening dat ongeveer 18 % moet worden gevonden in de bedrijfsvoering. Hiermee komt de structurele taakstelling uit op € 480.000. Deze taakstelling wordt intern uitgewerkt door de directie in samenspraak met het management.
2.2.7 Investeringen Naast de hiervoor genoemde voorstellen in de diverse domeinen is inmiddels ook een volledige inventarisatie gemaakt van de bezuinigingsmogelijkheden in lopende investeringen. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen investeringen met een beleidsmatige achtergrond en investeringen t.b.v. de bedrijfsvoering. Bezuinigingen in de laatste categorie dragen uiteraard bij aan de invulling van de afzonderlijke bedrijfsvoeringtaakstelling. De eerste categorie is onderverdeeld in investeringen die (gedeeltelijk) geschrapt kunnen worden of investeringen die kunnen worden uitgesteld. Voor de beide categorieën zijn hieronder de effecten op de kapitaallasten zichtbaar gemaakt.
(Gedeeltelijk) te schrappen investeringen
2014
2015
2016
2017
90
107
142
144
Het gaat hierbij om (de structurele vertaling van) het aanbestedingsvoordeel bij de MFA-Brede School Berflo Es en het op basis van de werkelijke ontwikkelingen bijstellen van de investeringen in ondergrondse en minicontainers. Daarnaast wordt voorgesteld niet meer te investeren in laptops voor de raad, uigaande van de gedachte dat raadsleden vanaf 2014 hier zelf in moeten voorzien. Een kritische inventarisatie is gemaakt t.a.v. de activa t.b.v. het onderhoud van “grijs en groen” en de straatverlichting.
Uitstellen van investeringen
2014
2015
47
29
2016
2017
De actualisering van de activa t.b.v. het onderhoud van “grijs en groen” heeft ook opgeleverd dat een aantal planmatige vervangingsinvesteringen één of twee jaar kunnen worden opgeschoven. Dat geldt ook voor een aantal investeringen in activa t.b.v. milieutaken.
Totaal lagere kapitaallasten
240
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
2014
2015
2016
2017
137
136
142
144
versie 01-10-2013
2.2.8 Bezuinigingen - tweede spoor Ons college is zich zeer bewust van de verantwoordelijkheid voor een solide meerjarig financieel beleid. En tegelijkertijd realiseren we ons, gezien allerlei ontwikkelingen, dat we niet over ons “eigen graf heen moeten (willen) regeren” door nu voortijdig en vroegtijdig definitief onomkeerbare bezuinigingsmaatregelen voor te stellen. Het tweede spoor combineert deze twee dimensies van onze bestuurlijke verantwoordelijkheid. Wij zijn van plan om, in verbinding met uw raad, een grondig proces voor te bereiden en uit te lijnen, waarmee de nieuwe raad en het nieuwe college, de bezuinigingsopgave voor de jaren 2016 en 2017 kunnen invullen. Dit betreft, zoals het er nu voorstaat, een extra structurele taakstelling oplopend tot ruim € 5,2 miljoen in 2017. Dit bezuinigingsproces zou volgens ons zo moeten zijn ingericht dat het tegemoet komt aan de opgaven waar de gemeentelijke overheid de komende jaren voor staat. Een proces dat dus niet alleen een financieel probleem oplost. Maar ook, of beter geformuleerd, allereerst een antwoord geeft op vragen die gaan over de rol van de gemeente Hengelo in de toekomst. De financiële kaders zijn daarbij randvoorwaarden, zij het van zeer dwingende aard. In dit dekkingsplan wordt voor de jaren 2016-2017 een taakstellende invulling gegeven op de verschillende domeinen. Deze benaderingswijze hebben we de afgelopen jaren bij de bezuinigingsoperaties gehanteerd. We gaan daarbij rekening houden met een percentage van de beïnvloedbare lasten per domein. De taakstellingen, voor het 2e bezuinigingsspoor, behelzen voor de jaren 2016 en 2017 respectievelijk € 2,9 en ruim € 5,2 miljoen. De onderverdeling over de domeinen ziet er indicatief als volgt uit (* € 1.000): 2016:
2017:
Algemeen bestuurlijk
480
870
Fysiek
940
1.710
Sociaal
1.472
2.656
TOTAAL
2.892
5.236
Omschrijving domein:
241
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Hoofdstuk 3 – Financiële uitgangspunten en ramingen bestaand beleid
Conform uw financiële Verordening stelt u jaarlijks bij de Kadernota de (systematiek voor de) grondslagen voor de ramingen bestaand beleid. Hieronder volgen de grondslagen die worden gehanteerd voor de begroting 2014-2017. Grondslagen voor de ramingen bestaand beleid begroting Looncompensatie De looptijd van de huidige CAO-gemeenten loopt tot en met 31 december 2012. Voor het begrotingsjaar 2013 e.v. zijn we in de beleidsbegroting 2013-2016 uitgegaan van de nullijn. Op basis van het “Oranje-akkoord” (maart 2013) had het kabinet de nullijn voor de rijksambtenaren doorgetrokken naar 2014 en als zodanig ingeboekt op de rijksbegroting. Door de vaststelling van het Sociaal Akkoord is deze bezuinigingsmaatregel weer teniet gedaan. In augustus a.s. wordt pas helderheid verkregen of het kabinet (als nog) moet bezuinigen indien de economie niet aantrekt/herstelt. Op dit moment is er nog geen zicht op een nieuwe CAO voor gemeente-ambtenaren. Tijdens het opstellen van de begroting 2014-2017 zal worden bezien in hoeverre deze onzekerheid wordt weggenomen en zal eventueel een stelpost voor looncompensatie worden geraamd. Prijscompensatie Gelet op de nog steeds onzekere tijden en de (nieuwe) rijksbezuinigingen, die leiden tot een lagere gemeentefondsuitkering, is het niet acceptabel om de prijzen met een bepaald percentage te verhogen. Als bezuiniging wordt de toegestane prijscompensatie niet verwerkt in de begroting. Constante lonen en prijzen In de meerjarenramingen wordt, zoals gebruikelijk uitgegaan van constante lonen en prijzen. Omslagrente Wij zijn voornemens om de omslagrente te verlagen (was 5,5 % in 2013). De effecten daarvan zullen wij in een afzonderlijke notitie ter besluitvorming voorleggen. In deze notitie wordt ook ingegaan op mogelijke maatregelen om deze te reduceren. Tarieven en subsidies Het voorgaande houdt in dat de tarieven en subsidies in principe uitkomen op de nullijn. Navenant zullen de ontvangen huurbedragen niet stijgen voor de inflatiecorrectie. Wel kunnen er andere afspraken met verenigingen, instellingen etc. zijn gemaakt over huurverhogingen buiten de prijscompensatie om. Belastingen en heffingen In het coalitieakkoord is het uitgangspunt geformuleerd: “totale gemeentelijke lasten voor de Hengelose burger stijgen niet, behalve dan de met een inflatiecorrectie. Als het echt niet anders kan accepteren wij tijdelijke maatregelen om de begroting sluitend te maken.” Echter zijn de tijden sinds het opstellen van het coalitieakkoord veranderd. Het rijk heeft aanzienlijke bezuinigingen op gemeenten afgewenteld. Wij stellen daarom voor om bij de algemene dekkingsmiddelen uit te gaan van een inflatiecorrectie (indexering) van 1,75 %. Voor de toeristenbelasting geldt het nieuwe tarief, zoals genoemd in het dekkingsplan 2014-2017. In de begroting 2014-2017 zal zoals gebruikelijk ook worden gekeken naar het totaalpakket aan belastingmaatregelen. Op basis van het geactualiseerd verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2013-2017 stellen wij voor om de rioolheffing, net als in 2013, ook in 2014 niet te verhogen. Voor het afvalbeleid zal eerst door uw raad de koers worden bepaald aan de hand van de notitie “Naar een afvalloos Hengelo”. De behandeling van deze notitie loopt ongeveer parallel met de behandeling van de nu voorliggende Kadernota. De consequenties van het beleid zullen worden vertaald in het afvaltarievenbeleid. Deze tarieven zullen in de betreffende Verordening, tegelijkertijd met de Beleidsbegroting 2014-2017, in het najaar worden aangeboden aan uw raad.
242
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Gemeentefondsuitkering De gemeentefondsuitkering wordt in principe gebaseerd op de meicirculaire 2013 van het gemeentefonds. De taakmutaties in het gemeentefonds, op grond van de meicirculaire 2013, zullen expliciet in beeld worden gebracht en worden voorgelegd aan uw raad. Onvoorzien/kleine opties nieuw beleid In de begroting 2014-2017 wordt een jaarlijks bedrag van € 166.000 geraamd voor de post onvoorzien. Ook wordt jaarlijks een post van € 25.000 opgenomen voor kleine opties nieuw beleid. Investeringen Op investeringen is de nota Activabeleid van toepassing, die begin 2012 is vastgesteld in de raad. De afschrijving en de berekening van de rentelasten start op 1 januari van het jaar ná ingebruikname van een goed c.q. na afronding van een investering. Dit betekent dat er niet wordt afgeschreven en dat er vooralsnog geen rentelasten worden berekend in het jaar van afronding c.q. ingebruikname van een investering. De rente wordt berekend over de boekwaarde per 1 januari. Mede naar aanleiding van de jaarrekening 2012 zal worden bezien of de beleidsregels omtrent de rente-toerekening aan investeringen aanpassing behoeven. Hieraan zal in de afzonderlijke notitie met betrekking tot het gehanteerde rente-omslagpercentage aandacht worden besteed. Vervangingsinvesteringen maken onderdeel uit van het bestaand beleid. Autonome ontwikkelingen/volumemutaties arealen Onder autonome ontwikkelingen verstaan wij ontwikkelingen die door ons niet te sturen of te beïnvloeden omstandigheden zijn en zullen leiden tot onvermijdbare uitgaven of inkomsten-verminderingen in de begroting 2014-2017. De onderhoudsbudgetten voor wegen, groen en riolering worden aangepast voor volumemutaties conform de Areaalnota. De kostenuitzetting voor rioleringen verloopt budgettair neutraal voor de begroting. Uitgangspunt bij rioleringen is 100 % kostendekkendheid.
243
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Bijlage 1 – Overzicht van maatregelen Sociaal Akkoord
1)
A Reactie op opgelopen werkloosheid 1.
De Stichting van de Arbeid heeft een Actieteam ingesteld voor het stroomlijnen van de aanpak van de werkloosheid. In het actieteam zullen naast de leden van de Stichting van de Arbeid en decentrale CAO-partijen ook het UWV, SZW, gemeenten en de ambassadeur jeugdwerkloosheid participeren. In de Kamerbrief aanpak jeugdwerkloosheid dd. 5-3-2013 is een gezamenlijke Aanpak Jeugdwerkloosheid aangekondigd. Voor de aanpak van werkloosheid onder ouderen is voor 2013 en 2014 in totaal 67 miljoen euro beschikbaar. Zie Kamerbrief over de uitkomsten overleg Kabinet met Stichting van de Arbeid dd. 19-12-2012. UWV stelt momenteel een concreet activiteitenplan op. Het kabinet ziet af van het zogenaamde ‘1 maart pakket’ (zie brief van de minister van Financiën ‘Reactie op CPB cijfers’). Het kabinet zal aanvullende maatregelen nemen indien de MEV-raming van het CPB gegeven het saldodoel 2014 daartoe aanleiding geeft.
2. 3.
4.
B Iedereen doet mee: het werkbedrijf Infrastructuur 5. Perspectief is gericht op vorming 35 regionale werkbedrijven, die zorg dragen voor plaatsing van mensen bij werkgevers. Gemeenten hebben de lead bij de werkbedrijven, die met een commerciële inslag worden geleid. Werkgevers, werknemers en UWV doen mee in de leiding van het Werkbedrijf. Werkgevers kunnen bovendien meedoen in de financiering. 6. Instroom in het werkbedrijf wordt in de fase voorafgaand aan definitieve plaatsing betaald op uitkeringsniveau (proefplaatsing). Het Werkbedrijf bepaalt de loonwaarde op de werkplek in samenspraak met de werkgever. Het Werkbedrijf draagt zorg voor de noodzakelijke begeleiding op de werkplek. 7. Verkend zal worden of de keuring van werknemers door één organisatie kan plaatsvinden; dit zou een samenvoeging van UWV en CIZ betekenen. Wajong 8. De Wajong is per 1-1-2015 alleen nog toegankelijk voor mensen die volledig en duurzaam geen arbeidsvermogen hebben, iedere 5 jaar herkeuring. 9. Mensen die niet voor de Wajong in aanmerking komen kunnen een beroep doen op het Werkbedrijf voor begeleiding naar werk. Deze mensen komen formeel in dienst bij de gemeente, de gemeente verzorgt zo nodig een uitkering (bijstandsregime). 10. Het zittend bestand Wajong wordt herkeurd; mensen met arbeidsvermogen kunnen beroep doen op gemeente voor uitkering en/of ondersteuning bij re-integratie (bijstandsregime). 11. Ten vierde zijn er mensen die weliswaar gedeeltelijk inzetbaar zijn bij reguliere werkgevers, maar die nog geen werk hebben gevonden. Voor deze groep komt er een regeling die gemeenten in staat stelt door middel van individueel maatwerk voor kwetsbare groepen met een zorgbehoefte de effecten van de kostendelersnorm te compenseren. Voor die mensen met een zorgbehoefte worden de gevolgen van de kostendelersnorm gecompenseerd. Basis hiervoor is de indicatie van CIZ/GGD. Hiervoor wordt structureel € 100 mln. beschikbaar gesteld voor het gemeentefonds. Beschut werk 12. De werkbedrijven organiseren beschut werk voor mensen die door lichamelijke, verstandelijke en/of psychische beperking een zodanige mate van ondersteuning nodig hebben, dat niet van een reguliere werkgever verwacht mag worden dat hij deze mensen in dienst neemt. Dat laat onverlet dat een werkbedrijf de dienstbetrekking kan organiseren bij een reguliere werkgever met specifieke begeleiding, werkplekaanpassing e.d. 13. Het kabinet gaat er in de berekeningen vanuit dat er 30.000 beschut-werkplekken beschikbaar moeten komen. 14. Beloningsregime: loonkostensubsidie en aansluiten bij CAO werkgever (regulier of gemeente). Verschil tussen 100% wml en loonwaarde is rekening overheid (loonkostensubsidie; maximaal 70% wml). Verschil tussen CAO-loon en 100% wml is rekening werkgever (regulier of werkbedrijf). 15. Per 1-1-2015 is er geen nieuwe instroom in de WSW meer. Mensen die niet meer in de WSW kunnen instromen kunnen beroep doen op het werkbedrijf voor begeleiding naar werk. Het zittende bestand WSW blijft onder huidig wettelijk WSW-regime. Inzet op zoveel mogelijk plaatsen van WSW-ers bij reguliere werkgevers. Efficiencykorting WSW verspreid over zes jaar oplopend tot 290 miljoen euro.
1) De genoemde maatregelen moeten nog uitgewerkt worden in wetsvoorstellen. De vijfde nota van wijzigingen (hoofdlijnenbrief Particpatiewet) wordt verwacht rond 1 juli. De uitwerking van de maatregelen genoemd onder de punten 5, 7, 9 en 12 zijn nog onzeker i.v.m. de verschillen van mening tussen o.m. gemeenten en kabinet en zijn nog onderwerp van nader overleg.
244
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Loonkostensubsidie 16. Mensen die niet aangewezen zijn op beschut werk en met een productiviteit < 80% wml kunnen worden geplaatst bij een werkgever, beloning conform CAO-werkgever. 17. Verschil tussen 100% wml en loonwaarde is rekening overheid (loonkostensubsidie; maximaal 70% wml). Verschil tussen CAO-loon en 100% wml is rekening werkgever. 18. De mobiliteitsbonus is niet van toepassing op de groep die met loonkostensubsidie aan het werk gaat. Baangarantie 19. Werkgevers in de marktsector stellen zich vanaf 2014 garant voor een toenemend aantal extra banen voor mensen met een beperking. De groei van het jaarlijkse aantal extra banen neemt geleidelijk toe. De toename in 2014 bedraagt 2,5 duizend; in 2015 bedraagt de toename 5 duizend extra banen. Hierna groeit de jaarlijkse toename geleidelijk tot 10 duizend in de periode 2020 - 2026. De werkgevers in de marktsector stellen zich daarmee vanaf 2026 garant voor een cumulatief aantal van 100 duizend extra banen voor mensen met een beperking. 20. De overheid zal in aanvulling hierop vanaf 2014 gedurende 10 jaar jaarlijks 2,5 duizend extra banen openstellen mensen met een beperking. De overheid stelt zich daarmee garant voor cumulatief 25 duizend extra banen vanaf 2024. Met de overheidswerkgevers worden nadere afspraken gemaakt hoe dit kan worden gerealiseerd. 21. In de wet wordt een quotum vastgelegd met de genoemde jaarlijkse aantallen, waarbij een structurele situatie bereikt wordt in 2025. Het quotum wordt geactiveerd op het moment dat het aantal afgesproken banen niet tot stand komt. Dit wordt voor het eerst eind 2016 gemeten, dan zouden er minimaal 11.000 extra banen voor mensen met een beperking moeten zijn gerealiseerd in de marktsector. De activering van het quotum start na overleg met de sociale partners en gemeenten. 22. Sociale partners nemen maatregelen die ervoor zorgen dat minder mensen een beroep hoeven te doen op een arbeidsongeschiktheidsuitkering uit de WIA. De maatregelen richten zich op verdere versterking van de inzet op preventie en re-integratie met name voor vangnetters en de groep WGA 80-100. Sociale partners komen in 2014 met concrete maatregelen die uiterlijk per 2015 kunnen worden ingevoerd. Er wordt hiervoor taakstellend 150 mln euro structureel ingeboekt. De effecten van de maatregelen worden gemonitored. Van werk naar werk (incl. WW/ontslag/flex) WW 23.
24. 25. 26. 27. 28.
29.
30.
31.
32. 33.
De opbouw van de WW wordt aangepast naar: 1 maand per dienstjaar in de eerste 10 arbeidsjaren en ½ maand per dienstjaar in de jaren daarna. Reeds opgebouwd arbeidsverleden tot 2016 wordt gerespecteerd. Elk jaar arbeidsverleden voor 2016 geeft recht op één maand WW. De maximale publiek gefinancierde WW-duur wordt geleidelijk ingekort naar 24 maanden met 1 maand per kwartaal, van 1 januari 2016 tot 1 juli 2019 (14 kwartalen). De hoogte van de WW blijft loongerelateerd Sociale partners kunnen op CAO-niveau een aanvulling van 14 maanden WW introduceren. Deze afspraken worden in beginsel algemeen verbindend verklaard. Het publiek gefinancierde deel van de WW wordt 50/50 betaald door werkgevers en werknemers, invoering 2016-2020. Deze overgang zal lastenneutraal worden vormgegeven. De definitie van passende arbeid wordt aangescherpt per 1-1-2016. Dit houdt in dat reeds na 6, in plaats van 12 maanden, alle arbeid als passend wordt aangemerkt. Vanaf dag één komt de WW-gerechtigde in aanmerking voor inkomstenverrekening (zodat werkhervatting altijd lonend is). De IOAW wordt langzaam afgebouwd. Werknemers die 50 jaar en ouder zijn op 1 januari 2015 (werknemer geboren vóór 1 januari 1965) op de eerste dag van hun werkloosheid, kunnen nog gebruik maken van de IOAW na het doorlopen van de WW-uitkering. Werknemers geboren op of na 1 januari 1965 kunnen geen beroep meer doen op de IOAW. De IOW voor 60+ blijft bestaan tot 2020, de IOW-leeftijd wordt niet verlaagd naar 55. Op basis van een evaluatie wordt bezien of de IOW structureel wordt gemaakt. Er kan recht bestaan op een IOW-uitkering voor werkloze werknemers die op de eerste WW-dag 60 jaar of ouder zijn. Het kabinet zal advies vragen aan de SER over de vormgeving van de sociale infrastructuur voor de arbeidsmarkt. Daarbij gaat het om de instituties rond duurzame inzetbaarheid, van-werk-naar-werk en re-integratie. inclusief een financiering van de WW die gezamenlijk door werknemers en werkgevers wordt opgebracht, en premiedifferentiatie. De nieuwe calamiteitenregeling WW kent een eigen risicoperiode van 3 weken. De regeling zal worden betrokken in bovenstaand SER-advies. In 2014 en 2015 stelt het kabinet 300 mln euro beschikbaar voor ‘van-werk-naar-werk’ en intersectorale scholing. Dit budget wordt onder begeleiding van het Actieteam (zie punt 1) gebruikt voor co-financiering van sectorale plannen.
Ontslag 34. Per 1 januari 2016 wordt het ontslagrecht gemoderniseerd. Anders dan nu wordt het ontslagrecht in hoofdzaak geregeld in één wet (het BW, het BBA 1945 vervalt) met handhaving van de preventieve toetsing van ontslag. Afhankelijk van de reden voor het ontslag komt er één ontslagroute: voor bedrijfseconomisch ontslag en wegens langdurige arbeidsongeschiktheid via een procedure bij UWV en voor (andere) in de persoon gelegen redenen en bij een verstoorde arbeidsverhouding via ontbinding door de kantonrechter. Per CAO kan worden besloten tot (verplichte) toetsing bij ontslag door een zelf in te stellen sectorcommissie – dit onderdeel wordt nader uitgewerkt met de sociale partners. 245
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
35.
36.
37.
38. 39.
40.
41. 42. 43.
44.
45. 46.
Het volgen van een ontslagroute is niet nodig als de werknemer schriftelijk instemt met ontslag. Hierbij geldt een bedenktijd voor de werknemer van twee weken. De schriftelijke instemming heeft geen negatief effect op de WWuitkering (in termen van verwijtbaarheid). Bij een negatieve beslissing door UWV kan de werkgever bij de rechter om ontbinding vragen (waarbij de rechter toetst aan dezelfde criteria als UWV) en bij ontslag na een positieve beslissing van UWV kan de werknemer de rechter vragen om herstel van de arbeidsovereenkomst. Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechter is mogelijk conform regulier procesrecht. De proceduretijd bij UWV kan worden verrekend met de opzegtermijn, met dien verstande dat er altijd een opzegtermijn van een maand in acht moet worden genomen. Bij ontbinding ontbindt de kantonrechter met inachtneming van een termijn gelijk aan de opzegtermijn minus proceduretijd bij de rechter, met dien verstande dat er altijd een termijn van een maand geldt. Het UWV handelt in principe de ontslagaanvragen binnen 4 weken af, uiteraard voor zover een zorgvuldige afhandeling hieraan niet in de weg staat. Bij CAO kan onder daarbij te stellen voorwaarden worden afgeweken van het afspiegelingsbeginsel als die CAO voorziet in een commissie die voorgenomen ontslagen om bedrijfseconomische redenen toetst. Bij één of meer dienstverbanden van in totaal 2 jaar of langer (tijdelijke en vaste contracten) betaalt de werkgever bij ontslag een transitievergoeding met een maximum van € 75.000, of een jaarsalaris als dat hoger is. De opbouw van de transitievergoeding bedraagt 1/3 van het maandsalaris per dienstjaar over de eerste 10 dienstjaren en vanaf de jaren na het 10e dienstjaar ½ maandsalaris per dienstjaar. Voor werknemers van 50+ geldt tot 2020 overgangsrecht waarbij de transitievergoeding voor 50-plussers met tien dienstjaren wordt gesteld op 1 maand per dienstjaar boven de 50, met een uitzondering voor MKB-bedrijven met minder dan 25 werknemers (nader uit te werken tussen sociale partners). Sociale partners werken dit verder uit in overleg met het kabinet. Er komt een hardheidsclausule voor de verplichting tot betaling van de transitievergoeding, nader uit te werken in overleg met de sociale partners. In geval van ernstige verwijtbaarheid van de werknemer aan het ontslag is de werkgever geen transitievergoeding verschuldigd. In geval van ernstige verwijtbaarheid van de werkgever aan het ontslag kan de kantonrechter naast de transitievergoeding een aanvullende vergoeding toekennen. Dit zal naar verwachting gaan om een zeer klein aantal gevallen. De criteria voor ernstige verwijtbaarheid zullen verder worden uitgewerkt. Kosten voor ‘ van-werk-naar-werk’ , scholing, etc die in het kader van ontslag en in overleg met de werknemer zijn gemaakt door de werkgever, kunnen in mindering worden gebracht op de transitievergoeding. Voorwaarden waaronder die kosten in mindering kunnen worden gebracht worden nader uitgewerkt met de sociale partners. Van de regeling betreffende de transitievergoeding kan bij CAO worden afgeweken als in die CAO is voorzien in een vergelijkbare voorziening gericht op het bevorderen van werk naar werk transities (¾ dwingend recht). De WW-premies gaan structureel vanaf 1-1-2014 met 1,3 mld euro omhoog, conform regeerakkoord.
Flexibele arbeid 47. Per 1 januari 2015 worden onderstaande maatregelen met betrekking tot de ‘ flexibele schil’ van kracht. 48. De ‘ketenbepaling’ wordt aangepast. Bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die elkaar binnen een periode van 6 maanden (nu 3) opvolgen ontstaat bij het 4e contract of na 2 jaar (nu 3) een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. 49. Bij CAO kan alleen nog worden afgeweken van de ketenbepaling (maar niet van de periode van 6 maanden) indien het werken met tijdelijke contracten gegeven de aard van het werk noodzakelijk is, met dien verstande dat het aantal contracten ten hoogste kan worden gesteld op 6 in een periode van vier jaar. 50. In tijdelijke contracten met een duur van 6 maanden of minder kan geen proeftijd worden overeengekomen. Dat geldt ook voor een aansluitend contract. 51. In tijdelijke contracten kan geen concurrentiebeding worden opgenomen, behalve in het geval van bijzondere omstandigheden (motivatieplicht). 52. Bij CAO kan de wettelijke termijn voor het benutten van het uitzendbeding worden verlengd tot ten hoogste 78 weken. 53. Verder zal de mogelijkheid worden beperkt tot afwijking bij cao van de regel dat het loon verschuldigd is als de arbeid niet wordt verricht door omstandigheden die in de risicosfeer van de werkgever liggen. 54. Sociale partners zullen nader bezien hoe oneigenlijk gebruik van “driehoeksrelaties” (uitzendarbeid, payrolling, contracting) kan worden tegengegaan. In dat kader worden de bijzondere ontslagregels bij payrolling geschrapt en wordt transparantie voor de werknemer, over de aard van zijn arbeidsrelatie, van belang. 55. In de zorg kunnen geen nulurencontracten meer worden gebruikt. 56. Kabinet en sociale partners zullen bezien of er aanleiding is tot het aanpassen van de regels inzake overgang van ondernemingen, in relatie tot aanbestedingen. 57. De arbeidsverledeneis die per 2014 zou worden ingevoerd in de Ziektewet wordt afgeschaft. Zo wordt geborgd dat werknemers met een flexibel arbeidscontract tijdens ziekte een uitkering hebben die in hoogte vergelijkbaar is met werknemers met een vast contract. Sociale partners blijven ervoor verantwoordelijk dat minder mensen een beroep doen op de WIA. In pilots gericht op re-integratie ontwikkelen sociale partners hiertoe innovatieve werkwijzen, die op termijn landelijk uitgerold worden. Hiervoor wordt taakstellend structureel € 15 miljoen euro ingeboekt. In de tabel in bijlage 2 is dit bedrag verrekend met de kosten voor het afschaffen van de arbeidsverledeneis.
246
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
58.
59.
60.
Het kabinet zal het Plan van Aanpak schijnconstructies aan de Tweede Kamer sturen en dit samen met sociale partners verder uitwerken. In dat kader zullen tijdelijk extra Inspecteurs, oplopend tot 35, worden aangesteld bij de Inspectie SZW. Bij dienstverbanden van werknemers tot 18 jaar met een omvang van 12 uur of minder zijn de ketenbepaling en de regeling betreffende de transitievergoeding niet van toepassing. Deze dienstverbanden tellen ook niet mee bij de toepassing van de ketenbepaling of het bepalen van het recht op een transitievergoeding bij ontslag na het bereiken van de leeftijd van 18 jaar. Het kabinet zal met de sociale partners onderzoeken hoe een administratieve lasten reductie voor werkgevers kan worden bereikt met betrekking tot ‘kleine banen’ (voor jongeren onder de 18).
Naar een toekomstbestendig pensioenstelsel (inclusief aow) 61.
62.
63.
Per 2015 kan vanaf een inkomensniveau van 100.000 euro niet langer fiscaal gefaciliteerd voor aanvullend pensioen worden gespaard. Dit geldt zowel voor pensioenopbouw in de tweede als de derde pijler. Het maximale opbouwpercentage voor nieuwe pensioenopbouw wordt per 2015 verlaagd met 0,4%. Het kabinet geeft de sociale partners tot 1 juni 2013 de gelegenheid een alternatief voor of aanvulling op bovenstaande maatregelen uit te werken, met een maximaal budgettair beslag oplopend tot structureel 250 mln euro. Ten behoeve van deze uitwerking wordt een werkgroep opgestart waarin het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Ministerie van Financiën zullen participeren. De overbruggingsregeling AOW, die gaat gelden voor personen die op 1 januari 2013 reeds deelnemen aan een VUT- en prepensioenregeling of een vergelijkbare regeling en zich niet hebben kunnen voorbereiden op de AOWleeftijdsverhoging, wordt verruimd naar deelnemers met een inkomen tot 200% WML voor alleenstaanden en 300% WML voor paren. De regeling werkt terug tot 1-1-2013.
Zie ook: www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2013/04/11/kamerbrief-resultaten-sociaal-overleg
247
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
248
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Bijlage 8.8 Raadsbrief “Actualisering financieel perspectief Kadernota 20142017/Meicirculaire 2013 gemeentefonds”
De leden van de gemeenteraad van Hengelo
Onderwerp Actualisering financieel perspectief Kadernota 2014-2017/Meicirculaire 2013 gemeentefonds
Zaaknummer 1002318
Uw kenmerk
Datum 18 juni 2013
Geacht raadslid, Inleiding Wij willen u middels deze brief informeren over het aangepaste – ten opzichte van de Kadernota 2014-2017 financiële perspectief op onderdelen voor de jaren 2013 tot en met 2017. Het gaat hierbij om de doorwerking van de meicirculaire 2013 van het gemeentefonds op de gemeente-financiën en de actualisering van de structurele financiële effecten ten opzichte van de begroting 2013-2016. De effecten, die voortvloeien uit de meicirculaire 2013, tot en met het begrotingsjaar 2013 zijn betrokken in de 1e Beleidsrapportage 2013 (aandeel gemeentefonds betreft € 498.000 nadeel). De effecten vanaf 2014 zijn op de betreffende onderdelen verwerkt in het geactualiseerd perspectief 2014-2017 van de Kadernota (medio juni) en verwoord in deze raadsbrief. Het perspectief geeft op zich een iets rooskleuriger beeld, maar de uitgestelde rijksbezuinigingen (tot augustus 2013) van € 4,3 miljard door het rijk zijn nog niet verwerkt in de meicirculaire 2013. De rijksbezuinigingen zullen naar verwachting hoger uitvallen. In afwachting van de werkelijke invulling van rijksbezuinigingen houden we de middelen, door het iets gunstiger perspectief, achter de hand om de extra rijksbezuinigingen op te kunnen vangen. Dit betekent dat het totale financiële perspectief, genoemd in de Kadernota 2014-2017, niet tot een aanpassing leidt en dat we dezelfde koers blijven varen ten aanzien van onze voorgestelde bezuinigingsmaatregelen in de Kadernota 2014-2017. De indeling van deze raadsbrief is tweeledig, namelijk de financiële vertaling van de meicirculaire 2013 van het gemeentefonds: 1) in de 1e Beleidsrapportage 2013 (ontwikkeling algemene uitkering tot en met uitkeringsjaar 2013); 2) in relatie tot de Kadernota 2014-2017 (de uitkeringsjaren 2014-2017) en de aanpassing van het financieel perspectief op onderdelen.
1. Vertaling in de 1e Beleidsrapportage 2013 De doorrekening van de meicirculaire 2013 leidt tot en met het uitkeringsjaar 2013 tot een nadelig effect op het begrotingssaldo van € 498.000. Dit wordt veroorzaakt door (* € 1.000) : a) Onderuitputting 2012 rijksuitgaven incl. doorwerking in 2013 - 2.047 b) Aframing stelpost risico’s gemeentefonds + 1.005 c) Hoeveelheidsverschillen verdeelmaatstaven + 529 d) Overige kleine verschillen + 15 e) Budgettair neutrale mutaties voor de begroting b.n.
249
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
ad a) Onderuitputting 2012 rijkuitgaven incl. doorwerking in 2013 In de decembercirculaire 2012 was een winstwaarschuwing gegeven voor het uitkeringsjaar 2012, omdat sprake was van onderuitputting op de rijksuitgaven. Op basis van de toen bekende cijfers van het ministerie zou dit voor Hengelo een verlaging van de algemene uitkering betekenen van € 495.000. De werkelijke verrekening wordt nu pas bij de meicirculaire 2013 bekend, want de maartcirculaire van het gemeentefonds is afgeschaft, in verband met het niet meer presenteren van de Voorlopige Rekening door het Rijk. In de meicirculaire 2013 is nu de definitieve afrekening 2012 opgemaakt van de normeringsmethodiek (”samen de trap op-samen de trap af-systematiek”). Deze blijkt aanzienlijk lager te zijn en wordt verrekend met de algemene uitkering 2013. Tevens is de beginstand van algemene uitkering in 2013 te hoog, omdat deze nog gecorrigeerd moet worden voor de onderuitputting 2012 (d.w.z. lagere eindstand 2012 = lagere beginstand 2013), waardoor er een dubbele correctie in 2013 plaatsvindt. Door de ingewikkelde techniek van de accresberekening heeft dit weer een positief effect op de algemene uitkering 2014. Voor de begroting 2013 is het totale effect ruim € 2 miljoen nadelig. Ad b) Aframing stelpost risico’s gemeentefonds In de begroting 2013 hebben we nog een stelpost risico’s gemeentefonds “achter de hand”. Deze stelpost is vorig jaar gecreëerd op basis van de notitie “Koersvast in krappe tijden: Dekkingsplan bij de beleidsbegroting 20132016” (€ 665.000). Door de mutaties in de september- en decembercirculaire 2012is dit bedrag opgehoogd tot ruim € 1 miljoen, met name door het voordelig effect op basis van de decembercirculaire 2012 te reserveren om de verwachte onderuitputting 2012 op te vangen, welke verrekend zou gaan worden in 2013. Nu blijkt maar weer hoe onvoorspelbaar het rijksbeleid is en hoe lastig het is om een goede inschatting te maken van de financiële consequenties. De stelpost risico’s gemeentefonds wordt in 2013 volledig afgeraamd. Ad c) Hoeveelheidsverschillen verdeelmaatstaven Bijstellingen in de aantallen in de verdeelmaatstaven leidt tot een verhoging van de algemene uitkering (€ 529.000). Hierbij gaat het met name om de bijstandsontvangers, WOZ-waarden, bedrijfsvestigingen, omgevingsadressendichtheid en nieuwbouwwoningen. Ad d) Overige kleine verschillen d1) Toevoeging aan de reserve onderwijshuisvesting Conform de gebruikelijke systematiek leidt de aanpassing van aantallen ten opzichte van de eerdere ramingen tot een hogere structurele toevoeging aan de reserve onderwijshuisvesting van € 19.000. d2) Wet maatschappelijke ondersteuning De aantallen van de maatstaven van het WMO-verdeelmodel zijn geactualiseerd. Dit leidt tot een nadeel van bijna € 8.000 voor het uitkeringsjaar 2013 en een voordeel van ruim € 42.000 voor het uitkeringsjaar 2012. Er vindt geen verrekening met het WMO budget in 2013 plaats, omdat m.n. het netto-voordeel betrekking heeft op het (afgelopen) jaar 2012. Ad e) Budgettair neutrale mutaties in de begroting: e1) Impuls brede scholen combinatiefuncties Hengelo ontvangt vanaf 2013 € 48.000 extra voor de realisatie van extra combinatiefuncties. Dit bedrag zal worden geraamd op de “Stelpost brede scholen combinatiefuncties”. e2) Bodemsanering In de decentralisatie-uitkering bodem is in 2013 en 2014 jaarlijks € 87.300 minder beschikbaar voor Hengelo. Dit betekent dat de reservering aan de reserve bodemsanering ook wordt verlaagd voor beide jaren. e3) Centra voor Jeugd en Gezin Structureel komen er van rijkswege vanaf 2013 minder middelen (- € 7.400) binnen voor Centra Jeugd en Gezin. Deze korting wordt doorgevoerd op het budget voor Centra Jeugd en Gezin.
250
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
e4) Invoeringskosten decentralisatie Jeugdzorg Voor 2013 wordt macro € 24 miljoen toegevoegd en voor 2014 ruim € 7 miljoen. Omgerekend voor Hengelo gaat het hierbij om € 99.000 respectievelijk € 32.000. Deze bedragen zullen worden toegevoegd aan de reserve decentralisatie-uitkeringen in afwachting van de invulling van de voorbereidingskosten voor de transitie Jeugdzorg. In een eerder stadium was voor 2012 en 2013 respectievelijk € 43.400 en € 65.100 beschikbaar gesteld voor voorbereidingskosten en is toen toegevoegd aan de genoemde reserve.
2. In relatie tot de Kadernota 2014-2017; geactualiseerd financieel perspectief Met de meicirculaire 2013 wordt vooral een nadere invulling gegeven aan de voornemens op basis van het regeerakkoord, die eerder al in december 2012 waren aangekondigd en door ons globaal financieel waren vertaald in de Kadernota 2014-2017. In bijlage 1 is het financieel perspectief op onderdelen aangepast en is een vergelijking gemaakt met de cijfers, zoals die door ons reeds zijn gepresenteerd in de Kadernota 2014-2017. Mede naar aanleiding van de structurele effecten uit het jaarverslag 2012, de 1e Beleidsrapportage 2013 en de verwachte autonome ontwikkelingen voor de begroting 2014-2017 is het financieel perspectief op diverse onderdelen geactualiseerd. Alleen indien er sprake is van financiële mutaties of als er bijzonderheden zijn te melden ten opzichte van de Kadernota volgt hieronder een toelichting. Accres Startnota De effecten van de Startnota zijn nu door het ministerie officieel verwerkt via de normerings-methodiek ofwel ”samen de trap op-samen de trap af-systematiek” in deze meicirculaire. Deze hadden wij al op identieke wijze verwerkt in de Kadernota 2014-2017. Wat daarnaast op valt is het hoge accres in 2014. Dit wordt vooral veroorzaakt door een aantal pieken in infrastructurele projecten. Met de aankondiging van nieuwe bezuinigingen ter grootte van € 6 miljard, is het maar de vraag of een dergelijk hoog accres uiteindelijk houdbaar zal blijven. Overige maatregelen o.b.v. regeerakkoord, maar niet concreet verwerkt in de decembercirculaire 2012. Nu is er in de meicirculaire 2013 duidelijkheid gekomen inzake de concrete invulling van de overige maatregelen genoemd in regeerakkoord, die bij de decembercirculaire 2012 waren aangekondigd. Zo worden de aangekondigde kortingen wegens het BTW-compensatiefonds, de lagere apparaats-kosten t.b.v. de opschaling van gemeenten, de algemene korting op de onderwijshuisvesting, scootmobielen en maatschappelijke stages daadwerkelijk verminderd op het gemeentefonds. De actualisatie, op basis van de meicirculaire 2013 ten opzichte van de aankondiging in de decembercirculaire 2012, valt voor de jaarschijven 2014-2017 voordeliger uit (met een bandbreedte tussen de € 0 en € 100.000). In bijlage 1 vindt u de nieuwe kortingsbedragen in het nieuwe financieel perspectief (van medio juni) terug. Transities (Participatiewet/Jeugdzorg/AWBZ-WMO) De kern van de decentralisatieoperatie is voor het rijk onveranderd. Doel is om de middelen die hiermee gepaard gaan, te ontschotten en onder te brengen in een deelfonds sociaal domein. Dat is geen specifieke uitkering, maar onderdeel van het gemeentefonds met verantwoording aan de gemeenteraad.
Vormgeving sociaal deelfonds (citaat uit de meicirculaire 2013 van het gemeentefonds) In de decentralisatiebrief heeft het kabinet het in het Regeerakkoord geschetste perspectief uitgewerkt om de budgetten van de voorgenomen decentralisaties in stappen te bundelen en zo breed mogelijk te ontschotten in het gemeentefonds tot één integraal budget: het zogenaamde deelfonds sociaal domein. Het sociale deelfonds is geen specifieke of brede doeluitkering, maar een onderdeel van het gemeentefonds met verantwoording aan de gemeenteraad.
251
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
In onderstaande tabel is het tijdpad van de verschillende decentralisaties weergegeven, en daarmee van de verwachte ontwikkeling in de inrichting van het financiële arrangement. Jaar
Wat
Toelichting
2013
Onderzoek
2013
Onderzoek
2014 2017
Bestaande specifieke uitkeringen, decentralisatie en integratie-uitkeringen in het sociaal domein worden vereenvoudigd en toegevoegd aan het deelfonds.
2015
Decentralisatie extramurale AWBZ Taken uit huidige clusters gerelateerd aan sociaal domein worden ondergebracht in deelfonds. Jeugdzorg wordt gedecentraliseerd en ondergebracht in deelfonds.
Op basis van onderzoek besluit nemen over mogelijkheden ineenschuiven systematiek deelfonds en participatiebudget. Medio 2013 eerste beeld. Eind 2013 beeld modellen en besluit. Op basis van onderzoek besluit nemen over het betrekken van Wwb I-deel in de bundeling. Medio 2013 eerste beeld. Eind 2013 beeld modellen en besluit. Onderzoeken welke regelingen dit omvat en welk tijdpad en welke vorm passend is (bijv. maatschappelijke – en vrouwenopvang). Nader onderzoek naar regelingen in het sociale domein die nu nog niet uitdrukkelijk zijn genoemd. Per septembercirculaire 2013 een eerste inzicht in de verdeling van het macrobudget nieuwe Wmo voor 2015 op basis van historische budgetten.
2015
De regeling krijgt financieel vorm in een verdeelmodel in het deelfonds.
Het perspectief van bundeling richt zich op de budgetten die bedoeld zijn om de participatie te bevorderen. Voor de Wet werk en bijstand (straks Participatiewet) wordt thans onderzocht of het betrekken van het Inkomensdeel in deze bundeling toegevoegde waarde heeft. Met de decentralisaties zijn grote bedragen gemoeid. Voor een deel gaat het om nieuw geld voor gemeenten, voor een ander deel zijn het nu nog specifieke uitkeringen. De decentralisaties gaan gepaard met aanzienlijke ombuigingstaakstellingen. Zoals bekend is de omvang van de algemene uitkering in het jaar 2013 van ruim € 16 miljard. Per saldo is op termijn een verdubbeling van het gemeentefonds geen ondenkbaar scenario. In deze circulaire wordt voor de Jeugdzorg een indicatie van het bedrag per gemeente gegeven. Er is hierbij een voorlopige verdeling van het macrobudget over gemeenten opgenomen op basis van historische gegevens. Het indicatieve macro-budget voor 2015 is € 3.348 miljoen. In dit bedrag is ook een taakstelling van € 120 miljoen voor 2015 opgenomen. Deze taakstelling loopt verder op tot € 300 miljoen in 2016 en € 450 miljoen structureel vanaf 2017. Voor Hengelo is het indicatieve budget 2015 bijna € 18,1 miljoen. In de septembercirculaire 2013 zal nadere informatie worden opgenomen over de vrijvallende uitvoeringskosten van rijkswege, die worden toegevoegd aan het budget. Bij deze toelichting zal dan ook waar mogelijk worden aangegeven welk deel van het over te hevelen macrobudget met de uitvoering van taken te maken heeft. Gezien een groot aantal onzekerheden is het macrobudget nu nog niet aan het gemeentefonds toegevoegd. In de meicirculaire 2014 wordt het definitieve bedrag per gemeente voor 2015 bekend op basis van de dan meest recente gegevens en de nog te nemen besluiten. In de septembercirculaire 2013 wordt op basis van eenzelfde historische basis inzicht geboden voor de nieuwe WMO voor 2015. Pas bij de meicirculaire 2014 wordt op basis van een objectieve verdeling voor beide taken een meer reële inschatting bekend gemaakt. Vooralsnog blijven we bij de transities uitgaan van een budgettair neutrale operatie. Overige risico's/problematiek: Rente De structurele rentelasten voor de langlopende geldleningen vallen hoger uit dan waarmee oorspronkelijk in de meerjarenramingen rekening was gehouden. Dit effect is ook vertaald in de presentatie van de 1e Beleidsrapportage 2013.
252
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Structurele effecten jaarrekening 2012 & 1e beleidsrapportage 2013/overige autonome ontwikkelingen begroting 2014 De verhoging van de premie voor de aansprakelijkheidsverzekering (€ 75.000) en de kosten voor lijkschouwingen (€ 30.000) zijn inmiddels lasten, die een structureel karakter vertonen. Verder is er jaarlijks sprake van areaaluitbreiding (in 2014: € 290.000). Oorspronkelijk was de verwachting dat de tijdelijke ophoging van de pensioenpremie met ingang van 2014 zal worden teruggedraaid. We verwachten echter dat het ABP de vereiste dekkingsgraad aan het eind van dit jaar niet zal halen en dan alsnog besluit om de pensioenpremie minimaal op het niveau van 2013 te handhaven (€ 425.000). Deze extra middelen kunnen worden gedekt uit het accres van de gemeentefondsuitkering voor 2014. Herverdeling gemeentefonds Op dit moment loopt er onderzoek naar alle clusters om te bezien of er aanpassingen in de verdeling of het volume van de clusters noodzakelijk zijn. Eerder was namelijk geconstateerd dat een aantal clusters onevenwichtig is verdeeld over de gemeenten. Sommige gemeenten geven meer uit dan mag worden verwacht op basis van objectieve structuurkenmerken, andere geven minder uit. Dat wordt scheefheid genoemd. Die scheefheid moet zo veel mogelijk worden rechtgetrokken, omdat kostenoriëntatie een uitgangspunt is van het verdeelstelsel. Kostenverschillen als gevolg van eigen gemeentelijk beleid worden niet gecompenseerd via het gemeentefonds. Met dit onderzoek naar alle clusters wordt groot onderhoud gepleegd aan het fonds. Het onderzoek verloopt in twee fasen. In de eerste fase zijn de uitgaven van gemeenten bijna op “factuurniveau” toegekend aan de clusters, om die clusters op die wijze op geld te waarderen ofwel te ijken. Die fase is afgerond in 2011. De conclusie van dat onderzoek is voorgelegd aan Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Raad voor Financiële Verhoudingen en de vakdepartementen. Uit de reactie bleek dat er onvoldoende overeenstemming bestond over de conclusies, waarna een pauze is ingelast voor nadere gedachtenvorming. Dat heeft geleid tot een lagere ambitie om de clusters te wijzigen. Anders gezegd: de bestaande uitgangspunten van de verdeling sinds 1997 worden zoveel mogelijk voortgezet. Het rijk is niet van plan een “normatieve weging” (zgn. bestuurlijke prioriteitsstelling door het rijk) in te voeren. Wel worden de vaste bedragen van de 4 grote gemeenten (G4) zoveel mogelijk opgenomen in de overige maatstaven. De tweede fase van het onderzoek loopt nog. De beoogde invoering van het nieuwe stelsel is 2015. De effecten worden gemeld in de meicirculaire 2014. De nieuwe verdeelformules per cluster op basis van kostenoriëntatie zullen leiden tot herverdeeleffecten. Positieve of negatieve (herverdeel)effecten zullen worden afgetopt tot € 15 per inwoner per jaar. Accres gemeentefonds (uitgestelde nieuwe rijksbezuinigingen; nullijn rijksambtenaren - zgn. "Oranje-akkoord") Wat niet is verwerkt in de meicirculaire 2013 zijn de eventuele consequenties van het zogenaamde “Oranjeakkoord”, met een netto bezuinigingsbedrag van € 4,3 miljard. In augustus 2013 wordt in de aanloop van de presentatie van de begroting 2014 op Prinsjesdag bekeken of er nadere maatregelen nodig zijn en tot welk bedrag. Daarbij speelt momenteel de discussie een rol of de norm voor Nederland 2,8 of 3,0% begrotingstekort zal zijn. Het blijkt als deze bezuinigingen alsnog worden doorgevoerd het om een structureel effect gaat. Overige effecten meicirculaire 2013 gemeentefonds (die niet budgettair neutraal zijn): Uitvoeringskosten inburgering In 2014 wordt het budget van € 24,6 miljoen macro uitgenomen uit het gemeentefonds. Gelet op het feit dat we voor inburgering geen uitvoeringskosten meer in de gemeentelijke (meerjaren)begroting hebben geraamd, is het dus niet mogelijk om aan de lastenzijde van de begroting een correctie door te voeren. Voor Hengelo gaat het om een structureel nadeel van € 103.000.
253
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Hoeveelheidsverschillen verdeelmaatstaven (excl. WWB-effect Kadernota) De ontwikkeling van het aantal cliënten WWB, IOAW en IOAZ is ongewijzigd gebleven ten opzichte van de Kadernota 2014-2017. De overige hoeveelheidsverschillen in de verdeelmaatstaven worden met name veroorzaakt door het aantal inwoners, woonruimten, WOZ-waarden, bedrijfsvestigingen, klantenpotentieel, minder leerlingen Speciaal Onderwijs (die met ingang van 2014 de gemeente Enschede vergoed krijgt in de algemene uitkering) en op termijn meer “Bornse” leerlingen, die Voortgezet Onderwijs volgen in Hengelo (in verband met de nieuwbouw van de VMBO school). Accressen/verdeelreserves/overig Voor autonome ontwikkelingen is in het accres vanaf 2014 ruim € 1,3 miljoen beschikbaar. Er wordt nog een kanttekening geplaatst worden bij het enorm hoge accres in 2014, gezien de extra maatregelen, die het kabinet waarschijnlijk in 2013 nog moet nemen. In onze gemeentebegroting wordt zoals gebruikelijk uitgegaan in de meerjarenramingen van constante lonen en prijzen. De prijsontwikkeling BBP wordt onder andere gebruikt om de uitkeringsfactoren tegen lopende prijzen (waar het gemeentefonds van uit gaat) te corrigeren naar uitkeringsfactoren in constante prijzen (waar diverse gemeenten en de gemeente Hengelo van uit gaat). In septembercirculaire 2012 was de prijsontwikkeling BBP nog 1,75%. De geraamde prijsontwikkeling BBP is in de meerjarenperiode verlaagd van 1,75% naar 0,9%. Gelet op het feit dat onze gemeente uitgaat in de meerjarenramingen van constante prijzen, wordt er meerjarig een lagere aftrek in de gemeentefondsuitkeringen berekent, waardoor hogere uitkeringen worden geraamd. De ontwikkeling van de uitkeringsbasis (landelijke aantallen) in de meerjarenramingen is positiever ten opzichte van september 2012, dit wordt met name veroorzaakt door een lagere raming van het aantal bijstandontvangers. Reserve Onderwijshuisvesting Conform de gebruikelijke systematiek leidt de aanpassing van aantallen vanaf 2013 ten opzichte van de eerdere ramingen tot een hogere structurele toevoeging aan de reserve onderwijshuis-vesting van € 19.000. Echter zijn er met ingang van 2014 minder leerlingen Speciaal Onderwijs (gemeente Enschede ontvang dan de gemeentefondsuitkering) en op termijn meer leerlingen voortgezet onderwijs. Conform de gebruikelijke berekening van de reserve onderwijshuisvesting leidt dit tot een lagere toevoeging respectievelijk hogere toevoeging aan de reserve onderwijshuisvesting. Looncompensatie Vooralsnog wordt voor de looncompensatie uitgegaan van de nullijn. Indien de nullijn voor rijksambtenaren voor 2014 wordt “losgelaten” dan zal er alsnog een compensatie in het gemeentefonds plaatsvinden door “de trapop/trap-af-systematiek”. Of deze compensatie dan hoog genoeg is om de effecten van de nieuwe CAO voor gemeente-ambtenaren op te vangen, zal de praktijk moeten uitwijzen. Wij gaan daar vooralsnog van uit. Prijscompensatie Er vindt geen prijscompensatie plaats. Verwacht tekort 2014-2017 De meicirculaire 2013 van het gemeentefonds en de overige structurele effecten en autonome ontwikkelingen hebben geleid tot een aangepast financieel perspectief op onderdelen (zie bijlage 1). Dit geeft uiteindelijk een iets rooskleuriger beeld dan wij hebben geschetst in de Kadernota 2014-2017. Op basis van hetgeen hier voorafgaand en hieronder is geschetst hebben we het positieve verschil van het financieel perspectief (medio juni) ten opzichte van de Kadernota verwerkt in de “Onvoorziene tegenvallers (inclusief septembercirculaire 2013)”. De ruimte voor onvoorziene tegenvallers neemt voor 2014 en 2015 toe met respectievelijk € 477.000 en € 41.000. Gelet op het hoge accres in 2014, vooral veroorzaakt door een aantal pieken in infrastructurele projecten, en met de aankondiging van nieuwe bezuinigingen ter grootte van € 6 miljard (?), is het maar de vraag of een dergelijk hoog accres uiteindelijk houdbaar zal blijven. Ook de doorwerking van de werkelijke onderuitputting 2012 in 2013 baart ons zorgen naar de toekomst toe.
254
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Dit toont des te meer hoe grillig het verloop van de gemeentefondsuitkeringen als gevolg van het steeds gewijzigde rijksbeleid kan zijn. Daarnaast kunnen vraagtekens worden gezet bij de meerjarige prijsontwikkelingen, die het rijk hanteert. Tevens hebben we te maken met behoorlijke fluctuaties in de ontwikkeling van de landelijke aantallen (ontwikkeling uitkeringsbasis) in de op elkaar volgende gemeentefondscirculaires. Daarnaast heeft er nog geen financiële vertaling in de meicirculaire 2013 van het gemeentefonds plaatsgevonden als uitwerking van het Sociaal- en Zorgakkoord in wet- en regelgeving. Ook lokale ontwikkelingen, zoals de grondexploitaties en bijstand, en de reeds lopende bezuinigingstaakstellingen zijn mede aanleiding voor ons om enige financiële buffer achter de hand te houden.
Budgettair neutrale mutaties o.b.v de meicirculaire 2013: Op basis van de meicirculaire 2013 zijn er diverse maatregelen, met name in de decentralisatie- en integratieuitkeringen met budgettair neutrale financiële consequenties voor de begroting 2014-2017. Deze staan in de onderstaande tabel weergegeven (* € 1.000): 2014:
2015:
2016:
2017:
Mutaties in algemene uitkering: Transitiekosten decentralisatie AWBZ begeleiding/WMO
154
Wet maatschappelijke ondersteuning (IU)
119
119
119
119
48
48
48
48
-7
-7
-7
132
132
132
132
-251
-251
-251
-251
-48
-48
-48
-48
7
7
7
0
0
0
Impuls Brede scholen combinatiefuncties (DU)
1
Bodemsanering (DU) 1
-87
Centra voor jeugd en gezin (DU)
1
-7 1
32
Reserve decentralisatie-uitkeringen (AWBZ/WMO)
-154
Invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg (DU) Lasten- en batenmutaties:
Verlaging budget Wet maatschappelijke ondersteuning Stelpost gemeentefonds (middelen maatwerkvoorziening) Stelpost Brede scholen combinatiefuncties Reserve bodemsanering Stelpost Centra voor jeugd en gezin Reserve decentralisatie-uitkeringen (invoering jeugdzorg) Totaal (budgettair neutraal) 1
87 7 -32 0
Zie de toelichting bij de overige verschillen bij onderdeel 1 (nrs. e1 t/m e4). De overige items worden vervolgens toegelicht.
Transitiekosten decentralisatie AWBZ begeleiding/WMO Het kabinet stelt, in aanvulling op de middelen die in het kader van de decentralisatie begeleiding reeds beschikbaar zijn gesteld voor gemeenten (macro: € 47,6 miljoen in 2012; € 32 miljoen in 2013), in 2014 een bedrag van € 37 miljoen beschikbaar via de algemene uitkering. Deze middelen zijn bedoeld om gemeenten te compenseren voor de transitiekosten, die samenhangen met de inwerkingtreding van de nieuwe WMO per 2015. Voor Hengelo gaat het om een bedrag van € 154.300. Dit bedrag zal in de primitieve begroting 2014 worden toegevoegd aan de reserve decentralisatieuitkeringen en t.z.t. worden ingezet als dekking voor de invoeringskosten.
255
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
Wet maatschappelijke ondersteuning De gemeentefondsmiddelen voor huishoudelijke hulp worden op een aantal onderdelen aangepast. a) Bijstelling budget voor huishoudelijke hulp (regeerakkoord) De voorziening hulp bij het huishouden wordt beperkt tot mensen die deze echt nodig hebben en die er zelf (financieel) niet in kunnen voorzien. In tegenstelling tot hetgeen wat in het Regeerakkoord is opgenomen blijft het voor nieuwe cliënten in 2014 mogelijk om een beroep te doen op huishoudelijke hulp. De korting van € 89 miljoen in 2014, die conform het Regeerakkoord is ingeboekt op het budget voor huishoudelijke hulp, blijft van toepassing. Omgerekend voor Hengelo gaat het om een verlaging van de gemeentefondsuitkering van € 495.000. Dit kortingsbedrag is € 50.000 hoger dan de aanname in de Kadernota. In de Kadernota 2014-2017 hebben we gesteld dat het overblijvend budget voor huishoudelijke hulp bepalend is. Dit betekent dat de korting in de gemeentefondsuitkering wordt vertaald in een verlaging van het beschikbare gemeentelijke WMO-uitgavenbudget. Het extra kortingsbedrag (40 % korting) op huishoudelijke hulp vanaf 2015 is nog niet verwerkt in de meicirculaire 2013. b) Middelen maatwerkvoorziening In het Regeerakkoord is afgesproken dat de bestaande regelingen voor financiële compensatie (Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg), regeling Compensatie Eigen Risico (CER) en de regeling specifieke zorgkosten) worden afgeschaft. Het budget van de bestaande regelingen wordt vanaf 2014 (oplopend tot circa € 700 miljoen structureel vanaf 2017) overgeheveld naar het gemeentefonds. Gemeenten kunnen maatwerk bieden door het compenseren van beperkingen met voorzieningen via de WMO of het geven van directe inkomenssteun via de bijzondere bijstand. De middelen zijn niet geoormerkt. In 2014 wordt hiertoe de integratie-uitkering huishoudelijke hulp met € 45 miljoen verhoogd en via de WMO-verdeelsleutel verdeeld. Voor Hengelo gaat het om een extra bedrag van bijna € 251.000. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de stelpost gemeentefonds (middelen maatwerkvoorziening) in afwachting van nadere invulling op dit beleidsterrein. c) Extramuraliseren lage ZZP’s voor gemeenten 2014 In decembercirculaire 2012 is ingegaan op het besluit in het Begrotingsakkoord 2013 om de lichte zorgzwaartepaketten in de AWBZ voor nieuwe gevallen (23 jaar en ouder) te extramuraliseren per 1 januari 2013. Op basis van consultatie van diverse veldpartijen waaronder de VNG heeft het kabinet besloten tot invoering van de maatregel voor de zorgzwaartepakketten VV1 en VV2 (sector verpleging en verzorging), GGZ1 en GGZ2 (geestelijke gezondheidszorg) en VG1 en VG2 (verstandelijke gehandicaptenzorg). Per 2014 komen daar de groepen VV3 en LG 1+3 (lichamelijk gehandicapten) en ZG 1 (zintuiglijk gehandicapten; auditief en visueel) bij. Het merendeel van de populatie waarop deze maatregel betrekking heeft zijn ouderen met lichte beperkingen. Deze mensen zullen mogelijk langer een beroep doen op de WMO. Voor 2013 is ter compensatie van deze extra kosten incidenteel € 15 miljoen toegevoegd aan de integratie-uitkering voor huishoudelijke hulp. Voor 2014 wordt nu € 53,7 miljoen toegevoegd aan de integratie-uitkering WMO en verdeeld via de WMO-verdeelsleutel. Voordeel in de gemeentefondsuitkering voor Hengelo is € 298.000. d) Uitname in verband met centrale financiering CAK In verband met de centrale financiering van het CAK voor de uitvoering van WMO-taken is vanaf 2012 het gemeentefonds met macro € 14,5 miljoen verlaagd. Dit bedrag blijkt structureel te laag en wordt vanaf 2014 verhoogd tot een bedrag van € 16,4 miljoen structureel. Dit betekent dat een uitname van € 1,9 miljoen wordt toegepast op de post uitvoeringskosten WMO van de integratie-uitkering WMO. Nadeel in de gemeentefonds- uitkering voor Hengelo is € 10.000. e) Volume-mutaties/index De maatstaven van het WMO-verdeelmodel zijn voor de gemeente Hengelo geactualiseerd en een landelijke volume- index van bijna 2,4 % toegepast. Voordeel in de gemeentefonds- uitkering voor Hengelo is € 75.000
256
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
3.
Overige ontwikkelingen
Herindeling Gemeentelijke herindelingen gaan gepaard met eenmalige kosten voor gemeenten. De verdeelmaatstaf herindeling voorziet in een tegemoetkoming in deze kosten. Het kabinet wil de negatieve financiële effecten bij een herindeling verder mitigeren. Een deel van de kosten van herindeling ondervinden gemeenten voorafgaande aan de daadwerkelijke herindeling. Daarmee is tot op heden geen rekening gehouden in de maatstaf herindeling. Om gemeenten te faciliteren wordt de maatstaf daarom vervroegd en verruimd. Het kabinet zet meerdere instrumenten in om herindeling te bevorderen. Zo wordt vanaf 2015 jaarlijks oplopend een korting van € 60 miljoen doorgevoerd vanwege lagere apparaatskosten. Die korting wordt door alle gemeenten naar evenredigheid gedragen, ook door de gemeenten die in de ogen van de minister BZK al de gewenste schaalgrootte hebben. Daarnaast wordt de frictiekosten-bijdrage bij herindelingen verruimd en vervroegd. Dit betekent onder andere dat gemeenten een jaar eerder al een vergoeding ontvangen. Die bijdragen worden overigens opgebracht door alle gemeenten gezamenlijk. Op dit moment vindt nader onderzoek plaats naar aanvullende stimuleringsmaatregelen, onder andere naar de zogenaamde vaste voet. Besluit Adressen en Gebouwen (BAG) De wetgever probeert met de definities van de maatstaven zoveel mogelijk aansluiting te vinden bij andere wettelijke regelingen. Met de invoer van de wet BAG wordt ook de definitie van 'woonruimte' aangepast naar 'woningvoorraad'. Dat werkt ook door in andere maatstaven waar de woonruimten een rol in spelen. Het accentverschil zit met name bij de bijzondere woongebouwen en recreatiewoningen zonder woonfunctie. De verwachting is dat landelijk de aantallen met ± 5% zullen dalen. Toch zijn er diverse gemeenten waar de daling veel groter is, zoals gemeenten met veel recreatiewoningen en/of verzorgingstehuizen. Er zullen dus herverdeeleffecten ontstaan, want het bedrag per woning zal in 2015 evenredig stijgen. Deze definitiewijziging zal samenvallen met de algehele herverdelingsoperatie. Voor de uitkeringsjaren 2013 en 2014 gelden overgangsregelingen voor de bepaling van het aantal woningen. Voor 2015 geldt met ingang van de meicirculaire 2014 het juiste aantal volgens de Wet BAG. Macro-norm OZB De macronorm 2013 voor de OZB stijging is 2,45 % (na correctie voor de overschrijding in 2012-2013). De overschrijding is besproken in het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen van 22 mei 2013. Een en ander leidt ertoe dat a) het bedrag van de overschrijding in mindering wordt gebracht op wat in 2014 aan maximale stijging (3%) gerealiseerd mag worden en b) de systematiek van de macronorm geëvalueerd wordt. Het streven van het ministerie van BZK is om in de septembercirculaire 2013 uitsluitsel te geven over de uitkomsten van de evaluatie macronorm als instrument om lokale lasten beheersbaar te houden. Wetswijziging financieel toezicht en aanpassing Besluit begroting en verantwoording (BBV) Onlangs is een wijziging van de Gemeentewet en Provinciewet in het Staatsblad gepubliceerd, inzake een aantal wijzigingen met betrekking tot het financieel toezicht op gemeenten en provincies. De wijziging betreft in de eerste plaats dat in het belang van de horizontale verantwoording en het verticale toezicht het inzake de begroting bestaande begrip «evenwicht» in de wet nader is gepreciseerd, in die zin dat het een «structureel en reëel evenwicht» dient te zijn. Met het begrip «structureel evenwicht» wordt nadrukkelijker benoemd dat in de begroting structurele lasten gedekt dienen te worden door structurele baten. Indien dit niet het geval is wordt ook de meerjarenraming hierop getoetst. De term «reëel» heeft betrekking op de mate van realiteit van de (meerjaren)ramingen. Dit deel van het wetsvoorstel is daarmee gericht op verbetering van de inzichtelijkheid van de begroting voor raden, provinciale staten en de toezichthouder, voor wat betreft het structurele en reële evenwicht.
257
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
In de tweede plaats wordt een beperkte vermindering van de regel- en verantwoordingsdruk bewerkstelligd. Dit krijgt vorm doordat de mogelijkheid wordt geïntroduceerd om het preventieve toezicht in de loop van het jaar te beëindigen, bijvoorbeeld als het onder toezicht geplaatste orgaan (aanvullende-) maatregelen heeft genomen waardoor de begroting en/of meerjaren-ramingen structureel en reëel in evenwicht is. Tevens wordt de mogelijkheid geschrapt voor het instellen van preventief toezicht énkel op grond van een tekort op de jaarrekening. De aanpassingen in het wijzigingsvoorstel van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn deels nodig als nadere uitwerking van de wetswijzigingen, zodat raad c.q. staten en de financieel toezichthouder in staat zijn om vast te stellen of sprake is van een structureel en reëel evenwicht in de begroting c.q. meerjarenraming. Andere aanpassingen van het BBV zijn mede gebaseerd op een evaluatie van de financiële functie in gemeenten en provincies. Alle wijzigingen zijn gericht op een versterking van de deugdelijkheid en transparantie van de begroting en de meerjarenraming. Het streven is er daarbij op gericht de inwerkingtreding plaats te laten vinden per 1 juli 2013. De gewijzigde Wet en Besluit zullen dan voor het eerst van toepassing zijn op de begroting, meerjarenraming en jaarstukken van het jaar 2014.
Tenslotte Op dit moment geeft deze brief inzicht in de huidige stand van zaken met betrekking tot het financieel perspectief 2014-2017. Momenteel bestaat nog geen zicht op de definitieve invulling van de nieuwe rijksbezuinigingen per augustus/september 2013 (misschien in de septembercirculaire 2013?) en de exacte doorwerking ervan in de begroting 2014-2017. Zoals we ook al bij de Kadernota 2014-2017 hebben voorgesteld geldt nog steeds de noodzaak en de wenselijkheid van het, gezien de dynamiek, regelmatig actualiseren van het financieel perspectief. Wanneer er nieuwe inzichten ontstaan, dan zullen wij uw raad wederom informeren.
Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Hengelo, de secretaris, de burgemeester,
Bijlage 1: Globaal financieel perspectief
258
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
259
╗ ║
Beleidsbegroting 2014 – 2017
versie 01-10-2013
0
p.m.
-1.000
-1.000
1.449
1.609
2014:
934
1.386
2015:
-5.999
-8.365
-1.932
0
Totaal verwacht tekort 2014-2017:
Prijscompensatie
2.076
1.323 p.m.
-273
-154
-2.991
0
p.m.
331
-103
-1.041
318
-1.000
p.m.
-820
-700
204
0
p.m.
-170
-73
-72
-1.430
-269
-103
-1.477
318
-1.000
-820
-700
128
-2.000
p.m.
b.n.
0
0
0
0
Looncompensatie -2.991
-1.000
318
p.m.
p.m.
-500
p.m.
201
-1.000
p.m.
-170
-66
-250
-1.280
-900
331
-1.932
-1.000
318
p.m.
p.m.
-500
p.m.
201
-1.000
p.m.
-170
-66
-125
-1.280
-600
Reserve Onderwijshuisvesting
Uitvoeringskosten inburgering Hoeveelheidsverschillen verdeelmaatstaven (excl. WWB-effect Kadernota) Accressen/verdeelreserves/overig
Overige effecten meicirc.2013 gemeentefonds (die niet budgettair neutraal zijn):
-1.000
318
p.m.
p.m.
318
-500
-500
Onvoorziene tegenvallers (incl. sept.circ. 2013)
p.m.
p.m.
Rente Structurele effecten jaarrekening 2012/1e berap 2013/ overige autonome ontwikkelingen begr 2014 Herverdeling gemeentefonds Accres gemeentefonds (uitgestelde nieuwe rijksbezuinigingen; nullijn rijksambtenaren - zgn. "Oranjeakkoord") Inflatiecorrectie algemene dekkingsmiddelen
204
128
0
p.m.
-170
-66
-75
-1.280
Effecten WWB/IOAW/IOAZ - gemeentefonds
Extra storting in reserve grondexploitatie
-2.000
p.m.
Transities (participatiewet/Jeugdzorg/AWBZ-WMO)
Overige risico's/problematiek:
b.n.
WMO huishoudelijke hulp (gemeentefonds/eigen bijdragen/vermogensinkomensbijstelling/WMO-budget)
-66
Scootmobielen
Maatschappelijke stages
0
Algemene korting onderwijshuisvesting gemeentefonds
-300
-27
-2.498
1.217
2017:
-2.257
0
Lagere apparaatskosten (opschaling)
-27
-557
1.217
2016:
Overige genoemde maatregelen o.b.v. regeerakkoord, maar niet concreet verwerkt in de decembercirculaire 2012: Korting gemeentefonds BTW compensatiefonds -870 -2.410 -2.410 -2.410 -836
-32
934
1.386
2015:
-5.999
0
p.m.
125
2.652
-83
-103
-1.608
318
-1.000
p.m.
-820
-700
201
-1.000
p.m.
-170
-73
-120
-1.430
-544
-2.277
-27
-557
1.217
2016:
-8.365
0
p.m.
125
3.270
-195
-103
-2.152
318
-1.000
p.m.
-820
-700
201
-1.000
p.m.
-170
-73
-237
-1.430
-814
-2.277
-27
-2.498
1.217
2017:
Kadernota 2014-2017 (medio juni 2013)
-32
0
1.449
1.609
2014:
(mei 2013)
0
Vermindering raadsleden/dualiseringskorting
Accres Startnota tov bijgesteld accres sept.circ. 2012:
Mutaties decembercirculaire 2012:
Begrotingsruimte o.b.v. septembercirc. 2012
bedragen (* 1.000)