Op Goede Vrijdag 19 april 1935 opende graaf Philip van Zuylen van Nijevelt de poorten van Landgoed Duinrell voor het publiek. Niemand had toen kunnen bedenken dat er 75 jaar later een vakantiepark van formaat zou staan met elk jaar 1,4 miljoen gasten. Het toegestroomde publiek moest in 1935 vijftien cent entree betalen. Ze mochten daarvoor een wandeling over het landgoed maken, het hoogste duin van Zuid-Holland beklimmen, de eeuwenoude eiken en prachtige waterpartijen bewonderen en na afloop een consumptie in de theetuin nuttigen. Maar daar was het de graaf in die tijd niet om te doen. Het onderhoud van het landgoed kostte handenvol geld en de familie had in de economische crisis van de jaren dertig behoorlijke financiële klappen moeten incasseren. Door zijn landgoed open te stellen voor het publiek waren er aanzienlijke fiscale voordelen te behalen. Toch zou de familie Van Zuylen van Nijevelt door het toerismevirus besmet raken. Het verzorgen van een onvergetelijk dagje uit of een leuke vakantie werd al snel de belangrijkste doelstelling.
32
nritmagazine
Auteur Luc Dietz en Hugo van Zuylen
Duinrell, parel in de Randstad Terugblik op 75 jaar openstelling van het landgoed
Door: Ton Vermeulen
D
it jaar viert Duinrell de 75ste verjaardag van de openstelling. Een mooi moment om terug te blikken en de geschiedenis van de familie en het daarmee verweven park op schrift te laten stellen. Auteur Luc Dietz toog aan het werk, sprak met iedereen, keerde elke archiefkast binnenstebuiten en produceerde na twee intensieve jaren het boek ‘Duinrell, kroniek van een familiebedrijf’. Een bijzonder boek over de ontwikkeling van een van de oudste attractie- en vakantieparken van Nederland die nog steeds door de familie zelf wordt beheerd. In een interview met de auteur en directeur Roderick van Zuylen van Nijevelt vliegen we kriskras door de geschiedenis en nemen een voorschot op de toekomst van Duinrell. Tragische gebeurtenis Bepalend voor Duinrell was een bijzonder tragische gebeurtenis aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. De uitkijktoren op Duinrell werd op 12 mei 1940 door Nederlandse soldaten bemand. De toenmalige graaf Philip bracht in zijn eigen auto de Nederlandse kapitein Van Dijk naar de toren. De zenuwachtige soldaten zagen de vlot
naderende auto aan voor Duitse infiltranten en schoten de graaf met een gericht schot dood. Zijn oudste zoon Hugo, die later een bepalende rol in de ontwikkeling van Duinrell zou gaan spelen, was pas 10 jaar oud. Luc Dietz: “Als dat niet gebeurd was, dan was daarna de overdracht van vader op zoon heel anders verlopen. Dan had misschien ook de ontwikkeling heel anders gegaan. Het succes van Duinrell komt ontegenzeggelijk door het ondernemerschap van Hugo van Zuylen. De directe aanleiding voor het openstellen van Duinrell was het behouden van het landgoed maar Hugo van Zuylen heeft er echt een bedrijf van willen maken dat nationaal, maar ook internationaal kan concurreren.” Toch duurde het nog tot 1962 voordat Hugo van Zuylen in het bedrijf stapte. Duinrell was al die tijd door zijn moeder de gravin van Zuylen gerund. Daar kwam in 1962 een eind aan toen de gravin Duinrell wilde verkopen aan zakenman Reinder Zwolsman. Toen de overnamegesprekken niet snel genoeg verliepen, bood Zwolsman Duinrell-directeur Schulmaijer een betrekking aan in zijn eigen bedrijf. Dat deed
nritmagazine
33
voor de gravin de deur dicht en zij brak de onderhandelingen af. Zoon Hugo nam een jaar onbetaald verlof bij zijn werkgever om orde op zaken te stellen in het familiebedrijf. Hij zou er nooit meer weggaan. Pas in 2000 draagt hij het bedrijf aan zijn twee zoons over. In die periode steeg het aantal bezoekers van 250.000 naar 1,1 miljoen en werd Duinrell in zowel de verblijfs- als de dagrecreatie een speler van formaat.
“Het Tikibad was een gouden greep van mijn vader”
34
nritmagazine
Familieband staat boven alles Luc Dietz heeft voor zijn boek ruim 300 uur met Hugo van Zuylen gesproken. Wat is hem van al die gesprekken het meeste bijgebleven? “De bevlogenheid, de familieband die er is. De betrokkenheid bij het bedrijf en bij elkaar. Dat is echt heel bijzonder. Zelfs tien jaar na zijn afscheid bij het park is die betrokkenheid nog enorm. Hij laat duidelijk merken wat hij van bepaalde zaken in het park vindt. Wat ik dan zo sterk vind, is dat
die familieband er boven staat.” Als in 2000 zijn twee zoons het bedrijf overnemen, blijft vader Hugo op het park wonen. Hij komt er nog dagelijks en is het vanzelfsprekend niet met alles eens. Toch is kritiek op zaken in het park de gewoonste zaak voor de familie. Roderick van Zuylen: “Wij kunnen dat heel erg splitsen. Er zijn natuurlijk wel eens verschillen van mening, maar als we dan ’s avonds gezellig zitten, kunnen we dat totaal loslaten.” Luc Dietz heeft Hugo van Zuylen leren kennen als een enorme doordouwer en een bevlogen ondernemer: “De manier waarop hij dat heeft gedaan, is bepalend geweest voor het succes van Duinrell. Hij heeft vaak zijn neus gestoten. Het leek er soms wel op dat als hij tegenstand kreeg, hij juist gas bijgaf en altijd doorging. Hij heeft dat wel op een manier gedaan waardoor er altijd een groot respect is geweest voor het ondernemerschap dat hij daarbij toonde. Duinrell is natuurlijk wel een van de
grootste werkgevers van Wassenaar. Hij wist heel goed hoe en op welke momenten hij die troef kon uitspelen. Het is zijn verdienste dat hij de lokale politiek meekreeg in zijn visie.”
Bouw Tikibad 1984
”Je kunt totaal leeglopen op onderhoud”
De bevlogen ondernemer Hugo van Zuylen ‘Duinrell, kroniek van een familiebedrijf’ is volgens de auteur in de eerste plaats een boek over de geschiedenis van Duinrell, een levensbeschrijving van Hugo van Zuylen, maar bovenal een boek voor (familie)bedrijven en ondernemers. Hoe een bevlogen ondernemer vanuit het niets een succesvol bedrijf opbouwde in een nieuwe sector: “Hij was de eerste Nederlandse attractieondernemer die lid werd van de IAAPA. Dan kwam hij weer terug uit Amerika en voerde bijvoorbeeld bedrijfskleding in. Dat had hij dan in Amerika gezien. Hij was altijd op zoek naar iets nieuws.” Van 1962 tot 2000 groeide Duinrell in voorzieningen, bezoekers, medewerkers, eigenlijk in alles. De eerste jaren was de aandacht vooral gericht op het uitbreiden van de camping, de overname van de speeltuin (die werd verpacht) en de kantine . In 1968 krijgt Duinrell het eerste (openlucht) zwembad. In de periode 1972-1981 deden tal van nieuwe attracties hun intrede waaronder de wobbelfietsen, de trampolines en de moonwalk. Aan het eind van die periode kreeg het attractiepark de eerste shows. Shows die het park nog steeds geeft. Bekende artiesten als Hans Klok en Penny de Jager stonden jaren in Duinrell op de planken. In de jaren tachtig maakte het attractiepark een stormachtige groei door. Er kwamen veel nieuwe attracties zoals de botsbootjes, de kikkerachtbaan, een traditionele carroussel, een superglijbaan, een tweede rodelbaan, de monorail Wonderland, een reuzenrad en de zweefmolen Aqua Swing om er maar een paar te noemen. Hoogtepunt was zonder meer de opening van het Tikibad. In de jaren negentig volgen onder meer de Splash en de uitbreiding van het
Tikibad. Op de camping moesten steeds meer gasten wijken voor de door Duinrell bedachte Duingalows en die mag je geen stacaravans noemen. Roderick: “Inderdaad, je mag het geen stacaravans noemen. Vanuit het bestemmingsplan hadden we niet de mogelijkheid huisjes neer te zetten. Onder de duingalows zitten wel vier wielen, maar als ze aankomen, worden ze ingegraven, terras ervoor, weggetje er naar toe, beplanting eromheen. Ze zijn degelijk en winterhard, je hebt helemaal niet het gevoel dat je in een caravan zit. Maar aan de andere kant is het zeker geen stenen bungalow. Daarom moet je het ook niet zo noemen, anders krijgen mensen iets anders dan ze verwachten. Maar het is ook geen standaard stacaravan, vandaar de term duingalow.” Mensen plezier geven Duinrell is een van de weinige grote familiebedrijven in de toeristische sector. Het bedrijf verkopen is nooit overwogen. Waren de eerste schreden van de familie in het toerisme ingegeven door fiscale voordelen, tegenwoordig is het plezier geven aan mensen de belangrijkste drijfveer. Roderick van Zuylen wil van Duinrell samen met zijn broer, die verantwoordelijk is voor de exploitatie, vooral een heel mooi bedrijf maken. “Ik wil mensen plezier geven. Duinrell als mooie parel in de Randstad, dat is mijn droom.” Dat is een hele uitdaging: “Je moet wel de commerciële inslag in de gaten houden. Het is altijd wikken en wegen. We beheren een enorm groot grondgebied. Vijftig hectare die we echt gebruiken en dan nog eens vijftig hectare bos- en duingebied. Daarop staan enorm veel huisjes, gebouwen en attracties met de bijbehorende infrastructuur, ook onder de grond. Je kunt totaal leeglopen op onderhoud. Dan moet je natuurlijk ook nog nieuwe dingen doen. Daarom moet je natuurlijk wel voldoende bezoekers blijven trekken om dit alles te blijven betalen. Alles bij elkaar geen eenvoudige opgave.”
nritmagazine
35
“Als je hier verblijft, heb je gewoon een attractiepark in je achtertuin”
Een uitdagende tijd Dan helpt de economische crisis nog eens niet mee en staan er grote bezuinigingen van de overheid voor de deur die zeker de portemonnee van de burgers gaan raken. Dat maakt het leven van een vakantieparkdirecteur er zeker niet eenvoudiger op. Ook bij Duinrell moeten ze meer inspanningen doen om de gasten binnen te halen. Daarnaast is er sprake van een stukje prijsdruk en concurrentie van andere vrijetijdsactiviteiten. Al met al een enorme uitdaging. “Toen mijn grootvader in 1935 begon, was het woord recreatie nog niet eens uitgevonden. Daar waren mensen helemaal niet mee bezig. Nu is vrije tijd heel normaal, is het overal in verweven. Dus je moet veel meer investeren om het voor de mensen aantrekkelijk te houden”, zegt Roderick van Zuylen. Ondanks deze matige tijden moeten attractieparken blijven investeren om in de gunst van de consument te blijven. Wat voor investeringen staan er nu op de planning? Roderick van Zuylen: “We hebben net een nieuwe achtbaan gebouwd, de Falcon. We
36
nritmagazine
zijn ons nog op een nieuwe attractie aan het oriënteren en willen het Tikibad behoorlijk uitbreiden. Dat Tikibad was een gouden greep van mijn vader in 1984. Daaruit blijkt zijn ondernemerschap. Het bad krijgt een nieuwe impuls om het weer echt op de kaart te zetten.” Unieke combinatie van dag- en verblijfsrecreatie Duinrell is een bedrijf met een vakantiepark, een attractiepark en een groot subtropisch zwembad. De activiteiten zijn in elkaar verweven. “Het een versterkt het ander en kun je dan ook niet los zien. Als je hier verblijft, heb je gewoon een attractiepark in je achtertuin. Er zitten geen hekken tussen, je kunt er gewoon inlopen. Dat maakt het uniek”, vertelt een ontspannen Roderick van Zuylen. “Onze gasten komen voor de complete combinatie van attractiepark, zwembad, strand en de attractieve omgeving in de Randstad. Dat vergeten veel mensen, maar er zijn onwijs veel leuke dingen in de regio te doen. Madurodam, de Keukenhof
Kengetallen Duinrell Wassenaar Oppervlakte: 110 ha waarvan 50 ha in gebruik Gasten: 1,4 mln per jaar Omzet: 22 mln euro Personeel: 500 mensen op de loonlijst Duinrell, kroniek van een familiebedrijf Het boek ‘Duinrell, kroniek van een familiebedrijf’ is meer dan een jubileumboek. Het is een unieke kijk achter de schermen van dit bijzondere bedrijf en de betrokkenheid van de familie Van Zuylen van Nijevelt. Het boek is voor € 24,95 te koop op www. jubileumboekduinrell.nl of in de boekwinkel.
om er maar een paar te noemen.” Jullie hebben ook nog een enorme camping met 900 plaatsen. Nu gaat het al jaren minder met kamperen in Nederland. Ruilen jullie nog steeds kampeerplekken in voor de Duingalows? Roderick van Zuylen: “Dat hebben we wel veel gedaan. Maar de laatste jaren zijn we daarmee gestopt. We hebben alle kampeerplekken juist groter gemaakt. Mensen verwachten tegenwoordig een grote standplaats van minmaal 100 m2.” Toerisme is een enorme kans voor Nederland Hoe kijk je aan tegen de ontwikkelingen in de markt? Roderick: “Wat ik macro gezien heel belangrijk vind, is dat Nederland zich ontwikkelt tot een goed toeristisch land. Dat we meer gaan van de maak- naar de vermaakindustrie. Toerisme is een enorme kans voor Nederland. We zijn een groot openluchtmuseum. Veel zaken die wij vanzelfsprekend vinden, zien buitenlanders als iets heel bijzonders. Je moet een toerist wel goed faciliteren. Daarom moet je toeristi-
sche bedrijven voldoende mogelijkheden geven en koesteren.” En daarmee doelt Roderick van Zuylen op overheidssubsidies. Die zijn hem een doorn in het oog. Vooral de gesubsidieerde recreatiezwembaden: “Wedstrijd- en instructiebaden subsidiëren, prima. Maar ga niet met gemeenschapsgeld een ondernemer beconcurreren.” Hij signaleert ook dat Nederland als toeristenland te duur wordt ten opzichte van de directe concurrentie. De Duitse Noordzeekust is volgens Van Zuylen een stuk goedkoper. Ook kunnen we wel wat vriendelijker zijn voor de toeristen. “Zo gastvriendelijk zijn we helemaal niet in Nederland. Moet je eens naar Duitsland gaan, hoe netjes het daar allemaal is.” En dan komt natuurlijk ook de toeristenbelasting aan de orde. Volgens Roderick van Zuylen wordt de toerist gewoon als melkkoe gebruikt. “Dat is zo kortzichtig. En dat begrijp ik dus niet. Toeristenbelasting prima, maar stop die dan terug in de sector door te investeren in voorzieningen voor de toerist. Dan vind ik het prima. Maar gebruik het niet om de
”Zo gastvriendelijk zijn we helemaal niet in Nederland”
nritmagazine
37
Showballet Penny de Jager met Joe Bourne in 1986
“Mensen een unieke ervaring geven”
gemeentekas te spekken.” Roderick vindt dat Nederland op lange termijn haar positie aan het ondergraven is. “De attitude rond de toerist moet echt veranderen. En anders is het gewoon te laat en krijg je het niet meer terug. Dat is mijn grote angst. Ik zie dat gebeuren. Dat is jammer, want er liggen enorm veel kansen voor Nederland. De politiek laat dat liggen. Er verandert wel wat, maar het gaat heel erg langzaam.” Doe-attracties zijn de toekomst Roderick van Zuylen zit elke dag midden tussen de toeristen. Zijn kantoor is naast de ingang van het attractiepark. Duizenden toeristen passeren elke dag onder zijn raam. Ziet hij de toeristen veranderen? “Wat je ziet, is dat kinderen veel meer bezig zijn met games. Dat beleven ze heel intensief. Ze kunnen met internet zoveel dingen meemaken, en dat gaat steeds echter lijken. Die ontwikkeling gaat maar door. Dat hoef je als attractiepark niet te doen.” Volgens Roderick moeten attractieparken gasten vooral dingen zelf laten ervaren, voelen, meema-
38
nritmagazine
ken en ondergaan. “Op Duinrell kunnen mensen veel dingen zelf sturen. Een glijbaan in het Tikibad kun je op heel veel manieren afgaan. Doe-attracties maar dan wel op een bepaald niveau dat ze zelf dingen kunnen ondernemen. Dat moet dan wel een echte ervaring zijn. In Marrakech ben ik met een kabelbaan over een ravijn heen gegaan. Dat was gaaf! Dat onderga je. Dat soort belevingen moeten we op Duinrell zien te creëren. Mensen echt verbazen. Unieke belevingen die mensen zelf ondernemen. Daar geloof ik in. Vijftien jaar geleden al en nu nog steeds. Je moet het wel goed en professioneel organiseren. Dat is veranderd.” Uitbreidingsplannen Van het complete landgoed is ongeveer 50 hectare in gebruik. De rest is natuur- en duingebied. Is er nog ruimte om te groeien? Roderick van Zuylen: “Jazeker, er is nog ruimte. Je ziet veel parken waar de attracties over en door elkaar staan. Dat willen we in Duinrell niet. Groen is erg belangrijk, elke boom is hier totaal heilig. Daar moet
je niet aankomen. Er zijn hier attracties aangepast om een boom te kunnen behouden. Mensen moeten kunnen recreëren in een mooie en groene omgeving. Daarom hebben we iets meer ruimte gevraagd voor het attractiepark. Dat is met een uitruil met de skibaan ook gelukt.” Dit jaar is de Efteling ‘voor altijd’ opengegaan. Ze gaan in de winter niet meer dicht. Gaat Duinrell ook die kant op? “We willen in de winter meer dingen doen, maar ik zie ons attractiepark nog niet zo snel het hele jaar opengaan. We willen in de toekomst meer aan congressen en vergaderingen doen. Daar liggen nog behoorlijk wat kansen voor ons. Deze winter hadden we ijskoudfeestjes. Dat was zo onwijs, top. Commercieel gezien moeten we de winter veel meer aanpakken. Dat is een belangrijk speerpunt, een hele uitdaging.”
De camping in 1964
Roderick Van Zuylen van Neijvelt We hebben op Duinrell een uitvoerig gesprek met Roderick Van Zuylen van Neijevelt. Hij is een van de twee directeuren van Duinrell en doet de commerciële kant. Zijn broer Philip is verantwoordelijk voor de operationele kant van het bedrijf. Als kind heeft Roderick zijn jeugd op Duinrell doorgebracht. Dat is vast een heel bijzondere jeugd geweest: “Ik heb alles gedaan wat niet mag. Je woont op een attractiepark maar dat betekent natuurlijk niet dat je elke dag naar
Duinrell over tien jaar In NRIT Magazine proberen we altijd vooruit te kijken. Welke kant gaat toeristisch Nederland op? Ik ben erg benieuwd hoe je Duinrell over 10 jaar ziet. “We hebben niet een soort blauwdruk liggen. Dat is het aardige aan een familiebedrijf. Ik heb daar wel een idee over. Ik hoop dat we dan behoorlijke stappen hebben kunnen ondernemen om mensen een unieke ervaring geven. We willen het pareltje van de Randstad worden. Dat is best een hele uitdaging, want je moet een stuk familieplezier aan mensen geven. Je wilt echt een herinnering verkopen. Niet iets dat je elke dag meemaakt. Een herinnering die echt in de mensen hun geheugen is gegroefd. Dat is mijn drive, daar is Duinrell een middel voor. Dat moeten we dan op een bepaalde manier inrichten waarbij het landgoed intact blijft. Wij proberen daar een positieve bijdrage aan te leveren. Uitdaging is om dat als commercieel bedrijf te kunnen blijven betalen.” •
het attractiepark gaat. Dan is het attractiepark, juist leuk om de dingen te doen die niet mogen zoals ’s nachts zwemmen in het Tikibad. Ook is het erg leuk om als jongere met de tractoren en kettingzagen te werken. Daarnaast lieten gasten wel eens heel oude auto’s achter op Duinrell, daar wisten wij als jongeren wel raad mee! Reclamefotografie was altijd erg leuk. Wij waren kindermodel. Dat fotograferen duurde eindeloos, maar het ijsje moest er altijd mooi uitzien. Dus na vijf minuten moesten we het opeten en kregen we weer een nieuwe voor de foto.” Wat is je meest bijzondere plekje op Duinrell? Roderick: Dat weet ik precies. Dat is waar vroeger een huis van mijn tante stond op een duin. Dan kijk je uit over de golf en kun je ook de zee zien.” Heb je altijd al bij Duinrell willen werken? “Ik dacht in eerste instantie niet dat ik in het bedrijf zou stappen. Ik heb bedrijfskunde gestudeerd in Rotterdam en ben daarna gaan werken bij Price Waterhouse en vervolgens bij Mees-Pierson. Toen werd een van de directeuren van Duinrell ziek, en toen heb ik zijn functie tijdelijk overgenomen. Door die tijdelijke functie kreeg ik de mogelijkheid het te proberen.” In 2000 nam hij samen met zijn broer het bedrijf van zijn vader over.
nritmagazine
39