VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 37 NUMMER 12 24 augustus 2012
MijnRadbouddossier van start
Foto: Frank Muller
MijnRadbouddossier wordt op 27 augustus officieel gelanceerd. Patiënten van het Radboud krijgen daarmee inzage in delen van hun medisch dossier. De start wordt gelardeerd met een inspirerende talkshow. G i j s M u n n ichs
Patiënten willen graag goed geïnformeerd zijn over hun eigen gezondheid en behandeling. Het UMC St Radboud geeft daarom patiënten van 16 jaar en ouder de mogelijkheid om delen van hun eigen medisch dossier te raadplegen. In MijnRadbouddossier - een beveiligde website - vindt een patiënt alle afspraken met zorgverleners, brieven en operatieverslagen, en uitslagen van laboratorium- en weefselonderzoek. Deze uitslagen worden pas een week (laboratorium) of twee weken later (weefselonderzoek) weergegeven, zodat de zorgverlener eerst zelf de patiënt kan informeren.
Patiënt als partner De lancering van MijnRadbouddossier is een belangrijke stap om de patiënt meer actief te betrekken bij zijn eigen zorgtraject. Patiënten kunnen zich al sinds juli, via het Voorlichtingscentrum, aanmelden voor MijnRadbouddossier. Op 27 augustus vindt de officiële start plaats, met een heuse talkshow
Pagina 3 ‘Ik vertrouw blind op mijn casemanager’
Pagina 6 Huisartsen op het oog
in de centrale hal van het Radboud. Hierin worden RvB-lid Cathy van Beek en Jopie Verhoeven, voorzitter Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie, geïnterviewd over MijnRadbouddossier. Ook vertelt een patiënt wat inzage in zijn eigen medische gegevens voor hem betekent. De talkshow is de eerste van een reeks (FutureHealthLIVE) die maandelijks in het Radboud gaan plaatsvinden. Zorgverleners, patiënten en overige ‘spelers’ in de zorg komen daarin aan het woord over de patiënt als partner. ‘De cruciale vraag is natuurlijk: hoe betrek je de patiënt daadwerkelijk meer bij zijn behandeling?’, zegt communicatieadviseur Marcel Wortel. ‘We willen niet alleen de succesverhalen brengen, maar ook twijfels belichten. Moet je bijvoorbeeld als dokter of verpleegkundige alles doen wat de patiënt van je verlangt? We hopen door voordelen én valkuilen te benoemen dat zorgverleners inzichtelijk krijgen wat zij zelf kunnen doen om de patiënt meer als partner te betrekken in de zorg.’
Attenderen Bent u zorgverlener in het Radboud, dan kunt u patiënten attenderen op de mogelijkheid om zich aan te melden voor MijnRadbouddossier. De patiënt moet hiervoor zelf naar het Voorlichtingscentrum, in de centrale hal van het UMC, komen. Ze hebben daarbij een DigiD (digitale identificatie) met smsfunctie nodig, evenals een geldig legitimatiebewijs en de afsprakenkaart of -brief. Meer informatie staat op www.umcn.nl, via link MijnRadboud. n Officiële start MijnRadbouddossier, maandag 27 augustus, 12.00-13.00 uur, centrale hal UMC St Radboud.
Pagina 9 Grip op onderzoeksgeld
Pagina 12 Coassistent doet onderzoek in VS naar "thirdhand smoke"
ra d b o d e 1 2 - 2 0 1 2
Verbeterd
En verder...
Ontslagbord op nachtkastje Op enkele verpleegafdelingen staat er op het nachtkastje van elke patiënt een ontslagbordje, met de datum wanneer hij of zij naar huis gaat. Een extra trigger om die datum te halen én een middel om met de patiënt hierover in gesprek te gaan. Voorbereiding. Hoe bereid je patiënten en familieleden goed voor op het ontslag naar huis? Op de verpleegafdelingen van Orthopedie, Cardio-thoracale chirurgie en Urologie/Gynaecologie staat er op het nachtkastje van
elke patiënt een ontslagbordje. Hierop vult de verpleegkundige de ontslagdatum in, het tijdstip van ontslag en ook wie de hoofdbehandelaar is. Dit laatste is een verplichting binnen een van de indicatorensets in de zorg. Trigger. Het ontslagbord is in eerste instantie dé trigger voor artsen en verpleegkundigen om te checken of alles goed geregeld is om de ontslagdatum te halen. Is de thuiszorg geregeld, zijn de medicijnen thuis beschikbaar, enzovoorts. ‘Door het bordje zijn onze artsen en verpleegkundigen zich steeds bewust van de ontslagdatum en doen ze er alles aan dat te halen’, vertelt Jacco van Hulst, hoofdverpleegkundige Orthopedie. ‘Ook andere disciplines die bij de patiënt langskomen zien wanneer het ontslag is en kunnen daar rekening mee houden’, voegt Charles Wiellersen, hoofdverpleegkundige Urologie/Gynaecologie, toe. Actief betrokken. Ook de patiënt zelf wordt actief betrokken bij zijn ontslag naar huis. In die zin draagt het bordje bij aan het idee “patiënt als partner” in ons UMC. ‘Het bordje vormt een mooie aanleiding om met de patiënt en de familie te spreken over de terugkeer naar huis’, aldus Van Hulst. ‘Als zij meteen vanaf het begin de ontslagdatum weten, informeren ze ons veel beter over bijvoorbeeld de thuissituatie en wat er nog geregeld moet worden. Zo zien wij zeker niets over het hoofd, zodat we de patiënt uiteindelijk met een gerust hart naar huis kunnen sturen.’ GM
kunst Enigszins verborgen achter de uitbouw in de zuidcorridor eerste verdieping, staat al heel lang een beeld van Chris van Beem. Het lijkt wel met de omgeving vergroeid, temeer daar het tot op zekere hoogte organisch aandoet. Of liever: natuurlijk. Het bestaat uit een ruwe steen, een blok basalt die meteen tot sokkel dient. Vanuit een dergelijke ‘geaardheid’ ontspringen twee vlakke ijzeren sprieten van cortenstaal. Deze slingeren zich als langwerpige bladeren van een plant naar boven om daar een balk in vernikkeld staal in evenwicht te houden. Feitelijk rust deze balk op de twee stalen stengels, waarbij de ene zich om de balk sluit, terwijl de andere een kromming maakt om de balk erin te laten rusten. Opvallend is echter dat de balk gebogen is, enigszins geknakt.
Chris van Beem laat de betekenis in het midden. Is de knak het gevolg van een strijd die zich in de materie afspeelt tussen het grijpen en het dragen van de geest? Of is de geest zelf niet sterk genoeg om zich aan de zwaarte van de materie te onttrekken? Misschien drukt
Colofon Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen, Gijs Munnichs en Marjan Wassenaar. Aan dit nummer werkten mee: Carla Bal, Flip Franssen, Paul van Laere, Frank Muller, Daan Van Speybroeck. E-mail:
[email protected], telefoon: 024-3617261 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Productgroep Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat. Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023- 5714745, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442. De volgende Radbode verschijnt vrijdag 7 september 2012.
AGENDA Algemeen 1 september: mindfullness publieksdag, Studiecentrum, Geert Grooteplein 21. Meer informatie: zie agenda intranet. 2 september: Nationale Traumadag van 14.0017.30 uur, Hippocrateszaal, UMC St Radboud, Geert Grooteplein 21, routenummer 77. Meer informatie: zie pagina 4 en op www.paoheyendael.nl. 7 september: Congres IQ healthcare: Hoe maken we de gezondheidszorg gezond? In De Vereeniging Nijmegen. Meer informatie: zie pagina 4 en op de intranetagenda. 14 september: Symposium ‘Palliatieve zorg & de spirituele dimensie’, mede georganiseerd door de afdeling Palliatieve Zorg en de Dienst Geestelijke Verzorging en Pastoraat, 13.00-17.30 uur, bibliotheek (Boothzaal), Universiteit Utrecht. Meer informatie: zie agenda intranet, 20 september: Voorstelling limonadefabriek: kun jij limonade maken van citroenen? Over de patiënt als partner en het ziekenhuis ‘nieuwe stijl’. Coproductie van het UMC St Radboud en Theatergroep Plezant. Tal van artsen en verpleegkundigen uit ons ziekenhuis zijn geïnterviewd door de makers. Meer informatie en inschrijven: zie agenda op intranet.
Het ontslagbordje bij Orthopedie.
Door de gesuggereerde opwaartse beweging en een soort van wankel evenwicht ontstaat een spannend beeld: Plant met balk. Maar het wordt vooral interessant door een paar onverwachte wendingen die worden genomen. Niet alleen stuurt de opeenvolging van materialen aan op een gaandeweg luchtiger worden; immers naargelang de hoogte van het beeld neemt de zwaarte van de materialen af. Intussen heeft zowel het onderste als bovenste deel van het beeld volume; het middendeel niet. Waar de steen zwart is, is het staal roestig om te eindigen in de matte glans van de balk. Alsof een ontwikkeling van het natuurlijke naar het geometrische, van het chaotische naar het geordende, kortom naar een vergeestelijking gaande is. Maar dit blijkt niet de eigenlijke uitkomst want de balk is geknakt.
Nieuwsladder 3 In bedrijf 4 Interview: nieuwe voorzitter bestuur Stafconvent, prof. dr. Richard Dekhuijzen 5 Wetenswaardig 9 Mensen, In Memoria 10 Betoog: prof. dr. Jan Smeitink over keuzes in de zorg, Wetenswaardig 9 Het moment 11 Ethiek 12
Oecumenische vieringen Elke zondag om 10.00 uur in het Personeelsrestaurant. Zondag 26 augustus, voorganger pastor Wim Smeets, kerkkoor Laudate Dominum. Zondag 2 september, voorganger Ans Bertens, gemengd koor Velp.
Scholing Praktische Stralingsdeskundigheid 4A, voor laboranten, radiodiagnostisch en radiotherapeutisch laboranten. Erkend diploma. 13 en 27 september, 11 en 25 oktober, 8 en 22 november. Informatie en inschrijven: www.paoheyendael.nl.
Chris van Beem, Plant met balk, 1987, basalt, ijzer en vernikkeld staal. het beeld enkel de wankelheid van het bestaan uit. Want, wat men niet zo gauw ziet noch zou verwachten, wanneer men even aan het beeld komt, gaat het wiebelen. Daan Van Speybroeck, kunstcoördinator
2
TIME wondbedpreparatie, 6 september, 14:3015:30 uur in leslokaal fysiotherapie route 645. Uitleg over TIME wondbedpreparatie. Aan de hand van casussen worden de wondverbanden besproken die in het Radboud gebruikt worden, en ingegaan op hun werking en toepassingsgebied. Inschrijven:
[email protected].
b ra eleid dbode 12 - 2012
nieuwsladder Dienstverlening Thema
Foto: Frank Muller
De dienstverlening van de afdeling Thema is niet opgeheven. Alleen de verkoop aan medewerkers is per 1 mei stopgezet. Afdelingen kunnen nog steeds via de Servicedesk V&I (telefoon 18000) meubilair en spullen die niet meer worden gebruikt, aanmelden om te laten ophalen. Courant meubilair wordt opgeslagen voor hergebruik. Het beheer hiervan ligt bij Werkplekservices van Vastgoed & Infrastructuur. Op basis van de aanvragen bekijkt Werkplekservices waar mogelijk courant meubilair kan worden ingezet. Zij proberen daarmee aanschaf van nieuw meubilair te voorkomen. Niet courant meubilair wordt afgevoerd voor hergebruik extern.
Patiënt Ben de Goei is zeer te spreken over casemanager Petra Veldman: ‘Ze hóórt je echt, denkt met je mee en heeft tijd voor je.’
‘Ik vertrouw blind op mijn casemanager’ Bij de zorg voor oncologische patiënten zijn veel specialismen betrokken. Het RUCO werkt sinds een tijdje met casemanagers. Dat zijn verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten die in de ketens de regie en coördinatie voor een patiënt op zich nemen. Continuïteit verzekerd, patiënten enthousiast. Ja n n i e M e u ss e n
Ben de Goei uit Eindhoven is hier vanaf april onder behandeling. Hij kwam binnen met een kwaadaardige kraakbeentumor, net boven de knie. Hij heeft inmiddels een beensparende operatie ondergaan, waarbij een prothese is ingebracht. ‘Ik weet niet of al die casemanagers zo goed zijn, maar ik ben zeer tevreden over mevrouw Veldman’, vertelt hij bij zijn controlebezoek op de poli Orthopedie. ‘Van andere ziekenhuizen weet ik hoe het voelt als je van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Hier heb je een vast aanspreekpunt. Dat geeft je het zekere gevoel dat er iemand naast je staat. Zelfs na de operatie kwam ze op de verpleegafdeling direct kijken hoe het met me ging. Ze is inhoudelijk over alles op de hoogte. Ze hóórt je echt, denkt met je mee en heeft tijd voor je. En ze toont ook empathie als je bijvoorbeeld over je kleinkind praat. Want daar denk je natuurlijk als eerste aan als je hoort dat je kanker hebt. Maar ze houdt ook gepaste afstand, want als professional moet zij alles in goede banen leiden.’
Tevreden Patiënten zijn zeer te spreken over de casemanagers binnen het Radboud Universitair Centrum voor Oncologie (RUCO). Deze rol is vorig jaar geïntroduceerd om de continuïteit van zorg te verbeteren. ‘Als verpleegkundig specialist richten wij ons op vaste patiëntengroepen, in mijn geval de patiënten met kwaadaardige bottumoren’, vertelt Veldman. ‘Wij hebben een totaalbeeld over de medische, verpleegkundige en psychosociale situatie. In de rol van casemanager begeleiden wij hen door de hele keten, niet alleen intern maar ook transmuraal. Vanaf het moment dat ze op de poli binnenkomen voor diagnose, behandeling tot na het ontslag. De patiënt heeft hierdoor het gevoel dat hij altijd ergens terecht kan.’ De casemanagers coördineren de zorg en zien er op toe
dat niks aan de aandacht ontsnapt. Dat onderzoeken bijvoorbeeld op elkaar worden afgestemd en dat de arts alle uitslagen heeft op het moment dat de patiënt hem bezoekt. Ze onderhouden contacten met betrokken professionals en nemen deel aan het wekelijkse overleg van de tumorwerkgroep, waarin veel specialismen zijn vertegenwoordigd. Veldman merkt dat afdelingen hen serieus nemen als spin in het web. ‘Als ik bijvoorbeeld nog snel voor morgen een biopt of röntgenonderzoek wil regelen, krijg ik veel medewerking.’ En de patiënt kan altijd een beroep op de casemanager doen. ‘Ik vertrouw blind op haar’, zegt Ben de Goei.
‘Het geeft je het zekere gevoel dat er iemand naast je staat’ Nog beter ‘Fijn om te horen dat u zo tevreden bent. Maar wij vinden dat het nog niet loopt zoals het bedoeld is’, zegt Petra Veldman. ‘In het gezamenlijke casemanagersoverleg elke twee maanden wisselen we onze ervaringen uit. Het moet nog meer vormgegeven worden. Zo komen mijn patiënten bijvoorbeeld ook bij Medische Oncologie, Kinderoncologie of Radiotherapie. Er vindt dan overdracht plaats waarbij ik wel intensief contact heb met de verpleegkundig specialisten daar. Zo blijft de continuïteit van zorg gewaarborgd.’ De casemanagers hebben bijvoorbeeld ook behoefte aan een goed digitaal patiëntenvolgsysteem, dat in één oogopslag laat zien waar de patiënt zich in de keten bevindt. ‘Ik hoop dat het nieuwe EPD in die behoefte gaat voorzien.’ En de bereikbaarheid is volgens Veldman een punt. ‘Eigenlijk moeten patiënten vijf dagen per week negen uur per dag een beroep op ons kunnen doen. Dat is in de praktijk niet haalbaar. Dit ondervangen wij met ons e-consult, dat werkt heel goed. Samen met vijf oncologieverpleegkundigen buigen we ons over de vragen. Patiënten krijgen binnen 48 uur een antwoord. En als het langer duurt om iets uit te zoeken, laten we dat weten. Patiënten vinden wachten niet erg, is onze ervaring, als ze maar weten dat er aan wordt gewerkt.’ n
3
Kwaliteitskeurmerk voor Dialyseafdeling De Dialyseafdeling voor volwassenen en kinderen van het Radboud heeft op 22 augustus het NVNkeurmerk ontvangen van de Nierpatiënten Vereniging Nederland (NVN). De NVN brengt ervaringen van dialysepatiënten in beeld door middel van een gestandaardiseerd onderzoek. Zo kunnen dialyseafdelingen zien wat er goed gaat en wat beter kan. Vorig jaar ontvingen alle dialysepatiënten van het Radboud een vragenlijst met vragen over de medische behandeling, maatschappelijk werk en verpleging. Ook voerden patiënten een rondetafelgesprek. De resultaten van het onderzoek zijn toen voorgelegd aan de dialyseafdeling. Begin dit jaar volgde een tweede rondetafelgesprek met patiënten. Patiënten waren zeer tevreden en gaven aan dat de dialyseafdeling open staat voor aanpassingen of veranderingen. De dialyseafdeling van het Radboud is het eerste academische centrum dat het keurmerk in ontvangst mag nemen. Eerder ontvingen drie dialysecentra in algemene ziekenhuizen het keurmerk.
Kinderopvang Heyendael Met ingang van 1 september stemt Kinderopvang Heyendael de tarieven voor kinderopvang nog meer af op de roosters van verpleegkundigen. Het gaat om de zogenaamde flexopvang, bedoeld voor medewerkers van het Radboud die wisselende diensten draaien op wisselende dagen. Deze medewerkers betalen een flextarief, wat iets hoger is dan het reguliere tarief. Vanaf 1 september hoeven zij niet meer extra te betalen wanneer zij buiten de reguliere openingstijden van 8.00 – 18.00 uur opvang nodig hebben, mits de totale opvangduur op die dag niet meer dan tien uur bedraagt. Een verpleegkundige met een dienst van 7.00 tot 16.00 uur hoeft dus niet meer voor het vroege uur bij te betalen. Ouders kunnen tot een maand van tevoren aangeven op welke dagdelen zij opvang nodig hebben.
Nieuwe fietsenstallingen voor bezoekers en studenten De fietsenstalling op het middenterrein van het Geert Grooteplein is verplaatst. Bezoekers van het Radboud kunnen voortaan hun fiets kwijt in een nieuwe stalling in de voormalige ambulancehal naast de hoofdingang. Ook voor studenten is er een nieuwe fietsenstalling. Zij kunnen vanaf 3 september hun rijwiel stallen achter het Studiecentrum. Deze stalling is bereikbaar via de Kapittelweg. Medewerkers kunnen al sinds enkele maanden hun fiets stallen in de kelder onder de Spoedeisende Hulp in gebouw P-West. Ook de fietsenkelder onder het Studiecentrum – de voormalige locatie van rijwielshop Jos van Hees - biedt volop ruimte om de fiets te plaatsen. Daarnaast zijn er voor medewerkers diverse afgesloten fietsenstallingen verdeeld over het terrein.
i ra n b e d ri j f dbode 12 - 2012
Foto: Jan Biert
Ongevalstichting
Nationale Traumadag in het Radboud Hoe bevrijd je een automobilist die bekneld zit in een autowrak? En hoe bied je eerste hulp bij brandwonden? Op zondag 2 september vindt de eerste Nationale Traumadag plaats in het UMC St Radboud. Op deze dag kunnen jong en oud zelf ervaren wat traumazorg inhoudt. Van het vervoer per ambulance of traumahelikopter tot aan de operatie en de revalidatie. De Nationale Traumadag in het Radboud biedt een gevarieerd programma met diverse demonstraties en workshops. Bezoekers kunnen een kijkje nemen op de nieuwe Spoedeisende Hulp en het helidek, of tijdens één van de workshops leren hoe je een (nep)wond hecht. Bij de loterij zijn spectaculaire prijzen te winnen, zoals een helikoptervlucht bij Heli Centre. Naast de publieksdag is er voor zorgprofessionals een wetenschappelijk symposium in de Hippocrateszaal. Diverse specialisten houden lezingen over onder andere fractuurbehandelingen bij oudere patiënten, traumachirurgie in oorlogsgebieden, de toekomst van de trauma-opvang in Nederland en de discussie rondom sluiting van SEH’s. Aansluitend verricht mr. Fred Teeven, staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, de landelijke kick-off voor Serious Gaming. In de daarop volgende paneldiscussie gaat hij samen met Lucien Engelen, directeur van het Radboud REshape & Innovation Center, in op de rol van serious gaming bij preventie. De Nationale Traumadag is een initiatief van de Ongevalstichting. Deze stichting wil de Nederlandse traumaopvang en de behandeling van ongevalslachtoffers continu nóg beter maken dan deze al is. De beste opleiding voor traumachirurgen, de beste materialen en instrumenten, modern ingerichte ambulances, traumahelikopters en Spoedeisende Hulpen en goede voorlichting kunnen het aantal dodelijke slachtoffers terugbrengen en zorgen voor een sneller lichamelijk herstel. Met de Nationale Traumadag vraagt de Ongevalstichting aandacht voor het gevaar van een ongeluk en het nut van goede traumazorg. De Nationale Traumadag vindt plaats op zondag 2 september. Publieksdag van 13.00 - 19.00 op het terrein van het UMC St Radboud. Wetenschappelijk symposium van 14.00 – 17.30 in de Hippocrateszaal, route 77. De publieksdag is vrij toegankelijk. Het symposium is gratis, maar wel inschrijven via www.paoheyendael. nl/traumadag. Meer informatie is te vinden op www. ongevalstichting.nl.
IQ healthcare
Hoe maken we de gezondheidszorg gezond?
Op 7 september vindt de derde conferentie IQ healthcare plaats, met als thema “Hoe maken we de gezondheidszorg gezond? Naar meer kwaliteit en minder onnodige kosten.” De conferentie biedt een interessant programma met nationale en internationale sprekers, waaronder prof. dr. John E. Wennberg, de initiator van de Dartmouth Atlas of Care. Hij is één van de belangrijkste
grondleggers van het gezondheidszorgonderzoek. Tijdens de conferentie komen belangrijke vragen aan de orde: hoe verkleinen we de (regionale) verschillen in kwaliteit tussen zorgaanbieders? Hoe reduceren we ongewenste praktijkvariatie en hoe krijgen we meer kwaliteit tegen lagere kosten? Tijdens plenaire en parallelsessies gaan deelnemers en sprekers hierover met elkaar in gesprek. De conferentie wordt afgesloten met de uitdagende en confronterende muziektheatervoorstelling “De Limonadefabriek” over de rol van de patiënt in het ziekenhuis van de toekomst. MW
van de visitatie. De studentenmedezeggenschap heeft de kabinetsplannen nauwlettend gevolgd. Naast aandacht voor studieadviseurs heeft het orgaan zich ingezet voor lage collegegelden voor een tweede studie. Ook de vervroegde sluiting en het collectiebehoud van de Medische Bibliotheek en de geplande verbouwing bij Tandheelkunde konden rekenen op de aandacht van de studenten. Hellegering is blij met de ruimte die studenten krijgen om mee te denken en bedankt alle betrokkenen voor hun inzet en samenwerking. MW
Meer informatie en inschrijven via www.paoheyendael. nl. De conferentie vindt plaats op vrijdag 7 september, van 08.45 – 18.00 uur in De Vereeniging te Nijmegen.
Meer informatie over de notities en eindconclusies over de studieadviseurs op www.soos-nijmegen.nl.
Stichting Patiëntenfonds
Wie wint de Marleen Temmermanprijs? Stichting Patiëntenfonds looft wederom de jaarlijkse Marleen Temmermanprijs uit voor het leukste initiatief om het behandel- en woonklimaat van patiënten in het UMC St Radboud te verbeteren. De prijs bestaat uit een geldbedrag van 15.000 euro. Deze prijs kan in zijn geheel gaan naar één goed initiatief, of verdeeld worden over meerdere uitverkoren ideeën. In 2011 heeft de stichting geldbedragen toegekend aan een aantal afdelingen. Afdeling Hematologie ondersteunde met de prijs een initiatief voor schoonheidsspecialisten. Afdeling Kindergeneeskunde gaat een voorlichtingsstripboek ontwikkelen voor kinderen met een energiestofwisselingsziekte. De Sociaal Pedagogische Dienst maakt een film voor kinderen om hen voor te bereiden op de opname en de operatie. Afdeling Verloskunde & Gynaecologie liet diverse prints maken om een aantal ruimtes in het ziekenhuis op te fleuren. Afdelingen die mee willen doen, kunnen een korte en bondige omschrijving van hun initiatief mailen naar Andries Hoitsma of Alwin Vos van het bestuur van de Stichting Patiëntenfonds. Uit de omschrijving moet duidelijk blijken hoe het initiatief een bijdrage levert aan het verbeteren van het behandel- en woonklimaat van de patiënt. Geef ook aan hoeveel geld nodig is voor het initiatief en waarom het project niet vanuit afdelingsgeld kan worden gefinancierd. Indienen kan tot 15 oktober. Vanzelfsprekend is goedkeuring van het afdelingshoofd noodzakelijk. Vóór 15 november wordt de uitslag bekend gemaakt, via Radbode of intranet. Afdelingen die een prijs winnen, krijgen het geld overgemaakt. Het is de bedoeling dat de afdeling het idee vervolgens binnen zes maanden realiseert. MW
Studentenmedezeggenschap
De student als partner in het onderwijs De studentenmedezeggenschap draagt bij aan kwalitatief goed onderwijs en het realiseren van de bijbehorende faciliteiten. Het afgelopen jaar heeft dit orgaan volgens Joyce Hellegering een uitstekende prestatie neergezet. Hellegering vertegenwoordigde dit collegejaar als studentassessor de studenten van de medische faculteit in de Onderwijsraad. ‘De studentmedezeggenschap heeft de slogans “Samen Slimmer Beter” en “De student als partner” ter harte genomen en meegedacht over de visitaties en de kritische zelfstudies van de verschillende opleidingen.’ Het afgelopen collegejaar hebben de studenten gewerkt aan een drietal notities over toetsing, docentmentoraat en overtredingen van het Onderwijs & Examenreglement. Voorts hebben zij aandacht gevraagd voor het gebruik – en misbruik – van social media. Binnen het curriculum heeft het coschap Sociale Geneeskunde meer aandacht gekregen. Als aanvulling op het bestaande curriculum is onderwijs over antibiotica- en antistollingsbeleid gecreëerd. De studenten hebben verder kritisch gekeken naar de keuzemogelijkheden binnen de opleidingen. De opleiding Biomedische Wetenschappen heeft met de implementatie van aanvullende evaluatiemethodes een kwaliteitsslag gemaakt. Het najaar staat in het teken
4
Telefooncentrale
Bel voortaan 99 Sinds het begin van deze maand heeft de telefooncentrale een nieuw nummer gekregen. Medewerkers die een telefoniste willen spreken, moeten voortaan 99 intoetsen, in plaats van alleen een 9. De wijziging is noodzakelijk omdat het Radboud een nieuwe reeks telefoonnummers in gebruik heeft genomen. Deze telefoonnummers beginnen eveneens met het cijfer 9. Met de reeksen 91XXX tot en met 98XXX beschikt het Radboud over 9000 nieuwe telefoonnummers. Tot en met 31 augustus kan het voorkomen dat medewerkers spontaan worden doorverbonden met de telefooncentrale als zij één van de nieuwe nummers met een 9 bellen. Dit gebeurt als het intoetsen van het tweede cijfer te lang op zich laat wachten. Vanaf 1 september krijgen medewerkers die te lang wachten na het intoetsen van de 9 een mededeling om opnieuw te kiezen en dan 99 te gebruiken, voor contact met de telefooncentrale. Per 1 oktober verdwijnt deze mededeling. MW
Nieuwe bezorging Radbode: Back to Basics Beste collega, Deze Radbode is de laatste die je thuis ontvangt. In tijden waarin de gezondheidszorg en dus ook het UMC St Radboud financieel onder druk staat, moeten we met z’n allen slimmer en beter werken. Daarin past ook een aanpassing van de bezorging van de Radbode. Door de Radbode niet langer bij circa 11.000 medewerkers aan huis te laten bezorgen, besparen we de nodige portokosten. Deze suggestie werd ook door verschillende collega’s gedaan die op ons intranet ingingen op de oproep van de Raad van Bestuur om zelf met ideeën te komen om nog beter, efficiënter en goedkoper te werken. De volgende Radbode (verschijningsdatum 7 september) tref je daarom aan op je eigen afdeling. De Radbode wordt voortaan in voldoende aantallen bezorgd in de postbakken van je afdeling. We gaan dus ‘back to basics’. Abonnees en oud-medewerkers ontvangen de Radbode voorlopig nog wel thuis. In de loop van dit jaar neemt de Raad van Bestuur een besluit of dit ook in de verdere toekomst het geval blijft. Dit wordt gekoppeld aan een voorstel voor een nieuw intern communicatiebeleid. De voorbereidingen hiervoor starten na de zomer. Natuurlijk houden we je op de hoogte. Dus blijf de Radbode lezen! Heb je vragen of opmerkingen over de wijziging van de bezorging? Mail dan naar
[email protected] (zie outlook: Postbus Redactie PGCOM). Trudy van den Oosten Manager Productgroep Communicatie
i ra n t e rvi e w dbode 12 - 2012
maat, getal en inhoud
Prof. dr. Richard Dekhuijzen: ‘Wij moeten als Radboud met harde cijfers aantonen op welke vlakken we goed zijn en dat heel zichtbaar maken voor zorgverzekeraars en VWS.’ Foto: Frank Muller
Sinds kort combineert prof. dr. Richard Dekhuijzen zijn functie van afdelingshoofd Longziekten met het voorzitterschap van het bestuur Stafconvent, het overkoepelende orgaan van medisch specialisten. ‘Inhoudelijk meedenken waar wij ons als Radboud naartoe bewegen. Dat ligt me wel.’ Ja n n i e M e u ss e n
Wat is het belang van een Stafconvent? ‘Het draait in het ziekenhuis om de zorg die dokters leveren. Het Stafconvent monitort, bewaakt en stimuleert daarbij de kwaliteit en veiligheid. Dat doen we op allerlei manieren. Het bestuur Stafconvent praat bijvoorbeeld met alle afdelingen over de resultaten van hun interne auditrapport of herbezoek. Wat valt te verbeteren en kunnen ze gebruik maken van best practices binnen andere afdelingen? We denken ook mee over overstijgende onderwerpen zoals MijnRadbouddossier, dat patiënten digitaal kunnen raadplegen. Welke informatie moet daarin, op welk moment, gelaagd of gefaseerd? En hoe staat het met de ICT-veiligheid. Ook bij de ontwikkelingen rond Beter 2.0 zijn we nauw betrokken. Ik ben vorige maand met de stuurgroep 2.0 gaan kijken in een UMC in Iowa, waar ze al met Epic werken. Het zal enorm bijdragen aan onze doelmatigheid. Werkprocessen van dokters en verpleegkundigen verlopen straks bijvoorbeeld beter gestroomlijnd. Het Stafconvent trekt waar nodig ook aan de bel. Neem de postbezorging, die is teruggebracht naar drie keer per week. Dat kan vertraging opleveren, omdat bijvoorbeeld cd’s met onderzoeksuitslagen van andere instellingen te laat binnenkomen voor de wekelijkse tumorwerkgroepen.’ Zit u als voorzitter soms niet in een spagaat tussen
UMC- en specialistenbelangen? ‘Absoluut niet, omdat ik me bij alles afvraag: wat is het beste voor de kwaliteit van de patiëntenzorg én voor het Radboud? Ik vind besturen leuk. En zeker op dit niveau, waarbij je inhoudelijk maar ook op afstand kunt meedenken, waar wij ons als Radboud naartoe bewegen. We zitten in zwaar weer, zijn nog bezig met een inhaalslag en zitten in een economische crisis. Waar sta je als Radboud in het krachtenveld van acht UMC’s en hoe kunnen we er voor zorgen dat we er onder de streep nog beter uitkomen. Een bevlogen medische afdeling kan dan van alles willen, maar je moet wel realiteitszin hebben. We kunnen niet ongelimiteerd groeien met z’n allen. Dat dwingt ons heel goed na te denken over de volgorde der dingen: wat kan wel en wat niet!’ Hoe staat u tegenover Samen Slimmer Beter? ‘Zéér positief, ook over de aanpak van de Raad van Bestuur. Er zijn veel initiatieven waar medewerkers zich in taakgroepen en speciale teams over buigen. We moeten het immers samen doen. Ik ben vooral gecharmeerd van het thema: aantoonbaar onderscheidende kwaliteit. Er zit veel kracht in die drie woorden. We moeten kwaliteit maat, getal en inhoud geven, zodat je kunt aantonen dat je jezelf onderscheidt van anderen. Dat dwingt je als Radboud goed na te denken over waar we staan over pakweg vijf tot acht jaar. Met inhoudelijke discussies: waarin willen we ons profileren? Daarbij moet je ook activiteiten durven stoppen. Want we hoeven op nauwelijks meer geld te rekenen. Oncologie, infectieziekten/immunologie en klinische genetica timmeren
5
bijvoorbeeld goed aan de weg. We moeten dergelijke grote veelbelovende velden uitbouwen, zodat ze kunnen uitstijgen boven de rest. Als UMC moet je niet alles willen doen, maar juist goed nadenken over welke mix van basis-, topreferente en topklinische zorg we gaan bieden. Daarom spreekt de netwerkontwikkeling mij zeer aan. Daarmee kun je accenten verleggen. Natuurlijk moeten we een stuk basiszorg behouden om werkprocessen goed te laten verlopen, maar we hoeven niet per se te gaan concurreren in het marktaandeel basiszorg. Via netwerken met andere ziekenhuizen kunnen we het zo regelen dat de zorg in de regio goed wordt belegd. “Jullie doen dit, wij doen dat.” Patiënt kunnen zolang mogelijk in hun eigen omgeving blijven, met één aanpak en evidence based. Waar de patiënt ook is, hij krijgt overal de zorg met het kwaliteitsstempel van het academische Radboud.’ Wat valt er volgens u landelijk nog te winnen? ‘Zorgverzekeraars hebben enorme verantwoordelijkheid gekregen. Zij schuiven financiële middelen door naar ziekenhuizen, maar sturen nog te weinig op basis van kwaliteit. Ze oordelen nu op laagvolume: “Jullie doen te weinig van die handelingen, dus contracteren we jullie niet.” Terwijl zij juist op prestaties moeten gaan sturen. “We zien dat jullie het goed doen, dus gaan we extra inkopen.” Daarom is het zo belangrijk dat we ons binnen het Radboud richten op aantoonbaar onderscheidende kwaliteit. We moeten nadrukkelijker laten zien waar we goed in zijn. Een mooi voorbeeld daarvan heb ik van de keten longoncologie. De vijfjaarsoverleving bij een bepaalde vorm en fase van longkanker varieert van 29 tot 70 procent per ziekenhuis. Die scores zijn geanonimiseerd. Niemand weet wie die slechte 29 procent scoort. Maar wij zijn wel het ziekenhuis met die hoge 70 procentsscore. Wij moeten als Radboud met harde cijfers aantonen op welke vlakken we goed zijn en dat heel zichtbaar maken voor zorgverzekeraars en VWS. Als zij op basis van aantoonbaar onderscheidende kwaliteit inkopen, zal de kwaliteit van zorg in Nederland verbeteren.’ n
r ra e p o r t ag e
Voor de derde keer organiseerde de afdeling Oogheelkunde een verdiepingscursus voor huisartsen, zodat deze meer zelf kunnen doen en minder hoeven te verwijzen naar de oogarts. Huisartsen en specialisten juichen deze verschuiving toe, want de vraag naar oogzorg groeit snel. En het is nog goedkoper ook.
P a u l va n L a e r e
Vijf huisartsen hebben zich voor hun examenavond verzameld bij de afdeling Oogheelkunde, wanneer docent en examinator prof. dr. Jan Keunen enthousiast komt binnenlopen. Zojuist is op de Eerste Hulp een patiënt binnengebracht met een acuut oogprobleem - een mooie casus voor de huisartsen om de cursusstof in praktijk te brengen, heeft Keunen spontaan bedacht. Even later begeven de huisartsen zich naar de oogpa-
‘Ik krijg soms patiënten doorverwezen, waarvan ik denk, waarom is dit nodig?’ tiënt om te achterhalen wat er aan de hand is. Het blijkt een zestigjarige man, die de hele week al het gevoel had dat er een vuiltje in zijn linkeroog zat. Vanochtend was het ineens helemaal mis. ‘Links zag ik bijna niks meer, alleen nog vanuit een hoekje’, vertelt hij.
Huisartsen op het Geconcentreerd nemen de huisartsen twee aan twee de anamnese af, en brengen daarna de oogmeetapparatuur in stelling. Het is even wennen - de eigen spleetlamp en oogspiegel werken net wat anders. ‘Wij hebben thuis een Volkswagen, dit zijn Rolls Royces’, karakteriseert Frank Timmermans het verschil. Timmermans vormt een soort brug tussen de huisartsen en oogspecialisten. Als huisarts met eigen praktijk specialiseerde hij zich in de oogheelkundige zorg. Nu is hij freelance-huisarts en doet hij vooral oogheelkundige spreekuren. Samen met de oogartsen Jan Keunen en Sander Keijser heeft hij de cursus ‘Bijzondere Bekwaamheid Oogheelkunde’ – oorspronkelijk ontwikkeld door het UMC Groningen - voor zijn collega’s gegeven. Dat
betekent zeven avonden theorie en praktijk, waarbij de huisartsen oefenen met diagnostische technieken en eenvoudige ingrepen. Veel aandacht is er voor casuïstiek uit de eigen huisartspraktijk, en omgekeerd lopen de huisartsen een dag mee op de afdeling. Op deze afsluitende examenavond krijgen de huisartsen drie patiënten voorgeschoteld, met de opdracht een diagnose te stellen en het verdere beleid te bepalen. Met de onverwachte spoedpatiënt kunnen ze zich alvast warmlopen. Inmiddels heeft huisarts Kees van Moorsel met de oogspiegel gezien dat het netvlies van de man plooien vertoont. Loslating van het netvlies, luidt de conclusie. Jan Keunen hoort het tevreden aan. ‘Dit was een instinker, want meneer had geen last van lichtflitsen, terwijl dat bij een netvliesloslating meestal het geval is. Maar dus niet altijd.’
Sterrenhemel De cursisten zijn allen ervaren huisartsen, die in de oogheelkunde extra vaardigheden en verdieping nastreven. ‘Huisartsen die een cursus als deze doen, zijn vaak wat ouder; die gaan op zoek naar nieuwe uitdagingen. Jonge artsen willen eerst het vak in de breedte onder de knie krijgen’, weet Timmermans. Huub Reinders deed de cursus al een paar jaar eerder, maar wil zijn kennis opfrissen. Oogheelkunde boeit hem. ‘In feite zie je een verlengde van de hersenen, je ziet de oogzenuw lopen. Bijzonder is ook dat je via de ogen problemen elders in het lichaam op het spoor kunt komen. Sommige vormen van reuma bijvoorbeeld kunnen zich in de ogen manifesteren.’ De ogen zijn ook zeer persoonlijk, vindt Reinders. ‘Ze zijn als het ware een spiegel van de ziel.’ Yvonne Smeets is al evenzeer gecharmeerd van het vakgebied. ‘Als je via de oogspiegel het netvlies bekijkt, is dat prachtig. Net een sterrenhemel. Wat ik ook prettig vind: in de oogheelkunde hoef je bij een klacht niet aan een tweede spoor te denken. Het is concreet, zonder psychische toestanden.’ Timmermans ziet diverse voordelen van de cursus. ‘Dit is echt een win-win-win-win-situatie. Het scheelt allereerst veel verwijzingen naar de specialist - naar schatting 30 tot 40 procent - waardoor patiënten dicht bij huis kunnen blijven en de tweede lijn wordt ontlast. Verder biedt de cursus de huisarts verdieping van zijn vak, en hij verdient ook nog wat extra’s. En tenslotte
6
ra d b o d e 1 2 - 2 0 1 2
Toe aan een revival
oog
‘Huisartsen kunnen meer dan gedacht wordt. Het zijn geen verwijsmachines, ze kunnen zelf ook wat.’ Als jonge huisarts kreeg Theo Voorn deze boodschap mee van zijn leermeester, de roemruchte Nijmeegse huisarts en hoogleraar Frans Huygen, die in de zeventiger jaren de emancipatie van de huisartsgeneeskunde inluidde. ‘Ik werd in die stroom meegenomen.’
Foto’s: Paul van Laere
vindt de zorgverzekeraar het ook fijn, want een huisarts is natuurlijk een stuk goedkoper.’ Het aantal verwijzingen kan zeker naar beneden, beaamt oogarts Sander Keijser. ‘Ik krijg soms patiënten doorverwezen, waarvan ik denk, waarom is dit nodig?’ ‘Overigens verwijs je in het begin ook patiënten, die je anders niet doorverwezen zou hebben,’ weet Timmermans uit eigen ervaring. ‘Je ziet gewoon meer. Je moet nog leren wat normaal is en wat afwijkend.’ Vandaar ook dat samenwerking cruciaal is, benadrukken de deelnemers en docenten. ‘Het is belangrijk te vragen naar goede feedback,’ aldus Reinders. Hij heeft er prima ervaringen mee. ‘Oogartsen vinden het leuk als een huisarts wat kan, dat zijn ze niet gewend.’ Beschouwen oogartsen het niet als broodroof? Keijser: ‘Huisartsen zit al veel langer op ons terrein. Neem de netvliescontrole bij diabetici. Misschien dat sommige oudere specialisten zeggen: vroeger mat ik nog een bril aan, zag ik diabetespatiënten. Anderzijds: er zijn allerlei dingen bijgekomen. Er blijft meer dan genoeg werk over.’ Jan Keunen formuleert het nog wat scherper. Recent publiceerde hij als voorzitter van ‘VISION 2020’ voor Nederland een toekomstvisie over de vraag naar oogzorg. Zijn voorspelling is dat het komende decennium de vraag meer dan verdubbelt als gevolg van vergrijzing en vooral door nieuwe behandelmogelijkheden. Capaciteitsverhoging is dus geboden, en de oplossing ziet Keunen in een nieuwe taakverdeling. Huisartsen en ook optometristen moeten wat van het pakket overnemen. ‘Dat neemt de druk weg van de oogheelkunde. Daarbij moeten we proberen de zorg betaalbaar te houden. Ook onze Raad van Bestuur juicht dit initiatief toe.’
Voorn promoveerde, werd zelf hoogleraar huisartsgeneeskunde, in Utrecht, en keerde na zijn emeritaat in 2005 terug op het Nijmeegse nest, waar hij sindsdien actief is in de huisartsopleiding. Maar Huygen’s woorden zijn volgens Voorn nog immer actueel. Om de ontstuitbaar groeiende gezondheidsvraag – en dito kosten – op te vangen, moet in de taken van de huisarts geschoven worden, vindt hij. ‘De eenvoudige protocollaire zorg kan net zo goed door een praktijkondersteuner worden gedaan. Diabetes, COPD, een deel van de ouderenzorg. De snotneuzen, verkoudheden, griepjes. Die eenvoudige dingen hoeven echt niet allemaal door de huisarts te worden gezien.’ Die kan zijn energie beter steken in de complexere problemen, betoogt Voorn. Mensen met lichamelijk onbegrepen klachten, patiënten met meerdere ziekten en medicijnen, palliatieve zorg. In dat rijtje passen ook dingen die nu nog door een specialist worden gedaan, maar voor deze eigenlijk routine zijn. De cursus van de afdeling Oogheelkunde vindt in Voorn dan ook een warm voorstander. ‘Je leert goed oogspiegelen, vuiltjes eruit halen, bepaalde oogheelkundige afwijkingen herkennen. Je vaardigheden nemen toe. Het maakt het vak voor die huisarts plezieriger. Je
Certificaat Zo’n anderhalf uur bevragen de huisartsen de drie examenpatiënten; ze meten en spiegelen hun ogen, en puzzelen op de onderliggende ziektebeelden. Keunen is tevreden over het behaalde niveau, iedereen heeft het certificaat ruimschoots verdiend. ‘Het is leuk om te zien dat de vaardigheden zo snel gegroeid zijn.’ De deelnemende huisartsen op hun beurt zijn zeer te spreken over de inzet en enthousiasme waarmee de cursus is gegeven. Huub Reinders: ‘De kracht van de medisch beroepsgroep moet liggen in de samenwerking. Deze cursus kan als voorbeeld dienen.’ n
7
kunt scherper verwijzen en de oogarts kan op zijn beurt de dingen doen waarvoor ie opgeleid is.’
Substitutie Op bijna elk medisch terrein kan een dergelijke substitutie plaatsvinden, denkt Voorn. ‘Je moet alleen wel voorkómen dat een huisarts niet weet wat hij of zij met een uitslag aanmoet. Bij twijfel moet ie een specialist kunnen consulteren. Een goede samenwerking en feedback is cruciaal.’ In die samenwerking valt nog veel te halen, volgens Voorn. ‘Een onderwijskundige wens van mij is dat de opleidingen van specialist en huisarts ook aandacht schenken aan multidisciplinair werken. Neem tien casussen uit de praktijk, en ga samen kijken, wat had die patiënt, hoe stond dat in de verwijsbrief etcetera.’ ‘Of de huisarts door de substitutie niet nog meer te doen krijgt? Neen, ze moeten het een klein beetje anders aanpakken, een beetje opschuiven in de medisch-
‘Op bijna elk medisch terrein kan een dergelijke substitutie plaatsvinden’ technische hoek. Meer eigen diagnostiek doen, en dat goed kunnen interpreteren.’ Dat onderdeel van het vak is toe aan een revival, vindt Voorn. ‘Het afgelopen decennium stond vooral de organisatie van de huisartspraktijk in de belangstelling, zoals je ook periodes had met veel aandacht voor standaarden of voor psychosociale hulpverlening. Het wordt tijd dat de medische-technische inhoud van het vak weer voorop staat.’ n
“Ons tijdelijk thuis!” Temidden van Nijmegen-Oost worden drie moderne en stijlvolle nieuwbouw-appartementen gerealiseerd. Het contrasterende en eigentijdse ontwerp zal binnenkort de nieuwe en herkenbare markering vormen voor de Fortstraat.
Hotel, appartementen & bungalows op slechts 10 km van het UMC St. Radboud
Koopsommen mogelijk vanaf € 163.500,-. Voor meer informatie kunt u ons bereiken op: 024-360 60 60 en/of mailen naar
[email protected]
w w w. d e z e v e n h e u v e l e n . n l
Voor de persoonlijke aanpak
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
Dameskleding - Schoenen - Accessoires (op uw verzoek versturen wij ook artikelen!)
Marc O’Polo Nijmegen - Burchtstraat 51 - Tel. 024-348 2948 -
[email protected] Klapstraat 4 Afferden (Land van Maas en Waal)
Vraagprijs 379.000 euro k.k.
Vrijstaande woning met ruim bijgebouw op een kavel van 820 m2, prachtig gelegen aan de rand van het dorp Wilt u ‘buiten’ wonen met alle voorzieningen, zoals scholen, sportfaciliteiten, winkels, maar ook natuur en rivier dichtbij, dan is dit uw droomhuis! In Afferden, gemeente Druten, staat deze woning met een groot bijgebouw met verdieping dat geschikt is als kantoor of praktijkruimte aan huis, ook een B&B is mogelijk! Deze jaren 50 woning heeft 3 slaapkamers en is de afgelopen jaren uitgebreid en gemoderniseerd. De staat van onderhoud is zeer goed, schilderwerk buitenzijde 2011. De tuin is geheel opnieuw aangelegd en biedt interessante doorkijkjes, diverse terrassen, een vrijstaande veranda/buitenkeuken, een water-object en diverse niveauverschillen. Parkeergelegenheid voor 3 auto’s op eigen terrein. U geniet van de ligging vlakbij natuurgebied de Afferdense en Deestse Waarden (op 200 meter), het dijken en ’wielen’ landschap en de centrale ligging. In een kwartiertje bent u in Nijmegen! De schitterende tuin is een genot in alle jaargetijden. Vanuit het bijgebouw heeft u een fantastisch uitzicht op weilanden, fruitboomgaarden en het Drutens Bosje. Kijk op www.funda.nl of op www.delorijn.nl.
Taal verbindt.
Vanaf 17 september
Taal- en communicatietrainingen 17 talen o.a. Engels, Chinees en Nederlands voor anderstaligen
Telefoon 0487-518930
NIEUW: Gebarentaal, Pools, Communication workshops for Young Researchers
w w w. r a d b o u d i n t o l a n g u a g e s . n l
Expertisecentrum voor taal en communicatie van de Radboud Universiteit Nijmegen
In de Hazenkamp ligt deze ruime 4-kamer maisonnette met heerlijk zonnig dakterras. Gunstig gelegen t.o.v. het Radboudziekenhuis en centrum. Veel voorzieningen zijn in de directe omgeving aanwezig. Woonoppervlakte 90 m2.
...door uw gift op giro 6640
Vraagprijs € 269.000,--k.k. Telefoon 024 - 38 83 338 E-mail
[email protected]
cliniclowns.nl
8
o ra nderzoek dbode 12 - 2012
wetenswaardig Award voor prof. Kuijpers-Jagtman In juni ontving prof. Anne Marie Kuijpers-Jagtman (Tandheelkunde) de Sheldon Friel Memorial Award van de European Orthodontic Society. Zij ontving deze onderscheiding voor haar baanbrekend wetenschappelijk werk op het gebied van de orthodontie en schisis en haar inspanningen voor de specialistenopleidingen in Europa. De award is uitgereikt tijdens het jaarlijks congres van de European Orthodontic Society.
ERC starting grants
Grip op onderzoeksgeld Foto: Flip Franssen
Hoe krijgen we meer grip op de financiën in onze onderzoeksprojecten? Door te zorgen dat er één uniform werkproces komt voor alle typen wetenschappelijk onderzoek in het Radboud. Binnen Projectcontrol 2.0, een van de Samen Slimmer Beter-projecten, wordt hieraan gewerkt. G i j s M u n n ichs
het onderzoeksproject al is afgerond, voor financiële verrassingen te staan.’ ‘Niet elk onderzoeksproject is winstgevend. Integendeel: als je de overhead meerekent, leg je er als afdeling bijna altijd geld op toe’, vult Fons Verstralen, bedrijfsleider Algemeen Interne Geneeskunde, aan. ‘Het kan ook voorkomen dat het bereiden van medicatie meer kost dan begroot. Dat moet je wél tijdig weten om nog te kunnen bijsturen in het project. Door het overzicht kom je tevens te weten of je het subsidiebudget wel volledig benut hebt. Op bepaalde projecten mag je bijvoorbeeld wel de kosten voor overhead rekenen, het is dan belangrijk dat ook te doen.’
Eén proces voor elk onderzoek Binnen ons UMC zijn er zo’n 1400 onderzoeksprojecten; in 2012 zal dit naar schatting 70 miljoen euro omzet brengen. ‘Er gaat ongelooflijk veel geld om in ons onderzoek’, vertelt Karin van Otterloo, voorzitter Projectcontrol 2.0 en bedrijfsleider IQ healthcare. ‘Het is heel belangrijk dat onderzoeksleiders en bedrijfsleiders goed grip hebben op deze financiën. De financiële controle kan over de hele linie beter. We zijn daarom Projectcontrol 2.0 gestart. Hiermee willen we ervoor zorgen dat er volledige transparantie komt in de financiële administratie rond onderzoek.’
Geen verrassingen Een van de doelstellingen van Projectcontrol 2.0 is dat er één uniforme werkwijze komt voor het management van ieder onderzoeksproject. Binnen dit proces krijgt de onderzoeksleider – de hoogleraar of (senior)onderzoeker – op elk moment de beschikking over goede financiële overzichten. Hierin staat precies hoeveel onderzoekssubsidie er (nog) is en hoeveel kosten er tot dan gemaakt zijn voor bijvoorbeeld personeel, het onderzoek zelf (labkosten, medicatiebereiding enzovoorts) en overhead. ‘De onderzoeksleider heeft zo continu zicht op de financiële voortgang van het onderzoek. Mochten bepaalde kosten hoger uitvallen, dan kunnen daar tijdig maatregelen op genomen worden’, aldus Van Otterloo. ‘Zo kom je niet pas nadat
Binnen het UMC wordt straks voor elk type onderzoek gewerkt volgens een en hetzelfde werkproces, of het nu gaat om dier-, mensgebonden of moleculair onderzoek. Momenteel zet de projectgroep de puntjes op de i in het vormgeven van dit ideale, uniforme proces. Ook doet de projectgroep een voorstel voor de bijbehorende tools (zoals een uniforme projectbegroting) en verdere ICTondersteuning hierbij. Deze voorgestelde werkwijze gaat vervolgens ter goedkeuring naar de Raad van Bestuur. De verwachting is dat begin volgend jaar ermee gewerkt zal worden. Projectcontrol 2.0 is onderdeel van Samen Slimmer Beter, gerichter op efficiënter en goedkoper werken. ‘Doordat een onderzoeksleider continu over de juiste stuurinformatie beschikt, kan die bijvoorbeeld verliezen op projecten veel vroeger zien aankomen en daarop anticiperen’, aldus Van Otterloo. ‘We zijn ervan overtuigd dat dit financieel gewin oplevert voor het UMC.’ ‘Ook krijgt een afdeling overzicht over alle onderzoeksprojecten die er binnen een afdeling zijn. Men kan precies zien welke projecten in de pas lopen met de begroting en welke niet’, zegt Nort Geurts, hoofd unit projectcontrol bij de productgroep Financiën. ‘Daarnaast levert het ook een kwaliteitsslag. Als iedereen volgens dezelfde wijze werkt, kun je bijvoorbeeld veel beter “best practices” verspreiden in het UMC en kunnen afdelingen van elkaar leren.’
Valkuil
Samen Slimmer Beter In het kader van Samen Slimmer Beter lopen er in het Radboud twaalf projecten om op diverse terreinen beter, efficiënter en goedkoper te werken. Deze projecten gaan bijvoorbeeld over ligduur, personele inzet, OK-bezetting en inkoop. Ook is er een project onder de noemer Projectcontrol 2.0, gericht op het verbeteren van de financiële administratie bij onderzoek. Voor meer informatie over Samen Slimmer Beter: kijk op het bedrijfsportaal onder de speciale button.
Is de valkuil echter niet dat een onderzoeksleider straks te veel met geldcijfers bezig moet zijn? ‘Die angst leeft wel’, erkent David de Louw, bedrijfsleider Farmacologie-Toxicologie en Cognitive Neuroscience. ‘Een onderzoeker wil geen financieel manager zijn. Maar onderzoeksleiders moeten wel zicht hebben op hoeveel ze nog kunnen besteden. Dat willen wij door Projectcontrol 2.0 voor hen zo gemakkelijk mogelijk maken, zodat zij zich kunnen focussen op hun primaire taak: het doen van onderzoek.’ n
9
Zes RU-onderzoekers ontvangen een ERC (European Research Council) starting grant van 1,5 miljoen euro. Onder hen zijn twee UMC-onderzoekers. Anneke den Hollander (Oogheelkunde) gaat hiermee onderzoek doen naar leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD). Bij deze ouderdomsziekte verliezen patiënten geleidelijk hun centrale gezichtsveld, waardoor ze niet meer kunnen lezen, autorijden en gezichten herkennen. Den Hollander wil beter voorspellen wie LMD krijgt en de behandeling voor deze ziekte verbeteren. Mihai Netea, hoogleraar Experimentele interne geneeskunde, gaat met zijn grant de relatie is tussen het genoom en microbioom (alle micro-organismen op en in ons lichaam plus hun genetische materiaal) onderzoeken. Netea wil begrijpen hoe het evenwicht tussen genoom en microbioom is bij gezonde mensen en hoe dat verstoord raakt bij patiënten met schimmelinfecties. Zijn doel is de diagnose en behandeling van schimmelinfecties te verbeteren.
Promoties, oraties, afscheidsredes* • Promotie drs. Daniël Oortgiesen, vrijdag 24 augustus om 15.30 uur. Titel: A tissue engineering approach to the regeneration of periodontal tissues • Promotie Fatemeh Asadzadeh Vostakolaei, maandag 27 augustus om 15.30 uur. Titel: Breast cancer in Iran: clues for prevention and control strategies • Promotie Genevieve Aryeetey, dinsdag 28 augustus om 10.30 uur. Titel: Targeting the poor in Ghana’s National Health Insurance Scheme and benefits of enrollment • Promotie drs. Caroline Jehu-Appiah, woensdag 29 augustus om 10.30 uur. Titel: Reaching the poor in Ghana’s National Health Insurance Scheme: equity aspects and strategies to improve enrolment • Promotie drs. Hanneke Wittgen, woensdag 29 augustus om 15.30 uur. Titel: The role of brain and intestinal efflux transporters in disposition of central nervous system drugs • Promotie drs. Jan-Frederic Wiborg, woensdag 5 september om 10.30 uur. Titel: The mechanisms of change and implementation of cognitive behaviour therapy for chronic fatigue syndrome • Promotie drs. Jaap Brunnekreef, woensdag 5 september om 13.30 uur. Titel: Repetitive strain injury: a novel focus on an ancient problem • Promotie drs. Jacolien Dun, donderdag 6 september om 10.30 uur. Titel: Implant survival and evaluation of bilateral application in children and young adults • Promotie Antoine Boivin, donderdag 6 september om 13.00 uur. Titel: Patient and public involvement in healthcare improvement • Oratie prof. dr. Barbara Franke, hoogleraar Moleculaire Psychiatrie, donderdag 6 september om 15.45 uur. Titel rede: Molecular Psychiatry: between statistics and biology • Oratie prof. dr. Bram van Ginneken, hoogleraar hoogleraar Functionele Beeldanalyse, vrijdag 7 september om 15.45 uur. Titel rede: Paard, radioloog, tractor, computer * Locatie: RU, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2, tenzij anders vermeld. Meer info: www.umcn.nl, Research, Science Agenda.
m ra ensen dbode 12 - 2012
mensen Bijdragen voor de rubriek Mensen (maximaal 150 woorden) kunt u tot uiterlijk donderdag 09.00 uur in de week vóór verschijnen mailen naar Radbode@ sb.umcn.nl, separaat voorzien van een scherpe digitale foto met een hoge resolutie.
Petro Boef
Op 1 juli was Petro Boef 25 jaar in dienst. Hij begon hier ooit als HTS-stagiair, waarna hij verder doorstroomde als gebruiksondersteuner, netwerkbeheerder en hoofd Middleware. In de jaren ’90 heeft hij het eerste datacentrum mede opgebouwd. Tijdens zijn jaren als projectleider raakte Petro meer geïnteresseerd in het bedrijfsproces en besloot zich verder te ontwikkelen. Hij begon aan een postacademische opleiding en rondde deze begin 2011 succesvol af. Enkele maanden later sloot Petro zich aan bij het Programmabureau Beter 2.0. Daar richt hij zich voornamelijk op het (door)ontwikkelen van de infrastructuur, met als ultieme uitdaging een infrastructuur te creëren waarop alle IT-systemen probleemloos draaien. Petro is een erg sportief en gedreven persoon. Hij begon zijn sportieve carrière ooit als fanatiek schaatser en skater en is nu fervent wielrenner. Daarnaast is hij er altijd als één van de eersten bij met het aanschaffen van nieuwe digitale gadgets. Petro is een ‘techneut’ in hart en nieren met een getraind oog voor bedrijfsprocessen. Wij hopen nog vele jaren met hem samen te werken. Namens het Programmabureau Beter 2.0, Erna Bouman
Ance Bastiaanssen
Op 1 Augustus was Ance Bastiaanssen 25 jaar in dienst en ze gaat per 1 september officieel met pensioen. Zij heeft al die tijd op de Intensive Care gewerkt. Het overgrote deel op de Cardio-Thoracale IC kinderen en volwassenen (het vroegere H30, later AOV-IC en nu C3ab). Eerst als IC verpleegkundige en later als senior Coördinatie en Organisatie van zorg. De laatste jaren zijn we haar op alle afdelingen gaan kennen als ‘bouwcoördinator’. In die functie heeft ze enorm veel geregeld voor wat betreft de nieuwbouw. Het was niet voor niets dat Ance daarvoor gevraagd werd. Haar oog voor detail, perfectionisme en doorzettingsvermogen waren juist de dingen die daarbij nodig waren. Die eigenschappen heeft Ance tot een zeer gewaardeerde collega gemaakt. Wij hebben haar laatste werkdag al met de collega’s gevierd en haar op muzikale wijze blijk gegeven van onze waardering van alle jaren samenwerking. Namens C3ab, Hans Coolen
Odette Sijlbing
Odette Sijlbing heeft per 1 augustus gebruik gemaakt van de FPU regeling. Odette is 36 jaar werkzaam geweest in het UMC St Radboud: gestart op de afdeling longziek ten/endocr inolog ie. Daarna heeft ze de overstap gemaakt naar polikliniek Heelkunde en daar heeft ze samen met collega’s met veel inzet en zorg de mammacareketen opgezet. Het laatste jaar heeft Odette met veel plezier op de preoperatieve polikliniek Anesthesiologie gewerkt. We wensen haar alle goeds in deze nieuwe fase! Namens de afdeling Anesthesiologie, Pijn en Palliatieve geneeskunde, Marijke Dijkstra, hoofdverpleegkundige
Willeke de Haas-Teunissen
Willeke de Haas-Teunissen is hier 25 jaar in dienst. Via het secretariaat Oncologie en de Patiëntencorrespondentie werd ze in 1994 secretaresse bij ons. In deeltijd, want er is ook een gezin en een familiebedrijf: De Haas Verhuur (in het kader waarvan ze tegenwoordig zelfs popconcerten organiseert). We hebben Willeke leren kennen als een zeer toegewijd en betrouwbare secretaresse. Zij is de spil in de organisatie van het coassistentschap interne geneeskunde, zowel in het UMC als in de geaffili-
eerde ziekenhuizen: ze regelt de indelingen en alle mondelinge examens op voortreffelijke wijze. Ze heeft een geweldig gevoel voor humor en kan buitengewoon snedig commentaar geven (waarvoor ze zich dan vervolgens lichtelijk schaamt). Zonder Willeke zou er niet gegokt worden binnen de afdeling; zij organiseert bij evenementen als EK en WK steevast een afdelingsbrede toto. Daarnaast heeft ze de bijzondere eigenschap dat ze van iedereen binnen de afdeling exact de geboortedatum in haar hoofd heeft. We hebben aan Willeke een uitstekende secretaresse en we hopen dat ze de afdeling nog vele jaren zal versterken. Jos van der Meer, emeritus afdelingshoofd AIG Cor Postma, Coördinator episode 1 interne geneeskunde. Petra van Gurp, Coördinator coschap interne geneeskunde Miriam Wolthuis, hoofd secretariaat AIG
I n m e m o riam P r o f . d r . P. W . C . K l o p p e n b o r g Piet Kloppenborg werd in 1931 te Rotterdam geboren. Na zijn studie geneeskunde in Leiden/Rotterdam kwam hij in 1957 naar Nijmegen om onder leiding van Majoor internist te worden. Daarna startte hij onderzoek naar het hormoon aldosteron samen met de chemicus Theo Benraad, met wie hij levenslang bevriend bleef. Na zijn promotie verbleef hij anderhalf jaar in Nashville, Tennessee, destijds het mekka voor de bijnierpathologie. Na zijn terugkeer werd hij de pionier die zijn vakgebied, de endocrinologie, in Nijmegen vorm gaf. In 1968 richtte hij de afdeling Endocriene Ziekten op, waarvan hij tot zijn emeritaat in 1996 hoofd was. Hierna zette hij zich nog geruime tijd in als lid van de Raad van Toezicht van ons ziekenhuis. Kloppenborg was een originele wetenschapper en een uitstekend docent. Veel jonge internisten zijn bij hem opgeleid en gepromoveerd. Daarnaast was hij een toegewijde, deskundige en aimabele dokter. Binnen de Kliniek voor Inwendige Ziekten bewaakte hij dat subspecialisten ook generalist bleven. Hij had een groot gevoel voor kwaliteit en was aanjager van het elkaar aanspreken op misstanden en fouten. Hij was daarbij allergisch voor rigide autoriteit. Zijn gewoonte om dingen onverbloemd en niet altijd even diplomatiek te zeggen leidde soms tot conflicten, overigens zelden met zijn medewerkers, die zijn leiderschap waardeerden.
Priscilla Janssen - deVette
Op 1 augustus 2012 was Priscilla Janssen - de Vette 25 jaar in dienst. Zij startte haar loopbaan als 18-jarige in de schoonmaakdienst. In 2000 werd zij verpleeghulp voeding op A40, waar zij sindsdien met veel inzet en plezier als voedingsassistente werkzaam is geweest. Sinds Heelkunde , Gynaecologie en Urologie zijn ingehuisd op C5 werkt zij op deze vloer als voedingsassistent. Priscilla is een trouwe, nauwkeurige medewerkster. Ook in turbulente tijden weet ze haar hoofd en dat van anderen koel te houden. Namens alle collega’s feliciteren wij haar van harte. Op maandag 24 september 2012 staan wij van 16.00 tot 18.00 uur stil bij haar 25- jarig jubileum in café ‘De Aesculaaf’, waarbij u van harte uitgenodigd bent. Namens het Servicebedrijf, Maaike van Beek , Operationeel manager Voedingsassistenten Namens C5 Heelkunde en Urologie/ Gynaecologie, Jean-Pierre van Bergen, Zorgmanager Heelkunde Charles Wiellersen, Hoofdverpleegkundige Urologie/ Gynaecologie
Met veel respect gedenken wij deze Radboudpionier. Wij zullen zijn markante persoonlijkheid, intelligentie, vriendschap en verfijnde humor missen. Zijn vrouw Wiesje en zijn kinderen en kleinkinderen betuigen wij onze oprechte deelneming. Frans H.M. Corstens Ad R.M.M. Hermus
I n m e m o riam Germa Cornelissen – v.d. Nieuwenhuizen Zondagmiddag 5 augustus kwam het verpletterende bericht dat onze collega Germa Cornelissen – v.d. Nieuwenhuizen op de terugweg van een mooie vakantie met haar gezin in Frankrijk een ernstige hersenbloeding had gekregen. Zij overleed een dag later in Lyon, zij werd slechts 51 jaar.
Gerda Buys
Gerda gaat ons nu na 41 werkbare jaren verlaten en genieten van haar welverdiende FPU. We hebben haar afscheid op 8 juni gevierd. Gerda is als voedingsassistente een groot gedeelte van haar werkbare periode binnen het UMC St Radboud werkzaam geweest op de afdeling oogheelkunde. Haar meest recente werkplekken waren de afdelingen C10/C20 (hoofd, hals,huid). Als je je werk met passie en liefde voor het vak doet, ben je in staat zo lang met plezier bij eenzelfde werkgever te blijven werken. Gerda Buys is zo’n collega, een blijvertje, een echte radboudiaanse. De enorme kennis van ons bedrijf, de afdelingen en natuurlijk de vele collega’s die Gerda in de verstreken periode hebben leren kennen, zijn allemaal onderdeel gaan uitmaken van Gerda’s leven. Ze deed de dingen altijd op haar eigen wijze met de kennis die nodig is om het onze patiënten naar de zin te maken. Ze was prettig in de omgang met patiënten en collega’s. Het gaat je goed Gerda! Namens alle voedingsassistenten en zorg collega’s van C10/C20 Operationeel Hoofd Voedingsassistenten, Ron Nagtegaal
Germa kwam eind jaren negentig als tandartsassistente werken bij het toenmalige cluster Tandheelkunde bij het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde. In 2001 stapte zij over naar Orthodontie. Ze wilde graag tot orthodontisch assistente worden opgeleid, want het meer klinische werk en vooral de patiëntengroep spraken haar aan. Ze was inderdaad als een vis in het water met kinderen maar evengoed met volwassenen die orthodontisch behandeld worden. Zij was klinisch zeer vaardig, had oog voor de kleinste details, was altijd vriendelijk en vooral ook de rust zelve. Een eigenschap die goed van pas komt als je veel met kinderen werkt. Germa werd door iedereen gewaardeerd. Wij zijn heel dankbaar voor alles wat ze voor ons gedaan en betekend heeft. Iedereen die binnen onze vakgroep met de patiëntenbehandeling te maken heeft en vooral haar directe collega’s van de polikliniek zullen haar heel erg missen, evenals de overige leden van de vakgroep. Wij blijven verbijsterd achter, wij zullen haar niet vergeten. Wij wensen haar man Paul en haar kinderen Anne, Lisa en Ivo heel veel sterkte. Prof. dr. Anne Marie Kuijpers-Jagtman Hoofd Vakgroep Orthodontie & Craniofaciale Biologie
Jolanda Oosterijk
Na 10 jaar dienstverband heeft Jolanda Oosterdijk afscheid genomen. Zij gaat zich inzetten voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, als reintegratie adviseur bij Initia Nova te Beuningen. Jolanda heeft altijd gewerkt op de polikliniek Heelkunde, als administratief medewerker, secretaresse en senior administratief medewerker. Wij betreuren het dat met het vertrek van Jolanda ook veel kennis verloren gaat. Wij danken haar hartelijk voor haar inzet en betrokkenheid al die jaren en wensen haar veel succes toe in haar verdere carrière. Luc Knap, Hélène van Dam en Angelique Stokkermans
I n m e m o riam Anja Verhoeven-Wolf Met grote verslagenheid vernamen wij dat onze collega Anja VerhoevenWolf op maandag 6 augustus is overleden op de leeftijd van 54 jaar. Wij hoorden in januari dat zij ongeneeslijk ziek was en leefden met haar mee tijdens het ziekteproces. Het moment van sterven kwam onverwacht snel. We missen haar zeer. Ruim 15 jaar werkte Anja voor onze afdeling IQ healthcare. Eerst als managementassistente, later als stafadviseur. Wij kennen Anja als een zeer toegewijde collega. Zij was voor ons de spin in het web, die breed door de afdeling heen mensen met raad en daad terzijde stond. Door haar brede werkterrein bleef haar betrokkenheid niet alleen bij onze afdeling. In 2010 kreeg zij de Radboudpluim, waaruit breed gedragen waardering blijkt. Zij werkte vol daadkracht, betrokkenheid en met aandacht voor de mensen om haar heen. We wensen haar man Han, en haar kinderen Monique en Marc veel sterkte toe.
Helaas kunnen niet alle aangeboden teksten in deze Radbode geplaatst worden. Zie daarom ook onder de rubriek ‘Mededelingen’ (24 augustus) op intranet, voor de overige medewerkers die deze maand jubileren.
Namens de collega’s van IQ healthcare, Prof. dr. G. Westert, afdelingshoofd Mw. K. van Otterloo, bedrijfsleider
10
ra d b o d e 1 2 - 2 0 1 2
het moment In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Dit keer een verhaal van kinderintensivist Chris Neeleman.
Rustpunt ‘Op de kinderafdeling werd een kleuter opgenomen met een longontsteking. Het meisje was na een hersenontsteking neurologisch beschadigd en werd door de ouders thuis verzorgd. Bij opname bleek het ademhalingscentrum onvoldoende te functioneren. Ze kon niet goed zelfstandig ademen en zou hier uiteindelijk aan overlijden. Dit was voor de ouders een grote klap. Beademing zou een zinloze behandeling zijn, dat zou haar probleem niet oplossen. Daar waren de ouders het niet mee eens. Ik probeerde hen van onze expertise en goede intenties te overtuigen, waarmee het toch lukte een vertrouwensband op te bouwen. Maar de beademing bleef een discussiepunt. Gesprekken met medebehandelaren werkten averechts. De ouders hielden nog meer vast aan hun standpunt. Ik heb toen alle betrokken collega’s, afdelingshoofd en directie geïnformeerd. Tegelijkertijd bleef ik met de ouders in gesprek. Ik vroeg hen ook of ze vertrouwen in mij hadden. Dat hadden ze, zeiden ze. Ik stelde voor collega’s van andere kinderIC’s te vragen of zij wel een indicatie zagen voor beademing. Die deelden unaniem onze mening. De natuur zal hier beslissen en dat moeten we accepteren, zei ik openlijk.
‘Af en toe moet je op je tong bijten, maar dat hoort bij het vak’ Diezelfde week werd ik gebeld door een advocaat die namens de ouders een rechtszaak wilde aanspannen. Ik legde hem uit dat beademing zinloos was. De advocaat accepteerde mijn argumenten en liet het hierbij. Maar een dag later werd ik gebeld door een andere advocaat die mij dagvaardde. Hoewel ik altijd naast de ouders stond, stonden we in de rechtszaal tegenover elkaar. Toch was het antwoord van de ouders op de vraag van de rechter “hebt u vertrouwen in deze arts”, ja. Maar ze waren het oneens over de beademing. Uiteindelijk werd de eis om te beademen afgewezen. Kort daarna vroegen de ouders om een second opinion in het buitenland. Dat moet u zeker doen als u dat rust geeft, zei ik en regelde de overplaatsing. Tot mijn verbijstering stond de dag na vertrek een foto van de ouders met hun kind bij de hoofdingang van het ziekenhuis in de krant die kopte: “Ouders ontvoeren kind uit ziekenhuis”. Gesuggereerd werd dat ouders het kind moesten bewaken, anders zouden artsen de behandeling staken. Het team was hierdoor erg aangeslagen. Ik werd door de advocaat in het interview met naam en toenaam genoemd. Vanwege het beroepsgeheim had ik geen weerwoord. In de media waren we op dat moment vogelvrij. Na de second opinion kwam het kind zonder nieuwe inzichten terug. Uiteindelijk herstelde het voldoende om naar huis te kunnen. Enkele maanden later overleed ze. Boven de rouwadvertentie stond: wij hebben de beslissing van de natuur moeten accepteren. Mijn woorden. Kennelijk waren die toch bij de ouders goed doorgekomen. Essentieel is dat je alle betrokkenen en directie snel informeert en ondanks alles naast de ouders blijft staan. Je inleven in hun situatie en hun wensen. En toch de regie blijven voeren. Af en toe moet je op je tong bijten, maar dat hoort bij het vak. Dan blijf je het aanspreekpunt voor de ouders.’ Nelleke Dinnissen
Prof. dr. Jan Smeitink: ‘Laten we eerst alle aandacht richten op die ziekenhuisbedrijfsprocessen waar daadwerkelijk winst te behalen valt.’
Keuzes in de zorg Als ziekenhuizen kritischer kijken naar ál hun bedrijfsprocessen en daarmee geld besparen, hoeven patiënten met zeldzame ziekten zich geen zorgen te maken of hun behandeling wel of niet vergoed kan worden.
HET BETOOG Het College voor Zorgverzekeringen is het overheidsorgaan dat erover waakt dat verzekerden via de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten de zorg krijgen die voor hen noodzakelijk is. Als het aan het CVZ ligt, komen patiënten met de stofwisselingsziekten Pompe en Fabry straks niet meer in aanmerking voor vergoeding van hun medicijnen vanuit het basispakket, zo berichtten de media onlangs. Het CVZ stelt dat de kosten per patiënt per jaar - voor Pompe 400.000 tot 700.000 euro, voor Fabry 200.000 euro - niet opwegen tegen de te verwachten gezondheidswinst.
Q U A LY ’ s Het afwegen van kosten en baten wordt in Groot-Brittannië vertaald in QUALY’s (quality adjusted life year; één jaar in goede gezondheid). In Nederland adviseerde de Raad voor de Volksgezondheid in 2006 en 2007 maximaal 80.000 euro uit te geven aan één QUALY. Voor patiënten met een milde variant van de ziekte van Pompe zijn volgens het CVZ de kosten van behandeling onacceptabel veel hoger dan de gestelde grens. Verzekeraars zelf hebben geen rol bij het beperken of uitbreiden van het basispakket; zij moeten uitvoeren wat de minister en de Tweede Kamer besluiten. Verzekeraars mogen, bijvoorbeeld uit coulance, wel voor eigen rekening vergoeden wat ze willen. De eventuele meerkosten komen dan voor rekening van alle verzekerden. Dat er voortdurend discussie is over manieren om de kosten van de gezondheidszorg in te perken is niet vreemd. De vraag die adviesorganen en beleidsmakers zichzelf echter zouden moeten stellen, is of zij alle andere mogelijkheden tot beteugeling van de kosten van de zorg voldoende hebben benut. Alhoewel de kosten van weesgeneesmiddelen slechts een klein percentage uitmaken van de totale kosten is onderhandelen met de fabrikant over de prijs van een geneesmiddel een van de mogelijkheden. Geneesmiddeleninnovatie mag hierdoor echter niet in gevaar komen.
11
Terugdringen van kosten Ziekenhuisbesturen worstelen dagelijks met stijgende kosten en minder inkomsten. Afdelingshoofden en hun bedrijfsleiders worden voortdurend aangesproken op het verbeteren van efficiëntie en het terugdringen van de kosten. Zij vertalen dit beleid door naar de werkvloer. Ondanks deze maatregelen slagen we er slechts in beperkte mate in om de kosten te beteugelen. Nu wordt voor het eerst een advies gegeven om in plaats van het efficiënter maken van de processen rond de zorg, in te grijpen in de zorg zelf door effectieve, doch kostbare, behandelingen voor een kleine groep patiënten niet meer te vergoeden. Moet het directe proces, het voor de patiënt meest cruciale onderdeel van het zorgproces, en let wel, slechts één van de bedrijfsprocessen in een ziekenhuis, nog verder onder druk worden gezet? Moeten we niet ándere bedrijfsprocessen kritischer onder de loep nemen? Het antwoord op deze retorische vraag is mijns inziens met een overduidelijk ja te beantwoorden. Laten we het analyseren van de efficiëntie van de directe zorg voorlopig stilleggen en eerst alle aandacht richten op die ziekenhuisbedrijfsprocessen waar daadwerkelijk winst te behalen valt.
Met stijgende verbazing Zo las ik met stijgende verbazing in de vorige Radbode dat de afdeling inkoop een bulk laboratoriabenodigdheden centraal wil inkopen om hiermee grotere kortingen bij de leveranciers te bedingen. Laat ik nou denken dat dit allang gebeurde. Prijsbewust inkopen doet u thuis toch ook? Misschien moeten we bij het investeren in een nieuw gebouw of in een project dat halverwege kansloos blijkt in het achterhoofd houden wat we in onze thuissituatie zouden overwegen – misschien zou een verbouwing en modernisering wel volstaan? Ik roep beleidsmakers op om zich minder bezig te houden met de direct aan de patiënt gekoppelde bedrijfsprocessen en hun aandacht te richten op bedrijfsprocessen die verder afstaan van de patiënt. Ja, de gezondheidszorg kan echt goedkoper als er bedrijfsmatiger gedacht wordt. Patiënten met de ziekte van Pompe, Fabry of andere ziekten met kostbare behandelingen zouden zich, in een van de meest welvarende landen van de wereld, geen extra zorgen moeten hoeven maken. Prof. dr. Jan Smeitink, hoogleraar Mitochondriële Geneeskunde
ac ra tueel dbode 12 - 2012
Hoe ouder, hoe gemener
Teer, nicotine en kankerverwekkende stoffen blijven hangen op tapijt, gordijnen en kleding. In combinatie met zuurstof en andere stoffen kunnen ze nog schadelijkere deeltjes vormen. Coassistent Stefan van Rooijen deed onderzoek en zag dat bloedplaatjes en stollingseiwitten bij aan rook blootgestelde vrijwilligers actiever zijn dan bij mensen die niet aan rook zijn blootgesteld. ‘De structuur van het bloedpropje is steviger.’
‘Deeltjes van sigarettenrook die achterblijven op materialen zoals gordijnen, tapijt, kleding en papier kunnen actief worden als ze bijvoorbeeld interacteren met zuurstof. Via wind kunnen deze deeltjes zich weer verspreiden en alsnog worden ingeademd’, zegt coassistent Stefan van Rooijen die zes maanden met geavanceerde apparatuur onderzoek deed in San Francisco.
Verspreiding Bij roken komt nicotelline vrij. Van Rooijen: ‘Het is een molecuul dat stabiel en zichtbaar is. Daardoor is te zien hoe ver rook zich verspreidt en te meten hoe hoog de concentratie kankerverwekkende stoffen is. Amerikaans onderzoek in 2011 toont aan dat deze concentratie op 15 tot 20 meter twee keer zo hoog is dan in normale lucht.’ Supervisor en cardioloog Marc Brouwer bevestigt deze conclusie. ‘Daarom moet in Amerika een rokerscabine op ten minste 20 meter van bijvoorbeeld een hoofdingang van het ziekenhuis staan.’
Schadelijk Van Rooijen maakt verschil tussen firsthand en second hand smoke. ‘Firsthand smoke is rook die een roker inhaleert. Secondhand smoke is rook die vrijkomt bij de top van een sigaret, plus uitgeblazen rook. Deze rook
De hoedanigheid van onze langere levensverwachting De afgelopen jaren lees ik minstens twee keer per week wel ergens, en ik lees uiteraard enkel kwaliteitskranten, dat we nu eenmaal langer leven en (“dus waarschijnlijk ook wel”) in betere gezondheid dan voorheen. Opmerkelijk genoeg staat daar eigenlijk nooit een uitleg bij of een onderbouwing. Alsof het tweede, die betere gezondheid, logisch volgt uit het eerste, dat langere leven. Terwijl alleen al uit het gegeven dat mannen en vrouwen op ongeveer dezelfde leeftijd beginnen te sukkelen, maar vrouwen een flink aantal levensjaren méér hebben, blijkt, dat dat niet vanzelf spreekt.
Alternatief voor proefpersonen Vernieuwend in het onderzoek van Van Rooijen is het vinden van een alternatief voor proefpersonen. Hij testte bloed van aan rook blootgestelde vrijwilligers op bloedstolling, maar nam ook bloed af van personen die niet aan rook werden blootgesteld. Dat bloed mengde hij met reactievloeistoffen die wel aan rook waren blootgesteld. Het resultaat was positief, dat wil zeggen dat
N e ll e k e Di n n iss e n
ethiek
is volgens onderzoek zes tot twaalf keer meer toxisch dan rook die rokers inhaleren.’ Nieuw is de zogenoemde “thirdhand smoke”, die volgens Van Rooijen nog schadelijker kan zijn dan firsthand- and secondhand smoke. Van Rooijen ving een mix van firsthand en secondhand smoke op in een cabine die verbonden was met een rookrobot. Via een buissysteem ging deze rook door een kamer met materialen, zoals papier en tapijt. ‘Gemiddeld blijft 49 procent van de rookdeeltjes hangen aan omgevingsmaterialen, de zogenoemde thirdhand smoke. Van nicotine bleef 71 procent hangen en van kankerverwekkende stoffen als NNK en NNN respectievelijk 79 tot 80 procent.’ In zijn onderzoek mengde Van Rooijen een mix van firsthand-, secondhand- en thirdhandsmoke met bloed. ‘De bloedplaatjes en stollingseiwitten werden actiever. De bloedprop werd groter en steviger en daardoor mogelijk moeilijker afbreekbaar.’ ‘Hoe ouder de rookdeeltjes, hoe gemener de uitwerking’, verduidelijkt Brouwer.
'Niet alleen mensen, ook bloedsamples kun je blootstellen aan rook' de bloedsamples even representatief waren als proefpersonen in een rookcabine. ‘In beide gevallen blijkt dat door blootstelling aan rook de kans op trombose is vergroot’, stelt Van Rooijen. ‘Trombose kan leiden tot hart- en vaatziekten.’ Supervisor Marc Brouwer, die gepromoveerd is op bloedstolling, en zijn collega’s hebben Van Rooijen tijdens zijn onderzoek constant met kritische vragen bestookt. Brouwer is laaiend enthousiast over Van Rooijens onderzoek. ‘Zo’n onderzoek in het buitenland regelen is al een mijl op zeven, maar Stefan vond dus ook een alternatief voor proefpersonen: in plaats van
Helaas is het ook gewoon niet waar. Het zou mooi zijn, maar het is niet zo. Dorly Deeg legt het uit in haar bijdrage aan de bundel Ouder worden in de 21ste eeuw. De forse stijging van de levensverwachting sinds 1861 is tot 1900 te danken aan de afname van de zuigelingenen kindersterfte. In de eerste helft van de 20ste eeuw
begint ook de sterfte van volwassenen tot aan de middelbare leeftijd af te nemen. Nu blijft de levensverwachting stijgen, dus dan zou dat door een verlengde oude dag moeten komen. Sinds 1861 is echter de levensverwachting voor mensen van 65 jaar slechts 5 jaar toege-
12
Coassistent Stefan van Rooijen ving tijdens zijn onderzoek in San Francisco een mix van firsthand en second hand smoke op in een cabine die verbonden was met een rookrobot. proefpersonen kun je dus ook bloedsamples blootstellen aan rook.’
Zorgwekkend De twee vinden de uitkomsten Van Rooijens onderzoek en die van andere Amerikaanse onderzoeken zorgwekkend. ‘De wereldgezondheidsorganisatie presenteerde in “Children are not little adults” dat blootstelling van toxische deeltjes aan kinderen gevolgen kan hebben voor hun ontwikkeling. En kinderen krijgen deze thirdhand smoke in hoge mate binnen als ze over tapijt kruipen in een ruimte waar gerookt is. En dát kan niet zonder gevolgen zijn.’ Het effect van thirdhand smoke is nog niet in mensen getest, onderzoek moet uitwijzen wat het precies doet. Van Rooijen: ‘Onderzoek op moleculair niveau van de verschillende soorten rook heeft aangetoond dat de deeltjes in thirdhand smoke schadelijker kunnen zijn dan secondhand smoke. En wellicht zijn ze voor mensen ook schadelijker.’
Lafhartig Van Rooijen vindt het rookbeleid in Nederland lafhartig. ‘Als je maatregelen neemt, controleer daar dan stevig op. Te weinig mensen in de horeca trekken zich er iets van aan. En dat bezoekers en patiënten voor de deur van het ziekenhuis roken kan echt niet meer.’ n
nomen. Heel bescheiden. En komt die toename doordat we gezondere leefgewoonten hebben? Nee. Integendeel, we gaan massaal gebukt onder obesitas en bewegingsarmoede. Ook zijn we niet gezonder: de prevalentie van chronische ziekten stijgt. Met name hartziekten, diabetes en gewrichtsaandoeningen stijgen sterk. En hier ligt de kern van de zaak: de levensverwachting bij ouderen stijgt vooral bij chronisch zieke ouderen en wel door de enorme verbeteringen in diagnostiek en behandeling. Deze zorgen ervoor dat chronisch zieke mensen langer leven, maar niet zonder lichte tot ernstige beperkingen en vaak ook met depressiviteit. De gedachte dat ouderen steeds gezonder worden is een mythe. Aldus Deeg. Dit is een ongemakkelijk gegeven. Maar van elkaar klakkeloos napraten zijn we nog nooit beter geworden. Net zo min als van iets aannemen omdat het zo fijn zou zijn als het waar was. Carla Bal