Misjpoge 1990 nr 3, pagina 61-68
ONDERZOEK NAAR POOLSE VOOROUDERS Aan het einde van de 15e eeuw werden in Midden- en Zuid-Europa de joden nagenoeg geheel verdreven. De Sefardische joden trokken in groten getale naar Zuid-Amerika, Noord-Afrika en andere gebieden rond de Middellandse Zee, terwijl de Asjkenazische massaal koers zetten naar Oost-Europa waar zij - hoofdzakelijk in Polen - een nieuw bestaan zouden opbouwen. Anderhalve eeuw later begon een trek in omgekeerde richting en vestigden Poolse joden zich opnieuw in Midden- en West-Europa. Bij menig joods-genealogisch onderzoek zal men voorouderonderzoek in Polen moeten doen en dan dient de vraag zich aan: zijn daartoe mogelijkheden? Het zal niemand verbazen dat de archieven in de Oost-Europese landen lange tijd ontoegankelijk waren voor onderzoekers aan deze zijde van het IJzeren Gordijn en dat we bitter weinig wisten van hetgeen die archieven bevatten. De ontwikkelingen in het afgelopen jaar rechtvaardigen de hoop dat de toegankelijkheid in de nabije toekomst zal toenemen. Hierop vooruitlopend, hebben we getracht erachter te komen wat thans van de Poolse archieven bekend is, mede omdat verschillende lezers hiervoor belangstelling bleken te hebben. We zijn ons ervan bewust dat onderstaande informatie summier en fragmentarisch is, maar er is vooralsnog niet meer te vinden. Er moge echter uit blijken dat men geen al te hoge verwachtingen kan koesteren ten aanzien van toekomstige onderzoekmogelijkheden. Onze gegevens zijn ontleend aan het Franse blad Archivum, Revue internationale des archives (Parijs 1975), aan de Poland Library Collection van het Mormonen-archief, aan informatie van Poolse historici en aan gepubliceerde onderzoek-ervaringen van Amerikaanse genealogen. De auteur Milo Anstadt was zo vriendelijk om de betekenis van een aantal Poolse woorden en begrippen nader toe te lichten en verschafte ons een Poolse historische atlas die een duidelijk visueel beeld geeft van de ontwikkeling van het land door de eeuwen heen. DE STAATKUNDIGE ONTWIKKELING VAN POLEN. De grenzen van Polen zijn talloze malen ingrijpend gewijzigd. Op de landkaart schoof deze staat herhaaldelijk van west naar oost en van oost naar west als gevolg van het feit dat er nu eens gebied bijkwam en dan weer gebied afging; tot twee maal toe verdween het land zelfs helemaal van de kaart. Reeds in 1386 was door het huwelijk van koningin Jagwiga van Polen en grootvorst Jagiello van Litouwen een personele unie tussen beide landen tot stand gekomen die in 1569 leidde tot een volledige vereniging van de twee staten. Tot Litouwen behoorden grote delen van het tegenwoordige Rusland en in de 16e eeuw strekte Polen zich dan ook uit van de Oostzee tot de Zwarte Zee en van de Oder tot voorbij de Dnjepr, terwijl Walachije, Moldavië en Bessarabië vazalstaten waren (kaart l).
Kaart 1. Polen in de 16e eeuw. Rusland, dat zich pas aan het einde van de 15e eeuw had bevrijd van de Tartaarse overheersing, bestond in de 16e eeuw nog uit vele afzonderlijke gebieden, waar elkaar bestrijdende vorsten en bojaren de scepter zwaaiden; een van hen, Iwan de Verschrikkelijke, liet zich in 1547 als eerste tot 'tsaar aller Russen' kronen, maar dat wil niet zeggen dat het land toen al een eenheid vormde, De 16e eeuw werd Polen's gouden eeuw, maar daarna zette het verval in. De oorlogen met Zweden (1600-1629, 1655-1660 en 1700-1711) en met Rusland (1632-1634, 1654-1667) deden grote gebieden verloren gaan. In de laatste decennia van de 18e eeuw volgden de drie Poolse delingen; in 1772 kwam het meest westelijke deel van het land aan Pruisen, het oostelijke deel aan Rusland en het zuidelijk gelegen Galicië aan Oostenrijk; in 1793 annexeerden Pruisen en Rusland opnieuw aanzienlijke gebieden en in 1795 werd het resterende Poolse grondgebied door de drie buurlanden verdeeld (kaart 2).
Kaart 2. Verdeling van Polen 1772-1795. Als zelfstandig land hield Polen van 1795-1918 op te bestaan. Het is niet verwonderlijk dat Napoleon tijdens zijn oorlogen met de Russische tsaar, de Pruisische koning en de Oostenrijkse keizer in de Polen warme medestanders vond. Zij werden daarvoor in 1807 door hem beloond met de stichting van het Hertogdom Warschau. Na de val van Napoleon hield dit weer op te bestaan en keerde de oude toestand terug. Terwijl Pruisen en Oostenrijk hun Poolse gebieden bij bestaande, eigen provincies voegden, stelde Rusland zijn deel onder een apart bestuur, en noemde het: Congres-Polen. In de daarop volgende eeuw kwamen de Polen in dit gebied menigmaal in opstand tegen de Russische heersers, met geen ander resultaat dan een steeds strenger wordend régime van deze machthebbers. In de Eerste Wereldoorlog werd Congres-Polen door Duitsland en Oostenrijk bezet; na de nederlaag van deze mogendheden ontstond in 1918 eindelijk weer een onafhankelijk Polen, zij het van korte duur want zoals bekend werd het land in 1939 opnieuw door de Duitsers en de Russen onder de voet gelopen. DE ARCHIEF-BEWAARPLAATSEN. Uit het bovenstaande blijkt, dat elke plaats in het huidige Polen vanaf het eind van de 18e eeuw tot 1918 bij een andere staat behoorde. Veel steden en dorpen die vroeger Pools waren, liggen thans in een ander land. En dan zijn er ook nog plaatsen die nooit eerder in de geschiedenis Pools zijn geweest (of alleen in ver vervlogen tijd: tot in de 12e eeuw), en die pas in 1945 bij Polen zijn gevoegd. Een voorbeeld van deze laatste is Wroclaw, het vroegere Breslau. Waar berusten de archieven van de tegenwoordige en vroegere Poolse steden en dorpen? Het is gebruikelijk dat archieven daar blijven berusten waar zij zijn gevormd. Met betrekking tot de plaatselijke archieven zal men redelijkerwijs kunnen verwachten dat men ze in de betreffende plaats zal aantreffen. Het ligt anders met de archieven van de landelijke overheid, die immers gevormd werden in de hoofdplaatsen van de landen waar het Poolse gebied op dat moment deel van uitmaakte. Dat deze regels in het geval Polen niet altijd opgaan, maakt de zaken gecompliceerder. Zo bericht een Amerikaans onderzoeker dat de Sovjet-Unie een aantal oude archieven van Litouwen en van het gebied van Lvov (vroeger Pools, thans in de Sovjet-Unie gelegen) aan Polen heeft overgedragen;
deze zouden zich nu in Wroclaw bevinden, nota bene in het uiterste westen van het land. Het lijkt ongeloofwaardig en we hebben dit bericht helaas niet kunnen verifiëren. Een jaar of drie geleden kreeg Polen van de Sovjet-Unie belangrijke registers terug van 400 joodse gemeenten, waaronder geboorte-, huwelijks- en overlijdensregisters. Deze registers zijn ondergebracht in het Oud Archief in Warschau en zullen in de loop der tijd worden gecatalogiseerd en mogelijk ook op microfilm worden gezet. Waarschijnlijk betreft het registers uit plaatsen die thans op Pools grondgebied liggen en die om de een of andere reden in de Sovjet-Unie terecht waren gekomen. Het lijkt dan niet uitgesloten dat zich daar ook nog andere Poolse archiefbescheiden bevinden. Bij een onderzoek naar Poolse voorouders is het van groot belang te weten in welk gebied zij woonden en tot welk land dat gebied behoorde tijdens en na hun verblijf. Alleen dan zal men met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kunnen vaststellen waar de archieven zich bevinden die voor raadpleging in aanmerking komen. HET POOLSE ARCHIEFWEZEN. Het tegenwoordige Polen is verdeeld In 17 wojewodska's. Een wojewodska is een bestuurlijke eenheid, enigszins vergelijkbaar met onze provincie. Het zijn Bialystok, Lodz, Kielce, Lublin, Warszawa, Zielona Gora, Krakow, Rzeszow, Bydgoszcz, Gdansk, Katowice, Koszalin, Olsztyn, Poznan, Szczecin, Opole en Wroclaw. De eerste zes waren na de Poolse delingen Russisch gebied, de volgende twee Oostenrijks, de daarop volgende zeven Pruisisch en de laatste twee zijn pas in 1945 Poolse provincies geworden en waren voor die tijd Duits. In alle genoemde provincies is een (provinciaal) archief waarin de archiefbescheiden van de meeste steden en dorpen in die provincie zijn ondergebracht. De archiefbewaarplaats bevindt zich in vrijwel alle gevallen in de provinciehoofdstad, maar is soms in verschillende plaatsen gehuisvest. Grotere steden binnen een provincie hebben dikwijls een eigen archiefbewaarplaats waarin het 19e- en 20eeeuwse stadsarchief berust; een bestudering van de inventaris-opgave leidt tot de conclusie, dat deze stadsarchieven zelden oudere stukken bevatten. Het Staatsarchief, enigszins vergelijkbaar met ons Algemeen Rijksarchief, is in Warschau gevestigd. Het zetelt In drie verschillende gebouwen waarin respectievelijk het Oud Archief (12e eeuw tot 1918), het Nieuw Archief (vanaf 1918) en de Audio-Visuele Documentatie zijn ondergebracht. Hiervan bevat het Oud Archief ongetwijfeld de meeste bronnen voor onderzoek naar joodse voorouders in vroeger eeuwen. We noemden reeds de daar ondergebrachte registers van Joodse gemeenten die recentelijk door de Sovjet-Unie zijn overgedragen. Eveneens daar aanwezig zijn de belastingkohieren voor Poolse joden van 1764. In dat jaar hadden de Poolse delingen nog niet plaats gevonden en de kohieren hebben dus betrekking op alle plaatsen van het vroegere Poolse rijk. Omdat de meeste joden in die tijd nog geen achternamen hadden, zal niet ieder in staat zijn om familieleden te traceren. Polen heeft in totaal 107 archiefbewaarplaatsen. De verschillen tussen de provincie-archieven zijn zeer groot. Bialystok blijkt bijvoorbeeld alleen over 19e- en 20e-eeuwse stukken te beschikken, terwijl in Zielona Gora archieven vanaf de 16e eeuw aanwezig zijn. In Lublin bevindt zich het archief van de gelijknamige stad dat teruggaat tot 1317, terwijl de archieven van de overige steden in die provincie pas in de 19e eeuw beginnen. Deze verschillen zijn veelal het gevolg van de grote verwoestingen die in de oorlogsjaren zijn aangericht. Zo is 80% van het Warschause archief tijdens de Tweede Wereldoorlog verbrand. Van talloze plaatsen zijn de archiefbescheiden aangetast door vocht, zuur of andere factoren. Maar er zijn ook provincie-archieven die beschikken over een Indrukwekkende hoeveelheid stukken en registers vanaf de 13e eeuw, met name die van Gdansk, Bydgoszcz, Wroclaw en Poznan. (In het archief van de provincie Poznan is overigens ook een handig kaartsysteem aanwezig van alle personen die tussen 1860 en 1931 In dat gebied woonachtig waren). Men moet echter steeds voor ogen houden dat elk Pools archief bronnen in huis kan hebben die (nog) niet in de archiefinventaris staan vermeld. Voor een bezoek aan de Poolse archieven dient men als buitenlander vooraf toestemming te vragen aan de Directeur van de Staatsarchieven (Prof. Dr Marian Wojciechowski, Naczelna Dyrekcia, Archiwow Panstwowych, 00-238 Warszawa, ul. Dluga 6, Skrytka pocztowa nr 1005, Polen). Die toestemming werd tot voor kort uitsluitend verleend aan historici, sociologen e.d. die daarvan een bewijs moesten overleggen. Het is ons niet bekend of het toelatingsbeleid in het afgelopen jaar versoepeld is, maar dat zal zeker niet lang meer op zich laten wachten. In de Poolse archieven heerst thans nog een grote wanorde en velen hebben ervaren dat de archiefambtenaren niet veel medewerking verlenen. In het algemeen geven zij op elke gestelde vraag een
negatief antwoord. Omdat de opvatting heeft post gevat dat er in Polen geen of weinig joodse gegevens bewaard zijn gebleven, wordt al spoedig beweerd dat er niets aanwezig is. Dit is onjuist. Volgens Richard Schnepf, die als historicus verbonden is aan de Universiteit van Warschau en uit hoofde daarvan toegang heeft tot de archieven, zijn er in Polen veel verzamelingen van Joodse gegevens, maar zijn ze verspreid en niet geïnventariseerd, mede omdat ze veelal in het Hebreeuws of jiddisj zijn geschreven - talen die de archiefambtenaren niet beheersen. Om toegang te krijgen tot de registers met geboorte-, huwelijks- en overlijdensacten, moet men vele officiële hindernissen overwinnen omdat aan vreemdelingen niet wordt toegestaan, persoonsgegevens van iemand anders in te zien. Bovendien zijn deze pas 'openbaar toegankelijk' als ze meer dan 100 jaar oud zijn. Ze mogen alleen door het personeel worden geraadpleegd. Wordt de gezochte acte gevonden, dan kan men daarvan een uittreksel krijgen waar echter niet alle bijzonderheden op vermeld staan. De gemaakte uittreksels worden naar het Directoraat in Warschau gezonden, dat ze na ontvangst van betaling aan de aanvrager toestuurt. Evenals in West-Europa waren ook in Polen de kerken vroeger belast met de registratie van doop, huwelijk en begraven. Van deze oude gegevens is tijdens de vele strijdtonelen op Pools grondgebied veel verloren gegaan of op onbekende plaatsen terecht gekomen. Een volledige opgave van de nog bestaande kerkregisters vindt men in Deutsche Sippenforschung in Polen (Vaihingen/Enz 1985). Het is een uitgave van Wilfried Melchior Verlag en het ISBN nr is 3-924275-06-8, De registratie van geboorte, huwelijk en overlijden door de overheid begon in een groot deel van Polen pas zeer laat. Alleen in het door Napoleon gestichte Hertogdom Warschau werd reeds in 1808 de burgerlijke stand ingevoerd, maar omdat men de kerkelijke registers als semiofficieel beschouwde, werden de joden in de katholieke parochieregisters ingeschreven. De registratie werd gehandhaafd toen de Russen de macht weer overnamen in het gebied. Vanaf November 1825 werden aparte registers voor joodse inwoners bijgehouden. Tot 1868 werden de acten in het Pools geschreven, daarna in het Russisch. In het Pruisische deel van Polen begon de burgerlijke stand in 1874. De 19e-eeuwse registers uit dit gebied zijn in het Duits, de 20e-eeuwse in het Pools. Een factor die het onderzoek extra bemoeilijkt is, dat de oorspronkelijke plaatsnamen dikwijls veranderd of verduitst zijn. In Oostenrijk werd pas in 1938/'39 de burgerlijke stand ingevoerd. In het Oostenrijkse deel van Polen (Galicië) vond reeds in 1787 een eerste registratie van Poolse Joden plaats. Daarna vindt men hen vaak vermeld in de katholieke kerkregisters. Documenten uit Galicië (overigens zeer schaars aanwezig, waarschijnlijk omdat ze bij de kerken zijn blijven berusten) zijn soms in het Pools, maar meestal in het Duits of Latijn geschreven. Er wordt naar gestreefd om de Pools-joodse archieven te inventariseren maar dat kan nog ettelijke jaren in beslag nemen. Het ontbreekt vooralsnog aan goed opgeleid personeel en aan technische middelen. Van alle Poolse registers is momenteel nog slechts 4% op microfilm gezet, en zij gaan niet verder terug dan tot ca 1870. Wanneer men zelf voor een archiefonderzoek naar Polen gaat, kan het taalprobleem een belemmering zijn. In het westelijke deel van Polen spreken veel ouderen nog Duits. In Warschau en Oost-Polen is Russisch de tweede taal. Veel jonge Polen kennen echter Engels en onder hen is vrij gemakkelijk een tolk te vinden. ANDERE EN MEER TOEGANKELIJKE BRONNEN. De Poolse regering heeft de Genealogische Vereniging van de Mormonen in staat gesteld, microfilms te maken van een groot aantal registers, echter niet van alle. Met name die van de in Galicië gelegen plaatsen ontbreken, Het filmmateriaal van ruim 400 plaatsen, voornamelijk gelegen in het voormalige Russische gebied, bevat ook Joodse gegevens. Daarnaast beschikken de Mormonen over microfilms van registers uit de volgende gebieden, die vroeger Pools waren: Halicz, Lwow, Nowogrod, Polesië, Pomorze, Slask, Stanistawow, Suwatki, Tarnopol, Wilno en Wotyn. In de vorige aflevering van MISJPOGE hebben we uiteengezet op welke wijze men in Amsterdam of Apeldoorn gebruik kan maken van het archief van de Mormonen. Een instelling die voor genealogisch onderzoek steeds meer aan betekenis wint is het Joods Historisch Instituut in Polen dat een onderdeel vormt van de Poolse Academie van Wetenschappen. Het houdt zich bezig met onderzoek en publicaties en beschikt over een bibliotheek, een museum en veel archief-bescheiden. Het onderzoek-team onder leiding van Prof, Dr Maurycy Horn doet wetenschappelijk onderzoek naar de geschiedenis van het Poolse jodendom van de vroegste tijden
tot heden. Door het Instituut werden reeds 21 boeken uitgegeven en enkele honderden artikelen over het joodse leven in Polen gepubliceerd. De bibliotheek bevat meer dan 60.000 titels waaronder Hebreeuwse manuscripten uit de 12e tot 19e eeuw en werken in andere talen vanaf de 16e eeuw. Ook is er een schat aan joodse kranten en tijdschriften in verschillende talen, waaronder meer dan 25.000 in het Hebreeuws en Jiddisj. Beweerd wordt dat deze bibliotheek 's werelds belangrijkste en rijkste verzameling joodse literatuur in huis heeft. In tegenstelling tot de ambtenaren in de overheidsarchieven, kan de staf van het Joods Historisch Instituut ook de Hebreeuwse en jiddisje documenten lezen. Verscheidene medewerkers spreken Engels en Duits en bezoekers zijn van harte welkom! De Poolse bibliotheken zijn allemaal vrij toegankelijk en daarin kan men op genealogisch gebied ook nog wel eens waardevol materiaal vinden. In de Universiteitsbibliotheek van Poznan bevindt zich bijvoorbeeld een exemplaar van de Verzeichnisz sammtlicher naturalisierten Israeliten lis Groszherzogthum Posen waarin de lijst Is opgenomen van de 5127 joden die in 1834/'35 in Poznan werden genaturaliseerd. De Shtetl Finder Gazeteer, samengesteld door Chester G. Cohen, bevat de namen van meer dan 2000 Joodse gemeenten die in de 19e en het begin van de 20e eeuw bestonden in Congres-Polen, Litouwen, Letland, Galicië en Boekowina. De namen van de joden die daar woonden zijn er - voor zover bekend - ook in vermeld. Genoemd werk is te bestellen bij Heritage Books Inc., 1540 E Pointer Ridge Place, Suite 170, Bowie MD 20716, USA. De prijs bedraagt $18.50 plus verzendkosten. ALTERNATIEVE ONDERZOEKMOGELIJKHEDEN. Naast het verrichten van eigen onderzoek, zijn alternatieve methoden denkbaar om aan de gewenste gegevens te komen. Als de naam en de woonplaats van de gezochte voorvader bekend zijn, kan men zich schriftelijk tot het archief wenden waar de archivalia van de betreffende plaats berusten. Voor adressen van de Poolse archieven kan men zich tot de redactie wenden, Men kan ook iemand in Polen benaderen die toegang heeft tot de archieven en daarin de weg weet. Nu ligt het voor de hand dat veel Polen maar al te graag een grijpstuiver willen verdienen als die in de vorm van dollars wordt betaald. Van belang is dus te weten aan wie men een onderzoek kan toevertrouwen. We noemen u enkele personen. In de eerste plaats Richard Schnepf (ul. Czackiego 19 m.24, 00-043 Warszawa), die als historicus verbonden is aan de Universiteit van Warschau, uit hoofde daarvan toegang heeft tot verschillende archieven en ook goed thuis is in de bibliotheken. Zijn vader is directeur van het Joods Historisch Instituut, waarvoor Richard ook onderzoek verricht. Hij kan dus tevens de bronnen naslaan waarover dit Instituut beschikt. Jan Jagielski (c/o Zydowski Instytut Historyczny, ul. Tlomackie 3/5. 000-090 Warszawa) is ook medewerker van het Joods Historisch Instituut en werkt tevens voor het Comité ter Bescherming van de Joodse Begraafplaatsen en Culturele Bouwwerken in Polen. Hij beschikt over een aantal grafregisters en foto's van grafstenen. Ons advies is echter om eerst te verkennen of het archief van de Mormonen de door u gezochte gegevens bevat. Sinds Polen weer een vrije staat is, is de belangstelling voor de geschiedenis van het land enorm toegenomen. Er wordt momenteel erg veel gepubliceerd op dat gebied en elk nieuw historisch werk is in korte tijd uitverkocht. Omdat de bronnen voor geschiedkundig onderzoek in de archieven te vinden zijn, zal het op orde brengen van deze instellingen niet uit kunnen blijven. Laten we hopen dat Polen snel over de mankracht en de technische middelen zal kunnen beschikken om haar rijke verleden toegankelijk te maken voor een ieder die daarin geïnteresseerd is. T. Spaans-van der Bijl