VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 33 NUMMER 19 23 november 2007
Nazorg patiënten beter geregeld Foto: Jan van Teeffelen
Het Transferpunt Zorg van het UMC St Radboud regelt de overgang van patiënten naar een verpleeg-, verzorgingshuis of thuiszorg. Begin dit jaar is het Transferpunt vernieuwd en uitgebreid, mét resultaat. Al bij opname van de patiënt wordt er stilgestaan bij de nazorg. En het aantal wachtende op een verpleeghuisplaats is flink teruggedrongen. J a nn i e M e u s s e n
‘Steeds meer patiënten hebben na ontslag uit het ziekenhuis AWBZ-voorzieningen nodig. Het is belangrijk dat die overgang naar verpleeg-, verzorgingshuis of thuiszorg snel maar zorgvuldig verloopt,’ zegt Minke Nieuwboer, beleidsmedewerker Transmurale zorg. ‘Het mag niet gebeuren dat een patiënt thuis in de problemen komt, omdat de overdracht naar de thuiszorg slecht is geregeld. Je moet ook voorkomen dat een patiënt onnodig lang in het ziekenhuis blijft, omdat er geen plek is in het verpleeghuis. Die dure ziekenhuisbedden moeten snel vrijkomen voor nieuwe patiënten.‘ Om de dienstverlening te verbeteren is begin dit jaar het Transferpunt Zorg uitgebreid. Vorige maand is de nieuwe werkplek aan de Reinier Postlaan 2 in gebruik genomen. Nieuwboer: ‘Voorheen werkten de transferverpleegkundigen achter de schermen, ze hadden amper direct contact met verpleegafdelingen. Die stuurden hen een fax als een patiënt gebruik wilde maken van een
Pagina 5 Psychosociale zorg voor kwetsbare ouderen
Pagina 6 Zonder alcohol toch een dronkenman
AWBZ-voorziening. Zij zorgden ervoor dat de nazorg en vergoeding voor de patiënten rondkwam. Maar de verpleegafdelingen belden zélf naar verpleegen verzorgingshuizen om een plek voor hun patiënt te regelen.’ De werkwijze is nu sterk verbeterd. Het transferpunt heeft een bemiddelende rol gekregen. De transferverpleegkundigen bezoeken regelmatig de verpleegafdelingen. Ze werken daar nauw samen met vaste contactpersonen, veelal de seniorverpleegkundigen. De nazorg krijgt vaak al bij opname aandacht. Verpleegkundigen kunnen transferverpleegkundigen om advies vragen en omgekeerd informeren zij de afdelingen ongevraagd. ‘Als we bijvoorbeeld terughoren dat patiënten regelmatig ‘te slecht’ naar een TOP-kamer (Tijdelijke Opvang Kamer) gaan, zoeken we uit wat daar de oorzaak van is. Want bij alles geldt: de kwaliteit van zorg staat voorop.’ De transferverpleegkundigen onderhouden voortaan ook de contacten met de buiteninstellingen. ‘Dat ontlast de verpleegkundigen op de afdelingen, die dit tussen de bedrijven door moeten doen. Voor de buitenwacht krijgen we een herkenbaar gezicht. Maar er ontstaat ook meer overzicht. Waar zitten knelpunten, waar liggen mogelijkheden? Stel een patiënt wil naar verpleeghuis Irene, maar moet maanden wachten. Dan kun je ter overbrugging ook een tijdelijke plek regelen in Margriet. Dat vereist afstemming en goede communicatie, maar het levert wel wat op. In 2006 werd in het Radboud 8951 dagen een bed ‘verkeerd’ bezet omdat de doorstroom naar elders stagneerde. In 2007 is dat aantal teruggedrongen naar 6534.’ Op 28 november wordt het vernieuwde Transferpunt Zorg officieel geopend. Ook wordt de samenwerking met het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en de Zorggroep Zuid-Gelderland officieel bekrachtigd.’ Het zal de ketenzorg ten goede komen. We willen ook transparant zijn. We zullen met cijfers laten zien hoe we presteren en waar mogelijk de logistiek blijven verbeteren.’ n
Pagina 8 Reportage Neurorevalidatie: andere therapie na hersenbloeding
Pagina 10 Marielle Ouwens: onderzoek naar integrale zorg
r a d b o d e 1 9 - 2 0 0 7
inhoud 3
agenda
Beleid Instrumenten moeten schoon zijn ‘Bij het ontwerpen van chirurgische instrumenten moet meer rekening worden gehouden met patiëntveilig heid,’ zegt Diana Bijl. 22 november vond hierover een symposium plaats in het Radboud.
5
Patiëntenzorg Zonder alcohol toch een dronkenman Wankelen, praten met dikke tong, dubbelzien: de bekende gevolgen van een glaasje teveel. Het zijn ook de symptomen van ADCA, een erfelijke stoornis in de coördinatie van bewegingen.
8
Oecumenische vieringen
Onderzoek ‘Samen op tandem voor betere zorg’ ‘Wat is integrale zorg precies? En hoe meet je of de geleverde zorg voldoet aan de uitgangspunten? Marielle Ouwens deed onderzoek.
Interview Myrra Vernooij-Dassen op nieuwe leerstoel ‘Ik vind de zorg voor ouderen een uitermate fascinerend en uitdagend onderwerp.’
7
10
Reportage ‘We zetten in op functionele mogelijkheden’ Radbode volgt CVA-patiënt Maarten van Gestel. ‘De tweede hersenbloeding gaf mij de mogelijkheid om volgens de nieuwste inzichten te revalideren.’
13 Onderwijs Coassistenten voor het eerst naar Indonesië Onlangs heeft het UMC St Radboud in samenwerking met de universiteit Diponegoro van Semarang (Java) het programma vastgesteld.
En verder...
Nieuwsladder 3 Dagbehandeling Longoncologie, Gedragsregels IC 4 Het moment 5 In bedrijf 6 Onderzoeksubsidie Palliatieve zorg 11 Advertenties 12 Column buitenland 13 Mensen, Kleine Boodschap, PIPnieuws 14 Betoog, In memoriam 15 Medewerkers reageren op geformuleerde uitdagingen Innovatieplatform 16
kunst
Om 10.00 uur in het personeelsrestaurant. 25 november, voorganger Ans Bertens; 2 december, 1e Advent, voorganger Ries van de Sande; 9 december, 2e Advent, voorganger Jack de Groot, 16 december, 3e Advent, voorganger Stieneke Reeders.
PAOG • 30 november en 1 december Jubileumcongres: 50 years anesthesia. Past, present, future. • 6 december Kriebels. De betekenis van huid en huidaandoeningen voor seksualiteit. Geriatrische revalidatie: (on)begrensde mogelijkheden? • 7 december Bekkenbodemchirurgie. De onderste extremiteit. Zin en onzin van (niet) chirurgische behandeling.
Overige 26 november Miniconcert in het kader van de concertserie Muziek In De Pauze. Pianist Pieter Grimbergen brengt werken ten gehore van J.S. Bach, G.F. Händel. C. Guastavino en van G. Fauré. Tijd en plaats: van 13.15–13.45 uur in de Aula RU, Comeniuslaan 2.
27 november en 29 november De Commissie Beeldende Kunst organiseert een tentoonstelling van de Franse beeldend kunstenaar Carmelo Zagari. De Personeelsvereniging Radboud geeft een rondleiding van 12.00 - 13.00 uur. Verzamelen in de hal van het UMC, bij de Olifant.
Dinsdag 27 november ICT colloquium van Intranet naar Bedrijfsportaal. Bedrijfsportaal op basis van SharePoint 2007 krijgt vorm. In dit colloquium wordt SharePoint als samenwerkingsomgeving geschetst en de voortgang van het project Bedrijfsportaal toegelicht. Plaats: Auditorium, route 296, tijd: 16.00 - 17.00 uur. Inschrijven niet nodig, iedereen is welkom. Meer informatie op het intranet ®ICT®Actueel®ict colloquium bedrijfsportaal.
29 november
Toen José Verhaegh in 2006 de opdracht kreeg met haar kunst de opnameafdelingen van het E-gebouw verspreid over drie verdiepingen op elkaar te betrekken, smeedde ze een nauwe band met het reilen en zeilen van de afdelingen. Haar fotografie zette ze op directe wijze in om de zorg die er centraal staat te laten ervaren. Handen gaf ze daarbij een bijzondere betekenis in hun rol van zorg, verantwoordelijkheid en steun. En niet zomaar handen, maar juist deze van een aantal medewerkers dat enthousiast aan het project meewerkte. Dergelijke foto’s vulde José Verhaegh enerzijds aan met ander werk van haar; zo legt ze een relatie met de wereld, de natuur buiten het ziekenhuis. Anderzijds maakte ze voor ieder van de drie verdiepingen een groot portret van een voor de betreffende afdelingen relevante hoogleraar met emeritaat in een specifieke pose. Ook daarin ligt het accent meer op het gebaar of de houding van de handen dan dat het om de portrettering zelf gaat. Door medewerkers direct in de kunstopdracht te betrekken, ontstaat een unieke inbedding van het kunstwerk in de afdelingen waarvoor het bestemd is. Voor de Commissie Beeldende Kunst was het een eerste ervaring UMC-medewerkers niet enkel ‘consumptief’ kunst aan te bieden, maar ze daadwerkelijk bij het tot stand komen van de kunst te betrekken.
Symposium ‘Volwassenenpsychiatrie op het grensvlak van 1e en 2e lijn’ georganiseerd door Academisch Psychiatrisch Behandelcentrum Volwassenen Aurora. De dag bestaat uit een plenaire bijeenkomst en diverse workshops. Locatie en tijd: 13.30-21.00 uur, diverse locaties op de campus. Informatie:
[email protected], tel. 13490.
3 december Houd uw slechte cholesterol onder de duim! Het Cholesterol Informatie Centrum start, door middel van een flyeractie, op maandag 3 december van 11.00-17.00 uur een nieuwe voorlichtingscampagne in de centrale hal (hoofdingang).
7 december ‘Veroudering: mythes, feiten en visie.’ Drie publiekslezingen met discussie, georganiseerd door de afdeling Geriatrie in samenwerking met Stichting Welzijnswerk Ouderen Nijmegen (SWON). Locatie: zaal 6 van LUX, Mariënburg 38-39, Nijmegen. Tijd: 13.45-16.30 uur.
8 december Voorlichtingsmiddag ‘HELLP en hulp’ georganiseerd door de afdeling verloskunde. Deze middag zal een aantal sprekers ingaan op ontwikkelingen rondom pre-eclampsie, HELLP-syndroom, groeivertraging en kindersterfte. Plaats en tijd: 12.30 – 16.00 uur, Auditorium, route 296. Ontvangst en inschrijving: 12.00 – 12.30 uur. Aanmelden: 19617 of e-mail:
[email protected]
Daan Van Speybroeck
José Verhaegh, Zonder titel, 2006-2007, detail: E-gebouw 1ste, 2de en 3de verdieping Foto: Jan van Teeffelen
2
r b eleid adbode 19 - 2007
Instrumenten moeten goed te reinigen zijn
nieuwsladder
‘Bij het ontwerpen van chirurgische instrumenten moet meer rekening worden gehouden met patiëntveiligheid,’ zegt Diana Bijl. Gisteren, 22 november, organiseerde ze in het Radboud namens de vereniging van Deskundigen Steriele Medische Hulpmiddelen waar zij voorzitter van is, een symposium rond dit onderwerp.
Wijziging VPN verbinding Wie thuis gebruik maakt van een VPN verbinding om bij netwerkschijven te komen of om specifieke toepassingen (Rocs, Labrador, Razis enz.) te gebruiken moet een instelling wijzigen. Dat is nodig omdat VPN gebruik maakt van een andere server. Wie niets wijzigt, heeft vanaf eind november 2007 géén toegang meer tot VPN. Hoe u deze handeling uitvoert leest u in een handleiding op het intranet: bij ICT - ICT van A tot Z - VPN verbinding. Voor vragen: Service Desk van Staf Info, e-mail:
[email protected] of tel: 024 3615071.
Gratis naar Sicko
Foto: Jan van Teeffelen
J a nn i e M e u s s e n
Het komt in ziekenhuizen regelmatig voor dat nieuw instrumentarium bij de Centrale Sterilisatie Afdelingen wordt onderschept, omdat het niet te reinigen is. ‘Vooral de laparoscopische instrumenten die gebruikt worden bij kijkoperaties vormen een probleem,’ vertelt Diana Bijl. ‘Ze bevatten veren, holtes, lange kanalen en scharnieren waar je niet bij kunt komen. Je kunt daardoor niet zien, of er na de reiniging vuil in is achtergebleven. Het wordt daarna wel gesteriliseerd bij 134 graden. Maar achtergebleven weefsel droogt in bij dit proces en zo’n minuscuul stukje kan er bij volgend gebruik uitvallen. Ook al zijn de micro-organismen er uit verwijderd, dan kan er toch een steriele ontsteking ontstaan omdat er een vreemd lichaam binnendringt in de patiënt.’ ‘We hebben over het reinigen van instrumentarium regelmatig strijd met de chirurgen. Ze vinden ons lastig, begrijpelijk. De instrumenten die wij afkeuren, bieden hen veel mogelijkheden. Maar wij gaan voor honderd procent patiëntveiligheid. Door onze kritische houding is er de laatste jaren wel een bewustwording op gang gekomen. Chirurgen betrekken ons nu bij de aanschaf van nieuwe apparatuur. Regelmatig moeten we hen dan dwingend adviseren af te zien van aankoop. Daar zijn de
chirurg en de fabrikant uiteraard niet blij mee. Dat maakt dat zij nadrukkelijker stilstaan bij de reiniging, het is voor hen een belangrijk aandachtspunt geworden. Van de nieuwste kijkbuisapparatuur kunnen bijvoorbeeld bijna altijd alle onderdelen uit elkaar worden gehaald.’ Maar er is volgens Bijl nog winst te boeken. ‘Er worden bijvoorbeeld veel nieuwe kunststoffen gebruikt, die nieuwe reinigingsproblemen met zich meebrengen.’ De Deskundigen Steriele Medische Hulpmiddelen vinden dat de patiëntveiligheid al bij het ontwerpen van instrumenten voorop moet staan. ‘Daarom hebben wij voor dit symposium alle beslisbevoegde partijen rond de tafel gebracht: chirurgen, inkopers, fabrikanten, ontwerpers en sterilisatiedeskundigen.’ Ze hebben onder meer dr. Thomas Fengler uitgenodigd, een vooraanstaande autoriteit op dit gebied en diverse andere nationale en internationale sprekers. Naast ontwerpers van instrumenten gaat een medewerker van TNO in op de nieuwe coating lagen op instrumenten. Die verhinderen het aanhechten van vuil. Dat is ook een antwoord op het probleem. ‘Tijdens het symposium hebben we een beoordelings criterialijst geïntroduceerd, waar instrumentarium in onze ogen aan moet voldoen.’ Er was volgens Bijl één minpuntje aan de dag. ‘Slechts een handjevol chirurgen had zich ingeschreven. Kennelijk vinden zij het toch een zaak van de industrie.’ n
Volgende week gaat de film Sicko! in première waarin Michael Moore zijn filmische pijlen richt op de Amerikaanse gezondheidszorg. Naar verwachting zal de film ook in Nederland de discussie over marktwerking in de zorg aanwakkeren. Is dat terecht? Is het zinvol de ontwikkelingen in de gezondheidszorg in Nederland (en de rest van Europa) te vergelijken met Amerika? Op maandagavond 26 november biedt het UMC St Radboud medewerkers de film Sicko! aan, inclusief een openbaar debat met als gast Peter Holland, voorzitter van artsenvereniging KNMG. Aanvang: 19.30 uur, Toegang is gratis. Belangstellenden wordt aangeraden kaarten te reserveren aan de kassa van LUX: 0900 5894636 (0900 – LUXINFO).
Bereikbaarheidsonderzoek Heijendaal De bereikbaarheid van de campus Heijendaal is momenteel onderwerp van onderzoek. De Stadsregio Arnhem Nijmegen wil de bewegwijzering, de huidige bushaltes en de reisinformatie op de bushaltes en in de gebouwen in de wijk Heyendaal verbeteren. Om beter zicht te hebben op de huidige bereikbaarheid van de campus, het gebruik van de verschillende faciliteiten en de behoefte van medewerkers en studenten, heeft de stadsregio een online onderzoek opgezet. Dit onderzoek staat in de nieuwsrubriek op intranet. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 8 minuten. De vragenlijst is anoniem en uw privacy is gewaarborgd.
Wereld Aids Dag
Nieuwe rol van Adviesraad Verpleegkundigen en Paramedici De VAR (Adviesraad Verpleegkundigen & Paramedici) gaat een veel prominentere rol spelen dan tot nu toe. Vooral in verpleegkundig en paramedisch beleid krijgt de VAR meer verantwoordelijkheid. De uitgesproken rol die de VAR krijgt in beleidszaken heeft rechtstreeks te maken met het wegvallen van de clusters en stafstructuur. Want niet alleen de functie manager zorg verdwijnt, maar ook die van directeur staf Zorg. De VAR krijgt in het ontwikkelen van beleid ondersteuning van de Concernstaf, een staf die ook de Raad van Bestuur ondersteunt in beleidszaken. ‘Om de nieuwe rol adequaat te vervullen is een intensief contact tussen de beroepsgroepen van cruciaal belang’, zegt voorzitter van de VAR, Jacqueline de Leeuw. ‘Daarom verandert ook de samenstelling van de VAR. Er komt een algemeen bestuur van ongeveer tien mensen. De helft daarvan is hoofdverpleegkundige of hoofd van een paramedische discipline. De andere helft bestaat uit mensen werkzaam in het
primaire zorgproces. De hoogleraar Verplegingswetenschap is ook toegetreden tot het VAR-bestuur, en hopelijk in de toekomst de nieuwe hoogleraar Paramedische Wetenschappen ook.’ Verpleegkundige en paramedische lijnmanagers en een aantal seniorverpleegkundigen nemen zitting in de tweemaandelijkse plenaire vergadering. ‘De plenaire vergadering is een klankbord, een voedingsbron en deels ook het werkkapitaal voor het algemeen bestuur’, licht De Leeuw toe. Alle verpleegkundigen en paramedici hebben toegang tot de jaarvergadering. En met ingang van 1 januari 2008 zijn zij allen ook automatisch lid van de VAR. Tot slot zegt De Leeuw: ‘Verpleegkundigen en paramedici moeten hun leidinggevenden goed informeren over knelpunten en successen in de zorg. Samen kunnen wij draagvlak creëren voor nieuw zorgbeleid en de nieuwe rol van de VAR gestalte geven door VAR-onderwerpen op de agenda van het werkoverleg te zetten. ’ ND
3
In het kader van de Wereld Aids Dag is er op 29 en 30 november in de centrale hal van het UMC St Radboud (bij de hoofdingang) een stand ingericht waar belangstellenden terecht kunnen met vragen over HIV. Naast het uitreiken van folders worden er Art bags en koekjes verkocht. De opbrengst is bestemd voor het Aids Fonds. De stand wordt bemand door deskundige Nijmeegse studenten Geneeskunde ( SCORA). Zij participeren in de werkgroep: seksuele gezondheid en AIDS.
Donatie Stichting Energy4All De Stichting Energy4All heeft 50.000 euro gedoneerd aan het UMC St Radboud voor onderzoek naar energiestofwisselingsziekten. De Stichting Energy4All ondersteunt de werkzaamheden van het Nijmeegs Centrum voor Mitochondriële Ziekten, onderdeel van het UMC St Radboud. De stichting organiseerde in 2007 diverse activiteiten, waaronder vijf PoP4Kids concerten voor chronisch zieke kinderen.
p a t i ë n t e nzor g
radbode 19 - 2007
Nieuw Dagbehandelingscentrum Longoncologie in Dekkerswald Op 22 november heeft het Universitair Longcentrum Dekkerswald de deuren geopend van het Dagbehandelingscentrum Longoncologie. In dit fonkelnieuwe centrum komen alle patiënten met longkanker die chemokuren moeten ondergaan. Behalve de noodzakelijke medische zorg biedt het centrum ook faciliteiten om de patiënt zich meer thuis te laten voelen. Het initiatief voor het centrum vloeit voort uit het project ‘Ketenlogistiek’ van het Radboud.
G i j s M u nn i ch s
Het Dagbehandelingscentrum Longoncologie is een nieuwe afdeling in het ULC Dekkerswald, speciaal ingericht om chemotherapie te geven aan longkankerpatiënten. ‘Voorheen gebeurde dit vanaf verschillende locaties’, vertelt longarts Miep van der Drift. ‘Vanaf nu zijn alle chemokuren voor deze patiëntengroep geconcentreerd op één plek. De meeste patiënten komen hier één of twee dagdelen. Dat kan, afhankelijk van de kuur, oplopen tot drie dagen. Patiënten hoeven dus niet meer standaard een nacht in het ziekenhuis te blijven na een chemokuur.’
Ernstige diagnose Longkanker is een ernstige diagnose, omdat driekwart van de patiënten niet geneest. ‘Met de chemokuren hopen we te zorgen voor levensverlenging en een betere kwaliteit van leven’, aldus Van der Drift. ‘Een kwart van de patiënten kan geopereerd worden. Hiervan geneest 40 tot 70 procent. De kans op overlijden bij longkanker is dus groot. Het is belangrijk dat we deze patiënten de allerbeste zorg bieden.’ In het nieuwe dagbehandelingscentrum werken specifiek opgeleide verpleegkundigen, een nurse practitioner en een arts-assistent. Deze laatste wordt bijgestaan door een medisch oncoloog en een gespecialiseerde longarts van Dekkerswald. ‘Er is hier een vast team van professionals aanwezig’, zegt Van der Drift. ‘Gemiddeld krijgen patiënten vier à vijf kuren, gedurende twaalf tot zestien weken. Omdat ze hier vaker terugkomen, is het prettig dat ze steeds met dezelfde zorgverleners te maken hebben.’ Dagelijks zullen vier tot acht patiënten voor chemokuren in het dagbehandelingscentrum komen. Het initiatief voor het centrum vloeit voort uit het project ‘Ketenlogistiek’ van het Radboud. Doel van dit UMC-brede project is om de patiënt die met meerdere specialismen te maken krijgt, zo vlot mogelijk door het hele diagnostiek- en behandeltraject te leiden.
Longarts Miep van der Drift: ’Hier komen voortaan alle patiënten met longkanker die chemokuren moeten ondergaan.’ Foto: Flip Franssen ‘Zorg op maat, daar gaat het om in ons nieuwe behandelcentrum’, aldus Van der Drift. ‘Voor een patiënt is chemotherapie heel ingrijpend. Het centrum moet een vertrouwde en veilige omgeving voor ze zijn, waar ze tot rust komen, maar bijvoorbeeld ook lotgenoten kunnen ontmoeten. Daarnaast heeft stichting Roparun, waarbij mensen hardlopen voor een goed doel, geld ingezameld. Door hun inzet is iedere kamer uitgerust met televisie en laptop. Ook is er een pc met internetverbinding. We hopen dat patiënten zich hier, ondanks hun zeer ernstige ziekte, thuis kunnen voelen.’ Rond de opening is er in het ULC Dekkerswald speciale aandacht voor patiënten met longkanker. Tot en met 27 november is daar op de polikliniek een tentoonstelling ‘Long Stories’ te zien, met schilderijen en foto’s die het verhaal van mensen met longkanker uitbeelden. n
Gedragsregels op de IC De Radboudcompetenties (klantgerichtheid, integriteit, samenwerken en zelfmanagement) klinken iedere Radboudiaan bekend in de oren. Maar hoe draag je ze uit? Het managementteam van de IC heeft ze vertaald in concrete gedragsregels. Vanaf 1 december zullen alle verpleegkundigen, artsen en overige medewerkers van de vijf IC’s zich hieraan houden. Sta patiënten zo snel mogelijk te woord. Wees vriendelijk en behulpzaam. Spreek patiënten met ú aan, tenzij ze aangeven getutoyeerd te willen worden. Bespreek met collega’s je privézaken niet aan bed van de patiënt. Het zijn enkele gedragsregels die specifiek gaan over de competentie klantgerichtheid. ‘We hebben allemaal wel ideeën over klantgericht werken. Door de gedragsregels op de IC laten we zien hoe je dit daadwerkelijk uitdraagt’, aldus Gidi van Neerven, hoofdverpleegkundige IC Cardiothoracale Chirurgie. Van Neerven nam in 2006 naar aanleiding van het Inspectierapport over het hartcentrum het initiatief om op zijn afdeling gedragsregels in te voeren voor de verpleegkundigen. ‘Ik heb regels opgesteld hoe we omgaan met patiënten, met elkaar en met collega’s uit het UMC en daarbuiten’, vertelt hij. Die regels hebben betrekking op omgangsvormen, maar ook op werkwijzen. ‘Een ingevoerde regel is bijvoorbeeld dat de overdracht van diensten áltijd aan het bed van de patiënt gebeurt. Aan de hand van een checklist nemen de twee verpleegkundigen
alle relevante informatie over de patiënt door. Zo weet je 100 procent zeker dat alles is overgedragen.’
Betere kwaliteit van zorg Van Neerven besprak de gedragsregels in het managementteam van de vijf IC’s. Prof.dr. Hans van der Hoeven, hoofd van de IC, besloot om ze op alle IC’s in te voeren. Voor de vier kerncompetenties (klantgerichtheid, integriteit, samenwerken en zelfmanagement) is nu beschreven welke gedragsregels hierbij horen. Ze gelden voor verpleegkundigen op de IC, maar ook voor medici en overig personeel. Vanaf 1 december zijn de regels ‘officieel’ van kracht. Het doel: verbetering van de kwaliteit van zorg. ‘De regels zijn niet vrijblijvend’, zegt Van Neerven. ‘Houdt een medewerker zich herhaaldelijk er niet aan, dan volgt een berisping. Het clusterbestuur wordt daarvan op de hoogte gebracht.’ Van Neerven spreekt in alle ernst. ‘De regels zijn er niet om de leidinggevende een plezier te doen. Het gaat om de zorg voor de patiënt. Ik hoop dat de gedragsregels ertoe leiden dat medewerkers dat beseffen en dáárom ernaar handelen.’ Het zou goed zijn als iedere afdeling in het Radboud de kerncompetenties vertaalt naar concrete gedragsregels, aldus Van Neerven. ‘Dit zal zeker tot kwaliteitsverbetering leiden. Op onze IC zijn we er nu ruim een jaar mee bezig. Een tekenend voorbeeld is dat we sindsdien veel meer brieven ontvangen van patiënten en familie, waarin ze hun tevredenheid over onze zorg uiten.’ GM
4
het moment In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Een ongewoon en persoonlijk verhaal. Dit keer een verhaal van kindercardioloog Anton van Oort.
Bezoek ‘Twee maanden geleden werd ik gebeld door het hoofd van het Echolab. Hij zei: “Hier staat een mevrouw naast mij die jou heel graag wil spreken. Zij kent je van lang geleden”. Toen ik de achternaam van die mevrouw hoorde wist ik meteen wie het was. Alsof er een luikje openging: haar voornaam, haar hele ziektegeschiedenis van 25 jaar geleden kwamen spontaan bovendrijven. Als vijftienjarig meisje was ze bij mij geweest met een aangeboren hartafwijking. Ze had een gaatje in het hart, tussen de beide boezems. Ik had haar voor een operatie doorverwezen naar de hartchirurg. Maar nog voor de operatie kon plaatsvinden werd bij haar kanker ontdekt. De operatie kon dus niet doorgaan. Ze kreeg een zware chemokuur en een beenmergtransplantatie. Toen ze voor die behandeling was opgenomen ben ik haar een paar keer gaan opzoeken. Ik had haar gezien als een gezond en héél vitaal meisje. En plots zat ze daar in isolatie, achter glas, doodziek van de chemokuur. Ik zie het nog zo voor me. Heel kwetsbaar, maar zo strijdvaardig. Vier jaar na de beenmergtransplantatie kon het gaatje in haar hart worden gedicht. Destijds gebeurde dat operatief en niet zoals nu via een hartcatheterisatie. Ik heb haar rondom de operatie nog wel gezien, daarna ben ik haar uit het oog verloren.
‘Ik had haar gezien als een heel gezond en vitaal meisje en plotseling was ze doodziek’ Nu ze toch weer in het Radboud was voor een onderzoek, wilde ze me graag spreken. Mijn rol was destijds maar klein, ik had haar als kindercardioloog doorverwezen voor een operatie. Toch wist ze mijn naam nog. “Dokter van Oort die mij wel eens kwam opzoeken tijdens de beenmergtransplantatie. Het is de enige arts die ik me uit die tijd nog kan herinneren”, had ze gezegd tegen het hoofd van het Echolab. Het trof mij dat ze dat na zoveel tijd nog wist en dat ze me wilde spreken. Ik ben meteen naar haar toegegaan en herkende haar onmiddellijk. Weliswaar 25 jaar ouder, maar nog steeds die onverschrokken blik. Mij herkende ze helemaal niet. Ouder natuurlijk, maar onherkenbaar zonder baard en geen zwart halflang haar meer. Het was zo verrassend dat ik aan de telefoon meteen wist over wie de echotechnician het had. Sommige patiënten blijven je bij. Ze vallen op door hoe zij omgaan met hun ziekte. Ze raken je en met één telefoontje staat het beeld van lang geleden weer haarscherp op je netvlies.’ Nelleke Dinnissen
i r n t e rv i e w adbode 19 - 2007
‘Helpen van een moeilijke situatie toch iets moois te maken’
Prof.dr. Myrra Vernooij-Dassen: ‘Ik wil manieren zoeken waarop we zowel kwetsbare ouderen als hun omgeving op een effectieve en prettige manier kunnen ondersteunen.’
Met ingang van 1 november is Myrra Vernooij-Dassen benoemd tot hoogleraar Psychosociale aspecten van zorg voor kwetsbare ouderen. Deze nieuwe leerstoel is een initiatief van de Stichting Kalorama en wordt geplaatst bij de afdeling Verpleeghuis geneeskunde. ‘Een erkenning voor wat we de afgelopen jaren al hebben bereikt op dit gebied en een aansporing om het vak gebied verder te ontwikkelen en de kennis te verspreiden en toe te passen’, reageert de kersverse hoogleraar. M a r t e n Doop e r
Vernooij-Dassen is verbonden aan de afdelingen Kwaliteit van Zorg, Vervolg Opleiding Huisartsgeneeskunde en het Alzheimer Centrum Nijmegen. Dat juist zij benoemd is op de nieuwe leerstoel, vernoemd naar Joop Michels (in 1980 in Nijmegen de eerste hoogleraar Verpleeghuisgeneeskunde in Nederland), mag geen verbazing wekken. Al zo’n 25 jaar houdt zij zich bezig met het thema ‘kwetsbare ouderen’. ‘Ik vind de zorg voor ouderen een uitermate fascinerend en uitdagend onderwerp. Met het ouder worden neemt de kwetsbaarheid van mensen toe; zij raken sneller uit evenwicht. Ouderen ondervinden vaak de gevolgen van chronische aandoeningen, bijvoorbeeld hartfalen of dementie, die hun leven voorgoed veranderen. Deze ziektes zijn immers niet te genezen. Dit heeft echter niet alleen gevolgen voor de oudere zelf. Ook voor de omgeving, met name de partner en/of kinderen, betekent dit een flinke omschakeling. Ik vind het een wetenschappelijke uitdaging te zoeken naar manieren waarop zowel de kwetsbare oudere zelf als diens omgeving hierbij op een effectieve en prettige manier ondersteund kunnen worden. Want met een goede ondersteuning kan het leven, ondanks de moeilijkheden, toch voldoende kleur behouden. Zowel voor de oudere zelf als voor diens omgeving. Van een moeilijke situatie kun je dan samen toch iets moois, iets waardevols maken, weet ik ook uit persoonlijke ervaring.’
Oudere blijven zien als persoon Bij een succesvolle ondersteuning gaat het er vooral om de oudere in kwestie te blijven zien als een ‘persoon’ en niet alleen als een ‘patiënt’, stelt VernooijDassen. ‘Het gaat er niet alleen om wat iemand niet meer kan. Het gaat er vooral om wat iemand nog wel kan en wil, en hoe je hierop het beste kunt inspelen. Als je bijvoorbeeld je dementerende partner alles uit handen gaat nemen, ontneem je hem ook zijn gevoel van eigenwaarde. Het is beter uit te
5
Foto: Frank Muller
zoeken welke dingen hij nog wel kan doen en hem deze, waar nodig met enige hulp, ook te laten doen. Anderzijds is het belangrijk te weten wat iemand echt niet meer kan. Dat voorkomt dat er onterechte verwijten worden gemaakt aan het adres van de oudere. Ondersteuning van kwetsbare ouderen is een subtiel proces en een zaak van maatwerk. Om dit maatwerk te kunnen leveren zijn vaak tips en aanwijzingen nodig van een gespecialiseerde deskundige. Soms is bijvoorbeeld alleen al de manier waarop een onderwerp wordt aangekaart bepalend voor het succes ervan. Dat moet je als partner dan wel weten.’ Het onderzoek dat mede onder leiding van Vernooij-Dassen de afgelopen jaren in Nijmegen is verricht naar de mogelijkheden tot ondersteuning van kwetsbare ouderen en hun omgeving heeft al de nodige vruchten afgeworpen. Vernooij-Dassen: ‘Een mooi voorbeeld is de door Maud Graff ontwikkelde ergotherapie thuis bij mensen met dementie. Daarbij kijken we in de thuissituatie wat enerzijds de knelpunten zijn in de dagelijkse gang van zaken en wat anderzijds de wensen zijn van zowel de dementerende oudere als diens partner. Op grond daarvan geven we adviezen hoe het een en ander zodanig aangepast kan worden dat de kwaliteit van leven van zowel de dementerende oudere als die van de partner er op vooruit gaan. Ons onderzoek heeft uitgewezen dat deze vorm van ondersteuning de meest effectieve vorm van therapie is die er momenteel voor dementerende ouderen bestaat.’
Ondersteuning ouderen in verpleeghuis Eén doel van leerstoel waarop Vernooij-Dassen nu is benoemd, is het verder ontwikkelen van manieren ter ondersteuning van kwetsbare ouderen en hun naasten. ‘De leerstoel is een initiatief van de Stichting Kalorama. Het is daarom ook de bedoeling dat we specifiek gaan kijken naar vormen van ondersteuning voor ouderen die in een verpleeghuis wonen. Kalorama wordt daarbij als het ware de‘proeftuin’. Kalorama maakt deel uit van het Universitair Verpleeghuis Netwerk Nijmegen; samenwerking binnen dit netwerk maakt het mogelijk voorbeelden van ‘best practice’ op te sporen en verder te verspreiden. Een ander belangrijk doel van de leerstoel is het uitdragen van onze inzichten en methoden. Bij veel zorgverleners heerst nog de nodige scepsis ten aanzien van het idee dat je best iets kunt betekenen voor kwetsbare ouderen. Wij gaan onze ideeën en wetenschappelijke resultaten daarom nu breed uitdragen. We moeten zien duidelijk te maken dat kleine dingen soms al veel kunnen bijdragen aan het vergroten van de kwaliteit van leven. Het ideaal is dat het inzetten van dergelijke psychosociale interventies uiteindelijk gemeengoed gaat worden in de zorg voor kwetsbare ouderen. Een belangrijke voorwaarde voor het succesvol toepassen van deze vormen van ondersteuning is wel dat er ook voldoende aandacht komt voor de scholing van hulpverleners op dit terrein. En dat er van overheidswege voldoende financiële ruimte is voor het toepassen van dergelijke interventies. Er moeten voldoende mensen zijn die de ondersteuning kunnen leveren. Als die er niet zijn, valt de hele bodem er onderuit. Ter geruststelling: goede zorg hoeft niet duurder te zijn.’ n
i r n b e d r i jf adbode 19 - 2007 ken, ten opzichte van 1334 vorig jaar. ‘Deze stijging is grotendeels toe te schrijven aan de medewerkers met patiëntcontact. Het wordt dus steeds vanzelfsprekender om je te laten vaccineren als je met patiënten werkt.’ GM
Dermatologie
Lof uit Italië voor onderzoeksprestaties psoriasis
Televisieserie
Trauma Radboud op TV Gelderland Afgelopen zaterdag is de nieuwe ziekenhuisserie Trauma Radboud op TV Gelderland gestart. In deze tiendelige serie staat de traumazorg in Oost-Nederland centraal. Trauma Radboud vertelt de indringende verhalen van patiënten, artsen en verpleegkundigen op de Spoedeisende Hulp van het UMC St Radboud. De samenwerking met de meldkamer, ambulance, politie, huisartsen en het Mobiel Medisch Team (MMT) van het Radboud komt daarbij uitgebreid aan bod. Het UMC St Radboud is hét traumacentrum voor OostNederland. Op de Spoedeisende Hulp staan altijd specialisten klaar om slachtoffers van grotere ongevallen op te vangen. Trauma Radboud laat zien hoe zij onder hoge mentale druk, bij levensbedreigende situaties te werk gaan. Ook het MMT komt in beeld. Dit team is 24 uur per dag inzetbaar en rukt dagelijks met de traumahelikopter erop uit naar patiënten in nood. Voor de opnames is er geregeld een filmploeg aanwezig op de Spoedeisende Hulp. Verpleegkundige Roland de Jong is voor de serie gefilmd. ‘Gek genoeg was dit bij eenvoudige handelingen het lastigst’, vertelt hij. ‘Toen ik een pols in het gips moest zetten, werd ik me zó bewust van de camera’s. Ook is er gefilmd toen we een jongen behandelden met ernstig hoofdletsel, doordat een baksteen op zijn hoofd was gevallen. Je bent dan volledig met de patiënt bezig. Toen vergat ik juist dat er camera’s bij waren. Maar goed ook, de patiënt moet alle aandacht krijgen.’ Aan alle patiënten of familieleden is voor het filmen toestemming gevraagd. ‘De meeste hadden geen bezwaar’, aldus De Jong. Trauma Radboud is de komende weken iedere zaterdag te zien op TV Gelderland om 17.20 uur. Vanaf maart 2008 is de serie ook te zien op SBS 6 onder de naam Trauma.nl. GM
Opkomst griepprik
36 procent liet zich vaccineren De Griepvaccinatiecampagne 2007 van het UMC St Radboud is afgelopen. Dit jaar liet 36 procent van de doelgroep zich inenten. Oftewel, 1275 van de 3500 medewerkers met direct patiëntencontact heeft de griepprik genomen. ‘Een resultaat waarmee we heel tevreden zijn’, aldus Nannet van der Geest, bedrijfsarts Arbo- & Milieudienst. ‘Vorig jaar nam 22 procent (773 medewerkers) de griepprik. Het ambitieuze doel om dit jaar de helft van de doelgroep te vaccineren, is niet gehaald. Maar er is wel sprake van een flinke stijging.’ Van der Geest kent het succes toe aan de stevige campagne die het UMC St Radboud dit jaar heeft ingezet. ‘De medewerkers met direct patiëntencontact zijn goed voorgelicht over de griepprik’, vertelt ze. ‘De afdelingshoofden zijn allemaal benaderd om hun eigen medewerkers te motiveren voor de griepprik. De posters met Radboudprominenten die de griepprik aanprijzen, bleken effectief. En voor het eerst zijn we ook met een mobiele prikpost langs een aantal afdelingen gegaan. Ruim 180 medewerkers zijn op die manier gevaccineerd.’ Het doel van de griepprik is om overdracht van griep naar kwetsbare patiënten te voorkomen. ‘Het is belangrijk dat afdelingshoofden medewerkers motiveren de griepprik te nemen’, zegt Van der Geest. ‘Hierin waren er wel verschillen tussen afdelingen. Als meer leidinggevenden een stimulerende rol hebben, kan het percentage hoger uitvallen.’ UMC-breed hebben dit jaar 1920 mensen zich laten prik-
In wetenschappelijk opzicht steekt de afdeling Dermatologie van het UMC St Radboud op het gebied van de huidziekte psoriasis met kop en schouders uit boven alle andere Europese dermatologische afdelingen. Dit blijkt uit een groot artikel in de Italiaanse Corriere della Sera naar aanleiding van de wereld psoriasis dag op 29 oktober. De krant sombert over de vraag waarom Italiaanse onderzoekscentra zo ver achter liggen bij het buitenland, en met name bij het ‘Dipartimento di dermatologia, Policlinico Universitario St Radboud’ in ‘Nimega, Olanda’. Bij het artikel publiceerde de krant een lijst met de best presterende onderzoekscentra in Europa. De score op deze lijst werd bepaald door de impactfactor. Daarmee wordt de wetenschappelijke productie van onderzoeks instellingen vergeleken op basis van het aantal wetenschappelijke artikelen en de status van de vakbladen waarin deze artikelen zijn gepubliceerd. De afdeling van prof.dr. Peter van de Kerkhof voerde de lijst aan met 217 punten, op enige afstand gevolgd door nummer twee, ook uit Nederland, de afdeling Dermatologie van het AMC met 143 punten. Nummer drie was Manchester met 106 punten. De best scorende Italiaanse afdeling was een instituut in Rome met 62 punten. WV
Week van de Chronische Zieken
Veel belangstellenden op informatiemarkt
met die mobiel werkt het heel simpel. De oudste van dienst stuurt een sms naar alle verpleegkundigen die hun 06 hiervoor vrijwillig beschikbaar hebben gesteld, en dat is het merendeel. Niemand is verplicht erop te reageren, maar in de praktijk gaan verpleegkundigen die mogelijkheden hebben toch kijken of ze kunnen invallen. Als iemand heeft gereageerd, volgt er direct een sms-je met de boodschap: dienst opgelost, bedankt. Een aanrader voor andere afdelingen.’ JM
Zevenheuvelenloop
Records gebroken
Foto: Flip Franssen
Onder grote belangstelling is de 24e Fortis Zevenheuvelenloop gelopen! De omstandigheden waren goed: de zon liet zich zien en het was een aangename looptemperatuur. De drie geregistreerde UMC St Radboud teams hebben goed gescoord. Zeer goed zelfs! Het eerste KWAZO team eindigde op de 57e plaats van de bedrijvenloop. Het tweede KWAZO team als 303e team. En de bluf van de Geriatric Giants is werkelijkheid geworden: dit team eindigde in de top 100. De tijd was goed voor een 85e plaats. Ook de individuele lopers die meeliepen in het kader van de actie ‘Nijmegen loopt’ zijn tevreden over hun prestaties. Lees meer over deze 24e Zevenheuvelenloop op de site www.umcn.nl/medewerker/radbode/zevenheuvelenloop. AvdH
UMC Zorgverzekering
Alle netto-premies op intranet Foto: Frank Muller
De informatiemarkt over chronische ziekten op 14 november in het UMC St Radboud heeft een paar honderd bezoekers getrokken. Verpleegkundigen van het Radboud en voorlichters van patiëntenverenigingen waren aanwezig om patiënten, familieleden en belangstellenden te informeren over ziektebeelden, behandelingen en lotgenotencontact. In de hal bij de hoofdingang stonden vele stands met informatie over uiteenlopende chronische ziektes, onder meer over parkinson, multiple sclerose, astma en epilepsie. Ongeveer tweehonderd bezoekers maakten gebruik van de mogelijkheid om risicofactoren voor hart- en vaatziekten (bloeddruk, suikergehalte en cholesterol) te laten meten of hun longfunctie te laten testen. GM
Tip van AOV-IC
Dienst opgelost, bedankt Hoe simpel kan het zijn. Op de afdeling AOV-IC hebben ze voor 15 euro per maand een mobieltje aangeschaft waarmee ze maandelijks 2000 sms-jes kunnen versturen. IC-verpleegkundige Ed van Mackelenberg kwam op dit idee, om zo de vervanging van uitvallers bij diensten te regelen. ‘Door ziekte of privé-omstandigheden vallen er regelmatig medewerkers uit,’ vertelt hoofdverpleegkundige Gidi van Neerven. ‘Collega’s moeten dat opvangen door met diensten te schuiven, of door terug te komen op vrije dagen. Want het sluiten van bedden willen we alléén als laatste redmiddel gebruiken. Altijd een heel geregel, vooral op zo’n grote afdeling als AOV met zestig IC-verpleegkundigen. Je weet soms niet goed wie je kunt bellen, medewerkers zijn niet thuis, of je krijgt de voicemail. Achteraf hoor je dan: “Had mij maar gevraagd”. Nu
6
Het eind van het jaar nadert, iedereen kan kiezen of hij bij zijn zorgverzekeraar blijft of gaat overstappen. Medewerkers die verzekerd zijn bij UMC Zorgverzekering hebben de polis en informatie over wijzigingen in 2008 op hun thuisadres ontvangen. UMC Zorgverzekering richt zich op het verzekeren van medewerkers (en eventuele partner en kinderen) van universitair medische centra. Vertegenwoordigers van de UMC’s en de vakbonden vormen samen de Bestuurscommissie en hebben daarmee directe inspraak in pakket en premie. Doordat geen dure reclamecampagnes worden gevoerd en de premie maandelijks via het salaris wordt geïnd, zijn de uitvoeringskosten laag. Dit heeft een gunstig effect op de premie. De bruto jaarpremie voor de UMC Zorgverzekering bedraagt in 2008 e 1.101,-. Dat is e 75,- lager dan in 2007. Voor UMC-medewerkers geldt hierop nog een korting van 9 procent. Hiermee komt de netto premie voor UMCmedewerkers op e 83,49 per maand voor de basisverzekering. De hoogte van de basispremie kunnen medewerkers zelf beïnvloeden, door bijvoorbeeld te kiezen voor een vrijwillig eigen risico (boven op het wettelijk vastgestelde verplichte eigen risico van e 150,-). De premies van de drie bestaande aanvullende pakketten blijven ongewijzigd. Er komt een vierde aanvullend pakket bij. Alle netto premies staan op intranet, bij PIP online. Bij balie 3 van het Personeels Informatie Punt (eerste verdieping bij hoofdingang) is op woensdag en vrijdag van 11.30 tot 14.00 uur een medewerker van UMC Zorgverzekering aanwezig: voor vragen, aanmeldingen en het inleveren van declaraties. Ook telefonisch is UMC Zorgverzekering op die tijden bereikbaar: telefoon (024 – 36) 19145. U kunt voor vragen ook terecht op www.umczorgverzekering.nl of telefonisch bij het UMC Regiokantoor Velp, telefoon 026 - 3699218. Nieuw is dat medewerkers declaraties voor UMC Zorgverzekering via de interne post kunnen verzenden. Adres: 4629 UMC Zorgverzekeraar. JM
p a t i ë n t e nzor g r a d b o d e 1 9 - 2 0 0 7
Zonder alcohol toch een dronkenman Wankelen, praten met dikke tong, dubbelzien: de bekende gevolgen van een glaasje teveel. Het zijn ook de symptomen van ADCA, een erfelijke stoornis in de coördinatie van bewegingen. De ziekte kan leiden tot complete immobiliteit en vroegtijdig overlijden. In Nederland is de afdeling Neurologie van het UMC St Radboud hét centrum voor deze onbekende aandoening. In het kader van een Europese voorlichtingsdag over ADCA stond neuroloog dr. Bart van de Warrenburg onlangs voor de klas. Paul van Laere
‘Vandaag is een bijzondere dag,’ zegt neuroloog Bart van de Warrenburg tegen de leerlingen van VWO-6 van het Nijmeegse Kandinsky college. Het gastcollege van de Radboud-onderzoeker, die vergezeld wordt door ADCApatiënt meneer Wolters en twee vertegenwoordigers van de patiëntenvereniging, is voor de scholieren niet alledaags. Maar wat vooral tot de verbeelding spreekt, is dat in grote Europese steden als Parijs, Londen, Milaan en Boedapest op hetzelfde moment soortgelijke optredens plaatsvinden. Het is namelijk ‘EuroSCA-dag’, een initiatief van het consortium van 22 Europese onderzoeksgroepen die zich bezighouden met ADCA (dat ook wel met SCA wordt afgekort). Doel: de bekendheid van de ziekte vergroten. Daar is alle reden toe, want bij het grote publiek is ADCA amper bekend. De naam is een afkorting van Autosomaal Dominante Cerebellaire Ataxie, en dat is een hele mond vol, geeft Van de Warrenburg onmiddellijk toe. Centraal staat de ataxie, dat een stoornis in de coördinatie van
bewegingen aanduidt. De C van ADCA verwijst naar de bron van het onheil, namelijk het cerebellum, ofwel de kleine hersenen.
Verschrompeling
&EGL 7XSOS[WOM8SGGEXE *YKE +PE^YRSZ:MSSPGSRGIVXMRE ,SPWX8LI4PERIXW
Dit gebiedje ter grootte van een kleine sinaasappel ligt onderin het achterhoofd en het bevat liefst de helft van alle hersencellen. De belangrijkste zijn de zogenaamde Purkinje-cellen. Zij regelen de kleine correcties die nodig zijn voor een vloeiende beweging. Wanneer die fine-tuning hapert, bemoeilijkt dat niet alleen het lopen, maar ook het spreken en slikken, en bewegingen van armen, handen en ogen. Het leidt tot problemen als vallen, onduidelijk spreken, verslikken, beven, of dubbelzien. ‘Je kunt het vergelijken met iemand die dronken is,’ verklaart Van de Warrenburg. ADCA-patiënt meneer Wolters bekent de leerlingen dat hij wel eens voor een dronkenman is aangezien. Marco Meinders van de patiëntenvereniging kent zelfs verhalen van patiënten die ontslagen dreigden te worden wegens vermeend alcoholmisbruik. Alcohol zorgt voor een tijdelijke ataxie. Een tumor of virus kan de cellen in het cerebellum onherstelbaar beschadigen, met een blijvende ataxie als gevolg. Maar bij ADCA gaat het om de erfelijke varianten van ataxie, waarbij een genetisch defect de kleine hersenen aantast. De term ‘autosomaal dominant’ duidt daarbij de overervingsvorm aan. Het gaat om defecten die niet op de geslachtschromosomen liggen en dominant overerven: wie van vader of moeder het gendefect ontvangt, krijgt onherroepelijk klachten. Hoe en wanneer die klachten zich manifesteren is erg variabel. In de regel openbaart de ziekte zich tussen het 25ste en 45ste levensjaar. Maar het kan ook beginnen op hoge leeftijd, of al in eerste levensmaanden. De verschijnselen nemen met de jaren in ernst toe, als gevolg van de verdere verschrompeling van het cerebellum. De meerderheid van de patiënten kampt ook nog met andere problemen, zoals spierzwakte, geheugenklachten en epilepsie. Van de Warrenburg: ‘Er zijn patiënten die op hun dertigste klachten krijgen en na tien jaar compleet immobiel zijn. En wij staan er bij en kijken er naar. Want we hebben geen remedie.’
)RXVIIOEEVXIR
Eiwitklontering
Uitnodiging UMC St Radboudconcert
3THMRWHEKHIGIQFIV OYRRIRQIHI[IVOIVW WXYHIRXIRIRZVMN[MPPMKIVW [IIVKIRMIXIRZERLIXNEEV PMNOWI6EHFSYHGSRGIVXMRHI :IVIIRMKMRK,IXFIPSSJXIIR FMN^SRHIVGSRGIVXXI[SVHIR [ERXHMXNEEVFIWXEEXLIX 2MNQIIKWWXYHIRXIRSVOIWX NEEV:SSVHI^IFMN^SRHIVI KIPIKIRLIMHWTIIPXLIX SVOIWXQIXFI^IXXMRKZER VYMQLSRHIVHQER
ADCA-patiënt meneer Wolters (links) geeft samen met neuroloog Bart van de Warrenburg uitleg over de ziekte aan een VWO-klas. Foto: Paul van Laere
HIGIQFIV 4VSKVEQQE
:EREJQEERHEKRSZIQFIVOYRXY STZIVXSSRZERY[TIVWSRIIPWTEWSJ GSPPIKIOEEVXX[IIKVEXMWIRXVIIOEEVXIR SRXZERKIRFMNLIX:SSVPMGLXMRKWGIRXVYQ SJFMNHITSVXMIVWZERLIX7XYHMIGIRXVYQ 2IYVSPSKMISJ8ERHLIIPOYRHI
De afdeling neurologie van het UMC St Radboud is hét ADCA-centrum van Nederland. Dat is ruim een decennium geleden begonnen met de komst van prof. dr. Berry Kremer, die gespecialiseerd is in neurodegeneratieve aandoeningen, zoals de ziekte van Huntington, en dus ook de ataxiën. Van de Warrenburg raakte er in ‘99 bij betrokken toen hij
7
als neuroloog in opleiding een promotie-onderzoek startte naar de ziekte. Uit dat onderzoek bleek dat Nederland ongeveer vijfhonderd ADCA patiënten telt, afkomstig uit zo’n honderdvijftig families. ‘Maar dat is een voorzichtige schatting. Door de onbekendheid van de ziekte wordt zeker niet altijd de diagnose gesteld.’ Bij ruim tweederde van de patiënten is duidelijk wat er genetisch fout zit. In de genen is dan meestal de sequentie CAG abnormaal verlengd. Omdat CAG voor het amino zuur glutamine codeert, ontstaan verlengde glutamineketens. Dat leidt tot eiwitklonteringen en uiteindelijk de ondergang van de cel. In ‘93 werd het eerste gen gevonden waar zich zo’n fout voordeed. Inmiddels zijn er bijna dertig gendefecten bekend. Ook Van de Warrenburg droeg zijn steentje bij. In zijn promotie-onderzoek vond hij een familie met een nieuwe mutatie, de zogenaamde SCA 14. De variant komt bij ongeveer 4 procent van de patiënten voor. Meneer Wolters is een van hen. Het is in de regel een relatief milde vorm, met alleen ataxie-klachten. ‘Mijn zussen hebben het erger, ikzelf kan nog redelijk goed spreken en lopen. Maar op de volkstuin weten ze dat ik af en toe op de grond lig,’ zegt de gepensioneerde leerkracht nuchter.
Optimistisch Sinds 2003 maakt de Nijmeegse groep deel uit van het Europese consortium dat over een breed front studie naar ADCA doet. Het project, gefinancierd vanuit het zesde kaderprogramma van de EU, loopt tot eind 2008. Een van de doelen was een Europees register van ADCA-patiënten. Daar zitten nu ongeveer drieduizend patiënten in. Ook is een schaal ontwikkeld om de ernst van de ziekte te scoren. ‘Dat komt ons van pas bij een studie naar het natuurlijk beloop. En zo’n objectieve schaal is ook nodig voor toekomstige medicijntrials.’ Voorlopig is het echter zaak nieuwe geldbronnen aan te boren, want de EU-studie nadert zijn einde, en tot nu toe paste ADCA niet in de calls voor het zevende kaderprogramma. Van de Warrenburg sombert echter niet. ‘Zo’n passende call kan nog komen. En we zijn vanuit Europa bezig samenwerking met een Amerikaanse groep op te zetten. Ook langs die weg hopen we nieuwe fondsen te vinden.’ Over de aanpak van de ziekte is Van de Warrenburg eveneens optimistisch. Hij is ervan overtuigd dat er medicijnen gaan komen. ‘Het zal niet meteen een middel zijn dat de ziekte stopt, maar wel iets dat vertragend werkt. Denk bijvoorbeeld aan een stof die de vorming van toxische eiwitfragmenten voorkómt.’ Meneer Wolters heeft al eerder een remedie gevonden. ‘Gewoon kijken naar wat ik nog wél kan. Daar ben ik tevreden mee.’ n
r e por t a g e
‘We zetten nu meer in op function Op je negende je eerste hersenbloeding doormaken en 22 jaar later een recidief krijgen op dezelfde plek... het zal je maar gebeuren! Maarten van Gestel overkwam het, maar hij ziet achteraf die herhaalde bloeding als een nieuwe kans. ‘De tweede hersenbloeding gaf mij de mogelijkheid om volgens de nieuwste inzichten te revalideren.’ Fysiotherapeut Jasper de Boer paste jarenlang NDT toe bij de revalidatie na een hersenbloeding, maar hij constateerde vaak wat hij noemt ‘parkeerterreingedrag’. ‘Patiënten lopen dan keurig in de oefenzaal waar ze al hun aandacht op bewegen kunnen richten, maar zie ik ze later op het parkeerterrein waar ze naast ‘mooi lopen’ ook hun aandacht moeten richten op bijvoorbeeld het verkeer of een losse stoeptegel dan zag ik dat ze heel anders gingen lopen.’ Behalve meer functioneel trainen, wordt in het nieuwe traject ook gebruik gemaakt van hulpmiddelen om de aangedane zijde beter te laten meedoen. Een belangrijke ontwikkeling daarbij is een apparaat dat elektronisch de zenuw stimuleert die de spieren bestuurt die de voet opheffen tijdens het lopen: de L300 van de firma Ness. Momenteel loopt daar een onderzoek mee, vertelt hoogleraar revalidatiegeneeskunde Sander Geurts. ‘Eigenlijk is die elektrostimulatie een methode uit de jaren ’60, maar de firma heeft nu een apparaat ontwikkeld dat heel gebruikersvriendelijk is. De elektrodes zitten onder een brace om de knie die de patiënt met één hand kan omdoen en hebben een draadloze verbinding met een loopsensor onder de hiel. Zodra de hiel los van de grond is, wordt de voet opgetild. In dit onderzoek kijken we of we naast een betere voetheffing ook een betere kniebuiging bereiken waardoor we het typische looppatroon van een CVA-patiënt met stijve knie kunnen voorkomen.’
Elektrostimulatie ‘Een van de doelen bij de ergotherapie was om te kijken in hoeverre ik zelf mijn tweeling zou kunnen verzorgen. En dat lukt prima!’ Foto’s: Frank Muller
M a r l i e s M i e l e k a mp
Oké, je kan zien dat Maarten van Gestel een halfzijdige verlamming heeft, maar hij komt keurig rechtop en met duidelijk zelfvertrouwen de oefenzaal van de afdeling neurorevalidatie binnenlopen. Terwijl het toch een schok moet zijn geweest toen hij ruim anderhalf jaar geleden een tweede hersenbloeding (CVA) kreeg. ‘Tot die tijd had ik daar nooit op gerekend’, vertelt Maarten. ‘Ik leidde een normaal leven, heb bedrijfskunde gestudeerd en had een erg drukke baan als financial controller. Daarnaast woonde ik samen en hadden we net gehoord dat mijn vriendin zwanger was van een tweeling. Ik heb gewoon weggestopt dat er toch een zwakke plek in de bloedvaten van mijn hersenen zat en dat ik een verhoogde kans had om een tweede hersenbloeding te krijgen.’ Want al snel bleek dat de bloeding weer op dezelfde plaats zat als de eerste keer. De eerste keer hield Maarten een halfzijdige verlamming links aan de hersenbloeding over die na de tweede bloeding verergerde. In het ziekenhuis kwam hij erachter dat daarnaast het gezichtsverlies in zijn linkeroog weg was. Toch ziet Maarten de tweede bloeding achteraf als een kans. ‘Al jaren had ik niets aan therapie gedaan, ik liep op mijn eigen manier. Drie weken na de bloeding ben ik hier weer gaan revalideren en kreeg een behandeling die me erg heeft gemotiveerd om beter te gaan functioneren dan tussen mijn negende en eenendertigste.’
symmetrie tussen aangedane en niet aangedane zijde’, legt revalidatie-arts Henk Hendricks uit. ‘Door onderzoek is aangetoond dat die NDT niet slecht is, maar door de nadruk te veel op symmetrisch bewegen te leggen, werkt het soms zelfs vertragend. Het doel van de nieuwe therapie is om veel meer in te zetten op intensief functioneel trainen.’
Over een half jaar start ook een onderzoek met interne elektrostimulatie, dat werkt door middel van een apparaatje dat inwendig door een neurochirurg is aangebracht. Hoogleraar Geurts hoopt dat onderzoek met beide apparaten uiteindelijk tot een promotie leidt. Voorlopig heeft hij uit verschillen ‘potjes’ – Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), het eigen afdelingbudget en de beide firma’s die de apparaten maken – geld voor een onderzoeker die op 0,6 basis gedurende twee jaar werkt.
‘Parkeerterreingedrag’ Sinds kort is er namelijk naar aanleiding van onderzoek een ander soort therapie ontwikkeld voor patiënten die een CVA hebben gehad. ‘Vroeger werd elke patiënt behandeld volgens neurodevelopment treatment (NDT) waarbij onder andere sterk werd ingezet op herstel van
Maarten deed mee aan het onderzoek naar neuro-elektrostimulatie
8
r a d b o d e 1 9 - 2 0 0 7
onele mogelijkheden’ Nieuwe Post Hbo-opleiding Omdat de neurodevelopment treatment (NDT) na een onderzoeksproject van ZonMW verlaten is was een nieuwe opleiding voor de motorische revalidatie van CVA-patiënten noodzakelijk. Hoogleraar revalidatiegeneeskunde Sander Geurts legt uit: ‘De bevindingen uit het Zon MW onderzoek zijn vertaald naar een nieuwe post-Hbo onderwijsmodule voor fysio- en ergotherapeuten. Ons streven was deze module te ontwikkelen samen met voormalige NDT docenten, maar die moesten daarvoor wel hun ‘NDT-denken’ loslaten. Dat was moeilijk, maar uiteindelijk is het gelukt. Deze opleiding draait vanaf september onder de paraplu van het Nederlands Paramedisch Instituut (NPI). Het is een cursus die tien maanden duurt en in twee parallelklassen in Utrecht en Hoensbroek wordt gegeven. De opleiding bestaat uit 20 cursus- en 20 zelfstudiedagen. Er zijn 15 praktijkdagen in Utrecht en Hoensbroek en 5 centrale theoriedagen in Papendal.’
Ook Maarten deed mee aan dit onderzoek. Uiteindelijk heeft hij na de proefperiode van 8 weken afgezien van lopen met elektrostimulatie. ‘Doordat de elektrostimulator geen enkelsteun heeft, struikelde ik vaak als ik snel moest lopen. En die snelheid heb ik wel nodig met twee jongens van bijna een jaar die ik mee opvoed.’ Fysiotherapeut Jasper de Boer vult aan: ‘Voor Maarten was dit teveel, maar we hebben al wel succes bereikt bij patiënten die minder spierkrachtuitval rond heup en knie hebben dan Maarten. ‘ Voor sommige mensen is de prijs van het apparaat - dat 5000 euro kost – wel erg hoog. ‘Dat komt omdat we nog in de onderzoekfase zitten’, legt revalidatie-arts Hendricks uit. ‘Daarom vergoeden zorgverzekeraars het nog niet. Is eenmaal wetenschappelijk bewezen dat het werkt dan volgt vergoeding vanzelf. Maar enkele van onze proefpersonen hebben het al vergoed weten te krijgen vanuit hun werk of het UWV.’ Maarten koos uiteindelijk voor een ‘beugel’ (orthese) met enkelsteun. ‘Ik heb die enkelsteun gewoon nodig, en deze orthese is zoveel mooier en beter dan mijn vroegere, hier kan ik bijvoorbeeld gewoon sportschoenen bij aan, dat was een verademing na de lompe zwarte orthopedische schoen die ik gewend was.’
Analyse looppatroon Waar Maarten verder veel aan heeft gehad is de uitleg van zijn fysiotherapeut die een analyse van zijn looppatroon maakte. Dit onderzoek vond plaats in het nieuwe looplaboratorium waar met videobeelden en de meting van spieractiviteit tijdens het lopen elke fase van het lopen kan worden bekeken. ‘Jasper leerde me analytisch te kijken hoe ik moet lopen en wanneer ik welke spier moest inschakelen’, vertelt Maarten. ‘Ik heb bij Jasper spieren leren gebruiken waarvan ik niet eens wist dat ik ze had! In het begin ging ik door die werkwijze zo snel vooruit dat ik ongelooflijk gemotiveerd werd om ook thuis veel te oefenen.’ Jasper de Boer legt uit: ‘Voordat we functioneel gaan trainen, beginnen we altijd met oefenen op deelbewegingen die de basis van het looppatroon vormen. Zo hebben we in het begin de spieren in zijn heupregio geoefend door bepaalde grondoefeningen te doen. Dan moest Maarten op zijn knieën zitten en proberen het ‘goede been’ naar voren te brengen, in het begin viel hij daarbij om, maar nu kan Maarten dat prima en dat bevordert echt een goed looppatroon.’ Maarten vindt het grappig nu bij zijn eigen kinderen te zien dat zij precies dezelfde ontwikkeling doorlopen als hij met de revalidatie deed. ‘Nu begrijp ik dat je zonder dit soort oefeningen gewoon niet goed kan gaan lopen.’ Zijn fysiotherapeut benadrukt dat patiënten in de nieuwe methode veel beter gemonitored kunnen worden door middel van het standaard afnemen van klinische meet-
Omdat Maartens enkel steun nodig heeft, koos hij uiteindelijk voor een orthese met een enkelsteun in de schoen instrumenten. ‘Door deze meetmethode kun je de vooruitgang van patiënten veel beter in de gaten houden. Op basis van de uitslagen valt veel sneller een prognose te maken in welke mate de kracht aan de aangedane kant terug komt. Komt die niet meer terug dan leer je de patiënt zo functioneel mogelijk omgaan met de nieuw ontstane situatie.’ Daarvoor waren bij Maarten niet alleen fysiotherapie, maar ook de gesprekken met revalidatie-arts Hendricks en de begeleiding van ergotherapeute Jolanda van den Elzen van belang. Maarten: ‘Een van de doelen bij de ergotherapie was om te kijken in hoeverre ik zelf mijn
9
tweeling zou kunnen verzorgen. Dankzij de goede begeleiding hier en de hulp van ouders, schoonouders en buren lukt dit momenteel prima.’
Positief ingesteld Naast alle begeleiding werd bij Maarten ook de bloedvat afwijking in zijn hersenen bestraald in Tilburg. Een nieuwe behandeling waarvan hij pas over een paar jaar weet of die de risico’s van een derde bloeding verkleint. ‘Maar ik ben redelijk positief ingesteld, denk niet teveel na over wat in mijn bovenkamer gebeurt, ik wil verder met mijn leven!’ n
on d e rzo e k
‘Samen op de tandem voor betere zorg’ ‘Integrale zorg’ wordt tegenwoordig gezien als de beste vorm van medische zorg die een patiënt kan krijgen. Maar wat is integrale zorg precies? En hoe meet je of de geleverde zorg voldoet aan de uitgangspunten van integrale zorg? Marielle Ouwens van de afdeling Kwaliteit van Zorg, deed onderzoek hiernaar, ontwikkelde methoden om integrale zorg te meten en testte deze – met succes – bij de zorg voor patiënten met hoofd-hals kanker. ‘Bij integrale zorg fietsen arts en patiënt op een tandem samen de berg op naar steeds betere kwaliteit van zorg’. M a r t e n Doop e r
Integrale zorg, ketenzorg, disease management, case management, patiënt gerichte zorg, evidence based medicine, multidisciplinaire zorg; het zijn allemaal termen die regelmatig vallen als het gaat om het verbeteren van de medische zorg. ‘Die termen vinden allen hun oorsprong in het feit dat de zorgverlening voor veel soorten patiënten de afgelopen decennia veel complexer is geworden’, schetst Ouwens de achtergrond van het onderzoek waarop zij 4 december promoveert. ‘De medische kennis is toegenomen wat heeft geleid tot meer diagnostiek en meer behandelmogelijkheden. Diagnostiek en behandelingen die bovendien tegenwoordig niet meer in de handen zijn van één arts. Veel patiënten krijgen te maken met tal van zorgverleners binnen een ziekenhuis, en erbuiten. Tenslotte is de zorg complexer geworden doordat de patiënt mondiger is. Menig patiënt verdiept zich in zijn of haar ziekte en wil graag betrokken worden bij de beslissingen die genomen moeten worden ten aanzien van de behandeling. Dat alles heeft ertoe geleid dat de traditionele zorgverlening, de arts die in zijn eentje voor de patiënt beslist en behandelt, verleden tijd is. Het ideaal van tegenwoordig heet ‘integrale zorg’. Onduidelijk is wat nu precies de kernprincipes zijn die maken dat zorg ‘integrale zorg’ genoemd kan worden.’ Vandaar dat Ouwens, na jaren werkzaam geweest te zijn bij Bureau Kwaliteit van het UMC St Radboud, in 2002 de stoute schoenen aantrok. Vanuit de afdeling Kwaliteit van Zorg onder leiding van prof Richard Grol en dr. Hub Wollersheim startte ze een wetenschappelijk onderzoek om meer inzicht te krijgen in de achtergronden van ‘integrale zorg’ in het algemeen en naar methoden om integrale zorg te meten bij patiënten met kanker in het bijzonder. Dit onderzoek is mede tot stand gekomen in samenwerking met het Integraal Kankercentrum Oost (IKO).
Vijf principes Allereerst spitte zij een berg internationale literatuur door en definieerde op grond daarvan vijf principes voor integrale zorg: patiëntgerichtheid, multiprofessionele zorg, coördinatie van zorg, evidence based medicine en continue kwaliteitsverbetering. Ouwens: ‘In de literatuur zie je dat bij het verbeteren van de zorg vaak maar aandacht wordt besteed aan een of twee van deze kenmerken. Wij zijn van mening dat het nodig is om aan alle vijf principes tegelijk aandacht te besteden. Waarbij die laatste twee natuurlijk algemeen geldende principes zijn voor goede kwaliteit van zorg.’ Maar met alleen het definiëren van de principes voor integrale zorg verbeter je nog niets. ‘Je moet allereerst weten hoe het in de huidige situatie gesteld is met de zorg. Daarvoor is het nodig indicatoren te definiëren en ‘meetinstrumenten’ te ontwikkelen die in staat zijn de stand van zaken ten aanzien van elk van die principes gevoelig te meten.’ Een indicator is een meetbaar aspect van de zorg die iets zegt over de kwaliteit van zorg. Op basis van richtlijnen voor goede zorg en literatuur over integrale zorg selecteerde Ouwens een geschikte set indicatoren voor het meten van integrale zorg. Tevens ontwikkelde zij een gloednieuw instrument voor het meten van de patiëntgerichtheid en maakte zij een Engels instrument voor het meten van het functioneren van de samenwerking in teams geschikt voor de Nederlandse situatie. Deze indicatoren en meetinstrumenten spitste zij specifiek toe op gebruik voor de zorg voor patiënten met kanker, in het bijzonder hoofd-halskanker en longkanker. ‘Kanker is bij uitstek een ziekte waarvan de behandeling complex en multidisciplinair is. Ook patiëntgerichtheid is hierbij heel belangrijk vanwege de belangrijke psychosociale component van deze ziekte. Omdat met name de werkgroep HoofdFoto: Flip Franssen
10
r a d b o d e 1 9 - 2 0 0 7 hals-tumoren van het Radboudziekenhuis bekend staat als een voorbeeld voor multidisciplinaire samenwerking, leek ons dit een ideale plaats om onze meetinstrumenten te testen en de aspecten van integrale zorg hier te meten’, verklaart Ouwens haar keuze.
Best practice Gewapend met de indicatoren en meetinstrumenten bracht Ouwens de kwaliteit van de zorg voor patiënten met hoofd-hals tumoren in het Radboud in kaart. ‘Daaruit werd duidelijk dat er zelfs bij deze werkgroep, die in ons ziekenhuis bekend staat als best practice, nog ruimte is voor verbetering. Zo kon de informatievoorziening aan patiënten, bijvoorbeeld over ondersteuning bij stoppen met roken, beter. Niet elke patiënt had contact met een case-manager, een gespecialiseerde verpleegkundige die voor de patiënt het centrale aanspreekpunt is en die tevens de organisatie van de zorg rondom die patiënt kritisch in de gaten houdt. Op het terrein van de professionele kwaliteit ontbrak het bijvoorbeeld aan het bewaken van het gewicht van de patiënten en ten aanzien van de organisatie van de zorg was er nog ruimte voor het verkorten van de wachttijd voor diagnostiek en eerste behandeling.’ Op grond van de uitkomsten van deze metingen is een aantal verbeteringen doorgevoerd. Zo werd onder andere een ‘intake dag’ ingesteld waardoor doorverwezen patiënten sneller gediagnosticeerd kunnen worden, werden er extra case-managers aangesteld en werd de informatievoorziening aan de patiënten, onder andere over roken en alcoholgebruik, geoptimali-
seerd. Met succes, zo wees een hernieuwde meting anderhalf jaar later uit. Ouwens: ‘Zowel de patiënt gerichte kwaliteit van zorg, als de professionele en organisatorische kwaliteit scoorden bij de tweede meting op een aantal aspecten significant hoger. We zijn inmiddels in zes ziekenhuizen in de regio eenzelfde onderzoek gestart, ditmaal gericht op de zorg voor patiënten met longkanker. Op grond van de eerste meting, waarin overigens flinke verschillen tussen de ziekenhuizen naar voren kwamen, zijn we in een ziekenhuis inmiddels een actief verbeterprogramma gestart’.
Samen op de tandem Het belang van haar onderzoek, stelt Ouwens, is dat er nu duidelijk vastgelegd is welke principes gelden bij het ontwikkelen van integrale zorg en dat er instrumenten voor handen zijn om de kwaliteit van die zorg objectief te meten. ‘Daarbij blijkt dat het verbeteren van de zorg het beste lukt als zowel wordt ingezet op de patiëntgerichtheid, de professionele kwaliteit en de organisatie van zorgprocessen. De zorgprocessen moeten de patiënt en de professionals ondersteunen. Daarnaast is het nodig om de kwaliteit voortdurend in de gaten te blijven houden door opnieuw te meten en waar nodig verbeteringen aan te brengen. Zo schep je als het ware een situa tie waarin niet langer de arts en de patiënt afzonderlijk van elkaar proberen een berg op te fietsen, maar waarin patiënt en professionals in eendrachtige samenwerking op een tandem de berg beklimmen en zo samen een steeds hogere kwaliteit van zorg bereiken.’ n
Internationaal onderzoek palliatieve zorg van start
prijzen en benoemingen Twee landelijke prijzen voor KNO-heelkunde Dit jaar ging de KNO-jaarprijs naar Nijmegen en wel naar dr. S.C. Ritoe voor haar proefschrift “Routine follow-up after laryngeal cancer treatment; the assessment of pre-symptomatic recurrence detection”. Ook de Rotsbeendissectieprijzen gingen naar Nijmegen: eerste prijs drs. F.C.A. Timmer en tweede prijs dr. M.K.S. Hol. Zij zijn beide in opleiding bij KNO.
Prijs voor Rutger Vogel Onderzoeker ir. Rutger Vogel heeft voor zijn werk, verricht aan de assemblage van het mitochondrieel complex I, de junior-onderzoekersprijs gekregen van de Vereniging Erfelijke Stofwisselingsziekten Nederland.
Prijzen voor Neurologie Op het 12e Internationale congres van de World Muscle Society in Taormina, Italië heeft drs. Alide Tieleman de Elsevier WMS membership award voor de beste poster gewonnen. In Garderen op de jaarlijkse wetenschappelijke vergadering van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie kreeg Drs. Anouk van Norden de prijs voor de beste poster en drs. Jeroen Trip de prijs voor de beste presentatie.
Joop de Bruijne prijs voor P r o f . d r. L o u i s K o l l é e Tijdens de algemene ledenvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde heeft prof.dr. Louis Kollée (Kindergeneeskunde) de Joop de Bruijne prijs ontvangen wegens zijn grote verdiensten voor de neonatologie in Nederland.
Irene van de Avoort Op het Europese Congres Gynaecologische Oncologie (ESGO) in Berlijn heeft onderzoekster Irene van de Avoort de prijs gewonnen voor de beste presentatie. Het onderwerp betrof de oncogenese van het vulvacarcinoom.
Promoties, oraties, afscheidsredes*
Eind oktober kwamen de onderzoekers in Berg en Dal bijeen. De coördinator van het onderzoek is dr. Yvonne Engels (middenvoor), de projectleider is hoogleraar palliatieve zorg prof. dr. Kris Vissers (op foto rechts). Foto: Jan van Teefelen Het Kenniscentrum Palliatieve Zorg (cluster CAIO) heeft een subsidie van 750.000 euro gekregen voor een internationaal onderzoek naar best practices in de palliatieve zorg in Europa. De subsidie is verstrekt door PHEA, het uitvoerend agentschap voor het volksgezondheidsprogramma van de Europese Unie. Naast het Radboud zijn bij het onderzoek universiteiten en palliatieve zorgcentra van Leuven, Bonn, Sheffield, Parijs, Barcelona en Poznan betrokken. Eind oktober kwamen de onderzoekers in Berg en Dal bijeen om een gemeenschappelijke start aan het project te geven. Basis voor het onderzoek is de WHO-definitie voor palliatieve zorg. In deze definitie staat centraal, dat palliatieve zorg proactief aangeboden wordt vanaf het moment, dat genezing niet meer te verwachten valt en er nog maar een beperkte levensverwachting is. Door op tijd met palliatieve zorg te beginnen kunnen problemen voorkomen worden, is de kwaliteit van het resterende leven van de patiënt hoger en kan er rekening gehouden worden met de draagkracht van mantelzorgers. Het is belangrijk, dat er niet alleen aandacht is voor het verlichten van symptomen, maar ook voor de psychische, sociale en zingevingskant. Bij palliatieve zorg zijn, zeker in Neder-
land, vaak meerdere zorgverleners betrokken. Die moeten goed met elkaar overleggen. Verantwoordelijkheden moeten duidelijk zijn en ook wie de zorg coördineert. Het onderzoeksproject begint met een inventarisatie van de aanpak van de palliatieve zorg in de deelnemende landen. Ook wordt onderzocht welke (kwaliteits)indicatoren voor palliatieve zorg er in de verschillende landen beschikbaar zijn en hoe ‘evidence based’ deze zijn. De ervaring leert, dat de evidentie van bestaande palliatieve indicatoren laag is. Mede daarom zullen er ook nieuwe, zo mogelijk betere indicatoren ontwikkeld worden. Expertteams zullen vervolgens vaststellen welke van de indicatoren geschikt zijn voor alle deelnemende landen gezamenlijk. Omdat de zorgsystemen per land verschillen, zal niet elke indicator in elk land even bruikbaar zijn. Met de uiteindelijke internationale set indicatoren zal tenslotte onderzocht worden hoe het er in de deelnemende landen met de kwaliteit van de palliatieve zorg voorstaat. Binnenkort wordt er op dit project een promovendus aangesteld. De coördinator van het onderzoek is dr. Yvonne Engels, de projectleider is hoogleraar palliatieve zorg prof. dr. Kris Vissers. JG
11
• Promotie drs. G.W.P.M. Kramer †, dinsdag 27 november om 17.15 uur. Titel: Radiotherapy in non-small-cell lung cancer • Promotie drs. A.J.M. Janssen, donderdag 29 november om 13.30 uur. Titel: Biochemical diagnostics for mitochondrial (encephalo) myopathies • Promotie mw. drs. B.A. de Beer, vrijdag 30 november om 10.30 uur. Titel: From child to adult. Otitis media in Nijmegen • Promotie mw. drs. K.B. Kluivers, maandag 3 december om 15.30 uur. Titel: On the measurement of recovery following hysterectomy • Promotie mw. drs. M.M.T.J. Ouwens, dinsdag 4 december om 13.30 uur. Titel: Integrated care for patients with cancer • Promotie mw. drs. M.B. van Iersel, vrijdag 7 december om 10.30 uur. Titel: The interplay between gait and cognition in elderly people • Oratie prof.dr. C.J.J. Tack, bijzonder hoogleraar Interne Geneeskunde in het bijzonder de Diabetologie vanwege de Diabetesvereniging Nederland, vrijdag 7 december om 15.45 uur. Titel: Deining en diepgang. Bewegingen in de Diabetologie * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2 Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www. umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’
Royaal wonen in ’t Rijk Twee vrijstaande villa’s aan de Rijksweg in Malden (hoek Vieracker)
www.WLOLoopbaanadvies.nl
• 2 badkamers, 3 toiletten en voldoende ruimte voor 6 slaapkamers
- bewust richting geven aan je loopbaan -
• eigen parkeerruimte voor 2 auto’s
Loopbaanadvies, Outplacement, Coaching en Reïntegratie. Bel voor meer informatie of een kennismakingsgesprek Wenneke Ong of Susan van Dijk, loopbaanprofessionals 06-50600570 of 026–8450786.
• veel ruimte voor uw eigen plannen. Bespreek ze met onze interieurontwerper! • koopsom vanaf d 725.000 v.o.n.
Lid Noloc / Register Consultant CMI
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
inhoud ca. 850 m 3 perceel ca. 620 m 2
• keuken/woonkamer bijna 70 m2
verkoopinformatie
Voor de persoonlijke aanpak
initiatiefnemers
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
St. Canisiussingel 22 6511 TJ Nijmegen tel 024 365 10 10 www.stmakelaars.nl
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
www.ovom.nl
Promenade 4 6581 BA Malden tel 024 388 08 04 www.twankesseler.nl
www.jjadvies.nl
assurantiën | pensioenen | hypotheken | financieel advies
Radboud Collectiviteit! Financieel voordeel voor alle (oud-)medewerkers van het UMC St Radboud Nieuwsgierig naar uw voordelen? Kom langs of bel de Radboudlijn: 0481-367077 U vindt ons in het UMC St Radboud op: maandag van 11.30 tot 17.00 uur en vrijdag van 9.00 tot 14.00 uur Locatie: Kamer 1.04, routenummer 526, 527 (vlakbij het PIP en FLEXPUNT)
Bespaar op uw verzekeringen!
Bespaar op uw hypotheek!
Het team van Akkermans Van Elten staat voor u klaar.
Het team van Alpha staat voor u klaar.
Maximale personeelskorting met de Radboud Collectiviteit: Verzekering
Collectieve + Pakket korting korting
Verzekering
Collectieve + Pakket korting korting
Hypotheekarrangement
Korting
• Auto
25%
+
10%*
• Doorlopende reis
15%
+
10%*
• Afsluitprovisie
25%
• Inboedel
25%
+
10%*
• Caravan
35%
+
10%*
• Makelaarscourtage
35%
• Woonhuis
15%
+
10%*
• Boot
10%
+
10%*
• Taxatiekosten
45%
• Combinatiedekking huiseigenaren
15%
+
10%*
• Aansprakelijkheid
30%
+
10%*
• Notariskosten
10%
• Kostbaarheden
15%
+
10%*
• Rechtsbijstand
10%
+
10%*
• Hoge kortingen op de rente
* 10% maximale pakketkorting
Direct meer weten? Bel onze speciale Radboudlijn: 0481-367077 op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur
Bereken zelf uw voordeel: Kijk op www.akkermansvanelten.nl gebruikersnaam: radboud wachtwoord: voordeel Onze website is ook bereikbaar via het intranet van het UMC St Radboud
12
Bespaar t ot 3 uw verzek 5% op er Bel de Ra ingen! dboudlijn : 0481-367 077!
r on d e rw i j s adbode 19 - 2007
buitenland In deze rubriek schrijven studenten over hun ervaringen in het buitenland. Dit keer Saskia van Opstal, die stage liep in Tanzania.
Saskia van Opstal Na enkele jaren in een Nederlands ziekenhuis gewerkt en geleerd te hebben was ik zeer benieuwd naar de condities in Tanzania. Samen met een collega-co gingen we na een swahilicursus en extra tropenonderwijs op weg naar een afgelegen gebied tegen de grens van Uganda. Ondanks en misschien dankzij de vele beperking en in het ziekenhuisje en de omgeving heb ik deze drie maanden heel erg veel geleerd. Na in het Radboud op de eerste hulp geleerd te hebben dat de dokter pas gaat kijken als de labuitslagen en een thoraxfoto binnen zijn, werd mij duidelijk dat zonder deze hypermoderne aanpak ook nog veel mogelijk is. De doktoren daar werden steeds creatiever met het scheppen van mogelijkheden om bepaalde diagnosen toch te kunnen vaststellen. Daarbij moet wel gesteld worden dat er geen ethische commissie bestaat en dat patiënten ook niet zo mondig zijn als in Nederland. Angst voor een claim is dan ook niet aanwezig. Vaak is niet het geld voor nieuwe dure middelen het grootste probleem, maar vooral de kennis en inzicht in de omvang van bepaalde problemen. Een voorbeeld hiervan is het TB beleid dat er in het Rubya Hospital wordt gevoerd. Er is ooit een prachtig nieuw gebouw neergezet, bedoeld voor isolatie van patiënten die besmet zijn met TB. Dit gebouw werd echter niet gebruikt omdat er een
’Stigma weegt z waarder dan besmettingsgevaar’ groot stigma bestaat en patiënten op die afdeling snel een stempel krijgen. Om te voorkomen dat sputumtesten door iedereen geweigerd worden komen de patiënten gewoon op de afdeling. Omdat verpleegkundigen niet graag besmet willen worden, worden TB-patiënten per definitie op de laatste kamer geplaatst, waar de verpleegkundigen nooit lang zijn, samen met de HIV positieve patiënten! Ook als patiënten nog een uitslag van de sputum moeten krijgen, mogen ze tussendoor naar huis. Het gevolg daarvan is groter dan wij in eerste instantie konden vermoeden: Het vervoer in Tanzania is voor de rijkere mensen of hele lange afstanden met een Dalla Dalla. Dit is een bestelbusje waar “met gemak” veertig personen inpassen, als ze maar bij elkaar op schoot en onder de stoelen kruipen. Op een dag gingen wij met zo’n volgepropt busje naar Bukoba. Tot onze grote verbazing zat voor ons inderdaad een patiënt van de mannenafdeling druk hoestend fluimen naar buiten te spugen. Voor deze man was de uitslag van het sputumonderzoek nog niet terug! De bedroevende uitvoering van het TB-beleid is niet zozeer het gevolg van te weinig geld: de isolatieafdeling is gebouwd en staat leeg en sputumonderzoek is daar goed mogelijk. Ook de kosten van isolatie tijdens afwachting van sputumtesten is te overbruggen. Het blijkt in dit geval dat het stigma zwaarder weegt dan de gevaren van besmetting.
Coassistenten voor het eerst naar Indonesië Vier Geneeskundestudenten uit Nijmegen gaan volgend jaar juni naar Indonesië om coschappen te lopen. Onlangs heeft het UMC St Radboud in samenwerking met de universiteit Diponegoro van Semarang (Java) het programma voor de coassistenten vastgesteld. Het is voor het eerst dat het Radboud coassistenten naar Indonesië uitzendt.
G i j s M u nn i ch s
Student Marvin Berrevoets bereidt zich flink voor op zijn coschappen in Indonesië. Zo volgt hij onderwijsblokken over tropische ziekten en deelt hij ervaringen met coassistenten die eerder in de tropen zijn geweest. En drie uur per week volgt hij Indonesische taalles. ‘Indonesisch is een eenvoudige taal’, vertelt hij. ‘Je hoeft bijvoorbeeld geen meervoud te gebruiken of werkwoorden te verbuigen. Inmiddels kan ik een aardig woordje “Bahasa Indonesia” spreken.’ Alle coschappen naar ontwikkelingslanden worden begeleid vanuit het Nijmeegs Universitair Centrum voor Infectieziekten (NUCI) International Health van het UMC St Radboud. Internist/infectioloog en coördinator van dit coschap Monique Keuter is zojuist terug van het Indonesische eiland Java. De coschappen zijn een samenwerking met CENTRID (Center for Tropical Infectious Disea-
ses), dat is opgezet vanuit het academische Dr. Kariadi Ziekenhuis in Semarang (Java). ‘Wij werken sinds 1989 samen met de universiteit Diponegoro van Semarang’, vertelt Keuter. ‘Destijds deden we gezamenlijk onderzoek naar buiktyfus. Het hoofd van CENTRID, dr. Hussein Gassem, is in Nijmegen daarop gepromoveerd. Hij is nu coördinator van de coschappen vanuit Indonesië. Vorig jaar en tijdens mijn recente verblijf hebben we het programma voor de coschappen opgezet.’
Met weinig veel bereiken De coassistenten zijn straks drie maanden op Java. Ze lopen coschappen in het Dr. Kariadi Ziekenhuis, maar ook in een perifeer ziekenhuis en een gezondheidscentrum. Keuter: ‘In de kliniek leren ze medische vaardigheden. In het gezondheidscentrum zijn ze bezig met eerstelijnszorg, maar ook met “public health”. Bijvoorbeeld door de bevolking voor te lichten wat je moet doen bij een uitbraak van dengue (tropische virusziekte).’ De Nijmegenaren lopen samen met Indonesische studenten coschappen. ‘Zij zullen veel van elkaar leren’, denkt Keuter. ‘De Nederlandse coassistenten hebben meer kennis van beeldvormende en laboratoriumtechnieken. Terwijl de Indonesische studenten de lokale context kennen en beter weten hoe ze met weinig middelen veel bereiken.’
Vuurdoop
Internist/infectioloog Monique Keuter heeft samen met haar Indonesische collega Hussein Gassem de coschappen in Indonesië opgezet.
Eenderde van de Geneeskundestudenten loopt coschappen in het buitenland. Al 41 jaar zendt het Radboud studenten uit naar de tropen. Jaarlijks doen tientallen coassistenten ervaringen op in Tanzania, Ghana, Suriname en Nicaragua. Dat Berrevoets, samen met drie anderen studenten, als eerste coassistent naar Indonesië gaat, vindt hij spannend. ‘Geen enkele Nijmeegse student kan ons vertellen hoe het is om daar coschappen te lopen’, zegt hij. ‘Wij krijgen de vuurdoop. Een enorme uitdaging. Ik sta open voor alle mogelijkheden die me in Indonesië aangeboden worden. Omdat dit mijn laatste coschap is, hoop ik zoveel mogelijk zelf te doen in de kliniek. Het is daarnaast natuurlijk interessant om te zien hoe men in de Indonesische cultuur omgaat met ziektebeelden en behandelingen.’ n
Brandoefening bij neonatologie
Foto: Flip Franssen
Op de afdeling Neonatologie vond 8 november een calamiteitenoefening plaats. Hierbij werd een brand nagebootst, waarbij werd getest hoe de medewerkers hierop voorbereid zijn. Ook de Snelle Interventie Ploeg en Bedrijf Huisvesting namen deel aan de oefening. Zij probeerden zo snel mogelijk ter plekke te zijn en keken welke problemen in het gebouw optreden als er brand uitbreekt. ‘Medewerkers zijn afgelopen periode geschoold en bleken op de hoogte van het calamiteitenplan’, vertelt hoofdverpleegkundige Herman Hendriks. ‘Er was goed onderling overleg en met de hulpverleners.’ GM
13
r a d b o d e 1 9 - 2 0 0 7
PIPnieuws
mensen Ben Seegers Na een dienstverband van ruim 32 jaar bij UMC St Radboud, afdeling Meldkamer en Receptie, gaat Ben Seegers van zijn FPU genieten. Ter gelegenheid van dit afscheid biedt de afdeling hem een receptie aan op woensdag 28 november van 16.30 – 18.30 uur in de Aesculaaf, Studiecentrum (route 76). Leiding Hotelservice
Personeels Informatie Punt ma t/m do 11.30-14.00 en 15.00-17.00 uur vrij 11.30-14.00 uur, T (024) 361 91 66, route en interne post 536,
[email protected] : medewerker ➔ pip on line
Actueel Vanaf 21 november houdt UMC Zorgverzekeraar op woensdag en vrijdag van 11.30 – 14.00 uur spreekuur bij het PIP en is telefonisch bereikbaar op nummer (024) 361 91 45. Post/declaraties kunnen vanaf heden via de interne post verzonden worden: 4629 UMC Zorgverzekeraar. : medewerker ➔ pip on line ➔ actueel
Salaris De uitbetaling van het salaris is op vrijdag 23 november.
PIP tip Denkt u eraan uw OV-kaartjes in te leveren vòòr 1 december i.v.m. de extra korting bij de reiskosten.
Dorie van der Wielen Na ruim 19 jaar, met een kleine onderbreking van 3 jaar, gaat Dorie van der Wielen met ingang van 1 december het (kinder)ziekenhuis verlaten. Zij is al die jaren actief geweest als pedagogisch medewerker binnen het CUKZ, waarvan de laatste 9 jaar op de kinderdialyse. Dorie heeft daar met veel inzet en enthousiasme gewerkt aan de pedagogische functie. Het was binnen de dialyse een nieuwe functie die zij zelfstandig vorm en inhoud heeft gegeven. Ze heeft daarbij ook een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van voorlichtingsmateriaal specifiek gericht op kinderen. Ze heeft een grote expertise opgebouwd en veel waardering bij kinderen, ouders en collega’s. Ze heeft nu gekozen voor een functie als leerkracht in het basisonderwijs. Wij wensen haar veel succes. Mart Geven, hoofd Sociaal Pedagogische Dienst, CUKZ
Marie-Anne Brabers Vacatures Elke donderdag staan de nieuwe vacatures op internet en op het presentatiebord bij PIP.
Met ingang van 1 december gaat Marie-Anne Brabers van haar prepensioen genieten. Ze kwam in 1979 in dienst bij de Medische Registratie als cursusleidster van de opleiding tot Medisch Registratie assistente (medregas). Naderhand hield zij zich bezig met de introductie van en met het geven van cursussen Philips tekstverwerking. Tekstverwerking
in de brede zin van het woord is het aandachtsgebied gebleven van Marie-Anne. Nadat zij haar overstap maakte naar Staf Info in 1987 heeft zij zich als ICT medewerker verdiept en verbreed in de kantoorautomatisering. Veel medewerkers kennen haar van de cursussen Word, Excel, PowerPoint en Outlook. Werk was een hobby van Marie-Anne als het aankwam op de verdieping. Menig macro is door haar ontwikkeld en uiteindelijk UMC-breed geïntroduceerd. Iedereen kent de huisstijlsjablonen in Word. Haar afscheidsreceptie vindt plaats in Huize Heyendael op vrijdag 30 november vanaf 16.00 uur. Hans Scheffer, hoofd afdeling AO Staf INFO
Wim Derksen Op 1 december verlaat Wim Derksen, medewerker Postkamer binnen het Facilitair Bedrijf, na ruim 40 jaar het UMC St Radboud. Hij maakt gebruik van de FPU-regeling. Wij nodigen u uit om dit afscheid met hem te vieren op vrijdag 7 december van 16.00 – 18.00 uur in café Aesculaaf, ingang Geert Grooteplein Noord 21, route 76. Wij hopen u die dag te mogen ontvangen. J. Rutten - van der Snoek, Hoofd Logistiek
D u i z e n d s t e v r i j w i l l i g e r s o v e r e e n k o m s t Op 13 november is de duizendste vrijwilligersovereenkomst ondertekend en wel door vrijwilliger Ella Keuskamp. Zij doet sinds 3 maanden vrijwilligerswerk bij de patiëntenbibliotheek, waar zij met de boekenkar naar de verpleegafdelingen gaat om de Spits rond te brengen en boeken en tijdschriften uit te lenen. Haar belangrijkste motivatie is dat zij graag andere mensen wil helpen maar ook voor de sociale contacten. Ella is ook vrijwilliger in de centrale hal waar zij patiënten en bezoekers de weg wijst en patiënten in rolstoel of slecht ter been zijn naar de juiste bestemming brengt. Een betrokken vrijwilliger, klantvriendelijk en met hart voor de zaak. Joke Hoop, Coördinator Vrijwilligers
Vacaturetip Voor kinderverpleegkundigen: 07740 opleiding tot IC-neonatologie verpleegkundige. : werken bij het UMC ➔ vacatures
F LE X Ben je student en op zoek naar een afwisselende bijbaan? Neem contact op met FLEX, intern uitzendbureau van het UMC St Radboud. Voor meer uitleg over inzet in diverse functies kun je ons bellen of mailen. T (024) 361 03 03, flexmail@ po.umcn.nl, route 534, interne post 536. ma t/m vrij 09.00-16.30 uur. : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk
Vrijwilligers Lijkt het u leuk om 1 dagdeel per week gastvrouw of gastheer te zijn, of eens per maand op zondag bij de kerkdienst actief te zijn? Of liever een ander onderdeel van het vrijwilligerswerk? Wij kunnen regelmatig nieuwe vrijwilligers plaatsen en we zijn blij met uw aanmelding. Voor meer informatie kunt u terecht bij Coördinator vrijwilligerswerk, Joke Hoop. T (024) 361 53 28,
[email protected]. : werken bij het UMC ➔ vrijwilligerswerk
Cursussen en trainingen Er zijn nog volop plekken voor deze trainingen van Staf P&O: • Medische terminologie; start 19 dec. 2007 • Resultaatgericht communiceren; 9 en 10 jan. 2008 • Persoonlijke communicatiestijlen; 22 en 23 jan. 2008 • Onderhandelen; 24, 25 jan. en 21 feb. 2008 • Vergaderen; 12 feb. 2008 • Projectmatig werken; 31 jan. en 14 feb. Inschrijving uiterlijk 30 dagen voor aanvang van de training. Voor informatie over de opleidingen, zie intranet. :medewerker ➔ leren bij het UMC ➔ opleidingsaanbod ➔ functiegericht
PIPnieuws valt onder verantwoordelijkheid van Staf P&O
Stevige basis voor kwaliteit huisartsenposten De kwaliteit van spoedzorg een stevige basis geven. Dat is de doelstelling van een convenant tussen de afdeling Kwaliteit van Zorg en de Vereniging Huisartsenposten Nederland. De beide organisaties ondertekenden dit convenant afgelopen week. De verbetering van de zorgkwaliteit van huisartsenposten en in de acute zorg komt tot stand binnen een kennisnetwerk van onder meer universiteiten, onderzoeksinstellingen en huisartsenposten. Dat netwerk is ondergebracht bij de afdeling Kwaliteit van Zorg. ‘De expertise en kennis die daar aanwezig is, kunnen we via deze overeenkomst nog beter ontwikkelen en toepassen’, zegt Paul Giesen, huisarts en grondlegger van het kennisnetwerk. Jaarlijks willen beide organisaties een gemeenschappelijk onderzoeksprogramma presenteren en een agenda overleggen van komende activiteiten. Die intensieve samenwerking levert beide
organisaties winst op, zo is de verwachting. De Vereniging van Huisartsenposten Nederland blijft goed op de hoogte van relevant wetenschappelijk onderzoek en kan gewenst onderzoek makkelijker laten uitvoeren bij haar leden. Voor de afdeling Kwaliteit van Zorg zorgt de samenwerking voor een optimale aansluiting van het wetenschappelijk onderzoek op de praktijk en op de behoeften die daar leven. De afdeling Kwaliteit van Zorg doet behalve op huisartsenposten, ook onderzoek binnen huisartspraktijken en spoedzorg. Niet alleen in Nederland, maar ook in 25 andere Europese landen. Onder meer zal onderzoek worden gedaan naar triage, ketensamenwerking en veiligheid. Ook zal onderzoek plaatsvinden naar de mogelijkheden om de kwaliteit van zorg systematisch te volgen en te verbeteren door nieuwe ict-toepassingen. BO
kleine boodschap Gratis niet commerciële advertenties van medewerkers, vrijwilligers en studenten. Opgave bij het Voorlichtingscentrum in de hal van het ziekenhuis. Postadres: 528 Staf Concerncommunicatie, voorlichtingscentrum. E-mail: Voorlichting@ com.umcn. nl. Opgave van (UMC)werkadres of (RU)studentnummer is vereist. Maximale lengte 20 woorden, goederen mogen niet duurder zijn dan g 700, -.
Gevraagd: Leden voor Volleybalvereniging Novio’88. Spelen: maandagavond met dames- en herenteams in de Nijmeegse Bedrijfsvolleybalcompetitie. Trainen: vrijdagavond. T (024) 354 07 22, dames, 388 27 75, heren.
Rectificatie In de vorige Radbode (9 november 2007) werd Helga Wismeyer per abuis aangekondigd als ‘directeur Servicebedrijf’. Dat had moeten zijn: ‘projectdirecteur Service bedrijf’.
Grand Buffet
Zaterdag en zondag 27,50 euro pp
*Aanbieding*
Maandag t/m vrijdag 22,50 euro pp
Aangeboden: Gloednieuwe mobiele airconditioning (wegens overcompleet) met afstandsbediening voor slechts e 175,-.T 06 40 74 52 86 of
[email protected].
Een 5- gangenbuffet, smaakvol van opbouw, waar fijnproevers van zowel vis- als vleesgerechten optimaal aan hun trekken komen.
Nergens beter, nergens completer
Colofon
Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen (eindredactie), Gijs Munnichs, Walter Verhoeve n. Aan dit nummer werkten mee: Marten Dooper, Joke Groeneveld, Alette van der Heijde, Paul van Laere, Marlies Mielekamp, Bert Op de Beek, Daan Van Speybroeck.E-mail:
[email protected], telefoon: (024) 361 35 38 Corres pondentie: UMC St Radboud, 528 Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Henk Gerrits, René Bakker, mr. Aemiel Kerckhoffs Vormgeving en lay-out: Puntkomma Creatieve Communicatie Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, (023) 571 47 45, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen (024) 361 54 42 Verschijningsdata zie intranet, button Radbode.
14
Rijksweg 95 Mook 024-6962125 www.de-schans.nl
✁
Uitsluitend op reservering.
,PSUJOHTCPOt,PSUJOHTCPOt,PSUJOHTCPOt,PSUJOHTCPOt,PSUJO Exclusief voor personeel van het UMC St Radboud: Bij minimaal 10 personen,
3,00 euro korting per persoon.
op i n i e r adbode 19 - 2007
Patiëntenlogistiek: van denken naar doen In gezelschap gaan gesprekken erg vaak over vakanties. Mensen weten precies waar ze naar toe gaan en hoe ze willen reizen. Ze zoeken alles uit op internet of schakelen een reisbureau in. Kortom, mensen willen dat het goed geregeld is en dat het een droomvakantie wordt. Ook onze patiënten vertrouwen erop dat elke schakel in de zorg goed aansluit. Wat beloven we de patiënt? Waar zijn wij goed in? Hoe kunnen we de zorg goed en klantgericht organiseren? In het Radboud formuleren 25 projectteams hier antwoorden op. In de uitvoering stuiten ze regelmatig op weerbarstige gewoontes en regels. Een betoog van Stan Janssen, beleidsmedewerker staf Zorg.
het betoog Kortgeleden begeleidde ik een afdeling met het in kaart brengen van het administratieve proces rondom de aanvraag van een onderzoek. Samen met de administratief medewerkers en specialist analyseerden we het aanvraagproces: van binnenkomst van het aanvraagformulier tot en met het versturen van de schriftelijke afspraak naar de patiënt. We kwamen tot de ontdekking dat de aanvraag vier keer van bakje veranderde. De doorlooptijd van alleen de aanvraag was van enkele uren tot negen dagen (gemiddeld 2,4). Daar waren administratief gezien wel verklaringen voor. Regelmatig zien hulpverleners vooral hún deel van het proces. Zij zijn daardoor minder gericht op de vraag voor wie ze het doen. Een medewerker concludeerde heel alert: ‘Al die aanvragen zijn eigenlijk patiënten, onze bakjes liggen vol patiënten!’. Daardoor beseffen betrokkenen dat het radicaal anders moet en vooral simpeler. Oplossing zou zijn: decentraal plannen op de poliklinieken. Wanneer een specialist besluit tot onderzoek, plant een poliklinisch assistent samen met de patiënt de afspraak voor het onderzoek rechtstreeks in de agenda. De patiënt weet dan meteen wanneer de afspraken zijn en krijgt de juiste informatie. Zowel de patiënt als de specialist weten
precies waar ze aan toe zijn. Het specialisme is zelf verantwoordelijk voor het aantal aanvragen en dus voor de toegangstijd. De afdeling is met dit idee een pilot gestart en in januari weten we of deze gaat slagen. In ieder geval is hiermee een groot aantal stappen in het administratieve proces verminderd. Het is een voorbeeld hoe in de projecten binnen patiëntenlogistiek wordt gewerkt, van droom tot werkelijkheid. Het lijkt zo voor de handliggend, maar het is vaak toch ingewikkelder dan we denken. Waarom? Allereerst moet er een gezamenlijk beeld zijn hoe een zorgketen voor een patiënt er uit ziet. Daar zit vaak al het grote misverstand, we weten vaak van elkaar niet wie wat wanneer doet. Dus moeten betrokken specialisten, verpleegkundigen en andere medewerkers met elkaar aan tafel om het zorgproces letterlijk uit te tekenen. Hoe vaak komt de patiënt op bezoek in het ziekenhuis bij wie en wat doen we om er voor te zorgen dat deze bezoeken mogelijk zijn en goed verlopen? Bij het uittekenen blijkt dat er bijvoorbeeld veel dubbel administratief werk wordt gedaan door de verschillende secretariaten of dat elke specialist zijn eigen werkwijze heeft. Dit inzicht levert vaak al de oplossingsrichting aan. Of zoals een specialist op een van de startconferenties na een uur al zei: ‘Door de analyse is deze dag voor mij al goud waard’. Om dit inzicht verder te vergroten is een arts meegelopen met een patiënt (shadowing) en heeft de toegangs- en doorlooptijden tot diagnostiek en behandeling gemeten. Van meningen naar feiten dus. Op basis van dit inzicht dagen we de teams uit om een ideaal zorgproces voor de patiënt te schetsen. Ofwel hoe ziet het eruit als je helemaal opnieuw mag inrichten, dromen dus. Belangrijk is dat je loskomt van de huidige manier van denken. Einstein zei ooit eens: “Je kunt een probleem niet oplossen met dezelfde manier van denken als waarmee het probleem is ontstaan” . Dus je moet voorkomen dat discussies hierover meteen worden gefrustreerd met ‘ja maar’ en ‘we doen het al jaren zo’. Het loslaten van ingesleten gewoonten is ongeveer het moeilijkste wat we tegenkomen. Dat heeft ook invloed op de wijze van veranderen op een polikliniek of in een zorgketen.
Foto: Frank Muller
Wanneer het inzicht er is en iedereen weet waar men naar toe wil, komt het moeilijkste: de verandering zelf. Een keer zeggen en het dan doen, lukt niet. Ik noem dat ‘receptimplementatie’, vergeet het maar. Test eerst de ideeën om te kijken of ze werken. Vraag één specialist bijvoorbeeld meteen zijn brieven te dicteren tijdens zijn spreekuur en kijk wat dit oplevert. Als het werkt dan kan hij de voordelen zelf vertellen aan zijn collega’s. Dat is veel krachtiger dan dat een adviseur dat doet. Leren van elkaar dus. Op deze wijze zijn er de afgelopen jaar heel wat mooie resultaten behaald waar de patiënt flink van profiteert: bijvoorbeeld kortere toegangstijd op poliklinieken, minder bezoeken aan het ziekenhuis en betere informatie. Maar ook voor onszelf levert het veel op: minder afzeggingen van spreekuren, heldere afspraken met elkaar in de keten, minder overleg en minder klachten. Van groot belang is dat iedereen voelt dat veranderen mag en zelfs moet. Patiënten moeten erop kunnen vertrouwen dat elke stap zonder vertraging op elkaar aansluit. Met de projecten binnen patiëntenlogistiek maken we deze droom tot werkelijkheid. n Stan Janssen Beleidsmedewerker staf Zorg
Nominatie voor Beter worden in het Radboud
Op 15 november werd voor de eerste keer de Raak Radbouds Trofee van het Universitair Taal- en communicatie centrum Nijmegen (UTN) uitgereikt. Vijf teksten waren genomineerd voor deze prijs voor helder schriftelijk taalgebruik binnen Radboud Universiteit en UMC St Radboud. Een van de genomineerde teksten was het eerste hoofdstuk uit het boekje ‘Beter worden in het Radboud - De weg....’, dat alle mede-
Speciale behandeling Zeer aantrekkelijke courtagekortingen voor alle leden van de Personeelsvereniging
I N M E M O R IA M
Oranjesingel 21 • 6511 NM Nijmegen T (024) 360 69 00 E
[email protected] I www.beaufortmakelaars.nl
Ubbergseveldweg 95 te Nijmegen Uniek en fraai gelegen halfvrijstaande villa in Nijmegen-oost met een zeer groot perceel van meer dan 2200 m2. De woning is in 2003 verbouwd en vergroot waarbij oud en nieuw met elkaar zijn gecombineerd en in elkaar overlopen. De woning heeft een ruime woonkamer, halfopen keuken met luxe inrichting, kelder, 4 slaapkamers, en 3 badkamers. Inhoud 1140 m3, woonopp. 265 m2, Bouwjaar 1955, Nieuwbouw 2003.
Vraagprijs € 995.000,- k.k.
radbode-koophuis 071031.indd 1
Groesbeekseweg 23, 6524 CL telefoon: (024) 382 21 50 www.koophuis.nl 15-11-2007 11:51:34
Marja van de Venne - Polman
Dinsdag 6 november hebben wij het bericht gekregen dat Marja van de Venne - Polman, kinderverpleegkundige van Q3Vuurtoren, onverwacht is overleden. Marja is ruim 32 jaar werkzaam geweest in het UMC St Radboud. In 1975 begon zij met de in-service A-opleiding. Marja heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de oprichting en het ontstaan van de neonatale kinderchirurgische verpleegafdeling B22 in ons kinderziekenhuis. Toen zij zo’n 10 jaar geleden een chronische ziekte kreeg, hebben wij Marja leren kennen als een vechtster in de strijd met haar gezondheid. Haar ongelofelijke wilskracht en positieve inslag was in deze periode kenmerkend. Het sierde haar dat zij ondanks dit alles uitermate betrokken bleef bij het wel en wee van haar collega’s. Wij zullen haar herinneren als een collega met een enorme bevlogenheid voor haar werk en grote inzet en betrokkenheid voor het verpleegkundige vak. Daarnaast toonde zij oprechte belangstelling en interesse in haar collega’s. Wij wensen haar man Dirk en de hele familie veel sterkte met dit grote verlies. Els van Zwieten verpleegkundig werkplekmanager Q3Vuurtoren
Ùw huis onze Hoofdzaak
Aankoop Verkoop Taxaties
werkers vorige maand thuis hebben ontvangen. De Raak Radbouds Trofee, die werd uitgereikt door de voorzitter van het College van Bestuur, ging naar een RUmedewerkster met de Belgische nationaliteit. Zij maakte per brief aan haar overheid in heldere taal korte metten met de voorlichting aan Belgen die in het buitenland wonen en aan Belgische Verkiezingen willen deelnemen. WV
15
r a ctueel adbode 19 - 2007
Vernieuwingen in de zorgsector In de regelgeving en financiering van de gezondheidszorg worden vaak tegengestelde prikkels gegeven. Daardoor lopen vernieuwingen soms flink vertraging op. Het Innovatieplatform van de overheid wil meer kennis en ideeën uit de zorgsector halen en formuleerde daarom verschillende uitdagingen voor de gezondheidszorg. Radbode vroeg medewerkers hierop te reageren.
N e l l e k e D i nn i s s e n Voer product- en procesinnovaties door waaronder het Elektronisch Patiëntendossier
Ernst de Bel
Het beter benutten van ICT biedt zeker mogelijkheden tot het verhogen van kwaliteit en efficiency van de zorg. Patiënten, zorgverleners, management en financiers: allen hebben behoefte aan een continue beschikbaarheid van betrouwbare en relevante zorginformatie. Wie inmiddels gewend is aan de mogelijkheden van het internet om informatie te vinden en zaken te regelen, kan haast niet begrijpen waarom realisatie van het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) zo lang op zich laat wachten. ICT- leveranciers slagen er niet in deze doelen voor de (kleine) Nederlandse zorgmarkt te leveren: er worden gigantische verliezen geleden terwijl geen werkbare producten worden geleverd. Het wordt wat begrijpelijker als je de taken van het EPD op een rijtje zet: het EPD moet buitengewoon flexibel zijn, maar toch aan rigoureuze technische standaarden voldoen. Het moet altijd bereikbaar zijn, en toch het recht op privacy garanderen. Het moet informatie uit zeer verschillende processen verwerken, en toch een integraal en consistent beeld opleveren. Het moet kennis, documentatie en logistiek integreren. De informatie moet toegesneden worden op de doelgroep: patiënt, professional, bestuurder; elk in de eigen ‘taal’. Dit alles vereist een integraal management van informatiestromen dat alle bedrijfsprocessen raakt; een heel ingewikkeld proces, gezien ook de verschillen tussen de doelgroepen en bestaande ICT-systemen. Van centraal informatiemanagement is in het Radboud nu nog geen sprake. Er heerst nog steeds veelal een naar binnen gerichte cultuur waarbij voor allerlei bedrijfsonderdelen separate registraties worden opgezet: DBC-registratie, OK-planning, diagnoseregistratie, personeelsplanning, documentbeheer (KWINT), registratie van kwaliteitsindicatoren en registratie van verrichtingen zijn niet op elkaar afgestemd. Zonder centrale regie zowel landelijk als binnen het UMC St Radboud kan het EPD niet van de grond komen. Ernst de Bel, architect EPD
ethiek God komt door de achterdeur weer naar binnen
Nanotechnologie is de technologie van hele kleine dingen. Transhumanisme is een ideologie die de inzet van technologie bepleit om de mens verregaand te verbeteren. Die verbetering kan zodanige veranderingen tot gevolg hebben dat van mens in de te doen gebruikelijke betekenis van het woord geen sprake meer is. Men spreekt dan van een posthumaan wezen. Transhumanisten hebben zich vol enthousiasme op de nanotechnologie gestort omdat ze verwachten dat de door haar mogelijk gemaakte miniaturisering een sleutelrol zal gaan spelen bij de verdere ontwikkeling van verbeterende technologieën. Drie scenario’s worden in het bijzonder bediscussieerd als het gaat om de ver-
Vorm een krachtige kennisketen Identificeer onderzoekers met een zelfde kwaliteitswaarderingssysteem. Meten met dezelfde maat betekent dat elke onderzoeker weet waaraan hij moet voldoen. Binnen het NCMLS hebben wij op deze wijze Principle Investigators (PI’s) geïdentificeerd. Ontwikkel vervolgens een loopbaantraject. Essentieel is: hoe stimuleer je de aankomende en hoe de ervaren onderzoeker? Een goede onderzoeker moet je op ieder moment van zijn carrière op maat bedienen. Wij doen dat van promotie naar groepsleider tot aan pensioen. Het aardige is dat je op ieder moment iets te bieden hebt en dat iedereen weet waar hij aan toe is. Binnen het NCMLS hebben we zogenoemde aspiring PI’s: aanstormend talent dat graag een zelfstandige onderzoeksgroep wil starten. Stimuleer dit op allerlei manieren. Vorig jaar zijn wij gestart met het geven van extra financiële ruimte voor PI’s om hun onderzoek vorm te geven. Pamper onderzoekers die de spil vormen van een kennisketen. Dat geldt voor fundamenteel, translationeel en klinisch onderzoek. Identificeer waar je sterk of uniek in bent en versterk dat. Daarvoor zijn krachtige onderzoeksinstituten nodig die dit sturen. Maak keuzes. Teveel onderzoekslijnen staan de ontwikkeling van een krachtige kennisketen in de weg. Zorg voor kritische massa door samenwerking. Prof.dr. Carl Figdor, Prof.dr. Carl Figdor Foto: Flip Franssen Tumorimmunologie
Stuur op kwaliteit en keuzevrijheid cliënt Het resultaatgericht sturen op kwaliteitsverbetering en de preventie van onveiligheid op basis van vergelijkende feedback met proces en uitkomstindicatoren is gelukkig steeds meer vanzelfsprekend en zeker geen innovatie meer. Het verkrijgen van betrouwbare informatie is mijn inziens het grootste knelpunt. Keuzevrijheid is een fundamenteel recht in een democratie, dus ook in de zorg. Jonge, hoog opgeleide internetsurfers maken uitgebreid gebruik van dit recht. Echter keuzevrijheid houdt ook het recht in om niet te kiezen. Niet kunnen of willen kiezen zien we vaker bij oudere of ernstig zieke mensen, omdat vertrouwen in goede zorg hen meer steunt dan de onrust en onzekerheid van voortdurend (moeten) kiezen. Dat de keuze bepaald wordt door kwaliteitsinformatie is maar ten dele waar. Ook patiënten kennen de beperkte waarde ervan en kiezen, analoog aan bijvoorbeeld de schoolkeuze, voor de zorgverlener om de hoek. Zeker als
wachte overgang naar posthumaniteit. Het eerste bestaat uit genetische veranderingen in de kiembaan. Het tweede scenario is de cyborgisering, waarbij steeds meer elektronica in en rondom ons lichaam geplaatst wordt. In het derde scenario worden computergestuurde nanorobotjes de hersenen ingestuurd om alle moleculaire details van onze neurologische make
up te registreren. Deze informatie wordt vervolgens gedigitaliseerd en op een computer geplaatst. Hierdoor ontstaat een ‘software residente intelligentie’ die zichzelf met enorme snelheid over het WWW kan verplaatsen. Over de kans dat deze scenario’s ooit realiteit worden valt natuurlijk veel te discussiëren. Hoe dit ook zij, interessant is het te zien dat het transhumanisme bij veel auteurs religieuze bijklanken krijgt. De mens
16
men daar zelf, of een van de naasten, goede ervaring mee heeft of heeft gehad. Hub Wollersheim
Geef meer ruimte aan innovatie in de zorg door financiële prikkels Innovatie of vernieuwing: het zijn modewoorden. In de zorg gaat het om aantoonbaar verbeteren. Innovatie is risicovol en zeker in de geneeskundige praktijk hoor je dat gecontroleerd te doen. De zorgverleners hebben zelf de verantwoordelijkheid om aantoon- Hub Wollersheim baar te verbeteren; de overheid faciliteert en stimuleert. De overheid neemt deze verantwoordelijkheid over als de zorgverleners blijven berusten in apathie en dit afdekken door te wijzen op hun professionele autonomie. Het faciliteren en stimuleren van aantoonbare verbetering kan met geld, maar gelukkig zijn er ook andere prikkels die het goede in mensen naar boven haalt. Ik begrijp overigens niet waarom het zo moeilijk is om in Word de tekst van een consult in te typen inclusief de naam van een voorgeschreven geneesmiddel met dosis in plaats van het onduidelijk leesbaar op papier te schrijven. Begin met zulke minimumeisen en improve while you move. Nee hoor, men wil van tevoren voldoen aan de meest innovatieve vragen en met elkaar in tegenspraak zijnde eisen, zoals privacy versus brede raadpleegbaarheid. Nou dan kun je in een poldermodel wel járen wachten op een concreet product. Hub Wollersheim
Pak gezondheidsbevordering integraal aan Vroeger was er sprake van een een-op-een arts-patiëntrelatie. Door de toegenomen superspecialisatie en multimorbiditeit bij steeds oudere patiënten, ligt fragmentatie van zorg op de loer. Slechte coördinatie en overdracht is de grootste bedreiging van patiëntveiligheid. Integrale zorgverlening door multiprofessionele transmuraal operende teams is een aangetoond effectieve en efficiënte aanpak. Helaas frustreert de beschotte financieringssytematiek in de gezondheidszorg dergelijke initiatieven. Dat is een schande. Hub Wollersheim
wordt duidelijk opgegeven als centraal en onder alle omstandigheden te behouden verschijnsel in het universum. Maar door de mens grenzeloos te verbeteren kunnen we zelf posthumane goden worden. In het middeleeuwse Christelijke wereldbeeld speelden God en de mens beide een belangrijke rol. God had de mens een centrale plaats gegeven in de schepping. In het humanisme werd de belangrijke rol van de mens behouden maar God als overbodige hypothese behandeld. Men zette zijn kaarten vooral op wetenschap en ratio. Helaas werd het zonder religieuze basis ook toenemend moeilijker de centrale rol van de mens te verdedigen. De wetenschap liet zien dat de mens absoluut niet centraal staat in het universum. De aarde is niet het middelpunt en ook niet de zon. Het universum heeft helemaal geen middelpunt en de mens is een toevalsconstructie van de natuurlijke selectie. Freud liet zien dat ook de ratio niet een zodanig centrale rol speelt als we dachten. Het lijkt erop dat de transhumanisten deze lijn consequent door zetten en de mens helemaal opgeven als een verouderd construct. Interessant is daarbij dat ze God door de achterdeur weer naar binnen smokkelen. Bert Gordijn