art. 23
DRIEMAANDELIJKS DOSSIER VAN DE BBROW – AFZENDER: BBROW, HENEGOUWENKAAI 29, 1080 BRUSSEL BELGIË PB 1000 BRUSSEL 1 AFGIFTEKANTOOR: 1000 BRUSSEL 1 N° 1/1837
“Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden. Dit recht omvat het recht op een behoorlijke huisvesting.”
# 40
10-11-12 2010
DE VERHUISEN HUURTOELAGE VANDAAG EN MORGEN Welke perspectieven voor de thuislozen? Kent u ... AMA / Haard en Vrede / LA RUE / Talita ?
BBRoW Ilham Bensaïd, Marie Didier, Carole Dumont, Laurence Evrard, Werner Van Mieghem Tel.: 02/502.84.63 Mail:
[email protected] Website: www.rbdh-bbrow.be Hebben meegewerkt aan de redactie en het herlezen van dit nummer: Ilham Bensaïd, Thibauld Collignon, Marie Didier, Carole Dumont, Isabelle Jennes, André Lumpuvicka, Deborah Oddie, Katleen Van Lerberghe, Werner Van Mieghem, Sofie Verbrugghen
Inhoud 3_
Voorwoord
4_
Inleiding
5_
Dossier De VIHT vandaag en morgen. Welke perspectieven voor de thuislozen?
BLIKKEN OP ELDERS
Lay-out Elise Debouny
DE VIHT VANDAAG
De Waalse huurtoelage: ADEL
Foto’s Catherine Antoine
Voorstelling van de VIHT
Druk J. Dieu-Brichart
De gebreken van de huidige VIHT en voorstellen ter verbetering
De VIHT, een toelage die helpt, maar toch verbeterd moet worden.
10_
30_
Verzending in samenwerking met ETIKET, deelwerking van ATELIER GROOT EILAND. Gespecialiseerd in mailings en verzendwerk. 02 511 72 10 Verantwoordelijk uitgever Werner Van Mieghem, Henegouwenkaai 29, 1080 Molenbeek
Deze publicatie wordt uitgegeven met subsidies van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, Integratie via de huisvesting en van de Franse Gemeenschap. De leden van RBDH/BBRoW ontvangen Art.23 gratis. U kan zich abonneren op Art. 23 via betaling van 20 Euro per jaar op ons rekeningnummer 068–2298880–07 en met de mededeling ‘Abonnement Art. 23’. N° ISSN 1376-9170
6_ 9_
Interview met Sylvie Longo, sociaal assistente bij Samenleven/Convivence
13_
De andere bestaande (huur)toelagen: van alles wat, in afwachting van beter !
DE VIHT MORGEN
15_
Overzicht van de Brusselse thuislozensector
26_
De huursubsidie in Vlaanderen
27_
CONCLUSIE
29_
Kent-u… ?
31_ AMA
32_ Haarde en Vrede
33_ LA RUE
34_ Talita
17_
De uitbreiding van de VIHT: politieke perspectieven en mobilisatie van de verenigingen
19_
De oprichting van een werkgroep over de uitbreiding van de VIHT
20_
Voorstellen van de werkgroep BBRoW/La STRADA voor de uitbreiding van de VIHT
25_ Rassemblement Bruxellois pour le Droit à l’Habitat Brusselse Bond voor het Recht op Wonen
2 _ art. 23 # 40
VIHT: forfait of inkomengebonden
10-11-12 2010
Dank We danken hierbij de personen die hebben geposeerd en de organisaties die hun deuren hebben geopend voor de fotografe Catherine Antoine: Convivial, vzw De Buurtwinkel en Sadek Tafranti, Citizenne, Benedicte Seroen en haar verhuizers.
Voorwoord
Uitbreiding van de VIHT: ja, maar… “De Verhuis-, installatie- en huurtoelage (VIHT)) zal uitgebreid worden, zodanig dat ook personen die wonen in een opvangtehuis of een transitwoning, ervoor in aanmerking komen.” Deze zin klinkt thuislozen en mensen die hen helpen bij het zoeken naar een degelijke woning, wellicht als muziek in de oren. Als zo’n zin dan ook nog gelicht is uit het regeerakkoord van de Brusselse regering, dan kunnen we beginnen dromen… Bij de opstart van de woonpermanentie voor thuislozen door Samenlevingsopbouw Brussel, nu ruim vijf jaar geleden, vertrouwde een bevriende dienst ons hun “geheime recept” toe. Zij slaagden erin woningen “betaalbaar” te houden, door gebruik te maken van de VIHT. Voor de rest probeerden ze vooral mensen te overtuigen in hun huidige woning te blijven en in de mate van het mogelijke met hun eigenaar overeen te komen om werken uit te voeren. Maar het geheime recept bleek al heel snel onmogelijk voor thuislozen. Het systeem van de VIHT is immers gebaseerd op het verlaten van een ongeschikte woning voor een woning die wel aan de normen beantwoordt. De tussenstap van het onthaalhuis, sluit deze mensen de facto uit van de een toelage. Het zou dan ook enige tijd duren voor we de VIHT in de praktijk leerden kennen, namelijk via onze samenwerking met de dienst begeleid wonen voor voormalige thuislozen. Ook dit was geen onverdeeld succes: een geschikte woning vinden en dan vaststellen dat ze een verdieping te hoog ligt voor een 60 plusser; een jaar zoeken naar een woning die nog enigszins betaalbaar is (stel nu eens dat de toelage er toch niet komt…) en dan nog een jaar wachten op de goedkeuring van het dossier; een dossier dat bijna de mist ingaat doordat de vroegere eigenaar weigert de inspectie binnen te laten… Het zijn maar een paar voorbeelden die moeten illustreren dat er ook voor het VIHT-systeem zelf nog werk aan de winkel is. Daarom dringen we erop aan dat de Brusselse regering de koe bij de horens vat en de uitbreiding van haar huurtoelage laat samenvallen met een hervorming ten gronde. Alleen dan zal een uitbreiding van de VIHTeffectief bijdragen tot beter wonen voor tal van mensen. h TINEKE VAN HEESVELDE
co-voorzitster BBRoW
10-11-12 2010
art. 23 # 40
_3
Inleiding
U heeft hier het 40e nummer van Art. 23 in handen. Aan een ritme van 4 nummers per jaar en dat sinds 2000, vieren we vandaag de 10e verjaardag van ons tijdschrift! Art. 23 heeft in die 10 jaar een goede reputatie opgebouwd bij de geïnteresseerde burgers of bij personen die actief zijn in de huisvestingssector in Brussel, bij een vereniging, een instelling of op een kabinet. Op 10 jaar tijd heeft het tijdschrift een aantal wijzigingen ondergaan, zowel qua inhoud als qua lay-out. Wat er niet is veranderd, is de gedrevenheid van de redacteurs om u ieder trimester een sterk inhoudelijk dossier voor te stellen waarmee we ingaan op de huisvestingsproblematiek in Brussel, en de goesting om u een blad te presenteren dat aangenaam is om te lezen. We danken dan ook onze trouwe lezers en iedereen die van dichtbij of veraf heeft meegewerkt aan dit tijdschrift. In dit nummer van Art. 23 gaat het thematisch dossier over de Verhuis-, Installatie en Huurtoelage (VIHT). De Brusselse regering heeft plannen om de VIHT uit te breiden voor personen die een onthaalhuis of transitwoning verlaten. We bekijken welke perspectieven deze uitbreiding kan bieden. Een werkgroep met de betrokken verenigingen schuift een aantal concrete, praktische voorstellen naar voor. In het tweede deel van het tijdschrift stellen vier verenigingen zich voor: LA RUE, Talita, Associations des Maisons d’Accueil (AMA) en Haard en Vrede. De sociale werkers van deze verenigingen begeleiden kwetsbare bewoners die nood hebben aan een vorm van toelage om een degelijke woning te kunnen huren. De verenigingen spreken over hun activiteiten, hun moeilijkheden en hun verwachtingen. We wensen u veel leesplezier. h Ter herinnering, u kan voorbije nummers van Art. 23 ook raadplegen op onze website of nog bestellen via het secretariaat.
4 _ art. 23 # 40
10-11-12 2010
Dossier
DE VIHT N E G A A D N VA EN n MOReG rspectieve Welke p ? n e z o l s i u h t e d r o o v De regering wil de verhuis-, installatie- en huurtoelage (VIHT) uitbreiden voor personen die een onthaalhuis of transitwoning verlaten. Hoe kan dit op het terrein worden gerealiseerd? Volstaat dit om de duizenden gezinnen te helpen die in moeilijke omstandigheden leven of gewoonweg zonder woning zitten?
Voorstelling van de VIHT De Verhuis-, Installatie- en Huurtoelage (VIHT) bestaat al lange tijd. Ze bestaat uit een financiële tussenkomst voor gezinnen die verhuizen van een onaangepaste of slechte woning naar een aangepaste, degelijke woning. Het is een van de belangrijke wooninstrumenten in Brussel die helpen bij het vinden van een woning en bij de strijd tegen ongezonde woningen. We geven u hier een overzicht van de werking en de gebreken van dit instrument. ILHAM BENSAÏD
6 _ art. 23 # 40
10-11-12 2010
De VIHT vandaag / Voorstelling van de VIHT
In het totaal wordt aan 4.738 Brusselse huurgezinnen een huurtoelage gegeven.
De Verhuis, Installatie- en Huurtoelage (VIHT) is een maandelijkse tussenkomst in de huur die wordt toegekend aan gezinnen met een laag inkomen die een ongezonde, te kleine of onaangepaste woning (aan leeftijd of handicap) verlaten voor een woning die opgelegde kwaliteits- en veiligheidsnormen respecteert. Met dit instrument wil de Brusselse regering mensen de mogelijkheid geven om te verhuizen naar een degelijke, betaalbare woning. In 2009 werden 1.757 aanvraagdossiers ingediend (1.009 dossiers voor ongezonde woningen, 176 woningen voor onaangepaste woningen en 219 dossiers enkel voor een verhuistoelage) en werden 1.425 dossiers aanvaard. Voor 2010 voorziet de regering 7.245.000 euro, een budget dat ieder jaar toeneemt. In het totaal wordt aan 4.738 Brusselse huurgezinnen een huurtoelage gegeven.
1/ Toegangsvoorwaarden Om deze steun te kunnen ontvangen, moet de aanvrager beantwoorden aan de volgende voorwaarden: – De aanvraag moet worden ingediend binnen de 6 maanden volgend op de ingangsdatum van de huur; – Men moet de te verlaten woning gedurende minstens 12 maanden bewoond hebben (behalve indien de woning door een beslissing van de Burgemeester wordt getroffen, of indien ze door de Gewestelijke Huisvestingsinspectie onbewoonbaar werd verklaard); – Een inkomen van maximum 17.627,14 euro (+ 1.180 euro per persoon ten laste); – Men moet minstens 18 jaar oud of ontvoogd zijn en geen eigenaar zijn van een woning; – Men moet een ongeschikte woning (hetzij door de toestand, hetzij door overbevolking) of een onaangepaste (voor zestigplussers of personen met een handicap van minstens 66%) verlaten hebben; – Men moet verhuisd zijn naar een erkende woning, en, indien vereist, aangepast.
2/ De kwaliteitsnormen van de woningen De geschiktheid van een woning wordt bepaald op basis van nauwkeurige kwaliteitsnormen met betrekking tot de veiligheid, gezondheid en uitrusting van de woning. Bijvoorbeeld: de kwaliteit van de uitrusting, het ontbreken van hinderlijke elementen of de overeenstemming tussen de gezinstoestand en het aantal vertrekken en hun afmetingen. Deze normen komen min of meer overeen met de normen van de Brusselse Huisvestingscode, met uitzondering van de vereiste minimale oppervlakte per bewoner. 3/ Bedragen en duur van de tussenkomst De toelagen bestaan uit een eenmalige verhuistoelage en een maandelijkse huurtoelage. De bedragen van toepassing op 1 januari 2010 zijn als volgt: Verhuistoelage Personen ten laste Maximale tussenkomst 0 741,31 € 1 815,44 € 2 889,57 € 3 of meer 963,69 € Deze toelage is eenmalig. Huurtoelage Huurtoelage = Nieuwe huur (zonder lasten) - oude huur (zonder lasten) met een maximum van Personen ten laste Maximale tussenkomst per maand 0 142,56 € 1 156,82 € 2 171,07 € 3 185,33 € 4 199,58 € 5 of meer 213,83 €
Opgepast: – Wanneer het verschil tussen de oude en nieuwe huur minder dan € 13,71 bedraagt, wordt er geen toelage toegekend. – Wanneer de nieuwe woning een sociale woning is, dan blijft het maximumbedrag op € 142,84, ongeacht het aantal personen ten laste. De huurtoelage wordt toegekend voor een periode van 5 jaar. Na herziening kan deze periode verlengd worden met een tweede periode van 5 jaar, waarin de huurtoelage slechts de helft is van het bovenvermelde bedrag. Ze kan ook voor onbepaalde duur worden toegekend, indien enerzijds de aanvrager bij het indienen van de aanvraag ouder is dan 60 jaar of een blijvende handicap heeft van minstens 66%, en indien anderzijds de woning als geschikt én aangepast is erkend. Na de herziening van de toekenningsvoorwaarden die om de 5 jaar plaatsvindt, zal de bijdrage in het huurgeld worden toegekend à rato van 100% van het laatst ontvangen bedrag vóór de herziening. h
10-11-12 2010
art. 23 # 40
_7
De VIHT vandaag / Voorstelling van de VIHT
De etappes van de aanvraagprocedure
Goed om weten
– Gedurende ten minste 12 maanden in een onaangepaste woning hebben gewoond. – Verhuizen naar een gepaste, degelijke woning. – De aanvraag voor de VIHT binnen de 6 maand na de ingangsdatum van de huurovereenkomst indienen. – Binnen de 45 dagen bericht ontvangen dat je aanvraag ontvankelijk is of niet. – 45 dagen om je dossier aan te vullen met ontbrekende documenten. – Binnen de 90 dagen vanaf ontvankelijkheid van je dossier wordt de nieuwe en eventueel de oude woning bezocht. Wanneer de woning niet kan worden bezocht, wordt de aanvraag niet verder behandeld. – Binnen de 30 dagen word je verwittigd van aanvaarding of weigering van je aanvraag. – De huurtoelage wordt betaald vanaf de ingangdatum van je huurcontract. Wanneer de aanvraag vanaf de eerste dag in de nieuwe woning wordt ingediend en de administratie de maximale termijnen respecteert, dan duurt het in theorie maximum 210 dagen of liefst 7 maand om de volledige procedure te doorlopen. In de praktijk stellen de sociale werkers vast dat die lange termijn bijna altijd wordt overschreden.
8 _ art. 23 # 40
10-11-12 2010
De VIHT vandaag /
De gebreken van de huidige VIHT en voorstellen ter verbetering
De BBRoW en haar leden luiden al jaren de alarmklok: de VIHT is een belangrijke steunmaatregel voor de gezinnen met een laag inkomen, maar het huidige systeem werkt niet goed genoeg. We herhalen hier enkele van de gebreken van het huidige systeem. ILHAM BENSAÏD EN CAROLE DUMONT
De VIHT adresseert zich tot een te beperkt publiek Personen die over geen woning beschikken, kunnen geen beroep doen op de VIHT, omdat het huidige systeem in de eerste plaats rekening houdt met de situatie van de woning (ongezond, onaangepast). Bovendien gebeurt het ook regelmatig dat de vroegere woning niet meer bezocht kan worden, zodat er geen VIHT wordt uitgekeerd. Hierdoor blijven mensen vastzitten in precaire omstandigheden, in tijdelijke noodopvang. Het Brusselse regeerakkoord 2009-2014 voorziet nu een uitbreiding naar een ander publiek: personen die een onthaalhuis of transitwoningen verlaten. Hierover gaat ons uitgebreid thematisch dossier op de volgende bladzijden. Sommige voorwaarden van de VIHT zijn te strikt en houden geen rekening met de sociale situatie van de gezinnen Huurders die een geschikte woning vinden waarvan de huur lager is of gelijk aan de huurprijs van hun vroegere woning hebben geen recht op de VIHT. De huurtoelage wordt niet uitgekeerd wanneer het verschil in huurprijs kleiner is dan 13.71 euro. De achterliggende idee is dat een betere woning altijd duurder is, maar dit klopt niet altijd met de realiteit: soms wordt voor krotwoningen schandalig hoge huurprijzen gevraagd. Voor de BBRoW moet er een andere berekeningswijze worden overwogen. Waarbij de huurtoelage wordt berekend in functie van de inkomens van het gezin, proportioneel of forfaitair, zonder referentie naar de huurprijs van de vroegere woning. We komen hier op de vol-
(ondermeer om het ongezonde karakter vast te stellen). De BBRoW dringt daarom aan op een uitbreiding van de middelen van de dienst VIHT, vooral op het vlak van personeel en een snellere administratieve procedure.
Er is een probleem qua voorfinanciering De Brusselse OCMW’s aarzelen om voorschotten te geven op de VIHT voor woningen die nog niet zijn gecontroleerd door de administratie. Sommige sociale werkers doen daarom geen beroep op de VIHT, want wanneer het OCMW geen voorschot betaalt, wordt de huurkost te hoog voor hun publiek. De BBRoW pleit daarom voor samenwerking tussen de OCMW’s en sommige lokale acteurs (gemeentediensten, verenigingen) die over voldoende personeel en technische bagage beschikken om te kunnen aangeven dat de kwaliteit van de nieuwe woning in overeenstemming is met de gevraagde normen. Wanneer een OCMW over die informatie beschikt zal het sneller geneigd zijn om de huurtoelage voor te schieten. In sommige gemeenten bestaan dergelijke samenwerkingen trouwens al.
De VIHT wordt voor een beperkte periode uitbetaald De VIHT wordt uitbetaald gedurende een beperkte periode van 5 jaar , eenmaal hernieuwbaar tegen 50%. We stellen ons serieuze vragen bij deze beperking in de tijd. Wat gebeurt er met de gezinnen wanneer de VIHT wordt stopgezet en hun financiële situatie er niet op verbeterd is? Het aanbod aan betaalbare, openbare woningen is te klein om hierop een antwoord te bieden.
gende pagina’s nog terug.
De BBRoW verdedigt daarom het principe dat een VIHT voor onbepaalde duur wordt uitbetaald, zoals nu al
De procedure is te traag De termijnen voor behandeling van de dossiers zijn nog altijd te lang. De meeste personen wachten gemiddeld tussen de 9 en 12 maanden vooraleer een eerste financiële tussenkomst te krijgen. Dit is onhoudbaar en onaanvaardbaar. Redenen hiervoor zijn te weinig personeel bij de betrokken dienst, een te zware administratieve procedure
het geval is voor bejaarden en personen met een handicap. Dat zou moeten samengaan met een regelmatige controle van de inkomens van de betrokkenen. We vragen
dus geen levenslange VIHT, maar in een context van toenemende armoede, stijgende huurprijzen en te weinig openbare woningen moet de VIHT een belangrijk hulpmiddel blijven, ook op langere termijn. h
10-11-12 2010
art. 23 # 40
_9
De VIHT vandaag /
Interview met Sylvie Longo, sociaal assistente bij Samenleven/ Convivence1 Sylvie Longo begeleidt regelmatig huurders bij de aanvraag van een VIHT. We dompelen u even onder in het werk van een sociale assistente, de meoilijkheden en vragen van een kwetsbaar publiek. INTERVIEW DOOR ILHAM BENSAÏD
Moet u in vaak aanvragers van een VIHT begeleiden?
Ja, zeer vaak en meer en meer trouwens. Dat komt ongetwijfeld door een goed werkende mond aan mond reclame. Mensen horen dat ze een VIHT kunnen krijgen en dus komen ze inlichtingen inwinnen. Gemiddeld één op de twee personen die naar de permanenties van Samenleven/Convivence komen, hoopt inlichtingen te krijgen en eventueel een VIHT te bekomen. In 2008 hielpen wij 31 bewoners om een VIHT-aanvraag in te dienen, maar wij verstrekten 157 keer informatie over de VIHT’s en dat heeft er ongetwijfeld toe geleid dat mondiger personen een VIHT-aanvraag zonder onze tussenkomst hebben ingediend. Wetende dat er in Brussel een tekort is aan behoorlijke en betaalbare woningen zetten wij de bewoners er niet toe aan om zomaar te verhuizen en een beroep te doen op de VIHT’s. Eerst brengen wij een bezoek aan de woning en vervolgens proberen wij in de mate van het mogelijke samen met de huurder na te gaan hoe de kwaliteit van zijn woning en zijn levensomstandigheden verbeterd kunnen worden. Helaas is de situatie vaak dermate ongezond of is de woning zodanig overbevolkt dat er niets anders opzit dan te verhuizen. In zo’n geval komen de VIHT’s bijzonder goed van pas!
1/ Convivence/Samenleven is een dienst voor huisvestingsbijstand waarop huurders en eigenaars van de Vijfhoek een beroep kunnen doen. (zoeken naar enn woning, sociale begeleiding, renovatie-advies)
10 _ art. 23 # 40
10-11-12 2010
De VIHT vandaag / Interview Sylvie Longo
Wat is het profiel van uw publiek dat een VIHT aanvraagt?
De kenmerken van dat publiek? Veralgemenen is moeilijk, maar de aanvragers die ik begeleid, zijn vaak grote en kansarme migrantengezinnen. Een publiek dat het bijzonder moeilijk heeft om aan een woning te geraken. In het kader van onze permanenties komen wij vaak in contact met buitenlanders. De meeste van die mensen willen in het stadscentrum blijven, omdat zij daar houvast en gewoontes hebben. Het probleem is dat behoorlijke woningen in het stadscentrum alsmaar duurder en eenvoudigweg onbetaalbaar worden voor kansarme gezinnen. Dankzij een VIHT kunnen zij geholpen worden om zich behoorlijk te huisvesten op een plek waar ze graag wonen. Veel mensen die bij Samenleven voor begeleiding aankloppen, snappen de procedure niet goed. Vandaar dat het zo belangrijk is om die procedure zoveel mogelijk te vereenvoudigen. De aanvragers willen alleen maar geld krijgen, terwijl zij het hoe en waarom eigenlijk niet begrijpen. Die mensen hebben bijvoorbeeld geen enkel idee wat begrippen zoals “een goede woning”, “minimumoppervlakte per bewoner”, “de noodzaak om te kunnen verluchten”… eigenlijk precies inhouden. Samenleven/ Convivence probeert de nodige tijd uit te trekken om uitleg te geven over de verschillende aspecten waarop ze moeten letten als ze naar een woning op zoek gaan. Maar dat is natuurlijk een werk van lange adem. Wordt u vaak geconfronteerd met ongezonde woningen die zich op het grondgebied van BrusselStad bevinden?
Over het algemeen zijn de woningen hier zeer duur en laat kwaliteit ervan meer dan te wensen over. Maar uiteindelijk is de situatie niet slechter in Brussel-Stad dan elders. Het voordeel in Brussel is dat er echt werk wordt gemaakt van de strijd tegen ongezonde woningen. Er zijn heel wat gemeentelijke projecten en projecten van verenigingen en zijn er ook verschillende diensten voor huisvestingsbijstand. Nochtans is er een overduidelijk gebrek aan technische teams van architecten die de woningen kunnen bezoeken en verslagen kunnen opstellen. Jammer, want dat is een sterk punt dat het verschil maakt en dat de dingen net kan doen veranderen! Hoe verlopen de stappen om een VIHT-aanvraag in te dienen?
Wij behandelen verschillende soorten aanvragen met betrekking tot de VIHT’s. Er worden inlichtingen gevraagd over de VIHT’s. Sommige vragen zijn heel gericht en worden gesteld door mensen die al op zoek zijn naar een nieuwe woning of die soms zelfs al een nieuwe woning hebben gevonden en die vragen dat wij vóór hun vertrek een bezoek komen brengen aan hun oude woning om de ongezondheid ervan te attesteren. Die vragen zijn altijd heel erg dringend.
“Gezien de huurprijzen te Brussel zijn de VIHT’s nuttig en noodzakelijk.” Wij pakken die vragen tegenwoordig een beetje ‘geval per geval’ aan. Als de vroegere woning die bezocht moet worden, zich binnen ons actieterrein bevindt, als de mensen de woning verlaten omwille van een ongezonde situatie en als wij voldoende beschikbaarheid hebben, leggen wij het bezoek af. Maar soms kan het gewoon niet. Dat doet evenwel geenszins afbraak aan de VIHT-aanvraag die de betrokkenen hebben ingediend. Naast die dossiers van rechtstreekse aanvragen, dienen wij ook VIHT-aanvragen in voor mensen die wij begeleiden in het kader van uiteenlopende problemen die verband houden met hun woning en voor wie er op een bepaald moment niets anders opzit dan te verhuizen. Naast de begeleiding die wij bieden om VIHT-aanvragen in te dienen, stellen wij ook altijd een technisch verslag op van de woningen die wij bezoeken. Soms houdt de gewestelijke administratie die met de VIHT’s belast is, rekening met zo’n verslag bij de behandeling van de VIHT-aanvraag. In de mate van het mogelijke proberen wij ook altijd een bezoek te brengen aan de nieuwe woning, om zodoende een diepgaande begeleiding te verzekeren. Helaas ontbreekt het ons aan tijd en geven wij bijgevolg voorrang aan de meest kwetsbare personen (omdat zij, bijvoorbeeld, analfabeet zijn of zich moeilijk in het Frans kunnen uitdrukken). De anderen proberen wij te verzelfstandigen. Wat zijn de moeilijkheden waarmee u en de VIHT-aanvragers tijdens de procedure worden geconfronteerd?
Het is op zich niet zo moeilijk om een dossier voor de aanvraag van een VIHT op te stellen. Het is in de loop van de procedure dat er heel wat problemen kunnen opduiken. Naast een reeks andere documenten, moet er eerst en vooral gezorgd worden voor een zogenaamde gezinssamenstelling die wordt afgeleverd door de gemeente waar de nieuwe woning zich bevindt. Soms moet je evenwel twee maanden wachten vooraleer de wijkagent op bezoek komt. In dat soort gevallen neem ik contact op met de gemeente om erop te wijzen dat de situatie dringend is. Soms gebeurt het dat de gewestelijke administratie geen kan bezoek brengen aan de vroegere woning en dat geeft ook aanleiding tot problemen. In dat geval kan het technisch verslag van Samenleven/Convivence uitkomst bieden en zijn nut bewijzen. Anderzijds zijn er ook de voorbeelden van verscheidene mensen die de VIHT werden geweigerd omwille van jammerlijke administratieve complicaties (dossiers die in de post verloren zijn gegaan, documenten die R
10-11-12 2010
art. 23 # 40
_ 11
De VIHT vandaag / Interview Sylvie Longo
“De VIHT’s kunnen soms ook een vegiftigd geschenk zijn.” de eigenaars weigeren te ondertekenen, onontbeerlijke documenten die de huurder niet meer kan terugvinden, …). Het gebeurt ook vaak dat de nieuwe woning niet beantwoordt aan de normen van de Huisvestingscode. Vandaar dat het zo belangrijk is om de huurders die bij ons aankloppen goed te informeren en hen erop te wijzen hoe belangrijk het is om bij hun keuze bijzonder streng te zijn. Er is nog een geval dat regelmatig tot problemen aanleiding geeft. Ik heb het over de situatie waarin mensen die slecht gehuisvest zijn, een huurprijs inclusief lasten betalen. Aangezien er rekening wordt gehouden met dat vaak hoge bedrag hebben de betrokkenen geen recht op een VIHT als de huurprijs van de nieuwe woning minder bedraagt, terwijl het dan gaat om een huurprijs zonder lasten. Wat er ook kan gebeuren, is dat de nieuwe eigenaar hoort dat zijn huurder een toelage krijgt en hierop het bedrag van de huurprijs plotsklaps verhoogt. Het is vreselijk, maar sommigen profiteren van de situatie… Tot slot kan de behandeling van een aanvraag lang duren en dat is problematisch voor mensen die de tegemoetkoming broodnodig hebben. Over het algemeen heb ik de indruk dat de begeleiding van Samenleven/Convivence voor sommigen heel belangrijk is. Wij weten hoe een dossier correct moet worden ingevuld en dat betekent dat er een grote kans bestaat dat de aanvraag dan wordt aanvaard. Als wij in het kader van de VIHT’s optreden, krijgen wij de gelegenheid om mensen met hun huisvestingsproblemen te helpen en zo goed mogelijk te begeleiden. Het stelt ons in staat om hen ook ruimer te informeren, zodat zij hun situatie kunnen verbeteren. Kortom, een VIHT-aanvraag is soms een deur die naar heel andere dingen leidt. Hoe beschouwt u de VIHT’s meer algemeen?
Gezien de huurprijzen te Brussel zijn de VIHT’s nuttig én noodzakelijk, maar enkel en alleen als die toelagen verstandig gebruikt worden. Soms kunnen het ook vergiftigde geschenken zijn. Sommige mensen maken een foute berekening en kiezen een woning die te duur is ten opzichte van hun reële middelen. Zij zijn zich niet bewust van het budget waarover zij beschikken en beseffen de gevolgen niet van hun keuzes. Wat moeten zij dan na 5 of 10 jaar aanvangen als zij geen recht meer hebben op de VIHT? Dan kijken zij aan tegen huurachterstallen of moeten zij verhuizen omdat zij niet meer kunnen volgen. In zo’n gevallen waren de VIHT’s een maat voor niets. Het publiek lijkt de VIHT’s steeds meer te beschouwen als een recht, zoals kinderbijslag zeg maar. Wij moeten er heel vaak de nadruk op leggen dat het een specifieke en tijdelijke tegemoetkoming is en geenszins een ‘levenslange’ uitkering. Als ideale en duurzame oplossing denk ik aan huurprijsreferentieroosters en een omkadering van de huurprijzen op de privé-woningenmarkt. Helaas heeft het publiek dat wij helpen vaak geen andere keuze dan een beroep te doen
12 _ art. 23 # 40
10-11-12 2010
op de VIHT’s of andere tegemoetkomingen om aan een behoorlijke woning te geraken. Zonder die tegemoetkomingen blijft er voor hen enkel de slechte woningen over en het is heel moeilijk om hen hier uit te krijgen. Wij vinden het ook jammer dat er voor sommige slechte woningen verscheidene opeenvolgende VIHTaanvragen worden ingediend. Dat komt omdat er niets wordt ondernomen tegen eigenaars die woningen in ongewijzigde toestand telkens opnieuw verhuren. De strijd tegen de ongezonde woningen is primordiaal als je wilt vermijden dat de woningen die aanleiding geven tot VIHT’s steeds weer op de markt worden aangeboden. Kent het OCMW van Brussel-Stad voorschotten toe en wat zijn in dat geval dan de eventuele voorwaarden?
Je moet ongeveer rekenen op zes maanden tussen de indiening van een aanvraag en de effectieve betaling van de VIHT. Dat is heel lang! Gelukkig heeft Samenwonen een mogelijkheid tot voorfinanciering afgesproken met de dienst huisvesting van het Brusselse OCMW. Die afspraak werkt dankzij wederzijds vertrouwen. Maar dat doet op zich vragen rijzen… Waarom moeten mensen die een beroep doen op sociale begeleiding bevoorrecht worden? Bij Samenleven/Convivence gebruiken wij die voorschotten enkel in geval van overmacht. Dat wil zeggen als de aanvragers met ernstige financiële problemen kampen en zich absoluut niet kunnen veroorloven om nog zes maanden te wachten. Naast de VIHT’s bestaan er ook tegemoetkomingen van het Gewestelijk Solidariteitsfonds van de Gewestelijke Inspectiedienst2. Vullen beide systemen zich op een nuttige manier aan?
Het zijn inderdaad aanvullende systemen die hulp bieden in situaties die niet identiek zijn. De tegemoetkoming van de Inspectiedienst is enkel mogelijk voor bewoners van een woning die door de Inspectiedienst werd gesloten. Bijgevolg gaat het altijd om zeer ongezonde woningen. De VIHT’s bieden hulp aan mensen die een ongezonde woning verlaten, maar waarvan de verhuring daarom niet verboden is. Het kan ook gaan om een woning die te klein en onaangepast is aan de behoeften van het gezin. Soms moet er gekozen worden tussen het ene of het andere systeem als de Inspectiedienst de woning effectief heeft gesloten en in dat geval is de rekening flink gepeperd! Maar over het algemeen kunnen de tegemoetkomingen van de Inspectiedienst makkelijk en snel worden bekomen en dat scheelt. In beide gevallen mag je evenwel nooit uit het oog verliezen dat het tijdelijke tegemoetkomingen zijn. h 2/ Voor meer details over het Gewestelijk Solidariteitsfonds verwijzen wij u naar het volgende artikel.
De VIHT vandaag /
De andere bestaande (huur)toelagen: van alles wat, in afwachting van beter !
Naast de VIHT bestaan er nog andere huurtoelagen die het gebrek aan betaalbare woningen probereb op te vangen. ILHAM BENSAÏD
1/ Het Gewestelijke Solidariteitsfonds In 2003 heeft het Brusselse Gewest via de Brusselse Huisvestingscode een serie normen vastgelegd op het vlak van veiligheid, gezondheid en uitrusting van de huurwoningen. Tegelijkertijd werd ook de HuisvestingsInspectie opgericht die de kwaliteit van de huurwoningen moet controleren. Wanneer de inspectiedienst een verhuurverbod uitvaardigt, dan is de huurder in principe verplicht om de woning te verlaten. Op dat moment kan hij beroep doen op het Gewestelijke Solidariteitsfonds voor een huurtoelage en verhuistoelage wanneer hij verhuist naar een gezonde woning. De voorwaarden om een toelage te krijgen van het Gewestelijke Solidariteitsfonds zijn: – Huurder zijn van een woning waarvoor de inspectiedienst voor de eerste keer een verhuurverbod heeft uitgevaardigd; R
10-11-12 2010
art. 23 # 40
_ 13
De VIHT vandaag / De andere bestaande (huur)toelagen
– Een inkomen hebben dat overeenkomt met de inkomensvoorwaarden voor een sociale woning; – Geen eigenaar zijn van een woning; – De nieuwe woning moet beantwoorden aan de normen van de Huisvestingscode. Het is de sociale dienst van de Gewestelijke huisvestingsinspectie die de huurder begeleidt bij zijn zoektocht en bij zijn aanvraag voor tussenkomst. De toelage wordt toegekend voor drie jaar en komt overeen met het verschil tussen de huur van de nieuwe woning (met huurprijsplafonds) en 33% van de netto belastbare inkomens van het gezin. Wanneer het gezin beroep kan doen op een VIHT dan wordt het bedrag van de VIHT afgetrokken van de mogelijke tussenkomst van het Gewestelijke Solidariteitsfonds. Het budget huisvesting 2010 voorzag een enveloppe van 395.000 euro voor het fonds.
Drie systemen van huurtoelage bestaan parallel naast elkaar. 2/ De gemeentelijke huurtoelage De gemeentelijke huurtoelage werd gestemd in 2008 met de bedoeling om de toegang tot de gemeentewoningen mogelijk te maken voor personen met een laag inkomen. De huurders van een gemeentewoning kunnen een gemeentelijke huurtoelage vragen wanneer ze meer dan een derde van hun inkomen moeten besteden aan de huur. De woningen waarvoor een gemeentelijke huurtoelage kan gevraagd worden moeten beantwoorden aan de normen van de Brusselse Huisvestingscode en mogen niet zijn opgericht of gerenoveerd met gewestelijke middelen die huurprijsplafonds opleggen. De huurtoelage betaalt het verschil tussen de huur gevraagd door de gemeente en een derde van de gezinsinkomens, eventueel vermeerder met een derde van het kindergeld. De gemeentelijke huurtoelage kan gedurende negen jaar wordt toegekend en is beperkt tot maximum 200 euro per maand. Het budget huisvesting 2010 voorzag een enveloppe van 266.000 euros voor de gemeentelijke huurtoelage. In 2009 werd hiervan slechts 25.000 euro gebruikt. Tijdens een persconferentie op 8 september 2010 heeft de Staatssecretaris een oproep gelanceerd naar de gemeenten om meer gebruik te maken van de huurtoelage en maakte hij bekend dat hij inkomensplafonds wil invoeren.
3/ De installatiepremie van het OCMW De installatiepremie is een geldsom die wordt toegekend door het OCMW en die thuislozen in staat moet stel-
14 _ art. 23 # 40
10-11-12 2010
len om een woning te betrekken en in te richten. Concreet kan het geld gebruikt worden om meubels te kopen (bed, tafel, koelkast, enz.) of aansluitingen te betalen (gas, elektriciteit, enz.). Het doel van de premie is daklozen en personen die in een camping verblijven, aan te moedigen om zich in een woning te vestigen en zo over een officieel adres te beschikken, wat enkele voordelen oplevert. Om de installatiepremie te krijgen, moeten vijf voorwaarden worden vervuld. – U moet een woning gevonden hebben – De woning moet dienen tot uw hoofdverblijfplaats – U was dakloos of u woonde op een kampeerterrein totdat u deze woning vond – U hebt één van onderstaande inkomens: leefloon van het OCMW, financiële maatschappelijke hulp equivalent aan het leefloon, werkloosheids- of invaliditeitsuitkering of ander inkomen ten laste van de sociale zekerheid, inkomensgarantie voor ouderen of gewaarborgd inkomen voor bejaarden of een inkomen lager dan 1.043,61 euro per maand (op 1 september 2008). – U heeft nog nooit een installatiepremie ontvangen, de installatiepremie wordt maar een keer uitbetaald. Op 1 september 2008 bedroeg de installatiepremie 948,74 euro. h
Overzicht van de Brusselse thuislozensector De Brusselse thuislozensector bestaat uit tal van diensten zowel op het vlak van opvang als van ambulante hulp. Het thuislozenbeleid is bovendien een welzijnsmaterie, zodat in Brussel verschillende overheden en diensten actief zijn. CAROLE DUMONT
Voor de thuislozensector zijn er niet minder dan vier overheden bevoegd voor de erkenning en subsidiering van de verenigingen, op basis van drie verschillende wetgevingen. Het gaat om de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie (GGC), de ‘Commission communautaire française’ (COCOF), de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en de Vlaamse Gemeenschap (VG). Die institutionele realiteit maakt het werk op het terrein niet eenvoudig. Ondermeer daarom werd eind 2007 La Strada opgericht door de Gemeenschappelijke R
10-11-12 2010
art. 23 # 40
_ 15
De VIHT morgen / Overzicht van de Brusselse thuislozensector
Gemeenschapscommissie om de acties van de Brusselse actoren en het beleid beter op elkaar af te stemmen.
Voor de thuislozensector zijn niet minder dan 4 overheden bevoegd.
R Noodopvang (193 opvangplaatsen + winteropvang):
voorwaarden en op anonieme basis voor volwassen zonder kinderen voor een nacht. – Nachtasiel Hoeksteen: 48 plaatsen – SAMU social: 110 plaatsen – Noodopvang Ariane: 35 plaatsen p Ilôt 160 biedt ook noodopvang aan (22 plaatsen), maar is door de COCOF erkend als onthaalhuis. p Transit vzw is een crisisopvangcentrum voor drugverslaafden (20 plaatsen) en wordt gesubsidieerd via de preventiecontracten en de Brusselse gemeenten.
Deze diensten bieden opvang, in principe voor zeer korte duur. Hoeksteen is een nachtasiel dat opvang biedt zonder
R De erkende onthaalhuizen (+/-900 opvangplaatsen):
De structuren 1/ Opvang
Personen die in opvangstructuren verblijven hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze geen toegang hebben tot een gepaste woning of die woning kunnen behouden met hun eigen middelen (financieel, sociaal, psychologisch).
Thuisloosheid
Definitie
Er bestaan verschillende definities van thuisloosheid. Sommige zijn vrij beperkt, andere dan weer ruimer, maar in ieder geval zijn ze niet neutraal. Ze zijn immers de vertaling van politieke, institutionele of sociologische standpunten over een complex fenomeen. In België vinden we een officiële definitie in het koninklijk besluit van 21 september 2004 tot toekenning van een installatiepremie door het OCMW aan bepaalde personen die hun hoedanigheid van dakloze verliezen, namelijk “de persoon die niet over een eigen woongelegenheid beschikt, die niet de middelen heeft om daar op eigen krachten voor te zorgen en daardoor geen verblijfplaats heeft, of die tijdelijk in een tehuis verblijft in afwachting dat hem een eigen woongelegenheid ter beschikking wordt gesteld”. De vereniging AMA definieert de thuisloze als ‘de persoon die geen toegang heeft tot een private, gepaste woning of die zijn woning niet kan behouden met eigen middelen’. Wat veel ruimer is dan het klassieke beeld van de clochard in de straat. Wij hebben er voor gekozen om ons te baseren op een definitie die FEANTSA (la Fédération Européenne des Associations Nationales Travaillant avec les SansAbri) heeft opgesteld, een definitie die vertrekt van het ruime begrip uitsluiting op het vlak van wonen en waarbij zowel personen die hun woning hebben verloren als personen ‘instabiele’ (precaire) huisvesting of ontoereikende huisvesting worden opgenomen. We komen op de volgende pagina’s hierop nog terug.
16 _ art. 23 # 40
10-11-12 2010
Deze diensten bieden opvang voor langere duur. De psycho-sociale begeleiding neemt er een belangrijke plaats in en moet de persoon helpen op een duurzame oplossing op langere termijn te vinden. De verblijfsduur varieert van persoon tot persoon en is afhankelijk van het vinden van een geschikte woning. In Brussel zijn er: – 14 onthaalhuizen erkend door de COCOF: 634 plaatsen – 5 onthaalhuizen erkend door de GGC: ±120 plaatsen – 4 onthaalhuizen erkend door de Vlaamse gemeenschap: ±142 plaatsen 2/ Ambulante diensten: R Straathoekwerk: 5 gewestelijke verenigingen verrich-
ten straathoekwerk voor straatbewoners: Diogènes, Dune, Les Infirmiers de rue, La Maraude de Saint-Josse, Jeugd en Stad.
R Begeleid wonen: 14 diensten verzorgen psychosociale begeleiding, budgetbegeleiding bij personen thuis. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om personen die een onthaalhuis hebben verlaten maar toch nood hebben aan begeleiding, om gezinnen die dreigen hun woning te verliezen. Zijn ondermeer actief: Fami-Home, Un toit à soi, Lhiving, Huis van Vrede, Le Nouveau 150, … R Dagonthaal: Plaatsen met lage drempel waar personen in moeilijkheden terechtkunnen voor eten, douche, culturele activiteiten, verpleging, sociale begeleiding. Niet al deze diensten worden gesubsidieerd. Voorbeelden zijn: Chez nous/Bij ons, L’îlot (Clos Sainte-Thérèse), Hobo, Jamais sans toit, … Naast de gespecialiseerde sector zijn er nog andere structuren die, hoewel ze zich niet exclusief richten tot thuislozen, een belangrijke rol spelen in het sociale veld: de algemene welzijnscentra, de medische huizen, … Uiteraard mogen we niet vergeten dat de OCMW’s een zeer belangrijke rol spelen in de hulp voor thuislozen. h
De VIHT morgen /
De uitbreiding van de VIHT: politieke perspectieven en mobilisatie van de verenigingen
CAROLE DUMONT
De Brusselse regering is van plan op de VIHT uit te breiden naar een nieuw doelpubliek. In dit artikel beschrijven we die plannen en de reacties en voorstellen van de verenigingen op het terrein. Het regeerakkoord Het huidige regeerakkoord van de Brusselse regering (2009-2014) voorziet een aantal sterke maatregelen op het vlak van huisvesting. Sommige van die maatregelen richten zich rechtsreeks tot de burgers en hebben als doel om voor mensen met een laag inkomen de toegang tot de private huurmarkt gemakkelijker te maken. Dat is ondermeer het geval met de VIHT, de verhuis-,installatie- en huurtoelage die zou uitgebreid worden “naar personen die in een opvanghuis of transitwoning verblijven”. Met andere woorden, het ongezonde of onaangepaste karakter van de woning zou niet uitsluitend een voorwaarde zijn om beroep te kunnen doen op de VIHT. Het ontbreken van een woning zou ook het recht op een toelage openen. Die voorziene uitbreiding is niet onschuldig, reikt aan de basisidee van de VIHT (oude woning/nieuwe
woning) en zou de aanzet kunnen zijn tot een grondige hervorming van het systeem zoals het nu bestaat, een hervorming waar de BBRoW op aanstuurt. Gezinnen die nu hun woning verliezen, dikwijls in zeer moeilijke omstandigheden, hebben op dit moment geen toegang tot de VIHT omdat de woning ofwel niet ongezond was ofwel omdat de staat van de woning niet meer kan gecontroleerd worden. De opvang in een onthaalhuis of een andere tijdelijke opvangstructuur opent ook geen recht op VIHT omdat hier het begrip ongezonde woning ontbreekt. De berekeningswijze van de VIHT is bovendien niet toepasbaar, omdat het is gebaseerd op het verschil tussen de nieuwe en de oude huurprijs. In de commissie huisvesting verklaarde Staatssecretaris voor huisvesting, Christos Doulkeridis dat de uitbreiding van de VIHT het mogelijk moet maken om “de ongelijke R
10-11-12 2010
art. 23 # 40
_ 17
De VIHT morgen / De uitbreiding van de VIHT
behandeling ongedaan te maken van personen die hun woning hebben verloren ten opzichte van personen die een ongezonde woning verlaten en moet ervoor zorgen dat ze slechts tijdelijk in de woningen voor dringende opvang verblijven, zoals de bedoeling is”.
De uitbreiding van de VIHT wordt positief onthaald door de thuislozensector. Wat zeggen de Brusselse verenigingen? De uitbreiding van de VIHT is zonder enige twijfel een tegemoetkoming naar de thuislozensector. Het gebrek aan betaalbare woningen in Brussel treft immers in de eerste plaats de meest kwetsbare bewoners en zet de thuislozensector onder grote druk. Als gevolg daarvan raken de gespecialiseerde onthaalstructuren en transitwoningen verzadigd. Het aantal aanvragen stijgt, de uitstroom wordt moeilijker door een gebrek aan huisvesting waardoor de verblijfsduur alsmaar langer wordt en minder plaatsen vrijkomen. Daarom vraagt de sector van de onthaalhuizen al jarenlang een vorm van huurtoelage (via de VIHT of een ander systeem). De aankondiging in het regeerakkoord is dan ook een mogelijk antwoord, op kortere termijn, op de capaciteitsverzadiging in de sector. Ook de transitwoningen kampen met dezelfde problemen als de onthaalhuizen. De sociale assistenten leggen de prioriteit op de herhuisvesting om zo het tijdelijke karakter van de transitwoningen zo goed mogelijk te kunnen behouden. We willen ook onderlijnen dat in 2004, bij de laatste aanpassing van het VIHT-systeem, de Adviesraad voor Huisvesting in haar advies opmerkte “dat de mensen met de grootste kansarmoede uit het toepassingsgebied van de VIHT’s vallen (daklozen, mensen die een opvangtehuis verlaten, enz…). De Raad verzoekt de Regering bijgevolg in een mechanisme te voorzien, waardoor deze personen de toelagen eveneens kunnen genieten.” Bij de personen die het meeste getroffen worden door de huisvestingscrisis horen zeker de alleenstaande vrouwen met kinderen. Wanneer ze in een onthaalhuis verblijven, dikwijls na gezinsgeweld, hebben ze niet de financiële middelen om er weg te gaan. De sociale werkers die deze gezinnen begeleiden, dringen erop aan dat het in de eerste plaats financiële redenen zijn die een vertrek tegenhouden en minder psycho-sociale of administratieve problemen. Ook deze problematiek heeft een belangrijke rol gespeeld in de politieke keuze om de VIHT uit te breiden naar personen die een onthaalhuis of transitwoning verlaten. In het regeerakkoord staat trouwens ook vermeld dat “De strijd tegen gezinsgeweld een prioriteit zal zijn […].
18 _ art. 23 # 40
10-11-12 2010
Er zullen oplossingen worden gezocht met betrekking tot transitwoningen.” Met andere woorden, de uitbreiding van de VIHT is een initiatief dat positief onthaald wordt door de Brusselse verenigingen die werken rond huisvesting en thuisloosheid. Maar tegelijkertijd willen ze werk maken van een systeem dat rekening houdt met de realiteit op het terrein en de hinderpalen van het huidige systeem. Het is ondenkbaar om een uitbreiding te overwegen zonder op te lossen wat vandaag niet functioneert, ander valt alles in duigen.
Hoe wil de staatssecretaris de uitbreiding realiseren? Het thuislozenbeleid behoort grotendeels tot de sector van het welzijnswerk, wat een gemeenschapsmaterie is (Cocof, Cocom, Vgc), de VIHT is een gewestelijke materie die onder de bevoegdheid van de Staatssecretaris voor Huisvesting valt. Die bevoegdheidsverdeling maakt van het VIHT-dossier een delicate kwestie waarbij de verantwoordelijkheden van ieder beleidsniveau ter sprake komen: wat is het belang van de huisvestingscrisis in het uitsluitingsparcours? De uitbreiding van de VIHT heeft een budgettaire kost. Daarom is het belangrijk om het eens te raken over het aantal gezinnen dat mogelijk gebruik zal kunnen maken van het vernieuwde systeem. Daarom ook heeft de Staatssecretaris voor Huisvesting onderlijnt dat hij samen met de onthaalsector en de thuislozensector wil werken aan een voorstel, om zo de betrokken instellingen precies te indentificeren. De sector heeft ondertussen zelf een standpunt met concrete voorstellen ingenomen over de uitbreiding van de VIHT. In de volgende hoofdstukken gaan we hier dieper op in. Wat de transitwoningen betreft, is de taak meer complex. Op het terrein ontwikkelen verschillende operatoren een aanbod van transitwoningen: gemeenten, OCMW’s, verenigingen, sociale verhuurkantoren, … Maar op reglementair vlak bestaat er geen uniforme juridische basis voor het begrip transitwoning. De Brusselse Huisvestingscode geeft een definitie, maar die is in de praktijk enkel van toepassing voor de sociale verhuurkantoren. We moeten dus duidelijk weten over welk type woning we spreken, willen we een correcte budgettaire raming kunnen maken. De Staatssecretaris voor Huisvesting heeft de gewestelijke administratie opgedragen om een syntheserapport op te stellen over de wetgevingen in de twee andere gewesten. “Ik heb de administratie verzocht om de Vlaamse en Waalse wetgeving over transitwoningen te bestuderen en vervolgens een aangepast voorstel te doen voor Brussel.” Het dossier VIHT heeft voorts geen belangrijke vooruitgang geboekt. h
De VIHT morgen / De uitbreiding van de VIHT
Focus
De oprichting van een werkgroep over de uitbreiding van de VIHT We hebben het reeds gezegd, de verenigingen hebben zich vrij snel gemobiliseerd rond de mogelijke uitbreiding van de VIHT. Voor hen is het immers een belangrijk dossier. In februari 2010 riep de BBRoW een aantal leden-verenigingen bij elkaar over de VIHT. Toen hebben we de zwakke punten van het huidige systeem opgelijst en de principiële houding van de BBRoW vastgelegd: een uitbreiding is welkom, maar moet verbonden worden aan een evaluatie en verbetering van het huidige systeem. Vanaf dan start de BBRoW in samenwerking met La Strada een werkgroep die nadacht over de uitbreiding van de VIHT. La Strada, het Steunpunt thuislozenzorg Brussel is een vzw die door de GGC gemandateerd werd om het beleid van de thuislozenzorg te stroomlijnen en de samenwerking met andere sectoren te bevorderen.
De leden De werkgroep kan rekenen op de medewerking van de volgende verenigingen: – AMA asbl: Association des Maisons d’Accueil et des Services d’Aides aux Sans-abri; – Haard en Vrede vzw: onthaalhuis voor grote gezinnen; – Talita vzw: onthaalhuis voor vrouwen (met kinderen) (vertegenwoordigt ook de Bico-federatie). – La maison rue verte : onthaalhuis voor vrouwen (met kinderen); … en de punctuele medewerking van de verenigingen Samenleven/Convivence, Samenlevingsopbouw Brussel, Convivial, Fébul, Habitat et Rénovation… De BBRoW heeft de coördinatie van de werkgroep op zich genomen, in overleg met La Strada. Eind september 2010 heeft de werkgroep haar voorstel voorgelegd aan het Overlegcomité thuislozenzorg, waar vertegenwoordigers zitten van de verenigingen, de administratie, de kabinetten. h
10-11-12 2010
art. 23 # 40
_ 19
De VIHT morgen /
Voorstellen van de werkgroep BBRoW/La Strada voor de uitbreiding van de VIHT Verschillende verenigingen uit de thuislozensector en de sector van ‘integratie via de huisvesting’ zijn bij elkaar gekomen om te werken aan een gezamenlijk standpunt over de VIHT. Hieronder vindt u een samenvatting van hun voorstellen voor een uitbreiding van het VIHT-systeem. Een uitbreiding die er maar kan komen mits een aantal voorwaarden. CAROLE DUMONT
20 _ art. 23 # 40
10-11-12 2010
De VIHT moet gericht zijn op de persoon De Brusselse regering is van plan om de VIHT ui te breiden voor personen die een onthaalhuis of transitwoning verlaten. De huursteun wordt dus gekoppeld aan een verblijf in bepaalde vormen van opvangstructuur, andere vormen worden niet in aanmerking genomen. De werkgroep verdedigt een ander idee. Voor de werkgroep zou de uitbreiding van de VIHT moeten gericht zijn op de situatie van de persoon (gebrek aan huisvesting) en niet op zijn verblijf in een bepaalde structuur. De idee van de Brusselse regering om de uitbreiding van de VIHT te beperkten tot personen die onthaalhuizen en de transitwoningen verlaten, is te beperkt en slechts een gedeeltelijk antwoord op een fenomeen waarvan we de omvang niet volledig kennen. R
De VIHT morgen / Voorstellen van de werkgroep
De huisvesting crisis Het debat over de VIHT speelt zich af tegen de achtergrond van een huisvestingscrisis in Brussel: de toegang tot een degelijke, betaalbare en aangepaste woning voor gezinnen met een laag inkomen is een ernstig probleem in Brussel. Dagelijks slaagt een toenemend aantal gezinnen er nauwelijks in om op een menswaardige manier te wonen of om hun te kostelijke huurwoning te behouden. Wie zijn woning verliest moet beroep doen op voorlopige huisvesting bij instellilngen of vrienden of kennissen. Voorlopige oplossingen die vaak lang kunnen duren. Het (gebrek) aan huisvesting speelt vandaag de dag een fundamentele rol in het proces van uitsluiting.
– Het aantal personen met een vervanginkomen neemt alsmaar toe; Meer dan 32.000 Brusselse gezinnen hebben een leefloon of gelijkgesteld inkomen van het OCMW. Dit is drie keer meer dan voor de rest van België. – Voor de eerste keer in 20 jaar overschreed Brussel de kaap van 100.000 werkzoekenden in augustus 2009. In Brussel was de werkloosheidsgraad in 2010 twee keer zo hoog als in de rest van België. Ongeveer een Brusselaar op tien die werkt heeft een inkomen onder de armoederisicogrens.
p Verarming van de Brusselse gezinnen p We zien een toenemende kloot tussen inkomen en huurkost.
Enkele cijfers, enkele vaststellingen …
R Een sterke toename van de huurprijzen tijdens de laatste 15 jaar: – De laagste huurprijzen zijn in verhouding het sterkst gestegen; – De huurprijzen van grotere appartementen zijn sterker toegenomen dan de huurprijzen van studio’s of eenkamerappartementen. Tussen 1998 en 2006 zijn de huurprijzen van appartementen met 3 slaapkamers met meer dan 65% gestegen.1
Een gemiddeld Brussels gezin besteedt ongeveer 34% van zijn budget aan de woonkost. Voor de laagste inkomens is dat uiteraard veel meer. “In 2008, moet een alleenstaande met een leefloon voor de huur van een studio zonder basiscomfort gemiddeld meer dan de helft van zijn inkomen betalen (53,9%). Voor een appartement met een slaapkamer zonder basiscomfort loopt dat op tot 65,5%’’3
p Op 1 januari 2010 stonden 36.867 gezinnen op de wachtlijst voor een sociale woning in Brussel.
p De
gezinnen met de laagste inkomens worden geconfronteerd met de hoogste huurprijsstijgingen p Grote gezinnen met een laag inkomen vinden moeilijk betaalbare, aangepaste woningen.
R Sterke diversificatie van de thuislozen: verjonging, meer vrouwen, toenemend aantal gezinnen.Het ontbreken van een thuis bemoeilijkt het werk van de beroepskrachten.
R Financiële kwetsbaarheid van de Brusselse bevolking2: – In 2008 hadden een kwart van de Brusselse gezinnen een inkomen onder de armoedegrens (ongeveer 899€/maand voor een alleenstaande);
1/ Observatorium van de huurprijzen, rapport 2008 en Memorandum BBRoW, januari 2009. 2/ Sociale barometer 2010, Brussels Armoederapport 2010, Observatorium voor Welzijn en gezondheid. 3/ Cf. Sociale barometer 2008.
10-11-12 2010
art. 23 # 40
_ 21
De VIHT morgen / Voorstellen van de werkgroep
ningen zijn verzadigd. De uitstroom wordt moeilijker door een gebrek aan huisvesting waardoor de verblijfsduur alsmaar langer wordt en minder plaatsen vrijkomen. We weten dat sommige personen geen beroep doen op instellingen en onderdak zoeken bij vrienden of familie, een fenomeen waar weinig cijfers over bestaan maar dat als tijdelijke oplossing dikwijls wordt gebruikt en dat door beroepskrachten uit de huisvestingssector zelfs wordt aanbevolen. Ook deze situaties moeten worden opgenomen in het debat over de uitbreiding van de VIHT.
Een VIHT voor personen die hun woning hebben verloren Het is dus de situatie van sociale uitsluiting op het vlak van wonen dat het criterium zou moeten zijn voor de VIHT en niet uitsluitend de passage in een instelling. De VIHT zou dus moeten worden toegekend aan iedere persoon die zijn woning heeft verloren of ze nu worden opgevangen of niet door een derde, anders is het risico op ongelijkheid groot. Om dit concreter te maken heeft de werkgroep zich gebaseerd op de typologie van uitsluiting op het vlak van wonen die FEANTSA heeft opgesteld (ETHOS), een typologie die gedragen wordt in de sector.
2 Er zijn ook personen die de straat onmiddellijk verlaten voor een woning, zonder via een onthaalstructuur te passeren. Het project ‘Accès direct de la rue au logement de cohabitation’’ van Diogènes, Fami-home, SVK Ieder zijn Woning en Hoeksteen wil daaraan werken. Het is een alternatief voor opvang in een structuur waar sommige personen zich niet willen of kunnen inschrijven. Ook dit is een antwoord op het gebrek aan betaalbare huisvesting.
ETHOS –European Typology on Homelessness and Housing Exclusion 4 Waarbij sprake is van 4 categorieën van personen: – daklozen; – thuislozen; – personen met ‘instabiele’ (precaire) huisvesting; – personen met ontoereikende huisvesting ( dit komt overeen met de huidige VIHT-gebruikers)
3 De toegang tot een woning (in diverse vormen) moet worden aangemoedigd als uitgangspunt van een integratieparcours (concept van ‘‘housing first’’). De woning is vandaag steeds meer een factor van sociale uitsluiting door zijn hoge kostprijs. Daarom is het belangrijk om eerst een dak boven het hoofd bieden om zo mensen te helpen uit hun kansarmoede te geraken en een sociaal integratieproject uit te werken. De VIHT kan daartoe bijdragen.
De huurtoelage zou dus moenten gaan naar personen die: – op straat leven of openbare of private plaatsen die niet als woning bedoelt zijn; – in niet erkende opvangstructuren verblijven; – bij familie of vrienden verblijven…
Waarom? 1 De gespecialiseerde onthaalstructuren en transitwo-
22 _ art. 23 # 40
10-11-12 2010
4/ Meer informatie op de website van Feantsa: www.feantsa.org
De VIHT morgen / Voorstellen van de werkgroep
– op campings of in kraakpanden wonen – in transit- of urgentiewoningen verblijven van de overheid of van verenigingen – in erkende onthaalhuizen of erkende noodopvang verblijven –… We vragen dat ook de mogelijkheid om een VIHT te geven aan personen die de gevangenis verlaten, en aan personen die in een ziekenhuis of verzorgingsinstelling hebben verbleven niet uitgesloten wordt van het debat over de uitbreiding van de VIHT. De mogelijkheid van een VIHT voor deze personen kan vermijden dat zij naar een onthaalstructuur moeten of op straat terechtkomen.
Focus op de onthaalhuizen en transitwoningen Zelfs wanneer de werkgroep het niet eens is met de idee om de uitgebreide VIHT enkel toe te kennen aan personen die in een onthaalhuis of transitwoning verblijven, moeten we toch op zoek naar een juiste definiëring van deze termen aangezien ze expliciet zijn opgenomen in het regeerakkoord. Deze twee categorieën waarnaar uitdrukkelijk wordt verwezen in het Brusselse regeerakkoord vragen zeker om meer verduidelijking. Ook hier verkiest de werkgroep een benadering die vertrekt vanuit de realiteit op het terrein. Wat de onthaalhuizen betreft, is de werkgroep van oordeel dat voor een uitbreiding van de VIHT niet alleen de erkende onthaalhuizen in aanmerking komen, maar ook de erkende diensten die crisis- of noodopvang organiseren: – de onthaalhuizen die zijn erkend door de COCOF), de COCOM en de Vlaamse Gemeenscap; – de noodopvangcentra Ariane en Samu Social – nachtasiel Hoeksteen – en de vzw Transit (gesubsidieerd door de federale overheid); Wat de transitwoningen betreft, komen in aanmerking de: – De transitwoningen van de Sociale verhuurkantoren5 (153 woningen); – De transitwoningen van de gemeenten en OCMW’s en de urgentiewoningen van de OCMW’s. Voor de gemeenten en OCMW spreken over ongeveer 160 woningen6; – De transitwoningen die worden beheerd door verenigingen (zoals Convivial bijvoorbeeld) Bestaat er een onderscheid tussen transit en urgentiewoningen?
In theorie vervullen een transitwoning en een urgentiewoning twee verschillende functies. Een urgentiewoning is een tijdelijke oplossing bij onverwacht materieel verlies van de woning. Ze wordt
meestal voor een zeer korte periode ter beschikking gesteld aan gezinnen die hun woning verliezen na een onverwachte gebeurtenis. Het kan daarbij ook gaan om gezinnen met hogere inkomens. Wanneer er al een sociale begeleiding is, dan is die vooral geconcentreerd op de herhuisvesting. Sommige gemeenten bieden slechts enkele urgentiewoningen aan, andere gemeenten hebben een groter aanbod, andere gemeenten nog zoeken nieuwe formules zoals bijvoorbeeld het sociale hotel in Molenbeek. A priori, zien we niet in waarom gezinnen die hier geholpen worden en die hun woning hebben verloren geen beroep zoeken mogen doen op de VIHT. De inkomensplafonds voor de VIHT, zullen ervoor zorgen dat enkel de gezinnen met de laagste inkomens geholpen worden.
De situatie van sociale uitsluiting moet het criterium zijn voor de VIHT Sinds 2006 financieert de federale overheid ook de oprichting van urgentiewoningen via de OCMW’s.7 Tussen 2006 en 2010, hebben 8 Brusselse OCWM’s subsidies ontvangen om urgentiewoningen te realiseren: Anderlecht, Molenbeek, Etterbeek, Watermaal-Bosvoorde, Sint-Gillis, Schaarbeek (2x) en Brussel-Stad (3x). De projecten kunnnen worden gerealiseerd samen met de gemeente, een plaatselijk sociaal verhuurkantoor, … Een officiële definitie van een urgentiewoning vinden we dan ook terug bij de FOD Maatschappelijke Integratie. De urgentiewoning is een antwoord op de situatie van personen die over geen woning beschikken: – omdat hun woning ongezond of onbewoonbaar werd verklaard; – omdat ze uit hun woning werden gedreven; – omwille van een gezinsconflict (ondermeer huishoudelijk geweld) – na een catastrofe (brand, overstroming); – omdat ze dakloos zijn8; – …” De verblijfsduur is beperkt tot 4 maand, is een keer hernieuwbaar (8 maand maximum dus) en de woningen worden ter beschikking gesteld via een precaire bezettingsovereenkomst. De verblijfsduur is er met andere woorden R
5/ Momenteel vinden we de enige definitie van transitwoningen terug in de Brusselse huisvestingcode die uitsluitend wordt toegepast voor de sociale verhuurkantoren. De wooncode definieert een transitwoning als “de woning bestemd voor een specifieke doelgroep die sociale begeleiding krijgt en dit niet langer dan achttien maanden bewoond mag worden.” 6/ Cijfers verkregen door de BBRoW op basis van een vragenlijst en telefonische contacten, 2010. 7/ Cf. Projectoproep ‘verhoging van het aantal urgentiewoningen van de FOD Maatschappelijke Integratie. 8/ Zie de projectoproepen van de FOD Maatschappelijke integratie.
10-11-12 2010
art. 23 # 40
_ 23
De VIHT morgen / Voorstellen van de werkgroep
soms lang. De opvang in de urgentiewoningen moet als springplank dienen voor een duurzame oplossing, waartoe de VIHT kan bijdragen. In een transitwoning ligt de klemtoon veel meer op de sociale situatie van de gezinnen (die overigens tot het verlies van hun vroegere woning kan hebben geleid). De aankomst in een transitwoning wordt voorbereid en de verblijfsperiode is er in principe langer. De sociale begeleiding is systematisch en meer omvattend. De sociale verhuurkantoren bieden in samenwerking met sociale diensten van verenigingen en OCMW’s transitwoningen aan. De verblijfsduur hier bedraagt maximum 18 maanden. Ook hier is de bedoeling om de persoon uiteindelijk te herhuisvesten. In de praktijk wordt het onderscheid tussen transit en urgentie echter niet altijd gemaakt. Voor een deel omdat het aanbod van transit- en urgentiewoningen onvoldoende is om aan de vraag te voldoen. Bij de gemeenten kan eenzelfde woning – afhankelijk van de situatie van de persoon – zowel een urgentiewoning zijn als een transitwoning. Sommige gemeenten of sociale werkers maken trouwens geen enkel onderscheid tussen de twee vormen. Het is in de eerste plaats de situatie van het gezin, hun geschiedenis, hun persoonlijke achtergrond en mogelijkheden die bepalen of er sprake is van urgentie of transit. De manier van aanpakken is dus divers, vaak zeer pragmatisch en soepel. Het gemeenschappelijke punt blijft de wil om voor een tijdelijke periode, die kort of lang kan zijn, een zekerheid op het vlak van wonen terwijl kan gezocht worden naar een meer duurzame oplossing. We vinden in de transit en urgentiewoningen een deel van het publiek van de onthaalhuizen die, afhankelijk van het aanbod dat zich aandient, via een transit of urgentiewoning passeren. Wat bevestigt dat het veel beter is om de toekenning van de VIHT niet te verbinden aan het type opvang, maar wel aan de situatie van de persoon. Er bestaan tenslotte ook andere vormen van tijdelijke opvang, via precaire overeenkomsten, waar rekening mee gehouden moet worden. We denken aan de ‘experimentele tijdelijke overeenkomsten’ in de sociale huisvesting (Ieder zijn Huis, Solero, …) of de precaire overeenkomsten van 123 Woningen.
Conclusie De werkgroep opteert voor een uitbreiding van de VIHT die als vertrekpunt de persoon neemt. Een standpunt dat verder gaat dan het voornemen van de Brusselse regering, maar dat steek houdt wanneer we rekening houden met de situatie van de personen en gezinnen met een laag inkomen die zijn uitgesloten van de private huurmarkt. Het gebrek aan woning moet het criterium zijn om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor de uitgebreide VIHT.
24 _ art. 23 # 40
10-11-12 2010
We weten ook dat naast concepten en principes, het belangrijk argument om politici te overtuigen de financiële kost van een maatregel is. Hier is een raming van de kost niet eenvoudig. De werkgroep probeert toch een voorzichtige raming op te stellen op basis van cijfers over de opvangcapaciteit van instellingen en verenigingen, het aantal personen dat jaarlijks beroep doet op een dienst, enzovoort.
De VIHT blijft niettemin een direct, concreet antwoord voor gezinnen die moeilijkheden ondervinden om een betaalbare woning te vinden. Is het voorstel van de werkgroep daarom onrealistisch?
De uitbreiding van het VIHT systeem waar de werkgroep achter staat gaat vrij ruim, maar toch zijn er een aantal toekenningsvoorwaarden die het aantal mogelijke dossiers beperken: – De inkomensplafonds van de VIHT zijn bij de laagste in het Brusselse Gewest, lager dan die voor een sociale woning. De VIHT is dus bedoeld voor mensen met een laag inkomen. – De woningen moeten beantwoorden aan strikte kwaliteits- en veiligheidsnormen, wat voor veel gezinnen een hinderpaal is. Een onthaalhuis verlaten voor een private woning betekent niet altijd dat men een kwaliteitsvolle, gepaste woning heeft gevonden. – Enkel de privéwoningen en de niet gesocialiseerde woningen van de overheid zouden in aanmerking komen: voor sociale woningen en de ‘sociale woningen’ van gemeenten en OCMW’s waarvan de huur wordt berekend in functie van de inkomens zou geen VIHT moeten uitgekeerd worden om een dubbele subsidiering te vermijden; Het is evenmin de bedoeling om van de VIHT nu de belangrijkste instrument te maken voor de oplossing van de huisvestingscrisis. Er bestaan structurele, duurzame oplossingen (veel meer publieke woningen, omkadering van de huurprijs), maar ze worden te traag uitgevoerd. Het is ook zo dat het uitkeren van een maandelijkse huisvestingstoelage de psycho-sociale moeilijkheden van bepaalde personen op zich niet oplost. De VIHT blijft niettemin een direct, concreet antwoord voor gezinnen die moeilijkheden ondervinden om een betaalbare woning te vinden. Het voorstel van de werkgroep is trouwens niet helemaal uniek. In Vlaanderen en Wallonië bestaat er al lang een vorm van huurtoelage voor thuislozen. Hierover leest u meer op de volgende pagina’s. h
De VIHT morgen /
VIHT: forfait of inkomengebonden WERNER VAN MIEGHEM
Een uitbreiding van de VIHT die is gebaseerd op de situatie van de persoon vraagt ook om een nieuwe berekeningswijze. Hieronder stellen we u twee mogelijkheden voor: een forfaitair of inkomensgebonden systeem.
Wanneer de Brusselse regering de VIHT wil uitbreiden tot personen die een onthaalhuis verlaten of een transitwoning of tout court tot thuislozen, dan kan de huidige berekeningswijze die in de eerste plaats is gebaseerd op het verschil in huurprijs tussen de oude en de nieuwe woning niet worden gebruikt. Voor de berekening van de ‘nieuwe’ VIHT moet er dan ook worden nagedacht over een nieuwe berekeningswijze. Hiervoor zijn er twee mogelijkheden: de huurder ontvangt een forfaitaire huurtoelage of de huurtoelage wordt berekend op basis van het inkomen.
voor alleenstaanden met kinderen het huidige systeem van forfaitaire, geplafonneerde huurtoelage nadelig uitvalt. Een variante om dit nadeel op te vangen zou daarom kunnen bestaan in een forfaitaire huurtoelage voor 3 inkomenscategoriën. Bijvoorbeeld: – < 9000 €: huurtoelage van 180 € + 10% per persoon ten laste – 9001 € - 13 400 €: huurtoelage van 150 € + 10% per persoon ten laste – 3 401 € - 17 627 €: huurtoelage van 120 € + 10% per persoon ten laste
De huidige berekeningswijze kan niet worden gebruikt.
Een inkomengebonden huurtoelage wordt berekend op basis van het verschil tussen 1/3 van de inkomens en de huurprijs. Bijvoorbeeld: Een huurder met een inkomen van 955 euro die een woning huurt van 480 euro zou een huurtoelage ontvangen van 162 euro. Een huurder met een inkomen van 1.100 euro krijgt voor dezelfde woning een huurtoelage van 117 euro. Het voordeel van dit systeem is dat het rekening houdt met de financiële draagkracht van de gezinnen (waarbij ook 1/3 van het kindergeld wordt geteld) en dat het dus een ‘persoonlijker’ systeem is. Het is een berekeningswijze die we trouwens ook terugvinden bij de huidige gemeentelijke huurtoelage en bij de huurtoelage van het Gewestelijke Solidariteitsfonds. Nadeel van dit systeem is dat het een iets ingewikkelder berekening is, zodat de huurder moeilijker op voorhand het exacte bedrag van de huurtoelage kent. h
Een forfaitaire huurtoelage bestaat uit een basisbedrag, dat wordt verhoogd in functie van de gezinssamenstelling van de huurder. Bijvoorbeeld: 140 euro + 10% per persoon ten laste. Voor de huurder of de sociale werker die hem begeleidt, biedt een forfaitaire huurtoelage het voordeel dat men op voorhand vrij gemakkelijk weet hoeveel de maandelijkse tussenkomst zal bedragen. Met die kennis kan men dan gerichter een geschikte, betaalbare woning zoeken. Het nadeel van een forfaitaire huurtoelage is dat dit onvoldoende rekening houdt met de inkomens van de huurder en de betaalde huurprijs. Met andere woorden, de huurlast wordt onvoldoende in rekening gebracht. Uit een aantal simulaties die we hebben gedaan, blijkt dat vooral
10-11-12 2010
art. 23 # 40
_ 25
De huursubsidie in Vlaanderen In Vlaanderen bestaat er sinds 20071 een uniform systeem van huursubsidie die is bestemd voor personen met een bescheiden inkomen die een conforme woning huren die is aangepast aan de grootte van het gezin. WERNER VAN MIEGHEM
Verschillende categorieën van personen kunnen beroep doen op de huursubsidie: – wie een ongeschikte, onaangepaste of onbewoonbaar verklaarde woning of kamer heeft verlaten – wie een camping heeft verlaten – wie een woning betrekt waarvoor hij of zij een installatiepremie heeft ontvangen van het OCMW, met andere woorden dakloze personen. – wie een woning huurt van een sociaal verhuurkantoor. Voor 2010 mag de huurprijs van de nieuwe woning niet hoger liggen dan 520 euro (+7% per persoon ten laste) en mag het netto belastbaar inkomen van de huurder en de inwonende gezinsleden niet meer bedragen dan 15.440 euro. In principe moeten zowel de woning die wordt verlaten als de nieuwe woning in het Vlaamse Gewest liggen. Maar voor wie verhuist naar een woning van een sociaal verhuurkantoor of wie een installatiepremie of verhoging van het leefloon heeft ontvangen van het OCCM mag de
26 _ art. 23 # 40
10-11-12 2010
woning die wordt verlaten ook buiten het Vlaamse gewest liggen. De huursubsidie wordt gedurende 9 jaar uitgekeerd en is een forfaitair bedrag van maximaal 213 euro tot 106 euro per maand ( in functie van drie inkomenscategorieën), dat wel iedere twee jaar afneemt. Enkel bejaarden en gehandicapten kunnen levenslang een vaste huursubsidie krijgen, zolang hun inkomen onder het plafond blijft. Het Vlaams Netwerk van Verenigingen waar armen het woord nemen, is niet helemaal tevreden met de Vlaamse huursubsidie. In de eerste plaats betreuren ze de directe link tussen de huursubsidie en de installatiepremie van het OCMW. Die installatiepremie wordt immers slechts een keer uitgekeerd, zodat personen die een grillig huisvestingsparcours kennen, met verschillende passages in een onthaalhuis of op de straat geen recht meer hebben op de huursubsidie. De vereniging vindt het ook niet logisch dat er voor conforme kamers geen huursubsidie wordt gegeven, terwijl juist dit type woningen meestal juist door alleen-
Blikken op elders /
De Waalse huurtoelage: ADEL1 De Waalse huurtoelage, ‘allocation de déménagement et de loyer (ADEL)’ is opgenomen in de Waalse Huisvestingscode van 1998, maar dateert wel al van 1977. Sinds 1993 kunnen in Wallonië ook thuislozen een beroep op deze huurtoelage. CAROLE DUMONT
staanden ex-daklozen of personen met een laag inkomen wordt gehuurd. Omwille van het degressieve karakter van de huursubsidies houdt de vereniging haar hart vast voor de betaalbaarheid van de woningen op langere termijn. Als de huursubsidie vermindert en na 9 jaar wegvalt kan het zijn dat mensen in de problemen komen om de huur te betalen. De koppeling tussen het woonbeleid en een activeringsdiscours is voor de vereniging niet logisch. Een stabiele en betaalbare woonsituatie is juist een belangrijke voorwaarde voor het vinden en houden van werk. Degressieve huursubsidies dragen zeker niet bij aan de betaalbaarheid en woonzekerheid. Vanuit de Vereniging van Vlaamse steden en gemeenten was er dan weer kritiek op de té lange uitbetalingstermijn. Indien men vanaf de eerste dag in de nieuwe woning een aanvraag doet doen, dan nog duurt het minimaal 7 maanden vooraleer de eerste huursubsidie en de installatiepremie wordt uitbetaald. Mensen moeten met andere woorden een groot bedrag voorschieten en komen daarvoor regelmatig aankloppen bij het OCMW. h
Ongezonde en onaangepaste wonignen Het besluit van 21 januari 19992 bepaalt de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van de ADEL. Net zoals in Brussel is de toelage bedoeld voor personen die een ongezonde, overbevolkte of onaangepaste woning verlaten om te verhuizen naar een gezonde woning of een te verbeteren woning. Dat laatste is een woning waarin nog werken kunnen worden uitgevoerd en die ten laatste 6 maanden na de verhuis moet beantwoorden aan de normen. De toelage wordt ook uitgekeerd zonder dat er verhuisd moet worden wanneer een ongezonde, onaangepaste woning wordt gerenoveerd. De ADEL bestaat uit een verhuistoelage van 400 euro, te verhogen met 20% per persoon ten laste en uit een maandelijkse huurtoelage die overeenkomt met het verschil tussen de nieuwe en de oude huurprijs, met een maximum van 100 euro (+ verhogingen per persoon ten laste). De huurtoelage komt overeen met het verschil in huurprijs tussen de oude en de nieuwe woning De inkomensvoorwaarden voor de ADEL zijn vrij strikt: de inkomens mogen niet hoger zijn dan 12.000 euro per jaar voor een alleenstaande en 16.400 euro voor gezinnen.3 De toelage is dan ook vooral bedoelt voor personen met een precair inkomen. De huurtoelage wordt gedurende twee jaar uitbetaald, een periode die kan worden verlengd zolang de inkomensvoorwaarden worden gerespecteerd. ADEL voor sociale huurders Opvallend is ook dat sinds 2007 de huurders van een sociale huisvestingsmaatschappij die moeten tiijdelijk R
1/ Dit artikel is tot stand gekomen dankzij de medewerking van de heer Luc Jandrain, directeur f.f van het departement Studie en Woningkwaliteit van het Waalse ministerie van huisvesting. 2/ Arrêté du Gouvernement wallon du 21 janvier 1999 concernant l’octroi d’allocations de déménagement et de loyer en faveur des ménages en état de précarité et de personnes sans-abri. 3/ Bedragen op 1 januari 2010
10-11-12 2010
art. 23 # 40
_ 27
Blikken op elders / De Waalse huurtoelage: ADEL
of definitief moeten verhuizen omdat hun sociale woning wordt gerenoveerd beroep kunnen doen op een verhuistoelage en/of een huurtoelage wanneer ze verhuizen naar een private huurwoning.
ADEL voor thuislozen De Waalse huisvestingscode voorziet ook dat de ADEL wordt uitgekeerd aan gezinnen in een precaire situatie die thuisloos zijn geweest. Een thuisloze wordt hier gedefinieerd als iemand die gedurende minstens 3 maanden geen enkel recht had op een woning of die minstens 12 maanden op een camping woonde. Zo kan iemand die tijdelijk is opgevangen door een particulier een ADEL krijgen voor zijn nieuwe woning op voorwaarde dat hij kan bewijzen dat hij gedurende drie maand geen eigen woning had. Ook moet worden aangetoond dat de opvang effectief tijdelijk was. Personen die de gevangenis verlaten en die hun huurwoning zijn kwijtgeraakt ondertussen kunnen op basis van een bewijs van de gevangenis ook een ADEL krijgen. De regel van drie maand is niet van toepassing wanneer de thuisloze werd opgevangen in een instelling omwille van ‘sociale, medische en psychische redenen’. Dan is een minimaal verblijf van een nacht voldoende om een ADEL te kunnen aanvragen. Die opvangstructuren worden in het besluit van 1999 opgesomd. Het gaat onder meer over de volledige sector van ‘opvang en begeleiding van personen met sociale moeilijkheden’ of met andere woorden de onthaalhuizen, de nachtasielen, de gemeenschapswoningen, … Maar ook de hospitalen, de opvangsector voor gehandicapte personen, de beschermde woningen voor psychiatrische patiënten4, … worden vermeld. De thuisloze heeft recht op een forfaitaire huurtoelage van 100 euro per maand (+ vermeerderingen), omdat er geen verschil in huurprijzen kan worden berekend. Logisch is ook dat enkel de nieuwe woning wordt gecontroleerd om te zien of ze aan de normen beantwoordt. Enkele cijfers In 2009 heeft het Waalse Gewest 5.600 huurtoelagen uitgekeerd voor privé-woningen en ongeveer 1.000 toelagen in de sociale huisvesting voor een totaal budget van 8.090.000 euro. Iets meer dan een derde van de toelagen gaat thuizlozen. Het gaat hierbij voornamelijk om kandidaat-vluchtelingen en vroegere thuislozen, voor het merendeel vertrekkend uit een onthaalhuis en in mindere mate om personen die bij een particulier hebben gewoond. Het Waalse gewest geeft al 17 jaar een huurtoelage voor thuislozen. Het begrip thuisloze in de Waalse Huisvestingscode is ruim gedefinieerd. Het gebrek aan woning is bepalend, zodat ook personen die geen beroep doen op opvang binnen de erkende structuren kan genieten
4/ Zie besluit 21 januari 1999.
28 _ art. 23 # 40
10-11-12 2010
Het Waalse Gewest geeft al 17 jaar een huurtoelage aan thuislozen. van de ADEL. In theorie kan ook een thuisloze die op straat leefde een huurtoelage vragen, in de praktijk is het toch de passage via een onthaalhuis, nachtasiel die het startpunt is. Opvallend is wel dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen de instellingen waarbij een verblijf van een nacht volstaat om het recht op ADEL te openen en de tijdelijke opvang bij vrienden of kennissen waar een uitvoerig bewijs moet worden geleverd voor een verblijf van minstens 3 maanden. De administratie motiveert dit met het argument dat men misbruik wil voorkomen. Ondanks de ruime definiëring van thuisloze wordt de dienst niet overspoeld door aanvragen. Hiervoor zijn een aantal redenen. In de eerste plaats komen er in Wallonië sowieso minder huurders voor dan in Brussel. Bovendien zijn de inkomensplafonds voor de ADEL heel laag. Het systeem is ondanks alles nog atlijd onvoldoende gekend en de helft van alle aanvragen wordt geweigerd omdat de nieuwe woning niet beantwoordt aan de opgelegde normen. Net zoals in Brussel is er een probleem met de voorfinanciering van de ADEL. De Waalse OCMW’s aarzelen ook om een voorschot te geven, maar in mindere mate omdat de uitbetalingstermijnen korter zijn, zeker voor thuislozen waar enkel de nieuwe woning moet worden bezocht. De uitbetaling voor ex-thuislozen gebeurt na 4 à 5 maanden, waar het voor de andere categorieën kan oplopen tot 9 maanden. Het Waalse systeem kan zeker inspirerend werkden voor de plannen van de Brusselse regering. h
Conclusie De VIHT, een toelage die helpt, maar toch verbeterd moet worden.
In Brussel bestaat er al jaren een beperkte huurtoelage, namelijk de verhuis-, installatie- en huurtoelage waarmee de Brusselse regering huurders wil bijstaan om een ongezonde of onaangepaste woning te verlaten voor een gezonde, aangepaste woning. In 2009 konden ongeveer 4.800 gezinnen op die manier rekenen op een tussenkomst in de huurprijs. De sociale vraag naar een degelijke en betaalbare woning is echter tien keer hoger. Hoe komt het dan dat dit systeem niet beter aanslaat? Daarvoor zijn er verschillende redenen: de basisidee van het systeem dat iemand verhuist van een goedkopere ongezonde woning naar een duurdere gezonde woning klopt niet meer met de realiteit want zelfs ongezonde woningen worden duur verhuurd; het is niet eenvoudig om een woning te vinden die aan de normen beantwoord; de eerste uitbetaling van de huurtoelage laat gemakkelijk 9 maand op zich wachten; mensen zonder woning kunnen geen beroep doen op de toelage. Door de lange uitbetalingsprocedure durven we zelfs spreken van een onrechtvaardig systeem: gezinnen met een laag inkomen die er het meeste nood aan hebben, worden in de praktijk niet geholpen via de VIHT. Enkel wanneer ze worden bijgestaan door een verenging of het OCMW die een technisch verslag van de woning opmaken en de VIHT voorschieten, is de VIHT een valabel hulpmiddel. Mensen die niet worden bijgestaan, vallen te gemakkelijk uit de boot. De Brusselse regering heeft nu in het regeerakkoord opgenomen dat ze de VIHT wil uitbreiden naar personen die een onthaalhuis of transitwoning verlaten. Aanleiding voor de BBRoW om samen met La Strada een werkgroep op te starten met de bedoeling een aantal concrete voorstellen op tafel te leggen die zijn gebaseerd op de ervaringen van de thuislozensector en van de verenigingen die werken rond de integratie via de huisvesting. De werkgroep heeft gewerkt en schuift een aantal duidelijke keuzes naar voor. In de eerste plaats moeten de huidige hinderpalen van de VIHT worden weggenomen. Zonder een grondige herziening van het systeem, zal de geplande uitbreiding als een kaartenhuis in elkaar vallen. We gaan zelfs nog een stap verder: de VIHT moet fuseren met de andere bestaande huurtoelagen in Brussel (het Gewestelijke Solidariteitsfonds, de gemeentelijke huurtoelage). Er is geen enkele reden op drie vrij gelijkaardige systemen naast elkaar te laten bestaan. Een uitbreiding van het personeelskader is ook een logische vraag. Vervolgens betwisten we de té beperkte keuze van de regering. De uitbreiding van de VIHT zou moeten gericht zijn op de situatie van de persoon (gebrek aan huisvesting) en niet op zijn passage in een onthaalhuis of transitwoning. De sociale situaties van de thuislozen zijn divers, er bestaan ook vormen van (tijdelijke) opvang en begeleiding buiten de onthaalhuizen of transitwoningen. Dit idee is niet eens origineel. In Vlaanderen en Wallonië bestaat er al lang een vorm van huurtoelage voor thuislozen in de ruime betekenis. De ervaringen daar leren ons dat een vloedgolf aan aanvragen niet meteen moet gevreesd worden. Het echter ook niet onze bedoeling om van de VIHT nu meteen het belangrijkste, allesomvattende instrument te maken tot oplossing van de huisvestingscrisis. Er bestaan andere structurele, duurzame oplossingen (veel meer publieke woningen, omkadering van de huurprijzen) waarvan tegelijkertijd werk moet worden gemaakt. De uitgebreide VIHT zou niettemin een direct, concreet antwoord kunnen zijn voor gezinnen met een laag inkomen die ernstige moeilijkheden ondervinden om een betaalbare woning te vinden en die anders dreigen op straat terecht te komen of te moeten blijven. Daarom rekenen we op de regering en de parlementsleden om de voorstellen vanuit de sector zelf ernstig te overwegen. h WERNER VAN MIEGHEM
10-11-12 2010
art. 23 # 40
_ 29
ARAU – Archipel / Groot Eiland – AMA Association des Maisons d’Acceuil et des Services d’Aide aux Sans-abri – Atd quart Monde/Wallonie Bxl – BaitaAgence Immobilière Sociale / Sociaal Verhuurkantoor – BRAL Brusselse Raad voor het Leefmilieu – Brusselse Welzijns en gezondheid raad – Buurthuis Bonnevie / maison de quartier Bonnevie – CAD / De Boei– CAFA – CAP Habitat – caw Mozaïek Woonbegeleiding – CIRÉ Coordination et Initiatives pour et avec les Réfugiés et Étrangers – CODES Comité de DÉfense de Saint-Gilles – Comité de la Samaritaine – Compagnons Dépanneurs – Convivence / Samenleven – Convivium – Coordination GEE Gaz-ÉlectricitéEau Bruxelles – Diogenes Soutien et accompagnement des personnes sans-abri / Steun en begeleiding van daklozen – Entr’Aide des Marolles – Espace Social Télé-Service – Fami-Home – FÉBUL Fédération Bruxelloise des Unions de Locataires / BFHV – Habitat & Rénovation – InterEnvironnement Bruxelles – IRIS asbl - Agence immobilière sociale / IRIS vzw - Sociaal en g in ig verhuurkantoor – LA RUE – en Ver La Vague – Lhiving vzw – Les Foyers d’Accueil / Haard en Vrede– Logement pour tous – Renovassistance – Samenlevingsopbouw Brussel Riso Brussel / Seniorencentrum Brussel vzw / Source / Talita / Union des Locataires Quartier Nord / Union des Locataires Schaerbeek / Vie Féminine Onder de leden van de BBRoW zijn er
KENTa-aUrd en Vrede / AMA / H LA RUE / Talita ? verschillende die met de VIHT werken. We laten hen aan het woord. De BBRoW is in de eerste plaats een coördinatie van Brusselse verenigingen die het recht op wonen verdedigen. De volledige lijst van onze leden vindt u op onze website: www.bbrow.be
Asbl A.M.A. Association des Maisons d’Accueil et des Services d’Aide aux Sans-abri Gheudestraat 49 in 1070 Anderlecht T 02 513 62 25.
[email protected] www.ama.be
Oprichtingsdatum: 1968 Doel: A.M.A. is een federatie van meer dan 60 diensten en organisaties die instaan voor het onthaal , de opvang en begeleiding van volwassenen en gezinnen met psychosociale problemen. Onder de leden-organisaties tellen we onthaalhuizen, nachtasielen, gemeenschapshuizen, straathoekwerk en dagonthaal. A.M.A. wil haar leden steunen, verzamelen en vormen, een plek zijn van ontmoeting en uitwisseling van ervaringen. Bovendien heeft A.M.A als werkgeversfederatie een zetel in de paritaire commissie 319.02. Activiteiten: Onder de diensten die we onze leden aanbieden zijn er de organisatie van vergaderingen, vormingen, ontmoetingen en colloquia; de verdediging van de belangen van onze leden en onderhandelingen met de overheid; de vertegenwoordiging van onze leden bij verschillende instanties. Actieperimeter: Een derde van onze leden zijn gevestigd in Brussel, twee derde in Wallonië en zijn erkend door de Cocof, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of het Waalse Gewest.
ID
Post-opvang begeleiding Het probleem van toegankelijke woningen is een centrale problematiek voor onze sector. Over geen woning beschikken is het ‘toegangsticket’ voor de diensten die onze leden-verenigingen aanbieden, wat ook de oorzaak is geweest (ongezonde woning, isolement, huiselijk geweld, armoede, gezondheidsproblemen…). De huisvestingscrisis en de sterk gestegen huurprijzen hebben de zaken er alleen maar moeilijker op gemaakt voor een reeds kwetsbaar publiek. Een van de voornaamste moeilijkheden die de werkers op het terrein en de thuislozen ontmoeten bij de begeleiding (die kort of lang kan duren) is het vinden van een woning die is aangepast aan de grootte van het gezin en financieel haalbaar is. Maar ook de woning behouden is voor sommige personen een probleem. Om hier een antwoord op te vinden zijn tal van initiatieven opgestart (transitwoningen, directe overgang van straat naar woning, partnerschappen met geestelijke gezondheidsdiensten…). Alsmaar meer onthaalhuizen ontwikkelen ook een ‘begeleiding post-opvang’ waarvan het voornaamste doel is om te voorkomen dat personen die een woning
10-11-12 2010
hebben gevonden opnieuw in het onthaalhuis of op straat terechtkomen. Die begeleiding kan verschillende vormen aannemen: huurbegeleiding, inrichting van de woning, opvolging van het budget, verwijzing naar andere sociale diensten… De ‘post-opvang begeleiding’ verlengt dus het werk dat wordt gepresteerd tijdens de opvang en is gebaseerd op een vertrouwen dat reeds tijdens de opvang werd opgebouwd. Het doel is om de persoon progressief autonoom te maken en daarbij andere sociale diensten geleidelijk te betrekken. Dergelijke projecten zijn, ondanks hun belang, vandaag niet erkend of gesubsidieerd in Brussel. We denken dat een verbetering van de levensomstandigheden van veel personen moet verlopen zowel via algemene maatregelen op het vlak van huisvesting (voorkomen dat de woning verloren gaat, strijd tegen onwettige uitdrijvingen, toegang tot huurtoelage, ondersteuning door sociale verhuurkantoren…) als via een persoonlijke ondesteuning: ‘post-opvang begeleiding’, begeleid wonen, transitwoning… h DEBORAH ODDIE Coördinatrice A.M.A.
art. 23 # 40
_ 31
Haard en Vrede Roger Vandendriesschelaan 34 1150 Sint-Pieters-Woluwe T 02 770 06 38
[email protected]
ID
Oprichtingsdatum: 1953 Doel: Haard en Vrede v.z.w. heeft als doel om grote gezinnen (tenminste drie kinderen) zonder huisvesting en met morele, sociale of economische problemen op te vangen voor onbepaalde duur en met de bedoeling hen te helpen bij hun sociale integratie. Activiteiten: Om dat doel te bereiken biedt de vereniging niet alleen onderdak en voeding, maar ook een begeleiding op sociaal, psychologisch, medisch en financieel vlak om hen zo te helpen bij het verwerven van meer autonomie. De sociale assistenten en opvoeders helpen de gezinnen om een project uit te werken om een duurzame woonoplossing te vinden. De kinderen worden ook begeleid: school, buitenschoolse activiteiten, opvoeding, gezondheid zonder dat we daarbij de plaats van de ouders willen innemen. We werken aan een sociaal netwerk en begeleiding door andere verenigingen voor ieder gezin, zodat ze na het verblijf bij Haard en Vrede verder geholpen kunnen worden: begeleid wonen, schuldbemiddeling, medisch centrum… Actieperimeter: We hebben geen voorwaarden in verband met de oorspronkelijke woonplaats van de gezinnen.
32 _ art. 23 # 40
Oud onthaalhuis, nieuw publiek Het onthaalhuis Haard en Vrede opende haar deuren op 16 januari 1953, nadat prostitutie op zich door de wet niet langer meer als een misdrijf werd beschouwd, maar wel de exploitatie van prostituees en het klanten werven. Het onthaalhuis ving gedurende 56 jaar jonge meisjes op met financiële moeilijkheden, waaronder ook een aantal (vroegere) prostituees. Op 7 september 2009, na het vertrek van de directrice en het vastleggen van een nieuw maatschappelijk doel voor de vereniging, opende Haard en Vrede zijn deuren exclusief voor grote gezinnen. De vraag naar opvang voor dit type gezinnen is al jaren sterk toegenomen omwille van een toename van het geboortecijfer in Brussel, de opdeling van grote woningen, het gebrek aan grote woningen in de sociale huisvesting, een verarming van de grote gezinnen… Het onthaalhuis beschikt over 13 bedden. Wat leeftijd en geslacht betreft, hebben we geen enkele beperking. Indien we nog over plaatsen beschikken, maar onvoldoende voor een groot gezin, dan kunnen we voor een kleiner gezin voor korte termijn een transitwoning aanbieden. Het onthaalhuis is gevestigd in een oud herenhuis. We hebben kamers met 1 tot 6 bedden en gemeenschapsruimtes: badkamers, eetkamers, speelkamers, wasruimte, keukens, tuin… Het voordeel van het grote gebouw met de talrijke ruimtes is dat we de
10-11-12 2010
gezinnen de nodige vrijheid kunnen geven om hun activiteiten zelf te organiseren: eten maken, samen eten, opruimen, poetsen… De verplichtingen die we opleggen zijn vrij beperkt, waardoor we veel conflicten kunnen voorkomen. Bovendien kunnen we samen met de gezinnen nagaan welke activiteiten niet goed verlopen en die later kunnen leiden tot het verliezen van de woning: hygiëne, relaties met buren, energieverbruik… We proberen ervoor te zorgen dat de gezinnen zich thuis voelen, maar maken tegelijkertijd toch werk van de voorbereiding van hun vertrek uit het onthaalhuis. De gemiddelde verblijfsduur bij ons bedraagt drie maanden. Maar ook voor ons is het moeilijk om een geschikte woning te vinden voor een groot gezin. Sommigen vinden een tijdelijke woning via vrienden of familie of keren terug naar hun man wat na gevallen van gezinsgeweld verre van ideaal is. Gelukkig vinden de meeste gezinnen toch een duurzame oplossing, ook omdat veel sociale diensten een extra inspanning willen doen voor gezinnen met kinderen. Een uitbreiding van het systeem van huurtoelagen voor thuislozen, de bouw van woningen voor grote gezinnen en een omkadering van de huurprijzen zou het vinden van een geschikte woning er ook gemakkelijker op maken. h THIBAULD COLLIGNON Directeur
Vzw LA RUE ID
Oprichtingsdatum: 1977 Vzw LA RUE is erkend als vereniging ‘Education Permanente’ en ‘Integratie Huisvesting’. De vereniging werd opgericht in 1977 door bewoners in Oud Molenbeek waar een woonomgeving bestaande uit oude depots, ateliers, arbeiderswoningen voorkomt. De gemiddelde inkomens in de wijk zijn lager dan in de rest van het Gewest. Sinds een dertigtal jaar voeren de gemeente en verenigingen zoals La Rue en Buurthuis Bonnevie acties tegen ongezonde woningen. Activiteiten: De belangrijkste missie van La Rue op het vlak van wonen is om de bewoners te helpen en te ondersteunen bij het vinden van een behoorlijke woning: informatie en sensibilisering, individuele en collectieve begeleiding van huurders en eigenaars. Actieperimeter: Molenbeek
Ransfortstraat 1080 Molenbeek T 02 410 33 03 Permanentie huisvesting: woensdag van 16u00 tot 18u00, Kolomstraat 1 in 1080 Molenbeek. Permanentie renovatie-advies: donderdag van 9u00 tot 12u00.
De bewoners die de huisvestingspermanenties van La Rue bezoeken hebben een vervangingsinkomen, een klein inkomen uit arbeid en hebben dus grote problemen om een behoorlijke, betaalbare woning te vinden of te houden. Ter illustratie: van de 131 dossiers die we tijdens de huisvestingspermanentie hebben geopend tussen 1 januari en 30 juni 2010, zijn er 28% die te maken hebben met ongezonde woningen en 34% met het zoeken naar een meer geschikte woning (in functie van de gezinsgrootte). Liefst 75% van de personen die de huisvestingspermanentie van La Rue bezoeken zijn van plan hun woning te verlaten en hopen op een sociale woning. In Molenbeek staan er echter niet minder dan 8.000 gezinnen op de wachtlijst van de Molenbeekse Haard voor een park van 3403 sociale woningen. We zijn dan ook verplicht om telkens uit te leggen dat een sociale woning niet meteen voor morgen zal
zijn. Daarom is dikwijls de enige oplossing om een privéhuurwoning te zoeken en beroep te doen op de VIHT om de huurkost enigszins te verlichten.
Maar we worden geconfronteerd met verschillende problemen bij de aanvraag van een VIHT. Het woningenpark: Een woning vinden die beantwoordt aan de gevraagde kwaliteitsnormen en die voldoende groot is voor het gezin is quasi ‘mission impossible’ geworden. Probleem van de bezoeken: nagaan of de oude woning inderdaad ongezond of onaangepast was en of de nieuwe woning beantwoordt aan de criteria behoort tot de taken van de gewestadministratie. Het bezoek aan de oude woning gebeurt nadat de persoon zijn aanvraag heeft ingediend. Wanneer de eigenaar niet akkoord gaat met het bezoek, wordt de aanvraag geweigerd. Of wanneer de eigenaar ondertussen werken heeft uitgevoerd, kan de VIHT
10-11-12 2010
in het gevaar komen. Om die problemen te voorkomen, hebben we met onze vereniging een samenwerking opgestart met dienst Huisvesting van Molenbeek aan wie we vragen om een attest op te stellen (getekend door de burgemeester) dat we aan de huurder bezorgen, terwijl hij nog in de oude woning woont. Kennis van de normen: Huurders kunnen niet altijd goed beoordelen of de nieuwe woning overeenkomt met de gevraagde normen. Daarom proberen we zoveel mogelijk samen met de huurders de woning te bezoeken vooraleer de huurovereenkomst wordt getekend. Huurprijsplafonds: De basisidee van de VIHT is dat men het verschil in huur betaalt van de nieuwe en de oude woning, weliswaar met plafonds. De sterk gestegen huurprijzen van de laatste jaren zorgen ervoor dat, zelfs met VIHT, de huurkost voor de gezinnen toeneemt. De administratieve procedure (van minstens 6 maand) voor de eerste uitbetaling is niet echt sociaal. De VIHT is juist bedoeld voor personen met een laag inkomen. h ANDRÉ LUMPUVIKA NZEKANI Projectmedewerker
art. 23 # 40
_ 33
Talita ID
Oprichtingsdatum: 2000 Doelstelling: onthaalhuis voor vrouwen met en zonder kinderen. Het onthaal bij Talita omvat een integrale begeleiding (administratief, huisvesting, werk, vorming, gezinsleven, opvoeding, een netwerk voor mentale en fysische gezondheid, cultuur, sport…). Actieperimeter: Brussel
Vlierwijk 3 in 1000 Brussel T 02 262 23 78 F 02 262 24 57
In 2000 werd het onthaaltehuis Talita opgericht met als missie het opvangen en begeleiden van vrouwen met of zonder kinderen in moeilijkheden. Het onthaaltehuis heeft een opvangcapaciteit van een dertigtal personen. Aan de opvangplaats is steeds een integrale begeleiding verbonden die zich strekt over de verschillende levensdomeinen. De zoektocht naar een woning is wat de bewoonsters gemeenschappelijk hebben met elkaar en wat vaak ook een enorme bron van frustratie wordt omwille van de diverse uitsluitingsmechanismen waar deze vrouwen mee te kampen hebben. Het systematisch geweigerd worden op de private huurmarkt omdat men niet over inkomsten uit arbeid beschikt is een realiteit die steeds grotere proporties aanneemt, en die er tevens voor zorgt dat de verblijfsduur in het onthaaltehuis langer wordt. Dit resulteert in het dichtslibben van de opvangcapaciteit. De uitstroom die bemoeilijkt wordt kan onmiddellijk gelinkt worden aan de uitsluitingsmechanismen op de private woningmarkt. Dat dit nefast is voor diverse partijen en actoren kunnen we illustreren met diverse voorbeelden: Een verblijfsduur van langer dan zes maanden resulteert in een geringer opvangaanbod terwijl de
vraag naar hulp gelijk blijft of stijgt. Minder vrouwen kunnen dus beroep doen op de tijdelijke opvang. Voor de bewoners is een lange opvang ook niet vrij van soms heel nefaste effecten. Niet elke vrouw die beroep doet op de onthaalstructuur heeft nood aan een structurerend kader en voor sommigen impliceert een noodgedwongen lange verblijfsduur autonomieverlies. Een vloeiende instroom wordt bemoeilijkt en het is net de instroom die van vitaal belang is om zich een actieve burger te voelen in de samenleving. Wonen in Brussel wordt sterk gepromoot en allerlei campagnes voor een leefbare en aantrekkelijke stad kleuren onze dagelijkse leefwereld. Echter een parallel fenomeen onttrekt zich hieraan : het aanbod betaalbare huurwoningen daalt zienderogen. Investeren in kwaliteitsvol wonen gekoppeld aan een betaalbare huurprijs lijkt een onbereikbaar adagium voor Brussel. Renovaties worden uitgevoerd maar letterlijk tegen een zeer hoog prijskaartje. Ook de traditie van het al te vaak opsplitsen van woningen tot beperkte wooneenheden kent geen grenzen. De vastgoedsector en de investeerders maken van Brussel hun speelterrein met als doel het behalen van hoge winstmarges. De huisvestingscrisis is voor menig al lang geen onbekende meer. De uitsluitingsmechanismen die de huisves-
34 _ art. 23 # 40
10-11-12 2010
Getuigenis en bedenkingen van een gezinswerker bij Talita
tingsproblematiek in zich draagt laat zich harder voelen dan men doorgaans denkt en resulteert in uitsluitingsprocessen op tal van andere domeinen. Het is dus belangrijk om de globaliteit van de problematiek te overschouwen en niet aan symptoombestrijding te gaan doen. Het zijn dan ook in de eerste plaats de financieel zwakkere kandidaat huurders die noodgedwongen zich tot deze kleinere woningen richten. De huisvestingscrisis treft echter ook de sociale middenklasse, al is het evident dat hieraan andere mechanismen en effecten verbonden zijn. De optie om dan maar buiten de stad gaan wonen brengt op zich vaak andere scheidingen met zich mee. Ook de kinderen worden hierin getroffen. Vaak gaat een verhuis buiten de stad samen met een nieuwe school. Het sociale netwerk van het gezin brokkelt langzaam af. De sociaal lagere inkomensklasse wordt geconfronteerd met een anders treffende uitsluiting. Het risico tot schuldenlast is heel present op het moment dat deze gezinnen zich huisvesten en was ook reeds aanwezig voor de opvang in het onthaaltehuis. Huurachterstallen met als rechtstreeks gevolg het verlies van woonst, is bij deze gezinnen een vaak voorkomend probleem waar zij ook na het verblijf in het opvanghuis mee zullen geconfronteerd worden. De huurprijs die deze gezinnen betalen bedraagt 60% tot 70% van het bedrag van hun vervangingsinkomen. Indien Brussel haar pluralistisch karakter wenst te behouden dan zal zij op termijn geconfronteerd worden met grote uitdagingen. We pleiten dan ook dat zij deze rol kan blijven vervullen, een plek te bieden aan een heel divers publiek. De Brusselse rijkdom. h SOFIE VERBRUGGHEN Psycho-sociaal begeleidster