Arm Recht Kansarmoede en Recht Derde Antwerps juristencongres
Editor: Centruin voor Beroepsvervolmaking in de Rechten Auteurs:
MAKLU Antwerpen-Apeldoorn
S. Brouwers M. Dambre F. Evers B. Hubeau M. Lambrechts B. Lietaert D. Marcelis K. Neyt P. Palsterman S. Pannentier M. Rigaux J. Slepers M. Storme A. Van Oevelen
Garant Leuven
Inhoud Voorwoord
21
J. STEVENS
Arm recht? Over de kansrijke relatie tussen recht en armoede
27
B. HUBEAU
/. //.
Probleemstelling. De relatie tussen armoede en recht: arm recht? Armoede en recht, recht en armoede. Enkele begrippen Afdeling 1. Enkele begrippen: het infra-juridisch kader Afdeling 2. Armoede, kansarmoede en sociale uitsluiting Afdeling 3. Armoedebeleid en welzijnsbeleid Afdeling 4. Armoederecht en welzijnsrecht Afdeling 5. Armoede in cijfers Afdeling 6. Het uitgangspunt: een structurele benadering van de armoede §1. Het maatschappelijk schuldmodel §2. De dimensies van de armoede
///. De aanknopingspunten tussen armoede en recht in het armoedediscours en in hetjuridisch discours: een typologie Afdeling 1. Werkwijze: recht en armoede als spiegelbeeld Afdeling 2. Het gelaat van het recht bij de armen: het juridisch perspectief in de armoedeliteratuur § 1. De plaats van het recht in de voorstellen inzake armoedebeleid §2. De plaats van het recht in de armoedeopvolgingsliteratuur Afdeling 3. Het gelaat van de arme en de armoede in het recht: het armoedeperspectief in de juridische literatuur TV. De regelgeving en het institutioneel kader voor het armoederecht Afdeling 1. De primaire en de secundaire regelgeving inzake armoede: algemeen Afdeling 2. Vooraf: de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling terzake Afdeling 3. De primaire regelgeving: het recht in verband met de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) Afdeling 4. De secundaire regelgeving: institutionele voorzieningen en materiele rechtsregelingen § 1. De institutionele regelgeving inzake (kans)armoedebestrijding §2. De relevante materiele rechtsgebieden
29 30 30 30 34 37 39 40 40 41 42 42 43 43 46 49 51 51 52 54 55 55 58
Afdeling 5. Een specifieke armoedewet: het "urgentieprogramma voor een meer solidaire samenleving" V.
Verzorgingsstaat en sociale rechtsstaat: enkele ontwikkeüngen in verband met de juridische benadering van het armoedefenomeen Afdeling 1. Verzorgingsstaat en rechtsontwikkeling: enkele algemene begrippen § 1. De verzorgingsstaat en de sociale rechtsstaat: verleden, heden en toekomst §2. Een zestal rechtsontwikkelingen Afdeling 2. Een eerste rechtsontwikkeling: mensenrechten, sociale grondrechten en armoederecht §1. Een driedubbel aanknopingspunt §2. Het groeiende belang van de (geconditioneerde?) sociaal-economische grondrechten §3. Een (grond)recht op bescherming tegen armoede? Afdeling 3. Een tweede rechtsontwikkeling: de juridisering van bestaanszekerheidsaanspraken en het "recht op recht" §1. Overspannen verwachtingen? §2. Armoedesituaties en semi- of illegaliteit §3. De spanning tussen (welzijns)recht en (welzijns)beleid Afdeling 4. Een derde rechtsontwikkeling: gelijkheid, nondiscriminatie en positieve discriminatie als dynamische concepten §1. De vraag naar "speciale rechten" voor armen? §2. Formeel-juridische gelijkheid en (negatieve en positieve) discriminatie §3. Ongelijkheid in privaatrechtelijke relaties §4. Verschillende waarden: rechtspluralisme noodzakelijk? Afdeling 5. Een vierde rechtsontwikkeling: contractualisering en responsabilisering, een vorm van deregulering? §1. Algemeen §2. Contractualisering en deregulering als integratiemiddel? §3. (De)solidarisering omwille van de betaalbaarheid? Afdeling 6. Een vijfde rechtsontwikkeling: inspraak en participatie, individueel of collectief? Afdeling 7. Een zesde rechtsontwikkeling: het groeiend belang van rechtstoegankelijkheid en rechtshulp
60
61 61 61 64 65 65 66 69 72 72 73 73 76 76 77 81 83 84 84 84 86 86 88
VI. Besluit. Recht en armoede: een appel aan het recht en de Juristen Afdeling 1. "Is law important?" Afdeling 2. Armoede als nieuw risico en motor voor een vernieuwd burgerschap? Afscheid van de rechtshulp?
88 88 89 91
M. STORME
Inleiding
93
/.
93
Uitgangspunten
//. Standpunten
95
///. Actiepunten
98
IV. Justitie is onze zaak Addendum A. Procesvoering voor Arbeidsrechtbank, Brügge B. Procesvoering voor Rechtbank van Koophandel, Brügge C. Procesvoering voor Hof van Beroep, Gent D. Verdere procesvoering voor de Rechtbank van Koophandel, Kortrijk E. Procesvoering voor Hof van Beroep, Gent F. Knelpunten Kansarmoede en rechtshulp Enkele concrete uitdagingen op de drempel van de volgende eeuw
100 101 101 102 102 103 103 104 105
S. PARMENTIER
Inleiding /.
//.
107
Eerste Stelling: Rechtshulp omvat een gediversifieerd aanbod aan diensten, verstrekt door verschillende types van dienstverleners
108
Tweede Stelling: Het rechtshulpaanbod is een zaak voor elke burger, maar de aanpak van kansarmoede vereist specifieke accenten
109
///. Derde Stelling: Het bestaande rechtshulpaanbod is onvoldoende aangepast aan de kenmerken van kansarmen
111
Overmatige Schuldenlast en kansarmoede: overmatig recht of arm recht Beschouwingen over schuldbemiddeling en schuldsanering
113
M. LAMBRECHTS
Inleiding
115
/.
116
//.
Schuldbemiddeling in Viaanderen Afdeling 1. Art. 67 W. Cons. als grondslag van schuldbemiddeling Afdeling 2. Het Vlaams Decreet op de schuldbemiddeling Afdeling 3. Het Uitvoeringsbesluit van het Vlaams Decreet op de schuldbemiddeling Afdeling 4. Voorlopige evaluatie De collectieve schuldenregeling Afdeling 1. Inleiding Afdeling 2. De procedure van collectieve schuldenregeling §1. Wat is het doel van de procedure? §2. Toepassingsgebied - de beoogde schuldenaars §3. Hoe verloopt de procedure? A. Algemeen B. Het verzoekschrift C. De toelaatbaarheid van de vordering 1. De beschikking 2. De gevolgen van de beschikking van toelaatbaarheid 3. Bekendmaking van de beschikking D. De collectieve aanzuiveringsregeling 1. De minnelijke aanzuiveringsregeling 2. De gerechtelijke aanzuiveringsregeling a) Procedure b) Welke maatregelen? i. Algemeen ii. Zonder kwijtschelding in kapitaal iii. Met kwijtschelding in kapitaal 3. Opvolging en controle 4. De herroeping van de aanzuiveringsregeling §4. De schuldbemiddelaar A. De aanstelling en de rol van de schuldbemiddelaar B. Voorwaarden C. Toezicht door de rechter §5. Vergoeding van de schuldbemiddelaar
116 119 127 132 133 133 134 134 135 136 136 136 138 138 138 139 141 141 143 143 144 144 144 145 147 148 149 149 149 150 150
Afdeling 3. Verkoop uit de hand van onroerende goederen ///. De regelgeving in Frankrijk en Nederland Afdeling 1. De regeling overmatige Schuldenlast in Frankrijk: de wet Neiertz §1. Doelstellingen en structuur van de Wet Neiertz §2. Regeling overmatige Schuldenlast particulieren A. Toepassingsgebied B. Minnelijke regeling 1. Organisatie van de commissies 2. Samenstelling van de commissies 3. Taken en bevoegdheden van de commissies 4. Inhoud conventioneel plan C. Aanbevelingen door de commissies D. Gerechtelijke controle door de rechter op de aanbevelingen van de commissies E. Verval van de maatregelen overmatige Schuldenlast §3. Preventie overmatige Schuldenlast §4. Heeft de Wet Neiertz haar doelstellingen bereikt? A. Sociale doelstelling B. Economische doelstelling C. Procesrechtelijke doelstelling Afdeling 2. Het Nederlandse wetsontwerp 'schuldsaneringsregeling voor natuurlijke personen' TV. Enkele rechtssociologische en rechtseconomische beschouwingen overde regelingen van schuldsanering Afdeling 1. De rechtshistorische evolutie van regelingen van schuldsanering: in vogelvlucht Afdeling 2. De omvang van het fenomeen van de overmatige Schuldenlast Afdeling 3. Een summier onderzoek naar de stand van het rechtseconomisch onderzoek op het gebied van regelingen van schuldsanering Besluit
150 151 151 151 152 152 152 152 152 153 154 154 155 156 156 156 157 157 158 158 160 160 163 173 185
De Wet op het consumentenkrediet: over een zwakke wet, hopeloze wanbetalers en rechtsonzekere rechters F. EVERS
187
/.
Verantwoording
189
//.
Inleiding
189
///. Hoezo: bescherming van de consument?
191
IV. Het tot stand komen van overeenkomsten: fictieve bescherming
192
V.
193
Een accessorium vanformaat: de overdracht van het loon
VI. De overmatige verhogingsbedingen
197
VII. Enkele flagrante misbruiken
199
VIII. Nog enkele vaststellingen
200
Woninghuur en kansarmoede: een overzicht en een analyse van de mogelijke huurproblemen van kansarmen
205
A. VAN OEVELEN
I.
Inleiding
//. De toegang tot de (huur)woningmarkt Afdeling 1. De toegang tot de private huurwoningmarkt Afdeling 2. De toegang tot de sociale huurwoningmarkt Afdeling 3. Overheidsmaatregelen om de toegang tot de woningmarkt te bevorderen ///. De woonzekerheid: de duur en de be'e'indiging van de huurovereenkomst Afdeling 1. De duur en de beeindiging van een woninghuurovereenkomst in het private huurrecht §1. De duur van een woninghuurovereenkomst §2. De beeindiging van een woninghuurovereenkomst door opzegging §3. De verlenging van een woninghuurovereenkomst wegens buitengewone omstandigheden §4. De gevolgen van de vervreemding van de verhuurde woning op de lopende woninghuurovereenkomst §5. De gerechtelijke ontbinding van een woninghuurovereenkomst wegens contractuele wanprestatie van de huurder
10
207 207 207 212 214 216 216 216 218 223 224 226
Afdeling 2. De duur en de beeindiging van een huurovereenkomst bij de huur van sociale woningen
227
IV. De betaalbaarheid van de huur van een woning: de huurprijs, de kosten en de lasten Afdeling 1. De huurprijs, de kosten en de lasten in het private huurrecht Afdeling 2. De huurprijs, de kosten en de lasten bij de huur van sociale woningen
233
V. De kwaliteit van het woongenot
234
VI. Besluit
237
Kan het grondrecht op behoorlijke huisvesting de rechtspositie van de kansarme huurder beTnvloeden?
229 229
239
M. DAMBRE
/. //.
Het grondrecht op behoorlijke huisvesting als inspiratiebron voor de verschillende wetgevende overheden De doorwerking van het grondrecht op behoorlijke huisvesting in de jurisprudentie
241 243
///. Het grondrecht op behoorlijke huisvesting als inspiratiebron voor wijzigingen aan hetfederale huurrecht 246 Afdeling 1. De Bijzondere Commissie voor de evaluatie van de gevolgen van de wet van 20februari 1991 246 Afdeling 2. De beoordeling van de wijzigingen aan de Woninghuurwet 246 §1. De huurprijs 247 §2. De huurwaarborg 248 §3. Onderhuur in geval van een handelshuurovereenkomst 251 §4. De kwaliteit van de woning 253 Afdeling 3. Het wetsvoorstel SANTKIN inzake de beperking van het uitzettingsrecht 255 IV. De invloed van het grondrecht op behoorlijke huisvesting op het vlak van de gewestelijke regelgeving in Viaanderen 256 Afdeling 1. De Vlaamse Wooncode 257 §1. De kwaliteitsbewaking 257 §2. Het conformiteitsattest 258
11
Afdeling 2. Het Vlaamse Kamerdecreet Afdeling 3. Privaatrechtelijke gevolgen Afdeling 4. lnterferentie van de gewestelijke op defederale reglementering V. Slotbedenking Juridische knelpunten bij lokale tewerksteling
259 260 261 262 263
B . LlETAERT K. NEYT
12
Voorafgaande beschouwingen
265
/.
Actoren Afdeling 1. Gemeenten en OCMW's Afdeling 2. Andere actoren
266 266 267
//.
Rol van de verschwende actoren Afdeling 1. Tewerkstelling via en door de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen §1. Vijfvoudige doelstelling A. Algemeen B. Knelpunten §2. Organisatie van de niet-reguliere arbeid A. Wettelijke opdracht B. Afbakening van niet-reguliere arbeid Afdeling 2. Tewerkstelling via en door het OCMW Historiek §1. De werkbereidheidseis A. Wettelijke grondslag B. Uitzonderingsgevallen C. Draagwijdte van de werkbereidheidseis §2. Tewerkstellingsmogelijkheden binnen art. 60 § 7 A. Beperkte juridische draagwijdte 1. Beperkte doelgroep a) Omschrijving b) Knelpunten i. Volledige voordeel ii. Voorafbestaande handicap 2. De dienstverlening is beperkt in de tijd 3. Dwingend karakter van de tewerkstellingopdracht a) Geen resultaatsverbintenis b) Verplicht onderzoek naar tewerkstellingsmogelijkheden B. Inhoudelijke draagwijdte van artikel 60, § 7 van de OCMW-wet
268 268 268 268 268 269 269 270 271 271 273 273 273 274 275 275 275 275 276 276 277 278 278 278 278 280
1.
Van begeleiding en aanwerving naar bemiddeling 2. Individuele en integrale trajectbegeleiding 3. Bemiddeling 4. Effectieve tewerkstelling door en via het OCMW a) Tewerkstelling door het OCMW i. Binnen de diensten van het OCMW ii. Terbeschikkingstelling iii. Bevorderingmaatregelen b) Tewerkstelling via het OCMW §3. Tewerkstelling via integratiecontracten ///. Sociaalrechtelijke positie van de lokaal tewerkgestelden Afdeling 1. Tewerkstelling als PWA 'er §1. Beperkt personeel toepassingsgebied §2. Tewerkstellingsverplichting A. Verplichting voor de ambtshalve ingeschrevenen B. Voorwaarde van passende betrekking §3. Arbeidsrechtelijke bescherming A. Gebrek aan bescherming B. Toepassing van het arbeidsrecht §4. Socialezekerheidsrechtelijke bescherming Afdeling 2. Sociale tewerkstelling door en via het OCMW §1. Tewerkstelling door het OCMW A. Tewerkstelling in de diensten van het OCMW 1. Een vorm van dienstverlening 2. Tewerkstelling buiten de personeelsformatie 3. De arbeidsovereenkomst tussen OCMW en client B. Sociale terbeschikkingstelling door het OCMW 1. Afwijking op het verbod van terbeschikkingstelling 2. Juridische omkadering van de terbeschikkingstelling 3. Bescherming van het arbeidsrecht 4. Juridische knelpunten §2. Tewerkstelling via het OCMW bij derde werkgevers in het kader van een samenwerkingsovereenkömst A. De samenwerkingsovereenkömst 1. Contractspartijen 2. Voorwerp van de overeenkomst 3. Geen vormvereisten B. De arbeidsovereenkomst
280 281 282 284 284 284 284 285 287 288 289 289 289 289 289 290 291 291 292 293 294 294 294 294 295 296 297 297 298 299 299 300 300 300 300 301 301
13
§3. Bevorderen van socioprofessionele integratie A. Vrijstelling van inkomsten B. Behoud van een partie'le bestaansminimumuitkering §4. Integratiecontracten A. Het contract als toekenningsvoorwaarde voor steun B. Het contract als bewijs van werkbereidheid C. Aard van de integratieovereenkomst D. Onvolwaardige vorm van tewerkstelling E. Minimumvoorwaarden en modaliteiten F. Staatstussenkomst G. Evaluatie IV. Arbeidsongevallen en burgerrechtelijke aansprakelijkheid Afdeling 1. Sociaal tewerkgesteld en sociaal ter beschikking gesteld personeel §1. Algemeen §2. Toepassingsgebied §3. Burgerlijke aansprakelijkheid van de gebruiker, het OCMW en het personeel A. Het sociaal tewerkgesteld of ter beschikking gesteld personeel wordt slachtoffer van een arbeidsongeval 1. De immuniteit: beginsel 2. Geen immuniteit ten aanzien van derden 3. De immuniteit en sociaal tewerkgesteld personeel 4. De immuniteit en sociaal ter beschikking gesteld personeel B. Het sociaal tewerkgesteld of ter beschikking gesteld personeel veroorzaakt een arbeidsongeval Afdeling 2. Plaatselijk werkgelegenheidsagentschap A. Een PWA'er veroorzaakt een ongeval B. Een PWA'er wordt het slachtoffer van een ongeval. V.
14
Werken aan volwaardig werk
302 302 302 303 303 303 304 304 305 305 306 306 306 306 307 308 308 308 309 310 310 312 313 313 314 315
Moeten de (kans)armen worden geintegreerd? Zo ja, onder welke voorwaarden?
319
P. PALSTERMAN
/.
Inleiding
321
//.
Integratie versus vergoeding
321
///. Hoe integreren? Afdeling 1. Integratie in relatie metde uitkering Afdeling 2. Overheidssteun voor de tewerkstelling van kansarmen
329
TV. Besluit
331
Pleidooi voor meer uniformiteit in het alimentatierecht
325 326
333
S. BROUWERS
/.
Inleiding
335
//.
De normering van alimentatiegelden Afdeling l. Gebrek aan uniformiteit Afdeling 2. Voorspelbaarheid Afdeling 3. Rechtsgelijkheid en rechtsonzekerheid Afdeling 4. Billijkheid Afdeling 5. Eigen karakteristieken Afdeling 6. Complexiteit Afdeling 7. Besluit ///. Kennisgeving bij gerechtsbrief
335 337 337 338 338 339 339 339 341
IV. De ontvangstmachtiging Afdeling 1. Eerste dualiteit Afdeling 2. Tweede dualiteit
342 343 344
V. Alimentatie-overeenkomsten Afdeling 1. Feitelijke scheiding Afdeling 2. Afspraken na een eerdere gerechtelijke beslissing Afdeling 3. Uitkeringen na echtscheiding Afdeling 4. De gemeenrechtelijke familiale onderhoudsverplichtingen
345 345 347 348 349
VI. Besluit
350
15
Kansarmen en kansarmoedebestrijding in de welzijnssector
351
J. SCHEPERS
/.
Inleiding
//.
De rechtspositie van kansarme personen en gezinnen binnen de welzijnssector 355 Afdeling 1. De hulpvraag van kansarme personen en gezinnen juridisch doorgelicht 356 § 1. 0verzieht van de welzijnsvoorzieningen die hulp verlenen aan kansarmen 356 A. DeOCMW's 356 B. De centra voor algemeen welzijnswerk 358 C. Diensten voor gezins- en bejaardenhulp ....360 D. Diensten voor maaltijdenbedeling 360 E. Voorzieningen voor kinderopvang 360 F. Centra voor geestelijke gezondheidszorg 361 G. Centra voor basiseducatie 361 H. Centra voor beroepsopleiding 361 I. Welzijnsvoorzieningen voor sociale tewerkstelling 362 §2. De rechtspositie van kansarme personen en gezinnen tijdens de hulpverlening 362 A. De maatschappelijke dienstverlening door het OCMW 362 B. De maatschappelijke dienstverlening door de andere welzijnsvoorzieningen 367 Afdeling 2. De speeifieke rechtsbescherming van kansarmen 368 § 1. Rechtsregels met betrekking tot de nietdiscriminatie van kansarmen 368 A. Algemene discriminatieverboden 368 B. Het beginsel van de benuttigingsgelijkheid 370 §2. Rechtsregels inzake de aanpassing van de eigen bijdrage 370 Afdeling 3. De ongewenste effecten van de welzijnssector voor kansarme personen en gezinnen 372 A. Degerechtelijkejeugdbijstand 373 B. Desociatejeugdbijstand 374 C. Kritische bedenkingen 375
///. Het overheidsbeleid inzake kansarmoedebestrijding Afdeling 1. Overzicht van de overheidsmaatregelen inzake kansarmoedebestrijding § 1. De financiering van projeeten inzake kansarmoedebestrijding A. De projeetgerichte kansarmoedebestrijding tot 1996 B. Het Bijzonder fonds voor maatschappelijk welzijn
16
353
377 377 377 378 381
C.
De rechtstreekse betoelaging van verenigingen en organisaties §2. De investering in kansarme stadsbuurten A. Vroegere initiatieven B. Het Sociaal impulsfonds C. De moeilijke afgrenzing van het kansarmoede-, het huisvestings- en het stedelijk investeringsbeleid §3. De aanleg van woonwagenterreinen §4. De bevordering van de structurele werking van welzijnsvoorzieningen A. DeOCMW's B. De centra voor algemeen welzijnswerk C. De voorzieningen binnen de sociale jeugdbijstand D. Kind en Gezin E. De structurele werking van welzijnsvoorzieningen buiten de welzijnssector §5. Kansarmoedebestrijding via de bevordering van het groeps- en opbouwwerk A. Kansarmoedebestrijding via het maatschappelijk opbouwwerk B. Kansarmoedebestrijding via het sociaalcultureel werk §6. De oprichting van advies- en beleidsorganen inzake kansarmoedebestrijding Afdeling 2. Enkele juridische beschouwingen bij het kansarmoedebeleid van de overheid § 1. Kansarmoedebestrijding en het fundamentele recht op een menswaardig bestaan §2. Kansarmoedebestrijding en de besteding van trekkingsrechten en subsidies A. De oneigenlijk besteding van trekkingsrechten door gemeenten en OCMW's B. De oneigenlijke besteding van subsidies door welzijnsvoorzieningen C. De niet-besteding van trekkingsrechten door gemeenten en OCMW's D. De niet-besteding van subsidies door welzijnsvoorzieningen §3. De interactie met het Europese kansarmoedebeleid TV. Besluit
383 383 383 384 387 387 387 .388 392 392 393 394 395 395 398 401 402 402 404 404 408 409 409 410 411
17
Kansarmoede en de toegankelijkheid van de verzekering voor geneeskundige verzorging - schets van enkele ontwikkelingen D. MARCELIS /.
Inleiding
//.
De veralgemening van de verzekering voor geneeskundige verzorging: van werknemersverzekering naar een algemeen recht op geneeskundige verzorging Afdeling 1. De veralgemening van de verzekering voor geneeskundige verzorging tot 1997: het net en de mazen §1. Periode 1944 - 1963: instelling van een verplichte werknemersverzekering A. De besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en het Regentsbesluit van 21 maart 1945 B. Het organiek koninklijk besluit van de ziekteen invaliditeitsverzekering van 22 September 1955 §2. Actuele toestand A. Formele uitbreiding van de verzekering voor geneeskundige verzorging naar andere bevolkingsgroepen B. Nieuwe karakteristieken van de verzekering voor geneeskundige verzorging zelf, die duiden op een tendens naar een veralgemeend stelsel dat een universeel recht op geneeskundige verzorging realiseert §3. Tekortkomingen van de huidige structuur van de verzekering voor geneeskundige verzorging Afdeling 2. Naar een werkelijke veralgemening van de verzekering voor geneeskundige verzorging vanaf 1 januaril998? §1. Het Algemeen verslag over de armoede §2. Artikel 11,2° van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en de uitvoering van dat artikel §3. Enkele bedenkingen bij de doorgevoerde wetsaanpassing
///. De verbetering van definanci'e'le toegankelijkheid van de verzekering voor geneeskundige verzorging Afdeling 1. De bijdrageplicht Afdeling 2. Het persoonlijk aandeel §1. De verhoogde verzekeringstegemoetkoming §2. De sociale en fiscale franchise
18
413 415
415 415 416
416 419 419 420
422 424 426 426
427 428 429 429 433 434 435
Afdeling 3. De derdebetalersregeling Afdeling 4. Andere reglementaire maatregelen die de financiele toegankelijkheid van de verzekering voor geneeskundige verzorging bevorderen §1. Het Bijzonder solidariteitsfonds §2. De forfaitaire betaling - medische huizen Algemene conclusie: artikel 23 GW Het recht om een menswaardig leven te leiden, zoals gewaarborgd door art. 23 GW, hoeksteen van een adequate rechtsbescherming van de kansarme? M. RlGAUX
436 437 437 438 439
19